Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Eline89
Datum: 16-03-2022 | Cijfer: 8.4 | Gelezen: 9762
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Verlangen,
Voor de zoveelste keer hebben we ruzie. Mijn man, Paul, wil seks. Ik niet. Ik snap best dat hij zijn behoeftes heeft, maar ik heb die niet. Het doet pijn, het voelt ongemakkelijk en het is vervelend. Hij smeert wat glijmiddel tussen mijn benen, kruipt erop en doet zijn ding. Vervolgens drukt hij zijn bezwete lijf tegen me aan, knijpt in mijn borsten en gaat dan naast me liggen, om vervolgens als een blok in slaap te vallen. Geweldig hoor, maar niet heus.

Ik ben Linda, een vrouw van bijna 40. Ik ben al vanaf mijn 18e getrouwd met Paul, die 42 is en in het basisonderwijs werkt. Ik werk als receptioniste bij een huisarts. We hebben twee kinderen, die beiden uit huis zijn en studeren.

Ik houd echt van Paul, maar het verschil in ons seksuele verlangen is erg groot. Het zorgt ervoor dat we allebei gefrustreerd zijn en op elkaar lopen te mopperen. Ik snap best dat zijn onbevredigde verlangens hem frustreren, maar hij moet ook begrijpen dat ik die juist niet heb.

Toen de kinderen op hun 18e verhuisden, hoopte Paul dat ons seksleven een boost zou krijgen. In het verleden was het wel aardig, maar de laatste jaren doet het zeer. Ook met glijmiddel.

We zitten aan tafel zonder een woord te zeggen. Allebei hebben we ons mobieltje vast. Gedachteloos kijk ik naar mijn foto’s.

“Ik ga een week naar mijn ouders,” zegt hij na een lange stilte. “Ze gaan een weekje naar de Veluwe, ik ga met ze mee.”

Overleggen we niet meer? Is dit het begin van onze scheiding? Ik probeer mijn wanhoop te verbergen. “Veel plezier,” antwoord ik zo koeltjes mogelijk. Klootzak, je hoort over onze problemen te praten, niet weg te lopen. Maar hoe kwaad hij me ook maakt, ik houd van hem en zou hem niet kwijt willen.

Een half uur later is hij weg en zit ik alleen in een leeg huis. Ik heb me zelden zo alleen gevoeld. Ik zit naar mijn telefoon te staren en neus zomaar wat in mijn contacten rond. Ik stop met scrollen als ik de naam Edwin langs zie komen. Edwin heb ik jaren geleden ontmoet. We konden het direct goed met elkaar vinden, maar een relatie hebben we nooit gehad. Ik werd verliefd op Paul, maar heb altijd contact gehouden met Edwin. In het begin belden we elkaar dagelijks, inmiddels is dat afgezwakt naar 1 a 2 keer in de maand.

Ik heb hem nodig, maar ik wil hem niet overstuur opbellen. Ik besluit hem daarom een berichtje te sturen: ‘hey, ben je ergens mee bezig?’

Met een zucht leg ik mijn mobieltje neer en staar naar mijn lege beker. Ik heb geen zin om nog een beker thee te zetten, maar zo blijven zitten vind ik ook niks. Gedachteloos trommel ik met mijn vingers op tafel. Ik zou mijn opties moeten overwegen, maar mijn hoofd werkt niet mee.

Ik schrik als mijn telefoon gaat. Edwin! Ik neem op. “Edwin, wat fijn dat je belt!”

Hij kent me langer dan vandaag. Hij hoort dan ook direct dat er iets is. “Uiteraard, Linda. Vertel, wat is aan de hand?”

Ach poppetje, waar ben je in verzeild geraakt? Zo onbegrepen, zo kwetsbaar en zo alleen. Ik zou willen dat ik je kon helpen, maar helaas ben ik te ver weg. Ik zou je zo graag willen troosten en je zeggen dat alles weer goedkomt, maar ik wil ook niet tegen je liegen. Jullie zijn een goed koppel, maar qua seksualiteit kunnen jullie niet verder van elkaar vandaan staan. Je man zou elke dag wel willen, maar jij het liefst niet eens één keer per jaar.

