Door: Dannyboy
Datum: 06-03-2022 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 10317
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Vervolg op: Een Beeldschone Huisgenote - 51
Ik opende voorzichtig mijn ogen. Het eerste wat ik zag was wit licht. Alwéér… Ik knipperde even met mijn ogen. Alles werd langzaam scherper. Ik zag een TL-lamp. Ik bewoog mijn hoofd voorzichtig naar links en dan naar rechts. Ik besefte dat ik in een ziekenhuis lag. Mijn lichaam voelde stijf aan. Ik had vooral pijn aan mijn buik. Mijn linkeroog wilde niet helemaal opengaan. Voor de rest voelde ik me eigenlijk prima. Ik proefde voldoende speeksel in mijn mond. Ik had geen vreselijke dorst meer. Ik zuchtte opgelucht.
Ineens zag ik een hoofd in mijn blikbeeld verschijnen. Ik knipperde even en zag blonde haren. Ik glimlachte gelukkig. ‘’Kelly,’’ fluisterde ik. Een glimlach verscheen op het gezicht voor me. Ik voelde dat ze mijn hand stevig vastpakte.
‘’Kelly, ik heb je gemist,’’ mompelde ik zacht.
Heel voorzichtig zette Kelly mijn CI op mijn oor.
‘’Kun je mij horen?’’ zei ze zacht.
‘’Nee, ik hoor je niet.’’
Ze lachte zachtjes. ‘’O, Danny, wat heb ik je zo gemist!’’
Ik hief mijn armen omhoog. Ze boog voorover en knuffelde me uiterste voorzichtig. Maar ik trok haar stevig tegen me aan. Ik begroef mijn hoofd in haar blonde haren. Wat had ik dit gemist.
We verbraken de knuffel en Kelly ging op een kruk naast mijn bed zitten. “Hoe voel je, Danny?’’ Ze hield mijn hand nog altijd vast.
Ik knikte. ‘’Het gaat wel. Maar mag ik alsjeblieft wat water?’’
Ze gaf me een glas water. Ik nam een flinke slok en zuchtte opgelucht.
Ze keek me aan. ‘’O, Danny toch. Wat een toestand zeg.’’
‘’Zeg dat wel.’’
Ons gesprek viel even stil. De beelden van de hemel spookten door mijn hoofd.
‘’Kelly, ben ik even dood geweest?’’
Ze zweeg een aantal seconden en knikte toen. ‘’Ja, je hart stond bijna zes minuten stil.’’
Ik slikte moeizaam.
‘’Danny,’’ begon ze voorzichtig. ‘’Ik heb je leven gered.’’
Mijn rechteroog werd meteen groot. ‘’Wat? Vertel!’’
‘’Het is een lang verhaal. Ik kan het je straks wel vertellen.’’
Ik kneep in haar hand. ‘’Kelly, ik voel me prima. Alleen wat stijfjes. Maar kom op. Vertel het me!’’
Ze ging rechtop zitten en begon het hele verhaal te vertellen. Ik luisterde aandachtig. Toen ze klaar was, keek ze me aan. Ik glimlachte breed. ‘’Mijn blond krengetje heeft mijn leven gered. Mijn heldin!’’
Kelly lachte zachtjes. ‘’O, Danny wat ben ik blij dat je terug bent.’’
Ik hief mijn armen omhoog. ‘’Kom hier. Ik wil je bedanken.’’ We knuffelden lang. Ik fluisterde in haar oor: ‘’Kelly, dank je wel voor redden van mijn leven.’’ Ze kuste mijn hand en keek me lief aan. ‘’Graag gedaan.’’
Mijn maag begon zich opeens onaangenaam samen te trekken.
Ze merkte het meteen. ‘’Gaat het?’’
‘’Ja, het gaat. Ik ben alleen een beetje misselijk.’’
‘’Zal ik iets halen voor je misselijkheid?’’
‘’Dat zou fijn zijn.’’
Kelly stond op en wilde weglopen. Maar ik had nog altijd haar hand stevig vast. Ze keek me vragend aan.
‘’Mandy,’’ fluisterde ik.
Ze glimlachte. ‘’Ze komt eraan. Ik heb haar al een berichtje gestuurd. Ze zal hier snel zijn.’’
Ik knikte dankbaar. ‘’Dank je wel.’’
———
Mandy probeerde in de badkamer haar gezicht op te maken, maar het lukte haar niet. Het frustreerde haar. Elise kwam de badkamer in. ‘’Lieverd toch. Ga maar op de rand van je bad zitten. Ik doe het wel.’’
Mandy ademde zwaar. Ze was al een tijdje onrustig.
Elise pakte Mandy’s handen vast. ‘’Haal even adem, lieverd.’’
Ze zoog lucht in en blies langzaam uit.
‘’Goed zo. Nog één keer.’’
Mandy voelde zich al wat meer ontspannen. Elise keek haar glimlachend aan en maakte intussen haar gezicht op. ‘’Malle meid toch, waarom wil je per se opgemaakt zijn? Straks ga je janken en dan is je make up weer niet goed.’’
Mandy haalde haar schouders op.
Elise zei niets. Ze begreep haar wel.
‘’Hoe gaat het met Bram?’’ vroeg Mandy plots.
‘’Hij ligt nog te snurken. Maar het gaat prima met hem. Hij was alleen doodmoe. Oh ja! Ik moest van hem een boodschap doorgeven aan jou. Hij zei dat je je niet schuldig moet voelen tegenover hem.’’
Mandy keek verlegen naar beneden. Elise nam haar kin vast met haar vingers en tilde haar hoofd op. ‘’Héé dame. Blijf recht voor je uit kijken anders kan ik je gezicht niet opmaken!’’
Mandy lachte zachtjes. ‘’Ik was best grof tegen hem.’’
‘’ Het is ok, lieverd. Laten we dit gewoon vergeten, goed?’’ Mandy knikte dankbaar. “Bram is een goede vent.’’
‘’Zeker weten. Mijn Brammetje!’’ Elise knipoogde.
Even later vertrokken de dames met de auto naar het ziekenhuis. Mandy zat gespannen achterin met Lotte en Elise.
Lotte leunde tegen Mandy aan en fluisterde: ‘’Nog even, dan kan je Danny eindelijk zien.’’
Mandy keek haar gelukkig aan. ‘’Ja, ik kan niet wachten. Alleen jammer dat Frank niet mag rijden.’’
Anna reed. Frank zat op de bijrijdersstoel. Hij draaide zich om en keek grijnzend naar Mandy. ‘’Sorry Mandy. Maar laat Anita dit niet horen!’’
Mandy knipoogde naar hem. De dames moesten giechelen.
In het ziekenhuis stond Kelly glimlachend te wachten. Mandy liep haastig naar haar toe. ‘’Hoe gaat het met hem?’’
‘’Heel goed. Hij wacht op je.’’ Kelly keek de groep aan. ‘’Niet iedereen kan tegelijk mee. Ik stel voor dat Mandy, Anita en Frank eerst gaan.’’
Anita legde haar hand op de arm van Mandy. ‘’Mandy, ga jij eerst even alleen. Ik weet hoeveel je betekent voor mijn zoon. Frank en ik komen wel binnen een kwartiertje.’’
Mandy keek haar verrast aan. Ze omhelsde Anita stevig. ‘’Dat is heel lief van je.’’
‘’Ga maar gauw, lieverd.’’
———
Pff, waarom duurde wachten altijd zo lang? Ik keek verlangend naar de deur. Mijn hart begon steeds sneller te kloppen. Ik wist dat Mandy elk moment kon komen. Een aantal keer dacht ik dat de deur open ging, maar telkens bleek het mijn verbeelding te zijn. Hoe zou het gaan met Mandy? Wat had ze allemaal moeten doorstaan de voorbije dagen? Was het voor haar ook een hel net als bij mij? Ik zuchtte diep. Ik moest proberen niet te veel na te denken. Gewoon rustig afwachten. Ik bleef naar de deur staren terwijl ik gespannen met mijn vingers speelde.
———
Mandy en Kelly liepen de gang op. Kelly voelde hoe zenuwachtig Mandy was. Ze liep ook een beetje gehaast. Het was duidelijk dat ze niet kon wachten tot ze Danny weer zag. Ze keek Kelly aan. ‘’Zie ik er goed uit?’’
Kelly glimlachte. ‘’Maak je daar geen zorgen om. Je ziet er goed uit. Hij wacht op je. Hij vroeg al waar je was.’’ Ze kwamen bij de deur. Mandy haalde diep adem. Kelly pakte haar hand. ‘’Kom, lieverd.’’
De deur ging open. Of was het weer mijn verbeelding? Ik knipperde met mijn ogen. Dit keer had ik het me niet verbeeld: de deur ging open. Mijn hart ging tekeer. Eerst kwam Kelly glimlachend binnen. Daarna volgde…. Mandy! Ze keek me aan met haar prachtige bruine ogen. Eerst keek ze eventjes geschokt, waarschijnlijk door mijn flink opgezwollen linkeroog. Dan begonnen haar ogen nat te worden. Ze had haar beide handen voor haar mond.
Ik reikte met mijn hand naar haar. ‘’Mandy,’’ fluisterde ik hees.
‘’O, lieverd,’’ zei Mandy snikkend terwijl ze naar me toe rende. Ze pakte mijn hand voorzichtig vast. Onze vingers waren verstrengeld. Ze boog voorover en omhelsde mij zeer voorzichtig. Ik trok haar stevig tegen me aan. Ik drukte mijn neus in haar haren en snoof krachtig. Wat had ik die heerlijke geur gemist. ‘’O, mijn Mandy. Wat heb ik je zo gemist,’’ kreunde ik.
De schouders van Mandy begon te schokken. Ik streelde haar rug en kuste haar haren. Zo bleven we minutenlang knuffelen. Dan hief Mandy haar hoofd op en keek me met haar betraande ogen aan. Haar make up was uitgelopen. ‘’Danny,’’ fluisterde ze gelukkig. Ik streelde haar wang zachtjes met mijn duim en veegde de tranen weg. Ze kuste me zacht. Haar heerlijke zachte lippen drukten tegen de mijne. Ik genoot intens. Het voelde warm en vertrouwd aan. Ze verbrak de kus, maar ik trok haar weer terug. We zoenden zachtjes maar vol passie.
Uiteindelijk ging Mandy op de kruk naast het bed zitten zonder dat ze mijn hand losliet. Ze keek me gelukkig en enigszins bezorgd aan. ‘’Hoe gaat het nu met je?’’
Ik glimlachte. ‘’Nu weer helemaal goed, want je bent hier bij mij. Ik heb je verschrikkelijk gemist.’’ Ze gaf een kus op mijn hand. ‘’O god, Danny, ik jou ook. Wat waren de voorbije dagen verschrikkelijk.’’ Ze veegde haar tranen weg en streelde heel voorzichtig mijn rode pols. ‘’Heb je pijn?’’
‘’Alleen mijn buik.’’
Mandy keek naar mijn linkeroog. ‘’En je oog?’’
‘’Dat gaat wel. Zolang ik ze niet aanraak, doet het geen pijn.’’
‘’Nee, ik bedoel je zicht. Zie je wel iets door je linkeroog?’’
‘’Ja, gelukkig is mijn oog zelf wel in orde.’’
Kelly kwam aan de andere kant van het bed zitten. ‘’De dokter komt zo dadelijk langs. Maar ik denk dat alles wel meevalt.’’
Ik knikte. ‘’Dank je wel, Kelly.’’
Mandy kneep mijn hand. ‘’Danny, wist je dat dat Kelly je leven gered had?’’
‘’Ja, dat weet ik, dat heeft ze mij net verteld,’’ zei ik. ‘’Mijn heldin.’’
Mandy en Kelly moesten lachen.
Het werd even stil. ‘’Zijn ze al opgepakt?’’ vroeg ik.
Mandy schudde nee. ‘’Nee, ze zijn nog niet gevonden.’’
Ik kreunde van teleurstelling. ‘’Hoe ben ik gevonden?’’
‘’Er was een anonieme tip,’’ antwoordde Mandy. ‘’Geen idee wie het was. Oh ja, de politie komt vanmiddag om jou wat vragen te stellen. Kun je dat?’’
