Door: Zazie
Datum: 25-08-2024 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 4880
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Koning, Koningin, Minnares,
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Koning, Koningin, Minnares,
Vervolg op: Leve De Koning - 1: Broers
Koningin En Minnares
.
Eenmaal weergekeerd in het paleis geef ik Bontemps opdracht om uit te zoeken wie die twee meisjes in dat meertje waren. Zoals altijd is het druk rond mijn vertrekken, ik wil echter alleen zijn met mijn broer en draag mijn secretarissen op iedereen weg te laten sturen. Zodra iedereen is vertrokken en we alleen zijn in de regeringskamer vraagt Philippe: ‘wat was dat nou allemaal, Louis?’ Ja, wat was dat nou. Ik raakt me opnieuw, eerst de dood van madame Sophie, met haar vraag over mijn koningschap, en vervolgens die twee meisjes die wilden weten of de koning aardig is. En nu Philippe, die me met ogen als waren ze de mijne aankijkt, en voor wie maman me vanaf de eerste dag van mijn koningschap heeft gewaarschuwd dat hij op de troon zou azen, zoals papa’s broer dat ook altijd bij hem deed…
Maar voor éen keer kan me dat nu even niks schelen en ik vertel Philippe wat me dwars zit. ‘Madame Sophie heeft me aan het denken gezet. Toen ik het koningschap op me nam was Frankrijk alleen maar een verzameling territoria waarin feitelijk de adel de baas was. Ik wilde af van dat stelsel en heb ze gedwongen hier te komen wonen, waardoor het gezag van de koning werd hersteld. Ondertussen heb ik onze vijanden aangepakt, waardoor er weer respect is voor Frankrijk. Maar wat heb ik er mee bereikt? Hoe gaat het met mijn onderdanen? Ik heb er oprecht geen idee van, broer.’
Hij haalt zijn schouders op: ‘wat is daar zo belangrijk aan? Als ze op tijd hun belasting betalen moeten ze verder maar voor zichzelf zorgen.’ Het is alsof ik mezelf tot voor kort hoor praten, het is niet de taak van een koning om ervoor te zorgen dat zijn volk het goed maakt. Inmiddels twijfel ik daaraan en ik reageer: ‘is dat echt zo, broer? Zou ik niet moeten weten wat de noden zijn van mijn onderdanen? In ieder geval wil ik beter weten wat ze bezighoudt en dat lukt me alleen als ik met ze in contact treed. En daar heb ik jouw hulp bij nodig.’
Philippe grijnst, cynisch ineens: ‘pardonnez-moi, vertrouw je me nu ineens wel?’
Tja, ik wou dat ik het wist. Maman heeft me zó vaak ingeprent hem te wantrouwen dat ik bijna niet anders meer kan denken. Ik betwijfel inmiddels echter of hij de troon wil hebben, daarvoor is hij veel te veel gehecht aan zijn luxeleventje met zijn vriendjes.
Ik heb het wel geprobeerd, éen keer heb ik hem een veldslag laten leiden en dat deed hij zo goed dat hij razend populair werd bij het leger. Dat was zo’n grote bedreiging voor mijn positie dat ik hem terstond weer het leiderschap ontnam. Dat leidde tot verbitterde ruzies tussen ons en inmiddels heb ik daar ook wel wat spijt van. Een koning kan dat echter niet toegeven, dus haal ik mijn schouders op en antwoord: ‘we zullen zien, broer, bewijs je maar.’
Ai, fout antwoord.
Philippe zijn donkere ogen schieten ineens vuur en boos marcheert hij naar de grote dubbele deuren: ‘je zoekt het zelf maar uit Louis!’ Ik reageer direct: ‘Duc d’Orléans, restez, blijf! Uw Koning heeft u nodig.’ Hij blijft staan, draait zich om en bijt me toe: ‘Vive le Roi! Het zal wel, Louis, maar dat trucje werkt allang niet meer voor mij. Je weet waar je me kunt vinden, want ik mag hier toch niet weg…’ waarna hij aanstalten maakt om door te lopen. Ik wil oprecht dat hij blijft, al met al is hij toch mijn broer, ik heb hem nodig en hij verdient zo langzamerhand mijn vertrouwen. Zachtjes zeg ik ‘S’il vous plaît, Philippe, Ik heb je nodig.’
