Door: Keith
Datum: 11-10-2020 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 11363
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 24 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 163
Joline nam de leiding. “Ga even lekker zitten mensen; even ontspannen en alle emoties verwerken. Over een half uurtje is het eten klaar. Tegen de dames en heren musici zeg ik: jullie hebben hard gewerkt, dus jullie rusten even lekker uit. Als iemand iets wil drinken: zelfbediening; de flessen en glazen staan op de bar. De gastvrouw moet nu even zorgen dat de boerenkool niet aanbrandt.”
Ik keek naar Greet, Wendy en Hendrik. “Geef ons maar een sapje, Kees. Geen koolzuur nu, zeker niet voor Wendy.” “Zitten, Kees. Ik schenk wel in.” Ma was opgestaan en liep naar de bar. Ik keek naar Greet en leunde demonstratief achterover. “Wát een service… Door je aanstaande echtgenote én je eigen moeder in de watten gelegd worden… Hier kan ik uren van genieten!”
Uit de keuken klonk een bits: “Mocht je willen, Kees. Ik heb nu wat consideratie met je, maar denk niet dat dat de hele vakantie duurt!” Pa keek me aan. “Tja jongen… Eigen schuld. Had je die aanstaande echtgenote maar niet door een stinksloot moeten jagen, gisteren! Ze heeft het daarstraks verteld…”
Greet trok haar wenkbrauwen op. “Wát heb je gedaan?” Joline kwam de kamer in. “Bij ons bedrijf gaan we in de middagpauze altijd lopen. Op dinsdag en donderdag gewoon een ommetje wandelen, op de andere dagen een stuk rennen. Afwisselend onder leiding van Fred, de bud van Kees, Kees zelf en één keer in de week een half uurtje fitness. Gisteren was Kees de trainer.
We lopen naar buiten, in natte sneeuw bij windkracht 6. Kóud! Enfin, meneer begint te draven en na zo’n drie kilometer loopt hij een weiland en rechtstreeks een sloot in. En de hele meute achter hem aan. Samen met Fred liep ik achteraan als veegploeg, dus moesten wij door de modder die de lui voor ons hadden gemaakt. Waden, zelfs een stukje zwemmen, toen een rondje rennen over een eilandje en toen weer terug de sloot in. En daarna nog een kilometer rennen naar het bedrijf in dezelfde rotwind. De natte sneeuw boeide niet, de wind wel. Die vloog dwars door m’n trainingspak. Idioot.”
Greet gierde het uit. “Een beetje teambuilding, Kees? Komt me bekend voor…” Ik grijnsde. “Kijk, eindelijk iemand die het begrijpt. Gelukkig.” Wendy keek me aan. “Nou, ik denk dat ik feestelijk bedankt had, Kees… Eind December een stinksloot induiken? Echt niet.”
Ik grinnikte. “Echt wel, jongedame. Zie je die blonde, knappe vrouw daar bij de bar? Die had je heel snel duidelijk gemaakt dat je geen keuze had. Samen er in, samen er uit. En als je dan nog had lopen bokken, had mijn buddy je in je nekvel gegrepen en de sloot in gesmeten. Zonder pardon.” Ik pakte mijn telefoon en liet haar de foto van Fred en mij samen zien. “Dát is mijn bud. Voor het leven. Nu ICT-er bij DT, maar in Afghanistan mijn mitrailleurschutter en plaatsvervanger. De vent die ik door dik en dun vertrouw. En hij mij.”
Ik gniffelde even naar Greet. “Als we gay waren geweest, waren we nu al acht jaar getrouwd geweest, denk ik…” Achter me hoorde ik een corrigerend “Ahum…” van Joline, en ik vervolgde: “Maar dat zijn we niet. Gelukkig maar.” “Kees Jonkman… Pas jij een beetje op met je gewaagde uitspraken?” Joline kwam voor me staan en dreigde met een pollepel, haar ogen lachend. “Maar ik ben blij dat jullie niet gay zijn, Kees. Hebben Wilma en ik er ook plezier van.” Ze draaide naar Greet. “Wilma is de vriendin van Fred. Een schat van een vrouw, met wie we het ook heel goed kunnen vinden.”
Er schoot me plotseling iets te binnen. Pa en Ma… Zij wisten nog niets van ons plannetje om samen met Fred en Wilma te trouwen! Ik keek Joline aan. “Wij moeten Pa en Ma nog wat vertellen, Joline…” Ze keek me heel even aan en werd toen knalrood. “Shit…. Da’s waar, Kees. Nu?” Ik knikte. “Ja.” Ma keek mij oplettend aan en Pa ook. “Brand los, dame en heer. Wij zijn héél benieuwd…” Joline zei zachtjes: “Wij hebben een mededeling te doen. Over onze bruiloft.”
Het was plotseling héél stil geworden in de kamer en ik vervolgde: “Vorige week hebben Fred, Wilma, Jo en ik besloten om sámen te trouwen. Zelfde dag, zelfde tijdstip, zelfde locatie. “Villa Klein Heumen”, vlak bij het Vierdaagsekamp. Het feest wordt in Heumen gehouden, in de tuin van Tony en Rob.”
Pa knikte langzaam. “Ik begrijp dat wel, Kees. Fred en jij… En als het met Wilma ook zo klikt…”
Joline viel in. “We hebben samen met Fred en Wilma ondertussen wat dingetjes beleeft. Wij passen voor honderd procent bij elkaar. We stelden het aan hen voor en tien seconden later stonden we in elkaars armen te janken.”
Ma knikte nu ook. “We kennen Fred. En ik zie er naar uit om ook hem gelukkig te zien. Jullie zijn écht buds, Kees. Heel mooi, dat jullie dit willen doen.”
Ik knikte. “We zijn er alle vier dolblij mee. We hebben overigens wel afgesproken dat de ‘gezamelijkheid’ ophoudt als we voor de deuren van de bruidssuites staan…” Even was het doodstil, toen schoot het gezelschap in de lach. Ma stond op. “Dwázen.” Ze omhelsde Joline en even later mij. Pa volgde. De rest van het gezelschap ook.
