Door: Maxine
Datum: 02-11-2017 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 13174
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 69 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 69 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Vervolg op: Tre Systrar (drie Zussen) - 58
Het is zondag, de dag van de wedstrijd. Roald en Ingrid hebben het zaterdag lekker rustig aan gedaan. Wel een stukje gerend en gefietst, maar niet erg lang. Gewoon om de spieren lekker soepel te houden.
Al vroeg in de morgen zijn de vrienden van Roald op bezoek gekomen. Niemand die afwezig is, en dat doet Roald best wel deugd. Hij heeft even kort met Nancy gesproken en haar nog een keer kort uitgelegd waarom hij Wil en Tinie wil helpen.
Maar Nancy antwoordde hem: ‘Roald, het maakt me niet uit wie het is, en waarom. Als jij zegt, dat ze geholpen moeten worden, dan doe ik dat en stel ik verder geen vragen. Ik weet dat ik je volledig kan vertrouwen. Nu wil dat niet zeggen, dat ik niet zal opletten, wat er aan de hand is, ik wil nog wel even makelaar blijven! Maar verder stel ik geen vragen. Jouw vertrouwen is goed genoeg voor me.’
‘Toch doe je er goed aan om niet altijd blindelings op me te vertrouwen, Nancy. Ik moet soms ook dingen doen, die helemaal niet zo aardig zijn.’
‘Als je dat doet, dan zal je er wel je reden voor hebben, Roald.’
‘Ook als ik dan iemand aanpak, die ook vrienden van jou en mij zijn?’
Nancy kijkt Roald geschokt aan. ‘Wie dan?’
‘Dat kan ik nog niet zeggen, Nancy. Het is niet dat ik je niet vertrouw, maar het is nog niet helemaal zeker en bovendien kan ik niet zomaar iemand gaan beschuldigen. Dat is niet mijn stijl. Maar het zal wel een behoorlijke schok worden, als het bekend gaat worden. En dat niet alleen, ik zal iemand behoorlijk veel pijn doen.’
Nancy knikt. ‘En wanneer horen we daar meer over, Roald? Want ik wil eigenlijk wel weten, wie jij niet vertrouwt.’
‘Het is niet zo zeer niet vertrouwen, Nancy. Ik kan er echt nog niet te veel over vertellen, er zijn nog een hoop dingen niet helemaal duidelijk, maar daar hoop ik heel snel verandering in te kunnen brengen.’
Roald heeft nog even tijd om met Nancy en Guido naar Wil en Tinie te gaan. Hoewel Wil en Tinie het ontzettend druk hebben, nemen ze toch wel even de tijd voor Roald en Nancy.
Nancy bekijkt het bedrijfje van Wil even goed en zegt dan: ‘Ik snap niet waarom dit bedrijf niet beter zou kunnen lopen. Hier op de hoek is een terras, waar veel fietsers langskomen, en het zit precies op een fietsroute. Het is dus gunstig gelegen.’
Wil zegt: ‘Het is ook niet, dat ik hier gebrek heb aan werk, maar mijn kosten zijn veel te groot. En enkele jaren geleden ging het niet zo goed hier. Toen was die fietsroute nog niet zo populair en ik heb toen een verkeerde financiële beslissing genomen, waardoor ik bijna failliet ben gegaan.’
‘Mag ik vragen waarom precies? Dat kan belangrijk zijn voor de verkoop.’
‘Een paar jaar geleden kwam er iemand bij me langs om me financieel advies te geven. Hij raadde me aan om te gaan beleggen en dat heeft werkelijk rampzalig uitgepakt. De crisis kwam, en ik was vrijwel meteen mijn geld kwijt. Ik had een gedeelte van het geld geleend, op advies van die adviseur.’
‘Oei, dat is nog wel het slechtste wat je had kunnen doen. Nooit geld lenen om te beleggen!’
‘Dat weet ik nu ook wel, maar hij had het allemaal heel mooi voor me uitgerekend. Ik heb nog geprobeerd om hem aansprakelijk te stellen voor de schade, maar toen opeens bleek dat de firma waar hij voor zou werken nooit bestaan heeft.’
Nancy schudt haar hoofd. ‘Jammer genoeg hoor ik dat nog veel te vaak, dat zoiets gebeurd. Ze kopen voor een habbekrats aandelen en obligaties op, die niets meer opleveren, verkopen dat aan ondernemers en particulieren, die op goed vertrouwen aankopen en daar zelfs geld voor lenen. En als ze het geld binnen hebben, zijn ze vertrokken.’
‘Ja, zo ging het precies. Ik voelde me heel erg dom en bedrogen en ik schaamde me erg, toen ik daarachter kwam. Hoe kon ik toch zo stom zijn, om daar in te trappen.’
‘Daar hoe je je echt niet voor te schamen. Het gebeurt zelfs grote en bekende bedrijven. Maar het is natuurlijk behoorlijk vervelend als het jou gebeurt.’
‘Ja, behoorlijk! Maar toen had ik pas echt problemen. De lening was erop berekend dat ik met die aandelen alles gemakkelijk terug zou kunnen betalen, maar niets was minder waar. De aandelen waren zo gekelderd, dat ze zo goed als niets waard waren. Ik heb nog niet eens de moeite gedaan om ze nog te verkopen. Ik had voor vijftigduizend aan aandelen gekocht, en ik zou er nog maar net duizend voor terug krijgen.’
Nancy kijkt verbaasd. ‘Je hebt die aandelen nog steeds?’
‘Ja, hoezo?’
‘Nou, veel van die bedrijven, die toen flink gekelderd zijn, leveren nu weer flink op. Het zou zomaar kunnen, dat ze nu weer een hoop zouden opleveren. Het is de moeite waard dat eens te onderzoeken.’
Wil en Tinie kijken verbaasd. Tinie zegt: ‘Dan wil ik het ook weten ook. Ik heb ze boven op het kantoor liggen, ik heb ze pas nog gezien.’
Tinie stormt naar boven heen en komt even later terug met een map.
‘Hier zitten ze in. Wil had me een tijdje geleden gezegd, dat ik ze maar weg moest gooien, maar dat wilde ik niet. Het heeft ons immers toch veel geld gekost en wie weet zouden ze nog iets waard zijn.’
Nancy bekijkt de papieren in de map. ‘Hmm, op zich geen heel bijzondere aandelen, maar volgens mij bestaan die bedrijven nog allemaal. Wacht even, ik heb een app op mijn telefoon, ik kan de koersen wel even nakijken.’
Nancy pakt haar telefoon en bekijkt een aantal dingen. Dan zegt ze: ‘Nou, het is maar goed, dat je ze niet weggegooid hebt. Als ik alleen al die aandelen tel, dan zouden die nu bijna twaalfduizend euro waard zijn. En dat is ongeveer een kwart van je aandelen. En dan heb ik nog niet eens de rest bekeken. Het zou zomaar kunnen, dat je aandelen weer op het niveau zitten, van toen je ze kocht.’
Wil en Nancy zijn geschokt. Nancy bekijkt de rest van de aandelen. Helaas zijn niet alle aandelen zo goed in waarde gestegen, maar uiteindelijk zouden de aandelen net geen vijftigduizend euro opleveren. Wil en Nancy zijn geschokt, maar behoorlijk blij. Maar Nancy heeft nog een verrassing voor hun. ‘Dat is alleen nog de waarde van de aandelen. Je krijgt nog wat dividend, en ik schat dat die ongeveer een kleine zesduizend zal opleveren.’
Wil kan het bijna niet geloven. ‘Maar daarmee zou ik een heel eind uit de kosten kunnen komen! Ik heb al een hoop afbetaald, ik wilde niet met een schuld blijven zitten. Maar de afgelopen jaren waren gewoon heel erg zwaar.’
‘Hoeveel moet je nog aflossen?’
‘Nog ongeveer vierentwintigduizend euro. Maar ik heb ook nog een schuld bij Revest van bijna veertigduizend euro.’
Nancy zegt: ‘Hoeveel hebben die geïnvesteerd?’
‘Dertigduizend voor een nieuwe inrichting en een opknapbeurt aan de buitenkant.’
‘Oké, dat hebben ze dan wel netjes gedaan. Je zaak ziet er goed uit. Als ik jou was, zou ik deze aandelen verkopen, en die nog even houden. Die stijgen de laatste weken nogal, en ik verwacht dat daar nog meer uit te halen is. En met de aandelen die je verkoopt, zou je bijna alles van Revest kunnen terugbetalen. Hebben die nog een boeteclausule erin staan?’
‘Ja, vijf procent boete als ik voor 5 jaren aflos.’
‘Nou, dat is nogal wat!’
‘Nou ja, dat is het me ook wel waard, als ik maar van hun af ben.’
‘Zou ik dat contract eens mogen lezen?’
‘Natuurlijk. Maar dat heb ik natuurlijk ook boven op mijn kantoor liggen’, zegt Tinie.
‘Dan loop ik toch even met je mee. Dan kan ik meteen even precies kijken wat jullie aandelen nu waard zijn. Ik neem aan, dat je daar ook een computer hebt?’
‘Kun je nog zonder tegenwoordig?’
Nancy glimlacht. Ze loopt met Tinie mee, en Roald blijft bij Wil achter. Roald geeft Wil een vriendschappelijk klapje op zijn schouder. ‘Nou, is dat een meevaller, of niet?’
Wil kan het nog steeds amper geloven. ‘Ja, dat kun je wel zeggen, Roald. Dat had ik veel eerder moeten doen! En dan te bedenken, dat ik dacht, dat het echt niets meer waard was!’
‘En wat ga je nu doen?’
‘Ik ben een uitdaging met je aangegaan, Roald. En ik ben niet van plan daar nog vanaf te wijken. Ik heb erover gesproken met Tinie, en we zijn overeengekomen, dat we het echt gaan doen. Deze meevaller brengt ons niet meer van ons doel af. Ik wil gewoon een hele nieuwe start maken, en ik geloof gewoon, dat jij me daarbij wel kunt helpen. En hoewel ik me ooit voorgenomen heb, nooit meer blind op iemand te vertrouwen, maak ik voor jou een uitzondering.’
‘Dat doet me deugd, Wil. Maar denk er toch maar eens heel goed over na. Het is immers een grote stap. Ik heb je wel uitgedaagd, maar het moet niet ten koste van jou gaan, Wil.’
‘Dat weet ik wel, Roald. Maar hiermee doorgaan, dat wil ik niet meer. En daarbij, er is hier eigenlijk niets wat ons hier zou moeten houden. We hebben geen kinderen, en buiten wat neven en nichten heb ik hier geen familie meer. Vrienden heb ik hier wel een aantal, maar die hebben ook hun eigen leven. We zien elkaar nog maar nauwelijks.’
Guido knikt, evenals Roald. Guido zegt tegen Wil: ‘Nooit geen kinderen gewild, of niet het geluk gehad?’
‘Een combinatie van beide. We hadden het te druk met onze zaak, en nu lijkt het alweer bijna te laat om nog kinderen te krijgen.’
‘Het kan nog steeds, zo oud ben je toch nog niet?’
‘Ik ben vierenveertig en Tinie is tweeënveertig. Is dat niet wat oud?’
Guido antwoordt: ‘Misschien, maar als je echt kinderen wilt, logeer dan een keer bij Roald. Het klinkt gek, maar het is werkelijk zo. Al mijn vrienden, die bij Roald hebben gelogeerd in zijn kasteel van een huis, hebben nu kinderen. En ik weet heel zeker, dat mijn zoon en mijn ongeboren kind ook bij hem zijn gemaakt. We zijn 3 maanden geleden bij Roald op bezoek geweest, en zo lang is Nancy ook al weer zwanger.’
‘O, gefeliciteerd! Maar misschien moeten we dat aanbod van Roald om te komen logeren toch eens aannemen!’
‘Moet je zeker doen. Je moest eens de foto’s van zijn huis zien! Hij woont werkelijk in een kast van een huis. Slaapkamers genoeg, en ik kan het weten, ik heb hem geholpen met de verbouwing.’
Roald laat Wil een foto van zijn huis zien. Wil kijkt met open mond. ‘Wow, dat is echt groot! En ik dacht dat je zei, dat je niet rijk was?’
‘Dat ben ik ook niet. Dit huis was het huis van mijn overgrootmoeder. Ik heb je dat verhaal toch verteld?’
‘Ja, maar ik wist niet, dat het zo’n groot huis was!’
‘Ik heb het voor een prikje kunnen kopen, en na het overlijden van mijn grootmoeder heeft ze me geld nagelaten om het te renoveren en te verbouwen.’
Guido zegt: ‘En dat is niet het enige, Wil. Ze heeft hem ook een prachtig zeilschip achter gelaten! Is dat trouwens al weer terug op het meer?’
‘Nog niet, maar als het goed is, wordt ze nog deze week op de werf afgeleverd. Daar krijgt ze nog een speciale behandeling, en dan kan ze weer het water in. Het zal weer fijn zijn om met haar te gaan varen. Zeker nu dat ik zeillessen heb gehad.’
Wil kijkt met open mond. ‘En dan zeg je ook nog, dat je niet rijk bent?’
Roald lacht. ‘Ik heb wel een en ander aan bezittingen, dus echt arm ben ik niet. Isabel, zo heette mijn overgrootmoeder, heeft me wel meer dingen nagelaten. Maar dat zijn allemaal dingen, die niet direct in geld om te zetten zijn. En financieel kan ik me ook wel een en ander veroorloven, maar je wilt niet weten hoe duur zo’n groot gezin, als ik heb, kan kosten.’
Guido lacht. ‘Hoor hem daar eens! Hij verdient goed met zijn baan, Ada is zijn secretaresse en die verdient daar ook niet slecht en Ingrid is in Zweden een bekende columniste. Die verdient daar ook niet slecht mee!’
Roald lacht zuur. ‘Ja, maar wie veel verdient, betaalt ook veel belasting, Guido. En de boten kosten ook geen geld? En dan is er nog de grond, waar ik belasting over moet betalen. Ik mag dan wel goed verdienen en me een goed leven veroorloven, heel gekke dingen kan ik toch niet doen!’
Guido geeft toe, dat Roald behoorlijk wat meer kosten heeft, dan een normaal persoon. ‘Oké, maar je kunt op je brood boter en beleg veroorloven. En nog dubbel beleggen ook nog!’
Roald lacht. ‘Oké, ik geef toe, slecht hebben we het niet. Maar daar werken we ook hard voor. Daarvan betaal ik deze vakanties, en probeer ik mijn gezin het beste te geven, wat ik maar kan.’
‘Dat zou iedereen doen, Roald. Ik neem je dat toch ook niet kwalijk! Maar om nou te zeggen, dat je niet rijk bent? Je bent de rijkste man, die ik ken. Je hebt drie vrouwen en drie kinderen, en twee honden, waar je veel van houdt. En een hoop vrienden, die meteen voor je klaarstaan, als je hun hulp nodig hebt. Dat noem ik rijk zijn!’
Roald lacht weer. ‘Daar moet ik je volledig gelijk in geven. Als je het zo bekijkt, ben ik heel erg rijk. Maar dat kan ik ook van jou zeggen, Guido! Wie verwacht er nog een kind?’
De beide mannen lachen. Wil ook. Hij voelt zich helemaal thuis bij deze mannen. Nancy en Tinie komen weer naar beneden. Tinie stormt op haar man af en roept: ‘Wil! Het is zelfs nog beter dan we dachten! Zoals de koersen nu staan, kunnen we Revest helemaal aflossen en houden zelfs nog wat over!’
Nancy glimlacht. ‘Ik heb je aandelen al aangeboden voor verkoop. Morgen gaat de beurs open en dan weet je het zeker. Maar ik weet zeker, dat ze minstens gaan opleveren, wat ik berekend had. En dat zal inderdaad meer dan genoeg zijn om Revest af te betalen. Maar toen ik die aandelen doorkeek, zag ik ook nog iets staan, dat wel interessant is. Niet qua waarde, hoewel die ook niet slecht is, maar wel van welk bedrijf dat is.
Je hebt aandelen van Dowtech. En dat is bijzonder, omdat die maar een keer aandelen hebben uitgegeven, en daarna nooit meer. En je hebt eigenlijk toch wel een heel aantal.’
Bij Roald gaan alle alarmbellen. ‘Dowtech zei je? Dat meen je niet!’
‘Ja, ik meen het. Ik dacht al dat het je wat zou zeggen. Roald, misschien doe je er goed aan, om die aandelen van Wil en Tinie over te kopen. Het zou je misschien wel eens kunnen helpen in je strijd tegen STK.’
‘Over hoeveel praten we dan, Nancy?’
‘Het zijn tweeduizend aandelen.’
‘Dat zijn er toch niet zo heel veel, Nancy. Maar ik wil ze wel, dat is geen probleem.’
Nancy glimlacht. ‘Dat dacht ik al, Roald. Maar tweeduizend aandelen is toch veel. Ze hebben toen maar veertigduizend aandelen uitgebracht. Dus daarmee heb je een behoorlijke stem. Met die aandelen heb je gewoon een vijf procent van de aandelen in bezit. Maar je moet wel opschieten. Omdat er lange tijd niet meer dividend geclaimd is, zouden ze kunnen vragen om de aandelen verbeurd te verklaren. Je bent dan je geld niet kwijt, dat zouden ze je gewoon terug moeten betalen, maar je recht als aandeelhouder vervalt dan. Het is niet de goede benaming voor dat proces, maar zo is het wel het gemakkelijkste uit te leggen.’
