Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 02-11-2022 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 3265
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 45 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Romantiek,
Donderdag Deel 4, Slot
Verteld door: Rosalie en Julia

Ik had mijn armen om haar heen geslagen en was niet van plan haar ooit nog los te laten. Haar vingers en handen streelden over mijn lijf en kriebelden in mijn haar. Ik werd er altijd zo rustig van als ze dat deed. Ik duwde mijn neus in haar nek, hield mijn ogen dicht en verstopte me voor de wereld. Ik kon een geeuw niet onderdrukken waarna ik zuchtte.
“Ik zie en hoor dat je moe bent, lieverd.”
“Hm, een beetje”, bekende ik mompelend in haar nek. Mijn lippen raakte haar huid aan.
“Dan stoppen we met spelen…”
“Nee!” gilde ik alsof ik zojuist iets kostbaars in de wc had laten vallen. Ik liet ons stilstaan.
“Rustig maar, wat kijk je verschrikt. Wat is er aan de hand, Rosalie?”
Ze bleef gewoon kalm, haar stem was laag en teder.
“Ik, ik, ik wil nog even doorspelen…Ik vind het zo gezellig met je.”
Ze glimlachte vriendelijk en duwde mijn hoofd zachtjes weer tegen haar schouder aan. Ik voelde hoe haar tepels tegen mijn borst aandrukten. Onze heupen raakte elkaar lichtjes.
“Ik vind het ook gezellig met jou. Ik ga nog niet weg, Rosalie.”
Ze liet haar vingers weer rustgevend over mijn rug op en neer gaan. Ze vond het gezellig met me. Dat was een gevoel, ze liet haar gevoel toe!
“Ik ben hier ook niet gekomen om te spelen. Ik ben hier om voor je te zorgen. Ik, als jouw Domina, zorg voor jou. Dat staat in ons contract en ook in dat boekwerk wat ik je had gegeven…Je moet morgen weer werken, het is al laat op de avond, we hebben even gezellig gespeeld, waarvoor mijn dank. Maar voor nu is het genoeg geweest.” Zei ze en liet haar handen kort over mijn billen gaan.
Ik tilde mijn hoofd op en we keken elkaar onbewogen aan. Ze keek zo liefdevol naar me.
“Sor…ik vind het vervelend dat ik zo raar reageerde.” Zei ik en durfde haar daarna niet meer aan te kijken. Ik liet mijn hand via haar schouder naar beneden gaan. Mijn vinger trok voorzichtig het litteken wat ze boven haar borst had, over. Ik voelde me stom door de manier waarop ik me gedroeg soms. Ik schaamde me kapot dat ik als een soort klein kind van wie het snoep werd afgepakt, had gereageerd. Gedurende deze ongemakkelijke stilte liet ik mijn vingers ondertussen haar huid meer verkennen. Voelde haar tepelhof en streelde de tepel voorzichtig.

Haar hand tilde mijn kin op en ik kon haar alleen maar schuldig aanstaren. Ik voelde druppels water op mijn onderlip en in mijn mond vallen. Haar ogen hadden een fonkeling en het groene licht in de douche leek de groene tint van haar ogen alleen maar te versterken van kleur. Haar gezicht was nat maar haar make-up was, anders dan de mijne, niet uitgelopen.
“Je hoeft bij mij niet in paniek te schieten, Rosalie. Je kunt gewoon vrijuit praten of dingen vragen.” Ze gaf me een kus op mijn voorhoofd. Ze hield mijn kin nog vast tussen haar vingers en bracht haar lippen op de mijne. Een tedere zachte en lange kus waarbij ik mijn handen in haar haar en bij haar oor hield. Ik voelde haar nagels over mijn billen gaan. Bij het loslaten van onze lippen ging ze met haar duim over mijn onderlip en hield die daar. Mijn kin werd ondersteund door het kuiltje van haar hand. Dat maakte gek genoeg een bijzonder gevoel in me los. Ik ben van jou, doe met me wat je wil, dacht ik. Ik hield mijn adem in.
“Ik hou er alleen niet van als er tegen me gelogen wordt.” Zei ze ernstig kijkend. Ik knikte voorzichtig. Haar duim en hand verdween jammer genoeg weer.

Ze maakte aanstalten om de kraan uit te zetten.
“Blijf je slapen?” vroeg ik en sloeg snel mijn armen om haar nek.
“Nee, dat weet je.”
“Waarom niet?” ik trok een pruillipje waardoor ze moest glimlachen.
Ik voelde een hand in mijn zij en de andere ging over haar gezicht.
“Ik weet het goed gemaakt…” ze wees met haar wijsvinger belerend naar me.
“Ik blijf tot klokslag twaalf uur. Dan is deze dag voorbij en ben je niet in je eentje in slaap gevallen.”
“Wie zegt dat ik in slaap val, ik kan nog wel wakker blijven tot twaalf uur hoor. Net als vroeger, voor het vuurwerk met oud en nieuw.”
Ze lachte iets.
“Wat?” vroeg ik verontwaardigd. Ik snapte niet wat er grappig aan was.
“Jij zou zo’n goede little zijn.”
“Hoezo?”
“Omdat er een kind in je zit wat naar buiten wil. Af en toe durft het eruit te komen, als je je op je gemak en ontspannen voelt. Een meisje dat wil spelen. Een meisje dat wil plagen. Een meisje dat aandacht wil. En soms gewoon een meisje dat wil knuffelen en zich geen zorgen hoeft te willen maken.”
Wilde ik weer kind kunnen zijn? Mijn gelukkigste tijd met mijn vader en zonder veel zorgen.
Ik had mijn hoofd snel weer op haar schouder gelegd en een hand om haar middel geslagen. Mijn andere hand lag op haar borst. Langzaam liet ik mijn hand naar de zijkant glijden en kneep in haar zij, zoals ze ook bij mij had gedaan. Geen reactie. Ik probeerde het zowel hoger als lager maar niks.
“Lukt het?” vroeg ze geamuseerd.
“Nee…Voel jij dit wel?”
“Ik voel je hand daar, inderdaad. Maar ik zei al, ik kan tegen kietelen.”
“Verdorie.”
“Maar als ik het bij jou doe…”
Ik begon al te gniffelen zonder dat ze haar handen had verplaatst. Ik keek haar aan en zag de speelsheid in haar ogen. Een vlaag van warmte en fijne angst waaide door mijn lijf. Ze drukte haar lippen op mijn wang en blies haar adem uit. Ik begon te lachen. Ze deed het nog een keer maar dan in mijn nek en omdat ze me omarmd had met haar sterke armen, kon ik geen kant op.
“Dat kietelt!”
“Ik zie het…En hier…”
“Daar oooooook!” ik kreeg spontaan te slappe lach.
Al blazend ging haar mond over mijn schouder en arm. Ik kon alleen maar lachen. Verzetten had geen zin. Ze pakte mijn arm vast en tilde hem iets omhoog. Ik volgde haar bewegingen en zag wat ze deed. Het kietelde, elke keer als haar warme adem met hoge druk op mijn huid geblazen werd en haar lippen er op trilde. Vooral in mijn elleboogholte. Toen ze bij mijn hand was aangekomen blies ze daar hard in waarna ze hem dichtvouwde.
“Een luchtkusje om te bewaren.” Zei ze en keek me liefdevol aan. Mijn gegiechel hield langzaam op. Ik bracht mijn arm, met het kusje nog in mijn hand, rond haar nek en drukte mijn neus tegen de hare. Ik deed mijn ogen dicht.
“Het meisje dat het gelukkigste is van de hele wereld”, fluisterde ik.
Haar meisje, dacht ik.

