Door: Keith
Datum: 15-11-2020 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 12367
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 169
Woensdagochtend, 28 december. Het was bijna tien uur toen ik wakker werd. Ongebruikelijk; zelfs op een vrije dag of in het weekend was ik tussen zeven en acht al wakker. Teken dat het weekend in Malden, het uitje naar Neddrill 24 en de activiteiten gisteravond er toch aardig had ingehakt. Ik keek naast me: Joline lag nog te slapen. Lekker laten slapen…
Ik overdacht de gebeurtenissen van gisteravond. Opwindend? Nou en of! Maar ook heerlijk intiem. Het gevoel van totale overgave… Nieuw voor mij. Meestal had ik de touwtjes liefst zelf stevig in handen en nu… Ik probeerde mijn gevoelens te analyseren, vanaf het moment dat Joline me blinddoekte tot en met ons hoogtepunt. Ik had me geen moment onveilig gevoeld. Eerder omgekeerd: nog nooit was ik zo overgeleverd geweest aan een ander, maar zó ontspannen. Haar geruststellende woordjes waren als olie op beginnende golfjes van ongerustheid geweest. En ze had het meer dan waar gemaakt, de schat. En dan haar ontboezemingen over haar halve nacht met Mel… Wel gevreeën, maar niet ‘all the way’.
Zachtjes grinnikte ik. Ook daar hadden vast heel veel kerels getuige van willen zijn… En Mel en Claar… Dat verwonderde me in feite niets. Die twee waren altijd zó close geweest… Maar hoe zouden we daar mee om moeten gaan? Wisten Rob en Ton dit allemaal al? En hoe zouden zij reageren als ze het te horen kregen? Daar straks maar eens met Joline over praten. Ik zou het moeilijk vinden om iets voor die twee te verzwijgen… Maar wie weet, wisten zij het al lang. Claar en Mel zagen elkaar elke dag in Wageningen; Rob en Ton kwamen daar ook vaak, dus…
Ik zette het van me af. Hoe dan ook: gisteravond hadden we een heerlijke avond beleefd. Wéér een hoogtepunt in onze relatie. Ik hoorde mijn maag rommelen: tijd voor een ontbijtje. Zachtjes stond ik op, pakte een broek en pantoffels en liep door de kamer de keuken in. Radio Vier aan: de Bolero van Ravel speelde. Zo te horen nét begonnen; alleen de trom en een hobo waren te horen, mooi sereen. Gedurende het stuk zou dat wel veranderen. Het theewater opzetten, brood smeren… Tien minuten later was het ontbijt klaar en klonk de Bolero al een stuk indringender. Ik liep naar de slaapkamer.
Joline rekte zich net uit toen ik binnenkwam. “Goedemorgen schoonheid… Je ontbijtje. Zul je wel nodig hebben na een inspannende avond.” Ze gaapte. “Ik had misschien nog wel liever een paar uur doorgeslapen, Kees. Maar Ravel kwam mijn dromen ruw verstoren met z’n Bolero. En nu jij…” Ik kneep zachtjes in haar neus. “Ondankbaar wicht. Zet ik eens een stuk muziek op wat héél rustig begint en langzaam maar zeker wat steviger wordt, lig je nog te piepen. Weet je wat: morgenochtend zet ik een pittige salsa op. Maar dan verwacht ik wel dat je dansend uit je bed komt!”
Ze pakte een hand. “Lief, dat je het ontbijt op bed serveert.” Een zachte zoen volgde. “En gisteravond was je ook lief. Zo volgzaam… Zo kende ik je niet.” Ik keek in twee lachende ogen. “Kom dame. Zitten, kussentje in je rug, lekker ontbijten.” En dat deden we dus ook. En met het ontbijt op vroeg ze: “Wat gaan we doen vandaag, Kees? Lekker rustig aan? Mag ook wel eens een dagje hé? Morgen gaan we naar Rhenen, dat zal niet zo rustig zijn, vrees ik.” Ik lachte zachtjes. “Nee, zeker niet. Dan wordt het druk. Bruiloften plannen. Zwaar werk. Maar vandaag wil ik nog een uurtje bugel studeren. Verder lekker ontspannen, wat huishoudelijke klusjes doen, een beetje lezen, mijn knappe vriendin begluren als ze dansend door het huis loopt…”
“En ik wil ook een beetje studeren. Over twee weken zit ik elke maandag in de collegebanken! Zin in!” “Mooi schat, dan doen we het vandaag lekker kalm aan. En daar beginnen we nu mee: douchen en aankleden!” Ze trok me naar zich toe. “Je zei toch ‘kalm aan’? Dan kunnen we beter…” Ze ging liggen en trok mij met zich mee. Toen draaide ze zich op me. “…lekker gaan liggen. Beviel me gisteravond ook prima…” Joline keek héél ondeugend en kuste me langzaam en intiem; haar tong speelde met de mijne.
Even later zei ik: “Foei mevrouw. We zouden het rustig aan doen. Als u mij gaat liggen verleiden is er van ‘rustig aan doen’ geen sprake, maar krijgen we zo meteen de politie op bezoek vanwege aanstootgevende geluiden.” Ze gniffelde. “De politie op bezoek? Die hebben we al vaker over de vloer gehad. En de Koninklijke Marechaussee. Boejuh…” Ik kietelde haar. “En dan een politieagent weer op z’n nummer geven zeker? Gaan we niet doen, mevrouwtje!”
Er klonk een grommetje naast me en ik grinnikte. “Kom, overeind. Lekker douchen en aankleden, dan zet ik daarna een bakje koffie. Er zijn mensen die daar wakker van worden.” Een half uurtje later waren we aangekleed en zette ik de koffie op de zitkamertafel. “Zo… Hoe gaan we de dag besteden? Eerst studeren, of eerst wat klussen?” “Eerst wat klussen, Kees. Even het huis wat opruimen.” Ze keek ondeugend. “Een paar wasjes draaien is ook geen overbodige luxe.” Ik knuffelde haar. “Oh, lekker… Mag ik de fijne wasjes doen, schat?” Ze knikte. “Mits je de deur van de badkamer openlaat, zodat ik kan controleren of je je niet aan mijn lingerie vergrijpt.” “Verdorie, je hebt me door. Rotmeid.” Ik voelde een zacht kneepje in mijn zij en keek in twee lachende ogen.
Na de koffie zei ze gedecideerd: “Kom, aan het werk. Jij doet de was, sopt de badkamers; ik loop even met de stofzuiger het huis door.” Ik gaf een zoentje in haar nek en fluisterde: “Vergeet u het ding niet aan te zetten, mevrouwtje?” Joline kneep nu hard. “Rotvent. Doe iets!” Gniffelend gingen we even later aan het werk en twee uur later was het appartement weer schoon en hing de was te drogen. “Zo, meneer. Nu een hapje eten.” Tijdens het eten verzuchtte ze: “Hèhè, daar was ik wel aan toe. Moet jij nog boodschappen doen voor het bezoek aan Rhenen, Kees? Dan kun je dat mooi na de lunch doen. Je moet nooit met een lege maag boodschappen gaan doen, zei mijn moeder altijd.”
Ik knikte. “Ik maak wel een lijstje. Voor morgen en… Nou, ik denk dat het lijstje wat langer wordt: ik ga wel boodschappen doen voor het hele jaar. Anders lopen we op Oudejaarsdag door een stampvolle supermarkt. Heb ik geen zin in. En ik ga heel decadent, met de fiets. Anders krijg ik het spul niet mee.” Joline gniffelde. “Stevige fiets heb jij… Voor het hele jaar op de fiets boodschappen doen. Het valt me mee dat je de Volvo niet pakt…” Ik snoof. “Voor die twee keer negenhonderd meter zeker. Ik hang twee fietstassen achterop en neem m’n rugzak mee. Genoeg ruimte.” Na het eten gaf ik haar een zoen. “Tot straks. Sterkte met de studie.”
Ze glimlachte. “Je kan me beter ‘veel plezier’ wensen, Kees. Economie is leuk!” Ik trok een gezicht en verdween naar beneden. Ik pakte mijn ‘gewone’ fiets uit het rek in de garage. In feite zonde; ik had het ding gekocht toen ik hier ging wonen, maar gebruikte hem niet veel. Als ik wilde fietsen om te sporten pakte ik de ATB wel.
Na een fris ritje (het vroor nog steeds) reed ik de parkeerplaats voor de supermarkt op. Ik liep de winkel in en werkte methodisch mijn boodschappenlijstje af. Boodschappen voor het eten bij Fred en Wilma: pasteibodems, ingrediënten voor de ragout, vlees, groente en custardpoeder, aardappelen… En dan de boodschappen voor de rest van de week… Die hield ik simpel: veel groenten, weinig vlees. En zou ik wel of niet zelf oliebollen bakken? Vorig jaar stond er zo’n kraam op de parkeerplaats van de supermarkt. Die oliebollen waren prima te eten, als je ze even in de oven oppiepte. Moet je zelf niet voor gaan stoethaspelen!
Uiteindelijk stond ik met een volgeladen winkelwagen in de rij voor de kassa en even later liep ik naar buiten. Waar stond de auto ook al weer? Oh shit, ja… ik was met de fiets. En die stond… daar. Met wat passen en meten laadde ik de inhoud van het winkelwagentje over in de fietstassen en mijn rugzak. Het scheelde weinig om mijn fiets donderde om. Winkelwagentje terugbrengen… Ik bleek niet de enige te zijn die moeite had om de fiets rechtop te houden in de sneeuw. Een jonge vrouw glibberde onderuit en de inhoud van haar fietsmandje verspreidde zich over de stoep. Ik hielp haar om de fiets rechtop te zetten op de gladde parkeerplaats.
“Hou jij je fiets maar overeind, dan ga ik wel achter je boodschappen aan!” Even later was haar mandje weer gevuld. Gelukkig met vrijwel alleen blik, geen glas. “Zo dame, u kunt weer verder op uw expeditie in dit barre sneeuwlandschap.” “Dank je wel. Da’s aardig van je.” Ze had een mooie stem en glimlachte lief. “Kan ik je een kop koffie aanbieden? Ik woon hier vlakbij.” Ze legde een hand op mijn schouder en keek me van dichtbij aan. Ik schudde mijn hoofd en wees op mijn eigen fiets.
“Nee, dank je wel. Er zit hier spul in wat snel in de vriezer moet.” ‘Wat een rotsmoes, Jonkman’, ging er door me heen. “Dat kan bij mij ook hoor”, hoorde ik haar zeggen. “Dan drinken we samen een kop koffie, zonder dat er spul ontdooit.”Ze knipoogde. “Bovendien… Het vriest hier buiten ook.” Ik dacht razendsnel na. Hoe raak ik deze jongedame netjes kwijt? Want die was duidelijk was op jacht. En ik was de prooi.
Ik had niet veel ervaring met vrouwen, maar ondertussen wist ik wel waar ik op moest letten: Ze speelde met haar haren, bleef glimlachen en draaide subtiel met haar heupen Ik besloot om voor de botte manier te gaan. “Dat is aardig aangeboden, maar ik moet snel gaan koken. We krijgen mijn schoonouders op visite en met name mijn schoonmoeder is nogal een fijnproever als het om eten gaat. Daar kan ik me geen fouten bij permitteren. Bovendien: mijn verloofde heeft die tic ook.”
Ik zag iets van teleurstelling in haar ogen. “Jammer. Je lijkt me een leuke vent.” Ik grinnikte. “Dat ben ik ook. Hoewel mijn verloofde me een paar weken uitmaakte voor ‘arrogante, macho klootzak’, toen ik een grapje ten koste van haar maakte. Enfin, diezelfde avond hebben we het maar heel gezellig goedgemaakt. Vul het verhaaltje zelf aan en kleur de plaatjes, zou ik zeggen.” Ze bleef me aankijken. “Ik begrijp dat ik achter het net vis. Nogmaals: jammer. Tot ziens dan maar.”
