Door: Keith
Datum: 01-07-2019 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 15207
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 36 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 36 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 73
De volgende ochtend werd ik gewekt met koffie op bed. Joline zei, terwijl ze het kopje op het nachtkastje neerzette: “Goedemorgen… Lekker geslapen? Ben je klaar voor het schoolreisje?” Ik gniffelde. “Ik heb wel zin in een stukkie varen… Gisteren even gekeken: het wordt lekker weer vandaag volgens de KNMI: een graad of 18, windkracht 3 uit het zuidwesten en op een enkel buitje na, droog. Prima weer voor een stel piraten.”
Rustig dronken we koffie en kleedden ons daarna aan. Spijkerbroek, overhemd, bodywarmer, bivakmuts en hoge wandelschoenen voor mij, spijkerbroek, blouse, trui, wandelschoenen en muts voor Joline. Ze had voor de gelegenheid haar haren als een krans om haar hoofd gevlochten. “Staat je prachtig, schat!” Ze keek me aan. “Zo blijft het ten minste strak zitten, ook in de wind.” Twee fleecejacks completeerden onze uitrusting. “Neem gerust een zonnebril mee. Zon op het water doet op den duur gewoon pijn aan je ogen.”
Rond zeven uur waren we in Gorinchem, waar team drie al snel compleet was. Theo stak nog even zijn hoofd om de deur van de groepsruimte. “Zorgen de piraten ervoor dat de haven van Rotterdam open blijft? Oh, en Kees: ik heb het contract tussen Damen en DT op mijn bureau. Kom even kijken, alsjeblieft of daar geen rare dingen in staan…” Ik liep met hem mee en las het door. Het tarief per uur was beduidend hoger dan mijn uursalaris.
“Ehh… Theo, als ik dit zo zie, begin ik te twijfelen of ik de snelweg niet moet oversteken en bij Damen aan de slag moet gaan…”
Hij keek me aan. “Kees, als ik jou zo hoor, begin ik er aan te twijfelen of ik er goed aan heb gedaan om jouw contract voor onbepaalde tijd te vervroegen…” Ik grinnikte en las snel door. Vliegreis, hotel, overige kosten… kwam allemaal voor rekening van Damen. En, het belangrijkste: ik viel rechtstreeks onder Allard, met als escalatieniveau Charles. “Volgens mij prima, Theo. Voor de juridische kleine lettertjes zou ik Angelique er even naar laten kijken… Die heeft ervoor gestudeerd ten slotte.” Ik gniffelde even. Theo kneep zijn ogen samen en zei zachtjes: “Wat heb jij in je zin, meneer? Jij houdt iets voor mij verborgen. Daar hou ik niet zo van.” “Pak nog een bak koffie, Theo dan haal ik Joline eventjes…”
Ik liep naar Joline. “Kun je even meekomen? Theo heeft je nodig…” In de gang fluisterde ik: “IJzer smeden als het heet is… Nú is het de tijd om met voorstel te komen om Angelique voor te stellen als bedrijfsjuriste en Marion als receptioniste!” Joline knikte. “Oké.” We liepen naar binnen en ik deed de deur dicht. “Jullie hebben samen iets bekokstoofd, dame en heer? Vertel!”
Joline zei simpel: “Theo, hoeveel tijd ben jij kwijt aan het door-akkeren van contracten en juridisch geneuzel?” Hij antwoordde korzelig: “Teveel. Klotewerk. Soms doet Gertie dat voor me, maar die kan niet altijd en dan zit ik een middag te puzzelen op juridisch gezeik. Niet mijn hobby, verdomme. Pardon voor mijn taalgebruik, mevrouw.”
Joline’s ogen lachten. “Als je dat ‘klotewerk’ nu eens uitbesteed aan je bijna afgestudeerde juriste? Drie, misschien wel vier vliegen in één klap: jij bent van die ellende verlost, Angelique kan zich daarin vastbijten en wellicht is er een casus waar ze op kan afstuderen, én je biedt haar perspectief op een baan in haar vakgebied.”
Achter Theo’s bril werd zoals gewoonlijk snel nagedacht. Na een paar seconden zei hij kortaf: “Prima plan. Weet zij dat al?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dit was een stukje synergie tussen Kees en mij.” Op Theo’s gezicht brak een glimlachje door. “Ik wil niet weten op welke momenten jullie zo synergetisch zijn. Gaat me waarschijnlijk ook geen hout aan… Maar… Wie gaat dan de receptie bezetten?”
Joline gniffelde en zei zachtjes: “Raad eens…” Theo keek naar mij. “Nee, ik niet meneer. Ik schijn niet representatief genoeg te zijn…” Opeens begon hij te lachen. “Jullie bedoelen toch niet de pupil van Fred hé?” Joline knikte. “Die bedoelen we wél, Theo. Ze is best georganiseerd, nauwkeurig en werkt netjes en compleet. Als ze wil. ” Ze giechelde even. “Of als er 110 kilo boos vlees in de buurt is… En ze kan er ‘representatief uitzien’, ook niet onbelangrijk als receptioniste…”, vulde ik aan. Dat kwam me op een boze blik van Joline te staan.
Theo zakte achterover in zijn stoel. “Hier moet ik even over nadenken. Ik wil haar in feite geen éénmansfunctie geven, want dan kan ze…” “…weer terugvallen in haar fout om zichzelf verheven te voelen boven het werkvolk…” vulde ik aan. Hij knikte. “Precies. En dát wil ik te allen tijde verhinderen.”
Joline zei: “Denk er eens over. Marion blijft gewoon binnen het backoffice functioneren. Alleen fysiek iets verder van mij af. En bovendien: ze werkt dan vlak naast ene Jonkman, je weet wel die vent met z’n CV in stookruimte 12 in de hel…” “Stookruimte 13 schat. In stookruimte 12 ligt het CV van Napoleon. Ook geen frisse kost overigens. Vrij vertaald: ik kan ook een oogje op haar houden en haar met beide benen op de grond houden als dat nodig is…”
Theo schudde zijn hoofd. “Jullie hebben af en toe vreemde ideeën. Ik ga hier eens over denken en met Gertie over kletsen. Dan neem ik een beslissing. Tot die tijd laten jullie aan niemand iets weten. En nu: gereedmaken voor jullie schoolreisje!” Hij knipoogde. “Bedankt voor dit voorstel. En Joline: je haar zo om je hoofd in die vlecht… Schitterend!” Ze bloosde. “Dank je wel, Theo.”
Even later vertrokken we in drie auto’s richting Damen. Bij de poort werden we naar de kantine begeleid. Daar werden we voorgesteld aan de schipper Ferry, machinist Hans en twee matrozen Dick en Mike. We kregen koffie, kletsten even met elkaar en toen begon de veiligheidsbriefing over wat wél en wat mocht tijdens de tocht. “Dame en heren, welkom bij Damen. U gaat mee met een proefvaart. Dat is het ook: een proefvaart voor een aantal systeemtesten. Tijdens de vaart op de binnenwateren mag u zich aan dek begeven, als we de pieren van Hoek van Holland uit zijn, blijft u binnen totdat ik het dek vrij geef…” En zo ging Ferry nog vijf minuten door en besloot met: “Een tip als u last dreigt te krijgen van zeeziekte: zorg voor een gevulde maag. Niet met koffie, maar zorg voor een bodempje met bijvoorbeeld boterhammen. Wij zorgen dat er in de crewroom altijd broodjes zijn. Voor de rest: geniet ervan, vraag wat u wilt aan onze twee matrozen. De testcrew moet u een beetje met rust laten; die zijn druk bezig. We hopen rond 15:00 hier weer voor de wal te liggen. Zijn er nog vragen?”
Ik stak mijn hand op. “Ja, Kees?” “Ferry, bij DT ben ik teamleider van Team drie, bijgenaamd ‘het Piratenteam’. Ik heb onze vlag meegenomen… Mag die in de mast wapperen?” “Vlag? Wat voor vlag, Kees?” “Jolly Roger.” Hij grijnsde. “Hoe groot?” “Anderhalf maal twee meter.” “Prima, zolang hij lager hangt dan de Nederlandse vlag en onze maatschappijvlag. Da’s protocol.” Ik knikte. “Dank je wel.” Verder waren er geen vragen en konden we aan boord. Allard sloot ook aan en Charles kwam bij de valreep ook even kijken. “Is dit jouw club Kees?” Ik knikte. Hij gaf iedereen een hand en Joline een kushand die ze blozend in ontvangst nam. “Goeie vaart!”
De loopplank werd ingetrokken en het geluid van de diesels veranderde van monotoon brommen in iets harder grommen. Matroos Dick kwam naar me toe. “Meneer Jonkman…” “Zeg alsjeblieft gewoon Kees. Meneer Jonkman is alleen voor als ik op m’n flikker krijg.” Hij grinnikte. “Ik zal eraan denken. Die vlag…?” Ik pakte de vlag en we sloegen hem samen aan. Snel werd hij naar boven gehesen en even later hing er een grote, grijnzende doodskop aan de mast te wapperen. De Piraten die het zagen begonnen te applaudisseren.
