Door: Keith
Datum: 17-11-2021 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 9901
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 52 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 52 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 193
Vrijdagochtend. Joline was er eerder uit dan ik om beide dames wakker te maken. En kwam even later vrolijk terug. “Die hebben prima geslapen.” We kleedden ons aan en maakten het ontbijt klaar. Terwijl we bezig waren kwamen Charlotte en Margot binnen.
Het werd licht buiten, en ze liepen naar het raam om het uitzicht te bekijken. En tijdens het dekken van de tafel keek ik even naar hen. Beiden uiterst slank, op het magere af. Hun degelijke kleding had dat een beetje verhuld, maar nu ze in een ‘gewoon’ rokje en bloesje liepen bleek dat ze best geen grammetje vet teveel hadden. Eerder te weinig. Desondanks waren het knappe meiden. Beiden een nogal klassiek gezicht met hoge hukbeenderen en mooie, dunne wenkbrauwen. Grijze ogen, volle lippen.
Tijdens het ontbijt aten ze twee boterhammen. Met boter. Geen beleg. Een kopje thee erbij en toen waren ze klaar. “Zeg dames, denken jullie er ook aan een lunchpakket te smeren? En die twee boterhammen; hebben jullie daar écht genoeg aan?” Charlotte antwoordde: “We mochten niet meer dan twee boterhammen. En bij de lunch ook niet.”
Ik zat hen aan te gapen en Joline ook. “Wát?” “Veel eten is zondig”, verklaarde Margot simpel. Joline’s ogen schoten vuur. “Té veel eten is stóm. Je vernaggelt je lichaam. Of het zondig is weet ik niet. Heb ik geen verstand van. Maar meiden: hebben jullie altijd zo gegeten?” Ze knikten. “Ik word steeds nijdiger. Jullie zijn gewoon op een hongerdieet gezet. Jullie zijn volwassen vrouwen, die hebben iets meer nodig dan vier boterhammen op een dag en ’s avonds een beetje warm eten… Want gisteravond hebben jullie ook al niet veel gegeten.
Ik wil nu dat jullie minimaal nog twee boterhammen naar binnen werken. En met boter en beleg! En een lunchpakket smeren met minimaal ook vier boterhammen. Mét beleg! En laat dat begrip ‘zonde’ los. Weet je wat ‘zonde’ is? Als jullie ook maar één dag van je leven verder verzieken met dit soort gedachten.
Jullie zijn gewoon zwaar geïndoctrineerd. Gehersenspoeld. En weet je: ik denk dat jullie pas het bedrijf over zouden mogen nemen als jullie pa de laatste adem heeft uitgeblazen. Want zó zie ik hem wel voor me. Nou daar gaan wij een stokje voor steken, zowaar ik Joline Boogers heet!”
“Ehh… schat… over een aantal weken heet je Joline Jonkman…” Ze kon de grap niet waarderen. “Kop dicht, Kees. Ik ben serieus.” “Sorry…” Beiden keken ons aan. “Pa heeft nog nooit ‘sorry’ tegen ma gezegd…” Joline moest, ondanks alles, even lachen. “Nou, Kees moet dat regelmatig wél doen, hoor. Anders krijgt hij een draai om z’n oren van me!”
Die draai om de oren triggerde me. “Jolien… Ik stel voor dat wij vanavond niet naar dansles gaan, maar naar Amersfoort. Pa en Ma hebben wat meer ervaring met kerkelijke zaken dan ik. Ik zal ze even bellen. Joline keek verrast. “Nu, Kees? Om… tien over zes?” Ik knikte. “Ja. Die zijn al wakker hoor. De wekker loopt in Amersfoort om zes uur af.”
Ik pakte de telefoon. “Hé Kees, goedemorgen! Jij bent vroeg… Vertel!” “Dag Ma. Ja, ik ben vroeg en dat is serieus…” In het kort vertelde ik wat er aan de hand was en besloot met: “Kunnen de dames en wij blijven slapen?” “Ja natuurlijk. We slaan wel wat extra eten in en zien jullie wel komen, oké?” “Is goed. Tussen half zes en zes uur staan we voor de deur.” “Prima jongen. Tot vanavond. En tot die tijd geen stomme dingen doen hé?” “Ik ben erbij, Chantal!” riep Joline. “Oh, dan is het goed. Dank je wel meisje.”
Ik legde de telefoon neer. “Zo. Ook geregeld.” Ik keek de zussen aan. “Mijn Pa en Ma hebben wat meer binding met de kerk dan wij. Waarschijnlijk ook goeie ideeën. En nu dames: tassen pakken met alles wat jullie nodig hebben. Dan gooien we dat in de auto en rijden vanuit DT meteen door naar Amersfoort en slapen daar. En nou, hup, spullen pakken. De auto vertrekt over tien minuten. Te laat is lopen.”
Ze verdwenen in de logeerkamer. En tegen Joline zei ik: “En jij, schoonheid: pak een mooie jurk of rok in, en je toiletspullen en eventueel maandverband. En sportspullen. Want vandaag is ome Kees weer de trainer. En spul voor een logeerpartij én de bevordering van je vriendje. Want ik voorzie dat we vanuit Amersfoort in één streep doorrijden naar Apeldoorn. Ik pak m’n Dagelijks Tenue in ieder geval in. En we moeten nog een paar lui vragen of ze zin hebben in een militair feestje. Ze wonen in Amersfoort en Malden. Wellicht ook in Wageningen en Berg en Dal.”
Joline schudde haar hoofd. “Wauw… Dit gaat een beetje snel… Jij anticipeert goed, Kees.” Ik knikte. “Ja. Crisismanagen ligt me wel. Zeker als het om knappe dames gaat.” Joline kwam tegen me aan staan. “Ik zal je dan eens een crisis bezorgen waar je je tanden in kan zetten, vriendje van me. Die crisis heet ‘huwelijk’. Eens kijken of je je daar doorheen kan slaan…”
Ze sloeg haar armen om me heen, kuste me vurig en wreef haar warme lijf tegen me aan. “Ik voel een andere crisis de kop opsteken, Kees…” “Ja? Dan mag jij daar je tanden inzetten, liefje.” Ze schoot in de lach. “Idioot!” We zoenden lekker verder tot een kuchje ons tot de harde realiteit riep.
“Joline… wij zijn zover…” Joline draaide haar hoofd naar beide dames toe. “Wij nog niet… Even geduld a.u.b.” En ze zoende me weer. Na een paar seconden liet ze los. “Ik hou van je. Gék! Kom, spullen pakken.” “Sorry dames… Soms…” Ze lachten voorzichtig en met rode wangen. Potverdorie… die meiden waren écht nog zo groen als gras!
Ik liep naar de inloopkast en pakte mijn uniform, schoenen en baret. En het doosje met mijn ‘groot model decoraties’. Die zou ik vanavond wel op het pak prikken. De weekendtas met sportspullen stond al klaar. “Zijn we zover? Mooi. Let’s go, dames!” In de auto vroeg Margot: “Hoe zit dat nou, meneer Jonkman? U werkt bij DT, maar u heeft een uniform met allemaal medailles..”
Ik zuchtte demonstratief. “Margot, noem me nog één keer ‘meneer Jonkman’ en je mag je vijf keer opdrukken. Geldt ook voor je zus. Maar om op je vraag terug te komen: Een een aantal weken vroeg iemand van Defensie of Fred van Laar en ik er trek in hadden terug te komen bij Defensie, maar nu als reservist. We hebben gisteren ‘ja’ gezegd en morgen worden we bevorderd en aangesteld bij het reserve-personeel van de Koninklijke Landmacht. En stiekem ben daar best wel trots op.”
Joline legde haar hand op mijn arm. “En ik ook, Kees.” Ze keek me aan met heldere ogen. “En die medailles? Wat betekenen die?” “Charlotte, dat is best een lang verhaal. Vertel ik wel eens als ik niet op de snelweg achter het stuur zit, oké?” Ze knikte en zei: “Oké… Maar ik zag ook sporttassen, Joline. Wat doen jullie daar mee?” “Wij sporten bij DT drie keer in de week in de middagpauze. ’s Maandags onder leiding van Fred, op woensdag gaan we naar een fitness vlak in de buurt van DT en vrijdags is Kees de trainer.
Dit met toestemming van onze lieve directeur Theo, die overigens ook fanatiek meedoet, omdat we volgens hem ‘toch al teveel op ons krent zitten’. De Piraten sporten, het team van Miranda ook, van de andere teams lopen nu ook een paar man mee en het hele backoffice. De anderen blijven op hun bureau zitten… de watjes. En Theo vindt het prima, want er wordt nogal veel overgewerkt bij DT. Dat uurtje wat we kwijt zijn aan sport compenseert dat een beetje, maar het is vooral heel goed voor de teambuilding.”
Ik knikte hevig. “Zeker weten. Met name als de trainer je een dag voor kerst in een gillende sneeuwbui door een ijskouwe sloot heen jaagt.” Joline bromde. “Ja. Fijne vent, die trainer. Zit hier naast me. Fred en ik liepen achteraan als veegploeg en ik heb nog nooit zoveel scheldwoorden en vloeken binnen de minuut gehoord… Als jullie erbij waren geweest, waren jullie flauwgevallen.” Margot giechelde. “Wij hoorden ook wel eens wat van de chauffeurs, hoor… Zó wereldvreemd zijn we nou ook weer niet.”
De conversatie was gelukkig iets meer ontspannen dan de avond ervoor en voor we het wisten stonden we op de parkeerplaats bij DT. Ik draaide me om. “Ik ga vandaag even met jullie pa bellen. Hem vertellen dat hij z’n dochters niet als ‘vermist’ hoeft op te geven, maar dat ze veilig zijn. Wáár, dat vertel ik ‘m niet. Overigens: gaan jullie je tante ook nog bellen? Anders zit dat arme mens zich nog steeds vreselijk zorgen om jullie te maken…”
Weer twee knikkende hoofden “Kom dames, er uit. We drinken in de koffiecorner eerst samen een bakje, daarna gaan we aan het werk. Als ik wat meer weet uit Groot-Ammers horen jullie het wel, oké?” We stapten uit en liepen het gebouw in.
Chantal zat achter de receptie en keek een beetje verbaasd naar de zussen. Ze zei gelukkig niets, behalve: “Goedemorgen allemaal! De weg naar Gorinchem weer gevonden, Kees?” Ik knikte. “Ja. Helaas. Weer geen Palma de Mallorca.” “Goed zo! Werk ze vandaag. Ook jullie, meiden. En sterkte daar bij DT!” We namen een bakje koffie en de zussen thee. Langzamerhand stroomde de koffiecorner vol. Sommigen keken wat verwonderd naar de zussen die nu wat minder opvielen in hun nieuwe outfit, naar er werden geen opmerkingen gemaakt. Prima.
Na een aantal minuten ‘small talk’ wenkte Joline beide zussen mee naar haar bureau. Ik tapte nog een kop koffie en liep naar de groepsruimte van de Piraten. Daar was Henk nog alleen. “Zo, Kees… Hebben jullie die dames een facelift gegeven?” Ik knikte. “Joline d’r werk.” Hij stak zijn duim op. Even later zaten we in de groepsbespreking en begon de ‘gewone’ werkdag.
Toen het tien uur was kwam Joline mijn bureau binnen rennen. “Theo heeft ze aangenomen, Kees! Ik ben zó blij!” Ik kuste haar. “Mooi, meissie. En nu ga ik hun pa even bellen… Nee eerst een bak koffie halen. Zal ik nodig hebben…” Joline wipte op. “Haal ik wel. En ik wil erbij zijn.” Toen ze terug was toetste ik het nummer van het bedrijf in.
“Bongers Transport, goedemorgen. Waar kan ik u mee helpen?”
“Goedemorgen meneer. Ik wil graag de heer Bongers spreken. Het is nogal persoonlijk.”
Even stilte. “En wie kan ik zeggen dat hem wil spreken, meneer?”
“De heer Jonkman. En vertel meneer ook dat het over zijn dochters gaat.”
Wederom even stilte. “Ik verbind u door, meneer.”
Geen wachtmuziekje, gewoon stilte op de lijn.
“Bongers”
Ik haalde adem. “Meneer Bongers, u spreekt met Jonkman. En dit gesprek gaat over uw dochters.”
“Ik heb geen dochters.”
Ik keekJoline aan: haar ogen werden groot en donker van woede.
“U heeft wél dochters meneer. Charlotte en Margot. En die willen vrij zijn. Niet als slaaf behandeld, van de trap gesmeten en opgesloten worden.”
Er kwam geen reactie meer, behalve de bezettoon.
Joline explodeerde bijna en sprong op. “Wát een lúl! En wedden dat z’n vrouw nu zit te janken? Ik ben in staat om...”
Ik duwde haar in een stoel. “Niks ervan. Wij gaan dit straks even met Angelique bespreken en vanavond met Pa en Ma. Ze zijn nú al geëxcommuniceerd. Ze zijn dood voor hun familie. Net als die tante. Even je woede laten zakken, mevrouw Boogers. En niets laten merken aan die twee!”
Ze keek me aan, haar ogen nu rood. “Wat ben jij een kouwe, Kees. Ik sta op het punt om iemand aan te vliegen als ik ‘m zou tegen komen…”
Ik schudde mijn hoofd. “Dat heeft geen zin. Moeten we anders oplossen. En daar hebben we An, Pa en Ma voor nodig.
