Door: Keith
Datum: 11-02-2023 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 7384
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 251
Dinsdag… Na het ontbijt zetten we alvast de spulletjes voor de loopgroep klaar. “Wie weet zijn we wat later thuis, Kees. Dan hoeven we ons in ieder geval wat minder te haasten.” “Goed plan, Joline. Gehoord, dames?” Lot knikte. “Wij hadden ons loopspul al klaargelegd, Kees.” Margot zei zachtjes: “De loopgroep kan niet vroeg genoeg beginnen, nietwaar Lot?” Ze kreeg een por.
Even later reden we uit Veldhoven weg. “Zo. Eens kijken wat de dag ons brengt. We hebben in ieder geval vijf medewerkers minder vandaag. Henry, Angelique, Frits, Rob en Klaas staan vandaag op de steigers in Waardenburg.”
Joline keek zuinig. “Rob ook? Dan hoop ik dat An een extra voorraadje koffie ingeslagen…” We gniffelden. “Zal niet meevallen voor die oliestoker. De hele dag in de buitenlucht in plaats van dieselstank of de geur van plotterinkt.” “Hij went er maar aan. Die broer van me is veel te veel verwend in z’n machinekamer.”
Joline zei het nuffig en Margot vulde aan: “Inderdaad. En met z’n privé-kokkie die voor de koffie zorgde.” We schoten in de lach. “Ja, die zal nu een stuk prettiger leven aan boord nu die donderwolk uit de machinekamer niet meer aan boord is…”
Een half uur later kwamen we in Gorinchem aan, waar we kort bij de automaat kletsten en toen aan het werk gingen. Mail: geen spannende directie-dingen. Om acht uur een bespreking met de Piraten, waarbij ik mededeelde dat Gerben van Wiers rond half tien op de stoep zou staan. “We hadden het al van Frits gehoord, Kees.” Henk keek me nieuwsgierig aan. “We begrepen dat hij gisteren op straat is gezet wegens ‘overbodig’? Wát een sukkels daar… Die vent moet je binnenhalen Kees. Liever gisteren dan vandaag.”
“Ontspan Henk… Daar was ik gisteren ook al achter, mede dankzij Frits hier. En ik denk dat meneer van Wiers de sfeer hier wel kan waarderen. Dus: wees eens een keertje aardig voor elkaar in plaats van elkaar af te zeiken, dank je wel.” “De enige die afgezeken gaat worden ben jij, meneer de directeur a.i. Door je eigen directrice. Die is daar best goed in.” Henk keek me grinnikend aan. “Klopt, Henk. En de goedmaaksex compenseert veel…”
Geloei vulde de ruimte, zodanig dat Marion haar hoofd om de deur stak. “Kan het allemaal een tandje minder hier? Ik zat met een klant aan de telefoon; die dacht dat ik in een dierentuin rondliep. Ik heb ‘m maar verteld dat er inderdaad een apenrots in DT was…” Er viel een stilte, toen zei Henk heel zachtjes: “Zullen we die juffrouw van de receptie eens een lesje leren? Marion, hoe goed ken jij de herendouche?” Ze vluchtte weg en we lachten.
Even later was het weer stil in de groepsruimte, op Radio 3 na. Mede daarom ging ik m’n eigen hok in: Radio 4 had toch mijn voorkeur. Liever Beethoven dan een of andere rapper… Maar Beethoven hoorde ik even later al niet meer; de techniek slokte al mijn aandacht op. Tot ik een telefoontje kreeg: de receptie voor in het gebouw, Chantal. “Kees, er staat hier een meneer voor me die een afspraak met je heeft. Gerben heet hij.” “Ik kom er aan, Chantal!”
Ik liep naar voren en we schudden handen. “Mooi dat je op zo’n korte termijn kon komen, Gerben.” Hij haalde zijn schouders op. “Anders had ik lopen stofzuigen thuis, meneer Jonkman.” Ik trok hem mee naar de koffie-automaat. “Meneer Jonkman gebruik je maar als je nijdig op me bent. We spreken elkaar hier allemaal bij de voornaam aan, inclusief de directeur. En nee, dat ben ik niet. Voor het geval je het vergeten was: ik heet Kees.” Hij knikte. “Oké, wel zo prettig.”
We tapten een kop koffie en liepen naar het bureau van Harm, onze personeelsman. Ze maakten kennis en ik bood Gerben een stel aan. Pesterig nam ik tegenover hem plaats, naar Harm. “Gerben... Je hebt vorige week gezien wie we zijn en wat we doen. Heb je trek om hier te komen werken?” Gerben knikte. “Kan ik gisteren beginnen?” “Mooi. Dit was het sollicitatiegesprek; we zijn het eens. Welkom bij de club." Ik keek op m'n horloge. "Da's best netjes: een sollicitatiegesprek inclusief koffie binnen één minuut. Harm, heb jij die arbeidsovereenkomst klaar?” Hij knikte en legde hem aan Gerben voor. “Goed lezen, ook de kleine lettertjes graag. En als jij leest, mag Harm even je VOG en je identiteitskaart zien en kopiëren?”
Gerben knikte, keek in zijn tas en haalde het gevraagde er uit en Harm liep het kantoor uit. “Als je nog referenties wil, Kees: mijn vorige directe chef baalde als een stekker dat ik ontslagen was. Die mag je opbellen, als je wil.” Hij gaf me een kaartje. ‘Ing W. M. van Zanten. Productieleider’ stond er op. “Heb je er bezwaar tegen als ik dat meteen doe, Gerben?” Hij schudde van nee, dus ik pakte mijn telefoon.
“Meneer van Zanten, goede morgen. U spreekt met Kees Jonkman van Developing Technics, Gorinchem. Mag ik u even storen?”
“Niet te lang graag, meneer Jonkman. Zo dadelijk heb ik een Skype-vergadering.”
“Oké, ik zal kort zijn. Wat kunt u vertellen over Gerben van Wiers?”
Het was even stil. “Hoezo, meneer?”
Ik kuchte even. “De heer van Wiers zit momenteel een arbeidscontract door te lezen van DT. Als hij en ik onze handtekening er onder hebben gezet, treedt hij bij DT in dienst. Vandaar mijn telefoontje. En hij zit naast me, de telefoon staat op de speaker, dus alles wat u zegt, hoort hij.”
Er klonk een grinnik. “Mooi, dan zal ik het kort houden. Aannemen. Meteen. Ik heb gisteren onze bedrijfsleider uitgevloekt omdat hij Gerben op straat heeft gezet. Goud waard. En mede daardoor zit ik er over te denken deze firma ook vaarwel te zeggen, meneer Jonkman. Op de 2e verdieping hier, waar onze directie en de bedrijfsleiders zitten, heeft men geen zak verstand van techniek, maar draait het alleen maar om het tevreden houden van de aandeelhouders. En daar ben ik ondertussen wel klaar mee.”
Gerben keek op en zei in de telefoon: “Willem, wat let je? Maak een afspraak en kom eens een uurtje hier kijken en kletsen. Wedden dat je je ontslagbrief binnen no-time geschreven hebt?”
Harm kwam tijdens de laatste zinnen binnen en zijn mond viel open. “Wát…?”
Ik gebaarde om stilte. “Nou, u hoort het, meneer van Zanten. Als u een goeie techneut bent en u heeft verstand van en gevoel bij ons werk, bent u van harte welkom. In ieder geval om eens kennis te maken. Maar ons personeelsbeleid steunt op drie pijlers: keihard werken, het team is belangrijker dan het individu en op z’n tijd een lolletje. Denk er over na, praat er met uw thuisfront over en stuur maar een mailtje met uw bevindingen. Ons mailadres staat op de website; als u in de aanhef zet dat de mail voor mij is, komt hij wel aan.”
“Meneer Jonkman, dat ga ik doen! Dank voor uw telefoontje. En wat Gerben aangaat: nogmaals, aannemen. Zo snel mogelijk. Kan goed ‘out of the box’ denken en is van heel veel markten thuis. Luistert hij nog mee?”
“Wat denk je zelf, Willem?”
“Mooi. Heb je al getekend?”
“Nee, nog niet. Hoezo?”
“Tekenen dan, eikel. Ik weet wat DT doet. Meneer Jonkman, sorry, mijn Skype-vergadering start.”
“Meneer van Zanten, dank voor uw tijd. Ik zie uw mail wel binnen komen.”
Tuut-tuut-tuut… Ik keek op, in de ogen van Harm. “Wat ben jij aan het doen, Kees? De concurrentie aan het leegkopen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Maar als ik hoor dat er ergens een goeie techneut het niet naar z’n zin heeft in zijn huidige werk...” Op dat moment tekende Gerben beide exemplaren van de arbeidsovereenkomst en legde die voor mij neer. En ook ik zette mijn handtekening.
Harm keek me aan. “Ik mis iets, Kees. Onder je handtekening moet wel staan ‘Waarnemend directeur’.” Ik begon te grommen. “Begin jij nu ook met die onzin? Kap daarmee alsjeblieft!” Hij schudde zijn hoofd. “Nee, ik ben serieus. Je hebt van Theo die bevoegdheden gekregen; die moeten ook in jouw handtekening tot uitdrukking komen. Geen geintje.”
Ik mopperde: “Dat gaat ernstig tegen mij gebruikt worden, Harm.” Maar oké, als hij het wilde… Ik schreef de tekst er netjes onder. “Nu tevreden, meneer?” Hij grinnikte. “Het ging nog niet van harte, Kees.” Ik gaf een van de papieren aan Gerben.
“Gefeliciteerd, Gerben en welkom bij DT. Harm, kun jij vooruit met de gegevens van Gerben?”
Hij knikte. “Voorlopig wel. Vanmiddag of morgen ontvoer ik je nog even voor zaken als bankrekeningnummer, huisdres, relatieadres en dat soort ongein. Heeft geen haast.” “Mooi. Dan ga ik je nú formeel introduceren bij de Piraten. En daarna bij de andere teams en ons Backoffice. Volgen.”
Ik beende de gang door naar het ‘Piratennest’ en gooide de deur open. “Heren… Mag ik u voorstellen aan de nieuwste Piraat? Van Wiers heet hij. Gerben van voren. Komt met ingang van nú bij DT werken.” Hij gaf iedereen een hand en keek rond. “En waar is mijn plekje?” Ik wees. “Naast Frits, Gerben. Maar daar ga je nog niet zitten, ik sleep je eerst door de toko heen en wijs je de toiletten en zo. Kóm!”
We liepen de gang door en ik introduceerde hem bij de andere teams. Inwendig moest in gniffelen. Backoffice bewaarde ik voor het laatst. Eens kijken hoe hij Margot ging reageren. Uiteindelijk, om half twaalf, liepen we bij Joline naar binnen. “Schat, mag ik je voorstellen aan Gerben van Wiers? Sinds een uurtje de nieuwste Piraat?”
Joline stond op en stak haar hand uit. “Goedemorgen en welkom bij DT. En sterkte als Piraat. Dat zul je nodig hebben, met zo’n teamleider. Ik ben Joline Jonkman, hoofd Backoffice en tevens echtgenote van die vent naast je.”
Hij nam haar hand aan. “Dank u wel, mevrouw Jonkman.” Joline trok haar wenkbrauwen iets op. “We spreken elkaar hier bij de voornaam aan, Gerben. Iedereen. Als er iemand alleen maar met achternamen gaat strooien, is er iets goed fout.” Ze keek naar mij en zei op haar bitcherige toontje: “Ja, en dat geldt ook voor jou, meneer Jonkman!”
Ik boog het hoofd. “Ja, schat, dat is goed, schat, je hebt weer eens gelijk, schat.” Gerben lachte voorzichtig en Joline keek hem aan. “We plagen elkaar nogal graag, Gerben. Zijn nét een paar weken getrouwd.” Hij knikte. “Nou, gefeliciteerd dan maar. Sorry dat het wat aan de late kant is, maar ik had wat andere dingen te doen.”
