Door: Dannyboy
Datum: 07-10-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 2633
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 3
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Vervolg op: Een Beeldschone Huisgenote - 114
Anna vloekte luidkeels en bekeek een paar rekken om te zien of er nog meer gestolen was. Ik liep naar de voordeur om te controleren of er iets geforceerd was. Zoals ik al verwachtte, was er niets te zien, omdat er een rolluik voor zat. Aan de rolluiken mankeerde niets.
“Zo te zien zijn alleen de kleren van de dure collectie gestolen,” zei Anna.
“Ze zijn niet via de ingang binnengekomen,” vulde ik aan.
“Dat verbaast me niet, want het alarm is niet afgegaan,” mompelde Mandy. “Dat betekent dat iemand hier met een sleutel is binnengekomen, en diegene kent ook de code van het alarm.”
Ze keek me aan en ik sloot mijn ogen. Ik wist wat ze dacht. Het was ook mijn eerste gedachte. Sofie…
Het leek erop dat Anna hetzelfde vermoeden had. “Dat kan toch niet waar zijn?” fluisterde ze. “Waarom zou ze dat doen?”
Kelly keek ons beurtelings aan. “Jullie verdenken Sofie? Vanwege dat incidentje in het magazijn met Danny?”
Mandy zweeg en keek me vragend aan.
“Er gebeuren de laatste tijd wel meer rare dingen rond Sofie,” zei ik aarzelend.
Anna schudde boos haar hoofd. “Dat kan echt niet. Waarom zou ze dat doen?”
Niemand gaf antwoord.
Anna pakte haar telefoon. “Ik ga Lotte bellen, die wil dit zeker weten, dat hier is ingebroken.” Ze liep een stukje verder weg.
Ook Kelly haalde haar telefoon tevoorschijn. “Ik bel de politie voor jullie.”
Mandy en ik wisselden een blik en haar ogen werden opeens groot. “Oh my god,” fluisterde ze zacht en rende naar het atelier. Ik keek naar Elise, die net zo verbaasd was als ik. We gingen achter haar aan.
Ze rommelde in paniek in de la en smeet de papieren op het bureau. “Hebbes!” mompelde ze en haastte zich zonder iets te zeggen naar de kast. Met veel herrie draaide ze het slot open en gooide de deuren open. Een grote doos plofte met een dreun op de tafel en ze bladerde gehaast door de mappen. “Nee,” fluisterde ze smekend. “Alsjeblieft niet.” Ze zette een stap achteruit en zakte verslagen neer op de bureaustoel.
“Wat is er?” vroeg Elise voorzichtig.
“De ontwerpen zijn weg,” antwoordde Mandy verdrietig. “De belangrijkste ontwerpen van onze favoriete kleding. Dat zijn de grootste inkomsten van de afgelopen jaren voor ons.”
Mijn ogen werden groot. “Wat? Dat meen je niet?” Ik keek in de doos en zag dat die halfleeg was. “Maar je hebt toch kopieën?” vroeg ik bezorgd.
Mandy keek me aan, een traan rolde over haar wang. Het brak mijn hart om haar zo te zien. “Natuurlijk hebben we dat. Maar degene die onze ontwerpen nu heeft, kan ze gebruiken of doorverkopen. Dat is echt niet goed.”
Ik ging achter haar staan en omhelsde haar stevig. Ze pakte mijn arm en drukte haar hoofd tegen mijn buik. Ik voelde dat ik kwaad werd. Zou ze het echt gedaan hebben? Waarom in godsnaam? Wat was de reden?
Anna en Kelly stormden binnen. “Wat is er? Ik hoorde een klap,” vroeg Anna meteen. Elise legde uit wat er gebeurd was.
“Verdomme!” riep Anna boos.
“Wacht even!” viel Kelly in de rede toen ze de sleutel in het slot van de kast zag. “Wie weet nog van deze sleutel?”
Mandy hief haar hoofd. “Wij, de vrienden.” Ze wendde haar blik af en staarde naar de grond. “En… Sofie.”
Er viel een doodse stilte in het atelier.
Ik voelde mijn hart bonken van woede. Ik had altijd geweten dat er iets mis met haar was. Dit had ik kunnen voorkomen.
“Irene en Kim?” vroeg Elise voorzichtig.
Anna schudde haar hoofd. “Nee, ze weten niet waar de sleutel ligt.” Ze vloekte opnieuw. “Het lijkt erop dat Sofie het gedaan heeft. Maar ik snap er niks van!” Ze gromde. “En Lotte komt eraan.”
“En de politie ook,” zei Kelly. “Danny, jij moet de deur open doen, ze zullen er over een halfuur zijn.”
Anna pakte de sleutels. “Ik doe het wel.”
Tot onze verrassing arriveerde Lotte snel, met Isabel in de draagzak. Ze keek eerst in de winkel en kwam daarna het atelier binnen, waar haar ogen meteen op de doos op tafel vielen. Eén blik op Mandy was genoeg. Ze plofte neer op een stoel.
“Dat meen je niet,” fluisterde ze. “Zijn ze allemaal weg?”
Mandy knikte droevig. “Ja, alle mappen zijn weg.”
“Wie zou het gedaan hebben?” vroeg ze, terwijl haar blik langzaam door het atelier ging. Ze bleef bij mij hangen. Het was alsof ze mijn gedachten kon lezen. Lotte schudde haar hoofd, eerst langzaam, daarna steeds sneller. “Jullie verdenken Sofie?”
Isabel begon hard te huilen en Anna nam haar van Lotte over om haar te troosten. Ik merkte dat niemand het lef had om antwoord te geven. “Het lijkt mij vrij duidelijk dat zij het gedaan heeft,” zei ik voorzichtig. “Je weet wel, dat incident in het magazijn met mij, die keren dat ze verdacht lang wegbleef… en ze weet waar de sleutel ligt en kent de code van het alarm.”
In plaats van dat Lotte me fel zou afsnauwen, bleef ze stil. Ze leek aangeslagen en staarde naar de tafel. “Ik zou niet weten wie anders,” zei ze zacht. “Of het moet een van ons zijn, maar dat geloof ik niet. Ik snap het niet. Waarom zou lieve Sofie dat doen?” Haar ogen werden waterig en ze begon zachtjes te huilen.
Mandy rolde met haar bureaustoel naar haar beste vriendin en sloot haar stevig in haar armen. Ik keek machteloos toe. Het deed pijn om Lotte zo te zien. Ze was zo gehecht aan Sofie… hoe kon zij dit flikken? dacht ik woedend.
Na een tijdje verbraken ze hun omhelzing. “Komt de politie?” vroeg Lotte, terwijl ze met haar mouw haar ogen droog wreef.
Kelly keek op haar horloge. “Als het goed is, zijn ze hier over tien minuten.”
Zwijgend stond Lotte op en rommelde in de doos, alsof ze hoopte dat Mandy zich vergist had. Tevergeefs. De mappen waar ze naar zocht, waren echt verdwenen.
Plotseling hoorden we iets en keken elkaar onmiddellijk aan. De spanning was om te snijden in het atelier.
Sofie liep op haar gemak binnen, maar bleef plotseling staan toen ze zag dat wij allemaal naar haar keken. “Eh… hoi,” begroette ze ons aarzelend.
Een paar tellen bleef het stil, alsof we haar allemaal aan het bestuderen waren. Ze leek opvallend kalm, ontspannen zelfs. Was het schijn? Of was ze gewoon onschuldig?
“Ga eens zitten,” zei Anna, die haar stem zo neutraal probeerde te houden.
Sofie schuifelde naar de stoel en ging nerveus zitten. Was dit toneelspel? Verdomme, het was onmogelijk in te schatten of ze echt of gespeeld reageerde. Mijn vrienden zaten zichtbaar met dezelfde twijfels.
Anna wiegde Isabel zachtjes heen en weer, die eindelijk gestopt was met huilen. “Er is hier ingebroken,” zei ze zonder omwegen. “Alle kleding van de dure collectie is verdwenen, inclusief de ontwerpen.”
Sofie’s ogen werden groot van verbazing. “Wat?!” was het enige dat ze uitbracht.
Het werd opnieuw stil. Haar reactie was kortaf, bijna te kort. Dat vond ik opvallend. We keken haar zo intens aan dat ze er zichtbaar ongemakkelijk van werd.
“We denken dat de dader met een sleutel naar binnen is gekomen,” zei ik rustig. “En diegene kende vermoedelijk ook de code van het alarm. Er zijn geen sporen van braak, alsof er nooit ingebroken is.”
Sofie keek me verrast aan, maar wendde daarna snel haar blik af. Waarom deed ze dat?
Ik haalde diep adem. “Sofie?”
Ze reageerde niet.
“Kijk me aan,” zei ik zo kalm mogelijk. Vanbinnen gierden emoties door me heen: nieuwsgierigheid, woede en onzekerheid.