‘En wat gaat me dat grapje kosten, Nancy?’
‘Daar moet je zelf maar uitkomen met Wil en Tinie. Ze hebben toen rond de tienduizend betaald voor die aandelen, maar ik kon zo snel niet te weten komen, wat ze nu waard zijn.’
Wil zegt: ‘Als ik jou die aandelen zou verkopen, zou je dat helpen, Roald?’
‘Ja, je wilt niet weten hoe zeer me dat helpt!’
‘Je zei me, dat Revest een onderdeel van dat bedrijf is, als ik me het goed herinner.’
‘Ja, dat klopt. Dowtech is in principe de holding van al die bedrijfjes. En wie de holding bezit, is eigenaar van dat bedrijf.’
‘Dan wil ik niet alles verkopen. Ik heb nog wel een appeltje te schillen met Revest, dus ik wil nog iets te zeggen hebben. Wat dacht je ervan als je de helft kon kopen?’
‘Goed, tegen welke prijs?’
‘Ik heb er toen ongeveer vijf voor betaald per aandeel, maar ik heb ook kosten gemaakt voor mijn lening. Ik bied ze je voor zes per aandeel aan.’
‘Dat is redelijk. Deal!’
Ze schudden elkaar de handen en Nancy lacht. ‘Oei, nou moet Dowtech oppassen voor twee gedupeerde aandeelhouders! Als ik hun was, zou ik me maar heel goed vast houden!’
‘Dat lijkt me ook wel. We zullen die knakkers een poepje laten ruiken, of niet, Roald!’
‘Daar kun je op rekenen, Wil!’
Tinie fluistert iets in het oor van Wil en Wil zegt: ‘Nou, dan zouden we nog bijna vergeten, waarom Nancy hier eigenlijk kwam. Nancy, denk je echt dat ik dit voor een goede prijs verkocht kan krijgen?’
‘Ja, dat denk ik wel. Ik zal morgen mijn chef langs sturen, hij zal het dan taxeren, en dan weet je het snel. Maar weet je zeker, dat je het nog wilt verkopen? Je grootste problemen zijn nu toch wel opgelost?’
‘Dat wel, maar ik wil gewoon een nieuwe start maken. Roald heeft me een aanbod gedaan, en dat wil ik aannemen.’
‘Dan moet je dat maar snel aannemen. Roald heeft een gouden neus voor zulke zaken. Ik zal het morgen aan mijn chef doorgeven, en ik denk zelfs dat ze hiervoor in de rij zullen staan.’
‘Dat zou nog beter zijn! Hoe meer geld ik mee kan nemen in mijn nieuwe bedrijf, hoe beter dat het is.’
‘Ik ga mijn best voor je doen. Maar je zal het wel druk genoeg hebben, nu zo voor de wedstrijd!’
‘Ja, maar ik was toch al bijna klaar. Over een uur sluit ik hier, en dan ben ik de veldpost voor de reparaties.’
Tinie zegt: ‘Nou, dan zou ik toch maar opschieten. Het is al bijna tien uur en je zou om half elf klaar staan!’
‘O, is het al zo laat? Nou ja, dan ga ik maar snel verder. Gelukkig zijn het nog maar kleinigheidjes.’
Roald, Nancy en Guido nemen afscheid en laten het tweetal alleen.
Als ze weglopen zegt Nancy tegen Roald: ‘Ze waren best aardig, Roald. Maar waar ken je ze eigenlijk van? En zeg niet, dat je ze hier voor het eerst getroffen hebt, want dat geloof ik je niet!’
‘Ik kan ze inderdaad al langer, maar ik heb ze niet meteen herkend. En niet lachen, ik ken ze uit een parenclub. Dat was in de tijd, dat het net uit was met Jolanda.’
Nancy is wel een beetje geschokt. ‘Ow! Ik wist niet, dat je dat toen deed, Roald!’
‘Ik moest toch wat, Nancy. Een man alleen is ook maar alleen.’
‘Daar heb je gelijk in. En heb je ze hier weer herkend?’
‘Ja, maar dat was echt stom toeval. Als we niet over seks waren gaan praten, had ik het nooit geweten. We zijn in die tijd allemaal flink veranderd.’
‘En jij misschien nog wel het meeste, Roald. Je hebt zoveel geluk, dat je nog eens van geluk onder de trein komt!’
Roald lacht. ‘Laten we dat dan maar niet hopen, Nancy. Maar het lot heeft ons samengebracht. Het heeft gewoon zo moeten zijn!’
Roald moet dan beginnen aan zijn warming up. Jörg en Ingrid staan hem vol ongeduld op te wachten en dan beginnen ze om zich voor te bereiden op hun wedstrijd. Terwijl ze rennen, zegt Ingrid: ‘Dat duurde nogal even bij Wil en Tinie!’
‘Oh, dat klopt. Nu weten we ook waarom het zo slecht ging. Het was niet alleen door Revest, al draagt het wel bij. Ze hebben Wil en Tinie een verkeerd beleggingsadviezen gekregen, waardoor ze bijna failliet zijn gegaan. Maar we kwamen erachter, dat Wil die aandelen nog allemaal had. Nancy had ze even opgezocht en ze bleken toch nog wel een en ander waard te zijn. Van dat geld zouden ze hun schuld bij Revest kunnen terugbetalen. Dan zouden ze meer overhouden aan de verkoop van hun winkel.’
‘Dat is goed nieuws. Maar willen ze dus nu toch jouw uitdaging aangaan?’
‘Ja, ze willen echt een nieuwe start maken.’
‘Dus nog meer vrienden, die in de buurt komen wonen?’
‘Daar ziet het wel naar uit, Ingrid. Maar er is nog iets wat ons bindt, Ingrid. Ik heb net een klein deel van zijn aandelen overgekocht. Wil bleek aandelen gekocht te hebben van het moederbedrijf van STK en Revest. En die hebben nog maar een keer aandelen uit gegeven, en daarmee hebben we een stem als aandeelhouder. Wil houdt de helft van die aandelen en ik heb de rest gekocht.’
‘O, en wat ga je daarmee dan doen?’
‘Daarmee ga ik ze behoorlijk lastigvallen, Ingrid. Je weet toch, als iemand me boos maakt, zal ik niet opgeven, voordat ik me gewraakt voel.’
Ingrid glimlacht. ‘Zolang je het maar niet gaat overdrijven, Roald. Maar we praten er later wel weer over.’
Ze werken dan nog verder hun training af, en keren dan terug naar hun huisje. Daar eten ze eerst nog wat licht verteerbaars, en kleden ze zich aan voor de wedstrijd.
Het is gelukkig goed weer, niet al te warm, net achttien graden, maar de zon schijnt wel. Een licht windje zorgt ervoor, dat de temperatuur niet verder oploopt. Roald en Ingrid laten zich masseren door Ester en Ada, en als het dan tijd is om te vertrekken, zijn ze er dan ook helemaal klaar voor.
Ze zijn alle drie wel een beetje gespannen, en Roald is zelfs heel erg nerveus. Dit is zijn eerste echte wedstrijd. Hij weet dat hij er alles aan gedaan heeft om hier goed te presteren, maar hij is nog steeds nerveus.
Ingrid is wel meer wedstrijden gewend en ziet glimlachend hoe nerveus Roald is. Ze geeft hem een zoen op zijn wang en zegt: ‘Het komt wel goed, Roald. Je hebt je goed voorbereid, en ik denk zelfs dat je zelfs mee zult kunnen met de top. Je gaat het ongetwijfeld heel erg goed doen!’
Dit is precies wat Roald nodig heeft. Zeker als ze hem aankijkt met haar mooie blauwe ogen. Hij geeft haar een zoen en zegt: ‘Ga jij maar naar de start, Ingrid! Je moet al over een kwartier klaar starten!’
‘O, is het al zo laat? Dan ga ik maar. Succes, Roald!’
‘Jij ook veel succes! Ik zie je weer aan de finish!’
Ze geven elkaar nog een korte zoen en een man naast Roald zegt: ‘Je vrouw?’
Roald knikt en glimlacht. ‘Ja, ze is geweldig. Maar dit is de eerste duatlon voor ons, al heeft ze wel wat meer ervaring met zulke wedstrijden, maar dan biatlon.’
‘Zo! Dat moet ze wel sportief zijn! Is ze een beetje goed?’
‘Ze hoopt zich deze winter te kunnen kwalificeren voor de Worldcup in Östersund, Zweden. Dus ja, ze is best wel goed!’
‘Ze komt van Zweden, ik meen dat aan haar accent te horen.’
‘Ja, we wonen ook in Zweden, samen met haar zussen.’
‘O? Ze heeft nog zussen? Toevallig ook nog single?’
‘Nee, die zijn allemaal gelukkig getrouwd en hebben kinderen.’
‘Jammer! Ze ziet er goed uit, je vrouw!’
‘Dan moet je haar zussen zien. Ze is er een van een eeneiige drieling.’
‘Vergis je je dan nooit in hun? Ik kan me voorstellen, dat hun mannen van haar zussen ze dan ook niet goed uit elkaar kunnen houden?’
‘Nee, geen probleem mee, ik in ieder geval niet.’
De man glimlacht. ‘Maar dit is je eerste wedstrijd? Goed getraind?’
‘Ja, eerste wedstrijd ooit. Maar ik heb goed getraind en ik gok op een behoorlijk goede tijd. Zo rond het uur zou niet slecht zijn, maar ik hoop zelfs onder het uur.’
De man lacht. ‘Nou, als dit je eerste wedstrijd is, dan moet je je doel misschien toch wel iets bijstellen. Vorig jaar was de winnende tijd net onder 54 minuten.’
‘Zo snel hoeft het voor mij ook weer niet, maar ik probeer de 57 minuten te halen. Als ik mijn trainingen bekijk, moet dat wel haalbaar zijn.’
‘Nou ja, je moet het maar zelf weten, maar je moet niet teleurgesteld zijn, als je het niet haalt!’
‘Dat zal ik ook niet zijn, maak je maar geen zorgen! En jij, welke tijd heb jij als doel?’
‘Ik probeer voor de winst te gaan. Vorig jaar was ik vijfde, dus waarom dit jaar niet proberen te winnen?’
‘Je hebt groot gelijk. We zullen wel zien wat het wordt.’
‘Wat is je naam eigenlijk?’
‘Ik ben Roald de Vries. En jij bent?’
‘Tom Hemels. Aangenaam. Maar ben je helemaal uit Zweden naar hier gekomen om hier een wedstrijd te doen?’
‘Ja, op uitnodiging. Ik had iemand ontmoet, die hier in de organisatie zat.’
‘Ach zo! En in welke klasse ga je meedoen?’
‘In de open klasse. Het is immers mijn eerste wedstrijd. En als dit goed loopt, ga ik in de zomer de Iron Man in Kalmar, Zweden doen.’
‘Toe maar! Een halve afstand?’
‘Nee, de gehele afstand. Ik heb ervoor getraind en dit is eigenlijk mijn voorbereiding.’
‘Nou, succes dan maar. Wie weet zien we elkaar nog bij de finish!’
Ze geven elkaar nog een hand en Roald wenst de man ook succes.
Dan gaat hij kijken voor de start van de dames, die een half uur eerder dan de heren starten. Als hij weer terugkomt, staat de man met andere atleten te praten.
‘Ah, daar heb je hem. Zijn eerste wedstrijd en mijnheer wil al meteen onder het uur gaan lopen.’
‘Nou ja, Tom, waarom zou het niet kunnen? Ik geef je gelijk, dat het moeilijk voor hem zal zijn, maar hij ziet er behoorlijk afgetraind uit. Dat je hem niet kent, wil nog niets zeggen over zijn prestaties.’
‘Ach Alex, er zijn ieder jaar wel van die gasten, die hoog van de toren blazen en uiteindelijk zichzelf opblazen.’
Roald doet net alsof hij dat niet gehoord heeft, maar dit is eigenlijk precies wat hij nodig heeft. Hij maakt zich boos op die man, en dat geeft hem extra kracht. Hij doet nog wat strekoefeningen, en even later is het tijd om naar de start te gaan. Roald moet in het middenveld starten, en de man bijna vooraan.
Roald kijkt even om zich heen om te zien of hij Ester of Ada ziet staan. Hij ziet ze dan vlak bij de finish staan, samen met zijn ouders en schoonouders. Ze wuiven hem een handkusje toe, die hij met liefde terugstuurt.
Dan klinkt het startschot en Roald gaat op weg. In het begin is het moeilijk om zich een weg te banen door de deelnemers, maar al snel breekt het veld op en kan Roald zijn weg naar voren banen. Hij heeft al snel een goed tempo te pakken, en haalt de ene na de andere atleet in.
Hij zet een uiterst goede tijd neer bij de wissel, daarmee staat hij in de top 10 overall. En op de fiets doet hij het ook al niet slecht. En hij glimlacht als hij een honderd meter voor hem de man ziet fietsen, die zo negatief over hem sprak. Het geeft hem extra kracht om nog net iets sneller te gaan.
Iets achter die man fiets de man, die het voor Roald opnam. Als Roald hem inhaalt, kijkt de man verbaasd op, maar probeert wel bij Roald aan te klampen. Roald glimlacht naar de man, terwijl ze samen jacht maken op de man voor hun. De voorsprong van Tom slinkt snel. Als het tijd is voor de volgende wissel, en ze weer moeten gaan lopen, zitten ze vlak achter hem. De man schrikt als hij dat merkt. Hij had Roald allerminst daar verwacht. Maar de man is sneller met de wissel, en heeft dan al weer een klein gaatje.
Maar eenmaal bij het lopen is Roald helemaal in zijn element. Hij begint weer met lopen en zit al snel in zijn ritme. De man, die met hem op trok, kan zijn tempo niet volgen. Roald is gewoon te snel. De voorsprong van Tom slinkt dan ook zienderogen. En Roald voelt zich helemaal nog niet moe. Hij ziet zijn prooi en geeft daarom al zijn energie. Tom kan het bijna niet geloven, als Roald opeens nog maar twee meter achter hem zit.
Hij rent al zo hard als hij maar kan, en die vreemde, die zijn eerste wedstrijd doet, lijkt hem veel te gemakkelijk te kunnen volgen. Hij zet er nog een schepje bovenop om te voorkomen dat Roald hem inhaalt.
Maar Roald moet echt alles geven om dat tempo te kunnen volgen. Maar door dit tempo halen ze wel hun achterstand op de koplopers in, die een minuut voor hun rennen. De achterstand wordt steeds kleiner, en ze beginnen beiden moe te worden.
Tom moet op een gegeven moment Roald toch laten passeren, en Roald neemt de kop van hem over. Toch blijft de afstand tussen hen gelijk. Het is duidelijk, dat ze best aan elkaar gewaagd zijn. Tom neemt de kop weer over en Roald volgt. Hun tempo brengt hun achterstand op de twee koplopers terug naar nog maar twintig seconden. Dan besluit Roald het erop te wagen. Hij heeft nog wat energie over, en omdat de finish niet meer zo heel ver weg is, probeert hij er een sprint uit te trekken.
Daarmee verrast hij Tom wel een beetje. Net na een bocht komt hij naast hem en begint te sprinten. Het is nog maar driehonderd meter rennen, en dan is de finish er al. Roald geeft alles wat hij heeft en Tom volgt hem. De koplopers zijn ook al aan hun sprint begonnen en een van hun begint een gaatje te krijgen. Maar Roald en Tom zitten echt vlak achter hun.
In hun sprint naar de finish halen ze zelfs de tweede koploper in. Roald en Tom liggen nu tweede en derde. De winst gaan ze niet halen, maar dat maakt hun strijd er niet minder spannend om. Het publiek juicht en moedigt ze flink aan. Maar het mag Roald net niet baten. Met een miniem verschil verliest hij het van Tom, en ze worden dan opgevangen door de verzorgers aan de finish.
Volledig uitgeput laten ze zich vallen. Roald kijkt naar zijn tijd. Eerst meent hij, dat hij het fout heeft gezien, maar hij heeft zijn doel meer dan ruimschoots gehaald. Zijn totale tijd was twee seconden langzamer als de nummer twee en tien seconden langzamer als de winnaar. En die heeft een tijd van 54 minuten en 29 seconden. Ze zetten Roald en Tom op een paar stoelen neer, terwijl ze uithijgen.
Tom kijkt Roald aan en zegt: ‘Jezus, wat kan jij hard rennen! Ik dacht, ik ga dit nog van jou verliezen!’
Roald glimlacht. ‘Nou ja, de volgende keer toch maar beter je mond houden, als je over iemand praat en hij is nog in de buurt!’
Tom steekt zijn hand uit en zegt: ‘O, sorry daarvoor! Zo was het nu ook weer niet bedoeld. Maar je hebt hier ieder jaar van die Wannabee ‘s, die menen maar even de wedstrijd te kunnen winnen. Maar jij hebt je op topniveau gemeten! Mijn respect heb je in ieder geval!’
