Door: Keith
Datum: 27-04-2022 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 9369
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 216
“Hoi lieve echtgenoot… Word eens wakker.” Een zachte stem bij mijn oren vervolgens zachte lippen op de mijne. “Hé, lieve echtgenote. Als jij me zo zoent, word ik heel fijn wakker!” Ik trok haar naar me toe en kuste haar terug. “Lekker geslapen, Kees?” Ik knikte. “Ja. Heerlijk. Nadat jij in slaap gevallen was heb ik de dag nog even geëvalueerd. Met een grote glimlach op mijn gezicht. En ben toen ook in slaap gevallen.” “En om drie uur de kettingzaag gestart. Lekkere bromtol van me.”
Ze porde in mijn zij. “Kom, er uit. Het is half tien; ik wil niet dat de zussen ons er uit moeten halen.” “Laat die meiden ook eens genieten van een knappe vent in een boxer, schat.” Joline keek me aan. “Volgens mij heb ik dat een keertje geprobeerd en was jouw reactie niet écht positief, Kees Jonkman. Kortom: dat gaan we niet doen. Er uit, netjes aankleden en lekker in het zonnetje ontbijten.”
Ik kietelde haar onder de douche, wat een paar gilletjes opleverde en bonk op de muur. Joline schrok. “Fred?” “Ik denk het wel. Nu maar hopen dat alle tegels in hun badkamer er nog op zitten…” Ze giebelde. “Het valt me mee dat het kasteel niet is ingestort.” Na het afdrogen kleedden we ons aan. Ik trok een nette broek en een overhemd uit mijn koffer, Joline een wijde, rode rok en een lichtblauwe blouse.
En terwijl ik genietend toekeek trok ze een mooie huidkleurige panty aan met de tekening van klimop aan de buitenkant van haar benen. “Mooi! Daar wil ik wel eens in klimmen, mevrouw Jonkman!” Ze trok een preuts gezicht. “Gelukkig zit die plant niet aan de binnenkant van m’n benen. En mij nu even met rust laten, echtgenoot. Je vrouw moet zich even opmaken.”
Dat was snel gebeurd; toen gingen haar haren in een mooie staart. “Hebben we alles, Kees? Heeft het bed geen ál te duidelijke sporen van onze erotische avonturen?” Ik schudde het hoofd. “Nee hoor. We hebben vannacht toch netjes met de handjes boven het dekbed geslapen?” Joline giebelde. “Toen we eenmaal sliepen wel, Kees…” Ik grinnikte en pakte de koffers. “Kom, mooie bruid, ontbijten met die andere gekken.”
We liepen omlaag. Dezelfde receptionist stond in de hal. “Goedemorgen mevrouw, meneer. Goed geslapen?” Joline knikte. “Prima, dank u wel. En dankzij de dikke muren geen last van de buren gehad.” “Dat zal best. De muren zijn op sommige plaatsen anderhalve meter dik. Alleen tussen de badkamers zijn ze dunner om zo ruimte te maken voor de badkamers. Dat scheelde aan beide kanten bijna een meter.” Ik knikte. “Aha… dát verklaart iets.” Hij trok zijn wenkbrauwen op. “Hoezo meneer?”
“Wij stonden onder de douche even te dollen en vervolgens hoorden we een paar bonken op de muur van de badkamer… Meneer en mevrouw van Laar vonden er duidelijk wat van.” “Ja, die vonden er inderdaad wat van, meneer Jonkman! Als jij mijn lieve vriendin in de douche staat te pesten! Laat ik het niet meer horen!” Wilma stond achter me en keek dreigend. “Dank je wel schat, dat je het voor me opneemt”, lachte Joline. “Gelukkig liet hij de koude kraan dit keer met rust. Goeiemorgen Wilma. En Fred natuurlijk.”
Die was achter Wilma aangekomen. “Zijn de tegels in jullie badkamer nog heel, Fred?” Hij keek verwonderd. “Hoezo?” Joline giebelde: “Nou… als jij er dusdanig tegen aan staat te bonken dat wij het horen…” hij gromde: “Als jij zo’n herrie maakt op de vroege morgen terwijl ik me rustig sta te scheren, mevrouw Jonkman, laat ik dat even merken. Of was mijn bud weer bezig?” Joline knikte. “Ja. Maar dat mag hij nu. We zijn immers getrouwd? Kóm, naar buiten. Het zonnetje schijnt, lekker ontbijten jongens.”
Buiten zaten de zussen al aan hun thee. “Goedemorgen dames! Wat zien jullie er fris en fruitig uit!” En dat zagen ze ook. Allebei een fleurig geel jurkje aan, bescheiden opgemaakt, hun haren in een mooie staart…” Ze lachten. “Goedemorgen echtparen. We zullen maar even niet vragen hoe jullie geslapen hebben.” Margot keek ondeugend terwijl ze het zei. Charlotte gaf haar een tik op haar hoofd. “Hé zus! Da’s niet netjes! Ze vragen dat toch ook niet aan ons?” Ze gaven elkaar een knipoog en wij gingen zitten.
Een kan met thee en eentje met koffie werd gebracht door een serveerster. “Ik kom met drie minuten de rest van het ontbijt brengen, dames en heren. Even geduld alstublieft; de eitjes liggen al het kokende water.” Ze liep weer naar binnen en we waren weer alleen. Charlotte boog zich over de tafel. “Wij hebben het ook heel gezellig gehad met z’n tweeën, hoor…” Ze keek naar Wilma. “Of vertel ik nu iets nieuws?” Wilma schudde haar hoofd. “Nee hoor. Ik vermoedde al zoiets en gisteravond heb ik Fredje even uitgehoord. En mijn vermoedens bleken te kloppen. Wees blij dat jullie elkaar hebben, meiden."
Margot zei niets maar stond op en gaf Wilma een zoen. “Dank je wel. Jij bent ook een schat. Ondanks dat je met die lomperd getrouwd bent.” Fred keek dreigend. “Zit jij nou mijn kersverse echtgenote te verleiden, Margootje? Laat ik het niet merken!” Ze glimlachte liefjes. “Ik zeg er toch ook niks van als jij Kees staan te knuffelen, Fred?” Hij gromde nog wat onduidelijks, maar toen greep Wilma in. “Kom jongelui… De nacht evalueren we wel als we in Rhenen of Veldhoven zijn. Niet hier. Het is heerlijk weer, we zitten op een hele aangename locatie, zo meteen wordt er een ontbijtje gebracht… En we gaan op vakantie! Het leven is goed.”
Charlotte pruilde. “Jaja… op vakantie. En wie moeten de komende drie weken keihard doorbuffelen? Jawel: Lotje en Mar. En de beide echtparen zitten pontificaal in een camper in Noorwegen of een stacaravan op de Drentse heide. Het is oneerlijk verdeeld!” Joline giebelde. “Ik weet niet of er van ‘zitten’ veel sprake is, Lotje…” Wilma snoof. “Wat ik net zei over ‘nachten evalueren’ geldt ook voor de kersverse mevrouw Jonkman, denk eraan!” Joline trok een wenkbrauw op. “Vertel mij eens mevrouw van Laar: hoe kun nachten evalueren die zich nog moeten voltrekken? Of bent u wellicht voorzien van een glazen bol of een stel tarotkaarten?” Wilma zuchtte. “Oké, oké… Ik zeg al niks meer." Ze zette haar theeglas aan haar mond.
Ik keek haar aan. “Verstandige uitspraak, Wilma. Die hoor ik thuis niet zo vaak.” Een hak van een damesschoen kwam nogal stevig op mijn voet terecht. “Au! Gemene tut!” Joline keek me nadenkend aan. “Jij hoort thuis regelmatig verstandige uitspraken, mannetje. En die komen uit mijn mond, begrepen?” “Ja schat. Je hebt gelijk schat.” Een minachtend gesnuif was haar reactie. De serveerster kwam naar buiten met een karretje. “Zo dames en heren… uw ontbijt. Als er ergens iets tekort van is… Laat het even weten!” Joline keek naar de broodjes. “Ik denk dat u zo dadelijk nog een aantal broodjes erbij kunt leggen. We zijn met z’n zessen, dan zijn twaalf broodjes een beetje krap-an.”
De serveerster keek haar aan en vervolgens naar Fred en mij. “Misschien heeft u gelijk. Sorry, ik haal meteen een volgende lading.” Fred keek verongelijkt. “Waarom keek ze nou naar mij? Ze had beter naar Mar en Lot kunnen kijken. Zij zien eruit alsof ze het nodig hebben, ik toch niet?” Charlotte giechelde. “Ze heeft hoe dan ook wel mensenkennis, Fred.” Hij bromde, smeerde een broodje en hapte. De helft van het broodje was weg en drie seconden later volgde de andere helft. “Hé meneer mijn echtgenoot! Ga je je een beetje gedragen?” Wilma legde een hand op Fred z’n arm. Hij keek schuldbewust. “Sorry. Ik heb een beetje trek.” Wilma knikte. “Dat begrijp ik wel, maar je had me vannacht om vier uur… Ach, laat ook maar.”
Ze giechelde en keek ons aan. “We hebben bijzonder genoten van onze bruidssuite. Ik geloof dat ik de klok in Driel nog half vijf heb horen slaan.” Joline knikte. “Begrijp ik helemaal, hoor Wilma. ten slotte is ‘slapen’ verspilling van de tijd in je bruidssuite." En met een knipoog naar de zussen: "Om het woord 'zonde' in deze context maar even te vermijden.” Al kibbelend en geinend ontbeten we rustig in het zonnetje, tot Wilma op haar horloge keek. “Kóm echtgenoot van me. Dit is je laatste broodje, je hebt er nu zeven binnen. En twee eitjes. Da’s voorlopig wel genoeg. Wij gaan eens richting Malden, drinken bij Tony en Rob nog een bakje koffie en gaan dan richting Drenthe.”
Joline knikte. “Goed plan, Wilma. En dan gaan wij vanuit Malden naar Noorwegen en zien we elkaar over drie weken weer bij DT. Kom jongelui, spullen pakken.” Haar stem werd geaffecteerd. “Willen de chauffeuses de limousines voorrijden?” Charlotte en Margot gniffelden. “Zeker, mevrouw de barones.” Ze stonden op en liepen naar binnen. “Hé idioten… Dank jullie wel voor deze locatie om onze huwelijksnacht door te brengen. Dat was prima om onze bruiloften ‘in stijl’ te eindigen.” Joline klonk serieus.
Fred stond op, trok haar naar zich toe en zei: “We hebben óók genoten, Jo. En Kees. Nooit gedacht dat we zo’n bruiloft zouden hebben. Hele mooie, emotionele momenten, vreselijk gelachen en een pracht-locatie, bij jouw ouders in de tuin. Wij moeten jullie bedanken.” Hij omhelsde haar. Wilma trok mij naar zich toe en kuste me. “Daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, Kees. Dank jullie wel.” “Kom lui. Groepshug!”
Even stonden we zo, op de binnenplaats van Kasteel Doorwerth, in de ochtendzon. Vier dolgelukkige mensen. “Zullen jullie voorzichtig zijn, daar in Noorwegen?” Wilma keek me aan en ik knikte. Joline ook. “En jullie genieten, daar in die sta-caravan in Drenthe!” Fred knikte. “Op één dag na, Jo. Overmorgen gaan we even bij Wilma’s moeder langs. Daar zien we beiden een beetje tegenop. Als ze weer stennis gaat maken…” Wilma knikte. “We hadden daar iets over afgesproken, Fredje. Jij houdt je grote mond dicht en ik doe het woord als het uit de hand loopt. En mocht het uit de hand lopen dan zijn we meteen wég. Ze gedraagt zich maar een keer.” Oeps… Dit zat best wel diep.
Wilma zag me kijken. “Geen zorgen maken, Kees. Ik heb vaker een dispuutje met haar gehad.” Ik trok aan haar arm. “Sterkte, meisje. Ik zie dat dit best diep zit.” Ze knikte. “Ja. Maar het gaat niet onze huwelijksreis vergallen, Kees.” Ondertussen stonden de auto’s voor de achterpoort van het kasteel. We bedankten het personeel van Kasteel Doorwerth voor de gastvrijheid, legden onze koffers in de auto’s en reden even later weg. Joline had haar bruidsboeket op schoot. “Nog even van genieten, Kees. Hebben wij bruiden een plannetje voor.”
