Door: Jefferson
Datum: 25-03-2019 | Cijfer: 8.8 | Gelezen: 3561
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Bakkersjongen - 12: Nog Een (e)x
Dat Magische Moment
Een magisch moment. Dat was het. Zij maakte het magisch, dat dacht ik. Wellicht was het wel de alcohol die het magisch had gemaakt. Want zonder alcohol keek ze toch een stuk minder magisch op het moment terug. Helaas. Het was weer niet gelukt. Het had vast met van alles en nog wat te maken. Maar niet zo veel met mij. Of het de drank was, betwijfel ik eerlijk gezegd. Ze had misschien gewoon even iemand nodig, iets. Een beetje magie. Al was het maar voor een moment. Ik twijfelde er niet aan dat zij het net zo had moeten ervaren. Het had alles weg van magie. De sfeer was zo intiem geweest. En toch bleek het niets te zijn. Niet meer. Misschien ooit nog. Ik wist het ook niet. Ik begreep wel dat ze er misschien niet op zat te wachten. Op de nasleep dan. Op mij. Ze was immers verliefd op een ander en een foutje was zo gemaakt. Dat blijkt maar weer. Daar kon ik over meepraten. Ik was ook verliefd en koos toen ook voor een ander. Ook dat was een kort moment waarin ik wat magisch had ervaren. Het blijft moeilijk te verkroppen, maar ik moest door. Net als Guus. Net als Tessa. En net als Manon. Meisjes die magie met zich meebrachten.
Ik had vakantie. En ik wilde niet thuis zijn. Dat was ook niet de planning op voorhand. Maar Juul in haar situatie werkte niet en ging ook niet naar school. Het idee alleen al dat we beiden thuis zouden zijn maar er niet in staat bleken te zijn hierover te praten, viel me zwaar. We waren een weekje verder, einde februari alweer, en ik had geen gezellig avondje meer met haar gehad. Geen moment zelfs. Ze had me de volgende ochtend via een berichtje laten weten dat ze het fijn vond maar nu toch echt te ver was gegaan, wat ik pas las in de pauze tijdens het werken. Ze wilde liever niet meer afspreken. Ik was enorm teleurgesteld, en liet me ook makkelijk ontmoedigen. Wellicht betekende die kus en dat zij niet meer wilde wel dat ik een kans had, en door daar niet op in te gaan, verloor ik die kans ook weer. Wat als ik gewoon naar haar toe was gegaan na dat berichtje? Ja, wat als? Ik had het niet gedaan.
Het was de tijd van het jaar waar thuis in Zeeland pas echt iets magisch stond te gebeuren. Die paar schapen die m’n ouders nog hadden, zouden gaan lammeren, en net als elk jaar, nam ik vrij van m’n werk en nam de taak op me om over ze te waken. Dat deed ik al van kleins af aan en er is echt niets mooiers in het leven. Dit ging immers om het leven. Dat was pas magie. Ik had er drie weken voor uitgetrokken. Mijn ouders zouden ook op vakantie gaan, en dat konden ze alleen als ze de boerderij in goede handen achterlieten. Mijn handen. Dit was al de derde keer dat ik alle verantwoordelijkheid kreeg, maar vond het altijd nog wel spannend. Nu was er in hun gemeenschap wel enige bekendheid heen en weer, en zou ik er niet alleen voor staan, mocht het er echt op aankomen. Maar toch. Het was ook gezonde spanning en welkome spanning, afwisselde spanning. De reis naar het Zeeuwse platteland kwam weer op het juiste moment en bood de hoognodige ontspanning in het vervolg.
,,Alle nummers staan in de klapper. Dat weet je, he? Dierenarts, de buren en je vaders broer. Mocht er wat zijn.’’ werd me nog een keer duidelijk uitgelegd door m’n zorgzame moeder die het altijd vervelend vond. ,,En bij de stallen staan de telefoonnummers van de eigenaren. Niet zo moeilijk.’’ voegde ze er nog aan toe. ,,Let even goed op, of ze elke dag wel komen. Ik vind het niet erg om te doen, maar als jij er midden in de nacht ook al uit moet, kunnen ze het beter zelf komen doen. Ik heb iedereen ook ingelicht.’’ draafde ze door.
,,Ja, ja. Ik weet het. Komt goed. Dit is toch niet m’n eerste keer hier.’’ stelde ik haar gerust. Toch keek ze me even weemoedig aan en knuffelde ze me nog kort voordat m’n ongeduldige vader haar kwam halen. Ze zouden een kleine twee weken naar Duitsland gaan. Ik had familie daar. Lekker ver weg. En dan kon ik heerlijk alleen zijn. Ik zwaaide ze uit, bestelde een pizzaatje, en lag binnen de kortste keren lui op de bank met een van de anonieme boerderijkatten. We hadden er al zoveel gehad, dat ik z’n naam niet eens wist. Maar dit was pas leven.
Ook nu liep ik alles weer met herinneringen langs elk hoekje van het terrein. Er zouden geen stagiaires komen. Voorjaarsvakantie. En om die reden kon ik wel drukte verwachten in de stallen. Ik vond het nooit erg dat al die paardenmeisjes kwamen. Vroeger al niet, en nu al helemaal niet. Ik dacht wel weer even aan Tessa en de herinneringen met haar. Maar niet zoals de vorige keer. We hadden afgesproken dat ze deze keer mee zou gaan. Daar had ze vorig jaar al een keer omgevraagd. Ik beloofde haar het volgende jaar, maar zover kwam het dus niet eens. Gek is dat. Jammer. Binnen in de oude schuur aan het huis had m’n vader een binnenplaats volgegooid met stro en omheind met oude houten palen. Al lag er geen sneeuw meer, was het vooral in de nacht nog ijzig koud. Ik sliep er naast in een tussenruimte op een oude bank, en overdag sliep ik wat bij in m’n eigen kamer. Overdag hield ik me aan de taken, die allemaal leuk waren. En waar ik kon, hielp ik de meisjes met de paarden, wat nog leuker was. Hier zijn was goed voor m’n ego. Ik merkte dat de meesten toch wel tegen me opkeken. De meesten waren de twintig ook nog niet gepasseerd, durfde ik te gokken. Ik kon ook wel aardig rijden en dan voelde ik me toch weer even die prins op het witte paard. Zoals ik al zei: goed voor het ego, maar niet voor het relativeren. Door de jaren heen, en dan vooral de tienerjaren, had ik hier aardig wat flirts aan over gehouden. Meestal leidde dat tot niets, soms tot een afspraakje en heel zelden tot een kus of zelfs meer. Maar ik was niet die player die hiervan het mogelijke potentieel had kunnen inzien. Ik hield mezelf wel met beide benen op de grond. Het was gewoon lekker om even niet aan die andere meiden te denken. Niet aan die al bekende meiden, maar wel aan deze nieuwe. Zo gaat dat. Heel makkelijk. Uit het oog, uit het hart. En zeker als het oog viel op mooie jonge meiden die van rijden hielden… Ik was ook maar een jongen.
Maar dat hart vulde zich weer snel toen ik het bericht las.
,,Hey, Jens. Waar ben je? Ik sta voor je deur.’’ Het klonk droog en nietszeggend, maar ik hoorde het haar al zeggen in bezorgdheid en weemoed. Dat kon niet missen. M’n hart begon meteen harder te kloppen. Ik was niet in Amsterdam, maar zij wel. Fuck. Ik zag haar profielfoto in de app. Weer een nieuwe. Weer zo’n mooie. Ik slikte en baalde. Maar door het werken op de boerderij was ik al een paar uur te laat. Ik wist niet wat ik moest doen. Maar ik was blij dat ze wat had laten horen. Het had zo lang geduurd. Als enige had ze niets meer gezegd. Als enige hield ze van me, en wist ik dat zeker. Niet echt natuurlijk, maar ik durfde dat wel te geloven, te dromen zelfs. Dus belde ik haar. En ze nam vrijwel meteen op.
,,Hey.’’ zei ik snel, en verbaast.