Voorzichtig tilde ze haar hoofd op en keek ons aan, vooral mij.
“Wat deed je toen ik je in het magazijn tegenkwam?” Ik hoefde niet uit te leggen waar ik op doelde, ze wist heel goed wat ik bedoelde.
Haar wangen kleurden knalrood. Ze opende haar mond, maar er kwam geen geluid uit.
“Nou?” drong ik zacht maar beslist aan.
“Ik…” hakkelde Sofie paniekerig. Het leek alsof ze iets wilde zeggen, maar ze besloot haar mond toch weer dicht te houden.
“En je bleef af en toe lang weg, kun je ons vertellen waarom?” vroeg Lotte voorzichtig, haar stem zacht, bijna liefdevol. Voor een moment verdween de woede in mij en moest ik glimlachen om Lotte. Ze was zoals altijd te aardig.
Sofie keek Lotte recht in de ogen. Haar mond ging open, maar ze deed hem weer meteen dicht.
“Nou, kun je ons vertellen wat je deed in het magazijn?” vroeg Anna, die haar geduld begon te verliezen.
Sofie slikte een paar keer. “Ik…”
‘’Is er iemand hier?’’ klonk het luid vanuit de winkel.
Elise, die vlak bij de deur zat, stond op. ‘’Volgens mij is dat de politie. Ik haal ze wel.’’
Er stapten een agent binnen, opvallend lang en breed gebouwd, en een agente met een stevig postuur maar kaarsrechte houding. We stelden ons voor en besloten ons te verplaatsen naar de kantine, want het werd wat krap in het atelier.
Intussen waren ook Irene en Kim gearriveerd. Elise had ze naar de kapsalon gestuurd en beloofd dat ze straks alles zou uitleggen. Anna had de winkeldeur opnieuw op slot gedaan. Kelly had Isabel van haar overgenomen en zat achterin de kantine op de bank. Gelukkig sliep Isabel.
Mandy en Lotte vertelden het verhaal aan de agenten, terwijl de agente alles nauwkeurig noteerde.
‘’Duidelijk,’’ zei de agent knikkend. ‘’Hebben jullie mogelijke verdachten?’’
Mandy, Lotte, Anna en ik keken elkaar aan. ‘’Ja, eigenlijk wel,’’ zei Anna voorzichtig, terwijl ze naar Sofie keek. Sofie staarde roerloos naar de tafel. ‘’Zij,’’ voegde Anna er met een knikje naar Sofie aan toe.
De agenten fronsten hun wenkbrauwen. ‘’Kan een van jullie uitleggen waarom jullie haar verdenken?’’
Mandy haalde diep adem. ‘’Nou, er was een incidentje in het magazijn. Danny kwam Sofie daar toevallig tegen. Het leek alsof ze erg schrok, alsof ze betrapt werd. En er waren een paar keer dat ze verdacht lang wegbleef toen ze naar het toilet moest. We stonden net op het punt om haar te vragen wat ze in het magazijn deed, toen jullie binnenkwamen.’’
Terwijl Mandy dat vertelde, hield ik Sofie nauwlettend in de gaten. Ze verroerde zich geen vin en bleef wezenloos naar de tafel staren, alsof ze helemaal niet bestond.
De agente stak haar hand op. ‘’Is er ook iets gestolen in het magazijn?’’
Ik knipperde verrast met mijn ogen. Dat was ik helemaal vergeten! Aan de blikken van de anderen te zien, was het hun ook ontgaan.
‘’Daar hadden we eerlijk gezegd nog niet aan gedacht,’’ antwoordde ik. ‘’Ik zal zo meteen kijken.’’
De agente knikte alleen.
De agent keek Sofie onderzoekend aan en wendde zich tot ons. ‘’Maar ik wil eerst een aantal dingen weten. Was de winkel goed afgesloten?’’
Mandy knikte. ‘’Ja, de deuren waren op slot en het alarm stond aan.’’
‘’Wie heeft er toegang tot de winkel?’’ vroeg hij door.
‘’Er zijn twee zaken in dit pand,’’ legde Anna uit. ‘’De kledingwinkel en de kapsalon hiernaast. Wij komen allemaal via het magazijn binnen. Mandy, Lotte, Danny, Sofie en ik werken in de kledingwinkel en hebben allemaal een sleutel om hier binnen te komen. Bij de kapsalon werken vier mensen. Als ik me niet vergis, hebben alleen Elise en Irene een sleutel.’’
De agente noteerde dat en vroeg: ‘’Wie kent de bewaarplek van de sleutel van de kast in het atelier?’’
‘’Mandy, Anna, Danny en ik,’’ antwoordde Lotte. Ze draaide zich om. ‘’Wisten jullie waar de sleutel van onze kast lag?’’ vroeg ze aan Elise en Kelly.
Beiden schudden hun hoofd.
Lotte draaide zich terug en keek de agent recht in de ogen. ‘’En Sofie.’’
De agent knikte. ‘’Weet een van jullie wanneer de inbraak precies heeft plaatsgevonden?’’
Wij schudden allemaal ons hoofd. ‘’Nee, we hadden drie weken vakantie.’’
‘’Hebben jullie ooit conflicten gehad met concurrenten?’’ vroeg de agente.
‘’Nee, niet dat wij weten. Volgens mij hebben we helemaal geen concurrentie,’’ antwoordde Mandy. ‘’We hebben in ieder geval geen problemen met de andere winkels hier in de buurt.’’
De agenten knikten kort en wisselden een blik. Toen richtte de agent zich tot Sofie. “Goed, Sofie, nu wil ik je wat vragen stellen. Kun je ons vertellen wat je in het magazijn deed?”
Ze schrok op en bloosde hevig. “Eh, sorry?”
Ik had het idee dat ze het gesprek helemaal niet volgde. Volgens mij was ze compleet weg in haar gedachten.
“Ik vroeg je wat je in het magazijn deed?” herhaalde de agent rustig.
De paniek was duidelijk in Sofies ogen af te lezen. Ze slikte één keer, twee keer. Haar mond ging open en sloot vrijwel meteen weer. Haar schouders zakten, en toen schudde ze zachtjes haar hoofd.
De agent fronste. “Wat niet?”
Heel even had ik medelijden met Sofie. Ze leek zo kwetsbaar, maar ze gedroeg zich wel erg vreemd. Als ze echt onschuldig was, zou ze het toch meteen zeggen? Ze maakte geen oogcontact met ons. Ik zag hoe ze hevig worstelde met haar gedachten. Het leek wel oorlog in haar hoofd. Het duurde eindeloos.
“Ik heb het gedaan,” fluisterde ze zo zacht dat we het bijna niet verstonden.
“Sorry, wat zei je?” vroeg de agent verrassend beleefd.
“Ik heb het gedaan,” herhaalde ze luider.
Een seconde was het doodstil in de kantine. We wisselden elkaar een blik toe. Ondanks dat we al een vermoeden hadden, was de schok groot. Vooral bij Lotte, die Sofie vol ongeloof aankeek. Sofie bleef stug naar de tafel staren.
“Wat heb je gedaan?” vroeg de agent kalm.
“Ik heb hier ingebroken,” antwoordde Sofie, haar blik nog altijd op de tafel gericht.
De agenten wisselden kort een blik. “Nou,” zei de agent terwijl hij opstond, “dan moeten we je meenemen naar het bureau voor verder verhoor.”
“Wacht!” viel Lotte hem in de rede. “Ik wil weten waarom. Sofie? Waarom deed je dat? Moest je het doen voor iemand anders?”
De agent onderbrak haar: “We nemen het vanaf hier over. Jullie horen het straks wel.” Hij ging achter Sofie staan, die vanzelf overeind kwam, en sloeg haar de boeien om.
Lotte keek verontwaardigd toe. “Moet dat zo? Ze doet helemaal niks!”
“Sorry, ik volg gewoon het protocol,” zei de agent. “We gaan naar het bureau om haar verder te verhoren. Ik stel voor dat een van jullie in het magazijn controleert of er ook iets gestolen is. Jullie moeten daarnaast aangifte doen van de inbraak.”
Mandy sprong abrupt op. “Maar wacht, waar zijn onze ontwerpen, Sofie?”
De agent stak zijn hand op. “Zoals ik al zei: wij nemen het nu over.”
De agenten begeleidden Sofie, die duidelijk aangeslagen was, via het magazijn naar buiten.
Mandy plofte zuchtend op de stoel. Anna sloeg haar arm om Lotte heen, die zichtbaar aangeslagen was. Het werd opnieuw stil in de kantine. Niemand kon geloven wat er net gebeurd was. Elise stond op. “Ik ga naar de kapsalon om het aan Irene en Kim uit te leggen.” Ze verdween. Kelly overhandigde Isabel aan Lotte, die haar dochter innig knuffelde. Ze had haar nodig. Ook Kelly liep naar de kapsalon.