Roald accepteert zijn verontschuldiging en schudt dan zijn hand. ‘Het is al goed, maar het gaf me wel wat extra kracht om net iets meer te doen. Maar ik ben wel volledig kapot!’
Tom lacht. ‘Dat geloof ik meteen. Wel jammer, dat we onze koplopers niet meer konden inhalen. Als je met de eerste loop van dichterbij was geweest, dan hadden we kans gehad om te winnen. Nou ja, tweede is ook niet slecht. En jij bent zelfs derde!’
‘Ik zit toch niet in dezelfde groep?’
‘Nee, maar ik denk dat je voor de derde plaats overall ook een prijs krijgt. Dan ben je gewoon derde overall en eerste in je klasse. Gefeliciteerd!’
Opeens komen Ester en Ada naar Roald gerend. ‘Ah, daar ben je, Roald! Wat heb je het goed gedaan! Je had zelfs bijna gewonnen!’
Ze geven hem meteen een zoen op zijn mond, waarmee ze Tom geschokt laten toekijken. Als dan ook nog Ingrid eraan komt, ze is al 25 minuten eerder gefinisht, is de verwarring bij Tom helemaal compleet.
Roald stelt zijn dames aan Tom voor. ‘Ah, dit is Tom Hemels. We hadden elkaar voor de start ontmoet.’
Ester, Ingrid en Ada stellen zich voor aan Tom. Ester zegt: ‘Ah, jij was die man, waarmee Roald aan het strijden was!’
De man knikt, maar weet niets uit te brengen. Dan zegt hij tegen Roald: ‘Vindt je vrouw dat niet erg, dat haar zussen met jou zoenen?’
Roald lacht. Hij begrijpt de verwarring en antwoordt: ‘Nee, helemaal niet. Ik ben hun man. Ik ben met deze drie dames getrouwd.’
Ester, Ingrid en Ada moeten lachen als ze de verwarring bij Tom zien. Ze laten dan hun trouwringen zien.
‘Kan dat zomaar in Zweden?’
Roald lacht. ‘Nee, dat kan niet zomaar. Daar is nog heel wat voorafgegaan om het mogelijk te maken. Maar je ziet, hoe kan ik nou keuze maken uit drie zulke mooie en lieve vrouwen!’
Tom glimlacht. ‘Ik begin het te begrijpen. Mijn excuses. Ik dacht al, het is toch niet echt normaal als andere vrouwen je zo begroeten! Je hebt het goed voor elkaar, man!’
‘Kwestie van geluk hebben, Tom.’
De winnaar komt ook bij hun staan. Hij zegt tegen Tom: ‘Je had me verdorie nog bijna te pakken, Tom! En wie is hij? Jullie kwamen behoorlijk hard dichterbij. Ik moest zelfs gaan sprinten om het nog te redden!’
‘Oh, dit is Roald de Vries, Vince. En hij is de oorzaak, dat ik zo dichtbij kon komen. Hij trok me op naar jullie toe.’
De man kijkt bewonderend naar Roald en steekt zijn hand uit. ‘Puike prestatie dan! Gefeliciteerd met je derde plaats!’
Tom lacht en zegt: ‘Hij is ook eerste in zijn klasse. Hij deed eigenlijk mee in de open klasse.’
De man kijkt geschokt. ‘Wat? En dan zo’n tijd rennen? Wow! Maar ik ken je niet, welke wedstrijden doe je normaal dan wel?’
Roald kijkt de man aan en zegt: ‘Dit was mijn allereerste wedstrijd ooit. Ik heb hiervoor nog nooit eerder aan wedstrijden gedaan.’
De mond van Vince valt open en die wordt nog groter als Tom zegt: ‘Hij vertelde me voor de start, dat hij mee gaat doen aan de Iron Man in Kalmar. Ging jij daar ook niet meedoen, Vince?’
Vince draait zich om naar Tom en zegt: ‘Wat? Gaat hij meedoen met de Iron Man? Dan mag ik nog wel voor hem oppassen. Wat voor afstand gaat hij doen?’
Roald antwoordt: ‘Ik was van plan om de volle afstand te gaan doen. Ik begon eigenlijk pas net warm te worden. Dit is me veel te kort.’
Vince lacht. ‘Oef, dan ben je toch niet mijn tegenstander. Ik heb me ingeschreven voor de halve afstand. Maar wellicht zien we elkaar daar dan.’
Een paar officials komen dan Roald en Tom halen voor controles en afhandeling van de wedstrijd. Een kwartier later is de huldiging al van de winnaars. Ester had het niet slecht gedaan, maar het was niet genoeg voor de top twintig. Ze is drieëntwintigste geworden, en dat is helemaal geen slecht resultaat. Ze had zich ook niet zo voor de volle 100 procent gegeven, zoals Roald gedaan heeft, maar wel genoeg om een prima resultaat neer te zetten.
Maar ze is wel trots op Roald. Ze had wel verwacht, dat hij het heel erg goed zou doen, maar dit is toch wel een verrassing.
Als Roald voor zijn eerste plaats in zijn klasse gehuldigd wordt, klinkt er een luid gejuich. De omroeper zegt: ‘Een hele prestatie voor mijnheer Roald de Vries. Niet alleen heeft hij zijn eigen klasse gewonnen, maar het scheelde ook niet veel, of hij had ook de hoofdklasse gewonnen! En daarmee is hij zelfs derde overall geworden, een prestatie van wereldformaat! Daarvoor zal hij zo meteen ook nog gehuldigd worden. Een applaus voor deze man!’
Een fors gejuich klinkt uit het publiek. De mensen applaudisseren voor Roald, die glimlachend de beker ontvangt. Hij bedankt het publiek door te zwaaien en loopt dan weg om plaats te maken voor de anderen, die gehuldigd moeten worden. Als hij door het publiek heen loopt naar zijn familie, wordt hij aan alle kanten gefeliciteerd. En natuurlijk ook door zijn familie.
Als hij wat later weer naar het podium geroepen wordt, juichen ze hem weer toe. En het schijnt Roald nog luider te klinken, als voor de rest. Breed lachend ontvangt hij zijn prijs, een medaille en een beker. En onder luid gejuich loopt hij weer het podium af. Roald en zijn familie zetten zich dan neer op een aantal tafeltjes op een terras, die vrij zijn gekomen vanwege de huldiging. Pas dan voelt Roald zijn vermoeidheid. Gelukkig is de ober al snel om hun bestelling op te nemen, en Roald vraagt om een groot glas bier. Hij vindt dat hij dit nu wel verdiend heeft. Hij heeft hier veel voor moeten laten, en nu wil hij zichzelf weer eens wat gunnen. De ober brengt snel de bestelling, waarbij Roald niet een maar twee grote glazen bier voorgeschoteld krijgt.
De ober zegt: ‘Deze ronde gaat op het huis. We vonden het zo fantastisch, dat u zo’n geweldige prestatie heeft neergezet en er ook zo’n spannende koers van heeft gemaakt, dat we u willen bedanken door u gratis drinken aan te bieden. Voor u en uw gezelschap!’
Roald kijkt blij verrast. ‘Nou, dan dank ik u hartelijk! Heel erg attent!’
‘Graag gedaan. Het is een eer u als gast te mogen begroeten!’
Roald heft een toost op de ober en iedereen aan de tafels doen mee. Roald wordt aan alle kanten herkend en gefeliciteerd. Ook Arnold en Martine feliciteren Roald met zijn goede resultaat. Maar het valt Ada op, dat Roald wat gereserveerder tegenover Arnold en Martine is. Ze zegt er niets van, Roald zal er heus wel een goede reden voor hebben. Maar ze is wel heel erg trots op de prestatie van haar man. Maar ook Jörg heeft het helemaal zo slecht niet gedaan, al is zijn tijd in vergelijking met Roald een stuk slechter. Maar hij heeft manmoedig volgehouden en een redelijke tijd van een uur en 25 minuten neergezet. Niet zo snel als Ingrid, die met haar tijd van een uur en tien minuten. Maar Jörg vindt het niet erg om van haar te verliezen. Ze is een echte sportvrouw en heeft ook veel beter getraind dan hij. Maar zijn grootste bewondering gaat wel naar Roald uit. Die heeft sinds vandaag voorgoed een heldenstatus bij hem.
Roald bestelt nog een rondje, maar dan vindt hij het toch beter om naar huis te gaan. Hij bedankt de ober en geeft hem alsnog een goede fooi, die de man graag aanneemt. Daarom vertrekt het hele gezelschap, zijn familie en vrienden, naar Roalds’ vakantiewoning. Daar praten ze nog even na over de wedstrijd. Het duurt nog even, voordat alle gasten vertrokken zijn. Het is dan ook al bedtijd voor iedereen.
Maar Ada zit nog iets dwars. Ze kan niet echt de slaap pakken. Midden in de nacht staat ze op en gaat naar het toilet. Tot haar verbazing ziet ze even later Roald uit de slaapkamer van hem en Ester komen en op haar wachten.
Als ze langs Roald komt, zegt Roald: ‘Er zit je iets dwars, Ada? Ik kon het vanavond aan je zien.’
‘Ach, misschien is het ook wel niets, Roald. Het is die hele toestand met STK en alles eromheen. En daardoor meen ik sommige dingen te zien, die er wellicht helemaal niet zijn!’
‘Kom op, Ada! Zeg nou wat je dwars zit!’
Ada zucht eens en zegt: ‘Waarom deed je wat terughoudend met Arnold en Martine? Het viel me gewoon op!’
Roald glimlacht. ‘Dat heb je goed gezien, Ada. Kom, we gaan even naar de kamer, dan leg ik het je wel even uit. En dan is je ook meteen duidelijk wat het verband allemaal is.’
Roald en Ada gaan op de bank zitten, en Roald pakt zijn IPad erbij. Hij opent een document en zegt tegen Ada: ‘Dit is nog geheim, Ada. Je mag er zelfs nog niets van tegen Ingrid of Ester over vertellen. Nu nog niet, later wel.’
Ada kijkt geschokt. ‘Is het zo erg, Roald?’
‘Meer dan erg. Maar dit gaan we winnen, dat weet ik zeker.’
‘Nou, vertel het dan maar. En ik beloof je, dat ik niets erover zal vertellen, tegen wie dan ook!’
‘Nou goed dan. Ik zal je de beknopte versie geven, anders zou het wel heel erg lang gaan duren. Dit speelt al bijna een jaar. Eerst was het mij en Henk niet eens opgevallen, maar Henk kreeg een aanbod van een bedrijf uit Nederland om een van zijn bedrijven aan Henk te verkopen. Nu had Henk daar geen interesse in, omdat die juist heel goed bij het geheel van HRT passen. Sommige technologie, die we toepassen, komt van dat bedrijf af.
Dus Henk heeft dat bedrijf verteld, dat hij geen interesse had om te verkopen. Hij dacht dat daarmee de kous af was. Niets was minder waar. Opeens kreeg ik te horen, dat men probeerde personeel bij dat bedrijf weg te kopen. Sommige personeelsleden kregen enorme sommen aangeboden om het bedrijf te verlaten. En dan praat ik over bedragen tot bijna honderdduizend euro.
En dat maakte sommige werknemers dan wantrouwig en hebben dat aan mij gemeld. Natuurlijk gingen er toen bij mij en Henk meteen alarmbellen af. Dat zijn voortekenen voor een vijandige overname. Ze proberen dan het bedrijf te verzwakken om het dan tegen een geringe prijs te kunnen kopen. We hebben toen de politie ingeschakeld omdat het sterk om omkoping leek te gaan. Gelukkig hebben we goede werknemers, die ons heel erg trouw zijn gebleven. Niemand is op het aanbod ingegaan. De politie heeft een onderzoek gestart en heeft een behoorlijk gesprek gehad met het bedrijf. Toen is die onrust weer verdwenen.
Maar dat was niet de enige reden, waarom ze toen ophielden met hun acties. Henk en ik hebben een behoorlijk netwerk en toen we vragen gingen stellen over dat bedrijf, kregen we opeens waarschuwingen van anderen.
Dit bedrijf, Dowtech Investment, opereert op de grenzen van het toelaatbare, maar het is bekend dat ze er ook ver overheen gaan. Als die hun zinnen op iets gezet hebben, dan krijgen ze het ook, hoe dan ook. Ze beschikken over behoorlijk veel kapitaal, wat ze verkrijgen door hun andere bedrijven, zoals Revest.’
Ada hoort Roald geschokt aan. Hier wist ze helemaal niets vanaf. Hoe kan hij dit voor haar verborgen hebben gehouden.
Roald gaat verder. ‘Ze bezitten ontzettend veel bedrijven, die ze veelal opkopen op het moment dat ze bijna failliet gaan. Ze zijn dan als het ware de reddende engel voor die bedrijven, maar voordat die het in de gaten hebben, nemen ze de macht en het bedrijf volledig over. Dat is dus ook wat ze van plan waren met Wil en Tinie.’
Ada zegt: ‘Dat snap ik dan niet. Waarom zouden ze dat doen? Het is toch maar een klein bedrijfje?’
‘Precies waarom weet ik ook niet, maar ik weet wel, dat wij er mee te maken hebben, Ada. Heel veel meer weet ik er nog niet over, ik snap nog niet waarom ze alles om me heen proberen te vernietigen, want er is veel meer gebeurd, dan jullie weten. Het was erg moeilijk voor me, om het voor jullie verborgen te houden, ik doe dat niet graag, maar ik moest jullie beschermen voor hun.’
‘Wat is er dan allemaal nog meer gebeurd?’
‘Ze hebben geprobeerd Bert en Samantha op te lichten, maar Bert kwam wijselijk bij mij raad halen. Ik heb hem toen gezegd, dat hij absoluut niet met hun in zee moest gaan. Maar Bert en Samantha hadden wel geld nodig om hun bedrijf goed voort te kunnen zetten. Dus hebben Henk en ik hun een lening gegeven. Ik heb daarvoor wat grond voor moeten verkopen, met de optie, dat ik ze weer terug kon kopen. Dat is inmiddels gebeurd, en het is ook weer allemaal goed met Bert en Samantha, maar ze moesten beloven tegen niemand niets te vertellen. Dat hebben ze ook gedaan. Maar ze zijn ook bij Ulv en Julie langs geweest, met een vergelijkbaar aanbod. Alleen had Ulv hun hulp helemaal niet nodig, en ik kwam daar bij toeval achter, toen ik bij Bert op bezoek was en ook even met Ulv praatte. Toen werd me pas duidelijk, dat er iets meer achter zou moeten zitten.’
‘Dat is echt allemaal nieuw voor mij, Roald! Maar waarom moesten ze dat zo geheimhouden?’
‘Omdat Interpol ook achter deze firma aan zit. Toen we hoorde, dat ze bij Bert kwamen, en dus het persoonlijker werd, heeft Henk bij wat instanties navraag gedaan. En daar werd hij doorverwezen naar Interpol. We schrokken nogal. En na een gesprek met Interpol, bleek hoe gevaarlijk deze mensen kunnen zijn. Ze zijn als het ware sluipmoordenaars, met als verschil, dat ze niemand doden, maar je wel compleet leegzuigen en alles om je heen ook. Ze laten echt een spoor van vernieling achter. Ze houden ons al een hele tijd in de gaten, en proberen daarop in te spelen. Maar wij houden hun ook in de gaten. Als ik jullie iets verteld zou hebben, zouden ze dat merken. Zo kort zitten ze op ons.’
‘En wat heeft dat te maken met Arnold en Martine?’
‘Daar kom ik zo op. Maar laat ik je dit vertellen, Arnold is niet wie hij zegt te zijn. Zijn echte naam is Bertrand Mulder en Martine heet Karin. Zelfs het bedrijf van Arnold is niet helemaal echt. Ja, het is een echt bedrijf, maar het is niet van Arnold. Het is van Dowtech.’
Ada snapt het allemaal niet meer. ‘Maar is Arnold dan ook slachtoffer van Dowtech?’
‘Nee, Arnold, of liever gezegd, Bertrand is de eigenaar van Dowtech.’
De ogen van Ada puilen bijna uit haar hoofd. Ze houdt haar adem in.
‘Dat meen je niet! Arnold en Martine? Maar dat zijn toch heel aardige mensen?’
‘Zo aardig, dat ze Leo hebben omgekocht en ons zo naar STK geleid hebben. Maar dat was een grote fout, daar hebben ze ons in onderschat. Want daarmee konden we voor het eerst aantonen, welke praktijken ze hanteerden. Waarom denk je, dat ik het proces tegen STK kan voeren? Ik word gesteund door de overheid, die er erg opgebrand zijn, om STK en daarmee ook Dowtech te ontmaskeren. En niet alleen de Zweedse overheid volgt dit met grote interesse. Vanuit Nederland krijg ik ondersteuning, maar ook uit Duitsland, België, Frankrijk, Engeland, Noorwegen en Finland. En ik ben voor hun de ideale man om ze te bevechten. Ik heb geen schrik voor ze, ten minste, zolang ze geen grip op me krijgen. Voorlopig ben ik ze nog te slim af, en na vandaag heb ik zelfs iets in de hand, wat me wat bescherming kan bieden.’
‘En dat is?’