“Dank je wel”, zei Joline. “Ik zal je even formeel voorstellen aan het Backoffice hiernaast. De meesten heb je vorige week al gezien, maar nu kan ik je introduceren als nieuwe collega. Kóm.” Ze leidde Gerben de tussendeur door en zei: “Even aandacht dames… En Fred. En Adri. Dit is Gerben van Wiers. Komt met ingang van vandaag Kees z’n Piraten versterken. Gerben dit is het Backoffice. Hier wordt niets getekend of ontworpen, hier wordt ernstig aan inkoop, calculatie, boekhouding en ICT gedaan. Uiteindelijk zijn het deze dames die zorgen dat DT het geld krijgt waarvoor de teams verderop in de gang zo hard werken.”
“Werken… zegt mevrouw. Op hun luie gat een beetje op een scherm zitten tekenen…” Ingrid’s stem klonk zwaar sarcastisch. “Pas jij een beetje op, mevrouw van de kwaliteitszorg? Je weet wat er gebeurt als je mijn bud belachelijk maakt hé? Dan krijg je weer vliegles! En de les ‘landen’ heb je nog steeds niet gehad, denk er aan!” Fred keek dreigend naar het bureau naast zich en vervolgde gemeen: “En je vriendje komt je niet te hulp, want ik moet nog een beoordeling van hem opmaken!”
Ik klopte Fred op zijn schouder. “Dank je wel, maat.” Gerben keek vragend. “Fred en ik zijn elkaars bud. Lang verhaal. Korte versie: als je ruzie met mij hebt, krijg je Fred er gratis bij. En vice versa.” Hij keek Fred peilend aan. “Goed om te weten…”
Hij gaf iedereen een hand, Fred en Adri als laatste. Bij Fred vertrok zijn gezicht even. “Ik hoop dat ik zo meteen nog kan typen…” Hij schudde zijn hand uit. “Tel je vingers maar even na, wel zo handig als je Fred een handje hebt gegeven”, bitste Joline. “Fred wanneer leer jij nou eens dat ‘een stevige hand geven’ iets anders is dan iemands middenhandsbeentjes tot moes knijpen?”
“Sorry, mijn geliefde direct leidinggevende. Macht der gewoonte, voor als ik uw echtgenoot weer eens tot de orde moest roepen.” “Dat doe je maar ’s avonds in de kroeg, met een krat bier, verdorie.” Gonnie kuchte even en wees op de grond, evenals Denise, Fred en Margot. Joline zwichtte en deed haar vijf pushups.
Gerben zag het verwonderd aan en Adri verklaarde: “Als iemand binnen DT een krachtterm laat vallen is de sanctie meteen vijf pushups. Waarom, daar kom je snel achter.” Ardi lachte geniepig. “Ik ben in de paar weken dat ik hier werk, een stuk sterker geworden in m’n bovenarmen…”
Gerben grinnikte. “Zouden ze bij m’n vorige werkgever ook moeten invoeren. Dan lagen een paar lui 24/7 in de voorligsteun… Maar: ook hier is het zo te horen gezellig! Dat was bij mijn vorige werkgever wel anders. Als je eens een keertje op kantoor mocht komen, kwam je in een gezelschap van vastgeroeste types terecht. En sommigen van de dames en heren die daar werkten waren ook echt ‘vastgeroest’. Werkten liever met de rekenlineaal dan met een fatsoenlijke PC…”
Hij keek rond en ik zag dat zijn ogen wat langer op Margot bleven rusten dan op de rest. “Kom, ik neem je even mee naar mijn hok, dan praten we daar rustig verder. Als ik dat hier doe word ik alleen maar belachelijk gemaakt.” Gonnie keek op. “Dat zou ik nooit durven. Zeker niet tegen een directielid.”
Een seconde daarna dook ze achter haar beeldscherm weg: er kwam een plastic beker haar kant uit vliegen. “Tút!” Met een lach liepen we Backoffice uit. “Gezellige boel hier, Kees.” Ik knikte. “Ja. Nog een bak koffie?”
Even later zaten we op mijn eigen kantoortje en keek ik hem aan. “Gerben, het lijkt hier één en al vrolijkheid en zo, maar vergis je niet: DT is een bedrijf waar keihard gewerkt moet worden. En dat doen we ook, vanaf Marion, onze receptioniste tot en met Theo de directeur. En als een van ons het wat rustiger heeft, vraagt hij of zij aan de collega’s of er iets is waarmee geholpen kan worden. En dat gebeurt ook in teamverband: als Klaas of Miranda's team het druk heeft en mijn team heeft wat uurtjes over, springen wij bij. En vice versa. Dat heeft een aantal voordelen: iedereen weet wat de anderen doen, iedereen doet aan education permanente omdat Klaas en Miranda andere specialismen hebben dan de Piraten. En je weet wat je aan je collega’s hebt. Leert elkaars sterke en zwakkere punten kennen zodat je daarop kunt anticiperen.
En het is enorm goed voor de teambuilding. En dat is meteen het tweede sterke punt van DT: het team is belangrijker dan het individu. Je werkt sámen aan een opdracht. En het derde punt, maar dat heb je ondertussen we gemerkt: op z’n tijd een lolletje. We nemen elkaar graag op de hak. Soms op het randje, maar als er iemand over de rand heen gaat is de sfeer zodanig dat hij of zij meteen door een collega gecorrigeerd wordt. En dan wordt de zaak even netjes uitgepraat. Sans rancune.”
Hij keek waarderend. “Mooi. Bij mijn vorige werkgever werkte iedereen individueel. Een project werd uiteengerafeld en iedereen kreeg een stukje. De projectleider had de schone taak om al die puzzelstukjes in elkaar te passen. Dat waren soms nogal hectische vergaderingen.”
Ik keek hem met open mond aan. “Zo kun je toch niet werken? In de techniek moet alles samenvallen. Eén schakel in de ketting die verkeerd is, en je hele project ligt in duigen…” Hij knikte meewarig. “Tja, dat vond ik ook, maar de andere heren wilden er niet aan. “Wat ik doe is mijn werk, van Wiers!” werd me een keer toegesnauwd. Nou, daarna keek ik wel uit.” Ik schudde mijn hoofd. “Niet te geloven dat er nog bedrijven zijn die zo werken… Ik zou na een dag al ontploffen, denk ik.”
Hij gniffelde. “Mijn gemoedsrust is ook een paar keer op de proef gesteld. Maar ja, ik was ‘die tijdelijke’, dus dan leer je wel je grote mond te houden.”
Ik zuchtte. “Nou ja, daar ben je weg, Gerben. Eén goeie raad: niet teveel uitweiden over ‘je vorige werkgever’. Je werkt nu bij DT. En ja, wij doen dingen anders. Beter? Weet ik niet. Als ik de orderportefeuille van dit bedrijf bekijk doen we het best wel aardig, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Maar ga niet afgeven op je ouwe toko.”
“Het is mijn referentiekader, Kees. En wat ik hier zie en hoor is het een nogal mager referentiekader. Maar ik zal m’n grote mond wel houden.”
Zo zaten we nog een tijdje te praten, tot hij uit het niets zei: “Kees, hoe denkt men hier over relaties op het werk?” Ik keek hem strak aan. “Zolang dat het werk niet in de weg staat, geen onderlinge ellende veroorzaakt in de vorm van jaloersheid, roddels of men de geliefden niet spiernaakt de liefde bedrijvend op het bureau aantreft: geen probleem.
Zoals je nu weet ben ik sinds een paar weken de trotse echtgenoot van Joline, Ingrid heeft recentelijk Adri aan haar Arbo- en kwaliteitszorghaakje geslagen, André, de plaatsvervanger van Miranda, woont samen met Marion, onze receptioniste en er is nóg een stel binnen het bedrijf wat een relatie heeft: Angelique, onze bijna afgestudeerde Meester in de Rechten, jou welbekend en Henry, de plaatsvervanger van het nautische team. En dat allemaal binnen een jaar.
Theo moppert voor de vorm wel eens dat de afkorting DT in feite Dating Team betekent, in plaats van Developing Technics, maar zolang de geliefden niet tijdens kantooruren verstrikt raken in urenlange tongzoensessies-met-publiek zit hij er niet mee.
‘Het welzijn van de medewerker verhoogt de productie’ zei hij eens tegen mij toen hij Joline en mij in ditzelfde bureau betrapte op het uitwisselen van een paar uiterst nette en zedige zoentjes. Een citaat uit een of ander managementsboek.”
Ik zweeg even en keek hem recht aan. “En hier volgt een goede raad van Kees Jonkman, collega en teamleider: als jij je Cupido-pijlen los wil laten op Margot: prima, maar zorg dat je werk en relatie enigszins gescheiden houdt."
Ik zweeg even.
"En nu een uitspraak van Kees Jonkman die samen met Joline Jonkman - Boogers beide dames Bongers onderdak biedt: wees uiterst voorzichtig met Margot. Ze heeft samen met haar zus tot een paar maanden terug een uiterst beroerd leven achter de rug. Bijzonderheden ga ik niet vertellen, die moet je echt uit haarmond horen. Zorg dat je een goeie absorberende zakdoek bij he hebt op dat moment; die zul je nodig hebben. Gelukkig heeft Charlotte dit sinds weekend een relatie met een wiskundeleraar. Leuke vent. Maar beide zussen hebben ook elkaar. Zijn jááárenlang elkaars steun en toeverlaat geweest. Aangewezen op elkaar. Ze hadden niemand anders die ze vertrouwden.”
Hij keek verbijsterd. “Wauw… Ik zag in Backoffice twee bijzonder knappe dames zitten. De één zelfs nog knapper dan de andere…” Ik knikte en zei zachtjes: “Gerben, doe uiterst voorzichtig met Margot. Als je haar verdriet doet, heb je niet alleen Kees Jonkman tegenover je.” Hij knikte. “Ik had zoiets al in de smiezen.”
“Mooi. Tot zover relaties en zo. Dan stel ik voor dat je na de pauze je bureau gaat inrichten. Naast Frits. En zo meteen jas aan, mee naar buiten een stuk wandelen met de meute. Oh ja, nóg een huishoudelijke mededeling: op de maandag, de woensdag en de vrijdag sportkleding, douche-spullen en verschoning meenemen. Dan gaan we in de middagpauze even sporten. Dinsdag en donderdagmiddag gewoon een stukje wandelen.”
“Sporten? In de baas z’n tijd?” Ik knikte. “Ja. En die baas sport gewoon mee. We werken hier nogal behoorlijk over en daar ligt niemand wakker van. Dat halve uurtje tussen de middag levert Theo graag in. Een half uur van onszelf, de feitelijke middagpauze dus, en een half uur van de baas. Daarin sporten we, douchen we, kleden ons weer om in normale kleding en eten onze bammetjes op. Twee keer in de week ‘dom hardlopen’ zoals Joline het noemt en één keer in de week fitness. Maar onze vaste instructrice loopt nu ergens in de Ardennen rond met een tentje op haar rug, dus proberen we wat leuks te doen in plaats van fitness. Hardlopen bijvoorbeeld.”
“En wie is die instructrice?” “Mariëtte van de fitness. Maak je nog wel mee kennis als ze terug is. Het ‘domme lopen’ geschiedt onder leiding van Fred, Joline of ondergetekende.” Ik grijnsde veelbelovend. “Hoe is je conditie?” Gerben keek een beetje trots. “Redelijk. Ik fiets veel. En ’s winters schaatsen. Lopen? Weinig. De pest voor je fiets-spieren.”
Ik snoof. “Denk maar niet dat je, op een fiets zittend, ons kunt gaan coachen als we lopen, meneer. Dat ben je binnen 50 meter afgeleerd en dan zit de fiets om je nek gevouwen. Maar Gerben: het is beregoed voor de saamhorigheid. Er sporten nu een stuk of 25 mensen mee: Backoffice, de piraten, het team van Rob, team Miranda en het team van Klaas. En de directie. En langzaam maar zeker komen er lui bij.” Hij humde. “Ik zal m’n trainingspak eens opduiken, Kees. Kijken of het nog een beetje past.” Ik stond op.
“Kom. genoeg ge-O.H.-d. Pak je brood, we gaan lopen.” Hij keek een beetje schuchter. “Ik neem nooit brood mee tijdens een sollicitatiegesprek, Kees…” Ik grinnikte. “Oh ja, da’s waar ook. Hoeveel eet je tussen de middag?” Hij stak vier vingers op. “Is kaas of ham goed?” Een knik. “Drie minuten geduld, a.u.b.” Ik sprintte naar boven en kocht 2 broodjes kaas en 2 broodjes ham. Eenmaal weer beneden stond de meute al in de gang te wachten.