,,Jens, hey.’’ zei ze wat minder snel, minder verbaast. Ingetogen en zacht. Ze kon me horen slikken. Ik had haar stem zo ontzettend gemist.
,,Waar ben je?’’ vroeg ik haar kort.
,,In de stad.’’ antwoordde ze net zo kort. ,,Jij? Je was niet in de winkel.’’ stelde ze.
,,Nee, ik ben bij m’n ouders.’’ zuchtte ik en moest er verontschuldigend bij lachen.
,,Kut…’’ hoorde ik haar teleurgesteld zuchten. Daar moest ik ook zachtjes om lachen.
,,Wat is er?’’ vroeg ik gelijk.
,,Nee, niets. Laat maar.’’ Maar zo makkelijk kwam ze er niet van af.
,,Waarom had je niet even gebeld of bericht?’’ drong ik aan. Maar ik hoorde haar alleen weer zuchten.
,,Ik was gewoon even in de buurt.’’ loog ze. Dat merkte ik meteen. En al snel wist ik waarom ze zo baalde. Ze had weer die inschattingsfout gemaakt.
Want op de achtergrond hoorde ik iemand de trap op komen lopen. Een bekende trap. En vervolgens hoorde ik een bekende stem vragen wat ze daar deed. Manon deed het nog makkelijk af, maar kon mij tegelijkertijd haar horen vragen.
,,Je zit toch niet weer al die tijd voor m’n deur, he?’’ vroeg ik bezorgd. Ze bleef even stil. Ik hoorde net Juul passeren, dus dat kon niet missen. ,,Wanneer stuurde je dat berichtje? Rond een uur of drie?’’ Het was nu niet zo lang als eerder, maar dat kwam omdat ik nu toevallig op m’n telefoon had gekeken. ,,Ga naar huis, joh. Ik ben bij m’n ouders in Zeeland.’’ zei ik haar nog een keer vlug. En toen zuchtte ze zo ontmoedigd en verdrietig dat ik ontzettend met haar te doen kreeg. Manon was zo’n meisje wat altijd een hoop probeerde, goed bedoeld, maar wat haar dan negen van de tien keer slecht uit kwam.
,,Ik wilde alleen even praten.’’ zei ze stil. Ik zag haar al zitten. Ik hoorde haar hoofd ook een enkele keer tegen de deur bonken.
,,Dat kan toch. Praat maar.’’ zei ik haar alleen en wachtte geduldig af. Ik had alle tijd voor haar. Maar er volgde niets.
,,Nee, ik wilde je zien.’’ gaf ze daarna toe. Dus hing ik op. En startte ik een videogesprek. Het duurde even, en de eerste keer nam ze niet op. Ze zal we denken; kinderachtig. Maar de tweede keer wel. Zat ze dan. Met een hand in het haar en ze keek me weemoedig en verdrietig aan. Maar ik moest lachen. Gewoon glimlachen. Omdat ik haar zag en haar naar me zag kijken.
,,Hey…’’ zei ik dan alleen weer en zij schoot daarop ook in de lach, net zo ingetogen als ik. ,,Fijn je te zien.’’ zei ik rustig. ,,Hoe is het?’’ probeerde ik een gesprek op gang te maken.
Daarvoor was ze niet gekomen. Voor zomaar een gesprek. Want haar hoofd en blik draaiden alle kanten op en ongemakkelijk bleef ze aan de lijn en antwoordde ze niet. Ze zat zo te zien nog op de grond. In de hoek tegen de deur aangekropen. Rare meid. Maar wel lief. Zo ontzettend lief. Ik zag de tranen in de ogen. De wanhoop volgde.
,,Ik weet niet wat ik moet doen.’’ snikte ze plots. ,,Ik mis je.’’ fluisterde ze en ze liet haar hoofd vallen. Ik dacht dat ik gek werd. Ik had vaak getwijfeld of wat ze verteld had wel waar was. Hield ze wel echt van me? Kon ze dat wel? Wist ze wel wat liefde was? En waarom ik? Het was niet alsof we elkaar al jaren kenden. En toch hoopte ik het al. Nog lang voordat ze het gezegd had. Dat ze me leuk zou vinden, op z’n minst. En ze had al wel bewezen dat ze het een en ander voor me voelde. Toen al en nu weer op deze manier. Misschien dacht ze me net zo aangenaam te verassen als die keer eerder. Maar ik zou niet thuis komen. Wie weet hoe lang ze er al zat voordat ze me dat berichtje stuurde. Ik wilde haar door het scherm heentrekken en tegen me aan houden. Ik kon niet zo goed tegen huilende meisjes. En zeker niet als ze zo lief, mooi en kwetsbaar als Manon zijn. Verdomme… Ik kon dit niet oplossen.
,,Ga naar huis.’’ fluisterde ik haar nog toe. Ik wilde niet dat ze alleen in de stad zou zijn zo richting de avond.
,,Ik wil niet naar huis.’’ mompelde ze net hoorbaar. Ik wilde ook niet dat ze naar huis ging. Ik wilde dat ze hiernaartoe zou komen. Maar dat kon ik niet van haar vragen. En was dat wel zo verstandig? ,,Wanneer ben je weer terug, dan?’’ vroeg ze nog.
,,Over twee weken. Dat is te lang voor je om daar te blijven zitten.’’ lachte ik maar. Ze kon er om glimlachen.
,,Ik weet het. Okay. Dan ga ik maar. Misschien zie ik je daarna wel.’’ gaf ze het ten slotte op, en klonk ze verzuurd. Natuurlijk was teleurgesteld. Ik ook. Maar wat als ik haar wel zou vragen?
,,Kom je anders hierheen? Ik moet op de dieren letten en de boerderij en kan wel wat gezelschap gebruiken. Ik wist niet of ze wist dat mijn ouders een boerderij hadden maar ik wist wel dat zij aan paardrijden deed, of heeft gedaan. En van Tessa had ze vast ook wel het een en ander gehoord over mijn afkomst. Ze keek over haar scherm heen en liep al naar beneden.
,,Ik weet het niet.’’ zei ze toen ze de voordeur uitstapte. ,,Misschien wel. Ik denk er nog even over na.’’ Ik ging er ook niet vanuit dat ze nu de trein naar Zeeland zou pakken.
,,Is goed. Fijn je weer te zien, in ieder geval.’’ zei ik haar en hoopte haar zo maar aan te sporen dat ze een dezer dagen zou komen. Maar ik had misschien meer effect op haar, dan ik me maar had kunnen indenken. Want rond een uur of negen kreeg ik weer een belletje van haar. ,,Dat is snel.’’ lachte ik haar nog tegemoet. Maar ze klonk alles behalve gerust.
,,Ik sta in Middelburg, kan je me komen halen?’’ Ik schrok overeind. ,,Ik wist niet waar ik eruit moest, maar…’’ en verder zei ze niets. Een beetje dom, een beetje wanhopig. Ik zat op het bovenste eiland. Bij ons geen spoorlijn. Ze had er bij Goes uit gemoeten en daar de bus moeten pakken. Dat zei ik haar ook maar. Ze had m’n adres niet eens. Dit was wel heel erg spontaan van haar. Maar het betekende veel voor me. ,,Als ik terug ga naar Goes, haal je me dan daar op?’’ Ik had dat wel eens gefietst. Vroeger elke dag naar school… Het zou een mooie tegenprestatie zijn voor haar moeite. En dus ging ik akkoord. Want m’n ouders hadden de auto bij. Ik belde een oude vriend op die in Goes een café had en stuurde Manon zijn adres toe. Dan moest ze daar maar even wachten. De navigatie gaf één uur veertig aan…
Allemaal erg handig was het niet. Romantisch vond ik het wel. Haar gebaar en hopelijk vond ze het mijne net zo mooi. Dat van mij was eigenlijk nog veel dommer. Het was ijskoud, begon ook nog te hagelen, en dan fietste ik door en klokte ik net over het uur heen toen ik aankwam. Maar straks moest zij nog achterop… Ik snelde me door de stad heen en vond daar het desbetreffende café. Altijd stil en rustig. Hoe hij het draaiende hield, wist ik niet. Morten was een oude schoolvriend en een kanjer. Een gouden kerel. Ik kon hem alles vragen, en dit was wel het minste. Zeker toen ik zei dat hij haar wat te drinken mocht aanbieden op mijn rekening. Man, ik had die gast al lang niet meer gezien en door toeval kwamen we elkaar weer tegen. Een hoopje toeval wat eenzaam in een donker hoekje van de zaak zat met haar lange rode jas nog aan.