Daarna rende Joline naar de keuken. “Mensen… Er kan opgeschept worden. Boerenkool met worst. Stevige kost voor mensen die vanavond mooie muziek maken.” Greet keek naar Wendy. “Niet te veel, jongedame. Anders kun je straks…” Wendy knikte. “Ik weet ’t Greet. Een mooi bodempje leggen, maar niet volstouwen.” Greet knikte tevreden en keek toen naar mij. “Dat geldt voor jou ook, Kees. Ook bij jou moeten je longen hard werken.” “Aye aye, wachtmeester.” Ik schoof wat boerenkool terug de pan in.
“Sorry schat. Orders van hogerhand.” Joline kneep haar ogen spottend samen. “Wat ben jij plotseling volgzaam, Kees. Zo ken ik je niet…” Ik wees naar Greet. “Strenge docente. Gehoorzamen of klappen krijgen.”
Wendy proestte het uit en Greet keek me aan. “Wacht maar. Ik denk dat, wanneer jullie getrouwd zijn, zwaar onder de duim gehouden wordt, als ik Joline zo bekijk…”
Geinend aten we boerenkool op, daarna kwam Joline met het dessert binnen: een luchtige pudding. “Ik heb net gehoord dat de dame en heren musici zich niet moeten volstouwen; Da’s mooi, dan hebben wij meer.” “Dat gold alleen voor de zangeres en bugelist, Joline”, bromde Hendrik. “Wij organisten hebben een windmachine die het zware werk doet.”
Een meesmuilende blik van Wendy volgde. “Hendrik Zwart, je bent een luilak. En je tante ook.” “Hé dametje… Morgenochtend hanteer ik ook de bugel hoor. Als jij je waarschijnlijk nog een keertje omdraait. Niks luilak.” Greet draaide zich naar ons om. “Om zeven uur morgenochtend loop ik met de Fanfare Bereden Wapens door Vught. Zoals elk jaar op kerstmorgen.” Ik boog. “Jij hebt inderdaad een veeleisend programma, Greet. En de rest van de kerstdagen?” “Om elf uur een echte ‘Kerstmis’ in de St. Jan in Den Bosch, ’s avonds een concert met de fanfare in Breda en op tweede kerstdag een concertje voor de Rotary in Uden. Gelukkig redelijk in de buurt allemaal; vorig jaar reed ik met Kerst meer dan 700 kilometer in 2 dagen.”
Ze keek naar Joline. “En daarom ben ik hartstikke blij met dit diner. ik word gereden, hoef niet te koken of uit de muur te eten en het gezelschap is ook wel te pruimen.”
We lachten en Joline zei: “Het feit dat je hier kon eten heb je in eerste instantie aan die vent met die bugel te danken, hoor.” “Tja, een zwak momentje", zei ik, "Heb ik wel eens last van. Maar… De dames en heren musici moeten zich zo langzamerhand gaan omkleden. Het is acht uur en ik wil nog wel een paar puntjes verfijnen. Greet en Wendy, jullie kunnen je omkleden en optutten in de grote badkamer. Joline, wijs jij hen de weg even? Hendrik, jij kan met mij mee.”
Ik had ’s middags mijn pak al op een van de logeerkamers gelegd en Hendrik had een koffer bij zich. “Als je wilt, kun je nog even douchen, hoor.” Hendrik schudde zijn hoofd. “Niet nodig.” Ik dook wel even onder de douche; stiekem was ik best aan het zweten geweest. Fris kwam ik er onder vandaan, schoor me even, droogde me verder af en kleedde me aan. Blauw pak, rode stropdas… Hé, m’n veteranenspeld op het pak! Die zat er ’s middags nog niet op, dat wist ik zeker. Joline… “Ik ben er klaar voor, meneer Zwart!” Hendrik grinnikte. “Ik ook, meneer Jonkman. Ben héél benieuwd hoe mijn schatje er uit ziet, vanavond.”
Ik keek hem aan. “Dat kan ik me voorstellen. Hoe lang hebben jullie een relatie?” “Een half jaar, Kees. En als het aan mij ligt de rest van ons leven.” “Hmmm…. Bekend gevoel, makker. Wij zijn ook een half jaar bij elkaar.” Hij keek me aan. “Maar jullie gaan over een half jaar al trouwen… Zo ver zijn wij nog niet.” Ik knikte. “Begrijp ik. Wendy zit in het eerste jaar conservatorium… En jij?” “Ik in het derde jaar. In Utrecht. Wij moeten nog even, voordat er een goede basis is om te trouwen.” Ik knikte. “Verstandig. Kom, we gaan de beide dames eens bekijken. Tenminste… Als ze gereed zijn met hun outfit. Afgaand op de ervaring van een aantal dagen geleden, kan dat bij jouw liefje nog we even duren." Hij gniffelde. Greet en Wendy waren nog niet te zien in de kamer. Ik liep naar Joline toe. “Ik ben gereed voor de inspectie, mevrouw.” Ze bekeek me kritisch, veegde een pluisje van mijn pak af en zei toen: “Ja, dat ziet er wel netjes uit.” Ik wees op de Veteranenspeld. “Finishing touch van jou?” Ze knikte, lief lachend. “Hoort bij je, Kees. Onderdeel van wie je bent.” Ma zei zachtjes: “Dat klopt, Joline.” Ik keek hen aan. “Dan zal ik het maar voor waarheid aannemen…”
De slaapkamerdeur ging open en Greet en Wendy kwamen de kamer in. Beiden ook in mooie outfits. “Zo heren… Wij zijn er klaar voor. Mogen wij met jullie meegaan?” Op het jasje van Greet prijkte ook de Veteranenspeld. “Hé dame, volgens mij hebben wij iets gemeen…” Ze gniffelde. “Wat een goed gesprek met jouw vriendin al niet oplevert.” Ik keek naar Joline en die glimlachte. “Er wordt achter mijn rug om weer heel veel geregeld…”
Joline sloeg haar armen om me heen. “En daar ben je meestal blij mee, vriend. Durf dat eens te ontkennen!” Ze kuste me zachtjes. “Doe je best, Kees. Je kunt het.” Ik knikte. “Geniet ervan, meisje.” Een knipoog volgde. “Tot straks.”
