Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 15-02-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 13726
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 37
Dinsdagochtend. Om iets voor half zes werd ik wakker en draaide de wekker preventief zijn nek om. Ik genoot nog even van de blonde haardos naast me die nog lekker lag te slapen en ging toen het bed uit. Water opzetten voor de thee, even snel onder de douche…

Even later kwam ik met twee kopjes thee de slaapkamer binnen, terwijl het ‘Wohltemperierte Klavier’ van Bach uit de speakers in de huiskamer klonk. “Goedemorgen Freule… uw kopje thee voor deze vroege morgen. Voor de rest van uw ontbijt moet u zo meteen echt het bed uit.” Ik zette de thee neer en wilde haar een rustig ochtendzoentje geven, maar Joline had daar hele andere gedachten over.

Ze sloeg haar armen om mijn nek, trok me tegen zich aan en fluisterde: “Kom jij eens hier! Gisteravond… Geen spijt?” Ik keek haar aan. “Geen seconde. Hebben wij andere gewoonten dan anderen? Misschien wel. Boeit dat? Mij niet. Ik denk dat er een stuk minder echtscheidingen zouden zijn als alle echtparen elkaar zo konden verwennen als wij tweeën gisteravond. Weet je: in het Midden-Oosten heeft men daar een mooi spreekwoord voor. ‘De honden blaffen, maar de karavaan trekt verder.’ Vrij vertaald: ga je eigen gang, gekletst wordt er toch wel. Ik ben gelukkig met jou en ik hoop jij met mij.”

Ze antwoordde door haar lippen op de mijne te drukken en even, plagend, haar tong langs mijn lippen te laten gaan. Toen liet ze me los en zei met pretlichtjes in haar ogen: “Er valt nog zoveel moois te ontdekken op deze wereld…” Ik voelde een hand langs mijn benen omhoog gaan.

“Zeg mevrouw Columbus, even stoppen. Ten eerste worden wij verondersteld op tijd in Gorinchem te zijn en ten tweede hebben de medewerkers in mijn zaadfabriekjes ook recht op normale werk- en rusttijden. Ze hebben de laatste weken behoorlijk overgewerkt.”

Ze trok een pruillipje. “Daar zijn tegenwoordig pilletjes voor, wist je dat?” Ik knikte. “Ja, dat weet ik en nee, die ga ik niet gebruiken. Misschien op m’n tachtigste, na een bingoavond. En nu: een lekker kopje thee en over tien minuten kunnen we ontbijten. Eitje erbij?” Ze knikte lachend. “Kan ik wel gebruiken… en jij ook trouwens!”

Even later zaten we aan het ontbijt. “Wat ga jij vandaag doen, Kees?” Ik ging in gedachten even mijn rooster na. “Vanmorgen tekeningen checken, vanmiddag moet ik even naar Eindhoven; een van mijn vrouwelijke collega-docenten zie ik wel zitten…”Ik liet expres een pauze vallen. Joline keek geïnteresseerd. “Zie jij een vrouwelijke collega-docent wel zitten… Oh, wacht even, een van die dames voor wie een nette spijkerrok al bijzonder vrouwelijk was?”

Ik knikte. “Die ja. Die zie ik wel zitten om ook bij ons te werken. En wellicht weet zij namen van collega’s of veelbelovende studenten die mogelijk DT ook willen versterken. Het zou wel eens kunnen dat ik deze weken een paar avonden weg ben voor gesprekken. Kortom: Kees gaat head-hunten.” “Dan kunnen we elkaar een handje geven”, zei Joline, “ik ga vandaag ook wat mensen bellen en interesseren voor DT. Ik ben heel benieuwd of Theo succes heeft om mijn opzegtermijn te bekorten.”

