Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 25-01-2019 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 19590
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 27
Ik werd wakker door de geur van thee. Joline stond naast m’n bed. “Kom, luie meneer, wakker worden. Ik heb een kop thee voor ons gemaakt.” Ze ging naast me zitten en ik trok haar naar me toe en kuste haar. “Je bent lief. Zelfs op de maandagochtend.” “De rekening komt vanavond wel.” Een goed begin van de dag.

En dat goeie begin zette zich nog even voort: om acht uur kwam mevrouw Zomers de stage-beoordeling bij Angelique en Joline brengen. Nou ja, brengen… Ze legde zonder één woord te zeggen een envelop op de desk met Angelique’s naam er op. Angelique was er in ieder geval tevreden mee, vertelde Joline tijdens de lunchwandeling. Mooi. Weer een probleem uit de wereld.

’s Middags belde ik mijn maatje Fred op. “Hé Fred, Kees hier. Hebben jullie belangstelling voor de inhoud van de telefoon en portefeuille van Ray Holtinge?” Hij klonk verrast. “Hoé kom jij daar aan?” Ik vertelde hem in het kort over de confrontatie. “Nou makker… Natuurlijk hebben wij daar belangstelling voor!” “Mooi Fred, dan komt er een enveloppe jouw kant uit. Geprinte adreslijsten, telefoonnummers, mailadressen en mails, en ingescande foto’s van de dingen uit zijn portefeuille. Die doe ik vanmiddag nog op de bus. Gaarne met enige discretie behandelen; ik wil niet dat ik als bron te boek kom te staan!” “Gaat lukken… Daar hebben we procedures voor. Kerel, dank je wel! Doe de groeten aan je lieffie!” Ik grinnikte. “Zal ik doen. Van de lelijkste sergeant-majoor van de NATO… Succes ermee!” Een half uur later lag de envelop, geadresseerd aan Fred z’n huisadres, tussen de rest van de post, klaar voor verzending.

Op weg naar huis vertelde Joline dat ze dinsdag, woensdag en donderdag avonddienst had om Angelique in te werken. “Dat betekent dat ik lekker kan uitslapen en me nog eens omdraai als jij richting Gorinchem gaat.” Ze lachte vol leedvermaak en ik zei: “Rotmeid. Hou je er wel rekening mee dat ik dan rond vijf uur fluitend het pand verlaat, jou zoals te doen gebruikelijk ‘Een prettige avond, mevrouw!’ wens en vervolgens de bloemetjes buiten ga zetten? Bijvoorbeeld morgenavond op de looptraining?
Ohhh…. Wacht even… dat is natuurlijk de reden dat je avonddienst hebt! Mevrouw wordt een beetje lui.” Ze keek me met vlammende ogen aan. “Kees Jonkman, als jij denkt dat ik mijn conditie verslons, daag ik je uit om zo meteen, nog vóór het eten, een Coopertest te lopen. Ik wed met je dat ik de drie kilometer ga halen!”

Ik grinnikte. “En wat is de inzet van de weddenschap, mevrouw?” Ze dacht even na. “Als ik de drie kilometer niét haal, ben ik een avond helemaal van jou. Als ik de drie kilometer wél haal, ben jij diezelfde avond helemaal van mij!” Ik knikte. “Deal. Maar dan niet vanavond. Want vanavond ben je hoe dan ook gesloopt, of je nu het wél of niet haalt. Wat dacht je van vrijdagavond?” “Deal! Vrijdagavond wordt het!” Joline gniffelde. “Oh, wat zul jij afzien, mannetje!”
Thuisgekomen vonden we de Mini op de parkeerplaats en de sleutel van de Mini in de brievenbus, met een briefje van Ton: “Dank voor het lenen! Vanmorgen vroeg, na een (ahum) intensieve avond en nacht, Claar naar Wageningen gebracht. Tank is weer vol. Gr, Ton.”

