Door: Keith
Datum: 10-12-2025 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 567
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 11
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 11
Vervolg op: Gonnie - 13: In De Meidenslaapkamer
Rick Komt Thuis
“Broertje!!!” Rick zag er goed uit; bruiner dan ik hem ooit gezien had, een redelijk nette broek en een wit overhemd met twee strepen op zijn epauletten, het logo van zijn organisatie op zijn mouw en zijn ‘wing’ op zijn linkerborst. Hij spreidde zijn armen.
“Gon! Kom hier, gekke tut van me!” Ik knuffelde hem hevig; hij knuffelde terug tot ik een hand op mijn schouder voelde.
“Hé troela, voordat je hem helemaal kapot knuffelt…” Cora keek gespeeld boos. “Ik knuffel wel iemand anders kapot, Coor, wees maar niet bang. Rick, dit is Frank. Niet alleen mijn vriend, maar ook mijn chef. Frank, dit is Rick, ons voormalig kleine broertje, nu een hele stoere Bushpilot.”
Ze gaven elkaar een hand. “Welkom terug in Nederland, Rick.” “Ja, dank je wel man. En jij bent chef én vriend van mijn kattige jongste zusje? Ik vind het dapper…” Frank grinnikte alleen maar.
“Kom mensen, naar binnen. Als het goed is wacht daar de koffie.” Gien wees en na wat geschuif met stoelen en de tafel zat het gezelschap. Lovely week geen centimeter van Rick z’n benen en kwispelde haar staart bijna stuk als Rick haar aaide. Frank en ik schonken de koffie in en verdeelden de appeltaart. En nog voor iedereen een stuk taart had, was Rick al begonnen: grote happen gingen naar binnen en hij genoot zichtbaar.
Gien sputterde. “Zeg zoontje… Ik begrijp best dat er in Afrika weinig appeltaart was en de slagroom in geen velden of wegen te vinden was, maar…” Rick keek op, at zijn mond snel leeg en zei toen: “Eten wanneer je eten kunt, Ma. Je weet nooit wanneer de volgende oproep komt.” Henk klopte op zijn schouder. “Komt me bekend voor, Rick.” Ma bromde nog wat onduidelijks, maar lachte.
Met de koffie en het appelgebak achter de kiezen vroeg Hans: “En… heb je een goeie reis gehad of heb als bagage in zo’n fijn stoeltje bij Ryan Air gezeten?”
Rick grinnikte. “Nou… mijn reis had wel wat afwisseling, zeg maar. Vanuit Kano, Nigeria, waar onze hoofdpost was, ben ik zelf naar Lagos gevlogen. Met onze Norman Britten Islander, die moest een onderhoudsbeurt hebben en dat doen ze in Lagos. Daar, na een nachtje slapen, overgestapt op een Boeing 787 van Air France…” Met een ondeugende blik naar Cora: “Héééle leuke stewardessen, Coor…”
Die keek boos terug. “Pas op, vriendje…”
“Enfin, ik heb in die kist lekker kunnen slapen; de businessclass was vrijwel leeg en toen de dames stewardessen hoorden wat ik deed, werd ik uit de Economy geplukt en in een businessclass stoel neergepoot, vlak achter een nooduitgang, dus met lekker extra beenruimte. Ze hebben daar best vertroeteld: dekentje over me heen, extra kussentje… Alleen toen ze met de champagne aankwamen heb ik vriendelijk bedankt.
Ik stond al bijna een half jaar droog en bovendien hakt alcohol in een vliegtuig er nogal hard in door de verlaagde luchtdruk. We kwamen gisteravond laat in Parijs aan; daar weer overnachten.
Alleen… Er was een probleem geweest met de hotelboeking; geen plaats meer. Die lui van Air France zich excuseren en in duizend bochten wringen om me tóch maar ergens onder te brengen; na een kwartier was ik het zat en vroeg of ze ergens een crewroom hadden waar ik op een stoel kon slapen. Nou, die hadden ze! Ik zou best piloot bij Air France willen zijn… Een crewroom met hele lekkere stoelen die je horizontaal kon zetten. En daar heb ik dus vannacht liggen slapen. Prima.
Eén van de grondstewardessen bracht me weer een dekentje en bood aan om mijn overhemd te wassen; dat was nogal klef geworden.” Hij grijnsde gevaarlijk. “De lieve dame wilde waarschijnlijk mijn stoere pilotenbody zien; dat ze daarvoor mijn smerige overhemd moest wassen nam ze wel op de koop toe…” Cora’s ogen begonnen dreigend te kijken, maar Rick vervolgde:
“En vanmorgen weer gedoe; van Parijs tot Beek zou ik met Ryan Air vliegen; prima. Alleen… er waren twee vluchten uitgevallen en de vlucht waar ik bij mee zou gaan zat al vol. De crew hoorde wie ik was en wat ik deed en ik heb de vlucht dus meegemaakt vanaf de ‘jumpseat’ in de cockpit. Dat extra stoeltje tussen piloot en copiloot.” Hij grinnikte. “Beter dan in rij 14, stoel 3A, waar je je benen in je nek moet leggen om te overleven.”
Hij wees op zijn ‘wing’, het logo en de strepen op zijn schouders. “En dus: dit overhemd is niet meer zo fris, maar het heeft me wél wat voordeeltjes opgeleverd…” “Trek het dan maar snel uit, vriend”, zei ma. “Hier zijn geen stewardessen om te imponeren, alleen je eigen vriendinnetje.” “Gaat lukken, ma”, zei Rick droog.
“Ga je mee, Coor? Dan kun je even helpen als ik me omkleed…” We schoten in de lach. “Jaja, Rickie… Misschien helpen als je je uitkleed, maar…” Annet stak een vermanende vinger op. Gien wees. “Naar boven jij! Douchen en omkleden, daarna een beetje netjes weer beneden komen! Verdorie, Cora heeft zich opgedoft om jou welkom te heten en jij loopt in een overhemd wat je drie dagen lang hebt aangehad… Smeerpoets.” Rick knipoogde. “Zoals ik al zei: prima maatschappij, Air France.” En met een blik op Cora: “En ja schat, ik lag daar te maffen. Redelijk bewusteloos; de afgelopen week was nogal hectisch. Maar goed, voor jullie gemoedsrust: ik ga even douchen en omkleden in vale spijkerbroek, flip-flops en versleten T-shirt.”
Ma bromde: “Laat ik het niet merken! Wij zitten hier allemaal een beetje opgedoft te zijn en jij komt dan als zwerver naar beneden?” Rick grinnikte en verdween. Cora wilde er even later achteraan, maar die werd door Margiet tegengehouden. “Hé dochtertje, waar denk jij heen te gaan?” Cora keek onschuldig. “Even kijken of Rick wel de juiste kleren aantrekt… Bij zo’n bosjesman weet je het maar nooit.” Margriet wees gebiedend op haar stoel en Hans vroeg: “Bosjesman? Ehhh…”
Cora zuchtte. “Hij is bushpilot. En een man. Dus een bosjesman. Die toevallig piloot is. Snap je het nou een beetje, broer?” Een paar minuten later kwam Rick weer beneden, in een nette broek en een keurig overhemd. Mét stropdas zelfs. Cora vloog overeind. “Oh, wat een lekkere vent… Die wil ik zoenen!” En ze voegde de daad nogal uitbundig bij het woord. “Nounou…” zei Frank naast me. “Dát zijn leuke thuiskomsten…” Rick keek hem aan. “Jaloers, Frank? Wil je ruilen? Dan moet je eerst even twee jaar lang jezelf kapot leren en vervolgens, als je de opleiding door bent, een paar maanden lopen leuren om ergens je vliegvaardigheid te onderhouden.”
Hij grijnsde gemeen. “En ondertussen heb je een studieschuld waar je van omrolt, maar goed, dat is niet mijn probleem.” Frank keek vragend. “Ik wist dat de opleiding tot piloot duur was, maar hoezo is die studieschuld niet jouw probleem?” Gien nam het rustig over.
“Ene Anderson moet die studieschuld aflossen. Rick heeft zijn opleiding keurig afgemaakt vóór hij 21 werd. En in de scheidingspapieren was een clausule opgenomen dat de biologische vader van mijn kinderen hun studie zou moeten betalen tot ze 21 zijn. Daarna hoefde dat niet meer.” Ook zij lachte nu gemeen. “En Rick slaagde één maand voor hij 21 werd voor die opleiding… Als beste van zijn klas.”
Frank floot zachtjes. “Dat heb je dan prima gedaan, Rick.” Die haalde zijn schouders op. “Niet zo moeilijk als de opleiding over iets gaat waar je stiekem je hele leven al van heb gedroomd.” Cora vulde aan: “De eerste keer dat hij bij ons thuis was, en toen was er van ‘verkering’ nog helemaal geen sprake, zat hij al met z’n neus in een plaatjesboek over vliegtuigen.”
Margriet giebelde. “Jaja… ‘geen sprake van verkering’ zei mijn dochtertje? Volgens mij gaf Rick mij even daarvoor een hand met z’n gulp open! Dus…” Cora snauwde: “Ja, omdat hij vlak daarvoor voluit in de modder was gedoken op het losloopveld, ma!” En met een blik op Frank: “En dat had niets te maken met enige vorm van verkering! Althans… Toen nog niet!” Het hele gezelschap schoot in de lach en Cora werd rood. “Pestkoppen hier…” bromde ze.
Rick vertelde uitgebreid over zijn werk in Afrika. “Ja, ik ben de piloot en stuur de kist van A naar B. Zorg dat alle mankementen van de kist netjes worden gerapporteerd, zodat die verholpen worden en zo. Zo staat het in het boekje. De praktijk is vaak anders. Dan hebben de dokter en de verpleegkundige aan boord soms handen te kort en moet ik bijspringen. Oh, ik heb ondertussen een hele uitgebreide opleiding tot First Aid Assistant gedaan, da’s een EHBO-opleiding die 6 weken duurt en waarbij je aardig aan de bak moet, maar de arts aan boord is de eerste verantwoordelijke als het gaat om medisch handelen. Als het gaat om ‘veiligheid’ is de piloot ervan.
Als de keuze is ‘patiënt helpen’ of ‘bemanning in veiligheid brengen’ dan is de keuze simpel: het laatste. En of dat nou gaat om een tropische hoosbui, waarbij de complete Victoria waterval in één keer naar beneden komt, een zandstorm waarbij er tussen de zandkorrels wellicht nog een paar moleculen zuurstof zitten of een gewapende bende Touaregs die de kist bestormen; de piloot is op dat moment leading.
Geen discussie; zitten, riemen vast en wegwezen. De organisatie heeft er namelijk niets aan als de kist, eventueel mét de patiënt die toch is meegenomen, na tien minuten vliegen in die storm verongelukt. Dan zijn ze een kist kwijt van een paar miljoen euro, plus een arts, een verpleegkundige en een piloot. En de patiënt op de koop toe.”
