Door: Keith
Datum: 30-07-2023 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 6278
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 267
Ik kleedde me uit, Joline stond me vanaf de rand van het bad te bekijken. Snel sprong ik onder de koude straal en boende me schoon. Zo… Dat voelde en rook beter. De kraan iets warmer: lekker. Geen koud slot van de douche vandaag; ik zou toch wel goed slapen. Ik voelde de vermoeidheid door mijn lichaam trekken.
De kraan ging uit en Joline stond al klaar met een handdoek. Ze keek plagend. “Geen kouwe plens vandaag, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schoonheid. Slapen doe ik toch wel, denk ik. Ik ben redelijk óp’.” Ze trok een pruillipje. “Jammer… Ik had me zó ingesteld op een lekkere dansles met allemaal langzame nummers. Met jou lekker dicht tegen me aan langzaam de kamer rondwalsen…” Toen lachte ze. “Nee hoor. Het afgelopen uur had ik absoluut geen interesse om te dansen, zat ik alleen maar te janken en mezelf uit te schelden…”
Ik was ondertussen droog en omarmde haar. “En ik liep scheldend en vloekend op mezelf door het bos…” Ik keek haar aan. “Sorry schat, dat ik je zó voor joker zette. Ik kon mezelf in het bos wel voor m’n kop meppen.” Joline keek me aan en kuste me toen zachtjes. “We waren allebei opgefokt, Kees. Druk geweest de laatste drie weken, allerlei dingen die ‘moesten’ gebeuren, directeur en directrice spelen, gedonder met die spyware, de verbouwing bij An en Henry, jouw aanvaring met die lui uit Amsterdam en morgen weer het nieuwe optrekje van Mar en Lot… Ik stel voor dat we deze week eens aan Theo vragen of hij Lot, Mar en ons een weekje kan missen. Dan gaan we er gewoon een week van tussen. We hebben er hard genoeg voor gewerkt, schatje.”
Ik dacht na. “Jolien, we zijn net drie weken weggeweest. Onze huwelijksreis, weet je nog? En dan weer een week weg?”
Ze knikte beslist.
“Ja Kees. Is niet alleen voor ons goed, maar ook voor die twee meiden hiernaast. Die zijn nog nooit verder geweest dan in een straal van 50 kilometer rond Groot Ammers. En nog nooit ‘op vakantie’ zoals wij. Als ze vrij waren van school waren ze huissloof of administratieve kracht van Bongers Transport. En ik wil ze niet alleen op vakantie laten gaan…”
Ik knikte. “Je hebt me overtuigd. Maar wat gaan we dan doen? Waar gaan we heen?” Joline knipoogde. “Daar hebben we het een tijdje geleden toch over gehad? De Harz of de Ardennen. Liefst de Harz. En met de camper.” Meteen keek ze peinzend. “Oei, dat gaat op korte termijn niet lukken… Pa en Ma gaan volgende week voor vier weken naar Noorwegen…”
Ze giebelde. “Naar het plekje waar wij hebben gevreeën, schat. Ons gezamenlijk DNA in het zachte mos determineren…” Ik schoot in de lach. “Leuke vakantiebestemming!” Joline bleef sip kijken. “Geen camper dus… Verdorie.” Ik trok haar naar me toe en kuste haar. “Daar gaan we nú een modus voor vinden. Ik kleed me even aan en dan gaan we wat uitzoeken op Internet.” Ze keek twijfelend.
“Kees… ik dacht dat je naar bed wilde…” Ik knikte. “Klopt. ‘wilde’. Nu niet meer. Andere prio’s: mijn schatje haar wensen laten uitkomen.” Een ondeugende trek gleed over haar gezicht. “Dus tóch naar bed?” Ik zuchtte. “Zet je hormonen nu maar even opzij; we gaan nu iets regelen voor een week weg met die dames. Jou kennende lig je, als we dat niet doen, de halve nacht te piekeren.” Ik kleedde me snel aan: broek, T-shirt, sandalen. Toen pakte ik m’n laptop en ging internet op.
“Schat, jij vertelde me ooit dat Rob en Tony hun camper gekocht hadden bij een behoorlijk betrouwbaar bedrijf wat ook campers verhuurde…” Joline knikte. “Ja. Een bedrijf in…” Ze fronste weer. “…ergens vlakbij Bronkhorst…” Ik opende Google maps en bekeek de omgeving van Bronkhorst. Plotseling wees ze. “Baak! Inzoomen, Kees…” Ten zuiden van Baak, op een industrieterrein stond de aanduiding ‘Oortgiese Campers’.
“Dát is ‘m! Gevonden!” Ik klikte hun website aan. Hmmm… Een behoorlijk aantal campers te huur, maar de keuze voor een beetje fatsoenlijke vierpersoons camper was wat mager. En om de zussen of onszelf te veroordelen tot een tentje… Nee. Een ondeugende gniffel klonk er naast me. “Wat heb jij voor plannetjes, mevrouw Jonkman?” Ze wees op een camper. “Dit zou wel eens een geschikte kandidaat kunnen zijn, Kees.” Ik scrollde door de foto’s. Een forse camper, vierpersoons, een hefbed voorin, twee bedden achterin, waar je weer een plank en een matrasje tussen kon leggen voor een breed bed… Automaat, redelijke keuken, douche… Het was allemaal wat groter dan de camper van Tony en Rob...
“Meen je dat? Dat wordt een kostbaar grapje, schoonheid.” Haar ogen schitterden. “Kees, we hebben ondertussen een best wel aardige buffer opgebouwd. En wat extraatjes, de premies die we kregen als we nieuwe mensen binnenbrachten. Jij krijgt er over drie maanden wéér eentje: Gerben. En de zussen kennende: die dragen ook wel wat bij… Nu niet krenterig zijn!” Ik zuchtte. “Ik hoor het alweer. Je steekt één vinger uit en…” Verder kwam ik niet. “Als jij de juiste vinger uitsteekt, Kees, zijn er drie dames die daar wel leuke dingen mee willen doen!” Ze lachte breed en stak haar tong uit.
Op dat moment ging de deur van de zussen open. “We dachten dat jullie gingen slapen… En nu horen we jullie hier kletsen! Mogen we erbij komen?” Beide zussen stonden in de deuropening. Joline knikte. “Ja hoor meiden. Kees en ik zaten vakantieplannen te maken.” “Vakantieplannen? Jullie zijn net terug!” Lot keek ons ons onderzoekend aan.
“Lotje, een huwelijksreis is geen ‘vakantie’. Die is uiterst inspannend. Op je huwelijksreis ben je machinist op een reddingsboot, moet je een vent in het water kieperen die je er van beschuldigd dat je een leuke jonge meid hebt opgepikt, moet je waterkrachtcentrales bekijken en het zachte mos in Noorwegen inspecteren… Hartstikke druk. ”Margot giechelde. “Om van andere activiteiten maar te zwijgen zeker?”
Joline knikte. “Ja. Maar door dat gedoe van een paar uurtjes geleden kwamen we er achter dat we de laatste weken een beetje veel hooi op onze vork hadden genomen. We willen er binnenkort een weekje op uit. Naar de Harz. Met een camper. Maar omdat mijn lieve ouders in hun eigen camper in Noorwegen rondhangen, gaan wij er eentje huren. Voor vier personen. Want jullie gaan mee.” Twee verbaasde gezichten. “Wij mee? Waarom dan?”
“Omdat jullie, als ik goed ben geïnformeerd, nog nooit echt op vakantie zijn geweest. Altijd maar moesten werken. In het huishouden of op het bedrijf. Wij gaan een vakantie plannen voor ons vieren. Eén weekje maar, maar wel een week waarin jullie gaan genieten van het feit dat jullie ook ‘vakantie’ hebben. En niet voor DT lopen te buffelen of zitten te studeren.” En Joline vulde aan: “En jullie hebben toch ook je C-rijbewijs? Mooi, dan kunnen jullie Kees af en toe achter het stuur aflossen. Want als het kan willen we met dit ding op reis gaan.” Ze wees de camper aan. Twee monden vielen open. “Wauw… Maar dat is toch hartstikke duur?” Margot keek bezorgd.
Ik knikte. “Ja. Maar wat je vergeten bent, lieve Margot is het feit dat Joline en ik ondertussen een paar extraatjes van onze o zo sympathieke directeur hebben gekregen. Een paar bonussen als je nieuwe medewerkers in het bedrijf brengt. Angelique, Rob, Miranda, jullie en recentelijk Gerben. Per medewerker duizend euro, vergeet dat niet. Dus een weekje zo’n bakbeest huren kan er wel af, ondanks onze karige salarissen als teamleiders.”
Lot proestte het uit. “Ach ach… Meneer en mevrouw Jonkman klagen over hun salarissen. Terecht natuurlijk, want dat is armoe troef…” We gniffelden; de salarissen van DT waren behoorlijk ‘boven modaal’. Margot keek beslist. “Wij betalen mee, Joline en Kees! Anders doen we het niet!” “We hadden niet anders verwacht, meiden. Maar daar gaan we het een ander keertje over hebben. Maar nu de belangrijkste vraag: zien jullie dit zitten?” Ze zweeg even. “Laat maar, ik zie het antwoord al.”
Twee zussen stonden te glunderen. “Mooi. Kees, stuur een mailtje naar die lui in Baak en vraag wanneer dat bakbeest beschikbaar is. Liefst over een week, anders één van de weken erna. Zoveel zal het ding niet verhuurd worden, denk ik.” Ik was al aan het typen op een formulier waarop je kon informeren naar de beschikbaarheid en even later verzond ik het. “Zo. De eerste stap is gezet dames. Wij gaan samen met jullie een weekje naar door mooie Harz.” Ik schoof de laptop van mijn schoot en trok Joline overeind. “Kom. Groepshug. Veel te lang geleden.”
We keken elkaar aan: vier grijze en twee blauwe ogen. “Ik hoef niet te vragen of jullie er zin in hebben, meiden”, giechelde Joline. “Jullie stralen weer eens.” Een paar knuffels waren onze beloning en Lot keek ons aan. “Jullie zijn af en toe helemaal gek, wisten jullie dat?” Joline en ik keken terug en Joline antwoordde: “Ja, dat weten we. Maar gelukkig zijn en het niet delen: zo zijn we niet opgevoed, Lot. We hebben het geld…” Joline keek ondeugend “…óók jullie geld, troela’s! We hebben onze directie een paar weken ongestoord tegen de binnenkant van hun tentje aan de Moezel laten kijken, het is momenteel niet druk bij DT, dus… In September wordt het weer volle bak. Even de teugels laten vieren, schatten.”
En met stemverheffing: “En nu naar bed, meisjes. Morgen ontbijten we om 07:30, daarna wacht ons een drukke dag. In jullie nieuwe optrekje in Arkel. Ook leuk!” We kregen nog een knuffel en toen verdwenen ze. Ik keek Joline aan. “Je bent goed bezig, schat. Jij nam weer eens het initiatief.” Een zachte zoen volgde en toen zei Joline: “Ja. Maar jij kwam op het idee om die grote bak te huren. Mafkees. Daar zul je wel een vrachtwagenrijbewijs voor nodig hebben? Dan kan ik je niet eens aflossen tijdens het rijden en zit ik als een domme blonde bimbo er naast…” Haar ogen stonden plagend. “Ik zeg niks, schat. Anders krijg ik weer een keiharde dreun tegen mijn hoofd en moet er ik weer elf kilometer rennen…”
Naast me klonk pesterig: “Ja. En dan krijg je nog een keer van Fred op je sodemieter. Ga je niet willen zeker?” Kom, naar bed, ridder. En nee, geen ondeugende spelletjes als ‘goedmaaksex’; die komen morgen wel. Nu gewoon lekker slapen, oké?” Ik knikte. “Prima plan meissie. Ik ben een beetje stijf. En niet plaatselijk, maar met name in m’n benen. Niet er tussen.”