Na een tijdje hief Lotte haar hoofd op. “Je had zoals gewoonlijk weer gelijk, Danny.”
Ik zat al die tijd roerloos naar de deur te staren waar Sofie met de agenten zojuist doorheen was gegaan. “Nee,” zei ik zacht.
Mandy, Anna en Lotte knipperden verrast met hun ogen. “Wat?” vroeg Mandy.
“Er klopt iets niet,” zei ik langzaam. “Ze heeft het niet gedaan.”
Nu waren de dames echt verbaasd. “Niet? Ze heeft het net bekend!” riep Lotte uit.
Ik sloot mijn ogen. Ik had de hele tijd mis. Heel erg mis. Hoe dom kon ik zijn? Zeker omdat ik zelf iets soortgelijks had meegemaakt, had ik het moeten zien. Waarom had ik dat niet gezien? Schaamte overviel me. Ik voelde dat ik de plicht had dit recht te zetten, om Sofie te helpen.
Ik opende mijn ogen en keek Lotte recht aan. “Nee, je hebt gelijk.”
Ze leek verward, net als Mandy en Anna. “Waarin heb ik gelijk?”
“Dat het helemaal niet goed gaat met Sofie. Ik denk dat ze in paniek was, dat ze het opgaf en daarom zomaar heeft bekend.”
“Ja, maar wie heeft hier dan ingebroken?” vroeg Mandy aarzelend.
Ik keek mijn vrouw aan. “Ik weet het niet. Maar Sofie is het niet. Hebben jullie vandaag ook niet gemerkt hoe vreemd ze zich gedroeg?”
“Ja, dat vond ik ook,” knikte Anna instemmend.
Ik stond langzaam op. “Ik moet Vera bellen.” Ik liep richting het kantoor.
“Maar wat ga je doen?” vroeg Mandy nieuwsgierig.
Ik stopte en keek over mijn schouder. “Sofie helpen. Vertrouw me.”
Ze keek me intens aan met haar bruine ogen, en toen knikte ze met een lieve glimlach.
Ik startte mijn laptop op en belde Vera via FaceTime, maar ze nam niet op. Waarschijnlijk was ze aan het werk. Ik stuurde een bericht dat ze mij terug moest bellen. Ik wilde erbij zetten dat het dringend was, maar aarzelde even. Was het wel een noodgeval? Ik vond van wel, want Sofie moest zo snel mogelijk geholpen worden. Dus zette ik er toch bij dat het dringend was. Ik klapte mijn laptop dicht en liep naar de kantine, die leeg bleek te zijn, en ging verder naar het atelier waar Mandy op de bureaustoel zat te bellen. Ze stak haar hand op om stil te zijn.
Ik zocht naar Anna en Lotte maar die waren nergens te bekennen. Ik ging op de andere bureaustoel zitten en probeerde mee te luisteren naar Mandy’s gesprek. Al snel kreeg ik door dat ze met de moeder van Sofie belde. Zoals ik al verwachtte, was het gesprek snel afgelopen. Ik vermoedde dat de moeder zo snel mogelijk naar het bureau wilde gaan. Mandy legde haar telefoon neer en keek me vragend aan.
‘’Nee, Vera nam niet op. Ik wacht wel. Waar zijn Anna en Lotte?’’ vroeg ik.
‘’Ze brengen Isabel naar de moeder van Lotte en daarna gaan ze naar het politiebureau voor aangifte.’’
Ik knikte. ‘’Hebben ze al in het magazijn gekeken?’’
Ze schudde haar hoofd. ‘’Dat wilde ik doen na het bellen. Zullen we samen kijken?’’
We liepen naar het magazijn. ‘’Weet je zeker dat Sofie het niet is?’’ vroeg Mandy.
‘’Negenennegentig procent zeker,’’ antwoordde ik terwijl ik een doos uit de stellingkast pakte. ‘’En jij?’’
Ze aarzelde. ‘’Ik weet het niet. Ze gedroeg zich echt vreemd. Het kan, zoals jij al zei, dat ze misschien in paniek raakte en daarom zomaar bekende. Maar ik kan niemand anders bedenken die hier zou inbreken. Sofie lijkt me de meest logische dader. Maar goed, ik hoop oprecht dat ze het niet is. Voor Lotte, want die zit er erg mee.’’
Ik had de doos nog niet geopend, liet hem los en pakte zachtjes Mandy’s handen vast terwijl we elkaar van dichtbij aankeken. ‘’Ze is het niet, vertrouw me,’’ fluisterde ik.
Haar mondhoeken kropen omhoog tot een prachtige glimlach. ‘’Fijn, ik mag haar graag.’’
Ik kuste haar kort maar innig. ‘’Ik ook, schoonheid. Kom, we gaan kijken of er hier ook iets gestolen is.’’
Mandy pakte de andere doos terwijl ik de mijne opende. Ik hoefde niet eens verder te kijken, want ik zag meteen dat er een paar jurken ontbraken.
‘’Hier missen een paar jurken,’’ zei ik en keek nieuwsgierig naar Mandy.
‘’Hier ook,’’ zei ze somber. ‘’Ik ga Lotte appen dat er ook iets gestolen is in het magazijn. Dat moet vermeld worden bij de aangifte.’’
We zochten verder en kwamen er al snel achter dat alleen de dure kleren verdwenen waren.
Mandy zuchtte diep. ‘’Wie zou dit gedaan hebben?’’
Ik dacht lang na. ‘’Ik zou het niet weten.’’
Het bleef stil in het magazijn. Ik keek opzij en zag tranen over haar wangen rollen.
Ik pakte haar zachtjes vast en drukte haar stevig tegen me aan. ‘’Hee meisje, het komt allemaal goed.’’
Ze knikte kort. ‘’Ja, ik weet het wel, maar ik maak me zorgen wat ze met onze ontwerpen zullen doen.’’
Ik tilde haar kin omhoog tot we oogcontact maakten. ‘’We hebben veel trouwe vaste klanten. Ze gaan heus niet allemaal bij andere winkels kopen. Misschien een paar, maar ik vertrouw erop dat onze winkel goed blijft draaien. Dat kan alleen als jij en Lotte gewoon hard blijven werken, in plaats van sippen in het atelier.’’
Mandy lachte, een vrolijk lachje, wat ik altijd prachtig vond. ‘’Nee, dat zullen we niet doen,’’ beloofde ze. ‘’En ik hou van je.’’
‘’Ik ook van jou, meisje.’’
Toen ging mijn telefoon af. Het was Vera die mij belde. Ze zei dat ze over een uur tijd had. Perfect! Haar praktijk was op loopafstand van hier. Mandy bleef in de winkel om nieuwe voorraden te bestellen, maar keek er somber bij omdat de levertijd vaak minimaal twee weken was. Ik stelde voor dat ze Bjorn moest bellen, wie weet kon hij regelen dat de bestellingen eerder geleverd werden. Ik kreeg spontaan een zoen omdat ze mijn idee geweldig vond. Daarbij grijnsde ik triomfantelijk, maar helaas kreeg ik daarna wel een tik op mijn buik. Het was ook nooit goed, hè?
We zagen een paar klanten voor de deur staan. Mandy liet ze binnen en legde uit wat er gaande was. Ze waren allemaal geschrokken. Een van de dames zei dat ze altijd hier zou komen als ze een nieuw jurkje wilde kopen. Dat vond Mandy heel lief.
Toen moest ik gaan, naar de praktijk van Vera. Ik wandelde er rustig naartoe. Nou ja, rustig… Er waren veel mensen die dwars door elkaar liepen. Genoeg mensen zagen mijn blindegeleidestok niet, of negeerden hem gewoon. Gelukkig was ik dat gewend.
Aangekomen bij het gebouw nam ik plaats in de wachtkamer, omdat de deur van Vera’s kamer nog gesloten was. Ik keek om me heen. De herinneringen kwamen naar boven. Het was lang geleden dat ik hier voor het laatst was geweest. Die dag kon ik me nog goed herinneren: de dag dat ik Mandy verraste met een gezellige diner in ons oude appartement en haar vertelde dat ik weer de oude was. Ik glimlachte bij die herinnering. Maar ik had hier ook zware tijden gehad. Heel even dacht ik terug aan de kelder waar ik vastgebonden zat en mishandeld werd. Ik schudde mijn hoofd. Dat was verleden tijd. Vera had me fantastisch geholpen om er doorheen te komen. En te bedenken dat ze toen nog maar net afgestudeerd was. Ze had wel een voordeel: ze kende mij al. En ik vertrouwde haar.
