Door: Keith
Datum: 29-02-2024 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 5072
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 298
De zaterdagochtend werden we lief gewekt met thee. Melissa bracht die en zei dat de rest ook van een bakje thee genoot. Nou ja, behalve Rob dan. “Over een half uur staat het ontbijt klaar, liefjes. Niet nog even…” Ze keek ondeugend. “Nee Mel, goed Mel, we zullen braaf aankleden, Mel.” Ze giechelde toen Fred dat bromde. “Je lijkt Kees wel…”
Twintig minuten later liepen we de kamer in. Alle slaapzakken, matjes en luchtbedden waren al opgeruimd. “Keurig, dames en heren!” Joline keek tevreden rond. “Én het ontbijt gemaakt… wat een service!” Clara kwam uit de keuken. “Ja. Als dank voor jullie gastvrijheid. Nog even wachten op An en Henry; die zijn zich nog aan het douchen.”
Even daarna waren we compleet en Melissa zei: “Alle ingrediënten voor een lekker ontbijt staan op de bar, dames en heren. Selfservice, want deze twee meisjes willen ook rustig eten en niet met kruiwagens voer heen en weer lopen tussen Ton, Fred, Rogier en Kees.”
Fred bromde. “En jij bent een zus van Kees? Ik geloof er niks meer van. Kees is altijd de rust zelve en heel beleefd tegen zijn bud. Jij bent gewoon een haaibaai.” Rob antwoordde: “Valt wel mee, Fred. Sommige rugbymoves zijn best wel prettig. Met name in bed.” Mel stompte hem. “Klep dicht meester Boogers, of ik ga andere rugbymoves uitproberen. In je bed.”
Plagend verliep het ontbijt gezellig; daarna ruimden we de handel even op in de vaatwasser. Angelique keek op haar horloge. “Wij moeten over een uurtje weg, Henry.” Ze keek ons aan. ‘We zouden gaan shoppen met Gien.” Joline sprong overeind. “Mooi, An! Heeft ze verdiend. Maar voor jullie weg gaan nog een kop koffie?” An knikte. “Lekker, Jo.”
Toen iedereen een kop koffie voor zich had, keek Joline rond. “Jongens en meiden: heerlijk dat wij zo’n vriendenclub hebben. Mensen waarbij we altijd terecht kunnen en die op elkaar rekenen. We begonnen als sextet en nu zijn we met z’n veertienen… Prachtig. Stuk voor stuk mensen die je midden in de nacht kunt opbellen en die dan voor de ander klaar staan. Laten we dat zo houden, alsjeblieft…”
Rob bromde: “Graag, behalve als je midden in de nacht van 1e op 2e Kerstdag wordt opgebeld om een vuiltje bij Neddrill op te lossen. Ben ik minder van gecharmeerd. En al helemaal niet van die vlierbesmeuk de ochtend erna!” Hij keek me dreigend aan en ik lachte hem uit.
Clara keek nadenkend, wat Rogier ook zag. “Wat is er aan de hand, Claar?” Ze bleef peinzend kijken. “We zijn met z’n veertienen. Dus ‘the dirty dozen’ kan niet meer. Hoe moeten we ons clubje dan wél noemen? Even brainstormen, jongelui.” “De Vreselijke Veertien?” suggereerde Henry, waarop iedereen het hoofd schudde. “Zó vreselijk zien we er nou ook niet uit, Henry”, zei Charlotte. “Zeker niet tijdens de dansles. Afgewezen.”
Margot keek ons aan. “Oké, een variatie er op dan; The Fabulous Fourteen. Is dat wat?” Even was het stil. “Klinkt goed, Margot. ‘Fabulous’… Iets wat ver boven de verwachting uit stijgt…” Rogier knikte. “Goed gevonden, aanstaande tweelingschoonzus.” De rest knikte ook en Angelique zei: “Fabulous Fourteen… Aangenomen? Wie is tegen?” Het bleef stil, daarna tikte ze met haar lepeltje op tafel. “Bij gebrek aan voorzittershamer: met algemene stemmen aangenomen!”
“Mooi! Dan wil ik van dit gezelschap wel een fraaie foto, dames en heren!” Joline klonk beslist. “Kees, je camera! Dan verhuizen we even naar het terras voor een paar mooie foto’s. En nee, de buitenkraan blijft vanochtend dicht!” Ze giechelde en Henry keek vragend.
“De laatste keer toen we met een deel van dit gezelschap op het terras stonden, mondde dat eerst uit in een ‘miss wet T-shirt contest’ en vervolgens op een ordinair watergevecht. Zodanig dat Kees z’n buren kwamen piepen…” Henry schudde zijn hoofd. “Nee, dat gaan we niet willen om… 09:54U.” Ik had ondertussen mijn toestel en statief gepakt en onder het nodige commentaar stelden we ons op. Tijdontspanner op tien seconden, toestel op ‘burst’… “Dames, heren, over tien seconden gaat het gebeuren!” Snel liep ik naar het gezelschap toe en ging naast Joline op de grond zitten.
‘Klik-klik-klik…’ Ik liep terug. “Ziet er wel aardig uit, denk ik. Nu nog een stel foto’s van alle stelletjes bij elkaar. Anders wordt het een zootje…” Charlotte riep meteen: “Fred, Wilma: naar de achterste rij jullie!” Een grom klonk als reactie. “Kijk je een beetje uit, Lotje? Mevrouw van Laar is er niet zo blij mee als ze gepest wordt met haar lengte. En ik word dan ook wat minder galant in de omgang, denk er aan!” Melissa giebelde. “Nóg minder galant in de omvang? Hoe moet ik dat voor me zien, Fred?” “Je bent een rossig kreng, Melissa Jonkman.” Mel wees. “Nee, dat is m’n zus…” en Fred zuchtte maar weer eens.
Even later stonden en zaten alle stelletjes netjes naast elkaar en weer klikte mijn toestel een aantal keren. “Zo, dit is wel genoeg, denk ik. Jullie krijgen deze foto’s via WeTransfer, lui. Mag je zelf weten welke foto je aan de muur hangt.” Angelique giechelde. “Bouwkundig advies: Zorg dat het een stevige muur is, mensen. Fred, Ton, Rob, Rogier en Kees staan er op, dat weegt nogal wat. Die paar kilo’s van Henry en Gerben vallen daarbij in het niet.” Rob keek nogal dreigend. “Pas jij een beetje op, Meester Jacobs? Of ik zorg even dat jij alsnog meedoet aan de Miss-Wet T-shirt contest. Ik weet waar Kees z’n tuinslang bewaart en die kraan is ook zó opengedraaid.”
“Doe maar niet! Dat kost me weer een ouwe Libelle!” hoorden we aan de andere kant van de terrasafscheiding. Annet Kamer, de buurvrouw keek er even omheen. “Goedemorgen allemaal! Haar man Fred keek ook. “Morgen… Geen waterballet vandaag?” Joline lachte. “Dat wilden we jou niet aandoen, Fred. Op de vroege morgen…” Ze lachten. “Dank voor de empathie, Joline! Fijne dag allemaal!” We verdwenen naar binnen. “Zo. Ook weer geregeld. Ehhh…. Wat zijn de plannen voor vandaag, diverse dames en heren?”
Ton en Claar wilden naar Ton z’n flat, Mel en Rob gingen richting Berg en Dal, Fred en Wilma naar Rhenen. Lot en Margot hadden geen plannen, behalve wellicht nog een stukje studeren. “Dan blijven wij vandaag ook maar hier, Gerben. ’t Is niet anders…” zuchtte Rogier. Margot giechelde. “Ik kan héél goed studeren met een lekkere vent tegen me aan, Gerben.” Die gniffelde. “Zal ik jou eens motiveren, schatje?” De rest keek hen afkeurend aan en Melissa zei: “Gaat mij niet lukken, Margot. Als ik zit te studeren op het voortplantingsritueel van de Penisplant en Rob is in de buurt, wil hij er meteen een practicum van maken…”
En met een uitgestreken gezicht vulde Rob aan: “Met veel ‘cum’, natuurlijk.” Toen we uitgelachen waren schudde Margot het hoofd. “Daarom studeren wij economie, Melissa. Als jij in één zin de relatie kunt leggen tussen kale cijfertjes en het liefdesleven, ben je wel erg knap.”
Angelique sprong op. “Oh, maar dat kan prima, Margot. Dat heeft Henry bewezen toen wij onze relatie bekend maakten bij DT. Hij zei toen: ‘Synergie viert hoogtij. Eén en één is drie, zogezegd.’ En dat uit de mond van een toen nog best wel verlegen ingenieur…” Rogier knikte. “Inderdaad: knap. Doe ik je niet na, Henry!” Die gniffelde. “Eerlijkheid gebied me om te zeggen dat ik de dag ervoor ook enigszins… hoe zeg ik dat netjes? ‘los moest komen’. En daar heeft deze dame hier me behoorlijk mee geholpen.” Angelique giebelde.
Even later namen er vier stelletjes afscheid, zoals gewoonlijk met nogal wat lawaai. Gelukkig in de hal; op de galerij hielden we ons in. Toen we de lift naar beneden hoorden gaan, zuchtte Margot: “Héhé… Even rust. Niet meer constant op je qui vive zijn voor een gevatte opmerking.” Gerben knuffelde haar. “Nu hoef je alleen maar op mij te letten, schoonheid met je mooie krullen…” Margot duwde hem een beetje van zich af. “Niet zo frivool in net gezelschap, meneer van Wiers. Wie weet nemen er mensen aanstoot aan.”
“Nee hoor! Wij niet ten minste. Althans… Rogier?” Charlotte keek hem aan en hij trok haar op de bank. “Goed voorbeeld doet goed volgen, schat.” En zij begonnen ook te zoenen. Joline keek mij aan. “Dan moeten wij ook maar, Kees…” Ze trok me naar zich toe en kuste me. “Heel vervelend, meisje…” Margot kuste Gerben. “Nou… als zij er niet mee zitten…” Een paar minuten was het stil in de kamer, toen gingen Lot en Rogier staan.
“Zo. Dat was even heerlijk. Lekker vrijen met je vent en niemand die er aanstoot aan neemt. Maar Jolien…” Ze keek onze kant uit. “Zullen we samen een paar foto’s uitzoeken en die naar Amersfoort, Malden en Arnhem sturen?” Joline’s ogen werden groot. “Wat ben jij goed! Pracht-idee, Lot!” Ze wees op Rogier. “Was een ideetje van die ziekenhuismeneer hier naast me. Die heeft ook zo z’n briljante momentjes…” Joline knikte Rogier toe. “Jij mag blijven. Kees: je laptop! Laat zien die foto’s!” “Niet op de laptop, schat. Grote beeldschermen in de studeerkamer. Beter zicht.”
Een kwartier later hadden we twee foto’s uitgezocht: op de eerste stond en zat iedereen door elkaar, op de tweede alle stelletjes netjes bij elkaar. Ik zette de foto’s in een mail. “Schrijf er nog maar een stukje proza bij, Kees. Net als onze eerste foto samen. Kun jij prima.” Joline wees op de foto op mijn bureau, waar zij en ik samen op het balkon stonden. Tegen Rogier en Gerben zei ze: “We hadden toen nét een dag een relatie.” Rogier floot. “Ik wist dat je een bijzonder knappe dame was, Jolien, maar op die foto ben je… Wauw!”
Ze glimlachte. “Jammer dat ik een zwart jurkje aan had hé? Anders had ik zó voor een lief verpleegstertje kunnen doorgaan.” En met een kleine stemverheffing vervolgde ze: “En nu even naar die schoonheid naast je kijken, meneer van der Vlist, anders vindt ze er iets van!’ Charlotte knuffelde hem even. Ondertussen was ik bezig met een stukje tekst in de mail.
‘Lieve ouders/schoonouders/tante. Mogen we jullie voorstellen aan de ‘Fabulous Forteen’? Ontstaan uit een sextet, maar ondertussen wat uitgebreid met de twee lieve zussen Margot en Charlotte, hun partners Gerben en Rogier, het echtpaar van Laar (wie kent ze niet?) en onze vrienden Angelique en Henry.
De laatste twee zijn respectievelijk de juriste van DT en de plaatsvervanger van het nautische team van DT. Veertien lui die elkaar door en door kennen en voor elkaar door het vuur gaan. We hebben gisteren samen dansles gehad en daarna een vreselijk leuke avond bij ons thuis. En vanochtend, na het ontbijt hebben we deze foto’s gemaakt. Nu is het weer rustig in Veldhoven; behalve Joline, Charlotte, Margot, Rogier, Gerben en ik is de rest weer richting het eigen optrekje vertrokken. Wij kunnen even uithijgen… Groet van ons allen.’
Ik keek naar de rest. “Mee eens, dames en heren?” Collectief knikken. “Mooi, dan gaan we met z’n veertienen het glasvezel bevolken.” Ik drukte op ‘verzenden’. “Ik ben benieuwd naar het commentaar van Nadia, jongens…” giechelde Margot. “Kom, we pakken nog een bak koffie. En tijdens de koffie eens overleggen wat we de rest van dit mooie weekend gaan doen.” Joline liep de keuken in en zette de koffiemachine aan. Lot en Margot volgden haar en pakten mokken. Rogier keek er naar. “Ondanks dat ik dit een machtig mooi gezicht vind, heb ik stiekem wat moeite ermee dat die dames zich spontaan in de keuken opsluiten, heren.” Gerben knikte nadenkend. “Misschien heb je wel gelijk. Ik ga in ieder geval niet pontificaal op de bank zitten wachten.”
Hij zweeg even en riep toen: “Kunnen we ergens mee helpen, lieve dames?” Margot antwoordde gevat: “Ja. Genieten van deze koffie. En… Oh, wacht even: er ligt hier nog een stuk cake. Dat mogen jullie eerlijk in zessen snijden…” “En daarna mogen wij als eerste kiezen, heren! Denk er aan!” De stem van Lot klonk streng en we grinnikten.
Even later kwamen de dames binnen met zes mokken koffie. “Zo. Lekker zitten en even uitpuffen, dames en heren. Niet teveel slimme opmerkingen; hebben we even geen behoefte aan. Even rust in de keet.” We gehoorzaamden braaf en het was rustig in de kamer. Totdat de telefoon van Lot af ging. “Nadia!” Ze lachte. “Ik ben benieuwd… "
"Hoi Nadia! Hoe is het in Arnhem?”