Een giechel volgde en zo liepen we de slaapkamer in. Tien minuten later lagen we tegen elkaar aan. Een bromstem klonk. “Jolientje?” “Wat is er, Balou?” “Mag ik weer mee met jullie? Was best gezellig in Noorwegen…” Ze giechelde. “Jaja… En dan bij de zussen in bed duiken zeker? Met je kop vol zaagsel tussen hun borsten liggen maffen?” “Dat lijkt me wel wat, Jolientje…” “We zullen het ze vragen, beer. Als zij het goedvinden…” “Lijkt me heerlijk, Jolientje. Ik verheug me er nu al op…” Daarna werd het stil in de slaapkamer. Ik lag nog even te denken over het incident. Potdomme, dat moest niet meer gebeuren, Kees. Je echtgenote was écht woest. Die opmerkingen van Holtinge hadden een best wel groot litteken achtergelaten bij haar. De klootzak…
Bzzz…bzzz…bzzz… Klets. Joline gaf de wekker een optater. “Goedemorgen lekkere vent…” Twee warme lippen op de mijne, een bos blond haar om mijn hoofd… “Hé schoonheid, goeiemorgen. Lekker geslapen?” Ondeugend antwoordde Joline: “Met het uitzicht op een lekkere vrijpartij slaap ik altijd goed, dat weet je ondertussen toch wel?” Ik keek op de wekker: 07:25. “Dat wordt dan wel een héél supersonisch vluggertje, schat. Om half acht moeten we er uit.”
Ze legde een vinger op mijn lippen. “Niks ‘vluggertje’, mooie meneer. Vanavond ben je van mij. Of, als we dan te moe zijn, morgen.” Ik keek twijfelend. “Met een beetje pech staan we vanavond beiden stijf van de spierpijn, schat, na de werkzaamheden in Arkel.” Joline glimlachte. “Lekker. Dan zal ik maximaal gebruik maken van jouw stijfheid. Diep in m’n poesje.” Een zoentje volgde, toen trapte ze het dekbed naar onderen. “Kom, er uit. Werk-kleren aan. Douchen hoeft niet, doen we vanavond wel.”
Tien minuten later liepen we de kamer in. Margot en Charlotte waren er nog niet. “Kees, haal de zussen eens op, dan dek ik de tafel.” Ik keek twijfelend, maar Joline wees. “Tempo!” Oké, oké… Ik liep hun studeerkamer in en klopte op de deur van hun slaapkamer. “Dames… Over vijf minuten staat het ontbijt klaar! Zijn jullie zover?” Geen reactie. Dan maar even naar binnen. Ik deed de deur open. Lot en Mar lagen op bed, ineengestrengeld, nog diep in slaap. Beiden in sexy lingerie en met nylons aan. Hmmm… Die hadden het dus heel gezellig gehad, vannacht.
Ik legde een hand op de schouder van Margot. “Hé, schoonheid… wordt eens wakker.” Ze kreunde en draaide zich half om. “Kees? Wat is er?” Ik grinnikte. “Nee, ik kom er niet bij, dames. Hoewel het uitzicht wel heel verleidelijk is. Maar het is bijna kwart voor acht en om negen uur worden we in Arkel verwacht.” Ze keek verwonderd. “Arkel?” “Ja, tutjes. Jullie toekomstige optrekje, weet je nog? En daar moeten jullie niet zó aankomen, anders krijg je praatjes.” Charlotte was nu ook wakker, keek naar haar zus en naar zichzelf en bloosde. “Jullie hebben het gezellig gemaakt met z’n tweeën. Prima, dat mag hier, weet je nog? Maar nu er uit, aankleden en goed ontbijten, schatjes.”
“We komen, Kees. Even douchen. Tien minuten.” Ik knikte en sloot de deur achter me. Gniffelend liep ik de kamer in, Joline keek vragend. “De dames lagen in wel héél verleidelijke outfits in elkaars armen te slapen, schat. Als we vandaag geen dingen moesten doen, was ik erbij gekropen.” Een tik op mijn neus was de reactie. “Bluf, Kees Jonkman.” Ze glimlachte liefjes. “Dek jij de tafel even? Dan gaan we zo lekker eten. De lunch pikken we in Arkel wel ergens op.”
Even later kwamen de zussen binnen: spijkerbroeken, bloesjes. “Hé, zijn dit dezelfde dames die een kwartier geleden in best wel verleidelijke outfits op hun bedje lagen?” Margot boog zich over me heen. “Ja. En dat mag in dit huis, hebben we al een aantal keren gehoord. En als we dan in sexy lingerie op bed liggen… Deal with it.”
Joline giechelde. “Geldt dat ook voor mij? Dan kom ik jullie ook nog eens wakker maken, denk ik.” We lachten. “Kom meiden, lekker ontbijten. En daarna richting Arkel. Handjes uit de mouwen steken.”
Ruim een uur later reden we de oprit van het huis in Arkel op. De auto’s van Henry en van Rob stonden er al, de auto van Olaf reed vlak na ons de oprit op. “Zo, jullie zijn er al?” zei hij, toen hij uitstapte. Hij maakte kennis met de anderen en gaf mij de huissleutels. “Vanmiddag, rond een uur of twee kom ik nog even langs. Heb nog een paar afspraken. Daarna kijken we even naar dat trekkertje.” “Met een beetje mazzel staat dat ding met lopende motor voor de schuur, Olaf”, zei Rob. Hij lachte. “Ik ben benieuwd! Tot vanmiddag!” En hij reed weg.
Melissa nam de touwtjes in handen. “Zo jongens… en meiden. Eerst koffie, anders is mijn liefje niet te genieten.” Ze had vier thermoskannen bij zich, twee bruine, één zwarte en een witte. “De bruine is gewone koffie, de zwarte is Robbie’s gif en de witte bevat theewater. Niet vergissen, anders heb je een geperforeerde twaalfvingerige darm óf gillende ruzie met Rob. Zeker als je er een zakje ‘vlierbesmeuk’ in gooit.” Ze keek waarschuwend naar mij en ik moest lachen. Uit een andere tas kwamen bekers, suiker en koffiemelk en twee minuten later hadden we allemaal een mok in handen.
Op dat moment kwamen Pa en Ma de oprit oprijden. “Ha, daar is de technische en binnenhuis-architectonische ondersteuning!” Na een begroeting wees Joline op de thermoskannen. “Jullie ook koffie?” Pa greep een kan. “Lekker, schoondochtertje.” Ik gniffelde inwendig. Pa had de zwarte kan gepakt. En hij dronk zijn koffie zwart… Na wat blazen nam hij de eerste slok. “Rob… Is dit jouw brouwsel? Mán…” Pa maakte het deksel van de thermoskan open, goot de rest van zijn koffie terug en pakte een andere kan. “Goeiemorgen zeg…” Rob keek minachtend. “Ik dacht dat een échte vent wel wat kon verstouwen…”
“Hé meneer Boogers! Mijn lieve schoonvader niet belachelijk maken! Anders neem de kans met een logaritmische curve terug dat jij die titel ooit kunt gebruiken, denk er goed aan!” Joline klonk kattig en Melissa voegde er aan toe: “En mijn lieve Pa is écht wel een echte vent! Pas op jij!” Rob gniffelde. “Dat moet wel. ten slotte heeft hij jou en je kattige evenbeeld opgevoed tot serieuze studentes. Daar moet je wel een vent voor zijn, ja.” Melissa keek hem onheilspellend aan. “Wil jij nog kans maken op zoentjes, dan raad ik je aan om héél snel te dimmen, vriendje. Anders ga ik over op rugby.”
Ma maakte een einde aan de wederzijdse bedreigingen. “Kappen, jongelui. ten slotte zitten er twee onschuldige tweelingzussen bij en straks, als hij terugkomt, vraagt Olaf zit af in welk wespennest hij terecht is gekomen! Maar... even een plan de campagne. Wie gaat wat doen?” We waren het snel eens: Pa, Ma en de zussen zouden het huis wat grondiger gaan bekijken en samen met Olaf voorstellen doen voor renovatie of nieuwbouw; Rob, Henry en ik zouden de schuur in duiken om dat trekkertje eens goed te bekijken en eventueel die container open te maken. Joline, Melissa en Angelique zouden een begin maken met de keuken schoon te maken en verdere hand- en spandiensten leveren. En ze zouden rond half twaalf Arkel in gaan om ingrediënten voor de lunch in te kopen.
“Kom, dieselsnuivers… Die schuur in!” Even later stonden we in het halfduister. “Hmm… Da’s een beetje weinig licht, jongens. Eén moment.” Rob liep naar zijn Golf en kwam even later terug met een forse LED-bouwlamp op accu’s. “Zo. Nu hebben we ten minste een paar uur licht in de keet. Laat me dat wonder van techniek eens zien, Kees!” Wéér liep ik langs allerlei ‘rommel’ naar het achterste deel van de schuur. “Hier staat ‘ie, Rob. Een echte Lanz Bulldog, nog van voor de oorlog.” Rob bromde wat en liep om het ding heen.
“Gisteren eens wat research zitten doen, Kees… Inderdaad van voor de oorlog… een gloeikopmotor, voorloper van de échte diesel, zeg maar. En daar hoort een speciale brander bij… Aha! Bingo!” Hij hield een soort petroleumlamp omhoog. “Daar gaan we eerst eens aan werken…” Ik keek het even aan: beiden waren al snel helemaal door de techniek opgeslokt. “Ik laat jullie maar even alleen, stelletje vetnippels! Ik ga eens kijken of ik die container open kan krijgen.”
Ik kreeg geen antwoord. Eerst de zaklamp, haakse slijper en verlengsnoer uit mijn auto halen. Eenmaal terug stond ik voor de container. Twee nogal stevige ringsloten er op… Toch maar even met Olaf overleggen… Die was met de zussen, Pa, Ma, Mel en Angelique in de keuken. “Olaf, mag ik die container zelf openmaken of wil je er bij zijn?” Hij keek op. “Ik loop wel even mee, Kees. Wie weet zit er een goudschat in…”
Eenmaal in de schuur wees hij naar achteren, richting Rob en Henry. “Hoe gaat het daar?” Ik haalde m’n schouders op. “Als het ding niet helemaal verrot is, krijgen die twee ‘m wel een het lopen. Maar geef ze even tijd.” Hij knikte en samen schoten we in de lach toen er een nogal stevige krachtterm klonk. “Dat zijn er vijf, Rob!” “Flikker op jij… Hier zijn twee technici serieus bezig.” “Oké Kees, laat maar eens zien wat hier in zit…”
Ik zette mijn veiligheidsbril op en deed m’n oorkappen op. Een regen van vonken ontstond toen ik het eerste slot te lijf ging. Na een minuut was het ding open. Mooi… De tweede… Die gaf zich sneller gewonnen en viel na een paar seconden al op de grond. “Zo, dat was dat… Nu eens kijken.” De dubbele sluitingen van de containers zaten redelijk vast; met een stalen pijp als hefboom kreeg in er eentje open. De lamp bracht licht in de duisternis. “Wat is dit dan?”
Een aantal mij totaal onbekende instrumenten op wielen stond voor ons. Uiteindelijk herkende ik een ploeg, een eg, een wals… Wacht eens… het waren allemaal landbouwgereedschappen. En als ik mij vergiste, pasten ze achter de Bulldog… Even de koppelingen en aansluitingen bekijken… We maakten er een stel foto’s van en liepen toen weer naar de trekker. “Henry, dit hebben we in die container gevonden… Wat denk je: passen die koppelingen op dit trekkertje?” Hij keek, Rob ook. “Volgens mij wel. Dan hebben we hier bijna een compleet landbouwmuseum jongens…”
Ik keek Olaf aan. “Dat maakt het trekkertje wel compleet.” Hij knikte, duidelijk in zijn nopjes. “De vorige eigenaar had er duidelijk geen snars verstand van. ‘Ouwe boerentroep’, zei hij toen ik naar de inhoud van de schuur vroeg. De knul kwam uit Amsterdam, heeft hier een jaar gewoond met z’n vrouw, maar die werd gillend gek van de stilte. Toen heeft hij het maar weer verkocht. Wát een sukkel…”
Hij keek me aan. “Ik ga vanavond eens kijken wat dit handeltje zou opleveren. En als ik er een mooie prijs voor kan krijgen, gaan die twee zussen dat merken. In hun huurprijs.” Hij zweeg even. “Anders krijg ik ruzie met ene mevrouw Koudstaal…” We gniffelden als kwajongens. “Nee, dat ga je niet willen, Olaf.” We deden de container weer dicht. “Olaf, een tip: neem als je straks terugkomt een paar goeie sloten mee.” Hij knikte. “Zal ik doen. En nu moet ik er vandoor; ik heb nog twee afspraken. Rond een uur of drie ben ik er weer.”