“Had niet gehoeven, Kees. Ik heb nog wat oud brood voor de paardjes bij me.” Margot lachte. “Fijne meid ben jij, Margootje. Een nieuwe collega die geen brood mee heeft ons ouwe brood aan te bieden… Volgens mij was dat nog van afgelopen vrijdag. Viel nog mee dat het niet uit zichzelf de trommel uitmarcheerde.” Ik keek Gerben aan en wees. “Mevrouw Margot Bongers. Ziet er aardig uit, maar diep in haar hart heeft ze gemene trekjes.”
“Kees Jonkman!” De stem van Joline, waarschuwend. “Pas jij een beetje op?”
Frits keek me aan. “Dat wordt vannacht weer op de bank slapen, Kees…” Ik knikte zielig. “Ik vrees het ook.” Ik keek rond en zei met wat meer volume: “En dat allemaal omdat ik voor onze nieuwste medewerker vier broodjes heb gekocht en dan krijg ik nog op m’n lazer ook! Wat is dit voor toko hier? Wie zwaait de scepter van deze geitenbende?”
Margot giechelde. “Kijk eens in de spiegel, Kees…” Ik zuchtte maar weer eens. “Hier Gerben, je brood. Op de dag van je sollicitatiegesprek, potdomme!” “Vijf keer, Kees!” Diverse vingers wezen naar de grond en ik ging plat. Zucht…
Marion giechelde. “Gebruik jij wel eens krachttermen of vloeken, Gerben?” Hij aarzelde even. “Ik heb in een omgeving gewerkt waar dat redelijk ingeburgerd was. Hoezo?”
“Elke keer als je hier een krachtterm laat vallen, mag je er naast gaan liggen en jezelf vijf keer opdrukken. Onze fitness-instructrice is daarmee begonnen en we hebben dat integraal overgenomen. Heeft bijzonder veel geholpen om de conditie van bepaalde collega’s op een hoger plan te brengen. Nietwaar, Frits?”
Ze lachte liefjes en Frits gromde. Laag en gemeen. “Ik zal proberen me in te houden”, zei Gerben. Ondertussen waren we buiten.
Voor de verandering was miezerde het. “Dat zullen onze bouwvakkers wel waarderen. Ik hoop dat het morgen beter weer is!” Henk keek wat zorgelijk naar de lucht. “Als je eenmaal stenen aan het sjouwen bent, krijg je het snel warm, Henk.” Frits legde de verbouwing van Angelique en Henry uit. “En nu staan er tijdens de verbouwing elke dag 2 en soms zelfs 3 man op de steiger in Waardenburg om Henry en An te helpen. Doorbetaald. Want Theo vond dat hij die twee wel wat schuldig was.” Gerben floot. “Verdomme… Ik krijg steeds…”
“Dat zijn je eerste vijf, meneer!” Uitgerekend Margot die het zei, compleet met hand en vinger. En Gerben ging braaf liggen en drukte zich goed op. Na het opstaan zei vervolgde hij: “ik wilde zeggen: steeds meer zin om hier te werken. Maar ik begin wat twijfels te krijgen.” Er klonk wat hoongelach. “Wacht maar tot we weer naar de fitness gaan. Zelfs als je in gedachten vloekt, lig je al in de voorligsteun.”
Eenmaal bij de paardjes hinnikten die vrolijk en er gingen twee stapels boterhammen vlot naar binnen. Charlotte wipte weer over het hek en inspecteerde hun onderkomen even. Toen ze over het prikkeldraad terugklom zei Joline pesterig: “Denk je aan je broek, Lot? De vorige keer had je een winkelhaak in je rok…” Een uitgestoken tong was de reactie.
Tijdens het lopen lette ik op Gerben. Die kletste rustig met de nog aanwezige Piraten en toonde geen overmatige belangstelling voor Margot. En Margot liep tussen de dames van Backoffice en praatte met hun mee. Terug bij DT nog een kop koffie, daarna ging iedereen weer aan het werk. Oké Kees… Zo te zien was Gerben geen Casanova.
De middag ging snel voorbij. Mails, overleg over een project van Frits en Henk in een asfaltcentrale tussen Arkel en Meerkerk. Gerben zat erbij en had een paar goeie suggesties. Henk keek hem aan. “Wil je hieraan meedoen? Een leuk, niet al te groot projectje en dichtbij. Even indribbelen…” Gerben knikte en Henk keek naar mij. “Dat scheelt weer dure uren. Kees zat oorspronkelijk ook in dit project. Nu kunnen we een met een lagere offerte aankomen. Drie gewone ingenieurs, in plaats van directielid erbij. Scheelt aanmerkelijk.” Ik keek hem aan. “Hou op met die onzin, Henk!”
Ik was een beetje pissed-off en Henk haalde bakzeil. “Sorry Kees. Ik dacht dat zo’n geintje wel moest kunnen.” “Dat doe je maar als ik kapsones krijg en hier binnenkom in driedelig pak met een dikke sigaar in mijn hoofd. En gereden wordt in een auto met chauffeur, begrepen?” “Oké…”
We gingen tot half vijf verder met bespreken en ik reeg een goeie indruk van de capaciteiten van Gerben. Allard had niet gelogen: hij had heel wat in zijn mars! “Heren…” Frits stond op. “Tijd om huiswaarts te gaan. Ik ben vandaag aan de beurt om de piepers te jassen; ik weet niet hoe met jullie zit, maar…” “Je hebt gelijk Frits.” Henk sloot zijn computer af en we trokken onze jassen aan. “Gerben, fijne avond! Tot morgen. Vanaf een uur of zeven is het gebouw open, dan tappen we een bak koffie kletsen nog even en rond 07:30 is het werktijd. En morgen je sportspullen niet vergeten hé?” Hij knikte. “Fijne avond.”
Joline, Charlotte en Margot stonden al in de gang te wachten. “En hoe is je eerste dag bij DT bevallen, Gerben?” Joline keek belangstellend. “Een beetje chaotisch in feite. Je denk een formeel sollicitatiegesprek te hebben en voor je het weet lig je jezelf op een modderig pad op te drukken op commando van een leuk uitziende dame.” Charlotte lachte gemeen. “Als je wat meer van haar wilt weten: ik ken nog wel een paar jeugdzonden van mijn zus, hoor.” Een por in haar zij was haar beloning.
Even later reden we op de snelweg. “Hoe is jouw indruk van Gerben, Kees?” “Prima vent. Denkt snel, heeft veel technische kennis in huis. Hij gaat morgen samen met Frits en Henk naar die asfaltcentrale. En dat was een voorstel van Henk. Die ziet hem ook wel zitten.” “Mooi. Wéér een goeie collega erbij, Kees. Zou hij Henry kunnen evenaren, denk je?” Ik knikte. “Henry heeft meer verstand van offshore en schepen; Gerben zat net helemaal in z’n element in die asfaltfabriek. En qua persoonlijkheid lijkt hij ook prima bij DT te passen. Drukte zich in ieder geval zonder gemekker op. Maar ja, dat zal wel te maken hebben gehad met z’n charmante opdrachtgeefster…”
Margot bitste: “Als ik het niet gezegd had, had iemand anders het wel gedaan, Kees!” Ik grinnikte. “Wat doen we dames? Maken we nog een ommetje langs Waardenburg? Even kijken bij An en Henry?” “Nee Kees. Zo meteen loopgroep. Waardenburg kost waarschijnlijk veel tijd.” Lot zei het beslist. “Oh ja, natuurlijk. Jij moet je nog optutten voor Ben, zus…” Margot’s stem klonk spottend. “Zorg jij nou maar dat je ook een vent heb, dan kunnen we ons samen optutten, trutje. Voor de loopgroep notabene, zie je het voor je? Met mascara, oogschaduw en lippenstift op je helemaal te pletter lopen in het tempo wat meneer of mevrouw Jonkman je opdraagt, zodat alles uitloopt? Deze dame gaat zich niet anders kleden dan normaal voor de loopgroep, hoor. Ben neemt me maar zoals ik ben.”
“Nou ik hoop toch écht dat hij daar nog even mee wacht, Lot. Tot jullie een beetje zeker van elkaar zijn.” Er klonk een gemeen lachje in Joline’s stem door. “Ehhh… Wáármee wacht, Jo?” “Met jou ‘nemen’ natuurlijk, lieve Charlotte…” Ze kreeg een tik op haar hoofd. “Dat bepalen wij zelf wel, mevrouw Boogers, dankuwel.” We grinnikten samen.
Thuisgekomen snel een boterham en een glas sap, omkleden en toen richting loopgroep. Ben stond al het verzamelpunt te wachten en Lot vloog hem om de nek. Ik lette op de reactie van Margot: die stond het glimlachend aan te kijken. Mooi. Het volgende uurtje had ik het te druk voor dat soort dingen: Joline trainde ons vandaag met felle sprints en oefeningen voor het bovenlichaam. Tot ze besloot met de opmerking: “Dat was het voor vandaag, mensen! Dank voor jullie zweet!”
“Nou, daar kun je wel een badkuip mee vullen”, mopperde Ben. “En dat ga ik thuis ook doen!” Lot omarmde hem, wat een paar opmerkingen tot gevolg had. “Verhip… Hebben jullie verkering?” “Hoe moet dat nou met je eenzame zus, Charlotte?” Ze keek de spreekster aan en zei droogjes: “Die kan prima voor zichzelf zorgen hoor.” Om één of andere reden kreeg Margot wat rodere wangen. Hmmm...
Enfin, na nog een knuffel tussen Lot en Ben liepen we naar huis. “Poehpoeh… Je hebt ons aardig lopen afbeulen, mevrouw Jonkman. Volgende week neem ik het heft wel weer in handen. Zal de meute blij mee zijn.” Joline giebelde. “Leuk hé, die sprint-trainingen? Ik heb zelfs Linda zwaar aan het hijgen gekregen.” “Ja, ons ook. En we lagen niet eens in bed.” Margot keek ondeugend.
Ik keek haar even aan. “What happens on the couch, stays on the couch, Margot.” Ze knikte. “Sorry.” In de hal zei ik: “Laten we onze gezamenlijke uitspattingen maar niet buiten deze deur bespreken, Margot. Daar krijg je praatjes van.” “Nogmaals sorry, Kees. Had ik even niet bij nagedacht.” Kom dames. Even samen een glas sap, en dan douchen. Niet in het bad, want door al dat zweet kan er geen schoon water meer bij. Daarna lekker eten.” De zussen liepen even later naar hun kamers, Joline verdween in onze slaapkamer en ik zette de pasta zachtjes op het vuur. De saus kon nog wel even wachten; die was binnen drie minuten klaar.
Joline trok nét haar trainingspak uit toen ik de slaapkamer binnen kwam. “Aha! Een bijna naakte mooie dame. Die is voor mij!” Ze stak haar hand op. “Niks ervan. Je gaat niet met je bezwete ingenieurshanden aan mijn lieve borsten zitten prutsen, meneer. Eerst douchen. En goed inzepen, denk er aan!” Onder de douche keek ze me aan en zei zachtjes: “Wat vond jij van de reactie van Margot, ten Lot zei dat haar zusje prima voor zichzelf kon zorgen?”
Ik gniffelde. “Ik zag een lief blosje, schat.” Joline knikte. “Die zag ik ook. Die meiden hebben met elkaar liggen kletsen. Lot weet iets wat wij nog niet weten.” Ik haalde mijn schouders op. “Logisch. Het zijn net zulke aan elkaar geklitte meiden als Claar en Mel. We horen of zien het vanzelf wel, Jolien.” Ze draaide zich naar me om en keek me strak aan. “Kees Jonkman… Jij weet iets wat ik nog niet weet. Je houdt iets achter, ik hoorde het aan je stem! Vertel op!”