,,Ze wilde niets drinken.’’ werd me nog verteld. Ze had me nog niet gezien. Misschien al wel gehoord. Het was een lang en smal pand en de muziek stond vrij hard aan. Misschien had ze me niet gehoord. Morten keek me wat bezorgd aan.
,,Het is een heel lang verhaal, maat.’’ zei ik hem enkel. ,,We hebben het er nog wel eens over.’’ Hij knikte en wist dat het goed was. Zo ging dat hier. Echte vrienden helpen elkaar ook als ze elkaar al een paar jaar niet gezien hadden. Maar ik was hier natuurlijk niet voor hem gekomen.
,,Hey.’’ zei ik opgelucht. Ze keek me aan, kort maar, en pakte haar jas en stond op. Ze keek langs me heen en terug naar haar tafeltje. ,,Overleefd?’’ vroeg ik haar nog en ze knikte. ,,Kom mee.’’ spoorde ik haar aan en liep met haar naar buiten en salueerde Morten onderweg. Ik pakte m’n fiets van de gevel en nam plaats. ,,Spring erop.’’ zei ik terwijl ik omhoog keek. Ze keek toch een beetje gek op. Achterop op de fiets, het was niet anders. Het begon weer te regenen. Ze zette haar capuchon op, zei nog altijd niets, en sprong zonder te klagen achterop. Met moeite hield de oude fiets het en in een slakkentempo maakten we de weg terug. Het was ijskoud. Die kou voelde ik niet meer toen ze, nadat we de stad uit waren, haar armen om me heen sloeg en ze zwijgend haar hoofd op m’n rug liet rusten. Ik was blij. Dit kostte allemaal geen moeite. Ik had het niet anders gewild. Het Veerse Meer bleek geen uitdaging te zijn, al was het wel even eng met de wind die ook begon op te zetten. Maar met haar achterop durfde ik alles wel aan. Ik zou nog naar Amsterdam fietsen, zou het nodig zijn. En weer terug ook. Zolang zij maar achterop zat.
Eenmaal thuis was ik opgelucht. Dat we het gehaald hadden maar ook dat zij er echt was. Ze durfde me echter nog niet aan te kijken. Ik vroeg me af er iets was gebeurd. Maar dat kon wachten. Want ze rilde van de kou. Snel nam ik haar mee naar binnen en hielp ik haar de rode jas uit. Ik bleef zwijgend staan en aanschouwde haar ongekende schoonheid. Ze keek nu wel naar me. Hoe ik naar haar keek. Toen mijn ogen de hare weer troffen, keek ze alsnog weg. Ze wikkelde haar armen om haar heen en rillend stond ze voor me in de natte gang. Ik trok ook maar m’n jas uit. En toen pakte ik haar maar gewoon vast en trok ik haar tegen me aan. Klein als dat ze zich opstelde, kon ik me over haar ontfermen. En dat deed ik met liefde. Ze snotterde een beetje van de kou, huilde deze keer niet, en bedankte me alleen zachtjes. Snel liet ik haar de tussenverdieping zien en wees ik haar de badkamer toe. Ik pakte een handdoek voor haar en adviseerde haar om even een warme douche te nemen. Dat leek haar minstens net zo’n goed idee. Nu keek ze me wel aan. Trouw en dankbaar. Anders kon ik het niet noemen. Ze was blij hier te zijn, al moet het raar zijn. Ik was blij voor haar te kunnen zorgen. Nu was er geen hond die haar goedkeurde, geen ouders die ons gescheiden zouden houden. We waren helemaal alleen op deze oude boerderij. Romantischer kon niet. Na alles. En wie had dat gedacht? Ik niet. Zeker niet met haar.
Ik had wat droge kleren voor haar klaargelegd op haar kamer. Mijn kleren. Zelf had ze natuurlijk niets bij. Ik zei het haar door een dichte badkamerdeur en dat ze daar ook kon blijven slapen. Het was mijn kamer. Ze ging er allemaal mee akkoord. Ik kon haar niet genoeg geven, nu het eindelijk leek te kunnen. Ik was single. En Tessa leek er gewoon niet meer toe te doen. Toch liet ik haar. Ze wist m’n kamer te vinden en is vast moe. Die is zo vertrokken. Ik nestelde me waar ik de laatste dagen al had geslapen. Het was niet in de stal, nog in huis. Moeilijk uit te leggen. Als het ware een apart schuurtje tussen beiden ingeklemd. Warmer dan de stal, maar niet als het huis zelf. Ik had er na de eerste nacht een tweede bank tegen aangezet en afgeschermd tussen de leuningen, had ik zo m’n eigen vertrek. Het deed me denken aan het nestje onder de trap, waar ik ook heerlijk in weg kon kruipen. Dit was nog knusser. Wel kouder. Een hoopje dekens hield me warm.
Het was niet perse voor het slapen. Ik ging er namelijk elke nacht elke twee uur uit. Even kijken bij de drachtige schapen en de lammeren die er al waren. En dan begon de magie. Al sliep ik de hele nacht niet, ook goed. Dat haalde ik overdag wel weer in. Menig dagbezoeker, waaronder mijn oom, kwam bij de schapen en als ik nodig was, wisten ze me wel te vinden. De magie zat hem dan ook in de nacht. De stille nachten, koud of niet, waarin je dan in de schuur kwam, je glazig werd aangekeken door die beesten, waar meer in het koppie zit dan je zou verwachten, en je enkel wat zacht geblaat hoorde en het geslof door het stro. De jonkies mekkerden nog het liefst, en op dit moment hadden we er eentje die wat zwakker was, en die de fles kreeg. Dat deed ik ook graag. En als er dan andere lammeren op me af kwamen, moest die maar genoegen nemen met een vingertopje. Over magische momenten gesproken… De geluiden, de geuren, en zo erg stinkt het dan allemaal niet, de rust en het zien van die beesten. Dat gaf me elk jaar weer zo’n ontzettend goed gevoel. Vaak keken vanuit de andere kant ook nog een paar paarden mee, en hier en daar wat gevogelte wat voorbij kwam gewaggeld. Het deed me altijd denken aan het kerstverhaal. Maar hier ging het om een echt lam wat geboren kon worden.
Ik hoopte dit nog met Manon te mogen delen. Maar zoals ik haar vandaag had aangetroffen, vroeg ik me af hoelang ze hier zou willen blijven. Zo stabiel als dat ik werd van het hier zijn, zo onstabiel kwam ze op mij over. En vandaag zeker niet voor het eerst. Eigenlijk had ze ook wat schapenmagie nodig. Eigenlijk heeft iedereen dat nodig. Schapen… Er zijn maar weinig dieren die je zo dom kunnen aankijken… en toch…
En er waren er maar weinig die me zo lief en dankbaar aan konden kijken. Ze had m’n shirt aangetrokken, voor haar veel te groot, en dat was het… Ze had me vergezeld in de schuur. Op blote voeten stond ze naast me, met lange blote benen die boven me uit torende. Ze keek op me neer, glimlachte naar me, en viel toen ook naar de grond voor de lammetjes.
,,Aaw! Die zijn zo lief!’’ Kinds. Even dacht ik dat ze hier voor mij was, maar ik legde het af tegen die beestjes. Ik was dan ook kansloos. Dat gaf niets. Ze kamde haar lange natte haren opzij, en keek vertederd naar de diertjes. En ik keek vertederd naar haar. Kut, wat was ik gelukkig nu. ,,Ik snap waarom Tessa hier graag kwam.’’ liet ze toen onbezorgd vallen. Maar dat kwam bij mij hard aan. Ik kon haar niet meer teder aankijken.