En eenmaal boven kleedden we ons om in hardloopkleren. Bij de start van het Cooperparcours zetten we onze stopwatches op twaalf minuten. “Klaar voor die 2900 meter, dame?” Joline keek me vernietigend aan. “Etter…” “Oké, go!” Ze sprintte er vandoor.
Ik volgde rustiger; mijn eerste rondje was altijd langzamer, daarna was ik warm en kwam ik op snelheid. Dat bleek ook wel; na het tweede rondje liep ik nog 100 meter achter Joline, na het derde rondje was ik bijgetrokken. Ze liep overigens op een schema waarin ze 3100 meter zou kunnen halen, en dat hield ze mooi vol.
Na elf minuten passeerden we samen de 2800 meter. “Kom op Jolien… nog een minuut! Even dit tempo nog volhouden, de laatste twintig seconden sprint!” Ze antwoordde niet, maar liep in hetzelfde tempo door. Een halve minuut voor tijd zette ze aan en sprintte bij me vandaan. Dat kon ik niet op me laten zitten, en ik trok bij, wat me overigens best moeite kostte, want zo’n sprinter was ik niet. Exact naast elkaar liepen we de laatste meters, totdat onze stopwatches begonnen te gillen.
“Zo, meneertje….” hijgde ze “…jij bent van mij … en ik zal je laten werken … tot je erbij neervalt … rotzak! … 3050 meter … Beul!” We hijgden allebei, ik net zo goed als Joline. “Lekker hé… Puffend in elkaars armen te staan zonder … het vooruitzicht het bed te moeten verschonen … Da’s ook wel weer eens prettig.”
Ze steunde even met haar handen op haar knieën. “Dat vooruitzicht hebben … we écht wel … vrijdagavond, sukkel … En jij mag het doen!” Ze kwam lachend overeind.
“Kom… naar huis dribbelen… melkzuur laten zakken. Maar eerst…” Ik omarmde haar. “Je bent… een bikkel… 3050 meter op een Coopertest, na een gewone werkdag, zonder voorbereidingen…
Weinig vrouwen die je dat nadoen, dame! Ik neem… alles terug wat ik… over je conditie heb gezegd.” Ze lachte vermoeid. “Beloning… is de grootste motivator… Oh, wat zal ik… genieten van mijn leren pakje… hoge laarzen, touwen, kettingen en mijn… zweepjes!”
Ik schoot in de lach. “Natuurlijk… Kom, naar huis! Dan maak ik macaroni. Geen zin om… uitgebreid te koken. Koolhydraten zijn goed.” Uithijgend liepen we naar huis. Ik maakte een volkoren pastaschotel met kip en een frisse salade erbij. We gingen eerst eten en daarna pas douchen. Misschien niet zo hygiënisch, maar we wilden eerst allebei goed uitzweten.
En eten konden we buiten doen; de natuur was na de onweersbuien van de dag ervoor mooi hersteld! Toen we gingen douchen deed ik de deuren van douche helemaal open. Joline keek me vragend aan. “Geen hoge luchtvochtigheid… De waterdamp moet een beetje weg kunnen.” Ze fronsde. “Ik vind het maar niks, zo in de open lucht douchen… We zijn voor iedereen zichtbaar!” “Lieve schat, laat de rest van de wereld ook eens genieten…”
Ze snauwde: “Niks ervan. Jij mag genieten, de rest niet. Ik ben de Nachtwacht niet.” Het eindigde met een compromis, zoals zo vaak in het leven. De deuren van de douche gingen half open. Na het douchen zaten we nog even te lezen, toen Joline’s telefoon ging.
“Hé Ton, hallo! En… Heb jij de zondagavond een beetje overleefd?” Ze keek even ondeugend naar mij en ik knipoogde. “Aha… Ach gut, korte nacht gehad, dus.…” Ik kon er niets van maken, en Joline zette de telefoon niet op de speaker. “Oké, hoe laat? … Wát? Wat een tijd, zeg… Je zult maar piloot zijn… Nee, wij brengen hem wel naar Malden, ga jij maar lekker soldaatje spelen… Dááág broer! Doe de groeten aan je geliefde!”