Ik belde Marion op. “Hoi Marion, Kees hier. Sta jij klaar?” “Ik sta op de dijk, Kees, bij de haven van Werkendam. Prima uitzicht op de rivier, ik sta er vlak naast. Fototoestel op statief, ik ben er helemaal klaar voor. “Mooi, dame. Wij vertrekken nú uit de haven van Damen. Met een paar minuten heb je ons in het zicht. Grijze boot, verticale boeg, lang voorschip, één mast op de brug met daarin de Nederlandse vlag en de vlag van Damen in top en vlak daaronder de piratenvlag.” “Oké, ik bel je wanneer ik jullie zie.””Check.”
Ik verbrak de verbinding en liep de crewroom in. Daar stonden alle Piraten aan de koffie. “Oké lui, even luisteren… Tijd voor een stukje maritieme traditie. Marion staat bij de haven van Werkendam met haar fototoestel klaar om een aantal foto’s van ons te maken. Wij stellen ons zo meteen netjes op het voordek op, op armlengte afstand van elkaar aan de bakboordszijde. Voor de landrotten onder ons: met je neus naar de boeg is bakboord links. En oh ja, de boeg is dat scherpe deel vooraan. Op moment dat we vlakbij Marion zijn geef ik het commando ‘Brengt groet’ en dan breng je je hand naar je hoofd.” Ik demonstreerde het even. “Zó, op deze manier. En als ik zeg ‘in de houding staat’, gaat die hand onmiddellijk omlaag. Begrepen?” Vijf van de heren waren niet in dienst geweest, dus die kregen een korte instructie, evenals Joline.
Na een paar minuten stuurde ik de hele club naar het voordek en stelde ze op. Even later kreeg ik telefoon van Marion. “Ik zie het schip! Allemaal lui op het voordek… Zijn jullie dat?” “Ja. Inclusief Joline. Zie je de vlag?” Het was even stil. “Ja!” “Mooi. Dan wil ik dat je een aantal foto’s maakt van het hele schip, inclusief vlag. Als wij vlakbij zijn laat ik de hele club groeten, en dáár moet je zeker foto’s van maken! Duidelijk?” “Ik snap het!” “Mooi. Leef je uit. Straks bel ik terug. Ik moet nu commando’s geven.”
Ik keek in haar richting en zag een figuurtje op de dijk staan, met een statief. “Oké lui, let op… Benen tegen elkaar… Brengt groet!” Ik keek even opzij: het zag er niet verkeerd uit. We voeren langs Marion en de schipper liet de scheepshoorn een keer brullen. Voorbij Marion gaf ik het commando “In de houding staat” en de handen gingen we omlaag. “Mooi! Volgens mij zag dat er netjes uit… Ik ga het even controleren.” Ik belde Marion weer. “Gelukt?” “Jullie staan er prima op. Ik stuur straks wel een paar van de foto’s naar…. Oh shit, shit, shit… nee, dat kan ik niet meer!” Ze stotterde even en ik lachte. “Tja, dat lukt niet met zo’n ouwe Nokia hé? Geeft niet, we zien ze straks wel. Bedankt alvast, Marion!”
Ginnegappend liep Team drie over het dek, genietend van het onderwachte uitje. Joline stond bij de boeg te kijken. Ze zag me aankomen en zei droogjes: “Nee, ik heet niet Kate Winslet en jij heet geen Leonardo. We gaan ons hier niet belachelijk staan maken, meneer.” Ik sloeg even een arm om haar heen. “Niet zoenen, Kees. We staan vol in het zicht van de stuurhut.” “Dat heet ‘brug’, schat. Maar ik ga je met rust laten; ik wil eens kijken in het voortstuwingsparadijs, zoals jouw broer dat noemt. We moeten niet de hele dag klef lopen te doen. Jij gaat dingen bekijken die jij leuk vind en ik idem, oké?” Ze knikte en glimlachte. “Maar wel onze ervaringen delen…” Ik begreep wat ze bedoelde en knipoogde. “Aye aye madam.”
Ik liep naar achteren en liep de machinist tegen het lijf. “Hans, mag ik, als het uitkomt, een kijkje in de machinekamer nemen? Dáár gaat het uiteindelijk allemaal om…” Hij knikte. “Volg me maar.” We gingen een trap af en vlak voor een deur hingen een stel oorbeschermers en veiligheidsbrillen. “Opdoen.” De deur ging open en de herrie drong door mijn oorbeschermers. Het uur daarna was ik, samen met Hans verdiept in technische details. Op een kladblok maakte ik als een gek aantekeningen. Later riep ik Frits en Henry erbij; ook zij verdiepten zich in de materie. Twee uur later, bij het uitwerken van de gegevens in de crewroom, kwamen we tot de conclusie dat mijn grove berekeningen juist waren geweest: Maleisië had zich inderdaad verkeken op het stroomverbruik van de door hen voorgestelde bewapening. “Mooi, lui. Dan is dit niet puur een schoolreisje geweest en kunnen we met gegevens terugkomen bij DT en Damen. Deze dag heeft z’n geld nú al opgeleverd. Dank voor jullie inbreng! En nu: naar boven en gewoon genieten!”
We gingen aan dek. Het schip voer ondertussen al op de Nieuwe Waterweg ter hoogte van Rozenburg. Een luidspreker kwam tot leven. “Willen onze gasten naar binnen gaan als we tussen de pieren van Hoek van Holland varen? In de crewroom staat de lunch al klaar. U kunt gaan eten, dan kan de testcrew rustig aan het werk. U krijgt een seintje als u weer aan dek mag. Dank u.” Ik genoot nog even van de wind in m’n haren en het uitzicht op de drukke scheepvaart en ging toen naar binnen.
De lunch was simpel: broodjes en salade. Matroos Mike sloofde zich uit in de keuken. “Ik ben het kokkie voor vandaag. Als jullie wensen hebben, laat horen…” Hij verhief zijn stem. “Dame en heren, we komen zo buitengaats en dan beginnen wat proeven. Zorg dat u uw koffie of thee op hebt en plaats uw bord in het rek op tafel. Anders vliegt uw lunch over de grond en heb ik me voor niks uit staan sloven.” Zijn waarschuwing was niet voor niets: geen minuut later begon de boot te stampen. Ook begonnen de machines sneller te draaien.
De omroepinstallatie kwam tot leven en schipper Ferry was te horen. “Dames en heren: we zijn nu buiten de pieren van Hoek van Holland. We varen naar het noorden, tot Katwijk of Noordwijk. De snelheid voeren we rustig op tot volle kracht, dat is zo’n 27 knopen, bijna 45 kilometer per uur. We hebben de wind schuin achter, dus soms kan de boot wat gaan rollen. Bij Katwijk gaan we wat wendbaarheidsproeven doen; dan is het zaak dat u zich goed vasthoudt, want dan gaan deze scheepjes nogal ruig tekeer. Ik waarschuw u dan wel. Als die proeven voltooid zijn, mag op u zich op het achterdek begeven.” Hij grinnikte even. “U kunt daar eventueel uw lunch overboord gooien. Graag met de wind mee. Veel plezier…”
Ik keek rond. Vrijwel alle Piraten hadden ervaring op zee: een aantal kwamen uit de offshore en de anderen waren al een aantal keren op een boorplatform geweest. Alleen André had nog geen zeebenen. Maar voorlopig was er niets aan hem te merken. We genoten van de toenemende snelheid van het schip; langzaam maar zeker ging het écht hard over het water en bonkten we soms van golftop naar golftop. Ik zei tegen Joline: “En dan te bedenken dat de Schnellboote van de Duitse Kriegsmarine in de oorlog bijna 50 knopen voeren… bij 80 kilometer per uur. Scheepjes van 35 meter lang. En hun Engelse tegenhangers, de MTB’s, MotorTorpedoBoats: nog kleiner, aangedreven door benzinemotoren, bijna net zo hard varend… Nee, dan hebben wij niks te klagen…”
Ze drukte mijn hand. “Jij hebt zeker niks te klagen, meneertje. Lekker op schoolreisje met je Piratenbende en je liefje.” “Hé, ik ben vanaf Werkendam tot Rozenburg keihard aan het werk geweest hoor. Samen met Frits en Henry. Niks geen schoolreisje: gegevens noteren en verwerken, rekenen, conclusies trekken… En het resultaat is dat ik nu nóg meer gegevens heb om Maleisië te overtuigen. Pas toen we Hoek van Holland voorbij voeren begon het schoolreisje. Met een mooi meisje…”
Ik keek haar aan. “Joline Boogers, ik ben het met Theo eens: dat vlechtwerk om je hoofd staat je gigantisch goed… Doet me denken aan Yulia Timoshenko, die politica uit Oekraïne. Die droeg haar haar ook altijd zo.” Joline knikte. “Zij heeft ook als voorbeeld gediend. Qua haardracht dan. Maar Ma en ik hebben uren staan tobben om mijn haar zo gevlochten te krijgen. En na heel veel oefenen kan ik het nu zelf ook, en dat is soms best handig. Zoals nu. En je loopt veel minder kans op haren in je thee…”
Het schip stampte ondertussen een beetje, maar hinderlijk was het niet. Niemand trok bleek weg, en de broodjes werden vlot weggewerkt. Ferry was weer te horen. “Dame en heren, we gaan nu wat wendbaarheidsproeven doen. Ga lekker zitten en hou jezelf stevig vast. Dit kan er wat ruiger aan toegaan.” “Héhé, eindelijk een goed excuus om jou goed vast te houden, mevrouw…” Ik duwde haar in een hoekje van een zitbank en sloeg een arm om haar heen. Niet geheel onnodig, want even later maakte het schip een harde bocht naar stuurboord gevolgd door een zelfde bocht naar bakboord.
