Door: Keith
Datum: 11-11-2021 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 9509
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 55 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 55 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 190
Maandagochtend... Joline maakte me wakker met een kop thee. “Hoi Kees, goedemorgen. Een lekker bakje thee om de dag goed mee te beginnen?” “Hoi Mooie mevrouw…” Ik gaf haar een zoen en ze keek afkeurend. “Je stoppels prikken.” “Als je zo tegen me aan blijft liggen, gaat er iets anders ook prikken, liefje…”
Bits antwoordde ze: “Echt niet. Je houdt je maar eens in, Kees. Geen snelle wip voordat we aan het werk gaan. Bovendien moet ik naar Utrecht. Moet ik fris en helder zijn.” Ik trok een teleurgesteld gezicht. “Daar gaat m’n motivatie…”
“Die zoek je dan maar op als je straks onder leiding van Fred door de weilanden bij Gorinchem rent. Ik zal aan jullie denken als ik op de campus in Utrecht aan mijn tweede broodje kroket begin.” Ze giechelde. “Héél even.” Ik trok haar naar me toe. “Lief van je. Maar iets anders: jij had het een tijdje terug over die twee dames uit de Biblebelt. Heb je die al gebeld?”
Ze schudde haar hoofd. “Nee. Ik wil het hen persoonlijk vragen. Lijkt me beter. En dat doe ik vandaag.” “Ik ben benieuwd. Nodig ze eens op een avond hier uit. Wellicht kan mijn charmante verschijning ze overreden…” Een uiterst sceptische blik keek me over een theekopje aan. “Jaja… Kees Jonkman de charmeur. En als beide dames nét over de streep zijn, kijken ze rond, zien de foto van Fred, Wilma en ons, schrikken zich helemaal wezenloos en rennen gillend de deur uit… Mooi niet, Kees. Ik ga dit heel netjes aanpakken.” “Goed schat. Dan zullen Fred en ik hen op hun eerste werkdag bij DT netjes inpakken…”
Laserstralen. “Je láát ’t, Kees! En Fred ook! Die meiden zijn best goed, wil ik graag bij mijn team hebben. En jullie gaan daar niets aan verkloten, denk er goed aan!” “Verkeerd werkwoord, schat. Dames verkloten is nogal ingewikkeld…” Een diepe zucht volgde.
“Je weet wel wat ik bedoel, Kees.” Ik keek haar aan. “Ik zat je te pesten, schat. Als die dames zo wereldvreemd zijn als je beschreef, zullen Fred en ik ons heel netjes gedragen: Fred als de goedige brombeer die hij diep in z’n hart best is en ik zal mijn rol als ijsberg wel een tijdje op me nemen. Tot de dames ontdooid zijn, zeg maar.” Een nogal twijfelachtig ‘Hmmm….’ Was Joline’s reactie. “Heb je je thee op? Dan gaan we even douchen.”
Na de douche trok Joline een strakke, witte broek aan met een zwarte trui er boven. “Oei schat, wat zie jij er weer lekker uit. Ik hoop dat de collegebankjes dicht zijn de voorzijde, anders worden de heren professoren ernstig afgeleid.” Ze lachte. “Kun je nagaan wat er gebeurt als ik eens een rokje draag, Kees… Dan kunnen we vrijwel de hele dag freewheelen.” Na het ontbijt namen we afscheid. Joline kon iets later weg; haar eerste college startte om half tien. “Je gaat aan ons denken hé, tijdens je tweede broodje kroket? Of was het de vierde?” Een boze blik en een laatste zoen, toen was ik weg.
In Gorinchem was het hard werken: de Piraten kregen er weer een project bij: machinekamers voor een serie coasters. Samen met Henk moest ik behoorlijk puzzelen om de mankracht te verdelen. Uiteindelijk lukte het wel, maar… “Kees, als het zo doorgaat moeten we écht iemand erbij hebben! Een nautische vent, want al dat scheepsgedoe kost extra tijd.”
Ik knikte. “Klopt. En ik wil Rob niet overbelasten, anders krijg ik met m’n lieftallige jongste zusje te maken en lig ik ergens in de goot met een gebroken poot. Ik ga straks eens met Theo kletsen. En met Rob. Kijken of hij nog ergens een collega weet…” Henk knikte. “Goed plan.”
Na een rondje rennen onder leiding van Fred en de daaropvolgende lunch liep ik, samen met Henk binnen bij Theo. “Wat is er aan de hand, heren? Ellende bij de Piraten?” “Nee Theo, nog niet. Maar…” We schetsten de situatie en Henk besloot met: “We willen er een vent bij, Theo. Misschien wel twee. Anders trekken we het niet. En liefst nautisch opgeleid, anders kunnen wij het rustig aan doen, maar Rob en Henry rennen zich de benen onder hun kont vandaan. En dan wordt Kees in elkaar gemept door een van z’n zussen en jij krijgt de nagels van Angelique in je gezicht. Gaan we niet willen.”
Theo knikte. “Begrijp ik. Maar waar halen we die nautische figuur vandaan? Die pluk je niet zomaar van straat…” Henk vulde droogjes aan. “Nee, daarvoor moet je op zee zijn, baas.” Theo keek hem peilend aan. “Hebben we vanochtend bijdehandjes gegeten, Henk?” Ik grinnikte. “Vast. Maar we gaan eens bij Rob informeren. En bij Neddrill of Damen een visje uitgooien.”
Theo kneep zijn ogen samen. “Ik heb geen belangstelling voor een ex-projecteider van Damen of een inkoper van Neddrill, Kees! Denk er aan!” Henk snoof en ik trok een smerig gezicht. “Gatverdamme, Theo… Waar haal jij die smerige ideeën vandaan?” Een naar beneden wijzende vinger volgde. “Ja hoor…” Ik deed m’n vijf pushups en stond weer op. “Overigens: Joline vraagt vandaag aan twee studiegenoten of zij interesse hebben in een baan op het Backoffice. Daar lopen ze ook een beetje knijp. Beide dames zijn Bachelor economie, net als Joline en op weg naar hun Master.”
Theo knikte. “Ik wist dat ze op jacht was. Had ze vorige week al tegen mij verteld… En nou er uit. Jullie zitten de tijd van je directie te verprutsen. En vraag Angelique even of ze hier wil komen… Ik heb de contracten binnen van die nieuwe klant uit Foxhol. Mag ze uitpluizen.”
We lieten de deur van Theo’s bureau open. “Angelique, kun jij even bij Theo komen voor een stukje juridisch gezeik?” Ze keek op. “Kees Jonkman… Je speelt met je voortanden!” Ik lachte haar uit en Henk en ik verdwenen in mijn bureau.
“Hebben jullie een leuke avond gehad met Backoffice, Kees?” Ik knikte. “Ja zeker. Vraag maar aan André of Fred. De sfeer is daar net zo goed als bij de Piraten, hoor. Maar nu Rob even polsen.” Ik deed de deur van de groepsruimte open. “Rob… Heb je even?” “Een kwartier, Kees. Even dit schema uitwerken…” “Oké.” Weer terug naar m’n eigen bureau; werken aan een van m’n eigen projectjes, de renovatie van het elektrisch systeem van een lasbedrijf.
Een van de onderaannemers van Damen. Een prima bedrijf wat vaklui in dienst had, gespecialiseerd in uiterst precies laswerk. Maar grootverbruiker van energie. De directeur had aan DT gevraagd om het bedrijf eens door te lichten. “Al was het maar een energiewinst van vijf procent; dat scheelt ons al tienduizenden euro’s op jaarbasis.” Ik had er twee dagen rondgelopen en had die winst theoretisch toen al behaald.
Door de warmte uit de productiehal te benutten voor het verwarmen van de kantoorgebouwen, was er al een aardige winst: de verwarming van de kantoorunits hoefde niet meer aan. De hete lucht bij het plafond van de productie hal afzuigen en die gebruiken om de lucht voor de verwarming van de kantoren op te warmen. Simpel. Het enige wat nodig was, was een stevige luchtpomp en een warmte-wisselaar. Die luchtpompen waren best luidruchtig, maar als ik die ergens in de productiehal kwijt kon… Het geluid viel dan weg vergeleken met de herrie daar.
“Hé Kees, jij had me nodig?” Rob kwam binnen en ik draaide me om. “Yes. Ga zitten. Bakje koffie?” Hij knikte. “Echte koffie graag.” “Jaja… Die automaat begeeft het nog eens met jouw soort koffie.” Even later kwam ik terug met een espresso en Rob z’n vergif. “Zo… Rob, lopen jij en Henry onderhand niet een beetje knijp met al die nautische opdrachten?” Hij knikte. “Het is best wel aanpoten. Niet alleen het werk, maar we zijn nu ook veel reistijd kwijt. Kijk, Damen is lekker dichtbij, maar die nieuwe klant, Ferus Smit, zit in Foxhol,Groningen. Da’s twee en een half uur sturen… als er geen file staat. Vanuit Berg en Dal iets minder, maar dan nog.
En dan hebben we onze vrienden in Den Helder nog: bijna twee uur zonder file. En dan de kleine klussen… Vorige week zaten Henry en ik in totaal 15 uur in de auto. Op een werkweek van 40 uur. En dat is weliswaar gezellig en zo, maar het kost wel mega veel tijd.”
Ik knikte. “Tja… aan de locaties van onze klanten kan ik niks doen natuurlijk, maar…” Expres liet ik een stilte vallen en Rob keek wantrouwend. Blauwe ogen keken me strak aan. “Kom op Kees, jij houdt iets achter!” Ik grinnikte. “Zo kijkt mijn liefje ook altijd als ze denkt dat ik…” Verder kwam ik niet. “Jouw liefje en ik hebben wat gemeenschappelijke genen. Schiet op!”
“Rob, heb jij nog ergens goeie collega’s die zo langzamerhand er aan toe zijn om zich op de wal te vestigen? Ik heb vanochtend aan Theo voorgesteld om de maritieme tak, dus het pure schepen-deel van DT uit te breiden. We hebben een prima naam, grotendeels aan jou en Henry te danken, klanten komen binnen, maar jullie moeten het wel aan kunnen.
Deels kan ik wel ondersteunen, maar ook ik heb andere projectjes en ik schijn ook nog teamleider te zijn. Kost ook tijd.” Rob nam een langzame slok, zijn ogen ver weg. Ik wist dat er dan achter die blauwe ogen snel werd nagedacht.
“Ik kan een paar visjes uitgooien, Kees. Eén collega, dat weet ik zeker, die kan ik zonder veel moeite overhalen. In feite dezelfde situatie als bij mij: lekker in z’n vel op zee in de vetput, maar sinds een tijdje een relatie en hij wil meer tijd thuis zijn. Hij werkt op een cruiseschip als derde machinist, zo’n vreselijk lelijk gedrocht van Carnival Lines. Is van alle markten thuis. Maar twee weken in de twee maanden aan de wal begint hem de keel uit te hangen.
En wellicht een andere collega… Werkt bij de Marine. Hij is tweede machinst op een van die bevoorradingsschuiten… De Johan de Witt, geloof ik. Loopt een beetje klem tegen het gebrek aan promotiekansen. Hij is vanuit Terschelling meteen naar de marine overgestapt, heeft het KIM niet hoeven doen, en werd aangesteld als machinist. Maar een bevordering zit er de komende 15 jaar niet in omdat hij het KIM niet heeft gedaan.”
Ik keek vragend. “Het KIM?” “Koninklijke Instituut voor de Marine. De KMA van de Marine, zeg maar. Officiers-opleiding.” Ik knikte. “Oh ja… de personeelsdienst van Defensie. De Berge Stahl is wendbaarder.” Rob grinnikte. “Ja, dat denk ik ook. Zal ik die twee eens gaan polsen? En wat zijn de voorwaarden, Kees?”
“Dezelfde als jij. Een fatsoenlijk salaris, stukje winstdeling, 13e maand, 8% vakantiegeld, een idioot als teamleider, om de haverklap in de voorligsteun liggen… Enfin, je kent het wel. Maar ik wil één ding zeker stellen, Rob: ze moeten in het team passen. Keihard werken, op z’n tijd een lolletje en het team is belangrijker dan het individu. Als een van die eigenschappen mist, gaat het feest niet door.”
Hij grijnsde. “Ik denk dat dat wel goed zit. Bij beide heren. En die idioot als teamleider klopt wel aardig… Kees, dit gaat goed komen. Deze week hoor je het. Als ze een dagje…” Ik onderbrak hem. “Dan komen ze dagje hier. Sfeer snuiven, kijken naar jullie projecten, kennismaken met de Piraten...” “En de opperpiraat natuurlijk. Daarna zullen ze wel afhaken.”
Hij keek ondeugend. “Weet je wat? Voor zo’n dagje sfeer snuiven laat ik ze op woensdag komen!” Ik keek vragend. “Waarom?” Hij lachte nu ronduit gemeen. “Woensdag… Mariëtte-dag. Of op een vrijdag natuurlijk, als mijn teamleider de sport leidt… Ook grensverleggend.”
Ik gromde. “Vlak de maandag ook niet uit. Maar da’s op zich wel een aardig plan. Meteen een sporttest erbij. Maken we vast onderdeel van het selectieproces!” Rob grinnikte en stond op. “Ik ga wat visjes uitgooien, Kees.” Hij sloot de deur achter zich. Op deze manier zou DT wéér een paar kantoren extra moeten huren. Want twee man extra paste niet in de groepsruimte die de Piraten nu hadden. Als Joline nu ook succes had met die twee dames…
Húp Kees, verder met dat lasbedrijf. De centen van de baas zijn niet van blik...