Ze verbrak de verbinding en draaide zich naar me om. “Ja, hij heeft het weekend overleefd. En Clara ook. En de fysieke avond-en-nacht-oefening beviel hen beiden prima en is voor herhaling vatbaar. Het was half drie toen ze gingen slapen. Meer kreeg ik er niet uit.” “Lijkt me vrij logisch… Zou jij alle details van onze eerste vrijage over de telefoon vertellen?” Joline schudde het hoofd.
“En ook niet face-to-face. Er zijn dingen die je ook voor je broers privé houdt. Maar goed. Rob landt woensdagochtend om 06:30 hier op Eindhoven.” “Mooi… Dan verschuif ik mijn werkdag naar de middag en de avond; ik ga van 13:00 tot 22:00 werken. Dan kunnen we met één auto rijden. Samen uit, samen thuis. Is gezelliger, ook voor Rob, denk ik.”
Joline knikte. “Ik bel Pa en Ma eventjes, dat wij Rob ophalen en in Malden afleveren.” Even later legde ze de hoorn neer. “Zo, die weten dat wij ook even koffie komen leuten en dan weer weg zijn. Wel zo prettig. En meneer… Wat dacht u ervan om zo meteen samen met uw atletische vriendin eens de koffer in te duiken? Vind u dat wat of…?” Ik trok haar naar me toe. “Dát lijkt me wel wat! Dan kan ik testen of ze in bed net zo atletisch is als op de Cooperbaan…”
Joline keek me donker aan. “Ik dacht het niet, meneertje… We gaan nu geen fysiek inspannende dingen meer doen. Ik pak een chocolaatje uit mijn doos, daar ga ik van genieten en dan: tanden poetsen en lekker slapen.”

Ze wilde opstaan, maar ik trok haar terug op de bank. “Waar ga jij heen dame?” Ze keek verwonderd om. “Naar de kast, chocola pakken…” “Niks ervan. Jij zou een chocolaatje uit jouw doos pakken, zei je. Dát wil ik zien.” Joline keek wanhopig. “Oversext konijn… Laat me los, anders kun jij fluiten naar jouw chocolaatje. Uit de doos die jij mij gegeven hebt. Dit voor alle duidelijkheid, viespeuk.”
Ik liet haar los, en even later zaten lekker op een bonbon te knabbelen. “Zo. En nu: naar bed.” Toe we lekker dicht tegen elkaar aan lagen vroeg ik: “Joline…” “Ja, Kees?” “Hoe bevalt het als kasteeltorenvrouwe?” Ze gniffelde even.
“Het heeft wel wat. Een butler, een chauffeur, ik hoef niet elke dag te verzinnen wat ik wil eten, er is een afwasmachine, de kasteeltoren heeft een mooi terras… Alleen loopt er af en toe ook een privé-beul rond die me door het bos jaagt. Da's hinderlijk. Maar misschien ka ik 'm omkopen.
En natuurlijk blijft mijn dagelijkse zoektocht naar mijn bezemsteel mij parten spelen, als je dat bedoelt.” “Tja… Dan moet je beter zoeken. Ik wil je wel helpen hoor…” “Mooi niet, meneer Jonkman. Als ik mijn bezemsteel nodig heb, lok ik ‘m wel. Met hoge hakken, een mooie panty, een leuk rokje en een bloesje met wat knoopjes te weinig dicht. Zo af en toe iets laten vallen en… BINGO! Succes gegarandeerd.
En nu: slapen. Ik heb meer dan drie kilometer in mijn mooie benen en dat voel ik best wel.” Even later lag ze lekker te slapen. Bij mij duurde het nog even; ik lag na te denken of ik met Rob Boogers net zo’n klik zou hebben als met Ton. En of Melissa… Nou ja, dat zou wel héél apart zijn…

