Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Wipperd44
Datum: 30-04-2021 | Cijfer: 8.3 | Gelezen: 7632
Lengte: Lang | Leestijd: 21 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Klasgenoot, Leraar, School,
Deze geheel fictieve serie gaat over de 18-jarige Evi en hoe ze na haar middelbare school op een wel erg bijzondere school terecht komt. Lees hoe ze, op vrij unieke wijze, haar eerste échte stapjes zet op de seksueel gebied. Je leert meer over Evi en andere personages in het verloop van deze serie. Veel leesplezier!

Voor je gaat lezen: Ik probeer buiten de seksuele gedeeltes om een verhaal op te bouwen. Daarom kunnen sommige stukken langdradig voelen, maar ze zijn bedoeld om een goed beeld te geven van de situatie en de personen. Zeker dit eerste deel, waarin ik een goed beeld van de locatie wil schetsen, is nog erg verhalend en zit veel opbouw in. Ik heb al enkele delen vooruit geschreven en ik beloof dat die inhoudelijk wat spannender zijn. Liefs, Wipperd44.

“Is dit het?”, vraag ik gespannen. Ik kijk uit het autoraam en tuur naar het grote, oude gebouw dat door het hoge hek nog lastig te zien is. Mijn vader draait de auto het terrein op en wacht netjes voor de slagboom. “Ja lief, dit is het dan”, antwoordt mijn moeder opgewonden vanaf de bijrijdersstoel. Uit het hokje naast de slagboom komt een vadsige man op ons afgelopen. Hij gebaart wat naar mijn vader, die zijn raampje laat zakken.

“Zijn jullie hier voor het nieuwe schooljaar?”, vraagt de vadsige man. “Jazeker”, zegt mijn vader, terwijl hij met een hoofdbeweging duidelijk maakt dat ik op de achterbank zit. De man kijkt me kort maar bestuderend aan. “Ah ja, daar zal je d’r hebben. Jullie zijn wat aan de late kant, dus je moet wel opschieten hoor. Iedereen is al binnen”. Hij strompelt terug naar zijn hok en opent de slagboom voor onze auto.

Mijn vader parkeert de auto recht voor de hoofdingang en we stappen alle drie uit. Er staan hier en daar wat auto’s, maar de geasfalteerde parkeerplaats is verre van vol. Er is verder niemand te bekennen, maar er is goed te horen dat een man binnen de nieuwe leerlingen toespreekt door een microfoon.

Ik doe mijn grijze rugzak op mijn rug en pak twee koffers aan van mijn vader. “Nou Eef, dit is alles wat je nodig gaat hebben de eerste weken. De rest zullen ze hier wel voor je hebben”, zegt hij. Ik knik en draai me om naar mijn moeder. “Goed je best doen hè, je weet hoe belangrijk het voor je is”. Ze probeert me een knuffel te geven, maar door de twee koffers sta ik er nogal ongemakkelijk bij. Daarom geeft ze me maar een kus op mijn voorhoofd. “Ga maar gauw naar binnen lieverd, je bent al laat”.

Ik wend me tot het kolossale gebouw en begin de stenen trap bij de hoofdingang te beklimmen. Het is maar een trede of tien, maar met twee koffers is het toch lastiger dan ik dacht. Boven draai ik me nog een keer om, maar mijn ouders zijn alweer in de auto gestapt. Dan niet, denk ik en ik stap door de zware klapdeuren naar binnen. Ik kom in een kleine hal, met aangrenzend de receptie. Er is nu alleen niemand te bekennen, dus ik besluit maar op het geluid af te gaan.

Zoals ik al dacht worden inderdaad alle nieuwe leerlingen toegesproken. De man met de microfoon staat op een podium, met twee grote luidsprekers aan weerszijden. Ik herken de man meteen van de website, dat is de directeur. Ik schat dat hij ergens in de vijftig is. Hij heeft een grijs pak aan, een rode stropdas om en een grote krulsnor. In de open zaal, wat de aula moet zijn, zitten zo’n honderd leerlingen op houten stoeltjes aandachtig te luisteren naar zijn speech.

