Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Mucike
Datum: 20-04-2022 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 4368
Lengte: Lang | Leestijd: 22 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Buurmeisje, Eerste Keer,
Ik liep achterom en via de achterdeur ging ik ons huis binnen waar ik in de keuken mijn moeder zag staan. Zoals gewoonlijk was ze alweer druk in de weer met het voorbereiden van het koken. Daar begon ze al vroeg in de ochtend mee omdat vooral de marinades langere tijd moesten staan.

Kennelijk deed ze dat ook al in Indonesië zo, maar toen vooral ook omdat het in de ochtend een stuk koeler was dan later op de dag. In de middag deden de meeste vrouwen die uit Europa afkomstig waren vaak een dutje, terwijl de rest van het werk, zoals het schoonhouden van het huis en het verzorgen van de kinderen, door de baboe’s werd gedaan. Baboe’s waren zgn. inlandse vrouwen die vanuit de kampongs (vooral dorpen op het platteland) voor een appel en een ei voor de Europese kolonisten kwamen werken in de huishouding. Vaak ontstonden er zo ook intiemere relaties tussen baboe en de heer of zoons des huizes waaruit de halfbloedjes voortkwamen, de Indo’s. Als zo’n baboe dan mazzel had, dan werd haar kind door de vader erkend of werd zij dan zelfs de echtgenote van de verwekker van het kind.

De benaming Indo werd in eerste instantie vooral gebruikt om het onderscheid aan te duiden met de inlanders (de Indonesiërs) en de Totoks (de Nederlandse kolonisten). Indo’s werden eigenlijk als tweederangs burgers beschouwd door de Nederlanders en werden ook niet echt geaccepteerd door de Indonesiërs.

Je kunt beide aanduidingen ‘Inlander’ en ‘Indo’ eigenlijk wel opvatten als uitingen van racisme en de institutionele rassenongelijkheid, die door de Nederlandse koloniale overheid in stand werd gehouden.

Maar nu beschouw ik ‘Indo’ , hoewel ik me echt op en top Nederlands voel, als een soort van ere-titel en voel ik een zekere trots als het dat deel van mijn familiegeschiedenis betreft. Je zult het, zoals mijn ouders, maar moeten doen om het land waarin je geboren bent te verlaten, huis en have achter te laten en in een ander land je leven opnieuw op te bouwen beginnend met helemaal niets en je kinderen de best mogelijk start in hun leven te geven. Daar kun je toch alleen maar bewondering voor hebben?

Ik groette mijn moeder en gaf haar een zoen op de wang. Ze vroeg waarom ik al zo vroeg uit de veren was. Ik legde haar mijn nachtmerrie uit en dat ik daardoor niet meer kon inslapen en daarom maar een ommetje was gaan maken. Ze glimlachte en zei: “Je hebt toch geen kwaad geweten , hè Mudjikan, dat je zo naar hebt gedroomd?”. (Ik was de enige in het gezin die een Indonesische naam had gekregen en ik had er zo’n hekel aan! Heette ik maar Jan, Piet of Klaas of zo, dan hoefde ik niet zoveel uit te leggen als ik me weer eens aan nieuwe mensen moest voorstellen. We hadden nota bene een Europese achternaam: Van Dongen!).

Als ik rood had kunnen worden, dan was dat accuut gebeurd en had ze me in de klem. Gelukkig was ik goed bruin geworden door mijn bezoeken aan het zwembad. “Neen, hoor. Ik zou niet weten waarom”, en probeerde een beetje nonchalant over te komen.

Ze pakte me bij mijn schouder vast, keek me aan en zei: “Je weet toch dat je me alles kunt vertellen, hè Mucike?” (Ik vond mijn koosnaam beter te verteren). “Ja, mams, dat weet ik en dat doe ik ook,” antwoordde ik haar.

“Uhuh”, reageerde ze sceptisch, “kun je me dan ook vertellen waarom ik je net met Josie heb zien zoenen voor ons huis? Ik dacht dat jullie alleen maar vrienden waren. En hoe kan het dat jullie allebei toevallig op hetzelfde tijdstip een ommetje zijn gaan maken?”