Ik liep weer naar Rob en Henry. “Zo. Die is volgens mij bijzonder blij, jongens.” “Dat mag ook wel, Kees”, bromde Henry. “Hier staat een redelijk kapitaal. En dat had meneer Olaf zó aan een opkoper meegegeven… Voor de prijs van oud ijzer.” Van onder de trekker klonk sarcastisch: “Als hij geluk had gehad. Er zijn ook opkopers die beweren je ‘te matsen’ door het handeltje leeg te kruien. En zeggen met een stalen gezicht: ’Misschien heb ik er nog honderd euro winst aan, maar dan houdt het wel op, meneer.’ Ik ken een paar van dat soort types. Op scheepswerven tegengekomen.” “Ja, over die ongure kennissen van jou heb je wel eens verteld, Rob”, grinnikte Henry. “Kom lui, we hebben hier aardig lopen zweten… Tijd voor een goeie bak koffie!”
Rob kwam onder de trekker vandaan. “Da’s de eerste wijze opmerking die ik jou vandaag hoor maken, Kees. Goed bezig!” Hij poetste zijn handen schoon met een doek die betere tijden had gekend. “Die rooie furies van jullie zullen wel weer mopperen dat jullie naar olie stinken. Wordt weer lachen.”
Henry haalde zijn schouders op. “Dan ruiken ze ook eens wat het inhoudt als een vent hard werkt voor z’n geld.” Even wachtte hij en toen volgde: “In plaats van alleen maar op z’n krent te zitten tekenen, meneer Jonkman.” Ik gromde. Laag en gemeen. “Kijk jij een beetje uit, meneer Claassen? Als jij mij voor joker gaat zetten, heb je een aardig aantal mensen tegen je, denk er goed aan!”
We liepen het huis binnen en inderdaad, het eerste wat Melissa riep, was: “Getver, je stinkt naar diesel! Ga je handen eens goed wassen, Robbie Boogers!” Ik grinnikte en Mel keek mij aan. “En jij ook, Kees. En Henry! Viezerds! En daarna naar buiten. Koffie drinken doen we in de tuin. Het is lekker weer, dus…” Na een grondige schrob-beurt liepen we met schone handen en armen de tuin in.
Onschuldig vroeg Rob: “Wie inspecteert wie, dames?” “Ik inspecteer jou wel, Kees.” Joline stond op en gaf me een knuffel. “Goedgekeurd. Je mag blijven.” “Fijn, echtgenote van me. Mag ik nu gaan zitten?” Er stonden een paar kisten in een kring. Pa keek ons aan. “En? Nog een goudschat gevonden in die schuur?” Ik schudde mijn hoofd. “Geen goud. Wel een schat. In die container stonden allemaal antieke landbouwwerktuigen. Samen met dat trekkertje vormt dat volgens ons een redelijk kapitaal. Meneer Olaf gaat vandaag op Internet kijken wat zoiets op zou kunnen leveren. En wat er allemaal in al die dozen zit, daar hebben we nog niet naar gekeken.”
En met een blik op de zussen: “En als hij het voor een fatsoenlijke prijs kan verkopen, scheelt dat jullie behoorlijk in huur, dames. Anders krijgt hij ruzie met ene Gertie Koudstaal…” Een dubbele giechel klonk. “Maar… zijn hier al plannen gesmeed? Ben ik wel benieuwd naar.” Ma had thuis al een globale tekening gemaakt. Die stond ondertussen vol aantekeningen. En Pa had diezelfde tekening, ook met aantekeningen, maar dan vanuit zijn vakgebied: binnenhuisarchitectuur. We waren een uurtje aan het kletsen over de opties.
Ondertussen waren Joline en Angelique Arkel ingegaan om wat te eten te scoren. Toen ze terugkwamen reed er een hele bekende auto achter de Volvo aan: die van Theo! “We liepen Theo in de supermarkt tegen het lijf! En toen heeft hij Gertie opgehaald…” Theo en Gertie zagen er goed uit. Redelijk bruin en ze hadden een prima vakantie gehad. “En nee, we hebben niet al de tijd tegen de binnenkant van een tentje liggen kijken, Kees Jonkman! Ik zie je kijken!” Gertie stak een vermanende vinger op. “Dat vermoeden had ik al, Gertie. Anders waren jullie niet zo bruin geweest. En bovendien: volgens mij sliepen jullie nu niet in een tentje, maar in een nette vakantiewoning, toch?”
Ze knikte. “Ja. Heerlijk. Maar… we zijn wel naar de camping geweest waar dat tentje stond! Even ‘back to memorylane’. Helaas stond er een grote De Waard-tent op ‘ons plekje’…” Ze keek rond. “Dus Olaf heeft dit huisje gekocht? Slimme zet van ‘m. Hier zit wel potentie in, zeker met de omliggende grond. Tenminste… Als die schuur tegen de vlakte gaat. Ziet er niet uit, dat ding!” We grinnikten collectief en Theo fronste. “Volgens mij mis ik iets. Jullie zitten stuk voor stuk te ginnegappen. Vertel!”
Beknopt schetste ik wat er in de schuur stond. “Verdorie jongens, dát is mooi…” Zeven handen gingen omhoog, zeven vingers wezen omlaag. “Nú, meneer de directeur!” Hij bleef zitten. “Bekijken jullie het maar. Ik heb nog steeds vakantie, hoor!” Na de lunch vertrokken Theo en Gertie. In de voortuin stonden ze nog even met Joline te smoezen; ik had een vermoeden waar dat over ging. Ik liep richting schuur en begon lukraak wat dozen en kisten open te maken. Veel echte rommel, maar ook veel speelgoed, variërend van een poppenhuis tot een grote kist met Lego. Om half drie stak Olaf zijn hoofd om de hoek. “Hoi Kees… Nog meer kostbaarheden tegen gekomen?” “Helaas geen goudschat of volle pin-automaat, Olaf. Maar ik heb de helft nog niet gehad, geloof ik.” Hij bromde: “Ik denk dat ik volgende week er zelf een keertje doorheen ga. Samen met een vriend van me, die is wat beter op de hoogte van ouwe spullen.
Hij hield een aantal stevige sloten omhoog. “Voor de container en voor de schuurdeur. Want die gaat nu wél op slot.” We liepen naar Henry en Rob. “Hé dieselslurpers… Hoe is het met de Bulldog?” Rob wees. “Het brandstoffilter moet vervangen worden. Dat is compleet verteerd. Niet zo’n probleem, kan ik desnoods zelf maken. Wat leidingen vervangen. Brandstoftank schoonmaken; die is bijzonder roestig. Maar voor de rest: met een beetje mazzel loopt dit beestje over twee weken als een zonnetje!” Henry was praktisch. “Maar dan moet hij wel naar buiten, Olaf. Hier binnen laten draaien staat gelijk met een forse koolmonoxydevergiftiging. Dus moet er ruimte in de schuur zijn om ‘m naar buiten te slepen.”
Olaf knikte. Gaat lukken, heren. Maar zodra hij goed loopt, zet ik ‘m te koop, inclusief de machines die in die container staan. Ik heb vanmiddag eens wat zitten internetten; ik denk dat ik er minimaal 20.000 euro voor kan krijgen. En met de machines erbij wellicht het dubbele. Liefhebbers genoeg, met name in Duitsland… Wat kijk jij moeilijk, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Niet vanuit hier gaan verkopen, Olaf. Dan loop je kans op ongewenst bezoek.”
Hij knikte. “Had ik ook al aan gedacht. Ik heb een aantal bedrijfspanden op industriegebied Papland. Daar kan de handel mooi staan. Goed beveiligd en ruimte voor een proefrit om het pand.” Ik knikte. “Dan moet je ze alleen nog daar zien te krijgen…” “Daar heeft men opleggers voor, Kees. Geen zorgen. Kom, we sluiten hier de boel af en gaan eens kijken wat de dames met het pand van plan zijn!” Henry en Rob raapten hun gereedschap bij elkaar en even later zat de container weer op slot en de schuur ook. Met betere sloten dan voorheen.
Buiten in de tuin lieten pa, ma en de zussen zien wat nodig was om te renoveren. “De hele elektrische installatie, de natte groep boven, het toilet beneden, de waterleidingen en afvoeren…” Het lijstje was redelijk uitgebreid. Olaf zorgde nog voor een verrassing. “Dames, ik wil aan de achterzijde een serre plaatsen. Mijn echtgenote houdt van zon, die zou dolgraag in een mooie serre willen zitten met al haar plantjes om zich heen. Als we die serre nu eens meteen plaatsen tijdens de renovatie? Hebben jullie er ook plezier van…” De zussen gaapten hem aan. “Méén je dat? Heerlijk!” Olaf gniffelde. “Heeft voor ons ook voordelen hoor. Als die serre lekt, hebben jullie er last van, niet wij. En het is goedkoper om zo’n ding tijdens een renovatie te bouwen…” Toen schraapte hij zijn keel. “Ik had Kees al een indicatie over de huurprijs gegeven: 1200 euro per maand, exclusief water, gas en elektriciteit. Maar gezien onze vondst in de schuur, of beter gezegd: Kees z’n vondst, verlaag ik die huur tot 1000 euro in de maand. Want hij heeft me voor een behoorlijke financiële strop behoed.”
Margot stond op en gaf Olaf een zoen, Lot volgde. “Dank je wel! Lief van je…” “Hé dames… ík heb die trekker gevonden hoor! Waar blijven mijn zoenen?” Ook ik kreeg zoenen van de zussen. “En Rob en ik proberen dat ding aan het rijden te krijgen, dames! Waar blijven onze zoenen?” Henry keek verwachtingsvol en Rob grijnsde breed. Zuchtend kregen ook zij een zoen.
“En wij…” Verder kwam Ma niet. “Kom zus, we gaan iedereen wel even langs. ten slotte heeft iedereen hier een vrije zaterdag opgeofferd.” Lot nam de leiding en achtereenvolgens kreeg iedereen drie zoenen op de wangen. “En als we hier eenmaal wonen, houden we een knallende housewarmingsparty en zijn jullie allemaal uitgenodigd!” “Ik denk dat ik dan nog even wacht met de serre aan te bouwen dames. Als dat inderdaad een ‘knallende party’ is…” Olaf keek plagend. Toen stond hij op. “Ik moet er vandoor, mensen. En verzoek jullie om ook je spullen in te laden; dit huisje gaat weer op slot. Deze week ga ik afspraken proberen te maken met wat aannemers; de resultaten daarvan horen jullie via de mail. Rob, wanneer willen jullie verder gaan met die trekker?” “Volgende week zaterdag. Misschien nog een avondje in deze week… We werken hier in Gorinchem.” Olaf gaf hem een sleutel van de schuur. “Alsjeblieft. Dan kunnen jullie in ieder geval de schuur in. Mensen, over vijf minuten sluit ik het huis af!” Even later reden we de bekende weg richting Veldhoven, de zussen kwetterend achterin.