In de hoek naast de deur staan een aantal grote stapels met koffers. Alle soorten, maten en kleuren staan er door elkaar, dus zet ik mijn zwarte en felgele koffer er ook maar bij. Mijn rugzak hou ik bij me. Ik neem zo stil mogelijk plaats op de achterste rij en ga naast een ander meisje zitten. Ik probeer het verhaal van de directeur te volgen, maar ik merk dat het meisje naar me kijkt. Ik kijk haar aan en ze glimlacht vriendelijk naar me.

“Hey”, fluistert ze. “Ik ben Ymke. Ben je ook nieuw?”. Ik knik en steek mijn hand uit. “Ik ben Evi”, fluister ik zacht terug. “Heb ik veel gemist?”. Ymke schudt mijn hand, maar blijft me aankijken met haar mysterieuze glimlach. “Nee valt mee. Hij legt gewoon uit wat de regels zijn en hoe alles hier in zijn werk gaat”, zegt ze zacht. “Maar zo meteen weten we onze klassen en gaan we naar onze kamers. En dan weten we ook wie onze begeleider wordt”.

Ik knik en probeer nog wat mee te krijgen van het verhaal van de directeur. Ymke doet hetzelfde, maar ik kan het niet laten haar vanuit mijn ooghoeken beter te bekijken. Ze heeft net als ik bruin haar, maar dat van haar is een stuk langer en lijkt uit zichzelf stijl te zijn. Als we zo naast elkaar zitten schat ik dat ze ook een stuk langer is. Ze heeft een erg open gezicht dat zo te zien deze zomer lekker heeft kunnen bruinen, wat heel mooi staat met haar donkerrode lippenstift en bijna felgroene ogen. Ze lijkt me erg aardig.

De directeur praat nog een kleine tien minuten over de algemene regels die gelden op het terrein: roken alleen in het rokershok, ruim je eigen afval op, zorg dat je overal op tijd bent, enzovoorts. “Maar goed, volgens mij begin ik jullie kwijt te raken”, lacht hij na zijn opsomming van de regels. “Dan wordt het denk ik tijd om jullie begeleiders erbij te halen. Dames, heren, kom maar naar voren”. Er is wat geschuifel op de eerste rij en een klein groepje leraren betreedt het podium.

Het zijn vijf begeleiders, twee mannen en drie vrouwen. De directeur gaat ze allemaal kort af en vertelt hoe ze heten en welk vak ze geven. “Je kunt altijd bij je begeleider terecht als je ergens mee zit of een vraag hebt. Leraren verblijven immers ook op de campus, dus ze zijn 24/7 tot jullie beschikking. Met af en toe een kleine uitzondering, zullen jullie wel begrijpen”. Hij lacht hardop en frommelt ondertussen een A4’tje uit zijn binnenzak. “Jullie worden opgedeeld in vijf klassen, die hebben wij voor het gemak alvast voor jullie gemaakt. Elke klas telt ongeveer 25 leerlingen en per klas hebben jullie de beschikking over twee slaapzalen. Dus zorg maar dat je goed met je klasgenoten overweg kunt, want je zult veel tijd met ze doorbrengen”, waarschuwt de directeur. Dan richt hij zich tot het briefje en begint hij met het oplezen van de groepen.

De zaal verandert in een soort onoverzichtelijke mierenhoop. Iedereen die op wordt genoemd pakt zijn koffers achterin de zaal en meldt zich bij een van de begeleiders, die zich inmiddels hebben opgesteld aan de lange zijdes van de aula. Meer dan de helft van de stoeltjes is inmiddels leeg, maar ik ben nog niet genoemd. Ook Ymke zit nog naast me, maar verder is heel de achterste rij ondertussen leeggelopen.

Als we ook niet bij de vierde begeleider worden ingedeeld weten we in ieder geval dat we bij elkaar zitten. We komen bij de vijfde en laatste begeleider, een van de twee mannen. Hij is nog erg jong, ik schat hem ergens halverwege de twintig. Hij heeft een lange trainingsbroek aan en een strak, blauw sportshirt waardoor je goed kan zien dat hij goed is afgetraind. Bij het horen van onze namen pakken Ymke en ik onze koffers en melden we ons bij de begeleider. Hij blijkt Roel te heten en verwelkomt ons.