Ik begon een beetje te stotteren en kwam niet goed uit mijn woorden: “Jaa, dat had ik je ook wel willen zeggen, maar…” “Stop!” zei mijn moeder, “dat hoef ik allemaal niet te horen. Als je er klaar voor bent, dan vertel je het maar. Maar besef alsjeblief dat ze hier in Nederland er nog steeds raar tegen aankijken als er een van ons iets heeft met een van hen. Ik wil niet dat je moeilijkheden krijgt daardoor, goed?”

“Ja, mams. Zal ik er dan ook nog maar even met Paps over hebben?”. Ze streek me moederlijk over mijn hoofd, kroelde door mijn haar en zei: “Denk je nu werkelijk dat je vader niet in de gaten heeft dat er iets leeft tussen Joos en jou. Hij bromde er gisteravond nog wat over toen we in bed lagen en hij maakt zich er wel een beetje zorgen over. Hij wil niet dat jou hetzelfde overkomt als Reggie.”

Reggie was mijn broer die toen hij 15 jaar was, verkering kreeg met een Indisch meisje en daardoor slechter ging presteren op de middelbare school en een klas heeft moeten doubleren. (Indische meisjes hebben de naam vaak wat ‘needy’ en ‘clingy’ te zijn en vergen veel aandacht. Ik zou het zelf niet weten, ik heb nooit iets met een Indisch meisje gehad.)

Dat was toen erg moeilijk voor Paps, die zijn droom om al zijn kinderen een goede opleiding en dus een betere toekomst te bieden, bijna in duigen zag vallen.

“Ik heb het er wel even met hem over en zal zeggen dat, als je er klaar voor bent, je er met ons over praat, goed?”

“Dankjewel, mams”, antwoordde ik en omhelsde haar.

Het was nog vroeg en ik had nog zeeën van tijd voordat ik Joos zou ophalen en ging dus nog even op bed liggen.

Bij wijze van voorzorg zette ik toch maar mijn wekker op 9.00 uur, ik wilde me niet verslapen.

Om 9.00 uur ging de wekker af, ik opende mijn ogen en rekte me nog eens lekker uit voordat ik uit bed stapte en naar de douchecel ging voor een verfrissende douche. Ik kamde mijn haren en poetste mijn tanden.

Teruggekomen op mijn kamer kleedde ik mij snel aan. Ik pakte mijn pukkel en deed daar een handdoek en een zwembroek in. Ik deed nog een pakje Wrigley’s Double Mint Chewing Gum in het voorvak en een zakje katjesdrop.

Ik nam ook een cassettebandje mee met mijn favoriete muziek van The Flock, Yes, Focus en Pink Floyd dat we eventueel konden afspelen als we weer terug bij Joos op de kamer waren.

Ik liep de trap af en de woonkamer in. Paps zat voor de radio naar G.B.J. Hiltermann te luisteren met zijn wekelijkse column over de toestand in de wereld. Ik trok zijn aandacht door op de deur te kloppen, en al wijzende naar buiten liet ik hem woordeloos weten dat ik ervan door ging. Hij hief zijn hand op bij wijze van groet en richtte zich weer naar de radio. Ik moest door de keuken om mijn fiets uit de schuur te halen, waar ik werd tegengehouden door mijn moeder die mij nog snel een plastic zakje overhandigde met daarin een paar gebakken kippenboutjes. Ik pakte het zakje aan, omhelsde mijn moeder en gaf haar een zoen op de wang en ging naar buiten. “Veel plezier nog!” riep mijn moeder me nog na. Ik keek nog glimlachend over mijn schouder ten teken dat ik het had begrepen.

Nadat ik mijn fiets uit de schuur had gepakt, deed ik mijn pukkel onder de snelbinders, stapte op met een zwaai van mijn been en reed de tuin uit naar het huis van Josie toe.

Bij haar huis aangekomen, keek ik op mijn horloge en zag dat ik een kwartiertje te vroeg was. Ik belde aan en wachtte geduldig tot de deur zou worden open gedaan. In plaats daarvan ging het raampje van de douchecel open dat zich boven de voordeur bevond. Josie stak haar hoofd, nog met natte haren uit het raam en riep dat ze nog niet helemaal klaar was en dat ik maar achterom moest komen. De keukendeur zou van het slot af zijn.