In Veldhoven reden we snel langs de supermarkt voor de weekend-boodschappen. Toen naar huis. “Héhé… Wát een expeditie, jongens… Even zitten en uitpuffen.” Joline vulde aan. “Ja. En daarna douchen. Je stinkt nog steeds naar diesel, Kees!” “Kun je nagaan hoelang Rob en Henry moeten douchen, schat. Zij hebben aan dat trekkertje liggen sleutelen.” Na een kop koffie kwam ik overeind. “Zo. De douche opzoeken. Kan even duren, dames.” “Als het te lang duurt, komen we je halen, Kees!” Lot keek dreigend. “Oh? Gezellig Lot… Maar met z’n drieën onder de douche is wat krapjes, hoor.” Ze zuchtte. “We sturen je vrouw wel, Kees.” “Ook gezellig, maar dan duurt het wat langer voordat ik netjes aangekleed ben. Hou je daar rekening mee als je gaat koken? Dank je wel alvast…”
Ik glipte de slaapkamer in. Uitkleden… Douchen! Lekker. Ik stonk inderdaad nog steeds naar olie en stof. Wát een teringbende in die schuur… Een kwartiertje later was ik weer fris. Gewassen, geschoren, aftershave op… Ik liep de kamer in. “Zo. Ik geloof dat ik me weer onder de mensen kan begeven zonder dat ze denken dat ik onder een brug heb geslapen.”
“Je ziet er inderdaad weer wat appetijtelijker uit dan een uurtje geleden, Kees. En je ruikt ook beter.” Ik trok Joline tegen me aan. “Volgens mij moet jij dat héél goed onderzoeken, schatje…” Ze lachte zachtjes. “Morgen, lekkere vent. Nu eerst eten. Hard nodig. Ga jij maar zitten; jij hebt in die schuur staan werken; wij hebben alleen maar tekeningen gemaakt. We weten nu hoe dat voelt; je wordt er niet moe van.” Haar ogen bevatten plaaglichtjes.
Andere armen kwamen om ons samen heen: die van Lot en Mar. “En dank je wel, Kees. Voor die huurkorting.” Ik haalde m’n schouders op. “Meiden, dat spul stond er. Heb ik niks aan hoeven doen, behalve Olaf er op attent maken.” “Precies. En dat was meer dan voldoende. Je was weer eens lekker alert, schatje. En eerlijk. En dat kon meneer Olaf wel waarderen, geloof ik. En nu zitten jij, de meisjes koken!”
Ik hield Joline nog even vast. “En waar was jij met Theo nog over aan het kletsen, vlak voordat ze vertrokken?” Ze glimlachte. “Een weekje vakantie aan het veilig stellen. En hij zei meteen ja! ‘Maakt me niet uit welke week, Jolien. De zussen hebben het ruimschoots verdiend. En jullie ook.’ Dus, Kees…” Ik pakte mijn laptop. “Eens even kijken of de heren in Baak al iets hebben geantwoord…” Ik opende mijn mailbox… Jawel, een mailtje uit Baak. De camper was vanaf volgende week drie weken vrij!
“Meiden… We kunnen! Wat dachten jullie? Over een week reserveren? Volgende week vrijdag tot de vrijdag daarop?” Ik hoorde een driestemmige gil uit de keuken. “Mooi, dan gaan we dat nú regelen…” Ik vulde een ander formulier in, maakte scans van rijbewijzen, paspoorten en onze doorlopende reisverzekering en stuurde dat op. “Zo. Da’s geregeld, nu wachten op de reactie.” Even later zaten er drie opgewonden kwetterende dames bij me aan tafel. “En dat rijden, Kees, hoe doen we dat?” Ik keek Margot aan. “Simpel Margot. We stappen in, ik rij het eerste stuk wel, dan kunnen jullie de kunst afkijken.”
Charlotte snoof. “Jaja… ‘de kunst afkijken’, zegt meneer doodleuk. Wil meneer er rekening mee houden dat deze twee dames ervaring hebben een bakwagen, al dan niet met aanhanger én een trekker-opleggercombinatie? Daarbij vergeleken is zo’n campertje peanuts hoor!”
Ik gniffelde. “We gaan het zien, dames, we gaan het zien. Het zal even wennen zijn natuurlijk, omdat dit ding een automaat heeft en je niet dubbel hoeft te klutsen, zoals bij die ouwe Fodentruck van de firma Bongers. Misschien krijgen jullie wel ontwenningsverschijnselen. Zoek je tijdens het rijden de pook, en dan heb je plotseling de pook van Kees te pakken… En die is niet gesynchroniseerd!”
Giebels aan tafel. “Ik zie het voor me, Kees. En dan probeert de chauffeuse in kwestie op te schakelen, begint de pook plotseling te spetteren…” Joline schudde haar hoofd. “Dat zal de verkeersveiligheid op de Autobahn niet ten goede komen, vrees ik.” De zussen zaten te schateren en ik keek somber. “Je ziet het al helemaal voor je hé? Vies meisje. Eten jullie! Anders is het koud.”
Na het dessert maakte ik koffie. “Wat doen we morgen, schoonheden? Gewoon naar de kerk?” Drie hoofden knikten. “Mooi. Ik zal de wachtmeester eens bellen of ze van mijn diensten gebruik wil maken en haar honorarium met me wil delen.” Even later nam Greet op.
“Zeg het eens, majoor…”
“Hoi Greet. Speel jij morgen en stel je er prijs op als ik m’n bugel meeneem?”
Even was het stil.
“Twee keer ‘ja’, Kees. Ik stuur je de orde van dienst wel; dan geef ik wel aan wat en wanneer jij kan blazen, oké?”
“Is goed. Ik zie ‘m wel komen.”
“Dank je wel Kees. Komen de zussen en Joline mee?”
“Natuurlijk. Die laten de kans op een gratis bugelconcert nooit onbenut, dat weet je toch?”
“Die hoofdofficieren van tegenwoordig worden met de dag arroganter”, hoorde ik Anita op de achtergrond zeggen.
“Dan moet je eens met je broer gaan praten, Anita!”
“Ik bedoelde jou, majoor Jonkman!”
“Oh ja, ik ben dat tegenwoordig ook… Was ik even vergeten.”
Een nogal sarcastisch ‘jaja…’ klonk door de telefoon.
“Tot morgen Kees. En op tijd; 09:30 in de kerk!” “Tot uw orders wachtmeester!”
Ik legde de telefoon weg.
“Zo. Weer even op niveau kunnen kletsen met de wachtmeester. Ze stuurt me zo dadelijk de orde van dienst toe.” Ik grijnsde gemeen. “Eens kijken of ik daar iets in kan wijzigen…” Joline keek waarschuwend. “Je láát het, Kees. Geen geintjes op dat gebied!” “Ontspan, Jolien… Als ik iets zou willen wijzigen gaat dat in goed overleg met de predikant en de organiste.” “Goed zo, Kees. Het duurt even, maar als we aan de Bingo zitten weet je het wel.” Ze keek nu plagend. Een kwartiertje later keek ik naar de mail van Greet. Geen liederen begeleiden, wél een Trumpet Tune aan het einde van de dienst. Nou… Greet dacht waarschijnlijk dat ik het kalm aan wilde doen. Prima voor een keertje, maar op die manier was het nauwelijks de moeite dat ik de bugel inpakte.
Enfin, toch even repeteren; het was een tijdje geleden dat ik het gespeeld had. Na een kwartier had ik het stuk weer wat opgefrist. De andere liederen? Twee bekenden, de rest nogal evangelisch. Niet voor bugel geschreven, meer voor gitaar. Het muziekstuk voor de dienst was van een van de zoons van Bach. Redelijk luchtig geschreven voor de barok, maar geen plaats voor een trompet of bugel. Het stuk tijdens de collecte: een of ander nogal modern stuk van een 18e -eeuwse componist: veel dissonanten. Brrrr….
Kortom: ik kon het morgen kalm aan doen. Ook wel eens fijn voor de afwisseling. Want als ik nu ook nog in de zondagse kerkdienst moest presteren werd het allemaal wel erg veel. Ik legde de bugel weg in de koffer, muziek erbij, klaar voor morgen en liep de kamer in. De zussen zaten samen met Joline over een kaart gebogen, met een laptop ernaast.
“Hiér moeten we sowieso een dag van genieten, meiden!” “Ehh… waarvan, dames?” Margot wees op de laptop: een mooie foto van twee zwarte stoomlocs. “Een complete dag in een stoomtrein, Kees! Vanaf Wernigerode naar de top van de Brocken en terug! Ben je bijna een complete dag onderweg, door een prachtig landschap!” Joline had een gemeen lachje op haar gezicht. “En ze verkopen onderweg een of andere speciale borrel… Moet jou wel aanspreken!” “Voor een borrel hoef ik niet persé in een stoomtrein te zitten, dames. Kan ik hier ook van genieten. Dus… kom op met die borrel, het kan nog nét.”
De dames gingen aan de wijn, ik nam een glaasje Jägermeister. En ondertussen keken we op Internet waar iets mooi te zien of te beleven viel. Bij Joline kwamen wat jeugdherinneringen boven; Tony, Rob en zij waren een aantal jaren geleden twee weken in de Harz geweest. “Goslar! Daar moeten we ook heen. Een stadje waar je je gewoon een aantal eeuwen terug in de tijd waant. En aan de noordkant van de stad heb je een prachtig uitzicht over de Noordduitse laagvlakte!”
Ik bromde: “Die heb ik al te vaak gezien, schat. Met name tijdens een oefening in de winter. ‘Een goeie voorbereiding op Afghanistan’, zei onze compagniescommandant. Jaja… Met een halve meter sneeuw en ’s nachts min tien graden. Sjonge, wát een goeie voorbereiding, zeg… In Afghanistan geen sneeuwvlok gezien. Wél sneeuw; op de toppen van sommige bergen. Maar zo hoog kwamen we niet.”
Drie dames keken me plagend aan en toen gingen we verder met het uitzoeken van bezienswaardigheden. Plaatsnamen kwamen voorbij: Altenau, Braunlage, Bad Harzburg, Göttingen… Het zei mij niet zoveel, maar Joline des te meer. Op een gegeven moment zoomde ze in op de kaart. “En hiér moeten we zeker heen…”
Een weg, de 27, tussen de plaatsen Braunlage en Elend. Een witte stippellijn kruiste de weg. “Het voormalig IJzeren Gordijn”, verklaarde Joline. “Op die plaats goed te zien wat het was: inderdaad een ‘zone des doods’. Toen we daar geweest waren, reden we naar het oosten en kwamen we in het plaatsje Elend aan. Duits voor ‘ellende’. Dat zou het tijdens de Koude Oorlog best eens geweest kunnen zijn: vlak aan de ‘Zonegrenze’, zoals de Duitsers het noemden, maar nét aan de verkeerde kant… Maakte heel veel indruk op de toen 16-jarige Joline.”
Ik knikte. “Ik heb de Zonegrens ook gezien, schat. Ergens bij Fulda, een stuk zuidelijker. Aangrijpend.” Joline klapte de laptop dicht. “Zo dames… en heer: we gaan het bedje in. Ondertussen is het al weer elf uur; morgenochtend om acht uur gaat de wekker, want om 09:30 moet Kees in de kerk staan. En te laat is klappen krijgen van Greet!” Ik trok even een bang gezicht. “Gaan we niet willen!”
