Door: Keith
Datum: 29-11-2021 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 9534
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 41 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 41 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 196
Toen we Apeldoorn uit reden was het een tijdje stil in de auto. Pas bij Beekbergen begon Charlotte te praten. “Ik heb genoten vandaag, Kees. Zó anders dan thuis. Mensen die elkaar gewoon kunnen knuffelen, zonder dat er meteen naar hen gekeken wordt alsof ze iets zondigs aan het doen zijn. Vrouwen die zich niet als sloofje gedragen, maar gewoon zijn wie ze zijn. Jouw moeder, Joline’s moeder… De echtgenote van meneer Koutstaal…” “Je bedoelt Gertie.” Ze knikte.
“Charlot: we noemen Theo gewoon Theo. En Gertie is Gertie. Een schat van een vrouw. Maar wel eentje die haar man, als het nodig is, tot de orde kan roepen. En Joline’s moeder, Tony, is net zo. Weet je… Een paar maanden geleden dacht ik me een geintje te kunnen veroorloven door tegen Gertie een Bijbeltekst te kunnen citeren: “Vrouwen, weest uw mannen onderdanig.” Ik weet zo niet meer welke apostel dat zei… Petrus?” Ze schudde haar hoofd. “Paulus. De brief aan de Efeziërs, hoofdstuk 5.”
Ik knikte. “Knap,dat je dat zo weet… Maar goed: ik citeerde die tekst en kreeg meteen twee laserstralen op me gericht. Van Tony. En ze zei: ‘Volgens mij ben jij in landen geweest waarbij men die tekst ook hanteerde. Misschien uit een ander Boek, maar de strekking is hetzelfde. En in sommige streken van Nederland wordt die tekst ook nogal eens misbruikt. Kortom Kees Jonkman: lul niet.’ En ze had groot gelijk.”
Charlotte knikte langzaam. “Ik zie het haar zeggen.” Ik grinnikte. “Tony is de vierde van een generatie ‘vrouwen met ballen’. We hebben haar levensgeschiedenis en die van haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder gehoord: Stuk voor stuk dames die van wanten wisten. En Joline heeft aardig wat van die genen meegekregen… Heb ik weer.”
Ik liet mijn hoofd demonstratief hangen en Charlotte lachte. “Ja, dat hebben we de afgelopen maanden af en toe gemerkt in Utrecht. Eén van de eerste studiedagen zaten wij met haar te kletsen, en plotseling komt er een medestudent op ons af. Loopt recht naar Joline toe en zegt: ‘Hé lekker ding, zou je niet eens met een echte vent meegaan in plaats van met die twee geitenbreiers hier te kletsen?’
En ze doet net of ze niets gehoord heeft, gaat gewoon door met praten. En die knul pakt haar arm en wil haar overeind trekken. Toen pas keek ze op en zei heel zachtjes: ‘Als jij niet heel gauw je poten van me afhaalt, ga je een dreun krijgen die je over een week nog voelt, snotneus.’ En ze keek hem aan met die blauwe ogen van haar en de knul verdween. Zonder commentaar.”
Ik grinnikte. “Die blik heeft ze van Tony geërfd. Blauwe lasers. En als het jong was doorgegaan hád hij inderdaad een klap gekregen. Op zijn oor. Dat wapen heeft ze al een paar keer moeten gebruiken: in Frankrijk tegen een paar pubertjes, bij de supermarkt in Veldhoven, ook tegen een paar snotneuzen die het nodig vonden om sexistische opmerkingen tegen haar te maken, tegen een witte-boorden-crimineel die met z’n vuile boeventengels aan haar zat, tegen een voormalig collega die haar voor hoer uitmaakte…”
“En af en toe tegen jou, meneer Jonkman!” klonk het vanaf de achterbank. “Als jij weer eens jouw ‘grapjes’ maakte ten koste van mij!” Ik grinnikte. “Ja, schat. Je hebt gelijk, schat. Ik al het niet meer doen, schat…” “Goed zo. Je leert het ooit nog wel, meneer Jonkman.” “Zeker, schat. Als we tachtig zijn en bingo spelen in het bejaardentehuis, schat.”
Ze snoof. “Dan pas? Dan heb jij op je veertigste al geen oren meer over, Kees.” Charlotte lachte zachtjes en Joline boog naar voren. “Lot, jullie moeten écht één ding goed in je oren knopen. Mannen en vrouwen vullen elkaar aan. Zijn gelijkwaardig. Geen van beide soorten heeft het recht om de andere soort te overheersen. Kees is, volgens zijn zussen, goed in een aantal dingen: techniek, schieten, klassieke muziek en lange afstand lopen.”
Ze giebelde even. “Ik heb ontdekt dat hij ook goed is in koken, organiseren en tactiek. En in een paar andere zaken, maar daar zal ik nu niet al teveel over uitweiden. Ik ben goed in economie, dansen, ik loop ook graag een stukje hard, maar ik sprint liever. Ik schiet aardig, maar laat vergeleken met Kees een paar puntjes liggen. Maar ben beter in zwemmen. En een wat minder goeie kok dan Kees is. Maar samen zijn wij vrijwel onverslaanbaar. En waarom? Omdat we elkaars goeie en minder goeie punten weten en elkaar daarin aanvullen. Dát is het hele geheim.”
Charlotte knikte langzaam. “Dat is even wennen, Joline. Thuis was vader de baas. Over alles. Moeder mocht beslissen wat ze kookte. Tenminste: binnen de kaders die vader stelde. Hollandse pot, verder niets. Nasi en bami kwamen er bij ons niet in. En dat was het ongeveer. Verder moest het huis altijd tip-top in orde zijn, dus ze liep de hele dag te poetsen.
En daarom wilden wij gaan studeren: op een zeker moment vrij zijn en niet achter de gootsteen belanden, zoals tante Nadia het vanochtend zei. Alle dat ‘vrij zijn’ bleek wel héél lang te duren. Té lang naar onze zin. Daarom zijn we er vandoor gegaan.”
Ze keek op en ik keek opzij in twee grijze, vastbesloten, ogen. “En daar hebben we geen seconde spijt van, Kees. Hebben we het gisteravond in bed over gehad.” Ik zag Joline in mijn spiegeltje knikken. “Mooi, Lot. Volhouden. Het zal moeilijk worden, dat geef ik je op een briefje. Maar… volhouden.” Ze knikte. “We hebben daarstraks nog even met Karel en Chantal gepraat… We gaan aangifte doen. Ja, het is onze vader, maar we hebben ook nog een moeder. En die willen we de kans geven om onder dat juk uit te komen.” Ik dacht even na. “En het bedrijf dan, Charlotte?” Ze haalde haar schouders op. “Interesseert ons niet. Hij verkoopt het maar of zo. ‘Het bedrijf’ was onze gevangenis. Willen we niets meer mee te maken hebben. Er zijn nog andere belangen, maar die vallen in duigen. Liever bij DT werken, tussen hele lieve collega’s in plaats van in een koud kantoor bij een knorrige boekhouder en een mopperende planner te zitten.” Ze zuchtte.
En vanaf de achterbank klonk de stem van Margot. “Jullie willen niet weten hoe vaak we stiekem om half zeven door de ramen van het kantoor naar buiten keken als de wagens weg reden… Eerst naar Aalsmeer om bloemen op te halen, en vervolgens gingen ze naar Italië, Denemarken, Rusland of Engeland… Namen op de kaart, plaatsen die wij nooit zouden zien. ‘Poelen des verderfs’. Maar ondertussen werden de chauffeurs er wel naar toe gestuurd, want dat leverde geld op…”
Rustig pratend reden we verder naar het zuiden. Het begon drukker te worden: de spits begon. En plotseling maakte Charlotte een schrikgebaar en wees. Drie auto’s voor ons reed een grote oplegger met achterop de woorden: ‘Bongers Transport, Groot-Ammers’. Ik bleef even op afstand. “Wat wil je Charlotte? Jij bent de enige die gezien kan worden door de chauffeur… Margot zit links achterin, achter getint glas. Onzichtbaar.”
Joline maakte een verstandige opmerking. “Kees, als je hem kan inhalen op de meest linkerbaan, liefst met nog een truck er tussenin: dát doen. Anders niet. Je auto heeft een nummerbord. Als de chauffeur Lot ziet én jouw nummerbord noteert…” Ik knikte. “Wat een slimme vriendin heb ik toch…”
Ik hoorde een zacht lachje naast me. “Iets met ‘elkaar aanvullen’, toch?” “Jij snapt het!” klonk Joline. Ondertussen keek ik in m’n spiegels of er een truck was die iets sneller reed van de oplegger van Bongers. Dat duurde even, maar voor de brug bij Ewijk kwam die gelegenheid. Een grote oplegger van Koops uit Zeewolde haalde ons langzaam in over de middelste rijstrook. Ik schoot achter hem aan en toen hij de wagen van Bongers begon in te halen reed ik op de linker rijstrook, gelijk op met de wagen van Koops. Dat werd niet op prijs gesteld door diverse achterliggers, maar dat boeide nu even niet. We hadden onzichtbaar voor de chauffeur de truck van Bongers ingehaald. Iets verder stuurde ik de middelste rijstrook op en werd meteen ingehaald door een andere automobilist die nijdig toeterde en z’n middelvinger opstak.
Ja knul, het leven is hard, zeker als je haast hebt en Kees Jonkman voor je hebt…
Met rustig kletsen en zonder verdere incidenten kwamen we in Veldhoven aan. “We moeten nog wel even boodschappen doen, Joline.” Een hummetje kwam van de achterbank. Even later liep ik snel de supermarkt in: melk, vlees voor morgen, groente? Even denken… de broccoli was in de aanbieding, dus… bitterkoekjes voor door de pudding, kaas. Na vijf minuten kwam ik de super weer uit. “Zo. Aanvulling op de boodschappen van donderdag. Tot en met maandag zijn we onder de pannen, dames.”
“Werd je niet besprongen door de kassameisjes, Kees?” Joline’s stem klonk plagend. “Nee schat, want op m’n overhemd zitten m’n sergeantsstrepen nog. Als ik m’n jasje had aangedaan, tja… Dan was ik in de winkel waarschijnlijk onmiddellijk door zeven kassameisjes gruwelijk aangerand. Zo’n knappe kerel, helemaal volgehangen met lintjes, toeters, bellen en lampions… en dan majoor ook nog…Is natuurlijk wel een bijzonder begeerlijke partij voor de kassadames van deze fijne supermarkt.”