Charlotte reed de Volvo nu en wij zaten achterin. Op de snelweg leunde Joline naar voren. “Lot… Als ik er niks mee te maken heb moet je het gewoon zeggen, maar… Hebben jullie een goeie nacht gehad?” Om Lot’s mond kwam een brede lach. “Dat mogen jullie vragen, Joline. Ja, wij hebben ook een heerlijke nacht gehad. Eerst lekker zachtjes liggen knuffelen met elkaar en op een gegeven moment hebben we jouw cadeautje tevoorschijn gehaald. Allebei hebben we een paar keer op ons kussen moeten bijten om het niet uit te gillen. En daarna lekker in bad gekropen, heerlijk liggen soppen en vervolgens in bed als een blok in slaap gevallen.” Ze giechelde. “Om een uur of twee.”
Joline keek mij aan. “Wij zijn wel bijzonder braaf, Kees. Wij lagen rond één uur al te slapen…” Ik pakte haar hand. “Luister liefje: wij hebben al wat langer een relatie en zijn bovendien iets ouder. En bedaagder. En bovendien: vanmiddag rijden we de poort uit, stoppen bij de eerste de beste camping, klappen de steuntjes van de camper uit en gaan…”
Verder kwam ik niet; Joline legde haar hand over mijn mond. “Stil jij. Anders ga je weer lopen bluffen en dan kan onze chauffeuse zich niet op het verkeer concentreren. Laten we het er maar op houden dat er de komende drie weken nog genoeg mogelijkheden zijn om ons bezig te houden.” Lot glimlachte. “Netjes gezegd, Joline. Maar dat geldt voor Mar en mij ook hoor… Op jullie bedje, in jullie geluiddichte slaapkamer. Waaroor dank, mede namens mijn lieve zus.”
Ik grinnikte. “Over drie weken ga ik Balou wel uithoren onder het genot van een paar borrels. Ben héél benieuwd wat die beer allemaal heeft gezien…” Van achter het stuur kwam de droge opmerking: “Ik denk dat Balou bijzonder zwijgzaam is naar jou toe, Kees. Als wij dat beest een beetje onder onze hoede nemen... Af en toe tussen ons in laten slapen…” “Niks ervan, Lot! Jullie gaan mijn beer niet verleiden. Mijn beer, begrepen? Ik heb besloten dat Balou meegaat naar Noorwegen. Om het beest te behoeden voor jullie verleidingskunsten, zeg maar. Zijn jullie helemaal belatafeld…”
Ik keek Joline aan. “Méén je dat? Balou mee naar Noorwegen?” Ze knikte. “Ja. Lekker zijn gebromd commentaar aanhoren. Om een of andere reden ben ik het laatste jaar op een andere manier aan Balou verslingerd geraakt dan al de jaren ervoor. Gek hé?” Charlotte gniffelde. “Ja, dat was wel te zien op die ene foto met Balou tussen je borsten, Joline…” Een pets op haar achterhoofd was de reactie. “Wil de chauffeuse zich uitsluitend bemoeien met het veilig en netjes door het verkeer loodsen van deze mooie Volvo? Dankuwelalstublieft.” Een grinnik volgde.
Al met al stonden we half uur later voor de poort in Malden en belde Charlotte aan. Ik hoorde haar zeggen: “Dág Tony. Ik kom een bruidspaar afleveren. En in de auto achter ons zit nog zo’n stel.” De poort zwaaide open en rustig reed Lot het pad op. Voor de deur stopte ze en trok het portier open. “Zo, mevrouw, meneer… Vanaf nu mag u zelf weer sturen.” Ze giechelde. “Het personeel gaat zich de komende weken met elkaar bezig houden.” We stapten uit.
Ik liep om de auto heen en gaf Charlotte een knuffel. “Dank je wel Lot, dat je wilde rijden. Normaal hou ik zelf liever de teugels in handen, maar jij rijdt prima. En zo konden wij lekker ontspannen.” Ze kleurde een beetje. “Da’s toch het minste wat we konden doen? En deze auto rijdt heerlijk.” Joline knuffelde haar ook. “Dank je wel, schat.” Ze giechelde ondeugend en ik voelde dat er wat aan kwam. Wilma en Fred kwamen naast ons staan, samen met Margot. Joline keek naar Wilma en knikte. Wilma nam het woord.
“Lot en Mar… In bepaalde kringen is het gebruikelijk dat de bruid aan het einde van de bruiloft het bruidsboeket over haar schouder gooit richting de gasten. En wie het boeket opvangt, is de gelukkige voor een volgende bruiloft. Jo en ik wilden het risico niet nemen dat bijvoorbeeld de tweeling een boeket zou vangen, want dat zou hun de studie kosten. En we gooien niet, maar we zouden graag zien dat jullie twee onze bruidsboeketten in ontvangst willen nemen. Als dank voor alle service van gisteren en vandaag. Alsjeblieft.” Ze overhandigde Margot haar bruidsboeket en Joline gaf Charlotte dat van haar. Knuffels volgden. Fred haalde zijn telefoon tevoorschijn en maakte snel wat foto’s.
De zussen lachten naar elkaar. “Tja, nou moeten we wel hé?” Joline zei zachtjes: “Er moet helemaal niks, meiden. Jullie tijd, jullie gelegenheid. Kom, naar binnen!” Tony opende de voordeur. “Welkom, lieve echtparen, welkom dames Bongers…” Ze keek ondeugend. “We zullen maar niet vragen naar jullie nachtrust. Dat zou wel eens als ‘nogal confronterend’ opgevat kunnen worden.” Binnen wachtten Rob Sr., Pa, Ma, Claar en Ton en Mel en Rob Jr. Melissa zat zoals gewoonlijk er niet mee.
“Hé tortelduifjes… Hebben jullie nog wat geslapen, of…” Ma keek haar bestraffend aan. “Mél! Gedraag je!” Joline lachte zachtjes. “Lieve zus van me… Als je wat ouder en rijper bent, en wat langer een relatie hebt, dan begrijp je wellicht dat het ook heerlijk is om helemaal voldaan naast elkaar in slaap te vallen…” Haar stem veranderde nu. “…in plaats van nog snel een wipje te maken met mijn oudste broer op de draaiende wasmachine terwijl hij staat te centrifugeren, rooie troela!”
Een lachsalvo volgde en Mel trok Joline naar zich toe. “Kom hier, gekke muts!” Beide meiden knuffelden elkaar. Ik keek naar Mar en Lot. Ook die lachten voluit. Gelukkig; een paar weken geleden zouden ze zich het liefst achter het behang hebben verstopt tijdens zo’n gesprekje. Bengel liet zich lekker aanhalen: eerst door Joline, toen door Wilma en Fred, daarna ging ze naar Lot en Mar. Ik werd als laatste begroet.
“Hé, mooie hond… Heb jij het naar je zin gehad gisteren?” Rob Sr. knikte. “Die heeft de dag van d’r leven gehad. Zoveel aandacht van iedereen… En zoveel hapjes. Vanmorgen liep ze weer in de tuin te snuffelen of er nog ergens iets was blijven liggen.” Tony werd praktisch. “Jongens… en meiden: zitten. Koffie?” We knikten. “Rob, jij zet je eigen bakje maar.” Mopperend kwam hij overeind en Joline zei: “De wasmachine staat in de bijkeuken, Rob. Moet ik Mel even met je meesturen?” Zijn hoofd kwam om de deur. “Hoeft niet. De zuster heeft vannacht haar zorgtaken op meer dan prima wijze op zich genomen.” Mel kleurde een beetje en wij lachten haar uit. “Goed van je, Mel…” Ik knikte haar toe en ze stak haar tong uit. “Rotjong.”
Tony kwam met de koffie binnen en Rob er achteraan. Met… een grote schaal met een deel van de bruidstaart. “Er was nog wat over jongens. En die moet op.” Wilma keek ons aan. “Weten jullie dat ik, behalve dat stukje wat me door Fred werd gevoerd, helemaal geen bruidstaart heb gehad?” Fred dacht na. “Verhip… ik ook niet! Daarna moesten we handjes geven en knuffels in ontvangst nemen en zo. Daarna was die taart weg…” Om Jolines mondhoeken kwamen lachrimpeltjes. “En je hebt niet eens luidkeels geprotesteerd of het personeel van de catering in elkaar gemept? Je wordt een beetje soft, Fred.” Hij gromde. “Kijk jij uit, mevrouw Jonkman?”
Charlotte hield hem een schoteltje voor. “Hier. Calorieën. Word je stil van. Voor ons ook wel eens prettig.” Hij keek haar lang aan. “Lotje… Een paar weken geleden had je dat niet durven zeggen.” Ze keek liefjes terug. “U mag dan een hele steile leercurve hebben, meneer van Laar, maar die hebben wij ook hoor.” Ik proestte bijna een hap taart over tafel. Joline en Wilma kregen het ook benauwd. Fred zei niets, keek alleen maar. Stomverbaasd. “Krijg nou wat…” was het enige wat hij kon uitbrengen. De rest van het gezelschap keek vragend.
Toen de gemoederen weer wat bedaarden vroeg Tony gedecideerd: “En nu wil ik het weten ook… Waarom deze collectieve lachbui?” Joline keek Wilma en Fred aan en die knikten. “Toe maar Jo…” Ze giechelde. “Zet eerst je koffie en je taart maar neer, anders kunnen we alsnog mensen reanimeren… Ik had tegen Kees wel eens de opmerking gemaakt dat zijn leercurve bij dansles niet zo steil is. Maar ja, hoe gaat dat? Hij reageerde natuurlijk met de opmerking dat het met zijn leercurve op andere gebieden best we goed zat. En dat ik die leercurve op sommige momenten best wel voelen kon.
Tijdens een van onze danslessen probeerde Fred mij niet teveel te confronteren met sommige delen van zijn anatomie. Maar ja… bij Latin American lukt dat niet altijd, dus ’s avonds thuis excuseerde hij zich daarvoor. Ik heb hem toen de les van jou, Ma, doorgegeven: onvermijdelijk. Natuur. Hou je niet tegen. Deal with it. En ‘m vervolgens verteld dat de leercurve van Kees op sommige momenten ook best steil is… Daarna konden we eventjes geen zinnig woord meer uitbrengen.”
Clara keek afkeurend. “Tot zover de degelijk getrouwde mevrouw Jonkman, Bsc. Nou nou, I’m rather impressed. En jullie waren zo’n goed voorbeeld voor deze dames?” Ze keek de zussen Bongers aan. Jullie kunnen beter bij ons logeren, meiden.” Melissa viel haar bij. “Lijkt me wel een goed plan. Kom ergens in de aankomende weken in ieder geval eens een weekend naar Wageningen. Lekker kletsen over die lui dáár…”
Ze wees naar ons en Charlotte keek vragend. “Meen je dat?” Mel en Claar knikten. “Ja. Gezellig. We hebben jullie leren kennen als leuke meiden. Lijkt ons hartstikke tof.” Lot en Mar keken elkaar aan. “Oké, doen we!” Tony zei droog: “Nou, dan zal ik de burgemeester van Wageningen maar inlichten over dat weekend… Moeders, hou je zonen binnen en zo.”
Al geinend ging de tijd best snel, maar op een gegeven moment keek Joline me aan. “Kees… Wij moeten nog een camper inpakken.” En Fred vulde aan: “En wij gaan langzamerhand eens richting Drenthe.” Rob Sr. knikte. “Ja, dames en heren: wegwezen jullie. Jullie hebben een huwelijkreis te vieren. En wij willen een beetje uitpuffen van een gigantisch feest.”