Weer was ik stomverbaasd. Ze had mijn gezicht niet gezien toen ik de laatste opmerking maakte, dus daaruit kon ze het niet afleiden. Ze kneep haar ogen wat samen. “Komt er nog wat van, Kees Jonkman?” Ik zuchtte. “Ja schat. Je hebt gelijk, schat. Onze allernieuwste medewerker is niet alleen voor de technisch interessante projectjes naar DT gekomen, schat. Toen hij vorige week met ons meegeluncht had, informeerde hij al naar Margot. En vandaag wéér. Ik heb hem héél beknopt verteld dat hij heel voorzichtig met Margot moest zijn, omdat hij anders niet alleen Kees en Joline Boogers tegenover zich zou vinden, maar compleet DT. En dat begreep hij. Dus is het te hopen dat Margot ook iets ziet in Gerben. Anders hebben we een probleem.”
Joline schudde haar hoofd. “Ja, het zou leuk zijn als die twee… Gerben lijkt me wel een sympathieke vent. Maar als Margot een crush op iemand anders heeft, hebben ‘wij’ geen probleem. Hooguit Gerben.” Ze tikte op mijn neus. “We gaan niet koppelen, Kees. En pas op: jij gaat ook niet je zogenaamd subtiele opmerkingen op Margot loslaten! Anders komt de blonde Feeks van Gorinchem in actie!” Haar blauwe ogen keken waarschuwend.
“Nee schat. Goed schat. Ik zal het aan Fred overlaten, schat.” De blauwe ogen werden lasers. “Kéés! Ik meen het!” “Weet ik toch, schat. Ik stond je te sarren.” “Dat doe je maar in je eigen tijd, rotzakje.” Ze lachte nu, de lasers waren lieve ogen geworden. “Kom, doe die kranen maar dicht; we zijn nu wel schoon.”
Afdrogen, aankleden en ik verdween weer in de keuken. Hasta la pasta! De spaghetti ging er goed in. Daarna een puddinkje en samen ruimden we de keuken op. “Ik ga nog even werken, schat”, zei ik tegen Joline. “Volgens mij zit Theo thuis ook niet zoveel te rummikubben… Wat een mails krijgt die vent!” Margon gniffelde. “Volgens mij ben jij nú al genezen van het idee om een eigen bedrijf te beginnen… Of niet, Kees?”
Ik keek haar aan. “Een eigen bedrijf? Ammenooit niet, Margot. Ik ben techneut. Geen ondernemer. Een paar weken kan ik dit wel volhouden, ondersteund door jullie allemaal. Maar daarna trekt Kees Jonkman zich weer lekker terug in zijn eigen werelden: techniek, hardlopen en klassieke muziek.” Joline keek lief. “Je vergeet iets, schatje. En in mij.” Ik knipoogde en Margot en Lot zeiden synchroon: “Je hebt gelijk, schat.” We schoten in de lach. “Zo, nu hebben jullie alvast kunnen oefenen, meiden.”
Lot zei kattig: “Denk maar niet dat wij om de haverklap die zin uiten, Kees. Die hebben we in Groot-Ammers veel te vaak gehoord, en zonder ‘schat’ erbij. Ben moet niet denken dat hij…”
Ze zweeg plotseling en plofte op de bank, handen voor haar ogen. “Hé Lotje… What’s up, meid?” Twee rode ogen keken ons aan. “Ik zag het plotseling voor me: Ben die thuiskomt uit zijn werk en ik de hele dag in huis lopen stoffen, poetsen en boenen. En owee als er ergens nog een rommeltje ligt!” Margot ging naast haar zitten, Joline aan de andere kant. Ze snotterde: “Vannacht hierover gedroomd… Ik ging bijna over m’n nek toen ik wakker werd.”
Joline trok haar tegen zich aan. “Lieve Lot. Heb jij iets daarvan gemerkt tussen Kees en mij? Hier wordt sámen het huishouden gedaan. Ja, sommige dingen doe ik liever omdat ze wat meer de zachte hand van een vrouw vereisen; sommige dingen laat ik aan Kees over omdat het koud, nat of smerig is, maar we houden samen dit appartement in orde. We hebben net sámen afgewassen, we doen sámen de was…”
Plotseling giebelde ze en keek me ondeugend aan. “…hoewel Kees een uitgesproken voorkeur heeft om mijn lingerie te wassen.” Beide zussen schoten in de lach en Margot zei: “Oh, is dat zo? Kun je die van mij er meteen bij doen, Kees?”
Ik gromde , werd toen weer serieus.
“Luister meiden, als een van jullie partners het ooit in z’n bol krijgt om jullie te degraderen tot huissloofjes, mag hij even op bezoek komen bij het echtpaar Jonkman – Boogers. Wedden dat hij binnen een halfuur bekeerd is? Met een trap van Kees onder z’n hol of een draai om de oren van Jolien, daar zijn we nog niet uit.” Charlotte lachte voorzichtig, met nog rode ogen. Margot zei droogjes: “Dan moet je voor mij nog even mee wachten, Kees.” Ze sloeg haar ogen neer. “Mooi. Dan heb je meer tijd om te zoeken, Margot.”
Joline klonk vastbesloten. “Maar écht, meiden… Jullie moeten niet achter het aanrecht belanden…” Ze zweeg even, nadenkend, toe lichtten haar ogen op. “Ik ben natuurlijk de laatste om jullie met Bijbelteksten om de oren te slaan, maar ik doe het nu toch maar even. Weten jullie de gelijkenis van de talenten nog?” De zussen knikten. “Matteus 25, vers 14”, zei Lot meteen. Joline knikte. “Dat zal wel, weet ik niet. Maar de inhoud weet ik wél: als je iets aan talenten hebt, moet je ze gebruiken. En niet nutteloos in een kuil begraven. Jullie zijn gruwelijk goed als econoom. Nu al. Theo heeft een paar weken terug, in de eerste week na onze huwelijksreis, tegen me gezegd dat hij jullie véél eerder bij DT had willen hebben. En dat economische talent mogen jullie, of jullie toekomstige echtgenoten, niet achter het aanrecht laten versloffen. Begrepen?”
Ze keek serieus en na een paar seconden knikten de zussen. Allebei. Joline keek tevreden. “Mooi. En nu mogen jullie braaf zeggen dat Jolientje gelijk heeft.” Haar mond werd een brede lach en die van de zussen ook. Charlotte trok Joline naar zich toe. “Trut… Dank je wel dat je me even wakker hebt gemaakt.” Toen was het beurt aan Margot. Die gaf Joline een zoen en zei langzaam en nadrukkelijk: “Je – hebt – gelijk – Jolientje.” Ze keek me aan. “Daar kun jij nog wat van leren, Kees.” Gehoorzaam antwoordde ik: “Ja schat. Je hebt gelijk, schat. Je bent een prima zielenknijper, schat.” Een knipoog volgde.
Toen stonden de zussen op. “Wij gaan koffie maken! Daarna gaat Kees aan ’t werk en wij nog even economische dingen doen voor de studie.” “Dat doen we samen, meiden”, zei Joline. “Maar niet langer dan een uurtje: om negen uur is het bedtijd. Jullie moeten goed slapen, want morgen wordt er weer gelopen. Alleen dan in Gorinchem. En Jolientje is de trainster.” Beide zussen keken wanhopig. “Ik denk dat ik me morgen ziek meld”, kreunde Margot. “Dan kom ik de thuiszorg wel doen, zus”, zei Lot, toen ze naar de keuken liepen. “Wátjes!” riep Joline hen achterna.
Na de koffie gingen we aan het werk. Ik klapte de laptop open. Mails voor DT… zucht: 33 mails. Van toeleveringsbedrijven, van partners van DT, reclame… Een aantal konden zó de prullenbak in, met de anderen was ik langer bezig. Onder andere een mail uit Foxhol, Groningen. De werf waar Henry en Rob veel werk hadden. Die wilden een serie middelgrote coasters bouwen en vroegen een offerte voor ondersteuning van DT.
“Van kiellegging tot en met in gebruikname bij de klant.” Ik schudde mijn hoofd. Dan hadden ze het niet begrepen. Ik schreef terug: “Heren, als jullie DT er pas bij de kiellegging bij halen, zijn jullie te laat. We willen best een offerte geven, maar dan vanaf het moment dat de eerste tekeningen gemaakt worden. Anders zijn jullie meer geld kwijt aan wijzigingen, omdat onze mensen in een té laat stadium bij de bouw betrokken worden. Denk er eens over. Groet, Kees Jonkman.” Een afschrift van die mail aan Rob z’n club… Send.
Volgende mail. Kortom: ik was er best druk mee. Om negen uur hingen er plotseling blonde haren tussen mijn ogen en het beeldscherm. Véél blonde haren. “Hé schatje… Ga je met je blonde trainster naar bed? Morgen is er weer een dag.” Ik keek om. “Is dat die strenge trainster van het cooperparcours? Ja, daar wil ik wel mee naar bed. Eens kijken of ze in bed hetzelfde uithoudingsvermogen heeft.”
Een kneepje in mijn nek was het antwoord. “Niks ervan, meneer. Wij gaan netjes naast elkaar onder het dekbedje. Geen ondeugende spelletjes vanavond.” Een zoen in m’n nek volgde en héél zacht de woorden: “Morgen, meneer de directeur.” Ik kreeg kippenvel. “Morgenavond, liefste”, vervolgde Joline. “Ik ben de hele avond en nacht voor jou… Je mag alles doen wat je wilt.”
Ze gleed naast me op de bank en duwde de laptop opzij. “Nu ben je even van mij.” Twee warme, volle lippen gleden over die van mij.
Toen ze losliet keken we elkaar aan. “Morgen, Kees… Ik verlang er naar.” Ik knipoogde. “Ik ook, schat. En om te zorgen dat het snel morgen is: gaan we lekker slapen?” “Ja. Met jou naast me. Mijn eigen ridder-in-een-blauwe-Volvo.” Laptop afsluiten, veiligheidsrondje, de zussen welterusten wensen… Daarna de slaapkamer in.
Daar was Joline al bezig zich uit te kleden. Ik bekeek haar: een mooie, lange vrouw die nét haar broek uitdeed. Lange, blote benen kwamen te voorschijn. En even later haar slanke bovenlichaam. “Kéés! Je staat me gewoon uit de kleren te kijken!” Ik knikte. “Ja. En daar schaam ik me niet voor. Het is altijd heerlijk om naar jou te kijken als je je uitkleedt. Mijn prachtige echtgenote.” Ze glimlachte.
“Lief. Maar jij nu ook uitkleden. Kan ik weer naar jou kijken. Mijn stoere vent. En je hoeft het niet snel te doen.” Rustig kleedde ik me uit, terwijl Joline, naakt op een slipje na, op de rand van het bed zat. Met alleen nog mijn boxer aan klopte ze naast zich. “Kom jij eens bij je echtgenote, Kees.” Ze sloeg haar armen om me heen. “Gaan wij er morgen een heerlijke avond van maken, Kees?” Ik zoende haar. “Ja. En morgen ga ik jouw stoutste fantasie waarmaken, Jolientje. En dat kan, want dan zijn de zussen bij Fred. Kunnen wij…” Ze smoorde de rest van de zin met een lange zoen.
En daarna klonk: “Kom, tandjes poetsen. En daarna in bed.” Een paar minuten later lagen we tegen elkaar, armen om elkaar heen, lekker te zoenen. “Heerlijk, Joline om met jou in bed te liggen.” “Morgen, Kees… Morgen ben ik helemaal van jou. Vastgebonden. En je mag me ‘nemen’. Voelen. Betasten, waar je maar wilt. En ik kan er niets tegen doen, want ik sta helemaal vastgebonden…” Ze kreunde zachtjes toen ik over een mooie meisjesborst streelde.
“Ik verlang er zó naar, Kees.” Even was het stil. “Zullen we maar gaan slapen? Dan is het eerder morgen.” “Wel zo verstandig, schatje. Want morgen moeten we hard aan de bak.” Ik zweeg even. “Onder leiding van de strenge mevrouw Jonkman. Sprint-beul der eerste klasse.” Ze giechelde. “Oh ja, ook dat nog. Ik zal iets milder zijn dan vanavond, Kees. De conditie van sommige lui bij DT is wat minder dan die van het loopgroepje.” Een lange zoen volgde. “Lekker slapen Kees.” “Jij ook, mevrouw. Niet teveel dromen van morgenavond, anders heb je geen zin meer.” Plagend klonk het: “Dacht je dat, Kees?”