Haar gezichtsuitdrukking leek wel van iemand die teveel liefdesdrank op had. Alsof ze stoned was, zo gelukkig keek ze. High door de fijne stofjes van het lachen. Maar ik zag ook dat het genoeg was. Ze was moe.
Wat vind je ervan als jij je eigen haren even gaat wassen dan ga ik me inzepen en dan kunnen we ons zo afdrogen en samen op bed liggen.”
Mijn haar was nat maar zat nog in een vlecht. Ik had hier niet de juiste producten om het goed te wassen, dat zou ik morgenochtend wel doen na het hardlopen. Bovendien was mijn tijd nu voor haar en niet voor mijn haar.
“Zal ik je inzepen?”
“Lief van je maar ik zie dat je moe bent. Dus ik doe het zelf even snel. Dan kan jij zo naar bed.”
“Hm, ik wil dit wasbordje met alle liefde wassen hoor.” Ze liet haar vingers over mijn buik gaan. Ik glimlachte.
“Prima. Maar dan laat ik je morgen langer liggen. Kom je te laat op je werk en dat wil je vast niet.
Ze giechelde iets. “Nee…Julia…” mompelde ze plagerig en drukte haar lippen op de mijne. Haar lippen leken gelijk aan de mijne te zijn vastgeplakt. Haar handen gleden over mijn buikspieren waar ze weer probeerde te kietelen. Ik reageerde terug door hetzelfde te doen bij haar, ze week lachend achteruit waardoor onze zoen werd verbroken.

Ik zette de regenfunctie uit en liet het water uit de sproeier komen. Gaf haar de shampoo en pakte zelf de zeep.


Ze liet mij eerst mijn haar wassen onder de sproeier die weer op zijn normale stand stond en aan de stang hing. Daarna ging zij douchen terwijl ik toekeek. Ik wilde alles zien. Haar handen die over haar eigen huid gingen en haar buikspieren inzeepte. Ik wenste vurig dat het mijn handen waren en dat ik haar inzeepte. Van top tot teen, behalve het verboden gebied. Ik had haar borsten al eens mogen aanraken maar oh, oh, oh wat zou ik die nu graag in mijn handen hebben. Ik beet op mijn onderlip en blies een zucht uit. Ze keek direct naar me wat me alert maakte en me alleen maar kriebels gaf.

Haar haar zat nog in een vlecht. Haar mooie zwarte golvende, krullende haren die ik met alle liefde wel had willen wassen voor haar. Het water liep over haar heen als in een tv-reclame. Maar misschien lag dat aan mij en was ik gewoon betoverd door deze mooie vrouw. Mijn cadeau uit de hemel, zoiets zou Lillian nooit bestellen.

We stapten samen de cabine uit en namen elk een handdoek. Ik wreef eerst mijn haar tussen mijn handdoek wat droog om hem vervolgens daarna om me heen te slaan. Ik droogte mijn lichaam af van boven naar beneden en bukte vervolgens bij het krukje om mijn ondergoed te pakken. Ze kwam naast me staan en trok haar shirt aan.
“Geen bh?” vroeg ik.
“Nee, zit in je wasmand.”
Ik glimlachte zonder dat ze het zag. Ik mocht dus haar kleren wassen, wat ik een hele eer vond.

Ik wreef mijn haar nog een paar keer droog met de handdoek. Daarna deed ik de rest van mijn nachtkleding aan. Ze wachtte geduldig op me en bleef naar me kijken. Normaal gesproken zou ik een gezellig praatje zijn aangegaan maar mijn hoofd was leeg. Ik voelde bovendien dat ik inderdaad moe was.