Fred en Wilma namen afscheid. “Tony en Rob: hartelijk dank dat we ons trouwfeest hier mochten geven. We hebben genoten!” Fred knuffelde Tony; Wilma sloeg haar armen om Rob Sr. heen en zoende hem uitbundig. “Jongens, jullie zijn hier altijd welkom, denk er aan. Jullie hebben ons dochtertje en onze schoonzoon uit de penarie geholpen; dat vergeten we niet.” Tony keek hen lief aan. Wilma omarmde Tony. “En dank je wel voor je prachtige cadeau, Tony. Jullie receptenboekje. Ik zal het graag gebruiken. En aanvullen. Want zo’n traditie moet voortgezet worden.” Even later zwaaiden we hen uit.
“Zo, mevrouw Jonkman. Nu moeten wij nog even aan het werk. Camper inruimen en gereedmaken voor vertrek. Dames, heren… Wilt u ons even excuseren?” “Het meeste staat en ligt er al in, hoor. Inclusief receptenboek. Dan hebben we vanmorgen al voor jullie gedaan.” Tony en Ma lachten. “We hebben de koffers van Joline maar dichtgelaten; wisten niet zeker of daar wat dingen in zouden zitten die voor onze ogen bestemd waren…” Ma keek ondeugend. “Maar ze staan netjes vastgezet achterin de bagageruimte.”
We liepen naar de camper, die al voor de garage stond. “Hij heeft twee weken geleden nog een beurt gehad, Kees. Alles zou prima in orde moeten zijn. De tank is vol, accu’s ook, dus jullie kunnen zó op weg.” Rob keek me aan en ik schudde zijn hand. “Dank je wel, Rob.” Joline klom de camper in en in hoorde een gil. “Wat is er schat?” “Kom even kijken, Kees… We hebben een passagier!” Ik liep naar binnen en op het bankje achter de bestuurdersplaats zat, keurig in de gordels: Balou.
Ik zette mijn ‘Balou-stem’ op. “Jullie denken toch zeker niet dat ik hier blijf, Jolientje?” Ze keek naar Tony. “Maffe mama…” Onze koffers gingen ook in de bagageruimte, we controleerden of alles vastzat. Toen was het tijd om afscheid te nemen. Dat duurde natuurlijk even; bij Ma kwamen een paar tranen op haar wangen. “Kom lieve moeder… Over drie weken zijn we terug. Dan mag je je meer dan volmaakte zoontje weer in je armen sluiten.” Achter mijn rug hoorde ik Tony proesten. “Arrogante macho!”
Mel en Claar vlogen me om de hals. “Pas je goed op Joline, broertje? We willen haar graag in goede gezondheid terugzien.” Mel keek me diep in de ogen. “Even zonder dollen, Kees: Ben je gelukkig?” Ik knikte. “Ja, schat. Met een hartstikke lieve vrouw, maar ook een hartstikke fijne familie. En schoonfamilie. Waar wij allebei vreselijk van houden.” Ze trok me naar zich toe en kuste me lief. “Dank je wel, grote broer. Voorzichtig zijn met Jo.”
Als laatste gaven we de zussen Bongers een knuffel. Joline zei: “Voel je thuis in Veldhoven, schatten. En denk er aan: goed eten, anders krijgen wij op onze kop van dokter Albers.” Even zweeg ze en zei ten ondeugend: “En sterkte dat weekend in Wageningen, bij die twee rooie draken.” Ook Bengel kreeg de aandacht die ze verdiende en toen stapten we in. “Veel plezier!” “Denk aan de steuntjes!” “Geniet ervan jongens!” En met een korte tik op de claxon reed ik rustig de helling af naar de poort. Die zwaaide open en we reden de tuin uit.
“Zo mevrouw Jonkman-Boogers... Huwelijksreis-geluiden maken!” Joline gniffelde. “Ik weet nog steeds niet hoe de vering piept als we liggen te wippen, meneer Jonkman.” “Dat gaan we vanavond eens uitgebreid testen dan. Heb ik zin in.” En met m’n Balou-stem: “Oh nee hé… En daar moet ik drie weken lang getuige van zijn? Jolientje, heb je tampons bij je? Dan kan ik die in m’n oren stoppen, ’s nachts.” “Niet miepen beer. Wees blij dat Kees z’n bugel niet bij zich heeft.” Ik grinnikte en meteen keek Joline me aan. “Kees?” Ik wees naar achteren. “Kijk straks maar even onderin de klerenkast. Daar staat een nogal bekende bugel-kist. Heeft mijn Pa er in gezet. ‘Voor als je ergens langs een mooie fjord staat of ’s ochtends om vijf uur een serenade wil brengen aan je lieve vrouw’, zei hij.” Joline keek twijfelend. “ ’s Ochtends om vijf uur? Dan komen er panty’s in actie, meneer Jonkman. Om je nek, denk er goed aan!”
We grinnikten samen en ik legde een hand op Joline’s been. “Hé, mooie echtgenote… Heb je er zin in?” Ze knikte. “Ja, schat. Lekker drie weken op pad naar het mooie Noorwegen… Met mijn stoere en knappe echtgenoot. En mijn lieve beer… Jammer dat Bengel niet mee kon, dan was het feest compleet geweest.” Balou bromde. “Bengel… Rotbeest. Slijmbal. Oh oh, wat ben ik een brave hond… En ondertussen maar grommen tegen mij. Achterbaks kreng.”
Joline giechelde. “We zullen Bengel maar niet te veel onderwerp van gesprek laten zijn. Maar: hij was gisteren een voorbeeldige hond. Heeft me toch maar mooi, samen me Pa, naar jou gebracht.” “Het was een prachtig gezicht, Joline. Zoals hij af en en toe naar jou opkeek toen jullie in Villa Klein Heumen op me af kwamen lopen…” Ik moest glimlachen bij de herinnering en Joline zag dat. “Dat heeft je echt wat gedaan, hé Kees?” Ik knikte. “Ja. Jouw Pa die apetrots was op z’n mooie dochter… Bengel die jou zo mooi in de gaten hield… Ik hoop dat Marion daar een paar mooie foto’s van heeft gemaakt.” Ze glimlachte. “Ik weet het niet. Had op dat moment even mijn aandacht op iemand anders. Mijn knappe vent, die daar stond te wachten.”
Rustig kletsend reden we noordwaarts. Voorbij Staphorst, bij knooppunt Lankhorst richting Hoogeveen en bij Hoogeveen richting Duitse grens bij Zwartemeer. Bij de grens nam Joline het stuur over. “Nu is het nog rustig op de weg, Kees. Kan ik er weer even inkomen!” En met een blik opzij naar mij gromde ze: “Jij nog niet. Je hebt je beurt vannacht gehad!” En even later de 402 op in oostelijke richting naar Cloppenburg en dan noordwaards richting Bremen. Iets voorbij het Bremer Kreuz stopten we in een bos, iets van de snelweg, voor een bak koffie en een late lunch. Lekker, naast de camper zittend, even ontspannen.
Na de lunch stond Joline op en rekte zich uit. Armen omhoog… haar rok ging mee omhoog. “Wat een mooie benen zie ik daar… Daar wil ik meer van weten, meisje!” Ik streelde de binnenkant van Joline’s benen. In tegenstelling tot wat ik verwachtte, bleef ze staan. Haar ‘meisjesstem’ zei: “U doet dat best goed, meneer… Kunt u mijn andere been ook zo strelen?” “Dat kan ik best, meisje, maar blijf jij dan ook zo staan? Je bent vreselijk mooi om naar te kijken en te strelen…”
“Als u zo doorgaat, blijf ik wel staan, meneer.” Langzaam streelde ik haar benen, steeds een stukje hoger. Mijn armen duwden haar rokje ook omhoog en even later stond ik haar slipje te strelen: op een landweggetje in een Duits bos. Joline leunde tegen me aan. “Hier heb ik veel over gefantaseerd, meneer. Lekker in een bos me heerlijk laten verwennen door een stoere man die daar goed in is.” Ik fluisterde in haar oor: “Ja? Lekker hé? Maar we kunnen ook de camper ingaan en daar verder gaan. Er staat een heel lekker bedje…”
Verder kwam ik niet: we hoorden vrij dichtbij een auto starten en bliksemsnel trok Joline haar rok omlaag en schoof mijn handen van zich af. Binnen een seconde was ze bezig om brood, beleg en de melk van tafel te pakken en in de camper te zetten. Ik grinnikte: haar preutsheid kwam weer boven. Een halve minuut later kwam er een auto van de Duitse tegenhanger van Staatsbosbeheer het pad af. Twee man er in die vriendelijk zwaaiden en doorreden. “Klap jij de tafel en de stoelen even in, Kees?”
Onaangedaan, alsof er niets gebeurd was, stond Joline in de deuropening van de camper. Er was absoluut niets over van het ‘jonge meisje’ wat even daarvoor nog heftig tussen haar benen betast werd. Eerder stond daar de koele, immer efficiënte receptioniste. Alleen nu in vrijetijds-kleding. Ik bleef grinniken terwijl ik het tuinmeubilair opborg. Met de berging achterin op slot en de gasfles dicht stapte ik de camper weer in. Joline keek me wantrouwend aan. “Jij hebt een gemene grijns op je gezicht, Kees…”
Ik omhelsde haar. “Ik genoot van het feit dat ik eerst een jong onschuldig ding over haar panty en slipje mocht strelen en nog geen dertig seconden daarna de immer onfeilbare receptioniste van een zeker kantoorgebouw in Gorinchem kon aanschouwen, toen ze, staand in de deuropening twee Duitse heren vriendelijk toezwaaide.” Joline glimlachte. “Ik ben blij dat ik zelfs jou om de tuin kon leiden met mijn ‘Miss Efficiency 2018-blik’. Dan zullen die heren in ieder geval geen benul hebben van het feit dat je dertig seconden daarvoor mijn poesje wel heel erg stond te verwennen, schatje.”
Ze kuste me. “En ik vond het heerlijk: even het onschuldige, maagdelijke Jolientje uithangen, in plaats van de oh, zo drukke mevrouw Jonkman-Boogers met al haar verantwoordelijkheden.” Ik begon te grijnzen en zei met m’n Balou-stem: “Jaja… het onschuldige, maagdelijke Jolientje hé? Die maagdelijkheid was met de steel van de haarborstel snel verdwenen, Jolientje! En later, met je batterij-vretende vriendje ging je nog veel m…” KLÉTS Balou kreeg een tik tegen z’n kop.
“Tot hier, beer! En niet verder, anders trap ik je op de Autobahn, precies op de brug over de Elbe het raam uit!” De beer zweeg, waarschijnlijk zwaar onder de indruk van het dreigement en Joline draaide zich naar me om. “Waar waren we gebleven? Oh ja… Wil jij verder rijden, Kees? Ik heb het even gehad. Hoe lang moeten we nog?” “We ‘moeten’ niks, schat. Als we het rijden een beetje zat zijn, kijken we op de kaart, zoeken een camping uit en melden we ons daar. Simpel. We zitten nu iets onder Hamburg, daar wil ik sowieso doorheen zijn voordat de spits begint. Hoewel… het is zaterdag. Spits zal wel meevallen. En eenmaal door Hamburg heen is het kompasstand nul graden oftewel pal noord, de A7 op richting Denemarken. We zien wel hoe ver we komen; maandagmiddag vertrekt de boot.”
Hamburg was pittig om doorheen te rijden; ondanks dat het zaterdag was, was het druk en er werd weinig gezegd, behalve aanwijzingen over andere voertuigen. En aan de noordkant van de brug over de Elbe werd de Autobahn verbouwd; van drie rijstroken ging het vrij plotseling over naar twee, waarvan de linker alleen geschikt was voor personenauto’s. Het was dan ook een opluchting toen, zo’n twintig kilometer ten noorden van Hamburg de ‘Baustelle’ ten einde was en we weer gewoon konden rijden. Joline pakte haar Ipad. “Ik ga eens op zoek naar een geschikte camping, Kees. Hoever wil je nog rijden?” Ik dacht even na. “Als het even kan wil ik het Noord-Oostzeekanaal over zijn, misschien nog een stukje verder richting Denemarken. Een uurtje of twee maximaal. En over een uurtje nog even een korte sanitaire stop en wat drinken.” Ze knikte. “Ik ga even zoeken.”