We liepen de deur uit. In de lift zei Greet: “Jij hebt fans in de kerk zitten, Kees.” Ik knikte. “Ja. En dat is aan de ene kant heel fijn, aan de andere kant maakt het me ook nerveus. Mijn Pa en Ma zijn beiden ook uiterst muzikaal en kritisch.” Zwijgend reden we naar de kerk; daar waren al mensen bezig. We liepen het orgelbalkon op en pakten de muziek.
Greet keek ons aan. “Nog even dit, jongelui. Wij spelen niét de hoofdrol vandaag. Wij ondersteunen. Er zijn nog wel eens musici die dat vergeten en zich een grotere rol toe-eigenen dan nodig. Vergeet dat nooit als je in een kerkdienst speelt.” We knikten braaf en toen maakten we nog een kwartiertje muziek; zachtjes, om Wendy’s stem te sparen. Toen vond Greet het genoeg. “Kom, naar beneden, even wat drinken. Wendy en Kees: thee. En een flesje water meenemen straks.”
In de hal van de kerk gingen we in een hoekje zitten en bekeken de bezigheden. Op een gegeven moment kwam de predikant naar ons toe: een jonge vent. Hij schudde handen en bleef even zitten kletsen. Na vijf minuten stond hij op. “Ik moet me ook voorbereiden, mensen. We maken er samen iets moois van!” Even later kwam Joline binnen. Met Heleen en Pa en Ma. Joline zag ons, knipoogde en ze liepen de kerk in. En ik onderschepte weer een bepaald lachje bij Joline! Wat voerde ze nu weer in haar schild? Dat bleek een paar seconden later: Tussen andere mensen in zag ik Tony, Rob, Mel en Claar met Rob en Ton binnenkomen. Ze zagen ons niet en liepen rechtstreeks door.
“Wel allemachtig…” liet ik me ontvallen. Greet keek me aan. “Wát?” “Mijn aanstaande schoonouders, mijn zussen en de broers van Joline liepen net de kerk in… Ik zit even stuk.” Ik legde snel de familie-verhoudingen tussen de families Jonkman en Boogers uit en Greet zat te lachen. “Ben ik dus niet de enige waarvan de geliefde zich in de kerk bevindt… Mijn liefje zit ook al binnen.” Ik gromde. “Ik ga straks eens een hartig woordje wisselen met Joline. Me zó voor het blok zetten… Is ze helemaal gek geworden.”
Greet stond op. “Niks ervan, meneer. Reden te meer om je uiterste best te doen. Kom, we gaan naar boven; over vijf minuten moet ik beginnen met spelen.” Wendy en Hendrik gaven elkaar een korte knuffel en ik keek Greet aan. “Wij ook?” Ze lachte en trok me naar zich toe. “Zet ‘m op, Kees. Je kunt het.” Een zoen op mijn wang volgde. We liepen de best wel volle kerk in en langs de zijkant naar achteren, richting orgel.
Trap op, naar de galerij. Greet ging op de orgelbank zitten en schikte haar muziek. Wendy zat naast me, Hendrik stond naast de orgelbank om de registers te bedienen en de muziekbladen om te slaan.. Ik speurde de kerk door; Joline had ik al snel gevonden; die zat met Pa, Ma en Heleen ergens in het midden van de kerk. En een paar banken er achter: twee rossige krullebollen, Tony, Rob en de broers.
Greet maakte haar handen warm en keek me aan. Ik stak mijn duim op en ze lachte. Toen legde ze haar handen op de toetsen en begon zachtjes te spelen. “Jesu bleibet meine Freude”, BWV 147. De uitkomende stem speelde ze op het bovenste klavier, de begeleiding op het onderste en het pedaal. Ik keek naar het samenspel tussen haar handen, haar voeten en haar ogen. Wát een coördinatie! Veel te snel was het stuk voorbij en de kerkdienst begon met wat mededelingen.
Daarna moest ik ook aan de bak: de gemeente ging zingen. Ik stond op, blies de bugel schoon en zette het instrument aan m’n mond. Greet telde af en samen zetten we in. Zodra de eerste tonen klonken was ik m’n nervositeit kwijt en genoot. Een mooie kerstmelodie, Greet speelde lekker en ook ik kon me uitleven; de kerk zat stampvol en men zong goed. Daarna heette de predikant de gemeente welkom.
“Ook de mensen die wellicht niet zo vaak in de kerk komen, maar met Kerst wel. En voor de ‘geroutineerde kerkgangers’: wij hopen dat u vanavond, onder het luisteren naar de meest bekende woorden uit de Bijbel, tóch iets nieuws oppikt en er iets mee doet.”
Ik moest glimlachen; de man had wél gevoel voor humor. Afwisselend werd er gezongen, gelezen en gebeden, totdat de predikant aan zijn preek begon. De eerste vijf minuten kon ik hem nog volgen, daarna gleden mijn gedachten onherroepelijk weg. Weg naar Kerstmis… tien jaar geleden alweer. Op de flanken van de berg Vlasic, bij het ingesneeuwde huisje van die weduwe. Een dag sneeuwscheppen om de benedenverdieping vrij te krijgen, gevolgd door een nacht in een iglo. Met kerstliederen uit de FM9000, de radio van de YPR… Het ‘Stille nacht’, wat me toen even teveel werd. Het lied stond na de overdenking ook op het programma en ik moest één couplet solo begeleiden. Tijdens het repeteren had ik er niets bij gevoeld, nu vloog het me aan. Mijn handen trilden en ik voelde mijn ogen branden.
Greet stootte me aan. “Kéés! Gaat het goed met je?” Ik keek haar aan. “Bosnië vloog me even aan. Misschien moet je het tweede couplet van ‘Stille nacht’ zelf doen”, fluisterde ik terug. Ze schudde haar hoofd. “Echt niet. Jij speelt het tweede couplet. Solo, en je maakt er wat prachtigs van. Duidelijk?” Ze keek kwaad. “Laat me niet zakken, Kees!” Ze gaf me een zakdoek. “Hier, snottebel. Veeg je ogen schoon, neem een slok water, zo meteen moet je presteren.” Ik deed wat ze zei. Het water luchtte wat op en ik kon weer fatsoenlijk uit m’n ogen kijken. Greet klom weer op de orgelbank, in afwachting van het ‘Amen’ na de preek.
