Door: John2511
Datum: 05-03-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 2049
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 2
Trefwoord(en): 17 Jaar, Eerste Keer, Romantiek,
Lengte: Lang | Leestijd: 14 minuten | Lezers Online: 2
Trefwoord(en): 17 Jaar, Eerste Keer, Romantiek,
Vincent is een sportieve jongen, van 17. Hij ziet er best goed uit maar is verder een doorsnee gast. Hij heeft een aantal vrienden, een tweetal erg goede. Hij heeft wel eens wat gezoend met wat meisjes, maar zijn seksuele uitspattingen beleeft hij toch slechts achter zijn laptop, surfend, met zijn boxer op zijn enkels. Hij masturbeert vaak en lekker. Hij wil wel meer, maar hoe dat moet is bepaald ingewikkeld voor hem.
Fietsen op zijn mountainbike wind hem ook nog wel eens op; hij fietst altijd in vol ornaat met een strakke sexy lycra broek om zijn gespierde benen en billen. De zeem en het lycra om zijn pik stimuleren hem subtiel, vaak masturbeert hij na het fietsen, en een enkele keer ook in het bos, achter een boom, bij een drink en ‘speel’ pauze. Zoals elke jongen heeft hij zo zijn dromen, maar is hij uiteraard ongewis wat daar ooit van terecht zal komen.
Op een broeierige zomernamiddag reed hij ook weer een stuk door het bos, hard, bochtig, springend. Hij was zo druk in de weer dat hij pas laat in de gaten kreeg dat de lucht betrok, en de eerste klap onweer was ook een behoorlijke verrassing voor hem. Het werd snel donker, en de regen kwam snel, en hard. Hij moest best nog een flink stuk naar huis fietsen, wat in de opeens invallende schemer, in de neerkletterende regen niet bepaald een feest was. Nu kon Vince wel wat hebben, maar een stuk over een onverlichte B – weg was eigenlijk best gevaarlijk – er zat geen licht op de fiets. Hij fietste ook nooit in het donker – tot vandaag. Een toeval van moeder natuur.
Hij wilde snel naar huis, en dan moest hij over dit weggetje. Het was ook erg bochtig, onoverzichtelijk, met grote beukenbomen langs de kant. Met normaal weer een mooie route, nu een kleine hel. De grote SUV zag hem laat, gooide wel op tijd zijn stuur om, raakte hem niet – en verdween in de schemering. Vince was minder gelukkig. Hij schrok van de zwarte Porsche (wat een monster), raakte naast de weg, en zijn voorwiel blokkeerde in een gat naast de weg. Vincent werd gelanceerd en vloog over de kop, en belandde hard op een oprit. De oprit leidde naar een eenzaam huis tussen de bomen. Beduusd probeerde hij op te krabbelen maar zijn ellebogen en vooral zijn linkerknie deden erg veel pijn, met zijn volle gewicht was hij daarop geland. Kermend van de pijn bleef hij maar even liggen terwijl de regen op zijn rug kletterde.
Wendy is een frisse blondine, die al vroeg in haar leven in een soort automatisme is beland. Ze heeft een relatie met haar jeugdvriend Jos, een handige techneut die altijd erg goed voor haar geweest was. Samenwonen met 21, het geluk hebben om een huisje aan de bosrand te erven, een aardige baan bij de politie – ze had het met 25 best goed voor elkaar.
Toch wrong het de laatste tijd. Jos was gaan werken bij een bedrijf dat machines exporteerde over de hele wereld, en Jos stelde die in bedrijf. Soms in Brazilië, soms in Mexico, maar nu zelfs in godbetert Sydney. Het programmeren en trouble shooten was Jos’ lust en leven, en hij belde vaak via whatsapp, maar het werd Wendy toch wat eenzaam allemaal, weken alleen in dat huis in het bos. Ze ging nog wel eens naar vriendinnen, naar haar zus of ouders, maar dat compenseerde het alleen zijn maar deels. Ze hield van Jos, maar ook van intimiteit – niet extreem of zo, maar van een nachtje de beest in bed uit hangen werd ze toch bepaald gelukkig. Jos ook, maar die was er te vaak niet.