De deur ging open en de andere therapeut liet zijn cliënt uit. Hij knikte vriendelijk naar me en verdween terug naar zijn kamer. Ik liet mijn blik door de wachtkamer gaan. Er zaten nog twee andere mensen te wachten. Hier werkten, als ik het goed had, vijf therapeuten. Ieder had zijn eigen praktijk, maar ze deelden samen het pand.
“Danny?”
Ik knipperde met mijn ogen en zag Vera glimlachend bij de deuropening staan.
Toen de deur achter ons sloot, omhelsden we elkaar. Vera wees naar de bank en ik ging braaf zitten. Ze gaf me een glaasje water en nam zelf plaats in haar comfortabele stoel. Terwijl ik een slokje nam, begon ik te vertellen: wie Sofie was, wat haar traumatische ervaring was, hoe ze zich in de eerste dagen had gedragen, hoe bang ze toen voor mij was, het incident in het magazijn en haar vreemde gedrag van de afgelopen weken. Het kostte me ruim een kwartier om alles uit te leggen. Vera luisterde rustig, met haar benen over elkaar, en knikte af en toe begrijpend.
Het bleef even stil in de kamer; Vera leek na te denken. Ik gebruikte dat moment om nog wat water te drinken.
“Nou,” zei ze langzaam. “Dat is een heel verhaal, maar ik denk dat ik je hierbij niet kan helpen. Ik ken Sofie niet persoonlijk. Toch geloof ik net als jij dat ze niet de dader is. Ze is in paniek geraakt en zag geen uitweg meer. Maar om haar echt te helpen, moet haar eigen therapeut dit oppakken.”
Ik knikte. “Ja, dat snap ik. Maar ik wil haar helpen. Kun je me vertellen waarom ze in paniek raakte?”
Vera aarzelde even. “Het is lastig om daar een oordeel over te vellen, omdat ik Sofie niet persoonlijk ken. Het kan van alles zijn. Misschien door haar traumatische ervaring, of omdat ze voelt dat jullie allemaal haar verdenken. Dat maakt iemand onzeker. Maar verder kan ik hier niet veel over zeggen, Danny. Haar therapeut is degene die dit zou moeten bespreken, en ik vrees dat je daar weinig antwoorden krijgt vanwege de geheimhoudingsplicht.”
“Verdomme,” gromde ik teleurgesteld, terwijl ik vermoeid mijn slapen wreef.
Vera zat geduldig op de stoel te wachten op mij. Ik zat lang na te denken hoe ik het moest aanpakken maar ik kwam er niet uit. Ik zuchtte uit frustratie. ‘’Dan moet ik maar Sofies therapeut vragen. Die heet Jenna, geloof ik.’’
‘’Jenna? Jenna Elschot?’’ Haar stem klonk verrast.
‘’Geen idee, dat zou zomaar kunnen,’’ mompelde ik. ‘’Ik ken alleen haar voornaam. En volgens mij is zij een van de beste therapeuten.’’
Ik besefte laat dat ik geen antwoord van Vera kreeg en hief mijn hoofd nieuwsgierig op. Ze had haar hoofd afgewend en staarde door het raam naar buiten. ‘’Wat is er?’’
Ze stond zwijgend op en liep naar het raam. Ik keek haar verbaasd na. Dat deed ze eigenlijk nooit. Ze zou het oogcontact van haar cliënten nooit ontwijken. Heel voorzichtig kwam ik overeind en ging naast haar voor het raam staan.
‘’Sorry, Danny,’’ zei Vera zacht. ‘’Hier kan ik niet veel over zeggen.’’
‘’Is er iets met Jenna?’’ vroeg ik nieuwsgierig.
Ze aarzelde. Dat was overduidelijk.
‘’Vera, ik moet het weten. Het gaat om Sofie!’’
Eindelijk keek ze me aan, haar blik was verontschuldigend. ‘’Sorry, het kan mijn baan kosten.’’
Ik pakte haar handen. ‘’Alsjeblieft.’’
Ze keek weg, dacht diep na en keek me toen serieus aan. ‘’Kun je me écht, maar dan écht beloven dat je dit nooit, maar dan ook nooit aan iemand vertelt? Alleen jouw vrouw mag het weten, Mandy vertrouw ik. Maar verder niemand. Niet je vriendengroep, ook niet Sofie. Kun je me dat beloven?’’
Ik legde mijn hand op mijn hart. ‘’Vera, je bent niet alleen mijn therapeut maar ook mijn vriendin. Ik zou je nooit verraden, dat meen ik echt.’’
Vera zuchtte. ‘’Goed dan, kom, we gaan weer zitten.’’
We gingen terug naar onze plek.
“Jenna Elschot is een vrij bekende therapeut en inderdaad een van de beste,” zei Vera. “Ze is heel slim, maar dan op de verkeerde manier.”
Ik werd alleen maar nieuwsgieriger. “Hoe bedoel je?”
Ze zuchtte. “Ze maakt misbruik van haar cliënten. Ze manipuleert ze. Ze houdt haar cliënten zo lang mogelijk vast, zodat haar inkomsten blijven binnenkomen. Omdat ze een van de besten is, is haar tarief erg hoog.”
Mijn mond viel open van verbazing. “Maar hoe… hoe houdt ze haar cliënten zo lang vast?”
Vera sloot haar ogen. “Wat doet een therapeut?”
Ik knipperde met mijn ogen, even in de war. “Mensen helpen om beter te worden.”
“Precies,” zei ze.
Ik snapte het niet meteen en toen schoot er iets door mijn hoofd. Mijn lijf kreeg een schok. “Dat meen je niet? Wil je zeggen dat Jenna haar cliënten eerst niet helpt, maar de situatie erger maakt?”
Vera knikte ernstig.
“Wel, verdomme,” zei ik woedend en sprong overeind. “Dat kan toch niet! We moeten haar stoppen!”
“Hoe wil je dat doen?” vroeg ze kalm. “Er is geen bewijs. Jenna is extreem slim, ze werkt heel sluw. We kunnen niets doen.”
Ik plofte verslagen op de bank. “Hoe weet je dat allemaal?”
Vera schudde haar hoofd. “Dat wil ik niet zeggen. Dus, als Jenna inderdaad Sofies therapeut is, dan kan het lang duren voordat Sofie écht geholpen wordt. Het maakt Jenna niets uit hoe lang het duurt. Maar Sofie wordt hoe dan ook ‘geholpen’, om Jenna’s status veilig te stellen. De vraag is alleen wanneer. En ze pakt het heel slim aan. Ze manipuleert de cliënt om de situatie erger te maken en helpt daarna. Dan is het contrast groot: eerst gaat het heel slecht en daarna ineens veel beter. Daarom denken velen dat ze een van de besten is.”
Ik keek haar vol ongeloof aan. “Dat meen je toch niet.”
Ze knikte ernstig. “Ik weet het.”
Ik leunde achterover. “Als ik Sofie wil helpen, moet ik zorgen dat ze van Jenna afkomt en een andere therapeut zoekt?”
“Daar lijkt het wel op,” zei ze zacht.
Ik liep rondjes om na te denken. Hoe pak ik het aan? De makkelijkste manier is de ouders van Sofie overtuigen om een andere therapeut te nemen. Maar dat zal lastig worden, omdat Jenna een van de beste is. Die bitch, dacht ik grommend. En ik kan het verhaal over wat Jenna allemaal doet ook niet gebruiken; dat had ik Vera beloofd. Ik snapte haar ook wel. Ze was gewoon voorzichtig.
Ik stopte met lopen. ‘’Vera, als ik het voor elkaar krijg dat Sofie een andere therapeut mag krijgen, wil jij dat dan zijn?’’
‘’Nee,’’ zei ze onmiddellijk. ‘’Als Jenna hoort wat er gebeurd is, zal ze allesbehalve blij zijn.’’
Ik knikte langzaam. ‘’Dat dacht ik al. Heel jammer, maar begrijpelijk.’’ Ik pakte mijn jas. ‘’Ik weet genoeg, Vera. Heel erg bedankt voor je hulp. Je bent zoals gewoonlijk weer geweldig. En ik beloof dat ik hierover tegen niemand zal zeggen, behalve Mandy.’’
Ze stond glimlachend op. ‘’Ik weet dat je aan je woord zult houden, anders had ik het nooit verteld.’’ We omhelsden elkaar. Toen ik haar losliet, had ze zo’n aparte blik in haar ogen. ‘’Wat?’’
Ze aarzelde even en slaakte toen een zucht. ‘’Vooruit, ik wil Sofie helpen als je haar van Jenna weg kan krijgen. Het kan me niet meer schelen. Ik wil Sofie helpen.’’
Ik glimlachte trots. ‘’Ik wist dat je dat zou doen. Dat maakt je een van de beste therapeuten, Vera. Voor mij ben je al de beste.’’
‘’Wegwezen, slijmbal,’’ gromde ze, maar met een glimlach.