Toen dat kwam, zette ze meteen in met een zacht, bijna slaapverwekkend voorspel. Uit haar hoofd; tijdens het spelen keek ze me constant aan. Toen ze het eerste couplet zachtjes inzette, stond ik al klaar om de begeleiding van het tweede couplet over te nemen. Bloednerveus. En op dat moment draaide Joline zich om en keek me aan. Héél even. Toen draaide ze weer terug. Het eerste couplet was klaar. Ik wachtte één tel en zette toen in. Zachtjes. Uit mijn ooghoeken kijkend zag ik Greet demonstratief haar armen over ekaar slaan. Ik kón het! Rustig begeleidde ik de zang, totdat Greet inzetten en we samen het derde couplet begeleidden. Met de laatste toon weggestorven zuchtte ik diep. Pfoe… Dat was even heftig.
Veel tijd om te rusten had ik niet; meteen hierna kwam de collecte en dus: Festival of Carols. Hier had ik naar uitgezien: leuk om te spelen, samen met Greet. En dat klopte: Mooie muziek, afwisselend pittig en ingetogen, snel en rustig… Een aantal bekende Engelse carols kwamen voorbij. En even later was de dienst, na de zegen, afgelopen. Hendrik wisselde met Greet op de orgelbank, Wendy stond naast me en hij zette ‘Rejoyce’ van Händel in.
Beneden ons klonk het geroezemoes van lopende en pratende mensen; dat verstomde toen Wendy en ik inzetten. Ik hoefde me niet in te houden; bugel en sopraan hielden elkaar prima in evenwicht. Ik kon de bladmuziek loslaten en de kerk inkijken; de families Jonkman en Boogers stonden stil in hun banken te kijken en te luisteren.
Toen de laatste noot geklonken had voelde ik een hand op mijn schouder: Greet. Haar andere hand lag op Wendy’s schouder. “Goed gedaan. Allebei.” Ze draaide zich om naar Hendrik: “En jij ook, neef. Prima gespeeld.” Wendy liep naar hem toe en gaf hem een zoen. “Dank je wel voor de begeleiding, schatje.” Ik liep achter haar aan. “Ik ga je niet zoenen Hendrik, maar toch: bedankt.” Hij gniffelde en stak zijn hand uit. “Het was me een genoegen, Kees.”
Op dat moment hoorde ik naaldhakken op de trap en ik verwachtte Joline. Maar een ander hoofd kwam boven het trapgat uit: een donkerharige vrouw van een jaar of veertig. “Prachtig gespeeld, schat!” Ze liep naar Greet toe en omhelste haar langdurig. Dat moest dus Anita zijn. ‘De liefde van m’n leven’, zoals Greet haar omschreef. Greet maakte zich los van haar. “Niet alleen ik, An… Mag ik je voorstellen: Hendrik ken je al, zijn liefje Wendy en die vent met die bugel in z’n handen is Kees Jonkman, sinds vier weken een leerling van me.”
Anita gaf Wendy een hand en complimenten over haar stem en deed toen drie passen mijn richting op. Toen bleef ze staan. “Hé… Jij bent ook Veteraan!” Ik knikte. “En vier weken geleden kwamen we er achter dat Greet en ik in dezelfde tijd in Bosnië hebben gediend.” Anita gaf me een hand. “Mooi gespeeld, Kees.” Ik wees naar Greet. “Háár verdienste.”
Tegelijk hoorde ik weer naaldhakjes op de trap en nu kwam Joline boven. “Goede avond allemaal… Dank jullie wel voor de muziek! Maar ik ga één speciaal iemand bedanken, als het mag.” Ze omhelsde me en ik hoorde: “Prachtig, Kees.” Ik hield haar even vast. “Jij ook bedankt, schat. Je keek op exact het juiste moment om. Vlak voor het tweede couplet van ‘Stille nacht’.” Ze keek me aan. “Soulmates, Kees.”
En toen naar Greet: “Mag ik deze vent meenemen, Greet? Ik wil ‘m nog een tijdje voor eigen gerief gebruiken…” Greet grinnikte. “Hou je op, Joline? Ik denk ook in plaatjes. En dat is als volbloed lesbiënne best afzien… Kees: we zien elkaar weer in de 2e week van het nieuwe jaar. Als ik ten minste tegen die tijd uitgerust ben…” Ze knipoogde.
We namen afscheid en even later liep ik achter Joline aan naar beneden. In de hal ontmoetten we de rest van de familie en Heleen. Ma zei niets, maar knuffelde me even. “Goed gedaan jochie…” Heleen volgde. “Gerrit zou hiervan genoten hebben, Kees. En ik héb ervan genoten. Je speelt prachtig… Dank je wel.” “Ik stond daar niet alleen, Heleen.” Ze knikte. “Klopt. Maar jij speelde op Gerrit z’n bugel. En ik ben bijzonder blij dat hij in goeie handen is.” Pa zei: “Ik breng Heleen even weg, dan kom ik ook naar Malden. Chantal, stap jij bij Kees en Joline in de auto?”
Ik keek van de één naar de ander. “Naar Malden? Ik mis iets, geloof ik.” Joline giebelde. “Je denkt toch niet dat ik Karel en Chantal alleen in Amersfoort laat zitten kniezen, Kees?” Ik gromde. “Feeks…” Toen keek ik naar Heleen. “En jij, Heleen?” Ze glimlachte. “Wees niet bang, Kees. Karel brengt me naar Arnhem, naar onze dochter. Daar vier ik Kerst. Zie ik ook naar uit. Tot ziens allemaal en bedankt.” Pa liet haar voorgaan en ze liepen de deur uit.
Even later liepen wij ook naar de auto’s. “Wil jij rijden, Joline? Ik ben een beetje ‘op’. Teveel emoties voor één avond.” Ze glimlachte lief en pakte de sleutels aan. Even later reden we weg, in colonne richting Malden. Ik zat achterin. “Als jullie gesnurk horen vanaf de achterbank: dat ben ik, dames.” Ma keek om. “Dat begrijpen we, Kees. Doe je ogen maar lekker dicht, we maken je een paar minuten voordat we er zijn wel wakker.”