“Ik slaap morgenavond wel in de kamer van de zussen, geloof ik”, bromde ‘Balou’. “Een stuk rustiger.” “Je bent een prima beer, Balou”, zei ik gapend. Daarna was het stil in de slaapkamer…
Even later reden we uit Veldhoven weg. “Zo. Eens kijken wat de dag ons brengt. We hebben in ieder geval vijf medewerkers minder vandaag. Henry, Angelique, Frits, Rob en Klaas staan vandaag op de steigers in Waardenburg.”
Joline keek zuinig. “Rob ook? Dan hoop ik dat An een extra voorraadje koffie ingeslagen…” We gniffelden. “Zal niet meevallen voor die oliestoker. De hele dag in de buitenlucht in plaats van dieselstank of de geur van plotterinkt.” “Hij went er maar aan. Die broer van me is veel te veel verwend in z’n machinekamer.”
Joline zei het nuffig en Margot vulde aan: “Inderdaad. En met z’n privé-kokkie die voor de koffie zorgde.” We schoten in de lach. “Ja, die zal nu een stuk prettiger leven aan boord nu die donderwolk uit de machinekamer niet meer aan boord is…”
Een half uur later kwamen we in Gorinchem aan, waar we kort bij de automaat kletsten en toen aan het werk gingen. Mail: geen spannende directie-dingen. Om acht uur een bespreking met de Piraten, waarbij ik mededeelde dat Gerben van Wiers rond half tien op de stoep zou staan. “We hadden het al van Frits gehoord, Kees.” Henk keek me nieuwsgierig aan. “We begrepen dat hij gisteren op straat is gezet wegens ‘overbodig’? Wát een sukkels daar… Die vent moet je binnenhalen Kees. Liever gisteren dan vandaag.”
“Ontspan Henk… Daar was ik gisteren ook al achter, mede dankzij Frits hier. En ik denk dat meneer van Wiers de sfeer hier wel kan waarderen. Dus: wees eens een keertje aardig voor elkaar in plaats van elkaar af te zeiken, dank je wel.” “De enige die afgezeken gaat worden ben jij, meneer de directeur a.i. Door je eigen directrice. Die is daar best goed in.” Henk keek me grinnikend aan. “Klopt, Henk. En de goedmaaksex compenseert veel…”
Geloei vulde de ruimte, zodanig dat Marion haar hoofd om de deur stak. “Kan het allemaal een tandje minder hier? Ik zat met een klant aan de telefoon; die dacht dat ik in een dierentuin rondliep. Ik heb ‘m maar verteld dat er inderdaad een apenrots in DT was…” Er viel een stilte, toen zei Henk heel zachtjes: “Zullen we die juffrouw van de receptie eens een lesje leren? Marion, hoe goed ken jij de herendouche?” Ze vluchtte weg en we lachten.
Even later was het weer stil in de groepsruimte, op Radio 3 na. Mede daarom ging ik m’n eigen hok in: Radio 4 had toch mijn voorkeur. Liever Beethoven dan een of andere rapper… Maar Beethoven hoorde ik even later al niet meer; de techniek slokte al mijn aandacht op. Tot ik een telefoontje kreeg: de receptie voor in het gebouw, Chantal. “Kees, er staat hier een meneer voor me die een afspraak met je heeft. Gerben heet hij.” “Ik kom er aan, Chantal!”
Ik liep naar voren en we schudden handen. “Mooi dat je op zo’n korte termijn kon komen, Gerben.” Hij haalde zijn schouders op. “Anders had ik lopen stofzuigen thuis, meneer Jonkman.” Ik trok hem mee naar de koffie-automaat. “Meneer Jonkman gebruik je maar als je nijdig op me bent. We spreken elkaar hier allemaal bij de voornaam aan, inclusief de directeur. En nee, dat ben ik niet. Voor het geval je het vergeten was: ik heet Kees.” Hij knikte. “Oké, wel zo prettig.”
We tapten een kop koffie en liepen naar het bureau van Harm, onze personeelsman. Ze maakten kennis en ik bood Gerben een stel aan. Pesterig nam ik tegenover hem plaats, naar Harm. “Gerben... Je hebt vorige week gezien wie we zijn en wat we doen. Heb je trek om hier te komen werken?” Gerben knikte. “Kan ik gisteren beginnen?” “Mooi. Dit was het sollicitatiegesprek; we zijn het eens. Welkom bij de club." Ik keek op m'n horloge. "Da's best netjes: een sollicitatiegesprek inclusief koffie binnen één minuut. Harm, heb jij die arbeidsovereenkomst klaar?” Hij knikte en legde hem aan Gerben voor. “Goed lezen, ook de kleine lettertjes graag. En als jij leest, mag Harm even je VOG en je identiteitskaart zien en kopiëren?”
Gerben knikte, keek in zijn tas en haalde het gevraagde er uit en Harm liep het kantoor uit. “Als je nog referenties wil, Kees: mijn vorige directe chef baalde als een stekker dat ik ontslagen was. Die mag je opbellen, als je wil.” Hij gaf me een kaartje. ‘Ing W. M. van Zanten. Productieleider’ stond er op. “Heb je er bezwaar tegen als ik dat meteen doe, Gerben?” Hij schudde van nee, dus ik pakte mijn telefoon.
“Meneer van Zanten, goede morgen. U spreekt met Kees Jonkman van Developing Technics, Gorinchem. Mag ik u even storen?”
“Niet te lang graag, meneer Jonkman. Zo dadelijk heb ik een Skype-vergadering.”
“Oké, ik zal kort zijn. Wat kunt u vertellen over Gerben van Wiers?”
Het was even stil. “Hoezo, meneer?”
Ik kuchte even. “De heer van Wiers zit momenteel een arbeidscontract door te lezen van DT. Als hij en ik onze handtekening er onder hebben gezet, treedt hij bij DT in dienst. Vandaar mijn telefoontje. En hij zit naast me, de telefoon staat op de speaker, dus alles wat u zegt, hoort hij.”
Er klonk een grinnik. “Mooi, dan zal ik het kort houden. Aannemen. Meteen. Ik heb gisteren onze bedrijfsleider uitgevloekt omdat hij Gerben op straat heeft gezet. Goud waard. En mede daardoor zit ik er over te denken deze firma ook vaarwel te zeggen, meneer Jonkman. Op de 2e verdieping hier, waar onze directie en de bedrijfsleiders zitten, heeft men geen zak verstand van techniek, maar draait het alleen maar om het tevreden houden van de aandeelhouders. En daar ben ik ondertussen wel klaar mee.”
Gerben keek op en zei in de telefoon: “Willem, wat let je? Maak een afspraak en kom eens een uurtje hier kijken en kletsen. Wedden dat je je ontslagbrief binnen no-time geschreven hebt?”
Harm kwam tijdens de laatste zinnen binnen en zijn mond viel open. “Wát…?”
Ik gebaarde om stilte. “Nou, u hoort het, meneer van Zanten. Als u een goeie techneut bent en u heeft verstand van en gevoel bij ons werk, bent u van harte welkom. In ieder geval om eens kennis te maken. Maar ons personeelsbeleid steunt op drie pijlers: keihard werken, het team is belangrijker dan het individu en op z’n tijd een lolletje. Denk er over na, praat er met uw thuisfront over en stuur maar een mailtje met uw bevindingen. Ons mailadres staat op de website; als u in de aanhef zet dat de mail voor mij is, komt hij wel aan.”
“Meneer Jonkman, dat ga ik doen! Dank voor uw telefoontje. En wat Gerben aangaat: nogmaals, aannemen. Zo snel mogelijk. Kan goed ‘out of the box’ denken en is van heel veel markten thuis. Luistert hij nog mee?”
“Wat denk je zelf, Willem?”
“Mooi. Heb je al getekend?”
“Nee, nog niet. Hoezo?”
“Tekenen dan, eikel. Ik weet wat DT doet. Meneer Jonkman, sorry, mijn Skype-vergadering start.”
“Meneer van Zanten, dank voor uw tijd. Ik zie uw mail wel binnen komen.”
Tuut-tuut-tuut… Ik keek op, in de ogen van Harm. “Wat ben jij aan het doen, Kees? De concurrentie aan het leegkopen?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Maar als ik hoor dat er ergens een goeie techneut het niet naar z’n zin heeft in zijn huidige werk...” Op dat moment tekende Gerben beide exemplaren van de arbeidsovereenkomst en legde die voor mij neer. En ook ik zette mijn handtekening.
Harm keek me aan. “Ik mis iets, Kees. Onder je handtekening moet wel staan ‘Waarnemend directeur’.” Ik begon te grommen. “Begin jij nu ook met die onzin? Kap daarmee alsjeblieft!” Hij schudde zijn hoofd. “Nee, ik ben serieus. Je hebt van Theo die bevoegdheden gekregen; die moeten ook in jouw handtekening tot uitdrukking komen. Geen geintje.”
Ik mopperde: “Dat gaat ernstig tegen mij gebruikt worden, Harm.” Maar oké, als hij het wilde… Ik schreef de tekst er netjes onder. “Nu tevreden, meneer?” Hij grinnikte. “Het ging nog niet van harte, Kees.” Ik gaf een van de papieren aan Gerben.
“Gefeliciteerd, Gerben en welkom bij DT. Harm, kun jij vooruit met de gegevens van Gerben?”
Hij knikte. “Voorlopig wel. Vanmiddag of morgen ontvoer ik je nog even voor zaken als bankrekeningnummer, huisdres, relatieadres en dat soort ongein. Heeft geen haast.” “Mooi. Dan ga ik je nú formeel introduceren bij de Piraten. En daarna bij de andere teams en ons Backoffice. Volgen.”
Ik beende de gang door naar het ‘Piratennest’ en gooide de deur open. “Heren… Mag ik u voorstellen aan de nieuwste Piraat? Van Wiers heet hij. Gerben van voren. Komt met ingang van nú bij DT werken.” Hij gaf iedereen een hand en keek rond. “En waar is mijn plekje?” Ik wees. “Naast Frits, Gerben. Maar daar ga je nog niet zitten, ik sleep je eerst door de toko heen en wijs je de toiletten en zo. Kóm!”
We liepen de gang door en ik introduceerde hem bij de andere teams. Inwendig moest in gniffelen. Backoffice bewaarde ik voor het laatst. Eens kijken hoe hij Margot ging reageren. Uiteindelijk, om half twaalf, liepen we bij Joline naar binnen. “Schat, mag ik je voorstellen aan Gerben van Wiers? Sinds een uurtje de nieuwste Piraat?”
Joline stond op en stak haar hand uit. “Goedemorgen en welkom bij DT. En sterkte als Piraat. Dat zul je nodig hebben, met zo’n teamleider. Ik ben Joline Jonkman, hoofd Backoffice en tevens echtgenote van die vent naast je.”
Hij nam haar hand aan. “Dank u wel, mevrouw Jonkman.” Joline trok haar wenkbrauwen iets op. “We spreken elkaar hier bij de voornaam aan, Gerben. Iedereen. Als er iemand alleen maar met achternamen gaat strooien, is er iets goed fout.” Ze keek naar mij en zei op haar bitcherige toontje: “Ja, en dat geldt ook voor jou, meneer Jonkman!”
Ik boog het hoofd. “Ja, schat, dat is goed, schat, je hebt weer eens gelijk, schat.” Gerben lachte voorzichtig en Joline keek hem aan. “We plagen elkaar nogal graag, Gerben. Zijn nét een paar weken getrouwd.” Hij knikte. “Nou, gefeliciteerd dan maar. Sorry dat het wat aan de late kant is, maar ik had wat andere dingen te doen.”
“Dank je wel”, zei Joline. “Ik zal je even formeel voorstellen aan het Backoffice hiernaast. De meesten heb je vorige week al gezien, maar nu kan ik je introduceren als nieuwe collega. Kóm.” Ze leidde Gerben de tussendeur door en zei: “Even aandacht dames… En Fred. En Adri. Dit is Gerben van Wiers. Komt met ingang van vandaag Kees z’n Piraten versterken. Gerben dit is het Backoffice. Hier wordt niets getekend of ontworpen, hier wordt ernstig aan inkoop, calculatie, boekhouding en ICT gedaan. Uiteindelijk zijn het deze dames die zorgen dat DT het geld krijgt waarvoor de teams verderop in de gang zo hard werken.”
