Door: MindsEye
Datum: 18-11-2017 | Cijfer: 8.5 | Gelezen: 3171
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huwelijksnacht, Romantiek,
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huwelijksnacht, Romantiek,
Vervolg op: De Tiende Huwelijksnacht - 5
Het verhaal wat ik je nu ga vertellen is zeker weten echt gebeurd. Hoe ik dat zo zeker kan weten: je moet beseffen dat ik het zelf allemaal heb meegemaakt. Het speelt zich af in mijn jonge jaren. Ik was, na een aantal omzwervingen, teruggekeerd naar Soroga. Ik had geprobeerd mijn fortuin te maken als huursoldaat, maar ik kan je verzekeren dat het absoluut geen succes was. Mijn leermeesters hadden geprobeerd wat van me te maken, maar ik had al snel geaccepteerd dat dit niet de weg was die ik zou volgen als ik verstandig was. De kerkhoven liggen vol met lieden die die les nooit hebben geleerd.
Ik keerde terug naar Soroga met nauwelijks geld, maar nog steeds met het verlangen om mijn fortuin te maken. Ik besloot het te proberen in het zakenleven. Maar ik had het vermoeden dat de zakenwereld op zijn manier net zo dodelijk kon zijn als het leven van een huurling. Huurlingen worden getraind, waarom zou een zakenman het niet net zo aanpakken en zich eerst onderrichten?
Al snel kwam ik er achter dat er nauwelijks zakenlieden waren die zaten te wachten op een protegé die ze kneepjes van het vak konden leren. Degene die dat wel wilden waren over het algemeen lieden die betrokken waren in allerlei onfrisse zaakjes en die hadden eigenlijk vooral behoefte aan een bottenbreker of een sterke arm. Dat was juist het leven dat ik vaarwel had gezegd. Het was dus zaak anders te verzinnen. Ik besloot, als niemand me de kunst wilde leren, de kunst letterlijk af te kijken.
Omdat het me niet effectief leek om zomaar bij een willekeurige kruidenier of kaasboer in dienst te gaan vroeg ik een betrekking aan bij Zokastoc Luymen, die toen al rijk was en bekend stond als een gewiekst zakenman. Je kunt het misschien moeilijk geloven, maar in die dagen was ik lichtvoetig en de training als huurling had me sterk gemaakt. Ik was zelfs, als ik het mag geloven, helemaal niet lelijk om te zien. Sindsdien hebben de kilo’s dat allemaal ongedaan gemaakt... In die dagen was ik een waardevolle aanwinst voor Zokastocs huishouden. Ik begon nederig als keukenhulpje, mijn voorliefde voor lekker eten stamt uit die tijd, maar werkte me langzaam omhoog. Ik was vaak in de buurt als heer Zokastoc zakenrelaties ontving en zag hoe hij daar het voorwerk deed door hen te overbluffen met schone schijn of zich juist liet onderschatten. Maar echte onderhandelingen zag ik zelden en daar zou ik het meeste van kunnen leren.
Nu komen we op een punt in het verhaal waar ik wat minder trots op ben. Toen ik de kamer naast de werkkamer een keer schoonmaakte besloot ik het wandtapijt eens van de muur te halen om het goed uit te kloppen. Toen ik dat had gedaan ontdekte ik een kijkgat wat uitzicht gaf op de gehele werkkamer van mijn meester. Als het tapijt op zijn plaats zat, viel het nauwelijks op, maar toen ik het eenmaal had weggehaald had ik een vrij goed zicht op de gehele kamer. Ook kon ik alles goed horen, omdat het geluid niet meer gesmoord werd. Ik heb de rest van de middag besteed aan het bewerken van dat wandtapijt, zodat ik het kijkgat kon afdekken en openen zonder het hele tapijt van de muur te moeten halen. Hoewel ik hoop dat mijn eigen talent in het zakenleven mijn succes ook mede heeft bepaald, kan ik niet om het feit heen dat ik de kunst, zoals ik al zei letterlijk heb afgekeken en afgeluisterd van Zocastoc Luymen via dat gat in de muur.
Ik heb nog andere zaken geleerd op die manier. En die betreffen de vrouw die we nu “de Douairière” noemen. Ze is nu inderdaad een oude vrouw en het is misschien heel moeilijk om je voor te stellen, maar zij was ooit een jonge en mooie vrouw. Ze was van lage geboorte, maar in de tijd dat ik voor haar huishouden werkte had ze zich al helemaal aangepast aan de manieren van de hoge standen. Vrouwe Luymen, noemden we haar in die dagen en je keek wel drie keer uit voor je haar misgenoegen opwekte. Toen had ze al een berucht temperament, wat paste bij een vorstin van weleer. Ze had het postuur van een koningin, lang en slank. Haar haren waren diepzwart, maar haar ogen azuurblauw. Het was die schoonheidstrek die trouwens Zocastocs aandacht had getrokken. Ze wist ook hoe ze zich kleden moest. Ik heb ruim twee jaar voor haar huishouden gewerkt en ik kan me niet herinneren haar ooit tweemaal in dezelfde kleding te hebben gezien.