Die avond had ze haar plan om buiten de tuin te eten maar laten varen, de donderklappen beloofde weinig goeds. Toch was ze, etend in de keuken, bijna klaar toen het los ging. ‘Wat een takkeweer’, mompelde ze, en ze staarde uit het raam. Het zicht was beperkt, slechts bij een bliksemschicht werd de omgeving helder verlicht. Ze hoorde het geronk van een grote auto, en zag die ook een vreemde slinger maken over de weg, een meter of 50 voor hun huis. ‘Idioot’, dacht ze, maar ze schrok toen iets zag vliegen, bij de volgende klap bliksem. ‘Wat is dat?’ Ze stond op en keek uit het raam, tuurde in het duister. ‘Shit, daar ligt iemand!’, dacht ze, en ze schoot snel een regenjas aan en vloog naar buiten.
Vince kreunde nog lelijk, toen Wendy over hem boog. ‘Jezus jongen, laat me je helpen’. ‘Mijn knie’, kermde Vince. ‘Probeer op je andere been te staan, ik help je naar binnen’. Haar politie koelbloedigheid kwam boven. Ze hielp hem overeind en hinkend, steunend op Wendy’s schouder, sleepte Vince zich naar binnen. In de keuken liet ze hem op een stoel zakken. ‘Mijn fiets’, klonk het zwak. ‘Ga ik halen’, antwoordde Wendy. Het hoosde nog enorm, en Wendy sleepte de fiets naar de schuur. De fiets was redelijk beschadigd maar vooral het voorwiel vertoonde een enorm slag – daar viel zo niet meer mee te fietsen.
Niet dat Vincent dat kon. Als een druipend hoopje ellende zat hij op de stoel, zich maar half realiserend wat er gebeurd was. ‘Je fiets is kapot. En jij ook. Laat me eens kijken’. Vince toonde zijn geschaafde ellebogen en de wond op zijn knie. Hij droop van het water, een plas vormde zich op de keukenvloer. Hij begon te bibberen. ‘Eerst afdrogen, dekentje’, dacht Wendy, en ze haalde een dekentje uit de huiskamer, en pakte een handdoek. Resoluut riste ze Vince’ shirt open en hielp hem met uit trekken. ‘Mooie jongen’, dacht ze, gespierde torso, strakke buik. Ze schaamde zich er direct voor. ‘De arme jongen is gewond en zit te bibberen, muts’, sprak ze zich bestraffend toe. Ze droog hem zo goed mogelijk af en sloeg het deken om hem heen, en haalde een etui met pleisters en verband. Voorzichtig maakte ze de schaafwonden op zijn ellebogen schoon en droog, en plakte er enorme pleisters op. Vince’ knie was er nog wat slechter aan toe, maar na schoonmaken en ook een groot stuk verband zag het er ook al wat beter uit. Ze was daartoe op haar knieën voor hem gaan liggen, en keek ongewild in zijn opwindende kruis. Een zeem in een wielrenbroek accentueert de inhoud altijd behoorlijk, maar Vincent was mooi geschapen, en Wendy was er erg gevoelig voor. Jos had ook een tijdje aan wielrennen gedaan en Wendy was altijd behoorlijk geil van de aanblik geweest. Ooit was ze met een vriendin naar een wielren vereniging geweest waar wedstrijden werden georganiseerd – de aanblik van al dat moois in strakke lycra – je kon Wendy wel opvegen, nadien.
