Door: Rob Van De Roy
Datum: 06-01-2018 | Cijfer: 7.9 | Gelezen: 3825
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 43 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Anaal, Puber, Sm,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 43 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Anaal, Puber, Sm,
Vervolg op: De Oude Fabriek - 3
We worden opgeschrikt door dat de deur piepend opendraait, “Nikolaas, mogen we jullie storen om de verjaardag vlagjes en de kransen te komen ophangen”, vraagt de verzorgster en stormt met haar collega, de kamer binnen. Zowel Nikolaas als ik, zijn nog in de roes van het verhaal. Hij antwoorde ze dan ook versuft, dat hij met mij wel naar de cafetaria zal gaan. Stapje voor stapje slenteren we door de gang, waarbij ik hem ondersteun.
“Is dat voor je verjaardag, wanneer is het feest, … komt er veel volk”, vraag ik hem met respect.
“Morgen,… maar voor mij hoef het niet meer, al da geduns. … (=gedoe) Wie zou er nog willen komen, voor zo een oude man.”
We zetten ons aan een tafeltje bij het raam, met uitzicht op de tuin waar de zon door de dreigende donkere wolken priemt. Een lichtzuil tussen de wolken, belicht een grote boom met aan de wortelkneukels een zitbank. Als een theater volglicht loopt de zonestraal door de tuin, tot bij ons door het raam. Het felle licht verblind ons, waarop Nikolaas zijn ogen sluiten en zegt, “ja, … het is goed Theodorus.”
“Wat is er goed, Nikolaas.” Zonder een antwoord op mijn vraag, doet hij zijn ogen weer open en blijft stil met een zalige glimlach voor zich uitkijken. De donkere wolken pakken weer samen en sluit de zonestraal af. “Het waren geen mooie jaren meer daarna”, komt er uit het niets bij hem. Niet weten over wat hij het had, verduidelijk hij het me door het verhaal weer op te pikken van waar het door de verzorgers verstoort werd. De vriendschap tussen hem en Theodorus werd door de omgeving als niet passend beschouwd. Het was dan ook moeilijker om met elkaar om te gaan en spraken in het geheim af. Met meer wederzijdse gevoelens keken ze er telkens naar uit om elkaar te zien.
“Hoe minder ik hem zag, hoe groter de pijn was van het gemis” waarop Nikolaas zijn hand op zijn hart legt. Hij kon het gevoel met niets vergelijken, zelfs niet met het gemis van zijn broers en zussen die één voor één het huis uitgingen.
Ieder had wel zijn redenen om hun vriendschap een halt toe te roepen. De ouders van Nikolaas waren bang dat hun zoon zou te maken krijgen met de bijeenkomsten van de mannenclub. De vrienden en geburen van hen waren jaloers op de voordelen die hij kreeg in de fabriek. Niet alleen zijn salaris was naar omhoog gegaan, maar door de kennis die hij opgedaan had van Theodorus, kon hij meer verantwoordelijke taken opnemen en stak daardoor in rang veel andere voorbij. Theodorus zijn ouders vonden dan weer dat hun zoon wat meer interesses mocht tonen voor de dochters van de kennissen in hun entourage, in plaats van om te gaan met een purperende jongen. Ze stuurde hun zoon uit om in legerdienst te gaan, daar zouden ze van hem wel een man maken, dachten ze.
“En zo geschiede dat ik hem in geen jaren meer zag”, citeert Nikolaas en weer kijkt hij in het niets door het raam.
Slenterend stappen we weer naar zijn kamer, nadat de verzorgers de versiering hebben aangebracht. Kransen en vlagjes hangen in bogen en lussen aan het plafon. Nikolaas heeft er geen aandacht voor en zet zich weer neer in zijn vertrouwelijke fauteuil. Hij neemt mijn hand vast en laat me weer op het salontafeltje voor hem zitten.
“Hij was goed voor mij, … zijn vader in het begin ook, maar toen Theodorus in het leger zat, hield ze me meer op een afstand”, verteld Nikolaas verder. Hij had er zich al bij neergelegd dat hij Theodorus niet meer zou zien.
“Ik dacht dat ik hem wel kon vergeten, maar in bed viel ik wenend in slaap door dat ik hem echt miste.” Nikolaas moet even slikken en trekt zijn neus op, “ik zag hem echt graag”. Waarop hij zijn verhaal met betraande ogen verder zet.
Drie heren in een zwart pak lopen door de fabriekshal. Omringd door de stoomwolken maakt hen in de mistige omgeving mysterieus en spookachtig. Het zijn zwarte geesten die uit het niets komen. Haastig ben ik de koppelingen van de stoommachine aan het smeren, wanneer ik door de afdelingshoofd op de bureau wordt gevraagd. De diensthoofd zit achter zijn bureautafel druk te schrijven. Een grote onbekende man staat achter hem. In de linkerhoek zit de fabrieksdirecteur, het was al een poosje geleden dat ik de vader van Theodorus nog had gezien. In de andere verduisterde hoek van het bureau staat de derde zwarte geest, een jonger ogende man. Hij heeft een keurig zwart pak aan, met daar onder een spierwit hemd, waarvan de korte kraag rechtop staat. De rand van zijn buishoed, werpt een schaduw op zijn gezicht die hem onherkenbaar maakt.
Onwennig sta ik voor het bureau te wachten tot de diensthoofd in alle stilte zijn hoofd opricht. Kort en nors zegt hij, “Je pet”. Op de hoogte zijnde van de goede manieren, schaam ik me dood dat ik mijn pet ben vergeten afnemen. Mijn hand flits over mijn hoofd en doet mijn pet op een illusionistische wijze verdwijnen, waarbij ik mij excuseert. Met een nors gezicht staat de man achter de afdelingshoofd, me van kop tot teen te bekijken. Uit zenuwachtigheid wring ik met klampende handen aan mijn pet alsof het een dweil is, wachtend op wat er volgt. Door de modernisering van de fabriek waren al verschillende werknemers moeten gaan. Vooral bij de jongeren, die nu ook door de wetgeving aan hun leerplicht moeten voldoen.
Met een diepe zucht begint de diensthoofd aan zijn verkondiging, “Nikolaas, … je bent al een poosje bij ons actief”. Ook al ben ik de jaren van de leerplicht ruim overschreden, voel ik de bui al aankomen. Mijn hoofd wordt ijl, de woorden verstommen en komen trager tot mij binnen. Enkele flarden dringen tot mij door, “op de drempel van de volwassenheid…, betrouwbaarheid…, leergierig…, nieuwe technieken…, ploegbaas…, …”. Meer geconcentreerd op zijn woorden die hij monotoon voorleest, volgt.
“Door die grotere verantwoordelijkheid bieden wij je hoger loon aan, maar moet u zich wel verbinden dat de opgedane kennis niet naar buiten mag gebracht wordt. Ook hadden we graag dat u meer onze interne sociale gebeuren als onderdaan bijwoont, ook daarover mag er niets naar de buitenwereld lekken. Het ene is aan het ander gekoppeld en is ondeelbaar. Als je hiermee akkoord ga mag je dit contract na inzage, tekenen.” en schuif de papieren door.
Verder lees ik nog dat ik me verbind om mij te onderwerpen aan de rituelen en de wetten van de club, wat dat ook mag inhouden. De bezorgde woorden van mijn moeder over mannenclub spoken nog door mijn hoofd en leg de papieren ongetekend weer op zijn bureau.
“Ondeelbaar” herhaald de norse man die achter de diensthoofd staat. Daartegenover staat er wel een royale loonsverhoging en het behoud van mijn werk in de fabriek. De fabrieksdirecteur komt recht uit zijn fauteuil en spreekt de jongere man in de verduisterde hoek aan. Mijn kennis van de Franse taal is onvoldoende om te begrijpen wat hij zegt. De jongere man komt met een stap uit de verduisterde hoek, in het licht van de bureaulamp te staan, die zijn onbehaarde kin en mond verlicht. Zijn bloedrode lippen trekken voornamelijk mijn aandacht. Ze glimmen wanneer hij met zijn tong ze bevochtig, waarop hij met een lichte zachte hese stem mij beveelt, “gewoon teken, Nikolaas!” Een warme gloeit straalt door mijn lichaam bij het horen van zijn zwoele stem. Ongecontroleerd, alsof de duvel het van mij overneemt en mij dwing, stap ik naar voor en neemt de pen van het bureau. Een bevreemd gevoel van nieuwsgierigheid neemt het van mij over en tegen het advies in van mijn ouders wil ik het onbekende ontdekken. Avontuurlijk teken ik de papieren die de poort naar het onbekende opent. Op de verlichte mond van de verduisterde man verschijnt een glimlach, die mij stilzwijgend vertelt dat het goed is. In de schaduw van de hoed rand glinster het wit van zijn ogen, die me warm vertederen.
De vader van Theodorus en de onbekende man stappen het bureau uit, waarop de jonge man als laatste volgt. Met de contractpapieren gelijk schuddend op zijn bureaumeubel beveelt de diensthoofd dat ik kan beschikken om mijn werk verder te zetten en te wachten op verdere instructies.
Mijn ouders heb ik niet geïnformeerd over mijn promotie, bang dat ze zelf ook wel zou doorhebben dat daar iets aan vast zou hangt. De rest van de week gaat alles zijn gewone gang. Wat mijn nieuwe taken betreft veranderd er niet zoveel, alleen dat de collega’s nu meer kennis van mij willen aannemen. Zelf gedraag ik mij ook niet anders dan voorheen en is het alsof er niets is veranderd. Dat ik een contract heb getekend met bepaalde voorwaardes gaat dan ook aan mij voorbij, tot ik een uitnodiging overhandigt krijgt, om de komende avond mij te melden in de ziekenboeg na de sluiting van de fabriek.