“Werken… zegt mevrouw. Op hun luie gat een beetje op een scherm zitten tekenen…” Ingrid’s stem klonk zwaar sarcastisch. “Pas jij een beetje op, mevrouw van de kwaliteitszorg? Je weet wat er gebeurt als je mijn bud belachelijk maakt hé? Dan krijg je weer vliegles! En de les ‘landen’ heb je nog steeds niet gehad, denk er aan!” Fred keek dreigend naar het bureau naast zich en vervolgde gemeen: “En je vriendje komt je niet te hulp, want ik moet nog een beoordeling van hem opmaken!”
Ik klopte Fred op zijn schouder. “Dank je wel, maat.” Gerben keek vragend. “Fred en ik zijn elkaars bud. Lang verhaal. Korte versie: als je ruzie met mij hebt, krijg je Fred er gratis bij. En vice versa.” Hij keek Fred peilend aan. “Goed om te weten…”
Hij gaf iedereen een hand, Fred en Adri als laatste. Bij Fred vertrok zijn gezicht even. “Ik hoop dat ik zo meteen nog kan typen…” Hij schudde zijn hand uit. “Tel je vingers maar even na, wel zo handig als je Fred een handje hebt gegeven”, bitste Joline. “Fred wanneer leer jij nou eens dat ‘een stevige hand geven’ iets anders is dan iemands middenhandsbeentjes tot moes knijpen?”
“Sorry, mijn geliefde direct leidinggevende. Macht der gewoonte, voor als ik uw echtgenoot weer eens tot de orde moest roepen.” “Dat doe je maar ’s avonds in de kroeg, met een krat bier, verdorie.” Gonnie kuchte even en wees op de grond, evenals Denise, Fred en Margot. Joline zwichtte en deed haar vijf pushups.
Gerben zag het verwonderd aan en Adri verklaarde: “Als iemand binnen DT een krachtterm laat vallen is de sanctie meteen vijf pushups. Waarom, daar kom je snel achter.” Ardi lachte geniepig. “Ik ben in de paar weken dat ik hier werk, een stuk sterker geworden in m’n bovenarmen…”
Gerben grinnikte. “Zouden ze bij m’n vorige werkgever ook moeten invoeren. Dan lagen een paar lui 24/7 in de voorligsteun… Maar: ook hier is het zo te horen gezellig! Dat was bij mijn vorige werkgever wel anders. Als je eens een keertje op kantoor mocht komen, kwam je in een gezelschap van vastgeroeste types terecht. En sommigen van de dames en heren die daar werkten waren ook echt ‘vastgeroest’. Werkten liever met de rekenlineaal dan met een fatsoenlijke PC…”
Hij keek rond en ik zag dat zijn ogen wat langer op Margot bleven rusten dan op de rest. “Kom, ik neem je even mee naar mijn hok, dan praten we daar rustig verder. Als ik dat hier doe word ik alleen maar belachelijk gemaakt.” Gonnie keek op. “Dat zou ik nooit durven. Zeker niet tegen een directielid.”
Een seconde daarna dook ze achter haar beeldscherm weg: er kwam een plastic beker haar kant uit vliegen. “Tút!” Met een lach liepen we Backoffice uit. “Gezellige boel hier, Kees.” Ik knikte. “Ja. Nog een bak koffie?”
Even later zaten we op mijn eigen kantoortje en keek ik hem aan. “Gerben, het lijkt hier één en al vrolijkheid en zo, maar vergis je niet: DT is een bedrijf waar keihard gewerkt moet worden. En dat doen we ook, vanaf Marion, onze receptioniste tot en met Theo de directeur. En als een van ons het wat rustiger heeft, vraagt hij of zij aan de collega’s of er iets is waarmee geholpen kan worden. En dat gebeurt ook in teamverband: als Klaas of Miranda's team het druk heeft en mijn team heeft wat uurtjes over, springen wij bij. En vice versa. Dat heeft een aantal voordelen: iedereen weet wat de anderen doen, iedereen doet aan education permanente omdat Klaas en Miranda andere specialismen hebben dan de Piraten. En je weet wat je aan je collega’s hebt. Leert elkaars sterke en zwakkere punten kennen zodat je daarop kunt anticiperen.
En het is enorm goed voor de teambuilding. En dat is meteen het tweede sterke punt van DT: het team is belangrijker dan het individu. Je werkt sámen aan een opdracht. En het derde punt, maar dat heb je ondertussen we gemerkt: op z’n tijd een lolletje. We nemen elkaar graag op de hak. Soms op het randje, maar als er iemand over de rand heen gaat is de sfeer zodanig dat hij of zij meteen door een collega gecorrigeerd wordt. En dan wordt de zaak even netjes uitgepraat. Sans rancune.”
Hij keek waarderend. “Mooi. Bij mijn vorige werkgever werkte iedereen individueel. Een project werd uiteengerafeld en iedereen kreeg een stukje. De projectleider had de schone taak om al die puzzelstukjes in elkaar te passen. Dat waren soms nogal hectische vergaderingen.”
Ik keek hem met open mond aan. “Zo kun je toch niet werken? In de techniek moet alles samenvallen. Eén schakel in de ketting die verkeerd is, en je hele project ligt in duigen…” Hij knikte meewarig. “Tja, dat vond ik ook, maar de andere heren wilden er niet aan. “Wat ik doe is mijn werk, van Wiers!” werd me een keer toegesnauwd. Nou, daarna keek ik wel uit.” Ik schudde mijn hoofd. “Niet te geloven dat er nog bedrijven zijn die zo werken… Ik zou na een dag al ontploffen, denk ik.”
Hij gniffelde. “Mijn gemoedsrust is ook een paar keer op de proef gesteld. Maar ja, ik was ‘die tijdelijke’, dus dan leer je wel je grote mond te houden.”
Ik zuchtte. “Nou ja, daar ben je weg, Gerben. Eén goeie raad: niet teveel uitweiden over ‘je vorige werkgever’. Je werkt nu bij DT. En ja, wij doen dingen anders. Beter? Weet ik niet. Als ik de orderportefeuille van dit bedrijf bekijk doen we het best wel aardig, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Maar ga niet afgeven op je ouwe toko.”
“Het is mijn referentiekader, Kees. En wat ik hier zie en hoor is het een nogal mager referentiekader. Maar ik zal m’n grote mond wel houden.”
Zo zaten we nog een tijdje te praten, tot hij uit het niets zei: “Kees, hoe denkt men hier over relaties op het werk?” Ik keek hem strak aan. “Zolang dat het werk niet in de weg staat, geen onderlinge ellende veroorzaakt in de vorm van jaloersheid, roddels of men de geliefden niet spiernaakt de liefde bedrijvend op het bureau aantreft: geen probleem.
Zoals je nu weet ben ik sinds een paar weken de trotse echtgenoot van Joline, Ingrid heeft recentelijk Adri aan haar Arbo- en kwaliteitszorghaakje geslagen, André, de plaatsvervanger van Miranda, woont samen met Marion, onze receptioniste en er is nóg een stel binnen het bedrijf wat een relatie heeft: Angelique, onze bijna afgestudeerde Meester in de Rechten, jou welbekend en Henry, de plaatsvervanger van het nautische team. En dat allemaal binnen een jaar.
Theo moppert voor de vorm wel eens dat de afkorting DT in feite Dating Team betekent, in plaats van Developing Technics, maar zolang de geliefden niet tijdens kantooruren verstrikt raken in urenlange tongzoensessies-met-publiek zit hij er niet mee.
‘Het welzijn van de medewerker verhoogt de productie’ zei hij eens tegen mij toen hij Joline en mij in ditzelfde bureau betrapte op het uitwisselen van een paar uiterst nette en zedige zoentjes. Een citaat uit een of ander managementsboek.”
Ik zweeg even en keek hem recht aan. “En hier volgt een goede raad van Kees Jonkman, collega en teamleider: als jij je Cupido-pijlen los wil laten op Margot: prima, maar zorg dat je werk en relatie enigszins gescheiden houdt."
Ik zweeg even.
"En nu een uitspraak van Kees Jonkman die samen met Joline Jonkman - Boogers beide dames Bongers onderdak biedt: wees uiterst voorzichtig met Margot. Ze heeft samen met haar zus tot een paar maanden terug een uiterst beroerd leven achter de rug. Bijzonderheden ga ik niet vertellen, die moet je echt uit haarmond horen. Zorg dat je een goeie absorberende zakdoek bij he hebt op dat moment; die zul je nodig hebben. Gelukkig heeft Charlotte dit sinds weekend een relatie met een wiskundeleraar. Leuke vent. Maar beide zussen hebben ook elkaar. Zijn jááárenlang elkaars steun en toeverlaat geweest. Aangewezen op elkaar. Ze hadden niemand anders die ze vertrouwden.”
Hij keek verbijsterd. “Wauw… Ik zag in Backoffice twee bijzonder knappe dames zitten. De één zelfs nog knapper dan de andere…” Ik knikte en zei zachtjes: “Gerben, doe uiterst voorzichtig met Margot. Als je haar verdriet doet, heb je niet alleen Kees Jonkman tegenover je.” Hij knikte. “Ik had zoiets al in de smiezen.”
“Mooi. Tot zover relaties en zo. Dan stel ik voor dat je na de pauze je bureau gaat inrichten. Naast Frits. En zo meteen jas aan, mee naar buiten een stuk wandelen met de meute. Oh ja, nóg een huishoudelijke mededeling: op de maandag, de woensdag en de vrijdag sportkleding, douche-spullen en verschoning meenemen. Dan gaan we in de middagpauze even sporten. Dinsdag en donderdagmiddag gewoon een stukje wandelen.”
“Sporten? In de baas z’n tijd?” Ik knikte. “Ja. En die baas sport gewoon mee. We werken hier nogal behoorlijk over en daar ligt niemand wakker van. Dat halve uurtje tussen de middag levert Theo graag in. Een half uur van onszelf, de feitelijke middagpauze dus, en een half uur van de baas. Daarin sporten we, douchen we, kleden ons weer om in normale kleding en eten onze bammetjes op. Twee keer in de week ‘dom hardlopen’ zoals Joline het noemt en één keer in de week fitness. Maar onze vaste instructrice loopt nu ergens in de Ardennen rond met een tentje op haar rug, dus proberen we wat leuks te doen in plaats van fitness. Hardlopen bijvoorbeeld.”
“En wie is die instructrice?” “Mariëtte van de fitness. Maak je nog wel mee kennis als ze terug is. Het ‘domme lopen’ geschiedt onder leiding van Fred, Joline of ondergetekende.” Ik grijnsde veelbelovend. “Hoe is je conditie?” Gerben keek een beetje trots. “Redelijk. Ik fiets veel. En ’s winters schaatsen. Lopen? Weinig. De pest voor je fiets-spieren.”
Ik snoof. “Denk maar niet dat je, op een fiets zittend, ons kunt gaan coachen als we lopen, meneer. Dat ben je binnen 50 meter afgeleerd en dan zit de fiets om je nek gevouwen. Maar Gerben: het is beregoed voor de saamhorigheid. Er sporten nu een stuk of 25 mensen mee: Backoffice, de piraten, het team van Rob, team Miranda en het team van Klaas. En de directie. En langzaam maar zeker komen er lui bij.” Hij humde. “Ik zal m’n trainingspak eens opduiken, Kees. Kijken of het nog een beetje past.” Ik stond op.
“Kom. genoeg ge-O.H.-d. Pak je brood, we gaan lopen.” Hij keek een beetje schuchter. “Ik neem nooit brood mee tijdens een sollicitatiegesprek, Kees…” Ik grinnikte. “Oh ja, da’s waar ook. Hoeveel eet je tussen de middag?” Hij stak vier vingers op. “Is kaas of ham goed?” Een knik. “Drie minuten geduld, a.u.b.” Ik sprintte naar boven en kocht 2 broodjes kaas en 2 broodjes ham. Eenmaal weer beneden stond de meute al in de gang te wachten.