Ik was buiten en overdacht ons gesprek met Vera. Het was zinvol. Ik keek naar mijn hand, die langzaam een vuist werd.
Sofie, ik zal je bevrijden uit de klauwen van Jenna.
“Zo te zien zijn alleen de kleren van de dure collectie gestolen,” zei Anna.
“Ze zijn niet via de ingang binnengekomen,” vulde ik aan.
“Dat verbaast me niet, want het alarm is niet afgegaan,” mompelde Mandy. “Dat betekent dat iemand hier met een sleutel is binnengekomen, en diegene kent ook de code van het alarm.”
Ze keek me aan en ik sloot mijn ogen. Ik wist wat ze dacht. Het was ook mijn eerste gedachte. Sofie…
Het leek erop dat Anna hetzelfde vermoeden had. “Dat kan toch niet waar zijn?” fluisterde ze. “Waarom zou ze dat doen?”
Kelly keek ons beurtelings aan. “Jullie verdenken Sofie? Vanwege dat incidentje in het magazijn met Danny?”
Mandy zweeg en keek me vragend aan.
“Er gebeuren de laatste tijd wel meer rare dingen rond Sofie,” zei ik aarzelend.
Anna schudde boos haar hoofd. “Dat kan echt niet. Waarom zou ze dat doen?”
Niemand gaf antwoord.
Anna pakte haar telefoon. “Ik ga Lotte bellen, die wil dit zeker weten, dat hier is ingebroken.” Ze liep een stukje verder weg.
Ook Kelly haalde haar telefoon tevoorschijn. “Ik bel de politie voor jullie.”
Mandy en ik wisselden een blik en haar ogen werden opeens groot. “Oh my god,” fluisterde ze zacht en rende naar het atelier. Ik keek naar Elise, die net zo verbaasd was als ik. We gingen achter haar aan.
Ze rommelde in paniek in de la en smeet de papieren op het bureau. “Hebbes!” mompelde ze en haastte zich zonder iets te zeggen naar de kast. Met veel herrie draaide ze het slot open en gooide de deuren open. Een grote doos plofte met een dreun op de tafel en ze bladerde gehaast door de mappen. “Nee,” fluisterde ze smekend. “Alsjeblieft niet.” Ze zette een stap achteruit en zakte verslagen neer op de bureaustoel.
“Wat is er?” vroeg Elise voorzichtig.
“De ontwerpen zijn weg,” antwoordde Mandy verdrietig. “De belangrijkste ontwerpen van onze favoriete kleding. Dat zijn de grootste inkomsten van de afgelopen jaren voor ons.”
Mijn ogen werden groot. “Wat? Dat meen je niet?” Ik keek in de doos en zag dat die halfleeg was. “Maar je hebt toch kopieën?” vroeg ik bezorgd.
Mandy keek me aan, een traan rolde over haar wang. Het brak mijn hart om haar zo te zien. “Natuurlijk hebben we dat. Maar degene die onze ontwerpen nu heeft, kan ze gebruiken of doorverkopen. Dat is echt niet goed.”
Ik ging achter haar staan en omhelsde haar stevig. Ze pakte mijn arm en drukte haar hoofd tegen mijn buik. Ik voelde dat ik kwaad werd. Zou ze het echt gedaan hebben? Waarom in godsnaam? Wat was de reden?
Anna en Kelly stormden binnen. “Wat is er? Ik hoorde een klap,” vroeg Anna meteen. Elise legde uit wat er gebeurd was.
“Verdomme!” riep Anna boos.
“Wacht even!” viel Kelly in de rede toen ze de sleutel in het slot van de kast zag. “Wie weet nog van deze sleutel?”
Mandy hief haar hoofd. “Wij, de vrienden.” Ze wendde haar blik af en staarde naar de grond. “En… Sofie.”
Er viel een doodse stilte in het atelier.
Ik voelde mijn hart bonken van woede. Ik had altijd geweten dat er iets mis met haar was. Dit had ik kunnen voorkomen.
“Irene en Kim?” vroeg Elise voorzichtig.
Anna schudde haar hoofd. “Nee, ze weten niet waar de sleutel ligt.” Ze vloekte opnieuw. “Het lijkt erop dat Sofie het gedaan heeft. Maar ik snap er niks van!” Ze gromde. “En Lotte komt eraan.”
“En de politie ook,” zei Kelly. “Danny, jij moet de deur open doen, ze zullen er over een halfuur zijn.”
Anna pakte de sleutels. “Ik doe het wel.”
Tot onze verrassing arriveerde Lotte snel, met Isabel in de draagzak. Ze keek eerst in de winkel en kwam daarna het atelier binnen, waar haar ogen meteen op de doos op tafel vielen. Eén blik op Mandy was genoeg. Ze plofte neer op een stoel.
“Dat meen je niet,” fluisterde ze. “Zijn ze allemaal weg?”
Mandy knikte droevig. “Ja, alle mappen zijn weg.”
“Wie zou het gedaan hebben?” vroeg ze, terwijl haar blik langzaam door het atelier ging. Ze bleef bij mij hangen. Het was alsof ze mijn gedachten kon lezen. Lotte schudde haar hoofd, eerst langzaam, daarna steeds sneller. “Jullie verdenken Sofie?”
Isabel begon hard te huilen en Anna nam haar van Lotte over om haar te troosten. Ik merkte dat niemand het lef had om antwoord te geven. “Het lijkt mij vrij duidelijk dat zij het gedaan heeft,” zei ik voorzichtig. “Je weet wel, dat incident in het magazijn met mij, die keren dat ze verdacht lang wegbleef… en ze weet waar de sleutel ligt en kent de code van het alarm.”
In plaats van dat Lotte me fel zou afsnauwen, bleef ze stil. Ze leek aangeslagen en staarde naar de tafel. “Ik zou niet weten wie anders,” zei ze zacht. “Of het moet een van ons zijn, maar dat geloof ik niet. Ik snap het niet. Waarom zou lieve Sofie dat doen?” Haar ogen werden waterig en ze begon zachtjes te huilen.
Mandy rolde met haar bureaustoel naar haar beste vriendin en sloot haar stevig in haar armen. Ik keek machteloos toe. Het deed pijn om Lotte zo te zien. Ze was zo gehecht aan Sofie… hoe kon zij dit flikken? dacht ik woedend.
Na een tijdje verbraken ze hun omhelzing. “Komt de politie?” vroeg Lotte, terwijl ze met haar mouw haar ogen droog wreef.
Kelly keek op haar horloge. “Als het goed is, zijn ze hier over tien minuten.”
Zwijgend stond Lotte op en rommelde in de doos, alsof ze hoopte dat Mandy zich vergist had. Tevergeefs. De mappen waar ze naar zocht, waren echt verdwenen.
Plotseling hoorden we iets en keken elkaar onmiddellijk aan. De spanning was om te snijden in het atelier.
Sofie liep op haar gemak binnen, maar bleef plotseling staan toen ze zag dat wij allemaal naar haar keken. “Eh… hoi,” begroette ze ons aarzelend.
Een paar tellen bleef het stil, alsof we haar allemaal aan het bestuderen waren. Ze leek opvallend kalm, ontspannen zelfs. Was het schijn? Of was ze gewoon onschuldig?
“Ga eens zitten,” zei Anna, die haar stem zo neutraal probeerde te houden.
Sofie schuifelde naar de stoel en ging nerveus zitten. Was dit toneelspel? Verdomme, het was onmogelijk in te schatten of ze echt of gespeeld reageerde. Mijn vrienden zaten zichtbaar met dezelfde twijfels.
Anna wiegde Isabel zachtjes heen en weer, die eindelijk gestopt was met huilen. “Er is hier ingebroken,” zei ze zonder omwegen. “Alle kleding van de dure collectie is verdwenen, inclusief de ontwerpen.”
Sofie’s ogen werden groot van verbazing. “Wat?!” was het enige dat ze uitbracht.
Het werd opnieuw stil. Haar reactie was kortaf, bijna te kort. Dat vond ik opvallend. We keken haar zo intens aan dat ze er zichtbaar ongemakkelijk van werd.
“We denken dat de dader met een sleutel naar binnen is gekomen,” zei ik rustig. “En diegene kende vermoedelijk ook de code van het alarm. Er zijn geen sporen van braak, alsof er nooit ingebroken is.”
Sofie keek me verrast aan, maar wendde daarna snel haar blik af. Waarom deed ze dat?
Ik haalde diep adem. “Sofie?”
Ze reageerde niet.
“Kijk me aan,” zei ik zo kalm mogelijk. Vanbinnen gierden emoties door me heen: nieuwsgierigheid, woede en onzekerheid.
Voorzichtig tilde ze haar hoofd op en keek ons aan, vooral mij.
“Wat deed je toen ik je in het magazijn tegenkwam?” Ik hoefde niet uit te leggen waar ik op doelde, ze wist heel goed wat ik bedoelde.