Hij keek nu ernstig. “En het laatste scenario, een stel gewapende strijders, heb ik een maand geleden meegemaakt. Van welke beweging? Geen flauw idee, maar als er lui op kamelen op ons af komen draven, wapens in de hand, dan is het een kwestie van: Niet miepen, geen discussies, alles laten vallen, instappen en wegwezen.” Hij pauzeerde even en zei toen: “Het voordeel van een tweemotorige kist is dan wel dat je twee propellors hebt die héél veel stof laten opwaaien. Toen wij opstegen zijn die lui waarschijnlijk eerst tien minuten bezig geweest om het zand uit hun kaftans te halen en hun ogen uit te spoelen.”
Gien keek geschokt. “Maar jongen… Dat heb je nooit geschreven!” Henk pakte haar hand. “Rustig jij. Afrika is geen Europa, schat. Een mensenleven is daar nog minder waard als het fruitvliegje wat jij in de keuken doodmept. En zeker het leven van een westerling. Tenzij dat ze hem of haar als gijzelaar kunnen gebruiken om losgeld te eisen. Ik heb er wat ervaring mee, zeg maar.” Rick keek naar Gien. “Wij zijn er op voorbereid, ma.
Nee, we zijn niet gewapend, maar er zijn genoeg lui die ons willen verdedigen als het nodig is. En er zijn niet zoveel organisaties die ons kwaad willen doen; daarvoor hebben we een te goede naam. De club die ons toen aan wilde vallen, bleek later een extremistische tak te zijn van El Quaida in Afrika. Niets ontziende lui. Gelukkig waren er niet zoveel van in ons gebied.”
Ik zat Rick tijdens zijn verhalen te observeren. Was dit de irritante klotepuber die vijf jaar geleden nog zoveel mogelijk zijn best deed om zich van alles te drukken? Ja. Maar oei… die was veranderd in het halve jaar dat hij weg was geweest. Ondanks zijn nogal badinerende manier van vertellen zat daar iemand die wist waar hij het over had… Gien wilde wat fris inschenken voor iedereen, ik hielp haar. En in de keuken pakte ik haar hand.
“Hé lieve ma… Geschrokken van de belevenissen van je zoontje?” Ze knikte. “Nooit gedacht dat het zó heftig zou zijn, Gon. Van een soldaat die op missie gaat wéét je dat hij in gevaar komt. Van een piloot van een stichting die alleen maar mensen wil helpen en redden… Daarbij verwacht je dat de mensen dankbaar zijn. Da’s dus blijkbaar niet zo.” Ik keek haar aan. “Volgens mij heeft Henk ook wat ervaring op dat gebied, schat. Ga op een onbewaakt moment maar eens met hem kletsen.”
Gien haalde haar schouders op. “Kansloos. Over zijn tijd in Afrika is hij uiterst gesloten. Ja, hij vertelde wat geintjes over het hotel in Kampala waar hij tijdelijk verbleef, maar de rest? ‘Technisch gedoe, Gien. Improviseren met een hele grote ‘I’ en voor de rest puur afzien.’ Dát was wat ik te horen kreeg.” Ik glimlachte. “Misschien dat Rick iets uit hem los kan krijgen. Ik zie een bepaalde mate van overeenkomst tussen die twee. Annet en ik gaan wel eens met ons broertje kletsen, oké?” Ze knikte. “Mooi. En dan nu die drankjes.”
Tot mijn verbazing dronk Rick geen bier.
“Je zou toch zeggen dat je na 6 maanden zandhappen wel trek had in een biertje, Rick?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee Gon. Ik heb inderdaad in zes maanden tijd geen alcohol aangeraakt en dat is me prima bevallen. In mijn cockpit stond standaard een thermosfles, en ja, je lacht je zo dadelijk kapot maar het is echt zo, een thermosfles kouwe ranja. Gewone, Nederlandse aanmaak-ranja, de goedkoopste flut-limonade die er maar te krijgen is. Op de markt naast het vliegveld verkocht men dat spul en toen ik het ontdekt had, heb ik meteen vier literflessen ingeslagen.” Hij keek nu zielig. “En toen die na drie weken op waren, was er nog geen nieuwe lading… Wél cola. Van een overigens deplorabel merk; na twee slokken wist ik het al: dit spul is prima geschikt als verf-afbijt of roest-oplosser, maar gaat verder niet Rick Peters z’n slokdarm vernaggelen. Wát een bocht…”
Gien en Henk wisselden een blik van verstandhouding. “Welkom bij de club van cola-onthouders, Rick”, zei Henk lachend. Rick keek smerig. “Ik begrijp jullie nu helemaal. Wát een bocht. Enfin, dit glaasje jus d’ orange gaat er prima in.” Zo kletsten we nog een tijd verder; veel verhalen van Rick en natuurlijk wilde hij ook exact weten hoe Frank en ik elkaar leerden kennen.
Frank mocht dat vertellen; ik wilde het verhaal ook wel eens uit zijn mond horen. En wat ik al vermoedde: vanaf het moment dat ik binnenkwam tijdens mijn sollicitatie was hij al ‘om’. En doodsbenauwd geweest om dat te laten blijken. “… maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en zit ik nu hier. En kan ik wel stellen dat me dat prima bevalt, Rick.” Die trok een wenkbrauw op. “Hoe lang ken je Gon nu, Frank?” “Ehhh… ruim twee weken… Hoezo?” Die grijnsde onheilspellend. “Wacht maar. Ik spreek je nog wel.”
Ik stoof op. “Zeg meneer de bushpilot! Je zit nu wel de stoere bink uit te hangen en zo, maar als jij denkt te kunnen stoken in een goeie relatie, ga je een probleem krijgen. En dat probleem…” Rick onderbrak me. “De strenge mevrouw Gonnie? Haha, die ken ik langer dan vandaag, hoor.” Ik zakte weer in mijn stoel en mopperde zachtjes: “Rotzak…”
Margriet onderbrak dit intermezzo. “Gien… Hoe laat wil je gaan eten?” Ma haalde haar schouders op. “Maakt niet zo veel uit, Margriet. Tenzij dat een van jullie gierende honger heeft? Dan bel ik de Chinees meteen op.” “Chinees? Lekker, Ma…” Rick keek vrolijk. “Maar nu nog even niet; mijn bioritme is nog wat in puin. Straks, om een uur of zeven.” Hij keek rond. “Wat ik wél wil…” Annet onderbrak hem bits. “Jaja, dat weten we wel. Hoef je óns niet mee te vermoeien; dat is Cora haar probleem.”
Rick zuchtte. “Kletstante. Ik wil even lekker zwemmen! Wat baantjes trekken. De laatste keer dat ik gezwommen heb was vijf weken terug, in een nogal smerige zijrivier van de Congo. Toen ik er uit kwam, zeiden de locals dat ik mazzel had gehad; er zaten nogal wat krokodillen in dat watertje. Hadden ze me beter van te voren kunnen vertellen, verdorie.” Cora legde een hand op zijn been. “Ach kom… Die beesten kunnen jou toch niet bijhouden. Toch?” Rick keek twijfelend. “Blij toe dat je zo’n vertrouwen in mijn zwemkunst hebt, schatje. Maarre… Wie gaan er mee met ‘Rick de Orca’?”
Uiteindelijk ging de hele jeugd mee: Annet met Hans, Frank en ik en natuurlijk Cora. Gien was lekker praktisch. “Als ik de bestelling alvast doorgeef aan onze plaatselijke Chinees… Dan vertel ik hen dat jullie het om half zeven af komen halen, oké?” We knikten en Gien vervolgde: “Prima. Dan mogen jullie ook betalen. Succes, schatjes…” Margriet, Abe en Henk schoten in de lach. We pakten onze zwemspullen bij elkaar. Annet en Hans reden in haar auto, Rick en Cora kropen achterin de Volvo van Frank.
Lovely stond te piepen toen we weggingen, maar Bowie ontfermde zich over haar. “Dat wordt een probleempje jongens… Als Lovely overal mee wil als ik ergens heen moet of wil…” Cora schudde haar hoofd. “Dan neemt Bowie haar wel onder zijn hoede. Die twee zijn ook vrienden voor het leven, Rick.” “Gelukkig wel” hoorde ik nog, daarna een tijdje niets. Ik onderschepte een lach van Frank, nadat hij in zijn binnenspiegel keek en draaide me om. Cora lag zo ongeveer bovenop Rick te zoenen. “Hé duifjes… kleden jullie elkaar nog niet uit? Dat kan pas in het zwembad! In de kleedhokjes wel te verstaan…” Rick stak een hand op, de middelvinger nogal duidelijk omhoog en ik zuchtte. “Frank! Doe er iets aan! Die twee zitten elkaar gewoon aan te randen!”
Zijn reactie was een nuchter: “Nou én? Dat hebben wij ook een paar keer gedaan in deze auto, hoor. Waarom denk je dat er leren bekleding in zit? Lekker makkelijk bij het wegpoetsen van bepaalde vlekken, schatje…” Ik keek hem verbijsterd aan en vanaf de achterbank klonken de gierende lach van Cora en een grinnik van Rick. Eenmaal bij het zwembad kwam Rick één van zijn waterpolo-maten tegen. “Hé ouwe piloot! Ga je het zwembad weer onveilig maken?” Hij gebaarde. “Ja. Met dit zootje moet dat lukken… Eerst maar eens omkleden.”
Frank wenkte me. “Gon, daar loopt Louis. Kun jij je vrouwelijke charme eens in de strijd gooien en hem vragen of hij het 25-meterbad een kwartiertje voor ons vrijhoudt?” Ik keek twijfelend. “Mijn vrouwelijke charme? Je vraagt dus of ik mijn rokje nogal hoog op wil trekken? Ik weet niet vriend Louis daarvoor gevoelig is. Misschien is hij wel zo gay als Gordon en zou graag zien dat jij…” Frank keek nu zéér afwijzend. “Trut!”
Ik grinnikte en liep naar Louis toe. “Hoi Louis… Wanneer is het 25-meterbad open om baantjes te zwemmen?” Hij keek. “Ik kan wel een deel afzetten… Met z’n hoevelen zijn jullie?” Ik stak 6 vingers op. “Oké, dan zet ik drie banen af; met z’n tweeën moet je dan op één baan zwemmen. Is dat oké?” “Je bent een topvent, Louis. Dank je wel.” Ik gaf hem een zoen op zijn wang. “Ik kan ook het hele 25-meterbad voor jullie afzetten, Annet. Maar dat kost je wat meer dan zo’n lief zoentje…”
Ik draaide me bliksemsnel om. “Louis, allereerst: je moet mijn zus en mij niet verwarren. De laatste die dat deed verloor zijn mannelijkheid en heeft daar nog steeds gillend spijt van en dat ‘gillend’ mag je letterlijk nemen. En nee, dat ‘iets meer dan zo’n lief zoentje’ ga je niet scoren vandaag. Daar gaan onze wederzijdse vrienden iets van vinden. En onze grote stoere broer, bijgenaamd “’ Rick de Orca’.
