Door: Keith
Datum: 02-04-2023 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 6870
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 48 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 255
Ik werd wakker van een deur die openging. In het licht van de studeerkamer van de zussen zag ik Margot staan. “Kees… Ben je wakker?” “Nu wel, Margot… Wat is er?” “Kun je bij ons komen? We zijn een beetje…”
Flits… Béng!
Aha, het onweer was losgebarsten. En dat was in onze slaapkamer nogal wat heviger dan in de slaapkamer van de zussen. “Ik kom, Margot. Dan kunnen jullie hier weer slapen. Hier heb je minder last van het onweer.” Ze antwoordde niet, maar draaide zich om. Flits… Knal! Wéér eentje. Nou nou, het ging tekeer. Hopen dat bij Henry en Angelique alles inderdaad dicht was. In de grote slaapkamer zag ik Joline op bed liggen, een arm om Charlotte heen. “Hoi schatje. Kom je erbij?”
Ik aarzelde. “Als de dames last hebben van het onweer, kun ze beter op hun eigen slaapkamer…” Verder kwam ik niet. “Klets niet, Kees. We hebben je nodig. Liggen jij.” Ze liet Charlotte los en maakte een uitnodigend gebaar. “Ga maar op je rug liggen, dan kom ik wel dicht tegen je aan. Hebben Lot en Margot ook nog wat plaats.” Ik ging liggen en Margot kroop tegen Charlotte aan. “Jolientje…?” Ze legde een vinger op mijn lippen. “Stil jij en slapen. Straks praten we wel verder.” Ik zuchtte maar eens en in mijn oor hoorde ik: “En als je niet kan slapen, hebben wij wel een slaapmiddeltje voor je.” Ik bromde: “Nou, maak me gek…”
Joline’s hand gleed over mijn borst en kneep zachtjes in een tepel. “Nu eerst proberen te slapen, Kees. Als dat onweer ten minste voorbij trekt.” Nog twee keer sloeg de bliksem vlakbij in, toen begon het onweer af te nemen. Het regende nog wel stevig; de druppels trommelden hard op de ramen. Maar dat geluid was prima om weer bij in slaap te vallen. En de nabijheid van Joline, dicht tegen me aan, hielp ook wel mee…
Zaterdagochtend werd ik om half negen wakker. Joline dicht tegen mijn rug aan, een arm over me heen. Lekker. Maar ik lag wel erg op de rand van het bed! Ik probeerde Joline een beetje terug te schuiven, tot ik zachtjes hoorde: “Kees… als je ons er uit wilt hebben, kun je dat ook gewoon zeggen, hoor.” Een giechel volgde. Oh ja, shit, de zussen lagen hier ook! “Sorry dames.” De hand van Joline begon te bewegen en ze zei: “Ik heb nergens last van. Lig lekker warm tussen twee lieve vriendinnen en een lekkere vent… Kan ik uren volhouden.”
“We gaan er wel uit, Jolien. Maken wij een ontbijtje. Kom Lot, overeind!” Beide zussen stonden op, trokken pantoffels en een ochtendjas aan en liepen de kamer in. Joline schoof iets van me af. “Zo, even ruimte, Kees.” Ik draaide me naar haar om. “Wat was dat vannacht, Jolien?” Ze keek me aan. “We hebben drie uur liggen kletsen, Kees. Over vrijen, seks, relaties… Hoe beide zussen verder willen… En toen gingen we slapen, lekker tegen elkaar aan. Ik mocht in het midden liggen, heerlijk…” Ze keek me aan. “Nee schatje, we hebben niet met elkaar gevreeën. Tegen elkaar aan liggen was genoeg. Meisjes kunnen daar ook van genieten. En om drie uur begon het plotseling te hagelen en daarna die onweersbui…
Lot en Mar zaten doodsbang rechtop in bed na de eerste klap! Ik heb jouw college ‘kooi van Faraday’ geprobeerd te herhalen, maar dat maakte weinig indruk; ze trilden als rietjes. Toen heb ik Margot er maar op uitgestuurd om jou te halen.” Ze lachte zachtjes. “Met als argument: ‘Als we dan toch dood moeten, dan maar met z’n vieren.’ Beide dames keken me toen nogal boos aan en Margot ging jou halen. En de rest weet je.”
Ik schudde mijn hoofd. “Oh, oh, oh… En als we dan waren overleden, Jolien? Stonden we mooi voor joker. Eerst met z’n vieren bij de hemelpoort komen en daar een verhoor van Petrus ondergaan… En maandag mist men ons bij DT, belt de politie die hier binnenstormt en ons vieren lekker dicht tegen elkaar aan in bed aantreft. Leg dat maar eens uit.”
Ze lachte nu niet meer, maar keek ernstig. “Beide meiden hebben nog steeds last van een enorm schuldgevoel, Kees. Telkens als ze iets leuks meemaken of iets bijzonder lekkers eten voelen ze het van binnen knagen. Dat moeten we er uit zien te krijgen, anders worden ze nooit gelukkig en kunnen ze nooit zelfstandig zijn. Want dan is de kans groot dat ze op enig moment uit puur schuldgevoel terugkeren naar hun ouwe geloofsgemeenschap. Daar schuldbelijdenis doen en om voor hun zonden te boeten zichzelf ergens aan een aanrecht vastbinden. Dát moeten we voorkomen, Kees.” Ik draaide op m’n rug.
“Da’s nogal een opgave, schat. Want al die jaren indoctrinatie haal je er niet zomaar uit. Hoe wil je dat doen?” Even was het stil. “Weet ik nog niet. Maar we gaan het doen, Kees. We laten die meiden niet aan hun lot over!” Het kwam er vastberaden uit en ik knikte langzaam.
“Nee, dát zou pas ‘zonde’ zijn, Joline.” “Precies, schatje. En al moeten ze hier een jaar wonen; we laten ze pas gaan als ze er aan toe zijn, oké?” “Geen punt, schat. Je bent nog niet zwanger, dus in ieder geval de eerstkomende negen maanden zijn de logeerkamers nog ter beschikking.” Ik kreeg een stomp. “Rotvent.” En daarna een lange knuffel. En terwijl we daarmee bezig waren ging de deur open.
“Zóó… Ontbij… Ehh, sorry!” Ik kwam overeind. “Niks ‘sorry’, Margot. Als jullie elke keer gaan wachten tot wij uitgeknuffeld zijn, staan jullie meer op de gang dan in de kamer. Bovendien heb ik wel zin in een lekker ontbijtje en dat geldt voor dit meisje naast me ook wel, denk ik.” Joline kwam ook overeind. “Zeker weten! Kom, blad aan mij geven en ook in bed komen.” Margot gaf het blad aan Joline en kroop naast mij. “Mag dat, Kees?” Ik wees naast me. “Jolien is erbij, Margot. Dan mag het, weet je nog?” Charlotte gniffelde en wees naast Joline. “Mág het, Jolien?” “Kees is erbij, schat. ‘Die waakt wel over mijn maagdelijkheid.”
Synchroon riepen Margot en ik: “Te laat!” wat een collectieve proestbui tot gevolg had. “Gekke meiden… Lekker eten na een veelbewogen avond en nacht.” Na een paar happen zei Charlotte: “Inderdaad een veelbewogen nacht, Kees. Maar wel eentje die de moeite waard was. Nou ja, op dat onweer na dan.” Ik keek haar aan. “Wil je er iets over vertellen Lot, of moet ik het via Joline horen?” Ze schudde haar hoofd. “Wij vertellen het wel, Kees…”
Even was het stil en toen begon ze: “Wat ik vorige week zondag bij Ben voelde was… lichamelijk was het best prettig. Hij was lief voor me, liet mij het initiatief nemen. En Ben is best een knappe vent. Maar… Ik miste iets. De lichamelijke intimiteit was er wel, nou ja… netjes met kleren aan vrijen dan, maar geestelijk… ik miste de klik die ik met Margot heb.”
Ze was even stil. “En met jullie. Het gevoel van veiligheid, dat je alles tegen elkaar kunt zeggen. Ergens achter in m’n hoofd hoorde ik een stemmetje. ‘Maar wat als hij nu verder wil? Maar wat als het uitgaat? Maar wat… Maar wat…?’ Het maakte me in de war. En toen zijn ouders weggingen, wilde ik ook wég. Niet alleen met hem zijn. Hij gaf er geen enkele reden toe, maar ik was niet op m´n gemak. Daarom wilde ik hierheen. Ik wilde veiligheid. Een plekje waar me niks kon gebeuren. De armen van Mar om me heen, jullie aanwezigheid.
Gelukkig vond Ben het geen probleem; hij had niet in de gaten wat er bij mij speelde. Hij zei droog: ‘Lekker makkelijk, dan hoeven we niet te koken’, en dat was het. En toen jullie naar bed wilden, begon hij op de gang een beetje te zeuren dat het zo vroeg was. Dat hij me langer bij zich wilde houden. En toen heb ik hem een beetje afgekapt. Hij had al vakantie, wij niet. Hij kon uitslapen, wij moesten er om half zes weer uit. We gaven elkaar een afscheidszoentje, maar daar voelde ik weinig bij.
En dinsdagavond, bij de loopgroep, heb ik maar een beetje toneelgespeeld. Gedaan alsof ik dolblij was hem weer te zien, maar diep in mijn hart… Weer dat stemmetje. Ik ben er nog niet aan toe, Kees! Met jullie vrijen is heerlijk, dan kan ik ongeremd van genieten, net als met Margot, maar met Ben… Alsof ik auto wilde rijden met de handrem er op.” Ze keek sip. Ik zuchtte maar eens en om een antwoord wat uit te stellen nam ik nog een hap van mijn boterham. Lot ging verder. “Ben is een fijne vent, daar ligt het niet aan. Hij is best knap, hij is verstandig, vaak ook leuk, maar…” Ze schudde haar hoofd.
“Je zit met jezelf in de knoop, Lot. En we willen je graag helpen om daar uit te komen, zodat je straks Ben of een andere vent net zo in de ogen kunt kijken als Joline toen die ‘Ja’ tegen mij zei in Malden.” Ze knikte. “En of dat Ben is… Ik weet het niet, Kees.” In tegenstelling tot wat ik verwachtte barstte ze niet in huilen uit.
Ze keek me aan en zei: “Mogen wij voorlopig nog een tijdje hier blijven? En dan spreek ik ook voor Mar, want hier hebben we het samen over gehad. Mag dat Kees? En Jolien?” Ik hoefde Joline niet aan te kijken, want ik wist haar antwoord. “Ja Lot, dat mag. Als jullie daar behoefte aan hebben… Wij weten dat al die ellende uit Groot-Ammers niet in een paar weken uit jullie systeem verdwenen
is. Daar is tijd voor nodig. En liefde. En die kunnen jullie hier krijgen. En in Wageningen, Oirschot, Berg en Dal, Amersfoort en Malden. Rob, Mel, Ton en Claar, Tony en Rob senior, Chantal en Karel én wij staan om jullie heen, wees daarvan overtuigd. En als dat een aantal maanden duurt of een jaar… Joline en ik hadden vlak voordat jullie met het ontbijt binnenkwamen nét geconstateerd dat Jolien nog niet zwanger is, en dat we jullie kamers nog niet dringend nodig hebben…”
Er klonk een grom achter mij. “Ik geloof dat mevrouw Jonkman haar nagels aan het slijpen is”, giechelde Margot. Onder het dekbed kreeg ik een trap op mijn scheenbeen. “Pas jij een beetje op, meneer Jonkman? Met je gewaagde uitspraken…” Joline giechelde even maar werd toen serieus. “Lot, zie je wel? Ik had het gisteren al tegen jullie gezegd: Kees en ik staan hetzelfde in de wedstrijd. Jullie zijn schatten van meiden en zijn ons niét tot last, integendeel. Als jullie op enig moment dit appartement verlaten, zal het best stil voor ons zijn.”
Ze zweeg even en vervolgde droogjes: “Zeker ’s nachts, als de ramen open staan.” Weer een lachbui. “Kom hier, schatten. Tijd voor een groepshug!” Joline kroop tegen me aan, Lot aan de andere kant en Margot kroop over Joline heen en sloeg een arm om haar zus heen. Dat het blad met de resten van het ontbijt omkletterde, boeide even niet: we knuffelden elkaar. En nu had ik last van brandende ogen. En ik was niet de enige.