Ik dacht even na. “Jij kent het personeel van Zomers beter dan ik… zitten daar geen geschikte mensen bij?” Joline keek bedenkelijk. “De paar die ik redelijk ken… daarvan ken ik de kwaliteiten en persoonlijkheden onvoldoende. Moet ik eens navragen bij Angelique; als iemand haar als voetveeg heeft gebruikt, kan ik zo iemand niet gebruiken.” Ze keek nadenkend. “Ik weet er sowieso al twee die daardoor niet in aanmerking komen.”

Ik knikte. “Is een mooi selectiecriterium. Want een ding weet ik ondertussen: het criterium ‘moet in het team passen’ staat bij Theo heel hoog in het vaandel. Je kan nog zo briljant zijn, als je een einzelgänger bent of eigenwijs, kom je bij DT niet aan de bak.”

Joline lachte zachtjes. “En hoe ben jij dan bij DT terechtgekomen, mannetje?” Ik keek haar aan. “Via de drie C’s: Chantage, Corruptie en Connecties. Voor de rest beroep ik mij op mijn zwijgrecht.”

Toen we even later onderweg waren legde ik een hand op Joline’s been. “Hé lekkere meid van me… dat heb ik nog helemaal niet gevraagd: heb jij gisteravond wel genoten?” Ze keek me aan. “Heb jij liggen slapen gisteravond? Wat dacht je zelf…”

Ze legde haar hand op de mijne. “Ik heb best wel veel gefantaseerd over dingen die je met elkaar kunt doen. Maar iets als gisteravond had ik nauwelijks kunnen dromen! Je hebt me heerlijk verwend, Kees!” Ik bromde met een ‘Balou-stem’: “Ik heb het gezien Jolientje. Jullie zijn een lekker stel.” Ze schoot in de lach. “Ja, Balou heeft dingen gezien die hij twintig jaar geleden niet voor mogelijk zou hebben gehouden…”

Ik grinnikte. “Binnenkort plaats ik wel een camera in een van z’n ogen.” Ze keek me met afgrijzen aan. “Je laat ’t Kees! Er komen never nooit niet camera’s in onze slaapkamer!” “Ontspan… Waarom denk je dat ik mijn telefoon altijd in de huiskamer laat liggen?

Van Fred weet ik dat een beetje hacker je smartphone, smartTV, computer enzovoort kunnen kraken en bij je naar binnen kan kijken… Daarom heb ik de camera’s van m’n PC, TV en telefoon afgeplakt. En bij de TV de microfoon ontkoppelt.”

Plotseling kreeg ik een brainwave. “Heee…. Theo zocht ook een ICT-er… Geen hobbyist, maar een vakman… Fred zou een mogelijkheid zijn. ALS hij ten minste weg wil. Straks eens bellen met die schurk. Het zou lachen zijn als hij bij DT zou willen werken.” Joline keek me aan. “Wat is Fred voor een type?”

Ik dacht even na. “Wat is jouw beeld van een ICT-nerd?” Ik hoorde een giechel. “Klein, gezet, slordige kleren, zweetluchtje, uiteraard een dikke bril, vrijgezel omdat niemand het lang met hem uithoudt…”

“Oké dame, tot zover de afdeling ‘stereotypen en vooroordelen’. Fred is daar het tegenovergestelde van. Geen bril, 110 kilo gespierd vlees, goed verdeeld over ruim twee meter lichaam. Enorme handen, in feite te groot voor een normaal toetsenbord.

Vakman op ICT en Cyber-gebied, maar ook een tovenaar met potlood en penseel. Hij is amateur-kunstschilder. Een gouden vent om naast je te hebben tijdens een caféruzie of op patrouille in Afghanistan. Zat in mijn groep als mitrailleurschutter en is na Afghanistan naar de Koninklijke Militaire School gegaan om onderofficier te worden. Denkt razendsnel en is in feite veel te goed voor zijn rang. Maar ja, dat is Defensie… Ik zal eens aan Theo vragen wat hij over heeft voor een goeie ICT-er.”