Die dag ben ik dan ook heel gespannen voor wat er mij te wachtenstaat. Bij het afgaan van de stoomhoorn die het einde van de schift aankondigt, gieren de zenuwen door mijn lijf. Doordat ik verantwoordelijke ben van de stoominstallatie is het normaal dat ik nog als laatste blijf om de druk van de ketels te laten en de machine in rust toestand te brengen. Aan de collega’s die me daar anders bij helpen geef ik toestemming om ook te vertrekken. Helemaal alleen blijf ik verweest in de verduisterde fabriekshal achter. Buiten het sissen van de stoom is het in de fabriek stil. Alleen het licht van een openstaande deur die naar de wasplaats leid verlicht de hal en werkt als een lichtbaken om mij in.
Voor de toegang tot de ziekenboeg, moet ik eerst de wasplaats doorlopen waar de knecht des huizes mij staat op te wachten met een handdoek over zijn arm. Onbewogen blijft hij bij mij staan terwijl ik mijn kleren uit doe en mij onder de sproeiers sta te wassen. Hij overhandigd mij de handdoek en terwijl ik me afdroog neemt hij mijn kleren en stapt er mee naar de ziekenboeg. Met de handdoek rond mijn midden loop ik hem achterna. Daar staat hij met een lange zwarte cape mij op te wachten. Eerst laat hij me een lendendoekje aandoen die mijn piemel maar net bedekt. Dan slaat hij de cape over mij, doet de grote kap over mijn hoofd en brengt mij via een trap naar de overloop voor een grote dubbele deur. De knecht laat mij alleen achter.
Angstig en gespannen wachten ik in het donker en schrik wanneer beide deuren piepend opendraaien. Uit een oranje vlammend licht komen twee figuren naar mij toe gestapt. Met hun hoofd diep in de kap van de cape, is hun gezichten verborgen. Ze grijpen me vast en brengen me binnen in een grote zaal die sober verlicht wordt, met op de grond opgestelde kaarsen in de vorm van een cirkel met daar in een ster. Aan het einde van de zaal knettert een grote openhaard, met daarvoor een altaar.
Door de schemer zie ik maar pas bij het dichter komen een naakte mannenlichaam vastgebonden hangen aan een buizen dat over het plafond loopt, die de radiatoren voorzien van stoom. Hij hangt met zijn handen breed uit elkaar aan een stok vast gebonden, tussen de kaarsen in het midden van de ster. Tot juist aan de rand van de cirkel word ik door de twee mannen tot stilstand gebracht en heb zo het uitzicht op de mooi gespierde rug van de man. Aan het mooi stevig rond kontje te zien dat door het veel te kleine lendendoekje niet helemaal bedekt wordt, kan hij nog niet zo oud zijn. Door mijn fascinatie van stoommachine , val mijn ogen op een het dubbelwandig kanaal aan het plafon met een luikje, waar in de verbinden is gemaakt van de stoomtoevoerbuizen voor de radiatoren aan de overkant.
De schrik overval mij wanneer er meerdere figuren met cape uit de duisternis naar de cirkel komen gestapt en hen rond de cirkel verdelen. Een grote gestalte met horens op zijn bokken hoofd, verschijnt achter het altaar en begin daar in onverstaanbare taal te preken. Hij spreidt zijn handen omhoog als of hij en teken geeft aan de mannen rond de cirkel. Want allen komen ze rond mij staan en doen mijn cape uit. Ze duwen mijn voeten samen en binden ze aan elkaar vast. Mijn handen worden achter mijn rug vastgebonden en het lendendoekje maken ze los, waardoor ik nu helemaal naakt in het midden van de mannen met hun zwarte capes sta. De duivelse figuur komt van achter zijn altaar naar ons toe gestapt en komt net voor mij te staan. De ander reiken hem een tuil met water aan en stoppen een glimmend metalen voorwerp in zijn rechter hand. Met een doek van uit de tuil maakt hij mijn kruis nat en zeept mijn schaamhaar in. Met het glimmend lemmet schuurt hij over mijn buik om het weinige lichaamshaar dat ik daar heb, weg te scheren. Voorzichtig gaat hij dieper en verwijderd daarbij ook mijn bovenste schaamhaar. Angstig kijk ik toe hoe hij mijn nauwe voorhuid vast grijpt en er stevig aan trekt om dan met het scheermes het schaamhaar op mijn onderste opgespannen piemelvel af te scheren. Dan trekt hij aan mijn ballenzak om daar net het zelfde te doen. Door zijn handigheid vergroot het vertrouwen en begin ik de aanrakingen aangenaam te vinden.
Beschamend begint mijn piemel te groeien wanneer hij het haar en schuim met zijn natte doek van mijn kruis af wrijft. Totaal haarloos sta ik met mijn half stijve horizontale pik tussen de vreemde mannen, die de kaarsen van de cirkel weg nemen en ze voor mijn naakte lichaam houden. Daarbij laten ze de kaarsen afdruipen. Door de angst dat de hete druppels kaarsenvet op mijn lichaam zouden komen trek ik mijn buik in en werp mijn midden naar achter. Bij het spartelen en de vastgebonden voeten geraak ik uit het evenwicht. De mannen achter mij vangen me daar bij op en laten mij in hun armen rusten. Meteen worden de brandende kaarsen boven mij gehouden en belanden de hete druppels op mijn buik. Het is eerder de gedachte die mij doen schrikken en schok met mijn lichaam bij elke druppel die op mij beland. Meer en meer laten ze het kaarsvet rijkelijk over mijn buik en mijn piemel druppen en door de gewenning kan ik hen onbewogen laten begaan.
Dikke klodders kaarsvet stollen op en vormen de contouren van mijn buik, ballen en halfslappe pik, als een schild rond mijn edele lichaamsdelen. De mannen laten voornamelijk het kaarsvet rijkelijk over mijn pik lopen, die steeds harder wordt en het kaarsvet doet barsten. Het is dan ook voor ieder overduidelijk dat ik er eigenlijk wel van geniet en hoor de mannen rond mij grinniken. Sommige vezelen tegen elkaar, terwijl ze naar mijn opstaand lid wijzen. De opwinding nemen mijn schaamte en angsten weg en geniet van de aandacht die de mannen voor mij hebben.
Ik wordt door de achterste mannen die mij hadden opgevangen, weer rechtopstaand getild, wankelend op mijn samen gebonden voeten. Daar laten ze mij nu helemaal alleen staan en gaan weer rond de cirkel staan om hun kaarsen weer op de grond te plaatsen. De naakte man die in de cirkel nog steeds vast gebonden hang, wordt daardoor beter belicht en heb het volle uitzicht op zijn mooi bollig kontje. Twee mannen stappen in de cirkel beginnen met zwepen aan beide zijden op zijn rug te slaan. Gelukkig niet te hard maar wel voldoende om rode striemen op zijn rug af te tekenen. Bij elke slag kreunt hij zachtjes alsof hij het aangenaam vindt.
Twee andere heren komen tot mij en dwingen mij om te knielen. De Heren doen hun cape los en halen van onder hun lendendoekje hun dikke lul en richten die op mij. Zittend op mijn knieën en met mijn handen op de rug gebonden, kan ik alleen maar in overgave wachten. Ze swaffelen met hun vette lul voor mijn gezicht en ontbloten hun eikel, waarbij de sterke typerende geur van hun piemel mijn neus bereikt. Gefocust richt ik mijn ogen op hun ontblote eikel en plasgaatje, waar de eerste druppels gele urine uit lopen en gevolgd wordt door een fijne straal die op mijn naakte lichaam open spat. De ene plast zijn warme staal over mijn borst en buik, de andere plast in mijn gezicht. Snakkend naar adem open ik mijn mond, waarop zij hun plas straal in mijn mondje mikken. Telkens wanneer mijn mond vol geplast is, spuw ik het uit en beland hun afvalwater over mijn borst. Met kortere maar krachtige stralen, plassen ze hun urineblaas leeg op mijn kruis.
Nadat ze me helemaal hebben onder geplast en mijn benen hebben los gemaakt, brengen ze mij druppend voor het altaar. Vlug kan ik nog een blik werpen op de voorkant van de jongeman die naakt boven de kaarsen hangt. Zijn lichaam glimt van het zweet door de warmte van de brandende kaarsen. Het te kleine lendendoekje kan zijn grote vooruit gerichte gebogen lul niet verbergen. Vanaf zijn dikke kop, hangt een dunne doorschijnend draad met aan het einde een dikke druppel te bengelen
Aan het altaar worden mijn benen gespreid en vast gebonden aan de poten. Het lijkt allemaal nogal bedreigend en onder dwang, maar vind het eigenlijk wel spannend. Ook dat ik door de mannen onder geplast werd, is vernederend maar tegelijk een eervolle inwijding. Hun dikke piemels leken wel grotere duimen en door mijn duimzuiger instinkt van uit mijn kinderjaren, had ik ze graag in mijn mond willen nemen. De gedachte dat ze daardoor hun papje in mijn mond zouden spuiten maakt me eigenlijk wel geil.
Toen Theodorus tijdens zijn biologie lessen demonstreerde hoe hij zijn zaad kon doen opwekken en op mijn borst belande, heeft me altijd benieuwd gemaakt naar meer van dat. Zelf was ik te preuts geweest om me zelf te bevredigen, en had buiten de spontane ontladingen in mijn ondergoed mijn eigen zaad nog niet gezien of geproefd. Het verlangen naar het mannelijke papje was des te groter geworden. Ik vond het dan ook altijd aangenaam wanneer ik aandacht van mannen kreeg en fantaseerde dan over hun naaktheid.
Het duurt nu al een tijdje dat ik ongemoeid voorovergebogen over het altaar hangt. Achter mij hoor ik stemmen, gekreun en gestommel. Stappen en geschoffeld komen dichter bij. De stemmen worden luider en dreigender. De Satyrs, half man half bok komt achter het altaar te staan waar ik op vastgebonden lig. Hij spreidt zijn handen in de lucht en begin luid te brullen.
Ik schrik wanneer twee handen mijn heup vast houden. “Rustig Klaasje”, fluistert een zacht bekende stem in mijn oor en voel zijn warme lichaam op mijn rug steunen. Twee verharde tepels strelen mijn schouderblaren. Zijn onderbuik drukt repeterend tegen mijn onderrug op het ritme van zijn ademhaling, die heel zwaar is. Over mijn achterwerk rolt een harde dikke stok over en weer, net als die eerste keer dat Theodorus mij in de wasplaats zijn harde piemel tegen mijn rug aandrukte.