Ze pakte haar fiets en stapte voorzichtig op. Ze keek om en zei ze nogal schalks: “Als je ooit verlost bent van je schoonmoeder en haar familie, ben je welkom om mijn familie te leren kennen.” Ik schudde mijn hoofd. “Mooie dame, dank je wel voor het compliment, maar die kans acht ik nogal klein. En sorry voor mijn botheid, maar verhaaltjes aanvullen en plaatjes kleuren doe ik echt alleen met mijn verloofde.” Ze keek me aan. “Je bent ten minste eerlijk. Da’s ook wat waard.” Ze knipoogde. “Alvast een fijne jaarwisseling gewenst!” “Dankjewel. Jij ook!”
Ze stapte op en reed rustig weg. Ik ook, in tegenovergestelde richting. Poeh! Volgens mij had ik dat netjes gedaan. In gedachten reed ik de negenhonderd meter terug naar de flat. Zomaar een verovering gemaakt, Kees? Wellicht. In gedachten vergeleek ik de dame met Joline en die vergelijking viel behoorlijk in het voordeel van Joline uit. Op meerdere gebieden.
Enfin… Kees de IJsberg had in ieder geval een bewonderaarster. En deze dame kwam er ten minste eerlijk voor uit. Ik grinnikte. Hoe zou Kees Jonkman een jaar geleden hebben gereageerd? Wie weet was hij dan wél meegegaan om een kop koffie te drinken… Peinzend kwam ik bij de flat aan en liep even later zwaarbepakt het appartement binnen.
“Zo… hèhè… De volgende keer pak ik zelfs voor een blikje tomatensaus de auto. Wát een expeditie, zeg…” Joline zat aan mijn bureau te studeren en ik gaf een zoen in haar nek. “Hoi schat.” “Hallo lekkere vent. Lekker frisse lucht opgesnoven?” Ze draaide zich om en keek me aan. “Hé, er is iets met jou! Mijn volautomatische Kees-scan slaat alarm. Vertel!” Ik keek beteuterd. “Wel allemachtig! Ik ben écht een open boek voor jou hé?” Ze kneep haar ogen samen. “Niet er om heen kletsen meneertje. Biecht op!”
Ik ging op de andere stoel zitten. “Nou… Kees de IJsberg heeft een verovering gemaakt…” Kort vertelde ik van de ontmoeting met de jongedame. Joline keek me aan en stond op. “Ze had gelijk. Je bent ten minste eerlijk.” Ze sloeg haar armen om me heen en trok me tegen zich aan. “Kees…” Ik omhelsde haar ook en fluisterde in haar oor: “Niet bang zijn Jolientje. Kees is van jou. Tot de bingo in Huize Levensavond. En als ik vreemd ga, mag je me smoren met je panty’s.”
Ze grinnikte. “Vóór of nadat je klaargekomen bent, Kees?” “In dit geval geef ik je toestemming om dat vooraf te doen, liefje.” “Dan is het goed.” Ze boog iets achterover en keek me aan. En ik haar. Een prachtig gezicht, waarin haar ogen de aandacht trokken. Ogen die me nu liefdevol aankeken. “En morgen hebben we beiden iets om dat te laten zien, schat. Ik kreeg net een telefoontje van de juwelier in Nijmegen. Onze ringen zijn klaar.” Ik keek verrast. “Klaar? En de datum dan?” “Die wisten we toch al lang? Twee Juni. Dat had ik vorige week al doorgegeven. We kunnen ze morgen ophalen. Kunnen we mooi doen op weg naar Rhenen. Een klein omweggetje voor het goede doel, zeg maar.”
Haar ogen glinsterden nu en ze kuste me zachtjes. “Morgen dragen wij ringen, Kees.” Ik trok haar hoofd tegen me aan. “Wauw… Die zag ik even niet aankomen, schat…” “Ik ben er zó blij mee, Kees…”, hoorde ik in mijn schouder. Ze schokte zachtjes, haar ademhaling zat hoog. Joline huilde en ik hield het ook niet droog. Ik drukte mijn gezicht in haar haren en samen stonden we even te janken. Even later viste Joline een zakdoekje uit haar tasje en wreef haar ogen en gezicht droog. “Wij zijn rare lui, Kees. Staan op de gelukkigste momenten in onze relatie te snotteren.” Ik veegde mijn gezicht ook droog. “Klopt. Maar men zegt dat dat mag, schoonheid. Teken dat we gevoelens hebben.” Joline keek nu ondeugend. “Dat klopt. Hebben we gisteravond gemerkt, nietwaar? En dat gaan we vanavond wéér merken, meneer Jonkman.” Ik greep naar mijn achterwerk. “Heb medelijden met mij!”
Ze schoot in de lach. “Aansteller! Jouw paal is een stuk dikker dan hetgeen je gisteren in je lekkere kontje had.” Ik voelde dat ik rood werd. “Als je er zó over praat, ga ik me nog schamen, schat…” Ze trok me naar zich toe en met haar ogen vlakbij zei ze, langzaam en nadrukkelijk: “Lieve Kees: iemand zei ooit eens tegen mij: ‘We moeten tegen elkaar kunnen zeggen wat we prettig vinden, zonder taboes, Jolientje.’ En die vent had groot gelijk. En wat wij gisteravond deden hoeft niemand anders te weten. Da’s ons lekkere geheimpje.”
Ze keek me onderzoekend aan. “Of vond je het gisteravond niet prettig?” “Jolien, ik heb vanochtend na liggen denken over gisteren. Ik heb nog nooit zo genoten! Niet alleen lichamelijk, maar vooral van het feit dat ik helemaal aan jou was overgeleverd en je kon vertrouwen. Een heerlijk rustgevend gevoel en ik heb me dan ook helemaal aan je overgegeven. En… er vreselijk van genoten.” Ze bleef me strak aankijken en het was alsof ik in de ogen van Tony keek. Zachtjes zei ze, met dezelfde intonatie als Tony: “Daar ben ik blij om, vriendje van me.”
Ik begon zachtjes te gniffelen. “Wát?” Ze keek nu wantrouwend. “Jouw ogen en jouw stem, schat. Alsof ik met Tony praatte.” Ze keek nu met afgrijzen. “Dit soort vertrouwelijke info ga je niet met mijn lieve moedertje bespreken, Kees! Laat ik het niet merken!” Ik lachte nu voluit. “Ik kijk wel uit, schat. Ik heb m’n oren te lief.” Ze giebelde. “Mooi. En nu gaan we even de boodschappen uitpakken en opruimen.” Even later liepen we elkaar lekker in de weg in de keuken, wat af en toe een zoen of een pets op billen veroorzaakte. De spullen voor het eten in Rhenen zette ik apart klaar. “Zo… Ook gereed voor morgen. Nog even logeerspullen inpakken en dan ontspannen. Genieten van een vakantiegevoel. Ga jij nog verder studeren, Joline?” Ze schudde haar hoofd. “Ben ik in feite klaar mee, Kees. Ik hoef verder niets voor te bereiden; alles wat er te lezen of te studeren was voorafgaande aan de start heb ik gedaan. Boeken zijn besteld, de nodige programma’s heb ik op m’n laptop geïnstalleerd en ik zag vanochtend dat het collegegeld van mijn rekening is afgeschreven. Dus… Deze studente is klaar voor!” Ze lachte vrolijk.
“Da’s mooi dame. Dan stel ik voor dat we vanavond een hapje buiten de deur gaan eten om dat te vieren.” Joline schudde haar hoofd. “Nee, Kees. Ik heb geen zin om in een restaurant verzeilt te raken waar een of andere club z'n oudejaarsdiner viert. Vanavond eten we iets simpels. Brood met soep of zo. En daarna gaan we lekker naar de schietvereniging. Ik had nog een weddenschapje met jou lopen, weet je nog? De vorige keer hebben we de uitslag ongeldig verklaard omdat mijn trekker nog niet goed stond afgesteld. En ik heb zin om jou te verslaan!”
Ik begon gemeen te lachen. “Dat had je gisteravond ook met dat potje schaak. En volgens mij is je dat niet zo goed bekomen, schat.” Ze gromde. “Rotzak.”
“Overigens: de laatste keer dat je schoot waren je resultaten overigens prima, hoor…” Ik grinnikte nog na. “Precies op de neuswortel.” Joline schoot in de lach. “Ja. Goed hé? Maar toch die weddenschap, Kees. Vanavond. Zelfde methode als de vorige keer: twee kaarten a vijf doelen, ik liggend, jij knielend.” Ik knikte. “Leuk. Ik heb er zin in. En wat doen we als inzet?” Ze keek ondeugend. “Vanavond… de hele avond en nacht. Jij van mij of ik van jou.” “Oh lala madame…C’est trés dangereux. Ik weet niet of ik dat aandurf… Zeker niet na gisteravond.” Ze knipoogde. “Ik hou ook van jou, sukkel. En nu even lekker bankhangen en lezen of zo. Ontspannen.” Ze pakte een boek en ging op de bank zitten.
“Ik ga nog even wat wapenonderhoud doen. Lopen doorhalen en wat prutsen aan de richtmiddelen van de houten buks, denk ik…” Ik kreeg een onderzetter naar mijn hoofd. “Valsspeler! Ga aan je werk!” “Loop jij meteen mee, meisje Boogers. Dan zal deze schiet-instructeur je meteen een lesje wapenonderhoud geven. Lekker vette klauwen krijgen…” Ze stond met een brede lach op. “Die had ik gisteravond al, sergeant. En nee, die kwamen niet van de wapenolie.” “Als je je maar niet vergist in beide soorten vet, mevrouwtje.”
Samen liepen we grinnikend naar de wapenkast. Beide buksen ontladen, veiligheidsmaatregelen nemen en vervolgens in de wapentassen. Even later stonden we aan de werkbank in de garage en maakte ik het onderhout van mijn buks los. De diverse bewegende delen werden voorzien van een klein likje olie. “Niet te veel olie gebruiken. Heeft geen nut en het trekt alleen maar vuiligheid aan. En alleen op de bewegende delen.” Vervolgens zette ik het onderhout er weer op en haalde als laatste de loop door. “Zo. Die is weer helemaal spic en span. Even een controle werking doen, oftewel nogmaals de veiligheidsmaatregelen. Dan weet je of hij doet wat hij moet doen.” Even later lag Jolines buks op de werkbank. “Bij jouw buks ook even de binnenkant van het onderhout schoonmaken. Als daar zich olie op verzamelt, gaat dat op den duur rotten. De rest is hetzelfde.” Een kwartier later was ook Jolines buks gereed. Ik controleerde nog even de trekkerdruk en het drukpunt; iets lichter dan bij de mijne. Maar als Joline dat prettig vond… Ik vulde allebei de drukcylinders bij tot 200 Bar en toen gingen de buksen weer in de tassen mee naar boven.
“Waarom trouwens telkens in de tas, ook als we naar de garage gaan, Kees?”vroeg Joline in de lift. “Omdat het nogal agressief staat als je de buks open en bloot in publieke ruimtes draagt. Zeg nou zelf: had jij een jaar geleden het verschil gezien tussen deze Hatsan Bullboss en een ‘gewoon’ modern geweer?” Ze schudde het hoofd. “Nee. En bij andere buksen nu nog steeds niet.” “Nou, dan heb je meteen de reden. Stel: wij zouden onze wapens nu openlijk dragen, op de vierde verdieping stapt er een dame de lift in die ons niet kent… Die zou zich een rolberoerte schrikken en denken dat er een stel rechts-extremisten in de lift staan. Want voor een Moslima ben jij in ieder geval te blond…” Ze keek me doordringend aan en ik grinnikte.
Toen stopte de lift en stapten we uit. In flat zei ze langzaam: “Je krijgt ‘m terug, Kees Jonkman. Je-krijgt-die-opmerking-terug. Mind my words.” Ik kuste haar. “Morgen zeker? Dat wordt weer lachen… Maar om even terug te komen op het openbaar dragen van wapens: het mág gewoon niet. Je mag een wapen, ook al is het ‘maar’ een buks, niet openlijk dragen. En al helemaal niet schietgereed. Dus: altijd in de wapentas.” Ze knikte. “Oké, dat is duidelijk.” We zetten de buksen klaar om mee te nemen richting schietvereniging en ploften toen op de bank. “Even lekker bankhangen en lezen… Oh, wat is het leven toch zwaar!” Joline’s ogen lachten.