Henry keek achterom. “Verdorie… als ik jullie zo zie zitten, is het dubbel jammer dat Angelique niet mee is.” Ik grinnikte. “Die werd toch al zeeziek van een bad-eendje? Dan had je nu haar lunch op jouw schoot gehad, vriend…” Hij gniffelde. “Had ik er wel voor over gehad, Kees.”
André wilde blijkbaar demonstreren dat ook hij zeebenen had en stond op. “André: zitten!” Hij keek me aan. “Kom op Kees… in de Efteling staan achtbanen die heftiger… SHIT!” De boot maakte weer een schuiver en André kwam hard op z’n achterwerk terecht. Hilariteit alom. Hij schoof naar de zijkant, werd beetgegrepen door Henk en Frits, die hem hardhandig op een zitbank zetten. “Zo, vriend. Nou niet meer stoer doen, maar gewoon de rit uitzitten, begrepen? In de Efteling hebben ze niet voor niets van die veiligheidsbeugels op die karretjes…” “Gloeiendegloeiende…” Hij tastte naar zijn kont. “Dat doet zeer!” Henry gniffelde. “Tja, wie z’n billen brandt…”
Een kwartier lang maakte het schip allerlei capriolen, tot we op een gegeven moment voor langere tijd recht vooruit voeren. Ferry liet weer van zich horen. “Laatste proef: we gaan versnellen tot de maximum snelheid en daarna een noodstop maken. Daarbij maken we een schuiver over bakboord en zal het schip extreem schuin gaan liggen. Als jullie door de stuurboord-patrijspoorten kijken, kun je zo meteen de visjes zien zwemmen: de stuurboordzijde verdwijnt helemaal onder water. Er is geen reden om je zorgen te maken; pas als je op het plafond kan lopen wordt het tijd om wat ongerust te worden. Hou je vast.”
Ik greep Joline iets steviger vast en we zetten ons schrap. Plotseling hoorden we de motoren in toeren minderen, daarna weer op volle kracht loeien. We voelden de vertraging en tegelijk werden we naar stuurboord geduwd. Het dek lag op een gegeven moment onder een hoek van meer dan 30 graden en het daglicht verdween uit de stuurboord-patrijspoorten. “Téééring….” André werd toch wat bleekjes om de neus. Een halve minuut later voeren we weer recht, op rustige snelheid, echter nu in zuidelijke richting.
Even later kraakte de speaker weer. “Kees en Mike kunnen jullie even op de brug komen?” Ik keek Joline aan. “Orders van de schipper. Tot straks.” Ik liep naar voren, een trap op en stond op de brug. Ferry wees op een symbool op zijn radarscherm. “Dit is Zr. Ms. Holland, een marineschip. Komt terug van missie bij de Hoorn van Afrika. Die komen we over tien minuten tegen. Kees, wil jij nog een keer die bende van jou op het voordek zetten en laten groeten? Dan laat ik Mike jullie vlag even zakken als vlaggengroet. Ik geef een dreun op de scheepshoorn, jullie groeten dan en Mike bedient de vlag. Tweede keer scheepshoorn: einde groet.” Ik grinnikte. “Lijkt me een fijn plan. Kijken of die lui van de Marine bij de pinken zijn…”
Ik rende naar de crewroom. “Piraten: meekomen naar voren…” Ik legde het waarom en de procedure uit. Ze renden naar voren en stelden zich langs de verschansing op. Mike stond bovenop de brug met de vlaggelijn in zijn handen. In de verte kwam het marineschip er aan: een flinke snor voor de boeg, op weg naar Den Helder. We zouden elkaar op zo’n 200 meter passeren. Plotseling loeide de scheepshoorn en wij groetten. Uit een ooghoek zag ik de Piratenvlag zakken en weer omhoog gaan. Op het Marineschip heerste verwarring, maar toch stonden er binnen een paar seconden een aantal mannen langs de verschansing. Ook zij groetten en de vlag ging kort omlaag en weer omhoog. Ferry liet de scheepshoorn nog een keer loeien. We beëindigden de groet en gingen zwaaien. Wij dachten dat de ceremonie afgelopen was, maar Zr. Ms. Holland maakte een wijde draai en haalde ons in. Op nog geen honderd meter voer het schip langszij. Vanaf de brug kwam een stem. “Ahoy Damen… Wij komen net terug uit de golf van Somalië. Vier maanden op anti-piraterij missie geweest. Dank voor deze mooie geste en behouden vaart!” Op de brugvleugel kwamen een paar man naar buiten die zwaaiden en foto’s maakten. Ongetwijfeld van onze vlag. Na nog een stoot op de scheepshoorn verminderde Zr. Ms. Holland vaart en draaide achter ons langs en ging weer op koers naar Den Helder. “Nou, die hebben iets om over te praten…”
Ik grinnikte en liep de brug op. “Mooie stunt, Ferry.” Hij knikte. “Ik wist dat zij vandaag terug zouden komen. Ik heb zelf in de golf van Oman gevaren en ben eens bijna geënterd door een stelletje echte piraten. Dan sta je niet te lachen. Gelukkig kregen we bijtijds hulp van een heli van de Marine. Vandaar dit gebaar. Dat jullie die vlag mee hebben was de kers op de taart!”
De terugtocht verliep rustig. Eenmaal tussen de pieren van Hoek van Holland ging de vaart er uit; met een rustig gangetje van 8 knopen voeren we in oostelijke richting. De koffie konden we nu gewoon staand aan dek drinken. En om 14:15 legden we aan in Gorinchem. Ik liep even naar het kantoor van Allard en vertelde hem dat ik nog wat dingen was tegengekomen onderweg die ik nog in het excelbestand zou verwerken. Daarna zou ik hem de herziene Excelsheet mailen. “Niet zeeziek geworden, Kees?” Ik keek hem alleen maar aan. “Oké, oké… Neem me vooral niet kwalijk! Die scheepjes kunnen best tekeer gaan!” Een halfuur daarna liepen we bij DT naar binnen. Ik liep het kantoor van Theo in. “Piraten melden zich terug van missie, chef!” Op datzelfde moment hoorde ik een boel kabaal uit de groepsruimte komen. Hij grinnikte. “Hier blijven. Dat zie je zó wel.” Ik keek hem vragend aan. “Kijk straks maar even in de je groepsruimte en vervolgens op de Internetsite van de Marine. Ik kreeg een linkje van Charles…”
Hij dempte zijn stem. “Gooi de deur even dicht.” “Kees ik heb over jullie voorstel nagedacht en Gertie gebeld. Angelique tot juridisch medewerker benoemen: ja, meteen. Ze heeft vanochtend dat contract van Damen doorgenomen en haalde er toch een paar dingen uit die ik over hoofd gezien had. Onder andere dat er niet werd gerept over een verzekering voor jou. Volgens mij kan dat juridische gedoe in deeltijd.” Ik knikte. “Dat zei Joline ook al.” “Kortom: dat wordt een promotie voor die kleine dame, en dat verdient ze ook. Met Marion heb ik wat meer moeite. Ze moet zich eerst maar eens binnen het backoffice bewijzen, zich lid voelen van een team én onder de veeleisende ogen van Fred blijven. Die doet dat prima. Over een paar maanden mag ze dan de receptie van Angelique overnemen, mits ze vooruitgang boekt. Is voor haar ook promotie, want momenteel heeft ze, op advies van haar vader, het laagste salaris van heel DT. Angelique roep ik straks bij me; als jij Joline wil vragen om zo meteen hier te komen, dan mag Joline het haar vertellen.”