Zodra blijkt dat het indelen van de groepjes goed is verlopen en er een geen koffers achterblijven in de aula volgen we Roel het grote gebouw in. Dit is ook de eerste mogelijkheid om mijn klasgenoten beter in me op te nemen. Terwijl we door de grote, galmende gangen slenteren bekijk ik mijn leeftijdsgenoten van top tot teen. We zijn met tweeëntwintig leerlingen, veertien jongens en maar acht meiden. Ymke loopt naast me en ook de andere meiden lijken elkaar op te zoeken. Een paar jongens praten enthousiast en hard met elkaar, waardoor je hun stemmen door de gangen hoort galmen. Een aantal jongens zijn de meiden schaamteloos aan het observeren. Ze bekijken ons van top tot teen en grijnzen naar ons. Hier en daar wordt een knipoogje gegeven.

We lopen door een lange gang en Roel stopt voor een van de talloze deuren. “Dit is jullie eerste slaapzaal, de andere is hiernaast”, zegt hij terwijl hij de deur opendraait. “Moet ik de indeling maken of komen jullie er zelf wel uit?”. Een van de jongens stapt naar voren en kijkt Roel strak aan: “Ik denk dat we dat zelf wel kunnen vriend”, en hij loopt de zaal in. Een paar andere jongens lopen gniffelend achter hem aan en ook een groepje van drie meiden betreedt giechelend de zaal. “Dat zijn er precies elf”, zegt Roel terwijl hij de deur sluit. “Dan liggen jullie in de andere zaal”.

Eenmaal in de tweede slaapzaal heeft iedereen al snel zijn plaats geclaimd. Ik lig in een van de bedden tegen de linkermuur van de kamer, dicht bij de deur. Ymke heeft het andere bed en ligt dus recht naast me. De drie andere meiden liggen ook bij elkaar in de buurt aan de andere kant van de ruimte. Er staat één stapelbed in de kamer, waar twee van de jongens meteen hun spullen op hebben gesmeten. De andere vier jongens moeten genoegen nemen met losstaande bedden.

Ik schuif mijn koffers onder mijn bed, ga zitten op de bedrand en neem de kamer in me op. Het is een grote kamer met een hoog plafond. Dicht tegen het plafond zitten smalle raampjes. Je kunt dus niet naar buiten kijken, maar ze kunnen gelukkig wel open. Tussen alle losstaande bedden staan smalle maar hoge houten kasten met kledinghaken en laatjes voor persoonlijke spullen. In de hoek schuin tegenover mijn bed is het keukentje. Het is heel beperkt met een hoekblad van misschien in totaal twee meter lang. Er staat een waterkoker en er zit en wasbak in. De kastjes onder het blad zijn gevuld met witte bekers en mokken.

In het midden van de ruimte staat een eigenlijk te kleine tafel en in een van de hoeken van de slaapzaal staat een stapel met dezelfde houten stoelen als in de aula. Ik sta op van mijn bed en loop naar de tafel toe. Er staat een groene bak op met elf sleutelbosjes. Ze hebben allemaal een leeg hangertje waar je op kunt schrijven. Ik denk dat deze voor deze zaal en de kluisjes zijn, waar elders in het gebouw een grote ruimte voor is. Verder ligt er een geplastificeerde kaart met telefoonnummers van bijvoorbeeld de receptie en nogmaals de regels die gelden op de school. Ook het nummer van Roel staat op de kaart.

Ik stop een van de sleutelbosjes in mijn kontzak en ga weer terug naar mijn bed. Het is ongeveer wel wat ik ervan had verwacht. Er is geen televisie in de zaal want daar zijn gezamenlijke ruimtes voor, ook wel ‘woonkamers’ genoemd. Dat stond ten minste op de website. Mijn klasgenoten zijn inmiddels druk bezig met het uitpakken van hun koffers. Gepraat en gelach vult de verder duffe slaapzaal. Ymke stoot me aan: “Ben je zo onder de indruk? Ga je kast een beetje indelen, straks gaan we eten”.

