Door: Dannyboy
Datum: 18-02-2022 | Cijfer: 8.7 | Gelezen: 10147
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 34 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Vervolg op: Een Beeldschone Huisgenote - 50
Langzaam opende ik mijn ogen. Ik zag enkel wit. Ik knipperde even en keek naar links en dan naar rechts. Nog altijd zag ik alleen maar wit. ‘Waar ben ik?’ vroeg ik me af. Ik lag plat op de grond. Ik ging voorzichtig rechtop zitten en keek om me heen. Alles was wit. Geen vormen, geen beelden, helemaal niets. Ik controleerde mijn kleding. Ik droeg een schone broek en shirt. Ik keek naar mijn handen en die zagen er goed uit. Ik streelde mijn linker pols.
‘’Hee, wacht eens even!’’ riep ik plots uit. Ik keek naar mijn polsen. De rode striemen waren nergens te bekennen. Ik voelde geen pijn toen ik in mijn armen kneep. Ik betastte mijn linkeroog en dat was niet meer opgezwollen. Ik kon zonder problemen knipperen met mijn ogen. Ik realiseerde me ineens hoe gezond ik me voelde. Ik voelde me kiplekker. Mijn lichaam deed nergens geen pijn meer. Ik slikte even, mijn mond bevatte voldoende speeksel. Mijn keel voelde niet meer aan als schuurpapier. Ik trok mijn shirt omhoog en keek naar mijn buik. Geen groot zwart gat meer op mijn buik. Ik drukte voorzichtig met mijn wijsvinger tegen mijn buik. Maar niets deed pijn.
Ik keek verbaasd om me heen. Alles was wit en ik was kerngezond. ‘’Waar ben ik in vredesnaam?’’ Plotseling sperde ik mijn ogen wijd open, ik hoorde mijn stem heel anders. Wat was er met mijn stem? Automatisch ging mijn hand omhoog op zoek naar mijn CI. Maar ik voelde enkel mijn oor. Huh?! Waar was mijn CI? Ik riep voorzichtig: ‘’Hallo…’’
Ik hoorde mijn stem weer. Ik staarde geschokt voor me uit. Ik kon weer horen! Ik was niet meer doof!
Een gedachte kwam in me op. Langzaam tuurde ik even rond. Angst nam bezit van mijn lichaam. Mijn adem werd zwaarder. ‘’Ben ik dood? Ben ik in de hemel?’’ Ik schudde mijn hoofd. ‘’Ze hebben mij dus niet op tijd kunnen vinden.’’ Ik sloot mijn ogen en dacht aan Mandy. Wat moest ze intens verdrietig zijn. ‘’Het spijt me zo, lieve Mandy.’’
———
Mandy stond in de keuken bij het raam. Ze staarde naar de heldere hemel vol met sterren. ‘’Alsjeblieft,’’ fluisterde ze zacht. ‘’Kom alsjeblieft terug bij mij.’’ Ze zette de mok die ze in haar handen vasthield op het venstertablet en wreef met haar handen over haar gezicht. Ze vocht tegen de tranen. Haar schouders schokten lichtjes. ‘’Alsjeblieft…’’ klonk het smekend.
———
Ik keek verloren rond. Waar moest ik heen? Alles was hier wit. Ik zag geen huizen of een deur die naar ergens anders toe leidde. Helemaal niets. Moest dit de hemel voorstellen? Ik had het me anders voorgesteld. Eigenlijk dacht ik dat de hemel helemaal niet bestond. Ik was niet gelovig.
Ineens hoorde ik een zacht geluid. Zachte tikgeluiden. Meteen draaide ik mijn hoofd naar waar het geluid vandaan kwam. Ik was even verrast. Ik kon echt horen waar het vandaan kwam. Dat kon ik vroeger niet. In de verte zag ik iets bewegen. Ik kon het niet goed zien want het was echt heel ver weg. Maar de gedaante werd langzaam groter en scherper. Het leek alsof het met een hoge snelheid naar mij toe kwam. Het was een man gekleed in een witte mantel. Het hoofd en de schouders van de man gingen heel snel op en neer. Zijn witte mantel flapperde naar achteren. Hij rende… naar me toe. Ik kneep mijn ogen half dicht om zijn gezicht beter te bestuderen. Aan de zijkanten van zijn hoofd zaten er korte witte haren en voor de rest was hij kaal. Zijn huid zat vol met kleine rimpels. Hij had een netjes getrimde witte ringbaard. Om zijn nek droeg hij een ketting met een kruis van Jezus die heen en weer zwaaide tijdens het rennen. Ik keek hem minachtend aan. Ik wist niet wat er komen zou. De man kwam steeds dichterbij. Hij liet zich vlak voor me op zijn knieën vallen. Automatisch deinsde ik achteruit. Hij hijgde behoorlijk zwaar. Zijn conditie was blijkbaar niet top. Ineens greep hij met zijn grote handen mijn schouders beet en begon me door elkaar te schudden. Ik keek hem verontwaardigd aan.
‘’Word wakker!’’ brulde de man met een zware stem.
‘’Ik ben wakker!’’ reageerde ik verbaasd.
Ineens sloeg de man met zijn vlakke hand op mijn wang. ‘’Word wakker,’’ riep hij wanhopig. Hij bleef aan mij schudden. Ik keek hem boos aan en duwde hem van me af. De oude man viel naar achteren en landde met zijn rug op de grond. Hij krabbelde verrassend snel overeind en greep opnieuw mijn schouders en schudde er flink aan. ‘’WORD WAKKER!’’ schreeuwde hij
‘’IK BEN WAKKER!’’ schreeuwde ik terug.
Ineens duizelde het in mijn hoofd. Mijn zicht werd wazig. Alle functies in mijn lichaam leken het te begeven. Mijn gehoor en zicht verdween. Mijn armen hingen slap naar beneden. De man die vlak voor me stond, begon te vervagen. Het leek alsof hij langzaam oploste in de lucht. Maar dat was niet het geval. Ik was degene die langzaam verdween. De witte omgeving vervaagde en werd donker. Mijn oogleden voelden zwaar aan. Uiteindelijk sloot ik mijn ogen.
———
PIEEEEEEEEPPPPP…. De ambulance kwam met oorverdovend piepende remmen tot stilstand pal voor de ingang van het ziekenhuis. De achterdeuren werden met een klap opengegooid en twee ambulanciers, gekleed in een lichtblauw uniform, sprongen het trottoir op. Een brancard vloog als een komeet uit de ziekenwagen en werd haastig naar de ingang van het ziekenhuis geduwd. Enkele verpleegkundigen die bij de ingang stonden te wachten, schoten meteen te hulp.
Een van de ambulanciers schreeuwde: ‘’Hij valt weer weg! Snel naar de spoedeisende hulp! Vlug!’’
———
Mandy stond al meer dan een uur roerloos naar buiten te staren. Ze keek omhoog naar de sterren. ‘’Alsjeblieft,’’ piepte ze heel zacht. “Waar ben je nou, Danny?’’
Ineens hoorde ze een heel zacht geluid. Mandy draaide zich vliegensvlug om en luisterde aandachtig. Haar ogen gingen wijd open. Ze kende het geluid. Het was de ringtone van haar telefoon die naast haar bed lag. Ze stormde door de keuken naar de slaapkamer. Lotte schrok wakker toen ze de kamer binnenstormde. Ze griste haar telefoon van het nachtkastje. ‘’Met Mandy.’’ Lotte keek verward toe.
Het was Bram. ‘’Mandy! Danny is gevonden! Hij is met spoed naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht.’’
Het hart van Mandy bonkte hard in haar keel. ‘’Ik kom eraan!’’ gilde ze.
Omdat Mandy zoveel kabaal maakte, stormden Anna en Elise de slaapkamer van Mandy in. ‘’Wat is er?’’
Mandy liet haar telefoon vallen en keek iedereen beurtelings aan. ‘’Danny is gevonden! Hij is nu met spoed naar het ziekenhuis!’’
‘’In Utrecht?’’ vroeg Lotte.
Mandy knikte. Ze stond te trillen op haar benen.
Anna nam dadelijk de leiding. ‘’Lotte en Elise, helpen jullie Mandy even om zich klaar te maken? Ik bel intussen de ouders van Danny en Mandy.’’ Anna griste de telefoon van Mandy van de grond en belde Frank meteen op.
Er werd snel opgenomen. ‘’Frank,’’ klonk het slaperig.
‘’Anna hier! Danny is gevonden! Hij is nu naar het ziekenhuis in Utrecht.’’
‘’Wat! We komen eraan! Anita! Onze zoon is gevonden. Maak de rest wakker! Anna?’’
‘’Ja!’’
‘’Zorg dat jullie over tien minuten buiten staan. Ik haal jullie op. Anita gaat mee met de rest in de andere auto. Jullie gaan met mij mee.’’
Voordat Anna haar goedkeuring kon geven, hing hij al op.
‘’Frank haalt ons op over tien minuten,’’ riep Anna en rende naar de andere kamer om zich aan te kleden. Elise volgde haar. Mandy en Lotte waren al aangekleed. ‘’Hoe zie ik eruit?’’ riep Mandy wanhopig uit.
‘’Doet er niet toe,’’ zei Lotte en pakte haar hand beet. ‘’Kom op, we gaan naar buiten.’’