Zijn ogen lichtten op. “Is Rick weer thuis?” Ik knikte. “En die staat zich nu om te kleden. Hoop ik ten minste, want zijn vriendin Cora is erbij, die bruine krullenbol.” Hij grinnikte. “Dan zal ik ‘m maar met rust laten. Iets met ‘handen vol’ en zo…” Ik stak een duim op. “Hoe dan ook: Dank je wel, Louis.” Ik rende naar de kleedhokjes. Hmmm… Dat was weer eens een andere manier van omkleden: ik had me redelijk ‘netjes’ aangekleed: jurkje, panty, hakjes… En niet zoals gewoonlijk in een spijkerbroek, T-shirt en sneakers, met m’n bikini er al onder. Nou ja… Ik hoorde Annet en Cora een paar kleedhokjes verderop geinen.
Hup, kleren in de weekendtas, donkerblauwe bikini aan… Annet had dezelfde, alleen in donkergroen, een paar maanden geleden samen gekocht. En ik had toen nog gegrapt: ‘Laten we maar een verschillend kleurtje kopen, An. Dan vergist Hans zich ten minste niet meer.’ Even later liepen er drie meiden vanaf de kleedhokjes richting bad, waar Rick, Hans en Rick al stonden. Er klonken wat fluitjes. Ja, logisch… Drie mooie meiden in bikini die op hen af kwamen lopen… Frank trok me even tegen zich aan. “Hoi schatje… Weet je dat ik je op wil vreten?” Ik gooide m’n hoofd in m’n nek en zei nogal duidelijk: “Dan moet je me eerst bij zien te houden, meneer Veenstra. Daarna ga ik er wel eens over denken of jij je wat vrijheden bij mij kan veroorloven. Niet eerder, ben jij gek…”
Frank grijnsde. “Wacht maar eens af jij, rooie helleveeg…” Rick trok een wenkbrauw op. “Kijk je uit, Frank? Je hebt nog maar pas verkering met mijn zusje; dat is nog onvoldoende om straffeloos de term ‘helleveeg’ te kunnen gebruiken.” Hij keek om zich heen en vervolgde iets zachter: “Als je niet héél snel oppast, leent ze wat attributen van mevrouw Annet en kun jij een week niet zitten.” Frank grijnsde alleen maar. Nogal zelfverzekerd.
“Kom lui, hier op de kant staan teuten is ook niks. Het water in! Even een paar minuten jezelf loszwemmen, daarna gaan we eens wat baantjes trekken!” Annet fluisterde: “Ik trek liever wat anders, maar dat zal hier wel weer niet mogen… Saaie boel hier.” Hans wachtte niet; die pakte haar op en samen verdwenen ze in het water. Cora gaf Rick een duw; ook die donderde er in, Coor er meteen achteraan. En zij verdwenen compleet onder water en bleven daar even; toen de luchtbellen wat verdwenen waren, zagen we dat Cora haar benen om Rick heen klemde en dat ze nogal hevig aan het zoenen waren. “Hoelang denken ze dat vol te houden, Gon?”
Frank keek nogal belangstellend naar het zoenende stel onder water. “Langer dan jij, mooie IT-meneer. En zit niet zo jaloers naar Cora te kijken; als je Rick wil zoenen moet je het gewoon vragen!” Ik gaf hem een duw en hij plonsde het bad in. Als laatste dook ik er in. Cora en Rick waren ondertussen weer boven gekomen. “Onder water, in zijn natuurlijke habitat, zoent zo’n zeehond het lekkerst”, lachte Cora. We zwommen even rond, de spieren soepel makend, tot Rick zei: “Mooi. En nu voor het echie, dames en heren… 250 meter, om en om onder en boven water. De laatste die aantikt is een schuimpje!” We klommen op de kant.
“Shit, nu hebben we maar drie startblokken… Nou ja, dan maar vanaf de kant in het water springen, jongens.” Ik zag Louis aan komen lopen. “Eén momentje…” Ik rende naar Louis en zei met een lief stemmetje: “Louis… Kun jij, net als gisteren, de tijd bijhouden? Wij dames zouden je héél dankbaar zijn… En de heren kijken op dat moment maar een andere kant uit, de sukkels.” Hij grinnikte. “Dan pak ik even een andere stopwatch, Gonnie. Moment.” Hij rende weg, om even later weer terug te komen.
“Ik ben er klaar voor… Jullie ook?” We gingen op de kant klaar staan. “Nog tien seconden… Op uw plaatsen… Pfiet!” Meteen dook ik het water in, vlak naast Annet. Aan de andere kant: Cora. Het was een beetje krap, zo dicht naast elkaar, dus ik perste er alles uit wat ik had. Twee baantjes later lag ik een lichaamslengte op de andere meiden voor en had ik de ruimte. Mooi… Het baantje boven water: vlinderslag, onder water schoolslag. Lekker afwisselen, ging prima. Een blik opzij: niemand die gelijk op ging of voor lag! Ik zwom door. Niet meer opzij kijken, alleen maar concentreren op je techniek, Gon! Tijdens het 8e baantje begon ik te verzuren, ik voelde het. En de vlinderslag ging ook niet meer zo lekker; waar ik eerst goed uit het water kwam, werd het nu ‘omhoog komen om naar adem te happen en dan er weer in plonzen’. Verdorie… Dat kostte tijd!
Ik schakelde het laatste baantje boven water over op crawl. Dat kon ik nog wel even volhouden tot de eindstreep. Dacht ik. Helaas… Links werd ik nu snel ingehaald door Frank, rechts door Rick. Die twee ontliepen elkaar niet veel, de rotzakken… Helemaal kapot tikte ik aan en hing meteen zwaar hijgend aan de stang onder het startblok. Een seconde of zo er na kreeg ik gezelschap van Cora en Annet, ook nogal kapot. En toen moest de arme Hans nog een paar meter… Toen hij ook geëindigd was, keken we naar Louis. “Rick heeft zijn bijnaam weer eens waargemaakt: 4:08. De meneer in de zwarte zwembroek: een halve seconde er achter. Gonnie: 4:11, Annet en de dame in de gele bikini: beiden 4:12. En last, but zeker niet least: de meneer in de andere zwarte zwembroek: 4:14. Tot zover het eindoordeel van uw onafhankelijke jury, dames en heren. En nu moet ik weer naar het peuterbad… Sorry!” Hij liep weg en Rick riep hem na: “Dank je wel, Louis!” Een opgestoken duim was de reactie.
Rick keek Frank aan. “Doe jij wat aan sport? Volgens mij…” Frank gniffelde alleen maar. Ik zwom naar hem toe en ging om zijn nek hangen. “Mijn vriendje deed aan judo. En zwemt regelmatig, als training. Verder is het een enorme leugenaar, want toen we het voor het eerst over zwemmen hadden, keek hij bedenkelijk en zei dat hij een eervolle laatste plaats zou halen, vergeleken met ons. Dat bleek echter nogal mee te vallen…” “Alles om maar indruk te maken op het mooie meisje…” Frank knipoogde en Rick gaf hem een High Five. “Ik ken het gevoel… Een aantal jaren terug op ongeveer dezelfde manier in dit zelfde bad kennis gemaakt met die mooie bruine krullebol daar.”
Hij duwde zichzelf van de kant af. “Kom, dames en heren… Even ontspannen, want ander zijn we straks allemaal zo stijf als een plank. Nu is dat plaatselijk niet zo erg, maar…” Annet duwde haar handen tegen haar oren. “Hou je jezelf een beetje in, Rickie? Dat je zo tegen de stewardessen van Air France praat: prima, maar wij zijn netjes opgevoed, denk er aan!” Rustig zwommen we nog een paar baantjes rugslag en ondertussen haalden we de drijvende lijnen in. Dan hoefde Louis dat straks niet meer te doen. Na een kwartiertje vonden we het wel weer genoeg; zelfs Rick prefereerde nu ‘eten’ boven ‘zwemmen’. En zoals vaker kon Annet moeiteloos schakelen. “Wat dachten we ervan, dames en heren? Ik bel Ma even dat ze de bestelling kan doorgeven, wij gaan ons omkleden, halen het eten op, Frank mag betalen en we gaan het samen opsmikkelen. Deal?” Iedereen, behalve Frank knikte.
“En waarom mag ik betalen, strenge mevrouw Annet?” Die snoof. “Omdat ik niet voor niet de strenge mevrouw Annet ben, Frankieboy. Dat heb je net kunnen zien…” Frank gromde. “Volgens mij heb jij kunnen zien dat ik de nog veel strengere meneer Frank ben. En als je daar nog niet van overtuigd bent: vraag maar aan je zus.” Ik schoot in de lach. “Hahaha… de strenge meneer Frank… Laat me niet lachen! Maar… even de financiële situatie van iedereen analyserende, want daar ben ik ten slotte op afgestudeerd:
Rick is zijn karige salaris al kwijt aan al die stewardessen van Air France én Ryan Air, Cora is stagiaire, dus die verdient wel veel, maar krijgt het niet, Annet en Hans werken bij Nedcar; ook niet echt een stabiele basis met al die overnames daar en ik werk toch écht een paar schalen beneden jouw vorstelijke salaris, Frank. Dus…” Hij bromde. “Verdorie. Kan je een complete Ark van Noach te eten geven…” Cora vulde pesterig aan: “Klopt bijna Frank. Er zijn in ieder geval twee hondjes bij.” Annet belde ondertussen Ma met de mededeling dat ze kon bestellen.
De reactie van Ma was hilarisch. “Frank heeft toch zo’n mooie ruime stationcar? Zal hij nodig hebben! Denken jullie dat het bruggetje over de A2 al dat gewicht kan houden? Anders moet je het eten over beide auto’s verdelen, Annet!” Frank gromde: “Ik zal mevrouw Klok-Peters straks eens iets over haar familie vertellen, verdorie…” Cora keek hem aan. “Ik ken haar langer, Frank. Zal ik het maar doen?” “Dan komen er alleen maar mooie verhalen boven, lekkere judo-krullebol van me…”
Rick kuste haar en Cora giebelde. “Zeker weten… Van een week nadat Gien terug kwam uit de V.S.” We grinnikten. “Kom lui, omkleden, anders is het eten koud. En kouwe bami is niet te hachelen.” Hans joeg ons richting kleedhokjes. Bikini uit, afdrogen, slipje en behaatje aan… Het was even goochelen om mijn voetjes droog te houden zodat ik netjes m’n panty aan kon trekken, maar staand op de handdoek lukte dat nét. Jurkje aan, gevolgd door mijn pumps. Zo, Nog even m’n haren föhnen en dan was ik er weer klaar voor. Waarvoor? Voor Frank, vanavond. In de kelder… Deur op slot, niemand die ons kon storen. En Frank zou zich wel thuis voelen, zo onder de grond… Even later verzamelden zich 6 netjes aangeklede mensen voor de kassa. “Zo. Nou rap naar de chinees en nog rapper naar huis. Ik begin nu wel trek te krijgen!” “Nou, rap instappen dan maar. Gon, waar bevindt die Chinees zich?”