Na een paar kostbare ogenblikken lieten we elkaar los. “Dank je wel, Kees…” Charlotte keek me aan. Ik trok Joline naar me toe. “Hier zit mijn andere helft, schat. Die mag je ook bedanken.” Ze knikte. “Hebben we vannacht al gedaan.” Haar ogen vonkten even. “En nee, niet op de manier zoals jij nu waarschijnlijk denkt, meneer Jonkman!” Ik keek onschuldig. “Ik denk even helemaal niks, hoor. Mijn lieve echtgenote zei alleen maar dat ze heerlijk geslapen had tussen jullie in. Tot het onweer losbarstte.” “Ja, toen werd het een stuk voller in dit bed”, mopperde Margot, gespeeld verontwaardigd. “Niet miepen, Margootje. Daarom kon jij een stuk dichter tegen je vriendinnetje Jolientje aan liggen.”
Joline giechelde. “Ja, lekker. Het deed me denken aan een pyjama-party, zoals we die wel eens thuis deden, toen ik nog op de basisschool zat. Met allemaal meiden in pyjama op mijn kamer, chips en frisdrank en om een uur of elf, nadat mijn moeder ons had gewaarschuwd, in bed duiken en proberen te slapen. Kansloos, want om de minuut lag er wel eentje te giebelen…” “Nou, inderdaad”, mopperde ‘Balou’ plotseling. Eindeloze nachten waren dat met een stelletje van die klepperende meiden. En ik m’n bek maar houden, want niemand mocht weten dat ik alles hoorde en zag met m’n beren-ogen…”
Ik kwam overeind en keek Balou aan, langs Margot heen. “Balou, knul, vertel eens. Ben ik wel benieuwd naar hoe dat er aan toe ging…” Péts! Balou kreeg een tik met een pantoffel van Joline. “Als je dat doet beer, dan mag je kiezen: of gewurgd worden met een panty of gevild worden met het botste mesje uit de keuken. En je zaagsel verstrooien we dan op de Oirschotse Heide! Pas op jij!” “Sorry Kees… Vertel ik wel eens als we als mannen onder elkaar zijn.”
Joline kwam overeind. “Margot, Lot: er uit. We gaan douchen, aankleden en dan een bak koffie drinken. En tijdens de koffie kletsen we even verder. Concreet. En daarna wil ik iets leuks doen met z’n vieren. Shoppen of zo. Dus maak jezelf mooi.” Ik zuchtte demonstratief, wat me een venijnige blik opleverde. “Je doet maar gewoon mee, Kees Jonkman! Eruit jij, ook douchen!” “Lot, je hoort het. Er uit meid, anders gaat mevrouw Jonkman – Boogers ballistisch.” Even later stonden Joline en ik onder de douche. “Dank je wel, Kees voor je begrip en je luisterend oor. Je hebt Lot enorm geholpen.” “Wij samen, schoonheid. Jij vannacht en ik kon nu een klein steentje bijdragen. Soulmates, weet je nog?” We stonden dicht tegen elkaar aan en zoenden elkaar.
Daarna klonk: “Kom Kees. Er uit. Aankleden, nog een bakje koffie en dan naar Arnhem. Shoppen.” “Arnhem?” Ik keek verwonderd. “Ja, Arnhem. Er is daar een heel leuk winkeltje waar ik de meiden mee naar toe wil nemen. Ze verkochten daar een hele mooie blauw-oranje combinatie. Daar gaan wij naar toe en jij mag je vriend Henk in die 2e hands boekenzaak even gaan bezoeken. En daarna gaan we een hapje eten op de Korenmarkt. Even er helemaal uit en de zussen wat plezier laten maken.” Ik knikte langzaam. “Goed plan, meisje. Met één voorstel tot wijziging: als we na het shoppen eens naar het Openluchtmuseum gaan? Maken we er gewoon een dagje uit van met z’n vieren, oké?” Joline knikte. “Voorstel aangenomen. Ik ben er ooit eens geweest, héél vroeger, maar toen zei het me weinig. Maar het lijkt me leuk!” Ze draaide de kranen dicht.
“Zo. Afdrogen en aankleden meneer.” “Zeker, mevrouw. Mag ik vragen wat u aantrekt?” Ze tikte op mijn neus. “Iets wat jij wel zal waarderen, denk ik. Het is buiten lekker opgeknapt, dus een net rokje kan wel.” En dat deed ze ook: een witte blouse met een vestje er overheen, shawltje om haar nek, dunne panty en een wijde, rode rok. Schoenen met een kleine, maar stevige hak. “Je ziet er uit om op te vreten, Jolientje…” Een glimlach kwam terug. “Jij ook, lekkere vent. Neem je fototoestel ook mee, ik wil van jou vandaag een paar mooie foto’s maken in je nette spijkerbroek en lumberjackshirt.” Ze giechelde. “Weer eens wat anders dan een gevechtspak met een Accuracy.” Ik bromde wat, terwijl ze zich zat op te maken.
Ik keek naar buiten: het terras lag nog vol water na die stortbuien van vannacht. Dat bracht me op een idee. “Eerst Henry even bellen, schat. Informeren of ons werk gisteren de kwaliteitstoets heeft doorstaan. Vrij vertaald: of het droog is gebleven in Waardenburg.” Ze knikte. “Prima plan. Ik maak de koffie wel.”
Even later had ik Henry aan de telefoon.
“Hé maat… Ben jij al in Waardenburg?”
“Wat dacht je zelf, Kees? Vanaf vanochtend acht uur al. We hebben vannacht niet zo goed geslapen met al dat onweer.”
“Daar was ik al bang voor. Leuke nacht geweest dus?”
Het was even stil, toen bromde hij: “Als jij datgene denkt waaraan ik denk dat jij denkt, ga ik je teleurstellen, Kees. We zaten best wel in de rats.”
“Ik denk nergens aan, Henry. Behalve aan: hoe is het met jullie huis? Staan er overal emmers onder lekkageplaatsen of valt het mee?”
Er klonk een grinnik. “Kurkdroog, Kees. De dakkapel, de overgang van het oude huis naar de uitbouw… Allemaal waterdicht, gelukkig. Gien stond hier vanochtend om zeven uur al; die was helemaal door het dolle heen toen wij aankwamen.”
“Mooi man. Dat wilde ik even weten.”
“Je was niet de enige, Kees. Fred belde een half uurtje geleden al. En die hebben we ook kunnen geruststellen: Gien heeft genoten van haar eerste regendouche. Ook Fred heeft vakwerk geleverd.”
Ik grinnikte. “Die regendouche van Gien… heeft ze daarvan in de tuin genoten of in jullie badkamer?”
Er klonk wat gerommel en daarna de stem van Gien.
“Wat denk je zelf, meneer Jonkman? Dat ik tijdens een gillende onweersbui in de tuin in m’n nakie de regendans sta te doen?”
“Nou ja, het zou kunnen Gien… Ik ken jouw douche-gewoonten niet, behalve dat je tot een jaartje geleden meestal koud douchte. Dus in de tuin zou zo maar eens kunnen.”
Er klonk een minachtend geluidje door de telefoon, gevolgd door: “Maar ik heb gisteren heerlijk genoten van de douche, Kees. En dat heb ik ook tegen Fred verteld. Die was er wel blij mee, geloof ik.”
“Dat zal best, Gien. Met z’n douche-fetish. Maar ik ga ophangen: ik weet genoeg. Als er niks meer te tekenen valt, kan ik altijd als loodgieter aan de slag.”
“Ik zie het je doen, Kees. Groeten aan je lieve echtgenote; we spreken elkaar wel weer!”
“Klopt, Gien. Volgende week vrijdag in Utrecht. Als jouw lieve dochtertje haar dissertatie staat te verdedigen. Ik hoop alleen dat ze een kistje op het spreekgestoelte neerzetten, anders komt het arme kind niet bij de microfoon.”
Een fél “Je bent een rotzak, meneer Jonkman!” klonk, toen werd de verbinding verbroken en ik moest grinniken.
“Ik geef Gien groot gelijk, Kees. Je bent een rotzakje.” De stem van Charlotte achter me. Ik draaide me om. “Soms moet ik even plagen, Lot. Dat houdt het leuk… Maar wat zie jij er mooi uit, meid! En Margot ook al…” Twee handen, twee omlaag wijzende vingers. “Vijf keer, Kees. ‘Meid’.” Ik ging liggen, drukte me drie keer op en kwam weer overeind. “Nog twee keer, Kees!” Ik schudde mijn hoofd. “Niks ervan. Ik gebruikte enkelvoud, dus in feite zou twee en een half keer voldoende moeten zijn.” Beide zussen zuchtten. “Rotvent…” “Maar jullie zien er mooi uit, dames!” Beiden hadden ze een jurkje aan, Lot in het rood, Mar in het geel. Hun slanke figuurtjes kwamen er prima in uit. Benen in een panty, lage schoentjes, een klein beetje opgemaakt… “Kan het uw goedkeuring wegdragen?” giechelde Margot. Ik knikte. “Hier kan ik uren naar kijken, Margot.”
“Je kijkt straks maar naar mij, Casanova”, hoorde ik achter me. Joline kwam uit de keuken met vier koppen koffie op een dienblad. “Zitten, koffie!” En tijdens de koffie vertelde Joline wat het plan was. “Gewoon er lekker even uit, meiden. We weten in Arnhem een hele leuke kledingzaak; daar wil ik met jullie naar toe. Kees vermaakt zich maar in een tweedehands boekwinkel iets verder.”
“Hoho, mevrouw Jonkman-Boogers. Vergeet die lingeriewinkel niet. Ook heel belangrijk.” Joline zuchtte. “Was jij van plan zo lang in die boekenzaak rond te snuffelen, Kees? Dan hoop ik dat ze er koffie hebben…” “Ik zal eens een gesprekje aanknopen met vriend Henk, Jolientje. Hem een aantal dingetjes vertellen zodat hij ab-so-luut geen belangstelling meer heeft om ‘met jou verder te gaan’, zoals hij dat uitdrukte.”
De zussen keken verwonderd. “Henk? Wat doet die in Arnhem?” Joline zuchtte en vertelde het verhaal over de jonge verkoper in de boekenzaak. “… en toen we op het punt van weggaan stonden, wees Kees hem er en-passant op dat ergens in Arnhem een goeie wapenwinkel was. Daar kon hij pepperspray en een scherfvest kopen. Zou hij nodig hebben als hij mij beter wilde leren kennen. De rotzak.” De zussen lachten. “Hij had wel gelijk, Joline. Er zijn een aantal mensen die het ongetwijfeld met hem eens zijn… Wij kennen er een paar.” Joline gromde. “Oh ja…”
Toen stond ze op. “Iedereen de koffie op? Mooi. Jassen mee, een paar tassen mee… We gaan shoppen, meiden!” Een kwartier later, op de snelweg vroeg Margot plotseling: “Waarom Arnhem, Joline?” “Omdat daar een hele goeie modezaak zit, Mar. Met een hele lieve verkoopster die een prima kijk op haar klanten heeft. De modezaken in Veldhoven zijn, met alle respect, voornamelijk dozenschuivers. Bij die winkel in Arnhem is dat anders. Ze neemt de tijd voor je en is niet te bang om je tegen te spreken als je iets kiest wat niet helemaal bij je past. Zo’n winkel gun ik de klandizie als het gaat om kleding die je aantrekt bij een bijzondere gelegenheid.”
“Ja, een bijzondere gelegenheid was het wel, toen je die oranje-blauw combinatie voor de eerste keer aan had, schat”, zei ik droog. Joline’s ogen spoten vuur. “Pas jij een beetje op, meneer mijn echtgenoot? De eerste keer was diezelfde avond in ons huis. De tweede keer, daar was hij voor bedoeld: de kennismaking met jouw ouders en die draken van zussen van je, denk er goed aan!” Ze keek waarschuwend.