Na wat knuffels liep ik het veiligheidsrondje en daarna de slaapkamer in. “Hé, lekkere toeteraar… Is het veilig hier?” Ik knikte. “Tuurlijk… Ik ben er toch?” Joline giechelde. “Wellicht aanleiding voor sommige lui om zich juist minder veilig te voelen.” Ik trok haar, half uitgekleed, even tegen me aan. “Maar jij behoort niet tot die categorie, schat.” Ze kuste me. “Nee. Een die twee hiernaast ook niet. En nu tandjes poetsen Kees. Morgenochtend wel douchen, nu even geen puf voor…” Na een knuffel op bed was ze inderdaad binnen minuut vertrokken naar dromenland. Ik lag nog even te denken over die trekker met toebehoren. Sjongejonge… Als Olaf daar een opkoper naar had laten kijken… Die zou hem inderdaad met een stalen gezicht hebben bedonderd…
De kraan ging uit en Joline stond al klaar met een handdoek. Ze keek plagend. “Geen kouwe plens vandaag, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Nee schoonheid. Slapen doe ik toch wel, denk ik. Ik ben redelijk óp’.” Ze trok een pruillipje. “Jammer… Ik had me zó ingesteld op een lekkere dansles met allemaal langzame nummers. Met jou lekker dicht tegen me aan langzaam de kamer rondwalsen…” Toen lachte ze. “Nee hoor. Het afgelopen uur had ik absoluut geen interesse om te dansen, zat ik alleen maar te janken en mezelf uit te schelden…”
Ik was ondertussen droog en omarmde haar. “En ik liep scheldend en vloekend op mezelf door het bos…” Ik keek haar aan. “Sorry schat, dat ik je zó voor joker zette. Ik kon mezelf in het bos wel voor m’n kop meppen.” Joline keek me aan en kuste me toen zachtjes. “We waren allebei opgefokt, Kees. Druk geweest de laatste drie weken, allerlei dingen die ‘moesten’ gebeuren, directeur en directrice spelen, gedonder met die spyware, de verbouwing bij An en Henry, jouw aanvaring met die lui uit Amsterdam en morgen weer het nieuwe optrekje van Mar en Lot… Ik stel voor dat we deze week eens aan Theo vragen of hij Lot, Mar en ons een weekje kan missen. Dan gaan we er gewoon een week van tussen. We hebben er hard genoeg voor gewerkt, schatje.”
Ik dacht na. “Jolien, we zijn net drie weken weggeweest. Onze huwelijksreis, weet je nog? En dan weer een week weg?”
Ze knikte beslist.
“Ja Kees. Is niet alleen voor ons goed, maar ook voor die twee meiden hiernaast. Die zijn nog nooit verder geweest dan in een straal van 50 kilometer rond Groot Ammers. En nog nooit ‘op vakantie’ zoals wij. Als ze vrij waren van school waren ze huissloof of administratieve kracht van Bongers Transport. En ik wil ze niet alleen op vakantie laten gaan…”
Ik knikte. “Je hebt me overtuigd. Maar wat gaan we dan doen? Waar gaan we heen?” Joline knipoogde. “Daar hebben we het een tijdje geleden toch over gehad? De Harz of de Ardennen. Liefst de Harz. En met de camper.” Meteen keek ze peinzend. “Oei, dat gaat op korte termijn niet lukken… Pa en Ma gaan volgende week voor vier weken naar Noorwegen…”
Ze giebelde. “Naar het plekje waar wij hebben gevreeën, schat. Ons gezamenlijk DNA in het zachte mos determineren…” Ik schoot in de lach. “Leuke vakantiebestemming!” Joline bleef sip kijken. “Geen camper dus… Verdorie.” Ik trok haar naar me toe en kuste haar. “Daar gaan we nú een modus voor vinden. Ik kleed me even aan en dan gaan we wat uitzoeken op Internet.” Ze keek twijfelend.
“Kees… ik dacht dat je naar bed wilde…” Ik knikte. “Klopt. ‘wilde’. Nu niet meer. Andere prio’s: mijn schatje haar wensen laten uitkomen.” Een ondeugende trek gleed over haar gezicht. “Dus tóch naar bed?” Ik zuchtte. “Zet je hormonen nu maar even opzij; we gaan nu iets regelen voor een week weg met die dames. Jou kennende lig je, als we dat niet doen, de halve nacht te piekeren.” Ik kleedde me snel aan: broek, T-shirt, sandalen. Toen pakte ik m’n laptop en ging internet op.
“Schat, jij vertelde me ooit dat Rob en Tony hun camper gekocht hadden bij een behoorlijk betrouwbaar bedrijf wat ook campers verhuurde…” Joline knikte. “Ja. Een bedrijf in…” Ze fronste weer. “…ergens vlakbij Bronkhorst…” Ik opende Google maps en bekeek de omgeving van Bronkhorst. Plotseling wees ze. “Baak! Inzoomen, Kees…” Ten zuiden van Baak, op een industrieterrein stond de aanduiding ‘Oortgiese Campers’.
“Dát is ‘m! Gevonden!” Ik klikte hun website aan. Hmmm… Een behoorlijk aantal campers te huur, maar de keuze voor een beetje fatsoenlijke vierpersoons camper was wat mager. En om de zussen of onszelf te veroordelen tot een tentje… Nee. Een ondeugende gniffel klonk er naast me. “Wat heb jij voor plannetjes, mevrouw Jonkman?” Ze wees op een camper. “Dit zou wel eens een geschikte kandidaat kunnen zijn, Kees.” Ik scrollde door de foto’s. Een forse camper, vierpersoons, een hefbed voorin, twee bedden achterin, waar je weer een plank en een matrasje tussen kon leggen voor een breed bed… Automaat, redelijke keuken, douche… Het was allemaal wat groter dan de camper van Tony en Rob...
“Meen je dat? Dat wordt een kostbaar grapje, schoonheid.” Haar ogen schitterden. “Kees, we hebben ondertussen een best wel aardige buffer opgebouwd. En wat extraatjes, de premies die we kregen als we nieuwe mensen binnenbrachten. Jij krijgt er over drie maanden wéér eentje: Gerben. En de zussen kennende: die dragen ook wel wat bij… Nu niet krenterig zijn!” Ik zuchtte. “Ik hoor het alweer. Je steekt één vinger uit en…” Verder kwam ik niet. “Als jij de juiste vinger uitsteekt, Kees, zijn er drie dames die daar wel leuke dingen mee willen doen!” Ze lachte breed en stak haar tong uit.
Op dat moment ging de deur van de zussen open. “We dachten dat jullie gingen slapen… En nu horen we jullie hier kletsen! Mogen we erbij komen?” Beide zussen stonden in de deuropening. Joline knikte. “Ja hoor meiden. Kees en ik zaten vakantieplannen te maken.” “Vakantieplannen? Jullie zijn net terug!” Lot keek ons ons onderzoekend aan.
“Lotje, een huwelijksreis is geen ‘vakantie’. Die is uiterst inspannend. Op je huwelijksreis ben je machinist op een reddingsboot, moet je een vent in het water kieperen die je er van beschuldigd dat je een leuke jonge meid hebt opgepikt, moet je waterkrachtcentrales bekijken en het zachte mos in Noorwegen inspecteren… Hartstikke druk. ”Margot giechelde. “Om van andere activiteiten maar te zwijgen zeker?”
Joline knikte. “Ja. Maar door dat gedoe van een paar uurtjes geleden kwamen we er achter dat we de laatste weken een beetje veel hooi op onze vork hadden genomen. We willen er binnenkort een weekje op uit. Naar de Harz. Met een camper. Maar omdat mijn lieve ouders in hun eigen camper in Noorwegen rondhangen, gaan wij er eentje huren. Voor vier personen. Want jullie gaan mee.” Twee verbaasde gezichten. “Wij mee? Waarom dan?”
“Omdat jullie, als ik goed ben geïnformeerd, nog nooit echt op vakantie zijn geweest. Altijd maar moesten werken. In het huishouden of op het bedrijf. Wij gaan een vakantie plannen voor ons vieren. Eén weekje maar, maar wel een week waarin jullie gaan genieten van het feit dat jullie ook ‘vakantie’ hebben. En niet voor DT lopen te buffelen of zitten te studeren.” En Joline vulde aan: “En jullie hebben toch ook je C-rijbewijs? Mooi, dan kunnen jullie Kees af en toe achter het stuur aflossen. Want als het kan willen we met dit ding op reis gaan.” Ze wees de camper aan. Twee monden vielen open. “Wauw… Maar dat is toch hartstikke duur?” Margot keek bezorgd.
Ik knikte. “Ja. Maar wat je vergeten bent, lieve Margot is het feit dat Joline en ik ondertussen een paar extraatjes van onze o zo sympathieke directeur hebben gekregen. Een paar bonussen als je nieuwe medewerkers in het bedrijf brengt. Angelique, Rob, Miranda, jullie en recentelijk Gerben. Per medewerker duizend euro, vergeet dat niet. Dus een weekje zo’n bakbeest huren kan er wel af, ondanks onze karige salarissen als teamleiders.”
Lot proestte het uit. “Ach ach… Meneer en mevrouw Jonkman klagen over hun salarissen. Terecht natuurlijk, want dat is armoe troef…” We gniffelden; de salarissen van DT waren behoorlijk ‘boven modaal’. Margot keek beslist. “Wij betalen mee, Joline en Kees! Anders doen we het niet!” “We hadden niet anders verwacht, meiden. Maar daar gaan we het een ander keertje over hebben. Maar nu de belangrijkste vraag: zien jullie dit zitten?” Ze zweeg even. “Laat maar, ik zie het antwoord al.”
Twee zussen stonden te glunderen. “Mooi. Kees, stuur een mailtje naar die lui in Baak en vraag wanneer dat bakbeest beschikbaar is. Liefst over een week, anders één van de weken erna. Zoveel zal het ding niet verhuurd worden, denk ik.” Ik was al aan het typen op een formulier waarop je kon informeren naar de beschikbaarheid en even later verzond ik het. “Zo. De eerste stap is gezet dames. Wij gaan samen met jullie een weekje naar door mooie Harz.” Ik schoof de laptop van mijn schoot en trok Joline overeind. “Kom. Groepshug. Veel te lang geleden.”
We keken elkaar aan: vier grijze en twee blauwe ogen. “Ik hoef niet te vragen of jullie er zin in hebben, meiden”, giechelde Joline. “Jullie stralen weer eens.” Een paar knuffels waren onze beloning en Lot keek ons aan. “Jullie zijn af en toe helemaal gek, wisten jullie dat?” Joline en ik keken terug en Joline antwoordde: “Ja, dat weten we. Maar gelukkig zijn en het niet delen: zo zijn we niet opgevoed, Lot. We hebben het geld…” Joline keek ondeugend “…óók jullie geld, troela’s! We hebben onze directie een paar weken ongestoord tegen de binnenkant van hun tentje aan de Moezel laten kijken, het is momenteel niet druk bij DT, dus… In September wordt het weer volle bak. Even de teugels laten vieren, schatten.”
En met stemverheffing: “En nu naar bed, meisjes. Morgen ontbijten we om 07:30, daarna wacht ons een drukke dag. In jullie nieuwe optrekje in Arkel. Ook leuk!” We kregen nog een knuffel en toen verdwenen ze. Ik keek Joline aan. “Je bent goed bezig, schat. Jij nam weer eens het initiatief.” Een zachte zoen volgde en toen zei Joline: “Ja. Maar jij kwam op het idee om die grote bak te huren. Mafkees. Daar zul je wel een vrachtwagenrijbewijs voor nodig hebben? Dan kan ik je niet eens aflossen tijdens het rijden en zit ik als een domme blonde bimbo er naast…” Haar ogen stonden plagend. “Ik zeg niks, schat. Anders krijg ik weer een keiharde dreun tegen mijn hoofd en moet er ik weer elf kilometer rennen…”
Naast me klonk pesterig: “Ja. En dan krijg je nog een keer van Fred op je sodemieter. Ga je niet willen zeker?” Kom, naar bed, ridder. En nee, geen ondeugende spelletjes als ‘goedmaaksex’; die komen morgen wel. Nu gewoon lekker slapen, oké?” Ik knikte. “Prima plan meissie. Ik ben een beetje stijf. En niet plaatselijk, maar met name in m’n benen. Niet er tussen.”