Ik knikte. ‘’Hoe eerder, hoe beter. Die klootzakken moeten snel gevonden worden.’’ Ik gromde van woede. Mandy kneep zacht in mijn hand. Ik keek haar aan en zuchtte. ‘’Sorry.’’
Ze keek lief. ‘’Daarvoor hoef je geen sorry te zeggen.’’ Ze viel even stil. Ik zag haar nadenken. ‘’Danny…’’ begon ze aarzelend.
‘’Zeg het maar.’’
‘’Hoe was het daar?’’ Er zat angst in haar blik.
De beelden van de donkere kelder, de kettingen, het grijnzende gezicht en de vuist van Mark spookten door mijn hoofd. Ik kneep mijn ogen stijf dicht.
‘’Danny.’’
Ik opende opnieuw mijn ogen en keek recht in de bezorgde ogen van Mandy.
‘’Je hoeft het nu niet te vertellen. Ik snap het.’’
Ik zuchtte diep. ‘’Dank je wel.’’
Kelly ging mijn ouders halen. Van mij mocht Mandy niet weggaan. Anita was dolblij toen ze me zag. Er werd veel geknuffeld en handjes vastgehouden. We kletsten wat met elkaar. Even later kwam de arts. Die vertelde me dat ik geen botbreuken had behalve mijn neus. Mijn organen waren gelukkig in orde. Ik had er alleen een zwaar gekneusde buik en een opgezwollen oog aan overgehouden. Hij vertelde dat het enorm scheelde omdat ik een sportief lichaam had. Het had grotendeels de zware klappen kunnen opvangen. Maar de uitdroging was de grootste zorg. Als ik vijf minuten later gevonden was geweest, dan had ik het waarschijnlijk niet overleefd. Het had echt niet veel gescheeld. De arts vertelde ook dat ik morgen al naar huis kon gaan, mits alles goed ging met mij. Daar was ik erg blij mee, want ik haatte ziekenhuizen. En voor de rest moest ik vooral veel rusten.
De arts verdween. Mijn ouders gingen naar huis om wat slaap in te halen. Kelly moest andere patiënten verzorgen. Ik bleef alleen achter met Mandy.
Ik keek haar aan. Ze bleef me gelukkig aanstaren.
‘’Onze vrienden? Zijn ze hier ook?’’
Ze knikte. ‘’In de wachtkamer.’’
‘’Ik wil ze zien.’’
Ze stond op. ‘’Ik ga ze halen.’’ Ze wilde weglopen maar ik had haar hand nog vast. Ik trok haar naar me toe. ‘’Eerst een zoen.’’
Ze keek me glimlachend aan. ‘’O god. Wat ben ik zo blij dat je in orde bent.’’ Ze gaf me een heerlijke zoen. ‘’Ik kom snel terug.’’
Nog geen minuut later was ze er weer. Dit keer samen met Elise, Anna en Lotte. ‘’Oooh Danny!’’ piepte Elise. Lotte en Anna hadden elkaars hand vast. Ze bleven zwijgend staan.
‘’Hallo, mijn meisjes,’’ zei ik glimlachend.
‘’Ooh, wat fijn om je stem weer te horen,’’ zei Lotte.
‘’Blijven jullie zo staan, of…?’’ zei ik grijnzend.
Elise rende op me af en gilde van blijdschap. ‘’Danny! Wat heb ik je gemist!’’ We omhelsden elkaar lang. Ik moest grinniken om haar enthousiasme. Daarna was Lotte aan de beurt. Ook haar knuffelde ik uitgebreid. Ze zoende mijn wang. Als laatste volgde Anna. ‘’Hee bitch, jij ook hier?’’ mompelde ik zacht. Ze lachte ondeugend. ‘’O verdomme, wat heb ik je gemist!!’’ Ze kuste me vol op mijn mond.
De meiden gingen rond het bed zitten. Kelly kwam niet veel later opnieuw binnen. Ik zei meteen: ‘’Daar is mijn heldin!’’ Ze glimlachte breed. ‘’Ik heb nu even pauze.’’
Lotte vroeg voorzichtig: ‘’Hoe gaat het met jou, Danny?’’
‘’Het gaat prima. Ik heb alleen last van mijn buik. Mijn polsen, neus en linkeroog vallen wel mee. Voor de rest moet ik alles nog verwerken. Het was een echte nachtmerrie daar.’’
Lotte knikte begrijpend. ‘’Dat snap ik. Ik had het al op het filmpje gezien. Je buik was echt blauw.’’ Ze werd even bleek toen ze eraan dacht.
Ik knikte. ‘’Ja, dat klopt. En het doet nog steeds veel pijn.’’
‘’Dat heeft Mark gedaan, toch?’’ vroeg Elise voorzichtig.
Ik zweeg even. De beelden van Mark kwamen weer terug in mijn hoofd. Hoe hij naar mij grijnsde. Hoe hij mij sloeg. Dat maakte me weer bang.
Mandy zei: ‘’Meiden, nu niet dit soort vragen, alsjeblieft.’’
‘’Sorry,’’ piepte Elise geschrokken.
Ik keek rond. ‘’Ik heb tijd nodig. Die beelden spoken continu door mijn hoofd. Dat is echt niet fijn. Sorry.’’
‘’Daarvoor moet je geen sorry zeggen,’’ zei Anna. ‘’Dat begrijpen we het heel goed.’’
‘’Dank jullie wel. Ik heb jullie gemist. Ik heb de afgelopen dagen bijna de hele tijd aan jullie gedacht.’’
‘’Wij hebben jou ook gemist,’’ fluisterde Kelly. ‘’Zonder jou is onze vriendengroep niet compleet.’’ Iedereen knikte bevestigend.
Ik keek Elise aan. ‘’Hoe gaat het met Bram? Heeft hij nieuws?’’
‘’Bram ligt nog te slapen. Hij heeft drie dagen nauwelijks geslapen. Vanmiddag gaat hij terug naar het bureau. Hij heeft gezegd dat vanmiddag de rechercheur even langskomt. Hij wil je wat vragen stellen. Als het kan, natuurlijk.’’
Ik knikte. ‘’Graag. Maar dan wil ik dat hij alleen naar hier komt. Niet met zijn partner. Want ik denk dat de politie hier ook achter zit.’’
Iedereen keek me verbaasd aan.
Mandy zei: ‘’De politie denkt ook dat een van de agenten hierbij betrokken is.’’
Ik keek verrast. De meiden legden me uit wat er allemaal gebeurd was. Op mijn beurt vertelde ik wat ik gehoord had toen Edwin zich per ongeluk versprak.
Na een korte stilte vroeg Lotte: “Hoe pakken we dit aan. We kunnen de politie niet vertrouwen. Maar we kunnen die schoften niet zelf opsporen en oppakken.’’
Ik zei: ‘’ik wil alleen ondervraagd worden door een ervaren rechercheur die al heel lang in dienst zit. Een agent die al 20 jaar in dienst is, bijvoorbeeld.’’
Elise knikte en pakte haar telefoon. ‘’Even Bram bellen. Hopelijk vermoordt hij mij niet omdat ik hem wakker bel.’’ De meiden giechelden.
Het duurde even maar Bram nam uiteindelijk toch op. We hoorden hem lang kreunen. ‘’Verdomme, ik lag zo lekker te slapen!’’
Elise lachte zachtjes. ‘’Sorry Bram. Ik ben hier bij Danny.’’
‘’Ah, hoe gaat het met hem?’’
‘’Het gaat goed met hem. Maar we willen je even vragen. Weet je welke rechercheur vanmiddag naar hier komt?’’
‘’Ja, rechercheur van Ginkel.’’
‘’Is hij betrouwbaar?’’
Het werd even stil. Hij antwoordde: ‘’Ja, dat is hij zeker. Ik ken hem niet persoonlijk. Maar hij is de meeste ervaren rechercheur op het bureau. Hij werkt volgens mij al meer dan dertig jaar. Hij is de bekendste in het bureau. Hij krijgt voornamelijk de grootste en belangrijkste zaken.’’
Elise gaf dit door aan mij en ik knikte tevreden. ‘’Dat klinkt goed.’’
Elise zei: ‘’Bram, heeft de rechercheur van Ginkel een partner?’’
Hij antwoordde: ‘’Natuurlijk heeft hij dat. Hoezo?’’
Elise legde hem snel uit wat ik wilde. Hij humde. ‘’Ja, ik snap Danny wel dat hij de politie niet zo vertrouwt. Maar rechercheur van Ginkel is te vertrouwen. Dat denk ik toch. Ik ken hem niet persoonlijk. Wat ik wel weet, is dat hij goed is met zijn werk. Maar als Danny alleen met hem wil spreken, dan moet hij dat slim aanpakken. De rechercheur neemt ongetwijfeld zijn partner mee. Is Kelly daar ook trouwens?’’
‘’Ja, Kelly zit naast mij,’’ zei Elise.
‘’Oké, Kelly. Luister. Als de politie komt, zeg dan tegen ze dat Danny niet te veel bezoek tegelijk kan ontvangen. Dan zal de partner van van Ginkel wel in de wachtkamer blijven. Anders is het een beetje verdacht als Danny hem alleen wil spreken.’’
Kelly knikte begrijpend. ‘’Zal ik doen.’’
‘’`Vind je dat een goed idee, Danny?’’ vroeg Elise.
Ik knikte. ‘’Hoe minder de politie hierbij betrokken is, hoe beter. Je weet maar nooit. Ik denk dat ik van Ginkel wel kan vertrouwen.’’
‘’Oké, dank je wel, Brammetje van me. Ga maar lekker slapen.’’
Hij gromde: ‘’Te laat. Ik ben al opgestaan. Ik ga straks naar mijn werk. Want die schoften zijn nog altijd voortvluchtig.’’
‘’Maar je komt vanavond wel thuis toch?’’
‘’Jaja, zeker. Ik zie je vanavond. Dag schatje. Kusje op je mooie witte neus.’’
Elise giechelde. ‘’Gekkie. Kusje terug.’’
Anna en Lotte stonden op. Lotte keek Mandy aan. ‘’We gaan de winkel terug openen vandaag. We kunnen die niet langer dicht houden. We hebben geld nodig. Anna en ik gaan vandaag werken. Hier kunnen we toch niet veel doen.” Ze keken me vragend aan. Ik glimlachte. ‘’Ja is goed, meiden. Anders ben ik mijn baan kwijt.’’
Mandy zei: ‘’Ik kom er zo snel mogelijk aan, Lotte.’’
‘’Nee Mandy. Blijf bij Danny tot hij beter is. Anna en ik redden ons wel.’’
Ze namen afscheid. Kelly haar pauze zat er ook op. Nu zaten Elise en Mandy nog bij me.
Elise pakte mijn hand en kuste die. Mandy en ik keken haar glimlachend aan. ‘’Wat ben ik zo blij dat je terug bent,’’ zuchtte Elise. ‘’Ik zou ook niet zonder jou kunnen leven.’’ Ik keek haar strak aan. ‘’Ik ook niet zonder jou, gekkie van me.’’ Ik zag dat Elise tegen haar tranen vocht.
‘’Gaat het?’’ fluisterde Mandy lief.
‘’Ja, niets aan de hand. Ik ben gewoon…’’ Ze barstte ineens in huilen uit. Mandy stond op, liep het bed om en trok haar overeind. Ze omhelsden elkaar stevig. Ik keek hun aan. Mandy keek lief terug. Na een tijdje was Elise uitgehuild. ‘’O god, wat ben ik toch een emotioneel wrak.’’ Ik grinnikte hardop.
‘’Sorry,’’ zei ze.
‘’Héë, malle meid toch. Krijg ik geen knuffel van je?’’ Ze liet zich half neervallen op me. Ik sloeg mijn armen over haar heen en trok haar stevig tegen me aan. Ik stak één hand omhoog. Mandy pakte mijn hand en keek me lief aan. Met haar andere hand aaide Mandy troostend de rug van Elise.
Elise ging weer op de kruk zitten en veegde haar tranen droog. Ze lachte zachtjes. ‘’Ik ben weer lekker bezig.’’
‘’Ja hé. Lekker bezig ben je,’’ lachte ik.
Ze keek me aan. ‘’Ik ben gewoon blij dat je terug bent.’’
‘’Dat weet ik, Elise. Ik ben ook blij om jullie weer te zien. Jullie zijn als familie voor me.’’
Even later vertrok Elise ook naar haar werk.