Ze zette de telefoon op de speaker en hoorden de stem van Nadia. “Hoi Lot. Wat een leuke foto’s! Is dat die vriendenclub waar jullie het over hadden?”
Lot knikte. “Ja. Heerlijk om daar deel van uit te maken, Nadia. Zoals wij constateerden: we hadden het niet gemist, omdat we niet wisten dat zoiets bestond. En nu we dat wél weten…”
“Genieten, Lot?”
“Ja!” klonk het kort, maar overtuigd.
“Margot en jij moeten binnenkort maar eens naar Arnhem komen met jullie kerels, Lot.” Een lachje klonk. “Dan kan ik de heren even keuren, zeg maar.”
Margot sprong op. “Dat dacht ik niét, Nadia! Ze zijn al gekeurd en goedgekeurd. Door Lot, door mij en vooruit: de rest van het gezelschap op de foto’s heeft er ook over nagedacht. Dus…”
Nadia lachte. “Ik hoor het al. Maar ik zou het leuk vinden als jullie eens richting Arnhem kwamen, meiden.”
Lot en Mar keken elkaar aan. “Morgen? Na de kerk?” Ze knikten.
“Lieve tante… Morgen, rond een uur of één heb je bezoek. Twee nichtjes en hun kerels.”
“Da’s prima, meiden. Ben wel benieuwd naar jullie vriendjes. En naar jullie auto natuurlijk.”
Nog wat geintjes, toen hing Lot op. “Leuk! Lekker kletsen met Nadia…” Rogier keek haar aan. “Vertel me eens wat meer van jullie tante, Lot. Ik weet bijna niks van haar. Ja, ik heb haar in de rechtbank gezien en gehoord, maar wat ze zei…” Lot keek voor zich uit. “Nadia is een schat van een vrouw. Lief, reuze-slim en bijna net zo bijdehand als je lieve vriendin… Je zal morgen behoorlijk op je tellen moeten passen, vriend, anders word je nogal onderuitgehaald door Nadia… Met woorden.”
Margot giechelde. “Daar is overigens wel een remedie op te vinden: wat sambal van Kees door haar eten gooien. Dan grijpt ze na één hap naar de eerste de beste fles bier en drinkt die achter elkaar leeg…” Gerben knikte. “Daar heb ik wat verhalen over gehoord, geloof ik.” Lot knikte. “Ja. Je zult het vanzelf zien, Rogier. Ze is een schat en doet heel veel voor ons. Maakt wellicht geen officieel deel uit van de ballotagecommissie, maar reken er op dat ze jullie gaat keuren, morgen!”
Rogier zuchtte. “Nee hé… Wéér opzitten en pootjes geven. Daar ben ik wel een beetje klaar mee, Lot. Gisteren en vanochtend al teveel gedaan.” Nu was het Joline die uitschoot. “Hé meneer van der Vlist! Volgens mij doen we hier niet aan opzitten en pootjes geven! Hier mag je jezelf zijn. En als dat ons niet bevalt, pakken we je bij kop en kont en flikkeren je op de galerij. Dan mag je zelf weten of je de trap naar beneden neemt of de lift. Goed begrepen?”
Rogier grijnsde langzaam. “Probeer het eens, zou ik zeggen. Maar houdt er rekening mee dat ik nog wel wat gemene trucs ken om een tegenstander koest te houden.” Ik stak een hand op. “Gaan we niet doen. Althans… nóg niet. Tenzij dat jij rot doet tegen je lieve vriendin. Maar dan waarschuwen we niet; dan slaan we hard en meedogenloos toe. Joline slaat je buiten westen met een dreun op je oor en ik transporteer je dan wel als een zak aardappelen naar de galerij. Geen punt.” Hij bleef grijnzen. “Lijkt me wel eens de moeite waard om uit te proberen, Kees. Volgens mij zijn we aardig aan elkaar gewaagd. En nú kan het nog; over een paar weken ben je mijn directe chef. Nu alleen nog maar mijn aanstaande schoonpapa.”
Joline haalde uit en een ‘Auw! Verdomme!’ klonk door de kamer. “Vijf keer, meneer. Nú!” En terwijl Rogier zijn boete deed, zei Joline: “Volgens mij weet jij héél goed dat wij niet de schoonouders zijn van Lot en Mar, meneer. Wij zijn hun vrienden en hun beschermers. Als je ons gaat uitschelden voor ‘schoonouders’ ga ik bijzonder op mijn moeder lijken, beste Rogier.” Lot en Mar schoten in de lach. “En dat ga je niet willen… Je hebt net een voorproefje gehad.”
Hij kwam overeind, wrijvend over zijn oor. “Ja, dat kun je wel stellen…” Joline keek tevreden. “Mooi. Ik hoop dat je dit lesje goed in je oren knoopt.” “Nou, nu nog even niet, Jolien. Teveel pijn aan dit oor.” Hij grinnikte en Joline knikte. “Goed zo. En denk er aan: Mijn lieve moeder kan het nog veel beter dan ik.” “Spitsroeden lopen hier…”, mopperde Rogier. “Kees: hoe hou jij dat uit?”
Ik keek schijnheilig. “Vertel ik nog wel eens als we samen op mijn bureau zitten met de deur dicht, Rogier. Nu niet, want zitten hier twee kerels met een gloeiend oor.” Joline snoof. “Lafaard… En nu koffie met cake! Die koffie is ondertussen bijna koud geworden.” Margot giebelde. “Maar Rogier z’n oor is ondertussen lekker warm, Jolien.”
Rustig dronken we de inderdaad behoorlijk afgekoelde koffie. De cake ging er ook goed in. “Wat gaan we verder doen vandaag, jongelui? Want de rest van de dag bankhangen of vieze-woorden-scrabble spelen heb ik niet zo’n zin in…” Joline keek rond. Rogier antwoordde bedachtzaam: “Wij, Gerben en ik, hebben de raad gekregen om hardloopspullen mee te nemen als we deze kant uit gingen. Zullen we die een gebruiken? We hoorden iets over een cooper-parcours in Veldhoven…” Ik gniffelde. “Willen jullie morgen kapot van de spierpijn bij Nadia aankomen? Ik vind het prima om even een stukje te draven, hoor.”
Joline keek bezorgd. “Je gaat ons niet helemaal kapot rennen, meneer Jonkman! Je bent gewaarschuwd!” Lot en Mar stonden al op. “Ja lekker, een stukje rennen! Kom, omkleden, heren. En dame natuurlijk…” Joline kwam zuchtend overeind. “Oké, ik offer me wel weer op…” Een kwartier later stonden we op het cooper-parcours. Ik keek Joline aan. “The floor is yours, lady.”
Ze knipoogde lief. “Dank je wel, Kees. Nu kunnen we ten minste een stukje sprinten en niet dat duffe lange-afstandsgedoe van jou. Dames, heren: We gaan een stuk sprinten. Twee rondjes, dus een kilometer. De laatste die aankomt is een watje! Volgen!” En meteen rende ze ervandoor, op de voet gevolgd door Gerben, Lot en Mar. Rogier en ik bleven een beetje achter. Het bleek dat Rogier ook niet zo’n sprinter was, maar hij bleef wel bij. Zonder al teveel gehijg overigens. Conditie had hij dus wel.
Na het eerste rondje keken we elkaar aan; de rest liep zo’n honderd meter voor ons. “Ben je warmgelopen, Rogier?” Hij knikte. “Mooi, dan gaan we dat spul daarvoor eens kloppen. Tempo!” Ik versnelde en hij bleef goed bij. De dames en Gerben liepen nu ook langzamer en we kwamen snel dichterbij. Met een beetje mazzel konden we ze nét voor de finish kloppen… Maar dat haalden we net niet. Joline kwam als eerste aan, toen Gerben, Lot, Margot en tien meter daarna kwam ik. Rogier sloot de rij. Hijgend stonden we uit te puffen, handen op de knieën. “Zo… Hebben we dat alvast gehad.” Lot hijgde.
“Dacht je dat, Lotje?” Ik keek haar aan. “Die ene kilometer? Kom op hé, ik ben net een beetje warmgelopen. Kom, nog vier rondjes, maar dan op dat ‘duffe lange-afstandstempo’ van Kees. En je zorgt maar dat je bij blijft! Dames, heren: volgen!” Lot keek hopeloos, Margot mopperde iets onduidelijks, Gerben en Rogier haalden hun schouders op en Joline trakteerde me weer eens op een bijna dodelijke blik uit haar blauwe ogen.
Ik zette aan: met een stevig duurlooptempo gingen we weer het bekende rondje lopen. De eerste ronde bleef iedereen bij elkaar, maar bij de tweede ronde zakten Gerben en Margot wat af. En op een gegeven moment haakte ook Joline af. Lot en Rogier bleven bij, tot het laatste rondje. Ik versnelde een beetje, en dat hielden ze niet bij. “Potdomme Kees…” hoorde ik achter me brommen en al lopend maakte ik het bekende gebaar. De laatste honderd meter perste ik er nog een sprintje uit maar toen was bij mij de koek ook op. Hijgend en drijfnat stond ik de rest op te wachten: Lot en Rogier liepen samen, toen even niets, toen Gerben en als laatste Margot en Joline. Allemaal zwaar hijgend en bezweet.
“Zo. Dat is dat laffe lange-afstandsgedoe van Kees. En zo lang was het nou ook weer niet; twee kilometer slechts. Kom, nog één rondje: even rustig uitlopen. Daarna naar binnen wat drinken en douchen. Oh ja, Rogier: Plat en pak er maar vijf. Met je ‘potdomme, Kees’.” Mopperend ging hij liggen. “Maar goed dat je al een stukje uit de buurt was toen Lotje even tekeer ging, schat. Dat was goed voor een keer of twintig…” Joline giebelde en Lot protesteerde. “Die heeft hij niet gehoord, en jij was ook aan het tieren, mevrouw Jonkman!” “Dames, niet piepen: lopen!”
Met een heel rustig looppasje gingen we verder en ik liet het na een paar honderd meter overgaan in gewone pas. Nauwelijks hijgend liepen we de hal van het gebouw in en ik drukte op de liftknop. “Zo. Lekker met de lift naar boven, daar wat drinken en dan kan er gedoucht worden.” Joline mopperde: “Soepel hoor. Ben ik niet van je gewend, Kees.” De lift kwam, we stapten in en gingen naar boven. Eenmaal thuis keek ik Joline aan. “Jammer dat dat dikke kakmens niet op de lift stond te wachten. Had me nu wel leuk geleken… Zes zwaar bezwete mensen in de lift. Ik denk dat ze met de trap was gegaan.” Joline snoof. “Da’s wel eens goed voor haar. Zou ze meer moeten doen.”
Kort vertelde ik over de confrontaties met de corpulente dame. Rogier snoof. “Zo’n type komt bij mij de lift niet eens in. Die kan gaan lopen.” Op het balkon dronken we rustig een glas fris, daarna gingen we douchen. “Héhé… Meneer Jonkman heeft weer eens laten zien dat hij aardig kon lopen. Ik was redelijk gesloopt na jouw extra ommetje, Kees! Ik had tijdens die sprint bijna alles gegeven, en dan plak jij er doodgemoedereerd twee kilometer aan vast… ” Onder de douche keek Joline me aan, haar ogen verwijtend. ‘Tja schat, er zijn me een paar dingen bijgebleven van m’n diensttijd. Onder andere deze: hou altijd rekening met nog een extra inspanning. Het is pas afgelopen als de instructeur het sein ‘Einde oefening’ geeft. Ik dacht dat je die les in Gorinchem wel geleerd zou hebben. Als ik de poort van DT weer eens vrolijk voorbij draafde.”
Ze zuchtte. “Ja, dáár wel. Maar dat je dezelfde rotstreken ook hier zou uithalen, met je lieve echtgenote en je vrienden…” “Een testje voor Rogier, schat. Even kijken hoe het met zijn conditie is. En die viel me niet tegen.” Ze snoof. “Laat Lot hem maar testen. Op bed. En nu er uit en aankleden jij! Daarna mag je koken.”
Een uurtje later stond ik in de keuken de nasi klaar te maken. Weer goochelen met zes pannen op een vierpits fornuis… Enfin, sommige dingen kon ik in de magnetron warmhouden. Af en toe keek ik de kamer in: de dames hadden zich redelijk ‘dressed to thrill’ aangekleed. Zowel Joline, Margot als Charlotte droegen leuke rokjes en blouses. Gerben en Rogier konden het ook wel waarderen; af en toe zaten ze op de bank lekker te vrijen, met Joline op de stoel er tegenover.
Gerben zei op een gegeven moment: “Even stoppen Margot. We zitten hier wel bijzonder klef te doen. En Jolien zit alleen in haar stoel, met uitzicht op twee vrijende stelletjes. Niet netjes.” Ik hoorde een zacht lachje. “Gerben, als ik tekort kom, loop ik wel even naar de keuken, hoor. Maar of het eten dan nog smakelijk is, waag ik te betwijfelen.”
Meteen antwoordde Lot: “Ja, dat vraag ik me dan ook af. Zeker met het sopje van Kees…” Ik liep de keuken uit. “Hoho, dame. Het ondertussen wereldberoemde sopje van Kees komt pas ná het eten in actie. Niet tijdens de bereiding van deze nasi.” “Gelukkig maar”, bromde Rogier. “Ik heb iets over dat sopje van jou gehoord. Slecht voor de eetlust.”
“Daarom komt het pas ná het eten in actie, ziekenhuismeneer. Niet eerder. En om verdere speculaties voor te zijn: over vijf minuten is het eten klaar. Gaarne de bar dekken, inclusief soepkommen.” Ik had ook een groentesoepje gemaakt wat er goed in ging. Daarna de nasi en een ijsje als dessert. Het ging compleet op. “Ik kom hier veel vaker eten, Kees”, zei Rogier, terwijl hij de laatste hap dessert naar binnen werkte. “Da’s goed hoor. Maar speciaal voor jou heb ik het kookschema maar even omgegooid. Normaal is de zondag gereserveerd voor de ‘blauwe hap’. Maar goed, omdat het nauwelijks de moeite loont om voor twee mensen nasi te maken…” “Dan kun je altijd je ICT-vriendje bellen, Kees. Kun je dezelfde hoeveelheid koken als nu.” Charlotte keek pesterig en Joline bromde: “Jaja… Meneer van Laar betaalt hier geen kostgeld, denk er aan! Kees, het was weer lekker. Jij naar de kamer, lekker uitbuiken, ik vul de afwasmachine wel.” “En wij helpen mee en maken de koffie!”