Ik besef me dat ik hier het beeld oproep van een mooie, maar oppervlakkige vrouw, maar ik kan je verzekeren dat ze dat niet was. Ze was de lees- en schrijfkunst machtig, welbespraakt, kon debatteren over filosofie en religie en later zou blijken dat ze hetzelfde talent voor zaken had als haar overleden man. En, al had ze een opvliegend karakter soms, ze was in staat tot diepe gevoelens van trouw en liefde. Vooral ten opzichte van haar echtgenoot. Natuurlijk werd ze uitgemaakt voor Goudzoeker, maar ik kan je verzekeren dat Zocastoc en Vrouwe Luymen oprechter van elkaar gehouden hebben dan vele anderen. Het was een wrede daad van de Heerser dan hij hen zo snel heeft gescheiden.
Ik weet dit, omdat ik tijdens enkele van mijn afluistersessies een gesprek opving tussen hen. Nu was het mij voornamelijk te doen om zakelijke gesprekken en contractonderhandelingen af te luisteren, maar ik viel ten prooi aan een veel voorkomende menselijke eigenschap: ik was nieuwsgierig. Het was een vrij serieus gesprek, waaruit ik begreep dat mijn heer en meester op reis zou gaan en een tijdje van huis zou blijven. In dat gesprek hernieuwden ze aan elkaar de beloftes van trouw. Je kent die geloftes, je hebt ze zelf uitsproken. Hierna vielen ze elkaar in de armen en ik vermoed dat ze ter plekke hun huwelijk ook nog eens consumeerden, op het bureau van mijn meester. Ik weet het niet zeker, want toen kregen schaamte en fatsoen weer de overhand en ik hing alles weer netjes terug en liet hen aan hun privézaken.
Zorastoc ging de dag erna op reis en gelukkig was het niet die tragische reis waarvan hij nooit zou terugkeren. Maar de sfeer in het huishouden werd er niet beter op. Ik kende die sfeer wel een beetje, in het gezelschap van alleen maar huurlingen, allemaal mannen dus, heerste die ook na verloop van tijd. De prikkelbare sfeer die heerst als mannen lang niet in het gezelschap van vrouwen verkeren. Blijkbaar genoot Vrouwe Luymen nogal van haar echtelijke rechten en plichten en in tegenstelling tot de huurlingen waarover ik spreek, had ze geen manier gevonden om met die gevoelens van onrust om te gaan. Ik kan je verzekeren dat de sfeer in huis na enkele dagen om te snijden was. Als er ook maar iets fout ging dan viel de vrouwe uit dat het een lieve lust was. We hoopten dat meneer er snel weer zou zijn. Het is helemaal niet ongebruikelijk dat de hoge heren en dames hun verveling verdrijven door er minnaars en minnaressen op na houden, maar aangezien ik getuige was geweest van hun geloften wist ik dat dat niet zo snel zou gebeuren. Het zou een kwestie zijn van uitzingen. Toch, als ik eerlijk ben moet ik je bekennen dat het beter werd na verloop van tijd. De reden daarvoor begreep ik eerst niet, maar daar zou ik achter komen.
Dat was op een ochtend toen ik weer eens besloten had en blik te werpen door het kijkgat. Je moet weten dat de Vrouwe in die dagen al wat verantwoordelijkheden van haar man had overgenomen. Regelmatig sprak ze met andere handelslieden en ook van haar heb ik geleerd. Het was dus niet zo vreemd dat ik die ochtend besloot om weer een blik te werpen door het kijkgat. Wat ik daar zag, ik kan het me nu nog steeds herinneren. De vrouwe zat in de stoel van haar man en las wat. Een brief, leek me, geen zakencontract. Ze zag er weer mooi uit, de blauwe jurk die ze aanhad kleurde goed bij haar ogen.
Er was echter weinig te leren van een vrouw die een brief leest, dus ik was eigenlijk van plan om het wandtapijt weer in orde te maken en verder te gaan met mijn werk. Maar op het laatste moment stopte ik daar mee. De vrouwe gooide de brief op haar bureau en zuchtte diep. Ze bracht haar hand naar haar lijfje en greep haar borsten beet. Ik was helemaal verbaasd dit te zien en onmiddellijk trok het bizarre ritueel mijn aandacht. Ik was niet van plan nu al meteen weg te gaan, ik wilde weten wat hier zou gebeuren.