“Ik geloof dat het niet verstandig is om te vragen wat er die eerste keer gebeurde, Mar…” De stem van Charlotte klonk pesterig en Joline draaide zich om en ijzig klonk: “Nee, dat is niet zo verstandig. Je zou zo maar eens een klets op je oor kunnen krijgen, Margot!” Een dubbele giechel klonk op de achterbank. Gelukkig was de sfeer tijdens de rit lekker ontspannen. Het was mooi weer, de zussen waren opgewekt en we kletsten over van alles en nog wat.
In Arnhem zette ik de auto in de parkeergarage onder Musis Sacrem. In de schemering van de parkeergarage keek Joline me aan. “Jammer Kees, de achterbank is bezet. Geen vrijpartijtje op de achterbank van je auto vandaag.” Ze keek plagend. “Dan klappen we de achterbank toch omlaag, schat? Dan hebben we de hele bagageruimte erbij. Past prima met deze slanke dames hier. Maar dan moeten we het wel nú doen, want als jullie klaar zijn met shoppen, zit die bagageruimte natuurlijk stikvol jurkjes, rokjes, lingerie en schoenen…”
Met zucht deed Joline de deur open. “Laat maar. Als ik al zin had, is die nu verdwenen. Als sneeuw voor de zon. Vrouw-onvriendelijke hork. Kom dames: volgt u mij naar de beste modezaak van Arnhem!”
Parkeergarage uit, langs Musis, oversteken en de Steenstraat in. “Hé! Dat is zes gulden van ieder van jullie! En je hebt geluk dat er nog geen hotel staat!” Lot keek triomfantelijk. “Dat staat er echt wel, zus. Kijk maar eens om je heen. Maar ik krijg toch familiekorting, lief zusje van me?” Joline keek me aan. “De dames denken dat ze hier verder kunnen gaan met Monopoly, Kees. Tijd om de Steenstraat snel te verlaten!”
Ze sloeg rechtsaf en na 50 meter stonden we voor de ondertussen bekende damesmodezaak. “Blijf jij maar buiten, Kees.” Joline giechelde. “Kan wel even duren. Ik app je wel als we gereed zijn.” “Ik ga vriend Henk wel even bezoeken, schat. En anders die hobbyzaak in de Steenstraat. Ook interessant.” Na een snelle zoen van Joline liep ik iets door, richting boekenzaak. Eenmaal binnen… Even boekengeur opsnuiven! Raar… Die geur kwam je alleen tegen in een tweedehands boekenzaak. Nooit in een ‘reguliere’ boekhandel.
Al snel was ik verzeild in de afdeling ‘Techniek’ en had ik twee boeken opzij gelegd: een dik boek over waterkrachtcentrales en een boek over atoomonderzeeërs. En al kijkend naar het aanbod boeken verwonderde ik me weer eens dat mensen zoveel moeite in het schrijven van een boek staken waarvan ze wisten dat slechts weinig mensen het zouden kopen. En ja, dan belandden die boeken op de ‘ramsj’, zoals dit soort winkels ook wel genoemd werd. Enfin… Kees Jonkman was er blij mee!
Even later naar de afdeling CD’s: hier in feite hetzelfde verschijnsel. CD’s met mooie werken, maar uitgevoerd door minder bekende musici, dus weinig verkocht. En als je nagaat hoeveel uren repetitie en opname-capaciteit in zo’n CD ging zitten… Ik vond een CD-box met mooie koperblazersmuziek, onder andere uitgevoerd door Markus Würsch. Ook met het ‘Rompe Sprezza’ van Scarlatti, uitgevoerd door hem en jawel: Regula Mühlemann!
Maar ook een aantal Engelse gemaskerde dansen. En het Concertino in Es van Ernst Sachse. Dat stuk kende ik wel; mijn eerste bugel-docent in Amersfoort liet het vaak horen als het om snelle loopjes ging. Ik moest even lachen. Meneer Smilde… Als hij zou horen hoe ik nu speelde zou hij waarschijnlijk zeggen: “Oké Keesje, dit leek ten minste ergens op!” En die zin had hij niet zo vaak uitgesproken; ik was voor hem een nogal ondankbare leerling geweest.
Toen hij vertrok kreeg ik mevrouw van den Bogaart als docente. Die was didactisch iets beter en met haar klikte het beter dan met meneer Smilde. Een dame op middelbare leeftijd, maar een zeer getalenteerde bugeliste. Ze speelde in het concertgebouworkest. Ik was een keer naar een concert geweest waarin zij speelde en had ademloos geluisterd. Zó te kunnen spelen… Sinds die avond was mijn inzet voor de bugellessen een stuk beter geweest. Enfin…
Ik bekeek de CD-box nog wat beter. Veel voor mij onbekende componisten, maar wie weet stonden er stukken op die ik samen met Greet kon oefenen. Eerst maar eens afrekenen. Wie weet waren de dames al bijna klaar met hun kleding-expeditie. Ik liep naar de kassa. Geen Henk gezien vandaag. Nou ja, wie weet was hij al klaar met z’n studie. Of had hij vakantie.
Ik appte Joline. “Zijn jullie al bijna gereed?” Het antwoord kwam snel. “Weet je wel hoeveel tijd 3 dames nodig hebben om kleren te kopen? Ga maar ergens koffie drinken of zo.” Zucht… Ja, nu duurde het natuurlijk drie keer zo lang. En als je pech had, moesten ze daarna nog schoenen kopen…
Ik liep de winkel uit en sloeg rechtsaf. Terug naar de Steenstraat, daar zat die grote hobbyzaak. Wen…Wenders of zoiets? Vijf minuten later stond ik voor drie grote etalages van Wenting. Allemachtig… Treinen in allerlei maten, huisjes, bruggen, viaducten, landschappen… Mooi spul hoor! Een andere etalage: speelgoed. De derde etalage: modelbouw. Plastic bouwdozen, radiobestuurde vliegtuigen, auto’s en schepen… Sjongejonge, wat een spul! Ik besloot om eens naar binnen te gaan. Er waren een aantal klanten; drie verkopers stonden achter de toonbank en waren met andere klanten bezig. Mooi. Kon ik ongestoord rondneuzen. Ik liep richting de plastic bouwdozen. Vroeger had ik wel wat vliegtuigen in elkaar geplakt: natuurlijk een Spitfire, maar ook een F16. Later wel eens een Tigertank. Het meeste bouwplezier had ik beleefd aan een groot model van de F104 Starfighter. 1:32 van… Monogram, geloof ik. Wat zei Fred ook alweer over jachtvliegers? ‘Piloot op een rotje’. Dat klopte voor de F104 zeer zeker: toen de kist nét nieuw was, waren er nogal wat vliegers verongelukt, ook in Nederland. In feite was het een raket met (hele kleine!) vleugels.
Ik zocht tussen de bouwdozen: Geen Monogram-dozen. Wel hele stapels Tamiya en Revell bouwdozen. Variërend van 1:144 tot 1:24. Geen Starfighter. Jammer… Dan maar eens kijken bij de militaire voertuigen. Ook daar de bekende typen: Shermantanks in alle soorten, Tigertanks in de diverse uitvoeringen… Maar nu ook voertuigen die helemaal niet zo bekend waren.
Deze markt was behoorlijk uitgebreid! Vroeger had je Tamiya, Revell, Monogram en nog een beetje Airfix. En al je het jezelf héél moeilijk wilde maken was er nog dat Franse merk, Heller. Had ik ooit één vliegtuig van proberen te bouwen; die was nog voordat het vliegtuig af was, in de kliko geland. Wát een drama. Gelukkig had ik ‘m van m’n eigen zakgeld gekocht. Niet gekregen en dus geen gewetenswroeging aan overgehouden…
Ik was even terug in ´Memory lane´ en liep de diverse dozen met modelvliegtuigen in de schaal 1:72 af. Hé, de Douglas Dauntless, een duikbommenwerper die met name in de Pacific successen tegen Japen had geboekt. Die had ik gebouwd! Met een pilotenfiguur in de typische Airfix-stijl: vast gegoten, knuppel tussen de knieën. Iets ernaast de Grumman Avenger torpedobommenwerper, een tijdgenoot. In een grotere schaal, 1:32 van een mij onbekend merk: Trumpeter. Zag er wel mooi uit… En in 1:32 had je een redelijk groot model in handen. Kortom: ik liep nog nét niet te kwijlen in de winkel.
Ik liep naar de afdeling ‘treinen’. Ook mooi spul hoor… Treinen had ik nooit gehad. Pa en Ma vonden het te duur en ik zag nu waarom. Een ‘startersset’ met een locomotief, drie wagons en een simpele ovaal kostte meer dan 200 Euro. En sommige locomotieven… Halleluja… 450 euro voor één loc? Da’s geen kinderspeelgoed meer. Wat zei het spreekwoord ook alweer? ‘The only difference between a boy and a man is the price of the toys’ of zoiets. Er stond wel een hele mooie treinbaan centraal in de etalage. Een sneeuwlandschap, waarop twee treintjes reden. Inderdaad ‘treintjes’, want de mijn pink was een stuk groter dan de locomotief. Maar het landschap was bijzonder mooi nagebouwd, zonder meer. En kijkend vanuit de winkel kon je ook zien hoe het landschap was opgebouwd, je keek in de achterkant van het diorama. Veel piepschuim, hout en gips. Het hoogteverschil tussen de sporen werd opgelost door een spiraalvormige rail die in de berg, niet zichtbaar aan de voorzijde, zo’n 30 centimeter hoogte overbrugde… Ingenieus!
Na drie kwartier verliet ik de winkel, waarschijnlijk nagestaard door de verkopers die een potentiële klant zonder iets zagen vertrekken. Sorry, heren… Ik slenterde nog wat rond in de straat, totdat mijn telefoon lawaai begon te maken. Joline. “Hoi Kees, wij zijn klaar. Waar ben jij nu?” “Ik loop bijna de parkeergarage in, schat. Even mijn boodschappen opbergen. Kom deze kant maar uit.” Het was even stil, toen klonk een nogal nadrukkelijk: “Jij bent sinds een jaar een stukje minder hoffelijk geworden, Kees Jonkman! Gooi die boeken van jou maar snel achterin en kom jij dan deze kant maar uit, want we hebben wat hulp nodig met sjouwen!” En ze verbrak de verbinding.
Nou nou, de mevrouwen waren zich dus te buiten gegaan. En Kees kon weer voor pak-ezel gaan spelen, verdorie. Enfin, wellicht waren de aankopen van de dames de moeite van het aanzien waard. Grinnikend liep ik de honderd meter naar de modezaak en daar kwam ik ze tegen: drie dames, zwaar beladen met dozen en tassen. “Héhé, daar is de sjouw-hulp! Jij liep helemaal niet bij de parkeergarage, rotzakje! Hier, neem eens wat over; die tassen zijn best zwaar.”
Even later liep ik mopperend met vijf grote tassen te zeulen; de dames droegen alleen maar kleine tasjes en schoenendozen. “Kunnen jullie voortaan de wollen truien en spijkerbroeken ergens kopen waar ik met de auto voor de deur kan parkeren, dames? Dit lijkt wel slavernij!” Gegniffel was het enige antwoord wat ik kreeg.
En toen het spul achterin de auto geladen werd, zei ik: “Zo, dames, we gaan buiten de deur eten. Geen zin om te koken vandaag na al dat sjouwen. En ja, dat wordt een late lunch of een vroeg diner, maar dat zal me een zorg zijn. Wie er vanavond laat nog honger heeft, mag zich te buiten gaan aan brood uit de rooster. We gaan richting Korenmarkt. Joline en ik kennen een restaurantje waar ze prima tosti’s hebben.”
Joline begon te lachen. “Inderdaad. Ook bijna een jaar geleden, Kees!” Al lopend zei Margot: “Een jaar? Ik hoop dat die tosti’s van een iets recenter datum zijn, Jolien. Anders liggen vanavond op bed met voedselvergiftiging.” Iets verderop piepte de spits van de Eusebiustoren tussen de huizen door en kreeg k een brainwave.
“Dames, we gaan een kleine omweg maken. Tenminste… Ik hoop dat…”Drie vragende gezichten, maar ik verklapte niets. Joline keek om zich heen. “Waarheen, Kees?” Ik gniffelde en wees. “De tosti’s moeten nog even wachten, meisje Jonkman. Ik wil eerst nog even ergens anders kijken.” Ik liep richting Eusebiuskerk en even later stonden we voor een deur onderaan de toren.