Een tijdje later draaide ik de snelweg af, een parkeerplaats op. “Nu even wat drinken en de benen strekken, schat.” Een twijfelachtige blik kwam mijn kant uit. “Als jij maar niet denkt dat Jolientje haar benen net zo gaat strekken als bij de vorige stop, meneertje.” Ik zette de motor uit, draaide mijn stoel naar haar toe en zei: “Nee, dan zou ik teveel concurrentie hebben hier.” De parkeerplaats stond redelijk vol met trucks.
We gingen even naar het toilet, liepen even buiten rond en een kwartier later reden we verder. “Je moet afslag 4 hebben, Kees. Tarp. Ik zet het adres van de camping wel even in de Tomtom, dan kun jij lekker doorrijden.” Mevrouw Tomtom zei even later dat we nog 30 kilometer van onze bestemming waren. Joline belde de camping op om te informeren of er nog plaats was en ik hoorde een meneer met een behoorlijk noord-Duits accent zeggen dat het ‘kein Problem’ was. Wat later reed ik de afslag af: op de T-splitsing rechtaf, 2e weg rechts, een dorpje door en even later stonden we op het terrein van Campingplatz Süderholz.
We werden welkom geheten door een grote Doberman: al kwispelend liep hij op ons af toen we uitstapten en bij Joline ging hij meteen op z’n rug liggen. “Ha! Je hebt meteen al een bewonderaar, schat!” Eenmaal ingecheckt mochten we een plekje uitzoeken en op aanraden van Joline reed ik de camper naar achteren op het veldje. “Dan hebben we morgenochtend meteen zon, Kees!” Het was weer even wennen: Steuntjes uitdraaien om de camper waterpas te zetten, luifel uitdraaien en vastzetten, stoelen en tafeltje neerzetten, gasfles open, stroom aansluiten… Je bent er zo een kwartiertje aan kwijt.
Joline kwam terug van het toiletgebouw. “Vrij oud, maar wel brandschoon Kees.” “Hetzelfde als ik dus”, zei ik droog en ze keek me aan. “Ja, bijna. Kom, even zitten, ontspannen en genieten voor ik ga koken.” De hond kwam naar ons toe gelopen en begon ons uitgebreid te besnuffelen. “Tja, jij ruikt Bengel natuurlijk. Sorry, die hebben we thuisgelaten!” Met mijn bromstem antwoordde ik: “En dat is maar goed ook. Over het paard getild kreng.” Joline lachte zachtjes. “Balou lijkt wel een grammofoonplaat met een kras erop.”
De Doberman hoorde blijkbaar iets bij de ingang, want hij liep plotseling weg. “Zeker bang voor teddyberen”, zei Joline met een lachje. Het was stil op de camping. Er stond nog één auto met een caravan aan de andere kant van het veldje, voor de rest was het leeg. Rustig dronken we ons sapje, even genietend van de rust. Ondanks dat de snelweg redelijk dichtbij was, hoorde je ‘m alleen maar als zacht gezoem in de verte. Voor de rest: rust. Een paar kwetterende vogels, in de verte een specht… Langzaam voelde ik de spanning van het rijden uit m’n systeem zakken. Heerlijk.
“Ik ga eens koken, Kees. Nou ja, koken… Ma heeft wat restjes van gisteren in de vriezer gedaan, de schat. Volgens mij kunnen we daarmee tot in Noorwegen komen zonder van de honger te sterven.” Ik werd nieuwsgierig en liep mee. De vriezer wat redelijk vol met etenswaren in plastic. En op elk zakje een sticker met wat er in zat. “Die schoonmama van mij is best wel een lief mens. Zorgt goed voor haar dochtertje en kersverse schoonzoon.” Joline keek me aan. “Als jij dat nou eens laat weten via een lief appje… Maar zonder de term schoonmoeder, anders moet zuster Melissa aanwezig zijn als we terugkomen!” Ik gniffelde, pakte mijn telefoon en schreef een appje.
‘Lieve Tony. We zijn zojuist aangekomen op een kleine camping dicht onder de Deense grens. Ik werd door mijn lieve echtgenote er op geattendeerd dat jij de vriezer wel heel erg vol had geladen. Dank je wel; als je tijdens de overtocht naar Noorwegen op een of ander onbewoond eiland stranden, hebben we ten minste nog voor veertien dagen voedsel. Dank voor je goeie zorgen! Groet, Joline en Kees.’ Een smiley van een paar zoenlippen er achteraan… en ik drukte op ‘send’.
Een minuut later kwam er een piepje. Antwoord van Tony.
'Als het maar niet ‘Temptation Island’ is, want dan ga je wat beleven, mannetje van mijn dochter!'
Dat kon ik niet op me laten zitten.
Lief schoonmoedertje van me: met die dochter van jullie in de buurt is het één en al temptation, dat begrijp je toch wel?' Het bleef stil op de app.
Even later kwam Joline naar buiten. Péts En ik had een tik op mijn oor te pakken. “Wat is dat nou? Is dat mijn normaal zo lieve echtgenote?”
Joline giebelde. “En de groeten van Ma…” Ze typte snel op haar telefoon en ik keek wat ze schreef.
Opdracht uitgevoerd.'
Ik zuchtte diep. “Als jullie op deze manier gaan samenspannen Jolien… Zij begon met ‘mannetje van mijn dochter’. Pas toen reageerde ik met ‘lief schoonmoedertje van me’.”
Joline schoot in de lach. “Dat durf je écht niet als ze voor je staat, Kees. Maar ik begrijp het wel. ‘Mannetje van mijn dochter’… Wat denkt ze wel?” Ze wilde weer gaan typen, maar ik legde mijn hand op de hare. “Nu geen rare geintjes meer om maar het laatste woord te hebben, schat. We houden heel veel van die twee. Stuur maar iets liefs.” Ze keek me vragend aan.
“Schat, ik besef al tien maanden dat ik een uniek stel schoonouders heb. Jouw hele lieve moeder en een even sympathieke pa. En ja, die plagen we af en toe. Maar als wij morgen een dodelijk ongeluk krijgen, zou ik me in de hel een eeuwigheid lang kapot schamen als het laatste wat ze van ons merken, een appje is waarin we elkaar pesten.” Joline keek me lang aan. Toen zei ze zachtjes: “Jij houdt écht van die twee hé?”
Ik knikte. “Ja. Evenveel als van m’n eigen ouders. En niet alleen omdat ze jou hebben gemaakt tot wie je bent; als ik ze zonder jou had leren kennen, waren het ook hele goede vrienden geworden. Want dat zijn ze.” Ze sloeg een arm om me heen. “Je bent lief. En ik ga Ma even bellen.” Even later hoorde ik de stem van Tony.
“Dag schat. Wat lief dat je nog even belt. Is Kees alweer bij bewustzijn?”
We grinnikten, ik boog me naar de telefoon en zei:
“Ja hoor. Reanimeren kunnen ze hier ook prima. Maar Tony, zoals ik net tegen Joline zei: ik zou me in alle eeuwigheid kapotschamen als het laatste levensteken wat jullie van ons horen een stekelig of pestend appje is. En nee, we zijn niet van plan om zelfmoord te plegen; dat doe je niet op je huwelijksreis, maar wie weet denkt een andere weggebruiker er anders over. Ik wilde jullie even laten weten dat jullie, Rob en jij, me minstens even dierbaar zijn als Chantal en Karel. Dát wilde ik even gezegd hebben.”
Het was even stil, toen hoorde ik een zacht: “Dank je wel, Kees. Ik zal het doorgeven, ook aan Karel en Chantal, want die zijn hier nog. Zullen we dan de strijdbijl over begraven tot jullie weer terug zijn?”
“Prima plan, Tony. En dank voor je goeie zorgen; scheelt ons de eerste dagen veel kookwerk.”
Ze lachte.
“Graag gedaan. Het idee kwam overigens van Chantal, hoor, maar hebben de handel samen ingepakt en in de vriezer gestopt.”
“Chantal: Bedankt, lieve schat!” gilde Joline naast me.
“Zijn de steuntjes al uitgeklapt?” De stem van Rob Sr.
“Is de paus rooms, Pa?” Joline gniffelde.
“Welterusten voor straks; we melden ons wel weer. Tot nu toe hebben we heel veel plezier. Doeiii…”
Ze verbrak de verbinding en we keken elkaar aan. “Zo. Dat scheelt heel veel eeuwen branden in de hel, schatje.” Ze haalde haar schouders op. “Daar moest je toch al naar toe. Stookruimte 13, weet je nog? Daar lag jouw CV te branden. Zal wel een vrij langdurig vuurtje zijn…”
Ze glipte onder mijn handen vandaan. “Nee meneer, ik ben aan het eten opwarmen. Om de term ‘koken’ maar te vermijden. En jij dekt de tafel maar. En omdat we niet meer hoeven te rijden vanavond mag je er een glaasje wijn bij.” Even later zaten we te eten: de groenteschotel. En die smaakte nog steeds uitstekend. En na het eten werd de afwas gedaan; het sanitair was inderdaad niet het nieuwste, maar wel brandschoon. En na de afwas liepen we nog een uurtje door het bos aan de andere kant van de weg. Het was er heerlijk stil.
Eenmaal terug bij de camper zaten we hand in hand even uit te rusten. “Heerlijk, om met u mee te mogen op vakantie, meneer…” Joline had haar ‘meisjes-stemmetje’ weer gevonden en ze speelde ondeugend met haar schoentjes. Dan de ene bengelend aan haar voeten, dan de andere… “Ik vind het ook wel gezellig dat je mee wilde, Jolientje. En je ziet er heel lief uit. Wat denk je… Zullen we vanavond de tussenplank tussen onze bedjes er eens in leggen? Dan maken we er één groot bed van.”
Ze keek me aan. “Dat lijkt me wel spannend, meneer. Mag ik dan lekker tegen uw warme rug aan liggen?” “Jij mag overal liggen, Jolientje. Ik vind het heel fijn als je naast me ligt.” Het was even stil. “En onder u, meneer?” Ze had een vinger tegen haar lippen aan en keek onschuldig. “Weet je dat zeker? Ik weeg meer dan 80 kilo hoor.” Ze giechelde. “U kunt zich toch wel een beetje opdrukken?”
Ik boog me voorover, dicht naar haar toe. “Jolien… Wil jij nog wel ‘Jolientje’ zijn?” Ze keek me aan en het onschuldige was uit haar ogen verdwenen. “Kees, ik wil alles zijn wat jij wil. Jolientje? Ja. Wil je de ervaren mevrouw Jonkman? Dat mag ook. En ik zou nog een keertje de escort-girl zijn, weet je nog? En als jij liever met Joline Jonkman-Boogers wil vrijen… Graag. Met jou is het namelijk altijd heerlijk om te vrijen. Je verwent me, je laat me heerlijk klaarkomen… Bij jou voel ik me heerlijk vrouw. Je hebt dezelfde voorkeuren als ik: lekkere sexy lingerie, heerlijke natte sex, en als we klaargekomen zijn ben ik helemaal bevredigd. Afgelopen nacht ook weer. En telkens ontdekken we weer nieuwe dingen bij elkaar. Kees Jonkman: met jou hou ik het wel uit tot de Bingo, wees daarvan overtuigd.”
Ze zoende me, langzaam en teder. “Maar of ik in Huize Levensavond nog met volle overtuiging de rol van ‘Jolientje’ kan spelen… Dat weet ik niet.” We schoten samen in de lach. “Heerlijke meid! Ik hou van je, met je gekke humor!” Ik trok haar overeind en kuste haar. Even stonden we zo, armen om elkaar heen, zoenend…
“Kom knappe meneer. Jolientje wil graag met u vrijen.” Ik zette de stoelen onder de luifel en Joline nam de glazen mee naar binnen. Even stond ik nog rond te kijken. De andere gasten stonden met hun caravan aan de overkant van het veld, zo’n honderd meter bij ons vandaan. Die zouden ons echt niet horen. Bovendien zag ik in hun caravan het blauwe licht van een TV. Kees en Jolientje konden rustig leuke bedspelletjes spelen… Ik ging naar binnen en deed de deur dicht. De jaloezieën achter de voor- en zijruiten waren ook al dicht en Joline zat op het bankje achter de bijrijdersstoel. Er stonden twee glaasjes Jägermeister op tafel.