Het was verstandig van je man om weg te gaan. Even weg van elkaar, even frisse lucht, even alles op een rijtje zetten. Kom tot rust, laat de emoties jullie niet overmeesteren. Jullie huwelijk is goed, laat het niet op deze manier stranden. Er zullen ongetwijfeld mogelijkheden zijn om jullie gouden ring om jullie vingers te kunnen laten zitten. Het zal lastig zijn, maar als jullie van elkaar houden, komen jullie er samen wel uit.

Ik zou je willen helpen, poppetje, maar helaas ben ik te ver weg. Ik zou willen dat ik de antwoorden kon geven die je zoekt, maar helaas kan ik dat niet. Ik geef om je en wil jullie helpen. Ik voel me zo machteloos… Zeg me wat ik kan doen om je te helpen. Geef je man de ruimte die hij nodig denkt te hebben. Neem zelf ook je ruimte.

Misschien is dat het! Misschien kan ik je tóch helpen, mijn poppetje…


“Ik weet me gewoon geen raad meer,” breng ik snikkend uit als ik hem alles heb verteld. Hij heeft geduldig zitten luisteren en stelde af en toe een vraag, maar liet me ongestoord mijn verhaal doen. Hij is een geweldige vriend.

“Ik denk dat het een goed idee van Paul was om er even tussenuit te gaan,” hoor ik hem zeggen. “Zo kunnen jullie allebei even tot rust komen en alles op een rijtje zetten.” Hij laat zijn woorden even op me inwerken voor hij verder gaat. “Misschien moet je er zelf ook even uit.”

Ik snuif en veeg met een zakdoek langs mijn neus. “Ik zou niet weten waarheen.”

“Er zijn opties genoeg, Lin. Je kunt een bungalow huren, of naar je moeder gaan. Misschien kun je zelfs bij je kinderen logeren. Sommige boerderijen hebben een vakantiewoning op het erf.”

Ik schud mijn hoofd, al kan hij dat niet zien. “Daar heb ik het geld niet voor, we hebben net een nieuwe auto gekocht. Die heeft Paul trouwens mee.”

Edwin lijkt even na te denken. “Ik weet misschien wel iets. Mijn zus heeft een manege hier vlakbij. Ik kan vragen of je daar kunt logeren. Dan ben jij er ook even uit, én heb je gelijk wat afleiding. Als je wilt kan ik je straks wel ophalen. Het zal je misschien wel goed doen. Denk er maar even over na.”

Even twijfel ik of ik het zal doen. Is dit wel zo’n goed idee? Is dit niet een beetje rigoureus? Paul heeft in een opwelling besloten wat afstand te nemen, moet ik dat ook doen? “Dat klinkt fijn,” antwoord ik voor ik er erg in heb. “Dat lijkt me heerlijk.”

“Heel goed, je zult hiervan opknappen. Pak je spullen, over een uur of twee ben ik bij je. Als er iets is kun je me bellen.”

Ik glimlach. Hij weet precies wat ik nodig heb. “Dank je, Edwin.”

Het duurt niet lang voor ik mijn trolley van zolder heb gehaald en mijn spullen heb ingepakt. Ik heb de afwas met de hand gedaan – anders blijft het in de vaatwasser staan als ik weg ben – en heb de buren gevraagd een oogje in het zeil te houden. We hebben geen huisdieren of planten waar iemand voor moet zorgen. In mijn hoofd ben ik wel tien keer mijn lijstje nagegaan of ik alles heb. Sokken, ondergoed, kleren, tandenborstel… Ik geloof dat ik alles heb. Als ik iets vergeten ben, kan ik hem vast wel vragen of we even naar de winkel kunnen.