Ik pakte de föhn uit de kast maar een hand nam hem van me over.
“Ga maar zitten.” Zei ze en zette het krukje, die nu leeg was, achter me. Ik keek verrast om. Ze glimlachte uitnodigend.
“Hoort dit bij de service?” vroeg ik grappend terwijl ik voor de wasbak plaats nam.
“Hmhm.”
De föhn ging in het stopcontact en ze had mijn haarborstel ook gepakt. Ze borstelde eerst mijn haren netjes en naar achteren. Dat was op zich al een heerlijk gevoel. Haar bewegingen waren rustig, constant en zorgzaam. Al gauw voelde ik de warmte van de föhn met haar kriebelende vingers. Mijn hoofdhuid leek te tintelen, daar waar ze haar vingers tegenaan liet komen. Ik keek naar ons in de spiegel. De laatste keer dat iemand mijn haar geföhnd had was toen mijn vader nog leefde. Ze keek geconcentreerd naar mijn haar wat ik erg schattig vond. Ik voelde mijn schouders ontspannen en me iets inzakken. Mijn armen hingen slap lang mijn romp en mijn handen lagen losjes in mijn schoot. Ik deed mijn ogen dicht. Ik raakte in een soort trans van haar aanrakingen, de warmte en het geluid van de föhn waar ik haast muziek uit hoorde komen. Ik wenste dat ze nooit zou stoppen, dit was haast nog beter dan een orgasme. Maar aan alles komt een einde, helaas.

De föhn ging uit en ze kamde mijn haren nog een keer lekker door.
“Zal ik het een keertje voor je invlechten?” vroeg ze me en staarde lieflijk naar me in de spiegel.
“Ja, leuk.” Antwoordde ik met een glimlach.
Ze deed mijn haar voor nu in een staart en ruimde de spullen op. Daarna gaf ze me mijn tandenborstel aan. Ik keek er met gemengde gevoelens naar. De drang om er tegenin te willen gaan, kwam in me op.
“Hou vast.” Zei ik en duwde hem weer terug in haar hand.
Ik stond op en liep de badkamer uit over de overloop naar de kast in de logeerkamer. Haalde eruit wat ik zocht en liep weer terug.
“Kijk eens.” Ik nam mijn tandenborstel weer uit haar hand en duwde er een nieuwe voor haarzelf in. Nadat ik tandpasta op mijn tandenborstel had gedaan hield ik haar de tube voor. Ze stond er onzeker naar te kijken. In haar ene hand hield ze de tandenborstel omhoog en in haar andere hand de tube tandpasta.
“Rosalie, ik blijf niet slapen. Ik…”
“Weet ik.” Onderbrak ik haar licht brutaal. “Maar je kunt je tanden wel poetsen, niet? Is wel net zo fris zo na het eten.”
Ik begon de mijne wild te poetsen zodat er allemaal schuim in mijn mond ontstond. Toen zij de hare naast me begon te poetsen voelde ik toch een soort van overwinning.

Ze tufte haar mond leeg en spoelde haar mond verder schoon onder de straal water uit de kraan. Ook haar tandenborstel maakte ze schoon. Ik kon niet tuffen, niet zoals zij. Niet zoals mijn vader en Vincent konden. Eerst dacht ik dat alleen mannen het konden, totdat Paula het ook een keertje had voorgedaan. Mijn kwakje belandde in de wasbak met nog een sliert speeksel eraan. Ik schaamde me dood zo bij Julia. Snel duwde ik mijn lippen onder de waterstraal, spoelde en nam een slok water. Daarna spoelde ik mijn tandenborstel af en zette hem weg. Ik had een handtandenborstel, dat vond ik makkelijker. Stond gewoon in een bekertje, eerst heel eenzaam maar nu stonden er twee in. Ze had die van haar er ook in gezet en was mijn kamer al ingelopen. Ik ging nog even snel naar de wc, duwde een schone tampon erin ook al had ik al een maandverbandje in gedaan, waste mijn handen en deed het licht uit.

Hector was uitgespeeld met zijn spiegelbeeld, zag ik. Hij werd heerlijk verwend door Julia die op de grond bij hem zat. Hij zat tussen haar benen in.
“Zit…zit…Hector, zit.” Hij ging uiteindelijk netjes zitten.
“Goed zo. Heel knap van jou. Je bent een slimmerd.” Complimenteerde ze hem met een stevige aaibeurt. Het voelde gewoon alsof ze hier thuis hoorde. Ik liep naar het raam toe om de gordijnen dicht te doen. Ik keek even naar de tuin die in het donker lag en dacht aan haar tuin met al die lichtjes en de ooievaars. Ik vond mijn tuin niet lelijk en was er zelfs wel trots op. Maar haar tuin was als vakantie. Een ontspanningsoord waar ik graag nog een keer zou willen verblijven. Jammer dat ik geen ooievaar was.

Ik nam onder de deken plaats aan mijn eigen kant van het bed, links het dichtst bij het raam. Het verst van de deur. Ze sprong overeind en ging ook onder de deken liggen. Ze lag op haar zij met haar hoofd wat omhoog die ondersteund werd door haar gebogen arm. Haar ogen op mij gericht. Ik voelde kriebels bij het idee dat ze zou blijven slapen. Ik ging ook liggen, op mijn zij zodat ik haar aan kon kijken. Hector was naar de andere kant gelopen en ging onder het raam liggen.
“Je mag blijven slapen hoor.” Zei ik haar glimlachend.
“Nee.”
“We kunnen het licht gewoon aanlaten hoor.” Ik wees met één vinger naar de lamp.
“Dat is lief van je.”
“En ik heb ook nog wel ergens een pluche knuffel voor je.”
“Ik weet niet precies wat je verwacht dat ik daarmee doe maar bedankt voor het aanbieden.”
“Ik wil je ook wel een verhaaltje voorlezen.”
Ze zei niks maar kwam mijn kant dreigend op geschoven. Ze sloeg een arm om me heen en wurmde haar andere arm onder mijn hoofd door. Ze ging goed liggen en trok me tegen zich aan. Ik nestelde me in haar holletje op haar borst. Haar huid straalde warmte af en ik hoorde haar ademhaling. Mijn arm ruste ontspannen op haar shirt.
“Je bent leuk jij”, fluisterde ze. Ik voelde haar kin op mijn kruin. Mijn been tegen de hare onder de deken.
“Maar jij slaapt hier en ik slaap in mijn eigen huis.”
Ze hield me vast met een hand in mijn zij en de andere op mijn schouder. Ik deed mijn ogen dicht.
“Het is lang geleden dat ik met iemand zo samen in bed gelegen heb, zo dicht tegen elkaar aan. Nog nooit met een vrouw eigenlijk.” Fluisterde ik meer voor mezelf.
“En hoe voelt dat?”
Ik voelde een soort gemis en ook zo vertrouwd met haar zo samen liggen.
“Thuiskomen.” En vlak nadat ik dat had gezegd sloeg mijn hart een paar slagen raar.
“Welkom thuis dan.“ zei ze en haar vingers aaide licht en teder over mijn arm.
Er vloeide een warmte door me heen, door haar woorden. Ik tilde mijn hoofd op om haar aan te kunnen kijken. Mijn beeld werd langzaamaan weer wazig. Ik voelde de tranen in mijn ogen prikken. Ik had niet verwacht dat die drie woorden mij zo emotioneel zouden maken.
“Het voelt soms zo onwerkelijk. Alsof jouw liefde zelf een sprookje is. Ik vind het soms moeilijk te geloven.”
Ze streelde met haar vingers over mijn wang.
“Je gelooft wel in God, de duivel en in Jezus en zo. Waarom dan niet hierin? Mij kun je zelfs zien, ik ben er echt. Hier, nu voor jou.”
“Ja…”
Ik legde mijn hoofd weer neer. Haar borst was een lekker zacht kussentje.