Hij likt aan mijn oorlel en fluistert weer zacht in mijn oor, dat ik niet bang moet zijn. Zijn stem lijkt als tweedruppels water op die van Theodorus, maar zijn stijve pik voelt kleiner aan dan dat ik me herinner. Door de jaren ben ik nu veel groter geworden en kan het zijn dat toen ik nog klein was, alles groter leek. De twijfel doet mij inhouden om het hem te vragen.
Hij drukt zijn harde pik tussen mijn billen in zijn eigen smeersel. Een geribbelde rand van zijn dikke kop streelt de binnenkant van mijn bilspleet, over mijn poepgaatje heen. De strelingen voelen lekker aan en doet mijn onderbuik kriebelen. Bij elke stoot drukt hij zijn natte eikel harder tegen mijn strakke kontgaatje, dat ik angstvallig hard dicht nijp.
Met zijn handen streelt hij mijn rug en komt weer over mij hangen.
“Mijn liefste Klaasje. Als inwijdingsritueel zou ik je moeten ontmaagden, maar ik wil je geen pijn doen en zal doen alsof ik je penetreert”, fluistert hij in mijn oor. Zijn tederheid en zijn zachte stem doet mijn twijfels vervagen, waarop ik zijn naam vragend uitspreek.
“Ja natuurlijk ben ik Theodorus, had je mij dan nog niet herkent”, antwoord hij verbaasd. Opgelucht druk ik mijn hoofd naar achter, waarbij onze wangen teder elkaar aanraken. Door de onoverbrugbare afstand tussen onze lippen, kan ik alleen maar verlangen om ze te zoenen en doe het dan maar op zijn wang. Het zelfde doet hij bij mij en ga dan weer over tot het schijnbare ontmaagding rituele.
Met zijn pik tussen mijn bilspleet, stampt hij zijn onderlichaam neukend tegen mijn billen aan. Zijn ballen wiegellen tussen mijn benen door, tegen de wortel van mijn verharde pik. Die op zijn beurt tegen de rand van het altaar wipt. Mijn bilspleet wordt natter en natter door zijn voorsmeersel, waardoor zijn pik ongeremd tussen mijn billen glijd. Zachtjes kreunt hij op het ritme van zijn neukbewegingen, maar wordt overstemt door het soppige van zijn pik en het natte geklets van zijn ballen, dat mij meer en meer doet opwinden.
Wanneer ik rond mij kijk, merk ik dat ik niet de enige ben die geil is. Ook de ander heren die halfrond het altaar zijn komen te staan, zitten met hun handen ontuchtig onder hun habijt achtige cape te friemelen. Onder de overgave aan het wellustige lichaam van Theodorus, leg ik genietend mijn hoofd naar voren neer op het altaar. Bij het wederopen van mijn ogen, zit ik met mijn neus bijna op een rechtopstaand fallus te kijken. Het is alsof Priapus voor mij staat, wanneer ik mijn hoofd opricht naar de Satyrs figuur die voor het altaar staat. Hij staart naar zijn eigen stamper, die wippende druipt van driftigheid. Benieuwd steek ik mijn tong uit om zijn stampersmeersel op te vangen. Ik kan er niet meteen bij, maar Priapus zet een stap dichterbij en legt zijn zak met zijn testikels onzedelijk op het altaar. De geur van zijn ballenzweet bedwelm me en als een verdovend middel op mij hallucinogene effecten geeft.
De tweehanden op mijn schouders trekken me recht en met zwaar gekreun verontschuldig Theodorus voor zijn harde aanpak, “wanneer ik je pijn doet moet je mij doen stoppen door mij weg te duwen, beloof je dat klaasje.” Hij neemt me met zijn sterke armen me stevig vast rond mijn borst en sabbert daarbij aan mijn oor. “Je lichaam voelt zo lekker heet aan, Klaasje”, kreunt hij van genot en duwt zijn harde paal tegen mijn kontje aan. Hij denkt dat ik een slachtoffer ben, maar stel hem gerust dat zijn wilde dierlijke driften me hongerig maakt naar meer. Zijn paalsmeersel heeft mijn bilspleet en mijn poepgaatje al helemaal ingesmeerd. Zijn lul gaat dan ook gul door mijn bilspleet heen. Regelmatig stoot hij met zijn dikke eikel tegen mijn strak opgespannen poepgaatje, waarbij hij met zijn bollige kop mijn sterretje licht openspert. Telkens span ik mijn sluitspieren op zodat hij niet ander kan om hem weer te trekken en zijn lul door mijn bilspleet te jagen. Mijn lichaam brand van opwinding en meer geraak ik in de ban van het genot. Daarbij kan hij telkens met zijn gladde eikel mijn sterretje verder openduwen, tot wanneer ik vergeet mijn sluitspieren op te spannen en zijn dikke paddenstoel door mijn sterretje heen wipt. Een korte maar hevige pijnscheut door mijn onderlichaam doet mij gillen, waarop hij hem meteen terug trekt en ophoud met mij te neuken. De andere mannen rond ons beginnen uitzinnig te roepen en te lachen en Priapus heft zijn armen weer de lucht in.
Theodorus excuseert zich met een groot schuldgevoel, “Door mijn hitsigheid ken ik mijn eigen krachten niet meer, het spijt me hoor Klaasje.” Ondanks de pijnscheut die meteen weg ebt ben ik nog steeds opgewonden en vraag hem om gewoon verder te doen.
“Zal ik het nog eens voorzicht proberen”, vraagt hij me verlegen. Door een diepe zucht van me, heb ik even de tijd om tot rust te komen en geef dan een teken dat hij er voor mag gaan. Theodorus laat zijn opgezwollen kop tussen mijn bilspleet glijden en als een slang zoekt hij op de tast de ingangspoort van mijn jongenskontje op. Met een lichte druk duwt hij mijn sterretje open die ik probeer te ontspannen om hem binnen te laten. Als een geforceerde spier rekt hij mijn gaatje verder open, tot dat zijn dikke eikel achter de ingangspoort beland. Als een diafragma sluit mijn sterretje achter de rand van zijn eikel en perst zich rond zijn penislichaam dicht. Meteen heb ik een ontspannen gevoel en kan ik mij meer focussen op zijn intreden.
In mijn aarsje is er nog alleen maar iets uitgekomen. Dat er nu iets ingaat is dan ook een experiment in mijn leven, waarvan ik niet weet hoe het zal eindigen. Nauwlettend volg ik dan ook elke verplaatsing van zijn eikel, die als een speleoloog mijn grotje verkent. Met korte stoten wringt zijn slangenkop een weg in de spelonk en stoot daarbij tegen de wortel van de stalagmiet, die een hete lavastroom uit mijn rechtopstaand pik laat stromen. Door mijn geile jongens melk kletsen mijn ballen kleverig tegen het altaar, bij elke stoot van Theodorus, die steeds wilder wordt. Hij duwt mijn bovenlichaam plat tegen het altaar en beland met mijn neus in de schaamharen naast de stamper en ballen van Priapus. Ee geur van zijn schaamhaar overweldigd mij en breng me in vervoering. De ander houding van mijn lichaam veroorzaakt een aardverschuiving in mijn neukgrotje, wat tot een rechter tunnelvorm leid. Die de kans geeft aan Theodorus zijn stijve pik geeft om dieper in mijn holletje binnen te dringen. Met zijn beide handen neemt hij mijn heupen vast, om zo mijn kontje als een stootkussen tegen zijn kruis aan te drukken. Ineens flopt zijn pik helemaal diep in mijn darmen binnen. Zijn dikke eikel fungeert als zuiger van een stoommachine, omringd door mijn darmen. Theodorus is weer het beest in zich zelf, die in totale overgave aan zijn genot is overgeleverd. Hij bonkt dan ook hard tegen mijn kontje, met volle overgave aan zijn eigen genot. Daarbij stoot ik mijn gezicht steeds harder tegen het kruis van Priapus. Hij heeft zijn stijve stamper naar beneden geduwd. Zijn natte eikel wordt over en weer ontbloot door het aansjorren tegen mijn wang. Mijn zooginstincten van uit mijn baby jaren komt weer naar boven en laat mij zonder het te beseffen zijn stamper als speen aanzien. Met volle opwinding zuig ik zijn pik naar binnen en slikken beland hij in mijn keel. Hij trekt mijn hoofd naar hem toe, tot dat mijn neus in zijn dicht krullend boven schaamhaar beland. De geur verdoofd me en van de gulzige geiligheid blijf ik zijn eikel in mijn keel binnen slikken. Snakkend als een kalf, naar moedermelk.
Priapus heeft zijn handen niet meer in de lucht, maar wel aan mijn hoofd en roept geen rituele onzin meer uit, maar kreunt van opwinding. Brullend stoot hij zijn onderbuik tegen mijn neus waardoor de mijn neusgaten worden afgedicht en ik bijna geen lucht tot mij kan nemen. Zijn stamper in mijn keel zwelt helemaal op en zet zicht vast achter de sluitklep van mijn longpijp. Een warme golf stroom door mijn keel. Door verstikking hoest ik zijn lul uit mijn keel en voel op mijn tong een straal mannenmelk. Draaiend als wijn ontdek ik de smaak van het geile vocht. Zijn schokkend lichaam veroorzaakt nog na vloeiingen uit zijn verslappend lul die ik standvastig in mijn mond houd van opwinding.