Op dinsdag gebeurde er weinig bijzonders, behalve dat het wennen was om zonder Joline naar Gorinchem en terug te rijden. We zagen elkaar om vijf uur even, toen ik naar huis ging. Ik kreeg van Joline een lekkere knuffel en ze zei: “Ik bel je als ik weg naar huis ga!”
Het loopgroepje trainde ik stevig met een cross-country-run over de Oirschotse Heide. We kwamen onder de blubber terug. Eén van de jongens zei nog: “Kees, als je heiwee hebt naar je militaire verleden, hoef je dat niet op ons af te reageren, hoor”, waarop de rest moest grinniken. Eenmaal thuis ging ik eerst stevig douchen en toen koken. Toen Joline thuiskwam stond er een lekkere groentenmix op tafel. Vrij snel daarna kropen we in bed, want woensdagochtend zouden we Rob ophalen. En Joline had nog behoorlijke spierpijn en ik voelde m’n benen ook wel na de cross-country…

En om kwart over vijf liep de wekker af. Wassen, scheren, ontbijten en om zes uur zaten we in de auto. In de ontvangsthal aangekomen zagen we dat de vlucht van Rob op tijd zou landen. Joline was wat zenuwachtig; het was de eerste keer sinds het incident met haar ouders dat ze haar oudste broer weer zag. “Maak je geen zorgen lieverd. Hij is vast ingelicht door jouw ouders en Ton, dus hij weet hoe de vlag erbij staat.”
Toch kon ze geen moment stil blijven zitten, zelfs niet met een beker koffie in haar handen. Toen de kist geland was, stond ze als eerste voor de deur.
Die ging uiteindelijk open en als een van de laatsten kwam Rob naar buiten. Ik herkende hem meteen: lang, iets minder breed dan Ton, maar hetzelfde gezicht en dezelfde lach toen hij zijn zus zag. “Jolientje!!!” Hij spreidde zijn armen uit en ze vloog er in. Ik bleef ook nu even op achtergrond.
Ze hielden elkaar lang vast en knuffelden elkaar innig. Toen trok Joline hem naar me toe. “Rob, dit is Kees Jonkman. Kees, dit is Rob, mijn liefste en grootste broer.” Twee even blauwe ogen als van Joline keken me even onderzoekend aan.
Na een fractie van een seconde glimlachte hij en ik kreeg een stevige hand. “Dus jij hebt mijn zus veroverd? Heb je goed aan gedaan, man.” Ik grinnikte. “Wie wie veroverd heeft is nog onderwerp van studie. Maar daar komen we wel uit. Welkom terug in Nederland!” Hij knikte. “Dank je wel. Vier weken verlof. Even uit de vetput. ’s Morgens frisse lucht inademen in plaats van de rook van zware diesel.
Als het jullie om het even is: eerst een goeie bak koffie, want dat bocht was ze in dat vliegtuig schonken… Niet te zuipen, zo slecht!” We liepen naar Starbucks en met een brede grijns op zijn gezicht kocht hij een grote beker koffie. “Ook beter dan aan boord. Maar goed: jullie brengen me naar Pa en Ma? Gezellig!”
In de auto ging Joline bij Rob achterin zitten. “Wij moeten nog even bijpraten”, zei ze lachend. En dat deden ze. Toen we vlak bij Malden waren, was Rob helemaal bijgepraat. “Zo, en nu me lekker door Ma in de watten laten leggen. De eerste paar dagen ten minste. En daarna eens op zoek naar een eigen stekkie. Want ik wil zo langzamerhand op eigen benen staan, ook tijdens m’n verlof.”