“Dus jij gaat niet slapen?” vroeg ik zachtjes en liet mijn vingertoppen op en neer over haar shirt gaan zonder mijn hand op te tillen.
“Nee.”
“Waarom lig je hier dan?”
“Om te zorgen dat jij niet huilend in slaap valt, zoals je normaal gesproken op deze dag doet.”
Ik klampte me nog meer aan haar vast.
“Ik laat je niet meer gaan.”
“Een heks laat zich niet vangen.”
“We zullen zien wie het laatst lacht.”

Ik bedankte God in gedachten dat hij mij deze engel gestuurd had. Ik hoorde dat ze het licht uit deed met de knop aan het hoofdeinde. Het duurde niet lang voor ik wegdommelde en voor het eerst na vier jaar met een glimlach op mijn gezicht in slaap viel.

Er werd op de deur van mijn kantoortje geklopt.
“Binnen.”
“Ha, Rosalie. Pakketje voor je buren.”
“Oh, dank je wel Simon.”
“Zo, gewaagde kleur.”
“Nachtblauw.”
We staarden beiden naar de nachtblauwe muur tegenover mijn bureau.
“Mooi, dat schilderij zo met die…”
“Sterren.” Knikte ik blij.
Het was ineens warm en benauwd en het brandalarm ging af.
“Nou werk ze.” Zei hij vriendelijk.
“Ja, jij ook.”
Hij verliet mijn kantoortje weer. Ik kwam achter hem aan maar de deur zat klem. Ik kon geen kant op. Ik beukte met mijn vuisten op de deur en wilde om hulp schreeuwen maar er kwam geen geluid uit mijn keel. Ik begon in paniek te raken. Wat moest ik doen? Misschien maar gewoon op Julia wachten. Ik kon haar misschien bellen. Ik haalde mijn mobiel uit mijn tas maar wist haar nummer niet meer. Ik kon hem ook niet in mijn telefoon vinden. Letters en cijfers stonden door elkaar en liepen in elkaar over.

Ineens een harde bonk op de deur gevolgd door nog een harde bonk. De deur vloog open.
“Ik heb nogal haast, hier is uw pizza. Hij is al betaald. Tot ziens.”
Voor ik wat kon zeggen was de jongen al weg en hield ik twee plastic tasjes vast.
“Ja, komt u maar mee, mevrouw.”
Ik keek op. Geen groene ogen. Er stond een brandweerman in vol ornaat. Waar bleef Julia, de pizza werd koud. De brandweerman duwde een zuurstofmasker over mijn mond en neus en gebaarde dat ik hem moest volgen. Ik schudde mijn hoofd. Ik wilde wachten op Julia? Hij pakte me bij mijn arm en wilde me meesleuren maar ik stribbelde tegen.
"Ik wacht op iemand!" riep ik zo hard ik kon.
"Als u langer wacht dan hoeft u nooit meer op iemand te wachten!" brulde hij. Hij trok harder en rende uiteindelijk met mij aan de arm weg. Via de ingang kwamen we naar buiten gelopen.
"Ik heb nog nooit iemand gered die niet mee wilde."
Ik negeerde hem en keek verwilderd op me heen. Ik zag Stijn en Najara een eind verderop staan en rende naar ze toe.
"Waar is Julia?"
Ik wist niet aan wie ik het vroeg want ze waren onduidelijk maar ze wezen snikkend omhoog. Ik volgde hun handen en gilde. Julia zat drie hoog achter een raam met een grote donkere rookwolk achter haar.
"Julia!!"schreeuwde ik huilend.
Ik rende naar de eerste de beste brandweerman die ik zag.
"U moet haar redden!" wees ik omhoog in haar richting.
De gestalte draaide zich om.
“Het is maar een spel, als ze wil stoppen moet ze appels zeggen”, zei Lexie.
"Appels!" riep ik wanhopig.
“Nee, niet jij. Gekkie.” Giechelde Kiki die naast Lexie stond. Ik keek weer omhoog en de rookwolk leek Julia te hebben opgeslokt. Niemand deed iets. Julia had me nodig. Ik rende naar de ingang maar werd door drie gestaltes tegen gehouden. Eentje greep me vast en duwde me terug het plein verder op.
"Laat me los! Ik moet Julia redden! Ik moet naar Julia! Blijf met je handen van me af!"
Ik draaide, wurmde, beet in een of andere vinger maar ik kwam niet los. In plaats daarvan werd ik opgetild en naar de ambulance gebracht.
"Ik denk dat ze wat kalmeringsmiddelen nodig heeft. Ze is in shock."
"Helemaal niet! Ik wil naar Julia. JULIA!!"
“Ik ben hier, rustig maar.”
Ik keek de ambulance in en daar stond ze in het groene licht onder de regendouche. Ze gebaarde dat ik moest komen. Ik stond naakt tegen haar aan en we draaiden rondjes.
“Ik dacht dat je weg was.”
“Ik ga niet weg, Rosalie. Nooit meer. Ik blijf bij je. Jij draagt toch mijn collar?”
Ik voelde met mijn hand om mijn nek een grove ketting die er strak om heen zat met een flink slot eraan.
“Nou, hoeveel sneeuwballen wil je als avondeten?”