Haar wangen kleurden knalrood. Ze opende haar mond, maar er kwam geen geluid uit.
“Nou?” drong ik zacht maar beslist aan.
“Ik…” hakkelde Sofie paniekerig. Het leek alsof ze iets wilde zeggen, maar ze besloot haar mond toch weer dicht te houden.
“En je bleef af en toe lang weg, kun je ons vertellen waarom?” vroeg Lotte voorzichtig, haar stem zacht, bijna liefdevol. Voor een moment verdween de woede in mij en moest ik glimlachen om Lotte. Ze was zoals altijd te aardig.
Sofie keek Lotte recht in de ogen. Haar mond ging open, maar ze deed hem weer meteen dicht.
“Nou, kun je ons vertellen wat je deed in het magazijn?” vroeg Anna, die haar geduld begon te verliezen.
Sofie slikte een paar keer. “Ik…”
‘’Is er iemand hier?’’ klonk het luid vanuit de winkel.
Elise, die vlak bij de deur zat, stond op. ‘’Volgens mij is dat de politie. Ik haal ze wel.’’
Er stapten een agent binnen, opvallend lang en breed gebouwd, en een agente met een stevig postuur maar kaarsrechte houding. We stelden ons voor en besloten ons te verplaatsen naar de kantine, want het werd wat krap in het atelier.
Intussen waren ook Irene en Kim gearriveerd. Elise had ze naar de kapsalon gestuurd en beloofd dat ze straks alles zou uitleggen. Anna had de winkeldeur opnieuw op slot gedaan. Kelly had Isabel van haar overgenomen en zat achterin de kantine op de bank. Gelukkig sliep Isabel.
Mandy en Lotte vertelden het verhaal aan de agenten, terwijl de agente alles nauwkeurig noteerde.
‘’Duidelijk,’’ zei de agent knikkend. ‘’Hebben jullie mogelijke verdachten?’’
Mandy, Lotte, Anna en ik keken elkaar aan. ‘’Ja, eigenlijk wel,’’ zei Anna voorzichtig, terwijl ze naar Sofie keek. Sofie staarde roerloos naar de tafel. ‘’Zij,’’ voegde Anna er met een knikje naar Sofie aan toe.
De agenten fronsten hun wenkbrauwen. ‘’Kan een van jullie uitleggen waarom jullie haar verdenken?’’
Mandy haalde diep adem. ‘’Nou, er was een incidentje in het magazijn. Danny kwam Sofie daar toevallig tegen. Het leek alsof ze erg schrok, alsof ze betrapt werd. En er waren een paar keer dat ze verdacht lang wegbleef toen ze naar het toilet moest. We stonden net op het punt om haar te vragen wat ze in het magazijn deed, toen jullie binnenkwamen.’’
Terwijl Mandy dat vertelde, hield ik Sofie nauwlettend in de gaten. Ze verroerde zich geen vin en bleef wezenloos naar de tafel staren, alsof ze helemaal niet bestond.
De agente stak haar hand op. ‘’Is er ook iets gestolen in het magazijn?’’
Ik knipperde verrast met mijn ogen. Dat was ik helemaal vergeten! Aan de blikken van de anderen te zien, was het hun ook ontgaan.
‘’Daar hadden we eerlijk gezegd nog niet aan gedacht,’’ antwoordde ik. ‘’Ik zal zo meteen kijken.’’
De agente knikte alleen.
De agent keek Sofie onderzoekend aan en wendde zich tot ons. ‘’Maar ik wil eerst een aantal dingen weten. Was de winkel goed afgesloten?’’
Mandy knikte. ‘’Ja, de deuren waren op slot en het alarm stond aan.’’
‘’Wie heeft er toegang tot de winkel?’’ vroeg hij door.
‘’Er zijn twee zaken in dit pand,’’ legde Anna uit. ‘’De kledingwinkel en de kapsalon hiernaast. Wij komen allemaal via het magazijn binnen. Mandy, Lotte, Danny, Sofie en ik werken in de kledingwinkel en hebben allemaal een sleutel om hier binnen te komen. Bij de kapsalon werken vier mensen. Als ik me niet vergis, hebben alleen Elise en Irene een sleutel.’’
De agente noteerde dat en vroeg: ‘’Wie kent de bewaarplek van de sleutel van de kast in het atelier?’’
‘’Mandy, Anna, Danny en ik,’’ antwoordde Lotte. Ze draaide zich om. ‘’Wisten jullie waar de sleutel van onze kast lag?’’ vroeg ze aan Elise en Kelly.
Beiden schudden hun hoofd.
Lotte draaide zich terug en keek de agent recht in de ogen. ‘’En Sofie.’’
De agent knikte. ‘’Weet een van jullie wanneer de inbraak precies heeft plaatsgevonden?’’
Wij schudden allemaal ons hoofd. ‘’Nee, we hadden drie weken vakantie.’’
‘’Hebben jullie ooit conflicten gehad met concurrenten?’’ vroeg de agente.
‘’Nee, niet dat wij weten. Volgens mij hebben we helemaal geen concurrentie,’’ antwoordde Mandy. ‘’We hebben in ieder geval geen problemen met de andere winkels hier in de buurt.’’
De agenten knikten kort en wisselden een blik. Toen richtte de agent zich tot Sofie. “Goed, Sofie, nu wil ik je wat vragen stellen. Kun je ons vertellen wat je in het magazijn deed?”
Ze schrok op en bloosde hevig. “Eh, sorry?”
Ik had het idee dat ze het gesprek helemaal niet volgde. Volgens mij was ze compleet weg in haar gedachten.
“Ik vroeg je wat je in het magazijn deed?” herhaalde de agent rustig.
De paniek was duidelijk in Sofies ogen af te lezen. Ze slikte één keer, twee keer. Haar mond ging open en sloot vrijwel meteen weer. Haar schouders zakten, en toen schudde ze zachtjes haar hoofd.
De agent fronste. “Wat niet?”
Heel even had ik medelijden met Sofie. Ze leek zo kwetsbaar, maar ze gedroeg zich wel erg vreemd. Als ze echt onschuldig was, zou ze het toch meteen zeggen? Ze maakte geen oogcontact met ons. Ik zag hoe ze hevig worstelde met haar gedachten. Het leek wel oorlog in haar hoofd. Het duurde eindeloos.
“Ik heb het gedaan,” fluisterde ze zo zacht dat we het bijna niet verstonden.
“Sorry, wat zei je?” vroeg de agent verrassend beleefd.
“Ik heb het gedaan,” herhaalde ze luider.
Een seconde was het doodstil in de kantine. We wisselden elkaar een blik toe. Ondanks dat we al een vermoeden hadden, was de schok groot. Vooral bij Lotte, die Sofie vol ongeloof aankeek. Sofie bleef stug naar de tafel staren.
“Wat heb je gedaan?” vroeg de agent kalm.
“Ik heb hier ingebroken,” antwoordde Sofie, haar blik nog altijd op de tafel gericht.
De agenten wisselden kort een blik. “Nou,” zei de agent terwijl hij opstond, “dan moeten we je meenemen naar het bureau voor verder verhoor.”
“Wacht!” viel Lotte hem in de rede. “Ik wil weten waarom. Sofie? Waarom deed je dat? Moest je het doen voor iemand anders?”
De agent onderbrak haar: “We nemen het vanaf hier over. Jullie horen het straks wel.” Hij ging achter Sofie staan, die vanzelf overeind kwam, en sloeg haar de boeien om.
Lotte keek verontwaardigd toe. “Moet dat zo? Ze doet helemaal niks!”
“Sorry, ik volg gewoon het protocol,” zei de agent. “We gaan naar het bureau om haar verder te verhoren. Ik stel voor dat een van jullie in het magazijn controleert of er ook iets gestolen is. Jullie moeten daarnaast aangifte doen van de inbraak.”
Mandy sprong abrupt op. “Maar wacht, waar zijn onze ontwerpen, Sofie?”
De agent stak zijn hand op. “Zoals ik al zei: wij nemen het nu over.”
De agenten begeleidden Sofie, die duidelijk aangeslagen was, via het magazijn naar buiten.
Mandy plofte zuchtend op de stoel. Anna sloeg haar arm om Lotte heen, die zichtbaar aangeslagen was. Het werd opnieuw stil in de kantine. Niemand kon geloven wat er net gebeurd was. Elise stond op. “Ik ga naar de kapsalon om het aan Irene en Kim uit te leggen.” Ze verdween. Kelly overhandigde Isabel aan Lotte, die haar dochter innig knuffelde. Ze had haar nodig. Ook Kelly liep naar de kapsalon.
Na een tijdje hief Lotte haar hoofd op. “Je had zoals gewoonlijk weer gelijk, Danny.”