,,Tja…’’ zuchtte ik dan ook alleen en keek even moeilijk weg. Dat zag ze meteen.
,,Mis je haar niet?’’ vroeg ze me, om het nog erger te maken. Natuurlijk miste ik Tessa wel. Maar waarom begon ze daar over?
,,Ik heb jou gemist.’’ zei ik haar eerst. Ze lachte er lief om en keek me kort verliefd aan. Of dacht ik dat ze me verliefd aankeek…
,,Ik heb het verkloot.’’ zuchtte ze namelijk hierna. Ik keek haar even moeilijk aan. Ze was weer onnavolgbaar. Dat was ik vergeten, dat ze zo kon zijn. ,,Je moet terug naar Tessa.’’ zei ze me dan alsof dat zo makkelijk zou zijn.
,,Waar heb je het over?’’ vroeg ik haar echter zeer gepikeerd. ,,Je zei me dat je van me hield. En aangezien Tessa daarna meteen pleite was, hield je meer van mij dan zij misschien wel ooit gedaan heeft.’’ bracht ik fel in. ,,Je houdt toch van me?’’ vroeg ik haar nu ook echt boos. Want ik had het idee dat ze me nu weer in het ootje nam.
,,Tessa was gek op je. Hoe kan je dat zomaar vergeten?’’ vroeg ze mij op haar beurt verwijtend, zonder dat te willen.
,,Vergeten?! Ben je de rest vergeten dan? Alles leek goed te komen, maar jij kon het niet. Zo zat het, toch?’’ Ik kon niet alleen met Manon zijn. Vroeg of laat kwam het dan weer hier op uit. Puur uit liefde. Ik hield van haar, ik was zo verliefd op haar. Elke twijfel die ik dan tegenkwam, liet mij in de verdediging schieten. Omdat ik altijd het gevoel had dat ze mij ieder moment kon kwetsen. Want zo’n meisje was ze. En dus moest ik dat voor zijn, door haar te kwetsen. Zoals ik al vaker had gedaan…
,,Dit is een fout.’’ zei ze kort. ,,Ik had niet moeten komen.’’ Ze keek me niet aan en klonk zwaar teleurgesteld. Ik wilde haar helemaal niet kwetsen, natuurlijk niet.
,,Nee, het is geen fout.’’ zei ik dan ook snel. ,,Ik moet gewoon normaal doen.’’ gaf ik ook maar gelijk toe. Maar ze schudde haar hoofd.
,,Nee, je snapt het niet.’’ en verder zei ze niets. Ik snapte het zeker niet.
,,Wat dan?’’ vroeg ik rustig.
,,Niets. Ik weet het ook niet. Fuck! Ik haat dit.’’ liet ze uit. ,,Ik ben gewoon in de war. Ik moet gaan.’’ zei ze dan zomaar. En ze stond ook op. Waar ging ze naartoe? Dat wist ze zelf toch ook niet.
,,Wacht nou.’’ Ik liep haar achterna en pakte haar hand. Ze keek me intens aan. Haar ogen stonden hard, maar je voelde de kwetsbaarheid. Ik had wel een zwak voor dit meisje, en zeker in deze staat. ,,Heb ik wat gemist? Wat is er nou?’’ vroeg ik haar nog een laatste keer. Ze zuchtte en liet haar schouders hangen. Ze keek naar de grond en schudde weer met haar hoofd.
,,Ik dacht als ik je zag ik wist wat ik moest doen.’’ kwam ze toen mee. Ze zuchtte nog een keer ontmoedigd en kreeg langzaam door dat het hier zijn van haar steeds minder met mij te maken had.
,,Jack wil me terug.’’ zei ze tot slot. Want meer hoefde ze niet zeggen. De troosteloze toon van haar woorden zei mee dan genoeg. Tegen beter weten zag ze dat wel zitten. Dat voelde je meteen. Ik kon het niet geloven. En daarom was ze hier. Misschien kon ik haar wel op een andere gedachten brengen, had ze vast gedacht, maar het was duidelijk dat dat niet het geval bleek te zijn. Daarom begon ze over Tessa. Dat was misschien wel mijn alternatief, nu zij wist voor wie ze moest gaan. Hoe naïef. En hoe kon het afleggen tegen zo’n eikel… Pijnlijk.
,,Jack?’’ vroeg ik nog apathisch. ,,Godverdomme…’’ klonk mijn verdict. ,,Ja, ga dan maar.’’ Ze kon vandaag op geen enkele sympathie rekenen.
,,We kunnen toch vrienden blijven?’’ probeerde ze nog wanhopig. Want dat zou werken…
,,Daarvoor ben je helemaal deze kant op gekomen? Om vrienden te worden? Flikker toch op.’’ Ik werd weer kwaad. ,,Echt, pak je spullen en rot op.’’ zei ik haar hard. En dan kwamen de tranen weer, maar weerstand bood ze niet. Ze moest toch ook wel weten hoe dom ze was geweest. Wat verwachtte ze nou? Dat die lieve Jens haar wel weer een kans geeft. ,,Ga naar huis. Ik wil je nooit meer zien.’’ riep ik haar nog na.
En zo geschiedde het. Het was alweer bijna middennacht en ik stuurde haar naar buiten in een koude en natte wereld die voor haar vreemd was. Maar het kon me echt niets meer schelen. Ik had ook m’n grenzen. En het feit dat ik zo veel voor haar was blijven voelen, en was blijven hopen op een spoedige samenkomst, betekende niets voor haar. Ze kon het ook niet weten. Ik kon het al amper bevatten. Wellicht spaarde ze me nog door het meteen te vertellen. Maar nu maakte het allemaal niets meer uit. Als zij vannacht verdwijnt, dan zou ik daar vrede mee hebben.
Ik was de magie toch verloren. Elke keer dat ik er uit ging deze nacht, dacht ik toch nog aan Manon en vroeg ik me af waar ze zou zijn. Waar kon ze naartoe? Toen ik wat afkoelde, begon ik me toch vooral schuldig te voelen. Het was niet juist om haar op dat moment zomaar weg te sturen. Maar na alles vandaag wist ik het ook niet meer. En het werd nog erger.
,,Kan je me bellen?’’ stond er in m’n scherm. Weer ging m’n hart bonken. Dit was wel erg toevallig. Bijna te toevallig. Het was dan ook geen toeval. Ik belde Tessa. Ze had geen tijd om te vragen hoe het met me ging of aan te horen dat ik haar miste.
,,De ouders van Manon belden mij vanochtend om te vragen of ze bij mij is. Heb jij wat gehoord?’’ klonk ze ongerust.
,,Ja, uhm, nee… Ze was hier. Heel even. Ze zei me terug naar Jack te gaan.’’ zei ik haast nuchter. Ik hoorde Tessa zachtjes schelden.
,,Ze had ruzie met haar moeder gekregen. Nu weet ik waarom.’’ zei ze me snel. Dit verklaarde de wanhoop misschien wel.
,,Ze appte me gisteren.’’ begon ik toen. ,,Ze zat voor de deur in Amsterdam. Ik ben bij m’n ouders. En toen kwam ze hier naar toe. Heel gedoe, hoop gezeik. Ze vertelde me dat ze naar Jack terug wilde, soort van, en toen heb ik haar kwaad weggestuurd.’’ gaf ik spijtig toe. Ik hoorde Tessa zachtjes zuchten. Dit was ook niets voor Tessa om zo proactief te zijn. Maar nu moest ze wel, want het ging om haar beste vriendin. En dat vond ze zo erg, dat ze daar zelfs mij voor zou bellen. Je kon merken dat ze nog ontzettend veel om Manon gaf. Meer dan dat mij lief was.
,,Soms kan ze zo dom zijn.’’ sneerde ze nog fel. ,,Maar wil je haar zoeken dan? Weet je waar ze is?’’ Ik had natuurlijk geen idee. Maar ik maakte me nu ook wel zorgen. Want ze zou vast niet richting huis zijn gegaan.