En nu keek ze een jongen recht in zijn kruis. Ze moest slikken. Toen bedacht ze nog iets. Deze knie zou wel eens stijf kunnen worden, of zou er wat gebroken zijn? Ze masseerde Vince kuit, en bewoog het onderbeen naar voren. ‘Lukt dat?’, vroeg ze lief. ‘Jawel, doet wel pijn’. ‘Nog een paar keer’, zei Wendy, en na afloop masseerde ze de kuit, en bovenbeen spieren wat, om de stijfheid tegen te gaan van de spieren. Ze vertelde dit met nadruk aan Vincent, en die geloofde dat ook best, maar toen de pijn afnam, vond hij die vrouwenhanden op zijn been bepaald prettig. Hij verdacht Wendy er zelfs van, dat ze bijbedoelingen had … die hij toejuichte….. toen zich aan de bovenrand van het zeempje in de wierenbroek een bobbel aftekende, die snel groeide, beseften beide dat dit gezien de situatie bepaald op het randje was.
Met een lichte blos op de wangen (wat is het verwennen van een mooie jongen toch een feest, bedacht ze) liet ze het been los en schoot weer in de regelstand. ‘We moeten iemand bellen. Hoe heet je eigenlijk? Ik ben Wendy’, en ze stak een hand uit. Voorzichtig nam Vincent de hand aan, maar zei bedrukt ‘ik ben mijn telefoon vergeten. En ik ken de nummers van mijn ouders niet uit mijn hoofd’. ‘Lastig. Ken je wel een email adres?’. Dat wist hij wel, Wendy stuurde ze vlot een email met haar telefoonnummer, hopelijk zouden ze dit checken. Ze lichtte ook haar collega’s op het bureau in, voor het geval dat.
Maat dat was allemaal niet nodig, binnen een kwartier belde Vince’ vader terug. Die was bezorgd en opgelucht, en zou Vince snel komen halen met fiets en al. ‘Haast je maar niet, wacht eerst de bui maar af’, hintte Wendy. Dat zou hij doen.
Wendy wilde eigenlijk ook eerst deze mooie jongen beter leren kennen……
Ze gaf hem een cola, en wat te eten, en toen Vince wat ontspannen raakte, de eerste schrik was verdwenen, ontstond een vlot gesprek tussen de twee. Ze kletsten over fietsen, school, het grote bos, hiphop en de baan van Wendy. Alsof ze elkaar al lang kenden. Wendy betrapte zich erop dat het lang geleden was dat ze zo relaxed met een jongen gekletst had, dat lukte met Jos niet meer zo goed. Die was meestal met zijn gedachten bij machines en programmeren – hij leek er soms wel mee getrouwd….
Veel te snel draaide Vincent’s vader met zijn grote stationwagen de oprit op, naar Wendy’s zin, maar ook naar Vince’s zin. Hij baalde van zijn gemolde fiets, en de pijn in zijn knie, maar zo’n leuk gesprek met zo’n mooie echt geïnteresseerde blondine had ie niet elke dag. Sterker. Dit was de eerste keer. Door die aandacht was zijn erectie niet afgenomen, die stond al een tijdje…..
Wendy liet de bezoeker binnen, en die hurkte direct bij Vince neer. ‘Jezus man, wat is er gebeurd? Hoe is het nu?’, en Vince vertelde het verhaal van de dikke Porsche. Wendy vulde het aan met haar kant van het verhaal. ‘Maar je hebt niks gebroken?’. ‘Nee, denk van niet’, sprak Vincent, nu weer heel nuchter. ‘Kan je naar de auto hinkelen, brokkenpiloot?’. ‘Als Wendy helpt wel’. Dat was eigenlijk helemaal niet nodig, en Wendy vermoedde dat ook (Vince gaf haar zelfs een knipoog) en ondersteund door twee hinkelde Vince naar de auto. Alleen Wendy zag de forse erectie die nog immer overeind stond….. hoe lekker was deze jongen bedacht ze…
Wendy wees Vince’ vader de mountainbike, een reactie ontlokkend ‘zo, die heeft een klap gehad’, en hij schoof het achter in de auto. Hij nam plaats achter het stuur, na Wendy uitgebreid bedankt te hebben. ‘Vince is een goede jongen, fijn dat je zo goed voor hem hebt gezorgd’. ‘Vanzelf, graag gedaan hoor!’, antwoordde Wendy. ‘Heb je Wendy al bedankt, Vince?’. ‘Jawel pa!’. ‘Doe het nog maar eens!’, en Wendy liep naar hem toe, en hurkte bij het openstaande rechterportier. Ze kwam kortbij, en Vince verbaasde zichzelf door Wendy snel een warme zoen op haar wang te geven. ‘Bedankt Wendy!’, riep hij. ‘Dat lijkt er meer op!’, aldus Vince vader. ‘Kom je snel eens langs fietsen als je fiets en jij gerepareerd zijn? App je me dan?’, vroeg Wendy. ‘Doe ik!!’, en dicht ging het portier. Wendy zwaaide ze uit.