Hij gniffelde. “Goed nieuws moet niet door de baas gebracht worden, maar door de direct leidinggevende. Ook al zo’n wijsheid uit dat managementsboek…” “Goh, het lijkt wel of de schrijver van dat boek in dienst heeft gezeten. Er komen me een aantal dingen bekend voor.” Ik grinnikte. “Was het leuk vandaag?” Ik knikte. “Theo, ik heb met Henk en Henry een uurtje in de machinekamer gezeten en me een aantal zaken laten uitleggen. Vervolgens hebben we met z’n drieën die zaken uitgewerkt. Mijn grove schattingen klopten met een foutmarge van 2 á 3 procent. Verder zijn we achter nóg een aantal zaken gekomen, die ga ik morgen in dat Excelbestand verwerken en dan mag Allard het hebben voor finetuning. Al met al een leuk, maar ook produktief dagje geweest.” Hij knikte. “Ik had van jou niet anders verwacht, Kees. Nou, ga eerst even je groepsruimte kijken, daarna op Internet en vraag vervolgens of jouw blonde schoonheid haar directie met een bezoek wil vereren.” “Ik zal kijken of betrokken dame daarvoor in de stemming is, chef.”
Ik liep naar de groepsruimte en deed de deur open. Tussen beide ramen hing een foto op A-nul formaat in een houten frame. De patrouilleboot van Damen op de Merwede met alle Piraten en Joline die netjes de groet brachten. Met de Jolly Roger strak wapperend in de wind. “Mooi werk van Marion, Kees!” Ik was even met stomheid geslagen. “Dit is…” “Vind je hem mooi, Kees?” De stem van Marion achter me. “Hij is prachtig, Marion!” “Ik heb alle mooie foto’s op jullie schijf gezet. Deze vond ik de mooiste, die heb ik geplot en Fred heeft “even” de lijst gemaakt.” Ik gaf haar drie zoenen op haar wangen. “Dank je wel! Dit is prachtig. Symboliseert ook de samenwerking tussen Damen en Team Drie, denk ik. Ik kom straks Fred even bedanken. Maar nu moet ik eerst even op Internet kijken. Opdracht van Theo.”
Even later keek ik naar een artikel op de site van de Marine. “Zr.Ms. Holland wordt op de terugreis van haar anti-piraterijmissie welkom geheten door een vaartuig van Damen met heuse piratenvlag.” Een mooie foto erbij van het patrouillevaartuig van Damen op volle zee met het Piratenteam groetend op het dek. Ik gniffelde en vroeg me af wat ze bij Damen ervan zouden vinden.
Even de mail doorlopen… Een mail van Charles, technisch directeur van Damen. “Hé Kees, wat heb jij nou weer geflikt? Onze mooie schepen bezoedelen met een piratenvlag? Lachen, man. Ik kreeg een linkje van de marine. Groet, Charles.” De link stond in de mail.
Daar was het dus goed gevallen. Mooi. Ik liep naar Fred. “Hé makker… Bedankt voor het ‘even’ in elkaar zetten van die lijst.” Hij grinnikte. “Ik vond het een wereldstunt. En dat groeten van de Holland ook. Jij bent niet zoveel veranderd.” “Die groet aan de Holland was een idee van onze schipper. Wij waren alleen maar groetvee en die vlag was een leuk detail.” Ik gaf hem een klap op zijn schouder. “Bedank je Marion ook even?” Ik keek hem aan. “Die heeft al drie zoenen van me gehad. Ga ik bij jou niet doen, vriend.”
Ik liep door naar Joline. “Schat, kun jij even bij Theo komen?” Ze knikte en liep mee. “Zo, mevrouw de Piraat… “ Ik deed de deur achter hen dicht, maar die ging meteen weer open. “Kees, jij ook!” De deur ging weer dicht en Theo vertelde van zijn plannen met Angelique en Marion. Om Joline’s mond kwam een hele brede glimlach toen ze het hoorde. “Ben ik héél blij mee, Theo. Dat heeft ze verdiend.” “Nou, haal de dame in kwestie dan op. Jij mag het haar zelf vertellen, daarna mag ze haar permanente contract bij de firma DT tekenen.” Hij zweeg even. “En jij zelf ook mevrouw Boogers…” Joline keek mij aan en ik stak mijn handen in de lucht. “Ik weet van niks… Dit is ook een verrassing voor mij!”
Theo zei tegen mij: “Kun jij piraat Henry even met een smoes hierheen halen? Die moet er ook bij zijn.” Ik deed de deur open en hoorde Joline zeggen: “Angelique, kun je even komen?” “Is er wat met dat contract van Damen?” Ik liep naar de groepsruimte. “Henry, kun je even meekomen naar Theo? Even brainstormen over onze berekeningen van vanmorgen…” Hij volgde en ik liet hem binnen. Zijn ogen werden groot toen hij Angelique en Joline zag staan. “Wat… Ik wacht wel even buiten.” “Nee, Henry, jij blijft hier”, zei Joline beslist.
Ze draaide zich naar Angelique. “Lieve Angelique, jij hebt veel meer in je mars dan alleen maar receptioniste van DT zijn en jassen aannemen…” Ik schoot, samen met Theo en Henry in de lach. Joline ging overstoord door. “Je hebt ondertussen al een paar keren advies gegeven op jouw vakgebied en ik hoorde dat je vanochtend nog het contract met Damen verbeterd hebt. Daarom wil Theo jou alle juridische ellende toevertrouwen. Hij heeft er een bloedhekel aan en wordt uiterst onhebbelijk als hij zich moet verdiepen in ‘juridisch geneuzel’ zoals hij het zo fijntjes uitdrukt. En een mopperende directeur willen we niet.
En het is jouw vak en je bent er goed in. Dus bij deze krijg je promotie tot juridisch medewerker van DT. Dat is voorlopig nog geen fulltime job, dus wordt het gecombineerd met de receptie. En dat doet DT niet voor niets; je krijgt opslag tot het niveau van plaatsvervangend teamleider. En om te zorgen dat je niet wegloopt ligt op het bureau van Theo je contract voor onbepaalde tijd. Gelieve, na het lezen ervan, bij het kruisje te tekenen.”
Ze keek Joline ongelovig aan en toen Theo. “Maar… Ik werk hier nog maar een paar weken…” “Ja”, zei Joline, “dat klopt. En in die paar weken heb jij je, net als bij van Weert, ontpopt tot een alleskunner. Wát ook in jouw handen komt, komt er perfect weer uit. Tot in de puntjes afgewerkt.” Een lief lachje gleed over haar mond. “Tot en met Henry toe, hebben we gisteren gezien…” Angelique werd rood en Henry moest gniffelen. “Nou ja zeg… Dit is… Nou ja, eerst maar tekenen.” Ze pakte het papier, las het door en tekende. Theo had al getekend.
“Mag ik de eerste zijn om je te feliciteren?” Theo kwam overeind en gaf haar een zoen op haar wang. “Angelique, ik ben hartstikke blij met jou binnen DT. Anders had ik dit niet gedaan. En om eerlijk te zijn: dit idee kwam niet van mij, maar van die twee dáár.” Hij wees op Joline en mij.
Ze draaide zich om en keek met rode ogen naar Joline. “Jij bent een schat!” “Daar zal Kees het roerend mee eens zijn…” zei Henry droog. Angelique omhelsde Joline en even later mij. “Hé dame, vergeet je je eigen piraat niet? Die hebben we er niet voor joker bijgehaald…” Henry kreeg een iets uitgebreidere zoen. “Gefeliciteerd, schat. Je hebt het verdiend.”
“En nu jij Joline”, zei Theo. “Jij hebt in de paar weken bij DT het backoffice net als de receptie van dit gebouw tot een geoliede machine gemaakt. Een aantal efficiëntieslagen doorgevoerd. Ik heb vandaag eens bij de dames en Fred geïnformeerd: niet alleen doe je je werk op een bijzonder goede manier, maar je bent dezelfde gebleven zoals we je kenden als gebouw-receptioniste. Altijd vriendelijk en bereid om een stapje meer te doen. En de collega’s van het backoffice gaan voor je door het vuur. Zelfs onze nieuwste medewerkster.” Theo lachte. “Daarom ook voor jou een contract voor onbepaalde tijd. Ook jij bij het kruisje tekenen.”
Ik zei zachtjes: “Verdorie Theo, zover heb ik haar nog niet eens gekregen…” Joline keek me even aan. “Hé meneer Jonkman… Jíj zit nog in je proeftijd bij mij. Niet andersom.” Theo applaudisseerde. “Touché, Joline!”
Met een glimlach op haar gezicht tekende Joline het contract. Ook zij kreeg van Theo een zoen, toen van Angelique en Henry en een iets uitgebreidere van mij. “Oké lui, ik zet dit zo meteen op de mail, maar dat doe ik pas als jullie weg zijn. Ik begreep dat Angelique en Henry, samen met de moeder van Angelique vanavond te gast zijn in Veldhoven; daar moeten vast wat voorbereidingen voor worden getroffen. Dus, ondanks dat het pas vier uur is: opgedonderd. Na zo’n dag op het water komt er van productie toch niks meer. Kees, ik heb al tegen Henk gezegd dat jullie iets eerder weggaan, dus…”
Even later liepen we het gebouw uit. Angelique en Henry stapten in de auto van Henry. “Wij halen moeder op en rijden dan naar Veldhoven.” “Doe rustig aan…We moeten nog wat voorbereiden. Als jullie er om een uur of zes zijn is het vroeg genoeg. We zien jullie wel verschijnen!” Toen we op de snelweg reden hoorde ik naast me: “Ik ga even onderuit, Kees. Wát een dag!” Even later lag ze, met een kleine glimlach om haar mond, te slapen…
Rustig dronken we koffie en kleedden ons daarna aan. Spijkerbroek, overhemd, bodywarmer, bivakmuts en hoge wandelschoenen voor mij, spijkerbroek, blouse, trui, wandelschoenen en muts voor Joline. Ze had voor de gelegenheid haar haren als een krans om haar hoofd gevlochten. “Staat je prachtig, schat!” Ze keek me aan. “Zo blijft het ten minste strak zitten, ook in de wind.” Twee fleecejacks completeerden onze uitrusting. “Neem gerust een zonnebril mee. Zon op het water doet op den duur gewoon pijn aan je ogen.”