Er klonken synchroon drie minachtende geluidjes in de auto. “Je moet je ego weer eens leeg laten lopen, Kees. Heeft nogal last van een opgeblazen gevoel.”
Eenmaal in het appartement liep ik naar slaapkamer. “Eerst omkleden meiden. Leuk, zo’n pak, maar het zit niet echt comfortabel.” Ik deed de deur achter me dicht. Ook nieuw; voorheen kleedden Joline of ik ons om en dan bleef de deur gewoon openstaan. Maar goed, om de gezusters Bongers niet meteen flauw te laten vallen… Een snelle douche, spijkerbroek, T-shirt en overhemd aan, sokken, schoenen… Opgefrist kwam ik de kamer weer in, mijn uniform netjes over een kleerhanger. En die hing ik in de inloopkast tussen beide logeerkamers.
Joline had ondertussen koffie gemaakt en een beker warme melk voor Charlotte en Margot. “Zo dames… Even uithijgen van een nogal hectische dag.” “Maar wel een mooie dag, Kees. Eerst naar Nadia: het was zeker zes jaar geleden dat we haar hebben gezien.” Joline knikte naar Margot. “Een mooi mens, Margot. En ik weet zeker dat ze jullie gaat helpen.”
Charlotte knikte langzaam en het was een tijdje stil in de kamer. Iedereen was even in gedachten. “Hebben de dames al trek?”Joline schudde haar hoofd. “Ik nog niet, Kees. Twee uur geleden heb ik drie broodjes gegeten. Straks maar een soepje warm maken. Een paar broodjes erbij, daar kunnen we het wel op uitzingen vandaag. En vroeg naar bed. Genoeg emoties gehad vandaag.”
De zussen knikten. “Oké. Rond een uur of acht een soepje en broodjes. Dan stel ik voor dat we het eens gaan hebben over jullie verblijf hier. Allereerst: voorlopig mag je dit flatje als ‘thuis’ beschouwen. Dat wil zeggen: jullie zijn geen logé ‘s, maar volwaardig medebewoners.
Als je jezelf wilt terugtrekken op je kamer: prima. Wil je hier zitten: ook goed. Heb je trek: duik in de broodtrommel en eet. Ben je moe: ga slapen. Geen toneelspelletjes: wees jezelf, dat doen wij ook.” Joline knikte. “Helemaal mee eens. Jullie leven hier niet van genade: jullie zijn vriendinnen die een tijdje in de shit zitten. En daar proberen we jullie uit te halen.”
Ze giechelde even. “En als jullie ons een keertje betrappen op een hevige zoenpartij: het zij zo. Dan kunnen je twee dingen doen: naar kijken en er iets van opsteken óf je met rode kaken omdraaien en als de weerlicht wegwezen. Mag je zelf weten. Tot nader order zullen we jullie niet lastig vallen met passionele vrijpartijen; dat doen we wel op onze slaapkamer.”
De zussen schoten in de lach. “Dát is ten minste een hele een geruststelling”, zei Margot en Charlotte giechelde: “Ik wil er niet aan denken dat jullie hier op de bank… En dan komen wij binnen!” Joline keek hen plotseling strak aan. “Luister meiden, even voor de goede orde: toen Kees en ik elkaar leerden kennen en onze liefde voor elkaar hadden uitgesproken hadden we binnen een week stomende sex.
Een lang weekend logeerde ik hier en we zijn in dat weekend wel 5 keer met elkaar naar bed geweest. En tijdens dat weekend besloot ik dat ik mijn flatje in Ter Aar achter me zou laten en bij Kees zou intrekken. Een beslissing waar ik geen seconde spijt van heb gehad. En in de tussenliggende tijd hebben we op de meeste plaatsen in dit appartement wel met elkaar gevreeën, behalve op de draaiende centrifuge. En op de meest vreemde momenten. Waarom? Omdat we als gekken van elkaar houden. Dus als jullie ons een keertje ‘betrappen’ op een passionele vrijpartij: het zij zo. Beter dat dan dat we elkaar de hersens inslaan. Tot zover vrijpartijen en stomende sex.”
Ze glimlachte.
“Maar nu de volgende vraag: hoe en waar willen jullie slapen? Elk in een aparte kamer? Dat kan, hebben jullie gezien. Maar we kunnen ook een van de logeerkamers ombouwen tot tweepersoons slaapkamer.” Beide zussen keken elkaar aan. “Liefst slapen we bij elkaar. Zijn we gewend en dat voelt prima.”
Joline knikte. “Oké. Dan gaan we dat zo dadelijk regelen. En de andere logeerkamer, daar kunnen we een studeer- annex zitkamer voor jullie van maken. Als jullie rustig willen studeren of gewoon even onder elkaar willen zijn: dan kan daar. Kees: aan het werk: bedden demonteren, verhuizen en weer in elkaar zetten; kasten verhuizen, kortom: het zware werk. Wij kijken wel of je het goed doet.” Voor de vorm mopperde ik: “Hé, jij hebt ook handjes, dame. Ben jij belazerd…”
Joline stond op, liep naar me toe, kuste me zachtjes en zei liefjes: “Dat wil jij toch wel voor ons doen, lieve Kees?” Ik keek om haar heen richting de zussen. “Kijk, zó word ik dus elke dag een beetje verder ingepalmd…” Ze giechelden en Margot zei: “Je ziet er ook uit alsof je het heel erg vind, Kees.” Joline liet me los en draaide zich om. “Húp! Aan ’t werk. Ehh… wacht even: dan trek ik ook even wat andere kleren aan. Ik ga niet in m’n mooie rok liggen poetsen en boenen. Eén momentje.”
Even later kwam ze terug in een oude spijkerbroek en een bloes die betere tijden had gekend, haar haren in een simpele staart en zonder make-up. “Dát is een Joline die we nog niet kenden…” Margot keek haar aan en Charlotte vulde aan: “Jij ziet er altijd uiterst verzorgd uit, Joline. Even een contrast met deze kleding.” Ze grinnikte. “Soms is werkkleding gewoon nodig. En als ik straks de spinnenwebben in m’n haar heb: ach, dan valt er weer wat te douchen.”
Beide zussen keken elkaar aan. “En wij dan?” Ik kreeg een ingeving. “Als jullie de kleren die jullie donderdag aan hadden nu eens aantrekken… Dat was niet het nieuwste van het nieuwste, geloof ik.” Ze schudden het hoofd. “Nee. Trekken we nooit meer aan.” Joline keek even peinzend. “Oké, dat doen we anders. Het is nét vijf uur… Meiden, wij gaan weer even shoppen. Blouses en truitjes die heb ik nog wel liggen, maar broeken en rokken… Die van mij kunnen jullie wel aan, maar die zakken meteen over jullie enkels. Kunnen we Kees niet aandoen. Mee jullie. Kees, wij zijn naar Eindhoven.”
Margot keek paniekerig. “Maar… Het geld dan?” “Jullie bewaren de bonnetjes maar. Als jullie tante haar broer financieel heeft uitgekleed, krijg ik het wel terug. en anders wel bij jullie eerste salaris van DT.” Joline klonk beslist. “Méé jullie!” Ze gaf me een snelle zoen. “Ga jij maar alvast de bedden en kasten verhuizen, Kees.”
Een minuut later waren ze vertrokken en was het stil in het appartement. Nou ja, dan maar aan het werk. Ik zette muziek aan: een CD met trompetmuziek van Telemann. Met de installatie aardig hard en de tussendeuren open kon ik daar van genieten en lekker mee brommen. De achterste logeerkamer zou de slaapkamer van de dames worden; daar hadden ze geen last van ons en wij niet van hen.
De voorste logeerkamer werd dan hun studeerkamer. Ik haalde het bed in de voorste logeerkamer af, demonteerde het en bouwde het even later weer op in de andere kamer. Matras er op, lakens, dekbed, kussen… klaar.
De kast was het volgende item: die moest van de achterste slaapkamer naar de ‘studeerkamer’, want in de slaapkamer werd het anders te vol. Op een matje zetten en naar de andere kamer slepen… gelukkig paste hij door de deuren. Dat scheelde veel tijd en bovendien wordt zo’n Ikea kast er niet steviger van als je hem demonteert en weer in elkaar zet.
In de berging had ik nog een simpele rechttoe-rechtaan kapstok, die haalde ik naar boven en schroefde hem aan de muur. Ik keek rond. Compleet? Nee. Er miste nog een spiegel. En die had ik niet over. Oké, die volgende week kopen. Dan verder met de studeerkamer voor de dames. Ik had geen bureau over. En dat kopen voor de waarschijnlijk beperkte tijd dat de meiden bij ons waren…
Nee. In de berging stond nog wel een tafel. Straks, samen met Joline, wel naar boven halen. Twee lekkere tuinstoelen uit de berging, kussens erbij. Een boekenrek uit de huiskamer maakte ik leeg en verhuisde het naar de ‘studeerkamer’. Een paar mooie vakantiefoto’s, die ik had opgeborgen, hing ik op en van het balkon haalde ik een grote pot met vaste planten.
Die zette ik op een paar tapijttegels in de ‘studeerkamer’. Wacht even… Ook in de slaapkamer een paar planten… En die had ik niet meer. Een snelle rit naar de supermarkt loste ook dat probleem op. Samen met een bos Fresia’s zette ik de planten op hun slaapkamer en hing een kaartje aan de bos bloemen. “Welkom meiden en voel je thuis!” Een snelle blik in de logeerdouche leerde dat die spic & span was, alleen ontbrak er een handdoekje in het toilet. Das was snel gefikst. Nog even met de stofzuiger tekeer: er lag een spoor van tuinaarde vanaf het balkon tot in de ‘studeerkamer’.
Terwijl ik daarmee bezig was, hoorde ik de voordeur. “We zijn thuis!” hoorde ik Joline roepen. Ik zette de stofzuiger uit en liep de hal in. Zes grote tassen van een bekende modeketen stonden in de hal. “Hallo dames. Jullie bezorgen Eindhoven nog eens een kledingcrisis.” Joline gaf me een zoen. “Klets niet, Kees. Daar begrijp jij niets van. Heb jij nog wat gedaan, behalve naar muziek zitten luisteren?” De installatie stond nog steeds vrij hard en ik liep er naar toe en zette hem uit.