Met een bonkend hart en tranen in mijn ogen werd ik wakker. Ik knipte mijn nachtlampje aan en ging verdoofd op mijn rug liggen. Probeerde mijn tranen te sussen en veegde ze weg. Het was maar een droom. Ik hoorde naast me een zachte ademhaling. Ik keek opzij, ze sliep. Ik draaide me vlug om en keek op de wekker. Vijf over één. Ik glimlachte en keek weer naar haar. Heksjes hoefde je niet te vangen als ze moe waren, dacht ik lachend in mezelf. Ik knipte het licht weer uit omdat ik bang was dat ze wakker zou worden en ze alsnog weg zou gaan als ze zag hoe laat het was. Het liefst was ik weer tegen haar aan gaan liggen maar ik durfde niet. Ik wist niet hoe vast ze sliep en ik wilde haar absoluut niet wakker maken. Waar zou ze over dromen? Ik voelde me helemaal warm worden en sprak zachtjes: “Dank U, God, voor dit prachtige schepsel van Uw hand.”

"Mevrouw Montou is al weer twee weken ziek, jongens. Zullen we haar iets sturen?" vroeg Najara die als een soort invalkracht voor in het lokaal was gaan staan. We zaten te wachten op de echte invalkracht maar dat mocht van mij nog wel even duren.
"Jou kennende heb je al wat in gedachten of niet, schatje?" Sinds het net aan was met Stijn leek hij alles goed van haar te vinden.
"Dat klopt. Ik heb een kaartje bij me, als jullie daar allemaal je naam onder wil zetten...En aangezien mevrouw Montou zo gek is op poëzie…Dacht ik, misschien kunnen we allemaal iets liefs voor haar schrijven. Op rijm dus. En dan maken we daar een mooi boekje van."
"En dan?" vroeg Wolf die het idee wel zag zitten.
"Dan? Ehum... dan gaat iemand van ons die even brengen."
“We kunnen het toch opsturen?” vroeg iemand.
“Dat is toch niet leuk!”
"Wie gaat het brengen dan?" wilde Willemijn weten.
"Wie biedt zich aan?"
Er gingen veel handen omhoog. De mijne niet. Ik kon mijn tijd beter aan andere dingen besteden. Ze zou vanzelf wel weer opknappen van haar griepje.
"Oké, dat is moeilijk te kiezen. Getal onder de ehum... twintig. Jij mag beginnen Willemijn."
"Ehum...achttien?"
"Nee, Ilse."
"Twintig."
"Ook niet..."
En zo ging ze verder tot ik aan de beurt was. Er waren niet veel keuzes meer over en mijn hoofd maakte het nog makkelijker. Najara had net in de pauze in haar agenda gekeken om te kijken welke dag het vandaag was. Het was vandaag de twaalfde en morgen had ze een belangrijke afspraak. Ik was er bijna zeker van dat ze die datum had gekozen en omdat ik niet lieg kon ik niet anders dan mijn antwoord te geven.
"Dertien.”
"Ja! Julia mag het gaan brengen!"
Zal mevrouw Montou leuk vinden, dacht ik.
"En wat als ik niet wil?"
"Dan had je het niet goed moeten raden. Oké, ik leg het kaartje hier neer en iedereen mag nu een gedicht gaan schrijven."
"Oh, ik ben hier zo slecht in...", pufte Ilse.
Ze werd door verschillende mensen geholpen met het rijmen. Uiteindelijk was Wolf degene die de rest er aan herinnerde dat een gedicht niet op rijm hoefde te zijn. Na veel discussie werd het toch door Najara geaccepteerd. Ik keek naar mijn lege blaadje. Een aardig gedichtje schrijven voor een docente waar ik regelmatig mee in de clinch lag en die me eigenlijk niet in de klas wilde hebben. Lastig. Niet onmogelijk, wel lastig.
Ik dacht na en ontving ook nog eens het kaartje waar ik iets geacht werd op te zetten.
Ik zette er snel 'Ik hoop dat u zich snel weer wat aangenamer voelt' en mijn naam erop. Ik gaf het vervolgens door.

Het was koud en het miezerde. Mijn adem kwam als wasem in kleine rookwolkjes uit mijn mond. Ik had mijn wanten aan en drukte met een wollige vinger op de bel. Ik hoorde een hond blaffen. Geslof, het draaien van de sleutel in het slot, de deur die op een kiertje open gedaan werd. Blonde haren die in de war zaten, blauwe ogen die moe en waterig naar me keken. Een neus die opgehaald werd, een vinger die er langs ging.
“Julia?”
Ik grijnsde.
“Hallo, mevrouw Montou.”
“Wat…wat kom jij hier doen?”
“Ik ben hier namens de mentorgroep als idee van Najara. Ik moest u iets komen brengen.”
“Oh.”
We bleven elkaar een paar tellen alleen maar aankijken. Ik zag dat ze me helemaal opnam, hoe ik erbij stond. Alsof ze een inschatting aan het maken was of ik wel te vertrouwen was.
“Wil je even binnenkomen anders?”
Ik zag dat ze het meer uit beleefdheid vroeg en direct spijt had. Ik moest een grijns onderdrukken.
“Prima.”
Ze opende de deur wat verder en ik stapte langs haar heen. Ik hoorde dat ze de deur weer dichtdeed. Een hond kwam me kwispelend begroeten. Ik bukte en gaf hem een aai.
“Mooie kleur badjas heeft u. Kobaltblauw.”
“Ja…Sorry, ik lag boven. Ehum…kom verder…”
“Weet u het zeker?”
“Ja, kom maar.” Ze liep een deur door. Ik ontdeed mij van mijn winterjas en wanten. Ook mijn schoenen deed ik uit. Ik volgde haar de kamer in en hoorde haar roepen: “Hector kom!”
Ik sloot de kamerdeur en zag Hector naar de keuken lopen. Ik keek rond, onthield alles.
“Wil je thee?”
“Liever een glas water.”
“Dat mag ook.”
Ik zette mijn tas naast de bank neer en nam plaats in de hoek.
“Hoe is het op school?” vroeg ze vanuit de keuken waar het geluid van de waterkoker haar stem smoorde.
“Prima.”
“Wacht even, ik versta je niet.”

