Door: Jefferson
Datum: 07-01-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 3837
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 4
Trefwoord(en): Cuckolding,
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 4
Trefwoord(en): Cuckolding,
Vervolg op: Niet Te Zoet
De Loser
*
Een 'experiment'
*
En toen begon het. Een episch verhaal. Niet zomaar een sprookje over goed tegen kwaad, want die kennen we inmiddels wel. Nee, dit verhaal ging over hoe helden geboren worden. Over de grijze gebieden tussen goed en kwaad, waar keuzes gemaakt worden en het lot zich ontvouwt. Dit is het verhaal van Daniël, een jongeman met een koppig karakter, een eigen wil en een pad dat nog niet volledig voor hem was uitgestippeld.
Daniël was mens, een gewone jongen uit een wereld die verre van gewoon was. Azeroth, een naam die niemand echt begreep, was een planeet vol wonderen, mysteries en intelligent leven dat veel verder reikte dan de menselijke koninkrijken alleen. In de uitgestrekte vallei aan de rand van het Elwynnerwoud stond een kapel, waar Daniël zijn eerste stappen zette op een reis die zijn leven voorgoed zou veranderen. Daar kreeg hij te horen dat hij moest trainen. Voor wat, dat wist hij nog niet, en de priesterlijke orde die hem daarheen gestuurd had, liet ook niets los.
Als zoon van een hogepriester in de hoofdstad leek Daniël voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader te treden. Zijn vader, een toegewijd dienaar van het Heilige Licht, putte zijn kracht uit geloof en discipline. Maar Daniël, met zijn ongeduld en eigenzinnigheid, was allesbehalve een gehoorzame leerling. Het kloosterleven hield hem geen dag vast, en zijn vader, teleurgesteld maar vastberaden, duwde hem recht in de armen van de paladijnenorde. Als priester miste hij de discipline, maar als paladijn kon die hem wel worden aangeleerd – met harde hand.
De heilige orde van de paladijnen kende geen genade voor koppige jongelingen zoals Daniël. Elke misstap werd afgestraft, elke overtreding beantwoord met strenge lessen in discipline. Maar Daniël zou Daniël niet zijn als hij niet keer op keer wist te ontsnappen. De kroegen in, vrouwen versieren, feesten – het waren de geneugten van het leven die zijn vader ooit ook had gekend, want anders was hij er zelf nooit geweest. Maar zelfs Daniël wist dat dit geen bestemming was, slechts een tussenstation. Er moest een doel zijn, ook voor hem.
Dat doel werd hem duidelijk gemaakt door een oude paladijn, een mentor die hem met woorden wist te raken zoals niemand anders dat kon.
"Een ware paladijn deinst nooit terug,"
zei de man met een overtuiging die diep in Daniël’s ziel resoneerde. Hij leerde Daniël wat het betekende om te vechten voor het Heilige Licht, om kwaad zonder aarzeling uit te roeien, om de dood recht in de ogen te kijken en te lachen. Die woorden zouden Daniël nooit vergeten, net als de man die ze sprak.
Toen het bericht kwam dat deze paladijn was gesneuveld in een episch gevecht, voelde Daniël voor het eerst de impact van zijn eigen nalatigheid. Hij stond bij het graf van zijn ware leermeester en beloofde zichzelf te beteren. Dit was het moment waarop zijn reis werkelijk begon, met een nieuwe vastberadenheid in zijn hart. Voor het eerst voelde hij de zwaarte van zijn belofte – een belofte aan het Licht, aan zijn mentor, en aan zichzelf.
Ook hier in de vallei, waar hij eigenlijk had moeten trainen, dwaalden Daniëls gedachten vaker af naar het schoon om hem heen dan naar zijn plichten. De mooie vrouwen waren overal: sommigen trainden net als hij om paladijn te worden, anderen volgden een totaal ander pad. Het maakte hem niet uit – zolang ze maar mooi, strak en gewillig waren, vond Daniël ze de moeite waard. Hij sprak er vaak genoeg over, zijn opmerkingen doorspekt met zelfverzekerdheid en bravoure, vooral in het bijzijn van zijn kameraden. Althans, zo zag hij hen. Maar het duurde niet lang voordat hij ontdekte dat er achter zijn rug om over hem werd gesproken. Dat irriteerde hem mateloos.