Rond zeven uur waren we in Gorinchem, waar team drie al snel compleet was. Theo stak nog even zijn hoofd om de deur van de groepsruimte. “Zorgen de piraten ervoor dat de haven van Rotterdam open blijft? Oh, en Kees: ik heb het contract tussen Damen en DT op mijn bureau. Kom even kijken, alsjeblieft of daar geen rare dingen in staan…” Ik liep met hem mee en las het door. Het tarief per uur was beduidend hoger dan mijn uursalaris.
“Ehh… Theo, als ik dit zo zie, begin ik te twijfelen of ik de snelweg niet moet oversteken en bij Damen aan de slag moet gaan…”
Hij keek me aan. “Kees, als ik jou zo hoor, begin ik er aan te twijfelen of ik er goed aan heb gedaan om jouw contract voor onbepaalde tijd te vervroegen…” Ik grinnikte en las snel door. Vliegreis, hotel, overige kosten… kwam allemaal voor rekening van Damen. En, het belangrijkste: ik viel rechtstreeks onder Allard, met als escalatieniveau Charles. “Volgens mij prima, Theo. Voor de juridische kleine lettertjes zou ik Angelique er even naar laten kijken… Die heeft ervoor gestudeerd ten slotte.” Ik gniffelde even. Theo kneep zijn ogen samen en zei zachtjes: “Wat heb jij in je zin, meneer? Jij houdt iets voor mij verborgen. Daar hou ik niet zo van.” “Pak nog een bak koffie, Theo dan haal ik Joline eventjes…”
Ik liep naar Joline. “Kun je even meekomen? Theo heeft je nodig…” In de gang fluisterde ik: “IJzer smeden als het heet is… Nú is het de tijd om met voorstel te komen om Angelique voor te stellen als bedrijfsjuriste en Marion als receptioniste!” Joline knikte. “Oké.” We liepen naar binnen en ik deed de deur dicht. “Jullie hebben samen iets bekokstoofd, dame en heer? Vertel!”
Joline zei simpel: “Theo, hoeveel tijd ben jij kwijt aan het door-akkeren van contracten en juridisch geneuzel?” Hij antwoordde korzelig: “Teveel. Klotewerk. Soms doet Gertie dat voor me, maar die kan niet altijd en dan zit ik een middag te puzzelen op juridisch gezeik. Niet mijn hobby, verdomme. Pardon voor mijn taalgebruik, mevrouw.”
Joline’s ogen lachten. “Als je dat ‘klotewerk’ nu eens uitbesteed aan je bijna afgestudeerde juriste? Drie, misschien wel vier vliegen in één klap: jij bent van die ellende verlost, Angelique kan zich daarin vastbijten en wellicht is er een casus waar ze op kan afstuderen, én je biedt haar perspectief op een baan in haar vakgebied.”
Achter Theo’s bril werd zoals gewoonlijk snel nagedacht. Na een paar seconden zei hij kortaf: “Prima plan. Weet zij dat al?” Joline schudde haar hoofd. “Nee, dit was een stukje synergie tussen Kees en mij.” Op Theo’s gezicht brak een glimlachje door. “Ik wil niet weten op welke momenten jullie zo synergetisch zijn. Gaat me waarschijnlijk ook geen hout aan… Maar… Wie gaat dan de receptie bezetten?”
Joline gniffelde en zei zachtjes: “Raad eens…” Theo keek naar mij. “Nee, ik niet meneer. Ik schijn niet representatief genoeg te zijn…” Opeens begon hij te lachen. “Jullie bedoelen toch niet de pupil van Fred hé?” Joline knikte. “Die bedoelen we wél, Theo. Ze is best georganiseerd, nauwkeurig en werkt netjes en compleet. Als ze wil. ” Ze giechelde even. “Of als er 110 kilo boos vlees in de buurt is… En ze kan er ‘representatief uitzien’, ook niet onbelangrijk als receptioniste…”, vulde ik aan. Dat kwam me op een boze blik van Joline te staan.
Theo zakte achterover in zijn stoel. “Hier moet ik even over nadenken. Ik wil haar in feite geen éénmansfunctie geven, want dan kan ze…” “…weer terugvallen in haar fout om zichzelf verheven te voelen boven het werkvolk…” vulde ik aan. Hij knikte. “Precies. En dát wil ik te allen tijde verhinderen.”
Joline zei: “Denk er eens over. Marion blijft gewoon binnen het backoffice functioneren. Alleen fysiek iets verder van mij af. En bovendien: ze werkt dan vlak naast ene Jonkman, je weet wel die vent met z’n CV in stookruimte 12 in de hel…” “Stookruimte 13 schat. In stookruimte 12 ligt het CV van Napoleon. Ook geen frisse kost overigens. Vrij vertaald: ik kan ook een oogje op haar houden en haar met beide benen op de grond houden als dat nodig is…”
Theo schudde zijn hoofd. “Jullie hebben af en toe vreemde ideeën. Ik ga hier eens over denken en met Gertie over kletsen. Dan neem ik een beslissing. Tot die tijd laten jullie aan niemand iets weten. En nu: gereedmaken voor jullie schoolreisje!” Hij knipoogde. “Bedankt voor dit voorstel. En Joline: je haar zo om je hoofd in die vlecht… Schitterend!” Ze bloosde. “Dank je wel, Theo.”
Even later vertrokken we in drie auto’s richting Damen. Bij de poort werden we naar de kantine begeleid. Daar werden we voorgesteld aan de schipper Ferry, machinist Hans en twee matrozen Dick en Mike. We kregen koffie, kletsten even met elkaar en toen begon de veiligheidsbriefing over wat wél en wat mocht tijdens de tocht. “Dame en heren, welkom bij Damen. U gaat mee met een proefvaart. Dat is het ook: een proefvaart voor een aantal systeemtesten. Tijdens de vaart op de binnenwateren mag u zich aan dek begeven, als we de pieren van Hoek van Holland uit zijn, blijft u binnen totdat ik het dek vrij geef…” En zo ging Ferry nog vijf minuten door en besloot met: “Een tip als u last dreigt te krijgen van zeeziekte: zorg voor een gevulde maag. Niet met koffie, maar zorg voor een bodempje met bijvoorbeeld boterhammen. Wij zorgen dat er in de crewroom altijd broodjes zijn. Voor de rest: geniet ervan, vraag wat u wilt aan onze twee matrozen. De testcrew moet u een beetje met rust laten; die zijn druk bezig. We hopen rond 15:00 hier weer voor de wal te liggen. Zijn er nog vragen?”
Ik stak mijn hand op. “Ja, Kees?” “Ferry, bij DT ben ik teamleider van Team drie, bijgenaamd ‘het Piratenteam’. Ik heb onze vlag meegenomen… Mag die in de mast wapperen?” “Vlag? Wat voor vlag, Kees?” “Jolly Roger.” Hij grijnsde. “Hoe groot?” “Anderhalf maal twee meter.” “Prima, zolang hij lager hangt dan de Nederlandse vlag en onze maatschappijvlag. Da’s protocol.” Ik knikte. “Dank je wel.” Verder waren er geen vragen en konden we aan boord. Allard sloot ook aan en Charles kwam bij de valreep ook even kijken. “Is dit jouw club Kees?” Ik knikte. Hij gaf iedereen een hand en Joline een kushand die ze blozend in ontvangst nam. “Goeie vaart!”
De loopplank werd ingetrokken en het geluid van de diesels veranderde van monotoon brommen in iets harder grommen. Matroos Dick kwam naar me toe. “Meneer Jonkman…” “Zeg alsjeblieft gewoon Kees. Meneer Jonkman is alleen voor als ik op m’n flikker krijg.” Hij grinnikte. “Ik zal eraan denken. Die vlag…?” Ik pakte de vlag en we sloegen hem samen aan. Snel werd hij naar boven gehesen en even later hing er een grote, grijnzende doodskop aan de mast te wapperen. De Piraten die het zagen begonnen te applaudisseren.