Margot stond op en trok Gerben ook overeind. “En wij dan?” vroeg Rogier onschuldig. “Wij maken morgenochtend het ontbijtje wel en brengen dat op bed”, besliste Lot. En met een ondeugende blik vervolgde ze: “Dus zorg maar dat jullie nachtkledij morgenochtend een beetje netjes zit.” Gerben keek haar aan. “En jij denkt dat er, na dat loopje van mevrouw en meneer Jonkman, nog behoefte is aan allerlei erotische avonturen? Bij mij even niet, dame.” Lot keek even héél geniepig. “Zusje… Wil jij ons speeltje vannacht? Ik hoor net dat meneer van Wiers straks voor Pampus ligt.”
Ze kreeg een stomp van Rogier. “Hé! Wel een beetje aardig doen tegen een collega van je. Bovendien een bijna zwager van je en een bijna-collega van mij, dus helemaal oppassen jij!” “Dank je wel Rogier, voor je voorspraak. Ik vroeg me al af of ik Lot even ongezouten moest gaan uitfoeteren… Gedraag je, Lotje!” Bedeesd kwam het antwoord. “Jawel mevrouw Jonkman – Boogers. Ik al me gedragen, mevrouw. Ik weet alleen nog niet hoe, mevrouw.” Joline snoof minachtend.
De avond ging snel en gezellig voorbij. Kletsen over mijn jeugd en de jeugd van Joline, Gerben en Rogier. Margot zei nuchter: “We zullen onze jeugd maar geen onderwerp van gesprek laten zijn. Het moet wel gezellig blijven.” Joline antwoordde, even nuchter: “Maar door jullie vlucht zitten jullie wel hier, meiden. Met twee lieve kerels naast je.” Simultaan werd er geknikt, daarmee was het onderwerp van de baan.
De meiden gingen verder over economie en hun afstudeerscriptie; daarin konden we hen absoluut niet volgen. Te hoog abstractieniveau. Dus vertelde Rogier over zijn andere hobby van hem: radiografische scheepsmodelbouw. “En dan dus ‘echte’ modelbouw! Dus tekeningen kopen, hout inslaan en vanaf de kielbalk beginnen te bouwen. Zo min mogelijk kunststof gebruiken.” Lot humde. “Ja, lekker, dat hout. Eén kamer in meneer z’n appartement is hobbyruimte. Een uurtje daar zitten resulteert in aardige stoflongen. Enfin, gelukkig kan de balkondeur open.”
Rogier stak zijn tong uit en vervolgde: “Ik ben nu bezig met een Engels sloepje met stoom-aandrijving. De machine staat er al in: een twee-cylinder oscillerend machientje. Heel simpel, maar met voldoende power om het scheepje leuk vaart te geven…” Zo kletste hij nog een tijdje verder en liet wat foto’s zien op zijn telefoon. Al kletsend ging de avond snel voorbij, tot Margot nogal nadrukkelijk gaapte. “Wat dacht je ervan Gerben? Gaan wij naar bed? Lekker slapen en morgenochtend gewekt worden met zo’n lekker ontbijtje, geserveerd door mijn lieve zus en haar vriendje?”
Gerben zei droogjes: “Is goed hoor. Dan zal ik mijn hele nette pyjama aantrekken. Want als ik in m’n blote bast boven het dekbed uitkom, weet ik niet of jouw zus haar handen thuis kan houden.” Lot humde nogal nadrukkelijk. “Wie weet is het Rogier wel die jullie je ontbijtje komt brengen. En die zit dan met een ketting aan mij vast, denk er goed aan!” “Zolang die ketting lekker kort is, heb ik daar geen bezwaar tegen, schoonheid.”
Rogier sloeg zijn arm om haar heen. Joline zuchtte. “Kom Kees. Wij gaan ook naar bed. Al dat geflikflooi hier…” Ik sloot af en liep m’n veiligheidsrondje. Rogier had de slaapbank al uitgetrokken. “Hoe laat morgen ontbijten, Kees?” “Doe maar rond half negen. Dan hebben de dames daarna nog even tijd om zich op te tutten voor we naar de kerk gaan.” Hij knikte en ik deed de deur van de slaapkamer achter me dicht.
“Zo lang heb ik niet nodig om me op te tutten, hoor.” Joline klonk een beetje verontwaardigd en ik knuffelde haar. “Nee. Jij hoeft je helemaal niet op te tutten, beauty. Je bent mooi van jezelf. Kom, tandjes poetsen en daarna lekker slapen.” Zo gezegd zo gedaan.
Even later, in de duisternis van de slaapkamer hoorde ik het stemmetje van een jong meisje naast me.
“Meneer… Zijn we morgen alleen?”
“Ja, Jolientje. Hoezo?”
“Dan wil ik heel graag met u vrijen, meneer. Zonder mijn vriendinnen in dit huis en hun vriendjes. Lekker kunnen gillen als ik klaar kom…”
“Ik zal morgen oordoppen dragen, oké? Nu eerst lekker slapen, geil meisje.”
“Ja meneer… Mag ik u een zoentje geven?”
Het antwoord wachtte ze niet af, maar rolde naar me toe en gaf me een lange, intieme zoen.
“De rest komt morgen, meneer.”
“Daar zie ik naar uit, mooi meisje. Welterusten.”
Met haar normale stem antwoordde ze: “Slaap lekker, Kees.” Even later voelde ik me wegzakken, met Joline dicht tegen me aan…
Zondagochtend startte met een klopje op de deur. Naast me klonk een slaperig “Jahaa?” van Joline, daarna kwam Rogier de kamer in. “Goedemorgen Jolien en Kees! Ontbijt!” We kwamen overeind en hij zette het blad met eten op mijn nachtkastje. Koffie, sinaasappelsap, warme broodjes, gekookte eitjes… “Goed bezig, Rogier!” Joline lachte.
“Ik heb wel wat afgekeken van de verpleegkundigen in Nijmegen, hoor. Maar vooruit, ik zal je niet meteen een thermometer in je mond drukken of je bloeddruk op gaan meten.” We grinnikten en Joline zei gevat: “Blij toe dat je het had over een thermometer in je mond drukken. En niet op andere plaatsen.”
Hij bleef even staan en keek Joline aan. “Mevrouw Jonkman, u bent af en toe een bijzonder ondeugende dame. Maar goed, dat wist ik al uit betrouwbare bron, en gezien de aanleiding was ik daar, na lang en diep nadenken, best wel blij mee.”
Joline stak haar hand uit. “Kom eens hier, Rogier.” Ze kwam overeind, sloeg haar armen om hem heen en kuste hem. “Dank je wel dat je dat gewoon tegen me zegt. En ben je ook blij met de ondeugende meneer Jonkman? Want die heeft er net zo goed aan meegewerkt.”
Hij keek mij aan en knikte kort. “Jullie hebben mijn meisje en haar zus uit een héle diepe put gehaald en laten merken dat erotiek en seks mág en fijn is. En daar heb ik de laatste weken van genoten. En nee Kees, ik hoef geen zoentje van jou, dank je wel voor het aanbod.” We schoten in de lach. “Kom hier, aanstaand Piraat…”
Joline trok hem weer naar zich toe en knuffelde hem. “Dank je wel Jolien. En nu ga ik maar gauw jullie slaapkamer uit, anders gaat mijn vriendinnetje helemaal uit haar bol en slaap ik vannacht in m’n eigen schuurtje, naast m’n motor.”
“Zeker weten mannetje! Een beetje mijn chef zitten knuffelen, terwijl ze haar pyjama aanheeft… Ben jij gek!” Charlotte stond in de deuropening, quasi boos kijkend. “Nou, knuffel jij de echtgenoot van je chef dan even, Lot. Dan is het gelijk spel en hebben we alle vier reden voor goedmaaksex vanavond. En of dat in het schuurtje is, op de centrifuge of op het aanrecht, boeit me niet zo bijzonder…”
Joline keek ondeugend en trok Rogier weer naar zich toe. Lot ging naast mij zitten en knuffelde even. Haar bruine krullen kriebelden in m’n gezicht. “Hé mooie dame… Lekker geslapen op de bank, naast die vent van je?” Ze knikte. “Heerlijk. En wat ook heerlijk is: dít. Gewoon er over praten dat wij met jullie hebben gevreeën.” Naast me hoorde ik: “Ja. Dat hing nog steeds een beetje boven ons verblijf hier, ondanks dat ik jullie ontzettend graag mag. Maar nu is dat uitgesproken. En nogmaals: ik ben er, achteraf gezien, heel blij mee dat jullie Lot en Margot ontdooit hebben.”
Joline schoot weer in de lach. “Nee, dat moet ik bij Kees doen. Deze twee meiden moest ik niet ontdooien, hoor…” Rogier gniffelde en stond op. “Kom Lot. Hun koffie en ei wordt koud en de broodjes ook. En die van ons ook. Da’s jammer. En ze moeten zich nog douchen en netjes voor de kerk aankleden. Heeft tijd nodig. Kóm!” Ze liepen de slaapkamer uit.
Joline keek me aan. “Dat was een goed begin van de ochtend, Kees.” Ik knikte. “Inderdaad. Nu weten we ten minste uit eigen mond hoe Rogier in de wedstrijd staat. Jammer dat ik geen zoentje van hem kreeg, maar ja… Het is niet altijd feest.” In Joline’s ogen ontstonden plaaglichtjes. “Ik zal het hem eens vragen, oké?” “Dan hoop ik dat Rogier zich geschoren heeft”, bromde ik.
Twee warme armen gleden om mijn nek. “Mafkees. Weet je dat ik nu héél blij ben, Kees?” Ik knikte. “Zonder geintjes: ik ook, schat. Een stukje lucht is gezuiverd. En nu: lekker ontbijten.” Ik knikte. “Ja. En vanavond goedmaaksex. Ook lekker.” Joline giebelde. “Op de centrifuge?”
Een zoentje, toen gingen we het bed uit en deed Joline de deur dicht. Daarna netjes aankleden en we konden aan tafel. Tijdens het eten waren Gerben en Margot vrij stil. Joline kreeg een nadenkende trek op haar gezicht en vanuit het niets zei ze: “Margot, Gerben: er is iets. Vertel.”
Gerben werd rood en Margot legde haar hand op de zijne. “Toe maar…” Aarzelend begon hij. “Ik… ik zag vanochtend dat jij Rogier omhelsde, Jolien. En ving een stukje van jullie gesprek op. Over de manier waarop jullie Margot en Charlotte hadden laten kennismaken met fijne seks met een man…”
Hij zweeg even en barstte toen los: “Ik wil dat jullie weten dat ik het daar heel moeilijk mee heb gehad. Niet alleen omdat ik vreselijk van Margot houd, maar ook omdat ik… Ach, verrek maar: omdat ik moeite had met het beeld van Margot en Kees in één bed, met elkaar vrijend.” Charlotte zei zachtjes: “Ik was er ook bij, Gerben. En Joline. Het initiatief kwam bij ons vandaan.”
Hij knikte. “Dat weet ik ondertussen ook wel, Lot. Maar het bleef als een donderwolk boven me hangen, toen ik het hoorde. En Margot heeft me het hele verhaal verteld, inclusief Kees z’n woede-uitbarsting toen jullie terugkwamen na een aanval van meneer Bongers in Utrecht. En de keer daarna, na een poging tot inbraak, toen jullie bij Kees en Joline in bed kropen…”
Hij keek me aan.
“En de nacht daarna, Kees. En Margot zei dat ze zich in eerste instantie kapot schaamde omdat ze zich zó had laten gaan. Maar later er met een glimlach op terug kon kijken, omdat jullie niets deden wat ze niet zelf gewild zou hebben. Jullie hebben ook mijn meisje vreselijk geholpen. Sorry voor mijn, in gedachten uitgesproken, scheldpartijen. Ik heb jullie uitgemaakt voor alles wat lelijk was, totdat Margot me even hardhandig bij mijn nekvel greep en vertelde dat zij én Lot binnen een paar nachten waren genezen van de gedachte dat seks smerig zou zijn.”
Ik kon niet anders dan glimlachen en hem een hand geven. “Dank je wel voor deze ontboezeming Gerben. Er was lef voor nodig om dat tegen ons te zeggen.” Joline deed het anders. Ze keek naar Margot. “Mag ik jouw vent even knuffelen, Mar?” Die knikte. Joline gleed van haar kruk af en omhelsde Gerben. “Ook jij bent een schat. Net als Rogier. We zijn hartstikke blij met jullie.”
Ze zoende hem en Gerben werd rood. “Oh, mijn lieve vriendje wordt verlegen… Wat schattig!” Margot giebelde. “Vind je het gek als je plotseling door een bijzonder knappe vrouw gezoend wordt…” mopperde Gerben.
“Hé! Ik zoen jou ook regelmatig, en dan word je niét rood, meneer van Wiers! Mag ik daaruit afleiden dat ik niet knap ben? Als dat zo is, mag je dat nú zeggen!” Rogier grinnikte. “Dekking zoeken, Gerben. Zo meteen doet je oor pijn.” Maar Gerben bleef de kalmte zelf. “Heb jij last van geheugenverlies, Margot? De eerste keer toen jij me zoende werd ik dusdanig rood dat de bloedvaten in mijn gezicht ernstig opgerekt werden. Of weet je dat niet meer?”
Margot bromde: “Hmmm… Goeie smoes, maar ergens heb ik het gevoel dat ik bedonderd word.” Lot was de verstandigste. “Mensen, we hebben nog tien minuten voordat we naar kerk gaan. Dus: je boterham opeten, daarna even optutten en om 09:40 gaan we weg. Weekendtassen en zo niet vergeten, want we slapen in Nijmegen of Waardenburg. En het is slecht voor de gemoedsrust van het echtpaar aan deze tafel als zij vanmiddag ‘leuke dingen’ willen doen en wij komen binnen walsen omdat een van ons de weekendtas is vergeten.”