Mandy pakte mijn hand. ‘’Wat een heerlijke meid is ze toch.’’
Ik knikte. ‘’Zeker weten. Net als de rest. Maar zijn er nog meer mensen in de wachtkamer?’’
‘’Mijn ouders en mijn broer nog.’’
Ik zuchtte. ‘’Laat ze maar snel komen. Ik wil zo gaan slapen.’’
Rick, Els en Max bleven gelukkig maar heel eventjes en waren snel weer vertrokken.
‘’Ik ga een dutje doen, Mandy. Wat ga jij doen?’’
‘’Ik blijf hier,’’ zei ze beslist.
‘’Wil je naast mij liggen?’’
Er verscheen een ondeugend lachje op haar gezicht. ‘’Daar hoopte ik al op.’’ Grinnikend maakte ik wat plaats vrij voor haar. Ze deed haar schoenen uit en kroop heel voorzichtig het bed op. Ze wilde haar arm over me slaan maar deed dat uiteindelijk niet, bang om mijn buik aan te raken. Ik trok haar stevig tegen me aan. Ik voelde een beetje pijn in mijn buik maar het was het waard.
Mandy kreunde. ‘’Dit heb ik gemist.’’
Ik beaamde. ‘’Kun je vertellen wat jullie allemaal gedaan hebben de voorbije dagen?’’
Mandy vertelde me dat de meiden een affiche actie gedaan hadden. Zelf had ze zich vooral beziggehouden met de pers. Ze wilde dat de ontvoering groot nieuws werd in Nederland. Ze vertelde beschaamd dat ze verder eigenlijk niet veel gedaan had. Dat ze alleen maar had zitten janken op de bank tezamen met onze moeders. Ze vertelde ook dat ze het filmpje gezien had en dat ze dat vreselijk vond. Ze zei ook dat Arjan en Alicia het geld overgemaakt hadden.
Ik glimlachte. ‘’Ik wist dat Arjan en Alicia dat zouden doen. En ik heb jou gezien op het nieuws.’’
Mandy keek op.
‘’Mark liet het me zien op zijn laptop.’’
Ze bleef me lang aankijken maar zei niets.
‘’Mandy, ik ga je een vraag stellen en ik wil dat je er eerlijk antwoord op geeft. Goed?’’
Ze ging een beetje overeind zitten en knikte naar me.
‘’Voel je je schuldig?’’
Ik zag dat ze moeizaam slikte en dat haar ogen langzaam nat werden. Ze liet zich vallen op het bed en barstte in huilen uit. Ik greep haar beet. ‘’Het is dus ja?’’
‘’Ja, ik voel me er verdomme heel erg schuldig over. Het is gewoon allemaal mijn schuld.’’
‘’Je weet wat ik hierop ga zeggen?’’ zei ik zacht.
‘’Ja, dat ik me hierover niet schuldig mag voelen en dat het allemaal niet mijn schuld is,’’ zei ze tussen snikken door.
Ik glimlachte.
‘’Maar ik kan het niet, Danny. Ik kan het verdomme niet. Ik heb er gewoon een puinhoop van gemaakt.’’ Ze begon harder te snikken. Ik liet ze even uithuilen. Toen het stil was, tilde ik haar hoofd omhoog. Onze hoofden lagen vlak naast elkaar op een groot kussen. ‘’Ik hou van je, Mandy.’’
Er verscheen een klein lief glimlachje op het mooie gezicht van Mandy.
‘’O Danny, ik ook zoveel van jou. Ik beloof je dat vanaf nu alleen maar leuke dingen komen. Geen ellende meer. Het is gewoon afgelopen. Daar ga ik ervoor zorgen. Dat beloof ik je!’’ In haar blik zag ik vastberadenheid.
Ik gniffelde. ‘’Dat kan je niet beloven, schoonheid. We weten niet wat er allemaal kan gebeuren in de toekomst.’’
‘’Jawel, daar ga ik voor zorgen!’’
Ik keek haar lang aan. Ze was zo overtuigd van zichzelf. Wat een heerlijk meid was ze. Ik had haar echt gemist.
Ze vroeg: ‘’Zullen we even wat slapen? Ik ben zelf ook doodop.’’
‘’Alleen als ik eerst een zoen krijgt van mijn stronteigenwijze meisje.’’
Ze gaf me een zachte tik op mijn arm. ‘’Ettertje van me.’’ Ze gaf me een intieme zoen. We keken elkaar heel lang aan. Onze ogen schitterden van verliefdheid. Langzaam maar zeker vielen onze ogen dicht.
Rond half één werd ik wakker en zag meteen een stralende Kelly naast het bed staan. ‘’Héé, mijn heldin.’’
Mandy werd ook wakker en kreunde zacht.
‘’Wat liggen jullie er zo lief bij,’’ lachte Kelly. ‘’Ik ben hier met de lunch. Ook voor Mandy.’’ Mandy ging rechtop zitten. Het dienblad ging op onze schoot. ‘’Dank je wel, Kelly. Dat is lief.’’
Kelly werd serieus. ‘’Om half twee komt de rechercheur met zijn partner. Dat heeft Bram mij geappt. Ik zal ze opvangen en laat alleen de rechercheur binnen, zoals afgesproken. Goed?’’
Ik knikte instemmend. Ze verdween. Samen met Mandy aten we de lunch op. Ze keek me aan. ‘’Denk je echt dat de politie hierachter zit?’’
‘’Ik weet het niet. Ik kan het ook verkeerd gehoord hebben toen Edwin zich versprak. Maar omwille van het feit dat de politie ook denkt dat een van de agenten betrokken is, denk ik toch dat het inderdaad zo is. Daarom wil ik maar door één politieagent ondervraagd wordt.’’
Ze knikte begrijpend.
Exact om half twee kwam Kelly met een agent binnen. Een man van ruim over de vijftig schatte ik. Hij stak zijn hand uit. ‘’Ik ben rechercheur van Ginkel. Ik wil u graag wat vragen stellen in verband met uw ontvoering. Bent u in staat om mijn vragen te beantwoorden?’’ De man praatte langzaam voor mij.
‘’Ja, ik ben in staat om uw vragen te beantwoorden. Maar ik wil u eerst zelf wat vragen.’’
De man knikte. ‘’Dat kan u.’’
‘’Bent u hier met uw partner?’’
Hij trok zijn wenkbrauw omhoog. ‘’Ja, dat klopt. Hij wacht in de wachtkamer. Hoezo? Als ik dat mag vragen.’’
‘’Vertrouwt u uw partner?’’
De man knipperde met zijn ogen. Dit was hij niet gewend. ‘’Natuurlijk vertrouw ik hem. Ook al is hij niet mijn vaste partner. Mijn vaste partner ligt ziek thuis.’’
Ineens veranderde de blik in de ogen van de rechercheur. Hij staarde voor zich uit alsof hij diep aan het nadenken was.
Mandy, Kelly en ik keken elkaar even aan. ‘’Meneer de rechercheur?’’
De man schudde met zijn hoofd. ‘’Mijn excuses. Maar ik bedacht me ineens iets. Kunnen jullie mij een moment geven, alstublieft?’’
‘’Natuurlijk, geen probleem,’’ antwoordde ik.
De man ging voor het grote raam staan en wreef over zijn kin. Hij dacht diep na. Een vijftal minuten later draaide hij zich weer om. Hij keek ons serieus aan. “Wat ik jullie ga vertellen, mag ik eigenlijk niet vertellen. Maar kunnen jullie je mond dicht houden?’’ Iedereen knikte bevestigend.
De rechercheur keek Kelly vertwijfelend aan.
‘’Meneer, die verpleegster is mijn beste vriendin. Dus u kunt haar vertrouwen,’’ zei ik.
De man knikte. ‘’Oké, het zit zo: op het bureau hangt er een gespannen sfeer. Want we verdenken namelijk een van de onze agenten. Alleen weten wij niet wie. De chef heeft mij opdracht gegeven om uit te vinden wie de mol is.’’ De man keek me aan. ‘’Na uw vraag, bedacht ik me ineens iets. Mijn partner de heer Hendriksen, die nu in de wachtkamer zit, is niet mijn vaste partner. Hij vervangt tijdelijk mijn vaste partner die al vijf dagen ziek thuis zit. Ik vond het wel vreemd, want die is namelijk bijna nooit ziek. Maar goed, iedereen wordt wel eens een keer ziek. Maar na uw vraag bedacht ik me ineens dat het misschien geen toeval was. Als ik me goed kan herinneren, heeft de heer Hendriksen vorige week ons koffie gegeven. Dat doet hij wel vaker. Maar de dag erna meldde mijn partner ziek af. Een dag later werd u ontvoerd, Danny. Van de chef kreeg ik deze zaak. Maar ik had een partner nodig. De heer Hendriksen bood zich vrijwillig aan als vervanger. De afgelopen dagen was hij echt de hele tijd bij mij. Hij wilde overal bij zijn en hij wilde ook alles weten. Elke keer ik dacht dat ik iets gevonden had, liep het spoor uiteindelijk toch dood. Dit kan geen toeval zijn.’’
Ik keek de man aan. ‘’Dus, u verdenkt de heer Hendriksen?’’
De rechercheur wreef over zijn voorhoofd. ‘’Ik denk het. Ik weet niet… Stel dat hij het inderdaad is… dat kan ik niet geloven. Ongelooflijk… Hij werkt al ruim tien jaar bij ons. Ik snap er niets van. Maar ik denk toch dat hij het misschien kan zijn. Of het moet allemaal wel heel toevallig zijn. Waarom is me dat niet eerder opgevallen?’’
De rechercheur dacht diep na. ‘’Ik moet hem stiekem natrekken. Ik kan dat alleen onmogelijk stiekem doen want hij is altijd bij mij. Thuis kan ik dat niet doen, daar heb ik geen programma’s voor.’’
Kelly zei: ‘’Ik kan wel mijn vriend vragen of hij dat wil doen voor je.’’
‘’Is uw vriend ook agent?’’
Ze aarzelde. ‘’Nee, ik euhh… Mijn vriend heeft vrienden die goed overweg kunnen met computers, zeg maar.’’
‘’Hackers?’’
Ze werd rood en zweeg.
De man knikte. ‘’Oké, dan heb ik uw vriend nodig. Ik beloof u dat ik hierover niets zal zeggen tegen de politie. Het is eigenlijk tegen de wet, maar ik moet de heer Hendriksen toch proberen ontmaskeren. De chef heeft mij volledige vrijheid gegeven. Dus kun je hem even bellen, alstublieft?’’
Kelly belde Nick op en vroeg hem of ze bereid waren om de rechercheur te helpen. Dat wilden ze wel, op een voorwaarde, dat ze anoniem konden blijven. Dat was geen probleem.
De rechercheur dacht opnieuw na. Af en toe schudde hij zijn hoofd alsof hij geen oplossingen kon vinden.
‘’Lukt het?’’ vroeg ik aan hem.
“Ik ben aan het nadenken. Ik heb iemand nodig om de heer Hendriksen te schaduwen. Maar ik kan niet snel een geschikte kandidaat vinden. Op het bureau kan ik niemand vertrouwen behalve mijn vaste partner. Maar die ligt ziek thuis.’’
Mandy zei: ‘’Bram van Halst?’’
De rechercheur keek haar aan. ‘’Die jonge man? Ik ken hem niet persoonlijk. Is hij betrouwbaar?’’
Ik antwoordde: ‘’Hij is onze vriend.’’ Mandy toonde hem een foto op haar telefoon waarop de complete vriendengroep op stond. De rechercheur knikte langzaam. ‘’Oké, kun je hem misschien bellen?’’
Mandy belde Bram meteen op.
‘’Bram,’’ klonk het.
‘’Hier Mandy. Is de kust veilig?’’
‘’Moment.’’
Een ogenblik stilte.
‘’Ja, ik ben buiten. Vertel?’’
De rechercheur zei: ‘’Hallo, Ik ben rechercheur van Ginkel. Weet je wie ik ben?’’
Het werd heel even stil. ‘’Ja, ik weet wie u bent,’’ klonk het verrast.
‘’Ik heb je hulp nodig. Kun je iets voor mij doen? Dit kan heel belangrijk zijn voor de zaak van de ontvoering van de heer de Brands.’’
‘’Ik doe alles om mijn vriend te helpen, dus wat kan ik voor u doen?’’