“Nee, in feite weinig. Ik heb wat zitten ontwerpen.” Joline keek me aan. “Je liegt. Ik zie het, rotzakje.” Ik pakte de handen van beide zussen. “Meekomen jullie.” De ‘studeerkamer’ in. “Sorry, er ontbreekt nog een tafel, maar dit kan jullie studeerkamer worden. Als jullie het willen.” Ze keken rond. “Dat gaat lukken, Kees.” Ik opende de deur naar de andere kamer. “En hier kunnen jullie slapen, dames.” Ik deed een stap naar achter en ze liepen naar binnen. “Kéés!!! Heb jij dit…”
Ze kwamen naar buiten en een seconde daarna had ik twee zussen om m’n nek hangen. “Jullie hebben vanmiddag aardig wat geleerd van Clara en Melissa, dames”, gniffelde Joline. En met een stemverheffing: “En nou mijn vent loslaten, troela's! Anders word ik jaloers en dan ben ik nogal onaangenaam in de omgang!”
Ze vlogen Joline om haar nek. “Dank jullie wel! Voor die kleren, voor die kamers… Het feit dat we hier mogen zijn!”
Joline blééf grinniken. “Wacht maar af. Dinsdag zet ik jullie keihard aan het werk. Dan ben ik weer mezelf: de blonde feeks van Gorinchem.” “Er ontbreekt nog wat in jullie slaapkamer, dames: een grote spiegel. Maar die had ik even niet voorhanden. En iemand mag me helpen om een tafel uit de berging naar boven te slepen. Die moet nog op jullie studeerkamer.” Even later, met behulp van Margot was dat ook voor elkaar. “Zo. En nu eten, Kees. Want wij hebben ook niet stilgezeten.”
Ik knikte. “Ik heb ook wel trek. Ik zal eens een soepje in elkaar zetten. Met wat sla en een paar boterhammen moet dat genoeg zijn. Toch?” Ik verdween in de keuken. “Wij gaan de kasten even vullen, Kees!” “Dat gaat vast lukken met zes grote tassen, dames. Uw diner wordt straks opgediend.” Ik zette een pan groentesoep op het gas. Een schaal met sla werd gemaakt en een aantal harde en zachte broodjes gesmeerd: ham, kaas en zoet beleg. Speciaal zelf gesmeerd om de beide zussen te dwingen goed te eten. Ik pakte de bugel en deed de gangdeur open. Even later schalde de ‘Trumpet Tune’ van Clarke door de gang.
Joline’s hoofd kwam om de deur. “Wat ben jij aan het doen?” Met het thema afgesloten zei ik: “Met dit liedje werd aan het hof van Hendrik de achtste aangekondigd dat de maaltijd over een kwartier op tafel stond. Of dat er weer een vrouw onthoofd moest worden, dat weet ik niet meer zeker.” Joline tikte tegen haar hoofd. “Stapelkrankjorum… Nog twee minuten, Kees!” Ik knikte.
Twee minuten later liep Joline de kamer in. Hé, die had zich ook omgekleed in iets nieuws. “Schat, dit ken ik niet…” Ze droeg een donkerblauw jurkje tot nét boven de knie, een brede, witte ceintuur, een mooie panty er onder met cijfers er in verwerkt. Haar zwarte lakschoentjes er onder en haar haren in een mooie dikke vlecht. Haar gezicht was subtiel opgemaakt. “Schat, je ziet er weer prachtig uit…” Ze lachte liefjes. “Dat moet wel, Kees. Anders kijk jij alleen maar naar de andere dames hier in huis. Kom op, meiden! Hij vreet jullie niet op hoor, dat weten jullie nu toch wel?” Beide zussen kwamen nu ook door de deur. Allebei in een zelfde jurkje, maar die van hen waren rood; en ze waren ook héél licht opgemaakt: een beetje oogschaduw en hun lippen iets aangezet.
“Wauw… jullie hadden hier vanmiddag niet mee op de kazerne meten verschijnen, dames. Dan waren jullie meteen ontvoerd. Wat zien jullie er fraai uit!” Margot zei zachtjes: “Opdracht van Joline. Ze zei in de winkel: ‘Het is vandaag een feestdag. Dan moeten jullie er ook feestelijk uitzien!’ En Charlotte lachte zachtjes: “En zij betaalde, dus…”
“Ho, wacht even dames; ik heb de bonnetjes in mijn bezit!” Joline zette haar bitse toon op. “Jullie gaan dat allemaal netjes terugbetalen hoor! Huize Jonkman is geen filantropische instelling, denk daar goed aan!” Beide zussen lachten. “Wees maar niet bang, hoor…” Ik keek zielig. “Jullie er fantastisch uitzien en ik sta hier in m’n werkkleren. ’t Is oneerlijk verdeeld in de wereld!” Joline snibde: “Nou, doe er dan wat aan! Kleed je om iets wat meer representatief is voor deze dag! Tempo, over tien minuten gereed zijn!”
Ik boog. “Zeker freule. Binnen tien minuten terug, freule. Wilt u dan af en toe in de pas met soep roeren freule?” en verdween richting onze slaapkamer. Representatief? Oké, dan mijn mooie blauwe pak. Maar eerst snel douchen, want ik had behoorlijk gezweet…en scheren. Na negen minuten liep ik de kamer in. “Zo Freule… Hier is uw ridder, passend gekleed voor de gelegenheid.”
Beide zussen schoten in de lach en Joline, die met de rug naar me toe zat, draaide zich om. “Inderdaad passend voor de gelegenheid.” Ze moest lachen. “En met stropdas! Netjes. Nu je majoor bent mag je bij de Freule aan tafel. Sergeanten dienen in de personeelsverblijven hun maaltijd te nuttigen.”
Ik kneep even met m’n ogen. “Da’s een uitspraak die ik niet van jou verwacht, Joline.” Ze zag dat ik meende, stond op en omhelsde me. “Dat was een grapje, Kees. Volgens mij heeft de Freule al een maand of tien met haar sergeant aan tafel gezeten…” Haar ogen werden ondeugend. “… En in bed gelegen en daar leuke dingen gedaan.” “Hmmm, da’s waar. Maar de uitspraak kwam niet zo leuk aan, schat.” Ze bleef staan. “Sorry dan, Kees. Zo was hij niet bedoeld.”
Een snelle kus volgde. “Oké.” We gingen weer zitten en na een ‘stil momentje’ schepte Joline de soep op. “Eet smakelijk, mensen. Geniet ervan.” Even was het nog stil, en toen vroeg Margot: “Kees… wat betekenden al die dingen op jouw uniform nou?” Ik dacht even na. “Zullen we dat bewaren voor na het eten? Dan vertel ik jullie in het kort wie Kees Jonkman is en waarom hij is zoals hij is. En wellicht wil Joline vertellen wie zij is. En dat doen we dan onder het genot van een kop koffie of…”
“Nee hé, niet weer thee”, zuchtte Charlotte. “Geef mij dan ook maar eens een kop koffie. Kijken of dat smaakt.” Joline knikte. “Dat is goed, maar dan wel een slap bakje. Anders zit je vannacht om drie uur nog steeds rechtop in bed.” Charlotte knikte. “Doe je mee, zus?” Margot knikte, zij het aarzelend. “Een slap bakje dan.” De dames aten overigens goed: een volle soepkom, een portie sla en drie broodjes elk. Joline gaf hen een compliment daar over. “Het is ook zo lekker”, zei Margot. “Als ik niet oppas, blijf ik eten!” Na het eten pakte ik de fruitschaal. “Zo dames, nu nog een appel, sinaasappel of een banaan. Ook aan de vitamines denken. Denk aan de woorden van de dokter.”
En terwijl we die opaten, vroeg Joline: “Wat doen jullie aan sport?” Beide zussen fronsden. “Vrijwel niets meer, de afgelopen jaren. Ja, we gingen wel eens wandelen, maar sinds de middelbare school verder niets meer. We reden paard, maar ja, dat mocht niet meer toen we gingen studeren. “Te duur”, was het excuus, maar de werkelijke reden was dat er ook jongens op de manege kwamen. En teamsporten waren helemaal uit den boze. “Dan moet je je omkleden en douchen waar jongens bij zijn! Gaat niet gebeuren!”
Ik voelde weer woede opkomen. “En een sociaal leven? Clubs, verenigingen? Gingen jullie daar naar toe?” “De studiegroep van de Beweging. Elke week op woensdagavond. Alleen voor meisjes; de jongens gingen op de dinsdagavond. En op zondag naar de Koninkrijkszaal. ’s Ochtends en ’s avonds. Dat was het.” Verdomme, deze meiden waren écht in een isolement opgegroeid! Het fruit was ondertussen op en we ruimden de tafel af. “Oké, Kees: afwasmachine inruimen; ik maak de koffie.” Joline nam het heft weer in handen.
Even daarna zaten we rond de huiskamertafel aan de koffie. De dames proefden voorzichtig. “Hmmm… Dat is duidelijk anders dan thee. Maar wel lekker.” Ik moest lachen. “Bij DT laat ik jullie koffie door Rob maken. Eens kijken of je het dan ook nog lekker vindt.” “Hoezo?” Joline nam het over. “Mijn grote broer drinkt een nogal exclusief bakje koffie. Als je dat drinkt hoor je gesis in je slokdarm, het brandt dwars door je maagwand heen, slaat ¾ van je darmen over en komt er na vijf minuten ergens aan de onderkant van je lichaam weer uit.
Maar ja… Een half jaar geleden werkte hij nog als eerste machinist op een containerschip. Heel onregelmatige werktijden; en als hij opgetrommeld werd om iets te repareren moest hij wel wakker zijn, zei hij. En dat lukte met zijn koffie uitstekend…” De meiden keken twijfelachtig.
Ik vulde Joline aan: “Een paar weken terug waren Henry, Rob en ik voor een technische bespreking bij Damen Shipyards. Overleg met een klant. En we zouden daar lunchen, dus Allard, mijn contactpersoon daar, belt naar de receptie met de vraag of de dame van de receptie een lunch kon klaarzetten in de vergaderzaal. En haar reactie was onbetaalbaar. ‘Ik zag dat meneer Boogers er ook bij is? Zal ik dan een thermoskan van zijn vergif er bij doen?’ Rob moest hartelijk lachen toen hij het hoorde.”