“Zo, wat zei je net?” ze gaf me een glas water, zelf had ze thee.
“Prima.”
“Prima?”
“U vroeg hoe het op school was.”
“Oh, ja. Oké...Mooi…” ze nam puffend naast me op de bank plaats.
“Och, ben ik helemaal vergeten om te vragen of je iets lekkers wilt.” Ze wilde weer opstaan dus ik zei snel dat ik niks hoefde. Ik zag dat ze een rilling kreeg, ze keek moeilijk en hield haar theeglas met twee handen vast. De tempratuur in huis was aangenaam vond ik. Ik liep naar de stoel die voor het raam aan de voorkant stond, zag de echo, de foto van haar vader, de boeken die niet in de goede volgorde stonden, een hondenspeeltje onder de kast en eenmaal bij de bank terug hield ik haar het dekentje voor.
“Dank je, dat is lief van je…leuke sokken heb je aan…Hector ga eens bij die kast weg, kom op nou!”
Nadat ik het speeltje voor Hector onder de kast vandaan had gehaald zat ik weer naast haar op de bank.
“U moet de groetjes hebben van Najara, Stijn, Wolf, Ilse, Willemijn en Ferry.”
“Dank je. Hoe is het met hen?”
“Geen idee.”
Ze keek me verbouwereerd aan. “Hoezo niet?”
“Ik weet niet hoe een ander zich echt voelt, mevrouw Montou. Ik kan een aanname doen. Ze zagen er allemaal wel vrolijk en gelukkig uit. Maar dat kan natuurlijk ook een façade zijn. U zult het hen zelf moeten vragen. Ik weet alleen hoe ik me voel.”
“Hm”, ze nipte van haar thee die te heet bleek te zijn.
“En hoe is het met jou dan, Julia?” iets in haar stem vertelde me dat ze het zowel sarcastisch als moederlijk vroeg.
“Prima.” Ik nam een slok van mijn water en voelde dat ik naar de wc moest. Ik zou zo weer buiten staan dus ik besloot het gevoel te negeren.
“Fijn.”
“Hoe gaat het met u?” ze zag er niet al te goed uit maar wie weet voelde ze zich fantastisch.
“Het gaat…moe en spierpijn…veel hoesten en snotteren…de griep hè.”
“Dat is vervelend voor u.”
Ik haalde uit mijn tas het boekje en de envelop met de kaart.
“Dit heeft uw mentorgroep gemaakt voor u.”
“En jij had aangeboden om het te komen brengen?”
Ze opende de envelop en zag de kaart met een opkikker.
“Nee. Ik werd verplicht.”
“Verplicht?”
“Ik had het getal goed geraden.”
Ze leek hier even over na te denken terwijl ze me met haar waterige helderblauwe ogen aanstaarde.
“Jammer voor je.” Zei ze uiteindelijk en sloeg de kaart open. Ze begon te lezen en af en toe verscheen er een kleine glimlach op haar gezicht. Alsof ze steeds binnenpretjes had.
“Erg lief van jullie, dank jullie wel.” Ze hield de kaart omhoog en ik knikte.
“En wat is dit?”
“B5 poëzie. Moesten we ook verplicht maken. Ik denk dat als u nog langer ziek blijft, Najara uw werk voor vast overneemt.”
“Zomaar een grapje, Julia?” vroeg ze grijnzend. Ik glimlachte flauwtjes.
“Najara zou dat inderdaad wel kunnen. Die heeft dat wel in zich…” ze staarde bedrukt naar de voorkant. Ik was gevraagd om iets te tekenen. Een meisje op haar buik met een groot boek waar allemaal letters uitkwamen was het geworden.
“Wie heeft dit getekend?”
“Ik.”
“Jij?”
De deurbel ging. “Oh, dat is mijn buurmeisje. Ik moet even open doen.” Ze stond op en nam Hector mee. Ik keek naar de tuin, die zag er grauw en slapend uit.

“Heb jij dit serieus getekend?”
Ik zette mijn waterglas weer op tafel neer. Hield mijn mond.
Ze keek van mij naar de voorkant van het boekje.
“Kun je daar geen mensen mee ‘pleasen’, zoals je zelf zei?”
“Mijn kunst is slechts een van de verschillende uitlaadkleppen die ik heb, mevrouw Montou.”
Ze legde haar handen in elkaar gevouwen op de gedichtenbundel.
“En wat voor uitlaadkleppen heb je nog meer dan?”
“Wist u dat seks voor sommige ook een uitlaadklep is?”
Ze bladerde zonder iets te zeggen, de gedichtenbundel door. Ze las hier en daar, neus ophalend, een gedicht in zichzelf.
“Heel lief van jullie. Leuk dat jullie dit voor mij gemaakt hebben.”
Ze keek me niet aan en haar stem klonk broos.
“Ik zal het doorgeven.”
Ze schraapte haar keel en veegde met een zakdoekje uit de doos die op de tafel stond, haar tranen snel weg.
“Sorry hoor…”
Ze ademde diep in en nam haar thee weer in haar handen.