“Had niet gehoeven, Kees. Ik heb nog wat oud brood voor de paardjes bij me.” Margot lachte. “Fijne meid ben jij, Margootje. Een nieuwe collega die geen brood mee heeft ons ouwe brood aan te bieden… Volgens mij was dat nog van afgelopen vrijdag. Viel nog mee dat het niet uit zichzelf de trommel uitmarcheerde.” Ik keek Gerben aan en wees. “Mevrouw Margot Bongers. Ziet er aardig uit, maar diep in haar hart heeft ze gemene trekjes.”
“Kees Jonkman!” De stem van Joline, waarschuwend. “Pas jij een beetje op?”
Frits keek me aan. “Dat wordt vannacht weer op de bank slapen, Kees…” Ik knikte zielig. “Ik vrees het ook.” Ik keek rond en zei met wat meer volume: “En dat allemaal omdat ik voor onze nieuwste medewerker vier broodjes heb gekocht en dan krijg ik nog op m’n lazer ook! Wat is dit voor toko hier? Wie zwaait de scepter van deze geitenbende?”
Margot giechelde. “Kijk eens in de spiegel, Kees…” Ik zuchtte maar weer eens. “Hier Gerben, je brood. Op de dag van je sollicitatiegesprek, potdomme!” “Vijf keer, Kees!” Diverse vingers wezen naar de grond en ik ging plat. Zucht…
Marion giechelde. “Gebruik jij wel eens krachttermen of vloeken, Gerben?” Hij aarzelde even. “Ik heb in een omgeving gewerkt waar dat redelijk ingeburgerd was. Hoezo?”
“Elke keer als je hier een krachtterm laat vallen, mag je er naast gaan liggen en jezelf vijf keer opdrukken. Onze fitness-instructrice is daarmee begonnen en we hebben dat integraal overgenomen. Heeft bijzonder veel geholpen om de conditie van bepaalde collega’s op een hoger plan te brengen. Nietwaar, Frits?”
Ze lachte liefjes en Frits gromde. Laag en gemeen. “Ik zal proberen me in te houden”, zei Gerben. Ondertussen waren we buiten.
Voor de verandering was miezerde het. “Dat zullen onze bouwvakkers wel waarderen. Ik hoop dat het morgen beter weer is!” Henk keek wat zorgelijk naar de lucht. “Als je eenmaal stenen aan het sjouwen bent, krijg je het snel warm, Henk.” Frits legde de verbouwing van Angelique en Henry uit. “En nu staan er tijdens de verbouwing elke dag 2 en soms zelfs 3 man op de steiger in Waardenburg om Henry en An te helpen. Doorbetaald. Want Theo vond dat hij die twee wel wat schuldig was.” Gerben floot. “Verdomme… Ik krijg steeds…”
“Dat zijn je eerste vijf, meneer!” Uitgerekend Margot die het zei, compleet met hand en vinger. En Gerben ging braaf liggen en drukte zich goed op. Na het opstaan zei vervolgde hij: “ik wilde zeggen: steeds meer zin om hier te werken. Maar ik begin wat twijfels te krijgen.” Er klonk wat hoongelach. “Wacht maar tot we weer naar de fitness gaan. Zelfs als je in gedachten vloekt, lig je al in de voorligsteun.”
Eenmaal bij de paardjes hinnikten die vrolijk en er gingen twee stapels boterhammen vlot naar binnen. Charlotte wipte weer over het hek en inspecteerde hun onderkomen even. Toen ze over het prikkeldraad terugklom zei Joline pesterig: “Denk je aan je broek, Lot? De vorige keer had je een winkelhaak in je rok…” Een uitgestoken tong was de reactie.
Tijdens het lopen lette ik op Gerben. Die kletste rustig met de nog aanwezige Piraten en toonde geen overmatige belangstelling voor Margot. En Margot liep tussen de dames van Backoffice en praatte met hun mee. Terug bij DT nog een kop koffie, daarna ging iedereen weer aan het werk. Oké Kees… Zo te zien was Gerben geen Casanova.
De middag ging snel voorbij. Mails, overleg over een project van Frits en Henk in een asfaltcentrale tussen Arkel en Meerkerk. Gerben zat erbij en had een paar goeie suggesties. Henk keek hem aan. “Wil je hieraan meedoen? Een leuk, niet al te groot projectje en dichtbij. Even indribbelen…” Gerben knikte en Henk keek naar mij. “Dat scheelt weer dure uren. Kees zat oorspronkelijk ook in dit project. Nu kunnen we een met een lagere offerte aankomen. Drie gewone ingenieurs, in plaats van directielid erbij. Scheelt aanmerkelijk.” Ik keek hem aan. “Hou op met die onzin, Henk!”
Ik was een beetje pissed-off en Henk haalde bakzeil. “Sorry Kees. Ik dacht dat zo’n geintje wel moest kunnen.” “Dat doe je maar als ik kapsones krijg en hier binnenkom in driedelig pak met een dikke sigaar in mijn hoofd. En gereden wordt in een auto met chauffeur, begrepen?” “Oké…”
We gingen tot half vijf verder met bespreken en ik reeg een goeie indruk van de capaciteiten van Gerben. Allard had niet gelogen: hij had heel wat in zijn mars! “Heren…” Frits stond op. “Tijd om huiswaarts te gaan. Ik ben vandaag aan de beurt om de piepers te jassen; ik weet niet hoe met jullie zit, maar…” “Je hebt gelijk Frits.” Henk sloot zijn computer af en we trokken onze jassen aan. “Gerben, fijne avond! Tot morgen. Vanaf een uur of zeven is het gebouw open, dan tappen we een bak koffie kletsen nog even en rond 07:30 is het werktijd. En morgen je sportspullen niet vergeten hé?” Hij knikte. “Fijne avond.”
Joline, Charlotte en Margot stonden al in de gang te wachten. “En hoe is je eerste dag bij DT bevallen, Gerben?” Joline keek belangstellend. “Een beetje chaotisch in feite. Je denk een formeel sollicitatiegesprek te hebben en voor je het weet lig je jezelf op een modderig pad op te drukken op commando van een leuk uitziende dame.” Charlotte lachte gemeen. “Als je wat meer van haar wilt weten: ik ken nog wel een paar jeugdzonden van mijn zus, hoor.” Een por in haar zij was haar beloning.
Even later reden we op de snelweg. “Hoe is jouw indruk van Gerben, Kees?” “Prima vent. Denkt snel, heeft veel technische kennis in huis. Hij gaat morgen samen met Frits en Henk naar die asfaltcentrale. En dat was een voorstel van Henk. Die ziet hem ook wel zitten.” “Mooi. Wéér een goeie collega erbij, Kees. Zou hij Henry kunnen evenaren, denk je?” Ik knikte. “Henry heeft meer verstand van offshore en schepen; Gerben zat net helemaal in z’n element in die asfaltfabriek. En qua persoonlijkheid lijkt hij ook prima bij DT te passen. Drukte zich in ieder geval zonder gemekker op. Maar ja, dat zal wel te maken hebben gehad met z’n charmante opdrachtgeefster…”
Margot bitste: “Als ik het niet gezegd had, had iemand anders het wel gedaan, Kees!” Ik grinnikte. “Wat doen we dames? Maken we nog een ommetje langs Waardenburg? Even kijken bij An en Henry?” “Nee Kees. Zo meteen loopgroep. Waardenburg kost waarschijnlijk veel tijd.” Lot zei het beslist. “Oh ja, natuurlijk. Jij moet je nog optutten voor Ben, zus…” Margot’s stem klonk spottend. “Zorg jij nou maar dat je ook een vent heb, dan kunnen we ons samen optutten, trutje. Voor de loopgroep notabene, zie je het voor je? Met mascara, oogschaduw en lippenstift op je helemaal te pletter lopen in het tempo wat meneer of mevrouw Jonkman je opdraagt, zodat alles uitloopt? Deze dame gaat zich niet anders kleden dan normaal voor de loopgroep, hoor. Ben neemt me maar zoals ik ben.”
“Nou ik hoop toch écht dat hij daar nog even mee wacht, Lot. Tot jullie een beetje zeker van elkaar zijn.” Er klonk een gemeen lachje in Joline’s stem door. “Ehhh… Wáármee wacht, Jo?” “Met jou ‘nemen’ natuurlijk, lieve Charlotte…” Ze kreeg een tik op haar hoofd. “Dat bepalen wij zelf wel, mevrouw Boogers, dankuwel.” We grinnikten samen.
Thuisgekomen snel een boterham en een glas sap, omkleden en toen richting loopgroep. Ben stond al het verzamelpunt te wachten en Lot vloog hem om de nek. Ik lette op de reactie van Margot: die stond het glimlachend aan te kijken. Mooi. Het volgende uurtje had ik het te druk voor dat soort dingen: Joline trainde ons vandaag met felle sprints en oefeningen voor het bovenlichaam. Tot ze besloot met de opmerking: “Dat was het voor vandaag, mensen! Dank voor jullie zweet!”
“Nou, daar kun je wel een badkuip mee vullen”, mopperde Ben. “En dat ga ik thuis ook doen!” Lot omarmde hem, wat een paar opmerkingen tot gevolg had. “Verhip… Hebben jullie verkering?” “Hoe moet dat nou met je eenzame zus, Charlotte?” Ze keek de spreekster aan en zei droogjes: “Die kan prima voor zichzelf zorgen hoor.” Om één of andere reden kreeg Margot wat rodere wangen. Hmmm...
Enfin, na nog een knuffel tussen Lot en Ben liepen we naar huis. “Poehpoeh… Je hebt ons aardig lopen afbeulen, mevrouw Jonkman. Volgende week neem ik het heft wel weer in handen. Zal de meute blij mee zijn.” Joline giebelde. “Leuk hé, die sprint-trainingen? Ik heb zelfs Linda zwaar aan het hijgen gekregen.” “Ja, ons ook. En we lagen niet eens in bed.” Margot keek ondeugend.
Ik keek haar even aan. “What happens on the couch, stays on the couch, Margot.” Ze knikte. “Sorry.” In de hal zei ik: “Laten we onze gezamenlijke uitspattingen maar niet buiten deze deur bespreken, Margot. Daar krijg je praatjes van.” “Nogmaals sorry, Kees. Had ik even niet bij nagedacht.” Kom dames. Even samen een glas sap, en dan douchen. Niet in het bad, want door al dat zweet kan er geen schoon water meer bij. Daarna lekker eten.” De zussen liepen even later naar hun kamers, Joline verdween in onze slaapkamer en ik zette de pasta zachtjes op het vuur. De saus kon nog wel even wachten; die was binnen drie minuten klaar.
Joline trok nét haar trainingspak uit toen ik de slaapkamer binnen kwam. “Aha! Een bijna naakte mooie dame. Die is voor mij!” Ze stak haar hand op. “Niks ervan. Je gaat niet met je bezwete ingenieurshanden aan mijn lieve borsten zitten prutsen, meneer. Eerst douchen. En goed inzepen, denk er aan!” Onder de douche keek ze me aan en zei zachtjes: “Wat vond jij van de reactie van Margot, ten Lot zei dat haar zusje prima voor zichzelf kon zorgen?”
Ik gniffelde. “Ik zag een lief blosje, schat.” Joline knikte. “Die zag ik ook. Die meiden hebben met elkaar liggen kletsen. Lot weet iets wat wij nog niet weten.” Ik haalde mijn schouders op. “Logisch. Het zijn net zulke aan elkaar geklitte meiden als Claar en Mel. We horen of zien het vanzelf wel, Jolien.” Ze draaide zich naar me om en keek me strak aan. “Kees Jonkman… Jij weet iets wat ik nog niet weet. Je houdt iets achter, ik hoorde het aan je stem! Vertel op!”
Weer was ik stomverbaasd. Ze had mijn gezicht niet gezien toen ik de laatste opmerking maakte, dus daaruit kon ze het niet afleiden. Ze kneep haar ogen wat samen. “Komt er nog wat van, Kees Jonkman?” Ik zuchtte. “Ja schat. Je hebt gelijk, schat. Onze allernieuwste medewerker is niet alleen voor de technisch interessante projectjes naar DT gekomen, schat. Toen hij vorige week met ons meegeluncht had, informeerde hij al naar Margot. En vandaag wéér. Ik heb hem héél beknopt verteld dat hij heel voorzichtig met Margot moest zijn, omdat hij anders niet alleen Kees en Joline Boogers tegenover zich zou vinden, maar compleet DT. En dat begreep hij. Dus is het te hopen dat Margot ook iets ziet in Gerben. Anders hebben we een probleem.”