Even was het stil. “Maar Kees…” Margot keek me aan en ik knikte. “Wij zouden wat vertellen. Wat wil je weten?” Ze aarzelde even. “Wie ben jij, Kees? En wie is Joline?” Ik blies even uit. “Wie ik ben? Chefje van een uiterst goed functionerend ontwerpteam bij DT. In m’n vrije tijd blaas ik graag op een bugel of dans met deze blonde schoonheid hier. Of ik lig op schietbaan van de schietvereniging hier in de buurt. En sinds vandaag is daar een bezigheid bij gekomen: terug bij de Landmacht, daar waar ik ooit begonnen ben.”
Charlotte stelde de volgende vraag. “En wat heb je dan bij de Landmacht gedaan, Kees? Die generaal vertelde iets over Afghanistan, dat meneer van Laar en jij daar een berucht duo waren en de Taliban blij was dat jullie weg waren… En jouw uniform en dat van meneer van Laar zitten vol met lintjes…”
Ik dacht even na. “Charlotte, die ‘lintjes’ zijn herinneringsmedailles. Ze laten zien waar we geweest zijn. Een medaille van de NATO met de gesp “SFOR” voor het werk wat ik Bosnië heb gedaan en de gesp “ISAF” voor Afghanistan. En twee herinneringsmedailles voor Vredesoperaties van Nederland. Het zijn geen medailles voor heldendaden.
De vierde medaille is ook een herinneringsmedaille, maar dan van de Vierdaagse van Nijmegen. Die heb ik zeven keer gelopen. Het Rode Erekoord op mijn schouder kreeg in toen ik in Bosnië, samen met sergeant Loermans een jongetje uit een mijnenveld…”
De telefoon van Joline ging over. Verwonderd keek ze op het display. “Nadia…” Ze nam op. “Hoi Nadia, met Joline Boogers.” Even luisterde ze, toen zette ze het toestel op de speaker. En we hoorden: “…en voor ik het wist stond hij, zonder mijn toestemming, binnen en wilde woedend weten waar ik zijn dochters had gelaten. En toen ik zei dat ik dat niet wist, begon hij te slaan! Ik ben de slaapkamer ingevlucht, de deur op slot gedaan en heb de politie gebeld. En die stonden na vijf minuten binnen; meneer had ondertussen bijna de deur van de slaapkamer ingeramd… Ze waren nét op tijd. Ik heb een verklaring afgelegd, hij is gearresteerd en zit nu op het politiebureau in Arnhem, de klootzak.”
Ze klonk paniekerig.
“Hé, rustig aan Nadia… Voorlopig is hij opgeborgen. Valt hij jou niet meer lastig. Wat ga je nu doen?”
“Ik weet het nog even niet, Joline. Slapen zit er voorlopig niet in; ik sta nog steeds te trillen op m’n benen.” Ik zag Joline denken.
“Ik stuur wel een taxi jouw kant uit en die neemt je mee hier naar toe. Pak een weekendtas met kleren en verschoning in; over een uurtje staat Kees voor de deur. Jij slaapt vannacht bij ons. Je blijft niet in je eentje daar rondspoken.”
Het was even stil. “Ja, maar ik weet niet…” “Wij houden niet van de kreet ‘ja maar’, Nadia. Pak je spullen in, stuur je werkgever een mailtje dat je maandag misschien later bent en zorg dat je over een uur klaar staat. Begrepen? Uithuilen mag je hier doen, in de armen van je nichtjes.”
Een diepe zucht klonk. “Oké… Van slapen komt vannacht toch niks, als ik hier blijf.”
“We geven je wel een borrel. Gegarandeerd dat je omrolt. Tot straks!”
Ze verbrak de verbinding. “Kees…”
Ik knikte. “Ja hoor, het is weer zover. Het is maar goed dat ik nog geen borrel op heb. Maar ik wil één van deze knappe dames mee hebben. Als Nadia flipt, kan er tijdens het rijden ten minste wat nazorg gedaan worden, oké?” Beide zussen keken elkaar aan.
“Ik ga wel mee, Kees”, zei Charlotte. “Mooi, Lot. Dan kleed ik me weer even om, want als er wat herstelwerkzaamheden bij Nadia gedaan moeten worden, doe ik dat liever in spijkerbroek en slobbertrui. Eén moment.”
Ik liep de slaapkamer in. Wéér omkleden… De vierde keer binnen… drie uur. Het moet niet veel gekker worden. En meneer Bongers gaat écht een zware pijp roken… Inbreken, geweld gebruiken…
En dat kwam nog bovenop de aanklachten die de dochters zouden gaan doen. Fijne vent! Na een paar minuten was ik klaar.
Joline had nog een kop koffie gemaakt. ”Lekker sterk. Heb je nodig, schat.” Ik humde. “Even op en neer naar Arnhem… ’t Is geen wereldreis, Joline.”
Ze gaf me een tik voor m’n billen. “Rijden jij. En hier is je chaperonne.” Ze duwde Charlotte de gang in. Ik grinnikte. “Lekkere chaperonne…” Lot droeg nog steeds hetzelfde rode jurkje.
Joline keek me strak aan. “Pas op, Kees Jonkman…” Ik gaf haar een zoen. “Tot straks, schatje.” We reden weg en het was een tijdje stil in de auto.
Op de A50 bij Son begon Charlotte te praten. “Dit is dus mijn vader, Kees. Hij zal z’n zin krijgen, hoe dan ook…” “Ik heb ervaring met dat soort types, Lot… Overigens: vind het erg als ik je zo noem?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Zo noemt Mar me ook… als we onder elkaar zijn. Onze bijnaampjes. Mochten we thuis nooit gebruiken.” Ik zuchtte maar weer eens. “Oké. Bij deze ga ik ze wel gebruiken. Maar terug naar het onderwerp: Joline en ik hebben ervaring met dit soort lui, Lot…”
Beknopt vertelde ik de geschiedenis van de familie de Rooij en besloot met: “…Ma zit zes jaar, pa tien jaar en zoonlief twaalf jaar in de bak. Ook weer een klusje wat Fred, Wilma, Joline en ik samen hebben opgeknapt.”
Ze keek me aan. “En hebben jullie écht geschoten? Joline ook?”
Ik knikte. “Die blonde schoonheid heeft een eigen buks. Gekocht toen de dreiging van de familie de Rooij steeds concreter werd. En toen zoonlief bij ons inbrak en met een bijl begon te zwaaien schoot ze één keer: exact tussen z’n ogen. En toen hij doorging, kreeg hij van mij een schot in z’n ballen.”
Charlotte dacht even na. “En ons werd altijd verteld dat je geweldloos moest zijn…”
Ik antwoordde zwaar cynisch. “Ja hé? En daar heeft je pa zich natuurlijk altijd aan gehouden…”
Ze snoof. “Dan kwam er weer een Bijbeltekst aan te pas: ‘Hij die zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet.’ En daarna konden we weer een dag nauwelijks zitten.”
Ik gromde. “Lot, soms vind ik dat we in Nederland veel te soft zijn geworden omdat we kinderen niet meer mogen slaan. Maar er is een groot verschil tussen een ettertje een harde pets tegen z’n kop geven of je kinderen stelselmatig te mishandelen en emotioneel te misbruiken. Want dát heeft jullie pa gedaan, iets anders kan ik er niet van maken. En allemaal goedgepraat met teksten uit de Bijbel...
En ik zal je iets vertellen: De Taliban in Afghanistan deden exact hetzelfde. Alleen kwamen hun teksten uit de Koran. Maar ook zij mishandelden en misbruikten hun meisjes en vrouwen. Uithuwelijken aan degene die het meeste bood. Verkochten ze als neukvee. En als de meisjes niet meewerkten, werken ze gemarteld, net zolang tot ze wél meewerkten. En daarom ben ik daarheen gegaan. Om te zorgen dat dit soort praktijken in ieder geval in de buurt van Kees Jonkman stopten!”
Ik merkte dat ik me wéér op zat te winden; de snelheidsmeter gaf 140 aan. “Sorry. Ik word pislink van dit soort lui.” Ze keek stil voor zich uit en zei na een aantal kilometers:
“Hij heeft ons ook ‘verkocht’, Kees. Margot zou moeten trouwen met de zoon van een concurrent; de bedrijven bij elkaar gevoegd zou dat een verdubbeling van de transportcapaciteit opleveren; het nieuwe bedrijf zou dan ‘Bongers-van Mackaren’ gaan heten.
En ik zou na mijn studie moeten trouwen met een wat oudere man; vijftig jaar, sinds een jaar weduwnaar die een vrouw nodig had. En niet te vergeten: behoorlijk vermogend is.”
Ik vloekte. Dat gebeurde me niet zoveel, maar nu wel. Charlotte glimlachte. “Dat zijn er vijf, Kees.” “Sorry, Lot. Ik had een boel verwacht, maar dit nooit. En dat in Nederland, verdomme…” “Tien, Kees…”
Ik keek haar snel aan. “En hoe stonden jullie er in?”
Ze keek vastbesloten. “Het zou niet gaan gebeuren, Kees. Dat wist vader nog niet en de aanstaande partners ook niet, maar wij zouden niét met die lui trouwen. Nooit.” Het kwam er grimmig uit. “En hoe hadden jullie dat dan gedacht? Jullie vader hield jullie nogal onder de duim…”
Ze keek me aan. “De toekomstige echtgenoten zouden, zodra er daadwerkelijk plannen gemaakt werden, met twee lijken geconfronteerd worden, Kees. We zouden samen zelfmoord gepleegd hebben. Een hele grote zonde, maar een andere uitweg was er niet.”
Ik was stil. Deze twee meisjes hadden dus heel wat meer doorgemaakt dan we dachten. En Charlotte vertelde het koeltjes, alsof het om een middagwandeling ging…
Tot de brug over de Rijn was het stil in de auto. “Lot… Ik heb steeds meer bewondering voor jullie.” Ze glimlachte. “Dat is lief, Kees. Wij hebben bewondering voor jullie. Keken al een half jaar tegen Joline op. Zó zouden wij ook willen zijn. Niet om haar uiterlijk, maar om wie ze is. Bijzonder begaafd, lief als het kan, maar vlijmscherp als het nodig is…”
“Breek me de bek niet open, Lot. Ik heb er ervaring mee. En met haar oorvijgen.” Ze giechelde. “Ik heb medelijden met je, hoor. Héél kort.” Ik draaide de snelweg af en reed richting Oosterbeek. “Enfin. Eerst maar eens nazorg plegen bij je lieve tante.”