Ik keek naar Greet, Wendy en Hendrik. “Geef ons maar een sapje, Kees. Geen koolzuur nu, zeker niet voor Wendy.” “Zitten, Kees. Ik schenk wel in.” Ma was opgestaan en liep naar de bar. Ik keek naar Greet en leunde demonstratief achterover. “Wát een service… Door je aanstaande echtgenote én je eigen moeder in de watten gelegd worden… Hier kan ik uren van genieten!”
Uit de keuken klonk een bits: “Mocht je willen, Kees. Ik heb nu wat consideratie met je, maar denk niet dat dat de hele vakantie duurt!” Pa keek me aan. “Tja jongen… Eigen schuld. Had je die aanstaande echtgenote maar niet door een stinksloot moeten jagen, gisteren! Ze heeft het daarstraks verteld…”
Greet trok haar wenkbrauwen op. “Wát heb je gedaan?” Joline kwam de kamer in. “Bij ons bedrijf gaan we in de middagpauze altijd lopen. Op dinsdag en donderdag gewoon een ommetje wandelen, op de andere dagen een stuk rennen. Afwisselend onder leiding van Fred, de bud van Kees, Kees zelf en één keer in de week een half uurtje fitness. Gisteren was Kees de trainer.
We lopen naar buiten, in natte sneeuw bij windkracht 6. Kóud! Enfin, meneer begint te draven en na zo’n drie kilometer loopt hij een weiland en rechtstreeks een sloot in. En de hele meute achter hem aan. Samen met Fred liep ik achteraan als veegploeg, dus moesten wij door de modder die de lui voor ons hadden gemaakt. Waden, zelfs een stukje zwemmen, toen een rondje rennen over een eilandje en toen weer terug de sloot in. En daarna nog een kilometer rennen naar het bedrijf in dezelfde rotwind. De natte sneeuw boeide niet, de wind wel. Die vloog dwars door m’n trainingspak. Idioot.”
Greet gierde het uit. “Een beetje teambuilding, Kees? Komt me bekend voor…” Ik grijnsde. “Kijk, eindelijk iemand die het begrijpt. Gelukkig.” Wendy keek me aan. “Nou, ik denk dat ik feestelijk bedankt had, Kees… Eind December een stinksloot induiken? Echt niet.”
Ik grinnikte. “Echt wel, jongedame. Zie je die blonde, knappe vrouw daar bij de bar? Die had je heel snel duidelijk gemaakt dat je geen keuze had. Samen er in, samen er uit. En als je dan nog had lopen bokken, had mijn buddy je in je nekvel gegrepen en de sloot in gesmeten. Zonder pardon.” Ik pakte mijn telefoon en liet haar de foto van Fred en mij samen zien. “Dát is mijn bud. Voor het leven. Nu ICT-er bij DT, maar in Afghanistan mijn mitrailleurschutter en plaatsvervanger. De vent die ik door dik en dun vertrouw. En hij mij.”
Ik gniffelde even naar Greet. “Als we gay waren geweest, waren we nu al acht jaar getrouwd geweest, denk ik…” Achter me hoorde ik een corrigerend “Ahum…” van Joline, en ik vervolgde: “Maar dat zijn we niet. Gelukkig maar.” “Kees Jonkman… Pas jij een beetje op met je gewaagde uitspraken?” Joline kwam voor me staan en dreigde met een pollepel, haar ogen lachend. “Maar ik ben blij dat jullie niet gay zijn, Kees. Hebben Wilma en ik er ook plezier van.” Ze draaide naar Greet. “Wilma is de vriendin van Fred. Een schat van een vrouw, met wie we het ook heel goed kunnen vinden.”
Er schoot me plotseling iets te binnen. Pa en Ma… Zij wisten nog niets van ons plannetje om samen met Fred en Wilma te trouwen! Ik keek Joline aan. “Wij moeten Pa en Ma nog wat vertellen, Joline…” Ze keek me heel even aan en werd toen knalrood. “Shit…. Da’s waar, Kees. Nu?” Ik knikte. “Ja.” Ma keek mij oplettend aan en Pa ook. “Brand los, dame en heer. Wij zijn héél benieuwd…” Joline zei zachtjes: “Wij hebben een mededeling te doen. Over onze bruiloft.”
Het was plotseling héél stil geworden in de kamer en ik vervolgde: “Vorige week hebben Fred, Wilma, Jo en ik besloten om sámen te trouwen. Zelfde dag, zelfde tijdstip, zelfde locatie. “Villa Klein Heumen”, vlak bij het Vierdaagsekamp. Het feest wordt in Heumen gehouden, in de tuin van Tony en Rob.”
Pa knikte langzaam. “Ik begrijp dat wel, Kees. Fred en jij… En als het met Wilma ook zo klikt…”
Joline viel in. “We hebben samen met Fred en Wilma ondertussen wat dingetjes beleeft. Wij passen voor honderd procent bij elkaar. We stelden het aan hen voor en tien seconden later stonden we in elkaars armen te janken.”
Ma knikte nu ook. “We kennen Fred. En ik zie er naar uit om ook hem gelukkig te zien. Jullie zijn écht buds, Kees. Heel mooi, dat jullie dit willen doen.”
Ik knikte. “We zijn er alle vier dolblij mee. We hebben overigens wel afgesproken dat de ‘gezamelijkheid’ ophoudt als we voor de deuren van de bruidssuites staan…” Even was het doodstil, toen schoot het gezelschap in de lach. Ma stond op. “Dwázen.” Ze omhelsde Joline en even later mij. Pa volgde. De rest van het gezelschap ook.
Daarna rende Joline naar de keuken. “Mensen… Er kan opgeschept worden. Boerenkool met worst. Stevige kost voor mensen die vanavond mooie muziek maken.” Greet keek naar Wendy. “Niet te veel, jongedame. Anders kun je straks…” Wendy knikte. “Ik weet ’t Greet. Een mooi bodempje leggen, maar niet volstouwen.” Greet knikte tevreden en keek toen naar mij. “Dat geldt voor jou ook, Kees. Ook bij jou moeten je longen hard werken.” “Aye aye, wachtmeester.” Ik schoof wat boerenkool terug de pan in.