Je laat ze nu gewoon werken, we nemen ze vanavond mee naar Amersfoort. Morgenochtend brengen we ze naar hun tante in Arnhem en wij rijden dan door naar Apeldoorn. We moeten alleen iets verzinnen waardoor ze naar Utrecht en Gorinchem kunnen komen.” “Ze hebben een OV-kaart, schat. Het zijn studenten.” Joline glimlachte wat mat. “Oké… Alleen hun studieboeken… Die liggen waarschijnlijk in Groot-Ammers… Nou ja, ze kunnen voorlopig wel even mijn boeken lenen. Ik heb vrijwel alles digitaal.”
“Je bent briljant, schat. En ik ga weer aan het werk; lekker tekenen…” Ze keek me aan. “We zijn weer eens goed bezig, Kees.” Ik knikte. “Dat denk ik ook. En nu: wegwezen met je mooie benen; er moet hier geld verdiend worden!” Een luchtkusje en wég was ze.
Na het rondje hardlopen, onder de douche, nam Theo mij even apart. “Jullie zijn wat zaken aan het regelen voor onze nieuwste medewerkers? Ik ving wat op van Joline. Kan ik ergens mee helpen?” Ik dacht even na. “Nog niet, Theo. Misschien volgende week, als we wat meer weten. Ken jij transportbedrijf Bongers in Groot-Ammers? Hun pa?” Hij dacht even na. “Nee. Niet mijn branche. Maar ik kan wel wat navraag doen bij Gertie. Die heeft vanuit haar bedrijf meer zakenrelaties die kant uit.” “Graag. Ik wil zoveel mogelijk weten van die vent. Beweerde net aan de telefoon ijskoud dat hij geen dochters had.”
Theo kneep zijn ogen samen. “Verdomme. Wat een eikel, Kees. Gertie en ik konden geen kinderen krijgen. Erfelijk gebrek, net als bij de vader van Marion. Ik zou er een poot voor over hebben om die twee meiden als dochter te hebben… Wat sta jij te gniffelen???”
Ik lachte nu voluit. “Dat is vijf keer, Theo…” Er klonk een grom. “Niet hier, Kees. Doe ik straks wel, tijdens de lunch.” “Het zij u vergeven, meneer de directeur. Uw krachtterm kwam voort uit een terechte woede-aanval. Dan ben ik wat coulanter.” “Dat zou de eerste keer zijn, Kees.”
We droogden ons af, kleedden ons aan en gingen naar beneden, richting groepsruimte. Die liep even later vol met eters. Miranda wees op de zussen. “Kijk Rob, ik heb eindelijk medestanders!” Die zaten allebei met een beker thee in hun handen. Rob keek somber. “Toch geen vlierbesmeuk, dames? Want die geur wil ik op dit kantoor niet ruiken, denk er goed aan!”
Ze keken verwonderd. “Mijn grote broer is een beetje allergisch voor vlierbesthee”, legde Joline uit. “Maar verder is hij wel aardig, hoor.” Ik gniffelde. “Ja. Behalve als je hem die vlierbesthee op bed brengt…”
Miranda keek me vragend aan. “Heb je dat wel eens gedaan dan?”
Ik grinnikte. “Jazeker! En nog wel de ochtend nadat we terugkwamen van een klusje op zee, bij Neddrill. Als dank dat hij de reputatie van DT had gered, zeg maar.” Joline giebelde: “Kees z’n zus Melissa heeft daarna nog vrij uitgebreid nazorg moeten verlenen…”
Rob keek donker naar Joline. “Zeg zussie… Ook jij kan te ver gaan hé? Ik ben wel je grote broer!” Ze stak haar tong uit.
Na het eten schoof ik bij Angelique naar binnen. “Hé An, mag ik je op mijn kantoortje wat vragen?” Ze knikte en liep zwijgend mee. “Onze twee nieuwste medewerkers…” Ze onderbrak me. “… zijn uitgebuit, mishandeld en opgesloten en nu doodverklaard. Door hun eigen pa. Ik hoorde het van Joline. En ik ga hier eens induiken, Kees. Dit weekend. Zijn er getuigen?”
Ik dacht even na. “Van de uitbuiting zou de boekhouder moeten weten; die schreef elke maand géén salaris over. De opsluiting: een van de chauffeurs, die heeft hen eten gebracht. De mishandeling: de andere zus. En Joline heeft op de universiteit gezien dat ze mank liep.”
Angelique keek grimmig. “Arme meiden… Ik ga m’n best doen voor die twee, Kees!” “Dank je wel, schat.”
Ze keek verwonderd. “Volgens mij verwissel jij een paar mensen, Kees.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee hoor. Ik mag de getuige van mijn bud toch wel ‘schat’ noemen?”
Ze lachte lief. “Heeft hij het verteld?” Ik knikte. “En hij is er apetrots op dat jij dat wil doen.” “We zijn ondertussen méér dan goede vrienden, Kees. Wij alle vier. Als ze niet samen met jullie waren getrouwd, hadden wij het hen wel gevraagd.” Ik knipoogde. “Mooi, dame. Geniet ervan.” En met een knipoog verdween ze naar de receptie en dook ik weer achter m’n beeldscherm.
Hé… Een mail van Michel, de commandant van 1CIMIC.
Als commandant van 1CIMICBataljon nodig ik U uit voor de bevordering en aanstelling van majoor(r) C. Jonkman en majoor(r) F. van Laar bij het reserve-personeel der Koninklijke Landmacht en de bevordering van kap(r) G. de Laat tot majoor(r).
Het programma is als volgt:
14:00 uur ontvangst genodigden
14:30 bijzonder appel op de appelplaats van de Frank van Bijnenkazerne
15:00 informeel samenzijn in de koffieruimte
Tenue:
Militairen: DT met model-decoraties
Burgers: Tenue de ville
Een stukje tekst erbij van Michel zelf:
‘Fred, Kees: dit mag je doorsturen naar jullie gasten.
Laat ze het uitprinten, dan geldt dat als toegangsbewijs aan de poort.
De route op de kazerne is bewijzerd.
Als jullie je om 13:00 bij mij melden, kunnen we de ceremonie even doorspreken. Groet, Michel.’
Oké, dan nu even voor morgen de zaak regelen. Met Joline en Fred overleggen… Ik liep naar het backoffice. “Fred… even overleggen voor morgen. Op Jo d’r bureau.” Hij knikte. “Ik las net het mailtje van Michel.” We liepen naar Joline. “Schat, wie nodigen we voor morgen uit?” Ze keek op. “Niet zo moeilijk, Kees. Jouw en mijn pa en ma, en de andere leden van ons sextet.”
Ik knikte. “Dan houden we nog één plekje over schat. Militaire genodigden, dus Ton, tellen niet mee. Overigens: Wachtmeester Greet komt ook.” Ze dacht even na. “Theo en Gertie. Als werkgever heeft hij er ook mee te maken. En Gertie is gewoon een leuk mens. Zal vast wel met Ma op kunnen schieten…” Ze lachte geniepig. “En jij, Fred?” Hij dacht na. “Wilma natuurlijk, haar pa, mijn ouders. Meer niet. Wilma’s broers zijn druk en ik ben zoals je weet enig kind.” Joline zei zachtjes: “Wil je je getuige niet uitnodigen?”
Hij keek Joline verbluft aan en ze lachte liefjes. “Dan kunnen jouw getuige en de onze alvast kennismaken, zeg maar.” Fred liep op Joline af, boog zich voorover en gaf haar drie zoenen. “Jij bent écht briljant…”
Ze werd een beetje rood. “Zo kan 'ie wel weer, meneer van Laar. Je cheffin gaan zoenen… Ben jij gek!”
We lachten even. “Ik ga het An en Henry meteen vragen!” Fred dreunde weg.
“Lief, schat.” Ik knipoogde naar Joline. “Kom, aanstaand majoor. We gaan de chef even persoonlijk op de hoogte stellen. Heb ik wat meer pluspunten voor, zeg maar.” Ik schoot in de lach. “Jaja…”
De deur van Theo’s bureau stond open, dus we konden naar binnen. “Zo mevrouw, meneer… Hoe is het met mijn nieuwste medewerkers?” “Keihard aan het werk, meneer de directeur. En met veel plezier, onder de bezielende leiding van Gonnie. Maar daar komen we niet voor.”
Zijn blik schakelde meteen in de stand ‘wantrouwend’. “Ga zitten en vertel.” Joline zei liefjes: “Hebben Gertie en jij morgenmiddag iets belangrijks te doen, Theo?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. We hadden vage plannen om ’s middag een stuk te wandelen. Hoezo?”
Ik nam het over. “Dan zijn jullie bij deze uitgenodigd om morgenmiddag naar Apeldoorn te komen. Dan worden Fred en ik bevorderd en aangesteld bij het reservepersoneel van de Landmacht. Als werkgever van Fred en van ons heb jij daar ook mee te maken.” Hij keek ons aan.
“Natuurlijk zijn we daar bij, Kees! Mooi, man. En een bevordering? Welke rang?” “Majoor, Theo.” Hij zakte achterover in zijn stoel. “Ergens heb ik iets fout gedaan in m’n leven. Ik heb het slechts tot korporaal geschopt. Oké, wel bij een écht wapen: ik was schutter op een Leopard II -tank. Maar ik heb maandag dus twee majoors in m’n bedrijf en moet ik telkens in de houding springen als ik ze tegenkom… Heb ík weer.”
Ik grinnikte. “Kom kom, Theo… Dat deed je ook niet voor een zekere reserve-kapitein…” Verder kwam ik niet. Naast me klonk een vinnig: “Kéés! Hou die lul er buiten!” Theo grinnikte. “Ik sluit me geheel bij de vorige spreekster aan. Wij komen, Kees! Hoe laat en waar?” Krijg je op de mail, chef. Voor vier uur.” “Leuk, man! Proficiat!” Even later ging de mail van Michel met uitnodiging richting mijn Pa en Ma, Tony en Rob Sr., Theo, Clara, Ton, Melissa en Rob Jr.
“Graag voor het einde van de middag reageren. Mail uitprinten; is tevens toegangsbewijs tot de kazerne.”
Vrijwel meteen kwam er antwoord van Claar en Mel. “Ja leuk! Lekker flirten met allerlei andere knappe militairen!” Gevolgd door een droog:”Ik ben er bij, Kees. Iemand moet jullie toch de finesses van het officierschap bijbrengen? En dat flirten met andere militairen laat je maar uit je rooie koppetje, Clara Jonkman!”
Tony mailde: “LEUK!!! Wij komen!”
En even later Pa: “Wij zijn er ook bij. Bespreken we vanavond wel.”
En Rob jr stak zijn hoofd om de deur: “Ik begrijp dat we elkaar morgen weer zien, Kees? Mooi man…”
Ik stak m’n duim op. Héhé… wat een geregel. allemaal...
Weer aan het werk. Tot vier uur; schoon schip maken en om half vijf reed ik de auto van de parkeerplaats. “Zo dames… Richting de Keistad! Lekker eten bij Casa di Mama!” “Nou, ik ga even onder zeil, Kees. Best druk geweest vandaag…” Joline gaapte. Ik keek in de binnenspiegel. “Dames, als jullie ook even de luiken willen sluiten… Ga je gang. Ik zet wel een muziekje op en vermaak me wel.” “Dank u wel, meneer Jonkman”, klonk het achter me. “Dat is vijf keer opdrukken Margot…” “Helemaal niet! Dat was Lot!” Achter ons ontstond gekibbel en ik zuchtte. “Wie het ook was: er wordt straks vijf keer opgedrukt, denk er aan!” Ze giebelden nog even, maar na een kilometer waren alle dames onder zeil. Zachtjes zette ik de “Water Music” van Händel op…
Bij de Stichtse Rotonde kwam er weer leven in de brouwerij. “Dames, over twee minuten zijn we er.” Oprit op, motor uit… De voordeur ging open en Ma werd zichtbaar. “Zo jongelui… Welkom in Amersfoort! Joline en ik gaven haar een knuffel. “Margot, Charlotte, dit is mijn moeder. Ma, dit zijn Charlotte en Margot Bongers.” Ze gaven elkaar een hand. “Kom verder jongens en welkom in Huize Jonkman. Mijn man Karel is nog even boodschappen doen.”
Wéér verbazing in de ogen van de zussen. Verdorie… Pa Bongers moest wel een soort pasja zijn. Zijn bedrijf bestieren als directeur, maar thuis geen poot uitsteken… Enfin, we zouden het vandaag wel horen. Ma was er goed in om mensen te ondervragen. Heel lief, maar ondertussen vertelde je altijd meer dan je zou willen…
“Wat drinken jullie, meiden? Thee?” De zussen knikten. “Graag mevrouw Jonkman.” Ma ging even zitten en keek hen aan. “Luister goed. Die twee hier noemen me ‘Ma’. En mijn man ‘Pa’. Dat geldt voor jullie niet. Ik heet Chantal. Mijn man heet Karel. En wij willen graag dat jullie ons ook zo aanspreken. We willen dat jullie je hier thuis voelen. Veilig, geborgen. Als dat niet lukt, is dat onze fout en zou ik me de ogen uit m’n kop moeten schamen.
Zoals ik tegen Joline zei, de eerste keer dat ze hier binnen kwam: ‘Beschouw dit huis als thuis’. Hoewel die term voor jullie misschien geen fijne associatie heeft, als ik goed ben ingelicht. Maar daar hebben we het later nog wel over. Ontspan, doe lekker wat je wilt, zolang je maar niet in de gordijnen klimt, oké?”