“Sittarderweg. En vandaar uit is het: onder de snelweg door, eerste weg links en je bent er bijna.” Ik wees hem de weg en even later stopte hij op de parkeerplaats bij de Chinees. “Hé meneer! Jij ook er uit! Jij moet betalen!” Frank gromde wat en klom met verse tegenzin uit de auto. “Wij bewaken deze slee wel, Frank!” klonk vanaf de achterbank. “Ja, dat zal wel. Volgens mij merken jullie pas als hij gestolen is als je moet plassen. Ergens in het oosten van Duitsland of zo.” We liepen naar binnen en de dame achter de counter zei: “Familie Peters?” Ik knikte en Frank trok zijn betaalpas. “Dat is dan 69,55 euro, meneer.”
Hij rekende af. “Bonnetje erbij?” “Graag mevrouw. Voor de declaratie.” Ik was ondertussen al begonnen met plastic tassen laden. “Bonnetje? Declaratie? Wat ben jij van plan, meneertje?” Hij gniffelde. “Eens kijken of Yvon er in trapt. ‘Representatiekosten. Om in een goed blaadje te komen bij aanstaande schoonfamilie’ zal ik op het formulier zetten.” Ik keek twijfelend. “Volgens mij komt ze dan als een hellehond jouw bureau binnenstormen en vraagt niet eens of je gek geworden bent, maar concludeert het gewoon. En verscheurt dat declaratieformulier voor je ogen.” Hij bleef ondeugend lachen. “Ik doe het gewoon, schat. Lijkt me wel aardig. Yvon op de kast krijgen is nogal moeilijk.”
“Zorg maar dat je je gymschoenen aan hebt. Zul je nodig hebben. En nu húp: die tassen mee en in de auto. Als we nog langer wachten hebben we kraamzorg nodig voor die twee achterin. Geen zin in.” We reden richting huis; Hans en Annet waren bij de Chinees al doorgereden. Eenmaal binnen waren we getuige dat Lovely Rick nog nét niet opvrat. Het beest was helemaal dol, de krulstaart zwiepte alle kanten uit. En toen Rick op z’n knieën ging zitten werd zijn gezicht compleet afgelebberd door de Chowchow.
Hij sloeg een arm om de hond heen en drukte haar zachtjes tegen zich aan. “Jaja Lovely… Ik ben ook blij dat ik jou weer zie, hoor. Gekke hond…” Lovely ontspande, liet zich op de grond zakken en draaide op haar rug, poten uit elkaar. En Rick streelde haar zachtjes over haar buik. Een zachte huil klonk, teken dat de hond helemaal op haar gemak was. Cora en Margriet keken het even aan. “Dit heeft ze bij ons nooit gedaan, Rick. Jij bent écht haar favoriet.” Rick maakte er geen geintje van, maar bleef zachtjes aaien. En duwde op een gegeven moment zijn gezicht naar de kop van Lovely. Even bleef hij zo zitten, toen kwam hij weer overeind. Met rode ogen.
“Sorry mensen. Moest even. Ik heb Lovely ook vreselijk gemist.” We maakten geen grapjes; Rick had het écht even te kwaad gehad. Gien was ondertussen, samen met Henk, bezig geweest om alle zakken en pakken open te maken. Zoals gewoonlijk: heel veel bruin papier om de handel warm te houden. Er stonden borden op tafel, bestek lag ernaast… “Jongens: help yourself. Volgens mij is er genoeg.” Frank sputterde: “Dat kun je wel stellen. Ik ben een kwart maandsalaris kwijt, verdorie…” Gien keek hem aan, vervolgens mij. “Krengetje! Heb jij Frank gewoon laten betalen? Volgens mij heb jij een best aardig salaris! Tenminste: dat vertelde je vorige week. En nu gewoon je lieve chef voor ons eten laten betalen?”
Ik knikte. “Ja. Want hij gaat het toch declareren. Onder de noemer ‘representatiekosten bij de aanstaande schoonfamilie’, de schurk.” Henk trok een wenkbrauw op. “En trappen ze daar bij jullie in?” Ik giebelde: “Ik heb ‘m maar geadviseerd z’n hardloopschoenen aan te trekken als hij dat declaratieformulier inlevert bij Yvonne. Da’s niet alleen onze receptioniste, maar tevens Hoofd HR, salarisadministratrice, manusje van alles en, niet geheel onbelangrijk: echtgenote van onze directeur Simon.” Gien keek ongelovig. “De receptioniste die… Nou ja zeg. Is het zo’n golddigger?”
Frank schudde zijn hoofd. “Nee, dat is jouw eigen jongste dochtertje. Yvon is een schat van een vrouw. Iets ouder dan ik. Kwam een paar jaar terug inderdaad als receptioniste binnen en ruim een jaar later vroeg Simon, onze directeur, of ze met hem wilde trouwen. En een golddigger? Toen Simon dat vroeg was het bedrijf nét uit de rode cijfers. En Yvon zelf is goud waard. ‘Onze lopende bullshitdetector’ noemt Simon haar wel eens. Zij beheert de receptie, maar selecteert ook.
Als er iemand binnenkomt met veel poeha, of iemand die rot doet tegen ‘het meisje van de receptie’ zijn de eerste minpunten al binnen.” Hij wees naar mij. “Voor de functie van Gon hadden we twee sollicitanten: een dame van een jaar of veertig. Die kwam binnen en behandelde Yvon alsof ze haar persoonlijke lijfeigene was. Enfin, Yvon nam haar mee naar het kantoortje van Simon en introduceerde haar bij Simon en bij mij. En wat ik toen voor de eerste keer zag: de dame ging zitten en terwijl ze dat deed schudde Yvon subtiel, maar duidelijk met haar hoofd richting Simon. En terecht, want de dame in kwestie had nog wat eisen en noten op haar zang.
Na een kwartiertje, we hadden haar C.V. nog niet eens goed doorgenomen, zei Simon kortaf: “Mevrouw, ik geloof niet dat u in ons team past. Het is de bedoeling dat u ten dienste staat van ons bureau O&O. Niet dat u daar de lakens uit gaat delen, dat doet meneer Veenstra. Wij wensen u nog een prettige dag.” De rook kwam nog nét niet uit haar oren toen ze vertrok en Yvon kreeg géén groet van haar.” Hij keek nu zielig. “En een half uurtje later kwam Gon binnen…”
Hans keek op van zijn bord Bami. “Oh… En die deelt nu de lakens uit op jullie bureau?” Een lachsalvo was het gevolg en Annet klopte hem op zijn schouder. “Goed zo, Hans! Soms ben jij veel te bescheiden… Laat je maar wat meer horen!” Frank bromde. “Jij hebt het snel door, meneer Amelink Junior. Complimenten!” Ik stak mijn neus in de lucht. “Iemand moet toch een beetje orde houden in zo’n mannenbolwerk?”
Nu was het Frank z’n beurt. “Orde? Orde, zegt mevrouw? Wie oh wie maakte de afgelopen twee dagen een enorme puinhoop van ons normaal best wel opgeruimde ruimte? Met haar flipoverbladen, post-its, A-viertjes met gekrabbelde aantekeningen er op? Volgens mij was jij dat, Gonnie Peters!”
Ik keek schuldbewust. “Ja meneer Veenstra… Maar ik heb alles toch netjes opgeruimd, meneer Veenstra? Anders zou ik maandag van meneer Mike de Wit billenkoek krijgen, meneer Veenstra…” Ik keek nu zielig; de rest lachte me uit. “Ik kreeg van de week het verzoek om de voor- en nadelen van een samenwerking met een ander softwarebedrijf eens te onderzoeken. Verzoek van Simon. Nou, dat zijn leuke opdrachten om je in vast te bijten; dat kan ik goed.”
“Ja, dat vastbijten zeer zeker…” De stem van Rick. “Een collega vroeg een paar maanden terug hoe ik aan die tandafdrukken op mijn linkerbil kwam. Om indringende vragen voor te zijn, heb ik Cora maar de schuld gegeven…” Die keek boos. “Lafaard. En als ik die collega ooit tegenkom, mag ik het zeker uitleggen? Mooi niet…”
Ik ging verder. “Dus in no time was het inderdaad nogal een chaos van papiertjes, print-outs, flip-over vellen en post-its op onze grote vergadertafel… Frank kreeg bijna een beroerte toen hij gistermorgen het bureau binnenkwam.” Die bromde: “Nogal. Alsof er een tornado had huisgehouden… Maar goed, aan het einde van de middag had mevrouw alles digitaal verwerkt en alle papiermeuk was verdwenen. Ze heeft zelfs de tafel nog gepoetst. Dit alles voor de gemoedsrust van onze collega Mike. Die is uiterst obsessief als het gaat om ‘clean desk policy’. Als er politie zou zijn die dat zou moeten handhaven, was hij er hoofd van, dat weet ik zeker.” I
k vervolgde: “Dus… ondanks dat hou ik best wel de orde binnen bureau O&O.” Mijn bordje was ondertussen leeg en ik liep naar de tafel om nog wat Mihoen op te scheppen. Maar die bak was leeg! En de enige die nog Mihoen op zijn bord had was… Rick. “Zeg broertje… Heb jij nou alle mihoen naar binnen geschrokt?” Rick keek op en knikte. “Ja. Lekker makkelijk. Glijdt snel naar binnen en het is lekker. Eten wanneer je eten kunt hé?”
Gien keek hem streng aan. “Ik snap niet dat die kist van jou nog de lucht in kwam, met zo’n vreetbaal in de cockpit.” Rick grinnikte. “Niet zo moeilijk, ma. Gewoon wat meer gas geven bij de take-off, een iets grotere snelheid aanhouden voor je gaat roteren en wat meer flap geven. Voor het draagvermogen, zeg maar.”
Een paar van ons keken vragend en Rick legde uit: “Wat meer gas geven: dan kom je sneller op de rotatie-snelheid, dat is de snelheid waarmee de kist kan gaan vliegen. De snelheid waarbij de vleugels de kist gaan dragen, zeg maar. En daarvoor gebruik je ook je flaps: grote kleppen achteronder aan de vleugels die de lucht onder de vleugel vasthouden. Dat levert meer ‘lift’ op. En de Norman Britten Islander is een STOL-kist: Short Take Off and Landing; Als ik een beetje fatsoenlijke neuswind heb en de luchtdruk is voldoende is de kist binnen 300 meter los.”
Hij grijnsde. “En dan hengel ik het landingsgestel binnenboord, geef wat meer gas en kan ik onder een hoek van bijna 40 graden hoogte winnen. Weinig kisten die dat kunnen, Ma.” Die schudde haar hoofd. “En die dokter, verpleegkundige én de patiënten achterin maar kotsen… Fijne piloot ben jij.” Ik keek Rick aan. “Maarre… Heb jij écht al die mihoen naar binnen zitten werken?”
Hij knikte, gespeeld schuldbewust. “Dat kun je lekker snel naar binnen werken zusje.” Ik zuchtte. “Da’s de eerste keer dat ik zoiets zie. Vreetbaal. Op die manier heeft Cora niks aan je, vanavond. Lig je alleen maar op apegapen.”
Rick grijnsde. “Mihoen verteert bijzonder snel, lief zusje van me. Maak je maar geen zorgen over het welzijn van Cora. Hoewel het wel sympathiek is, natuurlijk…”
Ik zuchtte en schepte uit pure ellende maar wat nasi op.