Ik keek haar aan. “Krijg de hik, jij. Mijn gemoedsrust raakt niet zo gauw van de leg hoor.”
Lot keek plagend. “Die van jou wellicht niet, maar die van Gerben waarschijnlijk wel. Als hij jou en Joline geheel ontkleed op de draaiende centrifuge aantreft…”
“Wel allemachtig!” Joline ontplofte en Lot keek nu bijzonder gemeen. “Niet zo handig om de slaapkamerdeur open te laten staan als je overlegd wat jullie vanmiddag gaan doen, duifjes…” Ze lachte ons vierkant uit. ‘Kréng!” Het kwam hartgrondig uit Joline’s mond en iedereen moest lachen.
Lot reed even met de grijze Volvo achter ons aan. Zij zou in Nijmegen slapen. Margot zou na het bezoek aan Nadia bij Gerben slapen en met hem meerijden naar Gorinchem. In de kerk was zoals gewoonlijk vol. Een blik op de orgelgalerij: Greet maakte zich klaar om te gaan spelen. Even later klonk een stuk van Bach door de kerk: de prelude en fuga in C-majeur. Ze speelde ‘fors’, met de mixtuur op het hoofdwerk en de Prestant 16-voet op het pedaal. En die subbas dreunde als een metronoom door de kerk. Maar om tien uur liep de kerkeraad de kerk binnen; Jackie Moes was de ouderling. Ze legde haar papier met mededelingen weer neer en wachtte een paar pas naast het liturgisch centrum. Het duurde tien seconden, toen speelde Greet het slotaccoord. Toen stapte ze achter de lessenaar en keek richting orgelgalerij.
“Dank u wel, mevrouw Zwart. Gemeente, welkom in onze kerk…” De gebruikelijke mededelingen volgen en daarna gaf ze dominee Richard een hand en begon de dienst. Zingen, lezen, bidden, zingen… Van het zingen genoot ik. Weliswaar was ik geen echte zanger, maar men zong hier goed en bij de meeste liederen kon ik wel redelijk meedoen. En ook Joline begon nu mee te zingen; tijdens de eerste paar keren had ze haar mond gehouden.
En de zussen? Die hadden beiden een mooie, heldere sopraanstem en zongen vrijwel alles mee. Rogier en Gerben niet; die hadden waarschijnlijk last van het ‘kat in een vreemd pakhuis-syndroom’. Niet zo gek als je nog bijna nooit in een kerk geweest bent…
De tekst waarover Richard preekte ging over de genezing van de verlamde man op de sabbat. Toen de tekst gelezen werd moest ik grinniken. Ik dacht terug aan de eerste gezellige avond in Malden, toen Rob en Melissa verkering kregen. Mel had Rob z’n knie gemolesteerd tijdens de wandeling, maar nadat hij en Mel hun eerste zoenen hadden uitgewisseld, kon hij plotseling weer lopen als een kievit.
Toen de preek begon, had Richard het over ‘het verzieken van de sabbat’, de rustdag van de Joden. “Gemeente, de toenmalige religieuze leiders hadden van de door God ingestelde rustdag een keurslijf gemaakt. Er kón niks, er mócht niks en er wás niks. De vrouwen moesten de dag vóór de sabbat dubbel zo hard aan de slag om het eten te maken, want op de dag zelf mocht er niet gekookt worden. Volgens de religieuze leiders ten minste. Ze hadden de hele dag dichtgetimmerd…”
Zo ging hij nog even door op de praktische consequenties van het vierde gebod “Gedenk de sabbatdag, dat ge die heiligt” te schetsen in de tijd van Jezus.
En toen ging hij over naar het heden.
“Gemeente, wij vieren geen sabbat. Wij vieren de zondag, de dag van de opstanding van onze Heer. Maar… Hoe vieren wij die dag? Hoe zien onze kinderen de zondag? Is er wel sprake van ‘vieren’ of gebruiken wij die dag om ’s ochtends naar de kerk te gaan en de rest van de dag een beetje te freewheelen? Of om ’s middags achter de TV te kruipen en Studio Sport te kijken? Zelf te voetballen? Een stuk te lopen door het bos? Of om werk in te halen waar we door de week niet aan toekwamen?”
Hij zweeg even, pakte zijn tafelmicrofoon en liep van het liturgisch centrum af.
En tijdens het lopen zei hij: “Graag zou ik van u een stukje besteding van de zondag horen. En ja, dat is wellicht confronterend, maar dan heb ik aanknopingspunten voor de rest van mijn preek. Mijn eerste vraag is dus: hoe ziet u de functie van de zondag in de huidige tijd? Wie wil daar eens op antwoorden?”
Een paar vingers gingen aarzelend omhoog.
“Even tot bezinning komen.”
“De accu opladen voor de volgende week.”
“’s Middags de natuur in.”
Een van de jongeren op de achterste rij zei: “Lekker geen huiswerk!”
En een van de anderen maakte de gemeente aan het lachen. “Eerst me door de kerkdienst zien te worstelen, daarna met vrienden zwemmen!”
Een wat ouder gemeentelid zei: “Eerst naar de kerk. Daarna op bezoek bij vrienden of familie en ’s middags eens een goed boek pakken.”
Iemand anders: “Vaak zit ik ’s middags op de computer de losse eindjes van de week ervoor aan elkaar te breien. Of ik werk in het voren, als er projecten zijn die volgende week spelen.”
Na een aardige hoeveelheid reacties zei hij: “Gemeente, allereerst: u zult van mij geen goed- of afkeuring horen over uw zondagsbeleving. Want als er eentje moet werken op zondag ben ik het wel.” Hij wees naar boven: “Of Greet. Of een van onze kosters. En geloof me: ook ik treed het 4e gebod soms met voeten; dan begin ik zaterdagavond aan mijn preek, kom er niet uit en voor ik het weet is het voorbij middernacht. Vannacht was het ook half twee voor ik de dienst helemaal klaar had. Mijn invulling van zondag is soms dan ook: ’s middags na de lunch even een dutje doen op de bank, zodat ik ’s avonds weer fris en fruitig ben. Anders begint mijn lieve echtgenote te mopperen en dat wil je niet.”
Gelach. “Maar er zijn ook politiemensen lid van onze gemeente. Mensen van de brandweer, BOA’s, militairen… Die moéten op de zondag werken. Winkelpersoneel, mensen van Eindhoven Airport, verpleegkundigen, doktoren, ambulancemedewerkers, noem maar op. Die hebben vaak geen keuze. Het staat in hun CAO, zoals personeel in de horeca of winkelpersoneel.
En ja, in de meeste sectoren wordt men daar redelijk voor gecompenseerd in de vorm van weekendtoeslagen, maar er zijn beroepsgroepen waarbij de werkgevers uit alle macht proberen daar onderuit te komen, zoals bij bepaalde winkelketens.
Wat ik van u vraag, en zie dat maar als een stukje huiswerk voor vandaag is na te denken over het volgende: Zorgen mijn activiteiten op zondag ervoor dat anderen op diezelfde zondag aan het werk moeten?
Een paar voorbeelden:
U zit nu hier, in onze kerk. En ik weet dat een aantal gemeenteleden daar een behoorlijk stuk voor moeten rijden. Hetzij op de fiets, hetzij met de auto. En sommigen zelfs met de trein. Dat houdt in: politiemensen op straat. Geneeskundig personeel op de SEH en op de ambulance. NS-personeel in de trein, maar ook de verkeersleiding moet werken. Noem maar op.
Maar ga eens bij uzelf te rade of dat ene pak suiker en die liter melk die u vandaag koopt, omdat u die gisteren vergeten was, nu persé nodig is. Wees u ervan bewust dat u mensen, door uw besteding van de zondag, wellicht weerhoudt om van een stukje ‘zondagsrust’ te genieten.
Gemeente: uiteindelijk wil ik géén lans breken om terug te gaan in de tijd en dat iedereen op de zondag maar op zijn of haar handen moet gaan zitten en niks mag, behalve naar de kerk gaan. We mogen van de zondag als rustdag geniéten, want deze dag is niet voor niets aan ons gegeven. En voor de gemeenteleden die nu, as we speak, aan het werk zijn en de dienst later zien en horen op Kerkdienst gemist punt NL: geniet ook van uw rustmoment. Op welke dag van de week dan ook.
Zoals mijn moeder vroeger zei: ‘Niets moet, veel mag.’ Amen.”
Ik keek opzij, naar Charlotte. Die knikte. “Deze preek mag hij wel eens in de Koninkrijkszaal in Groot-Ammers houden, Kees. Maar ik ben bang dat hem dan halverwege het woord wordt ontnomen.” Ze keek ernstig en ik knipoogde. Rogier keek me aan. “Ik begrijp nu waarom jullie je hier thuis voelen, Kees.” “Ik hoop dat dat ook voor jou gaat gelden, vriend.” Lot kneep even in zijn hand. “Gaat lukken, Rogier.”
Greet was ondertussen gaan spelen; het stukje ‘meditatieve muziek’ wat er altijd na de preek was. Eerst een stukje fantasie op het koraal ‘Liebster Jesu, wir sind hier’ van Bach. Daarna week ze van de muziek af. Haar tempo werd sneller, het thema veranderde en voor ik het wist klonk de melodie van Herman van Veen: ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast!’ En het tempo ging hárd!
In gedachten zag ik haar handen over de toetsen vliegen… Ze stopte met een nogal schril accoord. Richard deed een stap naar zijn microfoon. “Dank je wel Greet. Het contrast tussen de zondagsrust en de wereld die gewoon doordraait had je niet beter kunnen weergeven. Gemeente, u heeft nu twee preken gehoord. Eentje van mij en een muzikale van Greet.”
De gemeente lachte.
Daarna een lied, gebeden, opstaan voor het slotlied, gevolgd door de zegen. Daarna zette Greet het orgel weer aan het werk met een mooie fantasie op het slotlied. We liepen tussen alle andere kerkgangers richting de uitgang. Daar stonden Richard met Jackie Moes iedereen een hand te geven. Lot, Rogier, Margot en Gerben liepen voor ons en beide heren werden voorgesteld als de vrienden van de zussen.
Richard keek hen aan. “Pas goed op deze dames en welkom in onze kerk!” Wat Rogier tegen hem zei hoorde ik niet, maar het gevolg was wel dat Richard in de lach schoot. Joline gaf hem een hand en zei liefjes: “Nu heb je ons huiswerk opgegeven, dominee. Op zondag nog wel! Ik vind daar wat van!” Hij knikte. “Klopt, Jolien. Maar denk er aan: Niets moet, veel kan.”
Ze pruttelde: “Ik wou dat mijn ouders die eerder hadden gehoord…” Richard lachte haar uit. Ik gaf hem een hand. “Dank je wel voor dit stukje bewustwording, Richard. Mag ik vandaag wel bugel spelen?”
Hij keek me aan. “Volgens mij is dat voor jou pure ontspanning, Kees. Klets niet uit je nek.” “Meestal wel dominee, maar soms zit Greet me achter de vodden. Dan lijkt het net ‘werk’.” “Dat zul je dan wel verdiend hebben, Kees.” Jackie keek me lachend aan en ook Richard moest lachen.
“Zo. Die heb je te pakken, Kees. Fijne zondag nog!”
Voor de vorm mopperde ik nog wat. “Jaja… ‘Een fijne zondag’ zegt meneer de dominee. Terwijl ik nog grondig moet oefenen voor een concert in de St. Jan in den Bosch. Samen met die veeleisende mevrouw op de orgelgalerij.”
"En het is je geraaien dat je oefent… Majóór!”
De stem van Greet klonk achter me en ik keek zielig. “Dát bedoel ik dus.”
Ik draaide me om. “Mooie samenvatting van de preek, Greet. Met je ‘opzij, opzij, opzij’… Rare troela.” Nu was het haar beurt om te lachen.
“Tijdens de preek zat ik al te denken hoe ik een contrast kon aanbrengen tussen Bach en de gehaaste wereld van vandaag. Kwam er niet op. En tijdens het spelen dook Herman van Veen plotseling op. En toen was het alleen nog maar een kwestie van een mooie overgang spelen en húp…”
“Er zullen er niet veel zijn die je dat nadoen, Greet. Maar het had wel wat.” Richard knikte waarderend en gaf haar een hand. Joline en ik liepen door: de zussen, Rogier en Gerben gingen naar Arnhem. Even afscheid nemen.
“Doe de groeten aan Nadia, dames! En heren: gedraag je netjes, denk er aan!” Joline keek waarschuwend. “Jawel mevrouw Jonkman. Jullie ook… op de centrifuge!” De laatste woorden van Gerben sprak hij zachtjes uit.
Joline werd rood, ik schoot in de lach en de zussen lagen bijna dubbel om Joline’s gezicht. “Jij bent érg, meneer van Wiers! Hup, opbokken jullie!” Ze liepen lachend de deur uit.
“Kom schat, koffie. We hebben de tijd.” Met een bak koffie in de hand kletsten we nog even met Jackie Moes. “Je zei net iets over oefenen, Kees. En dat Greet je achter de vodden zou zitten… Vertel!” Ik vertelde over het concert met de RFBW in Den Bosch. “…en dat wordt mooi, Jackie. Niet omdat ene Jonkman speelt, maar wél omdat die fanfare sowieso de moeite waard is om naar te luisteren en omdat we Hendrik en Wendy er ook bij hebben.”
“Wendy? Die zangeres? Ja, die zingt prachtig. Ik ga meneer mijn echtgenoot eens porren om daar samen heen te gaan!” Joline zei droogjes; “Ja, als je de naam van Wendy noemt, staat hij natuurlijk al in de startblokken…”
Een priemende blik kwam haar kant uit. “Kijk jij een beetje uit, mevrouw nog-niet-zo-gek-lang Jonkman? Mijn echtgenoot heeft zo zijn eigenaardigheden, maar…” Al kletsend dronken we de koffie op. “Kom schat, we gaan eens richting huis. Even rust, zonder die kwebbelkonten en hun vriendjes.”