Ik zette Radio Vier op en even later zaten we beiden te genieten van ons eigen boek. Tot een uur of vijf. Mijn maag begon te rommelen. “Joline, heb je al trek?” Ze keek op. “Nu je het zegt… Ik lust wel wat, ja.” “Nou, dan ga ik eens kijken wat er te eten valt. Laat je verrassen!” Ik maakte een aantal tosties met ham en kaas klaar. Een kop groentensoep uit de diepvries erbij… Lekker, maar niet te zwaar op de maag liggend. En we eindigden de maaltijd met een espresso. “Zo… Lekker gegeten?” Joline knikte. “En lekker makkelijk! Gewoon wachten tot het eten voor je neus staat… Het is soms net een restaurant hier.” Ik boog over haar heen. “De rekening is gepeperd, mevrouw… En u mag in natura betalen vanavond.”Joline keek nuffig. “Dan zult u toch eerst van mij moeten winnen meneer. Ik ga mijn huid duur verkopen!” Ik grinnikte. “Ik ben benieuwd, schat. Hoe dan ook: we maken er een gezellige avond van, oké?” Ze kuste me. “Ja, lekkere macho van me.” Haar ogen lachten.
Een half uur later liepen we schietvereniging binnen en anderhalf uur daarna er lachend weer uit. Ons wedstrijdje had ik gewonnen en daarna hadden we nog een tijdje gezellig met wat andere leden zitten kletsen. In de auto terug merkte Joline op: “Jij bent écht weg als je aan het schieten bent hé?” Ik keek vragend. “Hoezo?” “Terwijl je je tweede kaartje schoot zei ik nog: “Daar gaat je winst, Kees”. En volgens mij hoorde je het totaal niet, ondanks dat ik best duidelijk zei.” Ik schudde mijn hoofd. “Inderdaad niet gehoord. Als ik serieus aan het schieten ben, zie ik alleen het beeld in de kijker en voel ik mijn vinger op de trekker. Verder sta ik ‘uit’. Maar voor de rest: jij schiet nu bijzonder goed, dame. Van de honderd punten er slechts 11 laten liggen op vijftig meter… Ik denk dat je de helft van de vereniging achter je laat.”
Ze snoof even. “Ja, leuk en zo. Jammer dat degene om wie het gaat nog steeds beter schiet dan ik.” Ik legde mijn hand haar knie. “Nogmaals Joline: het is m’n vak geweest. En ik was er goed in. Heus, als jij een jaar lang regelmatig schiet kom je in de buurt. En er zijn niet zo veel op vereniging die jou kunnen evenaren. In zo’n korte tijd, met een bullpup en normale, niet geselecteerde munitie.” Ze glimlachte. “Dank voor het compliment. Ik zal je de prijs van ons wedstrijdje vanavond met veel genoegen overhandigen, schat.” Op dat moment zette ik de auto voor de garage. “Ik zie er naar uit.”
Een kwartiertje later zaten we met een glas wijn en een borrel op de bank. “Zo. Héhé, daar had ik nou zin in, Joline.” Ze keek me van opzij aan. “Oh? Heb jij alleen maar zin in een borrel? Dan pak ik mijn vriendje op batterijen wel, Kees.” Ze giechelde. “Die kan, als hij vol is, wel meer dan één keertje presteren…” Ik keek in twee plagende ogen. Ze dronk haar glas leeg. “Doe jij Fort Knox even op slot? Dan doe ik even andere dingen…” “Als je dat maar niet met je batterijen-vriendje doet, meisje.” Ze liep heupwiegend naar de slaapkamer. “Misschien brengt hij me wel in de juiste stemming, Kees…Kom zo meteen maar kijken, nadat je je tandjes hebt gepoetst.” Een knipoogje volgde. Na een paar minuten liep ik de slaapkamer in. Joline lag al onder het dekbed. “Zóóó… Wat komt daar een lekker ding mijn slaapkamer in…” Haar ogen bevatten pretlichtjes. “Mevrouw, dit is niet ‘uw’ slaapkamer, maar ‘onze’ slaapkamer. En dat zult u zo meteen weten ook.”
Ik kleedde me uit en Joline giebelde: “Oh, wil dit lekkere ding gaan slapen dan? Is goed hoor, dan pak ik mijn vriendje op batterijen wel.” Ze reikte naar haar nachtkastje. “Niks ervan mevrouw. Geen vriendjes in ons bed vannacht. Die gebruik je maar als ik er een nachtje niet ben. Ze zuchtte, gespeeld teleurgesteld. “Hé, wat saai…” Toen keek ze me aan. “Kom maar lekker bij me, Kees, dan ga ik jou eens belonen.” Ik gleed naast haar en omhelsde haar. “Da’s lief van je, schat.” Ik voelde haar armen om me heen slaan en haar zachtje stem in mijn oor: “Wat mag ik voor jou doen, Kees?” Ik genoot van haar zachtje lichaam tegen me aan. “Lekker even zo blijven liggen… heerlijk. Elkaar zachtjes strelen, zoenen, liefhebben… Zonder meteen stomende sex te hebben. En jij voelt heerlijk aan in je zachte nachthemdje.” Ze wreef haar benen tegen me aan. “En bijbehorende beenbedekking, liefje. Mag je ook van genieten.” Ik bromde. “Was ik al mee bezig… Maar eerst even kalm aan schat. Lekker tegen elkaar liggen, wat kletsen… Ik hou van je.” Een zachte zoen was mijn beloning. “Draai je eens om, Kees… Dan kan ik lekker jouw slaapverwekkende rug strelen.” Ik gehoorzaamde en even later gleden haar zachte handen over mijn rug en mijn schouders. Héérlijk…
En toen was het plotseling ochtend en werd ik wakker van Joline die me kuste. “Hé, lekkere slaapkop van me! Wakker worden, koffie!” Ik keek haar blijkbaar enigszins verdwaasd aan, want ze schoot in de lach. “Je bent een enorme slaapkop, Kees… Gisteravond lag ik lekker je rug te strelen en binnen de minuut lag je te snurken. Ondanks dat je de prijs voor ons schietwedstrijdje nog in ontvangst moest nemen…”
Ik kwam overeind. “Heb ik jou zó in de steek gelaten, schat?” Joline knuffelde me. “Nee. Ik vond het heerlijk dat je zo in slaap donderde. Teken dat je helemaal op je gemak was…” Ze trok een dramatisch gezicht. “Daarna heb ik me maar getroost met mijn batterij-vretende vriendje, natuurlijk.” Ze giechelde. “Nee hoor. Toen ik merkte dat jij in slaap was gevallen heb ik me zachtjes omgedraaid en was waarschijnlijk ook binnen een minuut vertrokken… Héérlijk geslapen. We zullen het nodig gehad hebben, denk ik.” Ik trok haar tegen me aan. “Je was lief gisteravond. Ik weet wel dat die korte tijd dat ik nog wél bij bewustzijn was, ik genoot van jouw handen op mijn rug. Dank je wel.” Ze keek nu ronduit ondeugend. “Zullen we dan maar zeggen dat dat de prijs was van ons schietwedstrijdje, Kees? Een liefkozende rugmassage? Lekker goedkoop…”
Ik gromde. “Niks ervan, schatje. Die prijsuitreiking is even uitgesteld tot een nader te bepalen tijdstip. Maar nu eerst even plassen, anders kan ik niet van de koffie genieten.” Toen ik terugkwam in de slaapkamer klopte Joline op bed. “Hier jij. Eerst even zoenen met je aanstaande echtgenote.” Ze trok me op bed en ging op me liggen. “Kees… Wat ik net zei méénde ik. Ik heb ervan genoten dat jij zó in slaap kon vallen. Een paar maanden geleden was dat niet gebeurd, hadden we waarschijnlijk tot diep in de nacht de liefde gevierd. Daar is niets mis mee, maar dit was ook heel kostbaar. Jij, helemaal op je gemak, in slaap vallend onder mijn handen…” Ze kuste me zachtjes en teder. “Ik hou van je, Kees.” “En ik van jou, lieve aanstaande echtgenote.”
Even lagen we zachtjes te zoenen, en toen zei Joline: “Morgen, als we terug zijn uit Rhenen, krijg jij je prijs, meneertje. Dan maken we er een hele spannende avond van, begrepen? Je zorgt maar dat je fit bent en dat de magazijnen van je zaadfabriekjes tot de rand toe gevuld zijn.” Ik keek benauwd. “Dat wordt keihard werken voor mijn medewerkers, mevrouw… Want zo meteen gaat er een aanzienlijk deel van de productie de deur uit, als u zo verleidelijk blijft liggen…” Ze draaide zich meteen van me af. “Niks ervan. Geen vluggertjes nu; we gaan ons voorbereiden op een logeerpartij bij Fred en Wilma.” Ze giebelde zachtjes. “Hebben we onze energie hard voor nodig… Koffie!”
Daarna de gebruikelijke ochtendrituelen: wassen, scheren aankleden en ontbijten. “Hoe laat kunnen we bij Fred en Wilma terecht, Kees?” “Rond een uur of twee, na de lunch in ieder geval. En slaapzakken mee.” Joline keek me ondeugend aan. “Dan kunnen we morgenochtend misschien van hun douche gebruik maken… Doen we dáár je prijsuitreiking.” Ik trok aan haar haren. “Je bent een oversekst wicht, meisje Boogers.” Ze bleef kijken, nu met een vieze uitdrukking op haar gezicht en ik vervolgde: “Ja, als jouw Natuurkundeleraar geweten had hoe jij momenteel je leven doorbrengt, had hij dat vast gezegd.”
Ze keek zo mogelijk nog smeriger en ik moest lachen. Joline lachte even later mee. “Ik heb in Malden nog een fotoalbum met schoolfoto’s. Daar staat hij ook in. Ik zal je te zijner tijd wel eens laten zien hoe meneer Keyser er uit zag, zo’n tien jaar geleden. Hij zal nu al bijna met pensioen zijn, denk ik.” Ze tikte op mijn neus. “Maar eerst: naar Nijmegen! Ringen ophalen, schatje.” Ik keek in twee vrolijke ogen en knipoogde. “Eerst even het huis op orde brengen, schoonheid. Even wat poetswerk verrichten; je weet nooit, zo met de feestdagen.”
Joline trok haar wenkbrauwen op. “Wat ben jij van plan, meneer Jonkman?” Ik haalde m’n schouders op. “Nogmaals: je weet maar nooit. Vorig jaar vierde ik oud-en-nieuw in het gezelschap van Claar en Mel. Pa en Ma zaten die week in een hotel in Winterberg en de dames hadden geen zin om in een uitgestorven Wageningen hun glaasjes bubbels tegen elkaar te tikken… Dus die zochten hun heil maar weer eens in Veldhoven.” Joline trok haar schouders op. “Nou, die kans lijkt me momenteel vrij klein. De dames hebben nu hun handen vol aan mijn stoere broers. Maar goed: even het huis aan kant brengen dus. Wie doet wat?”