‘Dat zijn die aandelen van Dowtech. De grootste fout, die ze ooit gemaakt hebben. Niemand wist waar die ontbrekende aandelen van hun naar toe zijn gegaan. En nu blijkt dat Wil en Tinie die gewoon hadden. Wil en Tinie zouden eens moeten weten, wat de werkelijke waarde van die aandelen zijn. De waarde zit hem niet in de waarde van het aandeel, maar om de macht, die het vertegenwoordigt. Ik heb hiermee een stem als aandeelhouder. En aangezien ik nu vijf procent van hun aandelen bezit, moeten ze me aanhoren. Maar dat is niet het enige, ik mag ook hun boeken inzien. En daar hebben ze schrik voor, dat weet ik zeker!’
‘Maar als het dan toch al zo gevaarlijk is, Roald, ben je dan niet bang, dat ze je wat aandoen? Want uiteindelijk gaat het om geld en macht! En daar doen sommige mensen gekke en gevaarlijke dingen voor!’
‘We hebben rondom de klok bewaking, Ada. Die reporter van laatst, dacht je dat het toeval was? Hij is een van de bewakers. Maar ik moest ongemerkt wat data van de opnames hier doorspelen. Dat kon alleen zo, het viel gewoon niet op.’
Ada kijkt verbaasd. ‘Maar hoe…’ Dan slaat ze zich voor haar kop. ‘Die heb je natuurlijk op die kaartjes gezet!’
Roald glimlacht. ‘Ja, dat had je snel door!’
Ada grijnst. ‘Nu ik dit allemaal weet, begin ik ook sommige dingen te begrijpen, Roald. Is het daarom, waarom je de laatste tijd zo vaak naar Nederland moest voor vergaderingen en ik thuis moest blijven?’
‘Ja, dat was lastig voor me. Normaal ga je altijd mee, maar ik moest iets verzinnen. Gelukkig kon ik Mimie overtuigen, dat ze die vakantie moest nemen, zodat jij wel thuis moest blijven. Henk heeft haar een deel van haar vakantie betaald, opdat jij het niet zou merken.’
Opeens wordt er voor Ada een hoop meer dingen helder. Maar dan kijkt ze Roald boos aan. ‘Ik snap dat je ons wilde beschermen, Roald. Maar om daarvoor te liegen en te bedriegen?’
Roald kijkt haar indringend aan. ‘Als ik een keuze gehad zou hebben, dan had ik het jullie verteld. Geloof me maar. Ik vind het verschrikkelijk om steeds maar tegen jullie te liegen. Maar als ik een kans wilde hebben, om hier enigszins goed doorheen te komen, en de strijd te winnen, dan moest ik het wel doen. Het spijt me echt, meer als ik je ooit zeggen kan!’
‘Dat gaat je een hoop geld kosten, Roald! En een hoop bloemen!’
Roald glimlacht. ‘Dacht je dat me dat niet duidelijk was, Ada? Is allemaal al geregeld. Maar nu heb ik jouw hulp nodig, daarom vertel ik je dit allemaal ook.’
‘En dat is?’
‘Ik heb je hulp nodig om die aandelen van Wil te kopen. Ze moeten persoonlijk bezit worden, niet dat het een heel groot bedrag is, maar we moeten er samen voor tekenen. De wet schrijft voor, dat in dat geval man en vrouw moeten tekenen.’
Ada denkt even na en zegt: ‘Is ons huwelijk hier ook geldig, Roald?’
‘Nee, eigenlijk niet. Hoewel het me wel bepaalde rechten geeft, bijvoorbeeld als er iets met jullie zou gebeuren. Maar in principe ben ik voor de Nederlandse wet alleen met Ester getrouwd. Haar naam staat als eerste in onze huwelijksakte.’
‘Dan heb je ook haar handtekening nodig, Roald.’
‘Dat weet ik. Maar ik weet ook, dat je perfect haar handtekening na kunt doen!’
Ada kijkt Roald geschokt aan. ‘Maar dat is valsheid in geschrifte, Roald!’
‘Dat weet ik, maar het moet even. Ik neem de verantwoording wel op me, als Ester daar problemen van maakt. Ik zal het haar later wel uitleggen. Maar we moeten dit wel snel doen. Morgen zelfs al.’
Ada moet echt even nadenken.
‘Dan wil ik een ding weten, wat levert het ons aan veiligheid op?’
‘Zodra ik die aandelen heb, vraag ik hun boeken op. Die kunnen ze me niet weigeren. Doen ze dat niet, heeft de politie een grond om daar een onderzoek in te stellen. Dat wil ik morgen meteen regelen. En als ik eenmaal hun boeken heb, zullen ze ons niets meer aandoen. Dan zijn jullie veilig, en kan ik ook alles vertellen.’
‘Ik lijk wel gek om hieraan mee te doen, maar ik heb geen keuze. Mijn God, waar zijn we in verzeild geraakt, Roald?’
Roald zucht. ‘Ik weet het. We zijn er bijna, dan is het voorbij. De puzzelstukjes vallen bijna allemaal in elkaar, er missen slechts nog kleine delen.’
‘Goed, dan help ik je. Maar vraag me nooit meer om nog zoiets te doen, Roald! En waag het ook niet, om nog eens in zo’n gevaarlijk avontuur in te duiken, zonder er iets van te zeggen!’
‘Dat was ik ook niet van plan, Ada. Dit is meer dan genoeg avontuur voor een heel leven. Bovendien, ik vind het avontuur met mijn gezin veel beter en mooier. Ik steek liever mijn energie in jullie, dan in die zaken.’
‘Dat is je geraden ook!’
Roald slaat zijn arm om Ada en geeft haar een zoen. ‘Bedankt, Ada! Ik hou van je!’
Zodra Ada zijn lippen voelt, is ze meteen vergeten, dat ze eigenlijk boos op hem is. Ze kan er niets aan doen, tegenover Roald en zijn geweldige lippen is ze gewoon kansloos. En als Roald dan aan haar oor begint te knabbelen, is ze al helemaal om. Ze trekt zijn hemd uit, en Roald trekt haar nachthemd uit.
Roald grijnst als hij ziet, dat Ada niets onder haar nachthemd aan heeft. Roald wil Ada uitgebreid gaan verwennen, maar Ada is op slag behoorlijk geil geworden. De spanning van het verhaal van Roald en zijn lichamelijk contact met haar, hebben haar meer opgewonden, dan ze zelf verwacht had. Ze trekt Roald naar boven en zegt: ‘Neuk me, Roald! Alsjeblieft!’
Roald voldoet graag aan haar wens. De spanning heeft hem ook geil gemaakt. Hij is blij eindelijk dat hij eindelijk zijn verhaal heeft kunnen vertellen aan Ada. Dat heeft hem behoorlijk dwars gezeten en die spanning moet er nu uit. Zijn pik staat al fier vooruit, en als hij wil voelen of Ada nat genoeg is, krijgt hij een natte vinger als antwoord. Dan wacht hij niet langer en steekt zijn pik tussen haar schaamlippen. Het is een dierlijke aantrekkingskracht tussen hun twee. Meer willen ze beiden op dit moment ook niet, spanning afvoeren, maar wel met de nodige tederheid. Ada kreunt van genot, als ze zijn pik langs haar schaamlippen in haar kutje voelt schuiven. Ondanks dat ze al de nodige seks met Roald heeft gehad, voelt zijn pik nog altijd dik aan. Het geeft haar het ultieme genot, en om Roald aan te sporen, bijt ze hem zachtjes in zijn tepel. Dat heeft ze nog nooit eerder gedaan, en Roald schrikt even kort, maar het voelt niet onaangenaam. Daarop voert Roald zijn tempo op. Ada’s lichaam beweegt op en neer door de hevige beuken tussen haar bekken. Ze kan alleen nog maar genieten en kreunen. Het gaat allemaal heel snel, en Ada voelt al snel een orgasme aankomen, maar Roald is ook niet ver meer.
Als Ada dan haar orgasme krijgt, gilt ze het werkelijk hard uit, en zet haar nagels diep in Roalds’ rug. Dat geeft hem net het laatste zetje om zijn zaad diep in Ada te lozen. Uitgeput laat hij zich zwaar op Ada neer vallen. Beiden zijn nog in een geluksroes.
Terwijl ze nahijgen, komt Ester de woonkamer binnen. Ze is wakker geworden van het geschreeuw van Ada.
Ze moet lachen, als Roald en Ada daar in de woonkamer ziet uithijgen.
‘Mogen we niet meer meedoen? Of wilden jullie gewoon even een momentje voor jezelf?’
Ada lacht, terwijl Roald nog steeds op haar ligt.
‘Geen van beiden. We waren allebei wakker en we waren hier eigenlijk over de gebeurtenissen van de laatste maanden aan het praten, en uiteindelijk waren we er allebei wel aan toe.’
‘Oh, gaat het over STK?’
‘Onder andere, Ester. En enkele zaken van het werk, die me nog niet helemaal duidelijk waren. Dat heeft Roald me nu uitgelegd. Dat waren eigenlijk geen zaken, die je zo even bespreekt, en omdat we allebei toevallig wakker waren, was het er een goed moment voor.’
‘Maar mag ik nu Roald weer terug? Het is koud in bed alleen!’
Ada lacht. ‘Is goed, zusje. Ik warm me wel aan Ingrid.’
Ester lacht. ‘Zo had ik het nu ook weer niet bedoeld, Ada’
‘Dat weet ik, maar jullie hebben ook nog niet echt veel tijd samen gehad. Ik heb Roald wel even alleen gehad, toen we later kwamen.’
Er begint een van hun kinderen te huilen en Ada staat op. ‘Laat maar, ik ga wel, Ester. Ik moet toch naar het toilet, en dan kijk ik ook wel even wat er aan de hand is.’
Roald staat op en helpt Ada overeind. Hij geeft haar nog een laatste nachtzoen en loopt dan met Ester mee naar de slaapkamer, terwijl Ada naar de kinderkamer loopt. Het blijkt alleen maar een nare droom voor Isabel te zijn geweest, en Ada kan haar al snel weer in slaap krijgen. Dan loopt ze snel naar de badkamer, om zich wat op te frissen. Dan kruipt ze weer bij Ingrid in bed. Ingrid is wakker, als ze in bed stapt en zegt: ‘Je was lang weg, Ada. Was er iets?’
‘Nee, niet echt. Ik kon vannacht niet echt goed slapen en op de gang trof ik Roald aan, die kon ook niet goed slapen. Dus hebben we in de woonkamer wat met elkaar gepraat. STK en wat dingen op het werk, die me nog niet helemaal duidelijk waren.’
Ingrid glimlacht. ‘En een momentje voor jou en Roald alleen?’
‘Had je het gehoord dan?’
Ingrid lacht. ‘Als pap en mam dat niet gehoord hebben, dan moesten ze wel heel erg diep slapen, Ada. Gelukkig duurde het niet zo heel lang.’
‘Nou ja, het was wel heel erg lekker, en we waren er allebei gewoon aan toe.’
‘Je hoeft je toch niet tegenover mij te verontschuldigen, Ada. Weet je nog? We zijn alle drie met Roald getrouwd, geen jaloezie en geen afgunst.’
‘Dat weet ik wel, Ingrid, maar soms is het zo verdomd moeilijk. Jij en ik houden ontzettend veel van hem, maar het is voor hem gewoon moeilijk om zijn aandacht onder ons te verdelen. Soms zou ik wel eens wat meer willen. Gewoon die knuffel, die me vasthoudt en me vertelt dat alles goed is. Dat mis ik soms wel. Roald doet echt zijn best, daar gaat het niet om, maar heel soms heb ik mijn twijfels of we hier wel goed aan doen.’
Ingrid kijkt Ada geschokt aan. ‘Dat meen je niet, Ada!’
‘Ach, het is niet zo ernstig, Ingrid. Zeg nou niet, dat je je ook soms niet zo voelt, want dat zou ik je niet geloven. Roald heeft nu eenmaal een drukke baan, en als hij eenmaal thuis is, doet hij zijn best om ons allemaal aandacht te geven. Ik weet dat hij doet wat hij kan, en dat accepteer ik ook. We hebben er allemaal voor gekozen. En er is niemand waar ik meer van houd, zelfs niet van jullie. Maar het zijn gewoon die kleine dingen, die ik mis.’
Ingrid slaat een arm om haar zus heen. Als ik eerlijk ben, heb ik dat ook. Maar ik neem dat gewoon voor lief. Het hoort erbij.’
‘Het is ook niet, dat ik me er echt aan stoor, Ingrid. Ach, misschien ben ik gewoon ook wat emotioneel, omdat ik net seks met hem heb gehad.’
Ingrid knuffelt haar zus en zegt: ‘Misschien is het dat, Ada. Maar ligt het ook niet ergens anders aan?’
Ada kijkt haar verbaasd aan en zegt: ‘Wat bedoel je?’
‘Je eisprong?’
De ogen van Ada sperren zich opeens ver open. ‘Oh, God! En ik heb juist nu even niet de pil genomen, omdat ik er last van had! Wat als ik nu weer zwanger raak?’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ik dacht, dat je dat juist wilde, Ada?’
‘Jawel, maar nu? Ik bedoel, ik wil Roald steunen in zijn strijd tegen STK!’
‘Dat kun je toch evengoed wel doen, daar maakt het toch niet uit of je zwanger bent, of niet?’
‘Ja, maar ik had het tegen Roald moeten zeggen.’
‘Denk je nou echt, dat Roald boos zou worden, omdat je mogelijk zwanger zou kunnen zijn?’
Ada schudt haar hoofd. ‘Maar ik moet hem dit nu wel zeggen!’
Ze wil opstaan, Maar Ingrid houdt haar tegen.
‘Dat kan morgen ook, Ada. Bovendien heeft Roald zijn rust nodig. Hij zei, dat hij de auto naar huis wil rijden en dat pap en mam maar met het vliegtuig moesten komen met zijn ticket.’
‘O ja, da’s waar ook. Ik was erbij, toen hij dat zei. En hij heeft nu genoeg aan zijn hoofd, daarvoor kan ik hem nu niet wakker maken. Bovendien is het nog lang niet zeker, dat ik zwanger word, of wel?’
Ingrid knikt en Ada gaat weer liggen. Maar echt slapen kan ze weer niet. Pas tegen de morgen valt ze in slaap. Ingrid heeft ook maar licht geslapen, maar is wel uitgerust. Ze laat Ada liggen, nu ze eindelijk eens goed slaapt.
Als ze onder komt, zijn Ester en Roald bezig met het ontbijt, de rest is nog niet wakker.
‘Goedemorgen, Ingrid. Goed geslapen?’
‘Het gaat. Alleen werd ik wakker van rare geluiden uit de woonkamer.’
Roald lacht. ‘Had ik je erbij moeten roepen, net als Ester vannacht opperde?’
Ingrid lacht mee. ‘Nee, maar daarna heb ik nog even met Ada gepraat. Ze is weer eens heel emotioneel, je weet wel.’
Roald knikt en zegt: ‘Oh, ja, dat had ik moeten weten. Het is weer zover…’
Ingrid zet haar handen in haar zij en kijkt Roald aan. ‘En daarmee bedoel je?’
Roald zegt snel: ‘Niets! Ik bedoel dat ik onderhand een kalender voor jullie bij mag houden, voor wie er ongesteld is en wie er een eisprong heeft. Nee, zo moet ik dat niet zeggen, ik bedoel, dat het soms moeilijk is voor me om te onthouden, wanneer het zover is. Ik heb al zoveel aan hoofd.’
‘Tja, daar kunnen we nu eenmaal niets aan doen, Roald. Het hoort er gewoon bij. Alleen heb je er misschien geen rekening mee gehouden, dat Ada op het moment geen pil slikt, in verband met haar andere medicijnen.’
De ogen van Roald worden groot. ‘Ow, daar wist ik helemaal niets van, Ingrid! Maar dan is het mogelijk, dat ze misschien zwanger wordt?’
‘Die kans zit erin, Roald. Maar je moet het haar en jezelf niet kwalijk nemen.’
‘Nee, natuurlijk niet. Waarom ook? Ik weet toch ook, dat ze graag nog een kind wil hebben. En als dat nu gebeurt, dan is dat toch goed, of niet dan?’
‘Ik dacht al, dat je het niet erg zou vinden, Roald. Maar zeg er alsjeblieft nog even niets van tegen Ada. Ze wilde je het zelf vertellen, maar ik vond het beter, als ik je even erop voorbereidde.’
Roald omhelst Ingrid en knuffelt haar. ‘Wat heb ik toch een lieve vrouw, Ingrid.’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Je hebt er niet een, maar drie!’
‘Ja, dat weet ik maar al te goed. En soms zou ik willen, dat ik jullie nog meer aandacht kon geven. Ik weet dat ik op sommige punten te kort schiet.’
Ingrid schiet in de lach. ‘Soms denk ik, dat je echt gedachten kunt lezen, Roald. Precies daar heb ik het vannacht met Ada over gehad.’
Roald glimlacht. ‘Dacht je dat ik niet wist, wat er soms in jullie omgaat? Maar ik ben maar een man alleen. Al zou ik willen, ik kan jullie niet allemaal de aandacht geven, die jullie verdienen. Maar ik doe mijn best.’