Joline zuchtte demonstratief. “Ja. Als ze die bugel nou ook hadden meegenomen…”
Twintig minuten later liepen we de kamer in. Alle slaapzakken, matjes en luchtbedden waren al opgeruimd. “Keurig, dames en heren!” Joline keek tevreden rond. “Én het ontbijt gemaakt… wat een service!” Clara kwam uit de keuken. “Ja. Als dank voor jullie gastvrijheid. Nog even wachten op An en Henry; die zijn zich nog aan het douchen.”
Even daarna waren we compleet en Melissa zei: “Alle ingrediënten voor een lekker ontbijt staan op de bar, dames en heren. Selfservice, want deze twee meisjes willen ook rustig eten en niet met kruiwagens voer heen en weer lopen tussen Ton, Fred, Rogier en Kees.”
Fred bromde. “En jij bent een zus van Kees? Ik geloof er niks meer van. Kees is altijd de rust zelve en heel beleefd tegen zijn bud. Jij bent gewoon een haaibaai.” Rob antwoordde: “Valt wel mee, Fred. Sommige rugbymoves zijn best wel prettig. Met name in bed.” Mel stompte hem. “Klep dicht meester Boogers, of ik ga andere rugbymoves uitproberen. In je bed.”
Plagend verliep het ontbijt gezellig; daarna ruimden we de handel even op in de vaatwasser. Angelique keek op haar horloge. “Wij moeten over een uurtje weg, Henry.” Ze keek ons aan. ‘We zouden gaan shoppen met Gien.” Joline sprong overeind. “Mooi, An! Heeft ze verdiend. Maar voor jullie weg gaan nog een kop koffie?” An knikte. “Lekker, Jo.”
Toen iedereen een kop koffie voor zich had, keek Joline rond. “Jongens en meiden: heerlijk dat wij zo’n vriendenclub hebben. Mensen waarbij we altijd terecht kunnen en die op elkaar rekenen. We begonnen als sextet en nu zijn we met z’n veertienen… Prachtig. Stuk voor stuk mensen die je midden in de nacht kunt opbellen en die dan voor de ander klaar staan. Laten we dat zo houden, alsjeblieft…”
Rob bromde: “Graag, behalve als je midden in de nacht van 1e op 2e Kerstdag wordt opgebeld om een vuiltje bij Neddrill op te lossen. Ben ik minder van gecharmeerd. En al helemaal niet van die vlierbesmeuk de ochtend erna!” Hij keek me dreigend aan en ik lachte hem uit.
Clara keek nadenkend, wat Rogier ook zag. “Wat is er aan de hand, Claar?” Ze bleef peinzend kijken. “We zijn met z’n veertienen. Dus ‘the dirty dozen’ kan niet meer. Hoe moeten we ons clubje dan wél noemen? Even brainstormen, jongelui.” “De Vreselijke Veertien?” suggereerde Henry, waarop iedereen het hoofd schudde. “Zó vreselijk zien we er nou ook niet uit, Henry”, zei Charlotte. “Zeker niet tijdens de dansles. Afgewezen.”
Margot keek ons aan. “Oké, een variatie er op dan; The Fabulous Fourteen. Is dat wat?” Even was het stil. “Klinkt goed, Margot. ‘Fabulous’… Iets wat ver boven de verwachting uit stijgt…” Rogier knikte. “Goed gevonden, aanstaande tweelingschoonzus.” De rest knikte ook en Angelique zei: “Fabulous Fourteen… Aangenomen? Wie is tegen?” Het bleef stil, daarna tikte ze met haar lepeltje op tafel. “Bij gebrek aan voorzittershamer: met algemene stemmen aangenomen!”
“Mooi! Dan wil ik van dit gezelschap wel een fraaie foto, dames en heren!” Joline klonk beslist. “Kees, je camera! Dan verhuizen we even naar het terras voor een paar mooie foto’s. En nee, de buitenkraan blijft vanochtend dicht!” Ze giechelde en Henry keek vragend.
“De laatste keer toen we met een deel van dit gezelschap op het terras stonden, mondde dat eerst uit in een ‘miss wet T-shirt contest’ en vervolgens op een ordinair watergevecht. Zodanig dat Kees z’n buren kwamen piepen…” Henry schudde zijn hoofd. “Nee, dat gaan we niet willen om… 09:54U.” Ik had ondertussen mijn toestel en statief gepakt en onder het nodige commentaar stelden we ons op. Tijdontspanner op tien seconden, toestel op ‘burst’… “Dames, heren, over tien seconden gaat het gebeuren!” Snel liep ik naar het gezelschap toe en ging naast Joline op de grond zitten.
‘Klik-klik-klik…’ Ik liep terug. “Ziet er wel aardig uit, denk ik. Nu nog een stel foto’s van alle stelletjes bij elkaar. Anders wordt het een zootje…” Charlotte riep meteen: “Fred, Wilma: naar de achterste rij jullie!” Een grom klonk als reactie. “Kijk je een beetje uit, Lotje? Mevrouw van Laar is er niet zo blij mee als ze gepest wordt met haar lengte. En ik word dan ook wat minder galant in de omgang, denk er aan!” Melissa giebelde. “Nóg minder galant in de omvang? Hoe moet ik dat voor me zien, Fred?” “Je bent een rossig kreng, Melissa Jonkman.” Mel wees. “Nee, dat is m’n zus…” en Fred zuchtte maar weer eens.
Even later stonden en zaten alle stelletjes netjes naast elkaar en weer klikte mijn toestel een aantal keren. “Zo, dit is wel genoeg, denk ik. Jullie krijgen deze foto’s via WeTransfer, lui. Mag je zelf weten welke foto je aan de muur hangt.” Angelique giechelde. “Bouwkundig advies: Zorg dat het een stevige muur is, mensen. Fred, Ton, Rob, Rogier en Kees staan er op, dat weegt nogal wat. Die paar kilo’s van Henry en Gerben vallen daarbij in het niet.” Rob keek nogal dreigend. “Pas jij een beetje op, Meester Jacobs? Of ik zorg even dat jij alsnog meedoet aan de Miss-Wet T-shirt contest. Ik weet waar Kees z’n tuinslang bewaart en die kraan is ook zó opengedraaid.”
“Doe maar niet! Dat kost me weer een ouwe Libelle!” hoorden we aan de andere kant van de terrasafscheiding. Annet Kamer, de buurvrouw keek er even omheen. “Goedemorgen allemaal! Haar man Fred keek ook. “Morgen… Geen waterballet vandaag?” Joline lachte. “Dat wilden we jou niet aandoen, Fred. Op de vroege morgen…” Ze lachten. “Dank voor de empathie, Joline! Fijne dag allemaal!” We verdwenen naar binnen. “Zo. Ook weer geregeld. Ehhh…. Wat zijn de plannen voor vandaag, diverse dames en heren?”
Ton en Claar wilden naar Ton z’n flat, Mel en Rob gingen richting Berg en Dal, Fred en Wilma naar Rhenen. Lot en Margot hadden geen plannen, behalve wellicht nog een stukje studeren. “Dan blijven wij vandaag ook maar hier, Gerben. ’t Is niet anders…” zuchtte Rogier. Margot giechelde. “Ik kan héél goed studeren met een lekkere vent tegen me aan, Gerben.” Die gniffelde. “Zal ik jou eens motiveren, schatje?” De rest keek hen afkeurend aan en Melissa zei: “Gaat mij niet lukken, Margot. Als ik zit te studeren op het voortplantingsritueel van de Penisplant en Rob is in de buurt, wil hij er meteen een practicum van maken…”
En met een uitgestreken gezicht vulde Rob aan: “Met veel ‘cum’, natuurlijk.” Toen we uitgelachen waren schudde Margot het hoofd. “Daarom studeren wij economie, Melissa. Als jij in één zin de relatie kunt leggen tussen kale cijfertjes en het liefdesleven, ben je wel erg knap.”
Angelique sprong op. “Oh, maar dat kan prima, Margot. Dat heeft Henry bewezen toen wij onze relatie bekend maakten bij DT. Hij zei toen: ‘Synergie viert hoogtij. Eén en één is drie, zogezegd.’ En dat uit de mond van een toen nog best wel verlegen ingenieur…” Rogier knikte. “Inderdaad: knap. Doe ik je niet na, Henry!” Die gniffelde. “Eerlijkheid gebied me om te zeggen dat ik de dag ervoor ook enigszins… hoe zeg ik dat netjes? ‘los moest komen’. En daar heeft deze dame hier me behoorlijk mee geholpen.” Angelique giebelde.
Even later namen er vier stelletjes afscheid, zoals gewoonlijk met nogal wat lawaai. Gelukkig in de hal; op de galerij hielden we ons in. Toen we de lift naar beneden hoorden gaan, zuchtte Margot: “Héhé… Even rust. Niet meer constant op je qui vive zijn voor een gevatte opmerking.” Gerben knuffelde haar. “Nu hoef je alleen maar op mij te letten, schoonheid met je mooie krullen…” Margot duwde hem een beetje van zich af. “Niet zo frivool in net gezelschap, meneer van Wiers. Wie weet nemen er mensen aanstoot aan.”
“Nee hoor! Wij niet ten minste. Althans… Rogier?” Charlotte keek hem aan en hij trok haar op de bank. “Goed voorbeeld doet goed volgen, schat.” En zij begonnen ook te zoenen. Joline keek mij aan. “Dan moeten wij ook maar, Kees…” Ze trok me naar zich toe en kuste me. “Heel vervelend, meisje…” Margot kuste Gerben. “Nou… als zij er niet mee zitten…” Een paar minuten was het stil in de kamer, toen gingen Lot en Rogier staan.
“Zo. Dat was even heerlijk. Lekker vrijen met je vent en niemand die er aanstoot aan neemt. Maar Jolien…” Ze keek onze kant uit. “Zullen we samen een paar foto’s uitzoeken en die naar Amersfoort, Malden en Arnhem sturen?” Joline’s ogen werden groot. “Wat ben jij goed! Pracht-idee, Lot!” Ze wees op Rogier. “Was een ideetje van die ziekenhuismeneer hier naast me. Die heeft ook zo z’n briljante momentjes…” Joline knikte Rogier toe. “Jij mag blijven. Kees: je laptop! Laat zien die foto’s!” “Niet op de laptop, schat. Grote beeldschermen in de studeerkamer. Beter zicht.”
Een kwartier later hadden we twee foto’s uitgezocht: op de eerste stond en zat iedereen door elkaar, op de tweede alle stelletjes netjes bij elkaar. Ik zette de foto’s in een mail. “Schrijf er nog maar een stukje proza bij, Kees. Net als onze eerste foto samen. Kun jij prima.” Joline wees op de foto op mijn bureau, waar zij en ik samen op het balkon stonden. Tegen Rogier en Gerben zei ze: “We hadden toen nét een dag een relatie.” Rogier floot. “Ik wist dat je een bijzonder knappe dame was, Jolien, maar op die foto ben je… Wauw!”
Ze glimlachte. “Jammer dat ik een zwart jurkje aan had hé? Anders had ik zó voor een lief verpleegstertje kunnen doorgaan.” En met een kleine stemverheffing vervolgde ze: “En nu even naar die schoonheid naast je kijken, meneer van der Vlist, anders vindt ze er iets van!’ Charlotte knuffelde hem even. Ondertussen was ik bezig met een stukje tekst in de mail.
‘Lieve ouders/schoonouders/tante. Mogen we jullie voorstellen aan de ‘Fabulous Forteen’? Ontstaan uit een sextet, maar ondertussen wat uitgebreid met de twee lieve zussen Margot en Charlotte, hun partners Gerben en Rogier, het echtpaar van Laar (wie kent ze niet?) en onze vrienden Angelique en Henry.
De laatste twee zijn respectievelijk de juriste van DT en de plaatsvervanger van het nautische team van DT. Veertien lui die elkaar door en door kennen en voor elkaar door het vuur gaan. We hebben gisteren samen dansles gehad en daarna een vreselijk leuke avond bij ons thuis. En vanochtend, na het ontbijt hebben we deze foto’s gemaakt. Nu is het weer rustig in Veldhoven; behalve Joline, Charlotte, Margot, Rogier, Gerben en ik is de rest weer richting het eigen optrekje vertrokken. Wij kunnen even uithijgen… Groet van ons allen.’
Ik keek naar de rest. “Mee eens, dames en heren?” Collectief knikken. “Mooi, dan gaan we met z’n veertienen het glasvezel bevolken.” Ik drukte op ‘verzenden’. “Ik ben benieuwd naar het commentaar van Nadia, jongens…” giechelde Margot. “Kom, we pakken nog een bak koffie. En tijdens de koffie eens overleggen wat we de rest van dit mooie weekend gaan doen.” Joline liep de keuken in en zette de koffiemachine aan. Lot en Margot volgden haar en pakten mokken. Rogier keek er naar. “Ondanks dat ik dit een machtig mooi gezicht vind, heb ik stiekem wat moeite ermee dat die dames zich spontaan in de keuken opsluiten, heren.” Gerben knikte nadenkend. “Misschien heb je wel gelijk. Ik ga in ieder geval niet pontificaal op de bank zitten wachten.”
Hij zweeg even en riep toen: “Kunnen we ergens mee helpen, lieve dames?” Margot antwoordde gevat: “Ja. Genieten van deze koffie. En… Oh, wacht even: er ligt hier nog een stuk cake. Dat mogen jullie eerlijk in zessen snijden…” “En daarna mogen wij als eerste kiezen, heren! Denk er aan!” De stem van Lot klonk streng en we grinnikten.
Even later kwamen de dames binnen met zes mokken koffie. “Zo. Lekker zitten en even uitpuffen, dames en heren. Niet teveel slimme opmerkingen; hebben we even geen behoefte aan. Even rust in de keet.” We gehoorzaamden braaf en het was rustig in de kamer. Totdat de telefoon van Lot af ging. “Nadia!” Ze lachte. “Ik ben benieuwd… "
"Hoi Nadia! Hoe is het in Arnhem?”
Ze zette de telefoon op de speaker en hoorden de stem van Nadia. “Hoi Lot. Wat een leuke foto’s! Is dat die vriendenclub waar jullie het over hadden?”