Vrouwe Luymen had een hand naar haar decolleté gebracht en streelde de huid die bloot lag, haar borstbeen en de bovenkant van haar borsten. Met haar linkerhand maakte ze de snoeren van het lijfje los. De andere hand duwde ze tussen haar borsten en wurmde zo haar lijfje helemaal los, zodat haar borsten ontbloot werden. Ik wist niet goed waar ik kijken moest… nou ja, eigenlijk wel…
De vrouw die we nu allemaal de Douairière noemen zat daar op de stoel van haar man met haar borsten te spelen. Net als jij, Auda, was ik nogal beschermd opgevoed. Ik kende de vrouwelijke anatomie in theorie en had wel blote borsten en meer gezien in mijn tijd als huurling, maar dat was anders geweest. Dat waren vooral de borsten van marketentsters en hoeren, die mijn medesoldaten betaald hadden. Deze verboden vruchten waren toch een stuk zoeter en om eerlijk te zijn zeer plezierig om naar te kijken. Ze waren op zich niet groot, wel welgevormd, met kleine donkere tepels. Ik zag hoe haar vingers die bleven strelen en hoe ze er zachtjes aan trok. Ze had haar ogen dicht en beet zachtjes op haar rode lippen. Ik bleef als versteend staan. De wereld om me heen was vergeten en achteraf kan ik mezelf alleen maar als zeer fortuinlijk beschouwen dat er niemand binnen kwam. Aan de andere kant… waarschijnlijk had ze de bediendes instructies gegeven om taken elders in huis te doen, gezien haar activiteiten. Ik kon me dergelijke instructies wel herinneren, maar ik was gewend ze te negeren.
Vrouwe Luymen stond op en schudde met haar heupen. Haar jurk viel helemaal af en ze had geen onderkleding aan of had die tegelijk met de rest uitgegaan. Ik kon de haren boven haar geslacht even zien, maar ze ging al snel weer zitten. Nu zat ze ver onderuit gezakt, maar aan haar lichaamshouding was duidelijk af te lezen wat ze precies aan het doen was; ze wreef met haar rechterhand tussen haar benen. Kleine kreetjes, nauwelijks meer dan zuchtjes, ontsnapten aan haar geopende lippen en ze bleef haar ogen gesloten houden. De andere hand streelde afwisselend haar borsten, haar gezicht, haar hals. Af en toe bracht ze ook de rechterhand naar haar mond en maakte haar vinger nat of likte eraan. Ik denk dat de smaak haar prikkelde, maar ik kon dat toen nog niet met zekerheid zeggen. Toen ze haar beide handen naar beneden bracht begon ze heftiger te bewegen en de geluiden die ze maakte werden luider. Het leek wel alsof ze er geen genoeg van kon krijgen.
Toch kreeg ze dat. Toen dat eenmaal zover was stond ze op. Tot mijn grote genoegen nam ze plaats op het bureau, haar geopende benen recht naar me toe. Ik kon nu goed het verschil zien tussen de commercieel aangeboden dozen van vroeger en de vochtige, opgewonden poort van jade van Vrouwe Luymen. Ineens begreep ik ook beter waarom mannen er altijd zo naar verlangden.
De Vrouwe bleef zichzelf strelen, met haar benen open, maar nu vond ze het blijkbaar prettig om erbij te liggen, want ze liet zich achterover zakken. Haar borsten zwoegden heen en weer op het ritme van zowel haar ademhaling als het heftige spel van haar vingers. Ik zag hoe ze twee vingers in zichzelf stak en haar andere hand gebruikte om zichzelf te betasten boven de opening van haar geslacht. Ik hoorde dat ze niet gewoon vochtig was, maar zelfs nat. Die geluiden waren ook bijna boven haar kreunen uit te horen.
Blijkbaar was er nog een reden waarom ze was gaan liggen. Ze hield op met spelen en reikte achter, naast of onder zich en haalde iets tevoorschijn. Het was een kannetje en iets wat ik niet meteen kon plaatsen, want het was gehuld in een lap stof. Ze worstelde zich weer overeind en haalde de lap stof weg. Wat ik toen zag, niets had me daarop voor kunnen bereiden. Uit het pakket haalde ze een zwarte staaf, die heel duidelijk gemodelleerd was naar het stijve geslacht van een man. Het enige verschil is dat er geen overgang te zien was tussen kop en schacht… en dat hij van een enorm formaat was. Wie veel in gezelschap van niet al te beschaafde mannen, zoals huurlingen, verkeert, hoort (en ziet) veel over formaten, maar dit exemplaar leek me buitenproportioneel.
De Vrouwe gebruikte hem echter zonder schroom. Ze plaatste hem tussen haar lippen, niet die van haar mond, en liet hem daar even in de lengte heen en weer glijden. Haar billen spande zich aan en drukte haar onderlijf tegen het massieve gevaarte. Ik wist het, de lans van een man hoort in een vrouw te gaan, maar dit leek me de enige realistische manier om dit geval t te gebruiken; hem tegen je lijf duwen.
Ik zat er behoorlijk naast zou blijken. Het kruikje wat ook op tafel stond werd erbij gehaald. De Vrouwe doopte haar vingers er in en die kwamen druipend van de olie weer uit het kannetje. De staaf werd naar haar mond verplaatst en ze likte haar eigen vocht eraf. Haar glibberige hand gleed weer tussen haar benen en ze verspreidde de olie op en in haar geslacht. Ik hield mijn adem in… ik kon me alleen nog maar voorstellen wat het doel hiervan was. Ze wilde dat gevaarte bij zichzelf naar binnen brengen. Ik beet nu ook op mijn eigen lippen en voelde een vreemde spanning door mijn lijf gieren.