,,Ik ga kijken. Ik hou je op de hoogte. Jij mij ook?’’ Daar kon ik op rekenen. Ik was nog niet van Manon af. Maar ook niet van Tessa. Dat laatste was wel fijn. Want hoe fijn was het om haar weer te horen, zeg. Misschien zou Manon nu wel weer de reden zijn waardoor ik en Tessa weer contact krijgen. Ik wist het ook allemaal niet meer en deelde vrijgevig mee in de verwarring en hopeloosheid die iedereen leek te ervaren. Maar de zoektocht kon gaan beginnen!
Ik had vakantie. En ik wilde niet thuis zijn. Dat was ook niet de planning op voorhand. Maar Juul in haar situatie werkte niet en ging ook niet naar school. Het idee alleen al dat we beiden thuis zouden zijn maar er niet in staat bleken te zijn hierover te praten, viel me zwaar. We waren een weekje verder, einde februari alweer, en ik had geen gezellig avondje meer met haar gehad. Geen moment zelfs. Ze had me de volgende ochtend via een berichtje laten weten dat ze het fijn vond maar nu toch echt te ver was gegaan, wat ik pas las in de pauze tijdens het werken. Ze wilde liever niet meer afspreken. Ik was enorm teleurgesteld, en liet me ook makkelijk ontmoedigen. Wellicht betekende die kus en dat zij niet meer wilde wel dat ik een kans had, en door daar niet op in te gaan, verloor ik die kans ook weer. Wat als ik gewoon naar haar toe was gegaan na dat berichtje? Ja, wat als? Ik had het niet gedaan.
Het was de tijd van het jaar waar thuis in Zeeland pas echt iets magisch stond te gebeuren. Die paar schapen die m’n ouders nog hadden, zouden gaan lammeren, en net als elk jaar, nam ik vrij van m’n werk en nam de taak op me om over ze te waken. Dat deed ik al van kleins af aan en er is echt niets mooiers in het leven. Dit ging immers om het leven. Dat was pas magie. Ik had er drie weken voor uitgetrokken. Mijn ouders zouden ook op vakantie gaan, en dat konden ze alleen als ze de boerderij in goede handen achterlieten. Mijn handen. Dit was al de derde keer dat ik alle verantwoordelijkheid kreeg, maar vond het altijd nog wel spannend. Nu was er in hun gemeenschap wel enige bekendheid heen en weer, en zou ik er niet alleen voor staan, mocht het er echt op aankomen. Maar toch. Het was ook gezonde spanning en welkome spanning, afwisselde spanning. De reis naar het Zeeuwse platteland kwam weer op het juiste moment en bood de hoognodige ontspanning in het vervolg.
,,Alle nummers staan in de klapper. Dat weet je, he? Dierenarts, de buren en je vaders broer. Mocht er wat zijn.’’ werd me nog een keer duidelijk uitgelegd door m’n zorgzame moeder die het altijd vervelend vond. ,,En bij de stallen staan de telefoonnummers van de eigenaren. Niet zo moeilijk.’’ voegde ze er nog aan toe. ,,Let even goed op, of ze elke dag wel komen. Ik vind het niet erg om te doen, maar als jij er midden in de nacht ook al uit moet, kunnen ze het beter zelf komen doen. Ik heb iedereen ook ingelicht.’’ draafde ze door.
,,Ja, ja. Ik weet het. Komt goed. Dit is toch niet m’n eerste keer hier.’’ stelde ik haar gerust. Toch keek ze me even weemoedig aan en knuffelde ze me nog kort voordat m’n ongeduldige vader haar kwam halen. Ze zouden een kleine twee weken naar Duitsland gaan. Ik had familie daar. Lekker ver weg. En dan kon ik heerlijk alleen zijn. Ik zwaaide ze uit, bestelde een pizzaatje, en lag binnen de kortste keren lui op de bank met een van de anonieme boerderijkatten. We hadden er al zoveel gehad, dat ik z’n naam niet eens wist. Maar dit was pas leven.
Ook nu liep ik alles weer met herinneringen langs elk hoekje van het terrein. Er zouden geen stagiaires komen. Voorjaarsvakantie. En om die reden kon ik wel drukte verwachten in de stallen. Ik vond het nooit erg dat al die paardenmeisjes kwamen. Vroeger al niet, en nu al helemaal niet. Ik dacht wel weer even aan Tessa en de herinneringen met haar. Maar niet zoals de vorige keer. We hadden afgesproken dat ze deze keer mee zou gaan. Daar had ze vorig jaar al een keer omgevraagd. Ik beloofde haar het volgende jaar, maar zover kwam het dus niet eens. Gek is dat. Jammer. Binnen in de oude schuur aan het huis had m’n vader een binnenplaats volgegooid met stro en omheind met oude houten palen. Al lag er geen sneeuw meer, was het vooral in de nacht nog ijzig koud. Ik sliep er naast in een tussenruimte op een oude bank, en overdag sliep ik wat bij in m’n eigen kamer. Overdag hield ik me aan de taken, die allemaal leuk waren. En waar ik kon, hielp ik de meisjes met de paarden, wat nog leuker was. Hier zijn was goed voor m’n ego. Ik merkte dat de meesten toch wel tegen me opkeken. De meesten waren de twintig ook nog niet gepasseerd, durfde ik te gokken. Ik kon ook wel aardig rijden en dan voelde ik me toch weer even die prins op het witte paard. Zoals ik al zei: goed voor het ego, maar niet voor het relativeren. Door de jaren heen, en dan vooral de tienerjaren, had ik hier aardig wat flirts aan over gehouden. Meestal leidde dat tot niets, soms tot een afspraakje en heel zelden tot een kus of zelfs meer. Maar ik was niet die player die hiervan het mogelijke potentieel had kunnen inzien. Ik hield mezelf wel met beide benen op de grond. Het was gewoon lekker om even niet aan die andere meiden te denken. Niet aan die al bekende meiden, maar wel aan deze nieuwe. Zo gaat dat. Heel makkelijk. Uit het oog, uit het hart. En zeker als het oog viel op mooie jonge meiden die van rijden hielden… Ik was ook maar een jongen.
Maar dat hart vulde zich weer snel toen ik het bericht las.
,,Hey, Jens. Waar ben je? Ik sta voor je deur.’’ Het klonk droog en nietszeggend, maar ik hoorde het haar al zeggen in bezorgdheid en weemoed. Dat kon niet missen. M’n hart begon meteen harder te kloppen. Ik was niet in Amsterdam, maar zij wel. Fuck. Ik zag haar profielfoto in de app. Weer een nieuwe. Weer zo’n mooie. Ik slikte en baalde. Maar door het werken op de boerderij was ik al een paar uur te laat. Ik wist niet wat ik moest doen. Maar ik was blij dat ze wat had laten horen. Het had zo lang geduurd. Als enige had ze niets meer gezegd. Als enige hield ze van me, en wist ik dat zeker. Niet echt natuurlijk, maar ik durfde dat wel te geloven, te dromen zelfs. Dus belde ik haar. En ze nam vrijwel meteen op.
,,Hey.’’ zei ik snel, en verbaast.
,,Jens, hey.’’ zei ze wat minder snel, minder verbaast. Ingetogen en zacht. Ze kon me horen slikken. Ik had haar stem zo ontzettend gemist.
,,Waar ben je?’’ vroeg ik haar kort.
,,In de stad.’’ antwoordde ze net zo kort. ,,Jij? Je was niet in de winkel.’’ stelde ze.
,,Nee, ik ben bij m’n ouders.’’ zuchtte ik en moest er verontschuldigend bij lachen.
,,Kut…’’ hoorde ik haar teleurgesteld zuchten. Daar moest ik ook zachtjes om lachen.
,,Wat is er?’’ vroeg ik gelijk.
,,Nee, niets. Laat maar.’’ Maar zo makkelijk kwam ze er niet van af.