Ik belde Marion op. “Hoi Marion, Kees hier. Sta jij klaar?” “Ik sta op de dijk, Kees, bij de haven van Werkendam. Prima uitzicht op de rivier, ik sta er vlak naast. Fototoestel op statief, ik ben er helemaal klaar voor. “Mooi, dame. Wij vertrekken nú uit de haven van Damen. Met een paar minuten heb je ons in het zicht. Grijze boot, verticale boeg, lang voorschip, één mast op de brug met daarin de Nederlandse vlag en de vlag van Damen in top en vlak daaronder de piratenvlag.” “Oké, ik bel je wanneer ik jullie zie.””Check.”
Ik verbrak de verbinding en liep de crewroom in. Daar stonden alle Piraten aan de koffie. “Oké lui, even luisteren… Tijd voor een stukje maritieme traditie. Marion staat bij de haven van Werkendam met haar fototoestel klaar om een aantal foto’s van ons te maken. Wij stellen ons zo meteen netjes op het voordek op, op armlengte afstand van elkaar aan de bakboordszijde. Voor de landrotten onder ons: met je neus naar de boeg is bakboord links. En oh ja, de boeg is dat scherpe deel vooraan. Op moment dat we vlakbij Marion zijn geef ik het commando ‘Brengt groet’ en dan breng je je hand naar je hoofd.” Ik demonstreerde het even. “Zó, op deze manier. En als ik zeg ‘in de houding staat’, gaat die hand onmiddellijk omlaag. Begrepen?” Vijf van de heren waren niet in dienst geweest, dus die kregen een korte instructie, evenals Joline.
Na een paar minuten stuurde ik de hele club naar het voordek en stelde ze op. Even later kreeg ik telefoon van Marion. “Ik zie het schip! Allemaal lui op het voordek… Zijn jullie dat?” “Ja. Inclusief Joline. Zie je de vlag?” Het was even stil. “Ja!” “Mooi. Dan wil ik dat je een aantal foto’s maakt van het hele schip, inclusief vlag. Als wij vlakbij zijn laat ik de hele club groeten, en dáár moet je zeker foto’s van maken! Duidelijk?” “Ik snap het!” “Mooi. Leef je uit. Straks bel ik terug. Ik moet nu commando’s geven.”
Ik keek in haar richting en zag een figuurtje op de dijk staan, met een statief. “Oké lui, let op… Benen tegen elkaar… Brengt groet!” Ik keek even opzij: het zag er niet verkeerd uit. We voeren langs Marion en de schipper liet de scheepshoorn een keer brullen. Voorbij Marion gaf ik het commando “In de houding staat” en de handen gingen we omlaag. “Mooi! Volgens mij zag dat er netjes uit… Ik ga het even controleren.” Ik belde Marion weer. “Gelukt?” “Jullie staan er prima op. Ik stuur straks wel een paar van de foto’s naar…. Oh shit, shit, shit… nee, dat kan ik niet meer!” Ze stotterde even en ik lachte. “Tja, dat lukt niet met zo’n ouwe Nokia hé? Geeft niet, we zien ze straks wel. Bedankt alvast, Marion!”
Ginnegappend liep Team drie over het dek, genietend van het onderwachte uitje. Joline stond bij de boeg te kijken. Ze zag me aankomen en zei droogjes: “Nee, ik heet niet Kate Winslet en jij heet geen Leonardo. We gaan ons hier niet belachelijk staan maken, meneer.” Ik sloeg even een arm om haar heen. “Niet zoenen, Kees. We staan vol in het zicht van de stuurhut.” “Dat heet ‘brug’, schat. Maar ik ga je met rust laten; ik wil eens kijken in het voortstuwingsparadijs, zoals jouw broer dat noemt. We moeten niet de hele dag klef lopen te doen. Jij gaat dingen bekijken die jij leuk vind en ik idem, oké?” Ze knikte en glimlachte. “Maar wel onze ervaringen delen…” Ik begreep wat ze bedoelde en knipoogde. “Aye aye madam.”
Ik liep naar achteren en liep de machinist tegen het lijf. “Hans, mag ik, als het uitkomt, een kijkje in de machinekamer nemen? Dáár gaat het uiteindelijk allemaal om…” Hij knikte. “Volg me maar.” We gingen een trap af en vlak voor een deur hingen een stel oorbeschermers en veiligheidsbrillen. “Opdoen.” De deur ging open en de herrie drong door mijn oorbeschermers. Het uur daarna was ik, samen met Hans verdiept in technische details. Op een kladblok maakte ik als een gek aantekeningen. Later riep ik Frits en Henry erbij; ook zij verdiepten zich in de materie. Twee uur later, bij het uitwerken van de gegevens in de crewroom, kwamen we tot de conclusie dat mijn grove berekeningen juist waren geweest: Maleisië had zich inderdaad verkeken op het stroomverbruik van de door hen voorgestelde bewapening. “Mooi, lui. Dan is dit niet puur een schoolreisje geweest en kunnen we met gegevens terugkomen bij DT en Damen. Deze dag heeft z’n geld nú al opgeleverd. Dank voor jullie inbreng! En nu: naar boven en gewoon genieten!”
We gingen aan dek. Het schip voer ondertussen al op de Nieuwe Waterweg ter hoogte van Rozenburg. Een luidspreker kwam tot leven. “Willen onze gasten naar binnen gaan als we tussen de pieren van Hoek van Holland varen? In de crewroom staat de lunch al klaar. U kunt gaan eten, dan kan de testcrew rustig aan het werk. U krijgt een seintje als u weer aan dek mag. Dank u.” Ik genoot nog even van de wind in m’n haren en het uitzicht op de drukke scheepvaart en ging toen naar binnen.
De lunch was simpel: broodjes en salade. Matroos Mike sloofde zich uit in de keuken. “Ik ben het kokkie voor vandaag. Als jullie wensen hebben, laat horen…” Hij verhief zijn stem. “Dame en heren, we komen zo buitengaats en dan beginnen wat proeven. Zorg dat u uw koffie of thee op hebt en plaats uw bord in het rek op tafel. Anders vliegt uw lunch over de grond en heb ik me voor niks uit staan sloven.” Zijn waarschuwing was niet voor niets: geen minuut later begon de boot te stampen. Ook begonnen de machines sneller te draaien.
De omroepinstallatie kwam tot leven en schipper Ferry was te horen. “Dames en heren: we zijn nu buiten de pieren van Hoek van Holland. We varen naar het noorden, tot Katwijk of Noordwijk. De snelheid voeren we rustig op tot volle kracht, dat is zo’n 27 knopen, bijna 45 kilometer per uur. We hebben de wind schuin achter, dus soms kan de boot wat gaan rollen. Bij Katwijk gaan we wat wendbaarheidsproeven doen; dan is het zaak dat u zich goed vasthoudt, want dan gaan deze scheepjes nogal ruig tekeer. Ik waarschuw u dan wel. Als die proeven voltooid zijn, mag op u zich op het achterdek begeven.” Hij grinnikte even. “U kunt daar eventueel uw lunch overboord gooien. Graag met de wind mee. Veel plezier…”
Ik keek rond. Vrijwel alle Piraten hadden ervaring op zee: een aantal kwamen uit de offshore en de anderen waren al een aantal keren op een boorplatform geweest. Alleen André had nog geen zeebenen. Maar voorlopig was er niets aan hem te merken. We genoten van de toenemende snelheid van het schip; langzaam maar zeker ging het écht hard over het water en bonkten we soms van golftop naar golftop. Ik zei tegen Joline: “En dan te bedenken dat de Schnellboote van de Duitse Kriegsmarine in de oorlog bijna 50 knopen voeren… bij 80 kilometer per uur. Scheepjes van 35 meter lang. En hun Engelse tegenhangers, de MTB’s, MotorTorpedoBoats: nog kleiner, aangedreven door benzinemotoren, bijna net zo hard varend… Nee, dan hebben wij niks te klagen…”
Ze drukte mijn hand. “Jij hebt zeker niks te klagen, meneertje. Lekker op schoolreisje met je Piratenbende en je liefje.” “Hé, ik ben vanaf Werkendam tot Rozenburg keihard aan het werk geweest hoor. Samen met Frits en Henry. Niks geen schoolreisje: gegevens noteren en verwerken, rekenen, conclusies trekken… En het resultaat is dat ik nu nóg meer gegevens heb om Maleisië te overtuigen. Pas toen we Hoek van Holland voorbij voeren begon het schoolreisje. Met een mooi meisje…”
Ik keek haar aan. “Joline Boogers, ik ben het met Theo eens: dat vlechtwerk om je hoofd staat je gigantisch goed… Doet me denken aan Yulia Timoshenko, die politica uit Oekraïne. Die droeg haar haar ook altijd zo.” Joline knikte. “Zij heeft ook als voorbeeld gediend. Qua haardracht dan. Maar Ma en ik hebben uren staan tobben om mijn haar zo gevlochten te krijgen. En na heel veel oefenen kan ik het nu zelf ook, en dat is soms best handig. Zoals nu. En je loopt veel minder kans op haren in je thee…”
Het schip stampte ondertussen een beetje, maar hinderlijk was het niet. Niemand trok bleek weg, en de broodjes werden vlot weggewerkt. Ferry was weer te horen. “Dame en heren, we gaan nu wat wendbaarheidsproeven doen. Ga lekker zitten en hou jezelf stevig vast. Dit kan er wat ruiger aan toegaan.” “Héhé, eindelijk een goed excuus om jou goed vast te houden, mevrouw…” Ik duwde haar in een hoekje van een zitbank en sloeg een arm om haar heen. Niet geheel onnodig, want even later maakte het schip een harde bocht naar stuurboord gevolgd door een zelfde bocht naar bakboord.