“Gon! Kom hier, gekke tut van me!” Ik knuffelde hem hevig; hij knuffelde terug tot ik een hand op mijn schouder voelde.
“Hé troela, voordat je hem helemaal kapot knuffelt…” Cora keek gespeeld boos. “Ik knuffel wel iemand anders kapot, Coor, wees maar niet bang. Rick, dit is Frank. Niet alleen mijn vriend, maar ook mijn chef. Frank, dit is Rick, ons voormalig kleine broertje, nu een hele stoere Bushpilot.”
Ze gaven elkaar een hand. “Welkom terug in Nederland, Rick.” “Ja, dank je wel man. En jij bent chef én vriend van mijn kattige jongste zusje? Ik vind het dapper…” Frank grinnikte alleen maar.
“Kom mensen, naar binnen. Als het goed is wacht daar de koffie.” Gien wees en na wat geschuif met stoelen en de tafel zat het gezelschap. Lovely week geen centimeter van Rick z’n benen en kwispelde haar staart bijna stuk als Rick haar aaide. Frank en ik schonken de koffie in en verdeelden de appeltaart. En nog voor iedereen een stuk taart had, was Rick al begonnen: grote happen gingen naar binnen en hij genoot zichtbaar.
Gien sputterde. “Zeg zoontje… Ik begrijp best dat er in Afrika weinig appeltaart was en de slagroom in geen velden of wegen te vinden was, maar…” Rick keek op, at zijn mond snel leeg en zei toen: “Eten wanneer je eten kunt, Ma. Je weet nooit wanneer de volgende oproep komt.” Henk klopte op zijn schouder. “Komt me bekend voor, Rick.” Ma bromde nog wat onduidelijks, maar lachte.
Met de koffie en het appelgebak achter de kiezen vroeg Hans: “En… heb je een goeie reis gehad of heb als bagage in zo’n fijn stoeltje bij Ryan Air gezeten?”
Rick grinnikte. “Nou… mijn reis had wel wat afwisseling, zeg maar. Vanuit Kano, Nigeria, waar onze hoofdpost was, ben ik zelf naar Lagos gevlogen. Met onze Norman Britten Islander, die moest een onderhoudsbeurt hebben en dat doen ze in Lagos. Daar, na een nachtje slapen, overgestapt op een Boeing 787 van Air France…” Met een ondeugende blik naar Cora: “Héééle leuke stewardessen, Coor…”
Die keek boos terug. “Pas op, vriendje…”
“Enfin, ik heb in die kist lekker kunnen slapen; de businessclass was vrijwel leeg en toen de dames stewardessen hoorden wat ik deed, werd ik uit de Economy geplukt en in een businessclass stoel neergepoot, vlak achter een nooduitgang, dus met lekker extra beenruimte. Ze hebben daar best vertroeteld: dekentje over me heen, extra kussentje… Alleen toen ze met de champagne aankwamen heb ik vriendelijk bedankt.
Ik stond al bijna een half jaar droog en bovendien hakt alcohol in een vliegtuig er nogal hard in door de verlaagde luchtdruk. We kwamen gisteravond laat in Parijs aan; daar weer overnachten.
Alleen… Er was een probleem geweest met de hotelboeking; geen plaats meer. Die lui van Air France zich excuseren en in duizend bochten wringen om me tóch maar ergens onder te brengen; na een kwartier was ik het zat en vroeg of ze ergens een crewroom hadden waar ik op een stoel kon slapen. Nou, die hadden ze! Ik zou best piloot bij Air France willen zijn… Een crewroom met hele lekkere stoelen die je horizontaal kon zetten. En daar heb ik dus vannacht liggen slapen. Prima.
Eén van de grondstewardessen bracht me weer een dekentje en bood aan om mijn overhemd te wassen; dat was nogal klef geworden.” Hij grijnsde gevaarlijk. “De lieve dame wilde waarschijnlijk mijn stoere pilotenbody zien; dat ze daarvoor mijn smerige overhemd moest wassen nam ze wel op de koop toe…” Cora’s ogen begonnen dreigend te kijken, maar Rick vervolgde:
“En vanmorgen weer gedoe; van Parijs tot Beek zou ik met Ryan Air vliegen; prima. Alleen… er waren twee vluchten uitgevallen en de vlucht waar ik bij mee zou gaan zat al vol. De crew hoorde wie ik was en wat ik deed en ik heb de vlucht dus meegemaakt vanaf de ‘jumpseat’ in de cockpit. Dat extra stoeltje tussen piloot en copiloot.” Hij grinnikte. “Beter dan in rij 14, stoel 3A, waar je je benen in je nek moet leggen om te overleven.”
Hij wees op zijn ‘wing’, het logo en de strepen op zijn schouders. “En dus: dit overhemd is niet meer zo fris, maar het heeft me wél wat voordeeltjes opgeleverd…” “Trek het dan maar snel uit, vriend”, zei ma. “Hier zijn geen stewardessen om te imponeren, alleen je eigen vriendinnetje.” “Gaat lukken, ma”, zei Rick droog.
“Ga je mee, Coor? Dan kun je even helpen als ik me omkleed…” We schoten in de lach. “Jaja, Rickie… Misschien helpen als je je uitkleed, maar…” Annet stak een vermanende vinger op. Gien wees. “Naar boven jij! Douchen en omkleden, daarna een beetje netjes weer beneden komen! Verdorie, Cora heeft zich opgedoft om jou welkom te heten en jij loopt in een overhemd wat je drie dagen lang hebt aangehad… Smeerpoets.” Rick knipoogde. “Zoals ik al zei: prima maatschappij, Air France.” En met een blik op Cora: “En ja schat, ik lag daar te maffen. Redelijk bewusteloos; de afgelopen week was nogal hectisch. Maar goed, voor jullie gemoedsrust: ik ga even douchen en omkleden in vale spijkerbroek, flip-flops en versleten T-shirt.”
Ma bromde: “Laat ik het niet merken! Wij zitten hier allemaal een beetje opgedoft te zijn en jij komt dan als zwerver naar beneden?” Rick grinnikte en verdween. Cora wilde er even later achteraan, maar die werd door Margiet tegengehouden. “Hé dochtertje, waar denk jij heen te gaan?” Cora keek onschuldig. “Even kijken of Rick wel de juiste kleren aantrekt… Bij zo’n bosjesman weet je het maar nooit.” Margriet wees gebiedend op haar stoel en Hans vroeg: “Bosjesman? Ehhh…”
Cora zuchtte. “Hij is bushpilot. En een man. Dus een bosjesman. Die toevallig piloot is. Snap je het nou een beetje, broer?” Een paar minuten later kwam Rick weer beneden, in een nette broek en een keurig overhemd. Mét stropdas zelfs. Cora vloog overeind. “Oh, wat een lekkere vent… Die wil ik zoenen!” En ze voegde de daad nogal uitbundig bij het woord. “Nounou…” zei Frank naast me. “Dát zijn leuke thuiskomsten…” Rick keek hem aan. “Jaloers, Frank? Wil je ruilen? Dan moet je eerst even twee jaar lang jezelf kapot leren en vervolgens, als je de opleiding door bent, een paar maanden lopen leuren om ergens je vliegvaardigheid te onderhouden.”
Hij grijnsde gemeen. “En ondertussen heb je een studieschuld waar je van omrolt, maar goed, dat is niet mijn probleem.” Frank keek vragend. “Ik wist dat de opleiding tot piloot duur was, maar hoezo is die studieschuld niet jouw probleem?” Gien nam het rustig over.
“Ene Anderson moet die studieschuld aflossen. Rick heeft zijn opleiding keurig afgemaakt vóór hij 21 werd. En in de scheidingspapieren was een clausule opgenomen dat de biologische vader van mijn kinderen hun studie zou moeten betalen tot ze 21 zijn. Daarna hoefde dat niet meer.” Ook zij lachte nu gemeen. “En Rick slaagde één maand voor hij 21 werd voor die opleiding… Als beste van zijn klas.”
Frank floot zachtjes. “Dat heb je dan prima gedaan, Rick.” Die haalde zijn schouders op. “Niet zo moeilijk als de opleiding over iets gaat waar je stiekem je hele leven al van heb gedroomd.” Cora vulde aan: “De eerste keer dat hij bij ons thuis was, en toen was er van ‘verkering’ nog helemaal geen sprake, zat hij al met z’n neus in een plaatjesboek over vliegtuigen.”
Margriet giebelde. “Jaja… ‘geen sprake van verkering’ zei mijn dochtertje? Volgens mij gaf Rick mij even daarvoor een hand met z’n gulp open! Dus…” Cora snauwde: “Ja, omdat hij vlak daarvoor voluit in de modder was gedoken op het losloopveld, ma!” En met een blik op Frank: “En dat had niets te maken met enige vorm van verkering! Althans… Toen nog niet!” Het hele gezelschap schoot in de lach en Cora werd rood. “Pestkoppen hier…” bromde ze.
Rick vertelde uitgebreid over zijn werk in Afrika. “Ja, ik ben de piloot en stuur de kist van A naar B. Zorg dat alle mankementen van de kist netjes worden gerapporteerd, zodat die verholpen worden en zo. Zo staat het in het boekje. De praktijk is vaak anders. Dan hebben de dokter en de verpleegkundige aan boord soms handen te kort en moet ik bijspringen. Oh, ik heb ondertussen een hele uitgebreide opleiding tot First Aid Assistant gedaan, da’s een EHBO-opleiding die 6 weken duurt en waarbij je aardig aan de bak moet, maar de arts aan boord is de eerste verantwoordelijke als het gaat om medisch handelen. Als het gaat om ‘veiligheid’ is de piloot ervan.
Als de keuze is ‘patiënt helpen’ of ‘bemanning in veiligheid brengen’ dan is de keuze simpel: het laatste. En of dat nou gaat om een tropische hoosbui, waarbij de complete Victoria waterval in één keer naar beneden komt, een zandstorm waarbij er tussen de zandkorrels wellicht nog een paar moleculen zuurstof zitten of een gewapende bende Touaregs die de kist bestormen; de piloot is op dat moment leading.
Geen discussie; zitten, riemen vast en wegwezen. De organisatie heeft er namelijk niets aan als de kist, eventueel mét de patiënt die toch is meegenomen, na tien minuten vliegen in die storm verongelukt. Dan zijn ze een kist kwijt van een paar miljoen euro, plus een arts, een verpleegkundige en een piloot. En de patiënt op de koop toe.”
Hij keek nu ernstig. “En het laatste scenario, een stel gewapende strijders, heb ik een maand geleden meegemaakt. Van welke beweging? Geen flauw idee, maar als er lui op kamelen op ons af komen draven, wapens in de hand, dan is het een kwestie van: Niet miepen, geen discussies, alles laten vallen, instappen en wegwezen.” Hij pauzeerde even en zei toen: “Het voordeel van een tweemotorige kist is dan wel dat je twee propellors hebt die héél veel stof laten opwaaien. Toen wij opstegen zijn die lui waarschijnlijk eerst tien minuten bezig geweest om het zand uit hun kaftans te halen en hun ogen uit te spoelen.”