Ze glimlachte. “En ik gebruik meestal de term ‘meiden’. Kees heeft twee zussen, Clara en Melissa, die zie je op die foto.” Ze wees en vervolgde: “Beiden de schrik van de heren professoren op de Universiteit Wageningen. “The red twins” is hun bijnaam. Meiden die niet over zich heen laten fietsen en die je stevig onder de duim moet houden. Vandaar de aanspreektitel ‘meiden’. Ik hoop dat jullie daar tegen kunnen.” Margot lachte zachtjes. “Joline gebruikt die term ook meestal, mevr… ehhhh… Chantal. Kees is wat netter, die zegt meestal ‘dames’.”
Ma keek me goedkeurend aan. “Goed zo, zoontje. En nu thee!” Ze liep de keuken in.
Charlotte stond op en bekeek de foto van de tweeling. “Wat een knappe…”
“Meiden?” vroeg Joline ondeugend. “Pas maar op Margot. Die twee zijn levensgevaarlijk. Mijn beide broers vielen als bakstenen voor hun charmes. Kees ook trouwens. De eerste zin die hij over zijn zussen tegen mij zei was: die twee zijn gezegend met een onderstel waar Ferdinand Porsche en Enzio Ferrari van zouden dromen. En dat weten ze maar als te goed, de krengetjes.”
De zussen schoten in de lach. Nu eens geen onderdrukt gegiechel, maar een gewone, spontane lach. Héhé… Eindelijk begonnen ze een beetje los te komen. Op dat moment kwam Ma binnen. “Hé, hier wordt gelachen! Dat is goed, want dit huis is met het vertrek van Kees en de meiden best wel wat stiller geworden.
Gelukkig compenseren ze dat in ruime mate als de hele meute hier weer eens een weekend is. Dan hebben Karel en ik een week nodig om bij te komen van de gevatte opmerkingen.” Ze ging zitten en deelde de kopjes uit. “Chocolaatje erbij?” Beide zussen aarzelden.
“Meiden…” Joline keek hen strak aan. “Je hoeft hier geen gewetenswroeging van te krijgen! Jullie zijn jarenlang op het verkeerde been gezet!” Ik vulde droog aan: “Het is net een kroket. Maar smaakt een beetje anders.”
Joline snauwde: “Kees! Laat die flauwe grappen, verdomme!” Ik wees op de grond. “Nú, mevrouw Boogers!” En met een blik op de zussen: “En jullie moeten er ook nog vijf! Wie ze uitvoert boeit me niet zo, maar er wordt hier vijf keer opgedrukt. Nú!”
Joline ging zuchtend liggen en Margot ernaast. “Kom op Margot… Vijf keer… óp – neer… óp – neer…” Na vijf keer stonden ze op. “Zo goed, Kees?” Joline’s ogen vlamden. “Ja schat. Prima, schat.” Narrig zei ze. “Mooi. Maar je láát die flauwe grappen voortaan, begrepen?” Ik knikte. “Sorry meiden.”
Ze giechelden nu weer en Charlotte zei: “Je mag jezelf ook vijf keer opdrukken, Kees. Je zei ‘meiden’ en geen ‘dames’.” Ik keek haar verbluft aan en daarna Ma. “Ja jongen, nu ben jij de klos… Liggen!” “Nou ja, zeg…”
Ik dook op de grond en terwijl ik bezig was aan m’n derde push-up kwam Pa binnen. “Is het weer zover? Wanneer leer je jezelf nou eens te beheersen, Kees? Dág dames… Ik geef jullie zo meteen wel een hand; nu even m’n armen vol boodschappen.” Hij verdween in de keuken en ik stond op.
“Hier krijg je spijt van, Lotje. Ben je nou helemaal van jezelf getikt…”
Ze keek me niet-begrijpend aan, maar Joline en Ma schoten in de lach. “Goed gevonden, Kees!”
Na een paar seconden begrepen de zussen de grap ook en schoten in de lach. “Haha… Die kenden we niet… Van Lotje getikt…”
Pa kwam binnen. “Zo… Gezellig hier! Ik ben Karel, de pa van Kees. En jullie zijn Charlotte en Margot, schat ik zo.” Het lachen stopte alsof er kraan werd dichtgedraaid. “Dag meneer Jonkman…” Bijna bedeesd gaven ze Pa een hand. Hij keek hen aan.
“Volgens mij noemde ik net mijn voornaam. Maar voor het geval jullie die even niet hadden gehoord: ik ben Karel. En de eerste de beste die nog ‘meneer’ tegen me zegt, ligt in de voorligsteun. En wie is Margot en wie is Charlotte?” “Ik ben Margot…” “Mooi. Margot met staart, Charlotte met vlechten. Makkelijker te onthouden dan bij m’n eigen dochters, dat scheelt. Schat, zit er nog wat in die theepot? Daar lust ik ook wel wat van… Het was druk in de winkel…”
Met een stalen gezicht en op haar bitcherige toon zei Joline: “Mankeert er iets aan je handjes? Schenk zelf maar in!!” Ma en ik schoten in de lach en Pa sputterde: “Zeg aanstaande schoondochter, zelfs jij kunt te ver gaan!”
Joline ging bij hem op schoot zitten en met haar ‘jonge-meisjes-stemmetje' zei ze: “Maar ik ben toch je aller-, aller-, allerliefste schoondochtertje?” Pa kietelde haar.
“Er af, blond krengetje! Je probeert me gewoon om je vingertje te winden!” Lachend drukte Joline een kus op het voorhoofd van Pa. “Ouwe mopperkont van me…”
Toen stond ze op en ging weer op haar stoel zitten. “Zo, mijn lieve schoonpa weer begroet. Zo doen we dat hier.”
Beide zussen zaten met een rood hoofd op de bank. Ma zag het. “Karel, wat eten we vandaag?” “Pasta di papa, bueno signora!” “Mooi. En lekker. Opbokken dan. Naar de keuken en neem Kees maar mee. Wij meiden kletsen wel even door.” Ik begreep haar; ze wilde met ‘meisjes onder elkaar’ zijn.
De zussen waren nogal schichtig in mannelijk gezelschap. Met een knipoog naar haar verdween ik achter Pa aan in de keuken. En tegen onze gewoonte in, deed ik de deur dicht.
Pa keek me aan. “Dat wordt een zware klus, Kees… Ik hoorde jullie lachen, kwam binnen en ze waren meteen doodstil.” Ik knikte. “Ik denk dat papa zijn drie dames als een potentaat onder de duim hield. En ik vraag me af hoe het nu met hun moeder is. Die krijgt nu waarschijnlijk de schuld en de volle laag” “Komen we straks wel achter. Niet tijdens het eten; dan is er rust in de tent, oké? Laat ze eerst maar even aan mijn o, zo dominante aanwezigheid wennen.” Ik grinnikte. “Ja, vooral die dominantie. Blij dat we niet naar Malden zijn gegaan. Dan waren de dames achterover geslagen van Tony.”
“Vast… En nu koken! Maak jij het dessert?” Ik knikte. “Oh, pa… de meiden eten geen vlees. Tenminste… Tot nu toe niet. Wellicht kun je ze bekeren met jouw pasta?” Hij knikte. Ik maak ook wel twee porties zónder vlees. Veel minder lekker, maar goed. Ik hou die wel achter. Als ze écht geen vlees willen, tover ik die wel tevoorschijn, oké?” “Yes… Niet teveel pushen hé?”
We gingen aan de slag. De pasta van Pa was altijd prima te eten: veel groenten, niet teveel vlees en lekkere, eigen gemaakte saus. Ik bekommerde me om het toetje en een half uur later was de tafel gedekt en schoven we aan. “We zijn even stil, mensen.” Toen de zussen na hun gebed opkeken zei Ma: “Eet smakelijk!” En Pa vervolgde: “Dit is mijn eigengemaakte pasta. Althans:de saus. Volgens mijn kinderen prima te eten. Maar als jullie de pasta liever zónder vlees willen…” Charlotte schudde haar hoofd. “Nee. Uw gewoonten. We hebben er daarstraks even over gepraat met uw vrouw; Tijd dat we een aantal dingen niet meer doen en een aantal andere dingen wél.” Pa knikte. “Fijn, dank jullie wel.”
Ze schepten twee bescheiden porties op en toen iedereen zijn bordje had opgeschept begonnen ze te eten. En na een paar happen zei Margot: “Dit is heerlijk, meneer Jonkman!” Pa keek haar aan. “Heb je last van geheugenverlies, Margot? Als ik jullie namen kan onthouden, kunnen jullie onze toch zeker wel onthouden, denk ik?”
Charlotte lachte zachtjes. “Maar jullie hebben geen staart of vlechten…” We schoten in de lach en de zussen werden rood. Ma legde haar hand op die van Charlotte. “Goed zo. Geef ‘m maar op z’n nummer als dat nodig is. Laat je niet op je kop zitten. Met staart of vlecht, dat maakt me niet uit.” Nadat ze hun bord hadden leeggegeten, legden ze hun bestek netjes op het bord. “Nu al genoeg gegeten?” vroeg Ma. “Kom op meiden, dat lijkt me sterk. Met dat beetje wat jullie opschepten kom je de nacht niet mee door, hoor. Jullie hebben al niet zo veel reserves, als ik dat zo bekijk.” Aarzelend schepten ze nog wat op. Nog steeds weinig, maar het was alweer een stapje vooruit. En ook het dessert ging er goed in.
“Zo. De heren hebben gekookt; de dames gaan afwassen. Eerlijk verdelen.” Even later verdween al het vrouwvolk in de keuken en de deur ging dicht. Pa wenkte mij. “Even naar buiten, knul.” Eenmaal buiten keek hij serieus. “Kees, deze meiden lijken wel rechtstreeks uit de hongerwinter te komen.” Ik knikte. “Vanochtend hebben we ze ook al uitgefoeterd: ze aten elk twee boterhammen met alleen boter. “Veel eten is een zonde”, was de reactie. En toen heeft Joline ze zo ongeveer gedwongen om nóg twee boterhammen te eten; en ditmaal met beleg. Lunchpakket: met heel veel moeite vier boterhammen, héél weinig beleg. Eén zielig plakje kaas en zo ongeveer drie korreltjes hagelslag per twee boterhammen. En nóg keken ze alsof ze drie ton aan goud achterover hadden gedrukt.”
Ik zag een uitdrukking die ik bij Pa weinig zag: ronduit kwaad. “Dit heeft geen lor met welke religie dan ook te maken. De Jehovah’s getuigen zijn streng voor zichzelf, ja. Maar dit is bijna slavernij.
Bij mijn vorige werkgever werkte een knul die ook lid was van de Beweging. Liep zich de vouwen uit de broek met de Wachttoren, hun blad. Elke avond op pad, van deur tot deur en elke avond uitgekotst. Maar elke morgen op tijd op z’n werk, vrolijk en een hele fijne vent om mee samen te werken.
Inderdaad geen vlees, geen alcohol, niet roken, geen verjaardagen, Oud en Nieuw of Christelijke feestdagen… Maar een leuke kerel en harde werker met humor. Zijn geloof was zijn leven en hij genoot er van!
Deze meiden zijn misbruikt. Misschien niet sexueel, hoewel me dat niks zou verwonderen, maar lichamelijk en geestelijk zijn ze wel degelijk misbruikt. Ter meerdere eer en glorie van hun Pa en zijn bedrijf…”
Hij keek zorgelijk.
“En hun moeder krijgt nu waarschijnlijk de volle laag”, vulde ik aan.
“Ik ga zo onze huisarts eens bellen.” Is dat nog steeds dezelfde?” Hij knikte. “Ja. Volgend jaar gaat het met pensioen.”
Dokter Albers… Zo lang ik me kon herinneren onze huisarts geweest. Een ‘statige man’: Uiterst verzorgd, een net, grijs puntbaardje en bijzonder slanke, blanke handen. Nog steeds. “Ik wil hem vragen om eens ‘voor een gezellig bezoekje’ langs te komen. Hij kan de dames dan even observeren. Desnoods professionele hulp inroepen.” Ik knikte maar er schoot me iets te binnen.
“Het zou wel eens kunnen zijn dat de dames geen ziektekostenverzekering hebben, Pa.” Hij haalde zijn schouders op. “Dan betalen wij toch? Het zal wat moeite kosten met onze schrale salarissen, maar…” We grinnikten. Pa had een jaarsalaris van bijna een ton, Ma kwam daar nét boven en Joline en ik zaten daar niet zo ver van af. “We eten wel een boterham minder, Pa…”
Hij gaf me een dreun op de schouder. “Goed dat jullie die dames hebben binnen gehaald, Kees.” “Joline’s verdienste, Pa. Het zijn háár studiegenoten.” Hij keek me aan. “Ik veronderstel dat je dit al lang weet, Kees, maar die aanstaande vrouw van jou is een schat.” Ik knikte. “Dat weet ik inderdaad al lang. Maar vlak jullie zelf ook niet uit. Ook jullie staan niet aan de kant te roepen, maar ondernemen actie. Tony en Rob Sr. ook. We hebben het niet van vreemden, Pa.”
En midden op straat, pal voor het huis, gaven we elkaar een hug. “Kom, de afwas zal nu wel klaar zijn. Met vier dames… kunnen we nu wel veilig naar binnen.” We grinnikten.