Toch was Daniël ook niet bepaald onschuldig. Zijn vader had hem volgens hem altijd verwaarloosd; het Heilige Licht kwam altijd op de eerste plaats. Maar diep vanbinnen wist hij dat dit geen excuus was om een etter te zijn. Toch kon hij het niet laten om kattenkwaad uit te halen. Het gaf hem een gevoel van rebellie, alsof hij een echte durfal was. Hij zag zichzelf als een held, als iemand die boven de regels stond – een echte man. Maar eerlijk? Hij had nog nooit iets heldhaftigs gedaan. Hij had nog nooit zijn mannelijkheid bewezen. Die frustratie bouwde zich in hem op en leidde alleen maar tot meer roekeloos gedrag.
Tijdens trainingen deed hij nauwelijks mee. In plaats daarvan lag hij vaak te slapen tussen het hooi terwijl de anderen zich in het zweet werkten. Hij zag hoe zijn medestudenten vooruitgang boekten, hoe ze sterker en vaardiger werden, terwijl hij bleef steken in zijn eigen middelmatigheid. Dat frustreerde hem, ook al was het zijn eigen schuld. Daniël was alles behalve een begenadigd paladijn. Zelfs een eenvoudige bezem leek een onoverkomelijke uitdaging. En juist die bezem kwam met een klap op zijn hoofd terecht.
“Sta op!”
Verschrikt gehoorzaamde Daniël. Hij veegde het hooi van zich af en keek recht in de diepe, indringende ogen van Mila. Haar blik had altijd een combinatie van autoriteit en scherpte die hem stil kreeg. Mila was een van de beste studenten hier, misschien wel de beste. Ze beheerste haar vak met een vanzelfsprekende precisie en toonde een toewijding die iedereen bewonderde – zelfs Daniël. Hij was smoorverliefd op haar.
Bij iedereen kon hij een grote mond hebben, maar niet bij Mila. Haar aanwezigheid alleen al snoerde hem de mond. Nu, terwijl hij zich betrapt voelde, durfde hij niets te zeggen. Dat kwam deels door de krachtige uitstraling die ze had, maar ook omdat hij net heerlijk had liggen fantaseren over haar. In zijn hoofd had Mila hem net zo bekwaam behandeld als ze met haar wapen deed, maar dan op een veel intiemere manier. Die fantasie was abrupt onderbroken, en nu voelde hij zich zowel betrapt als verward.
“Ja, ik was gewoon moe…”
stotterde hij uiteindelijk, zijn stem trillend van onzekerheid.
Mila draaide met haar ogen en keek hem kort aan. Voor een fractie van een seconde gleden haar ogen naar de duidelijke bobbel in zijn broek. Daniël voelde zijn gezicht gloeien.
“Je zoekt het maar uit…”
zuchtte ze terwijl ze zich omdraaide. Maar ze liep niet weg zonder hem eerst met een blik vol oordeel achter te laten.
Daniël bleef achter, met een mengeling van schaamte en opwinding. Als Mila hem echt niet belangrijk vond, had ze hem vast gewoon laten liggen, toch? Hij kon de gedachte niet van zich afzetten en mompelde tegen zichzelf:
“Ze kan me niet helemaal niets schelen.”
Hij wist het zeker – ergens onder die strenge houding moest er iets van interesse schuilen. Of misschien was dat alleen wat hij zichzelf wilde wijsmaken.
Daniël had het perfecte plan. Hij zou Mila mee uit nemen. Vlakbij de kapel lag een idyllische wijngaard, een plek die bijna gemaakt leek voor romantiek. Hij stelde zich al voor hoe ze daar samen zouden zijn, op een prachtige dag, ver weg van de discipline en het strakke regime van de orde. Geen training, geen verantwoordelijkheden – gewoon hij en Mila, elkaar beter leren kennen. Het idee van een perfecte date bracht een zelfingenomen glimlach op zijn gezicht. Vol vertrouwen besloot hij haar te uitnodigen, en dus sloop hij voorzichtig naar haar kamer, hoog in de toren van de kapel waar alle vrouwen sliepen.