Gien keek geschokt. “Maar jongen… Dat heb je nooit geschreven!” Henk pakte haar hand. “Rustig jij. Afrika is geen Europa, schat. Een mensenleven is daar nog minder waard als het fruitvliegje wat jij in de keuken doodmept. En zeker het leven van een westerling. Tenzij dat ze hem of haar als gijzelaar kunnen gebruiken om losgeld te eisen. Ik heb er wat ervaring mee, zeg maar.” Rick keek naar Gien. “Wij zijn er op voorbereid, ma.
Nee, we zijn niet gewapend, maar er zijn genoeg lui die ons willen verdedigen als het nodig is. En er zijn niet zoveel organisaties die ons kwaad willen doen; daarvoor hebben we een te goede naam. De club die ons toen aan wilde vallen, bleek later een extremistische tak te zijn van El Quaida in Afrika. Niets ontziende lui. Gelukkig waren er niet zoveel van in ons gebied.”
Ik zat Rick tijdens zijn verhalen te observeren. Was dit de irritante klotepuber die vijf jaar geleden nog zoveel mogelijk zijn best deed om zich van alles te drukken? Ja. Maar oei… die was veranderd in het halve jaar dat hij weg was geweest. Ondanks zijn nogal badinerende manier van vertellen zat daar iemand die wist waar hij het over had… Gien wilde wat fris inschenken voor iedereen, ik hielp haar. En in de keuken pakte ik haar hand.
“Hé lieve ma… Geschrokken van de belevenissen van je zoontje?” Ze knikte. “Nooit gedacht dat het zó heftig zou zijn, Gon. Van een soldaat die op missie gaat wéét je dat hij in gevaar komt. Van een piloot van een stichting die alleen maar mensen wil helpen en redden… Daarbij verwacht je dat de mensen dankbaar zijn. Da’s dus blijkbaar niet zo.” Ik keek haar aan. “Volgens mij heeft Henk ook wat ervaring op dat gebied, schat. Ga op een onbewaakt moment maar eens met hem kletsen.”
Gien haalde haar schouders op. “Kansloos. Over zijn tijd in Afrika is hij uiterst gesloten. Ja, hij vertelde wat geintjes over het hotel in Kampala waar hij tijdelijk verbleef, maar de rest? ‘Technisch gedoe, Gien. Improviseren met een hele grote ‘I’ en voor de rest puur afzien.’ Dát was wat ik te horen kreeg.” Ik glimlachte. “Misschien dat Rick iets uit hem los kan krijgen. Ik zie een bepaalde mate van overeenkomst tussen die twee. Annet en ik gaan wel eens met ons broertje kletsen, oké?” Ze knikte. “Mooi. En dan nu die drankjes.”
Tot mijn verbazing dronk Rick geen bier.
“Je zou toch zeggen dat je na 6 maanden zandhappen wel trek had in een biertje, Rick?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee Gon. Ik heb inderdaad in zes maanden tijd geen alcohol aangeraakt en dat is me prima bevallen. In mijn cockpit stond standaard een thermosfles, en ja, je lacht je zo dadelijk kapot maar het is echt zo, een thermosfles kouwe ranja. Gewone, Nederlandse aanmaak-ranja, de goedkoopste flut-limonade die er maar te krijgen is. Op de markt naast het vliegveld verkocht men dat spul en toen ik het ontdekt had, heb ik meteen vier literflessen ingeslagen.” Hij keek nu zielig. “En toen die na drie weken op waren, was er nog geen nieuwe lading… Wél cola. Van een overigens deplorabel merk; na twee slokken wist ik het al: dit spul is prima geschikt als verf-afbijt of roest-oplosser, maar gaat verder niet Rick Peters z’n slokdarm vernaggelen. Wát een bocht…”
Gien en Henk wisselden een blik van verstandhouding. “Welkom bij de club van cola-onthouders, Rick”, zei Henk lachend. Rick keek smerig. “Ik begrijp jullie nu helemaal. Wát een bocht. Enfin, dit glaasje jus d’ orange gaat er prima in.” Zo kletsten we nog een tijd verder; veel verhalen van Rick en natuurlijk wilde hij ook exact weten hoe Frank en ik elkaar leerden kennen.
Frank mocht dat vertellen; ik wilde het verhaal ook wel eens uit zijn mond horen. En wat ik al vermoedde: vanaf het moment dat ik binnenkwam tijdens mijn sollicitatie was hij al ‘om’. En doodsbenauwd geweest om dat te laten blijken. “… maar uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en zit ik nu hier. En kan ik wel stellen dat me dat prima bevalt, Rick.” Die trok een wenkbrauw op. “Hoe lang ken je Gon nu, Frank?” “Ehhh… ruim twee weken… Hoezo?” Die grijnsde onheilspellend. “Wacht maar. Ik spreek je nog wel.”
Ik stoof op. “Zeg meneer de bushpilot! Je zit nu wel de stoere bink uit te hangen en zo, maar als jij denkt te kunnen stoken in een goeie relatie, ga je een probleem krijgen. En dat probleem…” Rick onderbrak me. “De strenge mevrouw Gonnie? Haha, die ken ik langer dan vandaag, hoor.” Ik zakte weer in mijn stoel en mopperde zachtjes: “Rotzak…”
Margriet onderbrak dit intermezzo. “Gien… Hoe laat wil je gaan eten?” Ma haalde haar schouders op. “Maakt niet zo veel uit, Margriet. Tenzij dat een van jullie gierende honger heeft? Dan bel ik de Chinees meteen op.” “Chinees? Lekker, Ma…” Rick keek vrolijk. “Maar nu nog even niet; mijn bioritme is nog wat in puin. Straks, om een uur of zeven.” Hij keek rond. “Wat ik wél wil…” Annet onderbrak hem bits. “Jaja, dat weten we wel. Hoef je óns niet mee te vermoeien; dat is Cora haar probleem.”
Rick zuchtte. “Kletstante. Ik wil even lekker zwemmen! Wat baantjes trekken. De laatste keer dat ik gezwommen heb was vijf weken terug, in een nogal smerige zijrivier van de Congo. Toen ik er uit kwam, zeiden de locals dat ik mazzel had gehad; er zaten nogal wat krokodillen in dat watertje. Hadden ze me beter van te voren kunnen vertellen, verdorie.” Cora legde een hand op zijn been. “Ach kom… Die beesten kunnen jou toch niet bijhouden. Toch?” Rick keek twijfelend. “Blij toe dat je zo’n vertrouwen in mijn zwemkunst hebt, schatje. Maarre… Wie gaan er mee met ‘Rick de Orca’?”
Uiteindelijk ging de hele jeugd mee: Annet met Hans, Frank en ik en natuurlijk Cora. Gien was lekker praktisch. “Als ik de bestelling alvast doorgeef aan onze plaatselijke Chinees… Dan vertel ik hen dat jullie het om half zeven af komen halen, oké?” We knikten en Gien vervolgde: “Prima. Dan mogen jullie ook betalen. Succes, schatjes…” Margriet, Abe en Henk schoten in de lach. We pakten onze zwemspullen bij elkaar. Annet en Hans reden in haar auto, Rick en Cora kropen achterin de Volvo van Frank.
Lovely stond te piepen toen we weggingen, maar Bowie ontfermde zich over haar. “Dat wordt een probleempje jongens… Als Lovely overal mee wil als ik ergens heen moet of wil…” Cora schudde haar hoofd. “Dan neemt Bowie haar wel onder zijn hoede. Die twee zijn ook vrienden voor het leven, Rick.” “Gelukkig wel” hoorde ik nog, daarna een tijdje niets. Ik onderschepte een lach van Frank, nadat hij in zijn binnenspiegel keek en draaide me om. Cora lag zo ongeveer bovenop Rick te zoenen. “Hé duifjes… kleden jullie elkaar nog niet uit? Dat kan pas in het zwembad! In de kleedhokjes wel te verstaan…” Rick stak een hand op, de middelvinger nogal duidelijk omhoog en ik zuchtte. “Frank! Doe er iets aan! Die twee zitten elkaar gewoon aan te randen!”
Zijn reactie was een nuchter: “Nou én? Dat hebben wij ook een paar keer gedaan in deze auto, hoor. Waarom denk je dat er leren bekleding in zit? Lekker makkelijk bij het wegpoetsen van bepaalde vlekken, schatje…” Ik keek hem verbijsterd aan en vanaf de achterbank klonken de gierende lach van Cora en een grinnik van Rick. Eenmaal bij het zwembad kwam Rick één van zijn waterpolo-maten tegen. “Hé ouwe piloot! Ga je het zwembad weer onveilig maken?” Hij gebaarde. “Ja. Met dit zootje moet dat lukken… Eerst maar eens omkleden.”
Frank wenkte me. “Gon, daar loopt Louis. Kun jij je vrouwelijke charme eens in de strijd gooien en hem vragen of hij het 25-meterbad een kwartiertje voor ons vrijhoudt?” Ik keek twijfelend. “Mijn vrouwelijke charme? Je vraagt dus of ik mijn rokje nogal hoog op wil trekken? Ik weet niet vriend Louis daarvoor gevoelig is. Misschien is hij wel zo gay als Gordon en zou graag zien dat jij…” Frank keek nu zéér afwijzend. “Trut!”
Ik grinnikte en liep naar Louis toe. “Hoi Louis… Wanneer is het 25-meterbad open om baantjes te zwemmen?” Hij keek. “Ik kan wel een deel afzetten… Met z’n hoevelen zijn jullie?” Ik stak 6 vingers op. “Oké, dan zet ik drie banen af; met z’n tweeën moet je dan op één baan zwemmen. Is dat oké?” “Je bent een topvent, Louis. Dank je wel.” Ik gaf hem een zoen op zijn wang. “Ik kan ook het hele 25-meterbad voor jullie afzetten, Annet. Maar dat kost je wat meer dan zo’n lief zoentje…”
Ik draaide me bliksemsnel om. “Louis, allereerst: je moet mijn zus en mij niet verwarren. De laatste die dat deed verloor zijn mannelijkheid en heeft daar nog steeds gillend spijt van en dat ‘gillend’ mag je letterlijk nemen. En nee, dat ‘iets meer dan zo’n lief zoentje’ ga je niet scoren vandaag. Daar gaan onze wederzijdse vrienden iets van vinden. En onze grote stoere broer, bijgenaamd “’ Rick de Orca’.
Zijn ogen lichtten op. “Is Rick weer thuis?” Ik knikte. “En die staat zich nu om te kleden. Hoop ik ten minste, want zijn vriendin Cora is erbij, die bruine krullenbol.” Hij grinnikte. “Dan zal ik ‘m maar met rust laten. Iets met ‘handen vol’ en zo…” Ik stak een duim op. “Hoe dan ook: Dank je wel, Louis.” Ik rende naar de kleedhokjes. Hmmm… Dat was weer eens een andere manier van omkleden: ik had me redelijk ‘netjes’ aangekleed: jurkje, panty, hakjes… En niet zoals gewoonlijk in een spijkerbroek, T-shirt en sneakers, met m’n bikini er al onder. Nou ja… Ik hoorde Annet en Cora een paar kleedhokjes verderop geinen.