‘Dat weten we, Roald. Maar het zijn meestal de kleine dingen, die we soms eens missen. Maar we weten, dat je ons dat niet altijd kunt geven. Je doet al meer, dat menig man aan zou kunnen.’
Al vroeg in de morgen zijn de vrienden van Roald op bezoek gekomen. Niemand die afwezig is, en dat doet Roald best wel deugd. Hij heeft even kort met Nancy gesproken en haar nog een keer kort uitgelegd waarom hij Wil en Tinie wil helpen.
Maar Nancy antwoordde hem: ‘Roald, het maakt me niet uit wie het is, en waarom. Als jij zegt, dat ze geholpen moeten worden, dan doe ik dat en stel ik verder geen vragen. Ik weet dat ik je volledig kan vertrouwen. Nu wil dat niet zeggen, dat ik niet zal opletten, wat er aan de hand is, ik wil nog wel even makelaar blijven! Maar verder stel ik geen vragen. Jouw vertrouwen is goed genoeg voor me.’
‘Toch doe je er goed aan om niet altijd blindelings op me te vertrouwen, Nancy. Ik moet soms ook dingen doen, die helemaal niet zo aardig zijn.’
‘Als je dat doet, dan zal je er wel je reden voor hebben, Roald.’
‘Ook als ik dan iemand aanpak, die ook vrienden van jou en mij zijn?’
Nancy kijkt Roald geschokt aan. ‘Wie dan?’
‘Dat kan ik nog niet zeggen, Nancy. Het is niet dat ik je niet vertrouw, maar het is nog niet helemaal zeker en bovendien kan ik niet zomaar iemand gaan beschuldigen. Dat is niet mijn stijl. Maar het zal wel een behoorlijke schok worden, als het bekend gaat worden. En dat niet alleen, ik zal iemand behoorlijk veel pijn doen.’
Nancy knikt. ‘En wanneer horen we daar meer over, Roald? Want ik wil eigenlijk wel weten, wie jij niet vertrouwt.’
‘Het is niet zo zeer niet vertrouwen, Nancy. Ik kan er echt nog niet te veel over vertellen, er zijn nog een hoop dingen niet helemaal duidelijk, maar daar hoop ik heel snel verandering in te kunnen brengen.’
Roald heeft nog even tijd om met Nancy en Guido naar Wil en Tinie te gaan. Hoewel Wil en Tinie het ontzettend druk hebben, nemen ze toch wel even de tijd voor Roald en Nancy.
Nancy bekijkt het bedrijfje van Wil even goed en zegt dan: ‘Ik snap niet waarom dit bedrijf niet beter zou kunnen lopen. Hier op de hoek is een terras, waar veel fietsers langskomen, en het zit precies op een fietsroute. Het is dus gunstig gelegen.’
Wil zegt: ‘Het is ook niet, dat ik hier gebrek heb aan werk, maar mijn kosten zijn veel te groot. En enkele jaren geleden ging het niet zo goed hier. Toen was die fietsroute nog niet zo populair en ik heb toen een verkeerde financiële beslissing genomen, waardoor ik bijna failliet ben gegaan.’
‘Mag ik vragen waarom precies? Dat kan belangrijk zijn voor de verkoop.’
‘Een paar jaar geleden kwam er iemand bij me langs om me financieel advies te geven. Hij raadde me aan om te gaan beleggen en dat heeft werkelijk rampzalig uitgepakt. De crisis kwam, en ik was vrijwel meteen mijn geld kwijt. Ik had een gedeelte van het geld geleend, op advies van die adviseur.’
‘Oei, dat is nog wel het slechtste wat je had kunnen doen. Nooit geld lenen om te beleggen!’
‘Dat weet ik nu ook wel, maar hij had het allemaal heel mooi voor me uitgerekend. Ik heb nog geprobeerd om hem aansprakelijk te stellen voor de schade, maar toen opeens bleek dat de firma waar hij voor zou werken nooit bestaan heeft.’
Nancy schudt haar hoofd. ‘Jammer genoeg hoor ik dat nog veel te vaak, dat zoiets gebeurd. Ze kopen voor een habbekrats aandelen en obligaties op, die niets meer opleveren, verkopen dat aan ondernemers en particulieren, die op goed vertrouwen aankopen en daar zelfs geld voor lenen. En als ze het geld binnen hebben, zijn ze vertrokken.’
‘Ja, zo ging het precies. Ik voelde me heel erg dom en bedrogen en ik schaamde me erg, toen ik daarachter kwam. Hoe kon ik toch zo stom zijn, om daar in te trappen.’
‘Daar hoe je je echt niet voor te schamen. Het gebeurt zelfs grote en bekende bedrijven. Maar het is natuurlijk behoorlijk vervelend als het jou gebeurt.’
‘Ja, behoorlijk! Maar toen had ik pas echt problemen. De lening was erop berekend dat ik met die aandelen alles gemakkelijk terug zou kunnen betalen, maar niets was minder waar. De aandelen waren zo gekelderd, dat ze zo goed als niets waard waren. Ik heb nog niet eens de moeite gedaan om ze nog te verkopen. Ik had voor vijftigduizend aan aandelen gekocht, en ik zou er nog maar net duizend voor terug krijgen.’
Nancy kijkt verbaasd. ‘Je hebt die aandelen nog steeds?’
‘Ja, hoezo?’
‘Nou, veel van die bedrijven, die toen flink gekelderd zijn, leveren nu weer flink op. Het zou zomaar kunnen, dat ze nu weer een hoop zouden opleveren. Het is de moeite waard dat eens te onderzoeken.’
Wil en Tinie kijken verbaasd. Tinie zegt: ‘Dan wil ik het ook weten ook. Ik heb ze boven op het kantoor liggen, ik heb ze pas nog gezien.’
Tinie stormt naar boven heen en komt even later terug met een map.
‘Hier zitten ze in. Wil had me een tijdje geleden gezegd, dat ik ze maar weg moest gooien, maar dat wilde ik niet. Het heeft ons immers toch veel geld gekost en wie weet zouden ze nog iets waard zijn.’
Nancy bekijkt de papieren in de map. ‘Hmm, op zich geen heel bijzondere aandelen, maar volgens mij bestaan die bedrijven nog allemaal. Wacht even, ik heb een app op mijn telefoon, ik kan de koersen wel even nakijken.’
Nancy pakt haar telefoon en bekijkt een aantal dingen. Dan zegt ze: ‘Nou, het is maar goed, dat je ze niet weggegooid hebt. Als ik alleen al die aandelen tel, dan zouden die nu bijna twaalfduizend euro waard zijn. En dat is ongeveer een kwart van je aandelen. En dan heb ik nog niet eens de rest bekeken. Het zou zomaar kunnen, dat je aandelen weer op het niveau zitten, van toen je ze kocht.’
Wil en Nancy zijn geschokt. Nancy bekijkt de rest van de aandelen. Helaas zijn niet alle aandelen zo goed in waarde gestegen, maar uiteindelijk zouden de aandelen net geen vijftigduizend euro opleveren. Wil en Nancy zijn geschokt, maar behoorlijk blij. Maar Nancy heeft nog een verrassing voor hun. ‘Dat is alleen nog de waarde van de aandelen. Je krijgt nog wat dividend, en ik schat dat die ongeveer een kleine zesduizend zal opleveren.’
Wil kan het bijna niet geloven. ‘Maar daarmee zou ik een heel eind uit de kosten kunnen komen! Ik heb al een hoop afbetaald, ik wilde niet met een schuld blijven zitten. Maar de afgelopen jaren waren gewoon heel erg zwaar.’
‘Hoeveel moet je nog aflossen?’
‘Nog ongeveer vierentwintigduizend euro. Maar ik heb ook nog een schuld bij Revest van bijna veertigduizend euro.’
Nancy zegt: ‘Hoeveel hebben die geïnvesteerd?’
‘Dertigduizend voor een nieuwe inrichting en een opknapbeurt aan de buitenkant.’
‘Oké, dat hebben ze dan wel netjes gedaan. Je zaak ziet er goed uit. Als ik jou was, zou ik deze aandelen verkopen, en die nog even houden. Die stijgen de laatste weken nogal, en ik verwacht dat daar nog meer uit te halen is. En met de aandelen die je verkoopt, zou je bijna alles van Revest kunnen terugbetalen. Hebben die nog een boeteclausule erin staan?’
‘Ja, vijf procent boete als ik voor 5 jaren aflos.’
‘Nou, dat is nogal wat!’
‘Nou ja, dat is het me ook wel waard, als ik maar van hun af ben.’
‘Zou ik dat contract eens mogen lezen?’
‘Natuurlijk. Maar dat heb ik natuurlijk ook boven op mijn kantoor liggen’, zegt Tinie.
‘Dan loop ik toch even met je mee. Dan kan ik meteen even precies kijken wat jullie aandelen nu waard zijn. Ik neem aan, dat je daar ook een computer hebt?’
‘Kun je nog zonder tegenwoordig?’
Nancy glimlacht. Ze loopt met Tinie mee, en Roald blijft bij Wil achter. Roald geeft Wil een vriendschappelijk klapje op zijn schouder. ‘Nou, is dat een meevaller, of niet?’
Wil kan het nog steeds amper geloven. ‘Ja, dat kun je wel zeggen, Roald. Dat had ik veel eerder moeten doen! En dan te bedenken, dat ik dacht, dat het echt niets meer waard was!’
‘En wat ga je nu doen?’
‘Ik ben een uitdaging met je aangegaan, Roald. En ik ben niet van plan daar nog vanaf te wijken. Ik heb erover gesproken met Tinie, en we zijn overeengekomen, dat we het echt gaan doen. Deze meevaller brengt ons niet meer van ons doel af. Ik wil gewoon een hele nieuwe start maken, en ik geloof gewoon, dat jij me daarbij wel kunt helpen. En hoewel ik me ooit voorgenomen heb, nooit meer blind op iemand te vertrouwen, maak ik voor jou een uitzondering.’
‘Dat doet me deugd, Wil. Maar denk er toch maar eens heel goed over na. Het is immers een grote stap. Ik heb je wel uitgedaagd, maar het moet niet ten koste van jou gaan, Wil.’
‘Dat weet ik wel, Roald. Maar hiermee doorgaan, dat wil ik niet meer. En daarbij, er is hier eigenlijk niets wat ons hier zou moeten houden. We hebben geen kinderen, en buiten wat neven en nichten heb ik hier geen familie meer. Vrienden heb ik hier wel een aantal, maar die hebben ook hun eigen leven. We zien elkaar nog maar nauwelijks.’
Guido knikt, evenals Roald. Guido zegt tegen Wil: ‘Nooit geen kinderen gewild, of niet het geluk gehad?’
‘Een combinatie van beide. We hadden het te druk met onze zaak, en nu lijkt het alweer bijna te laat om nog kinderen te krijgen.’
‘Het kan nog steeds, zo oud ben je toch nog niet?’
‘Ik ben vierenveertig en Tinie is tweeënveertig. Is dat niet wat oud?’
Guido antwoordt: ‘Misschien, maar als je echt kinderen wilt, logeer dan een keer bij Roald. Het klinkt gek, maar het is werkelijk zo. Al mijn vrienden, die bij Roald hebben gelogeerd in zijn kasteel van een huis, hebben nu kinderen. En ik weet heel zeker, dat mijn zoon en mijn ongeboren kind ook bij hem zijn gemaakt. We zijn 3 maanden geleden bij Roald op bezoek geweest, en zo lang is Nancy ook al weer zwanger.’
‘O, gefeliciteerd! Maar misschien moeten we dat aanbod van Roald om te komen logeren toch eens aannemen!’
‘Moet je zeker doen. Je moest eens de foto’s van zijn huis zien! Hij woont werkelijk in een kast van een huis. Slaapkamers genoeg, en ik kan het weten, ik heb hem geholpen met de verbouwing.’
Roald laat Wil een foto van zijn huis zien. Wil kijkt met open mond. ‘Wow, dat is echt groot! En ik dacht dat je zei, dat je niet rijk was?’
‘Dat ben ik ook niet. Dit huis was het huis van mijn overgrootmoeder. Ik heb je dat verhaal toch verteld?’
‘Ja, maar ik wist niet, dat het zo’n groot huis was!’
‘Ik heb het voor een prikje kunnen kopen, en na het overlijden van mijn grootmoeder heeft ze me geld nagelaten om het te renoveren en te verbouwen.’
Guido zegt: ‘En dat is niet het enige, Wil. Ze heeft hem ook een prachtig zeilschip achter gelaten! Is dat trouwens al weer terug op het meer?’
‘Nog niet, maar als het goed is, wordt ze nog deze week op de werf afgeleverd. Daar krijgt ze nog een speciale behandeling, en dan kan ze weer het water in. Het zal weer fijn zijn om met haar te gaan varen. Zeker nu dat ik zeillessen heb gehad.’
Wil kijkt met open mond. ‘En dan zeg je ook nog, dat je niet rijk bent?’
Roald lacht. ‘Ik heb wel een en ander aan bezittingen, dus echt arm ben ik niet. Isabel, zo heette mijn overgrootmoeder, heeft me wel meer dingen nagelaten. Maar dat zijn allemaal dingen, die niet direct in geld om te zetten zijn. En financieel kan ik me ook wel een en ander veroorloven, maar je wilt niet weten hoe duur zo’n groot gezin, als ik heb, kan kosten.’
Guido lacht. ‘Hoor hem daar eens! Hij verdient goed met zijn baan, Ada is zijn secretaresse en die verdient daar ook niet slecht en Ingrid is in Zweden een bekende columniste. Die verdient daar ook niet slecht mee!’
Roald lacht zuur. ‘Ja, maar wie veel verdient, betaalt ook veel belasting, Guido. En de boten kosten ook geen geld? En dan is er nog de grond, waar ik belasting over moet betalen. Ik mag dan wel goed verdienen en me een goed leven veroorloven, heel gekke dingen kan ik toch niet doen!’
Guido geeft toe, dat Roald behoorlijk wat meer kosten heeft, dan een normaal persoon. ‘Oké, maar je kunt op je brood boter en beleg veroorloven. En nog dubbel beleggen ook nog!’
Roald lacht. ‘Oké, ik geef toe, slecht hebben we het niet. Maar daar werken we ook hard voor. Daarvan betaal ik deze vakanties, en probeer ik mijn gezin het beste te geven, wat ik maar kan.’
‘Dat zou iedereen doen, Roald. Ik neem je dat toch ook niet kwalijk! Maar om nou te zeggen, dat je niet rijk bent? Je bent de rijkste man, die ik ken. Je hebt drie vrouwen en drie kinderen, en twee honden, waar je veel van houdt. En een hoop vrienden, die meteen voor je klaarstaan, als je hun hulp nodig hebt. Dat noem ik rijk zijn!’
Roald lacht weer. ‘Daar moet ik je volledig gelijk in geven. Als je het zo bekijkt, ben ik heel erg rijk. Maar dat kan ik ook van jou zeggen, Guido! Wie verwacht er nog een kind?’
De beide mannen lachen. Wil ook. Hij voelt zich helemaal thuis bij deze mannen. Nancy en Tinie komen weer naar beneden. Tinie stormt op haar man af en roept: ‘Wil! Het is zelfs nog beter dan we dachten! Zoals de koersen nu staan, kunnen we Revest helemaal aflossen en houden zelfs nog wat over!’
Nancy glimlacht. ‘Ik heb je aandelen al aangeboden voor verkoop. Morgen gaat de beurs open en dan weet je het zeker. Maar ik weet zeker, dat ze minstens gaan opleveren, wat ik berekend had. En dat zal inderdaad meer dan genoeg zijn om Revest af te betalen. Maar toen ik die aandelen doorkeek, zag ik ook nog iets staan, dat wel interessant is. Niet qua waarde, hoewel die ook niet slecht is, maar wel van welk bedrijf dat is.
Je hebt aandelen van Dowtech. En dat is bijzonder, omdat die maar een keer aandelen hebben uitgegeven, en daarna nooit meer. En je hebt eigenlijk toch wel een heel aantal.’
Bij Roald gaan alle alarmbellen. ‘Dowtech zei je? Dat meen je niet!’
‘Ja, ik meen het. Ik dacht al dat het je wat zou zeggen. Roald, misschien doe je er goed aan, om die aandelen van Wil en Tinie over te kopen. Het zou je misschien wel eens kunnen helpen in je strijd tegen STK.’
‘Over hoeveel praten we dan, Nancy?’
‘Het zijn tweeduizend aandelen.’
‘Dat zijn er toch niet zo heel veel, Nancy. Maar ik wil ze wel, dat is geen probleem.’
Nancy glimlacht. ‘Dat dacht ik al, Roald. Maar tweeduizend aandelen is toch veel. Ze hebben toen maar veertigduizend aandelen uitgebracht. Dus daarmee heb je een behoorlijke stem. Met die aandelen heb je gewoon een vijf procent van de aandelen in bezit. Maar je moet wel opschieten. Omdat er lange tijd niet meer dividend geclaimd is, zouden ze kunnen vragen om de aandelen verbeurd te verklaren. Je bent dan je geld niet kwijt, dat zouden ze je gewoon terug moeten betalen, maar je recht als aandeelhouder vervalt dan. Het is niet de goede benaming voor dat proces, maar zo is het wel het gemakkelijkste uit te leggen.’