We reden de poort in en Tony en Rob Sr. stonden, samen met Bengel al te wachten. Rob begroette zijn ouders hartelijk en ook wij kregen knuffels en een poot van Bengel. Eenmaal aan de koffie vertelde Rob iets over zijn laatste reis. Hij was machinist aan boord van een middelgroot containerschip, want inhield dat hij over alle oceanen voer.
“Maar ik zie weing van de zee, want ik zit meestal in de controleruimte. En als ik daar niet zit, dan loop ik wel door de machinekamer, of ben bezig met een reparatie van het een of ander. Het brugpersoneel verwacht nu eenmaal dat ik verstand heb van alles waar een knop aan zit of wat op 220 Volt of diesel draait… Stelletje stomme dekzwabbers.
Maar als ik van wacht af kom sta ik meestal een aantal minuten aan dek om me weer te realiseren dat ik op zee ben. En dat zijn vaak de heerlijkste minuten. Want tenzij dat het hard waait merk je onderdeks nauwelijks dat je vaart.” Voordat we het wisten was het half elf en moesten Joline en ik op weg naar Gorinchem. We spraken af dat we zaterdagmiddag in Malden weer bij elkaar zouden komen met de hele Boogers- en Jonkmanclan.
Rob bekeek onze foto, die in een lijst op de kast stond. “Leuk stel! En dat stel daarnaast is ook wel aardig!” Toen pas zagen we dat er ook een mooie foto van Ton en Clara op de kast stond. Duidelijk de afgelopen zondag op de kazerne gemaakt; Ton had zijn lichtbauwe pak aan en Clara droeg Joline’s kleren. Rob keek aandachtig naar de foto en vervolgens naar mij.
“En er loopt nog zo’n exemplaar, met dezelde ontwerp-specificaties als daar naast mijn broer staat nog vrij rond? Dat zou verboden moeten worden. Levensgevaarlijk! En hoe is het mogelijk dat zo’n lelijke vent als jij twee van zulke knappe zussen heeft?”
Joline gaf hem een stomp. “Kijk uit broertje… Het is wel MIJN lelijke vent!” “Je zult aanstaande zaterdag met haar kennis kunnen maken, Rob. Ze heet Melissa”, zei ik. Joline voegde er aan toe: “Een hartstikke leuke meid, Rob.” Hij keek haar kort aan. “Werk jij bij de Nederlandsche Spoorwegen? Nee? Wil je dan niet koppelen, zus…” Lachend namen we even later afscheid en vertrokken richting Gorinchem.

De rest van de week vloog om. In Gorinchem was een verhuisbedrijf begonnen om de kantoren van Zomers leeg te kruien en Joline en Angelique hadden het er druk mee. Donderdagavond na vijf uur konden ze op het werk in de avonddienst even bijkomen, want om vijf uur waren de verhuizers verdwenen. Vrijdag’s om drie uur ’s middags waren de kantoren leeg. Zomers had zich niet laten zien. Theo had bij Joline geïnformeerd of de vrijgekomen ruimtes wellicht door DT gehuurd zouden kunnen worden.
Hij riep me vrijdagmiddag bij zich op zijn kantoor en deed de deur dicht. Heel zeldzaam, want bij DT hadden we een ‘open door policy’: alle deuren staan in principe open en je kunt zó naar binnen lopen.
“We moeten uitbreiden Kees, anders missen we opdrachten. Die laatste klus van jouw team gaat heel veel capaciteit kosten en we hebben nauwelijks ruimte meer. Niet qua mankracht en niet qua infra. Ik wil volgend jaar minimaal één ontwerpteam erbij hebben en een behoorlijke uitbreiding bij de backoffice en calculatie, anders komen zij ook capaciteit tekort.”
Hij boog zich naar me toe. “Jij hebt toch nog connecties in Eindhoven? Vis daar eens of er techneuten zijn van jouw kaliber die trek hebben in een job hier… Dat heb ik liever dan nog een keer zo’n headhunterbureau inschakelen. Dat kost handenvol met geld!”
Ik grijnsde. “En jij denkt dat de firma Jonkman Headhunting B.V. gratis is?” Hij keek me aan. “Kees, zit me niet te sarren… Je krijgt er geen spijt van!” “Theo, ik kan een visje uitgooien, maar ik verwacht wél, als ik beet heb, een tegenprestatie.” Hij knikte. “Dat is reëel. Mits de kandidaat/kandidaten hun proeftijd overleven.”
“Da’s niet meer dan logisch. Het werk van een ontwerpteam weet ik natuurlijk, maar wat voor lui zoek je in het backoffice en de calculatie?”
“In ieder geval een personeelsman of –vrouw, twee extra inkopers, twee mensen erbij voor marketing, twee extra mensen in de calculatie en een goeie ICT-er die met onze programma’s kan omgaan. En dan bedoel ik ook een écht goeie ICT-er; zowel soft- als hardwarematig. Geen hobbyist.
En ik zoek een algemeen administratief genie voor de dagelijkse leiding van het backoffice. Ik had Gonnie daarvoor gevraagd, maar die bedankte voor de eer. Wil liever gewoon haar werk in de calculatie en inkoop blijven doen en niet lastig gevallen worden met managers-zaken.
Ze zei letterlijk tegen me: ‘Theo, dan ga je een goeie calculator missen en krijg je een waardeloze manager terug.’ Ik heb haar spontaan een zoen gegeven; ze werd knalrood.” Ik grinnikte. “Ik zal eens bij Joline informeren of zij nog studiegenoten heeft die…”