‘Wat een bijzondere avond, wat een aparte ontmoeting’, dacht Wendy. ‘En god wat ben ik geil’, zei ze tegen zichzelf. Al in de keuken wreef ze over haar kruis, en haar broekje liet ze al op de trap naar boven zakken. Haar natte string volgde al snel en gelegen op haar rug maakte ze zich snel klaar. Ze kwam heftig, erg heftig. Zo heftig, dat had ook Jos lang niet meer bij haar voor elkaar gekregen. Was hem dat ooit wel eens gelukt? Een sportieve jongen van 17, kreeg dat met een warme zoen al voor elkaar. Stel je eens voor als die jongen eens echt……. Nee dat kon toch niet?
Ze hoorde haar telefoon gaan, Jos was net wakker in Sydney. Nog halfnaakt nam ze op. ‘Hoe is het met je?’, vroeg hij toch wel geïnteresseerd. ‘Nog wat gebeurd?’. ‘Nee niks, gewerkt, gegeten, stevige onweersbui, het leek wel nacht, verder niks. En jij?’. ‘Nou, ik heb gisteren een interface probleem opgelost, waar ze op kantoor 3 maanden mee aan het tobben zijn geweest, die server………’. Wendy hoorde het al niet meer. Ze droomde weg, en mijmerde over een gespierde jongenstorso, goed getrainde kuiten en een opbollende wielrenbroek…….. Wendy zei maar gauw: ‘Succes vandaag. Nog uitdagingen?’. Wat Jos toen verder vertelde, verdween volledig in the cloud.
Fietsen op zijn mountainbike wind hem ook nog wel eens op; hij fietst altijd in vol ornaat met een strakke sexy lycra broek om zijn gespierde benen en billen. De zeem en het lycra om zijn pik stimuleren hem subtiel, vaak masturbeert hij na het fietsen, en een enkele keer ook in het bos, achter een boom, bij een drink en ‘speel’ pauze. Zoals elke jongen heeft hij zo zijn dromen, maar is hij uiteraard ongewis wat daar ooit van terecht zal komen.
Op een broeierige zomernamiddag reed hij ook weer een stuk door het bos, hard, bochtig, springend. Hij was zo druk in de weer dat hij pas laat in de gaten kreeg dat de lucht betrok, en de eerste klap onweer was ook een behoorlijke verrassing voor hem. Het werd snel donker, en de regen kwam snel, en hard. Hij moest best nog een flink stuk naar huis fietsen, wat in de opeens invallende schemer, in de neerkletterende regen niet bepaald een feest was. Nu kon Vince wel wat hebben, maar een stuk over een onverlichte B – weg was eigenlijk best gevaarlijk – er zat geen licht op de fiets. Hij fietste ook nooit in het donker – tot vandaag. Een toeval van moeder natuur.