Lot knikte. “Ja. Heerlijk om daar deel van uit te maken, Nadia. Zoals wij constateerden: we hadden het niet gemist, omdat we niet wisten dat zoiets bestond. En nu we dat wél weten…”
“Genieten, Lot?”
“Ja!” klonk het kort, maar overtuigd.
“Margot en jij moeten binnenkort maar eens naar Arnhem komen met jullie kerels, Lot.” Een lachje klonk. “Dan kan ik de heren even keuren, zeg maar.”
Margot sprong op. “Dat dacht ik niét, Nadia! Ze zijn al gekeurd en goedgekeurd. Door Lot, door mij en vooruit: de rest van het gezelschap op de foto’s heeft er ook over nagedacht. Dus…”
Nadia lachte. “Ik hoor het al. Maar ik zou het leuk vinden als jullie eens richting Arnhem kwamen, meiden.”
Lot en Mar keken elkaar aan. “Morgen? Na de kerk?” Ze knikten.
“Lieve tante… Morgen, rond een uur of één heb je bezoek. Twee nichtjes en hun kerels.”
“Da’s prima, meiden. Ben wel benieuwd naar jullie vriendjes. En naar jullie auto natuurlijk.”
Nog wat geintjes, toen hing Lot op. “Leuk! Lekker kletsen met Nadia…” Rogier keek haar aan. “Vertel me eens wat meer van jullie tante, Lot. Ik weet bijna niks van haar. Ja, ik heb haar in de rechtbank gezien en gehoord, maar wat ze zei…” Lot keek voor zich uit. “Nadia is een schat van een vrouw. Lief, reuze-slim en bijna net zo bijdehand als je lieve vriendin… Je zal morgen behoorlijk op je tellen moeten passen, vriend, anders word je nogal onderuitgehaald door Nadia… Met woorden.”
Margot giechelde. “Daar is overigens wel een remedie op te vinden: wat sambal van Kees door haar eten gooien. Dan grijpt ze na één hap naar de eerste de beste fles bier en drinkt die achter elkaar leeg…” Gerben knikte. “Daar heb ik wat verhalen over gehoord, geloof ik.” Lot knikte. “Ja. Je zult het vanzelf zien, Rogier. Ze is een schat en doet heel veel voor ons. Maakt wellicht geen officieel deel uit van de ballotagecommissie, maar reken er op dat ze jullie gaat keuren, morgen!”
Rogier zuchtte. “Nee hé… Wéér opzitten en pootjes geven. Daar ben ik wel een beetje klaar mee, Lot. Gisteren en vanochtend al teveel gedaan.” Nu was het Joline die uitschoot. “Hé meneer van der Vlist! Volgens mij doen we hier niet aan opzitten en pootjes geven! Hier mag je jezelf zijn. En als dat ons niet bevalt, pakken we je bij kop en kont en flikkeren je op de galerij. Dan mag je zelf weten of je de trap naar beneden neemt of de lift. Goed begrepen?”
Rogier grijnsde langzaam. “Probeer het eens, zou ik zeggen. Maar houdt er rekening mee dat ik nog wel wat gemene trucs ken om een tegenstander koest te houden.” Ik stak een hand op. “Gaan we niet doen. Althans… nóg niet. Tenzij dat jij rot doet tegen je lieve vriendin. Maar dan waarschuwen we niet; dan slaan we hard en meedogenloos toe. Joline slaat je buiten westen met een dreun op je oor en ik transporteer je dan wel als een zak aardappelen naar de galerij. Geen punt.” Hij bleef grijnzen. “Lijkt me wel eens de moeite waard om uit te proberen, Kees. Volgens mij zijn we aardig aan elkaar gewaagd. En nú kan het nog; over een paar weken ben je mijn directe chef. Nu alleen nog maar mijn aanstaande schoonpapa.”
Joline haalde uit en een ‘Auw! Verdomme!’ klonk door de kamer. “Vijf keer, meneer. Nú!” En terwijl Rogier zijn boete deed, zei Joline: “Volgens mij weet jij héél goed dat wij niet de schoonouders zijn van Lot en Mar, meneer. Wij zijn hun vrienden en hun beschermers. Als je ons gaat uitschelden voor ‘schoonouders’ ga ik bijzonder op mijn moeder lijken, beste Rogier.” Lot en Mar schoten in de lach. “En dat ga je niet willen… Je hebt net een voorproefje gehad.”
Hij kwam overeind, wrijvend over zijn oor. “Ja, dat kun je wel stellen…” Joline keek tevreden. “Mooi. Ik hoop dat je dit lesje goed in je oren knoopt.” “Nou, nu nog even niet, Jolien. Teveel pijn aan dit oor.” Hij grinnikte en Joline knikte. “Goed zo. En denk er aan: Mijn lieve moeder kan het nog veel beter dan ik.” “Spitsroeden lopen hier…”, mopperde Rogier. “Kees: hoe hou jij dat uit?”
Ik keek schijnheilig. “Vertel ik nog wel eens als we samen op mijn bureau zitten met de deur dicht, Rogier. Nu niet, want zitten hier twee kerels met een gloeiend oor.” Joline snoof. “Lafaard… En nu koffie met cake! Die koffie is ondertussen bijna koud geworden.” Margot giebelde. “Maar Rogier z’n oor is ondertussen lekker warm, Jolien.”
Rustig dronken we de inderdaad behoorlijk afgekoelde koffie. De cake ging er ook goed in. “Wat gaan we verder doen vandaag, jongelui? Want de rest van de dag bankhangen of vieze-woorden-scrabble spelen heb ik niet zo’n zin in…” Joline keek rond. Rogier antwoordde bedachtzaam: “Wij, Gerben en ik, hebben de raad gekregen om hardloopspullen mee te nemen als we deze kant uit gingen. Zullen we die een gebruiken? We hoorden iets over een cooper-parcours in Veldhoven…” Ik gniffelde. “Willen jullie morgen kapot van de spierpijn bij Nadia aankomen? Ik vind het prima om even een stukje te draven, hoor.”
Joline keek bezorgd. “Je gaat ons niet helemaal kapot rennen, meneer Jonkman! Je bent gewaarschuwd!” Lot en Mar stonden al op. “Ja lekker, een stukje rennen! Kom, omkleden, heren. En dame natuurlijk…” Joline kwam zuchtend overeind. “Oké, ik offer me wel weer op…” Een kwartier later stonden we op het cooper-parcours. Ik keek Joline aan. “The floor is yours, lady.”
Ze knipoogde lief. “Dank je wel, Kees. Nu kunnen we ten minste een stukje sprinten en niet dat duffe lange-afstandsgedoe van jou. Dames, heren: We gaan een stuk sprinten. Twee rondjes, dus een kilometer. De laatste die aankomt is een watje! Volgen!” En meteen rende ze ervandoor, op de voet gevolgd door Gerben, Lot en Mar. Rogier en ik bleven een beetje achter. Het bleek dat Rogier ook niet zo’n sprinter was, maar hij bleef wel bij. Zonder al teveel gehijg overigens. Conditie had hij dus wel.
Na het eerste rondje keken we elkaar aan; de rest liep zo’n honderd meter voor ons. “Ben je warmgelopen, Rogier?” Hij knikte. “Mooi, dan gaan we dat spul daarvoor eens kloppen. Tempo!” Ik versnelde en hij bleef goed bij. De dames en Gerben liepen nu ook langzamer en we kwamen snel dichterbij. Met een beetje mazzel konden we ze nét voor de finish kloppen… Maar dat haalden we net niet. Joline kwam als eerste aan, toen Gerben, Lot, Margot en tien meter daarna kwam ik. Rogier sloot de rij. Hijgend stonden we uit te puffen, handen op de knieën. “Zo… Hebben we dat alvast gehad.” Lot hijgde.
“Dacht je dat, Lotje?” Ik keek haar aan. “Die ene kilometer? Kom op hé, ik ben net een beetje warmgelopen. Kom, nog vier rondjes, maar dan op dat ‘duffe lange-afstandstempo’ van Kees. En je zorgt maar dat je bij blijft! Dames, heren: volgen!” Lot keek hopeloos, Margot mopperde iets onduidelijks, Gerben en Rogier haalden hun schouders op en Joline trakteerde me weer eens op een bijna dodelijke blik uit haar blauwe ogen.
Ik zette aan: met een stevig duurlooptempo gingen we weer het bekende rondje lopen. De eerste ronde bleef iedereen bij elkaar, maar bij de tweede ronde zakten Gerben en Margot wat af. En op een gegeven moment haakte ook Joline af. Lot en Rogier bleven bij, tot het laatste rondje. Ik versnelde een beetje, en dat hielden ze niet bij. “Potdomme Kees…” hoorde ik achter me brommen en al lopend maakte ik het bekende gebaar. De laatste honderd meter perste ik er nog een sprintje uit maar toen was bij mij de koek ook op. Hijgend en drijfnat stond ik de rest op te wachten: Lot en Rogier liepen samen, toen even niets, toen Gerben en als laatste Margot en Joline. Allemaal zwaar hijgend en bezweet.
“Zo. Dat is dat laffe lange-afstandsgedoe van Kees. En zo lang was het nou ook weer niet; twee kilometer slechts. Kom, nog één rondje: even rustig uitlopen. Daarna naar binnen wat drinken en douchen. Oh ja, Rogier: Plat en pak er maar vijf. Met je ‘potdomme, Kees’.” Mopperend ging hij liggen. “Maar goed dat je al een stukje uit de buurt was toen Lotje even tekeer ging, schat. Dat was goed voor een keer of twintig…” Joline giebelde en Lot protesteerde. “Die heeft hij niet gehoord, en jij was ook aan het tieren, mevrouw Jonkman!” “Dames, niet piepen: lopen!”
Met een heel rustig looppasje gingen we verder en ik liet het na een paar honderd meter overgaan in gewone pas. Nauwelijks hijgend liepen we de hal van het gebouw in en ik drukte op de liftknop. “Zo. Lekker met de lift naar boven, daar wat drinken en dan kan er gedoucht worden.” Joline mopperde: “Soepel hoor. Ben ik niet van je gewend, Kees.” De lift kwam, we stapten in en gingen naar boven. Eenmaal thuis keek ik Joline aan. “Jammer dat dat dikke kakmens niet op de lift stond te wachten. Had me nu wel leuk geleken… Zes zwaar bezwete mensen in de lift. Ik denk dat ze met de trap was gegaan.” Joline snoof. “Da’s wel eens goed voor haar. Zou ze meer moeten doen.”
Kort vertelde ik over de confrontaties met de corpulente dame. Rogier snoof. “Zo’n type komt bij mij de lift niet eens in. Die kan gaan lopen.” Op het balkon dronken we rustig een glas fris, daarna gingen we douchen. “Héhé… Meneer Jonkman heeft weer eens laten zien dat hij aardig kon lopen. Ik was redelijk gesloopt na jouw extra ommetje, Kees! Ik had tijdens die sprint bijna alles gegeven, en dan plak jij er doodgemoedereerd twee kilometer aan vast… ” Onder de douche keek Joline me aan, haar ogen verwijtend. ‘Tja schat, er zijn me een paar dingen bijgebleven van m’n diensttijd. Onder andere deze: hou altijd rekening met nog een extra inspanning. Het is pas afgelopen als de instructeur het sein ‘Einde oefening’ geeft. Ik dacht dat je die les in Gorinchem wel geleerd zou hebben. Als ik de poort van DT weer eens vrolijk voorbij draafde.”
Ze zuchtte. “Ja, dáár wel. Maar dat je dezelfde rotstreken ook hier zou uithalen, met je lieve echtgenote en je vrienden…” “Een testje voor Rogier, schat. Even kijken hoe het met zijn conditie is. En die viel me niet tegen.” Ze snoof. “Laat Lot hem maar testen. Op bed. En nu er uit en aankleden jij! Daarna mag je koken.”
Een uurtje later stond ik in de keuken de nasi klaar te maken. Weer goochelen met zes pannen op een vierpits fornuis… Enfin, sommige dingen kon ik in de magnetron warmhouden. Af en toe keek ik de kamer in: de dames hadden zich redelijk ‘dressed to thrill’ aangekleed. Zowel Joline, Margot als Charlotte droegen leuke rokjes en blouses. Gerben en Rogier konden het ook wel waarderen; af en toe zaten ze op de bank lekker te vrijen, met Joline op de stoel er tegenover.
Gerben zei op een gegeven moment: “Even stoppen Margot. We zitten hier wel bijzonder klef te doen. En Jolien zit alleen in haar stoel, met uitzicht op twee vrijende stelletjes. Niet netjes.” Ik hoorde een zacht lachje. “Gerben, als ik tekort kom, loop ik wel even naar de keuken, hoor. Maar of het eten dan nog smakelijk is, waag ik te betwijfelen.”
Meteen antwoordde Lot: “Ja, dat vraag ik me dan ook af. Zeker met het sopje van Kees…” Ik liep de keuken uit. “Hoho, dame. Het ondertussen wereldberoemde sopje van Kees komt pas ná het eten in actie. Niet tijdens de bereiding van deze nasi.” “Gelukkig maar”, bromde Rogier. “Ik heb iets over dat sopje van jou gehoord. Slecht voor de eetlust.”
“Daarom komt het pas ná het eten in actie, ziekenhuismeneer. Niet eerder. En om verdere speculaties voor te zijn: over vijf minuten is het eten klaar. Gaarne de bar dekken, inclusief soepkommen.” Ik had ook een groentesoepje gemaakt wat er goed in ging. Daarna de nasi en een ijsje als dessert. Het ging compleet op. “Ik kom hier veel vaker eten, Kees”, zei Rogier, terwijl hij de laatste hap dessert naar binnen werkte. “Da’s goed hoor. Maar speciaal voor jou heb ik het kookschema maar even omgegooid. Normaal is de zondag gereserveerd voor de ‘blauwe hap’. Maar goed, omdat het nauwelijks de moeite loont om voor twee mensen nasi te maken…” “Dan kun je altijd je ICT-vriendje bellen, Kees. Kun je dezelfde hoeveelheid koken als nu.” Charlotte keek pesterig en Joline bromde: “Jaja… Meneer van Laar betaalt hier geen kostgeld, denk er aan! Kees, het was weer lekker. Jij naar de kamer, lekker uitbuiken, ik vul de afwasmachine wel.” “En wij helpen mee en maken de koffie!”
