Door: Elise Noir
Datum: 06-03-2025 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 2986
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Evi & Julie - 1: Hartje Op De Beker
Schaduw Van Kant
Ik sta in mijn kleine studentenkamer, mijn fiets nog nat van de rit door de stad leunt tegen de muur, druppels water glinsteren op het frame in het schemerlicht dat door het smalle raam valt. Mijn hart bonkt sneller dan het zou moeten, een onrustig ritme dat ik niet kan negeren. Julies Range Rover is allang weg, haar uitnodiging voor La Perle klinkt nog in mijn oren – 'Tot vanavond, Evi' – maar die zwarte auto die me volgde, die schaduw die ineens verdween toen ik mijn straat insloeg, laat me niet los. Was het toeval? Of… keek iemand naar me? Mijn vingers trillen terwijl ik mijn jas uittrek en op het bed gooi, de stof landt met een zachte plof op de verkreukelde lakens. Mijn ogen schieten naar het raam, naar de stille straat daarbuiten. Niets. Alleen kale bomen die wiegen in de wind en een paar geparkeerde scooters, hun silhouetten vaag in de namiddag. Ik schud mijn hoofd, probeer de koude rilling van mijn rug te verdrijven, en focus op wat echt is: Julie, haar lippen op de mijne, die kus die mijn wereld op zijn kop zette, warm en nat en vol belofte. Maar toch, die auto… het knaagt, een stille vraag die ik niet kan beantwoorden.
Ik adem diep in, de lucht in mijn kamer ruikt naar oud hout en een vleugje koffie van vanochtend, en dwing mezelf tot rust. Dan dringt het tot me door: La Perle. Een chic restaurant, met kaarslicht en mensen in dure kleren, een wereld zo ver van de mijne dat ik er duizelig van word. Ik heb niets om aan te trekken. Ik ruk mijn kast open, mijn ogen scannen de chaos – hoodies met versleten mouwen, jeans met rafels aan de zomen, een paar T-shirts die hun vorm hebben verloren, en een oude jurk die ik ooit voor een bruiloft droeg, nu te kinderlijk met zijn bloemetjesprint en versleten naden. Dit kan niet. Niet voor Julie, niet voor een plek als La Perle. Mijn sneakers staren me aan vanaf de vloer, grijs en versleten, een scheur bij de zool waar de regen van vandaag doorheen is gesijpeld, en ik voel mijn maag omdraaien. Geen hakken, geen pumps, niets elegants. Ik kan toch niet naast haar zitten, met haar strakke jurk en die zelfverzekerde houding, in gympen en een trui? En dan mijn ondergoed – ik trek de lade open, staar naar de stapel witte katoenen slips en simpele bh's, vaal en praktisch, en mijn wangen worden rood. Wat als vanavond meer brengt? Wat als die kus, die natte, wilde dans van onze tongen, verdergaat? Ik kan toch niet met dit simpele spul aankomen, niet bij haar.
Mijn hart slaat over bij de gedachte aan haar handen op mijn huid, haar ogen die me uitkleden, en ik weet: dit moet anders. Ik draag nooit make-up – een beetje lippenbalsem is mijn maximum, een snelle veeg over mijn lippen voor ik naar Starbucks ga – maar voor Julie wil ik het wel. Ik wil dat ze me ziet, echt ziet, zoals ik haar zie: mooi, bijzonder, iemand die haar waard is. Maar nu, met die auto nog in mijn achterhoofd, voelt het urgenter, alsof ik niet alleen indruk op haar wil maken, maar ook iets wil bewijzen – aan mezelf, aan wie dan ook die me misschien bekijkt. Ik pak mijn telefoon, check mijn spaarrekening – een paar honderd euro, bedoeld voor een vakantie deze zomer, een vage droom van zon en zee die nu ver weg voelt. Mijn vingers aarzelen boven het scherm, maar dan denk ik aan Julie’s glimlach, haar duim op mijn lippen, hoe ze mijn naam zei met die zachte, melodieuze stem, en ik weet: dit is het waard. Die vakantie kan wachten. Ik vraag gewoon wat extra diensten bij Starbucks, dan heb ik het zo weer terugverdiend. Voor ik me kan bedenken, gris ik mijn jas en portemonnee mee en stap weer op mijn fiets, mijn hoofd tollend van zenuwen, een vleugje angst, en die bruisende opwinding die Julie in me heeft aangewakkerd.
Ik fiets naar de stad, de wind snijdend langs mijn gezicht, koud en snijdend tegen mijn wangen, en mijn ogen schieten af en toe achterom – geen zwarte auto, geen schaduw, maar het gevoel blijft, een prikkel in mijn nek die ik niet kan afschudden. Ik parkeer bij een boetiek aan de rand van het centrum, de bel rinkelt schel als ik binnenstap, en de geur van nieuw textiel slaat me tegemoet, fris en een beetje chemisch. De verkoopster, een vrouw met een strakke knot en een vriendelijke glimlach, kijkt op van achter de toonbank. Ik stamel iets over 'iets voor een chic diner', mijn stem hapert, en ze knikt, leidt me naar een rek met jurken. Mijn ogen vallen op een donkergroene, halflange jurk – simpel maar elegant, met een subtiele V-hals die mijn sleutelbeenderen zou laten zien, en een rok die mijn benen langer zou maken. Ik hou hem tegen me aan voor de spiegel, mijn hart bonkt terwijl ik me Julies blik voorstel, hoe ze zou glimlachen als ze me hierin ziet – en misschien, heel misschien, hoe ze me zou vergeten als die schaduw iets betekent. 'Die staat je goed,' zegt de verkoopster, haar stem breekt door mijn gedachten, en ik knik, mijn wangen rood. 'Ik neem hem,' zeg ik, mijn stem trillerig maar vastberaden, vastbesloten om vanavond alleen aan Julie te denken. Ze vouwt hem zorgvuldig in een papieren tas, en ik betaal, mijn vingers nerveus friemelend met de pas.
De donkergroene jurk bungelt in de tas aan mijn stuur terwijl ik de straat oversteek, mijn adem nog een beetje snel van de rit en die knagende onrust die ik niet kan afschudden. Die zwarte auto – was het echt toeval, of keek iemand naar me? Mijn ogen schieten naar de geparkeerde wagens langs de stoep, een rij van grijze en blauwe auto’s, maar niets lijkt verdacht, geen glimp van glanzend zwart metaal. Toch voel ik het nog, een koude rilling die zich mengt met de warme gloed die Julie in me heeft achtergelaten. Ik dwing mezelf te focussen – vanavond, La Perle, haar lippen op de mijne – en stuur mijn fiets naar de lingeriewinkel een paar straten verder. Als ik indruk wil maken, als ik klaar wil zijn voor wat er misschien komt, moet ik meer doen dan alleen een jurk kopen.
Binnen ruikt het naar lavendel, een zachte geur die contrasteert met de tinkelende achtergrondmuziek, maar mijn hart bonkt nog steeds te luid, een dof gebons in mijn oren. Ik slenter naar de rekken, mijn vingers strijken nerveus over de zijde en kant, glad en koel onder mijn aanraking, en ik voel mijn wangen rood worden. Witte katoenen slips en simpele bh’s zijn alles wat ik heb – veilig, saai, iets voor een meisje dat niemand hoeft te verleiden, iets wat ik al jaren draag zonder erbij na te denken. Maar Julie… zij verdient meer. Wat als haar handen vannacht verder gaan, onder die jurk glijden, mijn huid vinden? Ik kan niet aankomen met iets dat ik al sinds de middelbare school heb, verschoten en vormeloos. Mijn gedachten flitsen naar haar elegante jurk, haar zelfverzekerde houding, en dan naar die auto – wat als iemand me ziet, me volgt, me beoordeelt? Ik wil sterker zijn, mooier, voor haar en voor mezelf.