Even later stonden de dames buiten te wachten op Frank. Mandy was heel onrustig. Lotte sloeg haar armen om haar heen. ‘’Even rustig, liefje. De nachtmerrie is voorbij. Danny is gevonden!’’
Mandy ademde zwaar. ‘’Maar hij is met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Dat kan niet goed zijn.’’ Elise sloeg haar armen om Mandy en Lotte heen. ‘’Hij gaat het redden, Mandy. Ik weet het zeker.’’
Met luid piepend remmen kwam de auto van Frank tot stilstand. Het raam ging naar beneden en hij brulde: ‘’Kom op, meiden. Stap in!’’ De dames schrokken zich een hoedje en stapten vervolgens snel in de auto bij Frank. Hij gaf meteen vol gas waardoor de achterbanden even spinden. De auto schoot snel weg. Mandy zat voorin en de rest achterin. Elise gilde van schrik en klemde zich vast aan de armleuning. Met hoge snelheid racete Frank door de straten van Utrecht. Het was maar goed dat het middernacht was. De straten lagen er zo goed als verlaten bij.
‘’ROOD!’’ gilde Anna verschrikt. In plaats van remmen gaf Frank juist meer gas. Ze reden dwars door het rode stoplicht. De meiden gilden van schrik. ‘’Je bent gek!’’ schreeuwde Elise paniekerig.
Frank gromde: ‘’Er was toch niemand.’’ Mandy keek hem aan en moest zachtjes lachen. Hij keek kort terug en grijnsde breed. Mandy gaf hem een knipoog.
Plots zei Lotte: ‘’We moeten Kelly bellen! Zij werkt in het ziekenhuis!’’ Ze verspilde geen tijd en belde haar direct op.
‘’Kelly,’’ klonk het meteen.
‘’Danny is gevonden! Hij is met spoed naar jullie ziekenhuis! Kelly? … Kelly?’’ Lotte keek Anna en Elise met open mond aan. ‘’Ze heeft opgehangen.’’
———
Kelly stopte haar telefoon in haar broekzak en stormde de gang op. “Neem je even van mij over!’’ schreeuwde ze naar haar collega. Die reageerde verbaasd: ‘’Waar ga je heen?’’
‘’Danny is gevonden!’’ gilde ze nog terwijl ze door de gang rende. Ze wist precies waar ze heen moest. Met geweld gooide ze een aantal dubbele deuren open en rende ze de grote hal in. Iedereen keek haar verbaasd aan. Kelly negeerde hen en rende een andere afdeling in. Weer vlogen de deuren met een klap open. Ze kwam een gang in met een aantal gesloten deuren. Haar hoofd flitste van links naar rechts en dan weer naar links. Ze keek bij elke deur door het deurraam. De eerste drie kamers waren bezet. Maar geen Danny te zien. Bij de vierde deur stopte ze pal voor de deur. Ze zag hem liggen. Ze zag Danny! Ze trapte de deur wild open.
———
Ik opende langzaam mijn ogen. Het eerste wat ik zag was opnieuw dat witte licht. Gefrustreerd kwam ik overeind. Ik was weer terug in de hemel, dat dacht ik toch. ‘Waar was ik zonet geweest?’ vroeg ik me af. Ik keek om me heen en zag dezelfde man weer. Hij stond ongeveer twintig meter verderop. Hij liep langzaam weg. Ik had blijkbaar geluid gemaakt want de man draaide zich om. Zijn ogen werden groot. Hij stormde naar me toe. ‘Niet weer, hé,’ dacht ik. Inderdaad ging hij vlak voor me op de knieën en schudde mij vervolgens wild door elkaar. Ik duwde hem van me weg. ‘’Hou eens op, man. Ik ben wakker, zie je dat niet?’’
De man krabbelde snel overeind en greep opnieuw mijn schouders. ‘’Word wakker, Danny!’’ brulde hij.
Ik keek hem verbluft aan. Hoe wist hij mijn naam? Was hij Petrus van de hemel of zo? Als ik echt in de hemel was, dan moest hij het wel zijn. Maar ik geloofde niet in God. Ik duwde de man weer weg en keek om me heen. Bestond de hemel dan toch echt? De man greep wéér mijn schouders en bleef me door elkaar schudden. Hij bleef maar brullen. ‘’Word wakker! Je bent te jong om te sterven!’’
Ik keek hem verrast aan. Nu begonnen mijn hersenen eindelijk te werken. Hij wilde natuurlijk dat ik in de echte wereld wakker werd. Maar ik was toch dood? Waarom zou ik anders hier zijn? Ik keek de man goed aan. Ineens zag ik zijn vlakke hand naderen. Die raakte hard mijn wang. Pijn gloeide in mijn wang. Ik werd woedend en wilde hem weer wegduwen maar mijn armen voelden ineens verlamd aan. Het duizelde weer in mijn hoofd. Nee hé, niet weer, dacht ik.
———
Mandy hield zich stevig vast aan de armleuning. Ze keek recht voor zich uit. Haar hart begon steeds sneller te kloppen. Het weerzien met Danny kwam steeds dichterbij. Ze was wel ongerust. Ze wist niet wat er aan de hand was met Danny. Wat had Mark met hem gedaan? Wilde hij hem echt vermoorden? Hoe was Danny gevonden? Waren Mark en Edwin opgepakt? Zo veel vragen…Dat maakte haar bang.
Een grote hand rustte op het been van Mandy. Ze keek opzij en keek Frank aan die zich concentreerde op de weg voor hem. ‘’Hij redt zich wel,’’ gromde hij.
‘’Ik hoop het,’’ fluisterde Mandy.
‘’Hou je vast, dames!’’ riep Frank ineens. Hij reed een scherpe bocht door met hoge snelheid. De dames gilden. Ondanks zijn gevaarlijk rijgedrag moest Mandy zachtjes lachen. Zij mocht Frank steeds meer. Ze besefte dat hij best veel op Danny leek. Danny zou dit ongetwijfeld ook doen. Ze keek Frank aan. Op dat moment keek hij haar aan. ‘’Wat?’’
Ze schudde haar hoofd. ‘’Niets. Je lijkt best veel op Danny. Qua karakter.’’
Hij glimlachte breed en zei verder niets.
‘’We zijn er bijna. Ik ga jullie bij de ingang afzetten. Eigenlijk mag dat niet. Maar ik doe het toch. Jullie moeten wel snel uitstappen. Daarna ga ik mijn auto ergens parkeren. Jullie gaan alvast naar binnen, begrepen?’’ De dames knikten.
Frank trapte hard het rempedaal in. Met een schok kwam de auto tot stilstand.
Buiten kwamen er al een aantal mensen op de auto afgelopen. Hun blikken waren niet echt veelbelovend.
‘’Eruit!’’ gilde Anna.
Mandy, Elise, Lotte en Anna sprongen uit de auto. Frank scheurde weer weg. Een van de mannen wilde hem achterna rennen maar was te laat. Hij vloekte luid.
De dames keken elkaar aan. Elise zei: ‘’Hij is echt gestoord maar ik mag hem wel.’’
Lotte knikte. ‘’Mee eens. Maar laten we snel naar binnen gaan.’’
De dames haastten zich naar binnen. Mandy vroeg meteen aan de medewerkster achter de balie: ‘’Waar moet ik zijn voor Danny de Brands?’’
De receptioniste keek haar vragend aan. Elise duwde Mandy opzij. ‘’Mevrouw, waar is de spoedeisende hulp?’’
‘’Links van u. Helemaal aan het einde van de gang, en dan rechtsaf. Dan kom u in de spoedeisende hulp.’’
‘’Dank u, mevrouw,’’ zei Elise. Ze renden door de gang. Dan namen ze rechtsaf. Mandy zag een bord: spoedeisende hulp. Verder konden ze niet. De deuren waren gesloten en waren niet toegankelijk voor bezoekers. Mandy aarzelde geen moment en liep recht op de deur af. Anna greep haar arm. ‘’Mandy, we mogen daar niet naar binnen. We wachten hier in de wachtkamer.’’ Mandy negeerde haar en wilde naar de deur lopen. Anna’s greep verstevigde. ‘’Mandy!’’ siste ze. ‘’Je mag daar niet naar binnen. Je kunt toch niet veel doen. Ze zijn waarschijnlijk nog bezig. Je zou alleen maar in de weg lopen. Kom op, we wachten hier.’’
Mandy zuchtte en nam plaats op een stoel. Anna en Lotte gingen naast haar zitten. Samen hielden ze elkaars handen vast.
‘’Ik hoop echt dat hij het gaat redden,’’ fluisterde Mandy angstig.
Lotte kneep in haar hand. ‘’Heb vertrouwen in de artsen. Ze doen er alles aan om hem te redden.’’
‘’Maar waarom moest hij met spoed naar het ziekenhuis? Wat mankeert hij?’’ vroeg Mandy. ‘’Zou hij veel bloed verloren hebben?’’
‘’Dat weten we niet. We wachten rustig af,’’ zei Anna.
Ineens ging de telefoon van Elise. Ze zag dat het Bram was. Omdat ze alleen waren in de wachtkamer, zette ze hem meteen op luidspreker.