Het luider en zwaarder gekreun van Theodorus, focus mijn aandacht op het zuigend gevoel in mijn darmen. Hij heeft mijn heupen stevig vast en trek mijn kontje hard tegen zijn kruis aan, om zijn slang helemaal in mijn grotje binnen te treden. Hij neukt mijn kontje met langere uithalingen, waardoor zijn eikel met harde stoten tegen de wortel van mijn piemel botst. Een kriebelend gevoel in mijn onderbuik veranderd in een drang om mij op te houden. Anders dan bij het te moeten plassen, word mijn hoofd draaierig, heb ik de drang om het uit te brullen van genot en staat mijn pik harder dan ooit er voor. Ook Theodorus brul het uit en trekt daarbij mijn kont helemaal in zijn kruis, om het niet meer los te laten. Zijn ademhaling wordt zwaarder en heviger. De zwellichamen persen mijn holletje open en de plasbuis zet pompend uit, waarop hij zijn zaad diep in mijn darmen spuit. Golf na golf pompt hij zijn warme geile mannensappen in mijn maagdelijk lichaampje naar binnen. Mijn holletje voelt soppig en heet aan. Bij zijn laatste zachter gekreun, trekt hij nog eens stevig aan mijn kontje, om zijn kop in mijn oververzadigd grotje te laten uitdruppen. De druk in mijn onderbuik wordt te groot en kan dan ook niet anders dan met een bevrijdend gevoel mijn spieren te laten ontspannen. Mijn omlaag gedrukte pik, gekneld tussen het altaar en mijn lichaam, spuit een kleverig papje tegen mijn rechterbeen.
Aandachtig let ik op het langzaam naar beneden lopen van een kleverige substantie. Nog twijfelen of het van mij wel is of het zaad van Theodorus, die mijn darmen helemaal vol gespoten heeft en door de druk de weg naar buiten vindt, door mijn pik heen. Helemaal voldaan hijgt Theodorus het boven op mij uit. Met zijn hooft in mijn nek, zucht hij in mijn oor en zegt stilletjes, dat hij hier al lang naar verlangd had. Geleidelijk voel ik zijn lul ontzwellen in mijn grotje en mijn poepgaatje gaat ontspannen. Zonder veel inspanning, glipt zijn eikel uit mijn holletje samen met zijn overtollig papje, dat rijkelijk over mijn benen naar beneden loopt. Wat mij doet beseffen dat het mijn zaad was dat uit mijn pik spoot en dat het zijn zaad is dat nu uit mijn neukholletje loopt.
Versuft van de inspanning word ik van het altaar losgemaakt en slaan ze de cape over mij. Ik zou me gebruikt en vies moeten voelen, maar wetende dat ik nu het zaad van mijn lieve tedere vriend Theodorus in mijn buik draag, maakt mij intens gelukkig. Onder dwang word ik door de andere uit de grote zaal gezet. De grote deur langs waar ik binnen werd geleid, wordt nu achter mij dicht gegooid. Helemaal alleen sta ik op het portaal met mijn bezweet lichaam en druipende onder de geile sappen. Bij elke stap die ik zet loopt Theodorus zijn zaad uit mijn kontje. Witte klodders lopen langs mijn benen wanneer ik de trap afdaal en loop voldaan de gang door langs de wasplaats, die verlicht wordt door één enkele kaars. Een handdoek licht klaar op een stoel, samen met mijn kleren. Uitnodigend om mij eerst te wassen, laat ik aan mij voorbij gaan en gebruikt de handdoek om onze gemengd geile lichaamssappen van mijn benen af te vegen. Het nat van zijn zweet laat ik mijn kleren drenken als een parfum dat zijn geur rond mij laat hangen en met een zalige gevoel stap ik door het donker naar huis.
De dagen daarna loop ik op een wolk, omringd met rode rozen. De eerste dagen voelde ik mijn gaatje nog openstaan staan door dat het opgezwollen was, maar dat stoorde mij niet. Het was een stille getuigenis die mij liet denken aan de mooi avond bij de mannenclub en Theodorus die diep in mij was geweest. Onze lichamen konden niet meer dichter bij elkaar zijn dan toen. Het was alsof we in elkaar gesmolten waren en tot één geheel transformeerde.
Elke avond, bij het sluiten van de fabriek, keek ik naar de wasplaats of er geen licht brandde. Tot mijn spijt bleef het donker en verliet ik de als laatste de fabriek zonder dat ik nog iets van Theodorus hoorde en dat bleef zo voor een heel lange periode.
“Nikolaas, het bezoek uur is bijna verstreken”, komt een verpleegster zonder aankondiging melden. Ik moet we even schrikken van het late uur en besef dat ik de volledig dag in het verzorgingscenter van de oude man vertoef.
“Ja klaas, het is al laat. Ik zal er maar eens vandoor gaan”, maar wanneer ik me recht zet, houd de man mijn hand vast en trekt me weer naar beneden.
“Ik kom morgen wel naar je verjaardagsfeest als ik mag, mag mijn vrouw ook komen. Dan kan ik ze aan je voorstellen”, vraag ik hem, om mijn vertrek te vereenvoudigen. Halsstarrig blijft hij mijn hand vasthouden zonder mij te antwoorden. Zijn fonkelende ogen staren mij.
“Nog even mijn verhaal afmaken en je zou nog iets voor mij kunnen doen”, vraagt hij me.
Haastig verteld hij me nog dat hij van Theodorus niets meer had gehoord tot dat de trouwklokken in het dorp luide. Ik wrong mij tussen de massa mensen die aan de kerk stonden te kijken. Wanneer ik na veel gemor van de mensen rond mij op de eerste rij komt te staan, word ik opgeschrikt door een flits gevolgd met een doffe knal. Een man staat achter een driepikkel aan de trappen van de kerk, met zijn hoofd onder een zwarte doek en in zijn hand een wit rokende gedoofde fakkel. Met veel toonbaarheid stond Theodorus met zijn kersverse vrouw aan de poorten van de kerk te poseren.
Met pijn in de borst ben ik weggerend. Ik voelde me verlaten en alleen, maar begreep wel dat hij geen andere keuze kreeg en zijn plicht als enige zoon moest vervullen. Ook bij mij werd de druk vergroot om een gezin te stichten en leerde mijn lieve vrouw kennen. Op de trouwdag zag ik een grote man met zwartkostuum. Zijn ogen glinsterde in de donkere schaduwrand van zijn hogehoed. Zijn aanstekelijke glimlach verwarmde me en deed mijn buik weer kribbelen.
In de fabriek gingen de zaken achteruit en door de economische crisis van de jaren dertig, moesten ze de deuren sluiten. De textielbaron en zijn familie was allang niet meer gezien geweest en het was alsof ze van de wereldbol waren verdwenen. Op de laatste werkdag kreeg ik een bordeaux fluwelen doosje overhandigd van de diensthoofd, met daarin een medaillon en een briefje ondertekend door Theodorus met de melding, “Ik draag je nog steeds op mijn hart, draagt dit voor mij op het uwe”. In kleiner minder mooi geschrift en met lichter inktkleur stond er onder, ”al mijn bezittingen laat ik achter in het stoomkanaal waar ons vuur brandde, wachtend op mijn nazaten die je mag vertellen hoe lief ik je had.”
“Mooi verhaal Nikolaas, maar wat verwacht je nu van mij” vraag ik hem met een licht vermoeden. Hij had al die jaren geen stap meer in de fabriek willen zetten om niet meer met de onkiese gebeurtenissen geconfronteerd te worden, maar vond het nu wel het moment dat ik daar zou gaan zoeken. Met de verzorgster aan de deur, neem ik nog vlug afscheid en belooft hem het te doen, “we zien elkaar morgen wel, slaap lekker he klaasje” en geef hem een zoen op zijn warme verrimpelde wang. Hij neemt mijn hoofd met beide handen nog even vast en drukt zijn lippen op de mijne. Verwonderd kijk hem aan en zie hem met een zalige glimlach en betraande ogen diep in zijn fauteuil wegzakken.
Wanneer ik het zorgcenter buiten stap, zijn de donkerwolken verdwenen en heeft de zomerzon zicht tussen de wolachtige witte wolken genesteld. Op vraag van Nikolaas, kan ik niet anders om de oude fabriek nog een binnen te gaan, al denk ik daar niet veel te vinden van wat hij aangaf. Benieuwd ben ik wel want na zijn levendig verhaal, heb ik een ander en duidelijker beeld van de oude fabriek mee gekregen.
Bij aankomst sta ik naast een vier maal vier terreinwagen, die me aangeeft dat ik er niet allen ben. Toch kan ik niemand op het terrein bespeuren. De stevig wind doet de bladeren van de bomen ritselen. Het oude hek op het begin van het terrein is er niet meer. Alleen de met klimop overgroeide zuil is nog een stille getuige van waar Theodorus op Klaasje stond te wachten. Het verhaal spookt nog door mijn hoofd en wanneer ik mijn ogen dicht doe nadat ik het terrein heb aanschouwd, sta ik weer in het begin van de vorige eeuw.
De kleine Klaas loopt met zijn hoofd naar beneden, aan de hand van zijn zus langs het hek en lopen zomaar door mij heen. Samen stappen ze langs de grote gesloten groene poort, de fabriek binnen. De fabriek lijkt weer in zijn oude glorie hersteld te zijn. Uit de hoge schouw komt een dikke zwarte rook, die door de wind naar benden wordt geblazen en het gebouw mysterieuze inkadert. Een stoomhoorn doet me schrikken. Het deurtje in de grote fabriekspoort slaat open en de groter geworden Klaas loopt naar buiten, om dan plots ingehouden naar het hek toe te wandellen, waar een jongeman met een bruine pofbroek en een los wit hemd op hem sta te wachten.
Tussen de struiken staan twee manen met een kap over hun hoofd naar mijn richting te kijken. Het is een kleinere en grotere man die onbewogen blijven staan. Vlug haast ik me naar de verroeste openstaande fabriekspoort en stap in de leegstaande grote fabriekshal binnen. Het wordt even wazig, maar bij het openen van mijn ogen klaar de mist op in de fabriekshal die met luide, uit cadans slaande weefgetouwen gevuld is. De stoommachine staat te glimmen en de zuigers glinsteren in het zonnelicht, omringd door de stoom.
Alles verdwijnt wanneer er op mijn schouders wordt getikt, “zoek je de trekker, om je nog eens een goede pijpbeurt te bezorgen”, vraagt de kleinere man en duwt een klein flesje onder mijn neus met een scherpe penetrerende damp. De grotere man vult hem naadloos aan, “of was je naar ons opzoek om je geile fantasieën waar te maken”.