Mijn ogen vallen op een zwarte set: een bh met dunne bandjes en een subtiel kanten patroon dat mijn huid zou omlijsten, een bijpassend slipje met een randje kant langs de heupen dat mijn vormen zou accentueren. Het is sexy, maar niet te overdreven, precies goed, en ik voel een warme tinteling door me heen trekken als ik me voorstel hoe Julie’s vingers het zouden aanraken, hoe haar ogen zouden glinsteren als ze het zag, hoe haar adem zou stokken. Ik gris het van het rek, mijn wangen brandend, en haast me naar de kassa. De caissière, een jonge vrouw met een discrete glimlach, vouwt het in een kleine, onopvallende tas, en ik mompel een “dank je” terwijl ik betaal, mijn hart bonkend van een mix van schaamte en opwinding. Dit is voor haar, denk ik, terwijl ik de tas in mijn hand voel, maar ook een schild tegen dat gevoel dat ik bekeken word.
Dan de schoenen. Mijn sneakers kunnen niet – versleten, grijs, met die scheur bij de zool waar mijn sok nog nat is van de rit – en ik fiets naar een schoenenwinkel verderop, mijn ogen af en toe achterom schietend, half verwachtend die auto weer te zien, zijn glanzende lak als een spook in mijn gedachten. Binnen zoek ik iets plats – ik kan niet op hakken lopen, dat heb ik één keer geprobeerd op een schoolfeest en ik viel bijna over mijn eigen voeten, mijn enkel zwikte pijnlijk – maar het moet chic zijn, iets wat past bij Julie’s wereld. Na wat rondkijken vind ik zwarte ballerina’s, glanzend met een klein strikje aan de voorkant, subtiel maar verfijnd. Ik trek ze aan, mijn tenen krullen even in de nieuwe stof, en voel een opluchting – ze zitten lekker, geen gestruikel vanavond. Ik stel me voor hoe Julie mijn hand zou pakken als ik toch wankel, hoe haar vingers zich warm en stevig om de mijne zouden sluiten, en mijn maag fladdert, een zachte kriebel die lager zakt. Ik koop ze, de tas voegt zich bij de andere aan mijn stuur, en ik voel me iets sterker, iets dichter bij wie ik wil zijn.
Tot slot de parfumerie. De geur van bloemige en kruidige parfums slaat me tegemoet als ik binnenstap, een overweldigende mix die me licht maakt in mijn hoofd, en ik voel me verloren, mijn zenuwen nog rauw van die rit en dat onbestemde gevoel dat blijft hangen. Ik draag nooit make-up – lippenbalsem is mijn grens, een dagelijkse routine zonder poespas – maar voor Julie wil ik het proberen. Een medewerkster komt naar me toe, haar glimlach vriendelijk, haar ogen nieuwsgierig, en ik stamel iets over een diner, dat ik geen idee heb wat ik doe. 'Iets speciaals vanavond?' vraagt ze, haar stem zacht, en ik bloos, knikkend terwijl ik aan Julies tong denk, hoe die mijn mond vulde, hoe haar smaak nog op mijn lippen lijkt te hangen, en aan die auto die mijn zekerheid bedreigt. Ze leidt me naar een toonbank en begint te experimenteren – een lichte foundation die mijn sproeten nog laat zien, een zachte bruine oogschaduw die mijn groene ogen laat knallen, een vleugje mascara dat mijn wimpers langer maakt, en een roze lipgloss die mijn lippen voller laat lijken, nog gevoelig van haar kus. Ik kijk in de spiegel en herken mezelf amper – ik lijk ouder, zelfverzekerder, iemand die niet bang hoeft te zijn, zelfs niet voor een schaduw.
En een geur?' vraagt ze, en na wat testen – bloemige noten die te zwaar zijn, citrus die te fris is – kies ik een parfum met vanille en een hint van roos, warm en subtiel, iets wat Julie misschien zou opvallen als ze dichtbij komt – en dat wil ik, dat ze dichtbij komt, haar adem op mijn huid, haar ogen op de mijne. Ik betaal, mijn spaarrekening nu een flink stuk lichter, de getallen op mijn scherm een stille waarschuwing, maar mijn hoofd bruisend van anticipatie. Terwijl ik naar buiten loop, mijn tassen zwaaiend aan mijn handen, kijk ik nog een keer om me heen – geen auto, geen ogen, alleen de stad die gonst van middagdrukte, stemmen en claxons in de verte. Maar het gevoel blijft, een stille vraag die ik niet kan beantwoorden, een schaduw die zich in mijn gedachten nestelt.
Thuis leg ik alles op mijn bed – de jurk, het ondergoed, de schoenen, de make-up, het parfum – en ik voel een glimlach opkomen, onzeker maar vastberaden. Dit is voor Julie, denk ik, mijn vingers strijken over de stof van de jurk, maar ook voor mij, tegen wat er ook achter me aan zit. Vanavond word ik iemand die zij wil zien, iemand die klaar is – voor haar, en voor wat dan ook dat nog komt. Ik kan het niet uitstellen, de middag vervaagt al in schemerlicht, en mijn zenuwen gonzen te luid om te negeren. Ik schop mijn sneakers uit, trek mijn hoodie en jeans van me af, laat ze in een slordige hoop op de grond vallen, en pak de zwarte kanten set. De bh sluit strak om mijn borsten, de dunne bandjes drukken licht in mijn schouders, en als ik hem vastklik, voel ik hoe hij mijn vormen lift, het kant fluistert tegen mijn huid. Het slipje glijdt over mijn heupen, het randje kant kriebelt langs mijn dijen, en ik stap voor de spiegel, mijn adem stokt. Mijn vingers strijken over de stof, volgen de lijn van mijn heup, en ineens is zij er – Julie, in mijn hoofd, achter me.
Haar handen glijden over mijn schouders, warm en stevig, duwen de bandjes omlaag tot ze halverwege hangen, haar adem heet tegen mijn nek. 'Je bent zo mooi,' fluistert ze, haar stem laag en rauw, en haar lippen strijken over mijn huid, een natte, trage kus die rillingen over mijn rug jaagt. Mijn hart bonkt, mijn benen trillen, en haar vingers glijden lager, over mijn ribben, mijn buik, vinden het kant van het slipje. Ze trekt het omlaag, tergend langzaam, haar nagels schrapen licht over mijn dijen, en ik voel een warme golf door me heen trekken, mijn slipje al vochtig voor ze het aanraakt. 'Evi,' gromt ze, haar hand glijdt tussen mijn benen, vingers strijken over mijn schaamlippen, nat en warm, en ik kreun zacht, mijn hoofd kantelt achterover tegen haar schouder. Ze duwt verder, twee vingers, diep en traag, mijn spieren spannen zich rond haar, en ik hijg, mijn handen grijpen de rand van het bed achter me. Haar lippen zakken naar mijn nek, tanden bijten licht in de gevoelige huid onder mijn oor, een intense prik die overgaat in een natte lik, haar tong trekt een heet spoor naar mijn sleutelbeen. 'Je bent van mij,' fluistert ze, haar duim vindt mijn clitoris, cirkelt plagend, en mijn lijf schokt, mijn adem komt in korte stoten, mijn tepels harden onder het kant. Ik voel de hitte opbouwen, een pulserende spanning die mijn dijen laat trillen, en ik kreun haar naam, 'Julie,' mijn stem breekt, smekend. Haar vingers stoten dieper, nat en soppend, haar duim wrijft harder, en ik sta op het randje, mijn lijf siddert, klaar om te breken – tot een windvlaag het gordijn doet ruisen.