Meteen klonk het geschreeuw van Bram: ‘’ZIJN JULLIE VERDOMME HELEMAAL GEK GEWORDEN? 100 kilometer per uur rijden waar 50 toegestaan is en door het rood rijden. Zijn jullie helemaal gek geworden! Het was levensgevaarlijk wat jullie deden. Het kon allemaal verkeerd afgelopen zijn! Jullie hadden net zo goed naast Danny zijn ziekbed kunnen liggen! Verdomme! Jullie zijn een aantal keren geflitst geweest en Frank is gearresteerd!’’
De meiden keken elkaar geschrokken aan en schaamden zich diep.
Bram ging door: ‘’Elise, geef mij een antwoord op de volgende vraag: wat doen jullie op dit moment?’’
Elise keek Lotte, Mandy en Anna angstig aan en antwoordde: ‘’We zitten in de wachtkamer.’’
Het was even stil. Dan kwam er weer een gebrul van Bram: ‘’Zie jullie nou wel. Wat heeft het dan verdomme voor nut om zo hard te rijden naar het ziekenhuis? Jullie zitten verdomme te wachten in de wachtkamer!’’
Elise piepte: ‘’Het spijt me zo, Bram.’’
Er klonk een diepe zucht van Bram. Nu praatte hij rustig. ‘’Het spijt mij ook. Ik ben doodmoe. Maar doe dat nooit meer! Is er nieuws van Danny?’’
‘’Nee, nog niets. Hoe is Danny gevonden?’’
‘’We kregen een anonieme tip,’’ antwoordde hij.
‘’Oh, je weet dus niet van wie?’’
‘’Nee, we weten niet wie het was.’’
‘’Mark en Edwin, zijn ze opgepakt?’’ vroeg Anna.
‘’Nee, ze waren al weg. We hebben enkel Danny gevonden. Frank kan elk moment hier op het bureau binnengebracht worden. Ik handel deze zaak wel af. Dan komen Frank en ik naar het ziekenhuis. Daarna wil ik echt naar huis. Ik ben kapot.’’
‘’Oké Bram, ik zie je zo dadelijk hier. En het spijt ons heel erg,’’ zei Elise.
Hij zuchtte. ‘’Ik zie jullie straks.’’ Hij hing op.
De meiden keken elkaar aan. Anna zei: ‘’Hij heeft wel gelijk. We overdrijven een beetje.’’
Mandy knikte. ‘’Ja, eigenlijk wel. We hadden een ongeluk kunnen veroorzaken.’’
Er vormde een ondeugend lachje op Mandy’s gezicht. ‘’Ik vond het stiekem wel spannend.’’
De meiden begonnen zachtjes te giechelen. Toen viel er weer een stilte. Allemaal keken ze gespannen naar de gesloten deuren.
———
De deur vloog open. Een man met twee peddels van de defibrillator in zijn handen keek verbaasd op. ‘’Kelly? Wat doe jij hier?’’
Ze stapte de kamer in. Een assistente hield haar tegen.
De man zei: ‘’Laat haar maar. Danny is haar beste vriend.’’
Kelly keek de man aan. ‘’Dank je wel, Marco.’’
Hij negeerde haar en riep: ‘’Laden, handen los!’’ Hij plaatste de peddels op de borstkas van Danny. Kelly zag zijn lichaam omhoogschieten. Iedereen keek gespannen naar de monitor. Op de monitor was er enkel een rechte horizontale lijn te zien. Geen golven. Alle tellers stonden op nul.
Marco gromde: ‘’Nog één keer! Handen vrij!’’ Hij plaatste opnieuw de peddels op het lichaam van Danny. Kelly keek smekend naar de monitor. De lijn bleef recht en de teller bleef op nul staan.
Ze begon wanhopig te raken. ‘’Hoe lang staat zijn hart al stil?’’
Marco keek naar zijn assistente. ‘’Vier en half minuten.’’
‘’Kom op,’’ smeekte Kelly snikkend.
Marco gromde: ‘’We proberen tweehonderd. Achteruit. Handen vrij!’’ Danny zijn lichaam spande zich even als een boog en viel dan weer neer op het bed. Bleek en met samengeknepen lippen keek Kelly naar de monitor. Ze slikte moeilijk. De lijn was nog steeds vlak…
‘’Godverdomme!’’ riep Kelly uit. Ze liep het bed om en griste de peddels van de defibrillator uit Marco’s handen. Hij keek even verrast op. Zijn assistente wou weer ingrijpen maar Marco hield haar tegen. ‘’Laat haar maar. Ze weet wat ze doet.’’
Alle artsen keken verbaasd naar Marco. Hij knikte bemoedigend.
‘’We geven je niet op, Danny,” bracht Kelly uit, terwijl ze met haar onderarm het zweet van haar voorhoofd veegde. “Achteruit! Laden en handen vrij!’’ gilde ze. Ze plaatste de peddels opnieuw op de borstkas van Danny. ‘’Alsjeblieft! Kom alsjeblieft terug!’’ jammerde ze terwijl ze naar de monitor keek. Niets. “Verdomme, Danny! je moet ervoor vechten. Je moet, Danny. Je moet!” schreeuwde ze terwijl ze een harde klap op zijn borst gaf.
———
De duizeligheid verdween langzaam. Mijn zicht werd langzaam weer scherp. Ik zag het gezicht van de oude man weer helder. Ik zag zijn lippen continu bewegen. Ik hoorde hem eerst niet. Langzaam keerde mijn gehoor terug.
‘’Wakker worden!’’ brulde de man. ‘’Je bent veel te jong om te sterven. Word gewoon wakker!’’
Het schudden irriteerde me enorm. Ik greep hem bij zijn nek en kneep er stevig in. De ogen van de man werden groot. Ondanks dat hij weinig adem kreeg, bleef hij doorgaan met schudden. Van mijn andere hand maakte ik een vuist, klaar om hem een klap te geven. Ik was er klaar mee met die irritante man. Het kon me niets schelen of hij misschien Petrus was. Maar hij moest gewoon ophouden. Ik hief mijn vuist op en haalde uit.
———
Kelly, Marco en de artsen keken hoopvol naar de monitor. Die stomme lijn had geen golven.
‘’Godverdomme!’’ schreeuwde Kelly van woede. Ze keek de arts aan. ‘’Zet het op de hoogste stand! Driehonderd joule!’’
De arts keek geschokt. ‘’Nee, dat is te gevaarlijk!’’
‘’Kan me niets schelen!’’ schreeuwde ze. ‘’Het is onze enige kans. Doe gewoon wat ik zeg!’’
De arts bleef geschokt kijken.
‘’Erik,’’ zei Marco zacht. ‘’Doe maar.’’
Erik keek hem even met ontzag aan maar knikte uiteindelijk. Hij draaide de knop helemaal naar rechts en knikte naar Kelly.
‘’Oké, handen vrij!’’ Kelly sloot haar ogen en hield de twee peddels omhoog. ‘Danny’ fluisterde ze in gedachten. ‘Kom alsjeblieft terug. We hebben je nodig. We kunnen niet zonder jou. Mandy mist je. Wij allemaal. Kom gewoon godverdomme terug. Ik kan ook niet zonder jou, Danny!’’
Haar ogen vlogen open. Er zat vastberadenheid in haar ogen. Ze zette de peddels op de borstkas. Danny’s lichaam schokte heftig omhoog.
———
Mijn vuist vloog richting het gezicht van de man die maar bleef schreeuwen. Ineens veranderde de achtergrond. Mijn vuist ging dwars door het gezicht van de man. Ik keek verbluft. De man, mijn vuist en mijn geest verdween in één keer.
———
De monitor begon luid te piepen. De lijn van de hartmonitor begon grillige trekken te vertonen. Soms viel ze nog stil. Marco duwde Kelly zonder pardon opzij. Ze struikelde naar achteren en landde met haar rug tegen de muur. Ze zakte in elkaar op de grond met opgetrokken benen. Ze omarmde haar benen en begroef haar hoofd in haar schoot. Ze begon te huilen.
———
Mandy liep onrustig rondjes in de wachtkamer. ‘’Waarom duurt het zo lang?’’
‘’Kom nou even zitten, Mandy.’’
‘’Nee, ik kan niet rustig blijven.’’
Lotte zuchtte diep en sloeg haar armen over elkaar.
Anita, Els, Rick, Max en Danny’s zusje Lotte kwamen de wachtkamer in. Anita vroeg meteen: ‘’En? Is er al nieuws?’’
Mandy schudde haar hoofd. ‘’Nog niets. Het duurt verdorie zo lang.’’
‘’Waar is mijn man?’’
Mandy kromp ineen en keek haar vriendinnen hulpzoekend aan.
Elise antwoordde: ‘’Hij is gearresteerd.’’
‘’Wát?’’ riep Anita verbijsterd uit. Beknopt vertelde Elise het verhaal. De ogen van Anita schoten vuur.
‘’Sorry,’’ zei Mandy zacht die naar de grond keek.
‘’Ik ben niet boos op jullie maar op mijn man. Hij is helemaal gek geworden! Er had iets ergs kunnen gebeuren!’’
Mandy keek vlug weg. Ondanks dat alles moest zij zachtjes glimlachen om Frank.
Vijf minuten later kwamen Bram en Frank binnen. Iedereen keek geschrokken naar Bram. Hij zag er doodmoe uit. Hij had dikke wallen onder zijn ogen. Hij deed zijn best om zijn ogen open te houden. Elise holde bezorgd naar hem toe. ‘’O, lieve help! Bram!’’