“Sorry schat. Orders van hogerhand.” Joline kneep haar ogen spottend samen. “Wat ben jij plotseling volgzaam, Kees. Zo ken ik je niet…” Ik wees naar Greet. “Strenge docente. Gehoorzamen of klappen krijgen.”
Wendy proestte het uit en Greet keek me aan. “Wacht maar. Ik denk dat, wanneer jullie getrouwd zijn, zwaar onder de duim gehouden wordt, als ik Joline zo bekijk…”
Geinend aten we boerenkool op, daarna kwam Joline met het dessert binnen: een luchtige pudding. “Ik heb net gehoord dat de dame en heren musici zich niet moeten volstouwen; Da’s mooi, dan hebben wij meer.” “Dat gold alleen voor de zangeres en bugelist, Joline”, bromde Hendrik. “Wij organisten hebben een windmachine die het zware werk doet.”
Een meesmuilende blik van Wendy volgde. “Hendrik Zwart, je bent een luilak. En je tante ook.” “Hé dametje… Morgenochtend hanteer ik ook de bugel hoor. Als jij je waarschijnlijk nog een keertje omdraait. Niks luilak.” Greet draaide zich naar ons om. “Om zeven uur morgenochtend loop ik met de Fanfare Bereden Wapens door Vught. Zoals elk jaar op kerstmorgen.” Ik boog. “Jij hebt inderdaad een veeleisend programma, Greet. En de rest van de kerstdagen?” “Om elf uur een echte ‘Kerstmis’ in de St. Jan in Den Bosch, ’s avonds een concert met de fanfare in Breda en op tweede kerstdag een concertje voor de Rotary in Uden. Gelukkig redelijk in de buurt allemaal; vorig jaar reed ik met Kerst meer dan 700 kilometer in 2 dagen.”
Ze keek naar Joline. “En daarom ben ik hartstikke blij met dit diner. ik word gereden, hoef niet te koken of uit de muur te eten en het gezelschap is ook wel te pruimen.”
We lachten en Joline zei: “Het feit dat je hier kon eten heb je in eerste instantie aan die vent met die bugel te danken, hoor.” “Tja, een zwak momentje", zei ik, "Heb ik wel eens last van. Maar… De dames en heren musici moeten zich zo langzamerhand gaan omkleden. Het is acht uur en ik wil nog wel een paar puntjes verfijnen. Greet en Wendy, jullie kunnen je omkleden en optutten in de grote badkamer. Joline, wijs jij hen de weg even? Hendrik, jij kan met mij mee.”
Ik had ’s middags mijn pak al op een van de logeerkamers gelegd en Hendrik had een koffer bij zich. “Als je wilt, kun je nog even douchen, hoor.” Hendrik schudde zijn hoofd. “Niet nodig.” Ik dook wel even onder de douche; stiekem was ik best aan het zweten geweest. Fris kwam ik er onder vandaan, schoor me even, droogde me verder af en kleedde me aan. Blauw pak, rode stropdas… Hé, m’n veteranenspeld op het pak! Die zat er ’s middags nog niet op, dat wist ik zeker. Joline… “Ik ben er klaar voor, meneer Zwart!” Hendrik grinnikte. “Ik ook, meneer Jonkman. Ben héél benieuwd hoe mijn schatje er uit ziet, vanavond.”
Ik keek hem aan. “Dat kan ik me voorstellen. Hoe lang hebben jullie een relatie?” “Een half jaar, Kees. En als het aan mij ligt de rest van ons leven.” “Hmmm…. Bekend gevoel, makker. Wij zijn ook een half jaar bij elkaar.” Hij keek me aan. “Maar jullie gaan over een half jaar al trouwen… Zo ver zijn wij nog niet.” Ik knikte. “Begrijp ik. Wendy zit in het eerste jaar conservatorium… En jij?” “Ik in het derde jaar. In Utrecht. Wij moeten nog even, voordat er een goede basis is om te trouwen.” Ik knikte. “Verstandig. Kom, we gaan de beide dames eens bekijken. Tenminste… Als ze gereed zijn met hun outfit. Afgaand op de ervaring van een aantal dagen geleden, kan dat bij jouw liefje nog we even duren." Hij gniffelde. Greet en Wendy waren nog niet te zien in de kamer. Ik liep naar Joline toe. “Ik ben gereed voor de inspectie, mevrouw.” Ze bekeek me kritisch, veegde een pluisje van mijn pak af en zei toen: “Ja, dat ziet er wel netjes uit.” Ik wees op de Veteranenspeld. “Finishing touch van jou?” Ze knikte, lief lachend. “Hoort bij je, Kees. Onderdeel van wie je bent.” Ma zei zachtjes: “Dat klopt, Joline.” Ik keek hen aan. “Dan zal ik het maar voor waarheid aannemen…”
De slaapkamerdeur ging open en Greet en Wendy kwamen de kamer in. Beiden ook in mooie outfits. “Zo heren… Wij zijn er klaar voor. Mogen wij met jullie meegaan?” Op het jasje van Greet prijkte ook de Veteranenspeld. “Hé dame, volgens mij hebben wij iets gemeen…” Ze gniffelde. “Wat een goed gesprek met jouw vriendin al niet oplevert.” Ik keek naar Joline en die glimlachte. “Er wordt achter mijn rug om weer heel veel geregeld…”
Joline sloeg haar armen om me heen. “En daar ben je meestal blij mee, vriend. Durf dat eens te ontkennen!” Ze kuste me zachtjes. “Doe je best, Kees. Je kunt het.” Ik knikte. “Geniet ervan, meisje.” Een knipoog volgde. “Tot straks.”
We liepen de deur uit. In de lift zei Greet: “Jij hebt fans in de kerk zitten, Kees.” Ik knikte. “Ja. En dat is aan de ene kant heel fijn, aan de andere kant maakt het me ook nerveus. Mijn Pa en Ma zijn beiden ook uiterst muzikaal en kritisch.” Zwijgend reden we naar de kerk; daar waren al mensen bezig. We liepen het orgelbalkon op en pakten de muziek.