Even later waren we aan het werk en om elf uur verklaarden we het corvee gereed. “Zo”, zei Joline, “wat dacht u ervan om een kopje te nuttigen in de charmante nabijheid van uw Freule?” Ik ging op de bank zitten. “Dat lijkt me best wel een goed plan. Maakt de Freule de koffie zelf of haalt ze daarvoor haar jongste broer, bijgenaamd ‘Mr. Koffieboon’, hierheen?” “Mr. Koffieboon mengt z’n eigen gifbeker maar. Die gaat voor mij geen koffie maken. Maar jij krijgt daarvoor wel toestemming, riddertje van me…” Ze lachte liefjes. “Tegen zoveel charme kan ik niet op.” Ik stond op, en boog me over Joline heen. “Als mijn Freule nu een leuk rokje aantrekt, smaakt de koffie nog beter.” Ik kuste haar en Joline zei met geaffecteerd stemmetje: “Ik zal eens kijken of het dienstmeisje de was netjes heeft gedaan en gestreken heeft. En dan wat passends voor de gelegenheid aantrekken. ten slotte moet de Freule wel netjes ten tonele verschijnen bij haar enige mannelijke medewerker.” Ik grinnikte. “Dan zal uw ridder wel iets netjes aantrekken voor de vriendin van die medewerker. Anders valt hij zo uit de toon…”
Kortom: een uurtje later vertrokken we, netjes aangekleed, richting Nijmegen. Eerst langs de juwelier, ringen ophalen. We mochten even in een zithoek plaats nemen, terwijl de medewerker de ringen ophaalde. Eenmaal in onze handen bekeken we de inscriptie en de datum: die klopten. De verkoper had de tact om te zeggen: “Ik laat jullie wel even alleen.” En hij ging de winkel weer in. Joline keek mij aan en ik haar. “Laten we ze bij elkaar aandoen, Kees. Er is nog geen ambtenaar der burgerlijke stand bij, maar…” Ze pakte mijn ring en deed die langzaam om mijn linker ringvinger. “Waarom links, Joline?” “Ik vind dat de ring bij getrouwde stellen rechts hoort te zitten.” Ze keek schalks. “En we zijn nog niet getrouwd, Kees…”
Ik knikte. “Oké, als jij dat wilt…” Ook haar ring ging aan haar linkerhand. Daarna keken we elkaar aan. “Hé, meissie van me…” Ik kreeg geen kans om verder iets te zeggen: Joline omhelsde me en drukte haar lippen op de mijne. Even bleven we zo zitten; te vol van emoties om meteen de winkel in te lopen. Na een paar minuten deed Joline een greep in haar tasje en veegde haar ogen af met een zakdoek. Toen keek ze me recht aan. “Kees Jonkman, de volgende keer dat u mijn ring aan mijn vinger doet, heet ik ‘Joline Jonkman – Boogers’. En daar zie ik naar uit.” In haar ogen zag ik iets van trots. “Mevrouw Boogers: ik zie er óók naar uit. Het kan me niet snel genoeg twee Juni zijn.”
Joline pakte mijn hand. “Kom. Even naar buiten. Ik heb behoefte aan frisse lucht.” Na een gesprekje met de medewerker van de winkel liepen we naar buiten. Winkel uit, rechtsaf, richting Kelfkensbos. Even later stonden we onder ‘Het Valkhof’, de verdedigingstoren van een van de kastelen van Karel de Grote. Vanaf daar hadden we een schitterend uitzicht over de Waal en de verkeersbrug. De Waal slingerde als een grauw lint door het witte landschap. Een duwcombinatie kwam juist stroomafwaarts onder de brug vandaan: zes grote duwbakken met containers, per twee aan elkaar gebonden, met er achter een forse duwboot. We keken de combinatie na totdat hij onder de spoorbrug was verdwenen.
“Een van de meest gevaarlijke stukken rivier in Nederland. De combinatie tussen een scherpe bocht in de rivier, veel stroming en twee bruggen met een aantal pijlers. Met name in het najaar, als de rivier laag staat, is het hier behoorlijk oppassen met navigeren.” Joline knikte afwezig. ”Kees, wat is dat voor kanon daar beneden?” Ze wees naar een stuk geschut wat een aantal meters onder ons stond. Ik keek. “Dat is een 75 millimeter PAK. Panzer Abwehr Kanone, antitankgeschut. Duits. Heeft waarschijnlijk een rol gespeeld bij de slag om deze brug, in september 1944. Maar toen stond hij waarschijnlijk andersom, richting de stad gericht.”
Ik keek om me heen. “Ook hier is hard gevochten schat… Amerikaanse para’s moesten deze brug veroveren, dat lukte ze niet alleen. Ze moesten wachten op de Britse tanks van het 30e (Britse) Legerkorps. En terwijl die hier keihard aan het vechten waren, staken iets meer naar het westen, waar nu de brug ‘De Oversteek’ ligt, bijna 150 Amerikaanse para’s de Waal over, vochten zich aan de overkant een weg naar de brug toe en veroverden de Noordelijke oprit.
En toen de Britse tanks hier in het Hunnerpark de laatste Duitse weerstand hadden opgeruimd, konden ze vanaf hier oprukken. Twee tanks reden als eerste de brug over, niet wetend of hij ondermijnd was of niet. De bemanning reed waarschijnlijk met de dood in hun ogen, maar konden aan de overkant contact maken met de Para’s.” Ik moest lachen om Joline’s verbaasde gezicht. “Na jouw lesje geschiedenis een paar maanden geleden over deze brug, heb ik wat dingen opgezocht, schat. Want ik wil nog steeds een keer die oversteek doen, ’s avonds bij zonsondergang, samen met andere Veteranen.” Ze knikte langzaam. “Goed plan. Wat dacht je ervan om Fred en Wilma te vragen om dat vanavond te doen? Rhenen is hier niet zover vandaan…”
Ik keek haar aan. “Jij bent van de snelle beslissingen, schat.” Ze knikte. “Ja. Jullie moeten dat samen doen, Fred en jij. En Wilma en ik lopen mee. Tenminste… als Wilma wil. Maar dat denk ik wel.” Ik knikte. “Zo meteen, voordat we in Rhenen op de stoep staan, maar eens op Internet kijken hoe dat exact in elkaar steekt… Kom, we gaan naar de auto.” We liepen rustig door het park, Nijmegen weer in. In de auto opende ik op mijn smartphone de website van de ‘Sunsetmarch’. Deze avond was al ‘bezet’ door een andere Veteraan, maar het stond een ieder vrij om mee te lopen. Zonsondergang was vier minuten over half vijf. Ik keek Joline aan. “Doen?” Ze knikte. “Ja. Tenzij dat Fred en Wilma niet willen, dan doen we het op een andere dag deze vakantie.” “Mooi meissie. Ben ik blij om.” Ik starte de auto en we reden weg. “ Even verkennen… Ik rij via De Oversteek. Even kijken waar we de auto kwijt kunnen.”
Uiteindelijk bleek het het makkelijkst te zijn dat we de auto op de Noordelijke Waaloever parkeerden, vlakbij het monument. Daarna reden we naar Rhenen. “Van het ene slagveld naar het andere… Slechts vier jaar verschil, maar een heel andere tijd”, zei Joline nadenkend, toen we de brug bij Rhenen over reden. Ik knikte.
Via een redelijk nieuwe woonwijk stopten we uiteindelijk voor het huis van Fred en Wilma, een mooie twee-onder-een-kap-woning aan de noord-westrand van Rhenen. We stapten uit, de deur ging open en Wilma stapte naar buiten. “Joline… Kees! Welkom in Rhenen! Kom binnen, daar brandt de kachel.” We liepen het tuinpad op, en werden met een knuffel van Wilma en een harde hand van Fred verwelkomd. “Zo ouwe piraat…”, zei hij grommend, “kon je niet zolang zonder je beschermengel?” Joline giechelde. “ Dan zou je wel heel grote vleugels moeten hebben, Fred. Met je 120 kilo…” Hij keek haar aan. “ 110 mevrouw. Meer mag ik niet wegen van mijn liefje, anders word ik op dieet gezet. Maar nu naar binnen.”
Door een hoge voordeur liepen we het huis in. Dat viel meteen op: alle deuren waren verhoogd. Normaal zit er een raampje boven een deur; in dit huis niet. Wilma zag me kijken. “Dat hebben we vorig jaar laten doen. Scheelde een boel blauwe plekken en de daarop volgende krachttermen.” We liepen de kamer in en een mooie lapjeskat kwam ons tegemoet. "Dit is Loeki", zei Wilma. "Loeki denkt soms dat ze een leeuw is, maar op het moment suprême realiseert ze zich dat ze een middelmaat poes is. En duikt ze onmiddellijk bij ons op schoot. Maar ze is lief en heel aanhankelijk." Dat bleek, want toen we gingen zitten kroop ze meteen bij Joline op schoot. Ik keek rond. Aan de achterzijde had de huiskamer een grote glazen erker die uitkeek op een weiland. “We wonen aan de rand van Rhenen. Hier achter komt geen bebouwing meer. Althans volgens het bestemmingsplan. In de zomer kijken we uit op een houtwal, in de winter kijk je daar doorheen naar het weiland. Heerlijk. We zagen dit huis twee jaar terug en waren meteen verliefd. Stond al twee jaar te koop; de prijs was nogal gepeperd. Maar dankzij Wilma’s nieuwe baan en vakkundig onderhandelen konden we het voor een wat beschaafdere prijs kopen.”
Fred grijnsde en Joline keek argwanend. “Dat ‘vakkundige onderhandelen’ van jou… Ben je bovenop de makelaar van de verkoper gaan zitten?” Hij grijnsde breder. “Nee hoor. Alleen onze makelaar was uiterst slim; hij plande een bezichtiging op een dag dat het plensde van de regen. En toen bleek dat deze mooie serre niet geheel waterdicht was… En er kwamen nog wat andere gebreken aan het licht. Tja… en dan gaat er wat van de prijs af… Koffie?” Joline en ik knikten. “Lekker.” Even later, na de koffie werden we rondgeleid. Op de eerste verdieping waren drie kamers; de slaapkamer van Fred en Wilma, een logeerkamer, “Daar mogen jullie vanavond het moede hoofd ter ruste leggen”, en een ‘werkkamer’.
De laatste ruimte leek op een kruising tussen de cockpit van een F16 en de controleruimte van een energiecentrale; een uitgebreide gameconsole rondom een vliegersstoel. Drie grote, gebogen schermen om de ‘piloot’ heen. Aan de andere kant twee bureau’s naast elkaar, elk met twee forse beeldschermen. En in een hoek twee makkelijke stoelen met een grote boekenkast er achter. “Hier zitten we ’s avonds vaak te werken, te spelen of te lezen. En als er programma’s draaien, zoals die telefoon-volg-app doet de techniek het werk, zitten wij lekker te lezen en krijgen we een piepje te horen als de techniek iets op het spoor is. Gemak dient de mens…”
Joline keek Fred aan. “ Angelique had gelijk: je bent een luie lummel, Fred.” Hij grinnikte en het leek alsof er een dikke dieseltrein langs kwam. Ik wees op de gameconsole. “ En deze installatie? Compensatie van een jongensdroom? Wilde jij vroeger vlieger worden?” Fred schudde zijn hoofd. “Nee, dank je wel. Ten eerste pas ik niet in een F16 en ten tweede heb je in zo’n ding maar één motor. Je bent chauffeur op een rotje. Dan liever gamen. Dan kun je ten slotte midden in een dogfight de handel ‘bevriezen’, uitstappen, plassen, een lekker bakje koffie of thee drinken of je liefje knuffelen. En als je tegenstander slimmer is dan jij, druk je op de knop ‘Reset’ en kun je het weer opnieuw proberen. Kom, nog even de zolder bekijken.”
Weer een trap op en toen kwamen we in een fitnessruimte. “ Hier zitten we allebei elke dag. Minimaal een halfuurtje, vaak langer.” Wilma glimlachte. “Zo blijf ik in conditie en hij op gewicht. En we voelen ons er beiden prima bij.” Joline knikte. “Doen wij ook. Alleen met lopen, zwemmen en dansen.” We liepen weer naar beneden en toen de achtertuin in. Deels een mooi gazon, maar aan de achterkant een scherpe scheiding tussen een ‘nette tuin’ en een verwilderd stuk grond.
“Hebben expres gedaan. Hier groeit in de zomer van alles. En we laten de natuur hier z’n gang gaan. Daardoor is de flora en fauna in het achterste deel van onze tuin heel rijk. Vlinders, vogels, een stel egeltjes, en dit najaar hebben we zelfs een ree in de tuin gehad die nieuwsgierig was of hier wat te bikken zou zijn…De achterkant van de tuin is een haag met een paar openingen er in.” Fred grijnsde gemeen. “ En die openingen staan wel onder elektronische surveillance, Kees. Komt er iets doorheen, gaat meteen een camera aan. Kom jongens, naar binnen; het is best frisjes, zo zonder jas.”