Hij gromde: ‘’Het gaat. Ik ben gewoon doodop.’’ Hij plofte vermoeid op een harde stoel. Elise ging naast hem zitten en trok hem naar zich toe. Mandy keek hem even aan. Ze voelde zich schuldig over wat ze gezegd had tegen hem. Anita had Frank al meegenomen naar buiten. Ze hadden iets te bespreken.
Bram keek Mandy aan. ‘’En?’’
‘’Nog niets.’’
Hij humde en legde zijn hoofd op de schouder van Elise. Ze streelde afwezig door zijn haar.
Mandy keek naar de gesloten deuren. Waarom duurde het verdomme zo lang? Mandy zuchtte en liep nog een rondje met haar armen over elkaar. Ze sloot haar ogen af en toe om even aan Danny te denken.
———
Een warme hand op haar hoofd deed Kelly opkijken. Marco stond gehurkt voor haar en glimlachte breed. Het gezicht van Kelly klaarde meteen op. ‘’Is hij…?’’
De glimlach werd breder. Marco knikte trots. ‘’hij is stabiel. Je hebt zijn leven gered, Kelly.’’
Ze keek even rond in de kamer. Alle artsen keken haar met een glimlach aan. ‘’Echt waar?’’
Marco stond op en stak zijn hand uitnodigend uit. Kelly nam de hand dankbaar aan en liet zich overeind trekken. Ze liep langzaam naar het bed waar Danny lag. Ze keek Danny aan. Hij lag er vredig bij. De monitor vertelde haar inderdaad dat hij stabiel was. De borstkas van Danny ging ritmisch op en neer. Hij ademde weer. Kelly begon zachtjes te snikken van blijdschap. Marco kneep zacht in haar schouder. ‘’Kelly, wat je deed, was gevaarlijk en verboden.’’ Ze keek op en zag dat iedereen naar haar keek. Ze schaamde zich. Marco vervolgde: ‘’Geen zorgen. Ik zal niets zeggen.’’
Zijn assistente zei: ‘’O, ik heb iets in mijn oog. Heb ik wat gemist?’’ De andere artsen moesten erom lachen. Kelly deed even mee. ‘’Dank jullie wel en het spijt me.’’ Ze keek Erik aan. ‘’Mijn excuses voor mijn gedrag.’’
‘’Het is al goed, Kelly. Als ik in jouw schoenen stond, had ik sowieso hetzelfde gedaan. Maak je niet druk. Je vriend leeft, dat is belangrijkste.’’
Ze knikte blij en gaf hem een korte knuffel. ‘’Dank je wel.’’ Hij knikte.
Marco zei: ‘’Ga nu maar de vrienden en familie van Danny het goede nieuws vertellen. Ik ga ervan uit dat ze in het ziekenhuis zijn.’’
Kelly knikte. ‘’Ja, ze waren al onderweg toen ze mij belden.’’
‘’Nou, ga dan maar snel,’’ zei hij glimlachend.
Kelly liep naar de deur en draaide zich om. ‘’Nogmaals mijn excuses en dank jullie wel.’’ Ze veegde haar tranen weg. Alle artsen knikten.
Kelly deed de deur voorzichtig achter haar dicht en dan stormde ze door de gang. Met beide handen gooide ze de deuren open.
Mandy keek op en zag haar aanstormen. Ze zag sporen van tranen op haar wangen. Mandy rende naar haar toe. Kelly bleef rennen. Samen knalden ze tegen elkaar aan en sloegen ze hun armen om elkaar heen. Kelly gilde het uit: ‘’DANNY LEEFT! HIJ IS STABIEL!’’
Mandy keek haar aan. De zware last viel meteen van haar schouders af. En ook haar angst verdween. Haar ogen vulden zich met tranen.
Achter Mandy was luid gegil te horen. Ineens werd Mandy geplet door Elise, Lotte en Anna. De vijf dames knuffelden elkaar bijna dood van blijdschap. De tranen vloeiden rijkelijk over de wangen van de dames.
Op de stoelen zat Anita en Lotte te huilen van blijdschap. Frank zat met een grote grijns voor zich uit te staren. Bram zat moe onderuit op de bank maar ook hij had een grote glimlach op zijn gezicht. Els lag in de armen van Rick.
‘’Vertel, Kelly!’’ zei Mandy dolgelukkig.
Het werd ineens stil in de wachtkamer.
Kelly pakte de handen van Mandy. ‘’Mandy, ik heb zijn leven gered.’’ De ogen van Mandy werden groot, evenals die van de rest. ‘’Wat?’’
Kelly vertelde het hele verhaal. Toen ze klaar was keek Mandy haar intens aan. Dan trok ze Kelly tegen zich aan. ‘’Je bent geweldig! Dank je wel, dank je wel!’’
Kelly lachte. ‘’Ik deed het ook voor mezelf. Ik kan ook niet zonder Danny.’’
‘’Ik weet het,’’ fluisterde Mandy. ‘’Ik weet het. Maar toch bedankt.’’ Samen knuffelden ze elkaar opnieuw.
Ze lieten elkaar los. Kelly werd door iedereen hartelijk omhelsd. Mandy stond te trillen op haar benen. “Danny leeft nog!” dacht Mandy opgelucht. Ze straalde van blijdschap. Tranen bleven maar komen. Eerst beheerste ze zich maar uiteindelijk kon ze zich niet meer inhouden. Ze sprong letterlijk in de lucht en schreeuwde ongelooflijk hard: ‘’O YES! OOOHHH YEEEEEEEEEEEEEES!’’ Ze bleef springen met haar vuisten in de lucht.
Iedereen keek geamuseerd toe.
Even later was de rust weer teruggekeerd in de wachtkamer. Kelly was teruggegaan om te kijken hoe het ging.
Bram was inmiddels in slaap gevallen. Elise tikte hem wakker. Hij kreunde. ‘’Kom Bram, we gaan naar huis. Je moet gaan slapen. Kom op.’’ Hij gromde en stond moeizaam op.
‘’Bram,’’ zei Mandy. ‘’Dank je wel.’’
Hij glimlachte en stak zijn duim op. Hij strompelde weg met Elise.
De rest wachtte met spanning op Kelly.
Tien minuten later kwam ze terug. ‘’Het gaat goed met Danny. Hij moet alleen nog aansterken. Hij was helemaal uitgedroogd.’’
‘’Uitgedroogd?’’ herhaalde Mandy.
Ze knikte. ‘’Ja, het lijkt erop dat Danny een aantal dagen bijna niets gedronken heeft.’’
‘’O god, dat moet echt vreselijk zijn. En hoe zit het met zijn verwondingen?’’
‘’Op het eerste gezicht lijkt het mee te vallen. Maar ze moeten hem nog onderzoeken om te checken of zijn organen nog intact zijn en of er botbreuken zijn. Zijn neus is wel gebroken. Maar voor de rest gaat het goed met hem. Hij is in ieder geval buiten levensgevaar.’’
Mandy haalde opgelucht adem en vroeg voorzichtig: ‘’Hoe ziet hij eruit?’’
Kelly keek haar aan. ‘’Hij is aardig toegetakeld. Veel blauwe plekken op zijn gezicht en buik. Zijn oog is opgezwollen. Hij heeft rode striemen om zijn polsen. Maar ik denk dat dat niet het ergste was voor Danny. Uitdrogen, dat was waarschijnlijk een echte marteling voor hem. Hij droogde op en hij kreeg geen drinken. Dat moest echt vreselijk zijn. Maar goed, hij heeft nu geen pijn meer. Hij krijgt morfine. Hij heeft genoeg pijn geleden.’’
Mandy knikte langzaam. ‘’Mag ik hem zien?’’
‘’Nee, dat kan nog niet, lieverd. Ze zijn nog bezig. Ik stel voor dat jullie nu naar huis gaan. Danny moet echt eerst rust nemen en goed aansterken.’’
Mandy keek teleurgesteld. ‘’Alsjeblieft. Eventjes maar.’’
‘’Nee, Mandy. Dit gaat helaas niet. Dat kan morgen pas. Ik heb even met mijn collega’s overlegd. Ik mag nu naar huis en kom morgenvroeg terug naar hier. Dat wordt een kort nachtje. Maar Mandy, ik beloof je dat ik je direct ga bellen als Danny wakker is.’’
Mandy was erg teleurgesteld maar knikte begrijpend.
‘’Kom, we gaan naar huis,’’ zei Frank. ‘’Iemand anders moet mijn auto besturen. Mijn rijbewijs is in beslag genomen.’’ Hij grijnsde breed. Anita keek hem kwaad aan. Mandy sloeg haar hand voor haar mond om haar lach te verbergen. Frank merkte het en gaf haar een vette knipoog.
Even later lag Mandy in bed met Anna en Lotte. Ze lag op haar rug en ze straalde. Anna nestelde zich tegen haar aan. Lotte deed hetzelfde.
Lotte zei: ‘’Ik zei het toch, dat hij het zou redden.’’
Mandy keek Lotte aan. Lotte kuste haar kort. Daarna keek Mandy Anna aan. ‘’Hij is sterker dan wij denken,’’ knipoogde Anna. Ook zij gaf Mandy een zoen. ‘’Maar zullen we nu gaan slapen? Het is een lange dag geweest en morgen moeten we weer vroeg op.’’