“Moet jij niet eens gaan koken voor je studerende liefje, Kees?” Marion keek om de hoek van de deur, André vlak achter haar. Ik keek op m’n horloge. Verrek, al kwart over vijf! “Dank Marion. Anders had ik hier nog gezeten als Anneke de boel zou afsluiten…” Ze lachte spottend. “Ja ja, en dan haar auto onklaar maken, zeker?” Ik keek spijtig. “Wéér niet gelukt… Nou ja, dan ga ik maar naar huis. Dank voor de waarschuwing Marion. En een fijne avond. Hoewel ik me dat afvraag met meneer pindakaas daar achter je.”
“Jij ook een prettige avond, opperpiraat”, bromde André. “We gaan je nog eens waarschuwen!” Ik sloeg mijn werk op en sloot af. “Fijne avond Anneke!”, zei ik in het voorbijgaan. “Lief zijn voor Joline, Kees!” Ik draaide me om en liep naar haar desk. “Wilt u even specificeren op welke manier…”
“Dat laat ik graag aan jullie eigen fantasie over. Bemoei ik me niet mee. Maar o wee als ik klachten hoor!” Ze knipoogde. “Fijne avond, Kees.” In de auto belde ik Joline. “Hoi schat. Ik rij nú uit Gorinchem weg, dus ben waarschijnlijk later thuis dan jij.” “Klopt, Kees. Ik zit al met mijn poezelige voetjes op de bank.” “Mooi. Wat wil je eten vanavond?” “Simpel, Kees. Brood met een soepje of zo. Na vijf broodjes kroket als lunch…” “Blond krengetje. Enfin, ik kom er aan.” Een lief lachje klonk. “Is goed, schatje. Tot straks!” En ik ging rijden…
Tijdens het eten, zittend aan de bar, vertelde ik haar over het gesprekje met Theo, Henry en Rob en besloot met: “…dus als het goed gaat komen er straks een paar piraten bij!” Joline knikte. “Mooi! Maar ik denk dat ik sneller ben…” Ik trok een wenkbrauw op. “Beide dames komen ergens deze week even ‘op verkenning’ zoals jullie dat noemen. Hebben nog geen baan, omdat hun vader er volgens hen nogal huiverig tgenover staat om ze los te laten in de grote, boze buitenwereld die Gorinchem heet. Terwijl de dames 23 zijn… Maar omdat ik het vroeg, willen ze wel eens komen kijken.”
Ik schoot in de lach. “Oh ja… de bescherming van Joline Boogers… De Maagd van Malden… Nót!” Joline brieste. “Zeg mannetje… Mijn hele zorgvuldig opgebouwde nette en preutse imago in één zin aan diggelen helpen? Heb niet het lef om dat te doen als die dames in Gorinchem zijn, want dan ga jij bijzonder onplezierige tijden tegemoet, Kees Jonkman! In de berging! Tot aan je huwelijksnacht, potverdorie! Ja, en steek die vinger en die hand maar in een plek waar de zon niet schijnt, ben je helemaal van lotje getikt…”
Ik trok haar tegen me aan en draaide haar om zodat ze met haar rug naar me toe zat. “Goed schat… Even geduld.” Ik wurmde de knoop van haar witte broek los en probeerde het kledingstuk omlaag te trekken. “Wat doe jij nou, gek?” Ik keek haar onschuldig aan. “Ik moest die vinger en hand toch…” Ze haalde uit en ik dook weg. “Niks ervan! Kleed me weer aan, idioot!” Grinnikend trok ik haar broek op. “Het was te proberen, toch? Mooi slipje trouwens…” Een bits: “Ja. Frans. En van mij. En voorlopig blijf jij er uit de buurt. Mafklapper.” volgde.
Na het eten, tijdens een kop koffie op de bank, trok ik haar tegen me aan. “Hé lekker stuk van me… Mag ik vanavond dat mooie slipje bekijken? En wat er in zit?” Narrig antwoordde ze: “Lekker stuk? Lekker stuk?? Ben ik een plofkip of zo? Wil het personeel zich een beetje gedragen? En mij in m’n slipje zien? Je denkt toch zeker niet dat jij ook maar in de buurt van mijn boudoir komt als ik me omkleed in nachtgewaad hé? Zeker niet na die opmerkingen van daarstraks! Je slaapt in de personeelsvertrekken, James!”
“Jawel Freule. Tot uw orders, Freule. Dan troost ik me wel met het kamermeisje Jolientje, Freule. Heeft vast ook een leuk slipje aan. Rose, met de Teletubbies er op of zo” Ondanks dat ze tegenstribbelde trok ik haar weer tegen me aan. Een brommetje klonk in m’n haren. “Je bent er toe in staat, rotzakje…” Ze duwde me een beetje van zich af en ik keek in twee lachende ogen.
“Laat Jolientje maar met rust. Het arme kind heeft hard gestudeerd vandaag. Die heeft haar rust nodig. De Freule zal zich wel weer opofferen. Maar nu nog niet; eerst een uurtje aantekeningen van vandaag uitwerken, Kees. Negen uur is het bedtijd, oké?” Ik knikte. “Dan ga ik ook nog even studeren.” Joline vertrok richting studeerkamer, ik pakte de bugel. En om tien voor negen kwam ze de kamer inlopen. “Zo. Klaar voor vandaag.” Ik keek zielig. “Ik nog niet… Hoe moet dat nu?”
Ze tikte op mijn neus. “Ga jij nog maar even door dan. Maar over tien minuten melden in de slaapkamer. En dan is het huis dicht en zit het alarm er op!” Ze liep heupwiegend de kamer uit. Die was weer eens iets van plan… De ondeugd.
Exact om negen uur klopte ik op de slaapkamerdeur. “Freule… Mag ik binnenkomen en uw slipje bewonderen?” Ik deed de deur open en stond vlak voor een breed lachende Joline. “Nee, want die heb ik niet aan.” Een kort zwart onderjurkje, nylons, hoge hakken… Ze sloeg haar armen om me heen. “Ik heb je gemist vandaag, Kees. En dat wil ik je nu laten merken. Kleed je uit en néém me. Geen voorspel, geen inleidende romantiek; ik wil nu jouw lekkere paal in me voelen!”
Ik keek haar aan: ze meende het. Dus kleedde ik me snel uit. Joline zat op haar knieën op bed en toen ze zag dat ik naakt was, ging ze voorover liggen en trok haar jurkje omhoog. “Neem me, Kees… Hard, diep en spuit in me!” Ik zei niets, maar ging achter haar zitten en duwde mijn paal tussen haar lipjes.
Ze was vochtig, maar minder dan wanneer we romantisch vreeën. “Jolientje…” begon ik aarzelend, maar ze bromde: “Waar wacht je op, Kees? Naai me, ik wil je voelen!” Oké… Mevrouw wilde dus ruig. Dat kon ik haar wel geven…
In één keer stootte ik in haar: trok haar aan haar heupen naar me toe en penetreerde haar zo diep mogelijk. Ze ademde diep in. “Ohhh… Hard… Lekker diep… Naai me, Kees! Snel… Ik wil je voelen spuiten!” “Geile meid met je mooie benen en je lekkere tieten… Je maakt me helemaal gek!” Ze gromde. “Niet lullen, maar pompen, Kees. Naai je geile sletje…” Ik trok me iets terug en stootte toen weer in haar. “Dit sletje? Met haar geile kutje? Dat kutje wat gelikt is door mijn lieve zusjes?”
Ze schokte. “Jaaahhh…” Ik neukte haar nu op volle kracht en voelde mijn sperma omhoog komen. “Ik ga je lekker vol spuiten, teefje van me…” Joline snikte bijna. “JA! Doe het dan! Geef me je geile zaad!” Ik trok haar zo dicht mogelijk tegen me aan en spoot.
“Voel je het? Voel je mijn sperma in je hete kutje spuiten?” Ze kreunde: “Ja… Zo lekker… Spuit mijn kutje maar helemaal vol…” Een minuut later gleed ik uit haar en ze rolde op haar rug. Ik pakte snel een handdoekje en gaf haar dat. Ze poetste zich een beetje droog. “Heerlijk,Kees. Kom hier!” Ze sloeg haar armen om me heen en hield me heel stevig vast.
“Ik hou van je…” hoorde ik gesmoord in mijn linker oor. We lagen een paar minuten lekker tegen elkaar aan uit te rusten. Ik streelde Joline rustig over haar rug, over haar haren… En toen voelde ik haar schokken en voelde vocht over een arm lopen: Joline huilde! “Hé meisje… Wat is er aan de hand? Waarom huil je zo?” Ze ging zitten, schudde haar hoofd en het bleef aan de gang… Ik wist niet wat ik er mee aan moest.
Na een paar minuten kalmeerde ze een beetje. Rode kringen om haar ogen, een behuild gezicht en af en toe nog een snik. “Joline, wil je me nu vertellen wat er aan de hand is?”
Ze kroop tegen me aan. “Jij was gisteren zo lief voor me, toen ik vertelde over die nacht met Mel en Claar… Je ging er helemaal in mee, werd zelfs net zo geil als ik… En achteraf dacht ik: voor hetzelfde geld had Kees een enorme scene lopen maken… Ik vond me zó stom dat ik met de meiden naar bed was geweest… Ik heb alles op het spel gezet!”
Ik trok haar nog dichter naar me toe. “Lieve schat, ik vond het enorm erotisch wat je me vertelde. In gedachten zag ik het voor me: de drie mooiste en liefste vrouwen die ik ken bij elkaar in bed en genietend van elkaar. Daar kwam ik heerlijk van klaar, zeker toen jij me een handje hielp. Ik ben er enorm blij mee dat jij zo goed met m’n zussen kan opschieten. Jullie hebben van elkaar genoten en elkaar beloofd dat dit eenmalig was. Jullie vriendschap vonden jullie belangrijker. Jullie vriendschap? Onze vriendschap. We zijn nog steeds een sextet, Jolientje. Het lekkerste van Nederland, weet je nog? En ik ben blij dat je het me verteld hebt. Geen geheimen voor elkaar, weet je nog?” Aarzelend knikte ze.
Ze was er nog steeds niet zeker van, zag ik. “Kom eens bij me, Jolien.” We gingen liggen en ik trok haar tegen me aan. “Rob en Ton wisten het al veel eerder, toch?”
Ze knikte. “De meiden hebben hen het een paar dagen daarna verteld.” “Nou, dan zou ik het op een gegeven moment tóch wel te horen hebben gekregen. Van Ton, Rob of van Claar en Mel zelf. De tweeling en ik kunnen nog niet geruisloos communiceren, maar ook wij zijn best wel ‘close’.
En wat denk je dat er dan gebeurd zou zijn? Dan was de ellende niet te overzien geweest. Daarom ben ik zo blij dat je het vertelde. En nogmaals: ik ben niet boos op jullie. Je hebt twee prachtige vriendinnen erbij, waar je heel van houdt. En zij houden heel veel van jou, dat weet ik zeker. En dat is bijzonder kostbaar. En meiden uiten dat op een andere manier dan kerels. Intiemer. En jullie hebben ervan genoten, maar waren wel zo verstandig om af te spreken dat dit eenmalig was. Ben ik blij mee.”
Ik keek haar aan. “Ik hou van jullie. Alle drie. Maar van jou het meest. En ik wil je niet kwijt, meisje Boogers.” Een kus volgde en ik voelde haar langzaam ontspannen. “Kom, we lopen even onder de douche door. We zijn niet meer helemaal fris en ik heb geen zin om morgenochtend wakker te worden met een mopperende Joline naast me.”
Onder de douche sloeg ze haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouder. Een paar minuten stonden we zo: bewegingsloos, wetend dat we van elkaar hielden. Ik voelde Joline een paar keer snikken, maar telkens verstevigde haar greep om me heen. En ik kreeg geen erectie, alleen maar een groot gevoel van geluk dat ik met deze vrouw zou gaan trouwen.
Na een paar minuten liet ze me los. “Dank je wel Kees. De woorden ‘ik hou van jou’ schieten nu hopeloos tekort.” “Bij mij al bijna een jaar, schat. Zonder jou ben ik niet compleet. Kom, we gaan er uit, lekker afdrogen en dan slapen. Het in ondertussen al bijna tien uur; tijd om te gaan slapen. Toen we in bed kropen, kwam ze tegen me aan liggen en keek ik in twee blauwe ogen. “Kees Jonkman: ik hou niet alleen van je; ik ben helemaal gek op je. En dat ga ik je de rest van je leven laten merken. Denk daar goed aan.” Ik kuste haar zachtjes. Het was nu geen tijd voor flauwe grappen over Huize Levensavond. “Dank je wel. Dat jij van me houdt. Ik zal proberen die liefde waard te zijn, Joline.” En in tegenstelling tot hoe we normaal sliepen, bleven we nu in elkaars armen liggen. Joline’s gezicht vlak bij het mijne, haar haren deels over mijn hoofd uitgespreid. Ze sliep binnen een paar minuten, een glimlachje op haar gezicht. Bij mij duurde het niet zo veel langer…
Toen de wekker ging hoorde ik een kreun vlakbij. “Auwww… M’n arm slaapt. Kees, kun je…” Ik ging zitten en even later Joline ook. Ze kneep haar hand samen. “Bijna geen gevoel er meer in…” Ik masseerde haar arm even om de bloedsomloop te herstellen en een paar minuten later was het euvel voorbij. “Dat gaan we niet meer doen, Kees. Zó slapen. Een uurtje langer en ze hadden mijn arm kunnen amputeren.” Ze keek me aan. “Maar dank je wel voor ons gesprekje gisteravond, schat. Je hebt me helemaal gerustgesteld. De beloning volgt.”