Toen we de kamer instapten stonden we even met de mond vol tanden: Margot en Charlotte hevig jankend, de armen van Ma om hen heen. Joline wees ons dwingend naar de keuken. Oké, nog steeds een meidenmomentje… Zachtjes liepen we de keuken in en sloten de deur. “En nu, Kees?” “Even wachten tot we binnen mogen komen, Pa. En ondertussen koffie zetten. En theewater opzetten. Het nuttige met het aangename verenigen, zeg maar.” We waren druk bezig toen Ma de keuken in kwam. Ook zij sloot de deur zorgvuldig achter zich.
“Karel… Kees… Willen jullie elkaar niet meer op straat omarmen? Margot en Charlotte zagen dat en een halve seconde erna braken ze in een gillende huilbui los. De Niagara Falls waren er niks bij. En al snotterend kwam er uit dat hun pa hen nog nooit geknuffeld had en hun ma sinds dat ze op de lagere school zaten ook niet meer. Die meiden zijn welicht niet sexueel misbruikt, maar emotioneel wel ernstig verwaarloosd.” Ik voelde woede opkomen en bij Pa zag ik het zelfde. Zijn ogen schoten óók vuur.
“Eerst koffie Chantal. En ik ga nú dokter Albers bellen. Vragen of hij even hier komt voor een gesprekje met deze dames. En hij kan goed observeren. Brengen jullie de koffie maar binnen.” We troffen Joline, Margot en Charlotte op de bank aan. Gordijnen dicht, beide zussen zachtjes snikkend en Joline die hen troostend over hun haren streelde. Margot keek op en snikte: “Sorry Kees…” Ik voelde mijn ogen óók branden. “Dat mág hier in huis, Margot. Je kunt je hier veilig voelen. Alle emoties er uit laten komen.” Charlotte keek me aan en snotterde: “We zagen jou en je vader elkaar omarmen… Zo mooi… en thuis werd altijd gezegd dat mannen niet knuffelen. Dat doen alleen die vieze flikkers. We weten nu beter…”
Het snikken verminderde en Joline werd praktisch. “Kees, haal die rol keukenpapier eens op. Ja, de hele rol! Ik schat dat we die vanavond nog nodig hebben.” Even later was iedereen zijn of haar ogen aan het afdeppen. Ik net zo goed.
Pa kwam binnen en meteen leken de zussen te verstijven. Ik zag het en Joline voelde het. “Hé! Niet bang zijn meiden! Dit is mijn aanstaande schoonvader. De liefste schoonpa op aarde. Minstens net zo lief als Kees is. Hoef je niet bang voor te zijn!” Ze lachten schuchter. “Sorry, menee… ehhh… Karel.”
Pa ging tegenover hen op de rand van de tafel zitten. “Dames, zo meteen komt er bezoek. Voor jullie.” Ze schrokken wéér en Pa knikte geruststellend. “Onze huisvriend, dokter Albers, wil even met jullie praten. Hij is al jaren onze huisarts. Een hele fijne vent. En hij is arts. Je mag alles tegen hem zeggen, hij heeft beroepsgeheim. Als jullie willen, gaan wij tijdens dat gesprek even weg, da’s geen punt. Maar hij kan jullie misschien meer helpen dan wij. Daarom komt hij op z’n vrije avond even langs.”
Pa glimlachte even. “Want aan ons verdient hij toch niets. De laatste die in zijn spreekkamer zat was onze dochter Melissa, na een blessure op het rugbyveld, een jaar of vijf geleden.” Ma gebaarde. “En nu koffie. En thee voor jullie. Even bijkomen.” Tien stille minuten later werd er aangebeld.
Dokter Albers zag er nog net zo uit als een paar jaar geleden: een heer van top tot teen. Bij het handjes geven zei hij glimlachend: "Zo Kees... De laatste keer dat ik je zag kwam je net terug uit Afghanistan. Da's even geleden. Maar je bent weinig veranderd, kerel. Nog steeds aan het hardlopen? Zo te zien wel..." Ik knikte. Ja, lekker rennen. Maar dokter: deze blonde dame hier is Joline, mijn aanstaande echtgenote. Over een dikke maand hopen we te trouwen." Hij gaf Joline charmant een kushand. Toen keek hij haar aan. "Dag Joline. Fijn om jou te ontmoeten. Zeker als aanstaand schoondochter van mijn vrienden hier." Ze lachte lief. "En Chantal en Karel zijn ook mijn vrienden, dokter."
Terwijl hij z’n koffie dronk vertelden Joline en ik wat er aan de hand was, aangevuld met opmerking van Ma. “Mag ik even met de dames onder vier ogen praten, Chantal?” “Wij lopen wel een ommetje, dokter. Een beetje beweging is goed voor de mens, roepen de medici.” Hij glimlachte weer.
Buiten liepen we zwijgend richting dierenpark. “Je zou zomaar de kerk gedag zeggen, Kees…” Ik schudde mijn hoofd. “Ma, dit heeft weinig met ‘kerk’ of religie te maken. Die gebruikt de pa van deze meisjes alleen als excuus. Hij is, zoals ik het zie, net zo’n klootzak als de Talibs of Kroaten, Serven of Bosniacs die hun religie gebruiken om er iets door te drukken.
Ik heb tijdens onze vakantie in Frankrijk een gastcollege ‘Religie en oorlog’ aan Mel gegeven. Vraag haar er maar eens naar. Kwam wel aan, geloof ik. Nee, dit is heel simpel weer zo’n Alfa-mannetje, net als de vader van Floris. Alleen gebruikte die geen religie om z’n zin te krijgen, maar geld. Overigens net zo kwalijk.”
Joline drukte mijn arm. “Maar deze meiden gaan het redden, Kees. Daar zorgen wij voor.” Ze keek me aan. En ik kon er niets aan doen, maar kuste haar. Langdurig. “Jij bent er mee begonnen, schat. En daarom hou ik van je.” Ma keek op haar horloge. “Kom, we gaan richting huis. Het spreekuur zal toch wel voorbij zijn, denk ik?” Thuisgekomen wenkte de dokter ons naar binnen.
“We hebben een goed gesprek gehad, mensen. Maar deze dames zie ik het liefst in een omgeving waar ze absoluut veilig zijn. Niet bij familie; die kan onder druk gezet worden en de locatie is meestal bekend. Een ‘blijf van m’n lijf-huis’ zou een optie kunnen zijn, ware het niet dat die ramvol zitten…”
Hij keek zorgelijk. Ma keek mij aan en vervolgens Joline. En wij keken elkaar aan. Zonder woorden waren we het eens en Joline zei: “Dokter… Dat zouden Kees en ik kunnen zijn. En het is nog praktisch ook: Margot, Charlotte en ik studeren samen één dag in de week in Utrecht. En sinds vandaag werken ze in het bedrijf waar Kees en ik ook werken, in Gorinchem. Wij wonen veilig in een appartementencomplex in Veldhoven. Niemand komt daar binnen zonder onze toestemming.”
Hij keek twijfelend. “Kán dat? Zonder dat jullie elkaar in de weg lopen?” Joline knikte. “We hebben een groot appartement met twee ruime logeerkamers en twee douches. Als de dames op één kamer willen slapen, kan dat ook, dan moeten we de zwik een beetje omgooien. We kunnen prima koken en we kunnen prima met elkaar opschieten. Maar het staat of valt met het oordeel van de dames zelf. Als jullie het niet zien zitten…” De zussen keken naar Joline. “Eerlijk zeggen, meiden…” Ze vlogen Joline om haar nek. “Ho, meiden… Dáár staat er nog eentje die jullie kunnen bedanken. Ik beslis dit niet in m’n eentje, hoor.” Ze wees op mij.
Ik grinnikte. “En nee, jullie hoeven mij niet zo om de hals te vliegen. Ik begrijp best dat dat nog een brug te ver is.” Ze werden knalrood, maar Charlotte pakte haar zus bij de hand en liep naar me toe. “Dank je wel, Kees…” Een lief zoentje op m’n linkerwang van de ene, eentje op de rechterwang van de andere zus. “Ik ga richting huis”, zei de dokter. Hij keek beide zussen aan. " En jullie doen wat ik je gezegd heb! Over zes maanden wil ik jullie weer zien, en dan zijn jullie allebei tien kilo steviger, denk er aan!"
Pa deed hem uitgeleide. Ze bleven nog een tijdje in de hal staan praten, toen ging de voordeur dicht en kwam Pa weer binnen. “Zo. Da’s geregeld. Kees: jij stuurt de dokter morgen een mail met de gegevens van jouw huisarts. Dokter Albers neemt dan contact met hem op over jullie logé’s. En dames: het zou zomaar kunnen dat dit niet kortstondig is. ‘Even’ onderdak regelen voor jullie is best een klus.
En, en dat komt misschien rauw op jullie dak vallen, maar het zal moeten: de politie wordt ingeschakeld. Kees, Joline en wij hebben nu kennis van een, misschien wel meerdere misdrijven, daar moeten we iets mee. Slavernij hoort niet in Nederland. Mishandeling ook niet. En vergeet jullie moeder niet; die zit er nu nog. Krijgt misschien van alles de schuld. Die moet ook beschermd worden, hou daar rekening mee.”
“Moeder kon nooit tegen hem op… Kreeg altijd de schuld dat hij geen zoons had…” Ma werd praktisch. “Meiden, zullen zijn moe, dat zie ik. Mee naar boven, douchen en dan in bed. We hebben een grote logeerkamer met een tweepersoons bed. Kunnen jullie daar in slapen?” Ze knikten. “We sliepen altijd bij elkaar op de kamer… En soms in één bed.” “Mooi. Joline, loop je even mee?” Pa en ik bleven achter in de kamer. “En nu een borrel, jongen. Anders slaap ik vannacht niet; zit ik me alleen maar op te vreten.” “Hier nog eentje, Pa. Zelfde reden. En ik denk dat Ma en Joline zo wel een wijntje lusten. Maar... jij hebt nog een tijdje met dokter Albers staan praten. Wat zei die verder?"
"Jullie zullen de dames een beetje meer vlees op de botten moeten geven, Kees. Goed laten eten en beweging geven. Volgens de dokter hangen ze op de grens tussen 'slank zijn' en 'ondervoeding'. Een keer in hun gezicht niezen en ze liggen met griep op bed. Geen weerstand. Dus jullie weten wat je te doen staat."
Ik grinnikte. " Dat 'goed laten eten' gaat wel lukken. Ik zal investeren in verse groente en veel fruit. En die beweging kunnen ze ook krijgen: drie keer in de week lopen en fitness bij DT, op dinsdagavond mijn loopgroepje en op de vrijdagavond dansles... Gaat lukken!"
Hij schudde zijn hoofd. "Niks ervan, jongeman. Dan liggen ze na een week op apegapen. Rustg opbouwen." Er schoot mij iets te binnen. " Ze zeiden gisteren dat ze op paardrijden zaten... Misschien kunnen we daar iets mee." Pa knikte. " Is goed voor de coordinatie. En paarden kunnen ook functioneren als therapeut... Mits je de juiste manege treft. Maar goed: kalm aan met sport en rustig opbouwen met eten. Niet meteen vette friet en dikke frikandellen." Ik knikte. " En op z'n tijd een borrel natuurlijk... Pa! Je staat de hele tijd te kletsen met glaasjes in je handen en die fles op tafel! Waarom is die nog niet ingeschonken?"
Terwijl Pa de Jägermeister inschonk schoot mij iets te binnen. “Ehhh…. Pa...Morgen… Bevordering! Shit, hoe doen we dát?” Pa zei laconiek: “Neem ze gewoon mee. Die meiden gaan de aankomende weken tóch een cultuurshock krijgen. Eentje meer of minder maakt weinig uit. Proost!” Ik haalde mijn schouders op. Hij had gelijk. “Niet vergeten om morgen die afvallige tante te bellen. Anders zit die helemaal in de rats. En van mijn part rijden we daar even langs op de heenweg. Is zij ook gerustgesteld.”
“Jij denkt een stuk helderder als je een neut op hebt, geloof ik”, was het droge commentaar van Pa. Ik grinnikte. “Klopt. Alleen wil Theo daar nog niet aan. Vervelend”
Er klonken voeten op de trap; Ma en Joline kwamen beneden, Joline met een brede lach op haar gezicht. “Zo, die staan nu even te douchen en over een paar minuten liggen ze in bed. En Kees: jij bent écht goed.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Dat wist ik natuurlijk al 29 jaar, maar ik ben blij dat jij er nu ook achter bent. Maar wat is de reden voor deze openbaring, als ik vragen mag?” Joline giebelde. “Margot is ongesteld geworden. En je weet ‘t: dan duurt het niet lang of…” “…de andere zus is het ook. Een beetje empathische vent voelt dat aan, schat.”
Ze snoof. “Bluffert. Voor mij heb je nog nooit maandverband gekocht, ondanks dat je mijn cyclus nu wel kent.”
“Dat komt omdat jij…” “STOP! Geen woord meer, Kees Jonkman! Je kent de straf!”
Ze snauwde het, maar haar ogen lachten. “Goed schat. Tuurlijk schat. Daar staat je wijntje, schat.”
“Heb je ook goed geanticipeerd. Knap. En nu even zitten, uithijgen en dan naar bed. Morgen is er weer een dag.”