Mijn ogen vliegen open, ik sta alleen, mijn wangen branden, mijn adem hijgt. Mijn vingers rusten nog op het kant, mijn slipje klam tegen mijn huid, en ik voel een druppel zweet langs mijn nek glijden. Ik slik hard, mijn hart bonkt nog in mijn keel, en pak de jurk met trillende handen, de stof glijdt over mijn lijf als een koele omhelzing, maar de hitte van haar denkbeeldige aanraking blijft. Ik sta voor de spiegel, mijn handen trillen licht terwijl ik de donkergroene jurk glad strijk over mijn heupen. De stof voelt zacht tegen mijn huid, de V-hals accentueert mijn sleutelbeenderen, en de rok zwaait subtiel als ik beweeg – het is perfect, maar toch voel ik me naakt, kwetsbaar. De ballerina’s glimmen aan mijn voeten, net chic genoeg, en ik spray het parfum met vanille en roos op mijn polsen en nek, de geur zweeft om me heen als een zachte wolk. Mijn lippen glanzen van de roze gloss, mijn ogen lijken groter door de mascara en schaduw, en ik lijk niet meer op het meisje dat cappuccino’s maakt – ik lijk op iemand die Julies wereld waard is. Maar die auto, die schaduw die me volgde, blijft in mijn achterhoofd zeuren, een koude draad die zich door mijn warme gedachten over haar weeft.
Het is bijna zeven uur, en ik kijk steeds naar het raam, mijn adem stokt elke keer dat ik een motor hoor, een laag gebrom dat door de straat echoot. Wat als het niet Julie is? Wat als die zwarte auto terugkomt, nu, terwijl ik hier sta te wachten, kwetsbaar in deze jurk die meer van me laat zien dan ik gewend ben? Ik schud mijn hoofd, dwing mezelf te ademen, en focus op haar – haar lippen, nat en hongerig op de mijne, haar hand die mijn nek kneep, haar stem die 'Tot vanavond, Evi' fluisterde. Mijn vingers strijken over mijn lippen, nog gevoelig van die kus, en ik voel die warme gloed weer, lager nu, een pulserende hitte die mijn nieuwe slipje nog vochtiger maakt. Ik glimlach nerveus naar mijn spiegelbeeld, maar dan klinkt het ronken van een motor, zwaarder deze keer, dieper, en mijn hart slaat over.
Ik ren naar het raam, mijn ballerina’s glijden bijna over de versleten vloer, en trek het gordijn opzij met een ruk. Daar is ze – Julies Range Rover, glanzend onder de straatlantaarn, het zwarte metaal vangt het licht als een spiegel, en zij stapt uit, elegant en zelfverzekerd in een strakke zwarte jurk die haar slanke figuur omhelst, haar blonde haar losjes golvend over haar schouders als een gouden waterval. Mijn adem stokt, mijn maag fladdert wild, en ik vergeet de auto, de schaduw, alles behalve haar. Ze sluit het portier met een zachte klik, haar bewegingen soepel, en dan kijkt ze omhoog, alsof ze weet dat ik kijk, alsof ze mijn ogen voelt. Haar hazelnootbruine ogen vinden de mijne, intens en warm, en een glimlach krult om haar lippen – een glimlach die mijn knieën slap maakt, die mijn hart laat bonken alsof het uit mijn borst wil springen. Ik gris mijn jas – een simpele wollen jas, niet chic, maar het moet maar – en haast me naar buiten, mijn ballerina’s tikkend op de trap, mijn adem snel en onregelmatig, mijn hele lijf bruisend van zenuwen en verlangen.
'Evi,' zegt ze als ik de deur opengooi, haar stem warm en melodieus, een toon die mijn wangen rood maakt en mijn hart een slag doet overslaan. Ze leunt tegen haar auto, nonchalant maar met die natuurlijke gratie die me altijd overdondert, haar ogen glijden over me heen, van mijn jurk naar mijn schoenen en weer terug naar mijn gezicht, en ik voel me naakt onder haar blik, maar ook gezien, gewild. 'Je ziet er prachtig uit,' zegt ze, haar glimlach teder maar met die speelse rand die mijn onderbuik laat samentrekken, een tinteling die door mijn benen schiet. 'Dank je,' mompel ik, mijn stem trillerig, en ik trek mijn jas dichter om me heen, ineens bang dat ze mijn zenuwen ziet, of erger, dat die schaduw ergens loert, verborgen in de schemering. 'Jij ook,' voeg ik toe, mijn ogen glijden over haar jurk, hoe die haar rondingen volgt, hoe de stof glanst in het zachte licht, en ik slik, mijn gedachten flitsen naar wat eronder zit, naar wat ik wil ontdekken.
Ze opent het portier voor me, een galant gebaar dat me nog nerveuzer maakt, haar hand die even op mijn onderrug rustte als ik instap, een warme druk die door mijn jas heen brandt. Ik zak neer op de leren zitting, de geur van leer en haar parfum – jasmijn en sandelhout – vult mijn longen, een bedwelmende mix die mijn hoofd licht maakt. Ze glijdt achter het stuur, haar jurk ritselt zacht, en haar hand rust weer op mijn knie terwijl ze de motor start, haar vingers knijpen lichtjes, een subtiele aanraking die een tinteling door mijn been stuurt, recht naar die warme plek die al zo lang aan haar denkt. 'Klaar voor La Perle?' vraagt ze, haar stem laag en uitnodigend, en ik voel haar ogen even op me rusten voor ze wegkijkt, haar ogen twinkelen van iets wat meer belooft dan alleen een diner. 'Ja,' fluister ik, mijn stem amper hoorbaar boven het zachte gebrom van de motor, en ze glimlacht, een glimlach die mijn hart sneller doet slaan en mijn adem even laat stokken.
De Range Rover trekt op, de stad glijdt voorbij in een waas van goud en rood, de lichten flitsen als sterren die vervagen in de nacht, maar binnen voelt het alsof de tijd vertraagt, bijna stilstaat. Haar hand rust op mijn knie, warm en stevig, en haar duim wrijft trage, zachte cirkels over mijn huid, een beweging die zo eenvoudig lijkt maar mijn hele lijf in vuur en vlam zet. Mijn slipje voelt strak en vochtig tegen mijn huid, de stof plakt lichtjes aan mijn dijen, een stille herinnering aan hoe ze me al raakt zonder me echt aan te raken, hoe haar aanwezigheid alleen al mijn bloed sneller laat stromen. Mijn adem stokt even, mijn borstkas rijst en daalt onrustig, en ik sluit mijn ogen, alleen een moment, om te ontsnappen aan de realiteit van de leren zitting en het zachte grommen van de motor. Maar dan is het niet meer alleen haar hand – mijn hoofd neemt me mee, sleurt me een wereld in waar alleen zij bestaat.