Ze keek ondeugend. “Kóm, aankleden en lekker eten. En dan naar DT.” “Ja. En vanavond weer lekker lopen, schat. Voor de eerste keer dit keer weer op de hei. Ik zal proberen de modderplassen te vermijden.” Joline keek me met een vies gezicht aan.
“Zal ik het bad vanavond preventief vol laten lopen, Kees?” Ik grinnikte. “Misschien wel een goed plan. Dan kun je met je modderpoten in één streep naar binnen lopen en in bad duiken.” “Ik had eerder een ander doel in gedachten, Kees Jonkman. Jou er in verzuipen.”
Ik keek verontwaardigd. “Hé, da’s niet eerlijk! Je zou me smoren met een ultra-fijne panty uit Frankrijk! Niet me ordinair gaan verzuipen in een ligbad, verdorie!” “Zonde van die panty, Kees. En als je bent uitgestapt vijf keer, meneer Jonkman!” Lekker kletsend reden we naar Gorinchem. En daar ging de dag ook vlot; Ik was druk met de techniek van het lasbedrijf; Andre had nog wat tips die ik in het ontwerp kon verwerken.
Rob zei in de middag terloops dat hij een paar keer had getelefoneerd. “Er zit een duur telefoontje bij, Kees… Naar een cruiseschip voor de kust van de Bahama’s. Als er nog een teller op die telefoon aangesloten zou zijn geweest, had je die als ventilator kunnen gebruiken!” “In die regionen wellicht wel handig, Rob. Maar…?”
Hij gniffelde. “Over een week vliegt hij voor z’n tweeweekse verlof naar Nederland. Dan belt mij me voor een afspraak. Een letterlijke uitspraak van hem: ‘Rob, ik ga soms over m’n nek als ik wéér bij zo’n galadiner moet opdraven en daar moet aanhoren hoe belangrijk mensen zichzelf vinden. Ik heb ik m’n stagetijd een paar keer havens in west-Afrika aangedaan; man man man, ze zouden die lui die op zo’n galadiner zitten te pronken dáár eens neer moeten zetten. In Lagos, Nigeria, bijvoorbeeld. Op Snake-island, iets ten westen van de haven-ingang. Op hun dure Gucci schoenen…’ Kortom: het lijkt ‘m wel wat.”
Ik knikte. “Mooi, man. By the way: hoe is zijn koffie-consumptie? DT kan zich geen twee koffieverslaafden permitteren, hoor. De marges zijn toch al zo laag in deze business…” Rob keek me even kort aan. “Kees, ik zit me af te vragen of ik dat telefoontje ongedaan ga maken. Ga door en ik neem een beslissing.”
Daarna gingen we lachend weer door met werk.
’s Avonds bij de loopgroep ging het ook lekker. Ik hield me een beetje in; lopen over de tanksporen en ruige zandpaden was toch anders dan over het egale cooperparcours vlak bij huis. En om half tien lagen Joline en ik afgespoeld en schoon in bed. Twee lieve armen gleden om me heen. “Dank je wel Kees, dat je ons niet helemaal total loss getraid hebt. Dit was lekker. Pittig, maar prima te doen. En zo dachten de anderen er ook over.” “Da’s mooi. Want het moet leuk blijven. Voor iedereen, ook voor de beginners. Ze moeten na het lopen nog energie over hebben voor andere dingen.”
Langzaam schoof Joline iets bij me vandaan. “Wat bedoel jij daarmee, Kees?” In haar stem klonk wantrouwen door. “Precies wat ik zeg, schat. Men moet nog naar huis kunnen rijden… Of lopen, in ons geval.” Ik zweeg even. “Of had jij andere dingen in gedachten? Dat mag hoor… Zal ik even wat leuke lingerie uitzoeken of wil je weer een keertje poedelnaakt?”
Er klonk een grom naast me. “Rotzakje. Ik wil nog maar één ding: lekker slapen. In de wetenschap dat jij naast me ligt.” Ze rolde zich deels op me. “Lekkere vent van me…” Ze gaf me een lange zoen. “Binnenkort ga ik eens leuke lingerie uitzoeken… Vrijdagavond bijvoorbeeld. Na de dansles. Oké?” “Stel ik in hoge mate op prijs, mooie vrouw. Maar voor nu: lekker slapen. Morgen wordt een lange dag voor mij met een einde wat wellicht wat vuurwerk oplevert. En nee, dat is niet het vuurwerk van Angelique en Henry.”
Ze fronste haar wenkbrauwen. “Vuurwerk? Ohh, wacht even… meneer Adema… Ja, er gaat misschien wat knetteren, ja.” Ze giechelde. “Ik ben benieuwd, Kees.” “Misschien heeft meneer zichzelf morgen ziek gemeld. Zou me niks verwonderen, schat.” Na nog een zoentje rolde van me af. “Boejuh… Er komt wel een andere gelegenheid. Welterusten, Kees.” “Slaap lekker Jolien. Maf ze, Balou.” Die sliep waarschijnlijk al; er kwam ten minste geen gebrom commentaar terug. Slim beest…
En toen was het Woensdag. Joline zou door Angelique en Henry thuis afgezet worden, dus de heenreis reden we samen in de Volvo.Bij DT gebeurde er weinig spannends; in de lunchpauze naar Mariëtte. Die deed het nu ook iets rustiger aan.
Het stukje yoga bestond weer uit een oefening in concentratie: na een portie lichamelijke inspanning de adem onder controle krijgen en tegelijk geblinddoekt haar volgen. Dezelfde oefening als de eerste keer, nu bijna een half jaar geleden. De resultaten waren een nu stuk beter. “En dat is ook een van mijn doelen, dames en heren! Meer bewustwording van uw omgeving, als u daar moeite voor doet. Er is zoveel meer dan alleen hetgeen wat we zien, horen voelen en ruiken…”
Ze onderschepte een paar lachjes. “En een aantal van jullie hebben een uitgesproken ‘dirty mind’, zie ik wel. Er uit!” Tijdens de lunch zei Joline: “Ik heb net nog even met Mariëtte staan praten; ze doet het nu bewust rustiger aan. Had ook in de gaten dat ze een paar weken terug nogal wat te hard van stapel liep.”
Er klonken links en rechts wat morrende geluidjes. “Niks van gemerkt vandaag.” En “Oh, deed ze het rustig aan? Mijn hartslag zit nog boven de schaal van de hartslagmeter…” Geen krachttermen overigens, dat viel me weer mee. Daarna weer aan het werk, en om vier uur kleedde ik me om in het Dagelijks Tenue van de Landmacht. Zo liep ik Joline’s bureau binnen.
“Hé knappert… Ga je buiten spelen?” Ze lachte liefjes en ik knikte. “Jawel mevrouw. Samen met de lelijkste sergeant-majoor van de NATO.” Fred’s bas donderde meteen uit het bureau ernaast: “Kijk jij een beetje uit, sergeant? Anders ga ik jou eens even te grazen nemen!” Ik hoorde Ingrid zeggen: “Dat durf jij niet. Dan krijg je meteen de wind van voren van Joline. Zelfs in dit pak.” Ik keek om de hoek van hun bureau. Fred zat ook al in uniform. “Dank je wel, Ingrid…”
Denise pakte haar telefoon. “Hier wil ik wel een foto van hebben, hoor… Twee van die stoere kerels op mijn bureau…” Fred grinnikte. “Doe maar. Nu zijn het nog stoere onderofficieren. Over een tijdje zijn ze beiden hun ruggengraat kwijt.” De dames keken vragend. “De onderofficier is de ruggengraat van het leger. Als er een onderofficier bevorderd wordt tot officier is de grap dus dat ze hun ruggengraat hebben geamputeerd.” Er werd nauwelijks op de grap gereageerd; de dames keken naar de diverse onderscheidingen en vroegen er naar. Fred had uiteraard meer ‘lintjes’ dan ik, maar daarentegen had ik het Rode Erekoord en de scherpschuttersspeld.
Gonnie vroeg er naar. “Kees, wat is dat rode touw?” En ik vertelde wat het Erekoord was en waarom ik het gekregen had. “Maar als ik bevorderd wordt, moet dat van mijn uniform af, dames. Jammer, maar het heeft ook een voordeel: dan kan Joline me er niet aan opknopen.” “Hé, dat zou ik met andere dingen doen, Kees! Maar daar gaan we hier niet over uitweiden, denk er aan!”
Fred keek me aan. “En jouw Erekoord kan gewoon blijven zitten, maat. De drager mag hem blijven dragen, ook na een bevordering. Die regel is ergens in 2010 of 2011 geschrapt. Terecht, zeker als je ‘m verdiend hebt met het redden van een mensenleven.”
Na nog een paar vragen was Fred het duidelijk zat. “Kom sergeant, we gaan iemand in Apeldoorn gierend over de huppel jagen.” En tegen de dames zei hij achteloos: “Een kennis van jullie.” Er waren drie maal twee vraagtekens in hun ogen te zien en Gonnie vroeg: “Ehh… Fred, wie dan?” We moesten allebei breed lachen. “Ene Adema…” zei Fred droog. “Werkt daar als reserve-kapitein en kwam er vorige week achter dat hij ons weer tegen het lijf gaat lopen.” Erika zei: “Maar krijgen jullie dan geen gedonder? Die vent was… Kapitein, toch? Da’s toch hoger dan sergeant of sergeant-majoor?”
Nu was het mijn beurt om gemeen te lachen. “Erika: als alles gaat zoals het moet gaan zijn deze twee stoere kerels over niet al te lange tijd majoor. Een rang nét iets hoger dan kapitein. Overigens: ook al zouden wij gewoon onze huidige rang houden: we weten iets teveel van meneer, dus die gaat zich écht wel koest houden hoor.”
Ingrid keek nogal nadrukkelijk naar Fred z’n postuur. “Ja, dat lijkt me heel verstandig, met de gorilla van DT in de buurt…” Fred boog zich over haar heen.
“Kijk je uit, schatje? Niemand gaat mijn buddy uitschelden voor gorilla, begrepen?” “Ik bedoelde jou, eikel”, bitste ze terug. Ik trok Fred aan z’n mouw. “Kom Fred. Als de dames hier met lichaamsdelen gaan smijten die ze zelf missen, moeten we wegwezen. Er uit. Dááág, lieve dames…” Ik stal nog snel een zoentje van Joline. “Rustig aan, jullie twee! Laat ik geen klachten krijgen!” Haar ogen stonden spottend.
Achter elkaar reden we richting Apeldoorn. We hadden besloten om daar in de eetzaal te gaan eten; om zeven uur begon het seminar in een van de zalen boven de eetzaal. Bij de poort moesten we ons legitimeren, maar we werden verwacht. Fred reed voorop naar een parkeerplaats; die was hier vaker geweest. “Kom, ouwe… Trek je vrolijke gezicht, best kans dat onze vriend de kapitein ook in de eetzaal zit.”
In de eetzaal was het zelfbediening. We konden kiezen uit pasta of een stamppot witlof. Het werd de pasta, met een puddinkje als dessert en een glas sap. In de eetzaal zaten diverse groepjes jongelui in burger, verspreid wat Marechaussees en lui in Landmacht-uniform. Eén grote tafel werd bezet door een aantal officieren van de Landmacht. We gingen een stukje bij hen vandaan zitten.
“Dat zullen onze toekomstige collega’s wel zijn. Ze dragen in ieder geval het borstembleem van CIMIC.” Fred begon te eten, maar plotseling keek hij me indringend aan. “Niet meteen omkijken, Kees, maar onze vriend kwam net binnen. Als hij naar die andere collega’s loopt, komt hij in jouw schootsveld.”
Ik haalde m’n schouders op. “Benieuwd wat hij doet als wij in zijn gezichtsveld komen. Ik hoop dat z’n dienblad niet laat vallen of in z’n broek poept van schrik.” Ik at verder van m’n pasta. Een minuut later liep Adema mijn beeld binnen. Kaal uniform, geen onderscheidingen, zoals ik al verwacht had. Alleen de speld van MLV-blauw. De Militaire Lichamelijke Vaardigheid. Hé? Blauw? Dat zou betekenen dat hij ook de zwemproef had afgelegd. En die was best pittig… Dus wéér een potentiële leugen van meneer.
Hij nam een paar tafel bij ons vandaan plaats, kletsend met collega’s. En dat ging door totdat… zijn blik de mijne kruiste. Hij schrok duidelijk. Ik bleef hem aankijken, mijn gezicht strak. Zonder mijn gezicht van hem af te wenden zei ik tegen Fred: “Contact. Hij heeft me gezien.” “Mooi. Dan zal ik ‘m nóg een verrassing geven.”
Fred draaide zich demonstratief om en keek naar Adema. Die werd wit en boog zich over zijn eten. Fred draaide zich naar me om. “Zo te zien had hij ons hier niet verwacht, Kees. Die dacht dat hij z’n baas wel kom overtuigen ons buiten de deur te houden… Gefopt!”
Na een paar minuten stond Adema op, pakte zijn blad op en verdween gehaast richting spoelkeuken. “Let op: die gaat redden wat er te redden valt.” We aten rustig verder en zaten nog een tijdje te kletsen. De eetzaal liep langzaam leeg, maar af en toe kwamen er nog nieuwe eters binnen. Een daarvan was Derk Zondervan. In het gezelschap van een andere overste. Toen hij afgerekend had, stond Fred op om hem op ons te attenderen. Derk zwaaide en kwam bij ons zitten.