‘En wat gaat me dat grapje kosten, Nancy?’
‘Daar moet je zelf maar uitkomen met Wil en Tinie. Ze hebben toen rond de tienduizend betaald voor die aandelen, maar ik kon zo snel niet te weten komen, wat ze nu waard zijn.’
Wil zegt: ‘Als ik jou die aandelen zou verkopen, zou je dat helpen, Roald?’
‘Ja, je wilt niet weten hoe zeer me dat helpt!’
‘Je zei me, dat Revest een onderdeel van dat bedrijf is, als ik me het goed herinner.’
‘Ja, dat klopt. Dowtech is in principe de holding van al die bedrijfjes. En wie de holding bezit, is eigenaar van dat bedrijf.’
‘Dan wil ik niet alles verkopen. Ik heb nog wel een appeltje te schillen met Revest, dus ik wil nog iets te zeggen hebben. Wat dacht je ervan als je de helft kon kopen?’
‘Goed, tegen welke prijs?’
‘Ik heb er toen ongeveer vijf voor betaald per aandeel, maar ik heb ook kosten gemaakt voor mijn lening. Ik bied ze je voor zes per aandeel aan.’
‘Dat is redelijk. Deal!’
Ze schudden elkaar de handen en Nancy lacht. ‘Oei, nou moet Dowtech oppassen voor twee gedupeerde aandeelhouders! Als ik hun was, zou ik me maar heel goed vast houden!’
‘Dat lijkt me ook wel. We zullen die knakkers een poepje laten ruiken, of niet, Roald!’
‘Daar kun je op rekenen, Wil!’
Tinie fluistert iets in het oor van Wil en Wil zegt: ‘Nou, dan zouden we nog bijna vergeten, waarom Nancy hier eigenlijk kwam. Nancy, denk je echt dat ik dit voor een goede prijs verkocht kan krijgen?’
‘Ja, dat denk ik wel. Ik zal morgen mijn chef langs sturen, hij zal het dan taxeren, en dan weet je het snel. Maar weet je zeker, dat je het nog wilt verkopen? Je grootste problemen zijn nu toch wel opgelost?’
‘Dat wel, maar ik wil gewoon een nieuwe start maken. Roald heeft me een aanbod gedaan, en dat wil ik aannemen.’
‘Dan moet je dat maar snel aannemen. Roald heeft een gouden neus voor zulke zaken. Ik zal het morgen aan mijn chef doorgeven, en ik denk zelfs dat ze hiervoor in de rij zullen staan.’
‘Dat zou nog beter zijn! Hoe meer geld ik mee kan nemen in mijn nieuwe bedrijf, hoe beter dat het is.’
‘Ik ga mijn best voor je doen. Maar je zal het wel druk genoeg hebben, nu zo voor de wedstrijd!’
‘Ja, maar ik was toch al bijna klaar. Over een uur sluit ik hier, en dan ben ik de veldpost voor de reparaties.’
Tinie zegt: ‘Nou, dan zou ik toch maar opschieten. Het is al bijna tien uur en je zou om half elf klaar staan!’
‘O, is het al zo laat? Nou ja, dan ga ik maar snel verder. Gelukkig zijn het nog maar kleinigheidjes.’
Roald, Nancy en Guido nemen afscheid en laten het tweetal alleen.
Als ze weglopen zegt Nancy tegen Roald: ‘Ze waren best aardig, Roald. Maar waar ken je ze eigenlijk van? En zeg niet, dat je ze hier voor het eerst getroffen hebt, want dat geloof ik je niet!’
‘Ik kan ze inderdaad al langer, maar ik heb ze niet meteen herkend. En niet lachen, ik ken ze uit een parenclub. Dat was in de tijd, dat het net uit was met Jolanda.’
Nancy is wel een beetje geschokt. ‘Ow! Ik wist niet, dat je dat toen deed, Roald!’
‘Ik moest toch wat, Nancy. Een man alleen is ook maar alleen.’
‘Daar heb je gelijk in. En heb je ze hier weer herkend?’
‘Ja, maar dat was echt stom toeval. Als we niet over seks waren gaan praten, had ik het nooit geweten. We zijn in die tijd allemaal flink veranderd.’
‘En jij misschien nog wel het meeste, Roald. Je hebt zoveel geluk, dat je nog eens van geluk onder de trein komt!’
Roald lacht. ‘Laten we dat dan maar niet hopen, Nancy. Maar het lot heeft ons samengebracht. Het heeft gewoon zo moeten zijn!’
Roald moet dan beginnen aan zijn warming up. Jörg en Ingrid staan hem vol ongeduld op te wachten en dan beginnen ze om zich voor te bereiden op hun wedstrijd. Terwijl ze rennen, zegt Ingrid: ‘Dat duurde nogal even bij Wil en Tinie!’
‘Oh, dat klopt. Nu weten we ook waarom het zo slecht ging. Het was niet alleen door Revest, al draagt het wel bij. Ze hebben Wil en Tinie een verkeerd beleggingsadviezen gekregen, waardoor ze bijna failliet zijn gegaan. Maar we kwamen erachter, dat Wil die aandelen nog allemaal had. Nancy had ze even opgezocht en ze bleken toch nog wel een en ander waard te zijn. Van dat geld zouden ze hun schuld bij Revest kunnen terugbetalen. Dan zouden ze meer overhouden aan de verkoop van hun winkel.’
‘Dat is goed nieuws. Maar willen ze dus nu toch jouw uitdaging aangaan?’
‘Ja, ze willen echt een nieuwe start maken.’
‘Dus nog meer vrienden, die in de buurt komen wonen?’
‘Daar ziet het wel naar uit, Ingrid. Maar er is nog iets wat ons bindt, Ingrid. Ik heb net een klein deel van zijn aandelen overgekocht. Wil bleek aandelen gekocht te hebben van het moederbedrijf van STK en Revest. En die hebben nog maar een keer aandelen uit gegeven, en daarmee hebben we een stem als aandeelhouder. Wil houdt de helft van die aandelen en ik heb de rest gekocht.’
‘O, en wat ga je daarmee dan doen?’
‘Daarmee ga ik ze behoorlijk lastigvallen, Ingrid. Je weet toch, als iemand me boos maakt, zal ik niet opgeven, voordat ik me gewraakt voel.’
Ingrid glimlacht. ‘Zolang je het maar niet gaat overdrijven, Roald. Maar we praten er later wel weer over.’
Ze werken dan nog verder hun training af, en keren dan terug naar hun huisje. Daar eten ze eerst nog wat licht verteerbaars, en kleden ze zich aan voor de wedstrijd.
Het is gelukkig goed weer, niet al te warm, net achttien graden, maar de zon schijnt wel. Een licht windje zorgt ervoor, dat de temperatuur niet verder oploopt. Roald en Ingrid laten zich masseren door Ester en Ada, en als het dan tijd is om te vertrekken, zijn ze er dan ook helemaal klaar voor.
Ze zijn alle drie wel een beetje gespannen, en Roald is zelfs heel erg nerveus. Dit is zijn eerste echte wedstrijd. Hij weet dat hij er alles aan gedaan heeft om hier goed te presteren, maar hij is nog steeds nerveus.
Ingrid is wel meer wedstrijden gewend en ziet glimlachend hoe nerveus Roald is. Ze geeft hem een zoen op zijn wang en zegt: ‘Het komt wel goed, Roald. Je hebt je goed voorbereid, en ik denk zelfs dat je zelfs mee zult kunnen met de top. Je gaat het ongetwijfeld heel erg goed doen!’
Dit is precies wat Roald nodig heeft. Zeker als ze hem aankijkt met haar mooie blauwe ogen. Hij geeft haar een zoen en zegt: ‘Ga jij maar naar de start, Ingrid! Je moet al over een kwartier klaar starten!’
‘O, is het al zo laat? Dan ga ik maar. Succes, Roald!’
‘Jij ook veel succes! Ik zie je weer aan de finish!’
Ze geven elkaar nog een korte zoen en een man naast Roald zegt: ‘Je vrouw?’
Roald knikt en glimlacht. ‘Ja, ze is geweldig. Maar dit is de eerste duatlon voor ons, al heeft ze wel wat meer ervaring met zulke wedstrijden, maar dan biatlon.’
‘Zo! Dat moet ze wel sportief zijn! Is ze een beetje goed?’
‘Ze hoopt zich deze winter te kunnen kwalificeren voor de Worldcup in Östersund, Zweden. Dus ja, ze is best wel goed!’
‘Ze komt van Zweden, ik meen dat aan haar accent te horen.’
‘Ja, we wonen ook in Zweden, samen met haar zussen.’
‘O? Ze heeft nog zussen? Toevallig ook nog single?’
‘Nee, die zijn allemaal gelukkig getrouwd en hebben kinderen.’
‘Jammer! Ze ziet er goed uit, je vrouw!’
‘Dan moet je haar zussen zien. Ze is er een van een eeneiige drieling.’
‘Vergis je je dan nooit in hun? Ik kan me voorstellen, dat hun mannen van haar zussen ze dan ook niet goed uit elkaar kunnen houden?’
‘Nee, geen probleem mee, ik in ieder geval niet.’
De man glimlacht. ‘Maar dit is je eerste wedstrijd? Goed getraind?’
‘Ja, eerste wedstrijd ooit. Maar ik heb goed getraind en ik gok op een behoorlijk goede tijd. Zo rond het uur zou niet slecht zijn, maar ik hoop zelfs onder het uur.’
De man lacht. ‘Nou, als dit je eerste wedstrijd is, dan moet je je doel misschien toch wel iets bijstellen. Vorig jaar was de winnende tijd net onder 54 minuten.’
‘Zo snel hoeft het voor mij ook weer niet, maar ik probeer de 57 minuten te halen. Als ik mijn trainingen bekijk, moet dat wel haalbaar zijn.’
‘Nou ja, je moet het maar zelf weten, maar je moet niet teleurgesteld zijn, als je het niet haalt!’
‘Dat zal ik ook niet zijn, maak je maar geen zorgen! En jij, welke tijd heb jij als doel?’
‘Ik probeer voor de winst te gaan. Vorig jaar was ik vijfde, dus waarom dit jaar niet proberen te winnen?’
‘Je hebt groot gelijk. We zullen wel zien wat het wordt.’
‘Wat is je naam eigenlijk?’
‘Ik ben Roald de Vries. En jij bent?’
‘Tom Hemels. Aangenaam. Maar ben je helemaal uit Zweden naar hier gekomen om hier een wedstrijd te doen?’
‘Ja, op uitnodiging. Ik had iemand ontmoet, die hier in de organisatie zat.’
‘Ach zo! En in welke klasse ga je meedoen?’
‘In de open klasse. Het is immers mijn eerste wedstrijd. En als dit goed loopt, ga ik in de zomer de Iron Man in Kalmar, Zweden doen.’
‘Toe maar! Een halve afstand?’
‘Nee, de gehele afstand. Ik heb ervoor getraind en dit is eigenlijk mijn voorbereiding.’
‘Nou, succes dan maar. Wie weet zien we elkaar nog bij de finish!’
Ze geven elkaar nog een hand en Roald wenst de man ook succes.
Dan gaat hij kijken voor de start van de dames, die een half uur eerder dan de heren starten. Als hij weer terugkomt, staat de man met andere atleten te praten.
‘Ah, daar heb je hem. Zijn eerste wedstrijd en mijnheer wil al meteen onder het uur gaan lopen.’
‘Nou ja, Tom, waarom zou het niet kunnen? Ik geef je gelijk, dat het moeilijk voor hem zal zijn, maar hij ziet er behoorlijk afgetraind uit. Dat je hem niet kent, wil nog niets zeggen over zijn prestaties.’
‘Ach Alex, er zijn ieder jaar wel van die gasten, die hoog van de toren blazen en uiteindelijk zichzelf opblazen.’
Roald doet net alsof hij dat niet gehoord heeft, maar dit is eigenlijk precies wat hij nodig heeft. Hij maakt zich boos op die man, en dat geeft hem extra kracht. Hij doet nog wat strekoefeningen, en even later is het tijd om naar de start te gaan. Roald moet in het middenveld starten, en de man bijna vooraan.
Roald kijkt even om zich heen om te zien of hij Ester of Ada ziet staan. Hij ziet ze dan vlak bij de finish staan, samen met zijn ouders en schoonouders. Ze wuiven hem een handkusje toe, die hij met liefde terugstuurt.
Dan klinkt het startschot en Roald gaat op weg. In het begin is het moeilijk om zich een weg te banen door de deelnemers, maar al snel breekt het veld op en kan Roald zijn weg naar voren banen. Hij heeft al snel een goed tempo te pakken, en haalt de ene na de andere atleet in.
Hij zet een uiterst goede tijd neer bij de wissel, daarmee staat hij in de top 10 overall. En op de fiets doet hij het ook al niet slecht. En hij glimlacht als hij een honderd meter voor hem de man ziet fietsen, die zo negatief over hem sprak. Het geeft hem extra kracht om nog net iets sneller te gaan.
Iets achter die man fiets de man, die het voor Roald opnam. Als Roald hem inhaalt, kijkt de man verbaasd op, maar probeert wel bij Roald aan te klampen. Roald glimlacht naar de man, terwijl ze samen jacht maken op de man voor hun. De voorsprong van Tom slinkt snel. Als het tijd is voor de volgende wissel, en ze weer moeten gaan lopen, zitten ze vlak achter hem. De man schrikt als hij dat merkt. Hij had Roald allerminst daar verwacht. Maar de man is sneller met de wissel, en heeft dan al weer een klein gaatje.
Maar eenmaal bij het lopen is Roald helemaal in zijn element. Hij begint weer met lopen en zit al snel in zijn ritme. De man, die met hem op trok, kan zijn tempo niet volgen. Roald is gewoon te snel. De voorsprong van Tom slinkt dan ook zienderogen. En Roald voelt zich helemaal nog niet moe. Hij ziet zijn prooi en geeft daarom al zijn energie. Tom kan het bijna niet geloven, als Roald opeens nog maar twee meter achter hem zit.
Hij rent al zo hard als hij maar kan, en die vreemde, die zijn eerste wedstrijd doet, lijkt hem veel te gemakkelijk te kunnen volgen. Hij zet er nog een schepje bovenop om te voorkomen dat Roald hem inhaalt.
Maar Roald moet echt alles geven om dat tempo te kunnen volgen. Maar door dit tempo halen ze wel hun achterstand op de koplopers in, die een minuut voor hun rennen. De achterstand wordt steeds kleiner, en ze beginnen beiden moe te worden.
Tom moet op een gegeven moment Roald toch laten passeren, en Roald neemt de kop van hem over. Toch blijft de afstand tussen hen gelijk. Het is duidelijk, dat ze best aan elkaar gewaagd zijn. Tom neemt de kop weer over en Roald volgt. Hun tempo brengt hun achterstand op de twee koplopers terug naar nog maar twintig seconden. Dan besluit Roald het erop te wagen. Hij heeft nog wat energie over, en omdat de finish niet meer zo heel ver weg is, probeert hij er een sprint uit te trekken.
Daarmee verrast hij Tom wel een beetje. Net na een bocht komt hij naast hem en begint te sprinten. Het is nog maar driehonderd meter rennen, en dan is de finish er al. Roald geeft alles wat hij heeft en Tom volgt hem. De koplopers zijn ook al aan hun sprint begonnen en een van hun begint een gaatje te krijgen. Maar Roald en Tom zitten echt vlak achter hun.
In hun sprint naar de finish halen ze zelfs de tweede koploper in. Roald en Tom liggen nu tweede en derde. De winst gaan ze niet halen, maar dat maakt hun strijd er niet minder spannend om. Het publiek juicht en moedigt ze flink aan. Maar het mag Roald net niet baten. Met een miniem verschil verliest hij het van Tom, en ze worden dan opgevangen door de verzorgers aan de finish.
Volledig uitgeput laten ze zich vallen. Roald kijkt naar zijn tijd. Eerst meent hij, dat hij het fout heeft gezien, maar hij heeft zijn doel meer dan ruimschoots gehaald. Zijn totale tijd was twee seconden langzamer als de nummer twee en tien seconden langzamer als de winnaar. En die heeft een tijd van 54 minuten en 29 seconden. Ze zetten Roald en Tom op een paar stoelen neer, terwijl ze uithijgen.
Tom kijkt Roald aan en zegt: ‘Jezus, wat kan jij hard rennen! Ik dacht, ik ga dit nog van jou verliezen!’
Roald glimlacht. ‘Nou ja, de volgende keer toch maar beter je mond houden, als je over iemand praat en hij is nog in de buurt!’
Tom steekt zijn hand uit en zegt: ‘O, sorry daarvoor! Zo was het nu ook weer niet bedoeld. Maar je hebt hier ieder jaar van die Wannabee ‘s, die menen maar even de wedstrijd te kunnen winnen. Maar jij hebt je op topniveau gemeten! Mijn respect heb je in ieder geval!’
Roald accepteert zijn verontschuldiging en schudt dan zijn hand. ‘Het is al goed, maar het gaf me wel wat extra kracht om net iets meer te doen. Maar ik ben wel volledig kapot!’