Als de bel gaat, ren ik bijna naar de voordeur. Daar staat Edwin. Precies zoals ik me hem herinner, maar ouder. Hij heeft een eenvoudige spijkerbroek aan en een donkerblauw T-shirt. Hij heeft donkerbruin golvend haar en bruine ogen. Met een warme glimlach kijkt hij me aan.

“Edwin!” roep ik voor hij iets kan zeggen en ik omhels hem. “Dank je dat je dit voor me wilt doen. Wil je iets drinken?”

Hij kijkt op zijn horloge. “Graag, dan vertrekken we hopelijk na de files.” Hij loopt naar binnen en kijkt naar mijn trolley. “Is dat alles?” vraagt hij verbaasd. “Dit neemt mijn zus mee als ze één dag weggaat.”

Ondanks mijn spanning moet ik grinniken om zijn woorden. Ik heb geen make-up ingepakt en ook geen overbodige kleding. Ik ga hem voor naar de keuken en zet koffie. “Vind je het echt niet vervelend om me op te halen?” vraag ik.

Hij gaat aan tafel zitten en kijkt me glimlachend aan. “Anders had ik het niet aangeboden. Ik ben al blij dat ik je kan helpen.”

Ik ga tegenover hem zitten en zet de bekers op tafel. “Sorry, ik wist me geen raad. Het ene moment hebben we ruzie, het andere moment complete stilte. En opeens zegt hij: ‘ik ga naar mijn ouders’. En dat allemaal om seks.”

Hij kijkt me geduldig aan en laat me ongestuurd uitpraten. “Ik kan me voorstellen dat dat voor de nodige wederzijdse frustraties zorgt.”

“Heb jij die verlangens of frustraties?” vraag ik. We kennen elkaar al jaren, we kunnen elkaar alles vragen.

Edwin blijft me rustig aankijken. Ik heb geen idee wat hij van mijn vraag denkt, ik had hem net zo goed kunnen vragen wat voor weer het morgen wordt. “De verlangens zeker, dat zal ik niet ontkennen. De frustraties heb ik niet.”

“Maar je hebt geen relatie,” merk ik verward op. “Doe je het dan… zelf?”

Hij probeert tevergeefs niet te lachen. “Of ik masturbeer? Soms. Maar ik heb een soort friends with benefits met iemand. Ze had een paard gestald op de manege van mijn zus. Het paard is inmiddels verkocht, maar we hebben nog contact met elkaar.” Hij neemt een slok van zijn koffie en komt dan overeind. “Sorry, ik moet even naar de wc.”

Ik kijk hem na als hij de keuken uit loopt. Geef ik nu een verkeerd signaal door dit te vragen? Ik praat hier weinig over, in feite alleen met Paul. En juist hij begrijpt niet dat ik het niet wil. Ik heb verder niemand waar ik mee kan praten.

Ik pak mijn telefoon en stuur een berichtje naar mijn baas. Gewoonlijk zou ik bellen, maar ze weten dat ik al een tijdje erg veel aan mijn hoofd heb. ‘Sorry, moet me een week ziek melden. Zal morgen bellen.’

In de auto kijk ik zwijgend uit het raam. Ik voel me opvallend rustig. De radio staat zachtjes aan en het is rustig op de weg. Ik heb zijn huis nog nooit gezien en ben benieuwd hoe hij woont. Ik heb me voorgesteld dat hij een werkkamer heeft, waar het vol papieren en aantekeningen ligt. Ik verwacht ook dat er altijd wel een beetje afwas op het aanrecht staat en dat er minstens een sok naast zijn wasmand moet liggen. Onbewust moet ik erom glimlachen.

“Waar denk je aan?” vraagt Edwin als hij mijn glimlach ziet.

“Ik zit me af te vragen hoe je huis eruit ziet,” antwoord ik. “Je lijkt me niet het type die een stoere mancave heeft. Volgens mij heb je een kast vol boeken en ligt je bureau vol aantekeningen.”