“Kees, Fred, dit is de commandant van 1CIMIC. De andere overste zette zijn blad neer en gaf ons een hand. “Welkom en nu al mijn excuses. Ik had jullie bij voorbaat al afgewezen voor mijn eenheid.” Fred keek hem aan.
“Ik neem aan op grond van info van een van uw medewerkers, overste. En ja, dan begrijpen wij het wel.” Hij knikte. “Noem mij alsjeblieft bij de voornaam: ik heet Michel. En ja, die info kwam van kapitein Adema. Ik begreep van Derk dat zijn visie op jullie enigszins… hoe zal ik het zeggen?... gekleurd is.” Ik knikte. “Dat is zo ongeveer het understatement van de eeuw, maar goed. Wilt u onze versie van het verhaal?”
Hij schudde zijn hoofd. “Nu niet. Ik stel voor dat jullie, de kapitein en ik ons tijdens de pauze van vanavond even terugtrekken in een van de kleine zaaltjes hier. En daar wil ik jullie versie van het verhaal horen, waar hij bij zit. Hij heeft zijn verhaal al aan mij verteld, nu wil ik jullie versie horen. Ik denk dat, gezien Derk z’n uitleg, ik de uitkomst al weet.”
Hij nam nog een paar happen van zijn pasta en vervolgde toen: “Maar nu al: ik heet jullie hartelijk welkom bij mijn bataljon!” Fred zei droogjes: “Mogen wij een en ander ook nog even in beraad houden, overste? Wij hebben nog geen beslissing genomen of we weer bij de Landmacht willen gaan werken. Dat hangt van een aantal factoren af: sfeer, werkzaamheden, werkbelasting en niet te vergeten vriend Adema. Als deze mooie meneer doorgaat met zand in de machine te gooien, gaan wij ons heil elders zoeken. Dan weet u dat alvast.”
Michel legde vork en lepel neer. “Fred… en Kees: Jullie nemen die beslissing. Maar weet wel dat jullie bijzonder welkom zijn bij mijn bataljon.” “We laten jullie rustig even eten, heren. Wij gaan een frisse neus halen, voordat we straks in een seminar zitten. Fred gaf onder tafel een schop tegen mijn been.
Toen we weer buiten stonden keek hij me aan. “Wat denk jij, Kees?” “Ik ben heel benieuwd hoe dat gesprekje in de pauze loopt, maat. Afhankelijk daarvan…” Hij knikte. “…nemen we onze beslissing. Ónze beslissing. Samen.” Ik knikte. “Right. Samen er in of niet.” We gingen weer naar binnen, de trap op naar een grote zaal. Daar stonden en zaten al een aantal militairen. Grotendeels Landmacht, maar ook Luchtmacht, Marechaussee en Marine. En vrijwel allemaal officieren: een paar kapiteins, het gros was majoor en er liepen een paar overstes rond. Wij vielen als onderofficieren wat uit de toon; ik was de laagste in rang, als sergeant.
Maar wij waren wel enigen met het gevechtsinsigne. Enfin… Om drie minuten voor acht riep een majoor: “Dames en heren: wilt u gaan zitten? Over twee minuten beginnen we. Dank u wel.” Er klonk nog wat geroezemoes, maar even later begon de eerste spreker.
Hij vertelde over zijn ervaringen als reservist bij de bouw van een waterkrachtcentrale in Bosnië. Hij was daar naar toe gestuurd om de Bosniacs te helpen met technische kennis. Een interessant verhaal, waarbij hij ook aangaf dat hij op behoorlijk wat weerstand van de lokale aannemers was gestuit. “Hun manier van werken is niet geheel en al de onze”, vertelde de spreker. “Vandaag heb je elektricien A en overmorgen staat daar plotseling meneer B. Redenen? Misschien meneer A wel Kroaat en meneer B Bosniac. En dat meneer B een a-technische eikel is die een bout M3 nog niet kan onderscheiden een moer M8 is niet relevant… En daar had ik dus mee te dealen…”
“Had je maar een vak moeten leren, Henk”, kwam vanuit de zaal. Gelach klonk en hij ging verder. Voor we het wisten waren we een uur verder.
Fred en ik hadden geboeid zitten luisteren. Een aantal zaken herkende ik wel, zoals de onderhuidse spanningen die Bosnië nog steeds beheersten. De bataljonscommandant liep naar voren. “Hartelijk dank voor je verhaal Henk. En de wijze waarop je het over de bühne bracht. Ik heb me geen seconde zitten vervelen en ik geloof dat dit voor de meesten van ons geldt. We kunnen in de gang een bak koffie halen; over twintig minuten verwacht ik u hier voor de volgende spreker.”
Hij liep de zaal in en wenkte ons. En Adema. En Derk. “Komen jullie even mee?” Adema keek schichtig. “Michel, ik kreeg net een appje… Ik moet even mijn vrouw bellen. Problemen thuis.” De bataljonscommandant schudde zijn hoofd. “Nu niet kapitein. U gaat nu met ons mee. Wij hebben iets te bespreken.” Hij leidde ons een kleinere zaal in.
“Ga zitten mensen. Kapitein… Recent heeft u mij iets verteld over de sergeant-majoor van Laar en sergeant Jonkman. Zou u zo vriendelijk willen zijn om dat nog een keer te herhalen waar ze bij zijn?” Adema keek… báng! Een ander woord had ik er niet voor. “Volgens mij was dat gesprek vertrouwelijk, overste. Ging over personeel.”
“Dat is correct, kapitein. En dat personeel zit nu hier. Het zal dus geen verrassing zijn wat uw mening is over beide heren. Dus: brandt los!”
Hij zweeg. Na een aantal seconden keek hij op en barstte uit: “Deze beide onderofficieren hebben mij uit mijn vorige baan getreiterd! Gezorgd dat ik eerst gedegradeerd werd en vervolgens op staande voet ontslagen! Alleen omdat ik wat opmerkingen had gemaakt over een collega. Samen hebben ze volgens mij de directeur van dat bedrijfje in Gorinchem in de tang! Wat zij willen, gebeurd.”
Fred gromde zachtjes: “Vertel dan ook even wélke opmerkingen u maakte over collega’s, kapitein. En dan niet alleen over mijn collega Denise, maar ook over mevrouw Boogers, uw voormalige chef en de verloofde van sergeant Jonkman hier.”
Hij zweeg.
Ik werd ongeduldig en kribbig. “Wel kapitein… Horen we het nog of moet ik het maar vertellen? Dan hoeft u alleen maar te zeggen of ik de waarheid spreek of niet.”
Stilte. Ik keek de commandant aan.
“Dan doe ik het woord maar De kapitein wilde zijn collega Denise wel eens onderwerpen aan een ‘kwaliteits-audit’, zei hij tegen haar. Met name haar borsten en billen.
En hij beschuldigde mijn aanstaande echtgenote Joline ervan dat zij zich binnen Developing Technics omhooggeneukt had van receptioniste tot Hoofd Backoffice.
En met die uitspraak beschuldigde hij impliciet ook de directeur van DT van ongewenste omgangsvormen.”
Ik keek Adema strak aan. “Het was dat je een halve seconde daarna een enorme draai om je oren kreeg van Joline en dat je al op de grond lag, anders had ik je de gang door getrápt. Kapitein of niet.
En tijdens het ontslaggesprek met de heer Koutstaal, de directeur van DT, herhaalde je de opmerking over mijn verloofde nog een keer. In het bijzijn van vier getuigen, waaronder de sergeant-majoor hier naast me.
Verder noemde je haar een, ik citeer: ‘absolute aanfluiting als leidinggevende’ toen zij je wilde spreken over je gebrek aan aantoonbare resultaten van je werk." Ik haalde diep adem en spúúgde hem bijna in z'n gezicht: "En je zei dat mijn beste vriend hier en ik 'een aantal doden op hun geweten hadden'. Dat klopt, meneer de reserve-kapitein; in Bosnië heb ik als schutter lange afstand met mijn Accuracy 8 mensen gedood. En met m'n pistool eentje. Stuk voor stuk klootzakken, oorlogsmisdadigers, moordenaars en verkrachters. En in Afghanistan zijn onder mijn leiding ongeveer 34 Taliban gedood, waarvan ik er zelf 5 voor m'n rekening heb genomen. Mensen die nog wel eens in m'n dromen voorbij komen. In ieder geval een jochie van een jaar of 14, hooguit 15, die samen met een aantal andere Talib-klootzakken dachten dat ze de groep van Kees Jonkman in hun slaap konden verrassen... Maar daar heb jij geen weet van kapitein. Je weet niet wat het is 's nachts badend in het zweet wakker te worden omdat een aantal van die doden langskomen.. Het enige wat jij doet is de 'salon-officier' uithangen. Het enge dingetje wat je DT opfleurt is je MLV-blauw. En zelfs dát is een leugen, want je kunt voor meter zwemmen. Sinds je jeugd heb je niet meer in een zwembad gelegen, laat staan gezwommen. Je eigen woorden, kapitein. Je ben gewoon één grote leugen en een schande voor je uniform." Ik hijgde na mijn uitval.
"En kapitein: je hoeft alleen maar ‘ja’ te knikken of ‘nee’ te schudden. Maar als je ‘nee’ schudt, ga je een hele zware pijp roken, dat kan ik je garanderen!”
Hij reageerde niet. Fred nam het over en wendde zich tot Michel.
“Meneer Adema zou Developing Technics voorzien van een ISO 9001 kwaliteitszorgsysteem en wat veiligheidszaken op de rit zetten. Daar was hij voor aangenomen. Had zijn eigen kantoortje. In de drie weken dat hij in dat kantoortje vertoefde heeft hij niets structureels gepresteerd.
Ik ben de ICT-er van DT en heb een uitdraai gemaakt van zijn digitale activiteiten. Wat op die stick staat is samen te vatten met: porno, chats en spelletjes.
En toen hij nog een kans kreeg van de directeur van DT en ik als zijn mentor werd aangesteld heb ik meneer nauwlettend geobserveerd en zijn werk gemonitord; mijn kleine nichtje van vier jaar zou het beter gedaan hebben. En als klap op de vuurpijl zei meneer dat ik hem bij z’n rang moest aanspreken, potdomme. Terwijl hij in een civiel bedrijf werkte, waar iedereen, tot en met de directeur aan toe, elkaar met de voornaam aansprak. En ik heb je wat beloofd, Adema: als jij iets zou doen wat DT, Kees of mij zou schaden, zou ik jouw browserhistorie bij DT openbaar maken. Ik hou me aan mijn beloften: ik heb de stick met die browsergeschiedenis bij me.”
Hij haalde een USB-stick met het logo van DT uit zijn zak en legde die voor Michel neer. Ik gromde: “En ik heb je ook belofte gedaan kapitein, toen je bijna in je broek stond te poepen van angst op de parkeerplaats bij DT. Als je ons of DT zou lastig vallen of belasteren zou ik allebei je poten breken. Héél langzaam en zonder verdoving. En verdomd, ik begin er aardig zin in te krijgen. Want je hebt ons hier behoorlijk zwart gemaakt, nietwaar?”
Michel stak zijn hand op. “Heren, genoeg. We lossen dit op een andere manier op.” Hij keek Adema aan. “Dit is een nogal ander verhaal dan hetgeen u mij vertelde, kapitein. U heeft mij gewoon voorgelogen over beide heren. En dat pruim ik van niemand. Haal die MLV-speld van uw uniform. Nú. En laat ik 'm nooit meer daar zien, tenzij u mij het certificaat 'Geoefend Militair Zwemmer' kunt laten zien. U gaat nú naar huis. Morgenochtend 08:00 komt u zich bij mij melden. Verdwijn.”
“Ja maar…” “Geen woord meer kapitein. Er uit. 08:00 bij mij op het bureau. En geen seconde later.”
Adema verdween; hij keek ons niet aan.
“Kom, het is bijna tijd voor de volgende spreker. Daarna praten we verder.” "Nog even m'n kop onder de kraan steken, Michel. Ik ben nogal over de jank." Hij knikte.
Even later gingen we de zaal in en de volgende spreker begon een verhaal over hoe de economie van Afghanistan nieuw leven ingeblazen zou moeten worden. Een nogal droog verhaal en de spreker had niet de gave om zijn verhaal te larderen met een paar anekdotes. Bovendien zat ik nog te vol met adrenaline om er veel belangstelling voor te hebben.
Ik was blij toen hij er, bijna een uur later, een eind aan draaide. En ik was niet de enige; Fred bromde, terwijl we stonden te wachten op een glas fris: “Verdorie Kees, ik hoop dat ik niet wordt ingedeeld bij het netwerk Economy, want dat trek ik niet.” “Hier nog eentje, Fred. Als ik eens een keer niet kan slapen, nodig ik die overste uit. Sjongejonge…”
Met een Radler in de hand keken we wat rond, tot Michel op ons af kwam. “Heren, ik wil jullie aan iemand voorstellen. Dit is Martin van Dijk, hoofd netwerk Infra.” Een korte, gedrongen overste stak ons de hand toe. “Goede avond. Ik ben Martin.” “En ik ben Fred van Laar.” “Kees Jonkman.”
“Dit zijn de aanstaand collega’s waar ik het gisteren over had, Martin. Fred is ingenieur ICT en Cyber, Kees is elektrotechnisch ingenieur. Zou jij die kunnen gebruiken?” Hij begon te lachen. “Gebruiken? Ik ga jullie MISBRUIKEN als je bij mij komt. Ik heb een aantal disciplines tekort heren, waaronder ICT en elektrotechniek. Dus als het aan mij ligt: van harte welkom!”