Tom lacht. ‘Dat geloof ik meteen. Wel jammer, dat we onze koplopers niet meer konden inhalen. Als je met de eerste loop van dichterbij was geweest, dan hadden we kans gehad om te winnen. Nou ja, tweede is ook niet slecht. En jij bent zelfs derde!’
‘Ik zit toch niet in dezelfde groep?’
‘Nee, maar ik denk dat je voor de derde plaats overall ook een prijs krijgt. Dan ben je gewoon derde overall en eerste in je klasse. Gefeliciteerd!’
Opeens komen Ester en Ada naar Roald gerend. ‘Ah, daar ben je, Roald! Wat heb je het goed gedaan! Je had zelfs bijna gewonnen!’
Ze geven hem meteen een zoen op zijn mond, waarmee ze Tom geschokt laten toekijken. Als dan ook nog Ingrid eraan komt, ze is al 25 minuten eerder gefinisht, is de verwarring bij Tom helemaal compleet.
Roald stelt zijn dames aan Tom voor. ‘Ah, dit is Tom Hemels. We hadden elkaar voor de start ontmoet.’
Ester, Ingrid en Ada stellen zich voor aan Tom. Ester zegt: ‘Ah, jij was die man, waarmee Roald aan het strijden was!’
De man knikt, maar weet niets uit te brengen. Dan zegt hij tegen Roald: ‘Vindt je vrouw dat niet erg, dat haar zussen met jou zoenen?’
Roald lacht. Hij begrijpt de verwarring en antwoordt: ‘Nee, helemaal niet. Ik ben hun man. Ik ben met deze drie dames getrouwd.’
Ester, Ingrid en Ada moeten lachen als ze de verwarring bij Tom zien. Ze laten dan hun trouwringen zien.
‘Kan dat zomaar in Zweden?’
Roald lacht. ‘Nee, dat kan niet zomaar. Daar is nog heel wat voorafgegaan om het mogelijk te maken. Maar je ziet, hoe kan ik nou keuze maken uit drie zulke mooie en lieve vrouwen!’
Tom glimlacht. ‘Ik begin het te begrijpen. Mijn excuses. Ik dacht al, het is toch niet echt normaal als andere vrouwen je zo begroeten! Je hebt het goed voor elkaar, man!’
‘Kwestie van geluk hebben, Tom.’
De winnaar komt ook bij hun staan. Hij zegt tegen Tom: ‘Je had me verdorie nog bijna te pakken, Tom! En wie is hij? Jullie kwamen behoorlijk hard dichterbij. Ik moest zelfs gaan sprinten om het nog te redden!’
‘Oh, dit is Roald de Vries, Vince. En hij is de oorzaak, dat ik zo dichtbij kon komen. Hij trok me op naar jullie toe.’
De man kijkt bewonderend naar Roald en steekt zijn hand uit. ‘Puike prestatie dan! Gefeliciteerd met je derde plaats!’
Tom lacht en zegt: ‘Hij is ook eerste in zijn klasse. Hij deed eigenlijk mee in de open klasse.’
De man kijkt geschokt. ‘Wat? En dan zo’n tijd rennen? Wow! Maar ik ken je niet, welke wedstrijden doe je normaal dan wel?’
Roald kijkt de man aan en zegt: ‘Dit was mijn allereerste wedstrijd ooit. Ik heb hiervoor nog nooit eerder aan wedstrijden gedaan.’
De mond van Vince valt open en die wordt nog groter als Tom zegt: ‘Hij vertelde me voor de start, dat hij mee gaat doen aan de Iron Man in Kalmar. Ging jij daar ook niet meedoen, Vince?’
Vince draait zich om naar Tom en zegt: ‘Wat? Gaat hij meedoen met de Iron Man? Dan mag ik nog wel voor hem oppassen. Wat voor afstand gaat hij doen?’
Roald antwoordt: ‘Ik was van plan om de volle afstand te gaan doen. Ik begon eigenlijk pas net warm te worden. Dit is me veel te kort.’
Vince lacht. ‘Oef, dan ben je toch niet mijn tegenstander. Ik heb me ingeschreven voor de halve afstand. Maar wellicht zien we elkaar daar dan.’
Een paar officials komen dan Roald en Tom halen voor controles en afhandeling van de wedstrijd. Een kwartier later is de huldiging al van de winnaars. Ester had het niet slecht gedaan, maar het was niet genoeg voor de top twintig. Ze is drieëntwintigste geworden, en dat is helemaal geen slecht resultaat. Ze had zich ook niet zo voor de volle 100 procent gegeven, zoals Roald gedaan heeft, maar wel genoeg om een prima resultaat neer te zetten.
Maar ze is wel trots op Roald. Ze had wel verwacht, dat hij het heel erg goed zou doen, maar dit is toch wel een verrassing.
Als Roald voor zijn eerste plaats in zijn klasse gehuldigd wordt, klinkt er een luid gejuich. De omroeper zegt: ‘Een hele prestatie voor mijnheer Roald de Vries. Niet alleen heeft hij zijn eigen klasse gewonnen, maar het scheelde ook niet veel, of hij had ook de hoofdklasse gewonnen! En daarmee is hij zelfs derde overall geworden, een prestatie van wereldformaat! Daarvoor zal hij zo meteen ook nog gehuldigd worden. Een applaus voor deze man!’
Een fors gejuich klinkt uit het publiek. De mensen applaudisseren voor Roald, die glimlachend de beker ontvangt. Hij bedankt het publiek door te zwaaien en loopt dan weg om plaats te maken voor de anderen, die gehuldigd moeten worden. Als hij door het publiek heen loopt naar zijn familie, wordt hij aan alle kanten gefeliciteerd. En natuurlijk ook door zijn familie.
Als hij wat later weer naar het podium geroepen wordt, juichen ze hem weer toe. En het schijnt Roald nog luider te klinken, als voor de rest. Breed lachend ontvangt hij zijn prijs, een medaille en een beker. En onder luid gejuich loopt hij weer het podium af. Roald en zijn familie zetten zich dan neer op een aantal tafeltjes op een terras, die vrij zijn gekomen vanwege de huldiging. Pas dan voelt Roald zijn vermoeidheid. Gelukkig is de ober al snel om hun bestelling op te nemen, en Roald vraagt om een groot glas bier. Hij vindt dat hij dit nu wel verdiend heeft. Hij heeft hier veel voor moeten laten, en nu wil hij zichzelf weer eens wat gunnen. De ober brengt snel de bestelling, waarbij Roald niet een maar twee grote glazen bier voorgeschoteld krijgt.
De ober zegt: ‘Deze ronde gaat op het huis. We vonden het zo fantastisch, dat u zo’n geweldige prestatie heeft neergezet en er ook zo’n spannende koers van heeft gemaakt, dat we u willen bedanken door u gratis drinken aan te bieden. Voor u en uw gezelschap!’
Roald kijkt blij verrast. ‘Nou, dan dank ik u hartelijk! Heel erg attent!’
‘Graag gedaan. Het is een eer u als gast te mogen begroeten!’
Roald heft een toost op de ober en iedereen aan de tafels doen mee. Roald wordt aan alle kanten herkend en gefeliciteerd. Ook Arnold en Martine feliciteren Roald met zijn goede resultaat. Maar het valt Ada op, dat Roald wat gereserveerder tegenover Arnold en Martine is. Ze zegt er niets van, Roald zal er heus wel een goede reden voor hebben. Maar ze is wel heel erg trots op de prestatie van haar man. Maar ook Jörg heeft het helemaal zo slecht niet gedaan, al is zijn tijd in vergelijking met Roald een stuk slechter. Maar hij heeft manmoedig volgehouden en een redelijke tijd van een uur en 25 minuten neergezet. Niet zo snel als Ingrid, die met haar tijd van een uur en tien minuten. Maar Jörg vindt het niet erg om van haar te verliezen. Ze is een echte sportvrouw en heeft ook veel beter getraind dan hij. Maar zijn grootste bewondering gaat wel naar Roald uit. Die heeft sinds vandaag voorgoed een heldenstatus bij hem.
Roald bestelt nog een rondje, maar dan vindt hij het toch beter om naar huis te gaan. Hij bedankt de ober en geeft hem alsnog een goede fooi, die de man graag aanneemt. Daarom vertrekt het hele gezelschap, zijn familie en vrienden, naar Roalds’ vakantiewoning. Daar praten ze nog even na over de wedstrijd. Het duurt nog even, voordat alle gasten vertrokken zijn. Het is dan ook al bedtijd voor iedereen.
Maar Ada zit nog iets dwars. Ze kan niet echt de slaap pakken. Midden in de nacht staat ze op en gaat naar het toilet. Tot haar verbazing ziet ze even later Roald uit de slaapkamer van hem en Ester komen en op haar wachten.
Als ze langs Roald komt, zegt Roald: ‘Er zit je iets dwars, Ada? Ik kon het vanavond aan je zien.’
‘Ach, misschien is het ook wel niets, Roald. Het is die hele toestand met STK en alles eromheen. En daardoor meen ik sommige dingen te zien, die er wellicht helemaal niet zijn!’
‘Kom op, Ada! Zeg nou wat je dwars zit!’
Ada zucht eens en zegt: ‘Waarom deed je wat terughoudend met Arnold en Martine? Het viel me gewoon op!’
Roald glimlacht. ‘Dat heb je goed gezien, Ada. Kom, we gaan even naar de kamer, dan leg ik het je wel even uit. En dan is je ook meteen duidelijk wat het verband allemaal is.’
Roald en Ada gaan op de bank zitten, en Roald pakt zijn IPad erbij. Hij opent een document en zegt tegen Ada: ‘Dit is nog geheim, Ada. Je mag er zelfs nog niets van tegen Ingrid of Ester over vertellen. Nu nog niet, later wel.’
Ada kijkt geschokt. ‘Is het zo erg, Roald?’
‘Meer dan erg. Maar dit gaan we winnen, dat weet ik zeker.’
‘Nou, vertel het dan maar. En ik beloof je, dat ik niets erover zal vertellen, tegen wie dan ook!’
‘Nou goed dan. Ik zal je de beknopte versie geven, anders zou het wel heel erg lang gaan duren. Dit speelt al bijna een jaar. Eerst was het mij en Henk niet eens opgevallen, maar Henk kreeg een aanbod van een bedrijf uit Nederland om een van zijn bedrijven aan Henk te verkopen. Nu had Henk daar geen interesse in, omdat die juist heel goed bij het geheel van HRT passen. Sommige technologie, die we toepassen, komt van dat bedrijf af.
Dus Henk heeft dat bedrijf verteld, dat hij geen interesse had om te verkopen. Hij dacht dat daarmee de kous af was. Niets was minder waar. Opeens kreeg ik te horen, dat men probeerde personeel bij dat bedrijf weg te kopen. Sommige personeelsleden kregen enorme sommen aangeboden om het bedrijf te verlaten. En dan praat ik over bedragen tot bijna honderdduizend euro.
En dat maakte sommige werknemers dan wantrouwig en hebben dat aan mij gemeld. Natuurlijk gingen er toen bij mij en Henk meteen alarmbellen af. Dat zijn voortekenen voor een vijandige overname. Ze proberen dan het bedrijf te verzwakken om het dan tegen een geringe prijs te kunnen kopen. We hebben toen de politie ingeschakeld omdat het sterk om omkoping leek te gaan. Gelukkig hebben we goede werknemers, die ons heel erg trouw zijn gebleven. Niemand is op het aanbod ingegaan. De politie heeft een onderzoek gestart en heeft een behoorlijk gesprek gehad met het bedrijf. Toen is die onrust weer verdwenen.
Maar dat was niet de enige reden, waarom ze toen ophielden met hun acties. Henk en ik hebben een behoorlijk netwerk en toen we vragen gingen stellen over dat bedrijf, kregen we opeens waarschuwingen van anderen.
Dit bedrijf, Dowtech Investment, opereert op de grenzen van het toelaatbare, maar het is bekend dat ze er ook ver overheen gaan. Als die hun zinnen op iets gezet hebben, dan krijgen ze het ook, hoe dan ook. Ze beschikken over behoorlijk veel kapitaal, wat ze verkrijgen door hun andere bedrijven, zoals Revest.’
Ada hoort Roald geschokt aan. Hier wist ze helemaal niets vanaf. Hoe kan hij dit voor haar verborgen hebben gehouden.
Roald gaat verder. ‘Ze bezitten ontzettend veel bedrijven, die ze veelal opkopen op het moment dat ze bijna failliet gaan. Ze zijn dan als het ware de reddende engel voor die bedrijven, maar voordat die het in de gaten hebben, nemen ze de macht en het bedrijf volledig over. Dat is dus ook wat ze van plan waren met Wil en Tinie.’
Ada zegt: ‘Dat snap ik dan niet. Waarom zouden ze dat doen? Het is toch maar een klein bedrijfje?’
‘Precies waarom weet ik ook niet, maar ik weet wel, dat wij er mee te maken hebben, Ada. Heel veel meer weet ik er nog niet over, ik snap nog niet waarom ze alles om me heen proberen te vernietigen, want er is veel meer gebeurd, dan jullie weten. Het was erg moeilijk voor me, om het voor jullie verborgen te houden, ik doe dat niet graag, maar ik moest jullie beschermen voor hun.’
‘Wat is er dan allemaal nog meer gebeurd?’
‘Ze hebben geprobeerd Bert en Samantha op te lichten, maar Bert kwam wijselijk bij mij raad halen. Ik heb hem toen gezegd, dat hij absoluut niet met hun in zee moest gaan. Maar Bert en Samantha hadden wel geld nodig om hun bedrijf goed voort te kunnen zetten. Dus hebben Henk en ik hun een lening gegeven. Ik heb daarvoor wat grond voor moeten verkopen, met de optie, dat ik ze weer terug kon kopen. Dat is inmiddels gebeurd, en het is ook weer allemaal goed met Bert en Samantha, maar ze moesten beloven tegen niemand niets te vertellen. Dat hebben ze ook gedaan. Maar ze zijn ook bij Ulv en Julie langs geweest, met een vergelijkbaar aanbod. Alleen had Ulv hun hulp helemaal niet nodig, en ik kwam daar bij toeval achter, toen ik bij Bert op bezoek was en ook even met Ulv praatte. Toen werd me pas duidelijk, dat er iets meer achter zou moeten zitten.’
‘Dat is echt allemaal nieuw voor mij, Roald! Maar waarom moesten ze dat zo geheimhouden?’
‘Omdat Interpol ook achter deze firma aan zit. Toen we hoorde, dat ze bij Bert kwamen, en dus het persoonlijker werd, heeft Henk bij wat instanties navraag gedaan. En daar werd hij doorverwezen naar Interpol. We schrokken nogal. En na een gesprek met Interpol, bleek hoe gevaarlijk deze mensen kunnen zijn. Ze zijn als het ware sluipmoordenaars, met als verschil, dat ze niemand doden, maar je wel compleet leegzuigen en alles om je heen ook. Ze laten echt een spoor van vernieling achter. Ze houden ons al een hele tijd in de gaten, en proberen daarop in te spelen. Maar wij houden hun ook in de gaten. Als ik jullie iets verteld zou hebben, zouden ze dat merken. Zo kort zitten ze op ons.’
‘En wat heeft dat te maken met Arnold en Martine?’
‘Daar kom ik zo op. Maar laat ik je dit vertellen, Arnold is niet wie hij zegt te zijn. Zijn echte naam is Bertrand Mulder en Martine heet Karin. Zelfs het bedrijf van Arnold is niet helemaal echt. Ja, het is een echt bedrijf, maar het is niet van Arnold. Het is van Dowtech.’
Ada snapt het allemaal niet meer. ‘Maar is Arnold dan ook slachtoffer van Dowtech?’
‘Nee, Arnold, of liever gezegd, Bertrand is de eigenaar van Dowtech.’
De ogen van Ada puilen bijna uit haar hoofd. Ze houdt haar adem in.
‘Dat meen je niet! Arnold en Martine? Maar dat zijn toch heel aardige mensen?’
‘Zo aardig, dat ze Leo hebben omgekocht en ons zo naar STK geleid hebben. Maar dat was een grote fout, daar hebben ze ons in onderschat. Want daarmee konden we voor het eerst aantonen, welke praktijken ze hanteerden. Waarom denk je, dat ik het proces tegen STK kan voeren? Ik word gesteund door de overheid, die er erg opgebrand zijn, om STK en daarmee ook Dowtech te ontmaskeren. En niet alleen de Zweedse overheid volgt dit met grote interesse. Vanuit Nederland krijg ik ondersteuning, maar ook uit Duitsland, België, Frankrijk, Engeland, Noorwegen en Finland. En ik ben voor hun de ideale man om ze te bevechten. Ik heb geen schrik voor ze, ten minste, zolang ze geen grip op me krijgen. Voorlopig ben ik ze nog te slim af, en na vandaag heb ik zelfs iets in de hand, wat me wat bescherming kan bieden.’
‘En dat is?’
‘Dat zijn die aandelen van Dowtech. De grootste fout, die ze ooit gemaakt hebben. Niemand wist waar die ontbrekende aandelen van hun naar toe zijn gegaan. En nu blijkt dat Wil en Tinie die gewoon hadden. Wil en Tinie zouden eens moeten weten, wat de werkelijke waarde van die aandelen zijn. De waarde zit hem niet in de waarde van het aandeel, maar om de macht, die het vertegenwoordigt. Ik heb hiermee een stem als aandeelhouder. En aangezien ik nu vijf procent van hun aandelen bezit, moeten ze me aanhoren. Maar dat is niet het enige, ik mag ook hun boeken inzien. En daar hebben ze schrik voor, dat weet ik zeker!’