Hij wilde snel naar huis, en dan moest hij over dit weggetje. Het was ook erg bochtig, onoverzichtelijk, met grote beukenbomen langs de kant. Met normaal weer een mooie route, nu een kleine hel. De grote SUV zag hem laat, gooide wel op tijd zijn stuur om, raakte hem niet – en verdween in de schemering. Vince was minder gelukkig. Hij schrok van de zwarte Porsche (wat een monster), raakte naast de weg, en zijn voorwiel blokkeerde in een gat naast de weg. Vincent werd gelanceerd en vloog over de kop, en belandde hard op een oprit. De oprit leidde naar een eenzaam huis tussen de bomen. Beduusd probeerde hij op te krabbelen maar zijn ellebogen en vooral zijn linkerknie deden erg veel pijn, met zijn volle gewicht was hij daarop geland. Kermend van de pijn bleef hij maar even liggen terwijl de regen op zijn rug kletterde.
Wendy is een frisse blondine, die al vroeg in haar leven in een soort automatisme is beland. Ze heeft een relatie met haar jeugdvriend Jos, een handige techneut die altijd erg goed voor haar geweest was. Samenwonen met 21, het geluk hebben om een huisje aan de bosrand te erven, een aardige baan bij de politie – ze had het met 25 best goed voor elkaar.
Toch wrong het de laatste tijd. Jos was gaan werken bij een bedrijf dat machines exporteerde over de hele wereld, en Jos stelde die in bedrijf. Soms in Brazilië, soms in Mexico, maar nu zelfs in godbetert Sydney. Het programmeren en trouble shooten was Jos’ lust en leven, en hij belde vaak via whatsapp, maar het werd Wendy toch wat eenzaam allemaal, weken alleen in dat huis in het bos. Ze ging nog wel eens naar vriendinnen, naar haar zus of ouders, maar dat compenseerde het alleen zijn maar deels. Ze hield van Jos, maar ook van intimiteit – niet extreem of zo, maar van een nachtje de beest in bed uit hangen werd ze toch bepaald gelukkig. Jos ook, maar die was er te vaak niet.
Die avond had ze haar plan om buiten de tuin te eten maar laten varen, de donderklappen beloofde weinig goeds. Toch was ze, etend in de keuken, bijna klaar toen het los ging. ‘Wat een takkeweer’, mompelde ze, en ze staarde uit het raam. Het zicht was beperkt, slechts bij een bliksemschicht werd de omgeving helder verlicht. Ze hoorde het geronk van een grote auto, en zag die ook een vreemde slinger maken over de weg, een meter of 50 voor hun huis. ‘Idioot’, dacht ze, maar ze schrok toen iets zag vliegen, bij de volgende klap bliksem. ‘Wat is dat?’ Ze stond op en keek uit het raam, tuurde in het duister. ‘Shit, daar ligt iemand!’, dacht ze, en ze schoot snel een regenjas aan en vloog naar buiten.
Vince kreunde nog lelijk, toen Wendy over hem boog. ‘Jezus jongen, laat me je helpen’. ‘Mijn knie’, kermde Vince. ‘Probeer op je andere been te staan, ik help je naar binnen’. Haar politie koelbloedigheid kwam boven. Ze hielp hem overeind en hinkend, steunend op Wendy’s schouder, sleepte Vince zich naar binnen. In de keuken liet ze hem op een stoel zakken. ‘Mijn fiets’, klonk het zwak. ‘Ga ik halen’, antwoordde Wendy. Het hoosde nog enorm, en Wendy sleepte de fiets naar de schuur. De fiets was redelijk beschadigd maar vooral het voorwiel vertoonde een enorm slag – daar viel zo niet meer mee te fietsen.