Ik keek haar aan. “Dank je wel voor het vertrouwen, Lot.” Ze lachte voorzichtig.
Vijf minuten later stonden we voor de poort van het advocatenkantoor en belde Charlotte aan.
“Charlot: we noemen Theo gewoon Theo. En Gertie is Gertie. Een schat van een vrouw. Maar wel eentje die haar man, als het nodig is, tot de orde kan roepen. En Joline’s moeder, Tony, is net zo. Weet je… Een paar maanden geleden dacht ik me een geintje te kunnen veroorloven door tegen Gertie een Bijbeltekst te kunnen citeren: “Vrouwen, weest uw mannen onderdanig.” Ik weet zo niet meer welke apostel dat zei… Petrus?” Ze schudde haar hoofd. “Paulus. De brief aan de Efeziërs, hoofdstuk 5.”
Ik knikte. “Knap,dat je dat zo weet… Maar goed: ik citeerde die tekst en kreeg meteen twee laserstralen op me gericht. Van Tony. En ze zei: ‘Volgens mij ben jij in landen geweest waarbij men die tekst ook hanteerde. Misschien uit een ander Boek, maar de strekking is hetzelfde. En in sommige streken van Nederland wordt die tekst ook nogal eens misbruikt. Kortom Kees Jonkman: lul niet.’ En ze had groot gelijk.”
Charlotte knikte langzaam. “Ik zie het haar zeggen.” Ik grinnikte. “Tony is de vierde van een generatie ‘vrouwen met ballen’. We hebben haar levensgeschiedenis en die van haar moeder, grootmoeder en overgrootmoeder gehoord: Stuk voor stuk dames die van wanten wisten. En Joline heeft aardig wat van die genen meegekregen… Heb ik weer.”
Ik liet mijn hoofd demonstratief hangen en Charlotte lachte. “Ja, dat hebben we de afgelopen maanden af en toe gemerkt in Utrecht. Eén van de eerste studiedagen zaten wij met haar te kletsen, en plotseling komt er een medestudent op ons af. Loopt recht naar Joline toe en zegt: ‘Hé lekker ding, zou je niet eens met een echte vent meegaan in plaats van met die twee geitenbreiers hier te kletsen?’
En ze doet net of ze niets gehoord heeft, gaat gewoon door met praten. En die knul pakt haar arm en wil haar overeind trekken. Toen pas keek ze op en zei heel zachtjes: ‘Als jij niet heel gauw je poten van me afhaalt, ga je een dreun krijgen die je over een week nog voelt, snotneus.’ En ze keek hem aan met die blauwe ogen van haar en de knul verdween. Zonder commentaar.”
Ik grinnikte. “Die blik heeft ze van Tony geërfd. Blauwe lasers. En als het jong was doorgegaan hád hij inderdaad een klap gekregen. Op zijn oor. Dat wapen heeft ze al een paar keer moeten gebruiken: in Frankrijk tegen een paar pubertjes, bij de supermarkt in Veldhoven, ook tegen een paar snotneuzen die het nodig vonden om sexistische opmerkingen tegen haar te maken, tegen een witte-boorden-crimineel die met z’n vuile boeventengels aan haar zat, tegen een voormalig collega die haar voor hoer uitmaakte…”
“En af en toe tegen jou, meneer Jonkman!” klonk het vanaf de achterbank. “Als jij weer eens jouw ‘grapjes’ maakte ten koste van mij!” Ik grinnikte. “Ja, schat. Je hebt gelijk, schat. Ik al het niet meer doen, schat…” “Goed zo. Je leert het ooit nog wel, meneer Jonkman.” “Zeker, schat. Als we tachtig zijn en bingo spelen in het bejaardentehuis, schat.”
Ze snoof. “Dan pas? Dan heb jij op je veertigste al geen oren meer over, Kees.” Charlotte lachte zachtjes en Joline boog naar voren. “Lot, jullie moeten écht één ding goed in je oren knopen. Mannen en vrouwen vullen elkaar aan. Zijn gelijkwaardig. Geen van beide soorten heeft het recht om de andere soort te overheersen. Kees is, volgens zijn zussen, goed in een aantal dingen: techniek, schieten, klassieke muziek en lange afstand lopen.”
Ze giebelde even. “Ik heb ontdekt dat hij ook goed is in koken, organiseren en tactiek. En in een paar andere zaken, maar daar zal ik nu niet al teveel over uitweiden. Ik ben goed in economie, dansen, ik loop ook graag een stukje hard, maar ik sprint liever. Ik schiet aardig, maar laat vergeleken met Kees een paar puntjes liggen. Maar ben beter in zwemmen. En een wat minder goeie kok dan Kees is. Maar samen zijn wij vrijwel onverslaanbaar. En waarom? Omdat we elkaars goeie en minder goeie punten weten en elkaar daarin aanvullen. Dát is het hele geheim.”
Charlotte knikte langzaam. “Dat is even wennen, Joline. Thuis was vader de baas. Over alles. Moeder mocht beslissen wat ze kookte. Tenminste: binnen de kaders die vader stelde. Hollandse pot, verder niets. Nasi en bami kwamen er bij ons niet in. En dat was het ongeveer. Verder moest het huis altijd tip-top in orde zijn, dus ze liep de hele dag te poetsen.
En daarom wilden wij gaan studeren: op een zeker moment vrij zijn en niet achter de gootsteen belanden, zoals tante Nadia het vanochtend zei. Alle dat ‘vrij zijn’ bleek wel héél lang te duren. Té lang naar onze zin. Daarom zijn we er vandoor gegaan.”
Ze keek op en ik keek opzij in twee grijze, vastbesloten, ogen. “En daar hebben we geen seconde spijt van, Kees. Hebben we het gisteravond in bed over gehad.” Ik zag Joline in mijn spiegeltje knikken. “Mooi, Lot. Volhouden. Het zal moeilijk worden, dat geef ik je op een briefje. Maar… volhouden.” Ze knikte. “We hebben daarstraks nog even met Karel en Chantal gepraat… We gaan aangifte doen. Ja, het is onze vader, maar we hebben ook nog een moeder. En die willen we de kans geven om onder dat juk uit te komen.” Ik dacht even na. “En het bedrijf dan, Charlotte?” Ze haalde haar schouders op. “Interesseert ons niet. Hij verkoopt het maar of zo. ‘Het bedrijf’ was onze gevangenis. Willen we niets meer mee te maken hebben. Er zijn nog andere belangen, maar die vallen in duigen. Liever bij DT werken, tussen hele lieve collega’s in plaats van in een koud kantoor bij een knorrige boekhouder en een mopperende planner te zitten.” Ze zuchtte.
En vanaf de achterbank klonk de stem van Margot. “Jullie willen niet weten hoe vaak we stiekem om half zeven door de ramen van het kantoor naar buiten keken als de wagens weg reden… Eerst naar Aalsmeer om bloemen op te halen, en vervolgens gingen ze naar Italië, Denemarken, Rusland of Engeland… Namen op de kaart, plaatsen die wij nooit zouden zien. ‘Poelen des verderfs’. Maar ondertussen werden de chauffeurs er wel naar toe gestuurd, want dat leverde geld op…”
Rustig pratend reden we verder naar het zuiden. Het begon drukker te worden: de spits begon. En plotseling maakte Charlotte een schrikgebaar en wees. Drie auto’s voor ons reed een grote oplegger met achterop de woorden: ‘Bongers Transport, Groot-Ammers’. Ik bleef even op afstand. “Wat wil je Charlotte? Jij bent de enige die gezien kan worden door de chauffeur… Margot zit links achterin, achter getint glas. Onzichtbaar.”
Joline maakte een verstandige opmerking. “Kees, als je hem kan inhalen op de meest linkerbaan, liefst met nog een truck er tussenin: dát doen. Anders niet. Je auto heeft een nummerbord. Als de chauffeur Lot ziet én jouw nummerbord noteert…” Ik knikte. “Wat een slimme vriendin heb ik toch…”
Ik hoorde een zacht lachje naast me. “Iets met ‘elkaar aanvullen’, toch?” “Jij snapt het!” klonk Joline. Ondertussen keek ik in m’n spiegels of er een truck was die iets sneller reed van de oplegger van Bongers. Dat duurde even, maar voor de brug bij Ewijk kwam die gelegenheid. Een grote oplegger van Koops uit Zeewolde haalde ons langzaam in over de middelste rijstrook. Ik schoot achter hem aan en toen hij de wagen van Bongers begon in te halen reed ik op de linker rijstrook, gelijk op met de wagen van Koops. Dat werd niet op prijs gesteld door diverse achterliggers, maar dat boeide nu even niet. We hadden onzichtbaar voor de chauffeur de truck van Bongers ingehaald. Iets verder stuurde ik de middelste rijstrook op en werd meteen ingehaald door een andere automobilist die nijdig toeterde en z’n middelvinger opstak.
Ja knul, het leven is hard, zeker als je haast hebt en Kees Jonkman voor je hebt…
Met rustig kletsen en zonder verdere incidenten kwamen we in Veldhoven aan. “We moeten nog wel even boodschappen doen, Joline.” Een hummetje kwam van de achterbank. Even later liep ik snel de supermarkt in: melk, vlees voor morgen, groente? Even denken… de broccoli was in de aanbieding, dus… bitterkoekjes voor door de pudding, kaas. Na vijf minuten kwam ik de super weer uit. “Zo. Aanvulling op de boodschappen van donderdag. Tot en met maandag zijn we onder de pannen, dames.”
“Werd je niet besprongen door de kassameisjes, Kees?” Joline’s stem klonk plagend. “Nee schat, want op m’n overhemd zitten m’n sergeantsstrepen nog. Als ik m’n jasje had aangedaan, tja… Dan was ik in de winkel waarschijnlijk onmiddellijk door zeven kassameisjes gruwelijk aangerand. Zo’n knappe kerel, helemaal volgehangen met lintjes, toeters, bellen en lampions… en dan majoor ook nog…Is natuurlijk wel een bijzonder begeerlijke partij voor de kassadames van deze fijne supermarkt.”
Er klonken synchroon drie minachtende geluidjes in de auto. “Je moet je ego weer eens leeg laten lopen, Kees. Heeft nogal last van een opgeblazen gevoel.”