Wat zie ik in zijn ogen? Triomf? Blijdschap? Wat het ook is, hij draait zich op zijn schreden om en loopt naar de zetels bij de haard: ‘alors, broer, ik geef je een paar minuten, vertel wat je van me wilt.’ Ik ga bij hem zitten en doe hem mijn plan uit de doeken. Samen bekijken we het van alle kanten en een half uur later weten we wat ons te doen staat…
Afreageren
Inmiddels ben ik doodop, na de afgelopen brakke nacht en het overlijden van madame Sophie moet ik eerst een tijdje slapen, hoewel het nog maar halverwege de middag is. Omdat Bontemps nog niet terug is gaat een van de deurwachten me voor naar mijn privé-vertrekken en nadat mijn kameniers me snel hebben ontkleed tuimel ik met alleen een nachthemd aan mijn bed in.
Ik word wakker omdat er aan mijn pénis gezogen wordt. Athénaïs, mijn onverzadigbare minnares. Als ik mijn ogen open krijg ik een zoen van haar waarna ze me met haar fel-groene ogen aankijkt en fluistert ‘ik miste je bij de lunch. Zelfs je koningin wist niet waar je was.’ Hmm, ja, mijn koningin, het wordt tijd haar weer eens te bezoeken, vanavond maar. Maar nu eerst Athénaïs, ze komt precies op het juiste moment, de frisse jonge lichamen van die twee boerenmeisjes gonzen nog door in het mijne. Ik zeg haar zich te ontkleden en doe zelf mijn nachthemd uit.
Terwijl ze zich uit haar japon rijgt verlustig ik me aan haar lichaam dat beetje bij beetje tevoorschijn komt. Ze is slank en stevig, met een witte huid en lange koperbruine krullen. Ik weet maar al te goed dat ze de positie die ze aan het hof kreeg door mijn officiële minnares te worden misbruikt en dat ze denkt dat ik dat niet doorheb. Wat zij niet goed beseft is dat ik echter álles weet, dankzij Bontemps die in het hele paleis oren en ogen heeft en dankzij Maréchal, mijn politiechef, die niet alleen Versailles maar ook Parijs en de verre omgeving in zijn greep heeft. Ik laat haar echter in de waan, zolang ze zich niet al te stevig vergaloppeert houd ik haar aan, ik ben nog niet uitgekeken op haar lichaam, en eerlijk gezegd ook niet op de streken die ze uithaalt.
Eenmaal naakt komt ze wijdbeens op me zitten en neemt ze mijn pénis beet. Na die op haar schoot te hebben gericht laat ze zich over me heen zakken, me onderdompelend in haar alles opeisende nauwe warmte. Ik onderga het in alle rust, met mijn handen onder mijn hoofd bekijk ik het schouwspel van haar soepele lichaam dat zich op mij naar een climax werkt. Haar borsten lijken de maat aan te geven van haar bewegingen, zusterlijk veren ze in de maat. Athénaïs was er blijkbaar aan toe, te snel naar mijn zin herken ik de signalen die leiden tot haar satisfaction.
Ik til haar bij haar heupen van me af, leg haar op haar rug, spreid haar benen en stoot mijn phallus in een keer volledig in haar. Ondertussen trek ik me niks aan van haar gemopper, ze is er voor mij en niet andersom. Met die twee meisjes voor ogen stoot ik me opnieuw diep in Athénaïs haar ontvankelijke lichaam, waarna ik haar ga berijden in een hard en stevig ritme. Talloze vrouwen had ik al in mijn bed en als ik éen ding heb geleerd is dat je ze moet behandelen als een onwillige merrie. Zolang het kan kunnen de teugels gevierd blijven om haar in de waan te laten dat ze het voor het zeggen heeft. Op het moment suprème is het echter zaak ze hard aan te halen en te laten voelen wie er de leiding heeft. Daarna zijn ze als was in mijn handen.
Steeds weer drijf ik me hard in haar, met als gevolg dat haar borsten in hetzelfde tempo op haar lichaam op en neer bewegen. De kleine roze tepels staan rechtop, naar mij gericht. Ik wrijf mijn borst eroverheen, om dat plezierige licht-krassende gevoel over mijn huid te ervaren. Opnieuw bewandelt Athénaïs de weg naar haar ‘paradis’ en ik zorg ervoor dat we tegelijk bij de poort ervan arriveren. Met enkele gerichte en stevige stoten leeg ik me in haar en nadat we in elkaars armen tot rust zijn gekomen stuur ik haar weg. Protesterend kleedt ze zich weer aan terwijl ik in een bad stap dat in de kamer hiernaast voor me in gereedheid is gebracht.