Ik zat al die tijd roerloos naar de deur te staren waar Sofie met de agenten zojuist doorheen was gegaan. “Nee,” zei ik zacht.
Mandy, Anna en Lotte knipperden verrast met hun ogen. “Wat?” vroeg Mandy.
“Er klopt iets niet,” zei ik langzaam. “Ze heeft het niet gedaan.”
Nu waren de dames echt verbaasd. “Niet? Ze heeft het net bekend!” riep Lotte uit.
Ik sloot mijn ogen. Ik had de hele tijd mis. Heel erg mis. Hoe dom kon ik zijn? Zeker omdat ik zelf iets soortgelijks had meegemaakt, had ik het moeten zien. Waarom had ik dat niet gezien? Schaamte overviel me. Ik voelde dat ik de plicht had dit recht te zetten, om Sofie te helpen.
Ik opende mijn ogen en keek Lotte recht aan. “Nee, je hebt gelijk.”
Ze leek verward, net als Mandy en Anna. “Waarin heb ik gelijk?”
“Dat het helemaal niet goed gaat met Sofie. Ik denk dat ze in paniek was, dat ze het opgaf en daarom zomaar heeft bekend.”
“Ja, maar wie heeft hier dan ingebroken?” vroeg Mandy aarzelend.
Ik keek mijn vrouw aan. “Ik weet het niet. Maar Sofie is het niet. Hebben jullie vandaag ook niet gemerkt hoe vreemd ze zich gedroeg?”
“Ja, dat vond ik ook,” knikte Anna instemmend.
Ik stond langzaam op. “Ik moet Vera bellen.” Ik liep richting het kantoor.
“Maar wat ga je doen?” vroeg Mandy nieuwsgierig.
Ik stopte en keek over mijn schouder. “Sofie helpen. Vertrouw me.”
Ze keek me intens aan met haar bruine ogen, en toen knikte ze met een lieve glimlach.
Ik startte mijn laptop op en belde Vera via FaceTime, maar ze nam niet op. Waarschijnlijk was ze aan het werk. Ik stuurde een bericht dat ze mij terug moest bellen. Ik wilde erbij zetten dat het dringend was, maar aarzelde even. Was het wel een noodgeval? Ik vond van wel, want Sofie moest zo snel mogelijk geholpen worden. Dus zette ik er toch bij dat het dringend was. Ik klapte mijn laptop dicht en liep naar de kantine, die leeg bleek te zijn, en ging verder naar het atelier waar Mandy op de bureaustoel zat te bellen. Ze stak haar hand op om stil te zijn.
Ik zocht naar Anna en Lotte maar die waren nergens te bekennen. Ik ging op de andere bureaustoel zitten en probeerde mee te luisteren naar Mandy’s gesprek. Al snel kreeg ik door dat ze met de moeder van Sofie belde. Zoals ik al verwachtte, was het gesprek snel afgelopen. Ik vermoedde dat de moeder zo snel mogelijk naar het bureau wilde gaan. Mandy legde haar telefoon neer en keek me vragend aan.
‘’Nee, Vera nam niet op. Ik wacht wel. Waar zijn Anna en Lotte?’’ vroeg ik.
‘’Ze brengen Isabel naar de moeder van Lotte en daarna gaan ze naar het politiebureau voor aangifte.’’
Ik knikte. ‘’Hebben ze al in het magazijn gekeken?’’
Ze schudde haar hoofd. ‘’Dat wilde ik doen na het bellen. Zullen we samen kijken?’’
We liepen naar het magazijn. ‘’Weet je zeker dat Sofie het niet is?’’ vroeg Mandy.
‘’Negenennegentig procent zeker,’’ antwoordde ik terwijl ik een doos uit de stellingkast pakte. ‘’En jij?’’
Ze aarzelde. ‘’Ik weet het niet. Ze gedroeg zich echt vreemd. Het kan, zoals jij al zei, dat ze misschien in paniek raakte en daarom zomaar bekende. Maar ik kan niemand anders bedenken die hier zou inbreken. Sofie lijkt me de meest logische dader. Maar goed, ik hoop oprecht dat ze het niet is. Voor Lotte, want die zit er erg mee.’’
Ik had de doos nog niet geopend, liet hem los en pakte zachtjes Mandy’s handen vast terwijl we elkaar van dichtbij aankeken. ‘’Ze is het niet, vertrouw me,’’ fluisterde ik.
Haar mondhoeken kropen omhoog tot een prachtige glimlach. ‘’Fijn, ik mag haar graag.’’
Ik kuste haar kort maar innig. ‘’Ik ook, schoonheid. Kom, we gaan kijken of er hier ook iets gestolen is.’’
Mandy pakte de andere doos terwijl ik de mijne opende. Ik hoefde niet eens verder te kijken, want ik zag meteen dat er een paar jurken ontbraken.
‘’Hier missen een paar jurken,’’ zei ik en keek nieuwsgierig naar Mandy.
‘’Hier ook,’’ zei ze somber. ‘’Ik ga Lotte appen dat er ook iets gestolen is in het magazijn. Dat moet vermeld worden bij de aangifte.’’
We zochten verder en kwamen er al snel achter dat alleen de dure kleren verdwenen waren.
Mandy zuchtte diep. ‘’Wie zou dit gedaan hebben?’’
Ik dacht lang na. ‘’Ik zou het niet weten.’’
Het bleef stil in het magazijn. Ik keek opzij en zag tranen over haar wangen rollen.
Ik pakte haar zachtjes vast en drukte haar stevig tegen me aan. ‘’Hee meisje, het komt allemaal goed.’’
Ze knikte kort. ‘’Ja, ik weet het wel, maar ik maak me zorgen wat ze met onze ontwerpen zullen doen.’’
Ik tilde haar kin omhoog tot we oogcontact maakten. ‘’We hebben veel trouwe vaste klanten. Ze gaan heus niet allemaal bij andere winkels kopen. Misschien een paar, maar ik vertrouw erop dat onze winkel goed blijft draaien. Dat kan alleen als jij en Lotte gewoon hard blijven werken, in plaats van sippen in het atelier.’’
Mandy lachte, een vrolijk lachje, wat ik altijd prachtig vond. ‘’Nee, dat zullen we niet doen,’’ beloofde ze. ‘’En ik hou van je.’’
‘’Ik ook van jou, meisje.’’
Toen ging mijn telefoon af. Het was Vera die mij belde. Ze zei dat ze over een uur tijd had. Perfect! Haar praktijk was op loopafstand van hier. Mandy bleef in de winkel om nieuwe voorraden te bestellen, maar keek er somber bij omdat de levertijd vaak minimaal twee weken was. Ik stelde voor dat ze Bjorn moest bellen, wie weet kon hij regelen dat de bestellingen eerder geleverd werden. Ik kreeg spontaan een zoen omdat ze mijn idee geweldig vond. Daarbij grijnsde ik triomfantelijk, maar helaas kreeg ik daarna wel een tik op mijn buik. Het was ook nooit goed, hè?
We zagen een paar klanten voor de deur staan. Mandy liet ze binnen en legde uit wat er gaande was. Ze waren allemaal geschrokken. Een van de dames zei dat ze altijd hier zou komen als ze een nieuw jurkje wilde kopen. Dat vond Mandy heel lief.
Toen moest ik gaan, naar de praktijk van Vera. Ik wandelde er rustig naartoe. Nou ja, rustig… Er waren veel mensen die dwars door elkaar liepen. Genoeg mensen zagen mijn blindegeleidestok niet, of negeerden hem gewoon. Gelukkig was ik dat gewend.
Aangekomen bij het gebouw nam ik plaats in de wachtkamer, omdat de deur van Vera’s kamer nog gesloten was. Ik keek om me heen. De herinneringen kwamen naar boven. Het was lang geleden dat ik hier voor het laatst was geweest. Die dag kon ik me nog goed herinneren: de dag dat ik Mandy verraste met een gezellige diner in ons oude appartement en haar vertelde dat ik weer de oude was. Ik glimlachte bij die herinnering. Maar ik had hier ook zware tijden gehad. Heel even dacht ik terug aan de kelder waar ik vastgebonden zat en mishandeld werd. Ik schudde mijn hoofd. Dat was verleden tijd. Vera had me fantastisch geholpen om er doorheen te komen. En te bedenken dat ze toen nog maar net afgestudeerd was. Ze had wel een voordeel: ze kende mij al. En ik vertrouwde haar.
De deur ging open en de andere therapeut liet zijn cliënt uit. Hij knikte vriendelijk naar me en verdween terug naar zijn kamer. Ik liet mijn blik door de wachtkamer gaan. Er zaten nog twee andere mensen te wachten. Hier werkten, als ik het goed had, vijf therapeuten. Ieder had zijn eigen praktijk, maar ze deelden samen het pand.