Henry keek achterom. “Verdorie… als ik jullie zo zie zitten, is het dubbel jammer dat Angelique niet mee is.” Ik grinnikte. “Die werd toch al zeeziek van een bad-eendje? Dan had je nu haar lunch op jouw schoot gehad, vriend…” Hij gniffelde. “Had ik er wel voor over gehad, Kees.”
André wilde blijkbaar demonstreren dat ook hij zeebenen had en stond op. “André: zitten!” Hij keek me aan. “Kom op Kees… in de Efteling staan achtbanen die heftiger… SHIT!” De boot maakte weer een schuiver en André kwam hard op z’n achterwerk terecht. Hilariteit alom. Hij schoof naar de zijkant, werd beetgegrepen door Henk en Frits, die hem hardhandig op een zitbank zetten. “Zo, vriend. Nou niet meer stoer doen, maar gewoon de rit uitzitten, begrepen? In de Efteling hebben ze niet voor niets van die veiligheidsbeugels op die karretjes…” “Gloeiendegloeiende…” Hij tastte naar zijn kont. “Dat doet zeer!” Henry gniffelde. “Tja, wie z’n billen brandt…”
Een kwartier lang maakte het schip allerlei capriolen, tot we op een gegeven moment voor langere tijd recht vooruit voeren. Ferry liet weer van zich horen. “Laatste proef: we gaan versnellen tot de maximum snelheid en daarna een noodstop maken. Daarbij maken we een schuiver over bakboord en zal het schip extreem schuin gaan liggen. Als jullie door de stuurboord-patrijspoorten kijken, kun je zo meteen de visjes zien zwemmen: de stuurboordzijde verdwijnt helemaal onder water. Er is geen reden om je zorgen te maken; pas als je op het plafond kan lopen wordt het tijd om wat ongerust te worden. Hou je vast.”
Ik greep Joline iets steviger vast en we zetten ons schrap. Plotseling hoorden we de motoren in toeren minderen, daarna weer op volle kracht loeien. We voelden de vertraging en tegelijk werden we naar stuurboord geduwd. Het dek lag op een gegeven moment onder een hoek van meer dan 30 graden en het daglicht verdween uit de stuurboord-patrijspoorten. “Téééring….” André werd toch wat bleekjes om de neus. Een halve minuut later voeren we weer recht, op rustige snelheid, echter nu in zuidelijke richting.
Even later kraakte de speaker weer. “Kees en Mike kunnen jullie even op de brug komen?” Ik keek Joline aan. “Orders van de schipper. Tot straks.” Ik liep naar voren, een trap op en stond op de brug. Ferry wees op een symbool op zijn radarscherm. “Dit is Zr. Ms. Holland, een marineschip. Komt terug van missie bij de Hoorn van Afrika. Die komen we over tien minuten tegen. Kees, wil jij nog een keer die bende van jou op het voordek zetten en laten groeten? Dan laat ik Mike jullie vlag even zakken als vlaggengroet. Ik geef een dreun op de scheepshoorn, jullie groeten dan en Mike bedient de vlag. Tweede keer scheepshoorn: einde groet.” Ik grinnikte. “Lijkt me een fijn plan. Kijken of die lui van de Marine bij de pinken zijn…”
Ik rende naar de crewroom. “Piraten: meekomen naar voren…” Ik legde het waarom en de procedure uit. Ze renden naar voren en stelden zich langs de verschansing op. Mike stond bovenop de brug met de vlaggelijn in zijn handen. In de verte kwam het marineschip er aan: een flinke snor voor de boeg, op weg naar Den Helder. We zouden elkaar op zo’n 200 meter passeren. Plotseling loeide de scheepshoorn en wij groetten. Uit een ooghoek zag ik de Piratenvlag zakken en weer omhoog gaan. Op het Marineschip heerste verwarring, maar toch stonden er binnen een paar seconden een aantal mannen langs de verschansing. Ook zij groetten en de vlag ging kort omlaag en weer omhoog. Ferry liet de scheepshoorn nog een keer loeien. We beëindigden de groet en gingen zwaaien. Wij dachten dat de ceremonie afgelopen was, maar Zr. Ms. Holland maakte een wijde draai en haalde ons in. Op nog geen honderd meter voer het schip langszij. Vanaf de brug kwam een stem. “Ahoy Damen… Wij komen net terug uit de golf van Somalië. Vier maanden op anti-piraterij missie geweest. Dank voor deze mooie geste en behouden vaart!” Op de brugvleugel kwamen een paar man naar buiten die zwaaiden en foto’s maakten. Ongetwijfeld van onze vlag. Na nog een stoot op de scheepshoorn verminderde Zr. Ms. Holland vaart en draaide achter ons langs en ging weer op koers naar Den Helder. “Nou, die hebben iets om over te praten…”
Ik grinnikte en liep de brug op. “Mooie stunt, Ferry.” Hij knikte. “Ik wist dat zij vandaag terug zouden komen. Ik heb zelf in de golf van Oman gevaren en ben eens bijna geënterd door een stelletje echte piraten. Dan sta je niet te lachen. Gelukkig kregen we bijtijds hulp van een heli van de Marine. Vandaar dit gebaar. Dat jullie die vlag mee hebben was de kers op de taart!”
De terugtocht verliep rustig. Eenmaal tussen de pieren van Hoek van Holland ging de vaart er uit; met een rustig gangetje van 8 knopen voeren we in oostelijke richting. De koffie konden we nu gewoon staand aan dek drinken. En om 14:15 legden we aan in Gorinchem. Ik liep even naar het kantoor van Allard en vertelde hem dat ik nog wat dingen was tegengekomen onderweg die ik nog in het excelbestand zou verwerken. Daarna zou ik hem de herziene Excelsheet mailen. “Niet zeeziek geworden, Kees?” Ik keek hem alleen maar aan. “Oké, oké… Neem me vooral niet kwalijk! Die scheepjes kunnen best tekeer gaan!” Een halfuur daarna liepen we bij DT naar binnen. Ik liep het kantoor van Theo in. “Piraten melden zich terug van missie, chef!” Op datzelfde moment hoorde ik een boel kabaal uit de groepsruimte komen. Hij grinnikte. “Hier blijven. Dat zie je zó wel.” Ik keek hem vragend aan. “Kijk straks maar even in de je groepsruimte en vervolgens op de Internetsite van de Marine. Ik kreeg een linkje van Charles…”
Hij dempte zijn stem. “Gooi de deur even dicht.” “Kees ik heb over jullie voorstel nagedacht en Gertie gebeld. Angelique tot juridisch medewerker benoemen: ja, meteen. Ze heeft vanochtend dat contract van Damen doorgenomen en haalde er toch een paar dingen uit die ik over hoofd gezien had. Onder andere dat er niet werd gerept over een verzekering voor jou. Volgens mij kan dat juridische gedoe in deeltijd.” Ik knikte. “Dat zei Joline ook al.” “Kortom: dat wordt een promotie voor die kleine dame, en dat verdient ze ook. Met Marion heb ik wat meer moeite. Ze moet zich eerst maar eens binnen het backoffice bewijzen, zich lid voelen van een team én onder de veeleisende ogen van Fred blijven. Die doet dat prima. Over een paar maanden mag ze dan de receptie van Angelique overnemen, mits ze vooruitgang boekt. Is voor haar ook promotie, want momenteel heeft ze, op advies van haar vader, het laagste salaris van heel DT. Angelique roep ik straks bij me; als jij Joline wil vragen om zo meteen hier te komen, dan mag Joline het haar vertellen.”
Hij gniffelde. “Goed nieuws moet niet door de baas gebracht worden, maar door de direct leidinggevende. Ook al zo’n wijsheid uit dat managementsboek…” “Goh, het lijkt wel of de schrijver van dat boek in dienst heeft gezeten. Er komen me een aantal dingen bekend voor.” Ik grinnikte. “Was het leuk vandaag?” Ik knikte. “Theo, ik heb met Henk en Henry een uurtje in de machinekamer gezeten en me een aantal zaken laten uitleggen. Vervolgens hebben we met z’n drieën die zaken uitgewerkt. Mijn grove schattingen klopten met een foutmarge van 2 á 3 procent. Verder zijn we achter nóg een aantal zaken gekomen, die ga ik morgen in dat Excelbestand verwerken en dan mag Allard het hebben voor finetuning. Al met al een leuk, maar ook produktief dagje geweest.” Hij knikte. “Ik had van jou niet anders verwacht, Kees. Nou, ga eerst even je groepsruimte kijken, daarna op Internet en vraag vervolgens of jouw blonde schoonheid haar directie met een bezoek wil vereren.” “Ik zal kijken of betrokken dame daarvoor in de stemming is, chef.”