Edwin grinnikt. “Ik denk dat het je wel aangenaam zal verrassen. Ik heb geen huis dat in een woonmagazine hoort, maar ik probeer het wel netjes te houden.”

Ik kijk uit het raam, waar ik verschillende gewassen zie langskomen. “Ben je nog steeds schrijver?” vraag ik.

Hij knikt en haalt een vrachtwagen in. “Nog steeds, ja. Ik schrijf wanneer ik wil. Daarnaast help ik mijn zus vaak op haar manege. Anders moet ze daar iemand voor inhuren, en dat kost erg veel. De meeste klusjes kan ik voor haar oplossen, tenzij er echt iets met de dieren zelf is. Als ik na het werken weer naar huis ga, ga ik direct onder de douche. Daarna kan ik ongestoord schrijven.”

“Schrijf je nog steeds romans?” vraag ik geïnteresseerd. Hoewel we vrienden zijn, heb ik nog nooit een boek van hem gelezen.

“Dat klopt, al beschrijf ik de seks tegenwoordig wat meer in plaats van dat over te slaan. De vraag naar die verhalen neemt toe, dus probeer ik daarin mee te gaan. Tot nu toe wordt er positief op gereageerd. In mijn boeken komt één, misschien twee keer seks voor. Het gaat om het verhaal, niet de seks.”

Ik zucht. “Ik zou willen dat Paul het zo zag…”

Edwin geeft geen antwoord. Ik ben bang dat ik iets verkeerd heb gezegd, of misschien vindt hij het ongemakkelijk.

“We zijn er,” hoor ik hem opeens zeggen. Ik schrik op en kijk om me heen. De auto staat in een straat geparkeerd. Ik wrijf in mijn ogen terwijl ik me realiseer dat ik in slaap ben gevallen. Ik kijk rond in de straat. Het begint al donker te worden. Ik zie eenvoudige rijtjeshuizen staan. Ik haal diep adem en een heerlijke geur dringt mijn neus binnen. Eten!

“Goedemorgen, Doornroosje,” zegt Edwin. “Ik hoop dat je het niet erg vindt dat ik onderweg wat eten heb gehaald, ik wilde je niet wakker maken.”

“Wat heb je gehaald?” vraag ik met een slaperige stem.

“Restaurant de Twee Gouden Bogen,” zegt hij met een knipoog terwijl hij een papieren zak van McDonald’s van de achterbank pakt. We stappen uit en ik pak mijn trolley uit de kofferbak. Ik volg hem naar zijn huis.

Zoals ik al verwachtte, woont hij in een eenvoudig rijtjeshuis. Hij woont op de hoek van het blok. De binnenkant is echter het tegenovergestelde van wat ik had verwacht. Het is modern, maar niet supermodern. Er is veel hout en bruine kleuren. Het heeft een warme, gezellige uitstraling. Maar wat me vooral opvalt, is de netheid. Of hij is nauwelijks thuis, of hij heeft een verdraaid goede huishoudster. Werkelijk alles staat perfect op zijn plek en nergens is iets te vinden dat er niet hoort. Zelfs de boeken in zijn kast staan op auteur en kleur gesorteerd.

“Je bent heel georganiseerd,” merk ik op. “Of je hebt een goede huishoudster en bent zelf weinig thuis.” Ik grinnik om mijn eigen flauwe grap, maar stop als ik merk dat hij niet mee lacht.

“Het helpt spullen snel te kunnen vinden,” antwoordt Edwin terwijl hij het eten op tafel zet.

Tijdens het eten praten we over van alles en nog wat. We lachen om grappen, maar we bespreken ook wat serieuzere onderwerpen. Het voelt zo fijn zo met Edwin te kunnen praten, ik heb het gevoel dat hij me echt begrijpt. Het doet me echt goed en ik voel me steeds meer ontspannen.