“Jouw gedicht is wel bijzonder te noemen.”
“Dat mag u vinden.”
“Hm.” Haar thee stond weer op de tafel en ze zocht mijn gedicht op.
“Anti-griep drankje
In een ketel met een liter water
Hangend boven het vuur
Gooi ik de gesneden stuk gember
Er van een afstandje in….” Ze keek mij even aan.
“Twee kaneelstokjes laat ik toveren
door ze erbij te voegen.
Het sap van een halve citroen
spuit ik er bij, als het gif van een kikker.
Ik voeg er vijf salieblaadjes aan toe,
want zonder kruiden werkt het niet.
Het water dat zal koken
laat ik vijftien minuten zachtjes borrelen.
Eenmaal iets afgekoeld
is agavesiroop het missende ingrediënt.

Warm of koud
Het is maar net wat je lekker vindt.

Heks, Julia.”
Ze keek me geamuseerd aan en begon toen te hoesten.
“Dichterlijke vrijheid.” Zei ik nuchter.
“Oh, ja. Dat lees ik.”
“Een gedicht hoeft niet altijd te rijmen.”
“Dat klopt.”
“Het kan net zo goed een boodschappenlijstje zijn.”
“Wat hield je tegen?”
Ik grijnsde. Voor een ziek persoon met haar neus vol snot was ze nog best adrem. Ik voelde een heerlijke kick door mijn lijf gaan.
“Ik kwam niet verder dan appels.”

Ze had haar thee op.
“Ik zal Najara straks even bellen en zeggen dat ik het heel erg lief vind dat ze dit gedaan heeft. Waarom wilde ze zelf niet langskomen?”
“Ze had een belangrijke afspraak.”
“Hm. Fijn dat jij dan gekomen bent.”
Ik zag dat ze bloosde na haar opmerking. Ik kreeg had het idee dat ze zich een beetje eenzaam voelde.
“Kan ik iets voor u doen?”
“Nee, hoor…” ze kreeg weer een hoestbui waar ze niet uit leek te komen.
Ik ging achter haar staan en wreef over haar rug, kloppen kon het alleen maar erger maken.
“In door uw neus, uit door uw mond. Probeer door te blijven ademen.”
Toen de hoest eenmaal was afgezakt bleef ik rondjes over haar rug wrijven. Ze kreunde jammerlijk en snoot haar neus.
“Ik ben er eigenlijk wel een beetje klaar mee, met deze griep.” Snifte ze.
Ik ging weer zitten. Ik kon niet veel voor haar doen.
“U heeft gelukkig geen longontsteking.”
“Dokter…als arts kun je ook mensen pleasen…Is dat niks voor je?”
“Waarom staat het idee dat ik een prostituee zou kunnen zijn u zo tegen, dat u mij de hele tijd van gedachte probeert te veranderen?”
“Omdat ik gewoon niet snap dat je seks wilt met onbekende mannen, Julia. Waar…wat…Ik snap het gewoon echt niet. Misschien ligt dat aan mij…”
“Inderdaad.”
Haar blik was boos en teleurgesteld door elkaar.
“Vind je dat echt lekker?”
“Mevrouw Montou, ik heb u nooit gezegd dat ik prostituee wil worden. Dat heeft u er zelf van gemaakt.”
“Jij hebt gezegd dat je hoer kon worden en dat je daar geen diploma voor nodig had.”
“Ik heb gezegd dat ik ook met een havo diploma prima mensen kan pleasen, als hoer bijvoorbeeld. Ik heb nooit gezegd dat dat mijn ambitie was. Alleen maar omdat ik geen vervolgstudie wil doen heeft u zelf bedacht dat dat beroep mijn voorkeur had. Ik ben geen hoer.” Ik zei haar maar niet dat ik call-girl was met Domina service.
Ze nieste drie keer achter elkaar dus ik wenste haar gezondheid. Ze snoot haar neus. Ik dronk mijn water op en was klaar om te vertrekken.

“Zullen we een spelletje doen?”
Mijn nekharen gingen overeind staan. Kippenvel trok over mijn rug en armen.
“Ik moet naar de wc”, mijn stem was minder vast dan gehoopt.
“Deur naast de trap.”
Ik probeerde zo kalm mogelijk naar de gang te lopen. Eenmaal in de hal leek het alsof ik geen adem meer kreeg. Net toen ik op de wc zat, werd het even zwart voor mijn ogen. Zijn stem. Zullen we een spelletje doen? Laten we een spelletje doen? Het is weer tijd voor een spelletje, wat jij? Nee, eerst een spelletje…
Ik kermde zacht en keek verwilderd om me heen. De kobaltblauwe tinten staken scherp op mijn netvlies. De kalender leek steeds dichterbij te komen. Met nog enig besef veegde ik mijn onderkant en trok mijn broek weer omhoog. Ik trok de wc door en waste mijn handen. Gooide mijn gezicht nat met water en leunde met gestrekte armen op het wasbakje. Ze wilde een spelletje doen. Ik zou haar wel aankunnen. Zeker in de staat waar ze zich nu in verkeerde. Prima, we zouden een spelletje doen.
Ik keek nog even naar haar kalender. Liet de maanden zich voor mijn ogen neervallen bij het bladeren. Er stonden niet veel namen op. Twee paarse sterren, twee namen. Ik dacht aan wat ik gezien had. Twee foetussen op de echofoto. Twee donkergroene ogen die me aankeken in de spiegel. De puzzelstukjes vielen op z’n plek.