Joline schudde haar hoofd. “Ja, het zou leuk zijn als die twee… Gerben lijkt me wel een sympathieke vent. Maar als Margot een crush op iemand anders heeft, hebben ‘wij’ geen probleem. Hooguit Gerben.” Ze tikte op mijn neus. “We gaan niet koppelen, Kees. En pas op: jij gaat ook niet je zogenaamd subtiele opmerkingen op Margot loslaten! Anders komt de blonde Feeks van Gorinchem in actie!” Haar blauwe ogen keken waarschuwend.
“Nee schat. Goed schat. Ik zal het aan Fred overlaten, schat.” De blauwe ogen werden lasers. “Kéés! Ik meen het!” “Weet ik toch, schat. Ik stond je te sarren.” “Dat doe je maar in je eigen tijd, rotzakje.” Ze lachte nu, de lasers waren lieve ogen geworden. “Kom, doe die kranen maar dicht; we zijn nu wel schoon.”
Afdrogen, aankleden en ik verdween weer in de keuken. Hasta la pasta! De spaghetti ging er goed in. Daarna een puddinkje en samen ruimden we de keuken op. “Ik ga nog even werken, schat”, zei ik tegen Joline. “Volgens mij zit Theo thuis ook niet zoveel te rummikubben… Wat een mails krijgt die vent!” Margon gniffelde. “Volgens mij ben jij nú al genezen van het idee om een eigen bedrijf te beginnen… Of niet, Kees?”
Ik keek haar aan. “Een eigen bedrijf? Ammenooit niet, Margot. Ik ben techneut. Geen ondernemer. Een paar weken kan ik dit wel volhouden, ondersteund door jullie allemaal. Maar daarna trekt Kees Jonkman zich weer lekker terug in zijn eigen werelden: techniek, hardlopen en klassieke muziek.” Joline keek lief. “Je vergeet iets, schatje. En in mij.” Ik knipoogde en Margot en Lot zeiden synchroon: “Je hebt gelijk, schat.” We schoten in de lach. “Zo, nu hebben jullie alvast kunnen oefenen, meiden.”
Lot zei kattig: “Denk maar niet dat wij om de haverklap die zin uiten, Kees. Die hebben we in Groot-Ammers veel te vaak gehoord, en zonder ‘schat’ erbij. Ben moet niet denken dat hij…”
Ze zweeg plotseling en plofte op de bank, handen voor haar ogen. “Hé Lotje… What’s up, meid?” Twee rode ogen keken ons aan. “Ik zag het plotseling voor me: Ben die thuiskomt uit zijn werk en ik de hele dag in huis lopen stoffen, poetsen en boenen. En owee als er ergens nog een rommeltje ligt!” Margot ging naast haar zitten, Joline aan de andere kant. Ze snotterde: “Vannacht hierover gedroomd… Ik ging bijna over m’n nek toen ik wakker werd.”
Joline trok haar tegen zich aan. “Lieve Lot. Heb jij iets daarvan gemerkt tussen Kees en mij? Hier wordt sámen het huishouden gedaan. Ja, sommige dingen doe ik liever omdat ze wat meer de zachte hand van een vrouw vereisen; sommige dingen laat ik aan Kees over omdat het koud, nat of smerig is, maar we houden samen dit appartement in orde. We hebben net sámen afgewassen, we doen sámen de was…”
Plotseling giebelde ze en keek me ondeugend aan. “…hoewel Kees een uitgesproken voorkeur heeft om mijn lingerie te wassen.” Beide zussen schoten in de lach en Margot zei: “Oh, is dat zo? Kun je die van mij er meteen bij doen, Kees?”
Ik gromde , werd toen weer serieus.
“Luister meiden, als een van jullie partners het ooit in z’n bol krijgt om jullie te degraderen tot huissloofjes, mag hij even op bezoek komen bij het echtpaar Jonkman – Boogers. Wedden dat hij binnen een halfuur bekeerd is? Met een trap van Kees onder z’n hol of een draai om de oren van Jolien, daar zijn we nog niet uit.” Charlotte lachte voorzichtig, met nog rode ogen. Margot zei droogjes: “Dan moet je voor mij nog even mee wachten, Kees.” Ze sloeg haar ogen neer. “Mooi. Dan heb je meer tijd om te zoeken, Margot.”
Joline klonk vastbesloten. “Maar écht, meiden… Jullie moeten niet achter het aanrecht belanden…” Ze zweeg even, nadenkend, toe lichtten haar ogen op. “Ik ben natuurlijk de laatste om jullie met Bijbelteksten om de oren te slaan, maar ik doe het nu toch maar even. Weten jullie de gelijkenis van de talenten nog?” De zussen knikten. “Matteus 25, vers 14”, zei Lot meteen. Joline knikte. “Dat zal wel, weet ik niet. Maar de inhoud weet ik wél: als je iets aan talenten hebt, moet je ze gebruiken. En niet nutteloos in een kuil begraven. Jullie zijn gruwelijk goed als econoom. Nu al. Theo heeft een paar weken terug, in de eerste week na onze huwelijksreis, tegen me gezegd dat hij jullie véél eerder bij DT had willen hebben. En dat economische talent mogen jullie, of jullie toekomstige echtgenoten, niet achter het aanrecht laten versloffen. Begrepen?”
Ze keek serieus en na een paar seconden knikten de zussen. Allebei. Joline keek tevreden. “Mooi. En nu mogen jullie braaf zeggen dat Jolientje gelijk heeft.” Haar mond werd een brede lach en die van de zussen ook. Charlotte trok Joline naar zich toe. “Trut… Dank je wel dat je me even wakker hebt gemaakt.” Toen was het beurt aan Margot. Die gaf Joline een zoen en zei langzaam en nadrukkelijk: “Je – hebt – gelijk – Jolientje.” Ze keek me aan. “Daar kun jij nog wat van leren, Kees.” Gehoorzaam antwoordde ik: “Ja schat. Je hebt gelijk, schat. Je bent een prima zielenknijper, schat.” Een knipoog volgde.
Toen stonden de zussen op. “Wij gaan koffie maken! Daarna gaat Kees aan ’t werk en wij nog even economische dingen doen voor de studie.” “Dat doen we samen, meiden”, zei Joline. “Maar niet langer dan een uurtje: om negen uur is het bedtijd. Jullie moeten goed slapen, want morgen wordt er weer gelopen. Alleen dan in Gorinchem. En Jolientje is de trainster.” Beide zussen keken wanhopig. “Ik denk dat ik me morgen ziek meld”, kreunde Margot. “Dan kom ik de thuiszorg wel doen, zus”, zei Lot, toen ze naar de keuken liepen. “Wátjes!” riep Joline hen achterna.
Na de koffie gingen we aan het werk. Ik klapte de laptop open. Mails voor DT… zucht: 33 mails. Van toeleveringsbedrijven, van partners van DT, reclame… Een aantal konden zó de prullenbak in, met de anderen was ik langer bezig. Onder andere een mail uit Foxhol, Groningen. De werf waar Henry en Rob veel werk hadden. Die wilden een serie middelgrote coasters bouwen en vroegen een offerte voor ondersteuning van DT.
“Van kiellegging tot en met in gebruikname bij de klant.” Ik schudde mijn hoofd. Dan hadden ze het niet begrepen. Ik schreef terug: “Heren, als jullie DT er pas bij de kiellegging bij halen, zijn jullie te laat. We willen best een offerte geven, maar dan vanaf het moment dat de eerste tekeningen gemaakt worden. Anders zijn jullie meer geld kwijt aan wijzigingen, omdat onze mensen in een té laat stadium bij de bouw betrokken worden. Denk er eens over. Groet, Kees Jonkman.” Een afschrift van die mail aan Rob z’n club… Send.
Volgende mail. Kortom: ik was er best druk mee. Om negen uur hingen er plotseling blonde haren tussen mijn ogen en het beeldscherm. Véél blonde haren. “Hé schatje… Ga je met je blonde trainster naar bed? Morgen is er weer een dag.” Ik keek om. “Is dat die strenge trainster van het cooperparcours? Ja, daar wil ik wel mee naar bed. Eens kijken of ze in bed hetzelfde uithoudingsvermogen heeft.”
Een kneepje in mijn nek was het antwoord. “Niks ervan, meneer. Wij gaan netjes naast elkaar onder het dekbedje. Geen ondeugende spelletjes vanavond.” Een zoen in m’n nek volgde en héél zacht de woorden: “Morgen, meneer de directeur.” Ik kreeg kippenvel. “Morgenavond, liefste”, vervolgde Joline. “Ik ben de hele avond en nacht voor jou… Je mag alles doen wat je wilt.”
Ze gleed naast me op de bank en duwde de laptop opzij. “Nu ben je even van mij.” Twee warme, volle lippen gleden over die van mij.
Toen ze losliet keken we elkaar aan. “Morgen, Kees… Ik verlang er naar.” Ik knipoogde. “Ik ook, schat. En om te zorgen dat het snel morgen is: gaan we lekker slapen?” “Ja. Met jou naast me. Mijn eigen ridder-in-een-blauwe-Volvo.” Laptop afsluiten, veiligheidsrondje, de zussen welterusten wensen… Daarna de slaapkamer in.
Daar was Joline al bezig zich uit te kleden. Ik bekeek haar: een mooie, lange vrouw die nét haar broek uitdeed. Lange, blote benen kwamen te voorschijn. En even later haar slanke bovenlichaam. “Kéés! Je staat me gewoon uit de kleren te kijken!” Ik knikte. “Ja. En daar schaam ik me niet voor. Het is altijd heerlijk om naar jou te kijken als je je uitkleedt. Mijn prachtige echtgenote.” Ze glimlachte.
“Lief. Maar jij nu ook uitkleden. Kan ik weer naar jou kijken. Mijn stoere vent. En je hoeft het niet snel te doen.” Rustig kleedde ik me uit, terwijl Joline, naakt op een slipje na, op de rand van het bed zat. Met alleen nog mijn boxer aan klopte ze naast zich. “Kom jij eens bij je echtgenote, Kees.” Ze sloeg haar armen om me heen. “Gaan wij er morgen een heerlijke avond van maken, Kees?” Ik zoende haar. “Ja. En morgen ga ik jouw stoutste fantasie waarmaken, Jolientje. En dat kan, want dan zijn de zussen bij Fred. Kunnen wij…” Ze smoorde de rest van de zin met een lange zoen.
En daarna klonk: “Kom, tandjes poetsen. En daarna in bed.” Een paar minuten later lagen we tegen elkaar, armen om elkaar heen, lekker te zoenen. “Heerlijk, Joline om met jou in bed te liggen.” “Morgen, Kees… Morgen ben ik helemaal van jou. Vastgebonden. En je mag me ‘nemen’. Voelen. Betasten, waar je maar wilt. En ik kan er niets tegen doen, want ik sta helemaal vastgebonden…” Ze kreunde zachtjes toen ik over een mooie meisjesborst streelde.
“Ik verlang er zó naar, Kees.” Even was het stil. “Zullen we maar gaan slapen? Dan is het eerder morgen.” “Wel zo verstandig, schatje. Want morgen moeten we hard aan de bak.” Ik zweeg even. “Onder leiding van de strenge mevrouw Jonkman. Sprint-beul der eerste klasse.” Ze giechelde. “Oh ja, ook dat nog. Ik zal iets milder zijn dan vanavond, Kees. De conditie van sommige lui bij DT is wat minder dan die van het loopgroepje.” Een lange zoen volgde. “Lekker slapen Kees.” “Jij ook, mevrouw. Niet teveel dromen van morgenavond, anders heb je geen zin meer.” Plagend klonk het: “Dacht je dat, Kees?”
“Ik slaap morgenavond wel in de kamer van de zussen, geloof ik”, bromde ‘Balou’. “Een stuk rustiger.” “Je bent een prima beer, Balou”, zei ik gapend. Daarna was het stil in de slaapkamer…
Lees verder: Mini - 253
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10