Ik kijk rustig toe hoe hij de lege kartonnen verpakkingen van de hamburgers en frietjes in elkaar stopt en vervolgens in de papieren zak laat zakken. “Wil je nog een toetje?” vraagt hij.

Ik schud mijn hoofd. “Nee dank je, ik kan geen hap meer op. Het was heerlijk, dank je wel. Zal ik helpen opruimen?”

“Het lukt wel. Ik zal je de logeerkamer laten zien, dan kun je je spullen uitpakken terwijl ik de keuken opruim.” Hij gaat me voor de keuken uit, pakt mijn trolley en gaat naar boven. Ik volg hem de logeerkamer in.

Het bed heeft hij al opgemaakt. Er staat een eenvoudige kledingkast en een bureau met een stoel erbij. Naast het bed staat een nachtkastje met daarop een digitale wekker en een leeslampje. Hij zet de trolley op de grond, sluit de gordijnen en trekt de rechter een klein stukje over de linker heen, zodat er geen kier tussen zit.

“Mijn kamer is achter de deur hiernaast. Hier recht vooruit is de badkamer. In de kast onder de gootsteen liggen handdoeken en sponzen, mocht je willen douchen.”

Ik kijk hem dankbaar aan. “Dank je wel, Edwin. Je hebt geen idee hoe dankbaar ik je ben.”

Hij glimlacht en legt zijn hand zachtjes om mijn bovenarm. Ik voel de warmte door de stof van mijn truitje heen op mijn huid. Hij geeft een zacht, bemoedigend kneepje. “Geen probleem, Linda. Daar zijn vrienden voor, die staan voor elkaar klaar. Als je wilt, kunnen we morgen naar de manege van mijn zus. Paarden schijnen een heel positief effect te hebben op mensen en de frisse lucht zal je goed doen.”

Ik glimlach flauwtjes, me heel bewust van zijn hand om mijn arm. Ik probeer rustig te blijven, maar mijn hart lijkt in mijn keel te willen kruipen. “Dat lijkt me heerlijk,” antwoord ik zacht.

Hij kijkt me even aan, maar laat me dan alleen in de logeerkamer. Zijn verdwenen hand laat een koude plek op mijn arm achter. Ik haal diep adem voor ik mijn trolley op bed leg en mijn spullen eruit haal. Misschien was het geen slecht idee van Paul om even een weekje weg te gaan. Misschien brengt deze week ons hierna wel dichter naar elkaar.

Linda, Linda, Linda… Wat doe je me aan? Ik wil je helpen. Ik wil proberen je huwelijk met Paul te redden en rust in je hoofd te vinden. Ik wil je helpen ontspannen en je gedachten te verzetten. Hij heeft geen idee hoe bijzonder je bent. Volgens mij weet je dat zelf nog niet, maar ik zal je helpen dat te ontdekken. Ik keek altijd al uit naar je mailtjes of telefoontjes. Je mening over bepaalde dingen is verfrissend.

Ik hoorde je ademhaling toen ik je aanraakte, ik zag de blik in je ogen. Interesse. Aantrekking. Verlangen. Je hebt geen idee wat je allemaal mist.

Ik zal het je laten ervaren, lieve Linda. Hoe weet ik niet, maar ik wil het je niet langer laten missen. Het moet gewoon. Ook ik voel die aantrekking dat verlangen. Ik respecteer die gouden ring om je vinger, maar er zijn ook andere manieren. Manieren die ik je zal leren en laten ervaren.

Stel je open, Linda. Stel je open en ik zal je kennis laten maken met het genot dat je helaas nog nooit hebt ervaren. Ik had me voorgenomen je enkel afleiding te bieden, maar je hebt meer nodig. Ik heb meer nodig. Ontspan je, Linda, dan zal ik je leiden. Morgen beginnen we. Je hebt dit nodig. Ik heb dit nodig…
Trefwoord(en): Verlangen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...