Maar toen hij door de deur gluurde, werd zijn hoop abrupt de kop ingedrukt. Haar bed was leeg. De kamer was verlaten. Een lichte frustratie kroop over hem heen terwijl hij stilletjes weer naar beneden sloop. Waar kon ze zijn? Het voelde bijna alsof ze hem expres ontweek, al wist hij dat dat onredelijk was. Toch kon hij het niet laten haar te zoeken. Mila moest ergens in de buurt zijn.
Binnen was ze nergens te vinden, en niemand leek zich om hem te bekommeren. Daniël was aan zijn lot overgelaten – geen kameraden die hem aanspoorden om naar bed te gaan, geen mentors die in hem de potentiële held zagen die hij zelf dacht te zijn. De waarheid knaagde aan hem: niet iedereen is voorbestemd om een held te worden. Maar hij weigerde die gedachte toe te laten. Met een koppigheid die hem vaak in de problemen bracht, besloot hij de omgeving te scouten.
Bij de rand van de kapel, waar de bomen in het maanlicht hun schaduwen wierpen, zag hij een flauw licht bij de stallen. Geruisloos sloop hij dichterbij. Toen hij dichterbij kwam, hoorde hij het. Een geluid dat hem deed verstijven: gekreun. Maar het was niet pijnlijk in de gebruikelijke zin – het klonk als pure, ongefilterde extase. Daniëls hart bonsde in zijn borst toen hij voorzichtig over de hooiberg gluurde. Wat hij zag, deed hem blozen van zowel opwinding als bitterheid.
Daar, op een hooibaal, lag Mila. Haar jonge, wulpse lichaam, volledig naakt en glanzend van het zweet, kronkelde van genot. Haar lange benen waren wijd gespreid, en boven haar stond niemand minder dan de maarschalk, de hoogste in rang hier. In vol ornaat had hij haar stevig in zijn greep. Hij hield haar enkels vast terwijl zijn dikke lul in haar gleed, centimeter voor centimeter, diep en ongenaakbaar. Van waar Daniël stond, kon hij alles zien – hoe de maarschalk haar volduwde, hoe Mila kreunde en haar hoofd achterover wierp terwijl ze elke beweging met pure overgave ontving. Zij was de beste student. En dat bewees ze hier opnieuw.
Daniëls maag draaide zich om van jaloezie en verbijstering. Geen wonder dat Mila zo goed was in alles wat ze deed. Natuurlijk had ze bepaalde privileges, manieren en methodes geleerd waar hij nooit toegang toe zou hebben. Terwijl de maarschalk zijn macht letterlijk en figuurlijk uitoefende, leek het alsof ze het allebei perfect vonden. Mila’s gezicht sprak van extase, haar stem trilde van genot, en Daniël voelde een onvrijwillige steek van verlangen en teleurstelling.
Wat een geluksvogel was die maarschalk toch.
Daniël kon het niet langer aanzien. Zijn maag draaide zich om bij elke kreun van Mila en elke genadeloze stoot van de maarschalk. Zijn woede borrelde op tot hij het niet meer kon inhouden.
"Hey, laat haar met rust!"
riep hij plotseling, zijn stem overslaand van woede en onzekerheid, alsof hij haar wilde redden van iets vreselijks. Mila schrok zichtbaar, haar ogen wijd open van verbazing.
"Daniël, wat doe jij hier nou?!"
zei ze, haar stem even fel als verward.
De maarschalk keek slechts opzij, zijn lippen krulden in een zelfgenoegzame grijns. Hij stopte niet. Alsof Daniël niets meer was dan een hinderlijke mug, pompte hij onverstoorbaar door. Vernedering sloeg toe. Daniël voelde hoe zijn woorden geen enkel effect hadden, en het brandde in hem dat Mila ook niet eens probeerde te reageren. In plaats daarvan bleef ze liggen, haar lichaam schokkend van genot bij elke zware stoot die haar vulde. Haar kreunen vulden de stal, en Daniël’s hart brak.
"Ik… Ik… Ik kwam je zoeken!"
bracht hij uit, zijn stem bijna smekend.
"Vragen of je een keer met me uit wou?"
De maarschalk lachte luid, zijn diepe stem galmde door de ruimte.