‘’Luister, het moet allemaal geheim blijven. Kan dat?’’
‘’Ja, dat kan zeker.’’
‘’Oké, ik verdenk iemand die misschien betrokken is bij de ontvoering van Danny. Het is de heer Hendriksen.’’
Het werd weer even stil. ‘’Meen je dat nou? Kevin?’’ reageerde Bram geschokt.
‘’Ik weet het niet zeker. Ik leg je een andere keer mijn theorie wel uit. Maar ik heb je hulp nodig. Kan ik je vertrouwen?’’
‘’Ik doe alles om die schoften te pakken. Dus u kunt mij vertrouwen.’’
De rechercheur knikte langzaam. ‘’Oké, ik wil dat u Kevin schaduwt. Om zes uur gaan we naar huis. Ik wil dat je hem volgt. Maar zorg dat je niet gesnapt wordt. Hou voldoende afstand. Hou hem in de gaten. Kijken waar hij heen gaat. Ik zal je straks een bericht sturen met zijn adres en de nummerplaat van zijn auto. Kun je dat voor mij doen?’’
‘’Ja, natuurlijk,’’ antwoordde Bram.
‘’Uitstekend, heb je misschien een andere auto? Misschien kent de heer Hendriksen jouw auto. Dat risico willen we niet nemen. En draag normale kleding.’’
‘’Mijn vriendin heeft een kleine auto. Die kan ik ophalen.’’
‘’Uitstekend. Zorg dat je om zes uur klaar staat in de buurt van het bureau. Ik ga je straks appen. Dan heb je mijn nummer. Bel mij meteen als je iets verdachts opmerkt. Ik wil graag dat je hem de hele nacht in de gaten houdt. Kan je dat doen?’’
‘’Ja, dat gaat me wel lukken. Ik zie je bericht wel verschijnen. Ik zorg ervoor dat ik om zes uur klaar sta.’’
‘’Uitstekend. Dank je wel! En succes.’’ Hij verbrak de verbinding.
‘’Zo, dat is weer geregeld.’’ Hij keek me aan. ‘’Heeft u iets wat ik kan gebruiken als smoes voor mijn partner? Ik kan natuurlijk niet met lege handen terugkomen.’’
Ik dacht na. ‘’Pff, ik weet het niet. Volgens mij hadden Mark en Edwin iets over Rotterdam. Maar ik weet niet zeker.’’
‘’Uitstekend! Meer heb ik niet nodig!’’
Hij stond op en gaf mij een hand. ‘’Fijn dat u in orde bent.’’
Ik glimlachte. ‘’Dank u wel. Maar als u de daders vindt, pak hen alsjeblieft hard aan.’
Er verscheen een grijns op het gezicht van de rechercheur. ‘’Beloofd.’’
‘’Meneer, weet u wie van wie de anonieme tip was?’’
‘’Nee, dat weten we niet. Het was een kort telefoontje. De tipgever noemde alleen de plaats en hing vervolgens meteen op.’’
‘’Waar was ik?’’
‘’In het bos in Doorn, in een klein houten huisje.’’
Ik humde kort. ‘’Heeft u echt geen enig idee wie het was?’’
De man schudde zijn hoofd. ‘’Nee, geen enkel idee. Misschien een boswandelaar die anoniem wilde blijven voor zijn eigen veiligheid.’’
Kelly liet de rechercheur uit. Mandy en ik keken elkaar gespannen aan. Ze zei: ‘’Ik vind het toch vreemd. Waarom heeft hij alleen gebeld? Waarom heeft hij je niet bevrijd?’’
Ik zweeg en dacht diep na.
———
Bram zat in de auto op weg naar Maarssen. Hij parkeerde de auto voor het kapsalon. Hij liep binnen en zocht Elise op. Hij was nog gekleed in zijn politie-uniform. Elise was bezig met een klant.
‘’Elise?’’
Ze keek verbaasd op. ‘’Wat doe je hier?’’
‘’Ik moet je even spreken. Het is heel belangrijk.’’
Elise keek de klant aan. ‘’Heeft u een momentje, mevrouw?’’ De vrouw knikte en pakte een tijdschrift.
Toen ze eenmaal buiten waren, vroeg Elise meteen: ‘’is er iets met Danny?’’
‘’Nee liefje.’’ Hij legde haar uit wat het plan was.
‘’Oké,’’ zei ze aarzelend. ‘’Ik pak mijn autosleutel even. Maar doe alsjeblieft voorzichtig, Bram.’’
‘’Héé lieverd. Ik blijf uit zijn buurt. Ik hou hem alleen maar in de gaten. Ik zorg ervoor dat hij mij niet ziet.’’ Elise knikte langzaam. Ze haalde haar autosleutel op en gaf die aan Bram. Ze omhelsde hem en gaf hem een zoen. ‘’Doe voorzichtig en pak die schoften.’’
Eenmaal thuis, kleedde Bram zich om. In de keuken vulde hij een thermoskan met koffie. Het kon misschien een lange nacht worden. Hij nam zijn laptop en de verrekijker die hij gekregen had van zijn vader, mee. Het was een speciale verrekijker waarmee je ook foto’s kon maken. Bram was erg trots op dit cadeau van zijn vader. Zijn vader was ooit rechercheur geweest. Helaas was hij omgekomen bij een schietincident.
Om half zes vertrok hij naar het bureau. Hij parkeerde de auto langs de kant van de weg, twee straten verder van het bureau. Van hieruit had hij perfect zicht op de parkeerplaats. Hij pakte de verrekijker en zocht naar een zilveren Volvo. Hij had inmiddels het bericht ontvangen van rechercheur van Ginkel. Al snel zag hij een zilveren Volvo staan. Hij zoomde in op de nummerplaat en controleerde die. Het klopte. Nu moest hij alleen maar wachten. Hij leunde achterover en dacht even na. Hij vond deze opdracht best spannend. Eindelijk weer wat actie. Wat anders dan achter zijn bureau te zitten met papierwerk. Mijn vader zou trots op mij zijn, dacht hij. Hij schudde de gedachten snel weg. Hij moest alert blijven.
Iets na zes uur zag Bram Kevin, agent Hendriksen, lopen. Kevin stapte in zijn auto en reed de parkeerplaats af. Bram startte zijn auto en wachtte tot Kevin hem voorbijreed. Op ruime afstand volgde hij de zilveren Volvo. Volgens de GPS reed hij richting zijn appartement. Bram zijn hart klopte in zijn keel. Hij vond dit spannend. De Volvo sloeg links af. Even later sloeg hij ook linksaf en zag Kevins auto nog net rechtsaf slaan. De auto verdween uit beeld. Bram vloekte. Hij was hem bijna kwijt. Hij gaf vol gas en sloeg ook rechtsaf. Opgelucht haalde hij adem toen hij zag dat de auto voor een rood stoplicht stilstond.
Een paar kilometer verder en een kwartiertje later zette Bram zijn auto aan de kant. Hij pakte de verrekijker en zocht naar Kevin. Kevin had zojuist zijn auto geparkeerd en liep naar de ingang van een appartementencomplex. Bram bekeek het gebouw grondig. Het was een groot gebouw met vier verdiepingen. Hij had alleen het huisnummer gekregen van de rechercheur. Daardoor wist hij niet welke verdieping Kevin woonde. Bram vloekte zachtjes. Moest hij naar binnen gaan om te kijken? Nee, dat vond hij te link. Hij dacht diep na. Toen kreeg hij een idee. Hij belde Nick op. ‘’Hey Nick. Kun je iets voor mij doen?’’ Hij vertelde kort wat hij aan het doen was. ‘’Kun je je vrienden even vragen of ze kunnen opzoeken welke verdieping Kevin woont. Kunnen ze dat?’’
Nick grinnikte. ‘’Of ze dat kunnen? Natuurlijk kunnen ze dat. Ik geef het ze even door.’’
Bram pakte de verrekijker en keek opnieuw zorgvuldig naar het gebouw.
‘’Bram? Ze hebben de blauwdruk gevonden van het gebouw. Als het goed is, woont hij op de derde verdieping. Op elke verdieping zijn er drie woningen. Volgens het huisnummer moet de woning van Kevin Hendriksen zich helemaal aan de rechterkant van het gebouw bevinden, als je met je gezicht in de richting van de hoofdingang aan de voorkant staat.’’
Terwijl Nick sprak, keek Bram met zijn verrekijker. Hij zag drie balkons op de derde verdieping. De verrekijker ging naar rechts. Hij zoomde in op een raam. Alle gordijnen waren dicht. Beetje gek, vond hij. Er was geen zon en buiten was het nog licht. Dit moet het zijn, dacht Bram.
‘’Dank je wel, Nick. Ik heb hem gevonden.’’
‘’Succes maat. Doe voorzichtig, man.’’
De uren verstreken. Het werd langzaam donker. Gelukkig voor Bram brandden alle buitenlampen op elk balkon. Hij hield de hele derde verdieping voor de zekerheid in de gaten. Maar tot nu was er niemand op het balkon verschenen. Hij had een broodje meegenomen en was dat aan het eten. Ineens zag hij iets bewegen. Hij griste de verrekijker en keek met ingehouden adem. Er verscheen een persoon op het middelste balkon van de derde verdieping. Bram zoomde maximaal in om het gezicht van de persoon te bekijken. Het gezicht werd half verlicht door de buitenlamp. Het was een man. Een onbekende man. De middelste woning hoefde hij niet in de gaten te houden. Hij leunde achterover en zuchtte. Hij verveelde zich.
De hele nacht gebeurde er niets. De eerste zonnestralen braken aan. Het werd langzaam steeds lichter. Bram nam voor de zoveelste keer een kopje koffie want hij zat te knikkebollen. Hij pakte de verrekijker en keek voor de duizendste keer naar het balkon. Hij zag een man op het balkon staan. Bram zuchtte en legde de verrekijker weg. Hij nam een slokje koffie. Ineens vlogen zijn ogen wijd open. Wacht even! Hij griste de verrekijker weer vast en zoomde meteen maximaal in. Hij zag de zijkant van het hoofd van de persoon. ‘’Draai je om,’’ mompelde hij opgewonden. ‘’Kom op.’’ Op dat moment draaide de persoon zich om en Brams adem stokte. Meteen drukte hij op een knopje om een foto te maken. Opgewonden pakte hij snel zijn laptop. De verrekijker was verbonden met de laptop via bluetooth. Daardoor kon hij meteen de foto bekijken op zijn laptop. De foto verscheen op het beeldscherm. Bram ademde zwaar toen hij de persoon op de foto zag. Het was Mark met een sigaret in de mond. ‘’Die schoft,’’ gromde Bram. Hij pakte snel zijn telefoon en belde de rechercheur op.
‘’Van Ginkel,’’ klonk het slaperig.
‘’Van halst hier! Ik stuur je een foto. Die moet je zien!’’ Hij stuurde een foto naar de rechercheur.
Even later hoorde hij de rechercheur grommen.
‘’Verdomme Bram! Dat is Mark! Is hij in het appartement van Kevin Hendriksen?’’
‘’Ja, hij staat nu op het balkon te roken.’’
‘’Die sukkel! Ik regel meteen een inval-team. Blijf daar en hou me op de hoogte als de situatie verandert!’’
Met trillende handen keek Bram met de verrekijker naar het balkon en de ingang. Het balkon was opnieuw leeg. Hij keek naar de klok. Het was net half zes in de ochtend. Ineens zag hij via de zijspiegel van zijn auto een aantal busjes komen aanrijden. Het inval-team was er. Ze parkeerden achter zijn auto. Hij zag zwaarbewapende agenten uitstappen. Er werd geklopt op het passagiersraam van Brams auto. Hij schrok zich een hoedje en rolde het raam naar beneden. Het was rechercheur van Ginkel. ‘’We gaan zo meteen naar binnen. Blijf hier.’’ Bram knikte opgewonden. Van Ginkel gebaarde de mannen dat ze naar binnen moesten gaan. Ze deden allemaal stilletjes. Ze wilden hen goed verrassen, besefte Bram. Met de verrekijker zag hij de mannen naar binnen sluipen. Zijn hart ging tekeer van opwinding. ‘’Pak die schoften!’’