Joline keek me aan. “Als we zo doorgaan hebben we het backoffice binnen een dag gevuld. Zal Theo blij mee zijn!” Ik knikte. “Nu nog een probleem oplossen. Henk wil niet weg uit team drie, maar ik zal waarschijnlijk toch een van mijn mensen moeten afstaan. De vraag is: wie o wie? Want wie ik ook voorstel, ze zullen het allemaal als een soort ‘strafoverplaatsing’ voelen. En ik wil ook het liefst mijn team behouden zoals het nu is… Moeilijk moeilijk moeilijk… Ik ga maar eens aan Theo voorstellen om Team drie te laten zoals het nu is. In het kader van ‘never change a winning team’. Hopen dat hij erin trapt.”

We naderden Gorinchem en even later stonden we op de parkeerplaats. “Even controleren of Henk toevallig niet op de loer ligt…”, zei Joline met een preuts mondje. Daarna trok ze me naar zich toe. “Lekker werken vandaag, lieve schat! Om vijf uur ben je weer van mij!” Ik keek bedenkelijk. “Hou je er rekening mee dat vanavond de loopgroep op me rekent?” Ze schaterde het uit.

“Niet alles bedoel ik dubbelzinnig, lieverd. Ik bedoelde: nu moet je aan het werk, vanavond ben je weer van mij. Punt. Verder niks. En de loopgroep? Heb ik zin in. Lekker rennen!” Zonder verdere incidenten liepen we het gebouw in, waar Angelique al achter de desk zat.

“Zo, jij bent vroeg! Vanwaar deze dienstijver?” Ze lachte. “Gewoon. Omdat ik zin had om naar m’n werk te gaan. Daar wacht een lieve collega op me. Dat is heel wat beter dan de afgelopen weken.”

Ik boog me voorover, naar haar toe. “Zeg Angelique, kun jij een geheim bewaren? Dat is precies de reden waarom ik tegenwoordig zin heb om naar huis te gaan… Niet verder vertellen aan m’n vriendin, want dan gaat die weer naast haar schoenen lopen…” Ze knipoogde. “My lips are sealed, Sir.”

“Kees Jonkman, heb jij die schoenen wel eens onder je achterwerk gevoeld?” Joline’s stem klonk verontwaardigd. Ik draaide me om. “Jazeker wel. Als jij ze weer eens op de bank had laten slingeren…”

Joline ontplofte. “DAT IS NIET WAAR! Ik laat mijn schoenen nóóit ergens slingeren, laat staan op de bank! Leugenaar!”

Angelique stikte bijna van het lachen. “Jullie zijn gek!” Joline knikte. “Klopt. Op elkaar. Maar we hebben afgesproken om dat in dit gebouw niet luid en duidelijk ten toon te spreiden, dus… Opgehoepeld naar je Piratenbende, meneer Jonkman! Om twaalf uur mag je samen met mij een stukje lopen!”

Ze gaf me een luchtkusje en ging zitten. Ik liep door naar de koffiecorner voor de broodnodige cafeïne en kletste even met een paar collega’s. En toen aan ’t werk.

Rond negen uur hoorde ik Theo zijn bureau binnengaan en even later stond ik bij hem om te informeren naar de arbeidsvoorwaarden van de potentiële ICT-er. Die waren niet verkeerd. Bij de deur riep hij me terug. “Hebben jullie vrijdagavond wat te doen? Mijn vrouw wil jullie graag leren kennen. Het is onze gewoonte om eens per twee maanden een teamleider met partner bij ons thuis uit te nodigen. Jullie zijn nog niet geweest, dus…”

Ik dacht even na. “Volgens mij hebben wij vrijdagavond niets op de agenda staan, maar ook dat moet ik even met de directie overleggen… Je weet hoe dat werkt.” “Oh, zit jij nú al onder de plak? Arme kerel. Bij mij duurde dat zeker een week langer… Ik hoor het wel! En nu wegwezen, want ik moet directeur spelen!”