Theo onderbrak me. “Joline! Verdomme! Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Zou Joline die manager kunnen zijn? Ze stelde tijdens jouw presentatie hele pittige vragen zonder dat ze enige kennis van het project had…” Hij keek me aan. “Hoe denk jij daarover?”
Ik dacht even na. “Theo, ik ga hier geen antwoord op geven. Dat zou om diverse redenen niet eerlijk zijn. Je moet het aan Joline zelf vragen of zij ervoor voelt. En ze zal, en dat klinkt heel raar uit mijn mond, maar ik zeg het tóch, dezelfde sollicitatieprocedure moeten doorlopen als de eventuele anderen. Geen voortrekkerij, want daar krijgen wij, zowel Joline als ik, last mee.”
Achter Theo’s bril werd snel nagedacht. “Kees, even voor de goeie orde: Ik ben directeur/eigenaar van deze toko. Als iemand problemen heeft de wijze hoe ik iemand aanneem, mag hij of zij zich hier komen melden. Developing Technics is een uitstekend bedrijf en dat wil ik zo houden.
Daar heb ik uitstekende mensen voor nodig. En volgens mij valt jouw vriendin in die categorie. Niet alleen omdat ze jouw vriendin is, maar omdat ik haar heb zien werken.
Ik ga je nóg iets vertellen wat binnen deze muren moet blijven: ik denk er over om jouw plaatsvervanger, Henk, teamleider te maken van het nieuw op te richten team. Uit elk bestaand team wil ik één vent halen; samen met één nieuweling vormen zij het nieuwe team, team 5. De nieuwe mensen wil ik verdelen over de andere vier teams, zodat ze zich goed kunnen inwerken.”
Ik knikte. “Dat klinkt logisch. Maar ik baal ervan dat je Henk bij me weghaalt. Beregoeie vent.” Theo knikte. “Klopt. Daarom wil ik hem ook als teameider. Denk dus over een opvolger voor Henk na.” Hij knipoogde. “Gegadigden genoeg, ook uit de andere teams, meneertje…”
Hij haalde een organogram uit zijn bureau. “Hier, een kladje zoals ik het in m’n gedachten heb: vijf veldteams en een back-office. Los van de backoffice een HRM-functionaris en oh ja, die was ik nog vergeten, een KAM-functionaris: Kwaliteit, Arbo, Milieu.
Die laatste twee vallen rechtstreeks onder mij. Dan hebben we dus nog steeds een platte organisatie: één baas, vijf veldteams en team Tien. Dat wordt de nieuwe naam voor het Backoffice. Rechtstreeks onder mij een HRM en de KAM-functionaris.”
Het duizelde me even met al deze info. “Theo, waarom krijg ik dit te horen? Mijn proeftijd duurt nog 3 maanden…” “Omdat jij, beste Kees, in de afgelopen drie maanden tijd van los zand en een aantal stront-eigenwijze individuen een beregoed, op elkaar ingespeeld team hebt gesmeedt. En ik jou in staat acht om veel meer te bereiken dan wat je nu doet.
Maar daar hebben we het later nog wel eens over. En by the way: je proeftijd is met ingang van vandaag overgegaan in een contract voor onbepaalde tijd. Die papieren maak ik vandaag nog klaar. Dit op voorspraak van mijn echtgenote, die mij vorige week vroeg of ik helemaal gek geworden was.
Ik vertel thuis wel eens wat, en toen ze hoorde dat jij nog in je proeftijd zat, kreeg ik een partij shit over me heen waar de honden geen brood van lusten…” Hij keek me grijnzend aan.
“Ja, ik zit thuis ook gewoon onder de plak, net als iedere andere vent… Wacht maar, jouw tijd komt nog wel.”
Ik vertelde hem maar niet van de afspraak die ik deze avond met Joline had. Ik beloofde hem eens rond te neuzen bij mijn ex-collega’s in Eindhoven.