In mijn gedachten leunt ze dichterbij, haar blonde haar strijkt langs mijn wang als een zachte golf, haar adem heet en vochtig tegen mijn nek, een warme bries die kippenvel over mijn hele lichaam jaagt. Haar lippen vinden de mijne, eerst voorzichtig, een lichte aanraking die mijn mond doet tintelen, maar dan worden ze hongerig, dwingend, en haar tong glijdt naar binnen, nat en wild, proeft me met een zachte kreun die ik diep in mijn borst voel trillen. 'Evi,' fluistert ze, haar stem rauw en laag, een klank die mijn naam als een bezwering maakt, en mijn hart slaat over, mijn vingers krulen instinctief in de zitting. Haar handen glijden over mijn benen, tillen de rand van mijn donkergroene jurk met een trage, doelbewuste beweging, haar nagels schrapen licht over mijn dijen, een prikkel die mijn adem heftig maakt. Ze vindt het kant van mijn nieuwe slipje, haar vingertoppen strijken over de stof die al doorweekt is, warm en klam van mijn eigen verlangen, en ik voel mijn wangen rood worden, een schaamte die meteen omslaat in een brandende behoefte.
Ze glimlacht tegen mijn lippen, een speelse, wetende glimlach die mijn onderbuik laat samentrekken, en dan duwt ze het kant opzij, haar vingers glijden tergend langzaam over mijn schaamlippen, nat en warm, een plagende streling die mijn heupen doet kantelen, smekend om meer. 'Julie,' kreun ik, mijn stem breekt, een zachte smeekbede die in mijn hoofd echoot, en haar ogen – die hazelnootbruine dieptes – boren zich in de mijne, glinsterend van iets wilds en teder tegelijk. Haar vingertoppen dansen even, verkennen de zachte plooien van mijn huid, traag en opzettelijk, en dan duwen ze verder, twee vingers nu, diep in me, glijdend met een natte, trage stoot die mijn spieren zich rond haar laat spannen. Ik voel elke beweging, hoe ze me vult, hoe mijn binnenste pulseert tegen haar aan, en mijn handen grijpen de zitting harder, mijn nagels drukken in het koele leer, een anker tegen de storm die in me woedt.
Haar lippen verlaten de mijne, zakken naar mijn nek, en ik voel haar tanden, een lichte beet in de gevoelige huid onder mijn kaak, een intense prik die overgaat in een natte, warme lik van haar tong, traag en sensueel, een spoor trekkend naar mijn sleutelbeen. 'Je bent zo nat,' fluistert ze, haar stem hees en warm, haar adem blaast tegen mijn huid, en haar vingers stoten dieper, krullen tegen die ene plek diep in me die mijn hele lijf doet schokken, een rauwe sensatie die mijn adem in mijn keel laat stokken. Mijn benen trillen ongecontroleerd, mijn dijen spannen zich, en de hitte bouwt op, een gloeiende bal van verlangen die lager zakt, pulseert tussen mijn heupen. 'Oh fuck, Julie, niet stoppen,' hijg ik, mijn stem rauw en wanhopig, en ze lacht zacht, een lage, zwoele klank die door me heen trilt, haar tong likt plagend mijn oorlel, krult eromheen met een natte streling die rillingen over mijn ruggengraat stuurt.
Haar duim vindt mijn clitoris, rust er eerst alleen maar op, een lichte druk die me al laat kreunen, en dan begint ze te cirkelen, langzaam, tergend langzaam, een ritme dat mijn heupen laat wiegen, smekend om meer. Mijn hoofd valt achterover tegen de hoofdsteun, mijn mond opent zich, mijn adem komt in korte, gejaagde stoten, en ik voel zweet parelen op mijn voorhoofd, een druppel glijdt langs mijn slapen. Haar vingers bewegen sneller nu, nat en soppend, een intiem geluid dat mijn oren vult, en haar duim wrijft harder, versnelt, mijn clitoris pulseert onder haar aanraking, zwelt op tot een kloppende, gevoelige knobbel die mijn hele lijf in brand zet. 'Je voelt zo goed,' mompelt ze, haar stem een zachte grom tegen mijn oor, en haar vrije hand glijdt onder mijn jurk, knijpt in mijn heup, haar nagels prikken licht in mijn zachte vlees, een intense sensatie die de hitte alleen maar versterkt.
Mijn benen trillen heviger, mijn tenen krullen in mijn ballerina’s, en ik voel mijn spieren samentrekken rond haar vingers, een natte, glibberige greep die haar dieper trekt. 'Julie, alsjeblieft,' jammer ik, mijn stem hoog en wanhopig, en ze bijt zacht in mijn nek, haar tanden schrapen over mijn huid, haar tong volgt met een trage lik die mijn rillingen verdubbelt. 'Kom voor me, Evi,' zegt ze, haar stem laag en dwingend, een bevel dat mijn lijf opslokt, en haar vingers versnellen, stoten diep en hard, krullen steeds weer tegen die plek die me laat schokken. Haar duim wrijft nu genadeloos, een natte, glibberige druk die mijn clitoris laat exploderen in pulserende golven, en de hitte barst open, een vloedgolf die vanuit mijn onderbuik omhoog schiet. Ik schreeuw, 'Julie, fuck, oh god,' mijn stem rauw en ongecontroleerd, mijn climax golft door me heen, heet en nat, mijn benen klemmen rond haar hand, mijn lijf schokt wild, mijn nagels graven in het leer, mijn borst rijst en daalt terwijl ik hijg, verloren in haar.
'Bijna daar,' zegt ze plots, en ik schrik op, mijn ogen vliegen open, terug in de auto, de realiteit slaat me als een koude golf. Haar hand rust nog steeds op mijn knie, haar duim wrijft nog steeds die trage cirkels, en ik voel de nattigheid tussen mijn benen, echt nu, warm en klam tegen mijn slipje, een echo van wat ik net in mijn hoofd beleefde. Mijn wangen branden, mijn adem komt in korte, hijgende stoten, en ik durf haar amper aan te kijken. Julies ogen flitsen naar me toe, twinkelen in het schemerlicht van de auto, en een glimlach krult om haar lippen, speels en wetend, alsof ze dwars door me heen kan kijken, alsof ze voelt wat ik net heb doorgemaakt. 'Alles goed?' vraagt ze, haar stem warm en melodieus, en ik knik snel, mijn stem verloren in mijn keel, mijn lijf nog gloeiend van de hitte die haar aanraking – echt en ingebeeld – in me heeft achtergelaten.
La Perle doemt op – statig, luxe, een gebouw dat rijkdom en exclusiviteit ademt, met hoge ramen en een gevel die glanst in het licht van de straatlantaarns. Julie parkeert en stapt uit, loopt om de auto heen om mijn portier te openen, haar hand stevig om de mijne terwijl ze me helpt uitstappen, haar vingers warm en zeker. De portier knikt haar toe: 'Mevrouw De Vries,' zegt hij met een beleefde buiging, zijn stem gedempt en professioneel, en ik voel me klein naast haar, maar ook veilig, alsof haar aanwezigheid me optilt uit mijn eigen wereld. Binnen is het een wereld van kaarslicht en rijkdom, gedempte stemmen en de geur van wijn en verfijnd eten vullen de lucht. Ze leidt me naar een tafel bij het raam, een intieme plek waar de stad onder ons twinkelt als een zee van lichtjes, een eindeloos schouwspel dat mijn adem even steelt. 'Jij bent mooi,' zegt ze, haar stem laag en warm, en haar voet strijkt langs mijn enkel onder de tafel, een lichte aanraking die mijn hart weer op hol doet slaan, een tinteling die door mijn hele lijf trekt.