Ik liep naar m’n eigen bureau en ging weer aan het werk. Om tien uur werd ik naar de teamruimte geroepen; Henk trakteerde ‘om zijn aanblijven in het Piratenteam te vieren’. Na de koffie en de taart zei ik: “Oké, Piraten… vanmiddag ben ik even weg; proberen om wat nieuwe collega’s te ronselen. Om vier uur hoop ik terug te zijn; moeilijke vragen tot die tijd opsparen graag.”

Na de lunch reed ik naar Eindhoven. Miranda, de voormalige collega, had gezegd dat ze om twee uur geen college meer hoefde te geven en dat dan de koffie klaar stond. Ze stond positief tegenover het voorstel om bij DT te werken, maar… ‘Ik wil wel eerst sfeer opsnuiven, Kees. Het is positief dat jij het enorm naar je zin hebt, maar ik moet m’n eigen plan trekken. Bovendien…” ze glimlachte even, “heb jij je partner die daar werkt.” Ik knikte. “Klopt. Maar die ken ik pas sinds een paar weken. Heeft nauwelijks impact gehad op m’n beslissing om daar te gaan werken. Voordat ik Joline kende had ik het al enorm naar m’n zin.” We kwamen overeen dat ze over een week op de maandag mee zou lopen.

Nog op de parkeerplaats van de TH belde ik Fred, de ICT-er. “Hé Kees, ouwe reus… Hoe is het leven?” “Best wel aardig, in feite. Hebben jullie nog wat kunnen doen met mijn info?” Ik hoorde hem kuchen. “Sorry. Kreeg last van m’n keel.” Ik begreep de hint: hij mocht er niet over praten. “Beterschap dan maar. Fred, ik heb je een voorstel te doen.” “Hé maat, ik heb, net als jij een vriendinnetje. Jou als slapie zie ik niet meer zo zitten. We zitten niet meer in Afghanistan.”

Ik schoot in de lach. “Klopt. Hoewel ik er regelmatig aan terug denk. Nee, het gaat om een ander voorstel. Hoe gehecht ben jij aan je huidige werk?” Het was even stil. “Wat bedoel je?” Hij klonk behoedzaam. “Ik kan je een baan bezorgen waarbij jouw talenten waarschijnlijk meer uit de verf komen dan op de plek waar je nu werkt.”

“Kees… Ik stel voor dat we dat ergens anders bespreken. Face to face. Hoe ziet jou agenda er uit?” Fred, kun jij morgenavond richting Veldhoven komen?” Even stilte. “Yep, gaat lukken. Dan kan ik eindelijk jouw optrekje bekijken. En je vriendin waarschuwen wat voor vent je écht bent.”

“Hé vriend, neem jij dan jouw liefje mee? Anders is het oneerlijk.” Hij lachte. “Nee. Te groot risico. Morgenavond acht uur sta ik bij je op de stoep, oké?” “Is goed! Nog steeds alleen maar thee?” “Goed onthouden. Tot morgen!”

Met een goed gevoel reed ik terug naar Gorinchem. Ja, extra kilometers, maar waarschijnlijk wel de moeite waard. Nog even ging ik aan het werk, en toen was het alweer vijf uur. In de auto, onderweg vertelde ik Joline van mijn omzwervingen. Het bleek dat zij ook succesvol was geweest: ze had een studiegenote bereid gevonden om eens langs te komen. Uit de nalatenschap van Zomers waren geen geschikte kandidaten naar voren gekomen. Angelique had ze stuk voor stuk gewogen en te licht bevonden.

“Kees, ze zei letterlijk: ‘De enige die me netjes behandelde was Tineke. De rest bestond uit over het paard getilde trutten die likten naar boven en hard naar onderen trapten. En als stagiair bengelde ik helemaal onderaan, dus… Nooit geweten dat mensen zó gemeen konden zijn.’ En toen begon ze bijna te huilen. Dat arme kind heeft een behoorlijke rottijd gehad bij Zomers en consorten.”