Ik begin met het uitpakken van mijn zwarte koffer, waar al mijn kleding in zit. Ik deel mijn jurkjes, shirts, spijkerbroeken en rokjes in in de kast naast mijn bed en begin mijn ondergoed in een van de lades te leggen. “Heb je ook een paar lekkere stringetjes bij?”, hoor ik naast me. Ik draai me in een ruk om. Eén van de jongens is naast me komen staan en kijkt me uitdagend aan. Ik heb een beha vast, die hij uit mijn handen grist. “Kijk jongens, die heeft flinke uiers”. Triomfantelijk houdt hij een van mijn zwarte beha’s in de lucht. Een paar jongens moeten lachen.
“Geef terug, eikel”, bijt Ymke hem toe. Ze stapt op de jongen af, die bijna even lang is als haar, en geeft hem een beuk in zijn zij. Dan grijpt ze de beha uit zijn handen en gooit ‘m op mijn bed. “En heb wat respect. Als je hier überhaupt nog wil gaan wippen moet je wat liever zijn voor de meisjes”, bijt ze hem toe. “Oh maar voor jou zal ik extra lief zijn, wie weet waar het dan heen kan gaan”, zegt hij terwijl hij haar een knipoog geeft. “Je hebt in ieder geval een lekker kontje schoonheid”.

Hij slaat speels op haar billen en Ymke kijkt hem boos aan. “Blijf van me af, griezel”, zegt ze. “Als je niet wilt dat jongens aan je zitten ben je hier misschien niet op de goede plek”, grijnst de jongen haar toe, terwijl hij haar vast probeert te pakken. Ik kijk als bevroren toe wat er gebeurd, maar Ymke duwt de jongen van zich af. “Hou je puberhormonen lekker bij je, die bewaar je maar voor een andere meid”. De jongen bekijkt haar ongegeneerd van top tot teen en lacht dan breed: “Als je je bedenkt weet je me te vinden”, en hij wijst naar zijn bed halverwege de ruimte. Hij knipoogt nog een keer naar mij en slentert dan terug naar zijn bed.

Een paar minuten later, als ik net klaar ben met het indelen van mijn kast, wordt er op de deur geklopt. Roel komt de slaapzaal in en kijkt tevreden rond. “Zo, jullie zijn alles al aan het indelen. Het went snel hoor, je bent binnen no-time bekend met alles en iedereen hier. Dan weet je bijvoorbeeld dat het om zes uur etenstijd is. En het is nu zes uur. Dus pak allemaal een sleutel uit de bak en volg mij naar de eetzaal”. Ik wacht tot Ymke een sleutel heeft en loop samen met haar en de rest van mijn klasgenoten achter Roel aan, die eerst nog de deur van onze zaal op slot draait. “Hier kun je maar beter een gewoonte van maken”, geeft hij ons mee. “Je weet natuurlijk maar nooit.”

We halen de andere helft van de klas op en lopen gezamenlijk naar de eetzaal, een etage lager. De eetzaal is enorm groot en er zitten al een hoop leerlingen. Het is ook voor het eerst dat ik leerlingen zie uit de jaren boven ons. Roel legt ons uit hoe het gaat rond etenstijd en waar we moeten zitten. Iedere klas blijkt namelijk een eigen tafel te hebben. “Vandaag is het maandag dus eten we pasta”, zegt hij, terwijl hij ons een tree geeft. We sluiten aan in een lange rij, maar er zijn wel twintig vrouwen bezig met het uitdelen van de Italiaanse pennen in pastasaus. Daardoor gaat het gelukkig vlot, waardoor ik al snel met een dampend bord en een glas water naast Ymke aan onze tafel zit.

Er wordt veel gepraat en gelachen aan alle tafels, wat oorverdovend hard klinkt. De plastic tafels staan in lange rijen naast elkaar en de bankjes zitten allesbehalve comfortabel. De ruimte wordt verlicht met felle TL-buizen die op het hoge plafond zijn gemonteerd. De muren zijn grijs en inspiratieloos en de hele zaal ruikt naar de geserveerde pasta.