De komende minuten leken eeuwig te duren. Hij richtte met zijn verrekijker naar de ramen. Hij zag de gordijnen bewegen. En toen was alles stil. Opgewonden keek hij naar de ingang. Even gebeurde er niets. Dan zag hij eindelijk de agenten naar buiten lopen. Eerst een tiental mannen in het zwart en dan zag Bram drie mensen in burgerkleding met hun handen op de rug. Hij keek met de verrekijker en bekeek de gezichten: Mark, Edwin en Kevin.
‘’Yés!’’ brulde hij blij. Hij zag rechercheur van Ginkel naar hem toe lopen. Bram stapte uit de auto en keek hem aan. Van Ginkel glimlachte zijn tanden bloot. ‘’We hebben ze te pakken!’’
‘’Goed werk!’’ reageerde Bram blij.
‘’Nee, jij hebt fantastisch werk gedaan. De foto was geweldig. Hoe kan je zo’n goede foto maken op zo’n grote afstand?’’
Bram grijnsde en haalde zijn verrekijker uit de auto. De rechercheur bekeek het voorwerp. ‘’Indrukwekkend.’’
Hij knikte trots. ‘’Gekregen van mijn vader. Hij was ook agent.’’
De man keek hem strak aan. ‘’Jouw achternaam ken ik ergens van. Was je vader toevallig Dirk van Halst?’’
Bram keek verrast. ‘’Ja, dat was mijn vader.’’
De man glimlachte. ‘’Ja, ik heb ooit met hem samengewerkt. Hij was een goed rechercheur. Een goed man.’’
Hij knikte langzaam en dacht aan zijn vader. Hij miste hem enorm.
De rechercheur klopte op Brams schouder. ‘’Goed werk. Ik zie je straks op het bureau. We hebben iets te vieren. Wil je je vrienden even inlichten met dit geweldige nieuws?’’
———
Tring tring.
Mandy kreunde en zocht haar telefoon in haar tas. ‘’Met Mandy,’’ zuchtte ze slaperig.
‘’Wát?’’ Ze ging overeind zitten.
‘’O, echt waar? Wat geweldig nieuws! O, wat ben ik blij dat ze opgepakt zijn. Ja, ik zal het aan Danny doorgeven. Dank je wel, Bram! Je bent geweldig.’’ Ze schudde me stevig door elkaar. Ik kreunde en opende langzaam mijn ogen. ‘’Ja?’’ gromde ik. Ik zag een heel blije Mandy. Ik pakte de CI uit Mandy’s handen en zette die op.
Ze zei met een stralende glimlach: ‘’Danny! Ze zijn opgepakt!’’
Ik knipperde met mijn ogen en schudde mijn hoofd om goed wakker te worden. ‘’Hoorde ik het goed, Mandy?’’
Ze lachte opgewekt. ‘’Je hebt het goed gehoord, lieverd. De klootzakken zijn opgepakt.’’
‘’O, godzijdank!’’ riep ik opgelucht uit. Ik greep Mandy en knuffelde haar stevig.
‘’Auw!’’
Ze liet me geschrokken los. Ik lachte zachtjes. ‘’Iets te hard.’’
Ze ging weer liggen en legde haar hoofd naast het mijne op het kussen. We keken elkaar gelukkig aan. Mandy gaf me een zachte kus. ‘’Danny, het is eindelijk afgelopen…’’
Ineens zag ik een hoofd in mijn blikbeeld verschijnen. Ik knipperde even en zag blonde haren. Ik glimlachte gelukkig. ‘’Kelly,’’ fluisterde ik. Een glimlach verscheen op het gezicht voor me. Ik voelde dat ze mijn hand stevig vastpakte.
‘’Kelly, ik heb je gemist,’’ mompelde ik zacht.
Heel voorzichtig zette Kelly mijn CI op mijn oor.
‘’Kun je mij horen?’’ zei ze zacht.
‘’Nee, ik hoor je niet.’’
Ze lachte zachtjes. ‘’O, Danny, wat heb ik je zo gemist!’’
Ik hief mijn armen omhoog. Ze boog voorover en knuffelde me uiterste voorzichtig. Maar ik trok haar stevig tegen me aan. Ik begroef mijn hoofd in haar blonde haren. Wat had ik dit gemist.
We verbraken de knuffel en Kelly ging op een kruk naast mijn bed zitten. “Hoe voel je, Danny?’’ Ze hield mijn hand nog altijd vast.
Ik knikte. ‘’Het gaat wel. Maar mag ik alsjeblieft wat water?’’
Ze gaf me een glas water. Ik nam een flinke slok en zuchtte opgelucht.
Ze keek me aan. ‘’O, Danny toch. Wat een toestand zeg.’’
‘’Zeg dat wel.’’
Ons gesprek viel even stil. De beelden van de hemel spookten door mijn hoofd.
‘’Kelly, ben ik even dood geweest?’’
Ze zweeg een aantal seconden en knikte toen. ‘’Ja, je hart stond bijna zes minuten stil.’’
Ik slikte moeizaam.
‘’Danny,’’ begon ze voorzichtig. ‘’Ik heb je leven gered.’’
Mijn rechteroog werd meteen groot. ‘’Wat? Vertel!’’
‘’Het is een lang verhaal. Ik kan het je straks wel vertellen.’’
Ik kneep in haar hand. ‘’Kelly, ik voel me prima. Alleen wat stijfjes. Maar kom op. Vertel het me!’’
Ze ging rechtop zitten en begon het hele verhaal te vertellen. Ik luisterde aandachtig. Toen ze klaar was, keek ze me aan. Ik glimlachte breed. ‘’Mijn blond krengetje heeft mijn leven gered. Mijn heldin!’’
Kelly lachte zachtjes. ‘’O, Danny wat ben ik blij dat je terug bent.’’
Ik hief mijn armen omhoog. ‘’Kom hier. Ik wil je bedanken.’’ We knuffelden lang. Ik fluisterde in haar oor: ‘’Kelly, dank je wel voor redden van mijn leven.’’ Ze kuste mijn hand en keek me lief aan. ‘’Graag gedaan.’’
Mijn maag begon zich opeens onaangenaam samen te trekken.
Ze merkte het meteen. ‘’Gaat het?’’
‘’Ja, het gaat. Ik ben alleen een beetje misselijk.’’
‘’Zal ik iets halen voor je misselijkheid?’’
‘’Dat zou fijn zijn.’’
Kelly stond op en wilde weglopen. Maar ik had nog altijd haar hand stevig vast. Ze keek me vragend aan.
‘’Mandy,’’ fluisterde ik.
Ze glimlachte. ‘’Ze komt eraan. Ik heb haar al een berichtje gestuurd. Ze zal hier snel zijn.’’
Ik knikte dankbaar. ‘’Dank je wel.’’
———
Mandy probeerde in de badkamer haar gezicht op te maken, maar het lukte haar niet. Het frustreerde haar. Elise kwam de badkamer in. ‘’Lieverd toch. Ga maar op de rand van je bad zitten. Ik doe het wel.’’
Mandy ademde zwaar. Ze was al een tijdje onrustig.
Elise pakte Mandy’s handen vast. ‘’Haal even adem, lieverd.’’
Ze zoog lucht in en blies langzaam uit.
‘’Goed zo. Nog één keer.’’
Mandy voelde zich al wat meer ontspannen. Elise keek haar glimlachend aan en maakte intussen haar gezicht op. ‘’Malle meid toch, waarom wil je per se opgemaakt zijn? Straks ga je janken en dan is je make up weer niet goed.’’
Mandy haalde haar schouders op.
Elise zei niets. Ze begreep haar wel.
‘’Hoe gaat het met Bram?’’ vroeg Mandy plots.
‘’Hij ligt nog te snurken. Maar het gaat prima met hem. Hij was alleen doodmoe. Oh ja! Ik moest van hem een boodschap doorgeven aan jou. Hij zei dat je je niet schuldig moet voelen tegenover hem.’’
Mandy keek verlegen naar beneden. Elise nam haar kin vast met haar vingers en tilde haar hoofd op. ‘’Héé dame. Blijf recht voor je uit kijken anders kan ik je gezicht niet opmaken!’’
Mandy lachte zachtjes. ‘’Ik was best grof tegen hem.’’
‘’ Het is ok, lieverd. Laten we dit gewoon vergeten, goed?’’ Mandy knikte dankbaar. “Bram is een goede vent.’’
‘’Zeker weten. Mijn Brammetje!’’ Elise knipoogde.
Even later vertrokken de dames met de auto naar het ziekenhuis. Mandy zat gespannen achterin met Lotte en Elise.
Lotte leunde tegen Mandy aan en fluisterde: ‘’Nog even, dan kan je Danny eindelijk zien.’’
Mandy keek haar gelukkig aan. ‘’Ja, ik kan niet wachten. Alleen jammer dat Frank niet mag rijden.’’
Anna reed. Frank zat op de bijrijdersstoel. Hij draaide zich om en keek grijnzend naar Mandy. ‘’Sorry Mandy. Maar laat Anita dit niet horen!’’
Mandy knipoogde naar hem. De dames moesten giechelen.
In het ziekenhuis stond Kelly glimlachend te wachten. Mandy liep haastig naar haar toe. ‘’Hoe gaat het met hem?’’
‘’Heel goed. Hij wacht op je.’’ Kelly keek de groep aan. ‘’Niet iedereen kan tegelijk mee. Ik stel voor dat Mandy, Anita en Frank eerst gaan.’’
Anita legde haar hand op de arm van Mandy. ‘’Mandy, ga jij eerst even alleen. Ik weet hoeveel je betekent voor mijn zoon. Frank en ik komen wel binnen een kwartiertje.’’
Mandy keek haar verrast aan. Ze omhelsde Anita stevig. ‘’Dat is heel lief van je.’’
‘’Ga maar gauw, lieverd.’’
———
Pff, waarom duurde wachten altijd zo lang? Ik keek verlangend naar de deur. Mijn hart begon steeds sneller te kloppen. Ik wist dat Mandy elk moment kon komen. Een aantal keer dacht ik dat de deur open ging, maar telkens bleek het mijn verbeelding te zijn. Hoe zou het gaan met Mandy? Wat had ze allemaal moeten doorstaan de voorbije dagen? Was het voor haar ook een hel net als bij mij? Ik zuchtte diep. Ik moest proberen niet te veel na te denken. Gewoon rustig afwachten. Ik bleef naar de deur staren terwijl ik gespannen met mijn vingers speelde.
———
Mandy en Kelly liepen de gang op. Kelly voelde hoe zenuwachtig Mandy was. Ze liep ook een beetje gehaast. Het was duidelijk dat ze niet kon wachten tot ze Danny weer zag. Ze keek Kelly aan. ‘’Zie ik er goed uit?’’
Kelly glimlachte. ‘’Maak je daar geen zorgen om. Je ziet er goed uit. Hij wacht op je. Hij vroeg al waar je was.’’ Ze kwamen bij de deur. Mandy haalde diep adem. Kelly pakte haar hand. ‘’Kom, lieverd.’’
De deur ging open. Of was het weer mijn verbeelding? Ik knipperde met mijn ogen. Dit keer had ik het me niet verbeeld: de deur ging open. Mijn hart ging tekeer. Eerst kwam Kelly glimlachend binnen. Daarna volgde…. Mandy! Ze keek me aan met haar prachtige bruine ogen. Eerst keek ze eventjes geschokt, waarschijnlijk door mijn flink opgezwollen linkeroog. Dan begonnen haar ogen nat te worden. Ze had haar beide handen voor haar mond.
Ik reikte met mijn hand naar haar. ‘’Mandy,’’ fluisterde ik hees.
‘’O, lieverd,’’ zei Mandy snikkend terwijl ze naar me toe rende. Ze pakte mijn hand voorzichtig vast. Onze vingers waren verstrengeld. Ze boog voorover en omhelsde mij zeer voorzichtig. Ik trok haar stevig tegen me aan. Ik drukte mijn neus in haar haren en snoof krachtig. Wat had ik die heerlijke geur gemist. ‘’O, mijn Mandy. Wat heb ik je zo gemist,’’ kreunde ik.
De schouders van Mandy begon te schokken. Ik streelde haar rug en kuste haar haren. Zo bleven we minutenlang knuffelen. Dan hief Mandy haar hoofd op en keek me met haar betraande ogen aan. Haar make up was uitgelopen. ‘’Danny,’’ fluisterde ze gelukkig. Ik streelde haar wang zachtjes met mijn duim en veegde de tranen weg. Ze kuste me zacht. Haar heerlijke zachte lippen drukten tegen de mijne. Ik genoot intens. Het voelde warm en vertrouwd aan. Ze verbrak de kus, maar ik trok haar weer terug. We zoenden zachtjes maar vol passie.