"Nee, zij is van mij, jongen. Zie je dat soms niet?"
Met een paar snelle stoten dreef hij zijn punt nog verder naar huis. Mila’s lichaam kromde zich onder hem, haar kreunen harder en rauwer. En dan, zonder enige aarzeling, trok hij zich terug. Zijn grote, glimmende lul rustte op Mila’s hijgende buik, en met een korte, overweldigende beweging spoot hij zijn zaad over haar lichaam. Het warme, witte goedje bedekte haar zachte huid, van haar borsten tot haar heupen, terwijl Daniël toekeek, verstijfd van afschuw en onmacht.
De maarschalk bleef grijnzen, alsof hij wist dat hij Daniël op het dieptepunt van vernedering had gebracht.
"Maak hem schoon,"
zei hij met een bevelende toon, zijn blik gericht op Mila.
Mila aarzelde nauwelijks. Alsof het een gewoonte was, gehoorzaamde ze. Ze boog zich naar voren en nam zijn halfharde lul in haar mond. Haar lippen gleden er langzaam omheen terwijl ze hem schoon slobberde, haar tong zorgvuldig de sporen van hun daad verwijderend. Daniël stond erbij, ontdaan, zijn ogen gevuld met een mengeling van woede, verdriet en ongeloof. Hij voelde zijn keel branden en de tranen over zijn wangen rollen. Nog nooit had hij zich zo machteloos gevoeld.
Hij draaide zich om en rende weg, de stal achterlatend met zijn hart in duizend stukken. Hij baande zich een weg door het hoge gras, richting het beekje dat niet ver van de kapel stroomde.
"Hoe kon ze?"
fluisterde hij tegen zichzelf, zijn stem trillend van emotie. Maar hoe hard hij ook probeerde te rennen, de beelden bleven in zijn hoofd terugkomen. De glans van het zaad op Mila’s huid. De zelfverzekerde lach van de maarschalk. Haar gewillige overgave. Het liet hem niet los.
Hij rende, verder en verder, in de hoop dat de snelheid zijn gedachten zou verdrijven. Maar diep vanbinnen wist hij dat het beeld hem nooit echt zou verlaten.
-
Een 'experiment'
*
En toen begon het. Een episch verhaal. Niet zomaar een sprookje over goed tegen kwaad, want die kennen we inmiddels wel. Nee, dit verhaal ging over hoe helden geboren worden. Over de grijze gebieden tussen goed en kwaad, waar keuzes gemaakt worden en het lot zich ontvouwt. Dit is het verhaal van Daniël, een jongeman met een koppig karakter, een eigen wil en een pad dat nog niet volledig voor hem was uitgestippeld.
Daniël was mens, een gewone jongen uit een wereld die verre van gewoon was. Azeroth, een naam die niemand echt begreep, was een planeet vol wonderen, mysteries en intelligent leven dat veel verder reikte dan de menselijke koninkrijken alleen. In de uitgestrekte vallei aan de rand van het Elwynnerwoud stond een kapel, waar Daniël zijn eerste stappen zette op een reis die zijn leven voorgoed zou veranderen. Daar kreeg hij te horen dat hij moest trainen. Voor wat, dat wist hij nog niet, en de priesterlijke orde die hem daarheen gestuurd had, liet ook niets los.
Als zoon van een hogepriester in de hoofdstad leek Daniël voorbestemd om in de voetsporen van zijn vader te treden. Zijn vader, een toegewijd dienaar van het Heilige Licht, putte zijn kracht uit geloof en discipline. Maar Daniël, met zijn ongeduld en eigenzinnigheid, was allesbehalve een gehoorzame leerling. Het kloosterleven hield hem geen dag vast, en zijn vader, teleurgesteld maar vastberaden, duwde hem recht in de armen van de paladijnenorde. Als priester miste hij de discipline, maar als paladijn kon die hem wel worden aangeleerd – met harde hand.
De heilige orde van de paladijnen kende geen genade voor koppige jongelingen zoals Daniël. Elke misstap werd afgestraft, elke overtreding beantwoord met strenge lessen in discipline. Maar Daniël zou Daniël niet zijn als hij niet keer op keer wist te ontsnappen. De kroegen in, vrouwen versieren, feesten – het waren de geneugten van het leven die zijn vader ooit ook had gekend, want anders was hij er zelf nooit geweest. Maar zelfs Daniël wist dat dit geen bestemming was, slechts een tussenstation. Er moest een doel zijn, ook voor hem.