Greet keek ons aan. “Nog even dit, jongelui. Wij spelen niét de hoofdrol vandaag. Wij ondersteunen. Er zijn nog wel eens musici die dat vergeten en zich een grotere rol toe-eigenen dan nodig. Vergeet dat nooit als je in een kerkdienst speelt.” We knikten braaf en toen maakten we nog een kwartiertje muziek; zachtjes, om Wendy’s stem te sparen. Toen vond Greet het genoeg. “Kom, naar beneden, even wat drinken. Wendy en Kees: thee. En een flesje water meenemen straks.”
In de hal van de kerk gingen we in een hoekje zitten en bekeken de bezigheden. Op een gegeven moment kwam de predikant naar ons toe: een jonge vent. Hij schudde handen en bleef even zitten kletsen. Na vijf minuten stond hij op. “Ik moet me ook voorbereiden, mensen. We maken er samen iets moois van!” Even later kwam Joline binnen. Met Heleen en Pa en Ma. Joline zag ons, knipoogde en ze liepen de kerk in. En ik onderschepte weer een bepaald lachje bij Joline! Wat voerde ze nu weer in haar schild? Dat bleek een paar seconden later: Tussen andere mensen in zag ik Tony, Rob, Mel en Claar met Rob en Ton binnenkomen. Ze zagen ons niet en liepen rechtstreeks door.
“Wel allemachtig…” liet ik me ontvallen. Greet keek me aan. “Wát?” “Mijn aanstaande schoonouders, mijn zussen en de broers van Joline liepen net de kerk in… Ik zit even stuk.” Ik legde snel de familie-verhoudingen tussen de families Jonkman en Boogers uit en Greet zat te lachen. “Ben ik dus niet de enige waarvan de geliefde zich in de kerk bevindt… Mijn liefje zit ook al binnen.” Ik gromde. “Ik ga straks eens een hartig woordje wisselen met Joline. Me zó voor het blok zetten… Is ze helemaal gek geworden.”
Greet stond op. “Niks ervan, meneer. Reden te meer om je uiterste best te doen. Kom, we gaan naar boven; over vijf minuten moet ik beginnen met spelen.” Wendy en Hendrik gaven elkaar een korte knuffel en ik keek Greet aan. “Wij ook?” Ze lachte en trok me naar zich toe. “Zet ‘m op, Kees. Je kunt het.” Een zoen op mijn wang volgde. We liepen de best wel volle kerk in en langs de zijkant naar achteren, richting orgel.
Trap op, naar de galerij. Greet ging op de orgelbank zitten en schikte haar muziek. Wendy zat naast me, Hendrik stond naast de orgelbank om de registers te bedienen en de muziekbladen om te slaan.. Ik speurde de kerk door; Joline had ik al snel gevonden; die zat met Pa, Ma en Heleen ergens in het midden van de kerk. En een paar banken er achter: twee rossige krullebollen, Tony, Rob en de broers.
Greet maakte haar handen warm en keek me aan. Ik stak mijn duim op en ze lachte. Toen legde ze haar handen op de toetsen en begon zachtjes te spelen. “Jesu bleibet meine Freude”, BWV 147. De uitkomende stem speelde ze op het bovenste klavier, de begeleiding op het onderste en het pedaal. Ik keek naar het samenspel tussen haar handen, haar voeten en haar ogen. Wát een coördinatie! Veel te snel was het stuk voorbij en de kerkdienst begon met wat mededelingen.
Daarna moest ik ook aan de bak: de gemeente ging zingen. Ik stond op, blies de bugel schoon en zette het instrument aan m’n mond. Greet telde af en samen zetten we in. Zodra de eerste tonen klonken was ik m’n nervositeit kwijt en genoot. Een mooie kerstmelodie, Greet speelde lekker en ook ik kon me uitleven; de kerk zat stampvol en men zong goed. Daarna heette de predikant de gemeente welkom.
“Ook de mensen die wellicht niet zo vaak in de kerk komen, maar met Kerst wel. En voor de ‘geroutineerde kerkgangers’: wij hopen dat u vanavond, onder het luisteren naar de meest bekende woorden uit de Bijbel, tóch iets nieuws oppikt en er iets mee doet.”
Ik moest glimlachen; de man had wél gevoel voor humor. Afwisselend werd er gezongen, gelezen en gebeden, totdat de predikant aan zijn preek begon. De eerste vijf minuten kon ik hem nog volgen, daarna gleden mijn gedachten onherroepelijk weg. Weg naar Kerstmis… tien jaar geleden alweer. Op de flanken van de berg Vlasic, bij het ingesneeuwde huisje van die weduwe. Een dag sneeuwscheppen om de benedenverdieping vrij te krijgen, gevolgd door een nacht in een iglo. Met kerstliederen uit de FM9000, de radio van de YPR… Het ‘Stille nacht’, wat me toen even teveel werd. Het lied stond na de overdenking ook op het programma en ik moest één couplet solo begeleiden. Tijdens het repeteren had ik er niets bij gevoeld, nu vloog het me aan. Mijn handen trilden en ik voelde mijn ogen branden.
Greet stootte me aan. “Kéés! Gaat het goed met je?” Ik keek haar aan. “Bosnië vloog me even aan. Misschien moet je het tweede couplet van ‘Stille nacht’ zelf doen”, fluisterde ik terug. Ze schudde haar hoofd. “Echt niet. Jij speelt het tweede couplet. Solo, en je maakt er wat prachtigs van. Duidelijk?” Ze keek kwaad. “Laat me niet zakken, Kees!” Ze gaf me een zakdoek. “Hier, snottebel. Veeg je ogen schoon, neem een slok water, zo meteen moet je presteren.” Ik deed wat ze zei. Het water luchtte wat op en ik kon weer fatsoenlijk uit m’n ogen kijken. Greet klom weer op de orgelbank, in afwachting van het ‘Amen’ na de preek.