Anna en Lotte waren al vrij snel in slaap gevallen. Mandy was nog te blij om te kunnen slapen. Ze staarde naar het plafond. “O, Danny, Ik kan niet wachten om je weer te zien. Welterusten, lieverd. Ik zie je morgen…” Haar ogen vielen dicht
‘’Hee, wacht eens even!’’ riep ik plots uit. Ik keek naar mijn polsen. De rode striemen waren nergens te bekennen. Ik voelde geen pijn toen ik in mijn armen kneep. Ik betastte mijn linkeroog en dat was niet meer opgezwollen. Ik kon zonder problemen knipperen met mijn ogen. Ik realiseerde me ineens hoe gezond ik me voelde. Ik voelde me kiplekker. Mijn lichaam deed nergens geen pijn meer. Ik slikte even, mijn mond bevatte voldoende speeksel. Mijn keel voelde niet meer aan als schuurpapier. Ik trok mijn shirt omhoog en keek naar mijn buik. Geen groot zwart gat meer op mijn buik. Ik drukte voorzichtig met mijn wijsvinger tegen mijn buik. Maar niets deed pijn.
Ik keek verbaasd om me heen. Alles was wit en ik was kerngezond. ‘’Waar ben ik in vredesnaam?’’ Plotseling sperde ik mijn ogen wijd open, ik hoorde mijn stem heel anders. Wat was er met mijn stem? Automatisch ging mijn hand omhoog op zoek naar mijn CI. Maar ik voelde enkel mijn oor. Huh?! Waar was mijn CI? Ik riep voorzichtig: ‘’Hallo…’’
Ik hoorde mijn stem weer. Ik staarde geschokt voor me uit. Ik kon weer horen! Ik was niet meer doof!
Een gedachte kwam in me op. Langzaam tuurde ik even rond. Angst nam bezit van mijn lichaam. Mijn adem werd zwaarder. ‘’Ben ik dood? Ben ik in de hemel?’’ Ik schudde mijn hoofd. ‘’Ze hebben mij dus niet op tijd kunnen vinden.’’ Ik sloot mijn ogen en dacht aan Mandy. Wat moest ze intens verdrietig zijn. ‘’Het spijt me zo, lieve Mandy.’’
———
Mandy stond in de keuken bij het raam. Ze staarde naar de heldere hemel vol met sterren. ‘’Alsjeblieft,’’ fluisterde ze zacht. ‘’Kom alsjeblieft terug bij mij.’’ Ze zette de mok die ze in haar handen vasthield op het venstertablet en wreef met haar handen over haar gezicht. Ze vocht tegen de tranen. Haar schouders schokten lichtjes. ‘’Alsjeblieft…’’ klonk het smekend.
———
Ik keek verloren rond. Waar moest ik heen? Alles was hier wit. Ik zag geen huizen of een deur die naar ergens anders toe leidde. Helemaal niets. Moest dit de hemel voorstellen? Ik had het me anders voorgesteld. Eigenlijk dacht ik dat de hemel helemaal niet bestond. Ik was niet gelovig.
Ineens hoorde ik een zacht geluid. Zachte tikgeluiden. Meteen draaide ik mijn hoofd naar waar het geluid vandaan kwam. Ik was even verrast. Ik kon echt horen waar het vandaan kwam. Dat kon ik vroeger niet. In de verte zag ik iets bewegen. Ik kon het niet goed zien want het was echt heel ver weg. Maar de gedaante werd langzaam groter en scherper. Het leek alsof het met een hoge snelheid naar mij toe kwam. Het was een man gekleed in een witte mantel. Het hoofd en de schouders van de man gingen heel snel op en neer. Zijn witte mantel flapperde naar achteren. Hij rende… naar me toe. Ik kneep mijn ogen half dicht om zijn gezicht beter te bestuderen. Aan de zijkanten van zijn hoofd zaten er korte witte haren en voor de rest was hij kaal. Zijn huid zat vol met kleine rimpels. Hij had een netjes getrimde witte ringbaard. Om zijn nek droeg hij een ketting met een kruis van Jezus die heen en weer zwaaide tijdens het rennen. Ik keek hem minachtend aan. Ik wist niet wat er komen zou. De man kwam steeds dichterbij. Hij liet zich vlak voor me op zijn knieën vallen. Automatisch deinsde ik achteruit. Hij hijgde behoorlijk zwaar. Zijn conditie was blijkbaar niet top. Ineens greep hij met zijn grote handen mijn schouders beet en begon me door elkaar te schudden. Ik keek hem verontwaardigd aan.
‘’Word wakker!’’ brulde de man met een zware stem.
‘’Ik ben wakker!’’ reageerde ik verbaasd.
Ineens sloeg de man met zijn vlakke hand op mijn wang. ‘’Word wakker,’’ riep hij wanhopig. Hij bleef aan mij schudden. Ik keek hem boos aan en duwde hem van me af. De oude man viel naar achteren en landde met zijn rug op de grond. Hij krabbelde verrassend snel overeind en greep opnieuw mijn schouders en schudde er flink aan. ‘’WORD WAKKER!’’ schreeuwde hij
‘’IK BEN WAKKER!’’ schreeuwde ik terug.
Ineens duizelde het in mijn hoofd. Mijn zicht werd wazig. Alle functies in mijn lichaam leken het te begeven. Mijn gehoor en zicht verdween. Mijn armen hingen slap naar beneden. De man die vlak voor me stond, begon te vervagen. Het leek alsof hij langzaam oploste in de lucht. Maar dat was niet het geval. Ik was degene die langzaam verdween. De witte omgeving vervaagde en werd donker. Mijn oogleden voelden zwaar aan. Uiteindelijk sloot ik mijn ogen.
———
PIEEEEEEEEPPPPP…. De ambulance kwam met oorverdovend piepende remmen tot stilstand pal voor de ingang van het ziekenhuis. De achterdeuren werden met een klap opengegooid en twee ambulanciers, gekleed in een lichtblauw uniform, sprongen het trottoir op. Een brancard vloog als een komeet uit de ziekenwagen en werd haastig naar de ingang van het ziekenhuis geduwd. Enkele verpleegkundigen die bij de ingang stonden te wachten, schoten meteen te hulp.
Een van de ambulanciers schreeuwde: ‘’Hij valt weer weg! Snel naar de spoedeisende hulp! Vlug!’’
———
Mandy stond al meer dan een uur roerloos naar buiten te staren. Ze keek omhoog naar de sterren. ‘’Alsjeblieft,’’ piepte ze heel zacht. “Waar ben je nou, Danny?’’
Ineens hoorde ze een heel zacht geluid. Mandy draaide zich vliegensvlug om en luisterde aandachtig. Haar ogen gingen wijd open. Ze kende het geluid. Het was de ringtone van haar telefoon die naast haar bed lag. Ze stormde door de keuken naar de slaapkamer. Lotte schrok wakker toen ze de kamer binnenstormde. Ze griste haar telefoon van het nachtkastje. ‘’Met Mandy.’’ Lotte keek verward toe.
Het was Bram. ‘’Mandy! Danny is gevonden! Hij is met spoed naar het ziekenhuis in Utrecht gebracht.’’
Het hart van Mandy bonkte hard in haar keel. ‘’Ik kom eraan!’’ gilde ze.
Omdat Mandy zoveel kabaal maakte, stormden Anna en Elise de slaapkamer van Mandy in. ‘’Wat is er?’’
Mandy liet haar telefoon vallen en keek iedereen beurtelings aan. ‘’Danny is gevonden! Hij is nu met spoed naar het ziekenhuis!’’
‘’In Utrecht?’’ vroeg Lotte.
Mandy knikte. Ze stond te trillen op haar benen.
Anna nam dadelijk de leiding. ‘’Lotte en Elise, helpen jullie Mandy even om zich klaar te maken? Ik bel intussen de ouders van Danny en Mandy.’’ Anna griste de telefoon van Mandy van de grond en belde Frank meteen op.
Er werd snel opgenomen. ‘’Frank,’’ klonk het slaperig.
‘’Anna hier! Danny is gevonden! Hij is nu naar het ziekenhuis in Utrecht.’’
‘’Wat! We komen eraan! Anita! Onze zoon is gevonden. Maak de rest wakker! Anna?’’
‘’Ja!’’
‘’Zorg dat jullie over tien minuten buiten staan. Ik haal jullie op. Anita gaat mee met de rest in de andere auto. Jullie gaan met mij mee.’’
Voordat Anna haar goedkeuring kon geven, hing hij al op.
‘’Frank haalt ons op over tien minuten,’’ riep Anna en rende naar de andere kamer om zich aan te kleden. Elise volgde haar. Mandy en Lotte waren al aangekleed. ‘’Hoe zie ik eruit?’’ riep Mandy wanhopig uit.
‘’Doet er niet toe,’’ zei Lotte en pakte haar hand beet. ‘’Kom op, we gaan naar buiten.’’
Even later stonden de dames buiten te wachten op Frank. Mandy was heel onrustig. Lotte sloeg haar armen om haar heen. ‘’Even rustig, liefje. De nachtmerrie is voorbij. Danny is gevonden!’’
Mandy ademde zwaar. ‘’Maar hij is met spoed naar het ziekenhuis gebracht. Dat kan niet goed zijn.’’ Elise sloeg haar armen om Mandy en Lotte heen. ‘’Hij gaat het redden, Mandy. Ik weet het zeker.’’