“En wat voor één, schat. Dan wordt je vriendje bevorderd.” “Oh ja, ook dat nog…” zei Joline demonstratief gapend. Maar ze knipoogde wél naar me.
Het werd licht buiten, en ze liepen naar het raam om het uitzicht te bekijken. En tijdens het dekken van de tafel keek ik even naar hen. Beiden uiterst slank, op het magere af. Hun degelijke kleding had dat een beetje verhuld, maar nu ze in een ‘gewoon’ rokje en bloesje liepen bleek dat ze best geen grammetje vet teveel hadden. Eerder te weinig. Desondanks waren het knappe meiden. Beiden een nogal klassiek gezicht met hoge hukbeenderen en mooie, dunne wenkbrauwen. Grijze ogen, volle lippen.
Tijdens het ontbijt aten ze twee boterhammen. Met boter. Geen beleg. Een kopje thee erbij en toen waren ze klaar. “Zeg dames, denken jullie er ook aan een lunchpakket te smeren? En die twee boterhammen; hebben jullie daar écht genoeg aan?” Charlotte antwoordde: “We mochten niet meer dan twee boterhammen. En bij de lunch ook niet.”
Ik zat hen aan te gapen en Joline ook. “Wát?” “Veel eten is zondig”, verklaarde Margot simpel. Joline’s ogen schoten vuur. “Té veel eten is stóm. Je vernaggelt je lichaam. Of het zondig is weet ik niet. Heb ik geen verstand van. Maar meiden: hebben jullie altijd zo gegeten?” Ze knikten. “Ik word steeds nijdiger. Jullie zijn gewoon op een hongerdieet gezet. Jullie zijn volwassen vrouwen, die hebben iets meer nodig dan vier boterhammen op een dag en ’s avonds een beetje warm eten… Want gisteravond hebben jullie ook al niet veel gegeten.
Ik wil nu dat jullie minimaal nog twee boterhammen naar binnen werken. En met boter en beleg! En een lunchpakket smeren met minimaal ook vier boterhammen. Mét beleg! En laat dat begrip ‘zonde’ los. Weet je wat ‘zonde’ is? Als jullie ook maar één dag van je leven verder verzieken met dit soort gedachten.
Jullie zijn gewoon zwaar geïndoctrineerd. Gehersenspoeld. En weet je: ik denk dat jullie pas het bedrijf over zouden mogen nemen als jullie pa de laatste adem heeft uitgeblazen. Want zó zie ik hem wel voor me. Nou daar gaan wij een stokje voor steken, zowaar ik Joline Boogers heet!”
“Ehh… schat… over een aantal weken heet je Joline Jonkman…” Ze kon de grap niet waarderen. “Kop dicht, Kees. Ik ben serieus.” “Sorry…” Beiden keken ons aan. “Pa heeft nog nooit ‘sorry’ tegen ma gezegd…” Joline moest, ondanks alles, even lachen. “Nou, Kees moet dat regelmatig wél doen, hoor. Anders krijgt hij een draai om z’n oren van me!”
Die draai om de oren triggerde me. “Jolien… Ik stel voor dat wij vanavond niet naar dansles gaan, maar naar Amersfoort. Pa en Ma hebben wat meer ervaring met kerkelijke zaken dan ik. Ik zal ze even bellen. Joline keek verrast. “Nu, Kees? Om… tien over zes?” Ik knikte. “Ja. Die zijn al wakker hoor. De wekker loopt in Amersfoort om zes uur af.”
Ik pakte de telefoon. “Hé Kees, goedemorgen! Jij bent vroeg… Vertel!” “Dag Ma. Ja, ik ben vroeg en dat is serieus…” In het kort vertelde ik wat er aan de hand was en besloot met: “Kunnen de dames en wij blijven slapen?” “Ja natuurlijk. We slaan wel wat extra eten in en zien jullie wel komen, oké?” “Is goed. Tussen half zes en zes uur staan we voor de deur.” “Prima jongen. Tot vanavond. En tot die tijd geen stomme dingen doen hé?” “Ik ben erbij, Chantal!” riep Joline. “Oh, dan is het goed. Dank je wel meisje.”
Ik legde de telefoon neer. “Zo. Ook geregeld.” Ik keek de zussen aan. “Mijn Pa en Ma hebben wat meer binding met de kerk dan wij. Waarschijnlijk ook goeie ideeën. En nu dames: tassen pakken met alles wat jullie nodig hebben. Dan gooien we dat in de auto en rijden vanuit DT meteen door naar Amersfoort en slapen daar. En nou, hup, spullen pakken. De auto vertrekt over tien minuten. Te laat is lopen.”
Ze verdwenen in de logeerkamer. En tegen Joline zei ik: “En jij, schoonheid: pak een mooie jurk of rok in, en je toiletspullen en eventueel maandverband. En sportspullen. Want vandaag is ome Kees weer de trainer. En spul voor een logeerpartij én de bevordering van je vriendje. Want ik voorzie dat we vanuit Amersfoort in één streep doorrijden naar Apeldoorn. Ik pak m’n Dagelijks Tenue in ieder geval in. En we moeten nog een paar lui vragen of ze zin hebben in een militair feestje. Ze wonen in Amersfoort en Malden. Wellicht ook in Wageningen en Berg en Dal.”
Joline schudde haar hoofd. “Wauw… Dit gaat een beetje snel… Jij anticipeert goed, Kees.” Ik knikte. “Ja. Crisismanagen ligt me wel. Zeker als het om knappe dames gaat.” Joline kwam tegen me aan staan. “Ik zal je dan eens een crisis bezorgen waar je je tanden in kan zetten, vriendje van me. Die crisis heet ‘huwelijk’. Eens kijken of je je daar doorheen kan slaan…”
Ze sloeg haar armen om me heen, kuste me vurig en wreef haar warme lijf tegen me aan. “Ik voel een andere crisis de kop opsteken, Kees…” “Ja? Dan mag jij daar je tanden inzetten, liefje.” Ze schoot in de lach. “Idioot!” We zoenden lekker verder tot een kuchje ons tot de harde realiteit riep.
“Joline… wij zijn zover…” Joline draaide haar hoofd naar beide dames toe. “Wij nog niet… Even geduld a.u.b.” En ze zoende me weer. Na een paar seconden liet ze los. “Ik hou van je. Gék! Kom, spullen pakken.” “Sorry dames… Soms…” Ze lachten voorzichtig en met rode wangen. Potverdorie… die meiden waren écht nog zo groen als gras!
Ik liep naar de inloopkast en pakte mijn uniform, schoenen en baret. En het doosje met mijn ‘groot model decoraties’. Die zou ik vanavond wel op het pak prikken. De weekendtas met sportspullen stond al klaar. “Zijn we zover? Mooi. Let’s go, dames!” In de auto vroeg Margot: “Hoe zit dat nou, meneer Jonkman? U werkt bij DT, maar u heeft een uniform met allemaal medailles..”
Ik zuchtte demonstratief. “Margot, noem me nog één keer ‘meneer Jonkman’ en je mag je vijf keer opdrukken. Geldt ook voor je zus. Maar om op je vraag terug te komen: Een een aantal weken vroeg iemand van Defensie of Fred van Laar en ik er trek in hadden terug te komen bij Defensie, maar nu als reservist. We hebben gisteren ‘ja’ gezegd en morgen worden we bevorderd en aangesteld bij het reserve-personeel van de Koninklijke Landmacht. En stiekem ben daar best wel trots op.”
Joline legde haar hand op mijn arm. “En ik ook, Kees.” Ze keek me aan met heldere ogen. “En die medailles? Wat betekenen die?” “Charlotte, dat is best een lang verhaal. Vertel ik wel eens als ik niet op de snelweg achter het stuur zit, oké?” Ze knikte en zei: “Oké… Maar ik zag ook sporttassen, Joline. Wat doen jullie daar mee?” “Wij sporten bij DT drie keer in de week in de middagpauze. ’s Maandags onder leiding van Fred, op woensdag gaan we naar een fitness vlak in de buurt van DT en vrijdags is Kees de trainer.
Dit met toestemming van onze lieve directeur Theo, die overigens ook fanatiek meedoet, omdat we volgens hem ‘toch al teveel op ons krent zitten’. De Piraten sporten, het team van Miranda ook, van de andere teams lopen nu ook een paar man mee en het hele backoffice. De anderen blijven op hun bureau zitten… de watjes. En Theo vindt het prima, want er wordt nogal veel overgewerkt bij DT. Dat uurtje wat we kwijt zijn aan sport compenseert dat een beetje, maar het is vooral heel goed voor de teambuilding.”
Ik knikte hevig. “Zeker weten. Met name als de trainer je een dag voor kerst in een gillende sneeuwbui door een ijskouwe sloot heen jaagt.” Joline bromde. “Ja. Fijne vent, die trainer. Zit hier naast me. Fred en ik liepen achteraan als veegploeg en ik heb nog nooit zoveel scheldwoorden en vloeken binnen de minuut gehoord… Als jullie erbij waren geweest, waren jullie flauwgevallen.” Margot giechelde. “Wij hoorden ook wel eens wat van de chauffeurs, hoor… Zó wereldvreemd zijn we nou ook weer niet.”
De conversatie was gelukkig iets meer ontspannen dan de avond ervoor en voor we het wisten stonden we op de parkeerplaats bij DT. Ik draaide me om. “Ik ga vandaag even met jullie pa bellen. Hem vertellen dat hij z’n dochters niet als ‘vermist’ hoeft op te geven, maar dat ze veilig zijn. Wáár, dat vertel ik ‘m niet. Overigens: gaan jullie je tante ook nog bellen? Anders zit dat arme mens zich nog steeds vreselijk zorgen om jullie te maken…”
Weer twee knikkende hoofden “Kom dames, er uit. We drinken in de koffiecorner eerst samen een bakje, daarna gaan we aan het werk. Als ik wat meer weet uit Groot-Ammers horen jullie het wel, oké?” We stapten uit en liepen het gebouw in.
Chantal zat achter de receptie en keek een beetje verbaasd naar de zussen. Ze zei gelukkig niets, behalve: “Goedemorgen allemaal! De weg naar Gorinchem weer gevonden, Kees?” Ik knikte. “Ja. Helaas. Weer geen Palma de Mallorca.” “Goed zo! Werk ze vandaag. Ook jullie, meiden. En sterkte daar bij DT!” We namen een bakje koffie en de zussen thee. Langzamerhand stroomde de koffiecorner vol. Sommigen keken wat verwonderd naar de zussen die nu wat minder opvielen in hun nieuwe outfit, naar er werden geen opmerkingen gemaakt. Prima.
Na een aantal minuten ‘small talk’ wenkte Joline beide zussen mee naar haar bureau. Ik tapte nog een kop koffie en liep naar de groepsruimte van de Piraten. Daar was Henk nog alleen. “Zo, Kees… Hebben jullie die dames een facelift gegeven?” Ik knikte. “Joline d’r werk.” Hij stak zijn duim op. Even later zaten we in de groepsbespreking en begon de ‘gewone’ werkdag.
Toen het tien uur was kwam Joline mijn bureau binnen rennen. “Theo heeft ze aangenomen, Kees! Ik ben zó blij!” Ik kuste haar. “Mooi, meissie. En nu ga ik hun pa even bellen… Nee eerst een bak koffie halen. Zal ik nodig hebben…” Joline wipte op. “Haal ik wel. En ik wil erbij zijn.” Toen ze terug was toetste ik het nummer van het bedrijf in.
“Bongers Transport, goedemorgen. Waar kan ik u mee helpen?”
“Goedemorgen meneer. Ik wil graag de heer Bongers spreken. Het is nogal persoonlijk.”
Even stilte. “En wie kan ik zeggen dat hem wil spreken, meneer?”
“De heer Jonkman. En vertel meneer ook dat het over zijn dochters gaat.”
Wederom even stilte. “Ik verbind u door, meneer.”
Geen wachtmuziekje, gewoon stilte op de lijn.
“Bongers”
Ik haalde adem. “Meneer Bongers, u spreekt met Jonkman. En dit gesprek gaat over uw dochters.”
“Ik heb geen dochters.”
Ik keekJoline aan: haar ogen werden groot en donker van woede.
“U heeft wél dochters meneer. Charlotte en Margot. En die willen vrij zijn. Niet als slaaf behandeld, van de trap gesmeten en opgesloten worden.”
Er kwam geen reactie meer, behalve de bezettoon.
Joline explodeerde bijna en sprong op. “Wát een lúl! En wedden dat z’n vrouw nu zit te janken? Ik ben in staat om...”
Ik duwde haar in een stoel. “Niks ervan. Wij gaan dit straks even met Angelique bespreken en vanavond met Pa en Ma. Ze zijn nú al geëxcommuniceerd. Ze zijn dood voor hun familie. Net als die tante. Even je woede laten zakken, mevrouw Boogers. En niets laten merken aan die twee!”
Ze keek me aan, haar ogen nu rood. “Wat ben jij een kouwe, Kees. Ik sta op het punt om iemand aan te vliegen als ik ‘m zou tegen komen…”
Ik schudde mijn hoofd. “Dat heeft geen zin. Moeten we anders oplossen. En daar hebben we An, Pa en Ma voor nodig.