Dat doel werd hem duidelijk gemaakt door een oude paladijn, een mentor die hem met woorden wist te raken zoals niemand anders dat kon.
"Een ware paladijn deinst nooit terug,"
zei de man met een overtuiging die diep in Daniël’s ziel resoneerde. Hij leerde Daniël wat het betekende om te vechten voor het Heilige Licht, om kwaad zonder aarzeling uit te roeien, om de dood recht in de ogen te kijken en te lachen. Die woorden zouden Daniël nooit vergeten, net als de man die ze sprak.
Toen het bericht kwam dat deze paladijn was gesneuveld in een episch gevecht, voelde Daniël voor het eerst de impact van zijn eigen nalatigheid. Hij stond bij het graf van zijn ware leermeester en beloofde zichzelf te beteren. Dit was het moment waarop zijn reis werkelijk begon, met een nieuwe vastberadenheid in zijn hart. Voor het eerst voelde hij de zwaarte van zijn belofte – een belofte aan het Licht, aan zijn mentor, en aan zichzelf.
Ook hier in de vallei, waar hij eigenlijk had moeten trainen, dwaalden Daniëls gedachten vaker af naar het schoon om hem heen dan naar zijn plichten. De mooie vrouwen waren overal: sommigen trainden net als hij om paladijn te worden, anderen volgden een totaal ander pad. Het maakte hem niet uit – zolang ze maar mooi, strak en gewillig waren, vond Daniël ze de moeite waard. Hij sprak er vaak genoeg over, zijn opmerkingen doorspekt met zelfverzekerdheid en bravoure, vooral in het bijzijn van zijn kameraden. Althans, zo zag hij hen. Maar het duurde niet lang voordat hij ontdekte dat er achter zijn rug om over hem werd gesproken. Dat irriteerde hem mateloos.
Toch was Daniël ook niet bepaald onschuldig. Zijn vader had hem volgens hem altijd verwaarloosd; het Heilige Licht kwam altijd op de eerste plaats. Maar diep vanbinnen wist hij dat dit geen excuus was om een etter te zijn. Toch kon hij het niet laten om kattenkwaad uit te halen. Het gaf hem een gevoel van rebellie, alsof hij een echte durfal was. Hij zag zichzelf als een held, als iemand die boven de regels stond – een echte man. Maar eerlijk? Hij had nog nooit iets heldhaftigs gedaan. Hij had nog nooit zijn mannelijkheid bewezen. Die frustratie bouwde zich in hem op en leidde alleen maar tot meer roekeloos gedrag.
Tijdens trainingen deed hij nauwelijks mee. In plaats daarvan lag hij vaak te slapen tussen het hooi terwijl de anderen zich in het zweet werkten. Hij zag hoe zijn medestudenten vooruitgang boekten, hoe ze sterker en vaardiger werden, terwijl hij bleef steken in zijn eigen middelmatigheid. Dat frustreerde hem, ook al was het zijn eigen schuld. Daniël was alles behalve een begenadigd paladijn. Zelfs een eenvoudige bezem leek een onoverkomelijke uitdaging. En juist die bezem kwam met een klap op zijn hoofd terecht.
“Sta op!”
Verschrikt gehoorzaamde Daniël. Hij veegde het hooi van zich af en keek recht in de diepe, indringende ogen van Mila. Haar blik had altijd een combinatie van autoriteit en scherpte die hem stil kreeg. Mila was een van de beste studenten hier, misschien wel de beste. Ze beheerste haar vak met een vanzelfsprekende precisie en toonde een toewijding die iedereen bewonderde – zelfs Daniël. Hij was smoorverliefd op haar.
Bij iedereen kon hij een grote mond hebben, maar niet bij Mila. Haar aanwezigheid alleen al snoerde hem de mond. Nu, terwijl hij zich betrapt voelde, durfde hij niets te zeggen. Dat kwam deels door de krachtige uitstraling die ze had, maar ook omdat hij net heerlijk had liggen fantaseren over haar. In zijn hoofd had Mila hem net zo bekwaam behandeld als ze met haar wapen deed, maar dan op een veel intiemere manier. Die fantasie was abrupt onderbroken, en nu voelde hij zich zowel betrapt als verward.