Met luid piepend remmen kwam de auto van Frank tot stilstand. Het raam ging naar beneden en hij brulde: ‘’Kom op, meiden. Stap in!’’ De dames schrokken zich een hoedje en stapten vervolgens snel in de auto bij Frank. Hij gaf meteen vol gas waardoor de achterbanden even spinden. De auto schoot snel weg. Mandy zat voorin en de rest achterin. Elise gilde van schrik en klemde zich vast aan de armleuning. Met hoge snelheid racete Frank door de straten van Utrecht. Het was maar goed dat het middernacht was. De straten lagen er zo goed als verlaten bij.
‘’ROOD!’’ gilde Anna verschrikt. In plaats van remmen gaf Frank juist meer gas. Ze reden dwars door het rode stoplicht. De meiden gilden van schrik. ‘’Je bent gek!’’ schreeuwde Elise paniekerig.
Frank gromde: ‘’Er was toch niemand.’’ Mandy keek hem aan en moest zachtjes lachen. Hij keek kort terug en grijnsde breed. Mandy gaf hem een knipoog.
Plots zei Lotte: ‘’We moeten Kelly bellen! Zij werkt in het ziekenhuis!’’ Ze verspilde geen tijd en belde haar direct op.
‘’Kelly,’’ klonk het meteen.
‘’Danny is gevonden! Hij is met spoed naar jullie ziekenhuis! Kelly? … Kelly?’’ Lotte keek Anna en Elise met open mond aan. ‘’Ze heeft opgehangen.’’
———
Kelly stopte haar telefoon in haar broekzak en stormde de gang op. “Neem je even van mij over!’’ schreeuwde ze naar haar collega. Die reageerde verbaasd: ‘’Waar ga je heen?’’
‘’Danny is gevonden!’’ gilde ze nog terwijl ze door de gang rende. Ze wist precies waar ze heen moest. Met geweld gooide ze een aantal dubbele deuren open en rende ze de grote hal in. Iedereen keek haar verbaasd aan. Kelly negeerde hen en rende een andere afdeling in. Weer vlogen de deuren met een klap open. Ze kwam een gang in met een aantal gesloten deuren. Haar hoofd flitste van links naar rechts en dan weer naar links. Ze keek bij elke deur door het deurraam. De eerste drie kamers waren bezet. Maar geen Danny te zien. Bij de vierde deur stopte ze pal voor de deur. Ze zag hem liggen. Ze zag Danny! Ze trapte de deur wild open.
———
Ik opende langzaam mijn ogen. Het eerste wat ik zag was opnieuw dat witte licht. Gefrustreerd kwam ik overeind. Ik was weer terug in de hemel, dat dacht ik toch. ‘Waar was ik zonet geweest?’ vroeg ik me af. Ik keek om me heen en zag dezelfde man weer. Hij stond ongeveer twintig meter verderop. Hij liep langzaam weg. Ik had blijkbaar geluid gemaakt want de man draaide zich om. Zijn ogen werden groot. Hij stormde naar me toe. ‘Niet weer, hé,’ dacht ik. Inderdaad ging hij vlak voor me op de knieën en schudde mij vervolgens wild door elkaar. Ik duwde hem van me weg. ‘’Hou eens op, man. Ik ben wakker, zie je dat niet?’’
De man krabbelde snel overeind en greep opnieuw mijn schouders. ‘’Word wakker, Danny!’’ brulde hij.
Ik keek hem verbluft aan. Hoe wist hij mijn naam? Was hij Petrus van de hemel of zo? Als ik echt in de hemel was, dan moest hij het wel zijn. Maar ik geloofde niet in God. Ik duwde de man weer weg en keek om me heen. Bestond de hemel dan toch echt? De man greep wéér mijn schouders en bleef me door elkaar schudden. Hij bleef maar brullen. ‘’Word wakker! Je bent te jong om te sterven!’’
Ik keek hem verrast aan. Nu begonnen mijn hersenen eindelijk te werken. Hij wilde natuurlijk dat ik in de echte wereld wakker werd. Maar ik was toch dood? Waarom zou ik anders hier zijn? Ik keek de man goed aan. Ineens zag ik zijn vlakke hand naderen. Die raakte hard mijn wang. Pijn gloeide in mijn wang. Ik werd woedend en wilde hem weer wegduwen maar mijn armen voelden ineens verlamd aan. Het duizelde weer in mijn hoofd. Nee hé, niet weer, dacht ik.
———
Mandy hield zich stevig vast aan de armleuning. Ze keek recht voor zich uit. Haar hart begon steeds sneller te kloppen. Het weerzien met Danny kwam steeds dichterbij. Ze was wel ongerust. Ze wist niet wat er aan de hand was met Danny. Wat had Mark met hem gedaan? Wilde hij hem echt vermoorden? Hoe was Danny gevonden? Waren Mark en Edwin opgepakt? Zo veel vragen…Dat maakte haar bang.
Een grote hand rustte op het been van Mandy. Ze keek opzij en keek Frank aan die zich concentreerde op de weg voor hem. ‘’Hij redt zich wel,’’ gromde hij.
‘’Ik hoop het,’’ fluisterde Mandy.
‘’Hou je vast, dames!’’ riep Frank ineens. Hij reed een scherpe bocht door met hoge snelheid. De dames gilden. Ondanks zijn gevaarlijk rijgedrag moest Mandy zachtjes lachen. Zij mocht Frank steeds meer. Ze besefte dat hij best veel op Danny leek. Danny zou dit ongetwijfeld ook doen. Ze keek Frank aan. Op dat moment keek hij haar aan. ‘’Wat?’’
Ze schudde haar hoofd. ‘’Niets. Je lijkt best veel op Danny. Qua karakter.’’
Hij glimlachte breed en zei verder niets.
‘’We zijn er bijna. Ik ga jullie bij de ingang afzetten. Eigenlijk mag dat niet. Maar ik doe het toch. Jullie moeten wel snel uitstappen. Daarna ga ik mijn auto ergens parkeren. Jullie gaan alvast naar binnen, begrepen?’’ De dames knikten.
Frank trapte hard het rempedaal in. Met een schok kwam de auto tot stilstand.
Buiten kwamen er al een aantal mensen op de auto afgelopen. Hun blikken waren niet echt veelbelovend.
‘’Eruit!’’ gilde Anna.
Mandy, Elise, Lotte en Anna sprongen uit de auto. Frank scheurde weer weg. Een van de mannen wilde hem achterna rennen maar was te laat. Hij vloekte luid.
De dames keken elkaar aan. Elise zei: ‘’Hij is echt gestoord maar ik mag hem wel.’’
Lotte knikte. ‘’Mee eens. Maar laten we snel naar binnen gaan.’’
De dames haastten zich naar binnen. Mandy vroeg meteen aan de medewerkster achter de balie: ‘’Waar moet ik zijn voor Danny de Brands?’’
De receptioniste keek haar vragend aan. Elise duwde Mandy opzij. ‘’Mevrouw, waar is de spoedeisende hulp?’’
‘’Links van u. Helemaal aan het einde van de gang, en dan rechtsaf. Dan kom u in de spoedeisende hulp.’’
‘’Dank u, mevrouw,’’ zei Elise. Ze renden door de gang. Dan namen ze rechtsaf. Mandy zag een bord: spoedeisende hulp. Verder konden ze niet. De deuren waren gesloten en waren niet toegankelijk voor bezoekers. Mandy aarzelde geen moment en liep recht op de deur af. Anna greep haar arm. ‘’Mandy, we mogen daar niet naar binnen. We wachten hier in de wachtkamer.’’ Mandy negeerde haar en wilde naar de deur lopen. Anna’s greep verstevigde. ‘’Mandy!’’ siste ze. ‘’Je mag daar niet naar binnen. Je kunt toch niet veel doen. Ze zijn waarschijnlijk nog bezig. Je zou alleen maar in de weg lopen. Kom op, we wachten hier.’’
Mandy zuchtte en nam plaats op een stoel. Anna en Lotte gingen naast haar zitten. Samen hielden ze elkaars handen vast.
‘’Ik hoop echt dat hij het gaat redden,’’ fluisterde Mandy angstig.
Lotte kneep in haar hand. ‘’Heb vertrouwen in de artsen. Ze doen er alles aan om hem te redden.’’
‘’Maar waarom moest hij met spoed naar het ziekenhuis? Wat mankeert hij?’’ vroeg Mandy. ‘’Zou hij veel bloed verloren hebben?’’
‘’Dat weten we niet. We wachten rustig af,’’ zei Anna.
Ineens ging de telefoon van Elise. Ze zag dat het Bram was. Omdat ze alleen waren in de wachtkamer, zette ze hem meteen op luidspreker.
Meteen klonk het geschreeuw van Bram: ‘’ZIJN JULLIE VERDOMME HELEMAAL GEK GEWORDEN? 100 kilometer per uur rijden waar 50 toegestaan is en door het rood rijden. Zijn jullie helemaal gek geworden! Het was levensgevaarlijk wat jullie deden. Het kon allemaal verkeerd afgelopen zijn! Jullie hadden net zo goed naast Danny zijn ziekbed kunnen liggen! Verdomme! Jullie zijn een aantal keren geflitst geweest en Frank is gearresteerd!’’