Je laat ze nu gewoon werken, we nemen ze vanavond mee naar Amersfoort. Morgenochtend brengen we ze naar hun tante in Arnhem en wij rijden dan door naar Apeldoorn. We moeten alleen iets verzinnen waardoor ze naar Utrecht en Gorinchem kunnen komen.” “Ze hebben een OV-kaart, schat. Het zijn studenten.” Joline glimlachte wat mat. “Oké… Alleen hun studieboeken… Die liggen waarschijnlijk in Groot-Ammers… Nou ja, ze kunnen voorlopig wel even mijn boeken lenen. Ik heb vrijwel alles digitaal.”
“Je bent briljant, schat. En ik ga weer aan het werk; lekker tekenen…” Ze keek me aan. “We zijn weer eens goed bezig, Kees.” Ik knikte. “Dat denk ik ook. En nu: wegwezen met je mooie benen; er moet hier geld verdiend worden!” Een luchtkusje en wég was ze.
Na het rondje hardlopen, onder de douche, nam Theo mij even apart. “Jullie zijn wat zaken aan het regelen voor onze nieuwste medewerkers? Ik ving wat op van Joline. Kan ik ergens mee helpen?” Ik dacht even na. “Nog niet, Theo. Misschien volgende week, als we wat meer weten. Ken jij transportbedrijf Bongers in Groot-Ammers? Hun pa?” Hij dacht even na. “Nee. Niet mijn branche. Maar ik kan wel wat navraag doen bij Gertie. Die heeft vanuit haar bedrijf meer zakenrelaties die kant uit.” “Graag. Ik wil zoveel mogelijk weten van die vent. Beweerde net aan de telefoon ijskoud dat hij geen dochters had.”
Theo kneep zijn ogen samen. “Verdomme. Wat een eikel, Kees. Gertie en ik konden geen kinderen krijgen. Erfelijk gebrek, net als bij de vader van Marion. Ik zou er een poot voor over hebben om die twee meiden als dochter te hebben… Wat sta jij te gniffelen???”
Ik lachte nu voluit. “Dat is vijf keer, Theo…” Er klonk een grom. “Niet hier, Kees. Doe ik straks wel, tijdens de lunch.” “Het zij u vergeven, meneer de directeur. Uw krachtterm kwam voort uit een terechte woede-aanval. Dan ben ik wat coulanter.” “Dat zou de eerste keer zijn, Kees.”
We droogden ons af, kleedden ons aan en gingen naar beneden, richting groepsruimte. Die liep even later vol met eters. Miranda wees op de zussen. “Kijk Rob, ik heb eindelijk medestanders!” Die zaten allebei met een beker thee in hun handen. Rob keek somber. “Toch geen vlierbesmeuk, dames? Want die geur wil ik op dit kantoor niet ruiken, denk er goed aan!”
Ze keken verwonderd. “Mijn grote broer is een beetje allergisch voor vlierbesthee”, legde Joline uit. “Maar verder is hij wel aardig, hoor.” Ik gniffelde. “Ja. Behalve als je hem die vlierbesthee op bed brengt…”
Miranda keek me vragend aan. “Heb je dat wel eens gedaan dan?”
Ik grinnikte. “Jazeker! En nog wel de ochtend nadat we terugkwamen van een klusje op zee, bij Neddrill. Als dank dat hij de reputatie van DT had gered, zeg maar.” Joline giebelde: “Kees z’n zus Melissa heeft daarna nog vrij uitgebreid nazorg moeten verlenen…”
Rob keek donker naar Joline. “Zeg zussie… Ook jij kan te ver gaan hé? Ik ben wel je grote broer!” Ze stak haar tong uit.
Na het eten schoof ik bij Angelique naar binnen. “Hé An, mag ik je op mijn kantoortje wat vragen?” Ze knikte en liep zwijgend mee. “Onze twee nieuwste medewerkers…” Ze onderbrak me. “… zijn uitgebuit, mishandeld en opgesloten en nu doodverklaard. Door hun eigen pa. Ik hoorde het van Joline. En ik ga hier eens induiken, Kees. Dit weekend. Zijn er getuigen?”
Ik dacht even na. “Van de uitbuiting zou de boekhouder moeten weten; die schreef elke maand géén salaris over. De opsluiting: een van de chauffeurs, die heeft hen eten gebracht. De mishandeling: de andere zus. En Joline heeft op de universiteit gezien dat ze mank liep.”
Angelique keek grimmig. “Arme meiden… Ik ga m’n best doen voor die twee, Kees!” “Dank je wel, schat.”
Ze keek verwonderd. “Volgens mij verwissel jij een paar mensen, Kees.” Ik schudde mijn hoofd. “Nee hoor. Ik mag de getuige van mijn bud toch wel ‘schat’ noemen?”
Ze lachte lief. “Heeft hij het verteld?” Ik knikte. “En hij is er apetrots op dat jij dat wil doen.” “We zijn ondertussen méér dan goede vrienden, Kees. Wij alle vier. Als ze niet samen met jullie waren getrouwd, hadden wij het hen wel gevraagd.” Ik knipoogde. “Mooi, dame. Geniet ervan.” En met een knipoog verdween ze naar de receptie en dook ik weer achter m’n beeldscherm.
Hé… Een mail van Michel, de commandant van 1CIMIC.
Als commandant van 1CIMICBataljon nodig ik U uit voor de bevordering en aanstelling van majoor(r) C. Jonkman en majoor(r) F. van Laar bij het reserve-personeel der Koninklijke Landmacht en de bevordering van kap(r) G. de Laat tot majoor(r).
Het programma is als volgt:
14:00 uur ontvangst genodigden
14:30 bijzonder appel op de appelplaats van de Frank van Bijnenkazerne
15:00 informeel samenzijn in de koffieruimte
Tenue:
Militairen: DT met model-decoraties
Burgers: Tenue de ville
Een stukje tekst erbij van Michel zelf:
‘Fred, Kees: dit mag je doorsturen naar jullie gasten.
Laat ze het uitprinten, dan geldt dat als toegangsbewijs aan de poort.
De route op de kazerne is bewijzerd.
Als jullie je om 13:00 bij mij melden, kunnen we de ceremonie even doorspreken. Groet, Michel.’
Oké, dan nu even voor morgen de zaak regelen. Met Joline en Fred overleggen… Ik liep naar het backoffice. “Fred… even overleggen voor morgen. Op Jo d’r bureau.” Hij knikte. “Ik las net het mailtje van Michel.” We liepen naar Joline. “Schat, wie nodigen we voor morgen uit?” Ze keek op. “Niet zo moeilijk, Kees. Jouw en mijn pa en ma, en de andere leden van ons sextet.”
Ik knikte. “Dan houden we nog één plekje over schat. Militaire genodigden, dus Ton, tellen niet mee. Overigens: Wachtmeester Greet komt ook.” Ze dacht even na. “Theo en Gertie. Als werkgever heeft hij er ook mee te maken. En Gertie is gewoon een leuk mens. Zal vast wel met Ma op kunnen schieten…” Ze lachte geniepig. “En jij, Fred?” Hij dacht na. “Wilma natuurlijk, haar pa, mijn ouders. Meer niet. Wilma’s broers zijn druk en ik ben zoals je weet enig kind.” Joline zei zachtjes: “Wil je je getuige niet uitnodigen?”
Hij keek Joline verbluft aan en ze lachte liefjes. “Dan kunnen jouw getuige en de onze alvast kennismaken, zeg maar.” Fred liep op Joline af, boog zich voorover en gaf haar drie zoenen. “Jij bent écht briljant…”
Ze werd een beetje rood. “Zo kan 'ie wel weer, meneer van Laar. Je cheffin gaan zoenen… Ben jij gek!”
We lachten even. “Ik ga het An en Henry meteen vragen!” Fred dreunde weg.
“Lief, schat.” Ik knipoogde naar Joline. “Kom, aanstaand majoor. We gaan de chef even persoonlijk op de hoogte stellen. Heb ik wat meer pluspunten voor, zeg maar.” Ik schoot in de lach. “Jaja…”
De deur van Theo’s bureau stond open, dus we konden naar binnen. “Zo mevrouw, meneer… Hoe is het met mijn nieuwste medewerkers?” “Keihard aan het werk, meneer de directeur. En met veel plezier, onder de bezielende leiding van Gonnie. Maar daar komen we niet voor.”
Zijn blik schakelde meteen in de stand ‘wantrouwend’. “Ga zitten en vertel.” Joline zei liefjes: “Hebben Gertie en jij morgenmiddag iets belangrijks te doen, Theo?” Hij schudde zijn hoofd. “Nee. We hadden vage plannen om ’s middag een stuk te wandelen. Hoezo?”
Ik nam het over. “Dan zijn jullie bij deze uitgenodigd om morgenmiddag naar Apeldoorn te komen. Dan worden Fred en ik bevorderd en aangesteld bij het reservepersoneel van de Landmacht. Als werkgever van Fred en van ons heb jij daar ook mee te maken.” Hij keek ons aan.
“Natuurlijk zijn we daar bij, Kees! Mooi, man. En een bevordering? Welke rang?” “Majoor, Theo.” Hij zakte achterover in zijn stoel. “Ergens heb ik iets fout gedaan in m’n leven. Ik heb het slechts tot korporaal geschopt. Oké, wel bij een écht wapen: ik was schutter op een Leopard II -tank. Maar ik heb maandag dus twee majoors in m’n bedrijf en moet ik telkens in de houding springen als ik ze tegenkom… Heb ík weer.”
Ik grinnikte. “Kom kom, Theo… Dat deed je ook niet voor een zekere reserve-kapitein…” Verder kwam ik niet. Naast me klonk een vinnig: “Kéés! Hou die lul er buiten!” Theo grinnikte. “Ik sluit me geheel bij de vorige spreekster aan. Wij komen, Kees! Hoe laat en waar?” Krijg je op de mail, chef. Voor vier uur.” “Leuk, man! Proficiat!” Even later ging de mail van Michel met uitnodiging richting mijn Pa en Ma, Tony en Rob Sr., Theo, Clara, Ton, Melissa en Rob Jr.
“Graag voor het einde van de middag reageren. Mail uitprinten; is tevens toegangsbewijs tot de kazerne.”
Vrijwel meteen kwam er antwoord van Claar en Mel. “Ja leuk! Lekker flirten met allerlei andere knappe militairen!” Gevolgd door een droog:”Ik ben er bij, Kees. Iemand moet jullie toch de finesses van het officierschap bijbrengen? En dat flirten met andere militairen laat je maar uit je rooie koppetje, Clara Jonkman!”
Tony mailde: “LEUK!!! Wij komen!”
En even later Pa: “Wij zijn er ook bij. Bespreken we vanavond wel.”
En Rob jr stak zijn hoofd om de deur: “Ik begrijp dat we elkaar morgen weer zien, Kees? Mooi man…”
Ik stak m’n duim op. Héhé… wat een geregel. allemaal...
Weer aan het werk. Tot vier uur; schoon schip maken en om half vijf reed ik de auto van de parkeerplaats. “Zo dames… Richting de Keistad! Lekker eten bij Casa di Mama!” “Nou, ik ga even onder zeil, Kees. Best druk geweest vandaag…” Joline gaapte. Ik keek in de binnenspiegel. “Dames, als jullie ook even de luiken willen sluiten… Ga je gang. Ik zet wel een muziekje op en vermaak me wel.” “Dank u wel, meneer Jonkman”, klonk het achter me. “Dat is vijf keer opdrukken Margot…” “Helemaal niet! Dat was Lot!” Achter ons ontstond gekibbel en ik zuchtte. “Wie het ook was: er wordt straks vijf keer opgedrukt, denk er aan!” Ze giebelden nog even, maar na een kilometer waren alle dames onder zeil. Zachtjes zette ik de “Water Music” van Händel op…
Bij de Stichtse Rotonde kwam er weer leven in de brouwerij. “Dames, over twee minuten zijn we er.” Oprit op, motor uit… De voordeur ging open en Ma werd zichtbaar. “Zo jongelui… Welkom in Amersfoort! Joline en ik gaven haar een knuffel. “Margot, Charlotte, dit is mijn moeder. Ma, dit zijn Charlotte en Margot Bongers.” Ze gaven elkaar een hand. “Kom verder jongens en welkom in Huize Jonkman. Mijn man Karel is nog even boodschappen doen.”
Wéér verbazing in de ogen van de zussen. Verdorie… Pa Bongers moest wel een soort pasja zijn. Zijn bedrijf bestieren als directeur, maar thuis geen poot uitsteken… Enfin, we zouden het vandaag wel horen. Ma was er goed in om mensen te ondervragen. Heel lief, maar ondertussen vertelde je altijd meer dan je zou willen…
“Wat drinken jullie, meiden? Thee?” De zussen knikten. “Graag mevrouw Jonkman.” Ma ging even zitten en keek hen aan. “Luister goed. Die twee hier noemen me ‘Ma’. En mijn man ‘Pa’. Dat geldt voor jullie niet. Ik heet Chantal. Mijn man heet Karel. En wij willen graag dat jullie ons ook zo aanspreken. We willen dat jullie je hier thuis voelen. Veilig, geborgen. Als dat niet lukt, is dat onze fout en zou ik me de ogen uit m’n kop moeten schamen.
Zoals ik tegen Joline zei, de eerste keer dat ze hier binnen kwam: ‘Beschouw dit huis als thuis’. Hoewel die term voor jullie misschien geen fijne associatie heeft, als ik goed ben ingelicht. Maar daar hebben we het later nog wel over. Ontspan, doe lekker wat je wilt, zolang je maar niet in de gordijnen klimt, oké?”