Margot stond op en trok Gerben ook overeind. “En wij dan?” vroeg Rogier onschuldig. “Wij maken morgenochtend het ontbijtje wel en brengen dat op bed”, besliste Lot. En met een ondeugende blik vervolgde ze: “Dus zorg maar dat jullie nachtkledij morgenochtend een beetje netjes zit.” Gerben keek haar aan. “En jij denkt dat er, na dat loopje van mevrouw en meneer Jonkman, nog behoefte is aan allerlei erotische avonturen? Bij mij even niet, dame.” Lot keek even héél geniepig. “Zusje… Wil jij ons speeltje vannacht? Ik hoor net dat meneer van Wiers straks voor Pampus ligt.”
Ze kreeg een stomp van Rogier. “Hé! Wel een beetje aardig doen tegen een collega van je. Bovendien een bijna zwager van je en een bijna-collega van mij, dus helemaal oppassen jij!” “Dank je wel Rogier, voor je voorspraak. Ik vroeg me al af of ik Lot even ongezouten moest gaan uitfoeteren… Gedraag je, Lotje!” Bedeesd kwam het antwoord. “Jawel mevrouw Jonkman – Boogers. Ik al me gedragen, mevrouw. Ik weet alleen nog niet hoe, mevrouw.” Joline snoof minachtend.
De avond ging snel en gezellig voorbij. Kletsen over mijn jeugd en de jeugd van Joline, Gerben en Rogier. Margot zei nuchter: “We zullen onze jeugd maar geen onderwerp van gesprek laten zijn. Het moet wel gezellig blijven.” Joline antwoordde, even nuchter: “Maar door jullie vlucht zitten jullie wel hier, meiden. Met twee lieve kerels naast je.” Simultaan werd er geknikt, daarmee was het onderwerp van de baan.
De meiden gingen verder over economie en hun afstudeerscriptie; daarin konden we hen absoluut niet volgen. Te hoog abstractieniveau. Dus vertelde Rogier over zijn andere hobby van hem: radiografische scheepsmodelbouw. “En dan dus ‘echte’ modelbouw! Dus tekeningen kopen, hout inslaan en vanaf de kielbalk beginnen te bouwen. Zo min mogelijk kunststof gebruiken.” Lot humde. “Ja, lekker, dat hout. Eén kamer in meneer z’n appartement is hobbyruimte. Een uurtje daar zitten resulteert in aardige stoflongen. Enfin, gelukkig kan de balkondeur open.”
Rogier stak zijn tong uit en vervolgde: “Ik ben nu bezig met een Engels sloepje met stoom-aandrijving. De machine staat er al in: een twee-cylinder oscillerend machientje. Heel simpel, maar met voldoende power om het scheepje leuk vaart te geven…” Zo kletste hij nog een tijdje verder en liet wat foto’s zien op zijn telefoon. Al kletsend ging de avond snel voorbij, tot Margot nogal nadrukkelijk gaapte. “Wat dacht je ervan Gerben? Gaan wij naar bed? Lekker slapen en morgenochtend gewekt worden met zo’n lekker ontbijtje, geserveerd door mijn lieve zus en haar vriendje?”
Gerben zei droogjes: “Is goed hoor. Dan zal ik mijn hele nette pyjama aantrekken. Want als ik in m’n blote bast boven het dekbed uitkom, weet ik niet of jouw zus haar handen thuis kan houden.” Lot humde nogal nadrukkelijk. “Wie weet is het Rogier wel die jullie je ontbijtje komt brengen. En die zit dan met een ketting aan mij vast, denk er goed aan!” “Zolang die ketting lekker kort is, heb ik daar geen bezwaar tegen, schoonheid.”
Rogier sloeg zijn arm om haar heen. Joline zuchtte. “Kom Kees. Wij gaan ook naar bed. Al dat geflikflooi hier…” Ik sloot af en liep m’n veiligheidsrondje. Rogier had de slaapbank al uitgetrokken. “Hoe laat morgen ontbijten, Kees?” “Doe maar rond half negen. Dan hebben de dames daarna nog even tijd om zich op te tutten voor we naar de kerk gaan.” Hij knikte en ik deed de deur van de slaapkamer achter me dicht.
“Zo lang heb ik niet nodig om me op te tutten, hoor.” Joline klonk een beetje verontwaardigd en ik knuffelde haar. “Nee. Jij hoeft je helemaal niet op te tutten, beauty. Je bent mooi van jezelf. Kom, tandjes poetsen en daarna lekker slapen.” Zo gezegd zo gedaan.
Even later, in de duisternis van de slaapkamer hoorde ik het stemmetje van een jong meisje naast me.
“Meneer… Zijn we morgen alleen?”
“Ja, Jolientje. Hoezo?”
“Dan wil ik heel graag met u vrijen, meneer. Zonder mijn vriendinnen in dit huis en hun vriendjes. Lekker kunnen gillen als ik klaar kom…”
“Ik zal morgen oordoppen dragen, oké? Nu eerst lekker slapen, geil meisje.”
“Ja meneer… Mag ik u een zoentje geven?”
Het antwoord wachtte ze niet af, maar rolde naar me toe en gaf me een lange, intieme zoen.
“De rest komt morgen, meneer.”
“Daar zie ik naar uit, mooi meisje. Welterusten.”
Met haar normale stem antwoordde ze: “Slaap lekker, Kees.” Even later voelde ik me wegzakken, met Joline dicht tegen me aan…
Zondagochtend startte met een klopje op de deur. Naast me klonk een slaperig “Jahaa?” van Joline, daarna kwam Rogier de kamer in. “Goedemorgen Jolien en Kees! Ontbijt!” We kwamen overeind en hij zette het blad met eten op mijn nachtkastje. Koffie, sinaasappelsap, warme broodjes, gekookte eitjes… “Goed bezig, Rogier!” Joline lachte.
“Ik heb wel wat afgekeken van de verpleegkundigen in Nijmegen, hoor. Maar vooruit, ik zal je niet meteen een thermometer in je mond drukken of je bloeddruk op gaan meten.” We grinnikten en Joline zei gevat: “Blij toe dat je het had over een thermometer in je mond drukken. En niet op andere plaatsen.”
Hij bleef even staan en keek Joline aan. “Mevrouw Jonkman, u bent af en toe een bijzonder ondeugende dame. Maar goed, dat wist ik al uit betrouwbare bron, en gezien de aanleiding was ik daar, na lang en diep nadenken, best wel blij mee.”
Joline stak haar hand uit. “Kom eens hier, Rogier.” Ze kwam overeind, sloeg haar armen om hem heen en kuste hem. “Dank je wel dat je dat gewoon tegen me zegt. En ben je ook blij met de ondeugende meneer Jonkman? Want die heeft er net zo goed aan meegewerkt.”
Hij keek mij aan en knikte kort. “Jullie hebben mijn meisje en haar zus uit een héle diepe put gehaald en laten merken dat erotiek en seks mág en fijn is. En daar heb ik de laatste weken van genoten. En nee Kees, ik hoef geen zoentje van jou, dank je wel voor het aanbod.” We schoten in de lach. “Kom hier, aanstaand Piraat…”
Joline trok hem weer naar zich toe en knuffelde hem. “Dank je wel Jolien. En nu ga ik maar gauw jullie slaapkamer uit, anders gaat mijn vriendinnetje helemaal uit haar bol en slaap ik vannacht in m’n eigen schuurtje, naast m’n motor.”
“Zeker weten mannetje! Een beetje mijn chef zitten knuffelen, terwijl ze haar pyjama aanheeft… Ben jij gek!” Charlotte stond in de deuropening, quasi boos kijkend. “Nou, knuffel jij de echtgenoot van je chef dan even, Lot. Dan is het gelijk spel en hebben we alle vier reden voor goedmaaksex vanavond. En of dat in het schuurtje is, op de centrifuge of op het aanrecht, boeit me niet zo bijzonder…”
Joline keek ondeugend en trok Rogier weer naar zich toe. Lot ging naast mij zitten en knuffelde even. Haar bruine krullen kriebelden in m’n gezicht. “Hé mooie dame… Lekker geslapen op de bank, naast die vent van je?” Ze knikte. “Heerlijk. En wat ook heerlijk is: dít. Gewoon er over praten dat wij met jullie hebben gevreeën.” Naast me hoorde ik: “Ja. Dat hing nog steeds een beetje boven ons verblijf hier, ondanks dat ik jullie ontzettend graag mag. Maar nu is dat uitgesproken. En nogmaals: ik ben er, achteraf gezien, heel blij mee dat jullie Lot en Margot ontdooit hebben.”
Joline schoot weer in de lach. “Nee, dat moet ik bij Kees doen. Deze twee meiden moest ik niet ontdooien, hoor…” Rogier gniffelde en stond op. “Kom Lot. Hun koffie en ei wordt koud en de broodjes ook. En die van ons ook. Da’s jammer. En ze moeten zich nog douchen en netjes voor de kerk aankleden. Heeft tijd nodig. Kóm!” Ze liepen de slaapkamer uit.
Joline keek me aan. “Dat was een goed begin van de ochtend, Kees.” Ik knikte. “Inderdaad. Nu weten we ten minste uit eigen mond hoe Rogier in de wedstrijd staat. Jammer dat ik geen zoentje van hem kreeg, maar ja… Het is niet altijd feest.” In Joline’s ogen ontstonden plaaglichtjes. “Ik zal het hem eens vragen, oké?” “Dan hoop ik dat Rogier zich geschoren heeft”, bromde ik.
Twee warme armen gleden om mijn nek. “Mafkees. Weet je dat ik nu héél blij ben, Kees?” Ik knikte. “Zonder geintjes: ik ook, schat. Een stukje lucht is gezuiverd. En nu: lekker ontbijten.” Ik knikte. “Ja. En vanavond goedmaaksex. Ook lekker.” Joline giebelde. “Op de centrifuge?”
Een zoentje, toen gingen we het bed uit en deed Joline de deur dicht. Daarna netjes aankleden en we konden aan tafel. Tijdens het eten waren Gerben en Margot vrij stil. Joline kreeg een nadenkende trek op haar gezicht en vanuit het niets zei ze: “Margot, Gerben: er is iets. Vertel.”
Gerben werd rood en Margot legde haar hand op de zijne. “Toe maar…” Aarzelend begon hij. “Ik… ik zag vanochtend dat jij Rogier omhelsde, Jolien. En ving een stukje van jullie gesprek op. Over de manier waarop jullie Margot en Charlotte hadden laten kennismaken met fijne seks met een man…”
Hij zweeg even en barstte toen los: “Ik wil dat jullie weten dat ik het daar heel moeilijk mee heb gehad. Niet alleen omdat ik vreselijk van Margot houd, maar ook omdat ik… Ach, verrek maar: omdat ik moeite had met het beeld van Margot en Kees in één bed, met elkaar vrijend.” Charlotte zei zachtjes: “Ik was er ook bij, Gerben. En Joline. Het initiatief kwam bij ons vandaan.”
Hij knikte. “Dat weet ik ondertussen ook wel, Lot. Maar het bleef als een donderwolk boven me hangen, toen ik het hoorde. En Margot heeft me het hele verhaal verteld, inclusief Kees z’n woede-uitbarsting toen jullie terugkwamen na een aanval van meneer Bongers in Utrecht. En de keer daarna, na een poging tot inbraak, toen jullie bij Kees en Joline in bed kropen…”
Hij keek me aan.
“En de nacht daarna, Kees. En Margot zei dat ze zich in eerste instantie kapot schaamde omdat ze zich zó had laten gaan. Maar later er met een glimlach op terug kon kijken, omdat jullie niets deden wat ze niet zelf gewild zou hebben. Jullie hebben ook mijn meisje vreselijk geholpen. Sorry voor mijn, in gedachten uitgesproken, scheldpartijen. Ik heb jullie uitgemaakt voor alles wat lelijk was, totdat Margot me even hardhandig bij mijn nekvel greep en vertelde dat zij én Lot binnen een paar nachten waren genezen van de gedachte dat seks smerig zou zijn.”
Ik kon niet anders dan glimlachen en hem een hand geven. “Dank je wel voor deze ontboezeming Gerben. Er was lef voor nodig om dat tegen ons te zeggen.” Joline deed het anders. Ze keek naar Margot. “Mag ik jouw vent even knuffelen, Mar?” Die knikte. Joline gleed van haar kruk af en omhelsde Gerben. “Ook jij bent een schat. Net als Rogier. We zijn hartstikke blij met jullie.”
Ze zoende hem en Gerben werd rood. “Oh, mijn lieve vriendje wordt verlegen… Wat schattig!” Margot giebelde. “Vind je het gek als je plotseling door een bijzonder knappe vrouw gezoend wordt…” mopperde Gerben.
“Hé! Ik zoen jou ook regelmatig, en dan word je niét rood, meneer van Wiers! Mag ik daaruit afleiden dat ik niet knap ben? Als dat zo is, mag je dat nú zeggen!” Rogier grinnikte. “Dekking zoeken, Gerben. Zo meteen doet je oor pijn.” Maar Gerben bleef de kalmte zelf. “Heb jij last van geheugenverlies, Margot? De eerste keer toen jij me zoende werd ik dusdanig rood dat de bloedvaten in mijn gezicht ernstig opgerekt werden. Of weet je dat niet meer?”
Margot bromde: “Hmmm… Goeie smoes, maar ergens heb ik het gevoel dat ik bedonderd word.” Lot was de verstandigste. “Mensen, we hebben nog tien minuten voordat we naar kerk gaan. Dus: je boterham opeten, daarna even optutten en om 09:40 gaan we weg. Weekendtassen en zo niet vergeten, want we slapen in Nijmegen of Waardenburg. En het is slecht voor de gemoedsrust van het echtpaar aan deze tafel als zij vanmiddag ‘leuke dingen’ willen doen en wij komen binnen walsen omdat een van ons de weekendtas is vergeten.”