“Dan is ze bij jou in goeie handen, schat. Nu, en in de toekomst. Heeft ze wel verdiend. Het is een leuke meid.” Ik stopte even en vervolgde: “Zeker nu ze een rokje draagt…”

Joline snoof minachtend. “Mánnen… Lopen alleen maar achter mooie benen aan en denken maar aan één ding…” Ik klopte op haar knie. “Klopt. Ik ga straks achter je lopen tijdens de training en denk dan aan eten. Overigens gaan we vanavond weer de hei op. Misschien de laatste keer dat het kan; vanaf volgende week is het te vroeg donker om daar nog veilig te lopen. Je wordt dus smerig.”

Ze haalde haar schouders op. “Lang leve het ligbad… Oh shit, daar ligt nog een molton en een jurk in. Overschot van een losbandig leven. Zal ik er straks even uithalen. De molton kan in de wasmachine, de jurk moet drogen, en dan naar de stomerij. Die moet er weer netjes uitzien!”

Eenmaal thuis kleedden we ons om en aten een paar boterhammen voordat we weggingen naar de loopgroep. Het lopen ging lekker, op één incidentje na. Joline struikelde ergens midden op de hei en viel voorover in een grote modderplas. Gelukkig geen verwondingen, alleen zat ze van boven tot onder onder de modder. Ze kon er gelukkig zelf om lachen. Er werden een paar foto’s gemaakt. “Mooie reclame voor ons loopgroepje… “Kom erbij! Kees beult u gratis af! Inclusief modderbad na afloop!”

Om half negen waren we klaar en zei ik: “Dank jullie wel voor de inspanning! Volgende week weer op ons vertrouwde plekje bij het Cooper-parcours. Dan lopen we op normale paden.” Joline mopperde: “Ja, die heb ik vaker gehoord…” Ze werd uitgelachen.

Even later zaten we in de auto: gelukkig had ik nog een stuk landbouwplastic in de auto liggen wat nu over de bijrijderstoel gelegd kon worden, zodat Joline gewoon kon zitten. Eenmaal thuis liep Joline in één rechte lijn naar de badkamer, nadat ze zich bij de deur had uitgekleed. “Ik wil niet met m’n modderpoten door de flat banjeren.” Even later lag mevrouw languit in het bad. “Mag ik erbij komen?”

Ze schudde haar hoofd. “Nee. Je gaat maar douchen. Ik wil een uur weken voor ik eruit kom. Roep maar als het nog vijf minuten duurt voor het eten klaar is.” Ik liet haar lekker in bad zitten tot het eten inderdaad bijna klaar was. Toen kwam ze in peignoir de kamer binnen. “Ik had eigenlijk gedacht dat jij me wel weer een streek zou leveren… Lief dat je dat niet deed, maar me lekker liet badderen.” Ze sloeg haar armen om me heen. “Maar je bent een bruut als je trainer bent!”

Na het eten zaten we nog even te lezen, totdat bij mij de ogen bijna dichtvielen. “Kom mevrouw die haar schoenen nooit laat slingeren… We gaan naar bed toe.” Joline gaapte. “Goed plan! Lekker de oogleden aan de binnenkant bekijken.” Ik pakte haar bij een arm. “Maar eerst even kijken, dame!”

Ik trok haar mee naar de hal. Op de mat, achter de voordeur, lagen haar trainingspak en… haar schoenen. Ik keek haar breed grijnzend aan. “Need I say more?” Ze stompte me. “Kees Jonkman, je bent een … Nou ja, laat maar. Naar bed! Die moddertroep ruim ik morgenochtend wel op.” Om half elf was het stil in huize Jonkman-Boogers.
Lees verder: Mini - 39
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...