Bits antwoordde ze: “Echt niet. Je houdt je maar eens in, Kees. Geen snelle wip voordat we aan het werk gaan. Bovendien moet ik naar Utrecht. Moet ik fris en helder zijn.” Ik trok een teleurgesteld gezicht. “Daar gaat m’n motivatie…”
“Die zoek je dan maar op als je straks onder leiding van Fred door de weilanden bij Gorinchem rent. Ik zal aan jullie denken als ik op de campus in Utrecht aan mijn tweede broodje kroket begin.” Ze giechelde. “Héél even.” Ik trok haar naar me toe. “Lief van je. Maar iets anders: jij had het een tijdje terug over die twee dames uit de Biblebelt. Heb je die al gebeld?”
Ze schudde haar hoofd. “Nee. Ik wil het hen persoonlijk vragen. Lijkt me beter. En dat doe ik vandaag.” “Ik ben benieuwd. Nodig ze eens op een avond hier uit. Wellicht kan mijn charmante verschijning ze overreden…” Een uiterst sceptische blik keek me over een theekopje aan. “Jaja… Kees Jonkman de charmeur. En als beide dames nét over de streep zijn, kijken ze rond, zien de foto van Fred, Wilma en ons, schrikken zich helemaal wezenloos en rennen gillend de deur uit… Mooi niet, Kees. Ik ga dit heel netjes aanpakken.” “Goed schat. Dan zullen Fred en ik hen op hun eerste werkdag bij DT netjes inpakken…”
Laserstralen. “Je láát ’t, Kees! En Fred ook! Die meiden zijn best goed, wil ik graag bij mijn team hebben. En jullie gaan daar niets aan verkloten, denk er goed aan!” “Verkeerd werkwoord, schat. Dames verkloten is nogal ingewikkeld…” Een diepe zucht volgde.
“Je weet wel wat ik bedoel, Kees.” Ik keek haar aan. “Ik zat je te pesten, schat. Als die dames zo wereldvreemd zijn als je beschreef, zullen Fred en ik ons heel netjes gedragen: Fred als de goedige brombeer die hij diep in z’n hart best is en ik zal mijn rol als ijsberg wel een tijdje op me nemen. Tot de dames ontdooid zijn, zeg maar.” Een nogal twijfelachtig ‘Hmmm….’ Was Joline’s reactie. “Heb je je thee op? Dan gaan we even douchen.”
Na de douche trok Joline een strakke, witte broek aan met een zwarte trui er boven. “Oei schat, wat zie jij er weer lekker uit. Ik hoop dat de collegebankjes dicht zijn de voorzijde, anders worden de heren professoren ernstig afgeleid.” Ze lachte. “Kun je nagaan wat er gebeurt als ik eens een rokje draag, Kees… Dan kunnen we vrijwel de hele dag freewheelen.” Na het ontbijt namen we afscheid. Joline kon iets later weg; haar eerste college startte om half tien. “Je gaat aan ons denken hé, tijdens je tweede broodje kroket? Of was het de vierde?” Een boze blik en een laatste zoen, toen was ik weg.
In Gorinchem was het hard werken: de Piraten kregen er weer een project bij: machinekamers voor een serie coasters. Samen met Henk moest ik behoorlijk puzzelen om de mankracht te verdelen. Uiteindelijk lukte het wel, maar… “Kees, als het zo doorgaat moeten we écht iemand erbij hebben! Een nautische vent, want al dat scheepsgedoe kost extra tijd.”
Ik knikte. “Klopt. En ik wil Rob niet overbelasten, anders krijg ik met m’n lieftallige jongste zusje te maken en lig ik ergens in de goot met een gebroken poot. Ik ga straks eens met Theo kletsen. En met Rob. Kijken of hij nog ergens een collega weet…” Henk knikte. “Goed plan.”
Na een rondje rennen onder leiding van Fred en de daaropvolgende lunch liep ik, samen met Henk binnen bij Theo. “Wat is er aan de hand, heren? Ellende bij de Piraten?” “Nee Theo, nog niet. Maar…” We schetsten de situatie en Henk besloot met: “We willen er een vent bij, Theo. Misschien wel twee. Anders trekken we het niet. En liefst nautisch opgeleid, anders kunnen wij het rustig aan doen, maar Rob en Henry rennen zich de benen onder hun kont vandaan. En dan wordt Kees in elkaar gemept door een van z’n zussen en jij krijgt de nagels van Angelique in je gezicht. Gaan we niet willen.”
Theo knikte. “Begrijp ik. Maar waar halen we die nautische figuur vandaan? Die pluk je niet zomaar van straat…” Henk vulde droogjes aan. “Nee, daarvoor moet je op zee zijn, baas.” Theo keek hem peilend aan. “Hebben we vanochtend bijdehandjes gegeten, Henk?” Ik grinnikte. “Vast. Maar we gaan eens bij Rob informeren. En bij Neddrill of Damen een visje uitgooien.”
Theo kneep zijn ogen samen. “Ik heb geen belangstelling voor een ex-projecteider van Damen of een inkoper van Neddrill, Kees! Denk er aan!” Henk snoof en ik trok een smerig gezicht. “Gatverdamme, Theo… Waar haal jij die smerige ideeën vandaan?” Een naar beneden wijzende vinger volgde. “Ja hoor…” Ik deed m’n vijf pushups en stond weer op. “Overigens: Joline vraagt vandaag aan twee studiegenoten of zij interesse hebben in een baan op het Backoffice. Daar lopen ze ook een beetje knijp. Beide dames zijn Bachelor economie, net als Joline en op weg naar hun Master.”
Theo knikte. “Ik wist dat ze op jacht was. Had ze vorige week al tegen mij verteld… En nou er uit. Jullie zitten de tijd van je directie te verprutsen. En vraag Angelique even of ze hier wil komen… Ik heb de contracten binnen van die nieuwe klant uit Foxhol. Mag ze uitpluizen.”
We lieten de deur van Theo’s bureau open. “Angelique, kun jij even bij Theo komen voor een stukje juridisch gezeik?” Ze keek op. “Kees Jonkman… Je speelt met je voortanden!” Ik lachte haar uit en Henk en ik verdwenen in mijn bureau.
“Hebben jullie een leuke avond gehad met Backoffice, Kees?” Ik knikte. “Ja zeker. Vraag maar aan André of Fred. De sfeer is daar net zo goed als bij de Piraten, hoor. Maar nu Rob even polsen.” Ik deed de deur van de groepsruimte open. “Rob… Heb je even?” “Een kwartier, Kees. Even dit schema uitwerken…” “Oké.” Weer terug naar m’n eigen bureau; werken aan een van m’n eigen projectjes, de renovatie van het elektrisch systeem van een lasbedrijf.
Een van de onderaannemers van Damen. Een prima bedrijf wat vaklui in dienst had, gespecialiseerd in uiterst precies laswerk. Maar grootverbruiker van energie. De directeur had aan DT gevraagd om het bedrijf eens door te lichten. “Al was het maar een energiewinst van vijf procent; dat scheelt ons al tienduizenden euro’s op jaarbasis.” Ik had er twee dagen rondgelopen en had die winst theoretisch toen al behaald.
Door de warmte uit de productiehal te benutten voor het verwarmen van de kantoorgebouwen, was er al een aardige winst: de verwarming van de kantoorunits hoefde niet meer aan. De hete lucht bij het plafond van de productie hal afzuigen en die gebruiken om de lucht voor de verwarming van de kantoren op te warmen. Simpel. Het enige wat nodig was, was een stevige luchtpomp en een warmte-wisselaar. Die luchtpompen waren best luidruchtig, maar als ik die ergens in de productiehal kwijt kon… Het geluid viel dan weg vergeleken met de herrie daar.
“Hé Kees, jij had me nodig?” Rob kwam binnen en ik draaide me om. “Yes. Ga zitten. Bakje koffie?” Hij knikte. “Echte koffie graag.” “Jaja… Die automaat begeeft het nog eens met jouw soort koffie.” Even later kwam ik terug met een espresso en Rob z’n vergif. “Zo… Rob, lopen jij en Henry onderhand niet een beetje knijp met al die nautische opdrachten?” Hij knikte. “Het is best wel aanpoten. Niet alleen het werk, maar we zijn nu ook veel reistijd kwijt. Kijk, Damen is lekker dichtbij, maar die nieuwe klant, Ferus Smit, zit in Foxhol,Groningen. Da’s twee en een half uur sturen… als er geen file staat. Vanuit Berg en Dal iets minder, maar dan nog.
En dan hebben we onze vrienden in Den Helder nog: bijna twee uur zonder file. En dan de kleine klussen… Vorige week zaten Henry en ik in totaal 15 uur in de auto. Op een werkweek van 40 uur. En dat is weliswaar gezellig en zo, maar het kost wel mega veel tijd.”
Ik knikte. “Tja… aan de locaties van onze klanten kan ik niks doen natuurlijk, maar…” Expres liet ik een stilte vallen en Rob keek wantrouwend. Blauwe ogen keken me strak aan. “Kom op Kees, jij houdt iets achter!” Ik grinnikte. “Zo kijkt mijn liefje ook altijd als ze denkt dat ik…” Verder kwam ik niet. “Jouw liefje en ik hebben wat gemeenschappelijke genen. Schiet op!”
“Rob, heb jij nog ergens goeie collega’s die zo langzamerhand er aan toe zijn om zich op de wal te vestigen? Ik heb vanochtend aan Theo voorgesteld om de maritieme tak, dus het pure schepen-deel van DT uit te breiden. We hebben een prima naam, grotendeels aan jou en Henry te danken, klanten komen binnen, maar jullie moeten het wel aan kunnen.
Deels kan ik wel ondersteunen, maar ook ik heb andere projectjes en ik schijn ook nog teamleider te zijn. Kost ook tijd.” Rob nam een langzame slok, zijn ogen ver weg. Ik wist dat er dan achter die blauwe ogen snel werd nagedacht.
“Ik kan een paar visjes uitgooien, Kees. Eén collega, dat weet ik zeker, die kan ik zonder veel moeite overhalen. In feite dezelfde situatie als bij mij: lekker in z’n vel op zee in de vetput, maar sinds een tijdje een relatie en hij wil meer tijd thuis zijn. Hij werkt op een cruiseschip als derde machinist, zo’n vreselijk lelijk gedrocht van Carnival Lines. Is van alle markten thuis. Maar twee weken in de twee maanden aan de wal begint hem de keel uit te hangen.
En wellicht een andere collega… Werkt bij de Marine. Hij is tweede machinst op een van die bevoorradingsschuiten… De Johan de Witt, geloof ik. Loopt een beetje klem tegen het gebrek aan promotiekansen. Hij is vanuit Terschelling meteen naar de marine overgestapt, heeft het KIM niet hoeven doen, en werd aangesteld als machinist. Maar een bevordering zit er de komende 15 jaar niet in omdat hij het KIM niet heeft gedaan.”
Ik keek vragend. “Het KIM?” “Koninklijke Instituut voor de Marine. De KMA van de Marine, zeg maar. Officiers-opleiding.” Ik knikte. “Oh ja… de personeelsdienst van Defensie. De Berge Stahl is wendbaarder.” Rob grinnikte. “Ja, dat denk ik ook. Zal ik die twee eens gaan polsen? En wat zijn de voorwaarden, Kees?”
“Dezelfde als jij. Een fatsoenlijk salaris, stukje winstdeling, 13e maand, 8% vakantiegeld, een idioot als teamleider, om de haverklap in de voorligsteun liggen… Enfin, je kent het wel. Maar ik wil één ding zeker stellen, Rob: ze moeten in het team passen. Keihard werken, op z’n tijd een lolletje en het team is belangrijker dan het individu. Als een van die eigenschappen mist, gaat het feest niet door.”
Hij grijnsde. “Ik denk dat dat wel goed zit. Bij beide heren. En die idioot als teamleider klopt wel aardig… Kees, dit gaat goed komen. Deze week hoor je het. Als ze een dagje…” Ik onderbrak hem. “Dan komen ze dagje hier. Sfeer snuiven, kijken naar jullie projecten, kennismaken met de Piraten...” “En de opperpiraat natuurlijk. Daarna zullen ze wel afhaken.”
Hij keek ondeugend. “Weet je wat? Voor zo’n dagje sfeer snuiven laat ik ze op woensdag komen!” Ik keek vragend. “Waarom?” Hij lachte nu ronduit gemeen. “Woensdag… Mariëtte-dag. Of op een vrijdag natuurlijk, als mijn teamleider de sport leidt… Ook grensverleggend.”
Ik gromde. “Vlak de maandag ook niet uit. Maar da’s op zich wel een aardig plan. Meteen een sporttest erbij. Maken we vast onderdeel van het selectieproces!” Rob grinnikte en stond op. “Ik ga wat visjes uitgooien, Kees.” Hij sloot de deur achter zich. Op deze manier zou DT wéér een paar kantoren extra moeten huren. Want twee man extra paste niet in de groepsruimte die de Piraten nu hadden. Als Joline nu ook succes had met die twee dames…
Húp Kees, verder met dat lasbedrijf. De centen van de baas zijn niet van blik...