Ik stop net de eerste hap pasta in mijn mond als de jongen die ons eerder plaagde in de slaapzaal aan mijn andere kant komt zitten. “Hey schoonheid, vind je niet erg toch?”. Voor ik kan antwoorden kwakt hij zijn tree neer en neemt hij plaats. Hij neemt een grote hap pasta en kijkt me uitdagend aan. Ik probeer er niet op te letten en eet zwijgend door. “Ik heet trouwens Tobias”, zegt hij. “Hoe heet jij?”. “Evi”, zegt ik kortaf, in de hoop dat hij me met rust laat. “Mooie naam voor een mooie dame”, zegt hij.

Ik zeg niets terug en eet gewoon door. “Je bent niet heel spraakzaam hè Evi”, verwijt hij me. “Als je zo graag een gesprek wilt had je niet zo’n slechte eerste indruk moeten maken”, bijt ik terug. Ik zie een kleine twinkeling in zijn ogen: “Misschien heb je daar wel gelijk in. Maar ik heb nog tijd genoeg om het goed te maken, toch?”. Hij legt zijn vork neer en legt zijn hand op mijn bovenbeen en knijpt er zachtjes in. Door de drukte in de eetzaal en omdat hij het onder tafel doet ziet niemand het, maar ik schrik van zijn directheid.

Hij laat zijn hand een tijdje liggen en streelt mijn bovenbeen door mijn spijkerbroek heen. Ik voel dat hij steeds meer omhoog kruipt met zijn hand. Hoewel ik zijn hand graag weg wil duwen, durf ik het niet. Naast dat Tobias een eikel is, heb ik nog niet zoveel ervaring met jongens en seks in het algemeen. Ik heb één vriendje gehad op de middelbare school, maar verder dan zijn pik in mijn mond stoppen zijn we nooit gegaan. Dat is ook al twee jaar geleden en sinds die tijd heb ik geen succes meer gehad met jongens. Misschien ben ik altijd te kieskeurig geweest?

Wat Tobias nu doet stel ik ook niet echt op prijs, maar ik wil geen heisa maken op mijn eerste dag. Eigenlijk doet hij ook niks bijzonders, maar ik merk wel dat ik het spannend vindt. Misschien zelfs een beetje geil. Hij merkt natuurlijk ook dat ik hem niet wegduw, waardoor hij steeds hoger gaat met zijn hand. Hij komt nu in de buurt van mijn schaamstreek en ik verschuif wat op het bankje. Dit is stiekem best lekker.

“Vindt je ook niet Evi?”. Ymke stoot me aan. Tobias trekt snel zijn hand terug en eet verder alsof er niets aan de hand is. “Hè, wat zei je. Ik luisterde niet, sorry”, verontschuldig ik me. Ymke was tijdens het eten aan de praat geraakt met een van de meisjes uit de andere slaapzaal. “Dat Roel best een knappe kerel is”, giechelt ze. Ik kijk door de eetzaal en zie Roel aan de docententafel zitten met wat collega’s. Hij mag er inderdaad best zijn. Ik zag in de aula al dat hij best gespierd is, maar hij blijkt ook heel aardig te zijn. Bovendien is hij best knap en heeft hij een mooi baardje. “Ja hij is niet verkeerd hoor”, zeg ik tegen de meiden.

“Misschien kunnen we wel wat met hem”, oppert Ymke. “Hij woont op de campus dus ik denk niet dat hij een vriendin heeft. Ik zou hem best doen hoor”. Ik kijk haar geschrokken aan: “Roel? Een docent?”. “Ja waarom niet”, zegt ze. “Evi, hallo. Dit is de seksschool hè. Denk je dat de docenten ook geen zin hebben in een verzetje?”. Het andere meisje moet lachen en ik kijk nog een keer naar Roel. “Wie weet”, mompel ik.

Einde van deel één

Ik wil je vragen om een (eerlijk) cijfer en een reactie achter te laten. Laat bijvoorbeeld weten wat je van mijn schrijfstijl vindt of geef ideeën voor het vervolg van deze nieuwe serie. Alle feedback is welkom en daar worden de verhalen ook beter van. Ik sta voor veel dingen open, maar hou je commentaar wel netjes en opbouwend :)
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...