Ze doopte opnieuw haar vingers in de olie, waarbij ze het kruikje bijna omstootte. Het was nu de beurt van haar kunstfallus om ingesmeerd te worden en ze liet haar handen over de schacht glijden. Zowel zij zelf als de staaf glommen van de olie. Ze droogde haar handen af aan de lap en zette de fallus nu tegen haar opening aan, niet langer met de lange kant, maar met de punt. En ze duwde… Met een sissend geluid ontsnapte haar adem en ik zag hoe ze hem een stukje in zich opnam. Maar nog niet helemaal. Ze nam hem er weer uit en wreef hem weer in de lengte over haar glibberig geslacht. Nadat hij weer helemaal glad was probeerde ze het opnieuw en nu ging het makkelijker. Zonder enig probleem nam ze enkele duimen van de staaf in zich op. Duidelijke genietend liet ze zichzelf weer langzaam achterover vallen en bewoog hem rustig heen en weer. Hij was zo groot dat ze twee handen nodig had om hem te bedienen. Aan de ene kant was het verbazingwekkend dat ze het zonder problemen kon hebben, het leek mij pijnlijk, maar het was duidelijk dat ze hier enorm van genoot. Ze bleef hem heen en weer bewegen, maar draaide haar onderlijf wel wat naar boven. Zo was het makkelijker de penis in evenwicht te houden en kon ze een vrije hand gebruiken om haarzelf weer bovenaan haar opening te strelen. Later, toen ik eenmaal de boeken er over kon betalen leerde ik dat de kittelaar zich daar bevindt, noodzakelijk voor vrouwen om hun genot te beleven. Maar dat was toen nog onbekende theorie. De praktijk zag ik voor me.
De Vrouwe bleef doorstoten, ruwer dan ik verwachtte, maar ze wist blijkbaar precies wat ze deed. Haar vertrokken gezicht, haar jachtige ademhaling, waren zonder enige twijfel geen uitingen van pijn. En niemand die dit ervoor zou kunnen aanzien. Ze stootte zelf haar onderlichaam omhoog en nam een halve duim extra in zich op. Toen bleef ze even als verstijfd zitten, haar billen van het bureau af, de gigantische kunstpenis half in haar en de enige beweging was die van haar vinger, vlak boven de staaf. En plots ontspande ze. Ze trok de staaf uit zichzelf, klapte haar benen weer tegen elkaar en streelde ruw over haar gehele geslacht, met veel druk op haar kittelaar. Haar benen strekten zich helemaal, een absurd detail wat ik nu nog steeds levendig voor me zie is het wiebelen van haar tenen, terwijl de golven van het genot over haar heen sloegen. Het duurde vele hartslagen voor ze tot rust kwam. Het moest enorm intens, uitputtend zijn geweest, want nadat ze zo klaar was gekomen bleef ze een hele tijd liggen, met haar benen open, haar benen bungelden en tikten zachtjes tegen de zijkant van het bureau. Ik bleef nog even kijken, zo overdonderd en verbaasd was ik. Zo had ik nog nooit een vrouw gezien.
Het zou de enige keer zijn dat ik haar zo zag. Niet lang daarna keerde haar echtgenoot weer terug en waarschijnlijk vond ze haar genot weer bij een orgaan van vlees en bloed. Ik verliet het huis niet lang daarna en begon voor mezelf.
Jaren later, toen Vrouwe Luymen inmiddels de Douairière was geworden, ontmoeten we elkaar weer. Het was met een zakendiner en helaas was met mijn fortuin ook mijn omvang wat geroeid. De douairière was toen nog niet de oude vrouw die ze nu is en ik denk niet dat het verlangen in haar onderlijf al gedoofd was, maar zij was toen inmiddels al een weduwe. Ik vermoed dat de kunstfallus weer behoorlijk dienst deed. Ik heb daarvan geleerd dat, hoe streng mensen ook overkomen, elk van hen geheimen heeft waarvan ze niet willen dat anderen ze weten. Het is nooit echt mijn bedoeling geweest om de Douairière te chanteren en gelukkig heb ik dat ook nooit hoeven doen, maar de kennis haalde voor mij altijd het scherpe kantje van onze ontmoetingen af. Zo benader ik tegenwoordig elk zakelijk contact. Een woeste veehoeder heeft misschien wel gemeenschap met zijn vee, die kruiperige maar sluwe wijnboer uit Kiln vind het misschien prettig om zijn gedorste druivensap tussen vrouwenbillen te laten lopen voor hij het opdrinkt… je weet het nooit zeker. Mensen zijn altijd mensen en hun wensen in de slaapkamer of daarbuiten kunnen heel apart zijn. Dat helpt me om mijn onverstoorbaarheid te behouden. Ik stel me die veehoeder voor of de wijnboer uit Kiln, op zijn knieën met zijn gezicht tussen de billen van een wulpse wijnplukster, en ik kan ze tegemoet treden als gelijken. Dus als de douairière je vanavond zenuwachtig maakt weet je wat je je moet voorstellen.