“Moet jij niet eens gaan koken voor je studerende liefje, Kees?” Marion keek om de hoek van de deur, André vlak achter haar. Ik keek op m’n horloge. Verrek, al kwart over vijf! “Dank Marion. Anders had ik hier nog gezeten als Anneke de boel zou afsluiten…” Ze lachte spottend. “Ja ja, en dan haar auto onklaar maken, zeker?” Ik keek spijtig. “Wéér niet gelukt… Nou ja, dan ga ik maar naar huis. Dank voor de waarschuwing Marion. En een fijne avond. Hoewel ik me dat afvraag met meneer pindakaas daar achter je.”
“Jij ook een prettige avond, opperpiraat”, bromde André. “We gaan je nog eens waarschuwen!” Ik sloeg mijn werk op en sloot af. “Fijne avond Anneke!”, zei ik in het voorbijgaan. “Lief zijn voor Joline, Kees!” Ik draaide me om en liep naar haar desk. “Wilt u even specificeren op welke manier…”
“Dat laat ik graag aan jullie eigen fantasie over. Bemoei ik me niet mee. Maar o wee als ik klachten hoor!” Ze knipoogde. “Fijne avond, Kees.” In de auto belde ik Joline. “Hoi schat. Ik rij nú uit Gorinchem weg, dus ben waarschijnlijk later thuis dan jij.” “Klopt, Kees. Ik zit al met mijn poezelige voetjes op de bank.” “Mooi. Wat wil je eten vanavond?” “Simpel, Kees. Brood met een soepje of zo. Na vijf broodjes kroket als lunch…” “Blond krengetje. Enfin, ik kom er aan.” Een lief lachje klonk. “Is goed, schatje. Tot straks!” En ik ging rijden…
Tijdens het eten, zittend aan de bar, vertelde ik haar over het gesprekje met Theo, Henry en Rob en besloot met: “…dus als het goed gaat komen er straks een paar piraten bij!” Joline knikte. “Mooi! Maar ik denk dat ik sneller ben…” Ik trok een wenkbrauw op. “Beide dames komen ergens deze week even ‘op verkenning’ zoals jullie dat noemen. Hebben nog geen baan, omdat hun vader er volgens hen nogal huiverig tgenover staat om ze los te laten in de grote, boze buitenwereld die Gorinchem heet. Terwijl de dames 23 zijn… Maar omdat ik het vroeg, willen ze wel eens komen kijken.”
Ik schoot in de lach. “Oh ja… de bescherming van Joline Boogers… De Maagd van Malden… Nót!” Joline brieste. “Zeg mannetje… Mijn hele zorgvuldig opgebouwde nette en preutse imago in één zin aan diggelen helpen? Heb niet het lef om dat te doen als die dames in Gorinchem zijn, want dan ga jij bijzonder onplezierige tijden tegemoet, Kees Jonkman! In de berging! Tot aan je huwelijksnacht, potverdorie! Ja, en steek die vinger en die hand maar in een plek waar de zon niet schijnt, ben je helemaal van lotje getikt…”
Ik trok haar tegen me aan en draaide haar om zodat ze met haar rug naar me toe zat. “Goed schat… Even geduld.” Ik wurmde de knoop van haar witte broek los en probeerde het kledingstuk omlaag te trekken. “Wat doe jij nou, gek?” Ik keek haar onschuldig aan. “Ik moest die vinger en hand toch…” Ze haalde uit en ik dook weg. “Niks ervan! Kleed me weer aan, idioot!” Grinnikend trok ik haar broek op. “Het was te proberen, toch? Mooi slipje trouwens…” Een bits: “Ja. Frans. En van mij. En voorlopig blijf jij er uit de buurt. Mafklapper.” volgde.
Na het eten, tijdens een kop koffie op de bank, trok ik haar tegen me aan. “Hé lekker stuk van me… Mag ik vanavond dat mooie slipje bekijken? En wat er in zit?” Narrig antwoordde ze: “Lekker stuk? Lekker stuk?? Ben ik een plofkip of zo? Wil het personeel zich een beetje gedragen? En mij in m’n slipje zien? Je denkt toch zeker niet dat jij ook maar in de buurt van mijn boudoir komt als ik me omkleed in nachtgewaad hé? Zeker niet na die opmerkingen van daarstraks! Je slaapt in de personeelsvertrekken, James!”
“Jawel Freule. Tot uw orders, Freule. Dan troost ik me wel met het kamermeisje Jolientje, Freule. Heeft vast ook een leuk slipje aan. Rose, met de Teletubbies er op of zo” Ondanks dat ze tegenstribbelde trok ik haar weer tegen me aan. Een brommetje klonk in m’n haren. “Je bent er toe in staat, rotzakje…” Ze duwde me een beetje van zich af en ik keek in twee lachende ogen.
“Laat Jolientje maar met rust. Het arme kind heeft hard gestudeerd vandaag. Die heeft haar rust nodig. De Freule zal zich wel weer opofferen. Maar nu nog niet; eerst een uurtje aantekeningen van vandaag uitwerken, Kees. Negen uur is het bedtijd, oké?” Ik knikte. “Dan ga ik ook nog even studeren.” Joline vertrok richting studeerkamer, ik pakte de bugel. En om tien voor negen kwam ze de kamer inlopen. “Zo. Klaar voor vandaag.” Ik keek zielig. “Ik nog niet… Hoe moet dat nu?”
Ze tikte op mijn neus. “Ga jij nog maar even door dan. Maar over tien minuten melden in de slaapkamer. En dan is het huis dicht en zit het alarm er op!” Ze liep heupwiegend de kamer uit. Die was weer eens iets van plan… De ondeugd.
Exact om negen uur klopte ik op de slaapkamerdeur. “Freule… Mag ik binnenkomen en uw slipje bewonderen?” Ik deed de deur open en stond vlak voor een breed lachende Joline. “Nee, want die heb ik niet aan.” Een kort zwart onderjurkje, nylons, hoge hakken… Ze sloeg haar armen om me heen. “Ik heb je gemist vandaag, Kees. En dat wil ik je nu laten merken. Kleed je uit en néém me. Geen voorspel, geen inleidende romantiek; ik wil nu jouw lekkere paal in me voelen!”
Ik keek haar aan: ze meende het. Dus kleedde ik me snel uit. Joline zat op haar knieën op bed en toen ze zag dat ik naakt was, ging ze voorover liggen en trok haar jurkje omhoog. “Neem me, Kees… Hard, diep en spuit in me!” Ik zei niets, maar ging achter haar zitten en duwde mijn paal tussen haar lipjes.
Ze was vochtig, maar minder dan wanneer we romantisch vreeën. “Jolientje…” begon ik aarzelend, maar ze bromde: “Waar wacht je op, Kees? Naai me, ik wil je voelen!” Oké… Mevrouw wilde dus ruig. Dat kon ik haar wel geven…
In één keer stootte ik in haar: trok haar aan haar heupen naar me toe en penetreerde haar zo diep mogelijk. Ze ademde diep in. “Ohhh… Hard… Lekker diep… Naai me, Kees! Snel… Ik wil je voelen spuiten!” “Geile meid met je mooie benen en je lekkere tieten… Je maakt me helemaal gek!” Ze gromde. “Niet lullen, maar pompen, Kees. Naai je geile sletje…” Ik trok me iets terug en stootte toen weer in haar. “Dit sletje? Met haar geile kutje? Dat kutje wat gelikt is door mijn lieve zusjes?”
Ze schokte. “Jaaahhh…” Ik neukte haar nu op volle kracht en voelde mijn sperma omhoog komen. “Ik ga je lekker vol spuiten, teefje van me…” Joline snikte bijna. “JA! Doe het dan! Geef me je geile zaad!” Ik trok haar zo dicht mogelijk tegen me aan en spoot.
“Voel je het? Voel je mijn sperma in je hete kutje spuiten?” Ze kreunde: “Ja… Zo lekker… Spuit mijn kutje maar helemaal vol…” Een minuut later gleed ik uit haar en ze rolde op haar rug. Ik pakte snel een handdoekje en gaf haar dat. Ze poetste zich een beetje droog. “Heerlijk,Kees. Kom hier!” Ze sloeg haar armen om me heen en hield me heel stevig vast.
“Ik hou van je…” hoorde ik gesmoord in mijn linker oor. We lagen een paar minuten lekker tegen elkaar aan uit te rusten. Ik streelde Joline rustig over haar rug, over haar haren… En toen voelde ik haar schokken en voelde vocht over een arm lopen: Joline huilde! “Hé meisje… Wat is er aan de hand? Waarom huil je zo?” Ze ging zitten, schudde haar hoofd en het bleef aan de gang… Ik wist niet wat ik er mee aan moest.
Na een paar minuten kalmeerde ze een beetje. Rode kringen om haar ogen, een behuild gezicht en af en toe nog een snik. “Joline, wil je me nu vertellen wat er aan de hand is?”
Ze kroop tegen me aan. “Jij was gisteren zo lief voor me, toen ik vertelde over die nacht met Mel en Claar… Je ging er helemaal in mee, werd zelfs net zo geil als ik… En achteraf dacht ik: voor hetzelfde geld had Kees een enorme scene lopen maken… Ik vond me zó stom dat ik met de meiden naar bed was geweest… Ik heb alles op het spel gezet!”
Ik trok haar nog dichter naar me toe. “Lieve schat, ik vond het enorm erotisch wat je me vertelde. In gedachten zag ik het voor me: de drie mooiste en liefste vrouwen die ik ken bij elkaar in bed en genietend van elkaar. Daar kwam ik heerlijk van klaar, zeker toen jij me een handje hielp. Ik ben er enorm blij mee dat jij zo goed met m’n zussen kan opschieten. Jullie hebben van elkaar genoten en elkaar beloofd dat dit eenmalig was. Jullie vriendschap vonden jullie belangrijker. Jullie vriendschap? Onze vriendschap. We zijn nog steeds een sextet, Jolientje. Het lekkerste van Nederland, weet je nog? En ik ben blij dat je het me verteld hebt. Geen geheimen voor elkaar, weet je nog?” Aarzelend knikte ze.
Ze was er nog steeds niet zeker van, zag ik. “Kom eens bij me, Jolien.” We gingen liggen en ik trok haar tegen me aan. “Rob en Ton wisten het al veel eerder, toch?”
Ze knikte. “De meiden hebben hen het een paar dagen daarna verteld.” “Nou, dan zou ik het op een gegeven moment tóch wel te horen hebben gekregen. Van Ton, Rob of van Claar en Mel zelf. De tweeling en ik kunnen nog niet geruisloos communiceren, maar ook wij zijn best wel ‘close’.
En wat denk je dat er dan gebeurd zou zijn? Dan was de ellende niet te overzien geweest. Daarom ben ik zo blij dat je het vertelde. En nogmaals: ik ben niet boos op jullie. Je hebt twee prachtige vriendinnen erbij, waar je heel van houdt. En zij houden heel veel van jou, dat weet ik zeker. En dat is bijzonder kostbaar. En meiden uiten dat op een andere manier dan kerels. Intiemer. En jullie hebben ervan genoten, maar waren wel zo verstandig om af te spreken dat dit eenmalig was. Ben ik blij mee.”
Ik keek haar aan. “Ik hou van jullie. Alle drie. Maar van jou het meest. En ik wil je niet kwijt, meisje Boogers.” Een kus volgde en ik voelde haar langzaam ontspannen. “Kom, we lopen even onder de douche door. We zijn niet meer helemaal fris en ik heb geen zin om morgenochtend wakker te worden met een mopperende Joline naast me.”
Onder de douche sloeg ze haar armen om me heen en legde haar hoofd op mijn schouder. Een paar minuten stonden we zo: bewegingsloos, wetend dat we van elkaar hielden. Ik voelde Joline een paar keer snikken, maar telkens verstevigde haar greep om me heen. En ik kreeg geen erectie, alleen maar een groot gevoel van geluk dat ik met deze vrouw zou gaan trouwen.
Na een paar minuten liet ze me los. “Dank je wel Kees. De woorden ‘ik hou van jou’ schieten nu hopeloos tekort.” “Bij mij al bijna een jaar, schat. Zonder jou ben ik niet compleet. Kom, we gaan er uit, lekker afdrogen en dan slapen. Het in ondertussen al bijna tien uur; tijd om te gaan slapen. Toen we in bed kropen, kwam ze tegen me aan liggen en keek ik in twee blauwe ogen. “Kees Jonkman: ik hou niet alleen van je; ik ben helemaal gek op je. En dat ga ik je de rest van je leven laten merken. Denk daar goed aan.” Ik kuste haar zachtjes. Het was nu geen tijd voor flauwe grappen over Huize Levensavond. “Dank je wel. Dat jij van me houdt. Ik zal proberen die liefde waard te zijn, Joline.” En in tegenstelling tot hoe we normaal sliepen, bleven we nu in elkaars armen liggen. Joline’s gezicht vlak bij het mijne, haar haren deels over mijn hoofd uitgespreid. Ze sliep binnen een paar minuten, een glimlachje op haar gezicht. Bij mij duurde het niet zo veel langer…
Toen de wekker ging hoorde ik een kreun vlakbij. “Auwww… M’n arm slaapt. Kees, kun je…” Ik ging zitten en even later Joline ook. Ze kneep haar hand samen. “Bijna geen gevoel er meer in…” Ik masseerde haar arm even om de bloedsomloop te herstellen en een paar minuten later was het euvel voorbij. “Dat gaan we niet meer doen, Kees. Zó slapen. Een uurtje langer en ze hadden mijn arm kunnen amputeren.” Ze keek me aan. “Maar dank je wel voor ons gesprekje gisteravond, schat. Je hebt me helemaal gerustgesteld. De beloning volgt.”