Eenmaal in het appartement liep ik naar slaapkamer. “Eerst omkleden meiden. Leuk, zo’n pak, maar het zit niet echt comfortabel.” Ik deed de deur achter me dicht. Ook nieuw; voorheen kleedden Joline of ik ons om en dan bleef de deur gewoon openstaan. Maar goed, om de gezusters Bongers niet meteen flauw te laten vallen… Een snelle douche, spijkerbroek, T-shirt en overhemd aan, sokken, schoenen… Opgefrist kwam ik de kamer weer in, mijn uniform netjes over een kleerhanger. En die hing ik in de inloopkast tussen beide logeerkamers.
Joline had ondertussen koffie gemaakt en een beker warme melk voor Charlotte en Margot. “Zo dames… Even uithijgen van een nogal hectische dag.” “Maar wel een mooie dag, Kees. Eerst naar Nadia: het was zeker zes jaar geleden dat we haar hebben gezien.” Joline knikte naar Margot. “Een mooi mens, Margot. En ik weet zeker dat ze jullie gaat helpen.”
Charlotte knikte langzaam en het was een tijdje stil in de kamer. Iedereen was even in gedachten. “Hebben de dames al trek?”Joline schudde haar hoofd. “Ik nog niet, Kees. Twee uur geleden heb ik drie broodjes gegeten. Straks maar een soepje warm maken. Een paar broodjes erbij, daar kunnen we het wel op uitzingen vandaag. En vroeg naar bed. Genoeg emoties gehad vandaag.”
De zussen knikten. “Oké. Rond een uur of acht een soepje en broodjes. Dan stel ik voor dat we het eens gaan hebben over jullie verblijf hier. Allereerst: voorlopig mag je dit flatje als ‘thuis’ beschouwen. Dat wil zeggen: jullie zijn geen logé ‘s, maar volwaardig medebewoners.
Als je jezelf wilt terugtrekken op je kamer: prima. Wil je hier zitten: ook goed. Heb je trek: duik in de broodtrommel en eet. Ben je moe: ga slapen. Geen toneelspelletjes: wees jezelf, dat doen wij ook.” Joline knikte. “Helemaal mee eens. Jullie leven hier niet van genade: jullie zijn vriendinnen die een tijdje in de shit zitten. En daar proberen we jullie uit te halen.”
Ze giechelde even. “En als jullie ons een keertje betrappen op een hevige zoenpartij: het zij zo. Dan kunnen je twee dingen doen: naar kijken en er iets van opsteken óf je met rode kaken omdraaien en als de weerlicht wegwezen. Mag je zelf weten. Tot nader order zullen we jullie niet lastig vallen met passionele vrijpartijen; dat doen we wel op onze slaapkamer.”
De zussen schoten in de lach. “Dát is ten minste een hele een geruststelling”, zei Margot en Charlotte giechelde: “Ik wil er niet aan denken dat jullie hier op de bank… En dan komen wij binnen!” Joline keek hen plotseling strak aan. “Luister meiden, even voor de goede orde: toen Kees en ik elkaar leerden kennen en onze liefde voor elkaar hadden uitgesproken hadden we binnen een week stomende sex.
Een lang weekend logeerde ik hier en we zijn in dat weekend wel 5 keer met elkaar naar bed geweest. En tijdens dat weekend besloot ik dat ik mijn flatje in Ter Aar achter me zou laten en bij Kees zou intrekken. Een beslissing waar ik geen seconde spijt van heb gehad. En in de tussenliggende tijd hebben we op de meeste plaatsen in dit appartement wel met elkaar gevreeën, behalve op de draaiende centrifuge. En op de meest vreemde momenten. Waarom? Omdat we als gekken van elkaar houden. Dus als jullie ons een keertje ‘betrappen’ op een passionele vrijpartij: het zij zo. Beter dat dan dat we elkaar de hersens inslaan. Tot zover vrijpartijen en stomende sex.”
Ze glimlachte.
“Maar nu de volgende vraag: hoe en waar willen jullie slapen? Elk in een aparte kamer? Dat kan, hebben jullie gezien. Maar we kunnen ook een van de logeerkamers ombouwen tot tweepersoons slaapkamer.” Beide zussen keken elkaar aan. “Liefst slapen we bij elkaar. Zijn we gewend en dat voelt prima.”
Joline knikte. “Oké. Dan gaan we dat zo dadelijk regelen. En de andere logeerkamer, daar kunnen we een studeer- annex zitkamer voor jullie van maken. Als jullie rustig willen studeren of gewoon even onder elkaar willen zijn: dan kan daar. Kees: aan het werk: bedden demonteren, verhuizen en weer in elkaar zetten; kasten verhuizen, kortom: het zware werk. Wij kijken wel of je het goed doet.” Voor de vorm mopperde ik: “Hé, jij hebt ook handjes, dame. Ben jij belazerd…”
Joline stond op, liep naar me toe, kuste me zachtjes en zei liefjes: “Dat wil jij toch wel voor ons doen, lieve Kees?” Ik keek om haar heen richting de zussen. “Kijk, zó word ik dus elke dag een beetje verder ingepalmd…” Ze giechelden en Margot zei: “Je ziet er ook uit alsof je het heel erg vind, Kees.” Joline liet me los en draaide zich om. “Húp! Aan ’t werk. Ehh… wacht even: dan trek ik ook even wat andere kleren aan. Ik ga niet in m’n mooie rok liggen poetsen en boenen. Eén momentje.”
Even later kwam ze terug in een oude spijkerbroek en een bloes die betere tijden had gekend, haar haren in een simpele staart en zonder make-up. “Dát is een Joline die we nog niet kenden…” Margot keek haar aan en Charlotte vulde aan: “Jij ziet er altijd uiterst verzorgd uit, Joline. Even een contrast met deze kleding.” Ze grinnikte. “Soms is werkkleding gewoon nodig. En als ik straks de spinnenwebben in m’n haar heb: ach, dan valt er weer wat te douchen.”
Beide zussen keken elkaar aan. “En wij dan?” Ik kreeg een ingeving. “Als jullie de kleren die jullie donderdag aan hadden nu eens aantrekken… Dat was niet het nieuwste van het nieuwste, geloof ik.” Ze schudden het hoofd. “Nee. Trekken we nooit meer aan.” Joline keek even peinzend. “Oké, dat doen we anders. Het is nét vijf uur… Meiden, wij gaan weer even shoppen. Blouses en truitjes die heb ik nog wel liggen, maar broeken en rokken… Die van mij kunnen jullie wel aan, maar die zakken meteen over jullie enkels. Kunnen we Kees niet aandoen. Mee jullie. Kees, wij zijn naar Eindhoven.”
Margot keek paniekerig. “Maar… Het geld dan?” “Jullie bewaren de bonnetjes maar. Als jullie tante haar broer financieel heeft uitgekleed, krijg ik het wel terug. en anders wel bij jullie eerste salaris van DT.” Joline klonk beslist. “Méé jullie!” Ze gaf me een snelle zoen. “Ga jij maar alvast de bedden en kasten verhuizen, Kees.”
Een minuut later waren ze vertrokken en was het stil in het appartement. Nou ja, dan maar aan het werk. Ik zette muziek aan: een CD met trompetmuziek van Telemann. Met de installatie aardig hard en de tussendeuren open kon ik daar van genieten en lekker mee brommen. De achterste logeerkamer zou de slaapkamer van de dames worden; daar hadden ze geen last van ons en wij niet van hen.
De voorste logeerkamer werd dan hun studeerkamer. Ik haalde het bed in de voorste logeerkamer af, demonteerde het en bouwde het even later weer op in de andere kamer. Matras er op, lakens, dekbed, kussen… klaar.
De kast was het volgende item: die moest van de achterste slaapkamer naar de ‘studeerkamer’, want in de slaapkamer werd het anders te vol. Op een matje zetten en naar de andere kamer slepen… gelukkig paste hij door de deuren. Dat scheelde veel tijd en bovendien wordt zo’n Ikea kast er niet steviger van als je hem demonteert en weer in elkaar zet.
In de berging had ik nog een simpele rechttoe-rechtaan kapstok, die haalde ik naar boven en schroefde hem aan de muur. Ik keek rond. Compleet? Nee. Er miste nog een spiegel. En die had ik niet over. Oké, die volgende week kopen. Dan verder met de studeerkamer voor de dames. Ik had geen bureau over. En dat kopen voor de waarschijnlijk beperkte tijd dat de meiden bij ons waren…
Nee. In de berging stond nog wel een tafel. Straks, samen met Joline, wel naar boven halen. Twee lekkere tuinstoelen uit de berging, kussens erbij. Een boekenrek uit de huiskamer maakte ik leeg en verhuisde het naar de ‘studeerkamer’. Een paar mooie vakantiefoto’s, die ik had opgeborgen, hing ik op en van het balkon haalde ik een grote pot met vaste planten.
Die zette ik op een paar tapijttegels in de ‘studeerkamer’. Wacht even… Ook in de slaapkamer een paar planten… En die had ik niet meer. Een snelle rit naar de supermarkt loste ook dat probleem op. Samen met een bos Fresia’s zette ik de planten op hun slaapkamer en hing een kaartje aan de bos bloemen. “Welkom meiden en voel je thuis!” Een snelle blik in de logeerdouche leerde dat die spic & span was, alleen ontbrak er een handdoekje in het toilet. Das was snel gefikst. Nog even met de stofzuiger tekeer: er lag een spoor van tuinaarde vanaf het balkon tot in de ‘studeerkamer’.
Terwijl ik daarmee bezig was, hoorde ik de voordeur. “We zijn thuis!” hoorde ik Joline roepen. Ik zette de stofzuiger uit en liep de hal in. Zes grote tassen van een bekende modeketen stonden in de hal. “Hallo dames. Jullie bezorgen Eindhoven nog eens een kledingcrisis.” Joline gaf me een zoen. “Klets niet, Kees. Daar begrijp jij niets van. Heb jij nog wat gedaan, behalve naar muziek zitten luisteren?” De installatie stond nog steeds vrij hard en ik liep er naar toe en zette hem uit.