Een giechel volgde en zo liepen we de slaapkamer in. Tien minuten later lagen we tegen elkaar aan. Een bromstem klonk. “Jolientje?” “Wat is er, Balou?” “Mag ik weer mee met jullie? Was best gezellig in Noorwegen…” Ze giechelde. “Jaja… En dan bij de zussen in bed duiken zeker? Met je kop vol zaagsel tussen hun borsten liggen maffen?” “Dat lijkt me wel wat, Jolientje…” “We zullen het ze vragen, beer. Als zij het goedvinden…” “Lijkt me heerlijk, Jolientje. Ik verheug me er nu al op…” Daarna werd het stil in de slaapkamer. Ik lag nog even te denken over het incident. Potdomme, dat moest niet meer gebeuren, Kees. Je echtgenote was écht woest. Die opmerkingen van Holtinge hadden een best wel groot litteken achtergelaten bij haar. De klootzak…
Bzzz…bzzz…bzzz… Klets. Joline gaf de wekker een optater. “Goedemorgen lekkere vent…” Twee warme lippen op de mijne, een bos blond haar om mijn hoofd… “Hé schoonheid, goeiemorgen. Lekker geslapen?” Ondeugend antwoordde Joline: “Met het uitzicht op een lekkere vrijpartij slaap ik altijd goed, dat weet je ondertussen toch wel?” Ik keek op de wekker: 07:25. “Dat wordt dan wel een héél supersonisch vluggertje, schat. Om half acht moeten we er uit.”
Ze legde een vinger op mijn lippen. “Niks ‘vluggertje’, mooie meneer. Vanavond ben je van mij. Of, als we dan te moe zijn, morgen.” Ik keek twijfelend. “Met een beetje pech staan we vanavond beiden stijf van de spierpijn, schat, na de werkzaamheden in Arkel.” Joline glimlachte. “Lekker. Dan zal ik maximaal gebruik maken van jouw stijfheid. Diep in m’n poesje.” Een zoentje volgde, toen trapte ze het dekbed naar onderen. “Kom, er uit. Werk-kleren aan. Douchen hoeft niet, doen we vanavond wel.”
Tien minuten later liepen we de kamer in. Margot en Charlotte waren er nog niet. “Kees, haal de zussen eens op, dan dek ik de tafel.” Ik keek twijfelend, maar Joline wees. “Tempo!” Oké, oké… Ik liep hun studeerkamer in en klopte op de deur van hun slaapkamer. “Dames… Over vijf minuten staat het ontbijt klaar! Zijn jullie zover?” Geen reactie. Dan maar even naar binnen. Ik deed de deur open. Lot en Mar lagen op bed, ineengestrengeld, nog diep in slaap. Beiden in sexy lingerie en met nylons aan. Hmmm… Die hadden het dus heel gezellig gehad, vannacht.
Ik legde een hand op de schouder van Margot. “Hé, schoonheid… wordt eens wakker.” Ze kreunde en draaide zich half om. “Kees? Wat is er?” Ik grinnikte. “Nee, ik kom er niet bij, dames. Hoewel het uitzicht wel heel verleidelijk is. Maar het is bijna kwart voor acht en om negen uur worden we in Arkel verwacht.” Ze keek verwonderd. “Arkel?” “Ja, tutjes. Jullie toekomstige optrekje, weet je nog? En daar moeten jullie niet zó aankomen, anders krijg je praatjes.” Charlotte was nu ook wakker, keek naar haar zus en naar zichzelf en bloosde. “Jullie hebben het gezellig gemaakt met z’n tweeën. Prima, dat mag hier, weet je nog? Maar nu er uit, aankleden en goed ontbijten, schatjes.”
“We komen, Kees. Even douchen. Tien minuten.” Ik knikte en sloot de deur achter me. Gniffelend liep ik de kamer in, Joline keek vragend. “De dames lagen in wel héél verleidelijke outfits in elkaars armen te slapen, schat. Als we vandaag geen dingen moesten doen, was ik erbij gekropen.” Een tik op mijn neus was de reactie. “Bluf, Kees Jonkman.” Ze glimlachte liefjes. “Dek jij de tafel even? Dan gaan we zo lekker eten. De lunch pikken we in Arkel wel ergens op.”
Even later kwamen de zussen binnen: spijkerbroeken, bloesjes. “Hé, zijn dit dezelfde dames die een kwartier geleden in best wel verleidelijke outfits op hun bedje lagen?” Margot boog zich over me heen. “Ja. En dat mag in dit huis, hebben we al een aantal keren gehoord. En als we dan in sexy lingerie op bed liggen… Deal with it.”
Joline giechelde. “Geldt dat ook voor mij? Dan kom ik jullie ook nog eens wakker maken, denk ik.” We lachten. “Kom meiden, lekker ontbijten. En daarna richting Arkel. Handjes uit de mouwen steken.”
Ruim een uur later reden we de oprit van het huis in Arkel op. De auto’s van Henry en van Rob stonden er al, de auto van Olaf reed vlak na ons de oprit op. “Zo, jullie zijn er al?” zei hij, toen hij uitstapte. Hij maakte kennis met de anderen en gaf mij de huissleutels. “Vanmiddag, rond een uur of twee kom ik nog even langs. Heb nog een paar afspraken. Daarna kijken we even naar dat trekkertje.” “Met een beetje mazzel staat dat ding met lopende motor voor de schuur, Olaf”, zei Rob. Hij lachte. “Ik ben benieuwd! Tot vanmiddag!” En hij reed weg.
Melissa nam de touwtjes in handen. “Zo jongens… en meiden. Eerst koffie, anders is mijn liefje niet te genieten.” Ze had vier thermoskannen bij zich, twee bruine, één zwarte en een witte. “De bruine is gewone koffie, de zwarte is Robbie’s gif en de witte bevat theewater. Niet vergissen, anders heb je een geperforeerde twaalfvingerige darm óf gillende ruzie met Rob. Zeker als je er een zakje ‘vlierbesmeuk’ in gooit.” Ze keek waarschuwend naar mij en ik moest lachen. Uit een andere tas kwamen bekers, suiker en koffiemelk en twee minuten later hadden we allemaal een mok in handen.
Op dat moment kwamen Pa en Ma de oprit oprijden. “Ha, daar is de technische en binnenhuis-architectonische ondersteuning!” Na een begroeting wees Joline op de thermoskannen. “Jullie ook koffie?” Pa greep een kan. “Lekker, schoondochtertje.” Ik gniffelde inwendig. Pa had de zwarte kan gepakt. En hij dronk zijn koffie zwart… Na wat blazen nam hij de eerste slok. “Rob… Is dit jouw brouwsel? Mán…” Pa maakte het deksel van de thermoskan open, goot de rest van zijn koffie terug en pakte een andere kan. “Goeiemorgen zeg…” Rob keek minachtend. “Ik dacht dat een échte vent wel wat kon verstouwen…”
“Hé meneer Boogers! Mijn lieve schoonvader niet belachelijk maken! Anders neem de kans met een logaritmische curve terug dat jij die titel ooit kunt gebruiken, denk er goed aan!” Joline klonk kattig en Melissa voegde er aan toe: “En mijn lieve Pa is écht wel een echte vent! Pas op jij!” Rob gniffelde. “Dat moet wel. ten slotte heeft hij jou en je kattige evenbeeld opgevoed tot serieuze studentes. Daar moet je wel een vent voor zijn, ja.” Melissa keek hem onheilspellend aan. “Wil jij nog kans maken op zoentjes, dan raad ik je aan om héél snel te dimmen, vriendje. Anders ga ik over op rugby.”
Ma maakte een einde aan de wederzijdse bedreigingen. “Kappen, jongelui. ten slotte zitten er twee onschuldige tweelingzussen bij en straks, als hij terugkomt, vraagt Olaf zit af in welk wespennest hij terecht is gekomen! Maar... even een plan de campagne. Wie gaat wat doen?” We waren het snel eens: Pa, Ma en de zussen zouden het huis wat grondiger gaan bekijken en samen met Olaf voorstellen doen voor renovatie of nieuwbouw; Rob, Henry en ik zouden de schuur in duiken om dat trekkertje eens goed te bekijken en eventueel die container open te maken. Joline, Melissa en Angelique zouden een begin maken met de keuken schoon te maken en verdere hand- en spandiensten leveren. En ze zouden rond half twaalf Arkel in gaan om ingrediënten voor de lunch in te kopen.
“Kom, dieselsnuivers… Die schuur in!” Even later stonden we in het halfduister. “Hmm… Da’s een beetje weinig licht, jongens. Eén moment.” Rob liep naar zijn Golf en kwam even later terug met een forse LED-bouwlamp op accu’s. “Zo. Nu hebben we ten minste een paar uur licht in de keet. Laat me dat wonder van techniek eens zien, Kees!” Wéér liep ik langs allerlei ‘rommel’ naar het achterste deel van de schuur. “Hier staat ‘ie, Rob. Een echte Lanz Bulldog, nog van voor de oorlog.” Rob bromde wat en liep om het ding heen.
“Gisteren eens wat research zitten doen, Kees… Inderdaad van voor de oorlog… een gloeikopmotor, voorloper van de échte diesel, zeg maar. En daar hoort een speciale brander bij… Aha! Bingo!” Hij hield een soort petroleumlamp omhoog. “Daar gaan we eerst eens aan werken…” Ik keek het even aan: beiden waren al snel helemaal door de techniek opgeslokt. “Ik laat jullie maar even alleen, stelletje vetnippels! Ik ga eens kijken of ik die container open kan krijgen.”
Ik kreeg geen antwoord. Eerst de zaklamp, haakse slijper en verlengsnoer uit mijn auto halen. Eenmaal terug stond ik voor de container. Twee nogal stevige ringsloten er op… Toch maar even met Olaf overleggen… Die was met de zussen, Pa, Ma, Mel en Angelique in de keuken. “Olaf, mag ik die container zelf openmaken of wil je er bij zijn?” Hij keek op. “Ik loop wel even mee, Kees. Wie weet zit er een goudschat in…”
Eenmaal in de schuur wees hij naar achteren, richting Rob en Henry. “Hoe gaat het daar?” Ik haalde m’n schouders op. “Als het ding niet helemaal verrot is, krijgen die twee ‘m wel een het lopen. Maar geef ze even tijd.” Hij knikte en samen schoten we in de lach toen er een nogal stevige krachtterm klonk. “Dat zijn er vijf, Rob!” “Flikker op jij… Hier zijn twee technici serieus bezig.” “Oké Kees, laat maar eens zien wat hier in zit…”
Ik zette mijn veiligheidsbril op en deed m’n oorkappen op. Een regen van vonken ontstond toen ik het eerste slot te lijf ging. Na een minuut was het ding open. Mooi… De tweede… Die gaf zich sneller gewonnen en viel na een paar seconden al op de grond. “Zo, dat was dat… Nu eens kijken.” De dubbele sluitingen van de containers zaten redelijk vast; met een stalen pijp als hefboom kreeg in er eentje open. De lamp bracht licht in de duisternis. “Wat is dit dan?”
Een aantal mij totaal onbekende instrumenten op wielen stond voor ons. Uiteindelijk herkende ik een ploeg, een eg, een wals… Wacht eens… het waren allemaal landbouwgereedschappen. En als ik mij vergiste, pasten ze achter de Bulldog… Even de koppelingen en aansluitingen bekijken… We maakten er een stel foto’s van en liepen toen weer naar de trekker. “Henry, dit hebben we in die container gevonden… Wat denk je: passen die koppelingen op dit trekkertje?” Hij keek, Rob ook. “Volgens mij wel. Dan hebben we hier bijna een compleet landbouwmuseum jongens…”
Ik keek Olaf aan. “Dat maakt het trekkertje wel compleet.” Hij knikte, duidelijk in zijn nopjes. “De vorige eigenaar had er duidelijk geen snars verstand van. ‘Ouwe boerentroep’, zei hij toen ik naar de inhoud van de schuur vroeg. De knul kwam uit Amsterdam, heeft hier een jaar gewoond met z’n vrouw, maar die werd gillend gek van de stilte. Toen heeft hij het maar weer verkocht. Wát een sukkel…”
Hij keek me aan. “Ik ga vanavond eens kijken wat dit handeltje zou opleveren. En als ik er een mooie prijs voor kan krijgen, gaan die twee zussen dat merken. In hun huurprijs.” Hij zweeg even. “Anders krijg ik ruzie met ene mevrouw Koudstaal…” We gniffelden als kwajongens. “Nee, dat ga je niet willen, Olaf.” We deden de container weer dicht. “Olaf, een tip: neem als je straks terugkomt een paar goeie sloten mee.” Hij knikte. “Zal ik doen. En nu moet ik er vandoor; ik heb nog twee afspraken. Rond een uur of drie ben ik er weer.”