Uiteindelijk ging Mandy op de kruk naast het bed zitten zonder dat ze mijn hand losliet. Ze keek me gelukkig en enigszins bezorgd aan. ‘’Hoe gaat het nu met je?’’
Ik glimlachte. ‘’Nu weer helemaal goed, want je bent hier bij mij. Ik heb je verschrikkelijk gemist.’’ Ze gaf een kus op mijn hand. ‘’O god, Danny, ik jou ook. Wat waren de voorbije dagen verschrikkelijk.’’ Ze veegde haar tranen weg en streelde heel voorzichtig mijn rode pols. ‘’Heb je pijn?’’
‘’Alleen mijn buik.’’
Mandy keek naar mijn linkeroog. ‘’En je oog?’’
‘’Dat gaat wel. Zolang ik ze niet aanraak, doet het geen pijn.’’
‘’Nee, ik bedoel je zicht. Zie je wel iets door je linkeroog?’’
‘’Ja, gelukkig is mijn oog zelf wel in orde.’’
Kelly kwam aan de andere kant van het bed zitten. ‘’De dokter komt zo dadelijk langs. Maar ik denk dat alles wel meevalt.’’
Ik knikte. ‘’Dank je wel, Kelly.’’
Mandy kneep mijn hand. ‘’Danny, wist je dat dat Kelly je leven gered had?’’
‘’Ja, dat weet ik, dat heeft ze mij net verteld,’’ zei ik. ‘’Mijn heldin.’’
Mandy en Kelly moesten lachen.
Het werd even stil. ‘’Zijn ze al opgepakt?’’ vroeg ik.
Mandy schudde nee. ‘’Nee, ze zijn nog niet gevonden.’’
Ik kreunde van teleurstelling. ‘’Hoe ben ik gevonden?’’
‘’Er was een anonieme tip,’’ antwoordde Mandy. ‘’Geen idee wie het was. Oh ja, de politie komt vanmiddag om jou wat vragen te stellen. Kun je dat?’’
Ik knikte. ‘’Hoe eerder, hoe beter. Die klootzakken moeten snel gevonden worden.’’ Ik gromde van woede. Mandy kneep zacht in mijn hand. Ik keek haar aan en zuchtte. ‘’Sorry.’’
Ze keek lief. ‘’Daarvoor hoef je geen sorry te zeggen.’’ Ze viel even stil. Ik zag haar nadenken. ‘’Danny…’’ begon ze aarzelend.
‘’Zeg het maar.’’
‘’Hoe was het daar?’’ Er zat angst in haar blik.
De beelden van de donkere kelder, de kettingen, het grijnzende gezicht en de vuist van Mark spookten door mijn hoofd. Ik kneep mijn ogen stijf dicht.
‘’Danny.’’
Ik opende opnieuw mijn ogen en keek recht in de bezorgde ogen van Mandy.
‘’Je hoeft het nu niet te vertellen. Ik snap het.’’
Ik zuchtte diep. ‘’Dank je wel.’’
Kelly ging mijn ouders halen. Van mij mocht Mandy niet weggaan. Anita was dolblij toen ze me zag. Er werd veel geknuffeld en handjes vastgehouden. We kletsten wat met elkaar. Even later kwam de arts. Die vertelde me dat ik geen botbreuken had behalve mijn neus. Mijn organen waren gelukkig in orde. Ik had er alleen een zwaar gekneusde buik en een opgezwollen oog aan overgehouden. Hij vertelde dat het enorm scheelde omdat ik een sportief lichaam had. Het had grotendeels de zware klappen kunnen opvangen. Maar de uitdroging was de grootste zorg. Als ik vijf minuten later gevonden was geweest, dan had ik het waarschijnlijk niet overleefd. Het had echt niet veel gescheeld. De arts vertelde ook dat ik morgen al naar huis kon gaan, mits alles goed ging met mij. Daar was ik erg blij mee, want ik haatte ziekenhuizen. En voor de rest moest ik vooral veel rusten.
De arts verdween. Mijn ouders gingen naar huis om wat slaap in te halen. Kelly moest andere patiënten verzorgen. Ik bleef alleen achter met Mandy.
Ik keek haar aan. Ze bleef me gelukkig aanstaren.
‘’Onze vrienden? Zijn ze hier ook?’’
Ze knikte. ‘’In de wachtkamer.’’
‘’Ik wil ze zien.’’
Ze stond op. ‘’Ik ga ze halen.’’ Ze wilde weglopen maar ik had haar hand nog vast. Ik trok haar naar me toe. ‘’Eerst een zoen.’’
Ze keek me glimlachend aan. ‘’O god. Wat ben ik zo blij dat je in orde bent.’’ Ze gaf me een heerlijke zoen. ‘’Ik kom snel terug.’’
Nog geen minuut later was ze er weer. Dit keer samen met Elise, Anna en Lotte. ‘’Oooh Danny!’’ piepte Elise. Lotte en Anna hadden elkaars hand vast. Ze bleven zwijgend staan.
‘’Hallo, mijn meisjes,’’ zei ik glimlachend.
‘’Ooh, wat fijn om je stem weer te horen,’’ zei Lotte.
‘’Blijven jullie zo staan, of…?’’ zei ik grijnzend.
Elise rende op me af en gilde van blijdschap. ‘’Danny! Wat heb ik je gemist!’’ We omhelsden elkaar lang. Ik moest grinniken om haar enthousiasme. Daarna was Lotte aan de beurt. Ook haar knuffelde ik uitgebreid. Ze zoende mijn wang. Als laatste volgde Anna. ‘’Hee bitch, jij ook hier?’’ mompelde ik zacht. Ze lachte ondeugend. ‘’O verdomme, wat heb ik je gemist!!’’ Ze kuste me vol op mijn mond.
De meiden gingen rond het bed zitten. Kelly kwam niet veel later opnieuw binnen. Ik zei meteen: ‘’Daar is mijn heldin!’’ Ze glimlachte breed. ‘’Ik heb nu even pauze.’’
Lotte vroeg voorzichtig: ‘’Hoe gaat het met jou, Danny?’’
‘’Het gaat prima. Ik heb alleen last van mijn buik. Mijn polsen, neus en linkeroog vallen wel mee. Voor de rest moet ik alles nog verwerken. Het was een echte nachtmerrie daar.’’
Lotte knikte begrijpend. ‘’Dat snap ik. Ik had het al op het filmpje gezien. Je buik was echt blauw.’’ Ze werd even bleek toen ze eraan dacht.
Ik knikte. ‘’Ja, dat klopt. En het doet nog steeds veel pijn.’’
‘’Dat heeft Mark gedaan, toch?’’ vroeg Elise voorzichtig.
Ik zweeg even. De beelden van Mark kwamen weer terug in mijn hoofd. Hoe hij naar mij grijnsde. Hoe hij mij sloeg. Dat maakte me weer bang.
Mandy zei: ‘’Meiden, nu niet dit soort vragen, alsjeblieft.’’
‘’Sorry,’’ piepte Elise geschrokken.
Ik keek rond. ‘’Ik heb tijd nodig. Die beelden spoken continu door mijn hoofd. Dat is echt niet fijn. Sorry.’’
‘’Daarvoor moet je geen sorry zeggen,’’ zei Anna. ‘’Dat begrijpen we het heel goed.’’
‘’Dank jullie wel. Ik heb jullie gemist. Ik heb de afgelopen dagen bijna de hele tijd aan jullie gedacht.’’
‘’Wij hebben jou ook gemist,’’ fluisterde Kelly. ‘’Zonder jou is onze vriendengroep niet compleet.’’ Iedereen knikte bevestigend.
Ik keek Elise aan. ‘’Hoe gaat het met Bram? Heeft hij nieuws?’’
‘’Bram ligt nog te slapen. Hij heeft drie dagen nauwelijks geslapen. Vanmiddag gaat hij terug naar het bureau. Hij heeft gezegd dat vanmiddag de rechercheur even langskomt. Hij wil je wat vragen stellen. Als het kan, natuurlijk.’’
Ik knikte. ‘’Graag. Maar dan wil ik dat hij alleen naar hier komt. Niet met zijn partner. Want ik denk dat de politie hier ook achter zit.’’
Iedereen keek me verbaasd aan.
Mandy zei: ‘’De politie denkt ook dat een van de agenten hierbij betrokken is.’’
Ik keek verrast. De meiden legden me uit wat er allemaal gebeurd was. Op mijn beurt vertelde ik wat ik gehoord had toen Edwin zich per ongeluk versprak.
Na een korte stilte vroeg Lotte: “Hoe pakken we dit aan. We kunnen de politie niet vertrouwen. Maar we kunnen die schoften niet zelf opsporen en oppakken.’’
Ik zei: ‘’ik wil alleen ondervraagd worden door een ervaren rechercheur die al heel lang in dienst zit. Een agent die al 20 jaar in dienst is, bijvoorbeeld.’’
Elise knikte en pakte haar telefoon. ‘’Even Bram bellen. Hopelijk vermoordt hij mij niet omdat ik hem wakker bel.’’ De meiden giechelden.
Het duurde even maar Bram nam uiteindelijk toch op. We hoorden hem lang kreunen. ‘’Verdomme, ik lag zo lekker te slapen!’’
Elise lachte zachtjes. ‘’Sorry Bram. Ik ben hier bij Danny.’’
‘’Ah, hoe gaat het met hem?’’
‘’Het gaat goed met hem. Maar we willen je even vragen. Weet je welke rechercheur vanmiddag naar hier komt?’’
‘’Ja, rechercheur van Ginkel.’’
‘’Is hij betrouwbaar?’’
Het werd even stil. Hij antwoordde: ‘’Ja, dat is hij zeker. Ik ken hem niet persoonlijk. Maar hij is de meeste ervaren rechercheur op het bureau. Hij werkt volgens mij al meer dan dertig jaar. Hij is de bekendste in het bureau. Hij krijgt voornamelijk de grootste en belangrijkste zaken.’’
Elise gaf dit door aan mij en ik knikte tevreden. ‘’Dat klinkt goed.’’
Elise zei: ‘’Bram, heeft de rechercheur van Ginkel een partner?’’
Hij antwoordde: ‘’Natuurlijk heeft hij dat. Hoezo?’’
Elise legde hem snel uit wat ik wilde. Hij humde. ‘’Ja, ik snap Danny wel dat hij de politie niet zo vertrouwt. Maar rechercheur van Ginkel is te vertrouwen. Dat denk ik toch. Ik ken hem niet persoonlijk. Wat ik wel weet, is dat hij goed is met zijn werk. Maar als Danny alleen met hem wil spreken, dan moet hij dat slim aanpakken. De rechercheur neemt ongetwijfeld zijn partner mee. Is Kelly daar ook trouwens?’’
‘’Ja, Kelly zit naast mij,’’ zei Elise.
‘’Oké, Kelly. Luister. Als de politie komt, zeg dan tegen ze dat Danny niet te veel bezoek tegelijk kan ontvangen. Dan zal de partner van van Ginkel wel in de wachtkamer blijven. Anders is het een beetje verdacht als Danny hem alleen wil spreken.’’
Kelly knikte begrijpend. ‘’Zal ik doen.’’
‘’`Vind je dat een goed idee, Danny?’’ vroeg Elise.
Ik knikte. ‘’Hoe minder de politie hierbij betrokken is, hoe beter. Je weet maar nooit. Ik denk dat ik van Ginkel wel kan vertrouwen.’’
‘’Oké, dank je wel, Brammetje van me. Ga maar lekker slapen.’’
Hij gromde: ‘’Te laat. Ik ben al opgestaan. Ik ga straks naar mijn werk. Want die schoften zijn nog altijd voortvluchtig.’’
‘’Maar je komt vanavond wel thuis toch?’’
‘’Jaja, zeker. Ik zie je vanavond. Dag schatje. Kusje op je mooie witte neus.’’
Elise giechelde. ‘’Gekkie. Kusje terug.’’