De meiden keken elkaar geschrokken aan en schaamden zich diep.
Bram ging door: ‘’Elise, geef mij een antwoord op de volgende vraag: wat doen jullie op dit moment?’’
Elise keek Lotte, Mandy en Anna angstig aan en antwoordde: ‘’We zitten in de wachtkamer.’’
Het was even stil. Dan kwam er weer een gebrul van Bram: ‘’Zie jullie nou wel. Wat heeft het dan verdomme voor nut om zo hard te rijden naar het ziekenhuis? Jullie zitten verdomme te wachten in de wachtkamer!’’
Elise piepte: ‘’Het spijt me zo, Bram.’’
Er klonk een diepe zucht van Bram. Nu praatte hij rustig. ‘’Het spijt mij ook. Ik ben doodmoe. Maar doe dat nooit meer! Is er nieuws van Danny?’’
‘’Nee, nog niets. Hoe is Danny gevonden?’’
‘’We kregen een anonieme tip,’’ antwoordde hij.
‘’Oh, je weet dus niet van wie?’’
‘’Nee, we weten niet wie het was.’’
‘’Mark en Edwin, zijn ze opgepakt?’’ vroeg Anna.
‘’Nee, ze waren al weg. We hebben enkel Danny gevonden. Frank kan elk moment hier op het bureau binnengebracht worden. Ik handel deze zaak wel af. Dan komen Frank en ik naar het ziekenhuis. Daarna wil ik echt naar huis. Ik ben kapot.’’
‘’Oké Bram, ik zie je zo dadelijk hier. En het spijt ons heel erg,’’ zei Elise.
Hij zuchtte. ‘’Ik zie jullie straks.’’ Hij hing op.
De meiden keken elkaar aan. Anna zei: ‘’Hij heeft wel gelijk. We overdrijven een beetje.’’
Mandy knikte. ‘’Ja, eigenlijk wel. We hadden een ongeluk kunnen veroorzaken.’’
Er vormde een ondeugend lachje op Mandy’s gezicht. ‘’Ik vond het stiekem wel spannend.’’
De meiden begonnen zachtjes te giechelen. Toen viel er weer een stilte. Allemaal keken ze gespannen naar de gesloten deuren.
———
De deur vloog open. Een man met twee peddels van de defibrillator in zijn handen keek verbaasd op. ‘’Kelly? Wat doe jij hier?’’
Ze stapte de kamer in. Een assistente hield haar tegen.
De man zei: ‘’Laat haar maar. Danny is haar beste vriend.’’
Kelly keek de man aan. ‘’Dank je wel, Marco.’’
Hij negeerde haar en riep: ‘’Laden, handen los!’’ Hij plaatste de peddels op de borstkas van Danny. Kelly zag zijn lichaam omhoogschieten. Iedereen keek gespannen naar de monitor. Op de monitor was er enkel een rechte horizontale lijn te zien. Geen golven. Alle tellers stonden op nul.
Marco gromde: ‘’Nog één keer! Handen vrij!’’ Hij plaatste opnieuw de peddels op het lichaam van Danny. Kelly keek smekend naar de monitor. De lijn bleef recht en de teller bleef op nul staan.
Ze begon wanhopig te raken. ‘’Hoe lang staat zijn hart al stil?’’
Marco keek naar zijn assistente. ‘’Vier en half minuten.’’
‘’Kom op,’’ smeekte Kelly snikkend.
Marco gromde: ‘’We proberen tweehonderd. Achteruit. Handen vrij!’’ Danny zijn lichaam spande zich even als een boog en viel dan weer neer op het bed. Bleek en met samengeknepen lippen keek Kelly naar de monitor. Ze slikte moeilijk. De lijn was nog steeds vlak…
‘’Godverdomme!’’ riep Kelly uit. Ze liep het bed om en griste de peddels van de defibrillator uit Marco’s handen. Hij keek even verrast op. Zijn assistente wou weer ingrijpen maar Marco hield haar tegen. ‘’Laat haar maar. Ze weet wat ze doet.’’
Alle artsen keken verbaasd naar Marco. Hij knikte bemoedigend.
‘’We geven je niet op, Danny,” bracht Kelly uit, terwijl ze met haar onderarm het zweet van haar voorhoofd veegde. “Achteruit! Laden en handen vrij!’’ gilde ze. Ze plaatste de peddels opnieuw op de borstkas van Danny. ‘’Alsjeblieft! Kom alsjeblieft terug!’’ jammerde ze terwijl ze naar de monitor keek. Niets. “Verdomme, Danny! je moet ervoor vechten. Je moet, Danny. Je moet!” schreeuwde ze terwijl ze een harde klap op zijn borst gaf.
———
De duizeligheid verdween langzaam. Mijn zicht werd langzaam weer scherp. Ik zag het gezicht van de oude man weer helder. Ik zag zijn lippen continu bewegen. Ik hoorde hem eerst niet. Langzaam keerde mijn gehoor terug.
‘’Wakker worden!’’ brulde de man. ‘’Je bent veel te jong om te sterven. Word gewoon wakker!’’
Het schudden irriteerde me enorm. Ik greep hem bij zijn nek en kneep er stevig in. De ogen van de man werden groot. Ondanks dat hij weinig adem kreeg, bleef hij doorgaan met schudden. Van mijn andere hand maakte ik een vuist, klaar om hem een klap te geven. Ik was er klaar mee met die irritante man. Het kon me niets schelen of hij misschien Petrus was. Maar hij moest gewoon ophouden. Ik hief mijn vuist op en haalde uit.
———
Kelly, Marco en de artsen keken hoopvol naar de monitor. Die stomme lijn had geen golven.
‘’Godverdomme!’’ schreeuwde Kelly van woede. Ze keek de arts aan. ‘’Zet het op de hoogste stand! Driehonderd joule!’’
De arts keek geschokt. ‘’Nee, dat is te gevaarlijk!’’
‘’Kan me niets schelen!’’ schreeuwde ze. ‘’Het is onze enige kans. Doe gewoon wat ik zeg!’’
De arts bleef geschokt kijken.
‘’Erik,’’ zei Marco zacht. ‘’Doe maar.’’
Erik keek hem even met ontzag aan maar knikte uiteindelijk. Hij draaide de knop helemaal naar rechts en knikte naar Kelly.
‘’Oké, handen vrij!’’ Kelly sloot haar ogen en hield de twee peddels omhoog. ‘Danny’ fluisterde ze in gedachten. ‘Kom alsjeblieft terug. We hebben je nodig. We kunnen niet zonder jou. Mandy mist je. Wij allemaal. Kom gewoon godverdomme terug. Ik kan ook niet zonder jou, Danny!’’
Haar ogen vlogen open. Er zat vastberadenheid in haar ogen. Ze zette de peddels op de borstkas. Danny’s lichaam schokte heftig omhoog.
———
Mijn vuist vloog richting het gezicht van de man die maar bleef schreeuwen. Ineens veranderde de achtergrond. Mijn vuist ging dwars door het gezicht van de man. Ik keek verbluft. De man, mijn vuist en mijn geest verdween in één keer.
———
De monitor begon luid te piepen. De lijn van de hartmonitor begon grillige trekken te vertonen. Soms viel ze nog stil. Marco duwde Kelly zonder pardon opzij. Ze struikelde naar achteren en landde met haar rug tegen de muur. Ze zakte in elkaar op de grond met opgetrokken benen. Ze omarmde haar benen en begroef haar hoofd in haar schoot. Ze begon te huilen.
———
Mandy liep onrustig rondjes in de wachtkamer. ‘’Waarom duurt het zo lang?’’
‘’Kom nou even zitten, Mandy.’’
‘’Nee, ik kan niet rustig blijven.’’
Lotte zuchtte diep en sloeg haar armen over elkaar.
Anita, Els, Rick, Max en Danny’s zusje Lotte kwamen de wachtkamer in. Anita vroeg meteen: ‘’En? Is er al nieuws?’’
Mandy schudde haar hoofd. ‘’Nog niets. Het duurt verdorie zo lang.’’
‘’Waar is mijn man?’’
Mandy kromp ineen en keek haar vriendinnen hulpzoekend aan.
Elise antwoordde: ‘’Hij is gearresteerd.’’
‘’Wát?’’ riep Anita verbijsterd uit. Beknopt vertelde Elise het verhaal. De ogen van Anita schoten vuur.
‘’Sorry,’’ zei Mandy zacht die naar de grond keek.
‘’Ik ben niet boos op jullie maar op mijn man. Hij is helemaal gek geworden! Er had iets ergs kunnen gebeuren!’’
Mandy keek vlug weg. Ondanks dat alles moest zij zachtjes glimlachen om Frank.
Vijf minuten later kwamen Bram en Frank binnen. Iedereen keek geschrokken naar Bram. Hij zag er doodmoe uit. Hij had dikke wallen onder zijn ogen. Hij deed zijn best om zijn ogen open te houden. Elise holde bezorgd naar hem toe. ‘’O, lieve help! Bram!’’
Hij gromde: ‘’Het gaat. Ik ben gewoon doodop.’’ Hij plofte vermoeid op een harde stoel. Elise ging naast hem zitten en trok hem naar zich toe. Mandy keek hem even aan. Ze voelde zich schuldig over wat ze gezegd had tegen hem. Anita had Frank al meegenomen naar buiten. Ze hadden iets te bespreken.