Ze keek ondeugend. “Kóm, aankleden en lekker eten. En dan naar DT.” “Ja. En vanavond weer lekker lopen, schat. Voor de eerste keer dit keer weer op de hei. Ik zal proberen de modderplassen te vermijden.” Joline keek me met een vies gezicht aan.
“Zal ik het bad vanavond preventief vol laten lopen, Kees?” Ik grinnikte. “Misschien wel een goed plan. Dan kun je met je modderpoten in één streep naar binnen lopen en in bad duiken.” “Ik had eerder een ander doel in gedachten, Kees Jonkman. Jou er in verzuipen.”
Ik keek verontwaardigd. “Hé, da’s niet eerlijk! Je zou me smoren met een ultra-fijne panty uit Frankrijk! Niet me ordinair gaan verzuipen in een ligbad, verdorie!” “Zonde van die panty, Kees. En als je bent uitgestapt vijf keer, meneer Jonkman!” Lekker kletsend reden we naar Gorinchem. En daar ging de dag ook vlot; Ik was druk met de techniek van het lasbedrijf; Andre had nog wat tips die ik in het ontwerp kon verwerken.
Rob zei in de middag terloops dat hij een paar keer had getelefoneerd. “Er zit een duur telefoontje bij, Kees… Naar een cruiseschip voor de kust van de Bahama’s. Als er nog een teller op die telefoon aangesloten zou zijn geweest, had je die als ventilator kunnen gebruiken!” “In die regionen wellicht wel handig, Rob. Maar…?”
Hij gniffelde. “Over een week vliegt hij voor z’n tweeweekse verlof naar Nederland. Dan belt mij me voor een afspraak. Een letterlijke uitspraak van hem: ‘Rob, ik ga soms over m’n nek als ik wéér bij zo’n galadiner moet opdraven en daar moet aanhoren hoe belangrijk mensen zichzelf vinden. Ik heb ik m’n stagetijd een paar keer havens in west-Afrika aangedaan; man man man, ze zouden die lui die op zo’n galadiner zitten te pronken dáár eens neer moeten zetten. In Lagos, Nigeria, bijvoorbeeld. Op Snake-island, iets ten westen van de haven-ingang. Op hun dure Gucci schoenen…’ Kortom: het lijkt ‘m wel wat.”
Ik knikte. “Mooi, man. By the way: hoe is zijn koffie-consumptie? DT kan zich geen twee koffieverslaafden permitteren, hoor. De marges zijn toch al zo laag in deze business…” Rob keek me even kort aan. “Kees, ik zit me af te vragen of ik dat telefoontje ongedaan ga maken. Ga door en ik neem een beslissing.”
Daarna gingen we lachend weer door met werk.
’s Avonds bij de loopgroep ging het ook lekker. Ik hield me een beetje in; lopen over de tanksporen en ruige zandpaden was toch anders dan over het egale cooperparcours vlak bij huis. En om half tien lagen Joline en ik afgespoeld en schoon in bed. Twee lieve armen gleden om me heen. “Dank je wel Kees, dat je ons niet helemaal total loss getraid hebt. Dit was lekker. Pittig, maar prima te doen. En zo dachten de anderen er ook over.” “Da’s mooi. Want het moet leuk blijven. Voor iedereen, ook voor de beginners. Ze moeten na het lopen nog energie over hebben voor andere dingen.”
Langzaam schoof Joline iets bij me vandaan. “Wat bedoel jij daarmee, Kees?” In haar stem klonk wantrouwen door. “Precies wat ik zeg, schat. Men moet nog naar huis kunnen rijden… Of lopen, in ons geval.” Ik zweeg even. “Of had jij andere dingen in gedachten? Dat mag hoor… Zal ik even wat leuke lingerie uitzoeken of wil je weer een keertje poedelnaakt?”
Er klonk een grom naast me. “Rotzakje. Ik wil nog maar één ding: lekker slapen. In de wetenschap dat jij naast me ligt.” Ze rolde zich deels op me. “Lekkere vent van me…” Ze gaf me een lange zoen. “Binnenkort ga ik eens leuke lingerie uitzoeken… Vrijdagavond bijvoorbeeld. Na de dansles. Oké?” “Stel ik in hoge mate op prijs, mooie vrouw. Maar voor nu: lekker slapen. Morgen wordt een lange dag voor mij met een einde wat wellicht wat vuurwerk oplevert. En nee, dat is niet het vuurwerk van Angelique en Henry.”
Ze fronste haar wenkbrauwen. “Vuurwerk? Ohh, wacht even… meneer Adema… Ja, er gaat misschien wat knetteren, ja.” Ze giechelde. “Ik ben benieuwd, Kees.” “Misschien heeft meneer zichzelf morgen ziek gemeld. Zou me niks verwonderen, schat.” Na nog een zoentje rolde van me af. “Boejuh… Er komt wel een andere gelegenheid. Welterusten, Kees.” “Slaap lekker Jolien. Maf ze, Balou.” Die sliep waarschijnlijk al; er kwam ten minste geen gebrom commentaar terug. Slim beest…
En toen was het Woensdag. Joline zou door Angelique en Henry thuis afgezet worden, dus de heenreis reden we samen in de Volvo.Bij DT gebeurde er weinig spannends; in de lunchpauze naar Mariëtte. Die deed het nu ook iets rustiger aan.
Het stukje yoga bestond weer uit een oefening in concentratie: na een portie lichamelijke inspanning de adem onder controle krijgen en tegelijk geblinddoekt haar volgen. Dezelfde oefening als de eerste keer, nu bijna een half jaar geleden. De resultaten waren een nu stuk beter. “En dat is ook een van mijn doelen, dames en heren! Meer bewustwording van uw omgeving, als u daar moeite voor doet. Er is zoveel meer dan alleen hetgeen wat we zien, horen voelen en ruiken…”
Ze onderschepte een paar lachjes. “En een aantal van jullie hebben een uitgesproken ‘dirty mind’, zie ik wel. Er uit!” Tijdens de lunch zei Joline: “Ik heb net nog even met Mariëtte staan praten; ze doet het nu bewust rustiger aan. Had ook in de gaten dat ze een paar weken terug nogal wat te hard van stapel liep.”
Er klonken links en rechts wat morrende geluidjes. “Niks van gemerkt vandaag.” En “Oh, deed ze het rustig aan? Mijn hartslag zit nog boven de schaal van de hartslagmeter…” Geen krachttermen overigens, dat viel me weer mee. Daarna weer aan het werk, en om vier uur kleedde ik me om in het Dagelijks Tenue van de Landmacht. Zo liep ik Joline’s bureau binnen.
“Hé knappert… Ga je buiten spelen?” Ze lachte liefjes en ik knikte. “Jawel mevrouw. Samen met de lelijkste sergeant-majoor van de NATO.” Fred’s bas donderde meteen uit het bureau ernaast: “Kijk jij een beetje uit, sergeant? Anders ga ik jou eens even te grazen nemen!” Ik hoorde Ingrid zeggen: “Dat durf jij niet. Dan krijg je meteen de wind van voren van Joline. Zelfs in dit pak.” Ik keek om de hoek van hun bureau. Fred zat ook al in uniform. “Dank je wel, Ingrid…”
Denise pakte haar telefoon. “Hier wil ik wel een foto van hebben, hoor… Twee van die stoere kerels op mijn bureau…” Fred grinnikte. “Doe maar. Nu zijn het nog stoere onderofficieren. Over een tijdje zijn ze beiden hun ruggengraat kwijt.” De dames keken vragend. “De onderofficier is de ruggengraat van het leger. Als er een onderofficier bevorderd wordt tot officier is de grap dus dat ze hun ruggengraat hebben geamputeerd.” Er werd nauwelijks op de grap gereageerd; de dames keken naar de diverse onderscheidingen en vroegen er naar. Fred had uiteraard meer ‘lintjes’ dan ik, maar daarentegen had ik het Rode Erekoord en de scherpschuttersspeld.
Gonnie vroeg er naar. “Kees, wat is dat rode touw?” En ik vertelde wat het Erekoord was en waarom ik het gekregen had. “Maar als ik bevorderd wordt, moet dat van mijn uniform af, dames. Jammer, maar het heeft ook een voordeel: dan kan Joline me er niet aan opknopen.” “Hé, dat zou ik met andere dingen doen, Kees! Maar daar gaan we hier niet over uitweiden, denk er aan!”
Fred keek me aan. “En jouw Erekoord kan gewoon blijven zitten, maat. De drager mag hem blijven dragen, ook na een bevordering. Die regel is ergens in 2010 of 2011 geschrapt. Terecht, zeker als je ‘m verdiend hebt met het redden van een mensenleven.”
Na nog een paar vragen was Fred het duidelijk zat. “Kom sergeant, we gaan iemand in Apeldoorn gierend over de huppel jagen.” En tegen de dames zei hij achteloos: “Een kennis van jullie.” Er waren drie maal twee vraagtekens in hun ogen te zien en Gonnie vroeg: “Ehh… Fred, wie dan?” We moesten allebei breed lachen. “Ene Adema…” zei Fred droog. “Werkt daar als reserve-kapitein en kwam er vorige week achter dat hij ons weer tegen het lijf gaat lopen.” Erika zei: “Maar krijgen jullie dan geen gedonder? Die vent was… Kapitein, toch? Da’s toch hoger dan sergeant of sergeant-majoor?”
Nu was het mijn beurt om gemeen te lachen. “Erika: als alles gaat zoals het moet gaan zijn deze twee stoere kerels over niet al te lange tijd majoor. Een rang nét iets hoger dan kapitein. Overigens: ook al zouden wij gewoon onze huidige rang houden: we weten iets teveel van meneer, dus die gaat zich écht wel koest houden hoor.”
Ingrid keek nogal nadrukkelijk naar Fred z’n postuur. “Ja, dat lijkt me heel verstandig, met de gorilla van DT in de buurt…” Fred boog zich over haar heen.
“Kijk je uit, schatje? Niemand gaat mijn buddy uitschelden voor gorilla, begrepen?” “Ik bedoelde jou, eikel”, bitste ze terug. Ik trok Fred aan z’n mouw. “Kom Fred. Als de dames hier met lichaamsdelen gaan smijten die ze zelf missen, moeten we wegwezen. Er uit. Dááág, lieve dames…” Ik stal nog snel een zoentje van Joline. “Rustig aan, jullie twee! Laat ik geen klachten krijgen!” Haar ogen stonden spottend.
Achter elkaar reden we richting Apeldoorn. We hadden besloten om daar in de eetzaal te gaan eten; om zeven uur begon het seminar in een van de zalen boven de eetzaal. Bij de poort moesten we ons legitimeren, maar we werden verwacht. Fred reed voorop naar een parkeerplaats; die was hier vaker geweest. “Kom, ouwe… Trek je vrolijke gezicht, best kans dat onze vriend de kapitein ook in de eetzaal zit.”
In de eetzaal was het zelfbediening. We konden kiezen uit pasta of een stamppot witlof. Het werd de pasta, met een puddinkje als dessert en een glas sap. In de eetzaal zaten diverse groepjes jongelui in burger, verspreid wat Marechaussees en lui in Landmacht-uniform. Eén grote tafel werd bezet door een aantal officieren van de Landmacht. We gingen een stukje bij hen vandaan zitten.
“Dat zullen onze toekomstige collega’s wel zijn. Ze dragen in ieder geval het borstembleem van CIMIC.” Fred begon te eten, maar plotseling keek hij me indringend aan. “Niet meteen omkijken, Kees, maar onze vriend kwam net binnen. Als hij naar die andere collega’s loopt, komt hij in jouw schootsveld.”
Ik haalde m’n schouders op. “Benieuwd wat hij doet als wij in zijn gezichtsveld komen. Ik hoop dat z’n dienblad niet laat vallen of in z’n broek poept van schrik.” Ik at verder van m’n pasta. Een minuut later liep Adema mijn beeld binnen. Kaal uniform, geen onderscheidingen, zoals ik al verwacht had. Alleen de speld van MLV-blauw. De Militaire Lichamelijke Vaardigheid. Hé? Blauw? Dat zou betekenen dat hij ook de zwemproef had afgelegd. En die was best pittig… Dus wéér een potentiële leugen van meneer.
Hij nam een paar tafel bij ons vandaan plaats, kletsend met collega’s. En dat ging door totdat… zijn blik de mijne kruiste. Hij schrok duidelijk. Ik bleef hem aankijken, mijn gezicht strak. Zonder mijn gezicht van hem af te wenden zei ik tegen Fred: “Contact. Hij heeft me gezien.” “Mooi. Dan zal ik ‘m nóg een verrassing geven.”
Fred draaide zich demonstratief om en keek naar Adema. Die werd wit en boog zich over zijn eten. Fred draaide zich naar me om. “Zo te zien had hij ons hier niet verwacht, Kees. Die dacht dat hij z’n baas wel kom overtuigen ons buiten de deur te houden… Gefopt!”
Na een paar minuten stond Adema op, pakte zijn blad op en verdween gehaast richting spoelkeuken. “Let op: die gaat redden wat er te redden valt.” We aten rustig verder en zaten nog een tijdje te kletsen. De eetzaal liep langzaam leeg, maar af en toe kwamen er nog nieuwe eters binnen. Een daarvan was Derk Zondervan. In het gezelschap van een andere overste. Toen hij afgerekend had, stond Fred op om hem op ons te attenderen. Derk zwaaide en kwam bij ons zitten.