Ik steeg weer op mijn stalen ros en reed naar achteren, stalde mijn fiets in hun tuin en liep via de keuken naar boven toe. Op de eerste verdieping aangekomen zag ik door de openstaande deur van de douchecel dat Joos haar haren aan het föhnen was. Boven het geluid van de föhn uit riep ze dat ze nog een paar minuten nodig had en dat ik maar even op haar kamer moest gaan zitten wachten. Ik stak mijn duim op ten teken dat ik het had begrepen en liep de trap naar de zolderverdieping op.

Ik ging op haar bed zitten, deed mijn cassettebandje in de speler en zette hem aan. De melancholieke tonen van ‘House of the King’, een nummer van Focus, kwamen zachtjes uit beide luidsprekerboxen. Ik zette de muziek wat harder en ging achterover op bed liggen met mijn ogen dicht om ervan te genieten.

Tegen het einde van het nummer voelde ik dat Josie via het bed schrijlings op me kwam zitten. Ik deed mijn ogen open en zag nog net dat ze me een zoen gaf. “Focus toch?” zei ze. “Uhuh,” antwoordde ik, “dat is wel zo’n goede band. Ik ben benieuwd wat voor muziek ze nog meer gaan uitbrengen.”

“Heb je ook nog iets van Pink Floyd op het bandje staan?” vroeg ze. “Jazeker, ik heb geloof ik nog iets van Ummagumma opgenomen, maar dat zou ik moeten opzoeken,” antwoordde ik. “Doe dat vanavond maar als we terug zijn,” zei ze terwijl ze een zomerjurkje aandeed, “laten we eerst maar wat gaan fietsen. Het is zo’n mooi weer en ik heb er zin in.”

Ik ging achter haar staan sloeg mijn armen om haar heen en duwde mijn neus in haar haren om de verrukkelijke geur ervan op te snuiven. Ik zoende haar zachtjes in haar hals en zei: “Ik heb er ook echt zin in”. Ze draaide zich om, drukte haar hand op de ritssluiting van mijn jeans en zei: “Dat merk ik, ja. Hij is alweer behoorlijk stijf!”

“Laten we dan maar gauw gaan,” zei ik, “anders komen we nooit weg,” en zoende haar nog even op haar wang.

Haar plan was om via Ommel en Lierop naar de Strabrechtse Heide in Heeze te fietsen, daar zo’n anderhalf uur te wandelen en te picknicken en daarna weer huiswaarts te gaan. Alles bij elkaar zou het een tochtje van zo’n drieënhalf à vier uur zijn. We konden dan tussen twee en drie uur in de middag weer thuis zijn.

We stapten op de fietsen en reden aan. Het was gelukkig lekker rustig weer. De zon scheen niet al te fel èn er was haast geen wind. Hierdoor konden we er zonder al teveel moeite een goed tempo inhouden en tegelijkertijd honderduit over allerlei dingetjes kletsen. Al pratende ging de tijd snel voorbij en voordat we er erg in handen waren we al bijna in Lierop. Daar stapten we even af en gingen ergens op een muurtje zitten. Ik vroeg aan Josie of ze misschien zin had in wat kauwgum of drop. Ze koos net als ik voor het eerste. Terwijl we in het zonnetje op het muurtje zaten, keken we naar het spaarzame verkeer dat zo nu en dan voorbij kwam.

In de verte hoorden we met groot lawaai een landbouw trekker aankomen. We zagen de vieze dieseldampen uit de uitlaat komen, die boven de trekker uitliep. Op de bestuurderszetel zat een boer met een ongeschoren gezicht, een peuk in zijn mond en een klak op zijn hoofd. Toen hij ons voorbij reed, stak hij met een grijns als groet zijn hand op. Wij zwaaiden enthousiast terug totdat we zagen wat hij op zijn boerenkar had liggen. Het was koeienmest! De stank was al heel snel niet te harden en terwijl de trekker combinatie verder hobbelde, vielen er ook nog grote plukken mest op de weg. Al lachend stapten we snel op de fietsen en maakten dat we wegkwamen in de tegenovergestelde richting van waar de trekker heen reed. Om het mestspoor te vermijden reden we door een paar zijstraten. Met wat geluk zaten we al snel weer terug op de route naar Heeze en konden we zonder verder bijzonder oponthoud verder fietsen totdat we op de plaats van bestemming aankwamen.