Ik liep weer naar Rob en Henry. “Zo. Die is volgens mij bijzonder blij, jongens.” “Dat mag ook wel, Kees”, bromde Henry. “Hier staat een redelijk kapitaal. En dat had meneer Olaf zó aan een opkoper meegegeven… Voor de prijs van oud ijzer.” Van onder de trekker klonk sarcastisch: “Als hij geluk had gehad. Er zijn ook opkopers die beweren je ‘te matsen’ door het handeltje leeg te kruien. En zeggen met een stalen gezicht: ’Misschien heb ik er nog honderd euro winst aan, maar dan houdt het wel op, meneer.’ Ik ken een paar van dat soort types. Op scheepswerven tegengekomen.” “Ja, over die ongure kennissen van jou heb je wel eens verteld, Rob”, grinnikte Henry. “Kom lui, we hebben hier aardig lopen zweten… Tijd voor een goeie bak koffie!”
Rob kwam onder de trekker vandaan. “Da’s de eerste wijze opmerking die ik jou vandaag hoor maken, Kees. Goed bezig!” Hij poetste zijn handen schoon met een doek die betere tijden had gekend. “Die rooie furies van jullie zullen wel weer mopperen dat jullie naar olie stinken. Wordt weer lachen.”
Henry haalde zijn schouders op. “Dan ruiken ze ook eens wat het inhoudt als een vent hard werkt voor z’n geld.” Even wachtte hij en toen volgde: “In plaats van alleen maar op z’n krent te zitten tekenen, meneer Jonkman.” Ik gromde. Laag en gemeen. “Kijk jij een beetje uit, meneer Claassen? Als jij mij voor joker gaat zetten, heb je een aardig aantal mensen tegen je, denk er goed aan!”
We liepen het huis binnen en inderdaad, het eerste wat Melissa riep, was: “Getver, je stinkt naar diesel! Ga je handen eens goed wassen, Robbie Boogers!” Ik grinnikte en Mel keek mij aan. “En jij ook, Kees. En Henry! Viezerds! En daarna naar buiten. Koffie drinken doen we in de tuin. Het is lekker weer, dus…” Na een grondige schrob-beurt liepen we met schone handen en armen de tuin in.
Onschuldig vroeg Rob: “Wie inspecteert wie, dames?” “Ik inspecteer jou wel, Kees.” Joline stond op en gaf me een knuffel. “Goedgekeurd. Je mag blijven.” “Fijn, echtgenote van me. Mag ik nu gaan zitten?” Er stonden een paar kisten in een kring. Pa keek ons aan. “En? Nog een goudschat gevonden in die schuur?” Ik schudde mijn hoofd. “Geen goud. Wel een schat. In die container stonden allemaal antieke landbouwwerktuigen. Samen met dat trekkertje vormt dat volgens ons een redelijk kapitaal. Meneer Olaf gaat vandaag op Internet kijken wat zoiets op zou kunnen leveren. En wat er allemaal in al die dozen zit, daar hebben we nog niet naar gekeken.”
En met een blik op de zussen: “En als hij het voor een fatsoenlijke prijs kan verkopen, scheelt dat jullie behoorlijk in huur, dames. Anders krijgt hij ruzie met ene Gertie Koudstaal…” Een dubbele giechel klonk. “Maar… zijn hier al plannen gesmeed? Ben ik wel benieuwd naar.” Ma had thuis al een globale tekening gemaakt. Die stond ondertussen vol aantekeningen. En Pa had diezelfde tekening, ook met aantekeningen, maar dan vanuit zijn vakgebied: binnenhuisarchitectuur. We waren een uurtje aan het kletsen over de opties.
Ondertussen waren Joline en Angelique Arkel ingegaan om wat te eten te scoren. Toen ze terugkwamen reed er een hele bekende auto achter de Volvo aan: die van Theo! “We liepen Theo in de supermarkt tegen het lijf! En toen heeft hij Gertie opgehaald…” Theo en Gertie zagen er goed uit. Redelijk bruin en ze hadden een prima vakantie gehad. “En nee, we hebben niet al de tijd tegen de binnenkant van een tentje liggen kijken, Kees Jonkman! Ik zie je kijken!” Gertie stak een vermanende vinger op. “Dat vermoeden had ik al, Gertie. Anders waren jullie niet zo bruin geweest. En bovendien: volgens mij sliepen jullie nu niet in een tentje, maar in een nette vakantiewoning, toch?”
Ze knikte. “Ja. Heerlijk. Maar… we zijn wel naar de camping geweest waar dat tentje stond! Even ‘back to memorylane’. Helaas stond er een grote De Waard-tent op ‘ons plekje’…” Ze keek rond. “Dus Olaf heeft dit huisje gekocht? Slimme zet van ‘m. Hier zit wel potentie in, zeker met de omliggende grond. Tenminste… Als die schuur tegen de vlakte gaat. Ziet er niet uit, dat ding!” We grinnikten collectief en Theo fronste. “Volgens mij mis ik iets. Jullie zitten stuk voor stuk te ginnegappen. Vertel!”
Beknopt schetste ik wat er in de schuur stond. “Verdorie jongens, dát is mooi…” Zeven handen gingen omhoog, zeven vingers wezen omlaag. “Nú, meneer de directeur!” Hij bleef zitten. “Bekijken jullie het maar. Ik heb nog steeds vakantie, hoor!” Na de lunch vertrokken Theo en Gertie. In de voortuin stonden ze nog even met Joline te smoezen; ik had een vermoeden waar dat over ging. Ik liep richting schuur en begon lukraak wat dozen en kisten open te maken. Veel echte rommel, maar ook veel speelgoed, variërend van een poppenhuis tot een grote kist met Lego. Om half drie stak Olaf zijn hoofd om de hoek. “Hoi Kees… Nog meer kostbaarheden tegen gekomen?” “Helaas geen goudschat of volle pin-automaat, Olaf. Maar ik heb de helft nog niet gehad, geloof ik.” Hij bromde: “Ik denk dat ik volgende week er zelf een keertje doorheen ga. Samen met een vriend van me, die is wat beter op de hoogte van ouwe spullen.
Hij hield een aantal stevige sloten omhoog. “Voor de container en voor de schuurdeur. Want die gaat nu wél op slot.” We liepen naar Henry en Rob. “Hé dieselslurpers… Hoe is het met de Bulldog?” Rob wees. “Het brandstoffilter moet vervangen worden. Dat is compleet verteerd. Niet zo’n probleem, kan ik desnoods zelf maken. Wat leidingen vervangen. Brandstoftank schoonmaken; die is bijzonder roestig. Maar voor de rest: met een beetje mazzel loopt dit beestje over twee weken als een zonnetje!” Henry was praktisch. “Maar dan moet hij wel naar buiten, Olaf. Hier binnen laten draaien staat gelijk met een forse koolmonoxydevergiftiging. Dus moet er ruimte in de schuur zijn om ‘m naar buiten te slepen.”
Olaf knikte. Gaat lukken, heren. Maar zodra hij goed loopt, zet ik ‘m te koop, inclusief de machines die in die container staan. Ik heb vanmiddag eens wat zitten internetten; ik denk dat ik er minimaal 20.000 euro voor kan krijgen. En met de machines erbij wellicht het dubbele. Liefhebbers genoeg, met name in Duitsland… Wat kijk jij moeilijk, Kees?” Ik schudde mijn hoofd. “Niet vanuit hier gaan verkopen, Olaf. Dan loop je kans op ongewenst bezoek.”
Hij knikte. “Had ik ook al aan gedacht. Ik heb een aantal bedrijfspanden op industriegebied Papland. Daar kan de handel mooi staan. Goed beveiligd en ruimte voor een proefrit om het pand.” Ik knikte. “Dan moet je ze alleen nog daar zien te krijgen…” “Daar heeft men opleggers voor, Kees. Geen zorgen. Kom, we sluiten hier de boel af en gaan eens kijken wat de dames met het pand van plan zijn!” Henry en Rob raapten hun gereedschap bij elkaar en even later zat de container weer op slot en de schuur ook. Met betere sloten dan voorheen.
Buiten in de tuin lieten pa, ma en de zussen zien wat nodig was om te renoveren. “De hele elektrische installatie, de natte groep boven, het toilet beneden, de waterleidingen en afvoeren…” Het lijstje was redelijk uitgebreid. Olaf zorgde nog voor een verrassing. “Dames, ik wil aan de achterzijde een serre plaatsen. Mijn echtgenote houdt van zon, die zou dolgraag in een mooie serre willen zitten met al haar plantjes om zich heen. Als we die serre nu eens meteen plaatsen tijdens de renovatie? Hebben jullie er ook plezier van…” De zussen gaapten hem aan. “Méén je dat? Heerlijk!” Olaf gniffelde. “Heeft voor ons ook voordelen hoor. Als die serre lekt, hebben jullie er last van, niet wij. En het is goedkoper om zo’n ding tijdens een renovatie te bouwen…” Toen schraapte hij zijn keel. “Ik had Kees al een indicatie over de huurprijs gegeven: 1200 euro per maand, exclusief water, gas en elektriciteit. Maar gezien onze vondst in de schuur, of beter gezegd: Kees z’n vondst, verlaag ik die huur tot 1000 euro in de maand. Want hij heeft me voor een behoorlijke financiële strop behoed.”
Margot stond op en gaf Olaf een zoen, Lot volgde. “Dank je wel! Lief van je…” “Hé dames… ík heb die trekker gevonden hoor! Waar blijven mijn zoenen?” Ook ik kreeg zoenen van de zussen. “En Rob en ik proberen dat ding aan het rijden te krijgen, dames! Waar blijven onze zoenen?” Henry keek verwachtingsvol en Rob grijnsde breed. Zuchtend kregen ook zij een zoen.
“En wij…” Verder kwam Ma niet. “Kom zus, we gaan iedereen wel even langs. ten slotte heeft iedereen hier een vrije zaterdag opgeofferd.” Lot nam de leiding en achtereenvolgens kreeg iedereen drie zoenen op de wangen. “En als we hier eenmaal wonen, houden we een knallende housewarmingsparty en zijn jullie allemaal uitgenodigd!” “Ik denk dat ik dan nog even wacht met de serre aan te bouwen dames. Als dat inderdaad een ‘knallende party’ is…” Olaf keek plagend. Toen stond hij op. “Ik moet er vandoor, mensen. En verzoek jullie om ook je spullen in te laden; dit huisje gaat weer op slot. Deze week ga ik afspraken proberen te maken met wat aannemers; de resultaten daarvan horen jullie via de mail. Rob, wanneer willen jullie verder gaan met die trekker?” “Volgende week zaterdag. Misschien nog een avondje in deze week… We werken hier in Gorinchem.” Olaf gaf hem een sleutel van de schuur. “Alsjeblieft. Dan kunnen jullie in ieder geval de schuur in. Mensen, over vijf minuten sluit ik het huis af!” Even later reden we de bekende weg richting Veldhoven, de zussen kwetterend achterin.