Joline keek bedenkelijk. “Je gaat me geen spierpijn bezorgen, Kees, denk er aan!” Ik legde een hand op haar schouder. “Rustig maar, mevrouw Jonkman…” Ik wees schuin naar rechts. “We gaan dáár even kijken, schat.” Een wapenwinkel. ‘Hes van Zweeden’ stond boven de etalage. “Ik weet dat deze winkel binnenkort gaat sluiten. Misschien hebben ze nog wat leuks in de aanbieding, schat.” Joline grinnikte. “Kijk je uit, Kees? Anders begint men weer over vrouwen die niet kunnen kiezen en zo.” Ze refereerde aan de verkoper in Staphorst.
We liepen naar binnen en de zussen keken wat schichtig om zich heen. “Wat een wapens…” hoorde ik Lot mompelen. Een wat oudere meneer met bril kwam op ons af. “Goedemiddag dames. En meneer. Kan ik u wellicht helpen?” Ik knikte. “Misschien. Mijn echtgenote en ik hebben beiden een Hatsan Bullboss 5,5mm. Prima buksen, maar voor de schietvereniging missen ze nét dat stukje nauwkeurigheid. Kunt u ons adviseren over een wat nauwkeuriger PCP-buks? Liefst ook een bullpup, 5,5mm of iets meer.” Hij knikte. “Volgt u mij maar.” Bij een rek achterin stopte hij.
“Kijk, dit is de nieuwe buks van FX: de Dreamline. Maar het leuke aan deze buks is: ze hebben hem modulair gemaakt. Oftewel: de actie, het mechaniek is exact hetzelfde, maar de ombouw kun je variëren. De Dreamline Classic is, zoals de naam al zegt, een ‘klassiek uitziende’ buks. Echter met een andere kolf heb je plotseling een ´tactische´ buks. Of een bullpup. Met dezelfde uitstekende eigenschappen: een prima loop, hele fijne trekker, gereguleerd, instelbare power, instelbare hamerveer en twee manometers: eentje voor het luchtreservoir, eentje voor de druk die achter de pellet aankomt. Het enige nadeel, volgens sommige schutters is de ophanging van de loop. Die is teer. Een barrelband is de remedie daarvoor, maar sommigen vinden dat vloeken in de kerk.”
Hij pakte een bullpup van het rek, spande de buks en liet me in de kamer kijken. Daarna ontspande hij de buks en gaf hem aan mij. “Dank u wel.” Hij knikte. “Veel te vaak komt hier volk wat meteen de buks spant en, nog veel erger, naar de etalage loopt en gaat richten. Dat moet ik dan weer corrigeren en sommige van die macho’s zijn dan nogal op hun teentjes getrapt.” Ik grinnikte. “Ik heb medelijden met u… Jolien? Wat denk je?” Ze keek me aan en gniffelde. “Weet je wat, Kees? We kopen er eerst eentje. Als die bevalt, kopen we een tweede, oké?” “Mevrouw schiet ook?” vroeg de verkoper en Joline knikte. “We hebben twee Hatsans. Maar telkens verslaat mijn man me met een paar puntjes en daar baal ik enorm van. Dus stel ik voor dat ík zo’n FX koop. En hém eens een poepie laat ruiken.” Ze giechelde. “En als hij netjes zegt: ‘Sorry schat, je schiet geweldig, schat’ mag hij er ook eentje kopen.”
De verkoper keek me aan. “Nou, die heb je te pakken jongeman!” Ik knikte met een zielig gezicht. “Ja. En ik ben er nog mee getrouwd ook. Prutser die ik ben…”
Een lief voetje kwam op de mijne. “Kijk jij even uit, echtgenoot?” We moesten samen lachen. Ook Lot, Margot en de verkoper deden mee. Ik keek Joline aan. “Doen?” Ze knikte. “Doe maar. Eéntje. En als die bevalt, komt er een tweede.” De verkoper keek van de een naar de ander. “Oké, zegt u het maar…” De minuten daarna keken we naar de opties en werden het eens over de kolf (kunststof) en wél een barrelband. Onze kijkers pasten ook op de Dreamline, die konden we zó overzetten. En een demper. Helaas had de man nog maar één FX in .22, en twee in .25, dus werden het die. En halverwege het gesprek zei Joline: “Koop meteen die tweede, Kees. Anders moeten we volgende week weer naar Arnhem. Die tijd kunnen we beter gebruiken op de schietvereniging.” Ze giebelde. “Kunnen we Harold laten schrikken van onze resultaten.”
De verkoper knikte. “Ik spreek u niet tegen, mevrouw… Ik kijk wel uit!” Munitie moest er ook nog bij, dus uiteindelijk kochten we, op aanraden van de verkoper, ook nog 4 blikjes .25 JSB pellets. “Mevrouw, omdat het kaliber groter is: hier zitten slechts 300 pellets in. Ik waarschuw maar even…”
Even later stonden we bij de kassa. “U krijgt korting mevrouw, meneer. Over een paar weken sluiten we deze zaak. Geen opvolging. Helaas, maar het is niet anders.” Ik knikte. “Ik had al zoiets gehoord. En wat gaat u dan doen?” Hij lachte. “Rentenieren. Wij gaan richting Frankrijk, leuke dingen doen. Ik heb m’n hele leven lang met mijn handen in het wapenvet gezeten; we gaan nu de natuur in, daarvan genieten!” Joline werd praktisch. “Kees, ondanks dat die buksen elk in een doos zitten: ik wil niet met die dingen zo ver over straat. Geef je sleutels even aan een van de zussen, dan rijden die de auto een stukje deze kant uit.” “Prima plan, meid. Dames…?” Margot keek sip.
“Dus wij moeten dat hele takke-eind teruglopen? Nou bedankt, Joline.” Haar stem was sarcastisch. Gemeen vulde ik aan: “Hier, de parkeerkaart. Dan mag je ook nog betalen, want na ons bezoekje hier zijn wij bijna blut natuurlijk.” Ze keek nu bijna boos, totdat Lot zei: “Schiet op, muts dat je bent. Ben je vergeten wat Joline straks heeft afgerekend?”
En met een blik op ons: “Over een kwartiertje staat de limo op de parkeerplaats aan de overkant van het kerkplein, meneer de baron.” “Fijn Lot. Stuur maar een appje als jullie daar staan.” Beide zussen verdwenen.
“Meneer de Baron?” De verkoper keek vragend. Joline gaf antwoord. “Zo spreken we elkaar wel eens aan als een van ons weer eens last heeft van een opgeblazen ego.” Ze stak haar hand uit. “Sorry dat we ons niet eerder voorstelden. Ik ben Joline.” Ook ik gaf hem een hand. “Kees.” Hij stelde zich voor als Jan. “Mag ik u iets te drinken aanbieden?” Hij grinnikte. “Dat kan er nu wel af…” We schoten ook in de lach en Joline zei: “Nou, ik hoop dat u dan in Frankrijk niet hoeft te bezuinigen op stokbrood. Maar een kop koffie zou lekker zijn.” Terwijl hij wegliep fluisterde ze: “We hadden voor mijn Hatsan hierheen moeten gaan, Kees. Had veel ergernis gescheeld.” Ik knikte. “Ja. Niet aan gedacht toen, schat. Sorry.”
We liepen rustig de winkel rond. Veel spul voor de jacht, logisch vlakbij de Veluwe. En de koffie was prima. Even later een appje. “We staan op de parkeerplaats!” We namen afscheid van de verkoper/eigenaar. “Succes met de afwikkeling van de verkoop en geniet van de rust in Frankrijk!” Hij gaf ons een hand. “Dank voor klandizie en goede reis.” Met elk een doos onder de arm liepen we naar de parkeerplaats. Ik deed de achterklep open.
“Nou… Ik hoop dat die buksen er nog bij kunnen. Wát een kledingtassen!” Met de buksen in de bagageruimte gooide ik de klep dicht. Ik tikte Charlotte op haar schouder. “Rij maar naar Veldhoven, Lot. Geen zin om de auto op een openbare parkeerplaats te laten staan met twee dure buksen achterin.” “En onze nieuwe kleding, Kees Jonkman!” “Sorry schat. En jullie nieuwe kleding. Waarvan de lingerie natuurlijk nu uiterst veel waard is omdat jullie die hebben gepast.”
Joline keek me nogal strak aan. “Wil jij niet van die smerige gedachten uiten, vriend Jonkman? Anders ga je weer eens kennismaken met mijn hakken.” Ik legde een hand op haar arm. “Kom maar naast me op de achterbank, schatje. Het is tijd voor goedmaaksex.” Vanaf de voorste stoelen klonk een dubbele lach. “Ja, dat willen we wel eens meemaken, Kees! Schijnt nogal spectaculair te zijn…”
“Kom, mooie bruid, achterin jij. Lot, vanaf nu alleen…” Verder kwam ik niet. “Jaja, alleen de buitenspiegels gebruiken, ik weet het.” Joline zuchtte. “Jullie zijn een stelletje oversexte pubers. Allemaal!” Rustig reed Lot Arnhem uit. Joline schoof tegen me aan. “Waarom ineens die buksen kopen, Kees? Compensatie voor al die kleding van ons?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik wist dat die zaak er zat én ik wist dat hij binnenkort ging sluiten. En ik liep al een tijdje te denken over een andere buks. Zo’n Bullboss is prima, maar voor het échte werk, écht roosjes melken, maar dan op vijftig, misschien wel honderd meter, zijn ze minder geschikt. Die FX wel. En wie weet, kunnen we Harold eens van dienst zijn tijdens een wedstrijd…”
Een brommetje kwam retour. “Misschien een keertje, Kees. Maar ik ga niet in het wedstrijdteam van de schietvereniging zitten. Kost teveel tijd, schat.” “We zien wel, oké? Eerst die buksen maar eens inschieten. Vanavond?” Joline knikte. “Lijkt me leuk!” En tegen de zussen: “Hé meiden… Hebben jullie om vanavond mee te gaan naar de schietvereniging?” Het was even oorverdovend stil. “We hebben nog nooit geschoten, Jolien… Geweld is hartstikke fout, weet je nog?”
Joline gromde. “Ja, daar heb ik iets van meegekregen in Utrecht, geloof ik. Iemand die jullie met geweld wilde meenemen. En wat later een paar lui die zich met geweld toegang verschaften tot ons huis om jullie te ontvoeren. Goh, wat geweldloos…” Ze boog zich naar voren.
“Luister goed, Lot en Mar. We vragen jullie niet om te schieten. Ik vroeg of jullie mee wilden gaan, verder niks. Het is gezellig, ze hebben prima koffie en je ziet er lui van allerlei pluimage. En soms gaan de gesprekken helemaal niet over schieten, maar over van alles en nog wat.” Margot giebelde. “Ik wil jou wel eens met dat geweer zien schieten, Joline.” “Het is geen ‘geweer’, Mar. Het is een luchtbuks. Een ‘geweer’ is een vuurwapen. Voor de goede orde: ga gewoon mee, meiden en ga sfeer proeven. En desnoods blijven jullie gewoon achter de koffie zitten als Kees en ik wat kaartjes schieten, ook goed.” Ze knikten. “We gaan wel mee, hoor.” “Mooi”, zei ik. “dan gaan we thuis eerst wat eten, daarna maken Joline en ik de nieuwe buksen klaar voor gebruik en rond zeven uur vertrekken we naar de schietvereniging. En als jullie het na vanavond niks vinden: prima, dan was dat een eenmalige happening voor jullie, oké?” Twee knikjes vanaf de voorstoelen.
“Goed, dan gaan mevrouw Jonkman-Boogers en ondergetekende zich nu even wijden aan de goedmaaksex. Gelieve geen aanstoot te nemen aan erotisch gekreun op de achterbank, dank u wel.” Joline keek me aan en schudde zwijgend haar hoofd. “Even lekker dommelen, Kees. Mag ik tegen je aan hangen?” Even later was ze onder zeil. Met af en toe een snurkje lag ze met haar hoofd op een kussentje tegen mijn schouder te slapen. “Sjonge, wat een goedmaaksex…De vonken springen er van af!” giebelde Lot van achter het stuur. Ik keek in de binnenspiegel en zag twee lachende grijze ogen die me aankeken.