En nu moet ik echt de bespreking gaan voorbereiden.
Als deze verhalen een beetje aanslaan plaats ik wellicht nog enkele hoofdstukken.
Ik keerde terug naar Soroga met nauwelijks geld, maar nog steeds met het verlangen om mijn fortuin te maken. Ik besloot het te proberen in het zakenleven. Maar ik had het vermoeden dat de zakenwereld op zijn manier net zo dodelijk kon zijn als het leven van een huurling. Huurlingen worden getraind, waarom zou een zakenman het niet net zo aanpakken en zich eerst onderrichten?
Al snel kwam ik er achter dat er nauwelijks zakenlieden waren die zaten te wachten op een protegé die ze kneepjes van het vak konden leren. Degene die dat wel wilden waren over het algemeen lieden die betrokken waren in allerlei onfrisse zaakjes en die hadden eigenlijk vooral behoefte aan een bottenbreker of een sterke arm. Dat was juist het leven dat ik vaarwel had gezegd. Het was dus zaak anders te verzinnen. Ik besloot, als niemand me de kunst wilde leren, de kunst letterlijk af te kijken.
Omdat het me niet effectief leek om zomaar bij een willekeurige kruidenier of kaasboer in dienst te gaan vroeg ik een betrekking aan bij Zokastoc Luymen, die toen al rijk was en bekend stond als een gewiekst zakenman. Je kunt het misschien moeilijk geloven, maar in die dagen was ik lichtvoetig en de training als huurling had me sterk gemaakt. Ik was zelfs, als ik het mag geloven, helemaal niet lelijk om te zien. Sindsdien hebben de kilo’s dat allemaal ongedaan gemaakt... In die dagen was ik een waardevolle aanwinst voor Zokastocs huishouden. Ik begon nederig als keukenhulpje, mijn voorliefde voor lekker eten stamt uit die tijd, maar werkte me langzaam omhoog. Ik was vaak in de buurt als heer Zokastoc zakenrelaties ontving en zag hoe hij daar het voorwerk deed door hen te overbluffen met schone schijn of zich juist liet onderschatten. Maar echte onderhandelingen zag ik zelden en daar zou ik het meeste van kunnen leren.
Nu komen we op een punt in het verhaal waar ik wat minder trots op ben. Toen ik de kamer naast de werkkamer een keer schoonmaakte besloot ik het wandtapijt eens van de muur te halen om het goed uit te kloppen. Toen ik dat had gedaan ontdekte ik een kijkgat wat uitzicht gaf op de gehele werkkamer van mijn meester. Als het tapijt op zijn plaats zat, viel het nauwelijks op, maar toen ik het eenmaal had weggehaald had ik een vrij goed zicht op de gehele kamer. Ook kon ik alles goed horen, omdat het geluid niet meer gesmoord werd. Ik heb de rest van de middag besteed aan het bewerken van dat wandtapijt, zodat ik het kijkgat kon afdekken en openen zonder het hele tapijt van de muur te moeten halen. Hoewel ik hoop dat mijn eigen talent in het zakenleven mijn succes ook mede heeft bepaald, kan ik niet om het feit heen dat ik de kunst, zoals ik al zei letterlijk heb afgekeken en afgeluisterd van Zocastoc Luymen via dat gat in de muur.
Ik heb nog andere zaken geleerd op die manier. En die betreffen de vrouw die we nu “de Douairière” noemen. Ze is nu inderdaad een oude vrouw en het is misschien heel moeilijk om je voor te stellen, maar zij was ooit een jonge en mooie vrouw. Ze was van lage geboorte, maar in de tijd dat ik voor haar huishouden werkte had ze zich al helemaal aangepast aan de manieren van de hoge standen. Vrouwe Luymen, noemden we haar in die dagen en je keek wel drie keer uit voor je haar misgenoegen opwekte. Toen had ze al een berucht temperament, wat paste bij een vorstin van weleer. Ze had het postuur van een koningin, lang en slank. Haar haren waren diepzwart, maar haar ogen azuurblauw. Het was die schoonheidstrek die trouwens Zocastocs aandacht had getrokken. Ze wist ook hoe ze zich kleden moest. Ik heb ruim twee jaar voor haar huishouden gewerkt en ik kan me niet herinneren haar ooit tweemaal in dezelfde kleding te hebben gezien.