“En Joline? Ik wil niet graag dat ik iets voor haar achter moet houden. Bovendien is het risico aanwezig dat ze het onmiddellijk merkt. Ik schijn een open boek voor haar te zijn. En als ze er later achter komt dat ik iets voor haar heb verzwegen, zijn de rapen gaar en kan ik waarschijnlijk een week in de garage op een veldbed slapen en uit de muur eten. Heb ik geen zin in.”
“Tja… dan zit er niks anders op dan maar eens een babbeltje te gaan maken met haar. Verdwijn jij maar naar je Piratenteam, ik bel haar op en vraag of ze even tijd voor me heeft.” Hij grijnsde. “Don’t call us, we’ll call you…” Ik bleef nog even zitten. “Theo, zit jij er niet mee dat, áls je Joline aanneemt, twee van jouw teamleiders een relatie hebben? En als het meezit over een tijdje getrouwd zijn?”
Hij schudde zijn hoofd. “Kees, ik ken jou en ik ken Joline. Joline zelfs langer dan jou. Twee volwassen mensen die best in staat zijn om ‘werk’ van ‘privé’ te scheiden.” Hij gniffelde terwijl hij de telefoon pakte en het nummer van de receptie intoetste.
“En als ze tijdens het werk even klef doet, zoals laatst na jouw presentatie, ach… Dat vergroot de arbeidsvreugde. Dan is de nieuw aan te stellen KAM-functionaris ook blij! En nou opgedonderd, meneer Jonkman! Ik moet belangrijke dingen doen: directeur spelen! ... Dag mevrouw Boogers, met Theo van DT… Heeft u in uw drukke schema wellicht tien minuten tijd voor mij?... Over een kwartiertje? Heel fijn, dan zie ik u zó!”
Met de deur al open zei ik lachend: “Wat ben jij een enorme slijmbal zeg…” Het gezicht van Gonnie die het hoorde terwijl ze langs liep was onbetaalbaar.
Ondanks dat ik natuurlijk reuze benieuwd was hoe Joline zou reageren, besloot ik ‘gewoon’ verder te gaan met m’n werk. Er moesten nog wat details geregeld worden voor het grote project, dus zat ik druk in het Engels te telefoneren toen Joline binnenkwam.
Ik wees haar een stoel en zag al dat ze barstte van de adrenaline. Pesterig rekte ik het gesprek met ‘small talk’. Toen ik vijf minuten na haar binnenkomst de telefoon neerlegde, barstte de bom dan ook.
“Kees! Zie je niet dat ik iets belangrijks te vertellen heb? En je kletst maar door over helemaal niks, verdomme…” “Hohoho dame… even ontspannen graag. Glaasje water? Je ziet er opgefokt uit, meisje… Is Zomers teruggekomen of zo?”
Ze schudde korzelig haar hoofd. “Nee, die trut wil ik nooit meer zien… Iets véél belangrijkers!” Ze zweeg even en haalde diep adem.
“Theo, jouw baas, heeft me gevraagd of ik teamleider van jullie backoffice wil worden!” Ik keek zuinig. “Teamleider backoffice… Hmm, klinkt wel aardig, maar in de praktijk ben je dan chefje van… drie dames. Dat heeft niet zo veel om het lijf, toch? Dat doe je met twee vingers in je neus…”