Ik overdacht de gebeurtenissen van gisteravond. Opwindend? Nou en of! Maar ook heerlijk intiem. Het gevoel van totale overgave… Nieuw voor mij. Meestal had ik de touwtjes liefst zelf stevig in handen en nu… Ik probeerde mijn gevoelens te analyseren, vanaf het moment dat Joline me blinddoekte tot en met ons hoogtepunt. Ik had me geen moment onveilig gevoeld. Eerder omgekeerd: nog nooit was ik zo overgeleverd geweest aan een ander, maar zó ontspannen. Haar geruststellende woordjes waren als olie op beginnende golfjes van ongerustheid geweest. En ze had het meer dan waar gemaakt, de schat. En dan haar ontboezemingen over haar halve nacht met Mel… Wel gevreeën, maar niet ‘all the way’.
Zachtjes grinnikte ik. Ook daar hadden vast heel veel kerels getuige van willen zijn… En Mel en Claar… Dat verwonderde me in feite niets. Die twee waren altijd zó close geweest… Maar hoe zouden we daar mee om moeten gaan? Wisten Rob en Ton dit allemaal al? En hoe zouden zij reageren als ze het te horen kregen? Daar straks maar eens met Joline over praten. Ik zou het moeilijk vinden om iets voor die twee te verzwijgen… Maar wie weet, wisten zij het al lang. Claar en Mel zagen elkaar elke dag in Wageningen; Rob en Ton kwamen daar ook vaak, dus…
Ik zette het van me af. Hoe dan ook: gisteravond hadden we een heerlijke avond beleefd. Wéér een hoogtepunt in onze relatie. Ik hoorde mijn maag rommelen: tijd voor een ontbijtje. Zachtjes stond ik op, pakte een broek en pantoffels en liep door de kamer de keuken in. Radio Vier aan: de Bolero van Ravel speelde. Zo te horen nét begonnen; alleen de trom en een hobo waren te horen, mooi sereen. Gedurende het stuk zou dat wel veranderen. Het theewater opzetten, brood smeren… Tien minuten later was het ontbijt klaar en klonk de Bolero al een stuk indringender. Ik liep naar de slaapkamer.
Joline rekte zich net uit toen ik binnenkwam. “Goedemorgen schoonheid… Je ontbijtje. Zul je wel nodig hebben na een inspannende avond.” Ze gaapte. “Ik had misschien nog wel liever een paar uur doorgeslapen, Kees. Maar Ravel kwam mijn dromen ruw verstoren met z’n Bolero. En nu jij…” Ik kneep zachtjes in haar neus. “Ondankbaar wicht. Zet ik eens een stuk muziek op wat héél rustig begint en langzaam maar zeker wat steviger wordt, lig je nog te piepen. Weet je wat: morgenochtend zet ik een pittige salsa op. Maar dan verwacht ik wel dat je dansend uit je bed komt!”
Ze pakte een hand. “Lief, dat je het ontbijt op bed serveert.” Een zachte zoen volgde. “En gisteravond was je ook lief. Zo volgzaam… Zo kende ik je niet.” Ik keek in twee lachende ogen. “Kom dame. Zitten, kussentje in je rug, lekker ontbijten.” En dat deden we dus ook. En met het ontbijt op vroeg ze: “Wat gaan we doen vandaag, Kees? Lekker rustig aan? Mag ook wel eens een dagje hé? Morgen gaan we naar Rhenen, dat zal niet zo rustig zijn, vrees ik.” Ik lachte zachtjes. “Nee, zeker niet. Dan wordt het druk. Bruiloften plannen. Zwaar werk. Maar vandaag wil ik nog een uurtje bugel studeren. Verder lekker ontspannen, wat huishoudelijke klusjes doen, een beetje lezen, mijn knappe vriendin begluren als ze dansend door het huis loopt…”
“En ik wil ook een beetje studeren. Over twee weken zit ik elke maandag in de collegebanken! Zin in!” “Mooi schat, dan doen we het vandaag lekker kalm aan. En daar beginnen we nu mee: douchen en aankleden!” Ze trok me naar zich toe. “Je zei toch ‘kalm aan’? Dan kunnen we beter…” Ze ging liggen en trok mij met zich mee. Toen draaide ze zich op me. “…lekker gaan liggen. Beviel me gisteravond ook prima…” Joline keek héél ondeugend en kuste me langzaam en intiem; haar tong speelde met de mijne.
Even later zei ik: “Foei mevrouw. We zouden het rustig aan doen. Als u mij gaat liggen verleiden is er van ‘rustig aan doen’ geen sprake, maar krijgen we zo meteen de politie op bezoek vanwege aanstootgevende geluiden.” Ze gniffelde. “De politie op bezoek? Die hebben we al vaker over de vloer gehad. En de Koninklijke Marechaussee. Boejuh…” Ik kietelde haar. “En dan een politieagent weer op z’n nummer geven zeker? Gaan we niet doen, mevrouwtje!”
Er klonk een grommetje naast me en ik grinnikte. “Kom, overeind. Lekker douchen en aankleden, dan zet ik daarna een bakje koffie. Er zijn mensen die daar wakker van worden.” Een half uurtje later waren we aangekleed en zette ik de koffie op de zitkamertafel. “Zo… Hoe gaan we de dag besteden? Eerst studeren, of eerst wat klussen?” “Eerst wat klussen, Kees. Even het huis wat opruimen.” Ze keek ondeugend. “Een paar wasjes draaien is ook geen overbodige luxe.” Ik knuffelde haar. “Oh, lekker… Mag ik de fijne wasjes doen, schat?” Ze knikte. “Mits je de deur van de badkamer openlaat, zodat ik kan controleren of je je niet aan mijn lingerie vergrijpt.” “Verdorie, je hebt me door. Rotmeid.” Ik voelde een zacht kneepje in mijn zij en keek in twee lachende ogen.
Na de koffie zei ze gedecideerd: “Kom, aan het werk. Jij doet de was, sopt de badkamers; ik loop even met de stofzuiger het huis door.” Ik gaf een zoentje in haar nek en fluisterde: “Vergeet u het ding niet aan te zetten, mevrouwtje?” Joline kneep nu hard. “Rotvent. Doe iets!” Gniffelend gingen we even later aan het werk en twee uur later was het appartement weer schoon en hing de was te drogen. “Zo, meneer. Nu een hapje eten.” Tijdens het eten verzuchtte ze: “Hèhè, daar was ik wel aan toe. Moet jij nog boodschappen doen voor het bezoek aan Rhenen, Kees? Dan kun je dat mooi na de lunch doen. Je moet nooit met een lege maag boodschappen gaan doen, zei mijn moeder altijd.”
Ik knikte. “Ik maak wel een lijstje. Voor morgen en… Nou, ik denk dat het lijstje wat langer wordt: ik ga wel boodschappen doen voor het hele jaar. Anders lopen we op Oudejaarsdag door een stampvolle supermarkt. Heb ik geen zin in. En ik ga heel decadent, met de fiets. Anders krijg ik het spul niet mee.” Joline gniffelde. “Stevige fiets heb jij… Voor het hele jaar op de fiets boodschappen doen. Het valt me mee dat je de Volvo niet pakt…” Ik snoof. “Voor die twee keer negenhonderd meter zeker. Ik hang twee fietstassen achterop en neem m’n rugzak mee. Genoeg ruimte.” Na het eten gaf ik haar een zoen. “Tot straks. Sterkte met de studie.”
Ze glimlachte. “Je kan me beter ‘veel plezier’ wensen, Kees. Economie is leuk!” Ik trok een gezicht en verdween naar beneden. Ik pakte mijn ‘gewone’ fiets uit het rek in de garage. In feite zonde; ik had het ding gekocht toen ik hier ging wonen, maar gebruikte hem niet veel. Als ik wilde fietsen om te sporten pakte ik de ATB wel.
Na een fris ritje (het vroor nog steeds) reed ik de parkeerplaats voor de supermarkt op. Ik liep de winkel in en werkte methodisch mijn boodschappenlijstje af. Boodschappen voor het eten bij Fred en Wilma: pasteibodems, ingrediënten voor de ragout, vlees, groente en custardpoeder, aardappelen… En dan de boodschappen voor de rest van de week… Die hield ik simpel: veel groenten, weinig vlees. En zou ik wel of niet zelf oliebollen bakken? Vorig jaar stond er zo’n kraam op de parkeerplaats van de supermarkt. Die oliebollen waren prima te eten, als je ze even in de oven oppiepte. Moet je zelf niet voor gaan stoethaspelen!
Uiteindelijk stond ik met een volgeladen winkelwagen in de rij voor de kassa en even later liep ik naar buiten. Waar stond de auto ook al weer? Oh shit, ja… ik was met de fiets. En die stond… daar. Met wat passen en meten laadde ik de inhoud van het winkelwagentje over in de fietstassen en mijn rugzak. Het scheelde weinig om mijn fiets donderde om. Winkelwagentje terugbrengen… Ik bleek niet de enige te zijn die moeite had om de fiets rechtop te houden in de sneeuw. Een jonge vrouw glibberde onderuit en de inhoud van haar fietsmandje verspreidde zich over de stoep. Ik hielp haar om de fiets rechtop te zetten op de gladde parkeerplaats.
“Hou jij je fiets maar overeind, dan ga ik wel achter je boodschappen aan!” Even later was haar mandje weer gevuld. Gelukkig met vrijwel alleen blik, geen glas. “Zo dame, u kunt weer verder op uw expeditie in dit barre sneeuwlandschap.” “Dank je wel. Da’s aardig van je.” Ze had een mooie stem en glimlachte lief. “Kan ik je een kop koffie aanbieden? Ik woon hier vlakbij.” Ze legde een hand op mijn schouder en keek me van dichtbij aan. Ik schudde mijn hoofd en wees op mijn eigen fiets.
“Nee, dank je wel. Er zit hier spul in wat snel in de vriezer moet.” ‘Wat een rotsmoes, Jonkman’, ging er door me heen. “Dat kan bij mij ook hoor”, hoorde ik haar zeggen. “Dan drinken we samen een kop koffie, zonder dat er spul ontdooit.”Ze knipoogde. “Bovendien… Het vriest hier buiten ook.” Ik dacht razendsnel na. Hoe raak ik deze jongedame netjes kwijt? Want die was duidelijk was op jacht. En ik was de prooi.
Ik had niet veel ervaring met vrouwen, maar ondertussen wist ik wel waar ik op moest letten: Ze speelde met haar haren, bleef glimlachen en draaide subtiel met haar heupen Ik besloot om voor de botte manier te gaan. “Dat is aardig aangeboden, maar ik moet snel gaan koken. We krijgen mijn schoonouders op visite en met name mijn schoonmoeder is nogal een fijnproever als het om eten gaat. Daar kan ik me geen fouten bij permitteren. Bovendien: mijn verloofde heeft die tic ook.”
Ik zag iets van teleurstelling in haar ogen. “Jammer. Je lijkt me een leuke vent.” Ik grinnikte. “Dat ben ik ook. Hoewel mijn verloofde me een paar weken uitmaakte voor ‘arrogante, macho klootzak’, toen ik een grapje ten koste van haar maakte. Enfin, diezelfde avond hebben we het maar heel gezellig goedgemaakt. Vul het verhaaltje zelf aan en kleur de plaatjes, zou ik zeggen.” Ze bleef me aankijken. “Ik begrijp dat ik achter het net vis. Nogmaals: jammer. Tot ziens dan maar.”
Ze pakte haar fiets en stapte voorzichtig op. Ze keek om en zei ze nogal schalks: “Als je ooit verlost bent van je schoonmoeder en haar familie, ben je welkom om mijn familie te leren kennen.” Ik schudde mijn hoofd. “Mooie dame, dank je wel voor het compliment, maar die kans acht ik nogal klein. En sorry voor mijn botheid, maar verhaaltjes aanvullen en plaatjes kleuren doe ik echt alleen met mijn verloofde.” Ze keek me aan. “Je bent ten minste eerlijk. Da’s ook wat waard.” Ze knipoogde. “Alvast een fijne jaarwisseling gewenst!” “Dankjewel. Jij ook!”