Ze glimlachte. “En ik gebruik meestal de term ‘meiden’. Kees heeft twee zussen, Clara en Melissa, die zie je op die foto.” Ze wees en vervolgde: “Beiden de schrik van de heren professoren op de Universiteit Wageningen. “The red twins” is hun bijnaam. Meiden die niet over zich heen laten fietsen en die je stevig onder de duim moet houden. Vandaar de aanspreektitel ‘meiden’. Ik hoop dat jullie daar tegen kunnen.” Margot lachte zachtjes. “Joline gebruikt die term ook meestal, mevr… ehhhh… Chantal. Kees is wat netter, die zegt meestal ‘dames’.”
Ma keek me goedkeurend aan. “Goed zo, zoontje. En nu thee!” Ze liep de keuken in.
Charlotte stond op en bekeek de foto van de tweeling. “Wat een knappe…”
“Meiden?” vroeg Joline ondeugend. “Pas maar op Margot. Die twee zijn levensgevaarlijk. Mijn beide broers vielen als bakstenen voor hun charmes. Kees ook trouwens. De eerste zin die hij over zijn zussen tegen mij zei was: die twee zijn gezegend met een onderstel waar Ferdinand Porsche en Enzio Ferrari van zouden dromen. En dat weten ze maar als te goed, de krengetjes.”
De zussen schoten in de lach. Nu eens geen onderdrukt gegiechel, maar een gewone, spontane lach. Héhé… Eindelijk begonnen ze een beetje los te komen. Op dat moment kwam Ma binnen. “Hé, hier wordt gelachen! Dat is goed, want dit huis is met het vertrek van Kees en de meiden best wel wat stiller geworden.
Gelukkig compenseren ze dat in ruime mate als de hele meute hier weer eens een weekend is. Dan hebben Karel en ik een week nodig om bij te komen van de gevatte opmerkingen.” Ze ging zitten en deelde de kopjes uit. “Chocolaatje erbij?” Beide zussen aarzelden.
“Meiden…” Joline keek hen strak aan. “Je hoeft hier geen gewetenswroeging van te krijgen! Jullie zijn jarenlang op het verkeerde been gezet!” Ik vulde droog aan: “Het is net een kroket. Maar smaakt een beetje anders.”
Joline snauwde: “Kees! Laat die flauwe grappen, verdomme!” Ik wees op de grond. “Nú, mevrouw Boogers!” En met een blik op de zussen: “En jullie moeten er ook nog vijf! Wie ze uitvoert boeit me niet zo, maar er wordt hier vijf keer opgedrukt. Nú!”
Joline ging zuchtend liggen en Margot ernaast. “Kom op Margot… Vijf keer… óp – neer… óp – neer…” Na vijf keer stonden ze op. “Zo goed, Kees?” Joline’s ogen vlamden. “Ja schat. Prima, schat.” Narrig zei ze. “Mooi. Maar je láát die flauwe grappen voortaan, begrepen?” Ik knikte. “Sorry meiden.”
Ze giechelden nu weer en Charlotte zei: “Je mag jezelf ook vijf keer opdrukken, Kees. Je zei ‘meiden’ en geen ‘dames’.” Ik keek haar verbluft aan en daarna Ma. “Ja jongen, nu ben jij de klos… Liggen!” “Nou ja, zeg…”
Ik dook op de grond en terwijl ik bezig was aan m’n derde push-up kwam Pa binnen. “Is het weer zover? Wanneer leer je jezelf nou eens te beheersen, Kees? Dág dames… Ik geef jullie zo meteen wel een hand; nu even m’n armen vol boodschappen.” Hij verdween in de keuken en ik stond op.
“Hier krijg je spijt van, Lotje. Ben je nou helemaal van jezelf getikt…”
Ze keek me niet-begrijpend aan, maar Joline en Ma schoten in de lach. “Goed gevonden, Kees!”
Na een paar seconden begrepen de zussen de grap ook en schoten in de lach. “Haha… Die kenden we niet… Van Lotje getikt…”
Pa kwam binnen. “Zo… Gezellig hier! Ik ben Karel, de pa van Kees. En jullie zijn Charlotte en Margot, schat ik zo.” Het lachen stopte alsof er kraan werd dichtgedraaid. “Dag meneer Jonkman…” Bijna bedeesd gaven ze Pa een hand. Hij keek hen aan.
“Volgens mij noemde ik net mijn voornaam. Maar voor het geval jullie die even niet hadden gehoord: ik ben Karel. En de eerste de beste die nog ‘meneer’ tegen me zegt, ligt in de voorligsteun. En wie is Margot en wie is Charlotte?” “Ik ben Margot…” “Mooi. Margot met staart, Charlotte met vlechten. Makkelijker te onthouden dan bij m’n eigen dochters, dat scheelt. Schat, zit er nog wat in die theepot? Daar lust ik ook wel wat van… Het was druk in de winkel…”
Met een stalen gezicht en op haar bitcherige toon zei Joline: “Mankeert er iets aan je handjes? Schenk zelf maar in!!” Ma en ik schoten in de lach en Pa sputterde: “Zeg aanstaande schoondochter, zelfs jij kunt te ver gaan!”
Joline ging bij hem op schoot zitten en met haar ‘jonge-meisjes-stemmetje' zei ze: “Maar ik ben toch je aller-, aller-, allerliefste schoondochtertje?” Pa kietelde haar.
“Er af, blond krengetje! Je probeert me gewoon om je vingertje te winden!” Lachend drukte Joline een kus op het voorhoofd van Pa. “Ouwe mopperkont van me…”
Toen stond ze op en ging weer op haar stoel zitten. “Zo, mijn lieve schoonpa weer begroet. Zo doen we dat hier.”
Beide zussen zaten met een rood hoofd op de bank. Ma zag het. “Karel, wat eten we vandaag?” “Pasta di papa, bueno signora!” “Mooi. En lekker. Opbokken dan. Naar de keuken en neem Kees maar mee. Wij meiden kletsen wel even door.” Ik begreep haar; ze wilde met ‘meisjes onder elkaar’ zijn.
De zussen waren nogal schichtig in mannelijk gezelschap. Met een knipoog naar haar verdween ik achter Pa aan in de keuken. En tegen onze gewoonte in, deed ik de deur dicht.
Pa keek me aan. “Dat wordt een zware klus, Kees… Ik hoorde jullie lachen, kwam binnen en ze waren meteen doodstil.” Ik knikte. “Ik denk dat papa zijn drie dames als een potentaat onder de duim hield. En ik vraag me af hoe het nu met hun moeder is. Die krijgt nu waarschijnlijk de schuld en de volle laag” “Komen we straks wel achter. Niet tijdens het eten; dan is er rust in de tent, oké? Laat ze eerst maar even aan mijn o, zo dominante aanwezigheid wennen.” Ik grinnikte. “Ja, vooral die dominantie. Blij dat we niet naar Malden zijn gegaan. Dan waren de dames achterover geslagen van Tony.”
“Vast… En nu koken! Maak jij het dessert?” Ik knikte. “Oh, pa… de meiden eten geen vlees. Tenminste… Tot nu toe niet. Wellicht kun je ze bekeren met jouw pasta?” Hij knikte. Ik maak ook wel twee porties zónder vlees. Veel minder lekker, maar goed. Ik hou die wel achter. Als ze écht geen vlees willen, tover ik die wel tevoorschijn, oké?” “Yes… Niet teveel pushen hé?”
We gingen aan de slag. De pasta van Pa was altijd prima te eten: veel groenten, niet teveel vlees en lekkere, eigen gemaakte saus. Ik bekommerde me om het toetje en een half uur later was de tafel gedekt en schoven we aan. “We zijn even stil, mensen.” Toen de zussen na hun gebed opkeken zei Ma: “Eet smakelijk!” En Pa vervolgde: “Dit is mijn eigengemaakte pasta. Althans:de saus. Volgens mijn kinderen prima te eten. Maar als jullie de pasta liever zónder vlees willen…” Charlotte schudde haar hoofd. “Nee. Uw gewoonten. We hebben er daarstraks even over gepraat met uw vrouw; Tijd dat we een aantal dingen niet meer doen en een aantal andere dingen wél.” Pa knikte. “Fijn, dank jullie wel.”
Ze schepten twee bescheiden porties op en toen iedereen zijn bordje had opgeschept begonnen ze te eten. En na een paar happen zei Margot: “Dit is heerlijk, meneer Jonkman!” Pa keek haar aan. “Heb je last van geheugenverlies, Margot? Als ik jullie namen kan onthouden, kunnen jullie onze toch zeker wel onthouden, denk ik?”
Charlotte lachte zachtjes. “Maar jullie hebben geen staart of vlechten…” We schoten in de lach en de zussen werden rood. Ma legde haar hand op die van Charlotte. “Goed zo. Geef ‘m maar op z’n nummer als dat nodig is. Laat je niet op je kop zitten. Met staart of vlecht, dat maakt me niet uit.” Nadat ze hun bord hadden leeggegeten, legden ze hun bestek netjes op het bord. “Nu al genoeg gegeten?” vroeg Ma. “Kom op meiden, dat lijkt me sterk. Met dat beetje wat jullie opschepten kom je de nacht niet mee door, hoor. Jullie hebben al niet zo veel reserves, als ik dat zo bekijk.” Aarzelend schepten ze nog wat op. Nog steeds weinig, maar het was alweer een stapje vooruit. En ook het dessert ging er goed in.
“Zo. De heren hebben gekookt; de dames gaan afwassen. Eerlijk verdelen.” Even later verdween al het vrouwvolk in de keuken en de deur ging dicht. Pa wenkte mij. “Even naar buiten, knul.” Eenmaal buiten keek hij serieus. “Kees, deze meiden lijken wel rechtstreeks uit de hongerwinter te komen.” Ik knikte. “Vanochtend hebben we ze ook al uitgefoeterd: ze aten elk twee boterhammen met alleen boter. “Veel eten is een zonde”, was de reactie. En toen heeft Joline ze zo ongeveer gedwongen om nóg twee boterhammen te eten; en ditmaal met beleg. Lunchpakket: met heel veel moeite vier boterhammen, héél weinig beleg. Eén zielig plakje kaas en zo ongeveer drie korreltjes hagelslag per twee boterhammen. En nóg keken ze alsof ze drie ton aan goud achterover hadden gedrukt.”
Ik zag een uitdrukking die ik bij Pa weinig zag: ronduit kwaad. “Dit heeft geen lor met welke religie dan ook te maken. De Jehovah’s getuigen zijn streng voor zichzelf, ja. Maar dit is bijna slavernij.
Bij mijn vorige werkgever werkte een knul die ook lid was van de Beweging. Liep zich de vouwen uit de broek met de Wachttoren, hun blad. Elke avond op pad, van deur tot deur en elke avond uitgekotst. Maar elke morgen op tijd op z’n werk, vrolijk en een hele fijne vent om mee samen te werken.
Inderdaad geen vlees, geen alcohol, niet roken, geen verjaardagen, Oud en Nieuw of Christelijke feestdagen… Maar een leuke kerel en harde werker met humor. Zijn geloof was zijn leven en hij genoot er van!
Deze meiden zijn misbruikt. Misschien niet sexueel, hoewel me dat niks zou verwonderen, maar lichamelijk en geestelijk zijn ze wel degelijk misbruikt. Ter meerdere eer en glorie van hun Pa en zijn bedrijf…”
Hij keek zorgelijk.
“En hun moeder krijgt nu waarschijnlijk de volle laag”, vulde ik aan.
“Ik ga zo onze huisarts eens bellen.” Is dat nog steeds dezelfde?” Hij knikte. “Ja. Volgend jaar gaat het met pensioen.”
Dokter Albers… Zo lang ik me kon herinneren onze huisarts geweest. Een ‘statige man’: Uiterst verzorgd, een net, grijs puntbaardje en bijzonder slanke, blanke handen. Nog steeds. “Ik wil hem vragen om eens ‘voor een gezellig bezoekje’ langs te komen. Hij kan de dames dan even observeren. Desnoods professionele hulp inroepen.” Ik knikte maar er schoot me iets te binnen.
“Het zou wel eens kunnen zijn dat de dames geen ziektekostenverzekering hebben, Pa.” Hij haalde zijn schouders op. “Dan betalen wij toch? Het zal wat moeite kosten met onze schrale salarissen, maar…” We grinnikten. Pa had een jaarsalaris van bijna een ton, Ma kwam daar nét boven en Joline en ik zaten daar niet zo ver van af. “We eten wel een boterham minder, Pa…”
Hij gaf me een dreun op de schouder. “Goed dat jullie die dames hebben binnen gehaald, Kees.” “Joline’s verdienste, Pa. Het zijn háár studiegenoten.” Hij keek me aan. “Ik veronderstel dat je dit al lang weet, Kees, maar die aanstaande vrouw van jou is een schat.” Ik knikte. “Dat weet ik inderdaad al lang. Maar vlak jullie zelf ook niet uit. Ook jullie staan niet aan de kant te roepen, maar ondernemen actie. Tony en Rob Sr. ook. We hebben het niet van vreemden, Pa.”
En midden op straat, pal voor het huis, gaven we elkaar een hug. “Kom, de afwas zal nu wel klaar zijn. Met vier dames… kunnen we nu wel veilig naar binnen.” We grinnikten.