Ik kwam weer de woonkamer ingelopen. Ze was net bezig om het licht aan te doen. Hector was weer binnengelaten tijdens mijn toiletbezoek.
“Ken je deze?”
Ze ging zitten en hield iets omhoog. Ik schudde mijn hoofd, niet goed wetende of ik dit wel wilde.
“Het is niet moeilijk. Ik zal het je uitleggen…Heb je wel zin?”
“Ik weet het niet.”
“Oh. Nou, het hoeft niet natuurlijk.” Ze legde het doosje weer op tafel en kroop onder haar deken. Ze kuchte. Ik bleef er naar staren. Kleuren, dobbelstenen, zwarte en witte met kleurtjes, een kruis, gekleurde hokjes, sterren, geel naar oranje verlopende letters spellend ‘Keer op Keer’, ‘Het blijft nooit bij 1 spelletje!’ In witte letters, het trok me. Ik dacht niet in hokjes en ook niet zwart wit. Kaarten waren mijn vriend niet de dobbelstenen. Was het het kruis, de woorden ‘Keer op Keer’ of toch ‘Het blijft nooit bij 1 spelletje!’? Wilde ik het tegendeel bewijzen? Of was het misschien omdat ik de keuze kreeg om het niet te spelen?
“Prima.” Ik pakte het doosje van de tafel en legde het tussen ons in op de bank. Ze ging met haar rug naar de tuin zitten. Het begon al te schemeren.
Ze haalde alles eruit, liet het me zien en legde het spel uit. Ik liet mijn ogen voor de zekerheid even over de speluitleg gaan. Ik mocht beginnen en ik had gelijk het gevoel met de dobbelstenen dat ik de controle verloor. We mochten kiezen, ik kruiste wat aan. Zij deed hetzelfde. Ik had geen idee of ze dat expres deed maar naar mijn optiek was er geen betere optie om aan te kruisen. Misschien dacht zij hetzelfde. Zij gooide, we mochten beiden weer kiezen. Na mijn tweede gooi mocht zij in haar beurt als eerste kiezen en moest ik het doen met wat overbleef. Nu konden we niet meer hetzelfde kiezen en veranderde onze mogelijkheden. In mijn beurt mocht ik als eerste kiezen en moest zij het doen met wat er overbleef. In zoverre was het eerlijk. En wat je zelf gooide daar kon je niks aan doen, dat gold ook voor beiden.

Ik keek, sterren waren twee minpunten als ze overbleven. Dat deed me denken aan haar kinderen.
“Ik vind het vervelend voor u en uw ex-man wat er gebeurd is met Sanne en Lilly.” Zei ik zonder mijn blik op de keuzes die ik voor me had liggen af te houden.
“Hoe weet jij dat?” haar stem was ineens anders. Niet meer vriendelijk of moederlijk. Ik had teveel gezegd, mijn mond weer voorbij gesproken.
“Nou, hoe weet jij dat?”
“De sterren op de kalender bij hun namen. Het was een tweeling. De echo in de kast achter de zetel, twee meisjes.”
We keken elkaar aan. Ze keek angstig.
“Zijn ze hier?”
“Nee. Ik zie geen geesten.”
“Hoe weet je dan…” ze durfde haar zin niet af te maken.
“Dat heb ik u net gezegd. Ik zag de paarse sterren op uw kalender. Die worden bij tweelingen op het wiegje geplakt als hun tweeling broertje of zusje het niet gered heeft.”
“Hoe weet je dat?”
“Ik werk in een ziekenhuis.”
Ik kruiste twee oranje aan en daarmee een ster weg, terwijl een warmtegolf door mijn lijf ging. Ik had weer teveel gezegd. Ik was te afgeleid geweest en had niet nagedacht.
“Jij werkt in het ziekenhuis?”
“Ik kies twee oranje.”
“Welk ziekenhuis? Wat voor werk doe je daar dan?”
“Ik werk in een kinderziekenhuis.”
“Als wat?”
Ik keek haar strak aan. Spelletjes brachten me altijd in problemen en dit was geen uitzondering. De vraag of het bij één spelletje zou blijven was nu simpel. Misschien zouden we deze niet eens afmaken. Een disclaimer waar de spelmaker zich dus niet aan kon houden.
“Als arts, mevrouw Montou. Als oncoloog en neuroloog op een eigen afdeling.”
Ze leek even naar adem te happen en begon weer te hoesten. Ze nam een slok van haar thee die ze eerder voor zichzelf had ingeschonken.
“Jij bent arts?” ze keek nogal sceptisch.
“Ik lieg niet, mevrouw Montou. En ik hoef u niks te bewijzen alleen maar omdat u de waarheid niet wilt accepteren.”
“Waarom doe je dan de havo?”
“Omdat ik niet naar school ben geweest vroeger.”
“Maar als jij arts bent, heb je dat diploma toch niet nodig.”
Ik zei niks. Ze keek me nog steeds aan en leek me hoofdschuddend het voordeel van de twijfel te geven. Ze boog haar hoofd en bleef stil.
“Ik kies vier roze.”
Ze kruiste op haar blaadje vier roze hokjes door.
“Ik heb I en J.” Zei ze. Ik kruiste enigszins op mijn hoedde de bovenste scoremogelijkheden weg. Die kon ik niet meer halen, wel nog punten voor die rijtjes maar dan minder. Ze nam de dobbelstenen en gooide.


Heel langzaam verdween alles rondom me tot ik alleen maar zwart zag. Ik hoorde in de verte mijn telefoon. Ik deed mijn ogen open en keek om me heen. Dit was niet mijn slaapkamer. Ik hoorde licht gebrom naast me, onder de deken vandaan. Ze mompelde een beetje. Een praatslaper. Mijn mobiel ging nog zachtjes af in mijn broek die ik aanhad. Ik nam snel op en keek ondertussen naar de wekker op haar nachtkastje. Drie voor half drie.
“Julia”, fluisterde ik.
“Waar ben jij godverdomme?”
“Ik…Ik was in slaap gevallen.”
“Kom als de sodemieter naar huis. Ik begon me ongerust te maken.”
“Waarom bel je me dan? Misschien had je wel die hartaanval gekregen waar je zo naar uitkijkt.”
“Ik doe je wat als je thuis bent!” ze had opgehangen.

Onderweg naar huis dacht ik weer aan mijn droom. Dat was een fijne herinnering geweest. Ik had toen drie keer gewonnen van een sceptische toch vertrouwende mevrouw Montou. Waardoor ik nu met Kasper en Tyler het spel al een paar keer gespeeld had.
Trefwoord(en): Romantiek, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...