Ze stapte op en reed rustig weg. Ik ook, in tegenovergestelde richting. Poeh! Volgens mij had ik dat netjes gedaan. In gedachten reed ik de negenhonderd meter terug naar de flat. Zomaar een verovering gemaakt, Kees? Wellicht. In gedachten vergeleek ik de dame met Joline en die vergelijking viel behoorlijk in het voordeel van Joline uit. Op meerdere gebieden.
Enfin… Kees de IJsberg had in ieder geval een bewonderaarster. En deze dame kwam er ten minste eerlijk voor uit. Ik grinnikte. Hoe zou Kees Jonkman een jaar geleden hebben gereageerd? Wie weet was hij dan wél meegegaan om een kop koffie te drinken… Peinzend kwam ik bij de flat aan en liep even later zwaarbepakt het appartement binnen.
“Zo… hèhè… De volgende keer pak ik zelfs voor een blikje tomatensaus de auto. Wát een expeditie, zeg…” Joline zat aan mijn bureau te studeren en ik gaf een zoen in haar nek. “Hoi schat.” “Hallo lekkere vent. Lekker frisse lucht opgesnoven?” Ze draaide zich om en keek me aan. “Hé, er is iets met jou! Mijn volautomatische Kees-scan slaat alarm. Vertel!” Ik keek beteuterd. “Wel allemachtig! Ik ben écht een open boek voor jou hé?” Ze kneep haar ogen samen. “Niet er om heen kletsen meneertje. Biecht op!”
Ik ging op de andere stoel zitten. “Nou… Kees de IJsberg heeft een verovering gemaakt…” Kort vertelde ik van de ontmoeting met de jongedame. Joline keek me aan en stond op. “Ze had gelijk. Je bent ten minste eerlijk.” Ze sloeg haar armen om me heen en trok me tegen zich aan. “Kees…” Ik omhelsde haar ook en fluisterde in haar oor: “Niet bang zijn Jolientje. Kees is van jou. Tot de bingo in Huize Levensavond. En als ik vreemd ga, mag je me smoren met je panty’s.”
Ze grinnikte. “Vóór of nadat je klaargekomen bent, Kees?” “In dit geval geef ik je toestemming om dat vooraf te doen, liefje.” “Dan is het goed.” Ze boog iets achterover en keek me aan. En ik haar. Een prachtig gezicht, waarin haar ogen de aandacht trokken. Ogen die me nu liefdevol aankeken. “En morgen hebben we beiden iets om dat te laten zien, schat. Ik kreeg net een telefoontje van de juwelier in Nijmegen. Onze ringen zijn klaar.” Ik keek verrast. “Klaar? En de datum dan?” “Die wisten we toch al lang? Twee Juni. Dat had ik vorige week al doorgegeven. We kunnen ze morgen ophalen. Kunnen we mooi doen op weg naar Rhenen. Een klein omweggetje voor het goede doel, zeg maar.”
Haar ogen glinsterden nu en ze kuste me zachtjes. “Morgen dragen wij ringen, Kees.” Ik trok haar hoofd tegen me aan. “Wauw… Die zag ik even niet aankomen, schat…” “Ik ben er zó blij mee, Kees…”, hoorde ik in mijn schouder. Ze schokte zachtjes, haar ademhaling zat hoog. Joline huilde en ik hield het ook niet droog. Ik drukte mijn gezicht in haar haren en samen stonden we even te janken. Even later viste Joline een zakdoekje uit haar tasje en wreef haar ogen en gezicht droog. “Wij zijn rare lui, Kees. Staan op de gelukkigste momenten in onze relatie te snotteren.” Ik veegde mijn gezicht ook droog. “Klopt. Maar men zegt dat dat mag, schoonheid. Teken dat we gevoelens hebben.” Joline keek nu ondeugend. “Dat klopt. Hebben we gisteravond gemerkt, nietwaar? En dat gaan we vanavond wéér merken, meneer Jonkman.” Ik greep naar mijn achterwerk. “Heb medelijden met mij!”
Ze schoot in de lach. “Aansteller! Jouw paal is een stuk dikker dan hetgeen je gisteren in je lekkere kontje had.” Ik voelde dat ik rood werd. “Als je er zó over praat, ga ik me nog schamen, schat…” Ze trok me naar zich toe en met haar ogen vlakbij zei ze, langzaam en nadrukkelijk: “Lieve Kees: iemand zei ooit eens tegen mij: ‘We moeten tegen elkaar kunnen zeggen wat we prettig vinden, zonder taboes, Jolientje.’ En die vent had groot gelijk. En wat wij gisteravond deden hoeft niemand anders te weten. Da’s ons lekkere geheimpje.”
Ze keek me onderzoekend aan. “Of vond je het gisteravond niet prettig?” “Jolien, ik heb vanochtend na liggen denken over gisteren. Ik heb nog nooit zo genoten! Niet alleen lichamelijk, maar vooral van het feit dat ik helemaal aan jou was overgeleverd en je kon vertrouwen. Een heerlijk rustgevend gevoel en ik heb me dan ook helemaal aan je overgegeven. En… er vreselijk van genoten.” Ze bleef me strak aankijken en het was alsof ik in de ogen van Tony keek. Zachtjes zei ze, met dezelfde intonatie als Tony: “Daar ben ik blij om, vriendje van me.”
Ik begon zachtjes te gniffelen. “Wát?” Ze keek nu wantrouwend. “Jouw ogen en jouw stem, schat. Alsof ik met Tony praatte.” Ze keek nu met afgrijzen. “Dit soort vertrouwelijke info ga je niet met mijn lieve moedertje bespreken, Kees! Laat ik het niet merken!” Ik lachte nu voluit. “Ik kijk wel uit, schat. Ik heb m’n oren te lief.” Ze giebelde. “Mooi. En nu gaan we even de boodschappen uitpakken en opruimen.” Even later liepen we elkaar lekker in de weg in de keuken, wat af en toe een zoen of een pets op billen veroorzaakte. De spullen voor het eten in Rhenen zette ik apart klaar. “Zo… Ook gereed voor morgen. Nog even logeerspullen inpakken en dan ontspannen. Genieten van een vakantiegevoel. Ga jij nog verder studeren, Joline?” Ze schudde haar hoofd. “Ben ik in feite klaar mee, Kees. Ik hoef verder niets voor te bereiden; alles wat er te lezen of te studeren was voorafgaande aan de start heb ik gedaan. Boeken zijn besteld, de nodige programma’s heb ik op m’n laptop geïnstalleerd en ik zag vanochtend dat het collegegeld van mijn rekening is afgeschreven. Dus… Deze studente is klaar voor!” Ze lachte vrolijk.
“Da’s mooi dame. Dan stel ik voor dat we vanavond een hapje buiten de deur gaan eten om dat te vieren.” Joline schudde haar hoofd. “Nee, Kees. Ik heb geen zin om in een restaurant verzeilt te raken waar een of andere club z'n oudejaarsdiner viert. Vanavond eten we iets simpels. Brood met soep of zo. En daarna gaan we lekker naar de schietvereniging. Ik had nog een weddenschapje met jou lopen, weet je nog? De vorige keer hebben we de uitslag ongeldig verklaard omdat mijn trekker nog niet goed stond afgesteld. En ik heb zin om jou te verslaan!”
Ik begon gemeen te lachen. “Dat had je gisteravond ook met dat potje schaak. En volgens mij is je dat niet zo goed bekomen, schat.” Ze gromde. “Rotzak.”
“Overigens: de laatste keer dat je schoot waren je resultaten overigens prima, hoor…” Ik grinnikte nog na. “Precies op de neuswortel.” Joline schoot in de lach. “Ja. Goed hé? Maar toch die weddenschap, Kees. Vanavond. Zelfde methode als de vorige keer: twee kaarten a vijf doelen, ik liggend, jij knielend.” Ik knikte. “Leuk. Ik heb er zin in. En wat doen we als inzet?” Ze keek ondeugend. “Vanavond… de hele avond en nacht. Jij van mij of ik van jou.” “Oh lala madame…C’est trés dangereux. Ik weet niet of ik dat aandurf… Zeker niet na gisteravond.” Ze knipoogde. “Ik hou ook van jou, sukkel. En nu even lekker bankhangen en lezen of zo. Ontspannen.” Ze pakte een boek en ging op de bank zitten.
“Ik ga nog even wat wapenonderhoud doen. Lopen doorhalen en wat prutsen aan de richtmiddelen van de houten buks, denk ik…” Ik kreeg een onderzetter naar mijn hoofd. “Valsspeler! Ga aan je werk!” “Loop jij meteen mee, meisje Boogers. Dan zal deze schiet-instructeur je meteen een lesje wapenonderhoud geven. Lekker vette klauwen krijgen…” Ze stond met een brede lach op. “Die had ik gisteravond al, sergeant. En nee, die kwamen niet van de wapenolie.” “Als je je maar niet vergist in beide soorten vet, mevrouwtje.”
Samen liepen we grinnikend naar de wapenkast. Beide buksen ontladen, veiligheidsmaatregelen nemen en vervolgens in de wapentassen. Even later stonden we aan de werkbank in de garage en maakte ik het onderhout van mijn buks los. De diverse bewegende delen werden voorzien van een klein likje olie. “Niet te veel olie gebruiken. Heeft geen nut en het trekt alleen maar vuiligheid aan. En alleen op de bewegende delen.” Vervolgens zette ik het onderhout er weer op en haalde als laatste de loop door. “Zo. Die is weer helemaal spic en span. Even een controle werking doen, oftewel nogmaals de veiligheidsmaatregelen. Dan weet je of hij doet wat hij moet doen.” Even later lag Jolines buks op de werkbank. “Bij jouw buks ook even de binnenkant van het onderhout schoonmaken. Als daar zich olie op verzamelt, gaat dat op den duur rotten. De rest is hetzelfde.” Een kwartier later was ook Jolines buks gereed. Ik controleerde nog even de trekkerdruk en het drukpunt; iets lichter dan bij de mijne. Maar als Joline dat prettig vond… Ik vulde allebei de drukcylinders bij tot 200 Bar en toen gingen de buksen weer in de tassen mee naar boven.
“Waarom trouwens telkens in de tas, ook als we naar de garage gaan, Kees?”vroeg Joline in de lift. “Omdat het nogal agressief staat als je de buks open en bloot in publieke ruimtes draagt. Zeg nou zelf: had jij een jaar geleden het verschil gezien tussen deze Hatsan Bullboss en een ‘gewoon’ modern geweer?” Ze schudde het hoofd. “Nee. En bij andere buksen nu nog steeds niet.” “Nou, dan heb je meteen de reden. Stel: wij zouden onze wapens nu openlijk dragen, op de vierde verdieping stapt er een dame de lift in die ons niet kent… Die zou zich een rolberoerte schrikken en denken dat er een stel rechts-extremisten in de lift staan. Want voor een Moslima ben jij in ieder geval te blond…” Ze keek me doordringend aan en ik grinnikte.
Toen stopte de lift en stapten we uit. In flat zei ze langzaam: “Je krijgt ‘m terug, Kees Jonkman. Je-krijgt-die-opmerking-terug. Mind my words.” Ik kuste haar. “Morgen zeker? Dat wordt weer lachen… Maar om even terug te komen op het openbaar dragen van wapens: het mág gewoon niet. Je mag een wapen, ook al is het ‘maar’ een buks, niet openlijk dragen. En al helemaal niet schietgereed. Dus: altijd in de wapentas.” Ze knikte. “Oké, dat is duidelijk.” We zetten de buksen klaar om mee te nemen richting schietvereniging en ploften toen op de bank. “Even lekker bankhangen en lezen… Oh, wat is het leven toch zwaar!” Joline’s ogen lachten.