Anna en Lotte stonden op. Lotte keek Mandy aan. ‘’We gaan de winkel terug openen vandaag. We kunnen die niet langer dicht houden. We hebben geld nodig. Anna en ik gaan vandaag werken. Hier kunnen we toch niet veel doen.” Ze keken me vragend aan. Ik glimlachte. ‘’Ja is goed, meiden. Anders ben ik mijn baan kwijt.’’
Mandy zei: ‘’Ik kom er zo snel mogelijk aan, Lotte.’’
‘’Nee Mandy. Blijf bij Danny tot hij beter is. Anna en ik redden ons wel.’’
Ze namen afscheid. Kelly haar pauze zat er ook op. Nu zaten Elise en Mandy nog bij me.
Elise pakte mijn hand en kuste die. Mandy en ik keken haar glimlachend aan. ‘’Wat ben ik zo blij dat je terug bent,’’ zuchtte Elise. ‘’Ik zou ook niet zonder jou kunnen leven.’’ Ik keek haar strak aan. ‘’Ik ook niet zonder jou, gekkie van me.’’ Ik zag dat Elise tegen haar tranen vocht.
‘’Gaat het?’’ fluisterde Mandy lief.
‘’Ja, niets aan de hand. Ik ben gewoon…’’ Ze barstte ineens in huilen uit. Mandy stond op, liep het bed om en trok haar overeind. Ze omhelsden elkaar stevig. Ik keek hun aan. Mandy keek lief terug. Na een tijdje was Elise uitgehuild. ‘’O god, wat ben ik toch een emotioneel wrak.’’ Ik grinnikte hardop.
‘’Sorry,’’ zei ze.
‘’Héë, malle meid toch. Krijg ik geen knuffel van je?’’ Ze liet zich half neervallen op me. Ik sloeg mijn armen over haar heen en trok haar stevig tegen me aan. Ik stak één hand omhoog. Mandy pakte mijn hand en keek me lief aan. Met haar andere hand aaide Mandy troostend de rug van Elise.
Elise ging weer op de kruk zitten en veegde haar tranen droog. Ze lachte zachtjes. ‘’Ik ben weer lekker bezig.’’
‘’Ja hé. Lekker bezig ben je,’’ lachte ik.
Ze keek me aan. ‘’Ik ben gewoon blij dat je terug bent.’’
‘’Dat weet ik, Elise. Ik ben ook blij om jullie weer te zien. Jullie zijn als familie voor me.’’
Even later vertrok Elise ook naar haar werk.
Mandy pakte mijn hand. ‘’Wat een heerlijke meid is ze toch.’’
Ik knikte. ‘’Zeker weten. Net als de rest. Maar zijn er nog meer mensen in de wachtkamer?’’
‘’Mijn ouders en mijn broer nog.’’
Ik zuchtte. ‘’Laat ze maar snel komen. Ik wil zo gaan slapen.’’
Rick, Els en Max bleven gelukkig maar heel eventjes en waren snel weer vertrokken.
‘’Ik ga een dutje doen, Mandy. Wat ga jij doen?’’
‘’Ik blijf hier,’’ zei ze beslist.
‘’Wil je naast mij liggen?’’
Er verscheen een ondeugend lachje op haar gezicht. ‘’Daar hoopte ik al op.’’ Grinnikend maakte ik wat plaats vrij voor haar. Ze deed haar schoenen uit en kroop heel voorzichtig het bed op. Ze wilde haar arm over me slaan maar deed dat uiteindelijk niet, bang om mijn buik aan te raken. Ik trok haar stevig tegen me aan. Ik voelde een beetje pijn in mijn buik maar het was het waard.
Mandy kreunde. ‘’Dit heb ik gemist.’’
Ik beaamde. ‘’Kun je vertellen wat jullie allemaal gedaan hebben de voorbije dagen?’’
Mandy vertelde me dat de meiden een affiche actie gedaan hadden. Zelf had ze zich vooral beziggehouden met de pers. Ze wilde dat de ontvoering groot nieuws werd in Nederland. Ze vertelde beschaamd dat ze verder eigenlijk niet veel gedaan had. Dat ze alleen maar had zitten janken op de bank tezamen met onze moeders. Ze vertelde ook dat ze het filmpje gezien had en dat ze dat vreselijk vond. Ze zei ook dat Arjan en Alicia het geld overgemaakt hadden.
Ik glimlachte. ‘’Ik wist dat Arjan en Alicia dat zouden doen. En ik heb jou gezien op het nieuws.’’
Mandy keek op.
‘’Mark liet het me zien op zijn laptop.’’
Ze bleef me lang aankijken maar zei niets.
‘’Mandy, ik ga je een vraag stellen en ik wil dat je er eerlijk antwoord op geeft. Goed?’’
Ze ging een beetje overeind zitten en knikte naar me.
‘’Voel je je schuldig?’’
Ik zag dat ze moeizaam slikte en dat haar ogen langzaam nat werden. Ze liet zich vallen op het bed en barstte in huilen uit. Ik greep haar beet. ‘’Het is dus ja?’’
‘’Ja, ik voel me er verdomme heel erg schuldig over. Het is gewoon allemaal mijn schuld.’’
‘’Je weet wat ik hierop ga zeggen?’’ zei ik zacht.
‘’Ja, dat ik me hierover niet schuldig mag voelen en dat het allemaal niet mijn schuld is,’’ zei ze tussen snikken door.
Ik glimlachte.
‘’Maar ik kan het niet, Danny. Ik kan het verdomme niet. Ik heb er gewoon een puinhoop van gemaakt.’’ Ze begon harder te snikken. Ik liet ze even uithuilen. Toen het stil was, tilde ik haar hoofd omhoog. Onze hoofden lagen vlak naast elkaar op een groot kussen. ‘’Ik hou van je, Mandy.’’
Er verscheen een klein lief glimlachje op het mooie gezicht van Mandy.
‘’O Danny, ik ook zoveel van jou. Ik beloof je dat vanaf nu alleen maar leuke dingen komen. Geen ellende meer. Het is gewoon afgelopen. Daar ga ik ervoor zorgen. Dat beloof ik je!’’ In haar blik zag ik vastberadenheid.
Ik gniffelde. ‘’Dat kan je niet beloven, schoonheid. We weten niet wat er allemaal kan gebeuren in de toekomst.’’
‘’Jawel, daar ga ik voor zorgen!’’
Ik keek haar lang aan. Ze was zo overtuigd van zichzelf. Wat een heerlijk meid was ze. Ik had haar echt gemist.
Ze vroeg: ‘’Zullen we even wat slapen? Ik ben zelf ook doodop.’’
‘’Alleen als ik eerst een zoen krijgt van mijn stronteigenwijze meisje.’’
Ze gaf me een zachte tik op mijn arm. ‘’Ettertje van me.’’ Ze gaf me een intieme zoen. We keken elkaar heel lang aan. Onze ogen schitterden van verliefdheid. Langzaam maar zeker vielen onze ogen dicht.
Rond half één werd ik wakker en zag meteen een stralende Kelly naast het bed staan. ‘’Héé, mijn heldin.’’
Mandy werd ook wakker en kreunde zacht.
‘’Wat liggen jullie er zo lief bij,’’ lachte Kelly. ‘’Ik ben hier met de lunch. Ook voor Mandy.’’ Mandy ging rechtop zitten. Het dienblad ging op onze schoot. ‘’Dank je wel, Kelly. Dat is lief.’’
Kelly werd serieus. ‘’Om half twee komt de rechercheur met zijn partner. Dat heeft Bram mij geappt. Ik zal ze opvangen en laat alleen de rechercheur binnen, zoals afgesproken. Goed?’’
Ik knikte instemmend. Ze verdween. Samen met Mandy aten we de lunch op. Ze keek me aan. ‘’Denk je echt dat de politie hierachter zit?’’
‘’Ik weet het niet. Ik kan het ook verkeerd gehoord hebben toen Edwin zich versprak. Maar omwille van het feit dat de politie ook denkt dat een van de agenten betrokken is, denk ik toch dat het inderdaad zo is. Daarom wil ik maar door één politieagent ondervraagd wordt.’’
Ze knikte begrijpend.
Exact om half twee kwam Kelly met een agent binnen. Een man van ruim over de vijftig schatte ik. Hij stak zijn hand uit. ‘’Ik ben rechercheur van Ginkel. Ik wil u graag wat vragen stellen in verband met uw ontvoering. Bent u in staat om mijn vragen te beantwoorden?’’ De man praatte langzaam voor mij.
‘’Ja, ik ben in staat om uw vragen te beantwoorden. Maar ik wil u eerst zelf wat vragen.’’
De man knikte. ‘’Dat kan u.’’
‘’Bent u hier met uw partner?’’
Hij trok zijn wenkbrauw omhoog. ‘’Ja, dat klopt. Hij wacht in de wachtkamer. Hoezo? Als ik dat mag vragen.’’
‘’Vertrouwt u uw partner?’’
De man knipperde met zijn ogen. Dit was hij niet gewend. ‘’Natuurlijk vertrouw ik hem. Ook al is hij niet mijn vaste partner. Mijn vaste partner ligt ziek thuis.’’
Ineens veranderde de blik in de ogen van de rechercheur. Hij staarde voor zich uit alsof hij diep aan het nadenken was.
Mandy, Kelly en ik keken elkaar even aan. ‘’Meneer de rechercheur?’’
De man schudde met zijn hoofd. ‘’Mijn excuses. Maar ik bedacht me ineens iets. Kunnen jullie mij een moment geven, alstublieft?’’
‘’Natuurlijk, geen probleem,’’ antwoordde ik.
De man ging voor het grote raam staan en wreef over zijn kin. Hij dacht diep na. Een vijftal minuten later draaide hij zich weer om. Hij keek ons serieus aan. “Wat ik jullie ga vertellen, mag ik eigenlijk niet vertellen. Maar kunnen jullie je mond dicht houden?’’ Iedereen knikte bevestigend.
De rechercheur keek Kelly vertwijfelend aan.
‘’Meneer, die verpleegster is mijn beste vriendin. Dus u kunt haar vertrouwen,’’ zei ik.
De man knikte. ‘’Oké, het zit zo: op het bureau hangt er een gespannen sfeer. Want we verdenken namelijk een van de onze agenten. Alleen weten wij niet wie. De chef heeft mij opdracht gegeven om uit te vinden wie de mol is.’’ De man keek me aan. ‘’Na uw vraag, bedacht ik me ineens iets. Mijn partner de heer Hendriksen, die nu in de wachtkamer zit, is niet mijn vaste partner. Hij vervangt tijdelijk mijn vaste partner die al vijf dagen ziek thuis zit. Ik vond het wel vreemd, want die is namelijk bijna nooit ziek. Maar goed, iedereen wordt wel eens een keer ziek. Maar na uw vraag bedacht ik me ineens dat het misschien geen toeval was. Als ik me goed kan herinneren, heeft de heer Hendriksen vorige week ons koffie gegeven. Dat doet hij wel vaker. Maar de dag erna meldde mijn partner ziek af. Een dag later werd u ontvoerd, Danny. Van de chef kreeg ik deze zaak. Maar ik had een partner nodig. De heer Hendriksen bood zich vrijwillig aan als vervanger. De afgelopen dagen was hij echt de hele tijd bij mij. Hij wilde overal bij zijn en hij wilde ook alles weten. Elke keer ik dacht dat ik iets gevonden had, liep het spoor uiteindelijk toch dood. Dit kan geen toeval zijn.’’
Ik keek de man aan. ‘’Dus, u verdenkt de heer Hendriksen?’’
De rechercheur wreef over zijn voorhoofd. ‘’Ik denk het. Ik weet niet… Stel dat hij het inderdaad is… dat kan ik niet geloven. Ongelooflijk… Hij werkt al ruim tien jaar bij ons. Ik snap er niets van. Maar ik denk toch dat hij het misschien kan zijn. Of het moet allemaal wel heel toevallig zijn. Waarom is me dat niet eerder opgevallen?’’
De rechercheur dacht diep na. ‘’Ik moet hem stiekem natrekken. Ik kan dat alleen onmogelijk stiekem doen want hij is altijd bij mij. Thuis kan ik dat niet doen, daar heb ik geen programma’s voor.’’
Kelly zei: ‘’Ik kan wel mijn vriend vragen of hij dat wil doen voor je.’’
‘’Is uw vriend ook agent?’’
Ze aarzelde. ‘’Nee, ik euhh… Mijn vriend heeft vrienden die goed overweg kunnen met computers, zeg maar.’’