Niet dat Vincent dat kon. Als een druipend hoopje ellende zat hij op de stoel, zich maar half realiserend wat er gebeurd was. ‘Je fiets is kapot. En jij ook. Laat me eens kijken’. Vince toonde zijn geschaafde ellebogen en de wond op zijn knie. Hij droop van het water, een plas vormde zich op de keukenvloer. Hij begon te bibberen. ‘Eerst afdrogen, dekentje’, dacht Wendy, en ze haalde een dekentje uit de huiskamer, en pakte een handdoek. Resoluut riste ze Vince’ shirt open en hielp hem met uit trekken. ‘Mooie jongen’, dacht ze, gespierde torso, strakke buik. Ze schaamde zich er direct voor. ‘De arme jongen is gewond en zit te bibberen, muts’, sprak ze zich bestraffend toe. Ze droog hem zo goed mogelijk af en sloeg het deken om hem heen, en haalde een etui met pleisters en verband. Voorzichtig maakte ze de schaafwonden op zijn ellebogen schoon en droog, en plakte er enorme pleisters op. Vince’ knie was er nog wat slechter aan toe, maar na schoonmaken en ook een groot stuk verband zag het er ook al wat beter uit. Ze was daartoe op haar knieën voor hem gaan liggen, en keek ongewild in zijn opwindende kruis. Een zeem in een wielrenbroek accentueert de inhoud altijd behoorlijk, maar Vincent was mooi geschapen, en Wendy was er erg gevoelig voor. Jos had ook een tijdje aan wielrennen gedaan en Wendy was altijd behoorlijk geil van de aanblik geweest. Ooit was ze met een vriendin naar een wielren vereniging geweest waar wedstrijden werden georganiseerd – de aanblik van al dat moois in strakke lycra – je kon Wendy wel opvegen, nadien.
En nu keek ze een jongen recht in zijn kruis. Ze moest slikken. Toen bedacht ze nog iets. Deze knie zou wel eens stijf kunnen worden, of zou er wat gebroken zijn? Ze masseerde Vince kuit, en bewoog het onderbeen naar voren. ‘Lukt dat?’, vroeg ze lief. ‘Jawel, doet wel pijn’. ‘Nog een paar keer’, zei Wendy, en na afloop masseerde ze de kuit, en bovenbeen spieren wat, om de stijfheid tegen te gaan van de spieren. Ze vertelde dit met nadruk aan Vincent, en die geloofde dat ook best, maar toen de pijn afnam, vond hij die vrouwenhanden op zijn been bepaald prettig. Hij verdacht Wendy er zelfs van, dat ze bijbedoelingen had … die hij toejuichte….. toen zich aan de bovenrand van het zeempje in de wierenbroek een bobbel aftekende, die snel groeide, beseften beide dat dit gezien de situatie bepaald op het randje was.
Met een lichte blos op de wangen (wat is het verwennen van een mooie jongen toch een feest, bedacht ze) liet ze het been los en schoot weer in de regelstand. ‘We moeten iemand bellen. Hoe heet je eigenlijk? Ik ben Wendy’, en ze stak een hand uit. Voorzichtig nam Vincent de hand aan, maar zei bedrukt ‘ik ben mijn telefoon vergeten. En ik ken de nummers van mijn ouders niet uit mijn hoofd’. ‘Lastig. Ken je wel een email adres?’. Dat wist hij wel, Wendy stuurde ze vlot een email met haar telefoonnummer, hopelijk zouden ze dit checken. Ze lichtte ook haar collega’s op het bureau in, voor het geval dat.
Maat dat was allemaal niet nodig, binnen een kwartier belde Vince’ vader terug. Die was bezorgd en opgelucht, en zou Vince snel komen halen met fiets en al. ‘Haast je maar niet, wacht eerst de bui maar af’, hintte Wendy. Dat zou hij doen.
Wendy wilde eigenlijk ook eerst deze mooie jongen beter leren kennen……
Ze gaf hem een cola, en wat te eten, en toen Vince wat ontspannen raakte, de eerste schrik was verdwenen, ontstond een vlot gesprek tussen de twee. Ze kletsten over fietsen, school, het grote bos, hiphop en de baan van Wendy. Alsof ze elkaar al lang kenden. Wendy betrapte zich erop dat het lang geleden was dat ze zo relaxed met een jongen gekletst had, dat lukte met Jos niet meer zo goed. Die was meestal met zijn gedachten bij machines en programmeren – hij leek er soms wel mee getrouwd….