,,Waarom had je niet even gebeld of bericht?’’ drong ik aan. Maar ik hoorde haar alleen weer zuchten.
,,Ik was gewoon even in de buurt.’’ loog ze. Dat merkte ik meteen. En al snel wist ik waarom ze zo baalde. Ze had weer die inschattingsfout gemaakt.
Want op de achtergrond hoorde ik iemand de trap op komen lopen. Een bekende trap. En vervolgens hoorde ik een bekende stem vragen wat ze daar deed. Manon deed het nog makkelijk af, maar kon mij tegelijkertijd haar horen vragen.
,,Je zit toch niet weer al die tijd voor m’n deur, he?’’ vroeg ik bezorgd. Ze bleef even stil. Ik hoorde net Juul passeren, dus dat kon niet missen. ,,Wanneer stuurde je dat berichtje? Rond een uur of drie?’’ Het was nu niet zo lang als eerder, maar dat kwam omdat ik nu toevallig op m’n telefoon had gekeken. ,,Ga naar huis, joh. Ik ben bij m’n ouders in Zeeland.’’ zei ik haar nog een keer vlug. En toen zuchtte ze zo ontmoedigd en verdrietig dat ik ontzettend met haar te doen kreeg. Manon was zo’n meisje wat altijd een hoop probeerde, goed bedoeld, maar wat haar dan negen van de tien keer slecht uit kwam.
,,Ik wilde alleen even praten.’’ zei ze stil. Ik zag haar al zitten. Ik hoorde haar hoofd ook een enkele keer tegen de deur bonken.
,,Dat kan toch. Praat maar.’’ zei ik haar alleen en wachtte geduldig af. Ik had alle tijd voor haar. Maar er volgde niets.
,,Nee, ik wilde je zien.’’ gaf ze daarna toe. Dus hing ik op. En startte ik een videogesprek. Het duurde even, en de eerste keer nam ze niet op. Ze zal we denken; kinderachtig. Maar de tweede keer wel. Zat ze dan. Met een hand in het haar en ze keek me weemoedig en verdrietig aan. Maar ik moest lachen. Gewoon glimlachen. Omdat ik haar zag en haar naar me zag kijken.
,,Hey…’’ zei ik dan alleen weer en zij schoot daarop ook in de lach, net zo ingetogen als ik. ,,Fijn je te zien.’’ zei ik rustig. ,,Hoe is het?’’ probeerde ik een gesprek op gang te maken.
Daarvoor was ze niet gekomen. Voor zomaar een gesprek. Want haar hoofd en blik draaiden alle kanten op en ongemakkelijk bleef ze aan de lijn en antwoordde ze niet. Ze zat zo te zien nog op de grond. In de hoek tegen de deur aangekropen. Rare meid. Maar wel lief. Zo ontzettend lief. Ik zag de tranen in de ogen. De wanhoop volgde.
,,Ik weet niet wat ik moet doen.’’ snikte ze plots. ,,Ik mis je.’’ fluisterde ze en ze liet haar hoofd vallen. Ik dacht dat ik gek werd. Ik had vaak getwijfeld of wat ze verteld had wel waar was. Hield ze wel echt van me? Kon ze dat wel? Wist ze wel wat liefde was? En waarom ik? Het was niet alsof we elkaar al jaren kenden. En toch hoopte ik het al. Nog lang voordat ze het gezegd had. Dat ze me leuk zou vinden, op z’n minst. En ze had al wel bewezen dat ze het een en ander voor me voelde. Toen al en nu weer op deze manier. Misschien dacht ze me net zo aangenaam te verassen als die keer eerder. Maar ik zou niet thuis komen. Wie weet hoe lang ze er al zat voordat ze me dat berichtje stuurde. Ik wilde haar door het scherm heentrekken en tegen me aan houden. Ik kon niet zo goed tegen huilende meisjes. En zeker niet als ze zo lief, mooi en kwetsbaar als Manon zijn. Verdomme… Ik kon dit niet oplossen.
,,Ga naar huis.’’ fluisterde ik haar nog toe. Ik wilde niet dat ze alleen in de stad zou zijn zo richting de avond.
,,Ik wil niet naar huis.’’ mompelde ze net hoorbaar. Ik wilde ook niet dat ze naar huis ging. Ik wilde dat ze hiernaartoe zou komen. Maar dat kon ik niet van haar vragen. En was dat wel zo verstandig? ,,Wanneer ben je weer terug, dan?’’ vroeg ze nog.
,,Over twee weken. Dat is te lang voor je om daar te blijven zitten.’’ lachte ik maar. Ze kon er om glimlachen.
,,Ik weet het. Okay. Dan ga ik maar. Misschien zie ik je daarna wel.’’ gaf ze het ten slotte op, en klonk ze verzuurd. Natuurlijk was teleurgesteld. Ik ook. Maar wat als ik haar wel zou vragen?
,,Kom je anders hierheen? Ik moet op de dieren letten en de boerderij en kan wel wat gezelschap gebruiken. Ik wist niet of ze wist dat mijn ouders een boerderij hadden maar ik wist wel dat zij aan paardrijden deed, of heeft gedaan. En van Tessa had ze vast ook wel het een en ander gehoord over mijn afkomst. Ze keek over haar scherm heen en liep al naar beneden.
,,Ik weet het niet.’’ zei ze toen ze de voordeur uitstapte. ,,Misschien wel. Ik denk er nog even over na.’’ Ik ging er ook niet vanuit dat ze nu de trein naar Zeeland zou pakken.
,,Is goed. Fijn je weer te zien, in ieder geval.’’ zei ik haar en hoopte haar zo maar aan te sporen dat ze een dezer dagen zou komen. Maar ik had misschien meer effect op haar, dan ik me maar had kunnen indenken. Want rond een uur of negen kreeg ik weer een belletje van haar. ,,Dat is snel.’’ lachte ik haar nog tegemoet. Maar ze klonk alles behalve gerust.
,,Ik sta in Middelburg, kan je me komen halen?’’ Ik schrok overeind. ,,Ik wist niet waar ik eruit moest, maar…’’ en verder zei ze niets. Een beetje dom, een beetje wanhopig. Ik zat op het bovenste eiland. Bij ons geen spoorlijn. Ze had er bij Goes uit gemoeten en daar de bus moeten pakken. Dat zei ik haar ook maar. Ze had m’n adres niet eens. Dit was wel heel erg spontaan van haar. Maar het betekende veel voor me. ,,Als ik terug ga naar Goes, haal je me dan daar op?’’ Ik had dat wel eens gefietst. Vroeger elke dag naar school… Het zou een mooie tegenprestatie zijn voor haar moeite. En dus ging ik akkoord. Want m’n ouders hadden de auto bij. Ik belde een oude vriend op die in Goes een café had en stuurde Manon zijn adres toe. Dan moest ze daar maar even wachten. De navigatie gaf één uur veertig aan…
Allemaal erg handig was het niet. Romantisch vond ik het wel. Haar gebaar en hopelijk vond ze het mijne net zo mooi. Dat van mij was eigenlijk nog veel dommer. Het was ijskoud, begon ook nog te hagelen, en dan fietste ik door en klokte ik net over het uur heen toen ik aankwam. Maar straks moest zij nog achterop… Ik snelde me door de stad heen en vond daar het desbetreffende café. Altijd stil en rustig. Hoe hij het draaiende hield, wist ik niet. Morten was een oude schoolvriend en een kanjer. Een gouden kerel. Ik kon hem alles vragen, en dit was wel het minste. Zeker toen ik zei dat hij haar wat te drinken mocht aanbieden op mijn rekening. Man, ik had die gast al lang niet meer gezien en door toeval kwamen we elkaar weer tegen. Een hoopje toeval wat eenzaam in een donker hoekje van de zaak zat met haar lange rode jas nog aan.
,,Ze wilde niets drinken.’’ werd me nog verteld. Ze had me nog niet gezien. Misschien al wel gehoord. Het was een lang en smal pand en de muziek stond vrij hard aan. Misschien had ze me niet gehoord. Morten keek me wat bezorgd aan.