Ik besef me dat ik hier het beeld oproep van een mooie, maar oppervlakkige vrouw, maar ik kan je verzekeren dat ze dat niet was. Ze was de lees- en schrijfkunst machtig, welbespraakt, kon debatteren over filosofie en religie en later zou blijken dat ze hetzelfde talent voor zaken had als haar overleden man. En, al had ze een opvliegend karakter soms, ze was in staat tot diepe gevoelens van trouw en liefde. Vooral ten opzichte van haar echtgenoot. Natuurlijk werd ze uitgemaakt voor Goudzoeker, maar ik kan je verzekeren dat Zocastoc en Vrouwe Luymen oprechter van elkaar gehouden hebben dan vele anderen. Het was een wrede daad van de Heerser dan hij hen zo snel heeft gescheiden.
Ik weet dit, omdat ik tijdens enkele van mijn afluistersessies een gesprek opving tussen hen. Nu was het mij voornamelijk te doen om zakelijke gesprekken en contractonderhandelingen af te luisteren, maar ik viel ten prooi aan een veel voorkomende menselijke eigenschap: ik was nieuwsgierig. Het was een vrij serieus gesprek, waaruit ik begreep dat mijn heer en meester op reis zou gaan en een tijdje van huis zou blijven. In dat gesprek hernieuwden ze aan elkaar de beloftes van trouw. Je kent die geloftes, je hebt ze zelf uitsproken. Hierna vielen ze elkaar in de armen en ik vermoed dat ze ter plekke hun huwelijk ook nog eens consumeerden, op het bureau van mijn meester. Ik weet het niet zeker, want toen kregen schaamte en fatsoen weer de overhand en ik hing alles weer netjes terug en liet hen aan hun privézaken.
Zorastoc ging de dag erna op reis en gelukkig was het niet die tragische reis waarvan hij nooit zou terugkeren. Maar de sfeer in het huishouden werd er niet beter op. Ik kende die sfeer wel een beetje, in het gezelschap van alleen maar huurlingen, allemaal mannen dus, heerste die ook na verloop van tijd. De prikkelbare sfeer die heerst als mannen lang niet in het gezelschap van vrouwen verkeren. Blijkbaar genoot Vrouwe Luymen nogal van haar echtelijke rechten en plichten en in tegenstelling tot de huurlingen waarover ik spreek, had ze geen manier gevonden om met die gevoelens van onrust om te gaan. Ik kan je verzekeren dat de sfeer in huis na enkele dagen om te snijden was. Als er ook maar iets fout ging dan viel de vrouwe uit dat het een lieve lust was. We hoopten dat meneer er snel weer zou zijn. Het is helemaal niet ongebruikelijk dat de hoge heren en dames hun verveling verdrijven door er minnaars en minnaressen op na houden, maar aangezien ik getuige was geweest van hun geloften wist ik dat dat niet zo snel zou gebeuren. Het zou een kwestie zijn van uitzingen. Toch, als ik eerlijk ben moet ik je bekennen dat het beter werd na verloop van tijd. De reden daarvoor begreep ik eerst niet, maar daar zou ik achter komen.
Dat was op een ochtend toen ik weer eens besloten had en blik te werpen door het kijkgat. Je moet weten dat de Vrouwe in die dagen al wat verantwoordelijkheden van haar man had overgenomen. Regelmatig sprak ze met andere handelslieden en ook van haar heb ik geleerd. Het was dus niet zo vreemd dat ik die ochtend besloot om weer een blik te werpen door het kijkgat. Wat ik daar zag, ik kan het me nu nog steeds herinneren. De vrouwe zat in de stoel van haar man en las wat. Een brief, leek me, geen zakencontract. Ze zag er weer mooi uit, de blauwe jurk die ze aanhad kleurde goed bij haar ogen.
Er was echter weinig te leren van een vrouw die een brief leest, dus ik was eigenlijk van plan om het wandtapijt weer in orde te maken en verder te gaan met mijn werk. Maar op het laatste moment stopte ik daar mee. De vrouwe gooide de brief op haar bureau en zuchtte diep. Ze bracht haar hand naar haar lijfje en greep haar borsten beet. Ik was helemaal verbaasd dit te zien en onmiddellijk trok het bizarre ritueel mijn aandacht. Ik was niet van plan nu al meteen weg te gaan, ik wilde weten wat hier zou gebeuren.
Vrouwe Luymen had een hand naar haar decolleté gebracht en streelde de huid die bloot lag, haar borstbeen en de bovenkant van haar borsten. Met haar linkerhand maakte ze de snoeren van het lijfje los. De andere hand duwde ze tussen haar borsten en wurmde zo haar lijfje helemaal los, zodat haar borsten ontbloot werden. Ik wist niet goed waar ik kijken moest… nou ja, eigenlijk wel…
De vrouw die we nu allemaal de Douairière noemen zat daar op de stoel van haar man met haar borsten te spelen. Net als jij, Auda, was ik nogal beschermd opgevoed. Ik kende de vrouwelijke anatomie in theorie en had wel blote borsten en meer gezien in mijn tijd als huurling, maar dat was anders geweest. Dat waren vooral de borsten van marketentsters en hoeren, die mijn medesoldaten betaald hadden. Deze verboden vruchten waren toch een stuk zoeter en om eerlijk te zijn zeer plezierig om naar te kijken. Ze waren op zich niet groot, wel welgevormd, met kleine donkere tepels. Ik zag hoe haar vingers die bleven strelen en hoe ze er zachtjes aan trok. Ze had haar ogen dicht en beet zachtjes op haar rode lippen. Ik bleef als versteend staan. De wereld om me heen was vergeten en achteraf kan ik mezelf alleen maar als zeer fortuinlijk beschouwen dat er niemand binnen kwam. Aan de andere kant… waarschijnlijk had ze de bediendes instructies gegeven om taken elders in huis te doen, gezien haar activiteiten. Ik kon me dergelijke instructies wel herinneren, maar ik was gewend ze te negeren.