“Even loskomen, Kees”, zei ze met een knipoog…
Ze porde in mijn zij. “Kom, er uit. Het is half tien; ik wil niet dat de zussen ons er uit moeten halen.” “Laat die meiden ook eens genieten van een knappe vent in een boxer, schat.” Joline keek me aan. “Volgens mij heb ik dat een keertje geprobeerd en was jouw reactie niet écht positief, Kees Jonkman. Kortom: dat gaan we niet doen. Er uit, netjes aankleden en lekker in het zonnetje ontbijten.”
Ik kietelde haar onder de douche, wat een paar gilletjes opleverde en bonk op de muur. Joline schrok. “Fred?” “Ik denk het wel. Nu maar hopen dat alle tegels in hun badkamer er nog op zitten…” Ze giebelde. “Het valt me mee dat het kasteel niet is ingestort.” Na het afdrogen kleedden we ons aan. Ik trok een nette broek en een overhemd uit mijn koffer, Joline een wijde, rode rok en een lichtblauwe blouse.
En terwijl ik genietend toekeek trok ze een mooie huidkleurige panty aan met de tekening van klimop aan de buitenkant van haar benen. “Mooi! Daar wil ik wel eens in klimmen, mevrouw Jonkman!” Ze trok een preuts gezicht. “Gelukkig zit die plant niet aan de binnenkant van m’n benen. En mij nu even met rust laten, echtgenoot. Je vrouw moet zich even opmaken.”
Dat was snel gebeurd; toen gingen haar haren in een mooie staart. “Hebben we alles, Kees? Heeft het bed geen ál te duidelijke sporen van onze erotische avonturen?” Ik schudde het hoofd. “Nee hoor. We hebben vannacht toch netjes met de handjes boven het dekbed geslapen?” Joline giebelde. “Toen we eenmaal sliepen wel, Kees…” Ik grinnikte en pakte de koffers. “Kom, mooie bruid, ontbijten met die andere gekken.”
We liepen omlaag. Dezelfde receptionist stond in de hal. “Goedemorgen mevrouw, meneer. Goed geslapen?” Joline knikte. “Prima, dank u wel. En dankzij de dikke muren geen last van de buren gehad.” “Dat zal best. De muren zijn op sommige plaatsen anderhalve meter dik. Alleen tussen de badkamers zijn ze dunner om zo ruimte te maken voor de badkamers. Dat scheelde aan beide kanten bijna een meter.” Ik knikte. “Aha… dát verklaart iets.” Hij trok zijn wenkbrauwen op. “Hoezo meneer?”
“Wij stonden onder de douche even te dollen en vervolgens hoorden we een paar bonken op de muur van de badkamer… Meneer en mevrouw van Laar vonden er duidelijk wat van.” “Ja, die vonden er inderdaad wat van, meneer Jonkman! Als jij mijn lieve vriendin in de douche staat te pesten! Laat ik het niet meer horen!” Wilma stond achter me en keek dreigend. “Dank je wel schat, dat je het voor me opneemt”, lachte Joline. “Gelukkig liet hij de koude kraan dit keer met rust. Goeiemorgen Wilma. En Fred natuurlijk.”
Die was achter Wilma aangekomen. “Zijn de tegels in jullie badkamer nog heel, Fred?” Hij keek verwonderd. “Hoezo?” Joline giebelde: “Nou… als jij er dusdanig tegen aan staat te bonken dat wij het horen…” hij gromde: “Als jij zo’n herrie maakt op de vroege morgen terwijl ik me rustig sta te scheren, mevrouw Jonkman, laat ik dat even merken. Of was mijn bud weer bezig?” Joline knikte. “Ja. Maar dat mag hij nu. We zijn immers getrouwd? Kóm, naar buiten. Het zonnetje schijnt, lekker ontbijten jongens.”
Buiten zaten de zussen al aan hun thee. “Goedemorgen dames! Wat zien jullie er fris en fruitig uit!” En dat zagen ze ook. Allebei een fleurig geel jurkje aan, bescheiden opgemaakt, hun haren in een mooie staart…” Ze lachten. “Goedemorgen echtparen. We zullen maar even niet vragen hoe jullie geslapen hebben.” Margot keek ondeugend terwijl ze het zei. Charlotte gaf haar een tik op haar hoofd. “Hé zus! Da’s niet netjes! Ze vragen dat toch ook niet aan ons?” Ze gaven elkaar een knipoog en wij gingen zitten.
Een kan met thee en eentje met koffie werd gebracht door een serveerster. “Ik kom met drie minuten de rest van het ontbijt brengen, dames en heren. Even geduld alstublieft; de eitjes liggen al het kokende water.” Ze liep weer naar binnen en we waren weer alleen. Charlotte boog zich over de tafel. “Wij hebben het ook heel gezellig gehad met z’n tweeën, hoor…” Ze keek naar Wilma. “Of vertel ik nu iets nieuws?” Wilma schudde haar hoofd. “Nee hoor. Ik vermoedde al zoiets en gisteravond heb ik Fredje even uitgehoord. En mijn vermoedens bleken te kloppen. Wees blij dat jullie elkaar hebben, meiden."
Margot zei niets maar stond op en gaf Wilma een zoen. “Dank je wel. Jij bent ook een schat. Ondanks dat je met die lomperd getrouwd bent.” Fred keek dreigend. “Zit jij nou mijn kersverse echtgenote te verleiden, Margootje? Laat ik het niet merken!” Ze glimlachte liefjes. “Ik zeg er toch ook niks van als jij Kees staan te knuffelen, Fred?” Hij gromde nog wat onduidelijks, maar toen greep Wilma in. “Kom jongelui… De nacht evalueren we wel als we in Rhenen of Veldhoven zijn. Niet hier. Het is heerlijk weer, we zitten op een hele aangename locatie, zo meteen wordt er een ontbijtje gebracht… En we gaan op vakantie! Het leven is goed.”
Charlotte pruilde. “Jaja… op vakantie. En wie moeten de komende drie weken keihard doorbuffelen? Jawel: Lotje en Mar. En de beide echtparen zitten pontificaal in een camper in Noorwegen of een stacaravan op de Drentse heide. Het is oneerlijk verdeeld!” Joline giebelde. “Ik weet niet of er van ‘zitten’ veel sprake is, Lotje…” Wilma snoof. “Wat ik net zei over ‘nachten evalueren’ geldt ook voor de kersverse mevrouw Jonkman, denk eraan!” Joline trok een wenkbrauw op. “Vertel mij eens mevrouw van Laar: hoe kun nachten evalueren die zich nog moeten voltrekken? Of bent u wellicht voorzien van een glazen bol of een stel tarotkaarten?” Wilma zuchtte. “Oké, oké… Ik zeg al niks meer." Ze zette haar theeglas aan haar mond.
Ik keek haar aan. “Verstandige uitspraak, Wilma. Die hoor ik thuis niet zo vaak.” Een hak van een damesschoen kwam nogal stevig op mijn voet terecht. “Au! Gemene tut!” Joline keek me nadenkend aan. “Jij hoort thuis regelmatig verstandige uitspraken, mannetje. En die komen uit mijn mond, begrepen?” “Ja schat. Je hebt gelijk schat.” Een minachtend gesnuif was haar reactie. De serveerster kwam naar buiten met een karretje. “Zo dames en heren… uw ontbijt. Als er ergens iets tekort van is… Laat het even weten!” Joline keek naar de broodjes. “Ik denk dat u zo dadelijk nog een aantal broodjes erbij kunt leggen. We zijn met z’n zessen, dan zijn twaalf broodjes een beetje krap-an.”
De serveerster keek haar aan en vervolgens naar Fred en mij. “Misschien heeft u gelijk. Sorry, ik haal meteen een volgende lading.” Fred keek verongelijkt. “Waarom keek ze nou naar mij? Ze had beter naar Mar en Lot kunnen kijken. Zij zien eruit alsof ze het nodig hebben, ik toch niet?” Charlotte giechelde. “Ze heeft hoe dan ook wel mensenkennis, Fred.” Hij bromde, smeerde een broodje en hapte. De helft van het broodje was weg en drie seconden later volgde de andere helft. “Hé meneer mijn echtgenoot! Ga je je een beetje gedragen?” Wilma legde een hand op Fred z’n arm. Hij keek schuldbewust. “Sorry. Ik heb een beetje trek.” Wilma knikte. “Dat begrijp ik wel, maar je had me vannacht om vier uur… Ach, laat ook maar.”
Ze giechelde en keek ons aan. “We hebben bijzonder genoten van onze bruidssuite. Ik geloof dat ik de klok in Driel nog half vijf heb horen slaan.” Joline knikte. “Begrijp ik helemaal, hoor Wilma. ten slotte is ‘slapen’ verspilling van de tijd in je bruidssuite." En met een knipoog naar de zussen: "Om het woord 'zonde' in deze context maar even te vermijden.” Al kibbelend en geinend ontbeten we rustig in het zonnetje, tot Wilma op haar horloge keek. “Kóm echtgenoot van me. Dit is je laatste broodje, je hebt er nu zeven binnen. En twee eitjes. Da’s voorlopig wel genoeg. Wij gaan eens richting Malden, drinken bij Tony en Rob nog een bakje koffie en gaan dan richting Drenthe.”
Joline knikte. “Goed plan, Wilma. En dan gaan wij vanuit Malden naar Noorwegen en zien we elkaar over drie weken weer bij DT. Kom jongelui, spullen pakken.” Haar stem werd geaffecteerd. “Willen de chauffeuses de limousines voorrijden?” Charlotte en Margot gniffelden. “Zeker, mevrouw de barones.” Ze stonden op en liepen naar binnen. “Hé idioten… Dank jullie wel voor deze locatie om onze huwelijksnacht door te brengen. Dat was prima om onze bruiloften ‘in stijl’ te eindigen.” Joline klonk serieus.
Fred stond op, trok haar naar zich toe en zei: “We hebben óók genoten, Jo. En Kees. Nooit gedacht dat we zo’n bruiloft zouden hebben. Hele mooie, emotionele momenten, vreselijk gelachen en een pracht-locatie, bij jouw ouders in de tuin. Wij moeten jullie bedanken.” Hij omhelsde haar. Wilma trok mij naar zich toe en kuste me. “Daar kan ik me alleen maar bij aansluiten, Kees. Dank jullie wel.” “Kom lui. Groepshug!”
Even stonden we zo, op de binnenplaats van Kasteel Doorwerth, in de ochtendzon. Vier dolgelukkige mensen. “Zullen jullie voorzichtig zijn, daar in Noorwegen?” Wilma keek me aan en ik knikte. Joline ook. “En jullie genieten, daar in die sta-caravan in Drenthe!” Fred knikte. “Op één dag na, Jo. Overmorgen gaan we even bij Wilma’s moeder langs. Daar zien we beiden een beetje tegenop. Als ze weer stennis gaat maken…” Wilma knikte. “We hadden daar iets over afgesproken, Fredje. Jij houdt je grote mond dicht en ik doe het woord als het uit de hand loopt. En mocht het uit de hand lopen dan zijn we meteen wég. Ze gedraagt zich maar een keer.” Oeps… Dit zat best wel diep.
Wilma zag me kijken. “Geen zorgen maken, Kees. Ik heb vaker een dispuutje met haar gehad.” Ik trok aan haar arm. “Sterkte, meisje. Ik zie dat dit best diep zit.” Ze knikte. “Ja. Maar het gaat niet onze huwelijksreis vergallen, Kees.” Ondertussen stonden de auto’s voor de achterpoort van het kasteel. We bedankten het personeel van Kasteel Doorwerth voor de gastvrijheid, legden onze koffers in de auto’s en reden even later weg. Joline had haar bruidsboeket op schoot. “Nog even van genieten, Kees. Hebben wij bruiden een plannetje voor.”