Ik keek haar aan. “Krijg de hik, jij. Mijn gemoedsrust raakt niet zo gauw van de leg hoor.”
Lot keek plagend. “Die van jou wellicht niet, maar die van Gerben waarschijnlijk wel. Als hij jou en Joline geheel ontkleed op de draaiende centrifuge aantreft…”
“Wel allemachtig!” Joline ontplofte en Lot keek nu bijzonder gemeen. “Niet zo handig om de slaapkamerdeur open te laten staan als je overlegd wat jullie vanmiddag gaan doen, duifjes…” Ze lachte ons vierkant uit. ‘Kréng!” Het kwam hartgrondig uit Joline’s mond en iedereen moest lachen.
Lot reed even met de grijze Volvo achter ons aan. Zij zou in Nijmegen slapen. Margot zou na het bezoek aan Nadia bij Gerben slapen en met hem meerijden naar Gorinchem. In de kerk was zoals gewoonlijk vol. Een blik op de orgelgalerij: Greet maakte zich klaar om te gaan spelen. Even later klonk een stuk van Bach door de kerk: de prelude en fuga in C-majeur. Ze speelde ‘fors’, met de mixtuur op het hoofdwerk en de Prestant 16-voet op het pedaal. En die subbas dreunde als een metronoom door de kerk. Maar om tien uur liep de kerkeraad de kerk binnen; Jackie Moes was de ouderling. Ze legde haar papier met mededelingen weer neer en wachtte een paar pas naast het liturgisch centrum. Het duurde tien seconden, toen speelde Greet het slotaccoord. Toen stapte ze achter de lessenaar en keek richting orgelgalerij.
“Dank u wel, mevrouw Zwart. Gemeente, welkom in onze kerk…” De gebruikelijke mededelingen volgen en daarna gaf ze dominee Richard een hand en begon de dienst. Zingen, lezen, bidden, zingen… Van het zingen genoot ik. Weliswaar was ik geen echte zanger, maar men zong hier goed en bij de meeste liederen kon ik wel redelijk meedoen. En ook Joline begon nu mee te zingen; tijdens de eerste paar keren had ze haar mond gehouden.
En de zussen? Die hadden beiden een mooie, heldere sopraanstem en zongen vrijwel alles mee. Rogier en Gerben niet; die hadden waarschijnlijk last van het ‘kat in een vreemd pakhuis-syndroom’. Niet zo gek als je nog bijna nooit in een kerk geweest bent…
De tekst waarover Richard preekte ging over de genezing van de verlamde man op de sabbat. Toen de tekst gelezen werd moest ik grinniken. Ik dacht terug aan de eerste gezellige avond in Malden, toen Rob en Melissa verkering kregen. Mel had Rob z’n knie gemolesteerd tijdens de wandeling, maar nadat hij en Mel hun eerste zoenen hadden uitgewisseld, kon hij plotseling weer lopen als een kievit.
Toen de preek begon, had Richard het over ‘het verzieken van de sabbat’, de rustdag van de Joden. “Gemeente, de toenmalige religieuze leiders hadden van de door God ingestelde rustdag een keurslijf gemaakt. Er kón niks, er mócht niks en er wás niks. De vrouwen moesten de dag vóór de sabbat dubbel zo hard aan de slag om het eten te maken, want op de dag zelf mocht er niet gekookt worden. Volgens de religieuze leiders ten minste. Ze hadden de hele dag dichtgetimmerd…”
Zo ging hij nog even door op de praktische consequenties van het vierde gebod “Gedenk de sabbatdag, dat ge die heiligt” te schetsen in de tijd van Jezus.
En toen ging hij over naar het heden.
“Gemeente, wij vieren geen sabbat. Wij vieren de zondag, de dag van de opstanding van onze Heer. Maar… Hoe vieren wij die dag? Hoe zien onze kinderen de zondag? Is er wel sprake van ‘vieren’ of gebruiken wij die dag om ’s ochtends naar de kerk te gaan en de rest van de dag een beetje te freewheelen? Of om ’s middags achter de TV te kruipen en Studio Sport te kijken? Zelf te voetballen? Een stuk te lopen door het bos? Of om werk in te halen waar we door de week niet aan toekwamen?”
Hij zweeg even, pakte zijn tafelmicrofoon en liep van het liturgisch centrum af.
En tijdens het lopen zei hij: “Graag zou ik van u een stukje besteding van de zondag horen. En ja, dat is wellicht confronterend, maar dan heb ik aanknopingspunten voor de rest van mijn preek. Mijn eerste vraag is dus: hoe ziet u de functie van de zondag in de huidige tijd? Wie wil daar eens op antwoorden?”
Een paar vingers gingen aarzelend omhoog.
“Even tot bezinning komen.”
“De accu opladen voor de volgende week.”
“’s Middags de natuur in.”
Een van de jongeren op de achterste rij zei: “Lekker geen huiswerk!”
En een van de anderen maakte de gemeente aan het lachen. “Eerst me door de kerkdienst zien te worstelen, daarna met vrienden zwemmen!”
Een wat ouder gemeentelid zei: “Eerst naar de kerk. Daarna op bezoek bij vrienden of familie en ’s middags eens een goed boek pakken.”
Iemand anders: “Vaak zit ik ’s middags op de computer de losse eindjes van de week ervoor aan elkaar te breien. Of ik werk in het voren, als er projecten zijn die volgende week spelen.”
Na een aardige hoeveelheid reacties zei hij: “Gemeente, allereerst: u zult van mij geen goed- of afkeuring horen over uw zondagsbeleving. Want als er eentje moet werken op zondag ben ik het wel.” Hij wees naar boven: “Of Greet. Of een van onze kosters. En geloof me: ook ik treed het 4e gebod soms met voeten; dan begin ik zaterdagavond aan mijn preek, kom er niet uit en voor ik het weet is het voorbij middernacht. Vannacht was het ook half twee voor ik de dienst helemaal klaar had. Mijn invulling van zondag is soms dan ook: ’s middags na de lunch even een dutje doen op de bank, zodat ik ’s avonds weer fris en fruitig ben. Anders begint mijn lieve echtgenote te mopperen en dat wil je niet.”
Gelach. “Maar er zijn ook politiemensen lid van onze gemeente. Mensen van de brandweer, BOA’s, militairen… Die moéten op de zondag werken. Winkelpersoneel, mensen van Eindhoven Airport, verpleegkundigen, doktoren, ambulancemedewerkers, noem maar op. Die hebben vaak geen keuze. Het staat in hun CAO, zoals personeel in de horeca of winkelpersoneel.
En ja, in de meeste sectoren wordt men daar redelijk voor gecompenseerd in de vorm van weekendtoeslagen, maar er zijn beroepsgroepen waarbij de werkgevers uit alle macht proberen daar onderuit te komen, zoals bij bepaalde winkelketens.
Wat ik van u vraag, en zie dat maar als een stukje huiswerk voor vandaag is na te denken over het volgende: Zorgen mijn activiteiten op zondag ervoor dat anderen op diezelfde zondag aan het werk moeten?
Een paar voorbeelden:
U zit nu hier, in onze kerk. En ik weet dat een aantal gemeenteleden daar een behoorlijk stuk voor moeten rijden. Hetzij op de fiets, hetzij met de auto. En sommigen zelfs met de trein. Dat houdt in: politiemensen op straat. Geneeskundig personeel op de SEH en op de ambulance. NS-personeel in de trein, maar ook de verkeersleiding moet werken. Noem maar op.
Maar ga eens bij uzelf te rade of dat ene pak suiker en die liter melk die u vandaag koopt, omdat u die gisteren vergeten was, nu persé nodig is. Wees u ervan bewust dat u mensen, door uw besteding van de zondag, wellicht weerhoudt om van een stukje ‘zondagsrust’ te genieten.
Gemeente: uiteindelijk wil ik géén lans breken om terug te gaan in de tijd en dat iedereen op de zondag maar op zijn of haar handen moet gaan zitten en niks mag, behalve naar de kerk gaan. We mogen van de zondag als rustdag geniéten, want deze dag is niet voor niets aan ons gegeven. En voor de gemeenteleden die nu, as we speak, aan het werk zijn en de dienst later zien en horen op Kerkdienst gemist punt NL: geniet ook van uw rustmoment. Op welke dag van de week dan ook.
Zoals mijn moeder vroeger zei: ‘Niets moet, veel mag.’ Amen.”
Ik keek opzij, naar Charlotte. Die knikte. “Deze preek mag hij wel eens in de Koninkrijkszaal in Groot-Ammers houden, Kees. Maar ik ben bang dat hem dan halverwege het woord wordt ontnomen.” Ze keek ernstig en ik knipoogde. Rogier keek me aan. “Ik begrijp nu waarom jullie je hier thuis voelen, Kees.” “Ik hoop dat dat ook voor jou gaat gelden, vriend.” Lot kneep even in zijn hand. “Gaat lukken, Rogier.”
Greet was ondertussen gaan spelen; het stukje ‘meditatieve muziek’ wat er altijd na de preek was. Eerst een stukje fantasie op het koraal ‘Liebster Jesu, wir sind hier’ van Bach. Daarna week ze van de muziek af. Haar tempo werd sneller, het thema veranderde en voor ik het wist klonk de melodie van Herman van Veen: ‘Opzij, opzij, opzij, maak plaats, maak plaats, maak plaats, wij hebben ongelofelijke haast!’ En het tempo ging hárd!
In gedachten zag ik haar handen over de toetsen vliegen… Ze stopte met een nogal schril accoord. Richard deed een stap naar zijn microfoon. “Dank je wel Greet. Het contrast tussen de zondagsrust en de wereld die gewoon doordraait had je niet beter kunnen weergeven. Gemeente, u heeft nu twee preken gehoord. Eentje van mij en een muzikale van Greet.”
De gemeente lachte.
Daarna een lied, gebeden, opstaan voor het slotlied, gevolgd door de zegen. Daarna zette Greet het orgel weer aan het werk met een mooie fantasie op het slotlied. We liepen tussen alle andere kerkgangers richting de uitgang. Daar stonden Richard met Jackie Moes iedereen een hand te geven. Lot, Rogier, Margot en Gerben liepen voor ons en beide heren werden voorgesteld als de vrienden van de zussen.
Richard keek hen aan. “Pas goed op deze dames en welkom in onze kerk!” Wat Rogier tegen hem zei hoorde ik niet, maar het gevolg was wel dat Richard in de lach schoot. Joline gaf hem een hand en zei liefjes: “Nu heb je ons huiswerk opgegeven, dominee. Op zondag nog wel! Ik vind daar wat van!” Hij knikte. “Klopt, Jolien. Maar denk er aan: Niets moet, veel kan.”
Ze pruttelde: “Ik wou dat mijn ouders die eerder hadden gehoord…” Richard lachte haar uit. Ik gaf hem een hand. “Dank je wel voor dit stukje bewustwording, Richard. Mag ik vandaag wel bugel spelen?”
Hij keek me aan. “Volgens mij is dat voor jou pure ontspanning, Kees. Klets niet uit je nek.” “Meestal wel dominee, maar soms zit Greet me achter de vodden. Dan lijkt het net ‘werk’.” “Dat zul je dan wel verdiend hebben, Kees.” Jackie keek me lachend aan en ook Richard moest lachen.
“Zo. Die heb je te pakken, Kees. Fijne zondag nog!”
Voor de vorm mopperde ik nog wat. “Jaja… ‘Een fijne zondag’ zegt meneer de dominee. Terwijl ik nog grondig moet oefenen voor een concert in de St. Jan in den Bosch. Samen met die veeleisende mevrouw op de orgelgalerij.”
"En het is je geraaien dat je oefent… Majóór!”
De stem van Greet klonk achter me en ik keek zielig. “Dát bedoel ik dus.”
Ik draaide me om. “Mooie samenvatting van de preek, Greet. Met je ‘opzij, opzij, opzij’… Rare troela.” Nu was het haar beurt om te lachen.
“Tijdens de preek zat ik al te denken hoe ik een contrast kon aanbrengen tussen Bach en de gehaaste wereld van vandaag. Kwam er niet op. En tijdens het spelen dook Herman van Veen plotseling op. En toen was het alleen nog maar een kwestie van een mooie overgang spelen en húp…”
“Er zullen er niet veel zijn die je dat nadoen, Greet. Maar het had wel wat.” Richard knikte waarderend en gaf haar een hand. Joline en ik liepen door: de zussen, Rogier en Gerben gingen naar Arnhem. Even afscheid nemen.
“Doe de groeten aan Nadia, dames! En heren: gedraag je netjes, denk er aan!” Joline keek waarschuwend. “Jawel mevrouw Jonkman. Jullie ook… op de centrifuge!” De laatste woorden van Gerben sprak hij zachtjes uit.
Joline werd rood, ik schoot in de lach en de zussen lagen bijna dubbel om Joline’s gezicht. “Jij bent érg, meneer van Wiers! Hup, opbokken jullie!” Ze liepen lachend de deur uit.
“Kom schat, koffie. We hebben de tijd.” Met een bak koffie in de hand kletsten we nog even met Jackie Moes. “Je zei net iets over oefenen, Kees. En dat Greet je achter de vodden zou zitten… Vertel!” Ik vertelde over het concert met de RFBW in Den Bosch. “…en dat wordt mooi, Jackie. Niet omdat ene Jonkman speelt, maar wél omdat die fanfare sowieso de moeite waard is om naar te luisteren en omdat we Hendrik en Wendy er ook bij hebben.”
“Wendy? Die zangeres? Ja, die zingt prachtig. Ik ga meneer mijn echtgenoot eens porren om daar samen heen te gaan!” Joline zei droogjes; “Ja, als je de naam van Wendy noemt, staat hij natuurlijk al in de startblokken…”
Een priemende blik kwam haar kant uit. “Kijk jij een beetje uit, mevrouw nog-niet-zo-gek-lang Jonkman? Mijn echtgenoot heeft zo zijn eigenaardigheden, maar…” Al kletsend dronken we de koffie op. “Kom schat, we gaan eens richting huis. Even rust, zonder die kwebbelkonten en hun vriendjes.”
Joline zuchtte demonstratief. “Ja. Als ze die bugel nou ook hadden meegenomen…”
Lees verder: Mini - 300
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10