Vrouwe Luymen stond op en schudde met haar heupen. Haar jurk viel helemaal af en ze had geen onderkleding aan of had die tegelijk met de rest uitgegaan. Ik kon de haren boven haar geslacht even zien, maar ze ging al snel weer zitten. Nu zat ze ver onderuit gezakt, maar aan haar lichaamshouding was duidelijk af te lezen wat ze precies aan het doen was; ze wreef met haar rechterhand tussen haar benen. Kleine kreetjes, nauwelijks meer dan zuchtjes, ontsnapten aan haar geopende lippen en ze bleef haar ogen gesloten houden. De andere hand streelde afwisselend haar borsten, haar gezicht, haar hals. Af en toe bracht ze ook de rechterhand naar haar mond en maakte haar vinger nat of likte eraan. Ik denk dat de smaak haar prikkelde, maar ik kon dat toen nog niet met zekerheid zeggen. Toen ze haar beide handen naar beneden bracht begon ze heftiger te bewegen en de geluiden die ze maakte werden luider. Het leek wel alsof ze er geen genoeg van kon krijgen.
Toch kreeg ze dat. Toen dat eenmaal zover was stond ze op. Tot mijn grote genoegen nam ze plaats op het bureau, haar geopende benen recht naar me toe. Ik kon nu goed het verschil zien tussen de commercieel aangeboden dozen van vroeger en de vochtige, opgewonden poort van jade van Vrouwe Luymen. Ineens begreep ik ook beter waarom mannen er altijd zo naar verlangden.
De Vrouwe bleef zichzelf strelen, met haar benen open, maar nu vond ze het blijkbaar prettig om erbij te liggen, want ze liet zich achterover zakken. Haar borsten zwoegden heen en weer op het ritme van zowel haar ademhaling als het heftige spel van haar vingers. Ik zag hoe ze twee vingers in zichzelf stak en haar andere hand gebruikte om zichzelf te betasten boven de opening van haar geslacht. Ik hoorde dat ze niet gewoon vochtig was, maar zelfs nat. Die geluiden waren ook bijna boven haar kreunen uit te horen.
Blijkbaar was er nog een reden waarom ze was gaan liggen. Ze hield op met spelen en reikte achter, naast of onder zich en haalde iets tevoorschijn. Het was een kannetje en iets wat ik niet meteen kon plaatsen, want het was gehuld in een lap stof. Ze worstelde zich weer overeind en haalde de lap stof weg. Wat ik toen zag, niets had me daarop voor kunnen bereiden. Uit het pakket haalde ze een zwarte staaf, die heel duidelijk gemodelleerd was naar het stijve geslacht van een man. Het enige verschil is dat er geen overgang te zien was tussen kop en schacht… en dat hij van een enorm formaat was. Wie veel in gezelschap van niet al te beschaafde mannen, zoals huurlingen, verkeert, hoort (en ziet) veel over formaten, maar dit exemplaar leek me buitenproportioneel.
De Vrouwe gebruikte hem echter zonder schroom. Ze plaatste hem tussen haar lippen, niet die van haar mond, en liet hem daar even in de lengte heen en weer glijden. Haar billen spande zich aan en drukte haar onderlijf tegen het massieve gevaarte. Ik wist het, de lans van een man hoort in een vrouw te gaan, maar dit leek me de enige realistische manier om dit geval t te gebruiken; hem tegen je lijf duwen.
Ik zat er behoorlijk naast zou blijken. Het kruikje wat ook op tafel stond werd erbij gehaald. De Vrouwe doopte haar vingers er in en die kwamen druipend van de olie weer uit het kannetje. De staaf werd naar haar mond verplaatst en ze likte haar eigen vocht eraf. Haar glibberige hand gleed weer tussen haar benen en ze verspreidde de olie op en in haar geslacht. Ik hield mijn adem in… ik kon me alleen nog maar voorstellen wat het doel hiervan was. Ze wilde dat gevaarte bij zichzelf naar binnen brengen. Ik beet nu ook op mijn eigen lippen en voelde een vreemde spanning door mijn lijf gieren.