Buiten klinkt een motor, laag en traag, een geluid dat mijn aandacht trekt, een onheilspellend gebrom dat niet past bij de warmte binnen. Ik kijk naar het raam – een glimp van zwart flitst voorbij, te snel om te onderscheiden, en dan is het weg, opgeslokt door de nacht. Mijn hart slaat over, een koude steek doorboort de warmte die Julie in me heeft opgewekt. Wat was dat? Julies glimlach hapert even, een fractie van een seconde, haar ogen vernauwen bijna onmerkbaar, en ik vraag me af wat ze weet dat ik niet zie.
Ik adem diep in, de lucht in mijn kamer ruikt naar oud hout en een vleugje koffie van vanochtend, en dwing mezelf tot rust. Dan dringt het tot me door: La Perle. Een chic restaurant, met kaarslicht en mensen in dure kleren, een wereld zo ver van de mijne dat ik er duizelig van word. Ik heb niets om aan te trekken. Ik ruk mijn kast open, mijn ogen scannen de chaos – hoodies met versleten mouwen, jeans met rafels aan de zomen, een paar T-shirts die hun vorm hebben verloren, en een oude jurk die ik ooit voor een bruiloft droeg, nu te kinderlijk met zijn bloemetjesprint en versleten naden. Dit kan niet. Niet voor Julie, niet voor een plek als La Perle. Mijn sneakers staren me aan vanaf de vloer, grijs en versleten, een scheur bij de zool waar de regen van vandaag doorheen is gesijpeld, en ik voel mijn maag omdraaien. Geen hakken, geen pumps, niets elegants. Ik kan toch niet naast haar zitten, met haar strakke jurk en die zelfverzekerde houding, in gympen en een trui? En dan mijn ondergoed – ik trek de lade open, staar naar de stapel witte katoenen slips en simpele bh's, vaal en praktisch, en mijn wangen worden rood. Wat als vanavond meer brengt? Wat als die kus, die natte, wilde dans van onze tongen, verdergaat? Ik kan toch niet met dit simpele spul aankomen, niet bij haar.
Mijn hart slaat over bij de gedachte aan haar handen op mijn huid, haar ogen die me uitkleden, en ik weet: dit moet anders. Ik draag nooit make-up – een beetje lippenbalsem is mijn maximum, een snelle veeg over mijn lippen voor ik naar Starbucks ga – maar voor Julie wil ik het wel. Ik wil dat ze me ziet, echt ziet, zoals ik haar zie: mooi, bijzonder, iemand die haar waard is. Maar nu, met die auto nog in mijn achterhoofd, voelt het urgenter, alsof ik niet alleen indruk op haar wil maken, maar ook iets wil bewijzen – aan mezelf, aan wie dan ook die me misschien bekijkt. Ik pak mijn telefoon, check mijn spaarrekening – een paar honderd euro, bedoeld voor een vakantie deze zomer, een vage droom van zon en zee die nu ver weg voelt. Mijn vingers aarzelen boven het scherm, maar dan denk ik aan Julie’s glimlach, haar duim op mijn lippen, hoe ze mijn naam zei met die zachte, melodieuze stem, en ik weet: dit is het waard. Die vakantie kan wachten. Ik vraag gewoon wat extra diensten bij Starbucks, dan heb ik het zo weer terugverdiend. Voor ik me kan bedenken, gris ik mijn jas en portemonnee mee en stap weer op mijn fiets, mijn hoofd tollend van zenuwen, een vleugje angst, en die bruisende opwinding die Julie in me heeft aangewakkerd.
Ik fiets naar de stad, de wind snijdend langs mijn gezicht, koud en snijdend tegen mijn wangen, en mijn ogen schieten af en toe achterom – geen zwarte auto, geen schaduw, maar het gevoel blijft, een prikkel in mijn nek die ik niet kan afschudden. Ik parkeer bij een boetiek aan de rand van het centrum, de bel rinkelt schel als ik binnenstap, en de geur van nieuw textiel slaat me tegemoet, fris en een beetje chemisch. De verkoopster, een vrouw met een strakke knot en een vriendelijke glimlach, kijkt op van achter de toonbank. Ik stamel iets over 'iets voor een chic diner', mijn stem hapert, en ze knikt, leidt me naar een rek met jurken. Mijn ogen vallen op een donkergroene, halflange jurk – simpel maar elegant, met een subtiele V-hals die mijn sleutelbeenderen zou laten zien, en een rok die mijn benen langer zou maken. Ik hou hem tegen me aan voor de spiegel, mijn hart bonkt terwijl ik me Julies blik voorstel, hoe ze zou glimlachen als ze me hierin ziet – en misschien, heel misschien, hoe ze me zou vergeten als die schaduw iets betekent. 'Die staat je goed,' zegt de verkoopster, haar stem breekt door mijn gedachten, en ik knik, mijn wangen rood. 'Ik neem hem,' zeg ik, mijn stem trillerig maar vastberaden, vastbesloten om vanavond alleen aan Julie te denken. Ze vouwt hem zorgvuldig in een papieren tas, en ik betaal, mijn vingers nerveus friemelend met de pas.
De donkergroene jurk bungelt in de tas aan mijn stuur terwijl ik de straat oversteek, mijn adem nog een beetje snel van de rit en die knagende onrust die ik niet kan afschudden. Die zwarte auto – was het echt toeval, of keek iemand naar me? Mijn ogen schieten naar de geparkeerde wagens langs de stoep, een rij van grijze en blauwe auto’s, maar niets lijkt verdacht, geen glimp van glanzend zwart metaal. Toch voel ik het nog, een koude rilling die zich mengt met de warme gloed die Julie in me heeft achtergelaten. Ik dwing mezelf te focussen – vanavond, La Perle, haar lippen op de mijne – en stuur mijn fiets naar de lingeriewinkel een paar straten verder. Als ik indruk wil maken, als ik klaar wil zijn voor wat er misschien komt, moet ik meer doen dan alleen een jurk kopen.
Binnen ruikt het naar lavendel, een zachte geur die contrasteert met de tinkelende achtergrondmuziek, maar mijn hart bonkt nog steeds te luid, een dof gebons in mijn oren. Ik slenter naar de rekken, mijn vingers strijken nerveus over de zijde en kant, glad en koel onder mijn aanraking, en ik voel mijn wangen rood worden. Witte katoenen slips en simpele bh’s zijn alles wat ik heb – veilig, saai, iets voor een meisje dat niemand hoeft te verleiden, iets wat ik al jaren draag zonder erbij na te denken. Maar Julie… zij verdient meer. Wat als haar handen vannacht verder gaan, onder die jurk glijden, mijn huid vinden? Ik kan niet aankomen met iets dat ik al sinds de middelbare school heb, verschoten en vormeloos. Mijn gedachten flitsen naar haar elegante jurk, haar zelfverzekerde houding, en dan naar die auto – wat als iemand me ziet, me volgt, me beoordeelt? Ik wil sterker zijn, mooier, voor haar en voor mezelf.