Ik zette Radio Vier op en even later zaten we beiden te genieten van ons eigen boek. Tot een uur of vijf. Mijn maag begon te rommelen. “Joline, heb je al trek?” Ze keek op. “Nu je het zegt… Ik lust wel wat, ja.” “Nou, dan ga ik eens kijken wat er te eten valt. Laat je verrassen!” Ik maakte een aantal tosties met ham en kaas klaar. Een kop groentensoep uit de diepvries erbij… Lekker, maar niet te zwaar op de maag liggend. En we eindigden de maaltijd met een espresso. “Zo… Lekker gegeten?” Joline knikte. “En lekker makkelijk! Gewoon wachten tot het eten voor je neus staat… Het is soms net een restaurant hier.” Ik boog over haar heen. “De rekening is gepeperd, mevrouw… En u mag in natura betalen vanavond.”Joline keek nuffig. “Dan zult u toch eerst van mij moeten winnen meneer. Ik ga mijn huid duur verkopen!” Ik grinnikte. “Ik ben benieuwd, schat. Hoe dan ook: we maken er een gezellige avond van, oké?” Ze kuste me. “Ja, lekkere macho van me.” Haar ogen lachten.
Een half uur later liepen we schietvereniging binnen en anderhalf uur daarna er lachend weer uit. Ons wedstrijdje had ik gewonnen en daarna hadden we nog een tijdje gezellig met wat andere leden zitten kletsen. In de auto terug merkte Joline op: “Jij bent écht weg als je aan het schieten bent hé?” Ik keek vragend. “Hoezo?” “Terwijl je je tweede kaartje schoot zei ik nog: “Daar gaat je winst, Kees”. En volgens mij hoorde je het totaal niet, ondanks dat ik best duidelijk zei.” Ik schudde mijn hoofd. “Inderdaad niet gehoord. Als ik serieus aan het schieten ben, zie ik alleen het beeld in de kijker en voel ik mijn vinger op de trekker. Verder sta ik ‘uit’. Maar voor de rest: jij schiet nu bijzonder goed, dame. Van de honderd punten er slechts 11 laten liggen op vijftig meter… Ik denk dat je de helft van de vereniging achter je laat.”
Ze snoof even. “Ja, leuk en zo. Jammer dat degene om wie het gaat nog steeds beter schiet dan ik.” Ik legde mijn hand haar knie. “Nogmaals Joline: het is m’n vak geweest. En ik was er goed in. Heus, als jij een jaar lang regelmatig schiet kom je in de buurt. En er zijn niet zo veel op vereniging die jou kunnen evenaren. In zo’n korte tijd, met een bullpup en normale, niet geselecteerde munitie.” Ze glimlachte. “Dank voor het compliment. Ik zal je de prijs van ons wedstrijdje vanavond met veel genoegen overhandigen, schat.” Op dat moment zette ik de auto voor de garage. “Ik zie er naar uit.”
Een kwartiertje later zaten we met een glas wijn en een borrel op de bank. “Zo. Héhé, daar had ik nou zin in, Joline.” Ze keek me van opzij aan. “Oh? Heb jij alleen maar zin in een borrel? Dan pak ik mijn vriendje op batterijen wel, Kees.” Ze giechelde. “Die kan, als hij vol is, wel meer dan één keertje presteren…” Ik keek in twee plagende ogen. Ze dronk haar glas leeg. “Doe jij Fort Knox even op slot? Dan doe ik even andere dingen…” “Als je dat maar niet met je batterijen-vriendje doet, meisje.” Ze liep heupwiegend naar de slaapkamer. “Misschien brengt hij me wel in de juiste stemming, Kees…Kom zo meteen maar kijken, nadat je je tandjes hebt gepoetst.” Een knipoogje volgde. Na een paar minuten liep ik de slaapkamer in. Joline lag al onder het dekbed. “Zóóó… Wat komt daar een lekker ding mijn slaapkamer in…” Haar ogen bevatten pretlichtjes. “Mevrouw, dit is niet ‘uw’ slaapkamer, maar ‘onze’ slaapkamer. En dat zult u zo meteen weten ook.”
Ik kleedde me uit en Joline giebelde: “Oh, wil dit lekkere ding gaan slapen dan? Is goed hoor, dan pak ik mijn vriendje op batterijen wel.” Ze reikte naar haar nachtkastje. “Niks ervan mevrouw. Geen vriendjes in ons bed vannacht. Die gebruik je maar als ik er een nachtje niet ben. Ze zuchtte, gespeeld teleurgesteld. “Hé, wat saai…” Toen keek ze me aan. “Kom maar lekker bij me, Kees, dan ga ik jou eens belonen.” Ik gleed naast haar en omhelsde haar. “Da’s lief van je, schat.” Ik voelde haar armen om me heen slaan en haar zachtje stem in mijn oor: “Wat mag ik voor jou doen, Kees?” Ik genoot van haar zachtje lichaam tegen me aan. “Lekker even zo blijven liggen… heerlijk. Elkaar zachtjes strelen, zoenen, liefhebben… Zonder meteen stomende sex te hebben. En jij voelt heerlijk aan in je zachte nachthemdje.” Ze wreef haar benen tegen me aan. “En bijbehorende beenbedekking, liefje. Mag je ook van genieten.” Ik bromde. “Was ik al mee bezig… Maar eerst even kalm aan schat. Lekker tegen elkaar liggen, wat kletsen… Ik hou van je.” Een zachte zoen was mijn beloning. “Draai je eens om, Kees… Dan kan ik lekker jouw slaapverwekkende rug strelen.” Ik gehoorzaamde en even later gleden haar zachte handen over mijn rug en mijn schouders. Héérlijk…
En toen was het plotseling ochtend en werd ik wakker van Joline die me kuste. “Hé, lekkere slaapkop van me! Wakker worden, koffie!” Ik keek haar blijkbaar enigszins verdwaasd aan, want ze schoot in de lach. “Je bent een enorme slaapkop, Kees… Gisteravond lag ik lekker je rug te strelen en binnen de minuut lag je te snurken. Ondanks dat je de prijs voor ons schietwedstrijdje nog in ontvangst moest nemen…”
Ik kwam overeind. “Heb ik jou zó in de steek gelaten, schat?” Joline knuffelde me. “Nee. Ik vond het heerlijk dat je zo in slaap donderde. Teken dat je helemaal op je gemak was…” Ze trok een dramatisch gezicht. “Daarna heb ik me maar getroost met mijn batterij-vretende vriendje, natuurlijk.” Ze giechelde. “Nee hoor. Toen ik merkte dat jij in slaap was gevallen heb ik me zachtjes omgedraaid en was waarschijnlijk ook binnen een minuut vertrokken… Héérlijk geslapen. We zullen het nodig gehad hebben, denk ik.” Ik trok haar tegen me aan. “Je was lief gisteravond. Ik weet wel dat die korte tijd dat ik nog wél bij bewustzijn was, ik genoot van jouw handen op mijn rug. Dank je wel.” Ze keek nu ronduit ondeugend. “Zullen we dan maar zeggen dat dat de prijs was van ons schietwedstrijdje, Kees? Een liefkozende rugmassage? Lekker goedkoop…”
Ik gromde. “Niks ervan, schatje. Die prijsuitreiking is even uitgesteld tot een nader te bepalen tijdstip. Maar nu eerst even plassen, anders kan ik niet van de koffie genieten.” Toen ik terugkwam in de slaapkamer klopte Joline op bed. “Hier jij. Eerst even zoenen met je aanstaande echtgenote.” Ze trok me op bed en ging op me liggen. “Kees… Wat ik net zei méénde ik. Ik heb ervan genoten dat jij zó in slaap kon vallen. Een paar maanden geleden was dat niet gebeurd, hadden we waarschijnlijk tot diep in de nacht de liefde gevierd. Daar is niets mis mee, maar dit was ook heel kostbaar. Jij, helemaal op je gemak, in slaap vallend onder mijn handen…” Ze kuste me zachtjes en teder. “Ik hou van je, Kees.” “En ik van jou, lieve aanstaande echtgenote.”
Even lagen we zachtjes te zoenen, en toen zei Joline: “Morgen, als we terug zijn uit Rhenen, krijg jij je prijs, meneertje. Dan maken we er een hele spannende avond van, begrepen? Je zorgt maar dat je fit bent en dat de magazijnen van je zaadfabriekjes tot de rand toe gevuld zijn.” Ik keek benauwd. “Dat wordt keihard werken voor mijn medewerkers, mevrouw… Want zo meteen gaat er een aanzienlijk deel van de productie de deur uit, als u zo verleidelijk blijft liggen…” Ze draaide zich meteen van me af. “Niks ervan. Geen vluggertjes nu; we gaan ons voorbereiden op een logeerpartij bij Fred en Wilma.” Ze giebelde zachtjes. “Hebben we onze energie hard voor nodig… Koffie!”
Daarna de gebruikelijke ochtendrituelen: wassen, scheren aankleden en ontbijten. “Hoe laat kunnen we bij Fred en Wilma terecht, Kees?” “Rond een uur of twee, na de lunch in ieder geval. En slaapzakken mee.” Joline keek me ondeugend aan. “Dan kunnen we morgenochtend misschien van hun douche gebruik maken… Doen we dáár je prijsuitreiking.” Ik trok aan haar haren. “Je bent een oversekst wicht, meisje Boogers.” Ze bleef kijken, nu met een vieze uitdrukking op haar gezicht en ik vervolgde: “Ja, als jouw Natuurkundeleraar geweten had hoe jij momenteel je leven doorbrengt, had hij dat vast gezegd.”
Ze keek zo mogelijk nog smeriger en ik moest lachen. Joline lachte even later mee. “Ik heb in Malden nog een fotoalbum met schoolfoto’s. Daar staat hij ook in. Ik zal je te zijner tijd wel eens laten zien hoe meneer Keyser er uit zag, zo’n tien jaar geleden. Hij zal nu al bijna met pensioen zijn, denk ik.” Ze tikte op mijn neus. “Maar eerst: naar Nijmegen! Ringen ophalen, schatje.” Ik keek in twee vrolijke ogen en knipoogde. “Eerst even het huis op orde brengen, schoonheid. Even wat poetswerk verrichten; je weet nooit, zo met de feestdagen.”
Joline trok haar wenkbrauwen op. “Wat ben jij van plan, meneer Jonkman?” Ik haalde m’n schouders op. “Nogmaals: je weet maar nooit. Vorig jaar vierde ik oud-en-nieuw in het gezelschap van Claar en Mel. Pa en Ma zaten die week in een hotel in Winterberg en de dames hadden geen zin om in een uitgestorven Wageningen hun glaasjes bubbels tegen elkaar te tikken… Dus die zochten hun heil maar weer eens in Veldhoven.” Joline trok haar schouders op. “Nou, die kans lijkt me momenteel vrij klein. De dames hebben nu hun handen vol aan mijn stoere broers. Maar goed: even het huis aan kant brengen dus. Wie doet wat?”