Ze doopte opnieuw haar vingers in de olie, waarbij ze het kruikje bijna omstootte. Het was nu de beurt van haar kunstfallus om ingesmeerd te worden en ze liet haar handen over de schacht glijden. Zowel zij zelf als de staaf glommen van de olie. Ze droogde haar handen af aan de lap en zette de fallus nu tegen haar opening aan, niet langer met de lange kant, maar met de punt. En ze duwde… Met een sissend geluid ontsnapte haar adem en ik zag hoe ze hem een stukje in zich opnam. Maar nog niet helemaal. Ze nam hem er weer uit en wreef hem weer in de lengte over haar glibberig geslacht. Nadat hij weer helemaal glad was probeerde ze het opnieuw en nu ging het makkelijker. Zonder enig probleem nam ze enkele duimen van de staaf in zich op. Duidelijke genietend liet ze zichzelf weer langzaam achterover vallen en bewoog hem rustig heen en weer. Hij was zo groot dat ze twee handen nodig had om hem te bedienen. Aan de ene kant was het verbazingwekkend dat ze het zonder problemen kon hebben, het leek mij pijnlijk, maar het was duidelijk dat ze hier enorm van genoot. Ze bleef hem heen en weer bewegen, maar draaide haar onderlijf wel wat naar boven. Zo was het makkelijker de penis in evenwicht te houden en kon ze een vrije hand gebruiken om haarzelf weer bovenaan haar opening te strelen. Later, toen ik eenmaal de boeken er over kon betalen leerde ik dat de kittelaar zich daar bevindt, noodzakelijk voor vrouwen om hun genot te beleven. Maar dat was toen nog onbekende theorie. De praktijk zag ik voor me.
De Vrouwe bleef doorstoten, ruwer dan ik verwachtte, maar ze wist blijkbaar precies wat ze deed. Haar vertrokken gezicht, haar jachtige ademhaling, waren zonder enige twijfel geen uitingen van pijn. En niemand die dit ervoor zou kunnen aanzien. Ze stootte zelf haar onderlichaam omhoog en nam een halve duim extra in zich op. Toen bleef ze even als verstijfd zitten, haar billen van het bureau af, de gigantische kunstpenis half in haar en de enige beweging was die van haar vinger, vlak boven de staaf. En plots ontspande ze. Ze trok de staaf uit zichzelf, klapte haar benen weer tegen elkaar en streelde ruw over haar gehele geslacht, met veel druk op haar kittelaar. Haar benen strekten zich helemaal, een absurd detail wat ik nu nog steeds levendig voor me zie is het wiebelen van haar tenen, terwijl de golven van het genot over haar heen sloegen. Het duurde vele hartslagen voor ze tot rust kwam. Het moest enorm intens, uitputtend zijn geweest, want nadat ze zo klaar was gekomen bleef ze een hele tijd liggen, met haar benen open, haar benen bungelden en tikten zachtjes tegen de zijkant van het bureau. Ik bleef nog even kijken, zo overdonderd en verbaasd was ik. Zo had ik nog nooit een vrouw gezien.
Het zou de enige keer zijn dat ik haar zo zag. Niet lang daarna keerde haar echtgenoot weer terug en waarschijnlijk vond ze haar genot weer bij een orgaan van vlees en bloed. Ik verliet het huis niet lang daarna en begon voor mezelf.
Jaren later, toen Vrouwe Luymen inmiddels de Douairière was geworden, ontmoeten we elkaar weer. Het was met een zakendiner en helaas was met mijn fortuin ook mijn omvang wat geroeid. De douairière was toen nog niet de oude vrouw die ze nu is en ik denk niet dat het verlangen in haar onderlijf al gedoofd was, maar zij was toen inmiddels al een weduwe. Ik vermoed dat de kunstfallus weer behoorlijk dienst deed. Ik heb daarvan geleerd dat, hoe streng mensen ook overkomen, elk van hen geheimen heeft waarvan ze niet willen dat anderen ze weten. Het is nooit echt mijn bedoeling geweest om de Douairière te chanteren en gelukkig heb ik dat ook nooit hoeven doen, maar de kennis haalde voor mij altijd het scherpe kantje van onze ontmoetingen af. Zo benader ik tegenwoordig elk zakelijk contact. Een woeste veehoeder heeft misschien wel gemeenschap met zijn vee, die kruiperige maar sluwe wijnboer uit Kiln vind het misschien prettig om zijn gedorste druivensap tussen vrouwenbillen te laten lopen voor hij het opdrinkt… je weet het nooit zeker. Mensen zijn altijd mensen en hun wensen in de slaapkamer of daarbuiten kunnen heel apart zijn. Dat helpt me om mijn onverstoorbaarheid te behouden. Ik stel me die veehoeder voor of de wijnboer uit Kiln, op zijn knieën met zijn gezicht tussen de billen van een wulpse wijnplukster, en ik kan ze tegemoet treden als gelijken. Dus als de douairière je vanavond zenuwachtig maakt weet je wat je je moet voorstellen.
En nu moet ik echt de bespreking gaan voorbereiden.
Als deze verhalen een beetje aanslaan plaats ik wellicht nog enkele hoofdstukken.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10