“Nee, in feite weinig. Ik heb wat zitten ontwerpen.” Joline keek me aan. “Je liegt. Ik zie het, rotzakje.” Ik pakte de handen van beide zussen. “Meekomen jullie.” De ‘studeerkamer’ in. “Sorry, er ontbreekt nog een tafel, maar dit kan jullie studeerkamer worden. Als jullie het willen.” Ze keken rond. “Dat gaat lukken, Kees.” Ik opende de deur naar de andere kamer. “En hier kunnen jullie slapen, dames.” Ik deed een stap naar achter en ze liepen naar binnen. “Kéés!!! Heb jij dit…”
Ze kwamen naar buiten en een seconde daarna had ik twee zussen om m’n nek hangen. “Jullie hebben vanmiddag aardig wat geleerd van Clara en Melissa, dames”, gniffelde Joline. En met een stemverheffing: “En nou mijn vent loslaten, troela's! Anders word ik jaloers en dan ben ik nogal onaangenaam in de omgang!”
Ze vlogen Joline om haar nek. “Dank jullie wel! Voor die kleren, voor die kamers… Het feit dat we hier mogen zijn!”
Joline blééf grinniken. “Wacht maar af. Dinsdag zet ik jullie keihard aan het werk. Dan ben ik weer mezelf: de blonde feeks van Gorinchem.” “Er ontbreekt nog wat in jullie slaapkamer, dames: een grote spiegel. Maar die had ik even niet voorhanden. En iemand mag me helpen om een tafel uit de berging naar boven te slepen. Die moet nog op jullie studeerkamer.” Even later, met behulp van Margot was dat ook voor elkaar. “Zo. En nu eten, Kees. Want wij hebben ook niet stilgezeten.”
Ik knikte. “Ik heb ook wel trek. Ik zal eens een soepje in elkaar zetten. Met wat sla en een paar boterhammen moet dat genoeg zijn. Toch?” Ik verdween in de keuken. “Wij gaan de kasten even vullen, Kees!” “Dat gaat vast lukken met zes grote tassen, dames. Uw diner wordt straks opgediend.” Ik zette een pan groentesoep op het gas. Een schaal met sla werd gemaakt en een aantal harde en zachte broodjes gesmeerd: ham, kaas en zoet beleg. Speciaal zelf gesmeerd om de beide zussen te dwingen goed te eten. Ik pakte de bugel en deed de gangdeur open. Even later schalde de ‘Trumpet Tune’ van Clarke door de gang.
Joline’s hoofd kwam om de deur. “Wat ben jij aan het doen?” Met het thema afgesloten zei ik: “Met dit liedje werd aan het hof van Hendrik de achtste aangekondigd dat de maaltijd over een kwartier op tafel stond. Of dat er weer een vrouw onthoofd moest worden, dat weet ik niet meer zeker.” Joline tikte tegen haar hoofd. “Stapelkrankjorum… Nog twee minuten, Kees!” Ik knikte.
Twee minuten later liep Joline de kamer in. Hé, die had zich ook omgekleed in iets nieuws. “Schat, dit ken ik niet…” Ze droeg een donkerblauw jurkje tot nét boven de knie, een brede, witte ceintuur, een mooie panty er onder met cijfers er in verwerkt. Haar zwarte lakschoentjes er onder en haar haren in een mooie dikke vlecht. Haar gezicht was subtiel opgemaakt. “Schat, je ziet er weer prachtig uit…” Ze lachte liefjes. “Dat moet wel, Kees. Anders kijk jij alleen maar naar de andere dames hier in huis. Kom op, meiden! Hij vreet jullie niet op hoor, dat weten jullie nu toch wel?” Beide zussen kwamen nu ook door de deur. Allebei in een zelfde jurkje, maar die van hen waren rood; en ze waren ook héél licht opgemaakt: een beetje oogschaduw en hun lippen iets aangezet.
“Wauw… jullie hadden hier vanmiddag niet mee op de kazerne meten verschijnen, dames. Dan waren jullie meteen ontvoerd. Wat zien jullie er fraai uit!” Margot zei zachtjes: “Opdracht van Joline. Ze zei in de winkel: ‘Het is vandaag een feestdag. Dan moeten jullie er ook feestelijk uitzien!’ En Charlotte lachte zachtjes: “En zij betaalde, dus…”
“Ho, wacht even dames; ik heb de bonnetjes in mijn bezit!” Joline zette haar bitse toon op. “Jullie gaan dat allemaal netjes terugbetalen hoor! Huize Jonkman is geen filantropische instelling, denk daar goed aan!” Beide zussen lachten. “Wees maar niet bang, hoor…” Ik keek zielig. “Jullie er fantastisch uitzien en ik sta hier in m’n werkkleren. ’t Is oneerlijk verdeeld in de wereld!” Joline snibde: “Nou, doe er dan wat aan! Kleed je om iets wat meer representatief is voor deze dag! Tempo, over tien minuten gereed zijn!”
Ik boog. “Zeker freule. Binnen tien minuten terug, freule. Wilt u dan af en toe in de pas met soep roeren freule?” en verdween richting onze slaapkamer. Representatief? Oké, dan mijn mooie blauwe pak. Maar eerst snel douchen, want ik had behoorlijk gezweet…en scheren. Na negen minuten liep ik de kamer in. “Zo Freule… Hier is uw ridder, passend gekleed voor de gelegenheid.”
Beide zussen schoten in de lach en Joline, die met de rug naar me toe zat, draaide zich om. “Inderdaad passend voor de gelegenheid.” Ze moest lachen. “En met stropdas! Netjes. Nu je majoor bent mag je bij de Freule aan tafel. Sergeanten dienen in de personeelsverblijven hun maaltijd te nuttigen.”
Ik kneep even met m’n ogen. “Da’s een uitspraak die ik niet van jou verwacht, Joline.” Ze zag dat ik meende, stond op en omhelsde me. “Dat was een grapje, Kees. Volgens mij heeft de Freule al een maand of tien met haar sergeant aan tafel gezeten…” Haar ogen werden ondeugend. “… En in bed gelegen en daar leuke dingen gedaan.” “Hmmm, da’s waar. Maar de uitspraak kwam niet zo leuk aan, schat.” Ze bleef staan. “Sorry dan, Kees. Zo was hij niet bedoeld.”
Een snelle kus volgde. “Oké.” We gingen weer zitten en na een ‘stil momentje’ schepte Joline de soep op. “Eet smakelijk, mensen. Geniet ervan.” Even was het nog stil, en toen vroeg Margot: “Kees… wat betekenden al die dingen op jouw uniform nou?” Ik dacht even na. “Zullen we dat bewaren voor na het eten? Dan vertel ik jullie in het kort wie Kees Jonkman is en waarom hij is zoals hij is. En wellicht wil Joline vertellen wie zij is. En dat doen we dan onder het genot van een kop koffie of…”
“Nee hé, niet weer thee”, zuchtte Charlotte. “Geef mij dan ook maar eens een kop koffie. Kijken of dat smaakt.” Joline knikte. “Dat is goed, maar dan wel een slap bakje. Anders zit je vannacht om drie uur nog steeds rechtop in bed.” Charlotte knikte. “Doe je mee, zus?” Margot knikte, zij het aarzelend. “Een slap bakje dan.” De dames aten overigens goed: een volle soepkom, een portie sla en drie broodjes elk. Joline gaf hen een compliment daar over. “Het is ook zo lekker”, zei Margot. “Als ik niet oppas, blijf ik eten!” Na het eten pakte ik de fruitschaal. “Zo dames, nu nog een appel, sinaasappel of een banaan. Ook aan de vitamines denken. Denk aan de woorden van de dokter.”
En terwijl we die opaten, vroeg Joline: “Wat doen jullie aan sport?” Beide zussen fronsden. “Vrijwel niets meer, de afgelopen jaren. Ja, we gingen wel eens wandelen, maar sinds de middelbare school verder niets meer. We reden paard, maar ja, dat mocht niet meer toen we gingen studeren. “Te duur”, was het excuus, maar de werkelijke reden was dat er ook jongens op de manege kwamen. En teamsporten waren helemaal uit den boze. “Dan moet je je omkleden en douchen waar jongens bij zijn! Gaat niet gebeuren!”
Ik voelde weer woede opkomen. “En een sociaal leven? Clubs, verenigingen? Gingen jullie daar naar toe?” “De studiegroep van de Beweging. Elke week op woensdagavond. Alleen voor meisjes; de jongens gingen op de dinsdagavond. En op zondag naar de Koninkrijkszaal. ’s Ochtends en ’s avonds. Dat was het.” Verdomme, deze meiden waren écht in een isolement opgegroeid! Het fruit was ondertussen op en we ruimden de tafel af. “Oké, Kees: afwasmachine inruimen; ik maak de koffie.” Joline nam het heft weer in handen.
Even daarna zaten we rond de huiskamertafel aan de koffie. De dames proefden voorzichtig. “Hmmm… Dat is duidelijk anders dan thee. Maar wel lekker.” Ik moest lachen. “Bij DT laat ik jullie koffie door Rob maken. Eens kijken of je het dan ook nog lekker vindt.” “Hoezo?” Joline nam het over. “Mijn grote broer drinkt een nogal exclusief bakje koffie. Als je dat drinkt hoor je gesis in je slokdarm, het brandt dwars door je maagwand heen, slaat ¾ van je darmen over en komt er na vijf minuten ergens aan de onderkant van je lichaam weer uit.
Maar ja… Een half jaar geleden werkte hij nog als eerste machinist op een containerschip. Heel onregelmatige werktijden; en als hij opgetrommeld werd om iets te repareren moest hij wel wakker zijn, zei hij. En dat lukte met zijn koffie uitstekend…” De meiden keken twijfelachtig.
Ik vulde Joline aan: “Een paar weken terug waren Henry, Rob en ik voor een technische bespreking bij Damen Shipyards. Overleg met een klant. En we zouden daar lunchen, dus Allard, mijn contactpersoon daar, belt naar de receptie met de vraag of de dame van de receptie een lunch kon klaarzetten in de vergaderzaal. En haar reactie was onbetaalbaar. ‘Ik zag dat meneer Boogers er ook bij is? Zal ik dan een thermoskan van zijn vergif er bij doen?’ Rob moest hartelijk lachen toen hij het hoorde.”
Even was het stil. “Maar Kees…” Margot keek me aan en ik knikte. “Wij zouden wat vertellen. Wat wil je weten?” Ze aarzelde even. “Wie ben jij, Kees? En wie is Joline?” Ik blies even uit. “Wie ik ben? Chefje van een uiterst goed functionerend ontwerpteam bij DT. In m’n vrije tijd blaas ik graag op een bugel of dans met deze blonde schoonheid hier. Of ik lig op schietbaan van de schietvereniging hier in de buurt. En sinds vandaag is daar een bezigheid bij gekomen: terug bij de Landmacht, daar waar ik ooit begonnen ben.”