Charlotte reed de Volvo nu en wij zaten achterin. Op de snelweg leunde Joline naar voren. “Lot… Als ik er niks mee te maken heb moet je het gewoon zeggen, maar… Hebben jullie een goeie nacht gehad?” Om Lot’s mond kwam een brede lach. “Dat mogen jullie vragen, Joline. Ja, wij hebben ook een heerlijke nacht gehad. Eerst lekker zachtjes liggen knuffelen met elkaar en op een gegeven moment hebben we jouw cadeautje tevoorschijn gehaald. Allebei hebben we een paar keer op ons kussen moeten bijten om het niet uit te gillen. En daarna lekker in bad gekropen, heerlijk liggen soppen en vervolgens in bed als een blok in slaap gevallen.” Ze giechelde. “Om een uur of twee.”
Joline keek mij aan. “Wij zijn wel bijzonder braaf, Kees. Wij lagen rond één uur al te slapen…” Ik pakte haar hand. “Luister liefje: wij hebben al wat langer een relatie en zijn bovendien iets ouder. En bedaagder. En bovendien: vanmiddag rijden we de poort uit, stoppen bij de eerste de beste camping, klappen de steuntjes van de camper uit en gaan…”
Verder kwam ik niet; Joline legde haar hand over mijn mond. “Stil jij. Anders ga je weer lopen bluffen en dan kan onze chauffeuse zich niet op het verkeer concentreren. Laten we het er maar op houden dat er de komende drie weken nog genoeg mogelijkheden zijn om ons bezig te houden.” Lot glimlachte. “Netjes gezegd, Joline. Maar dat geldt voor Mar en mij ook hoor… Op jullie bedje, in jullie geluiddichte slaapkamer. Waaroor dank, mede namens mijn lieve zus.”
Ik grinnikte. “Over drie weken ga ik Balou wel uithoren onder het genot van een paar borrels. Ben héél benieuwd wat die beer allemaal heeft gezien…” Van achter het stuur kwam de droge opmerking: “Ik denk dat Balou bijzonder zwijgzaam is naar jou toe, Kees. Als wij dat beest een beetje onder onze hoede nemen... Af en toe tussen ons in laten slapen…” “Niks ervan, Lot! Jullie gaan mijn beer niet verleiden. Mijn beer, begrepen? Ik heb besloten dat Balou meegaat naar Noorwegen. Om het beest te behoeden voor jullie verleidingskunsten, zeg maar. Zijn jullie helemaal belatafeld…”
Ik keek Joline aan. “Méén je dat? Balou mee naar Noorwegen?” Ze knikte. “Ja. Lekker zijn gebromd commentaar aanhoren. Om een of andere reden ben ik het laatste jaar op een andere manier aan Balou verslingerd geraakt dan al de jaren ervoor. Gek hé?” Charlotte gniffelde. “Ja, dat was wel te zien op die ene foto met Balou tussen je borsten, Joline…” Een pets op haar achterhoofd was de reactie. “Wil de chauffeuse zich uitsluitend bemoeien met het veilig en netjes door het verkeer loodsen van deze mooie Volvo? Dankuwelalstublieft.” Een grinnik volgde.
Al met al stonden we half uur later voor de poort in Malden en belde Charlotte aan. Ik hoorde haar zeggen: “Dág Tony. Ik kom een bruidspaar afleveren. En in de auto achter ons zit nog zo’n stel.” De poort zwaaide open en rustig reed Lot het pad op. Voor de deur stopte ze en trok het portier open. “Zo, mevrouw, meneer… Vanaf nu mag u zelf weer sturen.” Ze giechelde. “Het personeel gaat zich de komende weken met elkaar bezig houden.” We stapten uit.
Ik liep om de auto heen en gaf Charlotte een knuffel. “Dank je wel Lot, dat je wilde rijden. Normaal hou ik zelf liever de teugels in handen, maar jij rijdt prima. En zo konden wij lekker ontspannen.” Ze kleurde een beetje. “Da’s toch het minste wat we konden doen? En deze auto rijdt heerlijk.” Joline knuffelde haar ook. “Dank je wel, schat.” Ze giechelde ondeugend en ik voelde dat er wat aan kwam. Wilma en Fred kwamen naast ons staan, samen met Margot. Joline keek naar Wilma en knikte. Wilma nam het woord.
“Lot en Mar… In bepaalde kringen is het gebruikelijk dat de bruid aan het einde van de bruiloft het bruidsboeket over haar schouder gooit richting de gasten. En wie het boeket opvangt, is de gelukkige voor een volgende bruiloft. Jo en ik wilden het risico niet nemen dat bijvoorbeeld de tweeling een boeket zou vangen, want dat zou hun de studie kosten. En we gooien niet, maar we zouden graag zien dat jullie twee onze bruidsboeketten in ontvangst willen nemen. Als dank voor alle service van gisteren en vandaag. Alsjeblieft.” Ze overhandigde Margot haar bruidsboeket en Joline gaf Charlotte dat van haar. Knuffels volgden. Fred haalde zijn telefoon tevoorschijn en maakte snel wat foto’s.
De zussen lachten naar elkaar. “Tja, nou moeten we wel hé?” Joline zei zachtjes: “Er moet helemaal niks, meiden. Jullie tijd, jullie gelegenheid. Kom, naar binnen!” Tony opende de voordeur. “Welkom, lieve echtparen, welkom dames Bongers…” Ze keek ondeugend. “We zullen maar niet vragen naar jullie nachtrust. Dat zou wel eens als ‘nogal confronterend’ opgevat kunnen worden.” Binnen wachtten Rob Sr., Pa, Ma, Claar en Ton en Mel en Rob Jr. Melissa zat zoals gewoonlijk er niet mee.
“Hé tortelduifjes… Hebben jullie nog wat geslapen, of…” Ma keek haar bestraffend aan. “Mél! Gedraag je!” Joline lachte zachtjes. “Lieve zus van me… Als je wat ouder en rijper bent, en wat langer een relatie hebt, dan begrijp je wellicht dat het ook heerlijk is om helemaal voldaan naast elkaar in slaap te vallen…” Haar stem veranderde nu. “…in plaats van nog snel een wipje te maken met mijn oudste broer op de draaiende wasmachine terwijl hij staat te centrifugeren, rooie troela!”
Een lachsalvo volgde en Mel trok Joline naar zich toe. “Kom hier, gekke muts!” Beide meiden knuffelden elkaar. Ik keek naar Mar en Lot. Ook die lachten voluit. Gelukkig; een paar weken geleden zouden ze zich het liefst achter het behang hebben verstopt tijdens zo’n gesprekje. Bengel liet zich lekker aanhalen: eerst door Joline, toen door Wilma en Fred, daarna ging ze naar Lot en Mar. Ik werd als laatste begroet.
“Hé, mooie hond… Heb jij het naar je zin gehad gisteren?” Rob Sr. knikte. “Die heeft de dag van d’r leven gehad. Zoveel aandacht van iedereen… En zoveel hapjes. Vanmorgen liep ze weer in de tuin te snuffelen of er nog ergens iets was blijven liggen.” Tony werd praktisch. “Jongens… en meiden: zitten. Koffie?” We knikten. “Rob, jij zet je eigen bakje maar.” Mopperend kwam hij overeind en Joline zei: “De wasmachine staat in de bijkeuken, Rob. Moet ik Mel even met je meesturen?” Zijn hoofd kwam om de deur. “Hoeft niet. De zuster heeft vannacht haar zorgtaken op meer dan prima wijze op zich genomen.” Mel kleurde een beetje en wij lachten haar uit. “Goed van je, Mel…” Ik knikte haar toe en ze stak haar tong uit. “Rotjong.”
Tony kwam met de koffie binnen en Rob er achteraan. Met… een grote schaal met een deel van de bruidstaart. “Er was nog wat over jongens. En die moet op.” Wilma keek ons aan. “Weten jullie dat ik, behalve dat stukje wat me door Fred werd gevoerd, helemaal geen bruidstaart heb gehad?” Fred dacht na. “Verhip… ik ook niet! Daarna moesten we handjes geven en knuffels in ontvangst nemen en zo. Daarna was die taart weg…” Om Jolines mondhoeken kwamen lachrimpeltjes. “En je hebt niet eens luidkeels geprotesteerd of het personeel van de catering in elkaar gemept? Je wordt een beetje soft, Fred.” Hij gromde. “Kijk jij uit, mevrouw Jonkman?”
Charlotte hield hem een schoteltje voor. “Hier. Calorieën. Word je stil van. Voor ons ook wel eens prettig.” Hij keek haar lang aan. “Lotje… Een paar weken geleden had je dat niet durven zeggen.” Ze keek liefjes terug. “U mag dan een hele steile leercurve hebben, meneer van Laar, maar die hebben wij ook hoor.” Ik proestte bijna een hap taart over tafel. Joline en Wilma kregen het ook benauwd. Fred zei niets, keek alleen maar. Stomverbaasd. “Krijg nou wat…” was het enige wat hij kon uitbrengen. De rest van het gezelschap keek vragend.
Toen de gemoederen weer wat bedaarden vroeg Tony gedecideerd: “En nu wil ik het weten ook… Waarom deze collectieve lachbui?” Joline keek Wilma en Fred aan en die knikten. “Toe maar Jo…” Ze giechelde. “Zet eerst je koffie en je taart maar neer, anders kunnen we alsnog mensen reanimeren… Ik had tegen Kees wel eens de opmerking gemaakt dat zijn leercurve bij dansles niet zo steil is. Maar ja, hoe gaat dat? Hij reageerde natuurlijk met de opmerking dat het met zijn leercurve op andere gebieden best we goed zat. En dat ik die leercurve op sommige momenten best wel voelen kon.
Tijdens een van onze danslessen probeerde Fred mij niet teveel te confronteren met sommige delen van zijn anatomie. Maar ja… bij Latin American lukt dat niet altijd, dus ’s avonds thuis excuseerde hij zich daarvoor. Ik heb hem toen de les van jou, Ma, doorgegeven: onvermijdelijk. Natuur. Hou je niet tegen. Deal with it. En ‘m vervolgens verteld dat de leercurve van Kees op sommige momenten ook best steil is… Daarna konden we eventjes geen zinnig woord meer uitbrengen.”
Clara keek afkeurend. “Tot zover de degelijk getrouwde mevrouw Jonkman, Bsc. Nou nou, I’m rather impressed. En jullie waren zo’n goed voorbeeld voor deze dames?” Ze keek de zussen Bongers aan. Jullie kunnen beter bij ons logeren, meiden.” Melissa viel haar bij. “Lijkt me wel een goed plan. Kom ergens in de aankomende weken in ieder geval eens een weekend naar Wageningen. Lekker kletsen over die lui dáár…”
Ze wees naar ons en Charlotte keek vragend. “Meen je dat?” Mel en Claar knikten. “Ja. Gezellig. We hebben jullie leren kennen als leuke meiden. Lijkt ons hartstikke tof.” Lot en Mar keken elkaar aan. “Oké, doen we!” Tony zei droog: “Nou, dan zal ik de burgemeester van Wageningen maar inlichten over dat weekend… Moeders, hou je zonen binnen en zo.”
Al geinend ging de tijd best snel, maar op een gegeven moment keek Joline me aan. “Kees… Wij moeten nog een camper inpakken.” En Fred vulde aan: “En wij gaan langzamerhand eens richting Drenthe.” Rob Sr. knikte. “Ja, dames en heren: wegwezen jullie. Jullie hebben een huwelijkreis te vieren. En wij willen een beetje uitpuffen van een gigantisch feest.”
Fred en Wilma namen afscheid. “Tony en Rob: hartelijk dank dat we ons trouwfeest hier mochten geven. We hebben genoten!” Fred knuffelde Tony; Wilma sloeg haar armen om Rob Sr. heen en zoende hem uitbundig. “Jongens, jullie zijn hier altijd welkom, denk er aan. Jullie hebben ons dochtertje en onze schoonzoon uit de penarie geholpen; dat vergeten we niet.” Tony keek hen lief aan. Wilma omarmde Tony. “En dank je wel voor je prachtige cadeau, Tony. Jullie receptenboekje. Ik zal het graag gebruiken. En aanvullen. Want zo’n traditie moet voortgezet worden.” Even later zwaaiden we hen uit.