Flits… Béng!
Aha, het onweer was losgebarsten. En dat was in onze slaapkamer nogal wat heviger dan in de slaapkamer van de zussen. “Ik kom, Margot. Dan kunnen jullie hier weer slapen. Hier heb je minder last van het onweer.” Ze antwoordde niet, maar draaide zich om. Flits… Knal! Wéér eentje. Nou nou, het ging tekeer. Hopen dat bij Henry en Angelique alles inderdaad dicht was. In de grote slaapkamer zag ik Joline op bed liggen, een arm om Charlotte heen. “Hoi schatje. Kom je erbij?”
Ik aarzelde. “Als de dames last hebben van het onweer, kun ze beter op hun eigen slaapkamer…” Verder kwam ik niet. “Klets niet, Kees. We hebben je nodig. Liggen jij.” Ze liet Charlotte los en maakte een uitnodigend gebaar. “Ga maar op je rug liggen, dan kom ik wel dicht tegen je aan. Hebben Lot en Margot ook nog wat plaats.” Ik ging liggen en Margot kroop tegen Charlotte aan. “Jolientje…?” Ze legde een vinger op mijn lippen. “Stil jij en slapen. Straks praten we wel verder.” Ik zuchtte maar eens en in mijn oor hoorde ik: “En als je niet kan slapen, hebben wij wel een slaapmiddeltje voor je.” Ik bromde: “Nou, maak me gek…”
Joline’s hand gleed over mijn borst en kneep zachtjes in een tepel. “Nu eerst proberen te slapen, Kees. Als dat onweer ten minste voorbij trekt.” Nog twee keer sloeg de bliksem vlakbij in, toen begon het onweer af te nemen. Het regende nog wel stevig; de druppels trommelden hard op de ramen. Maar dat geluid was prima om weer bij in slaap te vallen. En de nabijheid van Joline, dicht tegen me aan, hielp ook wel mee…
Zaterdagochtend werd ik om half negen wakker. Joline dicht tegen mijn rug aan, een arm over me heen. Lekker. Maar ik lag wel erg op de rand van het bed! Ik probeerde Joline een beetje terug te schuiven, tot ik zachtjes hoorde: “Kees… als je ons er uit wilt hebben, kun je dat ook gewoon zeggen, hoor.” Een giechel volgde. Oh ja, shit, de zussen lagen hier ook! “Sorry dames.” De hand van Joline begon te bewegen en ze zei: “Ik heb nergens last van. Lig lekker warm tussen twee lieve vriendinnen en een lekkere vent… Kan ik uren volhouden.”
“We gaan er wel uit, Jolien. Maken wij een ontbijtje. Kom Lot, overeind!” Beide zussen stonden op, trokken pantoffels en een ochtendjas aan en liepen de kamer in. Joline schoof iets van me af. “Zo, even ruimte, Kees.” Ik draaide me naar haar om. “Wat was dat vannacht, Jolien?” Ze keek me aan. “We hebben drie uur liggen kletsen, Kees. Over vrijen, seks, relaties… Hoe beide zussen verder willen… En toen gingen we slapen, lekker tegen elkaar aan. Ik mocht in het midden liggen, heerlijk…” Ze keek me aan. “Nee schatje, we hebben niet met elkaar gevreeën. Tegen elkaar aan liggen was genoeg. Meisjes kunnen daar ook van genieten. En om drie uur begon het plotseling te hagelen en daarna die onweersbui…
Lot en Mar zaten doodsbang rechtop in bed na de eerste klap! Ik heb jouw college ‘kooi van Faraday’ geprobeerd te herhalen, maar dat maakte weinig indruk; ze trilden als rietjes. Toen heb ik Margot er maar op uitgestuurd om jou te halen.” Ze lachte zachtjes. “Met als argument: ‘Als we dan toch dood moeten, dan maar met z’n vieren.’ Beide dames keken me toen nogal boos aan en Margot ging jou halen. En de rest weet je.”
Ik schudde mijn hoofd. “Oh, oh, oh… En als we dan waren overleden, Jolien? Stonden we mooi voor joker. Eerst met z’n vieren bij de hemelpoort komen en daar een verhoor van Petrus ondergaan… En maandag mist men ons bij DT, belt de politie die hier binnenstormt en ons vieren lekker dicht tegen elkaar aan in bed aantreft. Leg dat maar eens uit.”
Ze lachte nu niet meer, maar keek ernstig. “Beide meiden hebben nog steeds last van een enorm schuldgevoel, Kees. Telkens als ze iets leuks meemaken of iets bijzonder lekkers eten voelen ze het van binnen knagen. Dat moeten we er uit zien te krijgen, anders worden ze nooit gelukkig en kunnen ze nooit zelfstandig zijn. Want dan is de kans groot dat ze op enig moment uit puur schuldgevoel terugkeren naar hun ouwe geloofsgemeenschap. Daar schuldbelijdenis doen en om voor hun zonden te boeten zichzelf ergens aan een aanrecht vastbinden. Dát moeten we voorkomen, Kees.” Ik draaide op m’n rug.
“Da’s nogal een opgave, schat. Want al die jaren indoctrinatie haal je er niet zomaar uit. Hoe wil je dat doen?” Even was het stil. “Weet ik nog niet. Maar we gaan het doen, Kees. We laten die meiden niet aan hun lot over!” Het kwam er vastberaden uit en ik knikte langzaam.
“Nee, dát zou pas ‘zonde’ zijn, Joline.” “Precies, schatje. En al moeten ze hier een jaar wonen; we laten ze pas gaan als ze er aan toe zijn, oké?” “Geen punt, schat. Je bent nog niet zwanger, dus in ieder geval de eerstkomende negen maanden zijn de logeerkamers nog ter beschikking.” Ik kreeg een stomp. “Rotvent.” En daarna een lange knuffel. En terwijl we daarmee bezig waren ging de deur open.
“Zóó… Ontbij… Ehh, sorry!” Ik kwam overeind. “Niks ‘sorry’, Margot. Als jullie elke keer gaan wachten tot wij uitgeknuffeld zijn, staan jullie meer op de gang dan in de kamer. Bovendien heb ik wel zin in een lekker ontbijtje en dat geldt voor dit meisje naast me ook wel, denk ik.” Joline kwam ook overeind. “Zeker weten! Kom, blad aan mij geven en ook in bed komen.” Margot gaf het blad aan Joline en kroop naast mij. “Mag dat, Kees?” Ik wees naast me. “Jolien is erbij, Margot. Dan mag het, weet je nog?” Charlotte gniffelde en wees naast Joline. “Mág het, Jolien?” “Kees is erbij, schat. ‘Die waakt wel over mijn maagdelijkheid.”
Synchroon riepen Margot en ik: “Te laat!” wat een collectieve proestbui tot gevolg had. “Gekke meiden… Lekker eten na een veelbewogen avond en nacht.” Na een paar happen zei Charlotte: “Inderdaad een veelbewogen nacht, Kees. Maar wel eentje die de moeite waard was. Nou ja, op dat onweer na dan.” Ik keek haar aan. “Wil je er iets over vertellen Lot, of moet ik het via Joline horen?” Ze schudde haar hoofd. “Wij vertellen het wel, Kees…”
Even was het stil en toen begon ze: “Wat ik vorige week zondag bij Ben voelde was… lichamelijk was het best prettig. Hij was lief voor me, liet mij het initiatief nemen. En Ben is best een knappe vent. Maar… Ik miste iets. De lichamelijke intimiteit was er wel, nou ja… netjes met kleren aan vrijen dan, maar geestelijk… ik miste de klik die ik met Margot heb.”
Ze was even stil. “En met jullie. Het gevoel van veiligheid, dat je alles tegen elkaar kunt zeggen. Ergens achter in m’n hoofd hoorde ik een stemmetje. ‘Maar wat als hij nu verder wil? Maar wat als het uitgaat? Maar wat… Maar wat…?’ Het maakte me in de war. En toen zijn ouders weggingen, wilde ik ook wég. Niet alleen met hem zijn. Hij gaf er geen enkele reden toe, maar ik was niet op m´n gemak. Daarom wilde ik hierheen. Ik wilde veiligheid. Een plekje waar me niks kon gebeuren. De armen van Mar om me heen, jullie aanwezigheid.
Gelukkig vond Ben het geen probleem; hij had niet in de gaten wat er bij mij speelde. Hij zei droog: ‘Lekker makkelijk, dan hoeven we niet te koken’, en dat was het. En toen jullie naar bed wilden, begon hij op de gang een beetje te zeuren dat het zo vroeg was. Dat hij me langer bij zich wilde houden. En toen heb ik hem een beetje afgekapt. Hij had al vakantie, wij niet. Hij kon uitslapen, wij moesten er om half zes weer uit. We gaven elkaar een afscheidszoentje, maar daar voelde ik weinig bij.
En dinsdagavond, bij de loopgroep, heb ik maar een beetje toneelgespeeld. Gedaan alsof ik dolblij was hem weer te zien, maar diep in mijn hart… Weer dat stemmetje. Ik ben er nog niet aan toe, Kees! Met jullie vrijen is heerlijk, dan kan ik ongeremd van genieten, net als met Margot, maar met Ben… Alsof ik auto wilde rijden met de handrem er op.” Ze keek sip. Ik zuchtte maar eens en om een antwoord wat uit te stellen nam ik nog een hap van mijn boterham. Lot ging verder. “Ben is een fijne vent, daar ligt het niet aan. Hij is best knap, hij is verstandig, vaak ook leuk, maar…” Ze schudde haar hoofd.
“Je zit met jezelf in de knoop, Lot. En we willen je graag helpen om daar uit te komen, zodat je straks Ben of een andere vent net zo in de ogen kunt kijken als Joline toen die ‘Ja’ tegen mij zei in Malden.” Ze knikte. “En of dat Ben is… Ik weet het niet, Kees.” In tegenstelling tot wat ik verwachtte barstte ze niet in huilen uit.
Ze keek me aan en zei: “Mogen wij voorlopig nog een tijdje hier blijven? En dan spreek ik ook voor Mar, want hier hebben we het samen over gehad. Mag dat Kees? En Jolien?” Ik hoefde Joline niet aan te kijken, want ik wist haar antwoord. “Ja Lot, dat mag. Als jullie daar behoefte aan hebben… Wij weten dat al die ellende uit Groot-Ammers niet in een paar weken uit jullie systeem verdwenen
is. Daar is tijd voor nodig. En liefde. En die kunnen jullie hier krijgen. En in Wageningen, Oirschot, Berg en Dal, Amersfoort en Malden. Rob, Mel, Ton en Claar, Tony en Rob senior, Chantal en Karel én wij staan om jullie heen, wees daarvan overtuigd. En als dat een aantal maanden duurt of een jaar… Joline en ik hadden vlak voordat jullie met het ontbijt binnenkwamen nét geconstateerd dat Jolien nog niet zwanger is, en dat we jullie kamers nog niet dringend nodig hebben…”
Er klonk een grom achter mij. “Ik geloof dat mevrouw Jonkman haar nagels aan het slijpen is”, giechelde Margot. Onder het dekbed kreeg ik een trap op mijn scheenbeen. “Pas jij een beetje op, meneer Jonkman? Met je gewaagde uitspraken…” Joline giechelde even maar werd toen serieus. “Lot, zie je wel? Ik had het gisteren al tegen jullie gezegd: Kees en ik staan hetzelfde in de wedstrijd. Jullie zijn schatten van meiden en zijn ons niét tot last, integendeel. Als jullie op enig moment dit appartement verlaten, zal het best stil voor ons zijn.”
Ze zweeg even en vervolgde droogjes: “Zeker ’s nachts, als de ramen open staan.” Weer een lachbui. “Kom hier, schatten. Tijd voor een groepshug!” Joline kroop tegen me aan, Lot aan de andere kant en Margot kroop over Joline heen en sloeg een arm om haar zus heen. Dat het blad met de resten van het ontbijt omkletterde, boeide even niet: we knuffelden elkaar. En nu had ik last van brandende ogen. En ik was niet de enige.