Mijn ogen vallen op een zwarte set: een bh met dunne bandjes en een subtiel kanten patroon dat mijn huid zou omlijsten, een bijpassend slipje met een randje kant langs de heupen dat mijn vormen zou accentueren. Het is sexy, maar niet te overdreven, precies goed, en ik voel een warme tinteling door me heen trekken als ik me voorstel hoe Julie’s vingers het zouden aanraken, hoe haar ogen zouden glinsteren als ze het zag, hoe haar adem zou stokken. Ik gris het van het rek, mijn wangen brandend, en haast me naar de kassa. De caissière, een jonge vrouw met een discrete glimlach, vouwt het in een kleine, onopvallende tas, en ik mompel een “dank je” terwijl ik betaal, mijn hart bonkend van een mix van schaamte en opwinding. Dit is voor haar, denk ik, terwijl ik de tas in mijn hand voel, maar ook een schild tegen dat gevoel dat ik bekeken word.
Dan de schoenen. Mijn sneakers kunnen niet – versleten, grijs, met die scheur bij de zool waar mijn sok nog nat is van de rit – en ik fiets naar een schoenenwinkel verderop, mijn ogen af en toe achterom schietend, half verwachtend die auto weer te zien, zijn glanzende lak als een spook in mijn gedachten. Binnen zoek ik iets plats – ik kan niet op hakken lopen, dat heb ik één keer geprobeerd op een schoolfeest en ik viel bijna over mijn eigen voeten, mijn enkel zwikte pijnlijk – maar het moet chic zijn, iets wat past bij Julie’s wereld. Na wat rondkijken vind ik zwarte ballerina’s, glanzend met een klein strikje aan de voorkant, subtiel maar verfijnd. Ik trek ze aan, mijn tenen krullen even in de nieuwe stof, en voel een opluchting – ze zitten lekker, geen gestruikel vanavond. Ik stel me voor hoe Julie mijn hand zou pakken als ik toch wankel, hoe haar vingers zich warm en stevig om de mijne zouden sluiten, en mijn maag fladdert, een zachte kriebel die lager zakt. Ik koop ze, de tas voegt zich bij de andere aan mijn stuur, en ik voel me iets sterker, iets dichter bij wie ik wil zijn.
Tot slot de parfumerie. De geur van bloemige en kruidige parfums slaat me tegemoet als ik binnenstap, een overweldigende mix die me licht maakt in mijn hoofd, en ik voel me verloren, mijn zenuwen nog rauw van die rit en dat onbestemde gevoel dat blijft hangen. Ik draag nooit make-up – lippenbalsem is mijn grens, een dagelijkse routine zonder poespas – maar voor Julie wil ik het proberen. Een medewerkster komt naar me toe, haar glimlach vriendelijk, haar ogen nieuwsgierig, en ik stamel iets over een diner, dat ik geen idee heb wat ik doe. 'Iets speciaals vanavond?' vraagt ze, haar stem zacht, en ik bloos, knikkend terwijl ik aan Julies tong denk, hoe die mijn mond vulde, hoe haar smaak nog op mijn lippen lijkt te hangen, en aan die auto die mijn zekerheid bedreigt. Ze leidt me naar een toonbank en begint te experimenteren – een lichte foundation die mijn sproeten nog laat zien, een zachte bruine oogschaduw die mijn groene ogen laat knallen, een vleugje mascara dat mijn wimpers langer maakt, en een roze lipgloss die mijn lippen voller laat lijken, nog gevoelig van haar kus. Ik kijk in de spiegel en herken mezelf amper – ik lijk ouder, zelfverzekerder, iemand die niet bang hoeft te zijn, zelfs niet voor een schaduw.
En een geur?' vraagt ze, en na wat testen – bloemige noten die te zwaar zijn, citrus die te fris is – kies ik een parfum met vanille en een hint van roos, warm en subtiel, iets wat Julie misschien zou opvallen als ze dichtbij komt – en dat wil ik, dat ze dichtbij komt, haar adem op mijn huid, haar ogen op de mijne. Ik betaal, mijn spaarrekening nu een flink stuk lichter, de getallen op mijn scherm een stille waarschuwing, maar mijn hoofd bruisend van anticipatie. Terwijl ik naar buiten loop, mijn tassen zwaaiend aan mijn handen, kijk ik nog een keer om me heen – geen auto, geen ogen, alleen de stad die gonst van middagdrukte, stemmen en claxons in de verte. Maar het gevoel blijft, een stille vraag die ik niet kan beantwoorden, een schaduw die zich in mijn gedachten nestelt.
Thuis leg ik alles op mijn bed – de jurk, het ondergoed, de schoenen, de make-up, het parfum – en ik voel een glimlach opkomen, onzeker maar vastberaden. Dit is voor Julie, denk ik, mijn vingers strijken over de stof van de jurk, maar ook voor mij, tegen wat er ook achter me aan zit. Vanavond word ik iemand die zij wil zien, iemand die klaar is – voor haar, en voor wat dan ook dat nog komt. Ik kan het niet uitstellen, de middag vervaagt al in schemerlicht, en mijn zenuwen gonzen te luid om te negeren. Ik schop mijn sneakers uit, trek mijn hoodie en jeans van me af, laat ze in een slordige hoop op de grond vallen, en pak de zwarte kanten set. De bh sluit strak om mijn borsten, de dunne bandjes drukken licht in mijn schouders, en als ik hem vastklik, voel ik hoe hij mijn vormen lift, het kant fluistert tegen mijn huid. Het slipje glijdt over mijn heupen, het randje kant kriebelt langs mijn dijen, en ik stap voor de spiegel, mijn adem stokt. Mijn vingers strijken over de stof, volgen de lijn van mijn heup, en ineens is zij er – Julie, in mijn hoofd, achter me.
Haar handen glijden over mijn schouders, warm en stevig, duwen de bandjes omlaag tot ze halverwege hangen, haar adem heet tegen mijn nek. 'Je bent zo mooi,' fluistert ze, haar stem laag en rauw, en haar lippen strijken over mijn huid, een natte, trage kus die rillingen over mijn rug jaagt. Mijn hart bonkt, mijn benen trillen, en haar vingers glijden lager, over mijn ribben, mijn buik, vinden het kant van het slipje. Ze trekt het omlaag, tergend langzaam, haar nagels schrapen licht over mijn dijen, en ik voel een warme golf door me heen trekken, mijn slipje al vochtig voor ze het aanraakt. 'Evi,' gromt ze, haar hand glijdt tussen mijn benen, vingers strijken over mijn schaamlippen, nat en warm, en ik kreun zacht, mijn hoofd kantelt achterover tegen haar schouder. Ze duwt verder, twee vingers, diep en traag, mijn spieren spannen zich rond haar, en ik hijg, mijn handen grijpen de rand van het bed achter me. Haar lippen zakken naar mijn nek, tanden bijten licht in de gevoelige huid onder mijn oor, een intense prik die overgaat in een natte lik, haar tong trekt een heet spoor naar mijn sleutelbeen. 'Je bent van mij,' fluistert ze, haar duim vindt mijn clitoris, cirkelt plagend, en mijn lijf schokt, mijn adem komt in korte stoten, mijn tepels harden onder het kant. Ik voel de hitte opbouwen, een pulserende spanning die mijn dijen laat trillen, en ik kreun haar naam, 'Julie,' mijn stem breekt, smekend. Haar vingers stoten dieper, nat en soppend, haar duim wrijft harder, en ik sta op het randje, mijn lijf siddert, klaar om te breken – tot een windvlaag het gordijn doet ruisen.