Ik liep naar de groepsruimte en deed de deur open. Tussen beide ramen hing een foto op A-nul formaat in een houten frame. De patrouilleboot van Damen op de Merwede met alle Piraten en Joline die netjes de groet brachten. Met de Jolly Roger strak wapperend in de wind. “Mooi werk van Marion, Kees!” Ik was even met stomheid geslagen. “Dit is…” “Vind je hem mooi, Kees?” De stem van Marion achter me. “Hij is prachtig, Marion!” “Ik heb alle mooie foto’s op jullie schijf gezet. Deze vond ik de mooiste, die heb ik geplot en Fred heeft “even” de lijst gemaakt.” Ik gaf haar drie zoenen op haar wangen. “Dank je wel! Dit is prachtig. Symboliseert ook de samenwerking tussen Damen en Team Drie, denk ik. Ik kom straks Fred even bedanken. Maar nu moet ik eerst even op Internet kijken. Opdracht van Theo.”
Even later keek ik naar een artikel op de site van de Marine. “Zr.Ms. Holland wordt op de terugreis van haar anti-piraterijmissie welkom geheten door een vaartuig van Damen met heuse piratenvlag.” Een mooie foto erbij van het patrouillevaartuig van Damen op volle zee met het Piratenteam groetend op het dek. Ik gniffelde en vroeg me af wat ze bij Damen ervan zouden vinden.
Even de mail doorlopen… Een mail van Charles, technisch directeur van Damen. “Hé Kees, wat heb jij nou weer geflikt? Onze mooie schepen bezoedelen met een piratenvlag? Lachen, man. Ik kreeg een linkje van de marine. Groet, Charles.” De link stond in de mail.
Daar was het dus goed gevallen. Mooi. Ik liep naar Fred. “Hé makker… Bedankt voor het ‘even’ in elkaar zetten van die lijst.” Hij grinnikte. “Ik vond het een wereldstunt. En dat groeten van de Holland ook. Jij bent niet zoveel veranderd.” “Die groet aan de Holland was een idee van onze schipper. Wij waren alleen maar groetvee en die vlag was een leuk detail.” Ik gaf hem een klap op zijn schouder. “Bedank je Marion ook even?” Ik keek hem aan. “Die heeft al drie zoenen van me gehad. Ga ik bij jou niet doen, vriend.”
Ik liep door naar Joline. “Schat, kun jij even bij Theo komen?” Ze knikte en liep mee. “Zo, mevrouw de Piraat… “ Ik deed de deur achter hen dicht, maar die ging meteen weer open. “Kees, jij ook!” De deur ging weer dicht en Theo vertelde van zijn plannen met Angelique en Marion. Om Joline’s mond kwam een hele brede glimlach toen ze het hoorde. “Ben ik héél blij mee, Theo. Dat heeft ze verdiend.” “Nou, haal de dame in kwestie dan op. Jij mag het haar zelf vertellen, daarna mag ze haar permanente contract bij de firma DT tekenen.” Hij zweeg even. “En jij zelf ook mevrouw Boogers…” Joline keek mij aan en ik stak mijn handen in de lucht. “Ik weet van niks… Dit is ook een verrassing voor mij!”
Theo zei tegen mij: “Kun jij piraat Henry even met een smoes hierheen halen? Die moet er ook bij zijn.” Ik deed de deur open en hoorde Joline zeggen: “Angelique, kun je even komen?” “Is er wat met dat contract van Damen?” Ik liep naar de groepsruimte. “Henry, kun je even meekomen naar Theo? Even brainstormen over onze berekeningen van vanmorgen…” Hij volgde en ik liet hem binnen. Zijn ogen werden groot toen hij Angelique en Joline zag staan. “Wat… Ik wacht wel even buiten.” “Nee, Henry, jij blijft hier”, zei Joline beslist.
Ze draaide zich naar Angelique. “Lieve Angelique, jij hebt veel meer in je mars dan alleen maar receptioniste van DT zijn en jassen aannemen…” Ik schoot, samen met Theo en Henry in de lach. Joline ging overstoord door. “Je hebt ondertussen al een paar keren advies gegeven op jouw vakgebied en ik hoorde dat je vanochtend nog het contract met Damen verbeterd hebt. Daarom wil Theo jou alle juridische ellende toevertrouwen. Hij heeft er een bloedhekel aan en wordt uiterst onhebbelijk als hij zich moet verdiepen in ‘juridisch geneuzel’ zoals hij het zo fijntjes uitdrukt. En een mopperende directeur willen we niet.
En het is jouw vak en je bent er goed in. Dus bij deze krijg je promotie tot juridisch medewerker van DT. Dat is voorlopig nog geen fulltime job, dus wordt het gecombineerd met de receptie. En dat doet DT niet voor niets; je krijgt opslag tot het niveau van plaatsvervangend teamleider. En om te zorgen dat je niet wegloopt ligt op het bureau van Theo je contract voor onbepaalde tijd. Gelieve, na het lezen ervan, bij het kruisje te tekenen.”
Ze keek Joline ongelovig aan en toen Theo. “Maar… Ik werk hier nog maar een paar weken…” “Ja”, zei Joline, “dat klopt. En in die paar weken heb jij je, net als bij van Weert, ontpopt tot een alleskunner. Wát ook in jouw handen komt, komt er perfect weer uit. Tot in de puntjes afgewerkt.” Een lief lachje gleed over haar mond. “Tot en met Henry toe, hebben we gisteren gezien…” Angelique werd rood en Henry moest gniffelen. “Nou ja zeg… Dit is… Nou ja, eerst maar tekenen.” Ze pakte het papier, las het door en tekende. Theo had al getekend.
“Mag ik de eerste zijn om je te feliciteren?” Theo kwam overeind en gaf haar een zoen op haar wang. “Angelique, ik ben hartstikke blij met jou binnen DT. Anders had ik dit niet gedaan. En om eerlijk te zijn: dit idee kwam niet van mij, maar van die twee dáár.” Hij wees op Joline en mij.
Ze draaide zich om en keek met rode ogen naar Joline. “Jij bent een schat!” “Daar zal Kees het roerend mee eens zijn…” zei Henry droog. Angelique omhelsde Joline en even later mij. “Hé dame, vergeet je je eigen piraat niet? Die hebben we er niet voor joker bijgehaald…” Henry kreeg een iets uitgebreidere zoen. “Gefeliciteerd, schat. Je hebt het verdiend.”
“En nu jij Joline”, zei Theo. “Jij hebt in de paar weken bij DT het backoffice net als de receptie van dit gebouw tot een geoliede machine gemaakt. Een aantal efficiëntieslagen doorgevoerd. Ik heb vandaag eens bij de dames en Fred geïnformeerd: niet alleen doe je je werk op een bijzonder goede manier, maar je bent dezelfde gebleven zoals we je kenden als gebouw-receptioniste. Altijd vriendelijk en bereid om een stapje meer te doen. En de collega’s van het backoffice gaan voor je door het vuur. Zelfs onze nieuwste medewerkster.” Theo lachte. “Daarom ook voor jou een contract voor onbepaalde tijd. Ook jij bij het kruisje tekenen.”
Ik zei zachtjes: “Verdorie Theo, zover heb ik haar nog niet eens gekregen…” Joline keek me even aan. “Hé meneer Jonkman… Jíj zit nog in je proeftijd bij mij. Niet andersom.” Theo applaudisseerde. “Touché, Joline!”
Met een glimlach op haar gezicht tekende Joline het contract. Ook zij kreeg van Theo een zoen, toen van Angelique en Henry en een iets uitgebreidere van mij. “Oké lui, ik zet dit zo meteen op de mail, maar dat doe ik pas als jullie weg zijn. Ik begreep dat Angelique en Henry, samen met de moeder van Angelique vanavond te gast zijn in Veldhoven; daar moeten vast wat voorbereidingen voor worden getroffen. Dus, ondanks dat het pas vier uur is: opgedonderd. Na zo’n dag op het water komt er van productie toch niks meer. Kees, ik heb al tegen Henk gezegd dat jullie iets eerder weggaan, dus…”
Even later liepen we het gebouw uit. Angelique en Henry stapten in de auto van Henry. “Wij halen moeder op en rijden dan naar Veldhoven.” “Doe rustig aan…We moeten nog wat voorbereiden. Als jullie er om een uur of zes zijn is het vroeg genoeg. We zien jullie wel verschijnen!” Toen we op de snelweg reden hoorde ik naast me: “Ik ga even onderuit, Kees. Wát een dag!” Even later lag ze, met een kleine glimlach om haar mond, te slapen…
Lees verder: Mini - 75
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10