Na een paar kostbare ogenblikken lieten we elkaar los. “Dank je wel, Kees…” Charlotte keek me aan. Ik trok Joline naar me toe. “Hier zit mijn andere helft, schat. Die mag je ook bedanken.” Ze knikte. “Hebben we vannacht al gedaan.” Haar ogen vonkten even. “En nee, niet op de manier zoals jij nu waarschijnlijk denkt, meneer Jonkman!” Ik keek onschuldig. “Ik denk even helemaal niks, hoor. Mijn lieve echtgenote zei alleen maar dat ze heerlijk geslapen had tussen jullie in. Tot het onweer losbarstte.” “Ja, toen werd het een stuk voller in dit bed”, mopperde Margot, gespeeld verontwaardigd. “Niet miepen, Margootje. Daarom kon jij een stuk dichter tegen je vriendinnetje Jolientje aan liggen.”
Joline giechelde. “Ja, lekker. Het deed me denken aan een pyjama-party, zoals we die wel eens thuis deden, toen ik nog op de basisschool zat. Met allemaal meiden in pyjama op mijn kamer, chips en frisdrank en om een uur of elf, nadat mijn moeder ons had gewaarschuwd, in bed duiken en proberen te slapen. Kansloos, want om de minuut lag er wel eentje te giebelen…” “Nou, inderdaad”, mopperde ‘Balou’ plotseling. Eindeloze nachten waren dat met een stelletje van die klepperende meiden. En ik m’n bek maar houden, want niemand mocht weten dat ik alles hoorde en zag met m’n beren-ogen…”
Ik kwam overeind en keek Balou aan, langs Margot heen. “Balou, knul, vertel eens. Ben ik wel benieuwd naar hoe dat er aan toe ging…” Péts! Balou kreeg een tik met een pantoffel van Joline. “Als je dat doet beer, dan mag je kiezen: of gewurgd worden met een panty of gevild worden met het botste mesje uit de keuken. En je zaagsel verstrooien we dan op de Oirschotse Heide! Pas op jij!” “Sorry Kees… Vertel ik wel eens als we als mannen onder elkaar zijn.”
Joline kwam overeind. “Margot, Lot: er uit. We gaan douchen, aankleden en dan een bak koffie drinken. En tijdens de koffie kletsen we even verder. Concreet. En daarna wil ik iets leuks doen met z’n vieren. Shoppen of zo. Dus maak jezelf mooi.” Ik zuchtte demonstratief, wat me een venijnige blik opleverde. “Je doet maar gewoon mee, Kees Jonkman! Eruit jij, ook douchen!” “Lot, je hoort het. Er uit meid, anders gaat mevrouw Jonkman – Boogers ballistisch.” Even later stonden Joline en ik onder de douche. “Dank je wel, Kees voor je begrip en je luisterend oor. Je hebt Lot enorm geholpen.” “Wij samen, schoonheid. Jij vannacht en ik kon nu een klein steentje bijdragen. Soulmates, weet je nog?” We stonden dicht tegen elkaar aan en zoenden elkaar.
Daarna klonk: “Kom Kees. Er uit. Aankleden, nog een bakje koffie en dan naar Arnhem. Shoppen.” “Arnhem?” Ik keek verwonderd. “Ja, Arnhem. Er is daar een heel leuk winkeltje waar ik de meiden mee naar toe wil nemen. Ze verkochten daar een hele mooie blauw-oranje combinatie. Daar gaan wij naar toe en jij mag je vriend Henk in die 2e hands boekenzaak even gaan bezoeken. En daarna gaan we een hapje eten op de Korenmarkt. Even er helemaal uit en de zussen wat plezier laten maken.” Ik knikte langzaam. “Goed plan, meisje. Met één voorstel tot wijziging: als we na het shoppen eens naar het Openluchtmuseum gaan? Maken we er gewoon een dagje uit van met z’n vieren, oké?” Joline knikte. “Voorstel aangenomen. Ik ben er ooit eens geweest, héél vroeger, maar toen zei het me weinig. Maar het lijkt me leuk!” Ze draaide de kranen dicht.
“Zo. Afdrogen en aankleden meneer.” “Zeker, mevrouw. Mag ik vragen wat u aantrekt?” Ze tikte op mijn neus. “Iets wat jij wel zal waarderen, denk ik. Het is buiten lekker opgeknapt, dus een net rokje kan wel.” En dat deed ze ook: een witte blouse met een vestje er overheen, shawltje om haar nek, dunne panty en een wijde, rode rok. Schoenen met een kleine, maar stevige hak. “Je ziet er uit om op te vreten, Jolientje…” Een glimlach kwam terug. “Jij ook, lekkere vent. Neem je fototoestel ook mee, ik wil van jou vandaag een paar mooie foto’s maken in je nette spijkerbroek en lumberjackshirt.” Ze giechelde. “Weer eens wat anders dan een gevechtspak met een Accuracy.” Ik bromde wat, terwijl ze zich zat op te maken.
Ik keek naar buiten: het terras lag nog vol water na die stortbuien van vannacht. Dat bracht me op een idee. “Eerst Henry even bellen, schat. Informeren of ons werk gisteren de kwaliteitstoets heeft doorstaan. Vrij vertaald: of het droog is gebleven in Waardenburg.” Ze knikte. “Prima plan. Ik maak de koffie wel.”
Even later had ik Henry aan de telefoon.
“Hé maat… Ben jij al in Waardenburg?”
“Wat dacht je zelf, Kees? Vanaf vanochtend acht uur al. We hebben vannacht niet zo goed geslapen met al dat onweer.”
“Daar was ik al bang voor. Leuke nacht geweest dus?”
Het was even stil, toen bromde hij: “Als jij datgene denkt waaraan ik denk dat jij denkt, ga ik je teleurstellen, Kees. We zaten best wel in de rats.”
“Ik denk nergens aan, Henry. Behalve aan: hoe is het met jullie huis? Staan er overal emmers onder lekkageplaatsen of valt het mee?”
Er klonk een grinnik. “Kurkdroog, Kees. De dakkapel, de overgang van het oude huis naar de uitbouw… Allemaal waterdicht, gelukkig. Gien stond hier vanochtend om zeven uur al; die was helemaal door het dolle heen toen wij aankwamen.”
“Mooi man. Dat wilde ik even weten.”
“Je was niet de enige, Kees. Fred belde een half uurtje geleden al. En die hebben we ook kunnen geruststellen: Gien heeft genoten van haar eerste regendouche. Ook Fred heeft vakwerk geleverd.”
Ik grinnikte. “Die regendouche van Gien… heeft ze daarvan in de tuin genoten of in jullie badkamer?”
Er klonk wat gerommel en daarna de stem van Gien.
“Wat denk je zelf, meneer Jonkman? Dat ik tijdens een gillende onweersbui in de tuin in m’n nakie de regendans sta te doen?”
“Nou ja, het zou kunnen Gien… Ik ken jouw douche-gewoonten niet, behalve dat je tot een jaartje geleden meestal koud douchte. Dus in de tuin zou zo maar eens kunnen.”
Er klonk een minachtend geluidje door de telefoon, gevolgd door: “Maar ik heb gisteren heerlijk genoten van de douche, Kees. En dat heb ik ook tegen Fred verteld. Die was er wel blij mee, geloof ik.”
“Dat zal best, Gien. Met z’n douche-fetish. Maar ik ga ophangen: ik weet genoeg. Als er niks meer te tekenen valt, kan ik altijd als loodgieter aan de slag.”
“Ik zie het je doen, Kees. Groeten aan je lieve echtgenote; we spreken elkaar wel weer!”
“Klopt, Gien. Volgende week vrijdag in Utrecht. Als jouw lieve dochtertje haar dissertatie staat te verdedigen. Ik hoop alleen dat ze een kistje op het spreekgestoelte neerzetten, anders komt het arme kind niet bij de microfoon.”
Een fél “Je bent een rotzak, meneer Jonkman!” klonk, toen werd de verbinding verbroken en ik moest grinniken.
“Ik geef Gien groot gelijk, Kees. Je bent een rotzakje.” De stem van Charlotte achter me. Ik draaide me om. “Soms moet ik even plagen, Lot. Dat houdt het leuk… Maar wat zie jij er mooi uit, meid! En Margot ook al…” Twee handen, twee omlaag wijzende vingers. “Vijf keer, Kees. ‘Meid’.” Ik ging liggen, drukte me drie keer op en kwam weer overeind. “Nog twee keer, Kees!” Ik schudde mijn hoofd. “Niks ervan. Ik gebruikte enkelvoud, dus in feite zou twee en een half keer voldoende moeten zijn.” Beide zussen zuchtten. “Rotvent…” “Maar jullie zien er mooi uit, dames!” Beiden hadden ze een jurkje aan, Lot in het rood, Mar in het geel. Hun slanke figuurtjes kwamen er prima in uit. Benen in een panty, lage schoentjes, een klein beetje opgemaakt… “Kan het uw goedkeuring wegdragen?” giechelde Margot. Ik knikte. “Hier kan ik uren naar kijken, Margot.”
“Je kijkt straks maar naar mij, Casanova”, hoorde ik achter me. Joline kwam uit de keuken met vier koppen koffie op een dienblad. “Zitten, koffie!” En tijdens de koffie vertelde Joline wat het plan was. “Gewoon er lekker even uit, meiden. We weten in Arnhem een hele leuke kledingzaak; daar wil ik met jullie naar toe. Kees vermaakt zich maar in een tweedehands boekwinkel iets verder.”
“Hoho, mevrouw Jonkman-Boogers. Vergeet die lingeriewinkel niet. Ook heel belangrijk.” Joline zuchtte. “Was jij van plan zo lang in die boekenzaak rond te snuffelen, Kees? Dan hoop ik dat ze er koffie hebben…” “Ik zal eens een gesprekje aanknopen met vriend Henk, Jolientje. Hem een aantal dingetjes vertellen zodat hij ab-so-luut geen belangstelling meer heeft om ‘met jou verder te gaan’, zoals hij dat uitdrukte.”
De zussen keken verwonderd. “Henk? Wat doet die in Arnhem?” Joline zuchtte en vertelde het verhaal over de jonge verkoper in de boekenzaak. “… en toen we op het punt van weggaan stonden, wees Kees hem er en-passant op dat ergens in Arnhem een goeie wapenwinkel was. Daar kon hij pepperspray en een scherfvest kopen. Zou hij nodig hebben als hij mij beter wilde leren kennen. De rotzak.” De zussen lachten. “Hij had wel gelijk, Joline. Er zijn een aantal mensen die het ongetwijfeld met hem eens zijn… Wij kennen er een paar.” Joline gromde. “Oh ja…”
Toen stond ze op. “Iedereen de koffie op? Mooi. Jassen mee, een paar tassen mee… We gaan shoppen, meiden!” Een kwartier later, op de snelweg vroeg Margot plotseling: “Waarom Arnhem, Joline?” “Omdat daar een hele goeie modezaak zit, Mar. Met een hele lieve verkoopster die een prima kijk op haar klanten heeft. De modezaken in Veldhoven zijn, met alle respect, voornamelijk dozenschuivers. Bij die winkel in Arnhem is dat anders. Ze neemt de tijd voor je en is niet te bang om je tegen te spreken als je iets kiest wat niet helemaal bij je past. Zo’n winkel gun ik de klandizie als het gaat om kleding die je aantrekt bij een bijzondere gelegenheid.”
“Ja, een bijzondere gelegenheid was het wel, toen je die oranje-blauw combinatie voor de eerste keer aan had, schat”, zei ik droog. Joline’s ogen spoten vuur. “Pas jij een beetje op, meneer mijn echtgenoot? De eerste keer was diezelfde avond in ons huis. De tweede keer, daar was hij voor bedoeld: de kennismaking met jouw ouders en die draken van zussen van je, denk er goed aan!” Ze keek waarschuwend.
“Ik geloof dat het niet verstandig is om te vragen wat er die eerste keer gebeurde, Mar…” De stem van Charlotte klonk pesterig en Joline draaide zich om en ijzig klonk: “Nee, dat is niet zo verstandig. Je zou zo maar eens een klets op je oor kunnen krijgen, Margot!” Een dubbele giechel klonk op de achterbank. Gelukkig was de sfeer tijdens de rit lekker ontspannen. Het was mooi weer, de zussen waren opgewekt en we kletsten over van alles en nog wat.