Ze keek beledigd. “Nou, daar denk ik héél anders over, meneer Jonkman! Jullie backoffice gaat behoorlijk uitbreiden. In totaal dertien mensen en een chef daarboven. En hij heeft me gevraagd om die chef te zijn! Calculatie, ICT, inkoop en marketing… En ik heb ‘m voorgesteld om ook een frontoffice te maken: twee receptionistes. En dat voorstel heeft hij één op één overgenomen… Dus, meneer de Ingenieur, dat doet men niet met twee vingers in de neus!”
Ik stond op en omarmde haar. “Schat, ik zat je te stangen. Ik kan het toch niet voor je verzwijgen, dus… Ik heb een half uur met Theo zitten kletsen en hij heeft me zijn plannen laten zien. En toen ik opperde of ik jou zou vragen om eens bij studiegenoten naar kandidaten voor de diverse functies te informeren, riep hij letterlijk: ‘Joline! Verdomme! Waarom heb ik daar niet eerder aan gedacht? Zou Joline die manager kunnen zijn?’ Dus nee, ik heb je niet voorgedragen, maar ben wel blij en apetrots dat Theo jou hiervoor vraagt. Blijft over de vraag: wil je het ook doen?”
Ze keek me aan. “Dat weet ik nog niet. Daar moet ik goed over denken, en ik hoop dat jij me daarmee kunt helpen. Zondag hebben we daar de tijd voor. Vanavond niet en morgen ook niet.” Ik “knikte. “Klopt. Vanavond moet je oefenen om manager te spelen met zweepjes, kettingen, hoge laarzen en in een latex pakje…” Joline proestte het uit “… en morgen zitten we gezellig in Malden. Nou ja, jij zit en ik sta, want waarschijnlijk heb ik de striemen op m’n billen staan. Daar moet ik nog een smoes voor verzinnen overigens.”

Toen ze uitgelachen was, zei ik: “En ik heb ook goed nieuws: mijn proeftijd is met ingang van vandaag overgegaan in een contract voor onbepaalde tijd. Drie maanden voor het einde van de proeftijd. Wat dacht je daarvan?”
Droogjes zei ze: “Sjonge, dát is wel héél voorbarig van Theo. Als ik baas was geweest, had ik je nog lekker drie maanden laten zweten!” Toen schoot ze in de lach. “Gefeliciteerd, lieverd! Allebei goed nieuws… Dat gaan we vieren vanavond!”
Ik dempte mijn stem. “Oh, heerlijk… Krijg ik dan meer zweepslagen, meesteres?” Ze keek me strak aan. “Theo zei ook nog dat hij ons prima in staat achtte om werk en privé gescheiden te houden. Wil je daar nú mee beginnen, teameider van Team Drie?” Ik zag dat ze het meende en antwoordde met: “Roger. Uit.” “En nu moet ik terug naar de receptie… Angelique zit daar anders maar alleen. Tot straks!”
Ze gaf me een lieve knuffel en was de deur uit.

En dat moest vanavond de strenge meesteres uit gaan hangen? Het zou wel meevallen...
Lees verder: Mini - 29
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...