Charlotte stelde de volgende vraag. “En wat heb je dan bij de Landmacht gedaan, Kees? Die generaal vertelde iets over Afghanistan, dat meneer van Laar en jij daar een berucht duo waren en de Taliban blij was dat jullie weg waren… En jouw uniform en dat van meneer van Laar zitten vol met lintjes…”
Ik dacht even na. “Charlotte, die ‘lintjes’ zijn herinneringsmedailles. Ze laten zien waar we geweest zijn. Een medaille van de NATO met de gesp “SFOR” voor het werk wat ik Bosnië heb gedaan en de gesp “ISAF” voor Afghanistan. En twee herinneringsmedailles voor Vredesoperaties van Nederland. Het zijn geen medailles voor heldendaden.
De vierde medaille is ook een herinneringsmedaille, maar dan van de Vierdaagse van Nijmegen. Die heb ik zeven keer gelopen. Het Rode Erekoord op mijn schouder kreeg in toen ik in Bosnië, samen met sergeant Loermans een jongetje uit een mijnenveld…”
De telefoon van Joline ging over. Verwonderd keek ze op het display. “Nadia…” Ze nam op. “Hoi Nadia, met Joline Boogers.” Even luisterde ze, toen zette ze het toestel op de speaker. En we hoorden: “…en voor ik het wist stond hij, zonder mijn toestemming, binnen en wilde woedend weten waar ik zijn dochters had gelaten. En toen ik zei dat ik dat niet wist, begon hij te slaan! Ik ben de slaapkamer ingevlucht, de deur op slot gedaan en heb de politie gebeld. En die stonden na vijf minuten binnen; meneer had ondertussen bijna de deur van de slaapkamer ingeramd… Ze waren nét op tijd. Ik heb een verklaring afgelegd, hij is gearresteerd en zit nu op het politiebureau in Arnhem, de klootzak.”
Ze klonk paniekerig.
“Hé, rustig aan Nadia… Voorlopig is hij opgeborgen. Valt hij jou niet meer lastig. Wat ga je nu doen?”
“Ik weet het nog even niet, Joline. Slapen zit er voorlopig niet in; ik sta nog steeds te trillen op m’n benen.” Ik zag Joline denken.
“Ik stuur wel een taxi jouw kant uit en die neemt je mee hier naar toe. Pak een weekendtas met kleren en verschoning in; over een uurtje staat Kees voor de deur. Jij slaapt vannacht bij ons. Je blijft niet in je eentje daar rondspoken.”
Het was even stil. “Ja, maar ik weet niet…” “Wij houden niet van de kreet ‘ja maar’, Nadia. Pak je spullen in, stuur je werkgever een mailtje dat je maandag misschien later bent en zorg dat je over een uur klaar staat. Begrepen? Uithuilen mag je hier doen, in de armen van je nichtjes.”
Een diepe zucht klonk. “Oké… Van slapen komt vannacht toch niks, als ik hier blijf.”
“We geven je wel een borrel. Gegarandeerd dat je omrolt. Tot straks!”
Ze verbrak de verbinding. “Kees…”
Ik knikte. “Ja hoor, het is weer zover. Het is maar goed dat ik nog geen borrel op heb. Maar ik wil één van deze knappe dames mee hebben. Als Nadia flipt, kan er tijdens het rijden ten minste wat nazorg gedaan worden, oké?” Beide zussen keken elkaar aan.
“Ik ga wel mee, Kees”, zei Charlotte. “Mooi, Lot. Dan kleed ik me weer even om, want als er wat herstelwerkzaamheden bij Nadia gedaan moeten worden, doe ik dat liever in spijkerbroek en slobbertrui. Eén moment.”
Ik liep de slaapkamer in. Wéér omkleden… De vierde keer binnen… drie uur. Het moet niet veel gekker worden. En meneer Bongers gaat écht een zware pijp roken… Inbreken, geweld gebruiken…
En dat kwam nog bovenop de aanklachten die de dochters zouden gaan doen. Fijne vent! Na een paar minuten was ik klaar.
Joline had nog een kop koffie gemaakt. ”Lekker sterk. Heb je nodig, schat.” Ik humde. “Even op en neer naar Arnhem… ’t Is geen wereldreis, Joline.”
Ze gaf me een tik voor m’n billen. “Rijden jij. En hier is je chaperonne.” Ze duwde Charlotte de gang in. Ik grinnikte. “Lekkere chaperonne…” Lot droeg nog steeds hetzelfde rode jurkje.
Joline keek me strak aan. “Pas op, Kees Jonkman…” Ik gaf haar een zoen. “Tot straks, schatje.” We reden weg en het was een tijdje stil in de auto.
Op de A50 bij Son begon Charlotte te praten. “Dit is dus mijn vader, Kees. Hij zal z’n zin krijgen, hoe dan ook…” “Ik heb ervaring met dat soort types, Lot… Overigens: vind het erg als ik je zo noem?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Zo noemt Mar me ook… als we onder elkaar zijn. Onze bijnaampjes. Mochten we thuis nooit gebruiken.” Ik zuchtte maar weer eens. “Oké. Bij deze ga ik ze wel gebruiken. Maar terug naar het onderwerp: Joline en ik hebben ervaring met dit soort lui, Lot…”
Beknopt vertelde ik de geschiedenis van de familie de Rooij en besloot met: “…Ma zit zes jaar, pa tien jaar en zoonlief twaalf jaar in de bak. Ook weer een klusje wat Fred, Wilma, Joline en ik samen hebben opgeknapt.”
Ze keek me aan. “En hebben jullie écht geschoten? Joline ook?”
Ik knikte. “Die blonde schoonheid heeft een eigen buks. Gekocht toen de dreiging van de familie de Rooij steeds concreter werd. En toen zoonlief bij ons inbrak en met een bijl begon te zwaaien schoot ze één keer: exact tussen z’n ogen. En toen hij doorging, kreeg hij van mij een schot in z’n ballen.”
Charlotte dacht even na. “En ons werd altijd verteld dat je geweldloos moest zijn…”
Ik antwoordde zwaar cynisch. “Ja hé? En daar heeft je pa zich natuurlijk altijd aan gehouden…”
Ze snoof. “Dan kwam er weer een Bijbeltekst aan te pas: ‘Hij die zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet.’ En daarna konden we weer een dag nauwelijks zitten.”
Ik gromde. “Lot, soms vind ik dat we in Nederland veel te soft zijn geworden omdat we kinderen niet meer mogen slaan. Maar er is een groot verschil tussen een ettertje een harde pets tegen z’n kop geven of je kinderen stelselmatig te mishandelen en emotioneel te misbruiken. Want dát heeft jullie pa gedaan, iets anders kan ik er niet van maken. En allemaal goedgepraat met teksten uit de Bijbel...
En ik zal je iets vertellen: De Taliban in Afghanistan deden exact hetzelfde. Alleen kwamen hun teksten uit de Koran. Maar ook zij mishandelden en misbruikten hun meisjes en vrouwen. Uithuwelijken aan degene die het meeste bood. Verkochten ze als neukvee. En als de meisjes niet meewerkten, werken ze gemarteld, net zolang tot ze wél meewerkten. En daarom ben ik daarheen gegaan. Om te zorgen dat dit soort praktijken in ieder geval in de buurt van Kees Jonkman stopten!”
Ik merkte dat ik me wéér op zat te winden; de snelheidsmeter gaf 140 aan. “Sorry. Ik word pislink van dit soort lui.” Ze keek stil voor zich uit en zei na een aantal kilometers:
“Hij heeft ons ook ‘verkocht’, Kees. Margot zou moeten trouwen met de zoon van een concurrent; de bedrijven bij elkaar gevoegd zou dat een verdubbeling van de transportcapaciteit opleveren; het nieuwe bedrijf zou dan ‘Bongers-van Mackaren’ gaan heten.
En ik zou na mijn studie moeten trouwen met een wat oudere man; vijftig jaar, sinds een jaar weduwnaar die een vrouw nodig had. En niet te vergeten: behoorlijk vermogend is.”
Ik vloekte. Dat gebeurde me niet zoveel, maar nu wel. Charlotte glimlachte. “Dat zijn er vijf, Kees.” “Sorry, Lot. Ik had een boel verwacht, maar dit nooit. En dat in Nederland, verdomme…” “Tien, Kees…”
Ik keek haar snel aan. “En hoe stonden jullie er in?”
Ze keek vastbesloten. “Het zou niet gaan gebeuren, Kees. Dat wist vader nog niet en de aanstaande partners ook niet, maar wij zouden niét met die lui trouwen. Nooit.” Het kwam er grimmig uit. “En hoe hadden jullie dat dan gedacht? Jullie vader hield jullie nogal onder de duim…”
Ze keek me aan. “De toekomstige echtgenoten zouden, zodra er daadwerkelijk plannen gemaakt werden, met twee lijken geconfronteerd worden, Kees. We zouden samen zelfmoord gepleegd hebben. Een hele grote zonde, maar een andere uitweg was er niet.”
Ik was stil. Deze twee meisjes hadden dus heel wat meer doorgemaakt dan we dachten. En Charlotte vertelde het koeltjes, alsof het om een middagwandeling ging…
Tot de brug over de Rijn was het stil in de auto. “Lot… Ik heb steeds meer bewondering voor jullie.” Ze glimlachte. “Dat is lief, Kees. Wij hebben bewondering voor jullie. Keken al een half jaar tegen Joline op. Zó zouden wij ook willen zijn. Niet om haar uiterlijk, maar om wie ze is. Bijzonder begaafd, lief als het kan, maar vlijmscherp als het nodig is…”
“Breek me de bek niet open, Lot. Ik heb er ervaring mee. En met haar oorvijgen.” Ze giechelde. “Ik heb medelijden met je, hoor. Héél kort.” Ik draaide de snelweg af en reed richting Oosterbeek. “Enfin. Eerst maar eens nazorg plegen bij je lieve tante.”
Ik keek haar aan. “Dank je wel voor het vertrouwen, Lot.” Ze lachte voorzichtig.
Vijf minuten later stonden we voor de poort van het advocatenkantoor en belde Charlotte aan.
Lees verder: Mini - 198
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10