Mijn koningin
Na een lichte maaltijd arriveer ik niet veel later in mijn werkvertrekken, waar ik mijn ministers bij elkaar liet roepen voor een ingelaste vergadering. Ik heb ze nieuws te vertellen.
Net als ik wil beginnen met de heren toe te spreken komt Bontemps binnen. Hij loopt naar me toe en fluistert in mijn oor dat de meisjes zijn gevonden. Ik knik tevreden en zeg dat ik ze morgen thuis wil bezoeken.
Vervolgens spreek ik mijn zes ministers toe: ‘Heren. Ik ga op veldtocht, maar een andere dan u van mij gewoon bent. Ik wil weten wat er in mijn land leeft en zal de komende maanden de belangrijkste Hertogdommen bezoeken. Mijn broer Philippe vergezelt mij, hij bereidt de reis voor en draagt er zorg voor dat de Heren Hertogen tijdig uit Versailles vertrekken om ons op hun domeinen te ontvangen. Tijdens mijn afwezigheid zal mijn echtgenote Koningin Maria Theresia optreden als mijn plaatsvervanger, waarbij ze via dagelijkse koeriers in nauw contact zal blijven met mij.’
De ministers kijken mij fronsend aan, het is hen aan te zien dat het nieuw voor hen is, een koning die wil weten hoe het met zijn onderdanen gaat. Als mij de vraag wordt gesteld wat het doel daarvan is licht ik toe dat Frankrijk aan modernisering toe is en dat ik met eigen ogen wil verkennen wat daarvoor nodig is, waarna de heren alleen nog maar instemmend kunnen knikken.
Nadat we het geheel goed hebben doorgesproken verlaat ik hen en ga ik naar het appartement van mijn echtgenote. Als ik binnenkom zit zij zoals gewoonlijk met haar dames te borduren. Ze kijkt verheugd op en draagt terstond iedereen op de salon te verlaten. Ik zet mij naast haar op de bank en vertel haar van mijn beoogde rondreis door Frankrijk. Zoals ik al verwachtte verzoekt zij mij te mogen vergezellen maar ik zeg haar dat ik haar hier nodig heb, om mijn regering in toom te houden. Indien gewenst kan zij daar Madame Athénaïs de Montespan bij inschakelen. Haar donkere Spaanse ogen worden nog een tintje donkerder als ze verbeten reageert: ‘Esa puta, die hoer, God beware mij als ik ook maar éen woord met haar wissel.’
Ik moet er inwendig om grijnzen maar reageer niet. Ik sta op en zeg: ‘kom, mijn koningin, laten wij onze zoon de Dauphin een broer of zuster bezorgen. Meteen slaat haar stemming om, met rode blosjes komt zij omhoog, legt haar arm in mijn elleboog en kalmpjes wandelen wij naar haar slaapvertrekken, terwijl ze me uitvraagt over mijn reis, wat mijn doel is, wanneer ik vertrek, etcetera.
Terwijl ik mijzelf uitkleed en naakt in haar bed ga liggen laat zij zich ontdoen van haar kledingstukken door haar beide kameniers. Ik kijk keurend toe en hoewel er al een enkel grijze te zien is in haar bijna zwarte lange haren is zij nog steeds een mooie jeugdige dame om te zien. Haar zwangerschappen hebben haar lichaam nauwelijks aangetast, ze is hooguit iets voller geworden, hetgeen ik wel kan waarderen in een dame.
Als zij eenmaal naast mij ligt draait zij zich naar mij toe en fluistert ‘kwam je maar wat vaker bij me, mijn echtgenoot.’ Opnieuw reageer ik niet, ik ken dit verzoek inmiddels wel, ze kan of wil niet begrijpen dat ik haar alleen maar huwde om haar Spaanse afkomst en om voor mijn nageslacht zorg te dragen. Ik bevochtig haar, leg mij over haar heen tussen haar dijen en schuif mij dan bij haar naar binnen. Ook daar is zij nog steeds in goede conditie, zij sluit zich nauw en warm om mijn phallus. Om haar aan mijn aanwezigheid in haar lichaam te laten wennen schuif ik aanvankelijk in een rustig tempo op en neer. Het heeft effect, al spoedig opent zij zich verder zodat ik haar met mijn volledige lans kan nemen.