,,Het is een heel lang verhaal, maat.’’ zei ik hem enkel. ,,We hebben het er nog wel eens over.’’ Hij knikte en wist dat het goed was. Zo ging dat hier. Echte vrienden helpen elkaar ook als ze elkaar al een paar jaar niet gezien hadden. Maar ik was hier natuurlijk niet voor hem gekomen.
,,Hey.’’ zei ik opgelucht. Ze keek me aan, kort maar, en pakte haar jas en stond op. Ze keek langs me heen en terug naar haar tafeltje. ,,Overleefd?’’ vroeg ik haar nog en ze knikte. ,,Kom mee.’’ spoorde ik haar aan en liep met haar naar buiten en salueerde Morten onderweg. Ik pakte m’n fiets van de gevel en nam plaats. ,,Spring erop.’’ zei ik terwijl ik omhoog keek. Ze keek toch een beetje gek op. Achterop op de fiets, het was niet anders. Het begon weer te regenen. Ze zette haar capuchon op, zei nog altijd niets, en sprong zonder te klagen achterop. Met moeite hield de oude fiets het en in een slakkentempo maakten we de weg terug. Het was ijskoud. Die kou voelde ik niet meer toen ze, nadat we de stad uit waren, haar armen om me heen sloeg en ze zwijgend haar hoofd op m’n rug liet rusten. Ik was blij. Dit kostte allemaal geen moeite. Ik had het niet anders gewild. Het Veerse Meer bleek geen uitdaging te zijn, al was het wel even eng met de wind die ook begon op te zetten. Maar met haar achterop durfde ik alles wel aan. Ik zou nog naar Amsterdam fietsen, zou het nodig zijn. En weer terug ook. Zolang zij maar achterop zat.
Eenmaal thuis was ik opgelucht. Dat we het gehaald hadden maar ook dat zij er echt was. Ze durfde me echter nog niet aan te kijken. Ik vroeg me af er iets was gebeurd. Maar dat kon wachten. Want ze rilde van de kou. Snel nam ik haar mee naar binnen en hielp ik haar de rode jas uit. Ik bleef zwijgend staan en aanschouwde haar ongekende schoonheid. Ze keek nu wel naar me. Hoe ik naar haar keek. Toen mijn ogen de hare weer troffen, keek ze alsnog weg. Ze wikkelde haar armen om haar heen en rillend stond ze voor me in de natte gang. Ik trok ook maar m’n jas uit. En toen pakte ik haar maar gewoon vast en trok ik haar tegen me aan. Klein als dat ze zich opstelde, kon ik me over haar ontfermen. En dat deed ik met liefde. Ze snotterde een beetje van de kou, huilde deze keer niet, en bedankte me alleen zachtjes. Snel liet ik haar de tussenverdieping zien en wees ik haar de badkamer toe. Ik pakte een handdoek voor haar en adviseerde haar om even een warme douche te nemen. Dat leek haar minstens net zo’n goed idee. Nu keek ze me wel aan. Trouw en dankbaar. Anders kon ik het niet noemen. Ze was blij hier te zijn, al moet het raar zijn. Ik was blij voor haar te kunnen zorgen. Nu was er geen hond die haar goedkeurde, geen ouders die ons gescheiden zouden houden. We waren helemaal alleen op deze oude boerderij. Romantischer kon niet. Na alles. En wie had dat gedacht? Ik niet. Zeker niet met haar.
Ik had wat droge kleren voor haar klaargelegd op haar kamer. Mijn kleren. Zelf had ze natuurlijk niets bij. Ik zei het haar door een dichte badkamerdeur en dat ze daar ook kon blijven slapen. Het was mijn kamer. Ze ging er allemaal mee akkoord. Ik kon haar niet genoeg geven, nu het eindelijk leek te kunnen. Ik was single. En Tessa leek er gewoon niet meer toe te doen. Toch liet ik haar. Ze wist m’n kamer te vinden en is vast moe. Die is zo vertrokken. Ik nestelde me waar ik de laatste dagen al had geslapen. Het was niet in de stal, nog in huis. Moeilijk uit te leggen. Als het ware een apart schuurtje tussen beiden ingeklemd. Warmer dan de stal, maar niet als het huis zelf. Ik had er na de eerste nacht een tweede bank tegen aangezet en afgeschermd tussen de leuningen, had ik zo m’n eigen vertrek. Het deed me denken aan het nestje onder de trap, waar ik ook heerlijk in weg kon kruipen. Dit was nog knusser. Wel kouder. Een hoopje dekens hield me warm.
Het was niet perse voor het slapen. Ik ging er namelijk elke nacht elke twee uur uit. Even kijken bij de drachtige schapen en de lammeren die er al waren. En dan begon de magie. Al sliep ik de hele nacht niet, ook goed. Dat haalde ik overdag wel weer in. Menig dagbezoeker, waaronder mijn oom, kwam bij de schapen en als ik nodig was, wisten ze me wel te vinden. De magie zat hem dan ook in de nacht. De stille nachten, koud of niet, waarin je dan in de schuur kwam, je glazig werd aangekeken door die beesten, waar meer in het koppie zit dan je zou verwachten, en je enkel wat zacht geblaat hoorde en het geslof door het stro. De jonkies mekkerden nog het liefst, en op dit moment hadden we er eentje die wat zwakker was, en die de fles kreeg. Dat deed ik ook graag. En als er dan andere lammeren op me af kwamen, moest die maar genoegen nemen met een vingertopje. Over magische momenten gesproken… De geluiden, de geuren, en zo erg stinkt het dan allemaal niet, de rust en het zien van die beesten. Dat gaf me elk jaar weer zo’n ontzettend goed gevoel. Vaak keken vanuit de andere kant ook nog een paar paarden mee, en hier en daar wat gevogelte wat voorbij kwam gewaggeld. Het deed me altijd denken aan het kerstverhaal. Maar hier ging het om een echt lam wat geboren kon worden.
Ik hoopte dit nog met Manon te mogen delen. Maar zoals ik haar vandaag had aangetroffen, vroeg ik me af hoelang ze hier zou willen blijven. Zo stabiel als dat ik werd van het hier zijn, zo onstabiel kwam ze op mij over. En vandaag zeker niet voor het eerst. Eigenlijk had ze ook wat schapenmagie nodig. Eigenlijk heeft iedereen dat nodig. Schapen… Er zijn maar weinig dieren die je zo dom kunnen aankijken… en toch…
En er waren er maar weinig die me zo lief en dankbaar aan konden kijken. Ze had m’n shirt aangetrokken, voor haar veel te groot, en dat was het… Ze had me vergezeld in de schuur. Op blote voeten stond ze naast me, met lange blote benen die boven me uit torende. Ze keek op me neer, glimlachte naar me, en viel toen ook naar de grond voor de lammetjes.
,,Aaw! Die zijn zo lief!’’ Kinds. Even dacht ik dat ze hier voor mij was, maar ik legde het af tegen die beestjes. Ik was dan ook kansloos. Dat gaf niets. Ze kamde haar lange natte haren opzij, en keek vertederd naar de diertjes. En ik keek vertederd naar haar. Kut, wat was ik gelukkig nu. ,,Ik snap waarom Tessa hier graag kwam.’’ liet ze toen onbezorgd vallen. Maar dat kwam bij mij hard aan. Ik kon haar niet meer teder aankijken.
,,Tja…’’ zuchtte ik dan ook alleen en keek even moeilijk weg. Dat zag ze meteen.
,,Mis je haar niet?’’ vroeg ze me, om het nog erger te maken. Natuurlijk miste ik Tessa wel. Maar waarom begon ze daar over?
,,Ik heb jou gemist.’’ zei ik haar eerst. Ze lachte er lief om en keek me kort verliefd aan. Of dacht ik dat ze me verliefd aankeek…
,,Ik heb het verkloot.’’ zuchtte ze namelijk hierna. Ik keek haar even moeilijk aan. Ze was weer onnavolgbaar. Dat was ik vergeten, dat ze zo kon zijn. ,,Je moet terug naar Tessa.’’ zei ze me dan alsof dat zo makkelijk zou zijn.