Bram keek Mandy aan. ‘’En?’’
‘’Nog niets.’’
Hij humde en legde zijn hoofd op de schouder van Elise. Ze streelde afwezig door zijn haar.
Mandy keek naar de gesloten deuren. Waarom duurde het verdomme zo lang? Mandy zuchtte en liep nog een rondje met haar armen over elkaar. Ze sloot haar ogen af en toe om even aan Danny te denken.
———
Een warme hand op haar hoofd deed Kelly opkijken. Marco stond gehurkt voor haar en glimlachte breed. Het gezicht van Kelly klaarde meteen op. ‘’Is hij…?’’
De glimlach werd breder. Marco knikte trots. ‘’hij is stabiel. Je hebt zijn leven gered, Kelly.’’
Ze keek even rond in de kamer. Alle artsen keken haar met een glimlach aan. ‘’Echt waar?’’
Marco stond op en stak zijn hand uitnodigend uit. Kelly nam de hand dankbaar aan en liet zich overeind trekken. Ze liep langzaam naar het bed waar Danny lag. Ze keek Danny aan. Hij lag er vredig bij. De monitor vertelde haar inderdaad dat hij stabiel was. De borstkas van Danny ging ritmisch op en neer. Hij ademde weer. Kelly begon zachtjes te snikken van blijdschap. Marco kneep zacht in haar schouder. ‘’Kelly, wat je deed, was gevaarlijk en verboden.’’ Ze keek op en zag dat iedereen naar haar keek. Ze schaamde zich. Marco vervolgde: ‘’Geen zorgen. Ik zal niets zeggen.’’
Zijn assistente zei: ‘’O, ik heb iets in mijn oog. Heb ik wat gemist?’’ De andere artsen moesten erom lachen. Kelly deed even mee. ‘’Dank jullie wel en het spijt me.’’ Ze keek Erik aan. ‘’Mijn excuses voor mijn gedrag.’’
‘’Het is al goed, Kelly. Als ik in jouw schoenen stond, had ik sowieso hetzelfde gedaan. Maak je niet druk. Je vriend leeft, dat is belangrijkste.’’
Ze knikte blij en gaf hem een korte knuffel. ‘’Dank je wel.’’ Hij knikte.
Marco zei: ‘’Ga nu maar de vrienden en familie van Danny het goede nieuws vertellen. Ik ga ervan uit dat ze in het ziekenhuis zijn.’’
Kelly knikte. ‘’Ja, ze waren al onderweg toen ze mij belden.’’
‘’Nou, ga dan maar snel,’’ zei hij glimlachend.
Kelly liep naar de deur en draaide zich om. ‘’Nogmaals mijn excuses en dank jullie wel.’’ Ze veegde haar tranen weg. Alle artsen knikten.
Kelly deed de deur voorzichtig achter haar dicht en dan stormde ze door de gang. Met beide handen gooide ze de deuren open.
Mandy keek op en zag haar aanstormen. Ze zag sporen van tranen op haar wangen. Mandy rende naar haar toe. Kelly bleef rennen. Samen knalden ze tegen elkaar aan en sloegen ze hun armen om elkaar heen. Kelly gilde het uit: ‘’DANNY LEEFT! HIJ IS STABIEL!’’
Mandy keek haar aan. De zware last viel meteen van haar schouders af. En ook haar angst verdween. Haar ogen vulden zich met tranen.
Achter Mandy was luid gegil te horen. Ineens werd Mandy geplet door Elise, Lotte en Anna. De vijf dames knuffelden elkaar bijna dood van blijdschap. De tranen vloeiden rijkelijk over de wangen van de dames.
Op de stoelen zat Anita en Lotte te huilen van blijdschap. Frank zat met een grote grijns voor zich uit te staren. Bram zat moe onderuit op de bank maar ook hij had een grote glimlach op zijn gezicht. Els lag in de armen van Rick.
‘’Vertel, Kelly!’’ zei Mandy dolgelukkig.
Het werd ineens stil in de wachtkamer.
Kelly pakte de handen van Mandy. ‘’Mandy, ik heb zijn leven gered.’’ De ogen van Mandy werden groot, evenals die van de rest. ‘’Wat?’’
Kelly vertelde het hele verhaal. Toen ze klaar was keek Mandy haar intens aan. Dan trok ze Kelly tegen zich aan. ‘’Je bent geweldig! Dank je wel, dank je wel!’’
Kelly lachte. ‘’Ik deed het ook voor mezelf. Ik kan ook niet zonder Danny.’’
‘’Ik weet het,’’ fluisterde Mandy. ‘’Ik weet het. Maar toch bedankt.’’ Samen knuffelden ze elkaar opnieuw.
Ze lieten elkaar los. Kelly werd door iedereen hartelijk omhelsd. Mandy stond te trillen op haar benen. “Danny leeft nog!” dacht Mandy opgelucht. Ze straalde van blijdschap. Tranen bleven maar komen. Eerst beheerste ze zich maar uiteindelijk kon ze zich niet meer inhouden. Ze sprong letterlijk in de lucht en schreeuwde ongelooflijk hard: ‘’O YES! OOOHHH YEEEEEEEEEEEEEES!’’ Ze bleef springen met haar vuisten in de lucht.
Iedereen keek geamuseerd toe.
Even later was de rust weer teruggekeerd in de wachtkamer. Kelly was teruggegaan om te kijken hoe het ging.
Bram was inmiddels in slaap gevallen. Elise tikte hem wakker. Hij kreunde. ‘’Kom Bram, we gaan naar huis. Je moet gaan slapen. Kom op.’’ Hij gromde en stond moeizaam op.
‘’Bram,’’ zei Mandy. ‘’Dank je wel.’’
Hij glimlachte en stak zijn duim op. Hij strompelde weg met Elise.
De rest wachtte met spanning op Kelly.
Tien minuten later kwam ze terug. ‘’Het gaat goed met Danny. Hij moet alleen nog aansterken. Hij was helemaal uitgedroogd.’’
‘’Uitgedroogd?’’ herhaalde Mandy.
Ze knikte. ‘’Ja, het lijkt erop dat Danny een aantal dagen bijna niets gedronken heeft.’’
‘’O god, dat moet echt vreselijk zijn. En hoe zit het met zijn verwondingen?’’
‘’Op het eerste gezicht lijkt het mee te vallen. Maar ze moeten hem nog onderzoeken om te checken of zijn organen nog intact zijn en of er botbreuken zijn. Zijn neus is wel gebroken. Maar voor de rest gaat het goed met hem. Hij is in ieder geval buiten levensgevaar.’’
Mandy haalde opgelucht adem en vroeg voorzichtig: ‘’Hoe ziet hij eruit?’’
Kelly keek haar aan. ‘’Hij is aardig toegetakeld. Veel blauwe plekken op zijn gezicht en buik. Zijn oog is opgezwollen. Hij heeft rode striemen om zijn polsen. Maar ik denk dat dat niet het ergste was voor Danny. Uitdrogen, dat was waarschijnlijk een echte marteling voor hem. Hij droogde op en hij kreeg geen drinken. Dat moest echt vreselijk zijn. Maar goed, hij heeft nu geen pijn meer. Hij krijgt morfine. Hij heeft genoeg pijn geleden.’’
Mandy knikte langzaam. ‘’Mag ik hem zien?’’
‘’Nee, dat kan nog niet, lieverd. Ze zijn nog bezig. Ik stel voor dat jullie nu naar huis gaan. Danny moet echt eerst rust nemen en goed aansterken.’’
Mandy keek teleurgesteld. ‘’Alsjeblieft. Eventjes maar.’’
‘’Nee, Mandy. Dit gaat helaas niet. Dat kan morgen pas. Ik heb even met mijn collega’s overlegd. Ik mag nu naar huis en kom morgenvroeg terug naar hier. Dat wordt een kort nachtje. Maar Mandy, ik beloof je dat ik je direct ga bellen als Danny wakker is.’’
Mandy was erg teleurgesteld maar knikte begrijpend.
‘’Kom, we gaan naar huis,’’ zei Frank. ‘’Iemand anders moet mijn auto besturen. Mijn rijbewijs is in beslag genomen.’’ Hij grijnsde breed. Anita keek hem kwaad aan. Mandy sloeg haar hand voor haar mond om haar lach te verbergen. Frank merkte het en gaf haar een vette knipoog.
Even later lag Mandy in bed met Anna en Lotte. Ze lag op haar rug en ze straalde. Anna nestelde zich tegen haar aan. Lotte deed hetzelfde.
Lotte zei: ‘’Ik zei het toch, dat hij het zou redden.’’
Mandy keek Lotte aan. Lotte kuste haar kort. Daarna keek Mandy Anna aan. ‘’Hij is sterker dan wij denken,’’ knipoogde Anna. Ook zij gaf Mandy een zoen. ‘’Maar zullen we nu gaan slapen? Het is een lange dag geweest en morgen moeten we weer vroeg op.’’
Anna en Lotte waren al vrij snel in slaap gevallen. Mandy was nog te blij om te kunnen slapen. Ze staarde naar het plafond. “O, Danny, Ik kan niet wachten om je weer te zien. Welterusten, lieverd. Ik zie je morgen…” Haar ogen vielen dicht
Lees verder: Een Beeldschone Huisgenote - 52
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10