We zetten onze fietsen bij het Beuven neer, deden ze op slot en met een stevige ketting maakten we ze aan elkaar vast. Ik nam mijn pukkel van mijn fiets en Josie haar rugzak van de hare. We zochten een beschut plekje aan de rand van het vennetje en gingen daar in het gras liggen dat toch wel zo’n 50 cm hoog was. Met onze tassen onder onze hoofden lagen we hand in hand naar de lucht te kijken, waarin zo af en toe wat wolkjes langs kwamen drijven.

Zo in het gras waande ik me op een onbewoond eiland waar niemand anders was dan Josie en ik.

We luisterden naar het ruisen van de bomen en het ritselen van het gras. Zo nu en dan klonk de schreeuw van een vogel. En er klonk niets anders. Het was een perfect moment.

“Weet je waar ik aan moet denken?” onderbrak ze mijn gedachten. “Neen, vertel!” “Ken je dat boek van Daniel Dafoe?” vroeg ze. “Uh, bedoel je Robinson Crusoe, misschien?”

“Ja, dat boek,” zei ze,”ik stelde me voor hoe het zou zijn om samen op een onbewoond eiland te zijn.” “Nou, dat is nog eens sterk, ik voelde me net ook alsof we samen op een onbewoond eiland zaten. Dan zou jij dus een vrouwelijke Robinson Crusoe zijn, zeg maar op zijn IJslands een Robindottir, en ik zou dan Vrijdag zijn.” merkte ik op. “Ja,” grinnikte ze, “daar zou het wel een beetje op neerkomen, denk ik.”

Ik boog me naar haar hals toe, zoende haar daar en fluisterde in haar oor: “Dan zul je je wel herinneren dat Vrijdag erg verzot was op menselijk vlees, hij was immers een kannibaal in dat boek,” en ik beet haar grommend meteen zachtjes in haar schouder.

Ze gilde en sprong plots op, rende weg terwijl ze riep: “Ga weg, jij kannibaal!” Ik rende achter haar aan en ving haar in mijn armen. We vielen samen lachend in het zachte gras en mijn hand kwam per ongeluk op haar linkerborst terecht. “Ga je me nu opeten?” vroeg ze lachend aan me. Ik keek haar veelbetekenend aan, knoopte de bovenste twee knoopjes van haar jurkje open en nam haar borst uit haar BH-tje. Ik keek haar aan en zei: “Als ik hier op mag sabbelen, heb ik voorlopig wel even genoeg, denk ik.”

“Als je het maar niet al te lang doet, lieffie,” zei ze, “ik vind het hier in de open lucht toch wel een beetje eng”. Ik nam haar tepel tussen mijn lippen en zoog er zachtjes op terwijl ik met mijn tong er rond omheen likte. “Oooh, wat is dat lekker,” zei ze en kroelde met haar hand door mijn haren.

Mijn hand bewoog naar beneden tussen haar benen en ik streek met de bovenkant van mijn wijsvinger een paar maal over haar broekje heen. “Niet doen, lieverd,” zei ze zachtjes, “ik vind het erg lekker, maar we kunnen het hier buiten beter niet doen. Ik vind het niet fijn dat we betrapt kunnen worden.”

Ik trok mijn hand terug, deed haar borst weer terug in haar BH-tje en deed de knoopjes dicht. Ik gaf haar een kusje op haar neus en zei: “Sorry, schatje, ik liet me door het moment meeslepen. Vergeef me.”

“Het is niet erg, lieverd. Ik beloof je, als we thuis zijn, doen we dit anders.” Ze keek me een beetje verlegen aan alsof ze zich ervoor schaamde dat ze niet verder wilde. Ik tilde haar gezicht ietwat op om haar goed aan te kunnen kijken en zei: “Je moet niets en je mag veel van me. Als je het dus niet wilt, dan niet, heel simpel! Ik ben allang blij dat we hier bij elkaar zijn om van elkaar en van de natuur te genieten.”

We stonden op en liepen hand in hand terug naar waar we onze tassen hadden achter gelaten. Ik vroeg of ze misschien zin had in een kippenboutje. “Kippenboutjes?” vroeg ze, “hoe kom je daar nou aan?”

