Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 31-03-2017 | Cijfer: 9 | Gelezen: 12847
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 59 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Voor wie dit hoofdstuk eerder heeft gelezen, jullie hebben eigenlijk hoofdstuk 47 gelezen. Dit is het correcte hoofdstuk.

De dames hebben woord gehouden, maar Roald ook! Het was maar goed, dat hij een heel goede conditie heeft, want een normaal mens kan zoiets niet volhouden. Het was al halverwege de morgen, toen Roald en zijn vrouwen eindelijk klaar waren met hun liefdesspel. Roald kijkt op de wekker en zegt: ‘En nu ga ik toch echt nog even slapen! Dan kan ik nog net twee uurtjes slaap proberen te krijgen!’

Hij staat op en loopt de slaapkamer uit. Verbaasd kijken zijn vrouwen hem na en Ester roept: ‘Wat ga je doen, Roald?’

‘Op de bank liggen, want daar krijg ik meer slaap, dan samen met jullie in bed!’

Daar moeten Ester, Ada en Ingrid hartelijk om lachen. Roald pakt zich een deken, dat langs de kachel ligt en gaat op de bank liggen. Al snel krijgt hij gezelschap van Eva en Zack, die bij hem komen liggen en hun warmte van hun lichamen aan hem schenken. Roald valt in een diepe slaap. Maar hij is niet de enige, die vast slapen. Iedereen ligt bijna in coma.

En daardoor komt het ook, dat Roald zich, voor het eerst sinds hij in dienst van Henk is, zich verslaapt. Pas om twee uur wordt hij wakker en hij schrikt best wel, als hij ziet hoe laat het is. Hij belt meteen Henk op en verontschuldigt zich.

Henk lacht enkel en zegt: ‘Ik had al een vermoeden, Roald. Soms is het zwaar om drie vrouwen te hebben, of niet?’

Roald lacht. ‘Ja, dat kun je wel stellen. Zeker afgelopen nacht. Dat wordt heel zeker spierpijn.’

‘Whoa, Roald! Blijf vandaag dan maar lekker thuis en kom morgen maar een hele dag. Dat zou me zelfs beter uitkomen, omdat we morgen weer met SvenSteel om de tafel moeten zitten en ik zou graag willen, dat jij die besprekingen helemaal gaat leiden.’

‘Dat is goed, Henk. Maar ik wilde het nog wel met jou over iets anders hebben, Henk. Heb je even?’

‘Ja, zeg het maar?’

‘Ik heb misschien een goede assistent Communicatie-manager gevonden. Hij is afgestudeerd, maar heeft nog geen ervaring en is al 5 jaar uit de running. Maar hij is wel beschikbaar en wil erg graag aan de slag. En misschien nog wel belangrijker, hij weet wat het is om te werken en kan goed met mensen omgaan.’

‘Klinkt goed. Als jij hem geschikt vindt, dan heb ik geen reden om aan je te twijfelen. Waar heb je hem gevonden?’

‘Hij woont een paar huizen van je vandaan, Henk. Je kent hem en zijn ouders heel erg goed.’

‘Huh? Ik ken niemand met zo’n opleiding, die bij mij in de buurt woont.’

‘O jawel. Je kent Pelle Stökke toch wel?’

‘Ja, maar die is toch lasser?’

‘Ja, dat klopt. Maar hij is ook afgestudeerd in bedrijfskunde en communicatie. Ik heb al een gesprek met hem gehad, en hij gaat nu een open sollicitatie doen.’

‘Wat? Echt waar? Hij is zeker een goede vent, maar ik dacht dat hij zijn opleiding niet afgemaakt had. Nou ja, in die tijd had ik het veel te druk om daar op te letten. En ja, ik ken zijn ouders, Han en Renate, heel erg goed.

En ik denk ook wel, dat Pelle de juiste instelling heeft om bij ons te komen werken. Goed, je krijgt van mij toestemming om hem aan te nemen, maar ik wil hem dan wel eerst spreken. Dat begrijp je toch wel?’

‘Ja, natuurlijk. En maak je maar geen zorgen, hij moet nog een gesprek met me voeren, en dan zal hij zich ook echt moeten bewijzen. Ik heb snel gezien, of hij ook echt de juiste man is.’

‘Ik had niet anders van je verwacht, Roald. Maar hoe ben je bij hem terecht gekomen?’

‘Nou ja, bij toeval eigenlijk. Je moet weten, dat hij gisteren Frieda ten huwelijk heeft gevraagd, maar daarvoor zijn er wel een aantal dingen gebeurd, die grote invloeden hebben gehad op de gebeurtenissen.’

Roald vertelt hem van afgelopen avond. En ook dat hij de promotie al tegen Frank en Diana verklapt heeft. Maar dat vond Henk niet erg, hij had er immers ook zelf op afgestuurd.

Roald zegt tegen Henk: ‘Henk, heb je komend weekend nog wat te doen?’

‘Niet echt. Wat werkzaamheden in de tuin, verder niet. Hoezo?’

‘Geen zin om een tochtje te maken met de Missing Dreams? Want na volgend weekend gaat ze weer het werf op.’

‘Waarom dat, Roald?’

‘Ik heb Frank en Diana en ook Pelle en Frieda hun huwelijkscadeau beloofd, en daarvoor moet de boot even terug naar het werf toe. De Missing Dreams gaat samen met hun een tochtje over zee maken.’

‘Ow? Laat je dat oude schip naar zee brengen? En wat hebben Frank en Diana daar mee te maken?’

‘Omdat zij dan voor 6 weken er gebruik van gaan maken. Pelle en Frieda gaan mee om de boot te besturen, maar ook om zelf hun huwelijksreis daar te houden. En ik stel mijn boot ter beschikking.’

‘Oh, dat is wel heel erg aardig van je, Roald. Ja, voor een reis op zee moet de Missing Dreams nog wel een paar aanpassingen doen. Maar dan maak ik graag gebruik van je aanbod om komend weekend een tochtje te gaan maken.’

‘Ik had gisteren Pelle al gevraagd, en hij wilde dat wel doen. Dus we hebben een kapitein.’

‘Ik kijk er al naar uit, Roald. Het gaat beslist leuk worden!’

‘Dat wordt het zeker, Henk. We hebben ook andere gasten aan boord. Die heb ik gisteren al gebeld, en die staan echt te springen om mee te mogen. Ze komen helemaal uit Stockholm om komend weekend mee te mogen!’

‘Uit Stockholm?’

‘Ja, Björn Ulvaeus komt, met nog een gast. En mijn ouders komen, en ook Björn en Anna. Dus het wordt een volle boot.’

‘Oh, dat gaat zeker gezellig worden, Roald. Ik krijg nu al zin! Ik ga meteen Hilde bellen, dat we komend weekend gaan varen met de Missing Dreams!’

Roald hangt op en loopt naar de slaapkamer. Daar liggen de drie zusters tegen elkaar aan te slapen. Roald glimlacht en pakt zijn telefoon, waar hij een foto mee maakt. Dan loopt hij naar de wiegjes, waar zijn kinderen in slapen. Als hij dat zo ziet, voelt hij zich helemaal gelukkig. Hij toont zich niet onwillig en doet ze in bad en doet ze nieuwe luiers om. Niet dat het zijn favoriete hobby is, maar het moet toch gebeuren.

Dan loopt hij grijnzend naar het bed, en trekt het dekbed weg. De dames krijgen het meteen koud en protesteren nog in hun slaap. Ze kruipen wat dichter tegen elkaar aan, terwijl ze nog steeds diep slapen. Roald lacht, en geeft dan een kusje aan Ada, die het dichtste bij ligt.

Lief en zoet fluistert hij in haar oor: ‘Ada, liefje? Wakker worden! Het is al ver na middag!’

Ze reageert niet meteen, maar na een tweede kusje op haar wang kreunt ze lichtjes.

‘Ga werken, Roald! En laat me liggen!’

‘Geen denken aan, Ada. Jullie gaan lekker opstaan. Ik ga wel een lekker ontbijtje klaarmaken!’

Ada kreunt nog een keer, maar opent dan wel haar ogen. Ze zucht een keer en zegt: ‘Hoe laat is het eigenlijk?’

‘Het is al drie uur, Ada. Hoog tijd om op te staan!’

De ogen van Ada gaan nu ver open en ze zegt: ‘Hoef jij dan niet te gaan werken?’

Roald lacht. ‘Zoals ik er nu uitzie? Ik dacht het niet. Ik heb al met Henk gebeld, maar daarvoor moet ik morgen dan wel de hele dag werken.’

Ada glimlacht. ‘Dan zal ik maar opstaan. En ik denk dat onze kinderen ook wel honger hebben. En ze zullen ook wel verschoond moeten worden!’

‘Die kans zit er dik in. Verschonen hoeft niet, ik heb ze net al gewassen en nieuwe luiers omgedaan. Maar honger zullen ze zeker hebben. Ik kan ze immers niet met mijn borsten voeden.’

Ada glimlacht en staat dan op. Ze kreunt, dat ze spierpijn heeft, maar loopt toch naar de wiegjes. Ze haalt Isabel uit haar wiegje, die al snel aan haar borst begint te zuigen. Door het rumoer in de slaapkamer worden nu ook Ingrid en Ester wakker.

Ze kijken verwonderd, dat Roald er nog is, en zien dan Ada op een stoel zitten en de borst te geven aan Isabel. Dat wakkert meteen hun moedergevoelens aan en ze willen opstaan. Dat gaat echt niet zo gemakkelijk, als ze zich gedacht hadden. En daar moet Roald dan weer om lachen.

‘Eigen schuld! Dan hadden jullie mij maar niet zo moeten uitputten!’

Ingrid steekt haar tong uit naar Roald en loopt ook naar de wiegjes, net als Ester. Ze halen hun kinderen uit de wieg, en zijn aangenaam verrast als ze merken, dat hun kinderen gewassen en verschoond zijn.

Ze glimlachen naar Roald, die op zijn beurt zegt: ‘Dachten jullie dat ik zoiets niet zou doen? Ik haal mijn neus toch ook niet op, als ik ze een keer de luiers moet verschonen, of wel? En daarbij moet ik zeggen, dat het ook wel leuk was om ze zelf eens in bad te doen. Normaal heb ik daar geen tijd voor of zijn jullie me al voor geweest.’

De drie vrouwen blozen lichtjes, maar kijken hun man verliefd aan. Het zijn deze momenten, dat ze echt waarderen, dat hij openlijk zijn liefde toont door kleine dingen. Roald loopt naar de keuken en begint met de voorbereidingen voor het ontbijt, hoewel je dat beter al middageten kunt noemen.

Hij hoort dan geklop op de achterdeur en is verrast als hij daar Lara ziet, een van de vriendinnen van Ester. Ze staat huilend aan de deur en Roald maakt snel open. Zodra Roald de deur voor haar opent, valt ze huilend in de armen van Roald. Roald staat verbaasd te kijken, en probeert haar te troosten. Hij neemt haar mee naar binnen, en zet haar op een stoel neer.

‘Wat is er aan de hand, Lara?’

‘Het is Lukas, Roald. Hij heeft een ongeluk gehad, ver naar het noorden. En ik weet niet hoe ik daar moet komen!’

‘Och God! Weet je wel hoe het met hem gaat?’

‘Hij is niet in levensgevaar, maar hij heeft wel verschillende botten gebroken. Een been is gebroken, maar ook enkele ribben en een arm. En er was ook iets met zijn rug. Ik ben werkelijk radeloos en ik wist niet aan wie ik zou moeten vragen om raad.’

Roald omhelst haar en knuffelt haar lichtjes, wat haar zichtbaar goed doet. ‘We zullen wel eens kijken wat we voor je kunnen doen, Lara. Ik zorg wel voor een oplossing.’

Roald kent de situatie van Lukas en Lara wel een beetje. Ze zijn niet rijk, en kunnen maar net rond komen. En dit is een grote tegenvaller voor dit stel.

Roald zegt: ‘Lust je een mok koffie? En ook wat te eten? Want we moeten nog eten, we zijn pas net op.’

Ze knikt. ‘Ja, graag. Ik heb nog niets gehad. Ik kon geen brok door mijn keel krijgen, toen ik vanmorgen dit nieuws hoorde.’

Ze droogt een beetje haar tranen.

Dan komen Ester, Ingrid en Ada kwebbelend de keuken in, maar zijn verrast als ze de betraande Lara in de keuken zien zitten.

Ester loopt meteen op haar af en omhelst haar. ‘Wat is er aan de hand, Lara?’

Lara moet weer huilen en vertelt dan het hele verhaal tegen Ester. Lukas is met zijn vrachtwagen tegen een tractor gereden, die uit het niets kwam. Dat heb ik van de politie gehoord. De hele voorkant van de vrachtwagen zou verwrongen zijn, en ze hebben Lukas eruit moeten slijpen. Hij ligt nu in het ziekenhuis van Östersund. En ik weet echt niet hoe ik daar moet komen! Ik heb geen geld om de trein te pakken, laat staan het vliegtuig. En met de auto durf ik niet.’

Lara huilt haar leed uit bij haar vriendin en Roald zet haar een flinke mok koffie voor en dekt de tafel. Ada en Ingrid helpen hem erbij. Lara neemt de mok koffie dankbaar aan en warmt haar handen aan de warme mok.

Ester zegt: ‘Maar Lara, je bent helemaal koud! Hoe ben je hier gekomen?’

Lara moet blozend bekennen: ‘Ik ben te voet gekomen. Ik durf nu even niet in de auto te rijden.’

‘Och, arme meid! We gaan je daar krijgen, al moet ik je zelf naar Östersund brengen!’

Roald is al aan het bellen met iemand en even later legt hij de hoorn neer.

‘Zo, dat is dus al geregeld! Over twee uur kan Lara, samen met nog iemand, meevliegen naar Östersund vanaf vliegveld Rada. Ik heb een bekende opgebeld, die zelf een vliegtuigje heeft en hij wil dat wel voor Lara doen. Ik betaal wel de kosten, die hij daarvoor moet maken, en ook zal ik wel een hotel voor Lara regelen, zodat ze geen extra moeite hoeft te doen om daar te overnachten. Het is nu al moeilijk genoeg voor haar!’

Lara moet nu weer huilen, maar nu van blijdschap. Ze staat op en vliegt Roald om zijn nek. Huilend en schokkend houdt ze hem stevig vast. Roald glimlacht en streelt haar over haar hoofd.

‘Dank je, Roald! Ik was echt radeloos en wist me echt geen raad meer. En het enige wat ik kon bedenken, was naar jullie toe te gaan.’

‘Het is al goed, Lara. Kevin is ook onze vriend en we maken ons net zo veel zorgen om hem, dan jij. Maar het belangrijkste is, dat je nu snel naar hem toe gaat. En wie neem je mee naar Östersund?’

Lara kijkt om en zegt: ‘Als Ester mee zou willen gaan, dan zou ik dat fijn vinden. Ester, zou je dat willen doen?’

Ester glimlacht en loopt naar haar toe. Ze omhelst Lara en Roald, want Lara houdt hem nog steeds vast.

‘Natuurlijk wil ik dat wel voor je doen, Lara. We zijn toch vriendinnen? En Roald kan best wel een paar dagen zonder mij. Hij heeft hier aandacht genoeg van Ingrid en Ada.’

Lara beseft, dat ze Roald nog steeds stevig omhelst heeft, en moet nu hevig blozen.

‘Ow, sorry, Roald! Maar het voelde wel even goed om een paar stevige armen om me heen te hebben.’

‘Hey, waar zijn we anders vrienden voor, Lara. En ik begrijp dat wel, soms heb je gewoon een man nodig, die je houdt en troost. En zeker nu. En ik weet zeker, dat Ester je een goede steun zal zijn, terwijl je Lukas daar bezoekt. Wens hem maar veel beterschap van ons toe en dat hij maar weer snel naar huis toe komt!’

Lara drukt hem een zoen op zijn wang en zegt: ‘Jij bent ook zo’n goede vriend voor ons, Roald. Maar dat geld betalen we je wel terug!’

‘Maak jij je nu maar eens geen zorgen over dat geld. Jullie hebben dat harder nodig, dan ik. Ik breng je wel even naar huis, zodat je je spullen kunt pakken, dan heeft Ester ook nog even de tijd om haar spullen te pakken en dan breng ik jullie samen wel naar het vliegveld.’

Dat levert hem nog een zoen op zijn wang op, waardoor Lara weer moet blozen. Ze laat hem eindelijk los. Ze gaan weer aan tafel zitten, waar ze zich tegoed doen aan het “ontbijt”. Als Ester vertelt over afgelopen avond, en waarom ze zo laat op zijn, komt er toch nog een lach op het gezicht van Lara. Ze is blij, dat ze even kort haar zorgen kan vergeten, maar ze is ook blij voor Pelle en Frieda.

‘Wat leuk, dat ze toch nog gaan trouwen, Ester! Ik had verwacht, dat ze nooit zouden trouwen, want Pelle is echt niet het type, dat van bruiloften houdt. Dat hij al op jullie bruiloft kwam, dat was al een wonder!’

Ester lacht. ‘Dat was op zich niet zo vreemd, omdat ik Frieda had gevraagd als mijn getuige. Dat had ik dus met opzet gedaan, zodat Pelle er niet onderuit kon. Daarom had ik ook jou niet gevraagd als getuige.’

‘Dat had ik al gedacht, en ik ben er ook niet boos om. Ik vond jullie bruiloft werkelijk heel erg mooi. Maar dat wist je al!’

Na het eten voelt Lara zich al een stuk beter. Roald brengt haar naar huis, en Ester pakt ook haar spullen. Een half uur later komt Roald al weer terug. Ester neemt dan afscheid van de kinderen en ook Ingrid en Ada, en van de twee pups, Eva en Zack. Roald brengt Lara en Ester dan naar het vliegveld, waar zijn bekende al op hem wacht.

‘Ik zal jullie even voorstellen, die is Geoff Fredriksen. Hij is directeur van een groot bedrijf in metaalbewerking en is eigenlijk een klant van ons. Maar ik wist dat hij een vliegtuig had, en ik heb hem gewoon gebeld om te vragen of hij dit voor me wil doen. En dat wilde hij wel doen. Hij zal jullie dan naar Östersund brengen.’

Dan richt hij zich naar Geoff: ‘Mag ik je even voorstellen aan mijn vrouw Ester en haar vriendin Lara Björnsen?’

Geoff stelt zich beschaafd voor aan de beide vrouwen en zegt: ‘Dus dit is nu een van je befaamde vrouwen, waar je me over hebt verteld?’

Roald glimlacht. ‘Ja, een van de drie. De andere twee zijn thuis gebleven, er moet toch iemand voor onze kinderen zorgen.’

‘O ja, da’s waar ook. Ester, nog gefeliciteerd met je zoon! Roald heeft me verteld hoe je bevalling is verlopen en dat hij erg trots op je is.’

Ester glimlacht breed en zegt tegen Roald: ‘Wat heb je nog meer allemaal tegen hem verteld, Roald?’

Roald lacht en zegt: ‘Niets wat ze niet mogen weten, Ester. Het valt allemaal wel mee, en ze mogen toch gerust weten, hoe trots ik op jou en ook op Ingrid en Ada ben? Als goede echtgenoot moet je dat rustig durven tonen!’

Ester omhelst hem en zegt: ‘Dat weet ik, maar ik had niet verwacht, dat je het echt zo openlijk zou doen. Dat geeft me wel een warm en lekker gevoel!’

Ze geeft hem een zoen, en Geoff kan een glimlach niet onderdrukken.

‘Ach, was ik maar weer zo jong als hem! Ik neem het hem niet kwalijk, dat hij zijn liefde zo openlijk toont.’

Roald glimlacht. ‘Ik hou van mijn vrouwen, zoals jij van je eigen vrouw houdt, Geoff. En daar schaam ik me helemaal niet voor en durf dat ook best te tonen. Maar doe wel voorzichtig met haar, ik wil haar niet verliezen!’

‘Geen zorgen, Roald. Ik zal er voor zorgen, dat beide vrouwen veilig en wel aankomen in Östersund. En dan zien wij elkaar morgen weer bij de besprekingen!’

‘Heel erg bedankt, dat je dit voor me wilt doen, Geoff, dat stel ik echt op prijs!’

‘Geen zorgen, Roald. Soms moet je medemensen helpen. En een leuke fles wijn als bedankje zou ook niet slecht zijn!’

‘Dat zal geen probleem zijn. Je moest eens weten, wat ik allemaal in mijn wijnkelder heb liggen, Geoff! Je zou gewoon eens een avondje met je vrouw moeten komen. Ik heb sinds kort een grote grillhut met sauna, dus als je een keer zin hebt, je bent van harte welkom!’

‘Nou, dat sla ik dan niet af. Ik heb van Henk gehoord, dat je inderdaad een grote wijnkelder hebt. En ik geloof dat hij me zei, dat je in een prachtig huis woont, direct aan het meer!’

Roald glimlacht. ‘Ja, en nu het helemaal gerestaureerd is, is het echt mooi geworden.’

Geoff laat dan zijn passagiers instappen en stapt ook zelf in. Roald neemt nog even vlug afscheid van Ester en zegt tegen Lara: ‘Sterkte, Lara. En beterschap voor Lukas!’

Geoff start dan zijn motor en even later vliegt hij weg. Roald kijkt het vliegtuig na, en voelt al meteen het gemis van zijn grote liefde. Met een zwaar gemoed rijdt hij weer terug naar huis, maar niet voordat hij even bij Henk op het werk langs is gegaan. Roald vertelt wat er is gebeurd, en waarom hij nu hier is.

Henk staat versteld van Roald. ‘Heb je echt Geoff gevraagd om Lara en Ester naar Östersund te brengen? Jij durft zeg!’

‘Ach, waarom niet, Henk? Hij was de enige, die ik kende, die een vliegtuig heeft, en ik kon best goed met hem opschieten. Ik heb hem voorgelegd wat het probleem was, en hij was best bereid om te helpen. Dat is dan later wel eens een gunst van hem terug kan verwachten, dat neem ik wel op de koop toe.’

‘Die kun je inderdaad wel van hem terug verwachten, zo is hij wel. En dat kan morgen al zo zijn bij de besprekingen. Ik hoop niet, dat je je hand al overspeeld hebt!’

‘Geen zorgen, Henk. Als hij daarover begint, dan zal ik hem wel duidelijk maken, dat ik privé en zakelijk strikt gescheiden houd. En als hij dat anders ziet, dan is dat zijn probleem. Dit is een vriendendienst, en zoiets mag hij ook van mij terug verwachten. Maar een zakelijke gunst, dat is weer iets anders als een vriendendienst.’

‘Ik hoop voor jou, dat hij dat ook zo opvat, Roald. Maar je hebt me al eens meer versteld laten staan, dus ik hoop er maar het beste van.’

‘Dat lijkt me ook het beste. Maar ik ga weer, want thuis zullen ze wel willen weten of ze goed zijn vertrokken.’

Henk glimlacht. ‘En ga alsjeblieft slapen, Roald. Je ziet er nog verschrikkelijk uit! Wat heb je toch afgelopen nacht gedaan?’

Roald lacht en zegt: ‘Wil je de details weten, of is een vage omschrijving ook goed?’

Henk moet luid lachen. ‘Doe mij de vage omschrijving maar, want ik heb al wel een indruk, wat je gebeurd is!’

‘Nou, dan zeg ik je, dat ik een nacht vol met seks heb gehad, en dat het al weer licht was, toen we gingen slapen.’

Henk kijkt geschokt naar Roald. ‘Mijn God! Hoe hou je dat in Godsnaam uit! Ik weet dat je erg fit bent, maar zo fit?’

Roald glimlacht. ‘Ik moet wel fit zijn, ik moet drie vrouwen tevreden houden. Maar als ik eerlijk ben, hoop ik niet dat ik nog zoveel van die nachten zal beleven, als afgelopen nacht. In ieder geval niet door de week. In het weekend kan me dat niet schelen, dan hoef ik niet zo vroeg op.’

‘Dat kan ik me voorstellen, Roald. Maar hup, je moet naar huis, en ik wil je morgenvroeg wel fit hier zien. Dus zeg maar tegen Ada en Ingrid, dat je van mij seksverbod hebt gekregen.’

Roald lacht. ‘Ik zal het doorgeven, Henk. Tot morgen!’

Lachend verlaat Roald het kantoor. Hij kijkt nog vlug even wat er aan post voor hem ligt, maar er zit niets heel belangrijks bij. Dan gaat hij snel naar huis heen. Daar vertelt hij, dat Ester en Lara goed onderweg zijn, en dat Ester zal bellen, zodra ze aangekomen zijn. En hij vertelt ook, wat Henk hem heeft verteld. Daar moeten Ada en Ingrid hartelijk om lachen.

Ingrid zegt: ‘Zeg Henk maar, dat hij zich geen zorgen hoeft te maken. Mijn kutje is nog helemaal beurs van afgelopen nacht. Als ik je vandaag nog zou neuken, zou dat alleen maar pijnlijk zijn.’

Ada zegt lachend: ‘Dat geldt voor mij ook, Roald. Jezus, ik kon echt niet meer vanmorgen toen we eindelijk gingen slapen!’

Roald lacht. ‘Pff, jullie zijn ook niets meer gewend!’

Ingrid en Ada slaan hem lachend op zijn rug, en schertsen dat ze hem nog wel eens terug pakken. Roald staat op en zegt: ‘Ik denk dat ik nog even een heel stuk met Eva en Zack ga wandelen langs het meer. Misschien dat ik wel even naar Han heen wandel. Ik heb vanmorgen niet gerend, dus dit kan mooi compenseren.’

‘Dan doe je dat toch! Eva en Zack zullen graag met je mee gaan!’

Als Roald zijn jas pakt, en Eva en Zack roept, zijn de pups meteen paraat. Ze zijn de afgelopen weken flink gegroeid, en als ze de kans krijgen om met Roald mee te gaan wandelen, staan ze te springen van ongeduld. En dat is nu ook niet anders.

Eva en Zack hebben al snel in de gaten, dat Roald vandaag een heel andere route loopt, dan normaal, en ze zijn dan ook razend nieuwsgierig waar hij hun vandaag naar toe brengt. Het is een heel stuk wandelen, tot het huis van Han, Roald geniet van de natuur en het uitzicht.

Het waait lekker, en het is goed wandelweer. Niet te warm, en ook niet te koud. De zon laat zich af en toe zien, maar de wolken zien er wel donker uit.

Roald is al bijna een uur aan het wandelen, als het wat begint te regenen. Het is nog bijna een kwartier wandelen naar het huis van Han, dus besluit Roald maar wat te gaan rennen. Eva en Zack vinden dat prachtig, ze rennen met hem mee.

Het begint harder te regenen, en Roald ziet, dat het misschien wel eens kon uitdraaien op onweer. Gelukkig ziet hij in de verte al het huis van Han liggen en hij zet nog een tandje bij. Als hij bij de inrit komt, slaat de bliksem plotseling niet heel ver in een boom in. Eva en Zack zijn behoorlijk geschrokken en stuiven Roald voorbij, en hij kan nog maar net hun riemen goed vasthouden, anders waren ze zeker gevlucht.

Han heeft Roald zien aankomen en doet snel de deur voor hem open. ‘Kom maar snel binnen, Roald! Hier is het warm en droog!’

Roald neemt het aanbod van Han graag aan, en even later kan hij zich warmen aan de warme kachel.

‘Daar had me de regen me flink verrast, Han! Ik had niet gedacht, dat het zo hard zou regenen. Wel dat er iets zou vallen, maar zo hard, dat had ik niet verwacht!’

‘Nee, dat hadden ze ook niet voorspeld, en ook dat onweer niet. Zeldzaam voor deze tijd van het jaar!’

‘Ik ben blij, dat ik hier ben, Han. Ik kwam even langs om over de Missing Dreams te praten.’

‘Ik had al wat van Pelle gehoord, Roald. Wat een prachtig idee! En voor de boot is het ook goed. Dat zoete water is eigenlijk niet goed voor een houten schip.’

‘Daar had ik me al over geïnformeerd, Han. En dat is ook de reden, waarom ik haar ook naar het zoute water laat brengen. En ik ben ook van plan, haar dan ook daar dit seizoen daar te laten, zodat het zout goed in het hout kan trekken. Volgend jaar mag ze dan weer hier rondvaren.’

‘Zou je dat wel doen, Roald? Als je haar het best wil houden, dan laat je ze waar ze hoort, en dat is op zee.’

‘Maar dan zou de mooiste boot van het meer hier verloren gaan, Han. Dat wil ik ook niet!’

‘Dat weet ik, en dat is ook wel zonde, maar wel beter voor de Missing Dreams. Met een jaar zeewater is dat hout niet genoeg doordrongen van het zout. Ik zeg niet, dat je haar hier nooit meer teug moet brengen, maar het is beter van niet.’

‘Ik kan haar toch slecht daar in een haven leggen, waar ik er amper mee kan varen, Han?’

‘Misschien weet ik een oplossing, Roald. Ik ken in Malmö een groep, die historische vaartuigen beheert. Ze zouden graag je schip onder beheer houden en verzorgen. Het kost je dan ook nog eens niets, omdat zij subsidie krijgen om oude vaartuigen in oude eer te laten blijven. Ze doen er ongeveer hetzelfde mee als ik met die schoolkinderen. En als je dan zelf eens wilt varen, dan maken ze daar natuurlijk ook geen probleem van.’

‘Daar moet ik toch even over nadenken, Han. Ik heb deze boot nog maar net, en hij betekent wel veel voor me. Ze is immers nog van Isabel geweest.’

‘Dat begrijp ik, Roald. Ik geef je alleen maar aan, wat je mogelijkheden zijn. Het is alleen dat deze boot groot is, en even zomaar gaan varen, dat doe je niet zomaar.’

‘Dat weet ik, Han, maar ik zie het ook als seks. Natuurlijk kun je ook voor de snelle seks gaan, maar als je even je tijd ervoor neemt, is het zoveel mooier en fijner.’

Han lacht, heel erg zelfs. Hij schaterlacht als hij deze vergelijking hoort. Als hij weer wat bekomt, zegt Han: ‘Zo’n vergelijking had ik nog niet eerder gehoord. Maar je hebt wel gelijk. Maar je moet het ook zelf weten, het is immers jouw boot.’

‘Ik zal er over nadenken, Han. Meer kan ik er nu niet over zeggen.’

De beide mannen glimlachen slechts naar elkaar. Dan zegt Han: ‘Roald, ik moet je wat vragen. Pelle was er gisteravond niet zo heel duidelijk over, maar jij had invloed op zijn aanzoek?’

‘Misschien wel, Han. Wat heeft hij je verteld?’

‘Dat hij misschien voor jou ging werken, dat is wat hij me vertelde. Maar meer weet ik nog niet. Maar ik begrijp het niet helemaal, hij heeft toch nog werk?’

‘Ja, hij heeft nog werk, zo zeg je het precies goed. Ik weet niet of het eigenlijk aan mij is om te vertellen, maar je vraagt er naar, dus geef ik je antwoord. Ze hebben Pelle ontslagen op zijn werk, er moeten daar enkele personen uit, en hij is een van de pechvogels.’

Han kijkt geschokt. ‘Mijn God! Waarom zegt hij me dat niet? Het is toch geen wereldramp!’

‘Ik denk, dat hij zich schaamt, Han. Je kent hem net zo goed als ik, misschien nog wel beter, en dan zou je moeten weten, dat hij sommige dingen maar moeilijk kan vertellen. Ik denk dat dit een van die dingen is.’

Han knikt. ‘Ja, ik denk dat je gelijk hebt. Vroeger was ik net als hem, dus wat dat betreft moet het me eigenlijk niet zo verbazen. Maar wat gaat hij dan bij jou doen?’

Roald glimlacht. ‘Ik neem hem niet in dienst, hij kan bij HRT gaan werken als assistent communicatie manager. Hij moet nog wel even officieel solliciteren, maar het is eigenlijk al zo goed als zeker, dat hij kan komen werken, dat wil zeggen, als hij bij het tweede gesprek, wat we dan op de zaak zullen hebben, me kan overtuigen om hem aan te nemen. Ik weet dat hij de juiste papieren heeft en de juiste instelling, maar hij moet me overtuigen. Gisteren heeft hij al een heel aardige aanzet gegeven, maar bij dat gesprek zal hij het behoorlijk zwaarder krijgen. Als hij daarvoor slaagt, is hij ook geschikt voor die functie.’

Han kijkt verbaasd. ‘Dus eigenlijk moet hij zich gewoon goed verkopen bij jullie gesprek? Dat moet hem wel lukken, Roald.’

‘Dat denk ik ook wel, maar hij heeft zo zijn nukken. En als communicatiemanager kun je het niet hebben om zelf te verzaken in communicatie.’

Han knikt en zucht. ‘Ik begrijp wat je bedoelt, Roald. Dat kon nog wel eens zijn grote struikelblok zijn. En ook dat hij er nu al een aantal jaar uit is, hij heeft amper ervaring.’

‘Dat weet ik, Han. Ervaring kun je leren, maar het gaat zich erom hoe hij bepaalde dingen oplost. Daar zal ik hem op testen, en op beoordelen.’

‘Ja, je moet immers ook aan het bedrijf denken. Maar je bent al heel erg aardig door hem die kans te geven, Roald. Dat zou echt niet iedereen gedaan hebben.’

‘Het is niet zo, dat ik hem die kans alleen maar gun, omdat hij mijn vriend is. Het kwam gewoon zo uit, dat we op ons bedrijf zo iemand zoeken.’

‘Maar je dacht wel aan hem, toen je het hoorde.’

‘Misschien, Han. Maar als het iemand anders was geweest, zou ik misschien net zo gereageerd hebben. We hebben nu eenmaal heel dringend op die positie nodig.’

Han glimlacht. ‘Dan heeft Pelle gewoon veel geluk gehad. Dan is zijn ontslag misschien wel het beste wat hem kon overkomen.’

Roald kijkt weer naar buiten en zegt: ‘Het begint weer droog te worden. Ik denk dat ik weer naar huis ga.’

‘Nu al? Maar ik kan je wel begrijpen. Je bent pas vader geworden, en om dan lang van huis te zijn, dat is zwaar. Ga maar snel. En nog bedankt voor wat je voor Pelle hebt gedaan!’

‘Het is al goed, Han. Ooit zal hij me de gunst terug betalen, daar ben ik zeker van.’

Han glimlacht. ‘Je bent net Isabel, Roald. Je praat zelfs als haar. En je straalt dezelfde liefde en energie voor je medemensen uit. Maar je bent in één ding beter, dan haar, en dat is dat je de liefde niet alleen lichamelijk ziet.

Dat was namelijk de grootste fout van haar, maar ik kan wel begrijpen waarom ze zo is geworden. Het verlies van haar zoon was een grote slag voor haar. Ze heeft me erover verteld. En hoe groot moet de slag zijn geweest, toen ze erachter kwam, dat haar zoon niet gestorven was, maar in Nederland leefde.’

Roald kijkt Han recht aan. ‘Wist u het? Wist u ervan, dat mijn grootvader nog leefde?’

‘Om eerlijk te zijn, nee. Maar ik wist het op het moment dat ik je voor het eerst zag. Je hebt dezelfde blik in je ogen, net als Isabel. Met het verschil, dat jouw blik warmer is, vol met liefde. Je hebt zoveel te geven, en je verlangt er bijna niets voor terug. En dat is niet gespeeld, maar echt. En dat is zeldzaam.’

Roald moet bijna blozen en zegt: ‘Nou laat je me voelen alsof ik heel speciaal ben, Han. En dat ben ik niet.’

Han lacht. ‘Hoor je jezelf praten, Roald? Niet speciaal zegt hij dan! Welke man heeft genoeg liefde voor drie vrouwen, overwint alles wat er overwonnen moet worden, om ze je liefde te kunnen geven? Dat noem jij niet speciaal? De meeste mannen hebben al moeite alles te doen voor een vrouw, maar jij hebt zelfs met drie nog niet genoeg! Ik weet wel, welke escapades je met Pelle en Frieda hebt gehad.

En ze hebben me het ook niet verteld. Je bent een achterkleinkind van Isabel, en dat zegt me meer dan genoeg. Je weet nog maar half hoe Isabel werkelijk was. Ik wel, ik heb haar jaren meegemaakt. Ze was een geile slet. Dat bedoel ik niet denigrerend, maar het is wel wat ze was. Ik heb gezien hoe ze een buslading mannen neukte, en nog steeds niet genoeg had. Jezus, ze kon er echt geen genoeg van krijgen.

En ik geef ruiterlijk toe, dat ik ook seks met haar gehad heb. En ik zie welke invloed je hebt op Pelle en Frieda en dat is vrijwel gelijk. Daar kun je zelf niets aan doen, dat zit in je bloed. En ik zou het ook niet tegenwerken, dat brengt niets goeds. Ik heb gezien hoe Isabel dat eens probeerde, maar dat liep werkelijk uit op een ramp.’

‘Hoe bedoel je dat, Han?’

‘Laat ik het zo stellen, Roald: Je natuurlijke invloed op mensen is heel erg sterk, misschien nog wel sterker als die van Isabel. Want jij bent emotioneler dan Isabel, en daardoor misschien ook nog wel gevaarlijker. Je beseft het misschien niet eens, maar je invloed op mensen is zo groot, dat je letterlijk iemand dood zou kunnen wensen. Je hebt de mogelijkheid je wil aan iemand op te leggen. Dat is een gevaarlijk wapen, Roald. En ook zeker niet ongevaarlijk voor jezelf om te gebruiken. Je weet immers nooit of iemand terugslaat.

Maar het gevaarlijke bij jou is, dat je veel onbewust doet. Als jij gespannen bent, dan is je hele omgeving gespannen. Zie het als een donderwolk. Als jij in een depressie zit, dan zit iedereen om je heen in een depressie. Ben jij blij, dan is iedereen om je heen ook blij. Kijk maar eens om je heen, en zie hoe ze reageren op je stemmingswisselingen. Je zal versteld staan.’

Roald kijkt Han geschokt aan.

‘Meen je dat nou, Han?’

‘En of ik dat meen, Roald. Zeg nou eens zelf, vind je het zelf ook niet wat heel toevallig, dat je leven wel heel gemakkelijk gaat? Ik bedoel, je hebt een behoorlijke promotie gemaakt op je werk, je hebt een prachtig huis, waar iedereen in de buurt wel jaloers op is, drie beeldschone vrouwen en drie prachtige kinderen. En al je vrienden verloven zich, raken zwanger of krijgen kinderen. Ze klimmen uit hun diepe dal, wat hun dagelijkse leven is, alleen door jouw invloed, omdat alles je nu voor de wind gaat.

Zo groot is je invloed, Roald. Jij veroorzaakt dat sneeuwbaleffect. Maar let wel, dat gaat zo lang goed, als jij in een goede stemming blijft. Zodra het je tegen zal gaan zitten, en dat zal eens gebeuren, daar kun je op rekenen, dan zal je ook zien, dat het bij je vrienden slechter gaat. Een voordeel zie ik dan wel, en dat is dat je dan ook meteen weet wie je echte vrienden zijn.’

Roald is te zeer geschokt om meteen te antwoorden. Hij denkt even na en moet toegeven, dat Han wel heel erg gelijk heeft. Het was hem al eens eerder opgevallen, zelfs nog voordat hij naar Zweden ging. De eerste keer dat hem opviel, dat zijn stemming invloed had op zijn vrienden, was net na zijn breuk met Jolanda.

Toen zat hij in een diepe dip, en opeens zag hij ook enkele vrienden van hem problemen krijgen met zijn relatie. Pas toen hij uit die dip kroop, leken die relatieproblemen bij zijn vrienden als sneeuw voor de zon te verdwijnen. En al die gebeurtenissen lijken nu zin te maken. Voor het eerst in tijden vallen opeens alle puzzelstukjes op zijn plaats.

Dan zegt hij tegen Han: ‘Nu ik er zo over nadenk, heb je gelijk. Met een eerdere relatiebreuk zat ik in een flinke dip, en toen hadden opeens veel van mijn vrienden relatieproblemen. Toen ik daar overheen was, was dat plotseling helemaal weg, alsof het er nooit geweest was. Maar daar sta je dan niet zo bij stil.’

‘Zie je nou? Je invloed is veel groter, dan je denkt. Maar ben er wel voorzichtig mee, dat wil ik je even meegeven. Als je hoog staat, kun je ook diep vallen.’

Roald knikt. ‘Ik begrijp het. Gewoon de nuchtere Nederlander uithangen, dan komt het allemaal goed.’

Han lacht. ‘Dat alleen al maakt je anders dan Isabel. Het komt wel goed met je.’

Roald staat op en neemt afscheid. Eva en Zack springen meteen op, en kijken hem verwachtingsvol aan.

Han lacht. ‘Ze luisteren al goed naar je, Roald. Zo lang heb je ze toch nog niet?’

‘Ja, nu luisteren ze wel, nu we weer naar huis gaan. Maar de rest van de tijd luisteren ze maar naar een commando, en dat is luister niet!’

Han lacht. ‘Als er iemand is, die ze wat kan leren, dan ben jij dat wel. Ze kijken echt tegen je op, je bent voor hun het alfamannetje. Kijk maar eens, hoe ze je proberen gunstig te stemmen!’

Roald glimlacht ‘Ze zijn echt schatjes. Ik ben blij, dat ik ze in huis genomen heb. Ik heb er een hoop plezier van, alleen hebben ze er wel een hobby aan om schoenen te roven en kapot te kauwen.’

De twee mannen lachen. ‘Tja, dat doen honden nu eenmaal. Maar doe de groeten thuis en we zien ons zaterdag wel.’

‘Ja, dat verheug ik me al op. Ik heb een hoop gasten, dus we hebben ook een volle boot.’

‘Dat hoor ik graag. Wordt ongetwijfeld gezellig!’

Roald zwaait nog een keer en loopt dan weg. Het ziet er naar uit, dat het snel weer gaat regenen, dus hij begint te rennen. De pups vinden dit prachtig en rennen met hem mee. Na ruim een half uur beginnen al weer de eerste regendruppels te vallen, maar Roald heeft het huis al in zicht. De pups rennen nog steeds mee, maar zijn duidelijk uitgeput. Maar ook zij voelen die regendruppels en zetten dan nog ietsjes meer aan om lekker in het warme droge huis te geraken.

Als ze dan een paar minuten later thuis aankomen, begint het steeds harder te regenen. Roald gaat via de keukendeur naar binnen, waar Eva en Zack meteen naar hun drinkbak sprinten, want ze hebben behoorlijk dorst gekregen.

Ada is in de keuken bezig met het avondmaal en zegt: ‘Zo, die zien er moe uit! Wat heb je met ze gedaan?’

Roald lacht. ‘Ja, die zullen wel flink dorst hebben, maar ze hebben dan ook flink doorgerend. Onderweg naar huis zag het er al naar uit, dat het weer ging regenen, dus ben ik maar gaan rennen. En die twee hebben dapper mee gerend!’

‘Zo! Dan hebben ze misschien wel een kleine beloning verdiend, of niet, Roald?’

‘Ja, wat had je in gedachten?’

‘Ik heb hier nog wat resten van de koteletten, die ik klaar aan het maken ben. Er zaten wat vetrandjes en losse stukjes vlees aan, die ik weggesneden heb.’

‘Dat lusten ze wel, doe maar in hun bak.’

Ada glimlacht en legt de stukjes vlees in hun bak. Heel erg lang ligt het er niet, want ze hebben vrijwel meteen alles opgeschrokt. Ze kijken Ada bedelend aan, die daardoor moet lachen.

‘Nee, ik heb niets meer voor jullie. Straks krijgen jullie weer voer!’

Als de pups in de gaten krijgen, dat ze niets meer krijgen, gaan ze in hun mand liggen. Daar vallen ze als een blok in slaap.

Ada zegt: ‘Oh, Ester heeft gebeld. Ze zijn goed aangekomen en ze zijn ook al bij Lukas geweest. Naar omstandigheden maakt hij het goed, geen organen beschadigd, alleen botbreuken en een flinke hersenschudding. Maar het zal nog wel even duren, voordat hij weer hersteld is, en dan is het nog maar de vraag of hij zijn werk kan blijven doen. Ze maken zich zorgen om zijn rug, die heeft ook een klap gekregen en daar is een van de wervels gescheurd. Dat kan wel weer genezen en hij zal alles kunnen, maar zwaar tillen is er niet meer bij.’

Roald zucht een keer. ‘Dat klinkt dan toch niet zo best, Ada. En ze hebben het al zo zwaar.’

‘Is er niets wat jij voor ze kunt doen, Roald? Jij hebt nu toch goede contacten?’

‘Ik zal kijken wat ik kan doen, maar ik kan niets beloven, Ada. Ik weet immers nog niet wat hij nog allemaal kan.’

‘Je bent een schat, Roald. Ik weet zeker, dat jouw hulp ze heel erg zal helpen.’

Ada loopt naar Roald en geeft haar een zoen. Ingrid komt de keuken binnen en zegt lachend: ‘Ach, ik kan jullie ook geen moment alleen laten!’

Ada antwoordt: ‘Jaloers, Ingrid?’

Ze trekt speels een pruillipje en zegt: ‘Een beetje…’

Lachend opent Roald een arm, zodat ze erbij kan komen en dan geeft hij haar ook een zoen. Met zijn handen op hun heupen voelt Roald zich gelukkig. En dan moet hij weer even denken aan wat Han hem verteld heeft.

‘Ik had net een vreemd gesprek met Han. Hij heeft me wat dingen verteld over Isabel, die we niet in haar dagboeken terug vinden. Maar ook heeft hij dingen over mij verteld, die raar zijn.’

Ada en Ingrid kijken hem verbaasd aan en Ingrid vraagt: ‘Wat dan, Roald?’

‘Dat van Isabel was niet echt een verrassing, we wisten immers wel al, dat ze heel erg van seks hield. Maar dat ze ook echt flinke gangbangs erop na hield, dat was wel een beetje schrikken. Maar ik was meer geschrokken van wat hij over mij vertelde. Dat ik een grote invloed heb op de omgeving om me heen. Dat als ik me gelukkig en ontspannen voel, dat alles om me heen goed gaat en als ik me slecht voel, dat alles om me heen ook slecht gaat.’

Ada knikt en zegt tegen Roald: ‘Ik denk dat daar wel waarheid in zit, Roald. Je straalt een soort energie uit, die je ook letterlijk kunt voelen. Als jij je goed voelt, dan voelen wij ons ook fijn. Maar als jij in een dip zit, dan voelen wij ons ook slecht. Je beseft het misschien zelf niet eens, maar het is werkelijk zo.’

Roald kijkt verrast naar Ada. ‘Dus jullie menen, dat Han de waarheid spreekt?’

Ingrid knikt en zegt: ‘Ja, dat denk ik wel. En ik ben het met Ada eens, je straalt echt een soort energie uit, die maakt, dat je jouw stemming overneemt. En eigenlijk is dat ook wel handig om te weten, want als wij jou gelukkig houden, dan zijn wij ook gelukkig.’

Roald lacht. ‘Dus met andere woorden, jullie beïnvloeden mijn stemming, zodat jullie je ook gelukkig voelen?’

Daar moeten Ada en Ingrid wel om lachen. ‘Ja, als je het zo stelt, dan wel. En het is ook niet zo moeilijk om jou weer gelukkig of happy te laten voelen. Wij weten daar wel raad mee.’

‘Is dat zo, Ingrid? Wat doen jullie dan zo al?’

Ingrid lacht. ‘Alsof wij nu opeens al onze troeven op tafel gaan leggen, Roald. Nee, dat vertel ik je niet! Maar ik wil je wel een tipje van de sluier oplichten.’

Roald kijkt geïnteresseerd en Ingrid geeft hem dan een zoen. Een stevige, intieme zoen, vol met liefde en passie.

Roald kan niets anders, dan haar terug zoenen. En hij moet toegeven, dat hij zich zelf daardoor veel beter voelt.

Dan glimlacht hij en zegt: ‘Ik heb nu wel een idee, wat jullie dan doen. Nou, daar kan ik nooit geen nee tegen zeggen. Maak mij maar de gelukkigste man ter wereld!’

De beide dames glimlachen breed. Ze voelen zich door zijn goed gevoel ook heel erg happy. Ada loopt dan weer naar de keuken, waar ze verder gaat met het voorbereiden van het eten. Ze zegt tegen Ingrid: ‘Het duurt nog wel zeker een uur voordat we gaan eten. Misschien laat je Roald nog even zien, waar wij nog gelukkiger van worden?’

Ingrid glimlacht. Ze weet precies wat Ada bedoelt. Ze pakt de hand van Roald vast en trekt hem overeind.

‘Kom op, lekker ding van me! Je moet aan je plichten als echtgenoot voldoen!’

Roald lacht en zegt: ‘Heb je na afgelopen nacht nog niet genoeg gehad?’

‘Van jou, Roald? Nooit!’

Glimlachend loopt hij met haar mee en laat zich gewillig naar de slaapkamer leiden. Eenmaal binnen, trekt

Ingrid hem tegen zich aan en zegt: ‘Bemin me! Laat me voelen, dat je van me houdt!’

Roald antwoordt, door zijn lippen op de hare te drukken, en haar op te tillen en naar bed te dragen. Daar raken ze in een gepassioneerde zoen, waarbij ze hun best doen hun kledingstukken te verwijderen, zonder hun lippen van elkaar los te maken. Dat ze uiteindelijk hun zoen moeten verbreken, doet ze allebei teleurgesteld kreunen, maar dan vliegen de kleren letterlijk door de kamer. En direct daarna kussen ze elkaar weer intiem.

De pik van Roald staat vrijwel meteen stokstijf en schuurt tussen de benen van Ingrid. Die is daardoor al zo geil, dat haar kutje al flink nat begint te worden.

Met haar hand grijpt ze naar zijn pik en dirigeert die naar haar kutje. Ze wil hem meteen in zich voelen. Het voorspel kan haar nu even worst zijn, ze heeft nu zin in dierlijke harde seks. En Roald is maar al te bereid haar wens te voldoen. Hij stoot meteen diep in haar en kreunt als hij haar warme vrouwenvlees om zijn pik voelt. Met langzame stoten, die hij diep in haar stoot, begint hij haar te neuken. Ingrid wordt gek van genot. Dit vindt ze werkelijk heerlijk! Honderden stroompjes van genot tintelen door haar hele lichaam en ze kan alleen maar kreunen en kronkelen van genot. Ze trekt hem stevig tegen zich aan, en probeert Roald aan te zetten om het tempo op te voeren.

Maar Roald blijft haar op hetzelfde tempo doorneuken. Hij weet heel goed, hoe Ingrid zich nu voelt. Hij kent haar goed genoeg om te weten, dat ze nu snel een orgasme gaat krijgen, dan dat is iets wat hem intrigeert. Hij vindt het fantastisch om te zien hoe een vrouw een orgasme kan krijgen door zijn toedoen.

Het duurt dan ook niet lang, voordat Ingrid met een luide kreet klaarkomt, en haar nagels diep in zijn rug begraaft. Dat is voor Roald het teken om zijn tempo nu op te voeren. Zijn ballen kletsen nu op een stevig tempo tussen haar benen en dat veroorzaakt voor Ingrid nog meer tintelingen in haar lichaam, waardoor haar orgasme in een nieuw orgasme overgaat. Roald zit al tegen zijn hoogtepunt aan, en door het nieuwe orgasme van Ingrid en haar hevig schokkende lichaam, die ervoor zorgt, dan haar kutje stevig zijn pik melkt, komt hij hard in haar klaar. Voor zijn gevoel blijft hij klaarkomen, het voelt erg intens.

Hijgend laat hij zich op haar vangen, en Ingrid sluit hem in zijn armen, waarbij ze met een gelukzalige glimlach hem tegen zich aantrekt. Zo blijven ze nog een aantal minuten liggen, en Ingrid geniet van zijn gewicht op haar, met zijn pik nog steeds in hem. Het duurt even voordat Roalds pik slap begint te worden, dat is normaal voor hem, en Ingrid heeft het liefst ook zo lang zijn pik in haar kutje.

Normaal zou Roald nog even doorgaan, maar afgelopen nacht eist toch zijn tol op zijn lichaam. Hij voelt dat er echt niet meer in zit, dus laat hij zich van Ingrid afrollen. Maar die is het er nog niet mee eens, dat zijn pik uit haar kutje glijdt. Dus in plaats dat Roald van haar afrolt, rolt Ingrid met hem mee en gaat op hem liggen.

Lachend geeft ze Roald een zoen en zegt: ‘Nog niet eruit halen, Roald. Laat me nog even van je lekkere pik in me genieten!’

Roald schiet in de lach. ‘Jij moet nog eens wat zeggen, dat ik onverzadigbaar ben met seks!’

Ingrid glimlacht. ‘Kan ik er wat aan doen, dat jij zo’n lekkere pik hebt? Je zou eens moeten voelen, als ik je pik in me krijg, dan zou je ook niets anders meer willen!’

Ze blijft nog even op hem zitten, tot zijn pik echt helemaal gekrompen is, en laat zich dan pas van Roald afrollen. Roald zegt: ‘Heb je nu eindelijk genoeg? Ga je nog even mee douchen? We kunnen natuurlijk zo niet aan tafel zitten!’

Ingrid staat glimlachend op. Ze voelt zich heerlijk, zoals zo vaak, nadat ze seks heeft gehad met Roald. Ook Roald voelt zich heerlijk en ontspannen. Als hij de badkamer weer uitkomt en zich aankleedt, gaat zijn telefoon. Hij pakt snel op, want hij ziet dat het Ester is.

‘Hoi Ester! Hoe gaat het daar?’

‘Hoi Roald! Het gaat hier goed, maar ik zou nu het liefste bij jou zijn! Wat heb je net gedaan? Ik voelde allemaal stroompjes door mijn lichaam lopen, alsof we samen seks hadden.’

Roald kijkt verbaasd op en zegt: ‘Heb je dat zelfs daar gemerkt, Ester? Ingrid en ik hebben net samen even van elkaar genoten.’

Ester glimlacht. ‘Dan heb ik dat gevoeld, Roald. Ik dacht al! Weet je, als jij met Ada in Nederland bent en dan met haar seks hebt, voelen Ingrid en ik dat ook. We weten precies wanneer je seks met een van ons drie hebt.’

‘Komt dat nou, doordat jullie een drieling zijn?’

‘Ik weet het niet, Roald. Dat hadden we eerst nooit, toen we jou nog niet ontmoet hadden. Het is pas eigenlijk zo, sinds we alle drie bij jou zijn.’

Roald glimlacht. ‘En, hoe voel je je nu?’

‘Heerlijk loom, alsof we net seks hebben gehad. Het eigenlijk hetzelfde gevoel, maar dan wat minder sterk.’

Roald lacht, als Ingrid ook uit de badkamer komt. Roald zegt: ‘Ah, daar komt Ingrid uit de badkamer. Ik zal de telefoon even op de speaker zetten.’

Tegen Ingrid zegt hij: ‘Ester is aan de telefoon, ze vroeg of we net seks gehad hebben.’

Ingrid lacht en zegt: ‘Had je het dan weer gevoeld, Ester? Zo is het net, alsof hij nog bij je is, of niet?’

Ze horen Ester lachen. ‘Ja, maar liever had ik Roald bij me gehad. Ik voel me eenzaam zonder hem. En ik heb net met een van de doctoren gesproken, die Lukas behandelen, en hij had geen goed gevoel bij zijn herstel. Ze hebben het hem en Lara nog niet verteld, maar zijn rug is te zeer beschadigd om nog als vrachtwagenchauffeur te kunnen werken. Hij had me gevraagd om Lara voor te bereiden op dit nieuws.’

Roald zucht eens diep. ‘Ik had al zo’n vermoeden, Ester. En ze hebben het al zo zwaar!’

‘Ik weet het, Roald. Ik heb ook nog even stevig met Lara gesproken, en ze zei me, dat hun auto ook nog slecht is, maar ze hebben geen geld voor een andere. Ze schijnen zelfs al achter te liggen met hun hypotheek, zo vertelde Lara me. Ze moest het echt even helemaal kwijt, het werd haar allemaal even te veel.

Roald, kun je echt niets voor hun doen?’

‘Daar moet ik even heel goed over nadenken, Ester. Ik kan toch niet zomaar iets uit mijn hoge hoed toveren en dan maar hopen, dat het allemaal goed komt?’

‘Voorlopig zal het nog wel even duren, voordat Lukas weer kan gaan werken. Naar ik begrepen heb, is zijn baas wel goed verzekerd, dus dat zal hem wat adempauze geven, maar dat duurt ook niet eeuwig. En de tractor, waar hij tegen aan is gereden, die was ook goed verzekerd. Maar daarmee is de rug van Lukas nog niet genezen.’

‘Het is wat. Waarom moet hun dat ook overkomen! Ik zal eens goed gaan nadenken en eens gaan informeren hoe we hun het beste kunnen gaan helpen. Want ze hebben hulp nodig, dat is zeker.’

‘Dank je, Roald. Ik weet dat je alles zult doen om Lara en Lukas te helpen. Dat zal ze goed doen.’

‘Daarvoor zijn we toch ook vrienden met hun. En vrienden help je, in voor- en tegenspoed.’

‘Dat is waar. Maar ik ga weer ophangen, want we gaan zo eten. Dat hebben we nog niet gedaan.’

‘Doe maar, meisje. Niet dat je verhongerd thuis komt!’

‘Dat zal wel meevallen, maar ik ga jullie zeker heel erg missen. En geef Petr, Isabel en Anna een kusje van me!’

‘Wij gaan je ook missen. Voor straks, slaap lekker en wens Lukas en Lara veel sterkte en beterschap!’

‘Zal ik doen, Roald. Ik bel snel weer!’

Ester beëindigt het gesprek, waarna Roald, Ingrid en Ada gaan eten.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...