Met lichte dwang duwen ze me meerdere malen vooruit, wanneer ik telkens weer tot stilstand kom. De geluiden verstommen wanneer ik door de fabriekshal heen wordt geduwd, naar een met witlicht gevulde deuropening. Versuft door de dampen van het kleine flesje loop ik verder door het scherpe licht heen, waar ze me tot stilstand brengen, in een voor mij witsteriele ruimte. Mijn hart bonkt tot in mijn hoofd en ik voel mij duizelig worden, waardoor ik in hun armen neerval.
“Is dat voor je verjaardag, wanneer is het feest, … komt er veel volk”, vraag ik hem met respect.
“Morgen,… maar voor mij hoef het niet meer, al da geduns. … (=gedoe) Wie zou er nog willen komen, voor zo een oude man.”
We zetten ons aan een tafeltje bij het raam, met uitzicht op de tuin waar de zon door de dreigende donkere wolken priemt. Een lichtzuil tussen de wolken, belicht een grote boom met aan de wortelkneukels een zitbank. Als een theater volglicht loopt de zonestraal door de tuin, tot bij ons door het raam. Het felle licht verblind ons, waarop Nikolaas zijn ogen sluiten en zegt, “ja, … het is goed Theodorus.”
“Wat is er goed, Nikolaas.” Zonder een antwoord op mijn vraag, doet hij zijn ogen weer open en blijft stil met een zalige glimlach voor zich uitkijken. De donkere wolken pakken weer samen en sluit de zonestraal af. “Het waren geen mooie jaren meer daarna”, komt er uit het niets bij hem. Niet weten over wat hij het had, verduidelijk hij het me door het verhaal weer op te pikken van waar het door de verzorgers verstoort werd. De vriendschap tussen hem en Theodorus werd door de omgeving als niet passend beschouwd. Het was dan ook moeilijker om met elkaar om te gaan en spraken in het geheim af. Met meer wederzijdse gevoelens keken ze er telkens naar uit om elkaar te zien.
“Hoe minder ik hem zag, hoe groter de pijn was van het gemis” waarop Nikolaas zijn hand op zijn hart legt. Hij kon het gevoel met niets vergelijken, zelfs niet met het gemis van zijn broers en zussen die één voor één het huis uitgingen.
Ieder had wel zijn redenen om hun vriendschap een halt toe te roepen. De ouders van Nikolaas waren bang dat hun zoon zou te maken krijgen met de bijeenkomsten van de mannenclub. De vrienden en geburen van hen waren jaloers op de voordelen die hij kreeg in de fabriek. Niet alleen zijn salaris was naar omhoog gegaan, maar door de kennis die hij opgedaan had van Theodorus, kon hij meer verantwoordelijke taken opnemen en stak daardoor in rang veel andere voorbij. Theodorus zijn ouders vonden dan weer dat hun zoon wat meer interesses mocht tonen voor de dochters van de kennissen in hun entourage, in plaats van om te gaan met een purperende jongen. Ze stuurde hun zoon uit om in legerdienst te gaan, daar zouden ze van hem wel een man maken, dachten ze.
“En zo geschiede dat ik hem in geen jaren meer zag”, citeert Nikolaas en weer kijkt hij in het niets door het raam.
Slenterend stappen we weer naar zijn kamer, nadat de verzorgers de versiering hebben aangebracht. Kransen en vlagjes hangen in bogen en lussen aan het plafon. Nikolaas heeft er geen aandacht voor en zet zich weer neer in zijn vertrouwelijke fauteuil. Hij neemt mijn hand vast en laat me weer op het salontafeltje voor hem zitten.
“Hij was goed voor mij, … zijn vader in het begin ook, maar toen Theodorus in het leger zat, hield ze me meer op een afstand”, verteld Nikolaas verder. Hij had er zich al bij neergelegd dat hij Theodorus niet meer zou zien.
“Ik dacht dat ik hem wel kon vergeten, maar in bed viel ik wenend in slaap door dat ik hem echt miste.” Nikolaas moet even slikken en trekt zijn neus op, “ik zag hem echt graag”. Waarop hij zijn verhaal met betraande ogen verder zet.
Drie heren in een zwart pak lopen door de fabriekshal. Omringd door de stoomwolken maakt hen in de mistige omgeving mysterieus en spookachtig. Het zijn zwarte geesten die uit het niets komen. Haastig ben ik de koppelingen van de stoommachine aan het smeren, wanneer ik door de afdelingshoofd op de bureau wordt gevraagd. De diensthoofd zit achter zijn bureautafel druk te schrijven. Een grote onbekende man staat achter hem. In de linkerhoek zit de fabrieksdirecteur, het was al een poosje geleden dat ik de vader van Theodorus nog had gezien. In de andere verduisterde hoek van het bureau staat de derde zwarte geest, een jonger ogende man. Hij heeft een keurig zwart pak aan, met daar onder een spierwit hemd, waarvan de korte kraag rechtop staat. De rand van zijn buishoed, werpt een schaduw op zijn gezicht die hem onherkenbaar maakt.
Onwennig sta ik voor het bureau te wachten tot de diensthoofd in alle stilte zijn hoofd opricht. Kort en nors zegt hij, “Je pet”. Op de hoogte zijnde van de goede manieren, schaam ik me dood dat ik mijn pet ben vergeten afnemen. Mijn hand flits over mijn hoofd en doet mijn pet op een illusionistische wijze verdwijnen, waarbij ik mij excuseert. Met een nors gezicht staat de man achter de afdelingshoofd, me van kop tot teen te bekijken. Uit zenuwachtigheid wring ik met klampende handen aan mijn pet alsof het een dweil is, wachtend op wat er volgt. Door de modernisering van de fabriek waren al verschillende werknemers moeten gaan. Vooral bij de jongeren, die nu ook door de wetgeving aan hun leerplicht moeten voldoen.
Met een diepe zucht begint de diensthoofd aan zijn verkondiging, “Nikolaas, … je bent al een poosje bij ons actief”. Ook al ben ik de jaren van de leerplicht ruim overschreden, voel ik de bui al aankomen. Mijn hoofd wordt ijl, de woorden verstommen en komen trager tot mij binnen. Enkele flarden dringen tot mij door, “op de drempel van de volwassenheid…, betrouwbaarheid…, leergierig…, nieuwe technieken…, ploegbaas…, …”. Meer geconcentreerd op zijn woorden die hij monotoon voorleest, volgt.
“Door die grotere verantwoordelijkheid bieden wij je hoger loon aan, maar moet u zich wel verbinden dat de opgedane kennis niet naar buiten mag gebracht wordt. Ook hadden we graag dat u meer onze interne sociale gebeuren als onderdaan bijwoont, ook daarover mag er niets naar de buitenwereld lekken. Het ene is aan het ander gekoppeld en is ondeelbaar. Als je hiermee akkoord ga mag je dit contract na inzage, tekenen.” en schuif de papieren door.
Verder lees ik nog dat ik me verbind om mij te onderwerpen aan de rituelen en de wetten van de club, wat dat ook mag inhouden. De bezorgde woorden van mijn moeder over mannenclub spoken nog door mijn hoofd en leg de papieren ongetekend weer op zijn bureau.
“Ondeelbaar” herhaald de norse man die achter de diensthoofd staat. Daartegenover staat er wel een royale loonsverhoging en het behoud van mijn werk in de fabriek. De fabrieksdirecteur komt recht uit zijn fauteuil en spreekt de jongere man in de verduisterde hoek aan. Mijn kennis van de Franse taal is onvoldoende om te begrijpen wat hij zegt. De jongere man komt met een stap uit de verduisterde hoek, in het licht van de bureaulamp te staan, die zijn onbehaarde kin en mond verlicht. Zijn bloedrode lippen trekken voornamelijk mijn aandacht. Ze glimmen wanneer hij met zijn tong ze bevochtig, waarop hij met een lichte zachte hese stem mij beveelt, “gewoon teken, Nikolaas!” Een warme gloeit straalt door mijn lichaam bij het horen van zijn zwoele stem. Ongecontroleerd, alsof de duvel het van mij overneemt en mij dwing, stap ik naar voor en neemt de pen van het bureau. Een bevreemd gevoel van nieuwsgierigheid neemt het van mij over en tegen het advies in van mijn ouders wil ik het onbekende ontdekken. Avontuurlijk teken ik de papieren die de poort naar het onbekende opent. Op de verlichte mond van de verduisterde man verschijnt een glimlach, die mij stilzwijgend vertelt dat het goed is. In de schaduw van de hoed rand glinster het wit van zijn ogen, die me warm vertederen.
De vader van Theodorus en de onbekende man stappen het bureau uit, waarop de jonge man als laatste volgt. Met de contractpapieren gelijk schuddend op zijn bureaumeubel beveelt de diensthoofd dat ik kan beschikken om mijn werk verder te zetten en te wachten op verdere instructies.
Mijn ouders heb ik niet geïnformeerd over mijn promotie, bang dat ze zelf ook wel zou doorhebben dat daar iets aan vast zou hangt. De rest van de week gaat alles zijn gewone gang. Wat mijn nieuwe taken betreft veranderd er niet zoveel, alleen dat de collega’s nu meer kennis van mij willen aannemen. Zelf gedraag ik mij ook niet anders dan voorheen en is het alsof er niets is veranderd. Dat ik een contract heb getekend met bepaalde voorwaardes gaat dan ook aan mij voorbij, tot ik een uitnodiging overhandigt krijgt, om de komende avond mij te melden in de ziekenboeg na de sluiting van de fabriek.
Die dag ben ik dan ook heel gespannen voor wat er mij te wachtenstaat. Bij het afgaan van de stoomhoorn die het einde van de schift aankondigt, gieren de zenuwen door mijn lijf. Doordat ik verantwoordelijke ben van de stoominstallatie is het normaal dat ik nog als laatste blijf om de druk van de ketels te laten en de machine in rust toestand te brengen. Aan de collega’s die me daar anders bij helpen geef ik toestemming om ook te vertrekken. Helemaal alleen blijf ik verweest in de verduisterde fabriekshal achter. Buiten het sissen van de stoom is het in de fabriek stil. Alleen het licht van een openstaande deur die naar de wasplaats leid verlicht de hal en werkt als een lichtbaken om mij in.