“Ja, ik was gewoon moe…”
stotterde hij uiteindelijk, zijn stem trillend van onzekerheid.
Mila draaide met haar ogen en keek hem kort aan. Voor een fractie van een seconde gleden haar ogen naar de duidelijke bobbel in zijn broek. Daniël voelde zijn gezicht gloeien.
“Je zoekt het maar uit…”
zuchtte ze terwijl ze zich omdraaide. Maar ze liep niet weg zonder hem eerst met een blik vol oordeel achter te laten.
Daniël bleef achter, met een mengeling van schaamte en opwinding. Als Mila hem echt niet belangrijk vond, had ze hem vast gewoon laten liggen, toch? Hij kon de gedachte niet van zich afzetten en mompelde tegen zichzelf:
“Ze kan me niet helemaal niets schelen.”
Hij wist het zeker – ergens onder die strenge houding moest er iets van interesse schuilen. Of misschien was dat alleen wat hij zichzelf wilde wijsmaken.
Daniël had het perfecte plan. Hij zou Mila mee uit nemen. Vlakbij de kapel lag een idyllische wijngaard, een plek die bijna gemaakt leek voor romantiek. Hij stelde zich al voor hoe ze daar samen zouden zijn, op een prachtige dag, ver weg van de discipline en het strakke regime van de orde. Geen training, geen verantwoordelijkheden – gewoon hij en Mila, elkaar beter leren kennen. Het idee van een perfecte date bracht een zelfingenomen glimlach op zijn gezicht. Vol vertrouwen besloot hij haar te uitnodigen, en dus sloop hij voorzichtig naar haar kamer, hoog in de toren van de kapel waar alle vrouwen sliepen.
Maar toen hij door de deur gluurde, werd zijn hoop abrupt de kop ingedrukt. Haar bed was leeg. De kamer was verlaten. Een lichte frustratie kroop over hem heen terwijl hij stilletjes weer naar beneden sloop. Waar kon ze zijn? Het voelde bijna alsof ze hem expres ontweek, al wist hij dat dat onredelijk was. Toch kon hij het niet laten haar te zoeken. Mila moest ergens in de buurt zijn.
Binnen was ze nergens te vinden, en niemand leek zich om hem te bekommeren. Daniël was aan zijn lot overgelaten – geen kameraden die hem aanspoorden om naar bed te gaan, geen mentors die in hem de potentiële held zagen die hij zelf dacht te zijn. De waarheid knaagde aan hem: niet iedereen is voorbestemd om een held te worden. Maar hij weigerde die gedachte toe te laten. Met een koppigheid die hem vaak in de problemen bracht, besloot hij de omgeving te scouten.
Bij de rand van de kapel, waar de bomen in het maanlicht hun schaduwen wierpen, zag hij een flauw licht bij de stallen. Geruisloos sloop hij dichterbij. Toen hij dichterbij kwam, hoorde hij het. Een geluid dat hem deed verstijven: gekreun. Maar het was niet pijnlijk in de gebruikelijke zin – het klonk als pure, ongefilterde extase. Daniëls hart bonsde in zijn borst toen hij voorzichtig over de hooiberg gluurde. Wat hij zag, deed hem blozen van zowel opwinding als bitterheid.
Daar, op een hooibaal, lag Mila. Haar jonge, wulpse lichaam, volledig naakt en glanzend van het zweet, kronkelde van genot. Haar lange benen waren wijd gespreid, en boven haar stond niemand minder dan de maarschalk, de hoogste in rang hier. In vol ornaat had hij haar stevig in zijn greep. Hij hield haar enkels vast terwijl zijn dikke lul in haar gleed, centimeter voor centimeter, diep en ongenaakbaar. Van waar Daniël stond, kon hij alles zien – hoe de maarschalk haar volduwde, hoe Mila kreunde en haar hoofd achterover wierp terwijl ze elke beweging met pure overgave ontving. Zij was de beste student. En dat bewees ze hier opnieuw.