Even later waren we aan het werk en om elf uur verklaarden we het corvee gereed. “Zo”, zei Joline, “wat dacht u ervan om een kopje te nuttigen in de charmante nabijheid van uw Freule?” Ik ging op de bank zitten. “Dat lijkt me best wel een goed plan. Maakt de Freule de koffie zelf of haalt ze daarvoor haar jongste broer, bijgenaamd ‘Mr. Koffieboon’, hierheen?” “Mr. Koffieboon mengt z’n eigen gifbeker maar. Die gaat voor mij geen koffie maken. Maar jij krijgt daarvoor wel toestemming, riddertje van me…” Ze lachte liefjes. “Tegen zoveel charme kan ik niet op.” Ik stond op, en boog me over Joline heen. “Als mijn Freule nu een leuk rokje aantrekt, smaakt de koffie nog beter.” Ik kuste haar en Joline zei met geaffecteerd stemmetje: “Ik zal eens kijken of het dienstmeisje de was netjes heeft gedaan en gestreken heeft. En dan wat passends voor de gelegenheid aantrekken. ten slotte moet de Freule wel netjes ten tonele verschijnen bij haar enige mannelijke medewerker.” Ik grinnikte. “Dan zal uw ridder wel iets netjes aantrekken voor de vriendin van die medewerker. Anders valt hij zo uit de toon…”
Kortom: een uurtje later vertrokken we, netjes aangekleed, richting Nijmegen. Eerst langs de juwelier, ringen ophalen. We mochten even in een zithoek plaats nemen, terwijl de medewerker de ringen ophaalde. Eenmaal in onze handen bekeken we de inscriptie en de datum: die klopten. De verkoper had de tact om te zeggen: “Ik laat jullie wel even alleen.” En hij ging de winkel weer in. Joline keek mij aan en ik haar. “Laten we ze bij elkaar aandoen, Kees. Er is nog geen ambtenaar der burgerlijke stand bij, maar…” Ze pakte mijn ring en deed die langzaam om mijn linker ringvinger. “Waarom links, Joline?” “Ik vind dat de ring bij getrouwde stellen rechts hoort te zitten.” Ze keek schalks. “En we zijn nog niet getrouwd, Kees…”
Ik knikte. “Oké, als jij dat wilt…” Ook haar ring ging aan haar linkerhand. Daarna keken we elkaar aan. “Hé, meissie van me…” Ik kreeg geen kans om verder iets te zeggen: Joline omhelsde me en drukte haar lippen op de mijne. Even bleven we zo zitten; te vol van emoties om meteen de winkel in te lopen. Na een paar minuten deed Joline een greep in haar tasje en veegde haar ogen af met een zakdoek. Toen keek ze me recht aan. “Kees Jonkman, de volgende keer dat u mijn ring aan mijn vinger doet, heet ik ‘Joline Jonkman – Boogers’. En daar zie ik naar uit.” In haar ogen zag ik iets van trots. “Mevrouw Boogers: ik zie er óók naar uit. Het kan me niet snel genoeg twee Juni zijn.”
Joline pakte mijn hand. “Kom. Even naar buiten. Ik heb behoefte aan frisse lucht.” Na een gesprekje met de medewerker van de winkel liepen we naar buiten. Winkel uit, rechtsaf, richting Kelfkensbos. Even later stonden we onder ‘Het Valkhof’, de verdedigingstoren van een van de kastelen van Karel de Grote. Vanaf daar hadden we een schitterend uitzicht over de Waal en de verkeersbrug. De Waal slingerde als een grauw lint door het witte landschap. Een duwcombinatie kwam juist stroomafwaarts onder de brug vandaan: zes grote duwbakken met containers, per twee aan elkaar gebonden, met er achter een forse duwboot. We keken de combinatie na totdat hij onder de spoorbrug was verdwenen.
“Een van de meest gevaarlijke stukken rivier in Nederland. De combinatie tussen een scherpe bocht in de rivier, veel stroming en twee bruggen met een aantal pijlers. Met name in het najaar, als de rivier laag staat, is het hier behoorlijk oppassen met navigeren.” Joline knikte afwezig. ”Kees, wat is dat voor kanon daar beneden?” Ze wees naar een stuk geschut wat een aantal meters onder ons stond. Ik keek. “Dat is een 75 millimeter PAK. Panzer Abwehr Kanone, antitankgeschut. Duits. Heeft waarschijnlijk een rol gespeeld bij de slag om deze brug, in september 1944. Maar toen stond hij waarschijnlijk andersom, richting de stad gericht.”
Ik keek om me heen. “Ook hier is hard gevochten schat… Amerikaanse para’s moesten deze brug veroveren, dat lukte ze niet alleen. Ze moesten wachten op de Britse tanks van het 30e (Britse) Legerkorps. En terwijl die hier keihard aan het vechten waren, staken iets meer naar het westen, waar nu de brug ‘De Oversteek’ ligt, bijna 150 Amerikaanse para’s de Waal over, vochten zich aan de overkant een weg naar de brug toe en veroverden de Noordelijke oprit.
En toen de Britse tanks hier in het Hunnerpark de laatste Duitse weerstand hadden opgeruimd, konden ze vanaf hier oprukken. Twee tanks reden als eerste de brug over, niet wetend of hij ondermijnd was of niet. De bemanning reed waarschijnlijk met de dood in hun ogen, maar konden aan de overkant contact maken met de Para’s.” Ik moest lachen om Joline’s verbaasde gezicht. “Na jouw lesje geschiedenis een paar maanden geleden over deze brug, heb ik wat dingen opgezocht, schat. Want ik wil nog steeds een keer die oversteek doen, ’s avonds bij zonsondergang, samen met andere Veteranen.” Ze knikte langzaam. “Goed plan. Wat dacht je ervan om Fred en Wilma te vragen om dat vanavond te doen? Rhenen is hier niet zover vandaan…”
Ik keek haar aan. “Jij bent van de snelle beslissingen, schat.” Ze knikte. “Ja. Jullie moeten dat samen doen, Fred en jij. En Wilma en ik lopen mee. Tenminste… als Wilma wil. Maar dat denk ik wel.” Ik knikte. “Zo meteen, voordat we in Rhenen op de stoep staan, maar eens op Internet kijken hoe dat exact in elkaar steekt… Kom, we gaan naar de auto.” We liepen rustig door het park, Nijmegen weer in. In de auto opende ik op mijn smartphone de website van de ‘Sunsetmarch’. Deze avond was al ‘bezet’ door een andere Veteraan, maar het stond een ieder vrij om mee te lopen. Zonsondergang was vier minuten over half vijf. Ik keek Joline aan. “Doen?” Ze knikte. “Ja. Tenzij dat Fred en Wilma niet willen, dan doen we het op een andere dag deze vakantie.” “Mooi meissie. Ben ik blij om.” Ik starte de auto en we reden weg. “ Even verkennen… Ik rij via De Oversteek. Even kijken waar we de auto kwijt kunnen.”
Uiteindelijk bleek het het makkelijkst te zijn dat we de auto op de Noordelijke Waaloever parkeerden, vlakbij het monument. Daarna reden we naar Rhenen. “Van het ene slagveld naar het andere… Slechts vier jaar verschil, maar een heel andere tijd”, zei Joline nadenkend, toen we de brug bij Rhenen over reden. Ik knikte.
Via een redelijk nieuwe woonwijk stopten we uiteindelijk voor het huis van Fred en Wilma, een mooie twee-onder-een-kap-woning aan de noord-westrand van Rhenen. We stapten uit, de deur ging open en Wilma stapte naar buiten. “Joline… Kees! Welkom in Rhenen! Kom binnen, daar brandt de kachel.” We liepen het tuinpad op, en werden met een knuffel van Wilma en een harde hand van Fred verwelkomd. “Zo ouwe piraat…”, zei hij grommend, “kon je niet zolang zonder je beschermengel?” Joline giechelde. “ Dan zou je wel heel grote vleugels moeten hebben, Fred. Met je 120 kilo…” Hij keek haar aan. “ 110 mevrouw. Meer mag ik niet wegen van mijn liefje, anders word ik op dieet gezet. Maar nu naar binnen.”
Door een hoge voordeur liepen we het huis in. Dat viel meteen op: alle deuren waren verhoogd. Normaal zit er een raampje boven een deur; in dit huis niet. Wilma zag me kijken. “Dat hebben we vorig jaar laten doen. Scheelde een boel blauwe plekken en de daarop volgende krachttermen.” We liepen de kamer in en een mooie lapjeskat kwam ons tegemoet. "Dit is Loeki", zei Wilma. "Loeki denkt soms dat ze een leeuw is, maar op het moment suprême realiseert ze zich dat ze een middelmaat poes is. En duikt ze onmiddellijk bij ons op schoot. Maar ze is lief en heel aanhankelijk." Dat bleek, want toen we gingen zitten kroop ze meteen bij Joline op schoot. Ik keek rond. Aan de achterzijde had de huiskamer een grote glazen erker die uitkeek op een weiland. “We wonen aan de rand van Rhenen. Hier achter komt geen bebouwing meer. Althans volgens het bestemmingsplan. In de zomer kijken we uit op een houtwal, in de winter kijk je daar doorheen naar het weiland. Heerlijk. We zagen dit huis twee jaar terug en waren meteen verliefd. Stond al twee jaar te koop; de prijs was nogal gepeperd. Maar dankzij Wilma’s nieuwe baan en vakkundig onderhandelen konden we het voor een wat beschaafdere prijs kopen.”
Fred grijnsde en Joline keek argwanend. “Dat ‘vakkundige onderhandelen’ van jou… Ben je bovenop de makelaar van de verkoper gaan zitten?” Hij grijnsde breder. “Nee hoor. Alleen onze makelaar was uiterst slim; hij plande een bezichtiging op een dag dat het plensde van de regen. En toen bleek dat deze mooie serre niet geheel waterdicht was… En er kwamen nog wat andere gebreken aan het licht. Tja… en dan gaat er wat van de prijs af… Koffie?” Joline en ik knikten. “Lekker.” Even later, na de koffie werden we rondgeleid. Op de eerste verdieping waren drie kamers; de slaapkamer van Fred en Wilma, een logeerkamer, “Daar mogen jullie vanavond het moede hoofd ter ruste leggen”, en een ‘werkkamer’.
De laatste ruimte leek op een kruising tussen de cockpit van een F16 en de controleruimte van een energiecentrale; een uitgebreide gameconsole rondom een vliegersstoel. Drie grote, gebogen schermen om de ‘piloot’ heen. Aan de andere kant twee bureau’s naast elkaar, elk met twee forse beeldschermen. En in een hoek twee makkelijke stoelen met een grote boekenkast er achter. “Hier zitten we ’s avonds vaak te werken, te spelen of te lezen. En als er programma’s draaien, zoals die telefoon-volg-app doet de techniek het werk, zitten wij lekker te lezen en krijgen we een piepje te horen als de techniek iets op het spoor is. Gemak dient de mens…”
Joline keek Fred aan. “ Angelique had gelijk: je bent een luie lummel, Fred.” Hij grinnikte en het leek alsof er een dikke dieseltrein langs kwam. Ik wees op de gameconsole. “ En deze installatie? Compensatie van een jongensdroom? Wilde jij vroeger vlieger worden?” Fred schudde zijn hoofd. “Nee, dank je wel. Ten eerste pas ik niet in een F16 en ten tweede heb je in zo’n ding maar één motor. Je bent chauffeur op een rotje. Dan liever gamen. Dan kun je ten slotte midden in een dogfight de handel ‘bevriezen’, uitstappen, plassen, een lekker bakje koffie of thee drinken of je liefje knuffelen. En als je tegenstander slimmer is dan jij, druk je op de knop ‘Reset’ en kun je het weer opnieuw proberen. Kom, nog even de zolder bekijken.”
Weer een trap op en toen kwamen we in een fitnessruimte. “ Hier zitten we allebei elke dag. Minimaal een halfuurtje, vaak langer.” Wilma glimlachte. “Zo blijf ik in conditie en hij op gewicht. En we voelen ons er beiden prima bij.” Joline knikte. “Doen wij ook. Alleen met lopen, zwemmen en dansen.” We liepen weer naar beneden en toen de achtertuin in. Deels een mooi gazon, maar aan de achterkant een scherpe scheiding tussen een ‘nette tuin’ en een verwilderd stuk grond.
“Hebben expres gedaan. Hier groeit in de zomer van alles. En we laten de natuur hier z’n gang gaan. Daardoor is de flora en fauna in het achterste deel van onze tuin heel rijk. Vlinders, vogels, een stel egeltjes, en dit najaar hebben we zelfs een ree in de tuin gehad die nieuwsgierig was of hier wat te bikken zou zijn…De achterkant van de tuin is een haag met een paar openingen er in.” Fred grijnsde gemeen. “ En die openingen staan wel onder elektronische surveillance, Kees. Komt er iets doorheen, gaat meteen een camera aan. Kom jongens, naar binnen; het is best frisjes, zo zonder jas.”
Lees verder: Mini - 171
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10