Voor de toegang tot de ziekenboeg, moet ik eerst de wasplaats doorlopen waar de knecht des huizes mij staat op te wachten met een handdoek over zijn arm. Onbewogen blijft hij bij mij staan terwijl ik mijn kleren uit doe en mij onder de sproeiers sta te wassen. Hij overhandigd mij de handdoek en terwijl ik me afdroog neemt hij mijn kleren en stapt er mee naar de ziekenboeg. Met de handdoek rond mijn midden loop ik hem achterna. Daar staat hij met een lange zwarte cape mij op te wachten. Eerst laat hij me een lendendoekje aandoen die mijn piemel maar net bedekt. Dan slaat hij de cape over mij, doet de grote kap over mijn hoofd en brengt mij via een trap naar de overloop voor een grote dubbele deur. De knecht laat mij alleen achter.
Angstig en gespannen wachten ik in het donker en schrik wanneer beide deuren piepend opendraaien. Uit een oranje vlammend licht komen twee figuren naar mij toe gestapt. Met hun hoofd diep in de kap van de cape, is hun gezichten verborgen. Ze grijpen me vast en brengen me binnen in een grote zaal die sober verlicht wordt, met op de grond opgestelde kaarsen in de vorm van een cirkel met daar in een ster. Aan het einde van de zaal knettert een grote openhaard, met daarvoor een altaar.
Door de schemer zie ik maar pas bij het dichter komen een naakte mannenlichaam vastgebonden hangen aan een buizen dat over het plafond loopt, die de radiatoren voorzien van stoom. Hij hangt met zijn handen breed uit elkaar aan een stok vast gebonden, tussen de kaarsen in het midden van de ster. Tot juist aan de rand van de cirkel word ik door de twee mannen tot stilstand gebracht en heb zo het uitzicht op de mooi gespierde rug van de man. Aan het mooi stevig rond kontje te zien dat door het veel te kleine lendendoekje niet helemaal bedekt wordt, kan hij nog niet zo oud zijn. Door mijn fascinatie van stoommachine , val mijn ogen op een het dubbelwandig kanaal aan het plafon met een luikje, waar in de verbinden is gemaakt van de stoomtoevoerbuizen voor de radiatoren aan de overkant.
De schrik overval mij wanneer er meerdere figuren met cape uit de duisternis naar de cirkel komen gestapt en hen rond de cirkel verdelen. Een grote gestalte met horens op zijn bokken hoofd, verschijnt achter het altaar en begin daar in onverstaanbare taal te preken. Hij spreidt zijn handen omhoog als of hij en teken geeft aan de mannen rond de cirkel. Want allen komen ze rond mij staan en doen mijn cape uit. Ze duwen mijn voeten samen en binden ze aan elkaar vast. Mijn handen worden achter mijn rug vastgebonden en het lendendoekje maken ze los, waardoor ik nu helemaal naakt in het midden van de mannen met hun zwarte capes sta. De duivelse figuur komt van achter zijn altaar naar ons toe gestapt en komt net voor mij te staan. De ander reiken hem een tuil met water aan en stoppen een glimmend metalen voorwerp in zijn rechter hand. Met een doek van uit de tuil maakt hij mijn kruis nat en zeept mijn schaamhaar in. Met het glimmend lemmet schuurt hij over mijn buik om het weinige lichaamshaar dat ik daar heb, weg te scheren. Voorzichtig gaat hij dieper en verwijderd daarbij ook mijn bovenste schaamhaar. Angstig kijk ik toe hoe hij mijn nauwe voorhuid vast grijpt en er stevig aan trekt om dan met het scheermes het schaamhaar op mijn onderste opgespannen piemelvel af te scheren. Dan trekt hij aan mijn ballenzak om daar net het zelfde te doen. Door zijn handigheid vergroot het vertrouwen en begin ik de aanrakingen aangenaam te vinden.
Beschamend begint mijn piemel te groeien wanneer hij het haar en schuim met zijn natte doek van mijn kruis af wrijft. Totaal haarloos sta ik met mijn half stijve horizontale pik tussen de vreemde mannen, die de kaarsen van de cirkel weg nemen en ze voor mijn naakte lichaam houden. Daarbij laten ze de kaarsen afdruipen. Door de angst dat de hete druppels kaarsenvet op mijn lichaam zouden komen trek ik mijn buik in en werp mijn midden naar achter. Bij het spartelen en de vastgebonden voeten geraak ik uit het evenwicht. De mannen achter mij vangen me daar bij op en laten mij in hun armen rusten. Meteen worden de brandende kaarsen boven mij gehouden en belanden de hete druppels op mijn buik. Het is eerder de gedachte die mij doen schrikken en schok met mijn lichaam bij elke druppel die op mij beland. Meer en meer laten ze het kaarsvet rijkelijk over mijn buik en mijn piemel druppen en door de gewenning kan ik hen onbewogen laten begaan.
Dikke klodders kaarsvet stollen op en vormen de contouren van mijn buik, ballen en halfslappe pik, als een schild rond mijn edele lichaamsdelen. De mannen laten voornamelijk het kaarsvet rijkelijk over mijn pik lopen, die steeds harder wordt en het kaarsvet doet barsten. Het is dan ook voor ieder overduidelijk dat ik er eigenlijk wel van geniet en hoor de mannen rond mij grinniken. Sommige vezelen tegen elkaar, terwijl ze naar mijn opstaand lid wijzen. De opwinding nemen mijn schaamte en angsten weg en geniet van de aandacht die de mannen voor mij hebben.
Ik wordt door de achterste mannen die mij hadden opgevangen, weer rechtopstaand getild, wankelend op mijn samen gebonden voeten. Daar laten ze mij nu helemaal alleen staan en gaan weer rond de cirkel staan om hun kaarsen weer op de grond te plaatsen. De naakte man die in de cirkel nog steeds vast gebonden hang, wordt daardoor beter belicht en heb het volle uitzicht op zijn mooi bollig kontje. Twee mannen stappen in de cirkel beginnen met zwepen aan beide zijden op zijn rug te slaan. Gelukkig niet te hard maar wel voldoende om rode striemen op zijn rug af te tekenen. Bij elke slag kreunt hij zachtjes alsof hij het aangenaam vindt.
Twee andere heren komen tot mij en dwingen mij om te knielen. De Heren doen hun cape los en halen van onder hun lendendoekje hun dikke lul en richten die op mij. Zittend op mijn knieën en met mijn handen op de rug gebonden, kan ik alleen maar in overgave wachten. Ze swaffelen met hun vette lul voor mijn gezicht en ontbloten hun eikel, waarbij de sterke typerende geur van hun piemel mijn neus bereikt. Gefocust richt ik mijn ogen op hun ontblote eikel en plasgaatje, waar de eerste druppels gele urine uit lopen en gevolgd wordt door een fijne straal die op mijn naakte lichaam open spat. De ene plast zijn warme staal over mijn borst en buik, de andere plast in mijn gezicht. Snakkend naar adem open ik mijn mond, waarop zij hun plas straal in mijn mondje mikken. Telkens wanneer mijn mond vol geplast is, spuw ik het uit en beland hun afvalwater over mijn borst. Met kortere maar krachtige stralen, plassen ze hun urineblaas leeg op mijn kruis.
Nadat ze me helemaal hebben onder geplast en mijn benen hebben los gemaakt, brengen ze mij druppend voor het altaar. Vlug kan ik nog een blik werpen op de voorkant van de jongeman die naakt boven de kaarsen hangt. Zijn lichaam glimt van het zweet door de warmte van de brandende kaarsen. Het te kleine lendendoekje kan zijn grote vooruit gerichte gebogen lul niet verbergen. Vanaf zijn dikke kop, hangt een dunne doorschijnend draad met aan het einde een dikke druppel te bengelen
Aan het altaar worden mijn benen gespreid en vast gebonden aan de poten. Het lijkt allemaal nogal bedreigend en onder dwang, maar vind het eigenlijk wel spannend. Ook dat ik door de mannen onder geplast werd, is vernederend maar tegelijk een eervolle inwijding. Hun dikke piemels leken wel grotere duimen en door mijn duimzuiger instinkt van uit mijn kinderjaren, had ik ze graag in mijn mond willen nemen. De gedachte dat ze daardoor hun papje in mijn mond zouden spuiten maakt me eigenlijk wel geil.
Toen Theodorus tijdens zijn biologie lessen demonstreerde hoe hij zijn zaad kon doen opwekken en op mijn borst belande, heeft me altijd benieuwd gemaakt naar meer van dat. Zelf was ik te preuts geweest om me zelf te bevredigen, en had buiten de spontane ontladingen in mijn ondergoed mijn eigen zaad nog niet gezien of geproefd. Het verlangen naar het mannelijke papje was des te groter geworden. Ik vond het dan ook altijd aangenaam wanneer ik aandacht van mannen kreeg en fantaseerde dan over hun naaktheid.
Het duurt nu al een tijdje dat ik ongemoeid voorovergebogen over het altaar hangt. Achter mij hoor ik stemmen, gekreun en gestommel. Stappen en geschoffeld komen dichter bij. De stemmen worden luider en dreigender. De Satyrs, half man half bok komt achter het altaar te staan waar ik op vastgebonden lig. Hij spreidt zijn handen in de lucht en begin luid te brullen.
Ik schrik wanneer twee handen mijn heup vast houden. “Rustig Klaasje”, fluistert een zacht bekende stem in mijn oor en voel zijn warme lichaam op mijn rug steunen. Twee verharde tepels strelen mijn schouderblaren. Zijn onderbuik drukt repeterend tegen mijn onderrug op het ritme van zijn ademhaling, die heel zwaar is. Over mijn achterwerk rolt een harde dikke stok over en weer, net als die eerste keer dat Theodorus mij in de wasplaats zijn harde piemel tegen mijn rug aandrukte.
Hij likt aan mijn oorlel en fluistert weer zacht in mijn oor, dat ik niet bang moet zijn. Zijn stem lijkt als tweedruppels water op die van Theodorus, maar zijn stijve pik voelt kleiner aan dan dat ik me herinner. Door de jaren ben ik nu veel groter geworden en kan het zijn dat toen ik nog klein was, alles groter leek. De twijfel doet mij inhouden om het hem te vragen.