“Kees, Fred, dit is de commandant van 1CIMIC. De andere overste zette zijn blad neer en gaf ons een hand. “Welkom en nu al mijn excuses. Ik had jullie bij voorbaat al afgewezen voor mijn eenheid.” Fred keek hem aan.
“Ik neem aan op grond van info van een van uw medewerkers, overste. En ja, dan begrijpen wij het wel.” Hij knikte. “Noem mij alsjeblieft bij de voornaam: ik heet Michel. En ja, die info kwam van kapitein Adema. Ik begreep van Derk dat zijn visie op jullie enigszins… hoe zal ik het zeggen?... gekleurd is.” Ik knikte. “Dat is zo ongeveer het understatement van de eeuw, maar goed. Wilt u onze versie van het verhaal?”
Hij schudde zijn hoofd. “Nu niet. Ik stel voor dat jullie, de kapitein en ik ons tijdens de pauze van vanavond even terugtrekken in een van de kleine zaaltjes hier. En daar wil ik jullie versie van het verhaal horen, waar hij bij zit. Hij heeft zijn verhaal al aan mij verteld, nu wil ik jullie versie horen. Ik denk dat, gezien Derk z’n uitleg, ik de uitkomst al weet.”
Hij nam nog een paar happen van zijn pasta en vervolgde toen: “Maar nu al: ik heet jullie hartelijk welkom bij mijn bataljon!” Fred zei droogjes: “Mogen wij een en ander ook nog even in beraad houden, overste? Wij hebben nog geen beslissing genomen of we weer bij de Landmacht willen gaan werken. Dat hangt van een aantal factoren af: sfeer, werkzaamheden, werkbelasting en niet te vergeten vriend Adema. Als deze mooie meneer doorgaat met zand in de machine te gooien, gaan wij ons heil elders zoeken. Dan weet u dat alvast.”
Michel legde vork en lepel neer. “Fred… en Kees: Jullie nemen die beslissing. Maar weet wel dat jullie bijzonder welkom zijn bij mijn bataljon.” “We laten jullie rustig even eten, heren. Wij gaan een frisse neus halen, voordat we straks in een seminar zitten. Fred gaf onder tafel een schop tegen mijn been.
Toen we weer buiten stonden keek hij me aan. “Wat denk jij, Kees?” “Ik ben heel benieuwd hoe dat gesprekje in de pauze loopt, maat. Afhankelijk daarvan…” Hij knikte. “…nemen we onze beslissing. Ónze beslissing. Samen.” Ik knikte. “Right. Samen er in of niet.” We gingen weer naar binnen, de trap op naar een grote zaal. Daar stonden en zaten al een aantal militairen. Grotendeels Landmacht, maar ook Luchtmacht, Marechaussee en Marine. En vrijwel allemaal officieren: een paar kapiteins, het gros was majoor en er liepen een paar overstes rond. Wij vielen als onderofficieren wat uit de toon; ik was de laagste in rang, als sergeant.
Maar wij waren wel enigen met het gevechtsinsigne. Enfin… Om drie minuten voor acht riep een majoor: “Dames en heren: wilt u gaan zitten? Over twee minuten beginnen we. Dank u wel.” Er klonk nog wat geroezemoes, maar even later begon de eerste spreker.
Hij vertelde over zijn ervaringen als reservist bij de bouw van een waterkrachtcentrale in Bosnië. Hij was daar naar toe gestuurd om de Bosniacs te helpen met technische kennis. Een interessant verhaal, waarbij hij ook aangaf dat hij op behoorlijk wat weerstand van de lokale aannemers was gestuit. “Hun manier van werken is niet geheel en al de onze”, vertelde de spreker. “Vandaag heb je elektricien A en overmorgen staat daar plotseling meneer B. Redenen? Misschien meneer A wel Kroaat en meneer B Bosniac. En dat meneer B een a-technische eikel is die een bout M3 nog niet kan onderscheiden een moer M8 is niet relevant… En daar had ik dus mee te dealen…”
“Had je maar een vak moeten leren, Henk”, kwam vanuit de zaal. Gelach klonk en hij ging verder. Voor we het wisten waren we een uur verder.
Fred en ik hadden geboeid zitten luisteren. Een aantal zaken herkende ik wel, zoals de onderhuidse spanningen die Bosnië nog steeds beheersten. De bataljonscommandant liep naar voren. “Hartelijk dank voor je verhaal Henk. En de wijze waarop je het over de bühne bracht. Ik heb me geen seconde zitten vervelen en ik geloof dat dit voor de meesten van ons geldt. We kunnen in de gang een bak koffie halen; over twintig minuten verwacht ik u hier voor de volgende spreker.”
Hij liep de zaal in en wenkte ons. En Adema. En Derk. “Komen jullie even mee?” Adema keek schichtig. “Michel, ik kreeg net een appje… Ik moet even mijn vrouw bellen. Problemen thuis.” De bataljonscommandant schudde zijn hoofd. “Nu niet kapitein. U gaat nu met ons mee. Wij hebben iets te bespreken.” Hij leidde ons een kleinere zaal in.
“Ga zitten mensen. Kapitein… Recent heeft u mij iets verteld over de sergeant-majoor van Laar en sergeant Jonkman. Zou u zo vriendelijk willen zijn om dat nog een keer te herhalen waar ze bij zijn?” Adema keek… báng! Een ander woord had ik er niet voor. “Volgens mij was dat gesprek vertrouwelijk, overste. Ging over personeel.”
“Dat is correct, kapitein. En dat personeel zit nu hier. Het zal dus geen verrassing zijn wat uw mening is over beide heren. Dus: brandt los!”
Hij zweeg. Na een aantal seconden keek hij op en barstte uit: “Deze beide onderofficieren hebben mij uit mijn vorige baan getreiterd! Gezorgd dat ik eerst gedegradeerd werd en vervolgens op staande voet ontslagen! Alleen omdat ik wat opmerkingen had gemaakt over een collega. Samen hebben ze volgens mij de directeur van dat bedrijfje in Gorinchem in de tang! Wat zij willen, gebeurd.”
Fred gromde zachtjes: “Vertel dan ook even wélke opmerkingen u maakte over collega’s, kapitein. En dan niet alleen over mijn collega Denise, maar ook over mevrouw Boogers, uw voormalige chef en de verloofde van sergeant Jonkman hier.”
Hij zweeg.
Ik werd ongeduldig en kribbig. “Wel kapitein… Horen we het nog of moet ik het maar vertellen? Dan hoeft u alleen maar te zeggen of ik de waarheid spreek of niet.”
Stilte. Ik keek de commandant aan.
“Dan doe ik het woord maar De kapitein wilde zijn collega Denise wel eens onderwerpen aan een ‘kwaliteits-audit’, zei hij tegen haar. Met name haar borsten en billen.
En hij beschuldigde mijn aanstaande echtgenote Joline ervan dat zij zich binnen Developing Technics omhooggeneukt had van receptioniste tot Hoofd Backoffice.
En met die uitspraak beschuldigde hij impliciet ook de directeur van DT van ongewenste omgangsvormen.”
Ik keek Adema strak aan. “Het was dat je een halve seconde daarna een enorme draai om je oren kreeg van Joline en dat je al op de grond lag, anders had ik je de gang door getrápt. Kapitein of niet.
En tijdens het ontslaggesprek met de heer Koutstaal, de directeur van DT, herhaalde je de opmerking over mijn verloofde nog een keer. In het bijzijn van vier getuigen, waaronder de sergeant-majoor hier naast me.
Verder noemde je haar een, ik citeer: ‘absolute aanfluiting als leidinggevende’ toen zij je wilde spreken over je gebrek aan aantoonbare resultaten van je werk." Ik haalde diep adem en spúúgde hem bijna in z'n gezicht: "En je zei dat mijn beste vriend hier en ik 'een aantal doden op hun geweten hadden'. Dat klopt, meneer de reserve-kapitein; in Bosnië heb ik als schutter lange afstand met mijn Accuracy 8 mensen gedood. En met m'n pistool eentje. Stuk voor stuk klootzakken, oorlogsmisdadigers, moordenaars en verkrachters. En in Afghanistan zijn onder mijn leiding ongeveer 34 Taliban gedood, waarvan ik er zelf 5 voor m'n rekening heb genomen. Mensen die nog wel eens in m'n dromen voorbij komen. In ieder geval een jochie van een jaar of 14, hooguit 15, die samen met een aantal andere Talib-klootzakken dachten dat ze de groep van Kees Jonkman in hun slaap konden verrassen... Maar daar heb jij geen weet van kapitein. Je weet niet wat het is 's nachts badend in het zweet wakker te worden omdat een aantal van die doden langskomen.. Het enige wat jij doet is de 'salon-officier' uithangen. Het enge dingetje wat je DT opfleurt is je MLV-blauw. En zelfs dát is een leugen, want je kunt voor meter zwemmen. Sinds je jeugd heb je niet meer in een zwembad gelegen, laat staan gezwommen. Je eigen woorden, kapitein. Je ben gewoon één grote leugen en een schande voor je uniform." Ik hijgde na mijn uitval.
"En kapitein: je hoeft alleen maar ‘ja’ te knikken of ‘nee’ te schudden. Maar als je ‘nee’ schudt, ga je een hele zware pijp roken, dat kan ik je garanderen!”
Hij reageerde niet. Fred nam het over en wendde zich tot Michel.
“Meneer Adema zou Developing Technics voorzien van een ISO 9001 kwaliteitszorgsysteem en wat veiligheidszaken op de rit zetten. Daar was hij voor aangenomen. Had zijn eigen kantoortje. In de drie weken dat hij in dat kantoortje vertoefde heeft hij niets structureels gepresteerd.
Ik ben de ICT-er van DT en heb een uitdraai gemaakt van zijn digitale activiteiten. Wat op die stick staat is samen te vatten met: porno, chats en spelletjes.
En toen hij nog een kans kreeg van de directeur van DT en ik als zijn mentor werd aangesteld heb ik meneer nauwlettend geobserveerd en zijn werk gemonitord; mijn kleine nichtje van vier jaar zou het beter gedaan hebben. En als klap op de vuurpijl zei meneer dat ik hem bij z’n rang moest aanspreken, potdomme. Terwijl hij in een civiel bedrijf werkte, waar iedereen, tot en met de directeur aan toe, elkaar met de voornaam aansprak. En ik heb je wat beloofd, Adema: als jij iets zou doen wat DT, Kees of mij zou schaden, zou ik jouw browserhistorie bij DT openbaar maken. Ik hou me aan mijn beloften: ik heb de stick met die browsergeschiedenis bij me.”
Hij haalde een USB-stick met het logo van DT uit zijn zak en legde die voor Michel neer. Ik gromde: “En ik heb je ook belofte gedaan kapitein, toen je bijna in je broek stond te poepen van angst op de parkeerplaats bij DT. Als je ons of DT zou lastig vallen of belasteren zou ik allebei je poten breken. Héél langzaam en zonder verdoving. En verdomd, ik begin er aardig zin in te krijgen. Want je hebt ons hier behoorlijk zwart gemaakt, nietwaar?”
Michel stak zijn hand op. “Heren, genoeg. We lossen dit op een andere manier op.” Hij keek Adema aan. “Dit is een nogal ander verhaal dan hetgeen u mij vertelde, kapitein. U heeft mij gewoon voorgelogen over beide heren. En dat pruim ik van niemand. Haal die MLV-speld van uw uniform. Nú. En laat ik 'm nooit meer daar zien, tenzij u mij het certificaat 'Geoefend Militair Zwemmer' kunt laten zien. U gaat nú naar huis. Morgenochtend 08:00 komt u zich bij mij melden. Verdwijn.”
“Ja maar…” “Geen woord meer kapitein. Er uit. 08:00 bij mij op het bureau. En geen seconde later.”
Adema verdween; hij keek ons niet aan.
“Kom, het is bijna tijd voor de volgende spreker. Daarna praten we verder.” "Nog even m'n kop onder de kraan steken, Michel. Ik ben nogal over de jank." Hij knikte.
Even later gingen we de zaal in en de volgende spreker begon een verhaal over hoe de economie van Afghanistan nieuw leven ingeblazen zou moeten worden. Een nogal droog verhaal en de spreker had niet de gave om zijn verhaal te larderen met een paar anekdotes. Bovendien zat ik nog te vol met adrenaline om er veel belangstelling voor te hebben.
Ik was blij toen hij er, bijna een uur later, een eind aan draaide. En ik was niet de enige; Fred bromde, terwijl we stonden te wachten op een glas fris: “Verdorie Kees, ik hoop dat ik niet wordt ingedeeld bij het netwerk Economy, want dat trek ik niet.” “Hier nog eentje, Fred. Als ik eens een keer niet kan slapen, nodig ik die overste uit. Sjongejonge…”
Met een Radler in de hand keken we wat rond, tot Michel op ons af kwam. “Heren, ik wil jullie aan iemand voorstellen. Dit is Martin van Dijk, hoofd netwerk Infra.” Een korte, gedrongen overste stak ons de hand toe. “Goede avond. Ik ben Martin.” “En ik ben Fred van Laar.” “Kees Jonkman.”
“Dit zijn de aanstaand collega’s waar ik het gisteren over had, Martin. Fred is ingenieur ICT en Cyber, Kees is elektrotechnisch ingenieur. Zou jij die kunnen gebruiken?” Hij begon te lachen. “Gebruiken? Ik ga jullie MISBRUIKEN als je bij mij komt. Ik heb een aantal disciplines tekort heren, waaronder ICT en elektrotechniek. Dus als het aan mij ligt: van harte welkom!”
Lees verder: Mini - 192
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10