Mijn ogen vliegen open, ik sta alleen, mijn wangen branden, mijn adem hijgt. Mijn vingers rusten nog op het kant, mijn slipje klam tegen mijn huid, en ik voel een druppel zweet langs mijn nek glijden. Ik slik hard, mijn hart bonkt nog in mijn keel, en pak de jurk met trillende handen, de stof glijdt over mijn lijf als een koele omhelzing, maar de hitte van haar denkbeeldige aanraking blijft. Ik sta voor de spiegel, mijn handen trillen licht terwijl ik de donkergroene jurk glad strijk over mijn heupen. De stof voelt zacht tegen mijn huid, de V-hals accentueert mijn sleutelbeenderen, en de rok zwaait subtiel als ik beweeg – het is perfect, maar toch voel ik me naakt, kwetsbaar. De ballerina’s glimmen aan mijn voeten, net chic genoeg, en ik spray het parfum met vanille en roos op mijn polsen en nek, de geur zweeft om me heen als een zachte wolk. Mijn lippen glanzen van de roze gloss, mijn ogen lijken groter door de mascara en schaduw, en ik lijk niet meer op het meisje dat cappuccino’s maakt – ik lijk op iemand die Julies wereld waard is. Maar die auto, die schaduw die me volgde, blijft in mijn achterhoofd zeuren, een koude draad die zich door mijn warme gedachten over haar weeft.
Het is bijna zeven uur, en ik kijk steeds naar het raam, mijn adem stokt elke keer dat ik een motor hoor, een laag gebrom dat door de straat echoot. Wat als het niet Julie is? Wat als die zwarte auto terugkomt, nu, terwijl ik hier sta te wachten, kwetsbaar in deze jurk die meer van me laat zien dan ik gewend ben? Ik schud mijn hoofd, dwing mezelf te ademen, en focus op haar – haar lippen, nat en hongerig op de mijne, haar hand die mijn nek kneep, haar stem die 'Tot vanavond, Evi' fluisterde. Mijn vingers strijken over mijn lippen, nog gevoelig van die kus, en ik voel die warme gloed weer, lager nu, een pulserende hitte die mijn nieuwe slipje nog vochtiger maakt. Ik glimlach nerveus naar mijn spiegelbeeld, maar dan klinkt het ronken van een motor, zwaarder deze keer, dieper, en mijn hart slaat over.
Ik ren naar het raam, mijn ballerina’s glijden bijna over de versleten vloer, en trek het gordijn opzij met een ruk. Daar is ze – Julies Range Rover, glanzend onder de straatlantaarn, het zwarte metaal vangt het licht als een spiegel, en zij stapt uit, elegant en zelfverzekerd in een strakke zwarte jurk die haar slanke figuur omhelst, haar blonde haar losjes golvend over haar schouders als een gouden waterval. Mijn adem stokt, mijn maag fladdert wild, en ik vergeet de auto, de schaduw, alles behalve haar. Ze sluit het portier met een zachte klik, haar bewegingen soepel, en dan kijkt ze omhoog, alsof ze weet dat ik kijk, alsof ze mijn ogen voelt. Haar hazelnootbruine ogen vinden de mijne, intens en warm, en een glimlach krult om haar lippen – een glimlach die mijn knieën slap maakt, die mijn hart laat bonken alsof het uit mijn borst wil springen. Ik gris mijn jas – een simpele wollen jas, niet chic, maar het moet maar – en haast me naar buiten, mijn ballerina’s tikkend op de trap, mijn adem snel en onregelmatig, mijn hele lijf bruisend van zenuwen en verlangen.
'Evi,' zegt ze als ik de deur opengooi, haar stem warm en melodieus, een toon die mijn wangen rood maakt en mijn hart een slag doet overslaan. Ze leunt tegen haar auto, nonchalant maar met die natuurlijke gratie die me altijd overdondert, haar ogen glijden over me heen, van mijn jurk naar mijn schoenen en weer terug naar mijn gezicht, en ik voel me naakt onder haar blik, maar ook gezien, gewild. 'Je ziet er prachtig uit,' zegt ze, haar glimlach teder maar met die speelse rand die mijn onderbuik laat samentrekken, een tinteling die door mijn benen schiet. 'Dank je,' mompel ik, mijn stem trillerig, en ik trek mijn jas dichter om me heen, ineens bang dat ze mijn zenuwen ziet, of erger, dat die schaduw ergens loert, verborgen in de schemering. 'Jij ook,' voeg ik toe, mijn ogen glijden over haar jurk, hoe die haar rondingen volgt, hoe de stof glanst in het zachte licht, en ik slik, mijn gedachten flitsen naar wat eronder zit, naar wat ik wil ontdekken.
Ze opent het portier voor me, een galant gebaar dat me nog nerveuzer maakt, haar hand die even op mijn onderrug rustte als ik instap, een warme druk die door mijn jas heen brandt. Ik zak neer op de leren zitting, de geur van leer en haar parfum – jasmijn en sandelhout – vult mijn longen, een bedwelmende mix die mijn hoofd licht maakt. Ze glijdt achter het stuur, haar jurk ritselt zacht, en haar hand rust weer op mijn knie terwijl ze de motor start, haar vingers knijpen lichtjes, een subtiele aanraking die een tinteling door mijn been stuurt, recht naar die warme plek die al zo lang aan haar denkt. 'Klaar voor La Perle?' vraagt ze, haar stem laag en uitnodigend, en ik voel haar ogen even op me rusten voor ze wegkijkt, haar ogen twinkelen van iets wat meer belooft dan alleen een diner. 'Ja,' fluister ik, mijn stem amper hoorbaar boven het zachte gebrom van de motor, en ze glimlacht, een glimlach die mijn hart sneller doet slaan en mijn adem even laat stokken.
De Range Rover trekt op, de stad glijdt voorbij in een waas van goud en rood, de lichten flitsen als sterren die vervagen in de nacht, maar binnen voelt het alsof de tijd vertraagt, bijna stilstaat. Haar hand rust op mijn knie, warm en stevig, en haar duim wrijft trage, zachte cirkels over mijn huid, een beweging die zo eenvoudig lijkt maar mijn hele lijf in vuur en vlam zet. Mijn slipje voelt strak en vochtig tegen mijn huid, de stof plakt lichtjes aan mijn dijen, een stille herinnering aan hoe ze me al raakt zonder me echt aan te raken, hoe haar aanwezigheid alleen al mijn bloed sneller laat stromen. Mijn adem stokt even, mijn borstkas rijst en daalt onrustig, en ik sluit mijn ogen, alleen een moment, om te ontsnappen aan de realiteit van de leren zitting en het zachte grommen van de motor. Maar dan is het niet meer alleen haar hand – mijn hoofd neemt me mee, sleurt me een wereld in waar alleen zij bestaat.
In mijn gedachten leunt ze dichterbij, haar blonde haar strijkt langs mijn wang als een zachte golf, haar adem heet en vochtig tegen mijn nek, een warme bries die kippenvel over mijn hele lichaam jaagt. Haar lippen vinden de mijne, eerst voorzichtig, een lichte aanraking die mijn mond doet tintelen, maar dan worden ze hongerig, dwingend, en haar tong glijdt naar binnen, nat en wild, proeft me met een zachte kreun die ik diep in mijn borst voel trillen. 'Evi,' fluistert ze, haar stem rauw en laag, een klank die mijn naam als een bezwering maakt, en mijn hart slaat over, mijn vingers krulen instinctief in de zitting. Haar handen glijden over mijn benen, tillen de rand van mijn donkergroene jurk met een trage, doelbewuste beweging, haar nagels schrapen licht over mijn dijen, een prikkel die mijn adem heftig maakt. Ze vindt het kant van mijn nieuwe slipje, haar vingertoppen strijken over de stof die al doorweekt is, warm en klam van mijn eigen verlangen, en ik voel mijn wangen rood worden, een schaamte die meteen omslaat in een brandende behoefte.