Hij drukt zijn harde pik tussen mijn billen in zijn eigen smeersel. Een geribbelde rand van zijn dikke kop streelt de binnenkant van mijn bilspleet, over mijn poepgaatje heen. De strelingen voelen lekker aan en doet mijn onderbuik kriebelen. Bij elke stoot drukt hij zijn natte eikel harder tegen mijn strakke kontgaatje, dat ik angstvallig hard dicht nijp.
Met zijn handen streelt hij mijn rug en komt weer over mij hangen.
“Mijn liefste Klaasje. Als inwijdingsritueel zou ik je moeten ontmaagden, maar ik wil je geen pijn doen en zal doen alsof ik je penetreert”, fluistert hij in mijn oor. Zijn tederheid en zijn zachte stem doet mijn twijfels vervagen, waarop ik zijn naam vragend uitspreek.
“Ja natuurlijk ben ik Theodorus, had je mij dan nog niet herkent”, antwoord hij verbaasd. Opgelucht druk ik mijn hoofd naar achter, waarbij onze wangen teder elkaar aanraken. Door de onoverbrugbare afstand tussen onze lippen, kan ik alleen maar verlangen om ze te zoenen en doe het dan maar op zijn wang. Het zelfde doet hij bij mij en ga dan weer over tot het schijnbare ontmaagding rituele.
Met zijn pik tussen mijn bilspleet, stampt hij zijn onderlichaam neukend tegen mijn billen aan. Zijn ballen wiegellen tussen mijn benen door, tegen de wortel van mijn verharde pik. Die op zijn beurt tegen de rand van het altaar wipt. Mijn bilspleet wordt natter en natter door zijn voorsmeersel, waardoor zijn pik ongeremd tussen mijn billen glijd. Zachtjes kreunt hij op het ritme van zijn neukbewegingen, maar wordt overstemt door het soppige van zijn pik en het natte geklets van zijn ballen, dat mij meer en meer doet opwinden.
Wanneer ik rond mij kijk, merk ik dat ik niet de enige ben die geil is. Ook de ander heren die halfrond het altaar zijn komen te staan, zitten met hun handen ontuchtig onder hun habijt achtige cape te friemelen. Onder de overgave aan het wellustige lichaam van Theodorus, leg ik genietend mijn hoofd naar voren neer op het altaar. Bij het wederopen van mijn ogen, zit ik met mijn neus bijna op een rechtopstaand fallus te kijken. Het is alsof Priapus voor mij staat, wanneer ik mijn hoofd opricht naar de Satyrs figuur die voor het altaar staat. Hij staart naar zijn eigen stamper, die wippende druipt van driftigheid. Benieuwd steek ik mijn tong uit om zijn stampersmeersel op te vangen. Ik kan er niet meteen bij, maar Priapus zet een stap dichterbij en legt zijn zak met zijn testikels onzedelijk op het altaar. De geur van zijn ballenzweet bedwelm me en als een verdovend middel op mij hallucinogene effecten geeft.
De tweehanden op mijn schouders trekken me recht en met zwaar gekreun verontschuldig Theodorus voor zijn harde aanpak, “wanneer ik je pijn doet moet je mij doen stoppen door mij weg te duwen, beloof je dat klaasje.” Hij neemt me met zijn sterke armen me stevig vast rond mijn borst en sabbert daarbij aan mijn oor. “Je lichaam voelt zo lekker heet aan, Klaasje”, kreunt hij van genot en duwt zijn harde paal tegen mijn kontje aan. Hij denkt dat ik een slachtoffer ben, maar stel hem gerust dat zijn wilde dierlijke driften me hongerig maakt naar meer. Zijn paalsmeersel heeft mijn bilspleet en mijn poepgaatje al helemaal ingesmeerd. Zijn lul gaat dan ook gul door mijn bilspleet heen. Regelmatig stoot hij met zijn dikke eikel tegen mijn strak opgespannen poepgaatje, waarbij hij met zijn bollige kop mijn sterretje licht openspert. Telkens span ik mijn sluitspieren op zodat hij niet ander kan om hem weer te trekken en zijn lul door mijn bilspleet te jagen. Mijn lichaam brand van opwinding en meer geraak ik in de ban van het genot. Daarbij kan hij telkens met zijn gladde eikel mijn sterretje verder openduwen, tot wanneer ik vergeet mijn sluitspieren op te spannen en zijn dikke paddenstoel door mijn sterretje heen wipt. Een korte maar hevige pijnscheut door mijn onderlichaam doet mij gillen, waarop hij hem meteen terug trekt en ophoud met mij te neuken. De andere mannen rond ons beginnen uitzinnig te roepen en te lachen en Priapus heft zijn armen weer de lucht in.
Theodorus excuseert zich met een groot schuldgevoel, “Door mijn hitsigheid ken ik mijn eigen krachten niet meer, het spijt me hoor Klaasje.” Ondanks de pijnscheut die meteen weg ebt ben ik nog steeds opgewonden en vraag hem om gewoon verder te doen.
“Zal ik het nog eens voorzicht proberen”, vraagt hij me verlegen. Door een diepe zucht van me, heb ik even de tijd om tot rust te komen en geef dan een teken dat hij er voor mag gaan. Theodorus laat zijn opgezwollen kop tussen mijn bilspleet glijden en als een slang zoekt hij op de tast de ingangspoort van mijn jongenskontje op. Met een lichte druk duwt hij mijn sterretje open die ik probeer te ontspannen om hem binnen te laten. Als een geforceerde spier rekt hij mijn gaatje verder open, tot dat zijn dikke eikel achter de ingangspoort beland. Als een diafragma sluit mijn sterretje achter de rand van zijn eikel en perst zich rond zijn penislichaam dicht. Meteen heb ik een ontspannen gevoel en kan ik mij meer focussen op zijn intreden.
In mijn aarsje is er nog alleen maar iets uitgekomen. Dat er nu iets ingaat is dan ook een experiment in mijn leven, waarvan ik niet weet hoe het zal eindigen. Nauwlettend volg ik dan ook elke verplaatsing van zijn eikel, die als een speleoloog mijn grotje verkent. Met korte stoten wringt zijn slangenkop een weg in de spelonk en stoot daarbij tegen de wortel van de stalagmiet, die een hete lavastroom uit mijn rechtopstaand pik laat stromen. Door mijn geile jongens melk kletsen mijn ballen kleverig tegen het altaar, bij elke stoot van Theodorus, die steeds wilder wordt. Hij duwt mijn bovenlichaam plat tegen het altaar en beland met mijn neus in de schaamharen naast de stamper en ballen van Priapus. Ee geur van zijn schaamhaar overweldigd mij en breng me in vervoering. De ander houding van mijn lichaam veroorzaakt een aardverschuiving in mijn neukgrotje, wat tot een rechter tunnelvorm leid. Die de kans geeft aan Theodorus zijn stijve pik geeft om dieper in mijn holletje binnen te dringen. Met zijn beide handen neemt hij mijn heupen vast, om zo mijn kontje als een stootkussen tegen zijn kruis aan te drukken. Ineens flopt zijn pik helemaal diep in mijn darmen binnen. Zijn dikke eikel fungeert als zuiger van een stoommachine, omringd door mijn darmen. Theodorus is weer het beest in zich zelf, die in totale overgave aan zijn genot is overgeleverd. Hij bonkt dan ook hard tegen mijn kontje, met volle overgave aan zijn eigen genot. Daarbij stoot ik mijn gezicht steeds harder tegen het kruis van Priapus. Hij heeft zijn stijve stamper naar beneden geduwd. Zijn natte eikel wordt over en weer ontbloot door het aansjorren tegen mijn wang. Mijn zooginstincten van uit mijn baby jaren komt weer naar boven en laat mij zonder het te beseffen zijn stamper als speen aanzien. Met volle opwinding zuig ik zijn pik naar binnen en slikken beland hij in mijn keel. Hij trekt mijn hoofd naar hem toe, tot dat mijn neus in zijn dicht krullend boven schaamhaar beland. De geur verdoofd me en van de gulzige geiligheid blijf ik zijn eikel in mijn keel binnen slikken. Snakkend als een kalf, naar moedermelk.
Priapus heeft zijn handen niet meer in de lucht, maar wel aan mijn hoofd en roept geen rituele onzin meer uit, maar kreunt van opwinding. Brullend stoot hij zijn onderbuik tegen mijn neus waardoor de mijn neusgaten worden afgedicht en ik bijna geen lucht tot mij kan nemen. Zijn stamper in mijn keel zwelt helemaal op en zet zicht vast achter de sluitklep van mijn longpijp. Een warme golf stroom door mijn keel. Door verstikking hoest ik zijn lul uit mijn keel en voel op mijn tong een straal mannenmelk. Draaiend als wijn ontdek ik de smaak van het geile vocht. Zijn schokkend lichaam veroorzaakt nog na vloeiingen uit zijn verslappend lul die ik standvastig in mijn mond houd van opwinding.
Het luider en zwaarder gekreun van Theodorus, focus mijn aandacht op het zuigend gevoel in mijn darmen. Hij heeft mijn heupen stevig vast en trek mijn kontje hard tegen zijn kruis aan, om zijn slang helemaal in mijn grotje binnen te treden. Hij neukt mijn kontje met langere uithalingen, waardoor zijn eikel met harde stoten tegen de wortel van mijn piemel botst. Een kriebelend gevoel in mijn onderbuik veranderd in een drang om mij op te houden. Anders dan bij het te moeten plassen, word mijn hoofd draaierig, heb ik de drang om het uit te brullen van genot en staat mijn pik harder dan ooit er voor. Ook Theodorus brul het uit en trekt daarbij mijn kont helemaal in zijn kruis, om het niet meer los te laten. Zijn ademhaling wordt zwaarder en heviger. De zwellichamen persen mijn holletje open en de plasbuis zet pompend uit, waarop hij zijn zaad diep in mijn darmen spuit. Golf na golf pompt hij zijn warme geile mannensappen in mijn maagdelijk lichaampje naar binnen. Mijn holletje voelt soppig en heet aan. Bij zijn laatste zachter gekreun, trekt hij nog eens stevig aan mijn kontje, om zijn kop in mijn oververzadigd grotje te laten uitdruppen. De druk in mijn onderbuik wordt te groot en kan dan ook niet anders dan met een bevrijdend gevoel mijn spieren te laten ontspannen. Mijn omlaag gedrukte pik, gekneld tussen het altaar en mijn lichaam, spuit een kleverig papje tegen mijn rechterbeen.