Vanaf het moment dat ze goed is ingereden verhoog ik mijn tempo, waardoor Maria Theresia steeds verder in het liefdesspel getrokken wordt. Zodra zij Spaanse woordjes begint te fluisteren weet ik dat zij haar paradijs nadert, op dit soort momenten is zij op haar best en realiseer ik mij dat ik het op dit punt heb getroffen met mijn echtgenote. Ik gun haar haar extase, zo vaak komen wij niet samen. En dus steek ik mijn wapen beheerst steeds weer volledig in haar, tot het moment dat de woordjes worden vervangen door kreuntje en gilletjes, het moment om te versnellen. Toch duurt het nog even voordat ik me in haar leeg, Athénaïs heeft me enkele uren geleden al vakkundig geledigd.
Na afloop blijf ik nog even liggen, daarna stap ik uit bed om mezelf door een van de kameniersters te laten reinigen. Maria-Théresia smeekt me om nog even te blijven maar ze weet al heel lang dat ik dat niet zal doen, ze is mijn koningin, niet mijn minnares. Ik zeg haar een tijdje te blijven liggen om de bevruchting een kans te geven en met een lichte buiging vertrek ik.
De avonden
De avonden van Versailles zijn geliefd maar ook berucht onder de inwoners. Complotten worden gesmeed, spelletjes gespeeld, geheime liefdesrelaties verbroken of juist aangegaan. Ik ben uitgeput en hoewel ik nu naar bed zou moeten gaan kan ik het niet laten om toch nog even naar de salon-grande te gaan. Al in de verte hoor ik dat het er druk is, het gegons van stemmen dringt zelfs door de gesloten deuren tot hier. Bontemps gebaart de deurwachten de grote deuren open te zwaaien, kondigt me vervolgens aan met drie harde tikken en roept met luide stem ‘Le Roi!
Het is er afgeladen vol, maar ondanks de drukte valt iedereen stil om op te staan en een eerbiedige buiging te maken. Ik knik en geef met mijn hand een teken dat men verder kan gaan, waarna het lawaai weer in alle hevigheid losbarst.
Naar sommigen knikkend begeef ik me naar het zitgedeelte waar Philippe zich meestal met zijn kliek ophoudt. Als ik hen nader gebaart mijn broer aan zijn gezelschap plaats te maken waarna ik naast hem ga zitten. ‘Aan mijn zijde is alles geregeld’ zeg ik zacht, over twee weken kunnen we vertrekken. En jij?’ Philippe vertelt dat hij al een route heeft uitgestippeld, we beginnen in het Noorden, in het hertogdom Kassel, reizen via de Atlantische kust naar Bordeaux en vervolgens Pau in de Pyreneeën, en keren terug via enkele grote hertogdommen in het binnenland. De Hertogen die het aangaat vertrekken de komende dagen naar hun domeinen, om onze komst voor te bereiden.
Ik omhels mijn broer als dank en wandel nog even naar de kaartzaal.
Voordat ik die echter weet te bereiken word ik aangeklampt door Athénaïs. Ze troont me mee naar een rustige hoek en dringt zich aan me op. Ze snuffelt wat aan me en fluistert, ineens bozig en opgewonden: ‘Louis, was je bij die Spaanse kwezelaar?’ Het valt me op dat mijn dames een beperkte woordenschat hebben als het om hun concurrentes gaat. Als ik echter ergens een hekel aan heb is het wel aan jaloerse vrouwen.
Ik neem afstand van haar en spreek op luidere toon: ‘Madame de Montespan, ik verzoek u dringend uw woordkeuze te herzien, u heeft het hier over de Koningin van Frankrijk!' Als ik zie dat ze verbleekt heeft ze hoop ik haar lesje geleerd, waarna ik doorloop met een 'au revoir, Madame.’ Ik weet dat vrijwel het hele hof heeft meegekeken en het kan geen kwaad dat Athénaïs nu enkele dagen het centrum van de roddels zal zijn, het zal haar hopelijk bijbrengen wat haar positie is. Bovendien verzekert me dit van een rustige nacht, ze zal nu zeker niet mijn bed opzoeken…
Liefs, Zazie
.
Lees verder: Leve De Koning - 3: Russische Engel
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10