Toen we de kamer instapten stonden we even met de mond vol tanden: Margot en Charlotte hevig jankend, de armen van Ma om hen heen. Joline wees ons dwingend naar de keuken. Oké, nog steeds een meidenmomentje… Zachtjes liepen we de keuken in en sloten de deur. “En nu, Kees?” “Even wachten tot we binnen mogen komen, Pa. En ondertussen koffie zetten. En theewater opzetten. Het nuttige met het aangename verenigen, zeg maar.” We waren druk bezig toen Ma de keuken in kwam. Ook zij sloot de deur zorgvuldig achter zich.
“Karel… Kees… Willen jullie elkaar niet meer op straat omarmen? Margot en Charlotte zagen dat en een halve seconde erna braken ze in een gillende huilbui los. De Niagara Falls waren er niks bij. En al snotterend kwam er uit dat hun pa hen nog nooit geknuffeld had en hun ma sinds dat ze op de lagere school zaten ook niet meer. Die meiden zijn welicht niet sexueel misbruikt, maar emotioneel wel ernstig verwaarloosd.” Ik voelde woede opkomen en bij Pa zag ik het zelfde. Zijn ogen schoten óók vuur.
“Eerst koffie Chantal. En ik ga nú dokter Albers bellen. Vragen of hij even hier komt voor een gesprekje met deze dames. En hij kan goed observeren. Brengen jullie de koffie maar binnen.” We troffen Joline, Margot en Charlotte op de bank aan. Gordijnen dicht, beide zussen zachtjes snikkend en Joline die hen troostend over hun haren streelde. Margot keek op en snikte: “Sorry Kees…” Ik voelde mijn ogen óók branden. “Dat mág hier in huis, Margot. Je kunt je hier veilig voelen. Alle emoties er uit laten komen.” Charlotte keek me aan en snotterde: “We zagen jou en je vader elkaar omarmen… Zo mooi… en thuis werd altijd gezegd dat mannen niet knuffelen. Dat doen alleen die vieze flikkers. We weten nu beter…”
Het snikken verminderde en Joline werd praktisch. “Kees, haal die rol keukenpapier eens op. Ja, de hele rol! Ik schat dat we die vanavond nog nodig hebben.” Even later was iedereen zijn of haar ogen aan het afdeppen. Ik net zo goed.
Pa kwam binnen en meteen leken de zussen te verstijven. Ik zag het en Joline voelde het. “Hé! Niet bang zijn meiden! Dit is mijn aanstaande schoonvader. De liefste schoonpa op aarde. Minstens net zo lief als Kees is. Hoef je niet bang voor te zijn!” Ze lachten schuchter. “Sorry, menee… ehhh… Karel.”
Pa ging tegenover hen op de rand van de tafel zitten. “Dames, zo meteen komt er bezoek. Voor jullie.” Ze schrokken wéér en Pa knikte geruststellend. “Onze huisvriend, dokter Albers, wil even met jullie praten. Hij is al jaren onze huisarts. Een hele fijne vent. En hij is arts. Je mag alles tegen hem zeggen, hij heeft beroepsgeheim. Als jullie willen, gaan wij tijdens dat gesprek even weg, da’s geen punt. Maar hij kan jullie misschien meer helpen dan wij. Daarom komt hij op z’n vrije avond even langs.”
Pa glimlachte even. “Want aan ons verdient hij toch niets. De laatste die in zijn spreekkamer zat was onze dochter Melissa, na een blessure op het rugbyveld, een jaar of vijf geleden.” Ma gebaarde. “En nu koffie. En thee voor jullie. Even bijkomen.” Tien stille minuten later werd er aangebeld.
Dokter Albers zag er nog net zo uit als een paar jaar geleden: een heer van top tot teen. Bij het handjes geven zei hij glimlachend: "Zo Kees... De laatste keer dat ik je zag kwam je net terug uit Afghanistan. Da's even geleden. Maar je bent weinig veranderd, kerel. Nog steeds aan het hardlopen? Zo te zien wel..." Ik knikte. Ja, lekker rennen. Maar dokter: deze blonde dame hier is Joline, mijn aanstaande echtgenote. Over een dikke maand hopen we te trouwen." Hij gaf Joline charmant een kushand. Toen keek hij haar aan. "Dag Joline. Fijn om jou te ontmoeten. Zeker als aanstaand schoondochter van mijn vrienden hier." Ze lachte lief. "En Chantal en Karel zijn ook mijn vrienden, dokter."
Terwijl hij z’n koffie dronk vertelden Joline en ik wat er aan de hand was, aangevuld met opmerking van Ma. “Mag ik even met de dames onder vier ogen praten, Chantal?” “Wij lopen wel een ommetje, dokter. Een beetje beweging is goed voor de mens, roepen de medici.” Hij glimlachte weer.
Buiten liepen we zwijgend richting dierenpark. “Je zou zomaar de kerk gedag zeggen, Kees…” Ik schudde mijn hoofd. “Ma, dit heeft weinig met ‘kerk’ of religie te maken. Die gebruikt de pa van deze meisjes alleen als excuus. Hij is, zoals ik het zie, net zo’n klootzak als de Talibs of Kroaten, Serven of Bosniacs die hun religie gebruiken om er iets door te drukken.
Ik heb tijdens onze vakantie in Frankrijk een gastcollege ‘Religie en oorlog’ aan Mel gegeven. Vraag haar er maar eens naar. Kwam wel aan, geloof ik. Nee, dit is heel simpel weer zo’n Alfa-mannetje, net als de vader van Floris. Alleen gebruikte die geen religie om z’n zin te krijgen, maar geld. Overigens net zo kwalijk.”
Joline drukte mijn arm. “Maar deze meiden gaan het redden, Kees. Daar zorgen wij voor.” Ze keek me aan. En ik kon er niets aan doen, maar kuste haar. Langdurig. “Jij bent er mee begonnen, schat. En daarom hou ik van je.” Ma keek op haar horloge. “Kom, we gaan richting huis. Het spreekuur zal toch wel voorbij zijn, denk ik?” Thuisgekomen wenkte de dokter ons naar binnen.
“We hebben een goed gesprek gehad, mensen. Maar deze dames zie ik het liefst in een omgeving waar ze absoluut veilig zijn. Niet bij familie; die kan onder druk gezet worden en de locatie is meestal bekend. Een ‘blijf van m’n lijf-huis’ zou een optie kunnen zijn, ware het niet dat die ramvol zitten…”
Hij keek zorgelijk. Ma keek mij aan en vervolgens Joline. En wij keken elkaar aan. Zonder woorden waren we het eens en Joline zei: “Dokter… Dat zouden Kees en ik kunnen zijn. En het is nog praktisch ook: Margot, Charlotte en ik studeren samen één dag in de week in Utrecht. En sinds vandaag werken ze in het bedrijf waar Kees en ik ook werken, in Gorinchem. Wij wonen veilig in een appartementencomplex in Veldhoven. Niemand komt daar binnen zonder onze toestemming.”
Hij keek twijfelend. “Kán dat? Zonder dat jullie elkaar in de weg lopen?” Joline knikte. “We hebben een groot appartement met twee ruime logeerkamers en twee douches. Als de dames op één kamer willen slapen, kan dat ook, dan moeten we de zwik een beetje omgooien. We kunnen prima koken en we kunnen prima met elkaar opschieten. Maar het staat of valt met het oordeel van de dames zelf. Als jullie het niet zien zitten…” De zussen keken naar Joline. “Eerlijk zeggen, meiden…” Ze vlogen Joline om haar nek. “Ho, meiden… Dáár staat er nog eentje die jullie kunnen bedanken. Ik beslis dit niet in m’n eentje, hoor.” Ze wees op mij.
Ik grinnikte. “En nee, jullie hoeven mij niet zo om de hals te vliegen. Ik begrijp best dat dat nog een brug te ver is.” Ze werden knalrood, maar Charlotte pakte haar zus bij de hand en liep naar me toe. “Dank je wel, Kees…” Een lief zoentje op m’n linkerwang van de ene, eentje op de rechterwang van de andere zus. “Ik ga richting huis”, zei de dokter. Hij keek beide zussen aan. " En jullie doen wat ik je gezegd heb! Over zes maanden wil ik jullie weer zien, en dan zijn jullie allebei tien kilo steviger, denk er aan!"
Pa deed hem uitgeleide. Ze bleven nog een tijdje in de hal staan praten, toen ging de voordeur dicht en kwam Pa weer binnen. “Zo. Da’s geregeld. Kees: jij stuurt de dokter morgen een mail met de gegevens van jouw huisarts. Dokter Albers neemt dan contact met hem op over jullie logé’s. En dames: het zou zomaar kunnen dat dit niet kortstondig is. ‘Even’ onderdak regelen voor jullie is best een klus.
En, en dat komt misschien rauw op jullie dak vallen, maar het zal moeten: de politie wordt ingeschakeld. Kees, Joline en wij hebben nu kennis van een, misschien wel meerdere misdrijven, daar moeten we iets mee. Slavernij hoort niet in Nederland. Mishandeling ook niet. En vergeet jullie moeder niet; die zit er nu nog. Krijgt misschien van alles de schuld. Die moet ook beschermd worden, hou daar rekening mee.”
“Moeder kon nooit tegen hem op… Kreeg altijd de schuld dat hij geen zoons had…” Ma werd praktisch. “Meiden, zullen zijn moe, dat zie ik. Mee naar boven, douchen en dan in bed. We hebben een grote logeerkamer met een tweepersoons bed. Kunnen jullie daar in slapen?” Ze knikten. “We sliepen altijd bij elkaar op de kamer… En soms in één bed.” “Mooi. Joline, loop je even mee?” Pa en ik bleven achter in de kamer. “En nu een borrel, jongen. Anders slaap ik vannacht niet; zit ik me alleen maar op te vreten.” “Hier nog eentje, Pa. Zelfde reden. En ik denk dat Ma en Joline zo wel een wijntje lusten. Maar... jij hebt nog een tijdje met dokter Albers staan praten. Wat zei die verder?"
"Jullie zullen de dames een beetje meer vlees op de botten moeten geven, Kees. Goed laten eten en beweging geven. Volgens de dokter hangen ze op de grens tussen 'slank zijn' en 'ondervoeding'. Een keer in hun gezicht niezen en ze liggen met griep op bed. Geen weerstand. Dus jullie weten wat je te doen staat."
Ik grinnikte. " Dat 'goed laten eten' gaat wel lukken. Ik zal investeren in verse groente en veel fruit. En die beweging kunnen ze ook krijgen: drie keer in de week lopen en fitness bij DT, op dinsdagavond mijn loopgroepje en op de vrijdagavond dansles... Gaat lukken!"
Hij schudde zijn hoofd. "Niks ervan, jongeman. Dan liggen ze na een week op apegapen. Rustg opbouwen." Er schoot mij iets te binnen. " Ze zeiden gisteren dat ze op paardrijden zaten... Misschien kunnen we daar iets mee." Pa knikte. " Is goed voor de coordinatie. En paarden kunnen ook functioneren als therapeut... Mits je de juiste manege treft. Maar goed: kalm aan met sport en rustig opbouwen met eten. Niet meteen vette friet en dikke frikandellen." Ik knikte. " En op z'n tijd een borrel natuurlijk... Pa! Je staat de hele tijd te kletsen met glaasjes in je handen en die fles op tafel! Waarom is die nog niet ingeschonken?"
Terwijl Pa de Jägermeister inschonk schoot mij iets te binnen. “Ehhh…. Pa...Morgen… Bevordering! Shit, hoe doen we dát?” Pa zei laconiek: “Neem ze gewoon mee. Die meiden gaan de aankomende weken tóch een cultuurshock krijgen. Eentje meer of minder maakt weinig uit. Proost!” Ik haalde mijn schouders op. Hij had gelijk. “Niet vergeten om morgen die afvallige tante te bellen. Anders zit die helemaal in de rats. En van mijn part rijden we daar even langs op de heenweg. Is zij ook gerustgesteld.”
“Jij denkt een stuk helderder als je een neut op hebt, geloof ik”, was het droge commentaar van Pa. Ik grinnikte. “Klopt. Alleen wil Theo daar nog niet aan. Vervelend”
Er klonken voeten op de trap; Ma en Joline kwamen beneden, Joline met een brede lach op haar gezicht. “Zo, die staan nu even te douchen en over een paar minuten liggen ze in bed. En Kees: jij bent écht goed.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Dat wist ik natuurlijk al 29 jaar, maar ik ben blij dat jij er nu ook achter bent. Maar wat is de reden voor deze openbaring, als ik vragen mag?” Joline giebelde. “Margot is ongesteld geworden. En je weet ‘t: dan duurt het niet lang of…” “…de andere zus is het ook. Een beetje empathische vent voelt dat aan, schat.”
Ze snoof. “Bluffert. Voor mij heb je nog nooit maandverband gekocht, ondanks dat je mijn cyclus nu wel kent.”
“Dat komt omdat jij…” “STOP! Geen woord meer, Kees Jonkman! Je kent de straf!”
Ze snauwde het, maar haar ogen lachten. “Goed schat. Tuurlijk schat. Daar staat je wijntje, schat.”
“Heb je ook goed geanticipeerd. Knap. En nu even zitten, uithijgen en dan naar bed. Morgen is er weer een dag.”
“En wat voor één, schat. Dan wordt je vriendje bevorderd.” “Oh ja, ook dat nog…” zei Joline demonstratief gapend. Maar ze knipoogde wél naar me.
Lees verder: Mini - 195
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10