Hup, kleren in de weekendtas, donkerblauwe bikini aan… Annet had dezelfde, alleen in donkergroen, een paar maanden geleden samen gekocht. En ik had toen nog gegrapt: ‘Laten we maar een verschillend kleurtje kopen, An. Dan vergist Hans zich ten minste niet meer.’ Even later liepen er drie meiden vanaf de kleedhokjes richting bad, waar Rick, Hans en Rick al stonden. Er klonken wat fluitjes. Ja, logisch… Drie mooie meiden in bikini die op hen af kwamen lopen… Frank trok me even tegen zich aan. “Hoi schatje… Weet je dat ik je op wil vreten?” Ik gooide m’n hoofd in m’n nek en zei nogal duidelijk: “Dan moet je me eerst bij zien te houden, meneer Veenstra. Daarna ga ik er wel eens over denken of jij je wat vrijheden bij mij kan veroorloven. Niet eerder, ben jij gek…”
Frank grijnsde. “Wacht maar eens af jij, rooie helleveeg…” Rick trok een wenkbrauw op. “Kijk je uit, Frank? Je hebt nog maar pas verkering met mijn zusje; dat is nog onvoldoende om straffeloos de term ‘helleveeg’ te kunnen gebruiken.” Hij keek om zich heen en vervolgde iets zachter: “Als je niet héél snel oppast, leent ze wat attributen van mevrouw Annet en kun jij een week niet zitten.” Frank grijnsde alleen maar. Nogal zelfverzekerd.
“Kom lui, hier op de kant staan teuten is ook niks. Het water in! Even een paar minuten jezelf loszwemmen, daarna gaan we eens wat baantjes trekken!” Annet fluisterde: “Ik trek liever wat anders, maar dat zal hier wel weer niet mogen… Saaie boel hier.” Hans wachtte niet; die pakte haar op en samen verdwenen ze in het water. Cora gaf Rick een duw; ook die donderde er in, Coor er meteen achteraan. En zij verdwenen compleet onder water en bleven daar even; toen de luchtbellen wat verdwenen waren, zagen we dat Cora haar benen om Rick heen klemde en dat ze nogal hevig aan het zoenen waren. “Hoelang denken ze dat vol te houden, Gon?”
Frank keek nogal belangstellend naar het zoenende stel onder water. “Langer dan jij, mooie IT-meneer. En zit niet zo jaloers naar Cora te kijken; als je Rick wil zoenen moet je het gewoon vragen!” Ik gaf hem een duw en hij plonsde het bad in. Als laatste dook ik er in. Cora en Rick waren ondertussen weer boven gekomen. “Onder water, in zijn natuurlijke habitat, zoent zo’n zeehond het lekkerst”, lachte Cora. We zwommen even rond, de spieren soepel makend, tot Rick zei: “Mooi. En nu voor het echie, dames en heren… 250 meter, om en om onder en boven water. De laatste die aantikt is een schuimpje!” We klommen op de kant.
“Shit, nu hebben we maar drie startblokken… Nou ja, dan maar vanaf de kant in het water springen, jongens.” Ik zag Louis aan komen lopen. “Eén momentje…” Ik rende naar Louis en zei met een lief stemmetje: “Louis… Kun jij, net als gisteren, de tijd bijhouden? Wij dames zouden je héél dankbaar zijn… En de heren kijken op dat moment maar een andere kant uit, de sukkels.” Hij grinnikte. “Dan pak ik even een andere stopwatch, Gonnie. Moment.” Hij rende weg, om even later weer terug te komen.
“Ik ben er klaar voor… Jullie ook?” We gingen op de kant klaar staan. “Nog tien seconden… Op uw plaatsen… Pfiet!” Meteen dook ik het water in, vlak naast Annet. Aan de andere kant: Cora. Het was een beetje krap, zo dicht naast elkaar, dus ik perste er alles uit wat ik had. Twee baantjes later lag ik een lichaamslengte op de andere meiden voor en had ik de ruimte. Mooi… Het baantje boven water: vlinderslag, onder water schoolslag. Lekker afwisselen, ging prima. Een blik opzij: niemand die gelijk op ging of voor lag! Ik zwom door. Niet meer opzij kijken, alleen maar concentreren op je techniek, Gon! Tijdens het 8e baantje begon ik te verzuren, ik voelde het. En de vlinderslag ging ook niet meer zo lekker; waar ik eerst goed uit het water kwam, werd het nu ‘omhoog komen om naar adem te happen en dan er weer in plonzen’. Verdorie… Dat kostte tijd!
Ik schakelde het laatste baantje boven water over op crawl. Dat kon ik nog wel even volhouden tot de eindstreep. Dacht ik. Helaas… Links werd ik nu snel ingehaald door Frank, rechts door Rick. Die twee ontliepen elkaar niet veel, de rotzakken… Helemaal kapot tikte ik aan en hing meteen zwaar hijgend aan de stang onder het startblok. Een seconde of zo er na kreeg ik gezelschap van Cora en Annet, ook nogal kapot. En toen moest de arme Hans nog een paar meter… Toen hij ook geëindigd was, keken we naar Louis. “Rick heeft zijn bijnaam weer eens waargemaakt: 4:08. De meneer in de zwarte zwembroek: een halve seconde er achter. Gonnie: 4:11, Annet en de dame in de gele bikini: beiden 4:12. En last, but zeker niet least: de meneer in de andere zwarte zwembroek: 4:14. Tot zover het eindoordeel van uw onafhankelijke jury, dames en heren. En nu moet ik weer naar het peuterbad… Sorry!” Hij liep weg en Rick riep hem na: “Dank je wel, Louis!” Een opgestoken duim was de reactie.
Rick keek Frank aan. “Doe jij wat aan sport? Volgens mij…” Frank gniffelde alleen maar. Ik zwom naar hem toe en ging om zijn nek hangen. “Mijn vriendje deed aan judo. En zwemt regelmatig, als training. Verder is het een enorme leugenaar, want toen we het voor het eerst over zwemmen hadden, keek hij bedenkelijk en zei dat hij een eervolle laatste plaats zou halen, vergeleken met ons. Dat bleek echter nogal mee te vallen…” “Alles om maar indruk te maken op het mooie meisje…” Frank knipoogde en Rick gaf hem een High Five. “Ik ken het gevoel… Een aantal jaren terug op ongeveer dezelfde manier in dit zelfde bad kennis gemaakt met die mooie bruine krullebol daar.”
Hij duwde zichzelf van de kant af. “Kom, dames en heren… Even ontspannen, want ander zijn we straks allemaal zo stijf als een plank. Nu is dat plaatselijk niet zo erg, maar…” Annet duwde haar handen tegen haar oren. “Hou je jezelf een beetje in, Rickie? Dat je zo tegen de stewardessen van Air France praat: prima, maar wij zijn netjes opgevoed, denk er aan!” Rustig zwommen we nog een paar baantjes rugslag en ondertussen haalden we de drijvende lijnen in. Dan hoefde Louis dat straks niet meer te doen. Na een kwartiertje vonden we het wel weer genoeg; zelfs Rick prefereerde nu ‘eten’ boven ‘zwemmen’. En zoals vaker kon Annet moeiteloos schakelen. “Wat dachten we ervan, dames en heren? Ik bel Ma even dat ze de bestelling kan doorgeven, wij gaan ons omkleden, halen het eten op, Frank mag betalen en we gaan het samen opsmikkelen. Deal?” Iedereen, behalve Frank knikte.
“En waarom mag ik betalen, strenge mevrouw Annet?” Die snoof. “Omdat ik niet voor niet de strenge mevrouw Annet ben, Frankieboy. Dat heb je net kunnen zien…” Frank gromde. “Volgens mij heb jij kunnen zien dat ik de nog veel strengere meneer Frank ben. En als je daar nog niet van overtuigd bent: vraag maar aan je zus.” Ik schoot in de lach. “Hahaha… de strenge meneer Frank… Laat me niet lachen! Maar… even de financiële situatie van iedereen analyserende, want daar ben ik ten slotte op afgestudeerd:
Rick is zijn karige salaris al kwijt aan al die stewardessen van Air France én Ryan Air, Cora is stagiaire, dus die verdient wel veel, maar krijgt het niet, Annet en Hans werken bij Nedcar; ook niet echt een stabiele basis met al die overnames daar en ik werk toch écht een paar schalen beneden jouw vorstelijke salaris, Frank. Dus…” Hij bromde. “Verdorie. Kan je een complete Ark van Noach te eten geven…” Cora vulde pesterig aan: “Klopt bijna Frank. Er zijn in ieder geval twee hondjes bij.” Annet belde ondertussen Ma met de mededeling dat ze kon bestellen.
De reactie van Ma was hilarisch. “Frank heeft toch zo’n mooie ruime stationcar? Zal hij nodig hebben! Denken jullie dat het bruggetje over de A2 al dat gewicht kan houden? Anders moet je het eten over beide auto’s verdelen, Annet!” Frank gromde: “Ik zal mevrouw Klok-Peters straks eens iets over haar familie vertellen, verdorie…” Cora keek hem aan. “Ik ken haar langer, Frank. Zal ik het maar doen?” “Dan komen er alleen maar mooie verhalen boven, lekkere judo-krullebol van me…”
Rick kuste haar en Cora giebelde. “Zeker weten… Van een week nadat Gien terug kwam uit de V.S.” We grinnikten. “Kom lui, omkleden, anders is het eten koud. En kouwe bami is niet te hachelen.” Hans joeg ons richting kleedhokjes. Bikini uit, afdrogen, slipje en behaatje aan… Het was even goochelen om mijn voetjes droog te houden zodat ik netjes m’n panty aan kon trekken, maar staand op de handdoek lukte dat nét. Jurkje aan, gevolgd door mijn pumps. Zo, Nog even m’n haren föhnen en dan was ik er weer klaar voor. Waarvoor? Voor Frank, vanavond. In de kelder… Deur op slot, niemand die ons kon storen. En Frank zou zich wel thuis voelen, zo onder de grond… Even later verzamelden zich 6 netjes aangeklede mensen voor de kassa. “Zo. Nou rap naar de chinees en nog rapper naar huis. Ik begin nu wel trek te krijgen!” “Nou, rap instappen dan maar. Gon, waar bevindt die Chinees zich?”
“Sittarderweg. En vandaar uit is het: onder de snelweg door, eerste weg links en je bent er bijna.” Ik wees hem de weg en even later stopte hij op de parkeerplaats bij de Chinees. “Hé meneer! Jij ook er uit! Jij moet betalen!” Frank gromde wat en klom met verse tegenzin uit de auto. “Wij bewaken deze slee wel, Frank!” klonk vanaf de achterbank. “Ja, dat zal wel. Volgens mij merken jullie pas als hij gestolen is als je moet plassen. Ergens in het oosten van Duitsland of zo.” We liepen naar binnen en de dame achter de counter zei: “Familie Peters?” Ik knikte en Frank trok zijn betaalpas. “Dat is dan 69,55 euro, meneer.”