In Arnhem zette ik de auto in de parkeergarage onder Musis Sacrem. In de schemering van de parkeergarage keek Joline me aan. “Jammer Kees, de achterbank is bezet. Geen vrijpartijtje op de achterbank van je auto vandaag.” Ze keek plagend. “Dan klappen we de achterbank toch omlaag, schat? Dan hebben we de hele bagageruimte erbij. Past prima met deze slanke dames hier. Maar dan moeten we het wel nú doen, want als jullie klaar zijn met shoppen, zit die bagageruimte natuurlijk stikvol jurkjes, rokjes, lingerie en schoenen…”
Met zucht deed Joline de deur open. “Laat maar. Als ik al zin had, is die nu verdwenen. Als sneeuw voor de zon. Vrouw-onvriendelijke hork. Kom dames: volgt u mij naar de beste modezaak van Arnhem!”
Parkeergarage uit, langs Musis, oversteken en de Steenstraat in. “Hé! Dat is zes gulden van ieder van jullie! En je hebt geluk dat er nog geen hotel staat!” Lot keek triomfantelijk. “Dat staat er echt wel, zus. Kijk maar eens om je heen. Maar ik krijg toch familiekorting, lief zusje van me?” Joline keek me aan. “De dames denken dat ze hier verder kunnen gaan met Monopoly, Kees. Tijd om de Steenstraat snel te verlaten!”
Ze sloeg rechtsaf en na 50 meter stonden we voor de ondertussen bekende damesmodezaak. “Blijf jij maar buiten, Kees.” Joline giechelde. “Kan wel even duren. Ik app je wel als we gereed zijn.” “Ik ga vriend Henk wel even bezoeken, schat. En anders die hobbyzaak in de Steenstraat. Ook interessant.” Na een snelle zoen van Joline liep ik iets door, richting boekenzaak. Eenmaal binnen… Even boekengeur opsnuiven! Raar… Die geur kwam je alleen tegen in een tweedehands boekenzaak. Nooit in een ‘reguliere’ boekhandel.
Al snel was ik verzeild in de afdeling ‘Techniek’ en had ik twee boeken opzij gelegd: een dik boek over waterkrachtcentrales en een boek over atoomonderzeeërs. En al kijkend naar het aanbod boeken verwonderde ik me weer eens dat mensen zoveel moeite in het schrijven van een boek staken waarvan ze wisten dat slechts weinig mensen het zouden kopen. En ja, dan belandden die boeken op de ‘ramsj’, zoals dit soort winkels ook wel genoemd werd. Enfin… Kees Jonkman was er blij mee!
Even later naar de afdeling CD’s: hier in feite hetzelfde verschijnsel. CD’s met mooie werken, maar uitgevoerd door minder bekende musici, dus weinig verkocht. En als je nagaat hoeveel uren repetitie en opname-capaciteit in zo’n CD ging zitten… Ik vond een CD-box met mooie koperblazersmuziek, onder andere uitgevoerd door Markus Würsch. Ook met het ‘Rompe Sprezza’ van Scarlatti, uitgevoerd door hem en jawel: Regula Mühlemann!
Maar ook een aantal Engelse gemaskerde dansen. En het Concertino in Es van Ernst Sachse. Dat stuk kende ik wel; mijn eerste bugel-docent in Amersfoort liet het vaak horen als het om snelle loopjes ging. Ik moest even lachen. Meneer Smilde… Als hij zou horen hoe ik nu speelde zou hij waarschijnlijk zeggen: “Oké Keesje, dit leek ten minste ergens op!” En die zin had hij niet zo vaak uitgesproken; ik was voor hem een nogal ondankbare leerling geweest.
Toen hij vertrok kreeg ik mevrouw van den Bogaart als docente. Die was didactisch iets beter en met haar klikte het beter dan met meneer Smilde. Een dame op middelbare leeftijd, maar een zeer getalenteerde bugeliste. Ze speelde in het concertgebouworkest. Ik was een keer naar een concert geweest waarin zij speelde en had ademloos geluisterd. Zó te kunnen spelen… Sinds die avond was mijn inzet voor de bugellessen een stuk beter geweest. Enfin…
Ik bekeek de CD-box nog wat beter. Veel voor mij onbekende componisten, maar wie weet stonden er stukken op die ik samen met Greet kon oefenen. Eerst maar eens afrekenen. Wie weet waren de dames al bijna klaar met hun kleding-expeditie. Ik liep naar de kassa. Geen Henk gezien vandaag. Nou ja, wie weet was hij al klaar met z’n studie. Of had hij vakantie.
Ik appte Joline. “Zijn jullie al bijna gereed?” Het antwoord kwam snel. “Weet je wel hoeveel tijd 3 dames nodig hebben om kleren te kopen? Ga maar ergens koffie drinken of zo.” Zucht… Ja, nu duurde het natuurlijk drie keer zo lang. En als je pech had, moesten ze daarna nog schoenen kopen…
Ik liep de winkel uit en sloeg rechtsaf. Terug naar de Steenstraat, daar zat die grote hobbyzaak. Wen…Wenders of zoiets? Vijf minuten later stond ik voor drie grote etalages van Wenting. Allemachtig… Treinen in allerlei maten, huisjes, bruggen, viaducten, landschappen… Mooi spul hoor! Een andere etalage: speelgoed. De derde etalage: modelbouw. Plastic bouwdozen, radiobestuurde vliegtuigen, auto’s en schepen… Sjongejonge, wat een spul! Ik besloot om eens naar binnen te gaan. Er waren een aantal klanten; drie verkopers stonden achter de toonbank en waren met andere klanten bezig. Mooi. Kon ik ongestoord rondneuzen. Ik liep richting de plastic bouwdozen. Vroeger had ik wel wat vliegtuigen in elkaar geplakt: natuurlijk een Spitfire, maar ook een F16. Later wel eens een Tigertank. Het meeste bouwplezier had ik beleefd aan een groot model van de F104 Starfighter. 1:32 van… Monogram, geloof ik. Wat zei Fred ook alweer over jachtvliegers? ‘Piloot op een rotje’. Dat klopte voor de F104 zeer zeker: toen de kist nét nieuw was, waren er nogal wat vliegers verongelukt, ook in Nederland. In feite was het een raket met (hele kleine!) vleugels.
Ik zocht tussen de bouwdozen: Geen Monogram-dozen. Wel hele stapels Tamiya en Revell bouwdozen. Variërend van 1:144 tot 1:24. Geen Starfighter. Jammer… Dan maar eens kijken bij de militaire voertuigen. Ook daar de bekende typen: Shermantanks in alle soorten, Tigertanks in de diverse uitvoeringen… Maar nu ook voertuigen die helemaal niet zo bekend waren.
Deze markt was behoorlijk uitgebreid! Vroeger had je Tamiya, Revell, Monogram en nog een beetje Airfix. En al je het jezelf héél moeilijk wilde maken was er nog dat Franse merk, Heller. Had ik ooit één vliegtuig van proberen te bouwen; die was nog voordat het vliegtuig af was, in de kliko geland. Wát een drama. Gelukkig had ik ‘m van m’n eigen zakgeld gekocht. Niet gekregen en dus geen gewetenswroeging aan overgehouden…
Ik was even terug in ´Memory lane´ en liep de diverse dozen met modelvliegtuigen in de schaal 1:72 af. Hé, de Douglas Dauntless, een duikbommenwerper die met name in de Pacific successen tegen Japen had geboekt. Die had ik gebouwd! Met een pilotenfiguur in de typische Airfix-stijl: vast gegoten, knuppel tussen de knieën. Iets ernaast de Grumman Avenger torpedobommenwerper, een tijdgenoot. In een grotere schaal, 1:32 van een mij onbekend merk: Trumpeter. Zag er wel mooi uit… En in 1:32 had je een redelijk groot model in handen. Kortom: ik liep nog nét niet te kwijlen in de winkel.
Ik liep naar de afdeling ‘treinen’. Ook mooi spul hoor… Treinen had ik nooit gehad. Pa en Ma vonden het te duur en ik zag nu waarom. Een ‘startersset’ met een locomotief, drie wagons en een simpele ovaal kostte meer dan 200 Euro. En sommige locomotieven… Halleluja… 450 euro voor één loc? Da’s geen kinderspeelgoed meer. Wat zei het spreekwoord ook alweer? ‘The only difference between a boy and a man is the price of the toys’ of zoiets. Er stond wel een hele mooie treinbaan centraal in de etalage. Een sneeuwlandschap, waarop twee treintjes reden. Inderdaad ‘treintjes’, want de mijn pink was een stuk groter dan de locomotief. Maar het landschap was bijzonder mooi nagebouwd, zonder meer. En kijkend vanuit de winkel kon je ook zien hoe het landschap was opgebouwd, je keek in de achterkant van het diorama. Veel piepschuim, hout en gips. Het hoogteverschil tussen de sporen werd opgelost door een spiraalvormige rail die in de berg, niet zichtbaar aan de voorzijde, zo’n 30 centimeter hoogte overbrugde… Ingenieus!
Na drie kwartier verliet ik de winkel, waarschijnlijk nagestaard door de verkopers die een potentiële klant zonder iets zagen vertrekken. Sorry, heren… Ik slenterde nog wat rond in de straat, totdat mijn telefoon lawaai begon te maken. Joline. “Hoi Kees, wij zijn klaar. Waar ben jij nu?” “Ik loop bijna de parkeergarage in, schat. Even mijn boodschappen opbergen. Kom deze kant maar uit.” Het was even stil, toen klonk een nogal nadrukkelijk: “Jij bent sinds een jaar een stukje minder hoffelijk geworden, Kees Jonkman! Gooi die boeken van jou maar snel achterin en kom jij dan deze kant maar uit, want we hebben wat hulp nodig met sjouwen!” En ze verbrak de verbinding.
Nou nou, de mevrouwen waren zich dus te buiten gegaan. En Kees kon weer voor pak-ezel gaan spelen, verdorie. Enfin, wellicht waren de aankopen van de dames de moeite van het aanzien waard. Grinnikend liep ik de honderd meter naar de modezaak en daar kwam ik ze tegen: drie dames, zwaar beladen met dozen en tassen. “Héhé, daar is de sjouw-hulp! Jij liep helemaal niet bij de parkeergarage, rotzakje! Hier, neem eens wat over; die tassen zijn best zwaar.”
Even later liep ik mopperend met vijf grote tassen te zeulen; de dames droegen alleen maar kleine tasjes en schoenendozen. “Kunnen jullie voortaan de wollen truien en spijkerbroeken ergens kopen waar ik met de auto voor de deur kan parkeren, dames? Dit lijkt wel slavernij!” Gegniffel was het enige antwoord wat ik kreeg.
En toen het spul achterin de auto geladen werd, zei ik: “Zo, dames, we gaan buiten de deur eten. Geen zin om te koken vandaag na al dat sjouwen. En ja, dat wordt een late lunch of een vroeg diner, maar dat zal me een zorg zijn. Wie er vanavond laat nog honger heeft, mag zich te buiten gaan aan brood uit de rooster. We gaan richting Korenmarkt. Joline en ik kennen een restaurantje waar ze prima tosti’s hebben.”
Joline begon te lachen. “Inderdaad. Ook bijna een jaar geleden, Kees!” Al lopend zei Margot: “Een jaar? Ik hoop dat die tosti’s van een iets recenter datum zijn, Jolien. Anders liggen vanavond op bed met voedselvergiftiging.” Iets verderop piepte de spits van de Eusebiustoren tussen de huizen door en kreeg k een brainwave.
“Dames, we gaan een kleine omweg maken. Tenminste… Ik hoop dat…”Drie vragende gezichten, maar ik verklapte niets. Joline keek om zich heen. “Waarheen, Kees?” Ik gniffelde en wees. “De tosti’s moeten nog even wachten, meisje Jonkman. Ik wil eerst nog even ergens anders kijken.” Ik liep richting Eusebiuskerk en even later stonden we voor een deur onderaan de toren.