Ze glimlacht tegen mijn lippen, een speelse, wetende glimlach die mijn onderbuik laat samentrekken, en dan duwt ze het kant opzij, haar vingers glijden tergend langzaam over mijn schaamlippen, nat en warm, een plagende streling die mijn heupen doet kantelen, smekend om meer. 'Julie,' kreun ik, mijn stem breekt, een zachte smeekbede die in mijn hoofd echoot, en haar ogen – die hazelnootbruine dieptes – boren zich in de mijne, glinsterend van iets wilds en teder tegelijk. Haar vingertoppen dansen even, verkennen de zachte plooien van mijn huid, traag en opzettelijk, en dan duwen ze verder, twee vingers nu, diep in me, glijdend met een natte, trage stoot die mijn spieren zich rond haar laat spannen. Ik voel elke beweging, hoe ze me vult, hoe mijn binnenste pulseert tegen haar aan, en mijn handen grijpen de zitting harder, mijn nagels drukken in het koele leer, een anker tegen de storm die in me woedt.
Haar lippen verlaten de mijne, zakken naar mijn nek, en ik voel haar tanden, een lichte beet in de gevoelige huid onder mijn kaak, een intense prik die overgaat in een natte, warme lik van haar tong, traag en sensueel, een spoor trekkend naar mijn sleutelbeen. 'Je bent zo nat,' fluistert ze, haar stem hees en warm, haar adem blaast tegen mijn huid, en haar vingers stoten dieper, krullen tegen die ene plek diep in me die mijn hele lijf doet schokken, een rauwe sensatie die mijn adem in mijn keel laat stokken. Mijn benen trillen ongecontroleerd, mijn dijen spannen zich, en de hitte bouwt op, een gloeiende bal van verlangen die lager zakt, pulseert tussen mijn heupen. 'Oh fuck, Julie, niet stoppen,' hijg ik, mijn stem rauw en wanhopig, en ze lacht zacht, een lage, zwoele klank die door me heen trilt, haar tong likt plagend mijn oorlel, krult eromheen met een natte streling die rillingen over mijn ruggengraat stuurt.
Haar duim vindt mijn clitoris, rust er eerst alleen maar op, een lichte druk die me al laat kreunen, en dan begint ze te cirkelen, langzaam, tergend langzaam, een ritme dat mijn heupen laat wiegen, smekend om meer. Mijn hoofd valt achterover tegen de hoofdsteun, mijn mond opent zich, mijn adem komt in korte, gejaagde stoten, en ik voel zweet parelen op mijn voorhoofd, een druppel glijdt langs mijn slapen. Haar vingers bewegen sneller nu, nat en soppend, een intiem geluid dat mijn oren vult, en haar duim wrijft harder, versnelt, mijn clitoris pulseert onder haar aanraking, zwelt op tot een kloppende, gevoelige knobbel die mijn hele lijf in brand zet. 'Je voelt zo goed,' mompelt ze, haar stem een zachte grom tegen mijn oor, en haar vrije hand glijdt onder mijn jurk, knijpt in mijn heup, haar nagels prikken licht in mijn zachte vlees, een intense sensatie die de hitte alleen maar versterkt.
Mijn benen trillen heviger, mijn tenen krullen in mijn ballerina’s, en ik voel mijn spieren samentrekken rond haar vingers, een natte, glibberige greep die haar dieper trekt. 'Julie, alsjeblieft,' jammer ik, mijn stem hoog en wanhopig, en ze bijt zacht in mijn nek, haar tanden schrapen over mijn huid, haar tong volgt met een trage lik die mijn rillingen verdubbelt. 'Kom voor me, Evi,' zegt ze, haar stem laag en dwingend, een bevel dat mijn lijf opslokt, en haar vingers versnellen, stoten diep en hard, krullen steeds weer tegen die plek die me laat schokken. Haar duim wrijft nu genadeloos, een natte, glibberige druk die mijn clitoris laat exploderen in pulserende golven, en de hitte barst open, een vloedgolf die vanuit mijn onderbuik omhoog schiet. Ik schreeuw, 'Julie, fuck, oh god,' mijn stem rauw en ongecontroleerd, mijn climax golft door me heen, heet en nat, mijn benen klemmen rond haar hand, mijn lijf schokt wild, mijn nagels graven in het leer, mijn borst rijst en daalt terwijl ik hijg, verloren in haar.
'Bijna daar,' zegt ze plots, en ik schrik op, mijn ogen vliegen open, terug in de auto, de realiteit slaat me als een koude golf. Haar hand rust nog steeds op mijn knie, haar duim wrijft nog steeds die trage cirkels, en ik voel de nattigheid tussen mijn benen, echt nu, warm en klam tegen mijn slipje, een echo van wat ik net in mijn hoofd beleefde. Mijn wangen branden, mijn adem komt in korte, hijgende stoten, en ik durf haar amper aan te kijken. Julies ogen flitsen naar me toe, twinkelen in het schemerlicht van de auto, en een glimlach krult om haar lippen, speels en wetend, alsof ze dwars door me heen kan kijken, alsof ze voelt wat ik net heb doorgemaakt. 'Alles goed?' vraagt ze, haar stem warm en melodieus, en ik knik snel, mijn stem verloren in mijn keel, mijn lijf nog gloeiend van de hitte die haar aanraking – echt en ingebeeld – in me heeft achtergelaten.
La Perle doemt op – statig, luxe, een gebouw dat rijkdom en exclusiviteit ademt, met hoge ramen en een gevel die glanst in het licht van de straatlantaarns. Julie parkeert en stapt uit, loopt om de auto heen om mijn portier te openen, haar hand stevig om de mijne terwijl ze me helpt uitstappen, haar vingers warm en zeker. De portier knikt haar toe: 'Mevrouw De Vries,' zegt hij met een beleefde buiging, zijn stem gedempt en professioneel, en ik voel me klein naast haar, maar ook veilig, alsof haar aanwezigheid me optilt uit mijn eigen wereld. Binnen is het een wereld van kaarslicht en rijkdom, gedempte stemmen en de geur van wijn en verfijnd eten vullen de lucht. Ze leidt me naar een tafel bij het raam, een intieme plek waar de stad onder ons twinkelt als een zee van lichtjes, een eindeloos schouwspel dat mijn adem even steelt. 'Jij bent mooi,' zegt ze, haar stem laag en warm, en haar voet strijkt langs mijn enkel onder de tafel, een lichte aanraking die mijn hart weer op hol doet slaan, een tinteling die door mijn hele lijf trekt.
Buiten klinkt een motor, laag en traag, een geluid dat mijn aandacht trekt, een onheilspellend gebrom dat niet past bij de warmte binnen. Ik kijk naar het raam – een glimp van zwart flitst voorbij, te snel om te onderscheiden, en dan is het weg, opgeslokt door de nacht. Mijn hart slaat over, een koude steek doorboort de warmte die Julie in me heeft opgewekt. Wat was dat? Julies glimlach hapert even, een fractie van een seconde, haar ogen vernauwen bijna onmerkbaar, en ik vraag me af wat ze weet dat ik niet zie.
Lees verder: Evi & Julie - 3: Hitte Van Likeur
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10