,,Waar heb je het over?’’ vroeg ik haar echter zeer gepikeerd. ,,Je zei me dat je van me hield. En aangezien Tessa daarna meteen pleite was, hield je meer van mij dan zij misschien wel ooit gedaan heeft.’’ bracht ik fel in. ,,Je houdt toch van me?’’ vroeg ik haar nu ook echt boos. Want ik had het idee dat ze me nu weer in het ootje nam.
,,Tessa was gek op je. Hoe kan je dat zomaar vergeten?’’ vroeg ze mij op haar beurt verwijtend, zonder dat te willen.
,,Vergeten?! Ben je de rest vergeten dan? Alles leek goed te komen, maar jij kon het niet. Zo zat het, toch?’’ Ik kon niet alleen met Manon zijn. Vroeg of laat kwam het dan weer hier op uit. Puur uit liefde. Ik hield van haar, ik was zo verliefd op haar. Elke twijfel die ik dan tegenkwam, liet mij in de verdediging schieten. Omdat ik altijd het gevoel had dat ze mij ieder moment kon kwetsen. Want zo’n meisje was ze. En dus moest ik dat voor zijn, door haar te kwetsen. Zoals ik al vaker had gedaan…
,,Dit is een fout.’’ zei ze kort. ,,Ik had niet moeten komen.’’ Ze keek me niet aan en klonk zwaar teleurgesteld. Ik wilde haar helemaal niet kwetsen, natuurlijk niet.
,,Nee, het is geen fout.’’ zei ik dan ook snel. ,,Ik moet gewoon normaal doen.’’ gaf ik ook maar gelijk toe. Maar ze schudde haar hoofd.
,,Nee, je snapt het niet.’’ en verder zei ze niets. Ik snapte het zeker niet.
,,Wat dan?’’ vroeg ik rustig.
,,Niets. Ik weet het ook niet. Fuck! Ik haat dit.’’ liet ze uit. ,,Ik ben gewoon in de war. Ik moet gaan.’’ zei ze dan zomaar. En ze stond ook op. Waar ging ze naartoe? Dat wist ze zelf toch ook niet.
,,Wacht nou.’’ Ik liep haar achterna en pakte haar hand. Ze keek me intens aan. Haar ogen stonden hard, maar je voelde de kwetsbaarheid. Ik had wel een zwak voor dit meisje, en zeker in deze staat. ,,Heb ik wat gemist? Wat is er nou?’’ vroeg ik haar nog een laatste keer. Ze zuchtte en liet haar schouders hangen. Ze keek naar de grond en schudde weer met haar hoofd.
,,Ik dacht als ik je zag ik wist wat ik moest doen.’’ kwam ze toen mee. Ze zuchtte nog een keer ontmoedigd en kreeg langzaam door dat het hier zijn van haar steeds minder met mij te maken had.
,,Jack wil me terug.’’ zei ze tot slot. Want meer hoefde ze niet zeggen. De troosteloze toon van haar woorden zei mee dan genoeg. Tegen beter weten zag ze dat wel zitten. Dat voelde je meteen. Ik kon het niet geloven. En daarom was ze hier. Misschien kon ik haar wel op een andere gedachten brengen, had ze vast gedacht, maar het was duidelijk dat dat niet het geval bleek te zijn. Daarom begon ze over Tessa. Dat was misschien wel mijn alternatief, nu zij wist voor wie ze moest gaan. Hoe naïef. En hoe kon het afleggen tegen zo’n eikel… Pijnlijk.
,,Jack?’’ vroeg ik nog apathisch. ,,Godverdomme…’’ klonk mijn verdict. ,,Ja, ga dan maar.’’ Ze kon vandaag op geen enkele sympathie rekenen.
,,We kunnen toch vrienden blijven?’’ probeerde ze nog wanhopig. Want dat zou werken…
,,Daarvoor ben je helemaal deze kant op gekomen? Om vrienden te worden? Flikker toch op.’’ Ik werd weer kwaad. ,,Echt, pak je spullen en rot op.’’ zei ik haar hard. En dan kwamen de tranen weer, maar weerstand bood ze niet. Ze moest toch ook wel weten hoe dom ze was geweest. Wat verwachtte ze nou? Dat die lieve Jens haar wel weer een kans geeft. ,,Ga naar huis. Ik wil je nooit meer zien.’’ riep ik haar nog na.
En zo geschiedde het. Het was alweer bijna middennacht en ik stuurde haar naar buiten in een koude en natte wereld die voor haar vreemd was. Maar het kon me echt niets meer schelen. Ik had ook m’n grenzen. En het feit dat ik zo veel voor haar was blijven voelen, en was blijven hopen op een spoedige samenkomst, betekende niets voor haar. Ze kon het ook niet weten. Ik kon het al amper bevatten. Wellicht spaarde ze me nog door het meteen te vertellen. Maar nu maakte het allemaal niets meer uit. Als zij vannacht verdwijnt, dan zou ik daar vrede mee hebben.
Ik was de magie toch verloren. Elke keer dat ik er uit ging deze nacht, dacht ik toch nog aan Manon en vroeg ik me af waar ze zou zijn. Waar kon ze naartoe? Toen ik wat afkoelde, begon ik me toch vooral schuldig te voelen. Het was niet juist om haar op dat moment zomaar weg te sturen. Maar na alles vandaag wist ik het ook niet meer. En het werd nog erger.
,,Kan je me bellen?’’ stond er in m’n scherm. Weer ging m’n hart bonken. Dit was wel erg toevallig. Bijna te toevallig. Het was dan ook geen toeval. Ik belde Tessa. Ze had geen tijd om te vragen hoe het met me ging of aan te horen dat ik haar miste.
,,De ouders van Manon belden mij vanochtend om te vragen of ze bij mij is. Heb jij wat gehoord?’’ klonk ze ongerust.
,,Ja, uhm, nee… Ze was hier. Heel even. Ze zei me terug naar Jack te gaan.’’ zei ik haast nuchter. Ik hoorde Tessa zachtjes schelden.
,,Ze had ruzie met haar moeder gekregen. Nu weet ik waarom.’’ zei ze me snel. Dit verklaarde de wanhoop misschien wel.
,,Ze appte me gisteren.’’ begon ik toen. ,,Ze zat voor de deur in Amsterdam. Ik ben bij m’n ouders. En toen kwam ze hier naar toe. Heel gedoe, hoop gezeik. Ze vertelde me dat ze naar Jack terug wilde, soort van, en toen heb ik haar kwaad weggestuurd.’’ gaf ik spijtig toe. Ik hoorde Tessa zachtjes zuchten. Dit was ook niets voor Tessa om zo proactief te zijn. Maar nu moest ze wel, want het ging om haar beste vriendin. En dat vond ze zo erg, dat ze daar zelfs mij voor zou bellen. Je kon merken dat ze nog ontzettend veel om Manon gaf. Meer dan dat mij lief was.
,,Soms kan ze zo dom zijn.’’ sneerde ze nog fel. ,,Maar wil je haar zoeken dan? Weet je waar ze is?’’ Ik had natuurlijk geen idee. Maar ik maakte me nu ook wel zorgen. Want ze zou vast niet richting huis zijn gegaan.
,,Ik ga kijken. Ik hou je op de hoogte. Jij mij ook?’’ Daar kon ik op rekenen. Ik was nog niet van Manon af. Maar ook niet van Tessa. Dat laatste was wel fijn. Want hoe fijn was het om haar weer te horen, zeg. Misschien zou Manon nu wel weer de reden zijn waardoor ik en Tessa weer contact krijgen. Ik wist het ook allemaal niet meer en deelde vrijgevig mee in de verwarring en hopeloosheid die iedereen leek te ervaren. Maar de zoektocht kon gaan beginnen!
Lees verder: Bakkersjongen - 14: De Zoektocht
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10