Aandachtig let ik op het langzaam naar beneden lopen van een kleverige substantie. Nog twijfelen of het van mij wel is of het zaad van Theodorus, die mijn darmen helemaal vol gespoten heeft en door de druk de weg naar buiten vindt, door mijn pik heen. Helemaal voldaan hijgt Theodorus het boven op mij uit. Met zijn hooft in mijn nek, zucht hij in mijn oor en zegt stilletjes, dat hij hier al lang naar verlangd had. Geleidelijk voel ik zijn lul ontzwellen in mijn grotje en mijn poepgaatje gaat ontspannen. Zonder veel inspanning, glipt zijn eikel uit mijn holletje samen met zijn overtollig papje, dat rijkelijk over mijn benen naar beneden loopt. Wat mij doet beseffen dat het mijn zaad was dat uit mijn pik spoot en dat het zijn zaad is dat nu uit mijn neukholletje loopt.
Versuft van de inspanning word ik van het altaar losgemaakt en slaan ze de cape over mij. Ik zou me gebruikt en vies moeten voelen, maar wetende dat ik nu het zaad van mijn lieve tedere vriend Theodorus in mijn buik draag, maakt mij intens gelukkig. Onder dwang word ik door de andere uit de grote zaal gezet. De grote deur langs waar ik binnen werd geleid, wordt nu achter mij dicht gegooid. Helemaal alleen sta ik op het portaal met mijn bezweet lichaam en druipende onder de geile sappen. Bij elke stap die ik zet loopt Theodorus zijn zaad uit mijn kontje. Witte klodders lopen langs mijn benen wanneer ik de trap afdaal en loop voldaan de gang door langs de wasplaats, die verlicht wordt door één enkele kaars. Een handdoek licht klaar op een stoel, samen met mijn kleren. Uitnodigend om mij eerst te wassen, laat ik aan mij voorbij gaan en gebruikt de handdoek om onze gemengd geile lichaamssappen van mijn benen af te vegen. Het nat van zijn zweet laat ik mijn kleren drenken als een parfum dat zijn geur rond mij laat hangen en met een zalige gevoel stap ik door het donker naar huis.
De dagen daarna loop ik op een wolk, omringd met rode rozen. De eerste dagen voelde ik mijn gaatje nog openstaan staan door dat het opgezwollen was, maar dat stoorde mij niet. Het was een stille getuigenis die mij liet denken aan de mooi avond bij de mannenclub en Theodorus die diep in mij was geweest. Onze lichamen konden niet meer dichter bij elkaar zijn dan toen. Het was alsof we in elkaar gesmolten waren en tot één geheel transformeerde.
Elke avond, bij het sluiten van de fabriek, keek ik naar de wasplaats of er geen licht brandde. Tot mijn spijt bleef het donker en verliet ik de als laatste de fabriek zonder dat ik nog iets van Theodorus hoorde en dat bleef zo voor een heel lange periode.
“Nikolaas, het bezoek uur is bijna verstreken”, komt een verpleegster zonder aankondiging melden. Ik moet we even schrikken van het late uur en besef dat ik de volledig dag in het verzorgingscenter van de oude man vertoef.
“Ja klaas, het is al laat. Ik zal er maar eens vandoor gaan”, maar wanneer ik me recht zet, houd de man mijn hand vast en trekt me weer naar beneden.
“Ik kom morgen wel naar je verjaardagsfeest als ik mag, mag mijn vrouw ook komen. Dan kan ik ze aan je voorstellen”, vraag ik hem, om mijn vertrek te vereenvoudigen. Halsstarrig blijft hij mijn hand vasthouden zonder mij te antwoorden. Zijn fonkelende ogen staren mij.
“Nog even mijn verhaal afmaken en je zou nog iets voor mij kunnen doen”, vraagt hij me.
Haastig verteld hij me nog dat hij van Theodorus niets meer had gehoord tot dat de trouwklokken in het dorp luide. Ik wrong mij tussen de massa mensen die aan de kerk stonden te kijken. Wanneer ik na veel gemor van de mensen rond mij op de eerste rij komt te staan, word ik opgeschrikt door een flits gevolgd met een doffe knal. Een man staat achter een driepikkel aan de trappen van de kerk, met zijn hoofd onder een zwarte doek en in zijn hand een wit rokende gedoofde fakkel. Met veel toonbaarheid stond Theodorus met zijn kersverse vrouw aan de poorten van de kerk te poseren.
Met pijn in de borst ben ik weggerend. Ik voelde me verlaten en alleen, maar begreep wel dat hij geen andere keuze kreeg en zijn plicht als enige zoon moest vervullen. Ook bij mij werd de druk vergroot om een gezin te stichten en leerde mijn lieve vrouw kennen. Op de trouwdag zag ik een grote man met zwartkostuum. Zijn ogen glinsterde in de donkere schaduwrand van zijn hogehoed. Zijn aanstekelijke glimlach verwarmde me en deed mijn buik weer kribbelen.
In de fabriek gingen de zaken achteruit en door de economische crisis van de jaren dertig, moesten ze de deuren sluiten. De textielbaron en zijn familie was allang niet meer gezien geweest en het was alsof ze van de wereldbol waren verdwenen. Op de laatste werkdag kreeg ik een bordeaux fluwelen doosje overhandigd van de diensthoofd, met daarin een medaillon en een briefje ondertekend door Theodorus met de melding, “Ik draag je nog steeds op mijn hart, draagt dit voor mij op het uwe”. In kleiner minder mooi geschrift en met lichter inktkleur stond er onder, ”al mijn bezittingen laat ik achter in het stoomkanaal waar ons vuur brandde, wachtend op mijn nazaten die je mag vertellen hoe lief ik je had.”
“Mooi verhaal Nikolaas, maar wat verwacht je nu van mij” vraag ik hem met een licht vermoeden. Hij had al die jaren geen stap meer in de fabriek willen zetten om niet meer met de onkiese gebeurtenissen geconfronteerd te worden, maar vond het nu wel het moment dat ik daar zou gaan zoeken. Met de verzorgster aan de deur, neem ik nog vlug afscheid en belooft hem het te doen, “we zien elkaar morgen wel, slaap lekker he klaasje” en geef hem een zoen op zijn warme verrimpelde wang. Hij neemt mijn hoofd met beide handen nog even vast en drukt zijn lippen op de mijne. Verwonderd kijk hem aan en zie hem met een zalige glimlach en betraande ogen diep in zijn fauteuil wegzakken.
Wanneer ik het zorgcenter buiten stap, zijn de donkerwolken verdwenen en heeft de zomerzon zicht tussen de wolachtige witte wolken genesteld. Op vraag van Nikolaas, kan ik niet anders om de oude fabriek nog een binnen te gaan, al denk ik daar niet veel te vinden van wat hij aangaf. Benieuwd ben ik wel want na zijn levendig verhaal, heb ik een ander en duidelijker beeld van de oude fabriek mee gekregen.
Bij aankomst sta ik naast een vier maal vier terreinwagen, die me aangeeft dat ik er niet allen ben. Toch kan ik niemand op het terrein bespeuren. De stevig wind doet de bladeren van de bomen ritselen. Het oude hek op het begin van het terrein is er niet meer. Alleen de met klimop overgroeide zuil is nog een stille getuige van waar Theodorus op Klaasje stond te wachten. Het verhaal spookt nog door mijn hoofd en wanneer ik mijn ogen dicht doe nadat ik het terrein heb aanschouwd, sta ik weer in het begin van de vorige eeuw.
De kleine Klaas loopt met zijn hoofd naar beneden, aan de hand van zijn zus langs het hek en lopen zomaar door mij heen. Samen stappen ze langs de grote gesloten groene poort, de fabriek binnen. De fabriek lijkt weer in zijn oude glorie hersteld te zijn. Uit de hoge schouw komt een dikke zwarte rook, die door de wind naar benden wordt geblazen en het gebouw mysterieuze inkadert. Een stoomhoorn doet me schrikken. Het deurtje in de grote fabriekspoort slaat open en de groter geworden Klaas loopt naar buiten, om dan plots ingehouden naar het hek toe te wandellen, waar een jongeman met een bruine pofbroek en een los wit hemd op hem sta te wachten.
Tussen de struiken staan twee manen met een kap over hun hoofd naar mijn richting te kijken. Het is een kleinere en grotere man die onbewogen blijven staan. Vlug haast ik me naar de verroeste openstaande fabriekspoort en stap in de leegstaande grote fabriekshal binnen. Het wordt even wazig, maar bij het openen van mijn ogen klaar de mist op in de fabriekshal die met luide, uit cadans slaande weefgetouwen gevuld is. De stoommachine staat te glimmen en de zuigers glinsteren in het zonnelicht, omringd door de stoom.
Alles verdwijnt wanneer er op mijn schouders wordt getikt, “zoek je de trekker, om je nog eens een goede pijpbeurt te bezorgen”, vraagt de kleinere man en duwt een klein flesje onder mijn neus met een scherpe penetrerende damp. De grotere man vult hem naadloos aan, “of was je naar ons opzoek om je geile fantasieën waar te maken”.
Met lichte dwang duwen ze me meerdere malen vooruit, wanneer ik telkens weer tot stilstand kom. De geluiden verstommen wanneer ik door de fabriekshal heen wordt geduwd, naar een met witlicht gevulde deuropening. Versuft door de dampen van het kleine flesje loop ik verder door het scherpe licht heen, waar ze me tot stilstand brengen, in een voor mij witsteriele ruimte. Mijn hart bonkt tot in mijn hoofd en ik voel mij duizelig worden, waardoor ik in hun armen neerval.
Lees verder: De Oude Fabriek - 5
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10