Toen dat kwam, zette ze meteen in met een zacht, bijna slaapverwekkend voorspel. Uit haar hoofd; tijdens het spelen keek ze me constant aan. Toen ze het eerste couplet zachtjes inzette, stond ik al klaar om de begeleiding van het tweede couplet over te nemen. Bloednerveus. En op dat moment draaide Joline zich om en keek me aan. Héél even. Toen draaide ze weer terug. Het eerste couplet was klaar. Ik wachtte één tel en zette toen in. Zachtjes. Uit mijn ooghoeken kijkend zag ik Greet demonstratief haar armen over ekaar slaan. Ik kón het! Rustig begeleidde ik de zang, totdat Greet inzetten en we samen het derde couplet begeleidden. Met de laatste toon weggestorven zuchtte ik diep. Pfoe… Dat was even heftig.
Veel tijd om te rusten had ik niet; meteen hierna kwam de collecte en dus: Festival of Carols. Hier had ik naar uitgezien: leuk om te spelen, samen met Greet. En dat klopte: Mooie muziek, afwisselend pittig en ingetogen, snel en rustig… Een aantal bekende Engelse carols kwamen voorbij. En even later was de dienst, na de zegen, afgelopen. Hendrik wisselde met Greet op de orgelbank, Wendy stond naast me en hij zette ‘Rejoyce’ van Händel in.
Beneden ons klonk het geroezemoes van lopende en pratende mensen; dat verstomde toen Wendy en ik inzetten. Ik hoefde me niet in te houden; bugel en sopraan hielden elkaar prima in evenwicht. Ik kon de bladmuziek loslaten en de kerk inkijken; de families Jonkman en Boogers stonden stil in hun banken te kijken en te luisteren.
Toen de laatste noot geklonken had voelde ik een hand op mijn schouder: Greet. Haar andere hand lag op Wendy’s schouder. “Goed gedaan. Allebei.” Ze draaide zich om naar Hendrik: “En jij ook, neef. Prima gespeeld.” Wendy liep naar hem toe en gaf hem een zoen. “Dank je wel voor de begeleiding, schatje.” Ik liep achter haar aan. “Ik ga je niet zoenen Hendrik, maar toch: bedankt.” Hij gniffelde en stak zijn hand uit. “Het was me een genoegen, Kees.”
Op dat moment hoorde ik naaldhakken op de trap en ik verwachtte Joline. Maar een ander hoofd kwam boven het trapgat uit: een donkerharige vrouw van een jaar of veertig. “Prachtig gespeeld, schat!” Ze liep naar Greet toe en omhelste haar langdurig. Dat moest dus Anita zijn. ‘De liefde van m’n leven’, zoals Greet haar omschreef. Greet maakte zich los van haar. “Niet alleen ik, An… Mag ik je voorstellen: Hendrik ken je al, zijn liefje Wendy en die vent met die bugel in z’n handen is Kees Jonkman, sinds vier weken een leerling van me.”
Anita gaf Wendy een hand en complimenten over haar stem en deed toen drie passen mijn richting op. Toen bleef ze staan. “Hé… Jij bent ook Veteraan!” Ik knikte. “En vier weken geleden kwamen we er achter dat Greet en ik in dezelfde tijd in Bosnië hebben gediend.” Anita gaf me een hand. “Mooi gespeeld, Kees.” Ik wees naar Greet. “Háár verdienste.”
Tegelijk hoorde ik weer naaldhakjes op de trap en nu kwam Joline boven. “Goede avond allemaal… Dank jullie wel voor de muziek! Maar ik ga één speciaal iemand bedanken, als het mag.” Ze omhelsde me en ik hoorde: “Prachtig, Kees.” Ik hield haar even vast. “Jij ook bedankt, schat. Je keek op exact het juiste moment om. Vlak voor het tweede couplet van ‘Stille nacht’.” Ze keek me aan. “Soulmates, Kees.”
En toen naar Greet: “Mag ik deze vent meenemen, Greet? Ik wil ‘m nog een tijdje voor eigen gerief gebruiken…” Greet grinnikte. “Hou je op, Joline? Ik denk ook in plaatjes. En dat is als volbloed lesbiënne best afzien… Kees: we zien elkaar weer in de 2e week van het nieuwe jaar. Als ik ten minste tegen die tijd uitgerust ben…” Ze knipoogde.
We namen afscheid en even later liep ik achter Joline aan naar beneden. In de hal ontmoetten we de rest van de familie en Heleen. Ma zei niets, maar knuffelde me even. “Goed gedaan jochie…” Heleen volgde. “Gerrit zou hiervan genoten hebben, Kees. En ik héb ervan genoten. Je speelt prachtig… Dank je wel.” “Ik stond daar niet alleen, Heleen.” Ze knikte. “Klopt. Maar jij speelde op Gerrit z’n bugel. En ik ben bijzonder blij dat hij in goeie handen is.” Pa zei: “Ik breng Heleen even weg, dan kom ik ook naar Malden. Chantal, stap jij bij Kees en Joline in de auto?”
Ik keek van de één naar de ander. “Naar Malden? Ik mis iets, geloof ik.” Joline giebelde. “Je denkt toch niet dat ik Karel en Chantal alleen in Amersfoort laat zitten kniezen, Kees?” Ik gromde. “Feeks…” Toen keek ik naar Heleen. “En jij, Heleen?” Ze glimlachte. “Wees niet bang, Kees. Karel brengt me naar Arnhem, naar onze dochter. Daar vier ik Kerst. Zie ik ook naar uit. Tot ziens allemaal en bedankt.” Pa liet haar voorgaan en ze liepen de deur uit.
Even later liepen wij ook naar de auto’s. “Wil jij rijden, Joline? Ik ben een beetje ‘op’. Teveel emoties voor één avond.” Ze glimlachte lief en pakte de sleutels aan. Even later reden we weg, in colonne richting Malden. Ik zat achterin. “Als jullie gesnurk horen vanaf de achterbank: dat ben ik, dames.” Ma keek om. “Dat begrijpen we, Kees. Doe je ogen maar lekker dicht, we maken je een paar minuten voordat we er zijn wel wakker.”
Lees verder: Mini - 165
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10