Hij rekende af. “Bonnetje erbij?” “Graag mevrouw. Voor de declaratie.” Ik was ondertussen al begonnen met plastic tassen laden. “Bonnetje? Declaratie? Wat ben jij van plan, meneertje?” Hij gniffelde. “Eens kijken of Yvon er in trapt. ‘Representatiekosten. Om in een goed blaadje te komen bij aanstaande schoonfamilie’ zal ik op het formulier zetten.” Ik keek twijfelend. “Volgens mij komt ze dan als een hellehond jouw bureau binnenstormen en vraagt niet eens of je gek geworden bent, maar concludeert het gewoon. En verscheurt dat declaratieformulier voor je ogen.” Hij bleef ondeugend lachen. “Ik doe het gewoon, schat. Lijkt me wel aardig. Yvon op de kast krijgen is nogal moeilijk.”
“Zorg maar dat je je gymschoenen aan hebt. Zul je nodig hebben. En nu húp: die tassen mee en in de auto. Als we nog langer wachten hebben we kraamzorg nodig voor die twee achterin. Geen zin in.” We reden richting huis; Hans en Annet waren bij de Chinees al doorgereden. Eenmaal binnen waren we getuige dat Lovely Rick nog nét niet opvrat. Het beest was helemaal dol, de krulstaart zwiepte alle kanten uit. En toen Rick op z’n knieën ging zitten werd zijn gezicht compleet afgelebberd door de Chowchow.
Hij sloeg een arm om de hond heen en drukte haar zachtjes tegen zich aan. “Jaja Lovely… Ik ben ook blij dat ik jou weer zie, hoor. Gekke hond…” Lovely ontspande, liet zich op de grond zakken en draaide op haar rug, poten uit elkaar. En Rick streelde haar zachtjes over haar buik. Een zachte huil klonk, teken dat de hond helemaal op haar gemak was. Cora en Margriet keken het even aan. “Dit heeft ze bij ons nooit gedaan, Rick. Jij bent écht haar favoriet.” Rick maakte er geen geintje van, maar bleef zachtjes aaien. En duwde op een gegeven moment zijn gezicht naar de kop van Lovely. Even bleef hij zo zitten, toen kwam hij weer overeind. Met rode ogen.
“Sorry mensen. Moest even. Ik heb Lovely ook vreselijk gemist.” We maakten geen grapjes; Rick had het écht even te kwaad gehad. Gien was ondertussen, samen met Henk, bezig geweest om alle zakken en pakken open te maken. Zoals gewoonlijk: heel veel bruin papier om de handel warm te houden. Er stonden borden op tafel, bestek lag ernaast… “Jongens: help yourself. Volgens mij is er genoeg.” Frank sputterde: “Dat kun je wel stellen. Ik ben een kwart maandsalaris kwijt, verdorie…” Gien keek hem aan, vervolgens mij. “Krengetje! Heb jij Frank gewoon laten betalen? Volgens mij heb jij een best aardig salaris! Tenminste: dat vertelde je vorige week. En nu gewoon je lieve chef voor ons eten laten betalen?”
Ik knikte. “Ja. Want hij gaat het toch declareren. Onder de noemer ‘representatiekosten bij de aanstaande schoonfamilie’, de schurk.” Henk trok een wenkbrauw op. “En trappen ze daar bij jullie in?” Ik giebelde: “Ik heb ‘m maar geadviseerd z’n hardloopschoenen aan te trekken als hij dat declaratieformulier inlevert bij Yvonne. Da’s niet alleen onze receptioniste, maar tevens Hoofd HR, salarisadministratrice, manusje van alles en, niet geheel onbelangrijk: echtgenote van onze directeur Simon.” Gien keek ongelovig. “De receptioniste die… Nou ja zeg. Is het zo’n golddigger?”
Frank schudde zijn hoofd. “Nee, dat is jouw eigen jongste dochtertje. Yvon is een schat van een vrouw. Iets ouder dan ik. Kwam een paar jaar terug inderdaad als receptioniste binnen en ruim een jaar later vroeg Simon, onze directeur, of ze met hem wilde trouwen. En een golddigger? Toen Simon dat vroeg was het bedrijf nét uit de rode cijfers. En Yvon zelf is goud waard. ‘Onze lopende bullshitdetector’ noemt Simon haar wel eens. Zij beheert de receptie, maar selecteert ook.
Als er iemand binnenkomt met veel poeha, of iemand die rot doet tegen ‘het meisje van de receptie’ zijn de eerste minpunten al binnen.” Hij wees naar mij. “Voor de functie van Gon hadden we twee sollicitanten: een dame van een jaar of veertig. Die kwam binnen en behandelde Yvon alsof ze haar persoonlijke lijfeigene was. Enfin, Yvon nam haar mee naar het kantoortje van Simon en introduceerde haar bij Simon en bij mij. En wat ik toen voor de eerste keer zag: de dame ging zitten en terwijl ze dat deed schudde Yvon subtiel, maar duidelijk met haar hoofd richting Simon. En terecht, want de dame in kwestie had nog wat eisen en noten op haar zang.
Na een kwartiertje, we hadden haar C.V. nog niet eens goed doorgenomen, zei Simon kortaf: “Mevrouw, ik geloof niet dat u in ons team past. Het is de bedoeling dat u ten dienste staat van ons bureau O&O. Niet dat u daar de lakens uit gaat delen, dat doet meneer Veenstra. Wij wensen u nog een prettige dag.” De rook kwam nog nét niet uit haar oren toen ze vertrok en Yvon kreeg géén groet van haar.” Hij keek nu zielig. “En een half uurtje later kwam Gon binnen…”
Hans keek op van zijn bord Bami. “Oh… En die deelt nu de lakens uit op jullie bureau?” Een lachsalvo was het gevolg en Annet klopte hem op zijn schouder. “Goed zo, Hans! Soms ben jij veel te bescheiden… Laat je maar wat meer horen!” Frank bromde. “Jij hebt het snel door, meneer Amelink Junior. Complimenten!” Ik stak mijn neus in de lucht. “Iemand moet toch een beetje orde houden in zo’n mannenbolwerk?”
Nu was het Frank z’n beurt. “Orde? Orde, zegt mevrouw? Wie oh wie maakte de afgelopen twee dagen een enorme puinhoop van ons normaal best wel opgeruimde ruimte? Met haar flipoverbladen, post-its, A-viertjes met gekrabbelde aantekeningen er op? Volgens mij was jij dat, Gonnie Peters!”
Ik keek schuldbewust. “Ja meneer Veenstra… Maar ik heb alles toch netjes opgeruimd, meneer Veenstra? Anders zou ik maandag van meneer Mike de Wit billenkoek krijgen, meneer Veenstra…” Ik keek nu zielig; de rest lachte me uit. “Ik kreeg van de week het verzoek om de voor- en nadelen van een samenwerking met een ander softwarebedrijf eens te onderzoeken. Verzoek van Simon. Nou, dat zijn leuke opdrachten om je in vast te bijten; dat kan ik goed.”
“Ja, dat vastbijten zeer zeker…” De stem van Rick. “Een collega vroeg een paar maanden terug hoe ik aan die tandafdrukken op mijn linkerbil kwam. Om indringende vragen voor te zijn, heb ik Cora maar de schuld gegeven…” Die keek boos. “Lafaard. En als ik die collega ooit tegenkom, mag ik het zeker uitleggen? Mooi niet…”
Ik ging verder. “Dus in no time was het inderdaad nogal een chaos van papiertjes, print-outs, flip-over vellen en post-its op onze grote vergadertafel… Frank kreeg bijna een beroerte toen hij gistermorgen het bureau binnenkwam.” Die bromde: “Nogal. Alsof er een tornado had huisgehouden… Maar goed, aan het einde van de middag had mevrouw alles digitaal verwerkt en alle papiermeuk was verdwenen. Ze heeft zelfs de tafel nog gepoetst. Dit alles voor de gemoedsrust van onze collega Mike. Die is uiterst obsessief als het gaat om ‘clean desk policy’. Als er politie zou zijn die dat zou moeten handhaven, was hij er hoofd van, dat weet ik zeker.” I
k vervolgde: “Dus… ondanks dat hou ik best wel de orde binnen bureau O&O.” Mijn bordje was ondertussen leeg en ik liep naar de tafel om nog wat Mihoen op te scheppen. Maar die bak was leeg! En de enige die nog Mihoen op zijn bord had was… Rick. “Zeg broertje… Heb jij nou alle mihoen naar binnen geschrokt?” Rick keek op en knikte. “Ja. Lekker makkelijk. Glijdt snel naar binnen en het is lekker. Eten wanneer je eten kunt hé?”
Gien keek hem streng aan. “Ik snap niet dat die kist van jou nog de lucht in kwam, met zo’n vreetbaal in de cockpit.” Rick grinnikte. “Niet zo moeilijk, ma. Gewoon wat meer gas geven bij de take-off, een iets grotere snelheid aanhouden voor je gaat roteren en wat meer flap geven. Voor het draagvermogen, zeg maar.”
Een paar van ons keken vragend en Rick legde uit: “Wat meer gas geven: dan kom je sneller op de rotatie-snelheid, dat is de snelheid waarmee de kist kan gaan vliegen. De snelheid waarbij de vleugels de kist gaan dragen, zeg maar. En daarvoor gebruik je ook je flaps: grote kleppen achteronder aan de vleugels die de lucht onder de vleugel vasthouden. Dat levert meer ‘lift’ op. En de Norman Britten Islander is een STOL-kist: Short Take Off and Landing; Als ik een beetje fatsoenlijke neuswind heb en de luchtdruk is voldoende is de kist binnen 300 meter los.”
Hij grijnsde. “En dan hengel ik het landingsgestel binnenboord, geef wat meer gas en kan ik onder een hoek van bijna 40 graden hoogte winnen. Weinig kisten die dat kunnen, Ma.” Die schudde haar hoofd. “En die dokter, verpleegkundige én de patiënten achterin maar kotsen… Fijne piloot ben jij.” Ik keek Rick aan. “Maarre… Heb jij écht al die mihoen naar binnen zitten werken?”
Hij knikte, gespeeld schuldbewust. “Dat kun je lekker snel naar binnen werken zusje.” Ik zuchtte. “Da’s de eerste keer dat ik zoiets zie. Vreetbaal. Op die manier heeft Cora niks aan je, vanavond. Lig je alleen maar op apegapen.”
Rick grijnsde. “Mihoen verteert bijzonder snel, lief zusje van me. Maak je maar geen zorgen over het welzijn van Cora. Hoewel het wel sympathiek is, natuurlijk…”
Ik zuchtte en schepte uit pure ellende maar wat nasi op.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10


Bezoek ook eens mijn profiel pagina om meer over mij te weten te komen, een overzicht te zien van mijn verhalen of om een berichtje achter te laten! Ook kun je jezelf aanmelden om een mail te ontvangen als ik een nieuw verhaal heb geplaatst!