Daniëls maag draaide zich om van jaloezie en verbijstering. Geen wonder dat Mila zo goed was in alles wat ze deed. Natuurlijk had ze bepaalde privileges, manieren en methodes geleerd waar hij nooit toegang toe zou hebben. Terwijl de maarschalk zijn macht letterlijk en figuurlijk uitoefende, leek het alsof ze het allebei perfect vonden. Mila’s gezicht sprak van extase, haar stem trilde van genot, en Daniël voelde een onvrijwillige steek van verlangen en teleurstelling.
Wat een geluksvogel was die maarschalk toch.
Daniël kon het niet langer aanzien. Zijn maag draaide zich om bij elke kreun van Mila en elke genadeloze stoot van de maarschalk. Zijn woede borrelde op tot hij het niet meer kon inhouden.
"Hey, laat haar met rust!"
riep hij plotseling, zijn stem overslaand van woede en onzekerheid, alsof hij haar wilde redden van iets vreselijks. Mila schrok zichtbaar, haar ogen wijd open van verbazing.
"Daniël, wat doe jij hier nou?!"
zei ze, haar stem even fel als verward.
De maarschalk keek slechts opzij, zijn lippen krulden in een zelfgenoegzame grijns. Hij stopte niet. Alsof Daniël niets meer was dan een hinderlijke mug, pompte hij onverstoorbaar door. Vernedering sloeg toe. Daniël voelde hoe zijn woorden geen enkel effect hadden, en het brandde in hem dat Mila ook niet eens probeerde te reageren. In plaats daarvan bleef ze liggen, haar lichaam schokkend van genot bij elke zware stoot die haar vulde. Haar kreunen vulden de stal, en Daniël’s hart brak.
"Ik… Ik… Ik kwam je zoeken!"
bracht hij uit, zijn stem bijna smekend.
"Vragen of je een keer met me uit wou?"
De maarschalk lachte luid, zijn diepe stem galmde door de ruimte.
"Nee, zij is van mij, jongen. Zie je dat soms niet?"
Met een paar snelle stoten dreef hij zijn punt nog verder naar huis. Mila’s lichaam kromde zich onder hem, haar kreunen harder en rauwer. En dan, zonder enige aarzeling, trok hij zich terug. Zijn grote, glimmende lul rustte op Mila’s hijgende buik, en met een korte, overweldigende beweging spoot hij zijn zaad over haar lichaam. Het warme, witte goedje bedekte haar zachte huid, van haar borsten tot haar heupen, terwijl Daniël toekeek, verstijfd van afschuw en onmacht.
De maarschalk bleef grijnzen, alsof hij wist dat hij Daniël op het dieptepunt van vernedering had gebracht.
"Maak hem schoon,"
zei hij met een bevelende toon, zijn blik gericht op Mila.
Mila aarzelde nauwelijks. Alsof het een gewoonte was, gehoorzaamde ze. Ze boog zich naar voren en nam zijn halfharde lul in haar mond. Haar lippen gleden er langzaam omheen terwijl ze hem schoon slobberde, haar tong zorgvuldig de sporen van hun daad verwijderend. Daniël stond erbij, ontdaan, zijn ogen gevuld met een mengeling van woede, verdriet en ongeloof. Hij voelde zijn keel branden en de tranen over zijn wangen rollen. Nog nooit had hij zich zo machteloos gevoeld.
Hij draaide zich om en rende weg, de stal achterlatend met zijn hart in duizend stukken. Hij baande zich een weg door het hoge gras, richting het beekje dat niet ver van de kapel stroomde.
"Hoe kon ze?"
fluisterde hij tegen zichzelf, zijn stem trillend van emotie. Maar hoe hard hij ook probeerde te rennen, de beelden bleven in zijn hoofd terugkomen. De glans van het zaad op Mila’s huid. De zelfverzekerde lach van de maarschalk. Haar gewillige overgave. Het liet hem niet los.
Hij rende, verder en verder, in de hoop dat de snelheid zijn gedachten zou verdrijven. Maar diep vanbinnen wist hij dat het beeld hem nooit echt zou verlaten.
-
Lees verder: Niet Iedereen Is Voorbestemd - 2: De Elf
Trefwoord(en): Cuckolding,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10