“Mijn moeder had ze me nog gauw meegegeven voordat ik naar jou toe ging”, zei ik, “het is één van mijn lievelingsgerechten. Ik zou er wel honderd achter elkaar van kunnen opeten.” Ik gaf haar een boutje, dat ze begon op te peuzelen.

“Jeetje, wat lekker, zeg. Eten jullie dit vaker?” vroeg ze, terwijl ze nog een tweede naar binnen werkte.

“Bijna elke week,” zei ik, “we eten vrijwel altijd Indisch en kip eten we zeker drie keer per week. Mijn moeder maakt de kip altijd op een verschillende manier klaar, maar deze kippenboutjes vind ik wel het lekkerst, denk ik. Zou je eens bij ons willen komen eten?”

“Dat lijkt me wel leuk,” zei ze, “ik heb nog nooit Indisch gegeten!”

“Hoezo?” riep ik uit, “je hebt nu net nog twee Indische kippenboutjes op!”

“Hè, flauwerd!” riep ze naar me, pakte me beet, gooide me op de grond en begon me, al giechelend, genadeloos te kietelen totdat ik niet meer kon van het lachen.

Ik riep: “Ik geef me over!” Ze zat schrijlings op me terwijl ze met haar onderlichaam over mijn kruis bewoog en me met een enigszins wellustige blik aankeek.

“Als je zo doorgaat,” zei ik, “dan hou ik het niet meer en rand ik je hier nog aan, hoor!” Ze kuste me en zei: “Laten we dan onze lunch maar verder opeten en gauw naar huis gaan dan, okay?” “Dat is goed,” zei ik, stond op en hielp haar op te staan.

We aten de boterhammen op die ze thuis had gemaakt. Met de kippenboutjes die we van tevoren hadden opgepeuzeld, was dat toch een behoorlijke maaltijd. We dronken zwijgend de thee op terwijl we over het vennetje keken.

Je kon de libellen over het water zien scheren en zo nu en dan kwam er ook een vis naar boven om van de oppervlakte van het water een insect op te pikken. Het was nog midden op de dag, dus kikkergeluiden waren nauwelijks te horen. Zo af en toe kwam er een windvlaag met warme lucht onze richting in. De lucht was vrijwel onbewolkt. Kortom het was een perfecte dag. We stonden schouder aan schouder te kijken en ik sloeg mijn arm om haar heen en legde mijn hand op haar schouder, waarna zij haar hoofd op de mijne legde.

Zo stonden we minuten lang stilzwijgend te kijken naar het water met alle activiteiten die daar plaatsvonden. Het leek net alsof de tijd stil stond en alles om ons heen vertraagde en vervaagde totdat wij alleen nog overbleven. Ik draaide haar naar me toe, nam haar in mijn armen en zoende haar gepassioneerd. Ook zij liet zich niet onbetuigd. Haar handen waren overal op mijn rug te vinden, maar ik kreeg kippenvel toen ze met haar vingers door mijn haren kroelde.

Ik aaide haar over haar zachte haren en frunnikte een beetje met haar linkeroor. Met de andere hand wreef ik over haar rug en billen. Hoewel het niet langer kon zijn geweest dan enkele minuten, leek het of we daar een eeuwigheid hadden gestaan toen we uit onze ‘droom’ wakker werden.

“Kom,” zei ik, “laten we toch nog maar een eindje wandelen voordat we naar huis gaan. Het is hier zo mooi en het zou zonde zijn om niet wat meer tijd hier te verblijven.” Josie beaamde dat het een mooi gebied was en was het met me eens om nog een eindje te lopen. We pakten onze tassen en liepen naar het punt waar vandaan een aantal wandelroutes waren uitgezet. Op het bord dat erbij stond was aangegeven dat de kortste route een uur duurde en dat leek ons wel wat.

Onderweg kwamen we langs allemaal kleine watertjes en heidevelden waar de prachtigste paarse kleuren te zien waren. Op een gegeven moment zagen we een blauwe reiger op één poot in het water staan vissen. Ook zagen we haasjes of konijntjes wegschieten in de bosjes toen we eraan kwamen lopen. De route duurde korter dan aangegeven, het was niet langer dan 45 minuten voordat we weer bij het beginpunt kwamen van waaruit we naar onze fietsen liepen.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...