“Zo, mevrouw Jonkman. Nu moeten wij nog even aan het werk. Camper inruimen en gereedmaken voor vertrek. Dames, heren… Wilt u ons even excuseren?” “Het meeste staat en ligt er al in, hoor. Inclusief receptenboek. Dan hebben we vanmorgen al voor jullie gedaan.” Tony en Ma lachten. “We hebben de koffers van Joline maar dichtgelaten; wisten niet zeker of daar wat dingen in zouden zitten die voor onze ogen bestemd waren…” Ma keek ondeugend. “Maar ze staan netjes vastgezet achterin de bagageruimte.”
We liepen naar de camper, die al voor de garage stond. “Hij heeft twee weken geleden nog een beurt gehad, Kees. Alles zou prima in orde moeten zijn. De tank is vol, accu’s ook, dus jullie kunnen zó op weg.” Rob keek me aan en ik schudde zijn hand. “Dank je wel, Rob.” Joline klom de camper in en in hoorde een gil. “Wat is er schat?” “Kom even kijken, Kees… We hebben een passagier!” Ik liep naar binnen en op het bankje achter de bestuurdersplaats zat, keurig in de gordels: Balou.
Ik zette mijn ‘Balou-stem’ op. “Jullie denken toch zeker niet dat ik hier blijf, Jolientje?” Ze keek naar Tony. “Maffe mama…” Onze koffers gingen ook in de bagageruimte, we controleerden of alles vastzat. Toen was het tijd om afscheid te nemen. Dat duurde natuurlijk even; bij Ma kwamen een paar tranen op haar wangen. “Kom lieve moeder… Over drie weken zijn we terug. Dan mag je je meer dan volmaakte zoontje weer in je armen sluiten.” Achter mijn rug hoorde ik Tony proesten. “Arrogante macho!”
Mel en Claar vlogen me om de hals. “Pas je goed op Joline, broertje? We willen haar graag in goede gezondheid terugzien.” Mel keek me diep in de ogen. “Even zonder dollen, Kees: Ben je gelukkig?” Ik knikte. “Ja, schat. Met een hartstikke lieve vrouw, maar ook een hartstikke fijne familie. En schoonfamilie. Waar wij allebei vreselijk van houden.” Ze trok me naar zich toe en kuste me lief. “Dank je wel, grote broer. Voorzichtig zijn met Jo.”
Als laatste gaven we de zussen Bongers een knuffel. Joline zei: “Voel je thuis in Veldhoven, schatten. En denk er aan: goed eten, anders krijgen wij op onze kop van dokter Albers.” Even zweeg ze en zei ten ondeugend: “En sterkte dat weekend in Wageningen, bij die twee rooie draken.” Ook Bengel kreeg de aandacht die ze verdiende en toen stapten we in. “Veel plezier!” “Denk aan de steuntjes!” “Geniet ervan jongens!” En met een korte tik op de claxon reed ik rustig de helling af naar de poort. Die zwaaide open en we reden de tuin uit.
“Zo mevrouw Jonkman-Boogers... Huwelijksreis-geluiden maken!” Joline gniffelde. “Ik weet nog steeds niet hoe de vering piept als we liggen te wippen, meneer Jonkman.” “Dat gaan we vanavond eens uitgebreid testen dan. Heb ik zin in.” En met m’n Balou-stem: “Oh nee hé… En daar moet ik drie weken lang getuige van zijn? Jolientje, heb je tampons bij je? Dan kan ik die in m’n oren stoppen, ’s nachts.” “Niet miepen beer. Wees blij dat Kees z’n bugel niet bij zich heeft.” Ik grinnikte en meteen keek Joline me aan. “Kees?” Ik wees naar achteren. “Kijk straks maar even onderin de klerenkast. Daar staat een nogal bekende bugel-kist. Heeft mijn Pa er in gezet. ‘Voor als je ergens langs een mooie fjord staat of ’s ochtends om vijf uur een serenade wil brengen aan je lieve vrouw’, zei hij.” Joline keek twijfelend. “ ’s Ochtends om vijf uur? Dan komen er panty’s in actie, meneer Jonkman. Om je nek, denk er goed aan!”
We grinnikten samen en ik legde een hand op Joline’s been. “Hé, mooie echtgenote… Heb je er zin in?” Ze knikte. “Ja, schat. Lekker drie weken op pad naar het mooie Noorwegen… Met mijn stoere en knappe echtgenoot. En mijn lieve beer… Jammer dat Bengel niet mee kon, dan was het feest compleet geweest.” Balou bromde. “Bengel… Rotbeest. Slijmbal. Oh oh, wat ben ik een brave hond… En ondertussen maar grommen tegen mij. Achterbaks kreng.”
Joline giechelde. “We zullen Bengel maar niet te veel onderwerp van gesprek laten zijn. Maar: hij was gisteren een voorbeeldige hond. Heeft me toch maar mooi, samen me Pa, naar jou gebracht.” “Het was een prachtig gezicht, Joline. Zoals hij af en en toe naar jou opkeek toen jullie in Villa Klein Heumen op me af kwamen lopen…” Ik moest glimlachen bij de herinnering en Joline zag dat. “Dat heeft je echt wat gedaan, hé Kees?” Ik knikte. “Ja. Jouw Pa die apetrots was op z’n mooie dochter… Bengel die jou zo mooi in de gaten hield… Ik hoop dat Marion daar een paar mooie foto’s van heeft gemaakt.” Ze glimlachte. “Ik weet het niet. Had op dat moment even mijn aandacht op iemand anders. Mijn knappe vent, die daar stond te wachten.”
Rustig kletsend reden we noordwaarts. Voorbij Staphorst, bij knooppunt Lankhorst richting Hoogeveen en bij Hoogeveen richting Duitse grens bij Zwartemeer. Bij de grens nam Joline het stuur over. “Nu is het nog rustig op de weg, Kees. Kan ik er weer even inkomen!” En met een blik opzij naar mij gromde ze: “Jij nog niet. Je hebt je beurt vannacht gehad!” En even later de 402 op in oostelijke richting naar Cloppenburg en dan noordwaards richting Bremen. Iets voorbij het Bremer Kreuz stopten we in een bos, iets van de snelweg, voor een bak koffie en een late lunch. Lekker, naast de camper zittend, even ontspannen.
Na de lunch stond Joline op en rekte zich uit. Armen omhoog… haar rok ging mee omhoog. “Wat een mooie benen zie ik daar… Daar wil ik meer van weten, meisje!” Ik streelde de binnenkant van Joline’s benen. In tegenstelling tot wat ik verwachtte, bleef ze staan. Haar ‘meisjesstem’ zei: “U doet dat best goed, meneer… Kunt u mijn andere been ook zo strelen?” “Dat kan ik best, meisje, maar blijf jij dan ook zo staan? Je bent vreselijk mooi om naar te kijken en te strelen…”
“Als u zo doorgaat, blijf ik wel staan, meneer.” Langzaam streelde ik haar benen, steeds een stukje hoger. Mijn armen duwden haar rokje ook omhoog en even later stond ik haar slipje te strelen: op een landweggetje in een Duits bos. Joline leunde tegen me aan. “Hier heb ik veel over gefantaseerd, meneer. Lekker in een bos me heerlijk laten verwennen door een stoere man die daar goed in is.” Ik fluisterde in haar oor: “Ja? Lekker hé? Maar we kunnen ook de camper ingaan en daar verder gaan. Er staat een heel lekker bedje…”
Verder kwam ik niet: we hoorden vrij dichtbij een auto starten en bliksemsnel trok Joline haar rok omlaag en schoof mijn handen van zich af. Binnen een seconde was ze bezig om brood, beleg en de melk van tafel te pakken en in de camper te zetten. Ik grinnikte: haar preutsheid kwam weer boven. Een halve minuut later kwam er een auto van de Duitse tegenhanger van Staatsbosbeheer het pad af. Twee man er in die vriendelijk zwaaiden en doorreden. “Klap jij de tafel en de stoelen even in, Kees?”
Onaangedaan, alsof er niets gebeurd was, stond Joline in de deuropening van de camper. Er was absoluut niets over van het ‘jonge meisje’ wat even daarvoor nog heftig tussen haar benen betast werd. Eerder stond daar de koele, immer efficiënte receptioniste. Alleen nu in vrijetijds-kleding. Ik bleef grinniken terwijl ik het tuinmeubilair opborg. Met de berging achterin op slot en de gasfles dicht stapte ik de camper weer in. Joline keek me wantrouwend aan. “Jij hebt een gemene grijns op je gezicht, Kees…”
Ik omhelsde haar. “Ik genoot van het feit dat ik eerst een jong onschuldig ding over haar panty en slipje mocht strelen en nog geen dertig seconden daarna de immer onfeilbare receptioniste van een zeker kantoorgebouw in Gorinchem kon aanschouwen, toen ze, staand in de deuropening twee Duitse heren vriendelijk toezwaaide.” Joline glimlachte. “Ik ben blij dat ik zelfs jou om de tuin kon leiden met mijn ‘Miss Efficiency 2018-blik’. Dan zullen die heren in ieder geval geen benul hebben van het feit dat je dertig seconden daarvoor mijn poesje wel heel erg stond te verwennen, schatje.”
Ze kuste me. “En ik vond het heerlijk: even het onschuldige, maagdelijke Jolientje uithangen, in plaats van de oh, zo drukke mevrouw Jonkman-Boogers met al haar verantwoordelijkheden.” Ik begon te grijnzen en zei met m’n Balou-stem: “Jaja… het onschuldige, maagdelijke Jolientje hé? Die maagdelijkheid was met de steel van de haarborstel snel verdwenen, Jolientje! En later, met je batterij-vretende vriendje ging je nog veel m…” KLÉTS Balou kreeg een tik tegen z’n kop.
“Tot hier, beer! En niet verder, anders trap ik je op de Autobahn, precies op de brug over de Elbe het raam uit!” De beer zweeg, waarschijnlijk zwaar onder de indruk van het dreigement en Joline draaide zich naar me om. “Waar waren we gebleven? Oh ja… Wil jij verder rijden, Kees? Ik heb het even gehad. Hoe lang moeten we nog?” “We ‘moeten’ niks, schat. Als we het rijden een beetje zat zijn, kijken we op de kaart, zoeken een camping uit en melden we ons daar. Simpel. We zitten nu iets onder Hamburg, daar wil ik sowieso doorheen zijn voordat de spits begint. Hoewel… het is zaterdag. Spits zal wel meevallen. En eenmaal door Hamburg heen is het kompasstand nul graden oftewel pal noord, de A7 op richting Denemarken. We zien wel hoe ver we komen; maandagmiddag vertrekt de boot.”
Hamburg was pittig om doorheen te rijden; ondanks dat het zaterdag was, was het druk en er werd weinig gezegd, behalve aanwijzingen over andere voertuigen. En aan de noordkant van de brug over de Elbe werd de Autobahn verbouwd; van drie rijstroken ging het vrij plotseling over naar twee, waarvan de linker alleen geschikt was voor personenauto’s. Het was dan ook een opluchting toen, zo’n twintig kilometer ten noorden van Hamburg de ‘Baustelle’ ten einde was en we weer gewoon konden rijden. Joline pakte haar Ipad. “Ik ga eens op zoek naar een geschikte camping, Kees. Hoever wil je nog rijden?” Ik dacht even na. “Als het even kan wil ik het Noord-Oostzeekanaal over zijn, misschien nog een stukje verder richting Denemarken. Een uurtje of twee maximaal. En over een uurtje nog even een korte sanitaire stop en wat drinken.” Ze knikte. “Ik ga even zoeken.”
Een tijdje later draaide ik de snelweg af, een parkeerplaats op. “Nu even wat drinken en de benen strekken, schat.” Een twijfelachtige blik kwam mijn kant uit. “Als jij maar niet denkt dat Jolientje haar benen net zo gaat strekken als bij de vorige stop, meneertje.” Ik zette de motor uit, draaide mijn stoel naar haar toe en zei: “Nee, dan zou ik teveel concurrentie hebben hier.” De parkeerplaats stond redelijk vol met trucks.