Veel te snel draaide Vincent’s vader met zijn grote stationwagen de oprit op, naar Wendy’s zin, maar ook naar Vince’s zin. Hij baalde van zijn gemolde fiets, en de pijn in zijn knie, maar zo’n leuk gesprek met zo’n mooie echt geïnteresseerde blondine had ie niet elke dag. Sterker. Dit was de eerste keer. Door die aandacht was zijn erectie niet afgenomen, die stond al een tijdje…..
Wendy liet de bezoeker binnen, en die hurkte direct bij Vince neer. ‘Jezus man, wat is er gebeurd? Hoe is het nu?’, en Vince vertelde het verhaal van de dikke Porsche. Wendy vulde het aan met haar kant van het verhaal. ‘Maar je hebt niks gebroken?’. ‘Nee, denk van niet’, sprak Vincent, nu weer heel nuchter. ‘Kan je naar de auto hinkelen, brokkenpiloot?’. ‘Als Wendy helpt wel’. Dat was eigenlijk helemaal niet nodig, en Wendy vermoedde dat ook (Vince gaf haar zelfs een knipoog) en ondersteund door twee hinkelde Vince naar de auto. Alleen Wendy zag de forse erectie die nog immer overeind stond….. hoe lekker was deze jongen bedacht ze…
Wendy wees Vince’ vader de mountainbike, een reactie ontlokkend ‘zo, die heeft een klap gehad’, en hij schoof het achter in de auto. Hij nam plaats achter het stuur, na Wendy uitgebreid bedankt te hebben. ‘Vince is een goede jongen, fijn dat je zo goed voor hem hebt gezorgd’. ‘Vanzelf, graag gedaan hoor!’, antwoordde Wendy. ‘Heb je Wendy al bedankt, Vince?’. ‘Jawel pa!’. ‘Doe het nog maar eens!’, en Wendy liep naar hem toe, en hurkte bij het openstaande rechterportier. Ze kwam kortbij, en Vince verbaasde zichzelf door Wendy snel een warme zoen op haar wang te geven. ‘Bedankt Wendy!’, riep hij. ‘Dat lijkt er meer op!’, aldus Vince vader. ‘Kom je snel eens langs fietsen als je fiets en jij gerepareerd zijn? App je me dan?’, vroeg Wendy. ‘Doe ik!!’, en dicht ging het portier. Wendy zwaaide ze uit.
‘Wat een bijzondere avond, wat een aparte ontmoeting’, dacht Wendy. ‘En god wat ben ik geil’, zei ze tegen zichzelf. Al in de keuken wreef ze over haar kruis, en haar broekje liet ze al op de trap naar boven zakken. Haar natte string volgde al snel en gelegen op haar rug maakte ze zich snel klaar. Ze kwam heftig, erg heftig. Zo heftig, dat had ook Jos lang niet meer bij haar voor elkaar gekregen. Was hem dat ooit wel eens gelukt? Een sportieve jongen van 17, kreeg dat met een warme zoen al voor elkaar. Stel je eens voor als die jongen eens echt……. Nee dat kon toch niet?
Ze hoorde haar telefoon gaan, Jos was net wakker in Sydney. Nog halfnaakt nam ze op. ‘Hoe is het met je?’, vroeg hij toch wel geïnteresseerd. ‘Nog wat gebeurd?’. ‘Nee niks, gewerkt, gegeten, stevige onweersbui, het leek wel nacht, verder niks. En jij?’. ‘Nou, ik heb gisteren een interface probleem opgelost, waar ze op kantoor 3 maanden mee aan het tobben zijn geweest, die server………’. Wendy hoorde het al niet meer. Ze droomde weg, en mijmerde over een gespierde jongenstorso, goed getrainde kuiten en een opbollende wielrenbroek…….. Wendy zei maar gauw: ‘Succes vandaag. Nog uitdagingen?’. Wat Jos toen verder vertelde, verdween volledig in the cloud.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10