‘’Hackers?’’
Ze werd rood en zweeg.
De man knikte. ‘’Oké, dan heb ik uw vriend nodig. Ik beloof u dat ik hierover niets zal zeggen tegen de politie. Het is eigenlijk tegen de wet, maar ik moet de heer Hendriksen toch proberen ontmaskeren. De chef heeft mij volledige vrijheid gegeven. Dus kun je hem even bellen, alstublieft?’’
Kelly belde Nick op en vroeg hem of ze bereid waren om de rechercheur te helpen. Dat wilden ze wel, op een voorwaarde, dat ze anoniem konden blijven. Dat was geen probleem.
De rechercheur dacht opnieuw na. Af en toe schudde hij zijn hoofd alsof hij geen oplossingen kon vinden.
‘’Lukt het?’’ vroeg ik aan hem.
“Ik ben aan het nadenken. Ik heb iemand nodig om de heer Hendriksen te schaduwen. Maar ik kan niet snel een geschikte kandidaat vinden. Op het bureau kan ik niemand vertrouwen behalve mijn vaste partner. Maar die ligt ziek thuis.’’
Mandy zei: ‘’Bram van Halst?’’
De rechercheur keek haar aan. ‘’Die jonge man? Ik ken hem niet persoonlijk. Is hij betrouwbaar?’’
Ik antwoordde: ‘’Hij is onze vriend.’’ Mandy toonde hem een foto op haar telefoon waarop de complete vriendengroep op stond. De rechercheur knikte langzaam. ‘’Oké, kun je hem misschien bellen?’’
Mandy belde Bram meteen op.
‘’Bram,’’ klonk het.
‘’Hier Mandy. Is de kust veilig?’’
‘’Moment.’’
Een ogenblik stilte.
‘’Ja, ik ben buiten. Vertel?’’
De rechercheur zei: ‘’Hallo, Ik ben rechercheur van Ginkel. Weet je wie ik ben?’’
Het werd heel even stil. ‘’Ja, ik weet wie u bent,’’ klonk het verrast.
‘’Ik heb je hulp nodig. Kun je iets voor mij doen? Dit kan heel belangrijk zijn voor de zaak van de ontvoering van de heer de Brands.’’
‘’Ik doe alles om mijn vriend te helpen, dus wat kan ik voor u doen?’’
‘’Luister, het moet allemaal geheim blijven. Kan dat?’’
‘’Ja, dat kan zeker.’’
‘’Oké, ik verdenk iemand die misschien betrokken is bij de ontvoering van Danny. Het is de heer Hendriksen.’’
Het werd weer even stil. ‘’Meen je dat nou? Kevin?’’ reageerde Bram geschokt.
‘’Ik weet het niet zeker. Ik leg je een andere keer mijn theorie wel uit. Maar ik heb je hulp nodig. Kan ik je vertrouwen?’’
‘’Ik doe alles om die schoften te pakken. Dus u kunt mij vertrouwen.’’
De rechercheur knikte langzaam. ‘’Oké, ik wil dat u Kevin schaduwt. Om zes uur gaan we naar huis. Ik wil dat je hem volgt. Maar zorg dat je niet gesnapt wordt. Hou voldoende afstand. Hou hem in de gaten. Kijken waar hij heen gaat. Ik zal je straks een bericht sturen met zijn adres en de nummerplaat van zijn auto. Kun je dat voor mij doen?’’
‘’Ja, natuurlijk,’’ antwoordde Bram.
‘’Uitstekend, heb je misschien een andere auto? Misschien kent de heer Hendriksen jouw auto. Dat risico willen we niet nemen. En draag normale kleding.’’
‘’Mijn vriendin heeft een kleine auto. Die kan ik ophalen.’’
‘’Uitstekend. Zorg dat je om zes uur klaar staat in de buurt van het bureau. Ik ga je straks appen. Dan heb je mijn nummer. Bel mij meteen als je iets verdachts opmerkt. Ik wil graag dat je hem de hele nacht in de gaten houdt. Kan je dat doen?’’
‘’Ja, dat gaat me wel lukken. Ik zie je bericht wel verschijnen. Ik zorg ervoor dat ik om zes uur klaar sta.’’
‘’Uitstekend. Dank je wel! En succes.’’ Hij verbrak de verbinding.
‘’Zo, dat is weer geregeld.’’ Hij keek me aan. ‘’Heeft u iets wat ik kan gebruiken als smoes voor mijn partner? Ik kan natuurlijk niet met lege handen terugkomen.’’
Ik dacht na. ‘’Pff, ik weet het niet. Volgens mij hadden Mark en Edwin iets over Rotterdam. Maar ik weet niet zeker.’’
‘’Uitstekend! Meer heb ik niet nodig!’’
Hij stond op en gaf mij een hand. ‘’Fijn dat u in orde bent.’’
Ik glimlachte. ‘’Dank u wel. Maar als u de daders vindt, pak hen alsjeblieft hard aan.’
Er verscheen een grijns op het gezicht van de rechercheur. ‘’Beloofd.’’
‘’Meneer, weet u wie van wie de anonieme tip was?’’
‘’Nee, dat weten we niet. Het was een kort telefoontje. De tipgever noemde alleen de plaats en hing vervolgens meteen op.’’
‘’Waar was ik?’’
‘’In het bos in Doorn, in een klein houten huisje.’’
Ik humde kort. ‘’Heeft u echt geen enig idee wie het was?’’
De man schudde zijn hoofd. ‘’Nee, geen enkel idee. Misschien een boswandelaar die anoniem wilde blijven voor zijn eigen veiligheid.’’
Kelly liet de rechercheur uit. Mandy en ik keken elkaar gespannen aan. Ze zei: ‘’Ik vind het toch vreemd. Waarom heeft hij alleen gebeld? Waarom heeft hij je niet bevrijd?’’
Ik zweeg en dacht diep na.
———
Bram zat in de auto op weg naar Maarssen. Hij parkeerde de auto voor het kapsalon. Hij liep binnen en zocht Elise op. Hij was nog gekleed in zijn politie-uniform. Elise was bezig met een klant.
‘’Elise?’’
Ze keek verbaasd op. ‘’Wat doe je hier?’’
‘’Ik moet je even spreken. Het is heel belangrijk.’’
Elise keek de klant aan. ‘’Heeft u een momentje, mevrouw?’’ De vrouw knikte en pakte een tijdschrift.
Toen ze eenmaal buiten waren, vroeg Elise meteen: ‘’is er iets met Danny?’’
‘’Nee liefje.’’ Hij legde haar uit wat het plan was.
‘’Oké,’’ zei ze aarzelend. ‘’Ik pak mijn autosleutel even. Maar doe alsjeblieft voorzichtig, Bram.’’
‘’Héé lieverd. Ik blijf uit zijn buurt. Ik hou hem alleen maar in de gaten. Ik zorg ervoor dat hij mij niet ziet.’’ Elise knikte langzaam. Ze haalde haar autosleutel op en gaf die aan Bram. Ze omhelsde hem en gaf hem een zoen. ‘’Doe voorzichtig en pak die schoften.’’
Eenmaal thuis, kleedde Bram zich om. In de keuken vulde hij een thermoskan met koffie. Het kon misschien een lange nacht worden. Hij nam zijn laptop en de verrekijker die hij gekregen had van zijn vader, mee. Het was een speciale verrekijker waarmee je ook foto’s kon maken. Bram was erg trots op dit cadeau van zijn vader. Zijn vader was ooit rechercheur geweest. Helaas was hij omgekomen bij een schietincident.
Om half zes vertrok hij naar het bureau. Hij parkeerde de auto langs de kant van de weg, twee straten verder van het bureau. Van hieruit had hij perfect zicht op de parkeerplaats. Hij pakte de verrekijker en zocht naar een zilveren Volvo. Hij had inmiddels het bericht ontvangen van rechercheur van Ginkel. Al snel zag hij een zilveren Volvo staan. Hij zoomde in op de nummerplaat en controleerde die. Het klopte. Nu moest hij alleen maar wachten. Hij leunde achterover en dacht even na. Hij vond deze opdracht best spannend. Eindelijk weer wat actie. Wat anders dan achter zijn bureau te zitten met papierwerk. Mijn vader zou trots op mij zijn, dacht hij. Hij schudde de gedachten snel weg. Hij moest alert blijven.
Iets na zes uur zag Bram Kevin, agent Hendriksen, lopen. Kevin stapte in zijn auto en reed de parkeerplaats af. Bram startte zijn auto en wachtte tot Kevin hem voorbijreed. Op ruime afstand volgde hij de zilveren Volvo. Volgens de GPS reed hij richting zijn appartement. Bram zijn hart klopte in zijn keel. Hij vond dit spannend. De Volvo sloeg links af. Even later sloeg hij ook linksaf en zag Kevins auto nog net rechtsaf slaan. De auto verdween uit beeld. Bram vloekte. Hij was hem bijna kwijt. Hij gaf vol gas en sloeg ook rechtsaf. Opgelucht haalde hij adem toen hij zag dat de auto voor een rood stoplicht stilstond.
Een paar kilometer verder en een kwartiertje later zette Bram zijn auto aan de kant. Hij pakte de verrekijker en zocht naar Kevin. Kevin had zojuist zijn auto geparkeerd en liep naar de ingang van een appartementencomplex. Bram bekeek het gebouw grondig. Het was een groot gebouw met vier verdiepingen. Hij had alleen het huisnummer gekregen van de rechercheur. Daardoor wist hij niet welke verdieping Kevin woonde. Bram vloekte zachtjes. Moest hij naar binnen gaan om te kijken? Nee, dat vond hij te link. Hij dacht diep na. Toen kreeg hij een idee. Hij belde Nick op. ‘’Hey Nick. Kun je iets voor mij doen?’’ Hij vertelde kort wat hij aan het doen was. ‘’Kun je je vrienden even vragen of ze kunnen opzoeken welke verdieping Kevin woont. Kunnen ze dat?’’
Nick grinnikte. ‘’Of ze dat kunnen? Natuurlijk kunnen ze dat. Ik geef het ze even door.’’
Bram pakte de verrekijker en keek opnieuw zorgvuldig naar het gebouw.
‘’Bram? Ze hebben de blauwdruk gevonden van het gebouw. Als het goed is, woont hij op de derde verdieping. Op elke verdieping zijn er drie woningen. Volgens het huisnummer moet de woning van Kevin Hendriksen zich helemaal aan de rechterkant van het gebouw bevinden, als je met je gezicht in de richting van de hoofdingang aan de voorkant staat.’’
Terwijl Nick sprak, keek Bram met zijn verrekijker. Hij zag drie balkons op de derde verdieping. De verrekijker ging naar rechts. Hij zoomde in op een raam. Alle gordijnen waren dicht. Beetje gek, vond hij. Er was geen zon en buiten was het nog licht. Dit moet het zijn, dacht Bram.
‘’Dank je wel, Nick. Ik heb hem gevonden.’’
‘’Succes maat. Doe voorzichtig, man.’’
De uren verstreken. Het werd langzaam donker. Gelukkig voor Bram brandden alle buitenlampen op elk balkon. Hij hield de hele derde verdieping voor de zekerheid in de gaten. Maar tot nu was er niemand op het balkon verschenen. Hij had een broodje meegenomen en was dat aan het eten. Ineens zag hij iets bewegen. Hij griste de verrekijker en keek met ingehouden adem. Er verscheen een persoon op het middelste balkon van de derde verdieping. Bram zoomde maximaal in om het gezicht van de persoon te bekijken. Het gezicht werd half verlicht door de buitenlamp. Het was een man. Een onbekende man. De middelste woning hoefde hij niet in de gaten te houden. Hij leunde achterover en zuchtte. Hij verveelde zich.
De hele nacht gebeurde er niets. De eerste zonnestralen braken aan. Het werd langzaam steeds lichter. Bram nam voor de zoveelste keer een kopje koffie want hij zat te knikkebollen. Hij pakte de verrekijker en keek voor de duizendste keer naar het balkon. Hij zag een man op het balkon staan. Bram zuchtte en legde de verrekijker weg. Hij nam een slokje koffie. Ineens vlogen zijn ogen wijd open. Wacht even! Hij griste de verrekijker weer vast en zoomde meteen maximaal in. Hij zag de zijkant van het hoofd van de persoon. ