Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 02-04-2017 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 12143
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 50 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Het is ruim een maand verder, de dag dat Roald echt officieel tot directeur van HRT Technology benoemd zal worden. Hij was al eerder benoemd, maar door omstandigheden is het niet eerder bekend gemaakt. Maar nu het toch echt zo ver is, zijn de leidinggevenden op de bedrijven, die Henk heeft overgenomen, allemaal naar Lidköping gekomen voor een gezamenlijke vergadering, waar de nieuwe plannen van Henk ook bekend zullen worden gemaakt.

Roald is al vroeg op het werk, en hij is eigenlijk best wel nerveus. Normaal is hij dat nooit zo, maar nu toch echt wel. Henk glimlacht, als hij Roald zo nerveus ziet.

‘Zeg, Roald! Volgens mij was je niet zo nerveus, toen je ging trouwen!’

Roald glimlacht en zegt: ‘Toen was ik ook niet zo nerveus als nu, Henk. Ik vind het nogal wat, om directeur te worden van een toonaangevend bedrijf! Bij mijn huwelijk wist ik waar ik aan begon, maar dit is toch iets anders!’

Henk lacht. ‘Daar denken anderen heel erg anders over, Roald. Maar ik ben ervan overtuigd, dat jij het kan, anders had ik je nooit benoemd.’

‘Ja, maar toch! HRT Technology is toch de spil tussen al onze bedrijven in, en dat brengt meer verantwoordelijkheid met zich mee.’

‘Dat klopt, maar ik zou niemand beter kunnen wensen om mij hier op te volgen. Op deze manier kan ik het langzaam rustiger aan gaan doen, en wat van het leven gaan genieten, terwijl ik zeker ben, dat mijn levenswerk overeind zal blijven staan. Daar zorg jij wel voor, Roald.’

De beide mannen glimlachen en schudden elkaar de hand. Vanuit hun kantoor zien ze enkele auto’s de parkeerplaats van het bedrijf oprijden. Henk zegt: ‘Daar zal je de eerste hebben, Roald. Ben je er klaar voor?’

Roald schudt zijn hoofd en zegt: ‘Nee, maar ik zal wel moeten! Net als toen ik Ester leerde kennen, gewoon in het diepe springen, en meegaan met de stroming. Zwemmen kan ik al, dus dat hoef ik niet meer te leren!’

‘Mooi gezegd, Roald. Kop op, je kunt het!’

Ze lopen hun gasten tegemoet. En binnen het half uur zijn alle genodigden van de vergadering aanwezig. Ze worden aan elkaar voorgesteld, want nog niet iedereen kent elkaar.

Henk opent de vergadering, waarna hij zijn beleid en zijn plannen openbaar maakt. Daar wordt verrast op gereageerd. Zeker als Henk Roald als de nieuwe algemeen directeur van HRT Technology voorstelt.

Iedereen feliciteert Roald met zijn benoeming, waarna Henk ook de vergadering door Roald laat leiden. Dat had hij ook zo afgesproken met Roald. En Roald slaat zich met vlag en wimpel door deze vergadering heen. Na afloop van de vergadering is er feest in het bedrijf. In de grote kantine van het bedrijf worden de nieuwe plannen en de benoeming van Roald bekend gemaakt, en dat wordt gevierd met hapjes en drankjes.

Iedereen in het bedrijf is blij met de benoeming van Roald als directeur. Maar ze vinden het wel jammer, dat ze hem nu minder vaak zullen gaan zien. Roald zal nu vaker van huis af zijn om de bedrijven beter te laten samenwerken, maar ook klantbezoeken zullen regelmatig voorkomen.

Maar Henk heeft nog een verrassing voor Roald. Terwijl het feest in volle gang is, wordt er een gloednieuwe Volvo XC90 afgeleverd. Henk haalt Roald uit het feest vandaan om zijn verrassing aan Roald te laten zien.

‘Roald, dit is je nieuwe bedrijfswagen. Ik heb een beetje achter je rug om met Ada hierover gepraat, zodat ik wist welke ik voor jou moest bestellen. Ik hoop dat je hem leuk vindt!’

Roald kijkt verrast. ‘Wow, die ziet er echt sjiek uit! Wat een bakbeest! En echt helemaal mijn smaak!’

‘Ada krijgt trouwens ook een auto van de zaak, Roald. Een kleine C30, dat vond ik wel zo passen, nu ze je directie secretaresse wordt. Ze vertelde me trouwens hoe je het hun had verteld, ik vond het wel een leuke grap, hoewel ze ook zei, dat ze even boos was.’

‘Ja, ze was echt even pisnijdig, maar dat was ze snel vergeten!’

‘Dat zei ze al. Maar als ik je een tip mag geven, Roald, dan zou ik je een chauffeur gaan aantrekken. Je moet toch behoorlijk wat kilometers maken, en zware besprekingen gaan leiden. Als je dan nog ooit terug moet gaan rijden, dan is dat toch behoorlijk zwaar. Je weet dat ik het afgelopen jaar ook iemand in dienst heb genomen, anders had ik dit allemaal niet kunnen bereiken.’

Roald laat even zijn gedachten op volle toeren werken en zegt tegen Henk: ‘Zou dat dan niets zijn voor Lukas Björnsen? Je weet wel, die jongen, die dat ernstige vrachtwagenongeluk heeft gehad. Hij zal nooit weer vrachtwagenchauffeur kunnen worden, maar misschien wel chauffeur voor mij.’

‘Oh ja, dat is misschien wel een goed idee. Hoe gaat het eigenlijk met hem?’

‘Naar omstandigheden goed. Het waren gelukkig allemaal rechte breuken, maar hij heeft wel een scheurtje in een rugwervel, en dat maakt de dokters nog wel zorgen. Dat scheurtje zal wel snel genezen, dat is het probleem niet, maar de klap, die hij op zijn rug heeft gehad was wel behoorlijk. Ze hebben hem al gezegd, dat er zwaar lichamelijk werk er niet meer in zal zitten.’

‘Hoe lang verwacht je, dat hij nog zal moeten herstellen?’

‘Geen idee. Ik verwacht een twee tot drie maanden voor die breuken, en dan nog fysio.’

‘Dan zou ik tot die tijd iemand anders vragen om voor je te rijden, Roald. Zo lang kun je niet zonder chauffeur. Niet als je thuis helemaal uitgeput wilt aankomen. Je bent nog maar pas vader en thuis hebben ze je ook hard nodig.’

‘Daar weet ik wel wat op. Pelle kan me ook rondrijden, en hij moet toch nog alles van me leren wat zijn taken hier zullen zijn.’

‘Dat is nu nog eens goed nadenken, Roald. Prima idee! Waar is hij trouwens? Ik dacht, dat hij vandaag ook zou komen?’

‘Ja, hij is ook aan het werk, maar is nog even weg, hij zou om half vier terug zijn.’

Tegen half vier komt Pelle met zijn auto het terrein opgereden. Hij parkeert zijn auto en loopt naar binnen. Hij kijkt verwonderd naar de feestende mensen in de kantine. Dan ziet hij Roald staan, die nog steeds met Henk staat te praten. ‘Hoi Roald! Nogal een feest hier! Doen jullie dat vaker zo?’

Roald lacht, Henk ook. ‘Nee, dat zou nog eens wat zijn, of niet? Maar nee, het is alleen vandaag vanwege de benoeming van Roald als Algemeen directeur.’

‘Dat dacht ik al, maar je kunt nooit zeker weten!’

Henk lacht. ‘Roald, ik begin te snappen, waarom je hem gekozen hebt. Vind je het erg, als ik bij jullie bespreking aanschuif?’

Roald lacht. ‘Geen probleem, Henk. Ik had het eigenlijk ook gehoopt. Pelle ga je mee?’

Pelle knikt en loopt met Roald mee. Ze lopen naar Roalds nieuwe kantoor. In het voorbijgaan ziet Pelle zijn naambordje op de deur van Roalds oude kantoor staan.

‘Roald, wat heeft dat te betekenen?’

‘Dat is je nieuwe kantoor, Pelle. Vind je het dan erg?’

‘Uh, nee! Maar ik begrijp het niet! Ik ben toch alleen maar de assistent van Leo?’

‘Daar wilde ik het nog even met je over hebben, Pelle. Dat bespreken we even in mijn kantoor, als je dat niet erg vindt.’

Ze lopen het kantoor van Roald binnen en nemen plaats. Roald zegt tegen Pelle: ‘Je had je naambordje al gezien, maar dat is niet de enige verandering. Vanaf maandag ben je niet meer de assistent van Leo, maar sta je op gelijke hoogte met hem. Leo gaat de interne communicatie op zich nemen, dat past hem beter. Jij zorgt voor de externe communicatie.

Dat wil dus zeggen, dat je de leiding krijgt over de vertegenwoordigers en verkopers. Dat betekent dus ook, dat je soms ook de probleemgevallen moet gaan oplossen, zoals ik dat altijd hier deed. Je hebt de kwaliteiten, dat had ik al binnen een week gezien. Ik heb het er met Henk over gehad, en we vonden vandaag wel een goede dag om je dat bekend te maken.’

Pelle weet niet waar hij moet kijken. ‘Meen je dat nou, Roald? Ik werk hier pas amper een maand en ik weet echt nog niet hoe hier alles werkt. Ik doe mijn best, maar om nu al tot zo’n positie bevorderd te worden, wow!’

‘Je hebt het in je, en de mensen, met wie je al contact had, zijn te spreken over je. Natuurlijk moet je nog veel leren, maar daarom ga je de komende maanden ook full-time bij mij in de leer. Zo leer je het snelste hoe je die functie moet vervullen.’

Henk zegt: ‘En wat zeg je daarop, Pelle?’

Pelle kijkt Henk en Roald vol ongeloof aan. ‘Dit menen jullie echt serieus! Nou, wie zou ik zijn, als ik hier tegen nee zou zeggen!’

Roald en Henk glimlachen. Ze hebben dit van te voren goed doorgesproken. Pelle is uit het juiste hout gesneden, en weet de mensen op de juiste manier aan te benaderen, in zekere zin lijkt hij een beetje op Roald. En daardoor was het voor Roald en Henk niet moeilijk om hem al na zo’n korte tijd al te bevorderen.

Roald zegt: ‘Je zit natuurlijk nog wel in je proeftijd, maar we zouden wel willen, dat je je voor langere tijd aan ons committeert. Je krijgt na je proeftijd een contract, waar je minimaal 5 jaar je verbindt aan deze firma. Je kunt het doorlezen, het is echt waterdicht.’

‘Oei, vijf jaar? En stel nu, dat het gewoon niet lukt, en ik of jullie het contract willen ontbinden?’

‘Je kunt het contract afkopen, maar daar staat een stevige financiële vergoeding tegenover. Maar datzelfde geldt ook voor ons.’

‘Oké, dat is te begrijpen, en ik snap het ook met alle bedrijfsgeheimen hier wel. Maar ik vertrouw jullie en hoop dat ik zonder problemen hier minimaal 5 jaar zal verblijven en als het aan mij ligt, zelfs nog veel langer.’

Henk antwoordt: ‘Dat hoor ik graag. En bij je nieuwe functie hoort ook een auto van de zaak, aangezien je soms ook naar klanten toe moet. Het is helaas geen nieuwe auto, want Roald heeft hem tot vandaag in gebruik. Hij krijgt een nieuwe auto, en jij mag, als je dat ten minste wilt, zijn auto hebben.’

‘O? De XC70? Nice! Dat komt goed uit, want Frieda heeft eigenlijk een nieuwe auto nodig, dan kan ze die ik nu heb pakken.’

Roald zegt: ‘Maar bij dat alles zit nog wel een klein addertje onder het gras. Omdat je ruim drie maanden bij mij in de leer gaat, mag je ook die tijd als mijn chauffeur spelen. Die heb ik nodig, omdat ik af en toe zware besprekingen moet aangaan, en ook moet werken in de auto. En tot ik een nieuwe chauffeur heb, mag jij die taak vervullen.’

Pelle lacht. ‘Als dat het enige addertje onder het gras is, dan vind ik dat geen probleem. Het is wel het minste wat ik kan doen om je te bedanken voor deze enorme kans, die je me geeft.’

Roald staat op en omhelst Pelle en klopt hem op zijn schouders. Henk staat ook op, maar Pelle durft bij hem niet zo joviaal te reageren. Hij steekt daarom Henk zijn hand uit, die Henk beantwoordt met een glimlach en een stevige handdruk.

Henk verwelkomt hem in het bedrijf. ‘Welkom bij HRT. Je zult wel snel merken, we zijn een flink bedrijf, maar we zijn toch een familie. Ik denk, dat daarom Roald hier ook zo goed past, en dat hij daarom ook goed weet hoe hij dit bedrijf moet leiden. En ik vertrouw hem volledig, anders zou hij nu niet op mijn stoel zitten.’

Pelle glimlacht. ‘Hij is zeker een familieman, en voor zijn vrienden heeft hij erg veel over. Ik denk, dat ik anders ook niet hier zou zitten.’

Henk lacht. ‘Daar heb je zeker een punt. Maar ik ken Roald ook goed genoeg om te weten, dat hij je ook niet zomaar aanneemt. Was je niet goed genoeg geweest, dan was het jammer maar helaas.’

Pelle knikt. ‘Ja, zo is hij dan ook wel weer. Ik ben in ieder geval blij, dat ik hier een kans krijg. En de komende tijd zal ik veel met hem optrekken, zodat ik alles kan leren van hem, wat ik moet weten. En tot die tijd ben ik dan ook nog zijn chauffeur.’

‘Ah, heeft hij jou dat al gevraagd? Ik hoop niet dat je het erg vindt?’

‘Nee, helemaal niet! Roald en ik kunnen goed met elkaar opschieten, en ik ben het met hem eens, dat het ook de beste manier is om echt alles van hem te leren.’

‘Nou, dan is dat ook goed geregeld. Maar nu moeten we toch echt terug naar het feest, dan kunnen we onze nieuwste aanwinst gelijk presenteren aan ons personeel.’

De drie mannen lopen naar de kantine, waar nog vrijwel het gehele personeel nog steeds feest aan het vieren is. Henk pakt de microfoon en vraagt even om de aandacht. Dan stelt hij Pelle voor als hun nieuwe communication manager, wat voor applaus van de aanwezigen zorgt. Door het feest kon Pelle meteen kennis maken met zijn nieuwe collega’s en er is al meteen een goede klik.

Een van zijn collega’s zegt tegen Pelle en Roald: ‘Roald was een goede communication manager, maar we hebben nog wel heel wat moeten worstelen met zijn taal, zeker in het begin. Dat zal nu wel beter gaan!’

Roald lacht. ‘Het is nu toch niet meer zo erg, Reinhard?’

Reinhard schudt zijn hoofd. ‘Nee, helemaal niet meer. Dat je dat in zo’n korte tijd hebt geleerd! Mijn buurman is Duitser, en die woont al 15 jaar hier. En bij hem hoor je nog steeds dat Duitse accent. Maar bij jou is daar zelfs helemaal niets van te horen. Je spreekt nu keurig Zweeds, zonder echt een accent te horen. Ik moet zeggen, petje af!’

Pelle knikt. ‘Ja, dat klopt. Opeens kon hij goed Zweeds spreken, dat was zo ongeveer, toen hij zo ziek was.’

‘Ja, ik weet het. Het was wel een vreemde gewaarwording je opeens gewoon zo te kunnen uitdrukken, als je werkelijk wilt. Ik denk dat het altijd wel in me heeft gezeten, maar dat mijn ziekte het openbaar heeft gemaakt.’

Ze gaan weer verder en praten nog met vele andere collega’s. Tegen een uur of negen komt Ester Roald ophalen. Ze is weer terug, en is ook weer blij bij haar gezin te mogen zijn. Ze loopt het gebouw naar binnen om Roald te zoeken. Ze vindt hem terug te midden van een grote groep mensen, waar hij verteld over hoe hij zijn drie vrouwen heeft ontmoet. De meesten kennen dat verhaal wel, maar ze vinden het toch leuk om te horen.

Zodra Roald Ester ziet, zegt hij: ‘Kijk, en daar heb je een van de drie, en notabene ook nog degene, die ervoor gezorgd heeft, dat ik ook hier gebleven ben! Kom er even bij zitten, Ester!’

Ester bloost lichtjes, maar gaat toch bij hem op schoot zitten.

Roald zegt: ‘Je hoeft je niet te schamen, Ester, het is toch waar? Om jou ben ik hier in Zweden gebleven, en dat ik er later nog twee andere vrouwen bij kreeg, die toevallig ook je zusters zijn, dat kon ik toen nog niet vermoeden.’

Ester glimlacht. ‘Ja, maar moet je dat nu aan iedereen vertellen?’

‘Ach, de meesten weten het al lang, maar ze vinden het gewoon leuk om dat verhaal nog eens te horen. Zo erg is het toch niet?’

Ester schudt haar hoofd. Daarmee geeft ze een tweeledig antwoord, ze vindt het inderdaad niet zo erg, maar ook om het feit, dat Roald door de vele drankjes wat met dubbele tong praat.

‘Ik denk dat het beter voor jou is om mee naar huis te gaan. Ik denk dat je meer dan genoeg gedronken hebt!’

Roald lacht. ‘Zie je nou? Wat heb ik jullie gezegd? En ik kan maar beter luisteren, want anders krijg ik thuis nog van twee kant op mijn donder!’

Er wordt luid gelachen om de woorden van Roald, maar Roald staat wel op en gaat zijn jas zoeken.

Henk had het ook gehoord en loopt naar Ester. ‘Trek het je niet aan, Ester. De meesten zijn net zo dronken, zo niet nog meer dronken dan Roald. Die zijn het morgen alweer vergeten.’

‘Het is niet erg, Henk. Roald moet ook af en toe zijn ontspanning hebben, en dan hoort dit er gewoon bij. Maar ik zie hem liever zo zitten, te midden van een hoop mensen, dan stil in een hoekje.’

‘Dat is ook weer waar. Maar dat is Roald. Hij trekt mensen aan, ze luisteren graag naar hem. Of het nu werknemers zijn, leveranciers of klanten, ze hangen gewoon aan zijn lippen en op die manier krijgt hij veel meer gedaan, dan ik zou kunnen. Waarom denk je, dat ik die stappen allemaal heb gezet?

Zonder Roald was me dat nooit gelukt. Neem nou StenSteel! Dat is zonder twijfel onze grootste klant, maar het was Roald die ervoor zorgde, dat die klant ook die order bij ons plaatste. Dat was bepalend voor de groei van mijn bedrijf. Maar aan de andere kant, Roald zou nooit zo kunnen zijn, als jullie er niet waren geweest. Misschien weten jullie het niet, maar hij praat wel vaker over jullie, hij is heel erg trots op jullie en hier is het al de normaalste zaak van de wereld, als hij het over jullie drie heeft.

Ze snappen Roalds visie, waarom hij jullie als een geheel ziet. Natuurlijk zijn er ook bij, die het afkeuren, maar de meesten vinden het niet eens erg.’

‘Ow? Ik wist niet, dat hij vaker over ons praat op het werk! Dat vertelt hij ons nooit! Ik weet niet of Ada daar ook vanaf weet.’

‘Ik ben er zeker van, dat Ada het weet, Ester. Roald heeft een aangename gewoonte ontwikkeld om de pauzes samen met het personeel te doen, waar hij dan ook graag met iedereen praat. Ada heeft dat heel zeker wel eens gehoord, dat hij over jullie praatte.’

Roald komt dan terug met zijn jas. Hij loopt wat wankel op zijn benen, maar hij blijft overeind. Ester moet glimlachen. Roald is normaal niet zo snel dronken, maar nu is hij goed aangeschoten. Lachend zegt ze tegen hem: ‘Kom op, verhalenverteller! We gaan naar huis!’

Roald zegt: ‘Ester, eigenlijk zouden we ook Pelle naar huis moeten brengen. Die heeft zich echt laten gaan, en is in duidelijk slechtere toestand, dan ik.’

Ester glimlacht weer. ‘Nou goed, waar is Pelle?’

Roald wijst in een hoek, waar Pelle op een stoel zit. Het beste van hem is al lang verdwenen met de vele drankjes en het ziet er naar uit, dat hij zo in slaap zal vallen.

Ester lacht en zegt: ‘Roald, als we Pelle naar huis moeten krijgen, dan moet je me toch echt even helpen. Volgens mij kan Pelle nog amper lopen.’

Roald lacht. ‘Dat zou best wel eens kunnen, ik heb al lang gemerkt, dat Zweden niet zo heel erg goed tegen drank kunnen!’

Hoewel Roald ook onvast op zijn benen staat, lukt het ze wel samen om Pelle naar de auto van Ester te dragen. Pelle is echt niet meer in staat om zelf te lopen. Opstaan lukt nog net, maar blijven staan, dat gaat echt niet meer. Ester pakt nog snel de jas van Pelle en dan brengt ze de twee snel naar huis heen.

Als ze bij het huis van Pelle en Frieda komt, staat Frieda al voor het raam te wachten. Ze komt naar buiten, waar ze Ester begroet.

‘Mag jij voor taxi spelen, Ester?’

Ester lacht. ‘Ja, maar het was nog een hele klus om Pelle de auto in te krijgen. Lukt het je nog om hem mee te dragen? Roald heeft ook al behoorlijk gedronken en staat ook niet meer zo heel vast op zijn benen.’

‘Dat moet wel lukken. Ik had me er al op voorbereid. Pelle belde me straks op, dat hij bevorderd is, en dat hij het ook flink aan het vieren was.’

‘Dat is goed nieuws voor jullie. Ik ben blij voor hem.’

‘Anders ik wel! Pelle is werkelijk heel erg blij met de kans, die hij van Roald kreeg. Maar anders zou hij ook alles doen om aan werk te komen, en voor me te zorgen.’

‘Dat denk ik ook wel, Frieda. Je mag je gelukkig prijzen met zo’n man.’

‘Dat doe ik ook, Ester. Maar even iets anders, hoe gaat het nu met Lukas?’

‘Maandag mag hij al naar huis, dan brengen ze hem met een ambulance naar huis. En dan mag hij thuis gaan herstellen. Maar dat zal nog wel een hele tijd gaan duren.’

‘Jezus, waarom moet dat hun ook treffen! En ik hoorde, dat Lukas straks zijn werk als vrachtwagenchauffeur niet meer kan oppakken?’

‘Ja, zo hebben de dokters het verteld. Hij heeft een scheur in een van zijn wervels. Dat zal wel genezen, maar het blijft een zwakke plek. En daarbij hebben zijn rugwervels ook een behoorlijke slag gehad, waardoor hij ook niet meer zwaar kan tillen.’

‘Verdorie! En nu?’

‘Roald is aan het kijken of hij iets voor hem kan vinden. Maar dat is zo gemakkelijk nog niet, je weet immers niet wat hij straks nog allemaal kan doen.’

Frieda zucht. ‘Het is wat! Maar zullen we nu eerst mijn dronken mannetje uit je wagen proberen te krijgen?’

Ze openen de portier van de auto, waar ze twee slapende mannen in zien zitten. Roald wordt echter meteen weer wakker.

Ester vraagt aan Roald: ‘Schat, zou je ons kunnen helpen om Pelle uit de auto te krijgen? Hij is loodzwaar en echt helemaal dronken!’

Roald knikt en komt uit de auto. Hij wacht niet eens af tot de vrouwen hem komen helpen en trekt Pelle zo uit de auto en legt hem over zijn schouders. Frieda en Ester staan verbaasd te kijken, maar helpen Roald toch snel om recht te lopen. Lachend brengen ze Pelle naar binnen, waar Roald Pelle op zijn bed legt.

‘Leg hem daar maar neer, die zal voorlopig niet wakker worden! Bedankt, Roald! Ik denk niet dat ik hem tot hier zou hebben gekregen!’

‘Het is al goed, Frieda. Daarvoor zijn we toch vrienden, of niet?’

Frieda glimlacht. Ester trekt Roald aan zijn hand mee en zegt: ‘Kom, we gaan weer naar huis heen. Ingrid en Ada staan op ons te wachten!’

Ze nemen afscheid en Ester brengt Roald snel naar huis. Daar strompelt Roald nog steeds onvast het huis binnen. Nadat hij Ingrid en Ada een zoen gegeven heeft, zet hij zich neer op de bank, waar hij al vrijwel meteen op in slaap valt.

Ingrid zegt: ‘We zien hem niet vaak zo dronken! Maar hij heeft het wel verdiend!’

Ester zegt: ‘Dat klopt. Maar zo dronken als hij is, hij heeft me straks wel geholpen om Pelle naar huis te brengen. Want die was echt zo dronken als een tor en sliep als een baksteen. Frieda en ik hadden hem nooit alleen in huis gekregen, en toen vroegen we Roald om mee te helpen. En die pakte hem gewoon op, alsof hij niets woog, maar we moesten hem wel helpen overeind te blijven. Zo vast stond hij ook weer niet op zijn voeten.’

Ada en Ingrid lachen. ‘Dat had ik wel willen zien! Was Pelle zo dronken?’

‘Ja, die is niet eens wakker geworden, toen Roald hem droeg. Die zal morgen wel flinke hoofdpijn hebben. Maar ik hoorde dat Henk en Roald Pelle al bevorderd hebben. Dat vertelde Henk me. Hij gaat nu de taken van Roald overnemen, en daarvoor gaat hij nu in de leer bij Roald.’

‘Ik ben blij voor Pelle en Frieda. Maar kijk daar Roald daar nu eens liggen. Krijgen we die straks nog wel wakker, als wij naar bed willen gaan?’

‘Geen idee, en anders leggen we toch een dekentje over hem neer. We kunnen best wel een nachtje zonder hem in bed.’

Ada kreunt. ‘Het is gewoon niet hetzelfde, als Roald niet in bed ligt. Ik slaap beter, als ik zijn aanwezigheid voel.’

Net als ze dat zegt, begint Roald te snurken.

Ingrid lacht. ‘Nou ja, je kunt nog altijd de deur open zetten en dan zijn aanwezigheid horen.’

Ester en Ada proesten het uit van het lachen. Ada zegt: ‘Nou ja, op zijn gesnurk sta ik nu ook weer niet te wachten.’

Ze leggen een dekentje over Roald neer, waarna Eva en Zack bij hem op de bank komen liggen. Ester glimlacht. Zoiets doen ze alleen bij Roald. Normaal komen ze niet op de bank, maar zodra Roald op de bank ligt, springen ze op de bank en nestelen zich tegen hem aan.

Ester zegt: ‘Moet je nou eens kijken. Wij zijn niet de enigen, die graag tegen hem aan liggen.’

Ingrid en Ada moeten ook glimlachen.

Ze houden zich zelf bezig, door een boek te lezen, of televisie te kijken. En dan is er natuurlijk nog de zorg voor hun kinderen. Ester vertelt nog over haar belevenissen met Lara en als het later wordt, gaan ze gezamenlijk slapen. Ze proberen Roald nog wakker te maken, maar hij slaapt te vast. Ze laten hem dan maar liggen en gaan alleen naar bed. Ze vallen wel in slaap, maar ze worden toch verschillende keren wakker, omdat ze Roald missen.

Opeens is Ingrid het zat, ze wil Roald weer langs zich voelen. Ze staat op, en loopt naar de kamer heen. Daar slaapt Roald nog steeds op de bank, en ze wekt hem door hem op zijn mond te kussen. Roald knippert eens met zijn ogen en kijkt recht in het decolleté van Ingrids nachthemd. Hij kan het niet laten om er meteen een hand op te leggen. Ingrid lacht.

‘Ongelofelijk jij! Amper wakker en je hebt alleen maar oog voor mijn borsten!’

‘Nou ja, ik kan me ergere dingen voorstellen om te zien, als ik wakker word!’

‘Ja, ja! Maar kom je nu eindelijk in bed slapen? Ik kan niet goed slapen, zonder jou in bed.’

Roald kijkt eens om zich heen en merkt dan pas, dat hij nog steeds op de bank ligt.

‘O, ja natuurlijk!’

Hij staat op en volgt Ingrid de slaapkamer in. Daar kleedt hij zich uit en komt dan tussen zijn vrouwen in liggen. Ingrid komt meteen tegen hem aan liggen, en ook Ester, die trouw altijd kort lang hem ligt, kruipt nog in haar slaap tegen hem aan. En Ada op haar beurt kruipt tegen Ester aan. Roald glimlacht en sluit dan ook zijn ogen. Echt slapen doet hij niet meer, maar hij dommelt wel lichtjes in. Maar tot die tijd luistert hij naar het ademen van Ester, Ingrid en Ada. Het is duidelijk, dat ze nu veel rustiger slapen, en dat stelt hem gelukkig.

Tegen de morgen is hij dan toch nog in slaap gevallen en wordt dan wakker doordat Ada woelt en een arm om Ester en Roald probeert te slaan. Het drietal slaapt nog steeds stevig en ligt ook vast tegen hem aan. Roald moet glimlachen, als hij merkt, dat hij ingeklemd zit tussen het drietal. Ongemerkt opstaan, zoals hij normaal doet, zit er nu niet in. Dus blijft hij gewoon liggen, wachtend tot ze zich verroeren, of wakker worden.

Doordat Roald op zijn linker zij ligt, en daardoor tegen de rug van Ingrid aan ligt, drukt zijn pik tegen haar lichaam. En door haar warmte en zijn begeerte naar zijn vrouwen, begint zijn pik daardoor te groeien.

En schijnbaar voelt Ingrid dat ook in haar slaap, want ze beweegt haar bekken zo, dat Roalds pik zowat tegen haar kutje drukt. Roalds pik begint hard te kloppen, want hij raakt er flink opgewonden van. Hij voelt met zijn vingers aan haar kutje, om tot de ontdekking te komen, dat Ingrid al behoorlijk nat tussen haar benen is. Dan is er geen houden meer aan, en Roald drukt voorzichtig zijn pik bij Ingrid naar binnen.

Ingrid wordt meteen wakker en kreunt lichtjes. Ze protesteert helemaal niet, dat Roald haar ongevraagd aan het neuken is, ze is al lang blij, dat hij haar aan het neuken is. Met langzame bewegingen neukt Roald Ingrid. Beiden zijn behoorlijk geil, en door de langzame bewegingen komt Ingrid al snel klaar. Ze smoort haar gekreun, om haar zusters niet wakker te maken.

Althans, dat is de bedoeling. Want ze kan niet voorkomen, dat haar zusters al lang wakker zijn geworden. Geamuseerd kijken ze toe hoe hun zuster door Roald geneukt wordt. Roald heeft al lang door, dat Ester en Ada wakker zijn, maar Ingrid niet.

Roald neukt gewoon door, hij is bijna aan zijn hoogtepunt, en komt even later grommend klaar. Ingrid fluistert tegen Roald: ‘Stil, Roald! Dadelijk horen ze je nog! Ester en Ada slapen nog!’

En daar moeten Ester en Ada flink door lachen. Ingrid kijkt geschrokken om en moet dan ook lachen.

‘Hoe lang zaten jullie al toe te kijken?’

‘Al even, Ingrid. Maar was het lekker?’

‘Heerlijk! Zo wil ik wel iedere ochtend wakker worden!’

Ester glimlacht. ‘Ik weet er alles van, Ingrid.’

De sfeer wordt doorbroken door het huilen van Isabel. Ada staat op en zegt: ‘Sorry, mijn moederlijke plicht roept me!’

Ester staat ook mee op en zegt: ‘Ik denk dat het toch al tijd is om ze te voeden en te verschonen. Ingrid zal dadelijk wel komen, of niet?’

Ingrid knikt en gaat meteen even naar de badkamer, waar ze zich vlug doucht en een badjas aantrekt. Roald schiet ook snel de douche in, en trekt zijn trainingspak aan om nog even te gaan rennen.

Na een half uur is hij al weer terug, het regent en hij heeft natte kleding. Hij doucht zich snel en kleedt zich om. Dan schuift hij bij het ontbijt aan.

‘Lekker gerend, Roald?’

‘Ja, maar het begon net te regenen. Ik wilde eigenlijk nog wat verder rennen, maar ik had ook geen zin om heel lang in kletsnatte kleding te rennen.’

‘Goed gedaan. Het is echt vies nat geworden. Maar moet ik je zo even naar het werk brengen om je auto op te halen?’

‘Als je dat wilt doen, Ada? Graag! Maar eigenlijk moet er nog iemand mee. Ik heb gisteren van Henk nog een verrassing gekregen, een nieuwe auto. Mijn oude auto krijgt Pelle nu, maar ik moet hem eigenlijk nog wel wassen en leegruimen, voordat ik hem verder aan hem geef.’

‘Ja, dat had Henk me verteld. En ik krijg ook een nieuwe auto! Daarvoor wilde ik eigenlijk ook even naar Lidköping, om me daar de kleur uit te zoeken.’

‘Dat had ik al gehoord van Henk. Schijnbaar doen we toch iets goed daar, anders had Henk dat nooit gedaan.’

Ada glimlacht. ‘Henk is ook echt heel tevreden over jou, Roald. En ik snap ook wel, waarom hij jouw benoemd heeft. Het is jouw werk geweest, die het mogelijk heeft gemaakt zo’n groei te maken. En dat weet Henk heel goed!’

‘Ja, maar ook alleen omdat Henk me de ruimte had gegeven om dingen te veranderen. Anders zou zijn bedrijf nooit zo gegroeid zijn.’

‘Daarvoor had hij je toch ook aangenomen, Roald.’

‘Ja, dat weet ik. Maar vind je het zelf niet een beetje gek om je bedrijf al binnen een jaar al in handen te geven van iemand die je ook nog maar net zo lang kent? Niet dat ik klaag, ik vind het werkelijk prachtig, dat ik dat allemaal mag doen, maar vreemd is het wel!’

Dat kan Ada niet ontkennen. Ze kijkt Ester en Ingrid aan om Roald een antwoord te kunnen geven. Ingrid zegt dan tegen Roald: ‘Roald, zou het niet kunnen zijn, dat Isabel daar geen invloed op had? Je weet dat ze in zijn bedrijf had geïnvesteerd, en zelf heb je nu ook al een deel van Henks bedrijf in handen, door je erfenis.’

Roald kijkt Ingrid aan en denkt even na. ‘Dat zou misschien wel eens kunnen, Ingrid. Dat ga ik vanmiddag toch even aan Henk vragen, als we gaan varen.’

‘Moet dat nou, Roald? Het is plezier en geen werk!’

‘Ik beloof je, dat ik het pas zal vragen als we terug zijn. Ik wil het gewoon weten, Ingrid.’

‘Oké! Als je het dan maar na het varen doet.’

Na het ontbijt rijden Ada, Ester en Roald naar Lidköping. Roald haalt zijn nieuwe auto op, en Ester rijdt met zijn oude auto naar huis. Ze rijden ook nog langs de garage, waar Ada zich haar nieuwe auto uitzoekt. Roald moet glimlachen, als ze kiest voor een oranje-metallic kleur.

‘Een beetje Nederlandse kleur, of niet, Ada?’

Ada glimlacht. ‘Nou ja, niet bewust, ik vind de kleur gewoon mooi.’

Dan stapt ze bij Roald in zijn nieuwe auto. Roald en Ada zijn behoorlijk onder de indruk van de ruime wagen. Roald zegt: ‘Niet slecht! Die XC70 was al niet slecht, maar dit is toch net een stapje meer!’

Ada glimlacht. ‘Ja, en die stoelen! Ik vind deze veel beter zitten. Je zou hier zelfs goed in kunnen slapen!’

Roald lacht. ‘En ook nog wel wat meer, Ada!’

Ada kijkt Roald aan. ‘Is dat een uitnodiging tot meer, Roald?’

‘Klinkt aanlokkelijk, maar nee. Straks zit mijn nieuwe auto onder ons geil. Bovendien zit Ingrid op ons te wachten en ik had beloofd dat ik Pelle zijn wagen vandaag nog zou brengen.’

Ada glimlacht licht teleurgesteld, maar ze begrijpt het. Ze weet ook wel, dat Roald in andere omstandigheden echt geen nee had gezegd. Ze rijden verder, als Roald plotseling een onverhard weggetje inslaat. Ada kijkt verbaasd naar Roald, die alleen maar grijnst.

‘Wat? Ik had toch alleen maar gezegd, dat ik mijn nieuwe auto niet wilde smerig maken? Maar wat let ons om buiten de auto wat te doen?’

Ada lacht. Ze had kunnen weten, dat Roald nooit nee zegt. Roald stopt bij een bos bij het meer. Daar stappen ze allebei uit. Ada wacht af wat Roald gaat doen. Maar Roald pakt slechts haar hand en wandelt met haar langs het meer. Ada glimlacht. Dit is nu typisch Roald, hij zal nooit het voorspelbare doen. Samen wandelen ze hand in hand met elkaar over het pad, wat langs dat deel van het meer loopt. Ze wandelen zeker een kwartier, voordat Ada wat zegt.

‘Was je alleen maar van plan om te wandelen, Roald?’

Roald trekt een grote grijns en zegt: ‘Ik dacht al, wanneer zou ze het eens vragen. Want tot die tijd zou ik echt niets gedaan hebben.’

Ada kijkt eerst licht geschokt, maar schiet in de lach. ‘En ik maar wachten, totdat jij wat gaat doen! Flauwerd!’

Roald trekt Ada tegen zich aan en zegt: ‘Het was juist de bedoeling om de verwachting wat hoger te krijgen, Ada. Zoveel tijd alleen krijgen we niet, er is altijd wel iemand in de buurt. En seks hebben we vaak genoeg, maar ik vind het soms ook wel eens prettig om eens alleen met jou te zijn. En dat geldt trouwens ook voor Ester en Ingrid. Dus om je vraag te beantwoorden, ja, ik was eigenlijk alleen van plan om te wandelen. En daarnaast heb ik ook nog wat met je te bespreken. Ik wil dat eerst met jou doen, ik zal het later ook met Ester en Ingrid bespreken.’

Ada trekt een klein pruillipje. ‘Dus je laat me hier gewoon zitten met een nat slipje?’

Roald lacht. ‘Goed, als je lief voor me bent, dan zal ik me wel opofferen.’

Ada lacht ook. ‘Wat wilde je me dan vertellen, Roald?’

‘Het gaat om de “Missing Dreams”. Je weet dat ze naar zee is gebracht, maar ik ben er misschien over aan het denken, ze dan aan zee te laten. Han vertelde me, dat er een mogelijkheid was om ze in Malmö onder te brengen bij een stichting, die historische schepen en boten in ere willen houden. Ik blijf gewoon eigenaar van het schip, maar zij beheren haar dan.’

‘Waarom zou je dat doen, Roald? De “Missing Dreams” hoort gewoon hier in het meer. Ik was het er al eigenlijk niet mee eens, dat je haar naar zee laat brengen, maar ik begrijp wel, waarom je het doet. Maar ik vind wel, dat ze terug moet komen.’

‘Daarom vraag ik je ook je mening, Ada. Ik twijfel er nog over. En in mijn hart zou ik eigenlijk nooit willen, dat dit schip hier nooit meer terug komt. Je hebt gelijk, de “Missing Dreams” hoort gewoon hier.’

Zwijgzaam lopen ze hand in hand verder. Er hangt een lichte spanning tussen de beiden. Net als Ada wat wil zeggen, begint Roald te praten. ‘Ehh, Ada, ik…’

Ada zegt: ‘Roald, ik…’

Ze schieten allebei in de lach. Roald zegt: ‘Jij eerst, Ada. Wat wilde je zeggen?’

Ada glimlacht. ‘Maar jij begon eerst!’

‘Maakt niet uit, Ada. Dames gaan nu eenmaal voor…’

Ada glimlacht verlegen. ‘Ik wilde alleen maar zeggen, dat het eigenlijk niet uitmaakt, waar de boot ligt. Als jij je er maar happy bij voelt.’

Roald glimlacht. ‘Maar ik zou me er nooit happy bij voelen, als jullie het er niet mee eens waren, Ada. Je hebt gelijk, de “Missing Dreams” hoort gewoon hier. Het is dan net alsof het leven niet meer compleet is, alsof er iets ontbreekt. Het zou niet meer hetzelfde zijn. Hoe we het ook wenden of keren, de “Missing Dreams” is gewoon deel van ons leven.’

‘Maar je kunt nog helemaal niet varen met die boot, Roald.’

‘Is dat het grootste probleem, dat we hebben, Ada? We hebben vrienden, die dat wel kunnen. En het is gewoon de sfeer, die deze boot zo bijzonder maakt. En zonder onze vrienden, zou de “Missing Dreams” slechts een gewoon zeiljacht zijn. Maar ze is zoveel meer voor ons.’

Ada knikt. ‘Je hebt gelijk. De boot is erg bijzonder voor ons.’

Roald stopt met wandelen.

‘Waarom is de “Missing Dreams” voor jou zo bijzonder, Ada? Ik zou het wel eens willen weten.’

Ada kijkt Roald aan en zegt: ‘Omdat het me aan jou herinnert en ook aan Isabel, Roald. En jij bent mijn leven, vanaf het moment, dat je in mijn leven en dat van mijn zussen bent gekomen. En Isabel maakt daar ook deel van uit. Dus alles wat met jou verbonden is, dat is ook belangrijk voor mij. Dus de “Missing Dreams” is bijzonder voor mij, omdat het me datzelfde gevoel geeft, als ik van jou krijg. Varen met die boot is als seks met jou, maar dan anders. Dan voel ik me zo ontspannen. Daarom wil ik ook niet, dat de boot aan zee blijft.’

Roald trekt Ada tegen zich aan. ‘Dus varen met de “Missing Dreams” geeft je eenzelfde gevoel als seks met mij? Weet je dat zeker?”

Ada glimlacht verlegen. Ze kan die hemelsblauwe ogen van Roald niet weerstaan. De manier, waarop hij haar aankijkt, maakt haar week. Zijn natuurlijke charme doet de rest. Het doet haar weer denken aan de ochtend met hem op de veerboot, toen ze elkaar voor het eerst ontmoetten.

Ze glimlacht. ‘Weet je nog, op de veerboot?’

Roald lacht. ‘Hoe zou ik dat ooit kunnen vergeten, Ada! Het was een van de spannendste dingen, die ik ooit gedaan heb. Het gevoel om betrapt te kunnen worden, maakte het extra spannend.’

‘Zou je dat nog eens met me durven?’

‘Met jou? Altijd! Wat moeten ze doen, als ze ons betrappen? Ons van de boot gooien?’

Ada lacht. ‘Geil was het anders wel! Ook al duurde het niet zo lang, het was ook voor mij een van de geilste ervaringen, die ik ook gehad heb. En geloof me, ik heb soms wel eens gekke dingen gedaan.’

‘Oh? Wat dan? Je hebt me wel eens verteld van sommige dingen, maar zo gek waren die niet!’

Ada bijt even op haar lip en zegt: ‘Ik heb me wel eens laten nemen door twee mannen!’

Roald kijkt Ada aan en zegt: ‘Is dat alles? Dat heb ik ook al eens gedaan met Ester en Frank.’

Ada kijkt geschokt. ‘Wat? Ester heeft al eens een trio gehad met jou en Frank? Daar heeft ze me nooit over verteld!’

‘Al meerdere keren, Ada. En ik heb ook wel eens een trio gedaan met Frank en Diana. Maar om dat nou zo gek te noemen? Ik dacht dat je wel extremere dingen had gedaan!’

‘Nou ja, ik heb wel eens voor een hoop naakte mannen midden in een bar geplast in een glas, omdat ze dat geil vonden. Maar ik moest er van walgen, toen er een van die mannen dat glas opdronk. Ik ben toen maar snel weg gegaan, daar vond ik niets geils aan!’

‘Dat is ten minste iets extreems, Ada. Ik maakte me al zorgen over je! Dadelijk is Ingrid nog wel de extreemste van jullie drie!’

Ada lacht. ‘Ik heb wel veel seks gehad, daar gaat het niet om. Maar mij gaat het om de goede seks. En geloof me, er zijn echt niet veel mannen, die hun gereedschap goed kunnen gebruiken. En jij staat in die hele rij op eenzame hoogte, er is zelfs niemand bij, die maar ook in de buurt van je kan komen.’

Roald glimlacht en drukt dan zijn lippen op de hare. Ada beantwoordt zijn zoen met een hevig verlangen. Vurig verstrengelen ze hun tongen met elkaar, waarbij Roald zijn vaardige handen over het lichaam van Ada laat glijden. Niet dat hij erg veel moeite moest doen, om Ada nat te krijgen, dat was ze eigenlijk al in de auto. Maar nu Roald zijn magie op haar los laat, is ze zeiknat tussen haar benen. Roald weet dat en tilt haar op. Hij zet haar tegen een dikke boom, en maakt dan haar broek los. Ada laat zich gewillig uitkleden door hem. Ze draait zich om, zodat Roald haar gleufje kan likken, wat hij ook zorgvuldig doet.

Hij laat zich helemaal gaan, niet zo gecontroleerd als normaal. De reden, waarom hij dat doet, is dat ze zich op een wandelpad bevinden, waar toch best regelmatig mensen lopen. Hij heeft de plaats en tijd zeer zorgvuldig gekozen en zelfs al besproken vooraf met Ester en Ingrid. Ada is de enige, die nog van niets weet.

En omdat Ada van niets weet, is de spanning bij haar wat hoger. Het gevoel betrapt te kunnen worden, maakt haar extra geil. Als Roald haar klitje begint te likken, en er ook een keer lichtjes in bijt, komt ze schreeuwend klaar.

Roald wacht even haar orgasme voorbij is, en duwt dan zijn pik in haar kletsnatte gleufje. Op een flink tempo neukt hij Ada nu. Even kijkt hij om zich heen, en trekt dan een dikke grijns. In de verte ziet hij twee personen lopen, in een bekend tenue. Ook dat is afgesproken.

Als Ada bijna klaarkomt, ziet ze in de verte de twee personen komen aanlopen. ‘Roald, daar komt iemand! Stop nou, dadelijk zien ze ons!’

Roald doet alsof hij niets hoort en neukt stug door.

‘Alsjeblieft, Roald! Volgens mij is het politie!’

Roald gromt: ‘Dan zullen ze toch moeten wachten, tot ik klaar ben, Ada!’

Onverbiddelijk neukt hij Ada hard en houdt haar ook stevig vast. Ada voelt zich er niet helemaal prettig bij, maar kan niet voorkomen, dat ze hevig en sidderend klaarkomt. Het duurt even, voordat haar orgasme voorbij is, en dan staan de twee agenten al bij haar.

Ze hoort een vrouwenstem zeggen: ‘En, Ada? Was het lekker?’

Ada kijkt om en kijkt recht in het lachende gezicht van Diana. Dan ziet ze ook Frank staan, die eveneens lacht.

Ada bloost hevig en zegt: ‘Nou ja, lekker was het wel, maar het overkwam ons eigenlijk zomaar!’

Diana moet haar best doen om niet in lachen uit te barsten en zegt: ‘Ik zie het! Doen jullie dat wel eens vaker hier?’

‘Nou nee, dit is de eerste keer hier. Maar ik kan niet ontkennen, dat we het wel eens eerder op een publieke plaats gedaan hebben. Daar hebben we Isabel verwekt.’

‘Dat dacht ik al, Ada. Weet je toevallig wat voor dag het vandaag is?’

Ada denkt even na. ‘Zaterdag, waarom vraag je dat?’

En dan schiet het haar opeens te binnen. ‘Ahh, dat meen je niet! Roald! Is het nu precies een jaar geleden, dat we elkaar leerden kennen?’

Roald glimlacht. ‘Ja, dat is nu precies een jaar geleden. Ik dacht, dat je dat wel wist! Schijnbaar heb ik toch geen goede indruk achtergelaten!’

Ada bloost en zegt: ‘Je weet best, dat ik het nooit zou vergeten, Roald! Ik heb het er laatst nog over gehad met Ingrid en Ester, dat we je bijna een jaar kennen.’

‘Dat wist ik, Ada. En daarom hadden we dit ook afgesproken met Frank en Diana. Ze wisten, dat ik vandaag met jou hier zou zijn.’

Ada kijkt geschokt naar Roald, en dan naar Frank en Diana. Dan schiet ze in de lach en slaat speels op de arm van Roald. ‘Ohh, gemenerik! Je wist het gewoon! En ik me maar schamen, dat we betrapt werden door Frank en Diana!’

Roald, Frank en Diana moeten nu hard lachen. Ada lacht mee. ‘Tja, waarom denk je, dat ik de boot ter sprake bracht. Er was echt geen haar op mijn hoofd, die er aan denkt om de boot aan zee te laten. Ik wist, dat je dan ook weer terug zou denken aan ons avontuurtje op de veerboot.’

Ada glimlacht. ‘Nou ja, spannend vond ik het wel!’

Diana zegt: ‘Jammer dat we nu onze uniformen dragen, anders hadden we wel meegedaan. Maar in uniform kunnen we zoiets echt niet doen, dat begrijpen jullie toch wel!’

Ada loopt naar Diana heen en geeft haar pardoes een zoen op haar lippen. Diana schrikt even, maar zoent haar dan gewoon terug. Dan laten ze elkaar los en Ada zegt: ‘Wat dachten jullie ervan om vanavond eens lekker los te gaan? Ik denk dat we wel wat te vieren hebben!’

Daar is iedereen het op slag mee eens. Roald en Ada maken hun kleding weer netjes en lopen dan weer terug naar hun auto en rijden dan weer naar huis.
Trefwoord(en): Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...