‘Maar als het dan toch al zo gevaarlijk is, Roald, ben je dan niet bang, dat ze je wat aandoen? Want uiteindelijk gaat het om geld en macht! En daar doen sommige mensen gekke en gevaarlijke dingen voor!’
‘We hebben rondom de klok bewaking, Ada. Die reporter van laatst, dacht je dat het toeval was? Hij is een van de bewakers. Maar ik moest ongemerkt wat data van de opnames hier doorspelen. Dat kon alleen zo, het viel gewoon niet op.’
Ada kijkt verbaasd. ‘Maar hoe…’ Dan slaat ze zich voor haar kop. ‘Die heb je natuurlijk op die kaartjes gezet!’
Roald glimlacht. ‘Ja, dat had je snel door!’
Ada grijnst. ‘Nu ik dit allemaal weet, begin ik ook sommige dingen te begrijpen, Roald. Is het daarom, waarom je de laatste tijd zo vaak naar Nederland moest voor vergaderingen en ik thuis moest blijven?’
‘Ja, dat was lastig voor me. Normaal ga je altijd mee, maar ik moest iets verzinnen. Gelukkig kon ik Mimie overtuigen, dat ze die vakantie moest nemen, zodat jij wel thuis moest blijven. Henk heeft haar een deel van haar vakantie betaald, opdat jij het niet zou merken.’
Opeens wordt er voor Ada een hoop meer dingen helder. Maar dan kijkt ze Roald boos aan. ‘Ik snap dat je ons wilde beschermen, Roald. Maar om daarvoor te liegen en te bedriegen?’
Roald kijkt haar indringend aan. ‘Als ik een keuze gehad zou hebben, dan had ik het jullie verteld. Geloof me maar. Ik vind het verschrikkelijk om steeds maar tegen jullie te liegen. Maar als ik een kans wilde hebben, om hier enigszins goed doorheen te komen, en de strijd te winnen, dan moest ik het wel doen. Het spijt me echt, meer als ik je ooit zeggen kan!’
‘Dat gaat je een hoop geld kosten, Roald! En een hoop bloemen!’
Roald glimlacht. ‘Dacht je dat me dat niet duidelijk was, Ada? Is allemaal al geregeld. Maar nu heb ik jouw hulp nodig, daarom vertel ik je dit allemaal ook.’
‘En dat is?’
‘Ik heb je hulp nodig om die aandelen van Wil te kopen. Ze moeten persoonlijk bezit worden, niet dat het een heel groot bedrag is, maar we moeten er samen voor tekenen. De wet schrijft voor, dat in dat geval man en vrouw moeten tekenen.’
Ada denkt even na en zegt: ‘Is ons huwelijk hier ook geldig, Roald?’
‘Nee, eigenlijk niet. Hoewel het me wel bepaalde rechten geeft, bijvoorbeeld als er iets met jullie zou gebeuren. Maar in principe ben ik voor de Nederlandse wet alleen met Ester getrouwd. Haar naam staat als eerste in onze huwelijksakte.’
‘Dan heb je ook haar handtekening nodig, Roald.’
‘Dat weet ik. Maar ik weet ook, dat je perfect haar handtekening na kunt doen!’
Ada kijkt Roald geschokt aan. ‘Maar dat is valsheid in geschrifte, Roald!’
‘Dat weet ik, maar het moet even. Ik neem de verantwoording wel op me, als Ester daar problemen van maakt. Ik zal het haar later wel uitleggen. Maar we moeten dit wel snel doen. Morgen zelfs al.’
Ada moet echt even nadenken.
‘Dan wil ik een ding weten, wat levert het ons aan veiligheid op?’
‘Zodra ik die aandelen heb, vraag ik hun boeken op. Die kunnen ze me niet weigeren. Doen ze dat niet, heeft de politie een grond om daar een onderzoek in te stellen. Dat wil ik morgen meteen regelen. En als ik eenmaal hun boeken heb, zullen ze ons niets meer aandoen. Dan zijn jullie veilig, en kan ik ook alles vertellen.’
‘Ik lijk wel gek om hieraan mee te doen, maar ik heb geen keuze. Mijn God, waar zijn we in verzeild geraakt, Roald?’
Roald zucht. ‘Ik weet het. We zijn er bijna, dan is het voorbij. De puzzelstukjes vallen bijna allemaal in elkaar, er missen slechts nog kleine delen.’
‘Goed, dan help ik je. Maar vraag me nooit meer om nog zoiets te doen, Roald! En waag het ook niet, om nog eens in zo’n gevaarlijk avontuur in te duiken, zonder er iets van te zeggen!’
‘Dat was ik ook niet van plan, Ada. Dit is meer dan genoeg avontuur voor een heel leven. Bovendien, ik vind het avontuur met mijn gezin veel beter en mooier. Ik steek liever mijn energie in jullie, dan in die zaken.’
‘Dat is je geraden ook!’
Roald slaat zijn arm om Ada en geeft haar een zoen. ‘Bedankt, Ada! Ik hou van je!’
Zodra Ada zijn lippen voelt, is ze meteen vergeten, dat ze eigenlijk boos op hem is. Ze kan er niets aan doen, tegenover Roald en zijn geweldige lippen is ze gewoon kansloos. En als Roald dan aan haar oor begint te knabbelen, is ze al helemaal om. Ze trekt zijn hemd uit, en Roald trekt haar nachthemd uit.
Roald grijnst als hij ziet, dat Ada niets onder haar nachthemd aan heeft. Roald wil Ada uitgebreid gaan verwennen, maar Ada is op slag behoorlijk geil geworden. De spanning van het verhaal van Roald en zijn lichamelijk contact met haar, hebben haar meer opgewonden, dan ze zelf verwacht had. Ze trekt Roald naar boven en zegt: ‘Neuk me, Roald! Alsjeblieft!’
Roald voldoet graag aan haar wens. De spanning heeft hem ook geil gemaakt. Hij is blij eindelijk dat hij eindelijk zijn verhaal heeft kunnen vertellen aan Ada. Dat heeft hem behoorlijk dwars gezeten en die spanning moet er nu uit. Zijn pik staat al fier vooruit, en als hij wil voelen of Ada nat genoeg is, krijgt hij een natte vinger als antwoord. Dan wacht hij niet langer en steekt zijn pik tussen haar schaamlippen. Het is een dierlijke aantrekkingskracht tussen hun twee. Meer willen ze beiden op dit moment ook niet, spanning afvoeren, maar wel met de nodige tederheid. Ada kreunt van genot, als ze zijn pik langs haar schaamlippen in haar kutje voelt schuiven. Ondanks dat ze al de nodige seks met Roald heeft gehad, voelt zijn pik nog altijd dik aan. Het geeft haar het ultieme genot, en om Roald aan te sporen, bijt ze hem zachtjes in zijn tepel. Dat heeft ze nog nooit eerder gedaan, en Roald schrikt even kort, maar het voelt niet onaangenaam. Daarop voert Roald zijn tempo op. Ada’s lichaam beweegt op en neer door de hevige beuken tussen haar bekken. Ze kan alleen nog maar genieten en kreunen. Het gaat allemaal heel snel, en Ada voelt al snel een orgasme aankomen, maar Roald is ook niet ver meer.
Als Ada dan haar orgasme krijgt, gilt ze het werkelijk hard uit, en zet haar nagels diep in Roalds’ rug. Dat geeft hem net het laatste zetje om zijn zaad diep in Ada te lozen. Uitgeput laat hij zich zwaar op Ada neer vallen. Beiden zijn nog in een geluksroes.
Terwijl ze nahijgen, komt Ester de woonkamer binnen. Ze is wakker geworden van het geschreeuw van Ada.
Ze moet lachen, als Roald en Ada daar in de woonkamer ziet uithijgen.
‘Mogen we niet meer meedoen? Of wilden jullie gewoon even een momentje voor jezelf?’
Ada lacht, terwijl Roald nog steeds op haar ligt.
‘Geen van beiden. We waren allebei wakker en we waren hier eigenlijk over de gebeurtenissen van de laatste maanden aan het praten, en uiteindelijk waren we er allebei wel aan toe.’
‘Oh, gaat het over STK?’
‘Onder andere, Ester. En enkele zaken van het werk, die me nog niet helemaal duidelijk waren. Dat heeft Roald me nu uitgelegd. Dat waren eigenlijk geen zaken, die je zo even bespreekt, en omdat we allebei toevallig wakker waren, was het er een goed moment voor.’
‘Maar mag ik nu Roald weer terug? Het is koud in bed alleen!’
Ada lacht. ‘Is goed, zusje. Ik warm me wel aan Ingrid.’
Ester lacht. ‘Zo had ik het nu ook weer niet bedoeld, Ada’
‘Dat weet ik, maar jullie hebben ook nog niet echt veel tijd samen gehad. Ik heb Roald wel even alleen gehad, toen we later kwamen.’
Er begint een van hun kinderen te huilen en Ada staat op. ‘Laat maar, ik ga wel, Ester. Ik moet toch naar het toilet, en dan kijk ik ook wel even wat er aan de hand is.’
Roald staat op en helpt Ada overeind. Hij geeft haar nog een laatste nachtzoen en loopt dan met Ester mee naar de slaapkamer, terwijl Ada naar de kinderkamer loopt. Het blijkt alleen maar een nare droom voor Isabel te zijn geweest, en Ada kan haar al snel weer in slaap krijgen. Dan loopt ze snel naar de badkamer, om zich wat op te frissen. Dan kruipt ze weer bij Ingrid in bed. Ingrid is wakker, als ze in bed stapt en zegt: ‘Je was lang weg, Ada. Was er iets?’
‘Nee, niet echt. Ik kon vannacht niet echt goed slapen en op de gang trof ik Roald aan, die kon ook niet goed slapen. Dus hebben we in de woonkamer wat met elkaar gepraat. STK en wat dingen op het werk, die me nog niet helemaal duidelijk waren.’
Ingrid glimlacht. ‘En een momentje voor jou en Roald alleen?’
‘Had je het gehoord dan?’
Ingrid lacht. ‘Als pap en mam dat niet gehoord hebben, dan moesten ze wel heel erg diep slapen, Ada. Gelukkig duurde het niet zo heel lang.’
‘Nou ja, het was wel heel erg lekker, en we waren er allebei gewoon aan toe.’
‘Je hoeft je toch niet tegenover mij te verontschuldigen, Ada. Weet je nog? We zijn alle drie met Roald getrouwd, geen jaloezie en geen afgunst.’
‘Dat weet ik wel, Ingrid, maar soms is het zo verdomd moeilijk. Jij en ik houden ontzettend veel van hem, maar het is voor hem gewoon moeilijk om zijn aandacht onder ons te verdelen. Soms zou ik wel eens wat meer willen. Gewoon die knuffel, die me vasthoudt en me vertelt dat alles goed is. Dat mis ik soms wel. Roald doet echt zijn best, daar gaat het niet om, maar heel soms heb ik mijn twijfels of we hier wel goed aan doen.’
Ingrid kijkt Ada geschokt aan. ‘Dat meen je niet, Ada!’
‘Ach, het is niet zo ernstig, Ingrid. Zeg nou niet, dat je je ook soms niet zo voelt, want dat zou ik je niet geloven. Roald heeft nu eenmaal een drukke baan, en als hij eenmaal thuis is, doet hij zijn best om ons allemaal aandacht te geven. Ik weet dat hij doet wat hij kan, en dat accepteer ik ook. We hebben er allemaal voor gekozen. En er is niemand waar ik meer van houd, zelfs niet van jullie. Maar het zijn gewoon die kleine dingen, die ik mis.’
Ingrid slaat een arm om haar zus heen. Als ik eerlijk ben, heb ik dat ook. Maar ik neem dat gewoon voor lief. Het hoort erbij.’
‘Het is ook niet, dat ik me er echt aan stoor, Ingrid. Ach, misschien ben ik gewoon ook wat emotioneel, omdat ik net seks met hem heb gehad.’
Ingrid knuffelt haar zus en zegt: ‘Misschien is het dat, Ada. Maar ligt het ook niet ergens anders aan?’
Ada kijkt haar verbaasd aan en zegt: ‘Wat bedoel je?’
‘Je eisprong?’
De ogen van Ada sperren zich opeens ver open. ‘Oh, God! En ik heb juist nu even niet de pil genomen, omdat ik er last van had! Wat als ik nu weer zwanger raak?’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Ik dacht, dat je dat juist wilde, Ada?’
‘Jawel, maar nu? Ik bedoel, ik wil Roald steunen in zijn strijd tegen STK!’
‘Dat kun je toch evengoed wel doen, daar maakt het toch niet uit of je zwanger bent, of niet?’
‘Ja, maar ik had het tegen Roald moeten zeggen.’
‘Denk je nou echt, dat Roald boos zou worden, omdat je mogelijk zwanger zou kunnen zijn?’
Ada schudt haar hoofd. ‘Maar ik moet hem dit nu wel zeggen!’
Ze wil opstaan, Maar Ingrid houdt haar tegen.
‘Dat kan morgen ook, Ada. Bovendien heeft Roald zijn rust nodig. Hij zei, dat hij de auto naar huis wil rijden en dat pap en mam maar met het vliegtuig moesten komen met zijn ticket.’
‘O ja, da’s waar ook. Ik was erbij, toen hij dat zei. En hij heeft nu genoeg aan zijn hoofd, daarvoor kan ik hem nu niet wakker maken. Bovendien is het nog lang niet zeker, dat ik zwanger word, of wel?’
Ingrid knikt en Ada gaat weer liggen. Maar echt slapen kan ze weer niet. Pas tegen de morgen valt ze in slaap. Ingrid heeft ook maar licht geslapen, maar is wel uitgerust. Ze laat Ada liggen, nu ze eindelijk eens goed slaapt.
Als ze onder komt, zijn Ester en Roald bezig met het ontbijt, de rest is nog niet wakker.
‘Goedemorgen, Ingrid. Goed geslapen?’
‘Het gaat. Alleen werd ik wakker van rare geluiden uit de woonkamer.’
Roald lacht. ‘Had ik je erbij moeten roepen, net als Ester vannacht opperde?’
Ingrid lacht mee. ‘Nee, maar daarna heb ik nog even met Ada gepraat. Ze is weer eens heel emotioneel, je weet wel.’
Roald knikt en zegt: ‘Oh, ja, dat had ik moeten weten. Het is weer zover…’
Ingrid zet haar handen in haar zij en kijkt Roald aan. ‘En daarmee bedoel je?’
Roald zegt snel: ‘Niets! Ik bedoel dat ik onderhand een kalender voor jullie bij mag houden, voor wie er ongesteld is en wie er een eisprong heeft. Nee, zo moet ik dat niet zeggen, ik bedoel, dat het soms moeilijk is voor me om te onthouden, wanneer het zover is. Ik heb al zoveel aan hoofd.’
‘Tja, daar kunnen we nu eenmaal niets aan doen, Roald. Het hoort er gewoon bij. Alleen heb je er misschien geen rekening mee gehouden, dat Ada op het moment geen pil slikt, in verband met haar andere medicijnen.’
De ogen van Roald worden groot. ‘Ow, daar wist ik helemaal niets van, Ingrid! Maar dan is het mogelijk, dat ze misschien zwanger wordt?’
‘Die kans zit erin, Roald. Maar je moet het haar en jezelf niet kwalijk nemen.’
‘Nee, natuurlijk niet. Waarom ook? Ik weet toch ook, dat ze graag nog een kind wil hebben. En als dat nu gebeurt, dan is dat toch goed, of niet dan?’
‘Ik dacht al, dat je het niet erg zou vinden, Roald. Maar zeg er alsjeblieft nog even niets van tegen Ada. Ze wilde je het zelf vertellen, maar ik vond het beter, als ik je even erop voorbereidde.’
Roald omhelst Ingrid en knuffelt haar. ‘Wat heb ik toch een lieve vrouw, Ingrid.’
Ingrid glimlacht en zegt: ‘Je hebt er niet een, maar drie!’
‘Ja, dat weet ik maar al te goed. En soms zou ik willen, dat ik jullie nog meer aandacht kon geven. Ik weet dat ik op sommige punten te kort schiet.’
Ingrid schiet in de lach. ‘Soms denk ik, dat je echt gedachten kunt lezen, Roald. Precies daar heb ik het vannacht met Ada over gehad.’
Roald glimlacht. ‘Dacht je dat ik niet wist, wat er soms in jullie omgaat? Maar ik ben maar een man alleen. Al zou ik willen, ik kan jullie niet allemaal de aandacht geven, die jullie verdienen. Maar ik doe mijn best.’
‘Dat weten we, Roald. Maar het zijn meestal de kleine dingen, die we soms eens missen. Maar we weten, dat je ons dat niet altijd kunt geven. Je doet al meer, dat menig man aan zou kunnen.’
Lees verder: Tre Systrar (drie Zussen) - 60
Trefwoord(en): Zussen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10