We gingen even naar het toilet, liepen even buiten rond en een kwartier later reden we verder. “Je moet afslag 4 hebben, Kees. Tarp. Ik zet het adres van de camping wel even in de Tomtom, dan kun jij lekker doorrijden.” Mevrouw Tomtom zei even later dat we nog 30 kilometer van onze bestemming waren. Joline belde de camping op om te informeren of er nog plaats was en ik hoorde een meneer met een behoorlijk noord-Duits accent zeggen dat het ‘kein Problem’ was. Wat later reed ik de afslag af: op de T-splitsing rechtaf, 2e weg rechts, een dorpje door en even later stonden we op het terrein van Campingplatz Süderholz.
We werden welkom geheten door een grote Doberman: al kwispelend liep hij op ons af toen we uitstapten en bij Joline ging hij meteen op z’n rug liggen. “Ha! Je hebt meteen al een bewonderaar, schat!” Eenmaal ingecheckt mochten we een plekje uitzoeken en op aanraden van Joline reed ik de camper naar achteren op het veldje. “Dan hebben we morgenochtend meteen zon, Kees!” Het was weer even wennen: Steuntjes uitdraaien om de camper waterpas te zetten, luifel uitdraaien en vastzetten, stoelen en tafeltje neerzetten, gasfles open, stroom aansluiten… Je bent er zo een kwartiertje aan kwijt.
Joline kwam terug van het toiletgebouw. “Vrij oud, maar wel brandschoon Kees.” “Hetzelfde als ik dus”, zei ik droog en ze keek me aan. “Ja, bijna. Kom, even zitten, ontspannen en genieten voor ik ga koken.” De hond kwam naar ons toe gelopen en begon ons uitgebreid te besnuffelen. “Tja, jij ruikt Bengel natuurlijk. Sorry, die hebben we thuisgelaten!” Met mijn bromstem antwoordde ik: “En dat is maar goed ook. Over het paard getild kreng.” Joline lachte zachtjes. “Balou lijkt wel een grammofoonplaat met een kras erop.”
De Doberman hoorde blijkbaar iets bij de ingang, want hij liep plotseling weg. “Zeker bang voor teddyberen”, zei Joline met een lachje. Het was stil op de camping. Er stond nog één auto met een caravan aan de andere kant van het veldje, voor de rest was het leeg. Rustig dronken we ons sapje, even genietend van de rust. Ondanks dat de snelweg redelijk dichtbij was, hoorde je ‘m alleen maar als zacht gezoem in de verte. Voor de rest: rust. Een paar kwetterende vogels, in de verte een specht… Langzaam voelde ik de spanning van het rijden uit m’n systeem zakken. Heerlijk.
“Ik ga eens koken, Kees. Nou ja, koken… Ma heeft wat restjes van gisteren in de vriezer gedaan, de schat. Volgens mij kunnen we daarmee tot in Noorwegen komen zonder van de honger te sterven.” Ik werd nieuwsgierig en liep mee. De vriezer wat redelijk vol met etenswaren in plastic. En op elk zakje een sticker met wat er in zat. “Die schoonmama van mij is best wel een lief mens. Zorgt goed voor haar dochtertje en kersverse schoonzoon.” Joline keek me aan. “Als jij dat nou eens laat weten via een lief appje… Maar zonder de term schoonmoeder, anders moet zuster Melissa aanwezig zijn als we terugkomen!” Ik gniffelde, pakte mijn telefoon en schreef een appje.
‘Lieve Tony. We zijn zojuist aangekomen op een kleine camping dicht onder de Deense grens. Ik werd door mijn lieve echtgenote er op geattendeerd dat jij de vriezer wel heel erg vol had geladen. Dank je wel; als je tijdens de overtocht naar Noorwegen op een of ander onbewoond eiland stranden, hebben we ten minste nog voor veertien dagen voedsel. Dank voor je goeie zorgen! Groet, Joline en Kees.’ Een smiley van een paar zoenlippen er achteraan… en ik drukte op ‘send’.
Een minuut later kwam er een piepje. Antwoord van Tony.
'Als het maar niet ‘Temptation Island’ is, want dan ga je wat beleven, mannetje van mijn dochter!'
Dat kon ik niet op me laten zitten.
Lief schoonmoedertje van me: met die dochter van jullie in de buurt is het één en al temptation, dat begrijp je toch wel?' Het bleef stil op de app.
Even later kwam Joline naar buiten. Péts En ik had een tik op mijn oor te pakken. “Wat is dat nou? Is dat mijn normaal zo lieve echtgenote?”
Joline giebelde. “En de groeten van Ma…” Ze typte snel op haar telefoon en ik keek wat ze schreef.
Opdracht uitgevoerd.'
Ik zuchtte diep. “Als jullie op deze manier gaan samenspannen Jolien… Zij begon met ‘mannetje van mijn dochter’. Pas toen reageerde ik met ‘lief schoonmoedertje van me’.”
Joline schoot in de lach. “Dat durf je écht niet als ze voor je staat, Kees. Maar ik begrijp het wel. ‘Mannetje van mijn dochter’… Wat denkt ze wel?” Ze wilde weer gaan typen, maar ik legde mijn hand op de hare. “Nu geen rare geintjes meer om maar het laatste woord te hebben, schat. We houden heel veel van die twee. Stuur maar iets liefs.” Ze keek me vragend aan.
“Schat, ik besef al tien maanden dat ik een uniek stel schoonouders heb. Jouw hele lieve moeder en een even sympathieke pa. En ja, die plagen we af en toe. Maar als wij morgen een dodelijk ongeluk krijgen, zou ik me in de hel een eeuwigheid lang kapot schamen als het laatste wat ze van ons merken, een appje is waarin we elkaar pesten.” Joline keek me lang aan. Toen zei ze zachtjes: “Jij houdt écht van die twee hé?”
Ik knikte. “Ja. Evenveel als van m’n eigen ouders. En niet alleen omdat ze jou hebben gemaakt tot wie je bent; als ik ze zonder jou had leren kennen, waren het ook hele goede vrienden geworden. Want dat zijn ze.” Ze sloeg een arm om me heen. “Je bent lief. En ik ga Ma even bellen.” Even later hoorde ik de stem van Tony.
“Dag schat. Wat lief dat je nog even belt. Is Kees alweer bij bewustzijn?”
We grinnikten, ik boog me naar de telefoon en zei:
“Ja hoor. Reanimeren kunnen ze hier ook prima. Maar Tony, zoals ik net tegen Joline zei: ik zou me in alle eeuwigheid kapotschamen als het laatste levensteken wat jullie van ons horen een stekelig of pestend appje is. En nee, we zijn niet van plan om zelfmoord te plegen; dat doe je niet op je huwelijksreis, maar wie weet denkt een andere weggebruiker er anders over. Ik wilde jullie even laten weten dat jullie, Rob en jij, me minstens even dierbaar zijn als Chantal en Karel. Dát wilde ik even gezegd hebben.”
Het was even stil, toen hoorde ik een zacht: “Dank je wel, Kees. Ik zal het doorgeven, ook aan Karel en Chantal, want die zijn hier nog. Zullen we dan de strijdbijl over begraven tot jullie weer terug zijn?”
“Prima plan, Tony. En dank voor je goeie zorgen; scheelt ons de eerste dagen veel kookwerk.”
Ze lachte.
“Graag gedaan. Het idee kwam overigens van Chantal, hoor, maar hebben de handel samen ingepakt en in de vriezer gestopt.”
“Chantal: Bedankt, lieve schat!” gilde Joline naast me.
“Zijn de steuntjes al uitgeklapt?” De stem van Rob Sr.
“Is de paus rooms, Pa?” Joline gniffelde.
“Welterusten voor straks; we melden ons wel weer. Tot nu toe hebben we heel veel plezier. Doeiii…”
Ze verbrak de verbinding en we keken elkaar aan. “Zo. Dat scheelt heel veel eeuwen branden in de hel, schatje.” Ze haalde haar schouders op. “Daar moest je toch al naar toe. Stookruimte 13, weet je nog? Daar lag jouw CV te branden. Zal wel een vrij langdurig vuurtje zijn…”
Ze glipte onder mijn handen vandaan. “Nee meneer, ik ben aan het eten opwarmen. Om de term ‘koken’ maar te vermijden. En jij dekt de tafel maar. En omdat we niet meer hoeven te rijden vanavond mag je er een glaasje wijn bij.” Even later zaten we te eten: de groenteschotel. En die smaakte nog steeds uitstekend. En na het eten werd de afwas gedaan; het sanitair was inderdaad niet het nieuwste, maar wel brandschoon. En na de afwas liepen we nog een uurtje door het bos aan de andere kant van de weg. Het was er heerlijk stil.
Eenmaal terug bij de camper zaten we hand in hand even uit te rusten. “Heerlijk, om met u mee te mogen op vakantie, meneer…” Joline had haar ‘meisjes-stemmetje’ weer gevonden en ze speelde ondeugend met haar schoentjes. Dan de ene bengelend aan haar voeten, dan de andere… “Ik vind het ook wel gezellig dat je mee wilde, Jolientje. En je ziet er heel lief uit. Wat denk je… Zullen we vanavond de tussenplank tussen onze bedjes er eens in leggen? Dan maken we er één groot bed van.”
Ze keek me aan. “Dat lijkt me wel spannend, meneer. Mag ik dan lekker tegen uw warme rug aan liggen?” “Jij mag overal liggen, Jolientje. Ik vind het heel fijn als je naast me ligt.” Het was even stil. “En onder u, meneer?” Ze had een vinger tegen haar lippen aan en keek onschuldig. “Weet je dat zeker? Ik weeg meer dan 80 kilo hoor.” Ze giechelde. “U kunt zich toch wel een beetje opdrukken?”
Ik boog me voorover, dicht naar haar toe. “Jolien… Wil jij nog wel ‘Jolientje’ zijn?” Ze keek me aan en het onschuldige was uit haar ogen verdwenen. “Kees, ik wil alles zijn wat jij wil. Jolientje? Ja. Wil je de ervaren mevrouw Jonkman? Dat mag ook. En ik zou nog een keertje de escort-girl zijn, weet je nog? En als jij liever met Joline Jonkman-Boogers wil vrijen… Graag. Met jou is het namelijk altijd heerlijk om te vrijen. Je verwent me, je laat me heerlijk klaarkomen… Bij jou voel ik me heerlijk vrouw. Je hebt dezelfde voorkeuren als ik: lekkere sexy lingerie, heerlijke natte sex, en als we klaargekomen zijn ben ik helemaal bevredigd. Afgelopen nacht ook weer. En telkens ontdekken we weer nieuwe dingen bij elkaar. Kees Jonkman: met jou hou ik het wel uit tot de Bingo, wees daarvan overtuigd.”
Ze zoende me, langzaam en teder. “Maar of ik in Huize Levensavond nog met volle overtuiging de rol van ‘Jolientje’ kan spelen… Dat weet ik niet.” We schoten samen in de lach. “Heerlijke meid! Ik hou van je, met je gekke humor!” Ik trok haar overeind en kuste haar. Even stonden we zo, armen om elkaar heen, zoenend…
“Kom knappe meneer. Jolientje wil graag met u vrijen.” Ik zette de stoelen onder de luifel en Joline nam de glazen mee naar binnen. Even stond ik nog rond te kijken. De andere gasten stonden met hun caravan aan de overkant van het veld, zo’n honderd meter bij ons vandaan. Die zouden ons echt niet horen. Bovendien zag ik in hun caravan het blauwe licht van een TV. Kees en Jolientje konden rustig leuke bedspelletjes spelen… Ik ging naar binnen en deed de deur dicht. De jaloezieën achter de voor- en zijruiten waren ook al dicht en Joline zat op het bankje achter de bijrijdersstoel. Er stonden twee glaasjes Jägermeister op tafel.
“Even loskomen, Kees”, zei ze met een knipoog…
Lees verder: Mini - 218
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10