Joline keek bedenkelijk. “Je gaat me geen spierpijn bezorgen, Kees, denk er aan!” Ik legde een hand op haar schouder. “Rustig maar, mevrouw Jonkman…” Ik wees schuin naar rechts. “We gaan dáár even kijken, schat.” Een wapenwinkel. ‘Hes van Zweeden’ stond boven de etalage. “Ik weet dat deze winkel binnenkort gaat sluiten. Misschien hebben ze nog wat leuks in de aanbieding, schat.” Joline grinnikte. “Kijk je uit, Kees? Anders begint men weer over vrouwen die niet kunnen kiezen en zo.” Ze refereerde aan de verkoper in Staphorst.
We liepen naar binnen en de zussen keken wat schichtig om zich heen. “Wat een wapens…” hoorde ik Lot mompelen. Een wat oudere meneer met bril kwam op ons af. “Goedemiddag dames. En meneer. Kan ik u wellicht helpen?” Ik knikte. “Misschien. Mijn echtgenote en ik hebben beiden een Hatsan Bullboss 5,5mm. Prima buksen, maar voor de schietvereniging missen ze nét dat stukje nauwkeurigheid. Kunt u ons adviseren over een wat nauwkeuriger PCP-buks? Liefst ook een bullpup, 5,5mm of iets meer.” Hij knikte. “Volgt u mij maar.” Bij een rek achterin stopte hij.
“Kijk, dit is de nieuwe buks van FX: de Dreamline. Maar het leuke aan deze buks is: ze hebben hem modulair gemaakt. Oftewel: de actie, het mechaniek is exact hetzelfde, maar de ombouw kun je variëren. De Dreamline Classic is, zoals de naam al zegt, een ‘klassiek uitziende’ buks. Echter met een andere kolf heb je plotseling een ´tactische´ buks. Of een bullpup. Met dezelfde uitstekende eigenschappen: een prima loop, hele fijne trekker, gereguleerd, instelbare power, instelbare hamerveer en twee manometers: eentje voor het luchtreservoir, eentje voor de druk die achter de pellet aankomt. Het enige nadeel, volgens sommige schutters is de ophanging van de loop. Die is teer. Een barrelband is de remedie daarvoor, maar sommigen vinden dat vloeken in de kerk.”
Hij pakte een bullpup van het rek, spande de buks en liet me in de kamer kijken. Daarna ontspande hij de buks en gaf hem aan mij. “Dank u wel.” Hij knikte. “Veel te vaak komt hier volk wat meteen de buks spant en, nog veel erger, naar de etalage loopt en gaat richten. Dat moet ik dan weer corrigeren en sommige van die macho’s zijn dan nogal op hun teentjes getrapt.” Ik grinnikte. “Ik heb medelijden met u… Jolien? Wat denk je?” Ze keek me aan en gniffelde. “Weet je wat, Kees? We kopen er eerst eentje. Als die bevalt, kopen we een tweede, oké?” “Mevrouw schiet ook?” vroeg de verkoper en Joline knikte. “We hebben twee Hatsans. Maar telkens verslaat mijn man me met een paar puntjes en daar baal ik enorm van. Dus stel ik voor dat ík zo’n FX koop. En hém eens een poepie laat ruiken.” Ze giechelde. “En als hij netjes zegt: ‘Sorry schat, je schiet geweldig, schat’ mag hij er ook eentje kopen.”
De verkoper keek me aan. “Nou, die heb je te pakken jongeman!” Ik knikte met een zielig gezicht. “Ja. En ik ben er nog mee getrouwd ook. Prutser die ik ben…”
Een lief voetje kwam op de mijne. “Kijk jij even uit, echtgenoot?” We moesten samen lachen. Ook Lot, Margot en de verkoper deden mee. Ik keek Joline aan. “Doen?” Ze knikte. “Doe maar. Eéntje. En als die bevalt, komt er een tweede.” De verkoper keek van de een naar de ander. “Oké, zegt u het maar…” De minuten daarna keken we naar de opties en werden het eens over de kolf (kunststof) en wél een barrelband. Onze kijkers pasten ook op de Dreamline, die konden we zó overzetten. En een demper. Helaas had de man nog maar één FX in .22, en twee in .25, dus werden het die. En halverwege het gesprek zei Joline: “Koop meteen die tweede, Kees. Anders moeten we volgende week weer naar Arnhem. Die tijd kunnen we beter gebruiken op de schietvereniging.” Ze giebelde. “Kunnen we Harold laten schrikken van onze resultaten.”
De verkoper knikte. “Ik spreek u niet tegen, mevrouw… Ik kijk wel uit!” Munitie moest er ook nog bij, dus uiteindelijk kochten we, op aanraden van de verkoper, ook nog 4 blikjes .25 JSB pellets. “Mevrouw, omdat het kaliber groter is: hier zitten slechts 300 pellets in. Ik waarschuw maar even…”
Even later stonden we bij de kassa. “U krijgt korting mevrouw, meneer. Over een paar weken sluiten we deze zaak. Geen opvolging. Helaas, maar het is niet anders.” Ik knikte. “Ik had al zoiets gehoord. En wat gaat u dan doen?” Hij lachte. “Rentenieren. Wij gaan richting Frankrijk, leuke dingen doen. Ik heb m’n hele leven lang met mijn handen in het wapenvet gezeten; we gaan nu de natuur in, daarvan genieten!” Joline werd praktisch. “Kees, ondanks dat die buksen elk in een doos zitten: ik wil niet met die dingen zo ver over straat. Geef je sleutels even aan een van de zussen, dan rijden die de auto een stukje deze kant uit.” “Prima plan, meid. Dames…?” Margot keek sip.
“Dus wij moeten dat hele takke-eind teruglopen? Nou bedankt, Joline.” Haar stem was sarcastisch. Gemeen vulde ik aan: “Hier, de parkeerkaart. Dan mag je ook nog betalen, want na ons bezoekje hier zijn wij bijna blut natuurlijk.” Ze keek nu bijna boos, totdat Lot zei: “Schiet op, muts dat je bent. Ben je vergeten wat Joline straks heeft afgerekend?”
En met een blik op ons: “Over een kwartiertje staat de limo op de parkeerplaats aan de overkant van het kerkplein, meneer de baron.” “Fijn Lot. Stuur maar een appje als jullie daar staan.” Beide zussen verdwenen.
“Meneer de Baron?” De verkoper keek vragend. Joline gaf antwoord. “Zo spreken we elkaar wel eens aan als een van ons weer eens last heeft van een opgeblazen ego.” Ze stak haar hand uit. “Sorry dat we ons niet eerder voorstelden. Ik ben Joline.” Ook ik gaf hem een hand. “Kees.” Hij stelde zich voor als Jan. “Mag ik u iets te drinken aanbieden?” Hij grinnikte. “Dat kan er nu wel af…” We schoten ook in de lach en Joline zei: “Nou, ik hoop dat u dan in Frankrijk niet hoeft te bezuinigen op stokbrood. Maar een kop koffie zou lekker zijn.” Terwijl hij wegliep fluisterde ze: “We hadden voor mijn Hatsan hierheen moeten gaan, Kees. Had veel ergernis gescheeld.” Ik knikte. “Ja. Niet aan gedacht toen, schat. Sorry.”
We liepen rustig de winkel rond. Veel spul voor de jacht, logisch vlakbij de Veluwe. En de koffie was prima. Even later een appje. “We staan op de parkeerplaats!” We namen afscheid van de verkoper/eigenaar. “Succes met de afwikkeling van de verkoop en geniet van de rust in Frankrijk!” Hij gaf ons een hand. “Dank voor klandizie en goede reis.” Met elk een doos onder de arm liepen we naar de parkeerplaats. Ik deed de achterklep open.
“Nou… Ik hoop dat die buksen er nog bij kunnen. Wát een kledingtassen!” Met de buksen in de bagageruimte gooide ik de klep dicht. Ik tikte Charlotte op haar schouder. “Rij maar naar Veldhoven, Lot. Geen zin om de auto op een openbare parkeerplaats te laten staan met twee dure buksen achterin.” “En onze nieuwe kleding, Kees Jonkman!” “Sorry schat. En jullie nieuwe kleding. Waarvan de lingerie natuurlijk nu uiterst veel waard is omdat jullie die hebben gepast.”
Joline keek me nogal strak aan. “Wil jij niet van die smerige gedachten uiten, vriend Jonkman? Anders ga je weer eens kennismaken met mijn hakken.” Ik legde een hand op haar arm. “Kom maar naast me op de achterbank, schatje. Het is tijd voor goedmaaksex.” Vanaf de voorste stoelen klonk een dubbele lach. “Ja, dat willen we wel eens meemaken, Kees! Schijnt nogal spectaculair te zijn…”
“Kom, mooie bruid, achterin jij. Lot, vanaf nu alleen…” Verder kwam ik niet. “Jaja, alleen de buitenspiegels gebruiken, ik weet het.” Joline zuchtte. “Jullie zijn een stelletje oversexte pubers. Allemaal!” Rustig reed Lot Arnhem uit. Joline schoof tegen me aan. “Waarom ineens die buksen kopen, Kees? Compensatie voor al die kleding van ons?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee. Ik wist dat die zaak er zat én ik wist dat hij binnenkort ging sluiten. En ik liep al een tijdje te denken over een andere buks. Zo’n Bullboss is prima, maar voor het échte werk, écht roosjes melken, maar dan op vijftig, misschien wel honderd meter, zijn ze minder geschikt. Die FX wel. En wie weet, kunnen we Harold eens van dienst zijn tijdens een wedstrijd…”
Een brommetje kwam retour. “Misschien een keertje, Kees. Maar ik ga niet in het wedstrijdteam van de schietvereniging zitten. Kost teveel tijd, schat.” “We zien wel, oké? Eerst die buksen maar eens inschieten. Vanavond?” Joline knikte. “Lijkt me leuk!” En tegen de zussen: “Hé meiden… Hebben jullie om vanavond mee te gaan naar de schietvereniging?” Het was even oorverdovend stil. “We hebben nog nooit geschoten, Jolien… Geweld is hartstikke fout, weet je nog?”
Joline gromde. “Ja, daar heb ik iets van meegekregen in Utrecht, geloof ik. Iemand die jullie met geweld wilde meenemen. En wat later een paar lui die zich met geweld toegang verschaften tot ons huis om jullie te ontvoeren. Goh, wat geweldloos…” Ze boog zich naar voren.
“Luister goed, Lot en Mar. We vragen jullie niet om te schieten. Ik vroeg of jullie mee wilden gaan, verder niks. Het is gezellig, ze hebben prima koffie en je ziet er lui van allerlei pluimage. En soms gaan de gesprekken helemaal niet over schieten, maar over van alles en nog wat.” Margot giebelde. “Ik wil jou wel eens met dat geweer zien schieten, Joline.” “Het is geen ‘geweer’, Mar. Het is een luchtbuks. Een ‘geweer’ is een vuurwapen. Voor de goede orde: ga gewoon mee, meiden en ga sfeer proeven. En desnoods blijven jullie gewoon achter de koffie zitten als Kees en ik wat kaartjes schieten, ook goed.” Ze knikten. “We gaan wel mee, hoor.” “Mooi”, zei ik. “dan gaan we thuis eerst wat eten, daarna maken Joline en ik de nieuwe buksen klaar voor gebruik en rond zeven uur vertrekken we naar de schietvereniging. En als jullie het na vanavond niks vinden: prima, dan was dat een eenmalige happening voor jullie, oké?” Twee knikjes vanaf de voorstoelen.
“Goed, dan gaan mevrouw Jonkman-Boogers en ondergetekende zich nu even wijden aan de goedmaaksex. Gelieve geen aanstoot te nemen aan erotisch gekreun op de achterbank, dank u wel.” Joline keek me aan en schudde zwijgend haar hoofd. “Even lekker dommelen, Kees. Mag ik tegen je aan hangen?” Even later was ze onder zeil. Met af en toe een snurkje lag ze met haar hoofd op een kussentje tegen mijn schouder te slapen. “Sjonge, wat een goedmaaksex…De vonken springen er van af!” giebelde Lot van achter het stuur. Ik keek in de binnenspiegel en zag twee lachende grijze ogen die me aankeken.
Lees verder: Mini - 257
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10