“Danny?”
Ik knipperde met mijn ogen en zag Vera glimlachend bij de deuropening staan.
Toen de deur achter ons sloot, omhelsden we elkaar. Vera wees naar de bank en ik ging braaf zitten. Ze gaf me een glaasje water en nam zelf plaats in haar comfortabele stoel. Terwijl ik een slokje nam, begon ik te vertellen: wie Sofie was, wat haar traumatische ervaring was, hoe ze zich in de eerste dagen had gedragen, hoe bang ze toen voor mij was, het incident in het magazijn en haar vreemde gedrag van de afgelopen weken. Het kostte me ruim een kwartier om alles uit te leggen. Vera luisterde rustig, met haar benen over elkaar, en knikte af en toe begrijpend.
Het bleef even stil in de kamer; Vera leek na te denken. Ik gebruikte dat moment om nog wat water te drinken.
“Nou,” zei ze langzaam. “Dat is een heel verhaal, maar ik denk dat ik je hierbij niet kan helpen. Ik ken Sofie niet persoonlijk. Toch geloof ik net als jij dat ze niet de dader is. Ze is in paniek geraakt en zag geen uitweg meer. Maar om haar echt te helpen, moet haar eigen therapeut dit oppakken.”
Ik knikte. “Ja, dat snap ik. Maar ik wil haar helpen. Kun je me vertellen waarom ze in paniek raakte?”
Vera aarzelde even. “Het is lastig om daar een oordeel over te vellen, omdat ik Sofie niet persoonlijk ken. Het kan van alles zijn. Misschien door haar traumatische ervaring, of omdat ze voelt dat jullie allemaal haar verdenken. Dat maakt iemand onzeker. Maar verder kan ik hier niet veel over zeggen, Danny. Haar therapeut is degene die dit zou moeten bespreken, en ik vrees dat je daar weinig antwoorden krijgt vanwege de geheimhoudingsplicht.”
“Verdomme,” gromde ik teleurgesteld, terwijl ik vermoeid mijn slapen wreef.
Vera zat geduldig op de stoel te wachten op mij. Ik zat lang na te denken hoe ik het moest aanpakken maar ik kwam er niet uit. Ik zuchtte uit frustratie. ‘’Dan moet ik maar Sofies therapeut vragen. Die heet Jenna, geloof ik.’’
‘’Jenna? Jenna Elschot?’’ Haar stem klonk verrast.
‘’Geen idee, dat zou zomaar kunnen,’’ mompelde ik. ‘’Ik ken alleen haar voornaam. En volgens mij is zij een van de beste therapeuten.’’
Ik besefte laat dat ik geen antwoord van Vera kreeg en hief mijn hoofd nieuwsgierig op. Ze had haar hoofd afgewend en staarde door het raam naar buiten. ‘’Wat is er?’’
Ze stond zwijgend op en liep naar het raam. Ik keek haar verbaasd na. Dat deed ze eigenlijk nooit. Ze zou het oogcontact van haar cliënten nooit ontwijken. Heel voorzichtig kwam ik overeind en ging naast haar voor het raam staan.
‘’Sorry, Danny,’’ zei Vera zacht. ‘’Hier kan ik niet veel over zeggen.’’
‘’Is er iets met Jenna?’’ vroeg ik nieuwsgierig.
Ze aarzelde. Dat was overduidelijk.
‘’Vera, ik moet het weten. Het gaat om Sofie!’’
Eindelijk keek ze me aan, haar blik was verontschuldigend. ‘’Sorry, het kan mijn baan kosten.’’
Ik pakte haar handen. ‘’Alsjeblieft.’’
Ze keek weg, dacht diep na en keek me toen serieus aan. ‘’Kun je me écht, maar dan écht beloven dat je dit nooit, maar dan ook nooit aan iemand vertelt? Alleen jouw vrouw mag het weten, Mandy vertrouw ik. Maar verder niemand. Niet je vriendengroep, ook niet Sofie. Kun je me dat beloven?’’
Ik legde mijn hand op mijn hart. ‘’Vera, je bent niet alleen mijn therapeut maar ook mijn vriendin. Ik zou je nooit verraden, dat meen ik echt.’’
Vera zuchtte. ‘’Goed dan, kom, we gaan weer zitten.’’
We gingen terug naar onze plek.
“Jenna Elschot is een vrij bekende therapeut en inderdaad een van de beste,” zei Vera. “Ze is heel slim, maar dan op de verkeerde manier.”
Ik werd alleen maar nieuwsgieriger. “Hoe bedoel je?”
Ze zuchtte. “Ze maakt misbruik van haar cliënten. Ze manipuleert ze. Ze houdt haar cliënten zo lang mogelijk vast, zodat haar inkomsten blijven binnenkomen. Omdat ze een van de besten is, is haar tarief erg hoog.”
Mijn mond viel open van verbazing. “Maar hoe… hoe houdt ze haar cliënten zo lang vast?”
Vera sloot haar ogen. “Wat doet een therapeut?”
Ik knipperde met mijn ogen, even in de war. “Mensen helpen om beter te worden.”
“Precies,” zei ze.
Ik snapte het niet meteen en toen schoot er iets door mijn hoofd. Mijn lijf kreeg een schok. “Dat meen je niet? Wil je zeggen dat Jenna haar cliënten eerst niet helpt, maar de situatie erger maakt?”
Vera knikte ernstig.
“Wel, verdomme,” zei ik woedend en sprong overeind. “Dat kan toch niet! We moeten haar stoppen!”
“Hoe wil je dat doen?” vroeg ze kalm. “Er is geen bewijs. Jenna is extreem slim, ze werkt heel sluw. We kunnen niets doen.”
Ik plofte verslagen op de bank. “Hoe weet je dat allemaal?”
Vera schudde haar hoofd. “Dat wil ik niet zeggen. Dus, als Jenna inderdaad Sofies therapeut is, dan kan het lang duren voordat Sofie écht geholpen wordt. Het maakt Jenna niets uit hoe lang het duurt. Maar Sofie wordt hoe dan ook ‘geholpen’, om Jenna’s status veilig te stellen. De vraag is alleen wanneer. En ze pakt het heel slim aan. Ze manipuleert de cliënt om de situatie erger te maken en helpt daarna. Dan is het contrast groot: eerst gaat het heel slecht en daarna ineens veel beter. Daarom denken velen dat ze een van de besten is.”
Ik keek haar vol ongeloof aan. “Dat meen je toch niet.”
Ze knikte ernstig. “Ik weet het.”
Ik leunde achterover. “Als ik Sofie wil helpen, moet ik zorgen dat ze van Jenna afkomt en een andere therapeut zoekt?”
“Daar lijkt het wel op,” zei ze zacht.
Ik liep rondjes om na te denken. Hoe pak ik het aan? De makkelijkste manier is de ouders van Sofie overtuigen om een andere therapeut te nemen. Maar dat zal lastig worden, omdat Jenna een van de beste is. Die bitch, dacht ik grommend. En ik kan het verhaal over wat Jenna allemaal doet ook niet gebruiken; dat had ik Vera beloofd. Ik snapte haar ook wel. Ze was gewoon voorzichtig.
Ik stopte met lopen. ‘’Vera, als ik het voor elkaar krijg dat Sofie een andere therapeut mag krijgen, wil jij dat dan zijn?’’
‘’Nee,’’ zei ze onmiddellijk. ‘’Als Jenna hoort wat er gebeurd is, zal ze allesbehalve blij zijn.’’
Ik knikte langzaam. ‘’Dat dacht ik al. Heel jammer, maar begrijpelijk.’’ Ik pakte mijn jas. ‘’Ik weet genoeg, Vera. Heel erg bedankt voor je hulp. Je bent zoals gewoonlijk weer geweldig. En ik beloof dat ik hierover tegen niemand zal zeggen, behalve Mandy.’’
Ze stond glimlachend op. ‘’Ik weet dat je aan je woord zult houden, anders had ik het nooit verteld.’’ We omhelsden elkaar. Toen ik haar losliet, had ze zo’n aparte blik in haar ogen. ‘’Wat?’’
Ze aarzelde even en slaakte toen een zucht. ‘’Vooruit, ik wil Sofie helpen als je haar van Jenna weg kan krijgen. Het kan me niet meer schelen. Ik wil Sofie helpen.’’
Ik glimlachte trots. ‘’Ik wist dat je dat zou doen. Dat maakt je een van de beste therapeuten, Vera. Voor mij ben je al de beste.’’
‘’Wegwezen, slijmbal,’’ gromde ze, maar met een glimlach.
Ik was buiten en overdacht ons gesprek met Vera. Het was zinvol. Ik keek naar mijn hand, die langzaam een vuist werd.
Sofie, ik zal je bevrijden uit de klauwen van Jenna.
Trefwoord(en): Huisgenoot, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10