In Veldhoven reden we snel langs de supermarkt voor de weekend-boodschappen. Toen naar huis. “Héhé… Wát een expeditie, jongens… Even zitten en uitpuffen.” Joline vulde aan. “Ja. En daarna douchen. Je stinkt nog steeds naar diesel, Kees!” “Kun je nagaan hoelang Rob en Henry moeten douchen, schat. Zij hebben aan dat trekkertje liggen sleutelen.” Na een kop koffie kwam ik overeind. “Zo. De douche opzoeken. Kan even duren, dames.” “Als het te lang duurt, komen we je halen, Kees!” Lot keek dreigend. “Oh? Gezellig Lot… Maar met z’n drieën onder de douche is wat krapjes, hoor.” Ze zuchtte. “We sturen je vrouw wel, Kees.” “Ook gezellig, maar dan duurt het wat langer voordat ik netjes aangekleed ben. Hou je daar rekening mee als je gaat koken? Dank je wel alvast…”
Ik glipte de slaapkamer in. Uitkleden… Douchen! Lekker. Ik stonk inderdaad nog steeds naar olie en stof. Wát een teringbende in die schuur… Een kwartiertje later was ik weer fris. Gewassen, geschoren, aftershave op… Ik liep de kamer in. “Zo. Ik geloof dat ik me weer onder de mensen kan begeven zonder dat ze denken dat ik onder een brug heb geslapen.”
“Je ziet er inderdaad weer wat appetijtelijker uit dan een uurtje geleden, Kees. En je ruikt ook beter.” Ik trok Joline tegen me aan. “Volgens mij moet jij dat héél goed onderzoeken, schatje…” Ze lachte zachtjes. “Morgen, lekkere vent. Nu eerst eten. Hard nodig. Ga jij maar zitten; jij hebt in die schuur staan werken; wij hebben alleen maar tekeningen gemaakt. We weten nu hoe dat voelt; je wordt er niet moe van.” Haar ogen bevatten plaaglichtjes.
Andere armen kwamen om ons samen heen: die van Lot en Mar. “En dank je wel, Kees. Voor die huurkorting.” Ik haalde m’n schouders op. “Meiden, dat spul stond er. Heb ik niks aan hoeven doen, behalve Olaf er op attent maken.” “Precies. En dat was meer dan voldoende. Je was weer eens lekker alert, schatje. En eerlijk. En dat kon meneer Olaf wel waarderen, geloof ik. En nu zitten jij, de meisjes koken!”
Ik hield Joline nog even vast. “En waar was jij met Theo nog over aan het kletsen, vlak voordat ze vertrokken?” Ze glimlachte. “Een weekje vakantie aan het veilig stellen. En hij zei meteen ja! ‘Maakt me niet uit welke week, Jolien. De zussen hebben het ruimschoots verdiend. En jullie ook.’ Dus, Kees…” Ik pakte mijn laptop. “Eens even kijken of de heren in Baak al iets hebben geantwoord…” Ik opende mijn mailbox… Jawel, een mailtje uit Baak. De camper was vanaf volgende week drie weken vrij!
“Meiden… We kunnen! Wat dachten jullie? Over een week reserveren? Volgende week vrijdag tot de vrijdag daarop?” Ik hoorde een driestemmige gil uit de keuken. “Mooi, dan gaan we dat nú regelen…” Ik vulde een ander formulier in, maakte scans van rijbewijzen, paspoorten en onze doorlopende reisverzekering en stuurde dat op. “Zo. Da’s geregeld, nu wachten op de reactie.” Even later zaten er drie opgewonden kwetterende dames bij me aan tafel. “En dat rijden, Kees, hoe doen we dat?” Ik keek Margot aan. “Simpel Margot. We stappen in, ik rij het eerste stuk wel, dan kunnen jullie de kunst afkijken.”
Charlotte snoof. “Jaja… ‘de kunst afkijken’, zegt meneer doodleuk. Wil meneer er rekening mee houden dat deze twee dames ervaring hebben een bakwagen, al dan niet met aanhanger én een trekker-opleggercombinatie? Daarbij vergeleken is zo’n campertje peanuts hoor!”
Ik gniffelde. “We gaan het zien, dames, we gaan het zien. Het zal even wennen zijn natuurlijk, omdat dit ding een automaat heeft en je niet dubbel hoeft te klutsen, zoals bij die ouwe Fodentruck van de firma Bongers. Misschien krijgen jullie wel ontwenningsverschijnselen. Zoek je tijdens het rijden de pook, en dan heb je plotseling de pook van Kees te pakken… En die is niet gesynchroniseerd!”
Giebels aan tafel. “Ik zie het voor me, Kees. En dan probeert de chauffeuse in kwestie op te schakelen, begint de pook plotseling te spetteren…” Joline schudde haar hoofd. “Dat zal de verkeersveiligheid op de Autobahn niet ten goede komen, vrees ik.” De zussen zaten te schateren en ik keek somber. “Je ziet het al helemaal voor je hé? Vies meisje. Eten jullie! Anders is het koud.”
Na het dessert maakte ik koffie. “Wat doen we morgen, schoonheden? Gewoon naar de kerk?” Drie hoofden knikten. “Mooi. Ik zal de wachtmeester eens bellen of ze van mijn diensten gebruik wil maken en haar honorarium met me wil delen.” Even later nam Greet op.
“Zeg het eens, majoor…”
“Hoi Greet. Speel jij morgen en stel je er prijs op als ik m’n bugel meeneem?”
Even was het stil.
“Twee keer ‘ja’, Kees. Ik stuur je de orde van dienst wel; dan geef ik wel aan wat en wanneer jij kan blazen, oké?”
“Is goed. Ik zie ‘m wel komen.”
“Dank je wel Kees. Komen de zussen en Joline mee?”
“Natuurlijk. Die laten de kans op een gratis bugelconcert nooit onbenut, dat weet je toch?”
“Die hoofdofficieren van tegenwoordig worden met de dag arroganter”, hoorde ik Anita op de achtergrond zeggen.
“Dan moet je eens met je broer gaan praten, Anita!”
“Ik bedoelde jou, majoor Jonkman!”
“Oh ja, ik ben dat tegenwoordig ook… Was ik even vergeten.”
Een nogal sarcastisch ‘jaja…’ klonk door de telefoon.
“Tot morgen Kees. En op tijd; 09:30 in de kerk!” “Tot uw orders wachtmeester!”
Ik legde de telefoon weg.
“Zo. Weer even op niveau kunnen kletsen met de wachtmeester. Ze stuurt me zo dadelijk de orde van dienst toe.” Ik grijnsde gemeen. “Eens kijken of ik daar iets in kan wijzigen…” Joline keek waarschuwend. “Je láát het, Kees. Geen geintjes op dat gebied!” “Ontspan, Jolien… Als ik iets zou willen wijzigen gaat dat in goed overleg met de predikant en de organiste.” “Goed zo, Kees. Het duurt even, maar als we aan de Bingo zitten weet je het wel.” Ze keek nu plagend. Een kwartiertje later keek ik naar de mail van Greet. Geen liederen begeleiden, wél een Trumpet Tune aan het einde van de dienst. Nou… Greet dacht waarschijnlijk dat ik het kalm aan wilde doen. Prima voor een keertje, maar op die manier was het nauwelijks de moeite dat ik de bugel inpakte.
Enfin, toch even repeteren; het was een tijdje geleden dat ik het gespeeld had. Na een kwartier had ik het stuk weer wat opgefrist. De andere liederen? Twee bekenden, de rest nogal evangelisch. Niet voor bugel geschreven, meer voor gitaar. Het muziekstuk voor de dienst was van een van de zoons van Bach. Redelijk luchtig geschreven voor de barok, maar geen plaats voor een trompet of bugel. Het stuk tijdens de collecte: een of ander nogal modern stuk van een 18e -eeuwse componist: veel dissonanten. Brrrr….
Kortom: ik kon het morgen kalm aan doen. Ook wel eens fijn voor de afwisseling. Want als ik nu ook nog in de zondagse kerkdienst moest presteren werd het allemaal wel erg veel. Ik legde de bugel weg in de koffer, muziek erbij, klaar voor morgen en liep de kamer in. De zussen zaten samen met Joline over een kaart gebogen, met een laptop ernaast.
“Hiér moeten we sowieso een dag van genieten, meiden!” “Ehh… waarvan, dames?” Margot wees op de laptop: een mooie foto van twee zwarte stoomlocs. “Een complete dag in een stoomtrein, Kees! Vanaf Wernigerode naar de top van de Brocken en terug! Ben je bijna een complete dag onderweg, door een prachtig landschap!” Joline had een gemeen lachje op haar gezicht. “En ze verkopen onderweg een of andere speciale borrel… Moet jou wel aanspreken!” “Voor een borrel hoef ik niet persé in een stoomtrein te zitten, dames. Kan ik hier ook van genieten. Dus… kom op met die borrel, het kan nog nét.”
De dames gingen aan de wijn, ik nam een glaasje Jägermeister. En ondertussen keken we op Internet waar iets mooi te zien of te beleven viel. Bij Joline kwamen wat jeugdherinneringen boven; Tony, Rob en zij waren een aantal jaren geleden twee weken in de Harz geweest. “Goslar! Daar moeten we ook heen. Een stadje waar je je gewoon een aantal eeuwen terug in de tijd waant. En aan de noordkant van de stad heb je een prachtig uitzicht over de Noordduitse laagvlakte!”
Ik bromde: “Die heb ik al te vaak gezien, schat. Met name tijdens een oefening in de winter. ‘Een goeie voorbereiding op Afghanistan’, zei onze compagniescommandant. Jaja… Met een halve meter sneeuw en ’s nachts min tien graden. Sjonge, wát een goeie voorbereiding, zeg… In Afghanistan geen sneeuwvlok gezien. Wél sneeuw; op de toppen van sommige bergen. Maar zo hoog kwamen we niet.”
Drie dames keken me plagend aan en toen gingen we verder met het uitzoeken van bezienswaardigheden. Plaatsnamen kwamen voorbij: Altenau, Braunlage, Bad Harzburg, Göttingen… Het zei mij niet zoveel, maar Joline des te meer. Op een gegeven moment zoomde ze in op de kaart. “En hiér moeten we zeker heen…”
Een weg, de 27, tussen de plaatsen Braunlage en Elend. Een witte stippellijn kruiste de weg. “Het voormalig IJzeren Gordijn”, verklaarde Joline. “Op die plaats goed te zien wat het was: inderdaad een ‘zone des doods’. Toen we daar geweest waren, reden we naar het oosten en kwamen we in het plaatsje Elend aan. Duits voor ‘ellende’. Dat zou het tijdens de Koude Oorlog best eens geweest kunnen zijn: vlak aan de ‘Zonegrenze’, zoals de Duitsers het noemden, maar nét aan de verkeerde kant… Maakte heel veel indruk op de toen 16-jarige Joline.”
Ik knikte. “Ik heb de Zonegrens ook gezien, schat. Ergens bij Fulda, een stuk zuidelijker. Aangrijpend.” Joline klapte de laptop dicht. “Zo dames… en heer: we gaan het bedje in. Ondertussen is het al weer elf uur; morgenochtend om acht uur gaat de wekker, want om 09:30 moet Kees in de kerk staan. En te laat is klappen krijgen van Greet!” Ik trok even een bang gezicht. “Gaan we niet willen!”
Na wat knuffels liep ik het veiligheidsrondje en daarna de slaapkamer in. “Hé, lekkere toeteraar… Is het veilig hier?” Ik knikte. “Tuurlijk… Ik ben er toch?” Joline giechelde. “Wellicht aanleiding voor sommige lui om zich juist minder veilig te voelen.” Ik trok haar, half uitgekleed, even tegen me aan. “Maar jij behoort niet tot die categorie, schat.” Ze kuste me. “Nee. Een die twee hiernaast ook niet. En nu tandjes poetsen Kees. Morgenochtend wel douchen, nu even geen puf voor…” Na een knuffel op bed was ze inderdaad binnen minuut vertrokken naar dromenland. Ik lag nog even te denken over die trekker met toebehoren. Sjongejonge… Als Olaf daar een opkoper naar had laten kijken… Die zou hem inderdaad met een stalen gezicht hebben bedonderd…
Lees verder: Mini - 269
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10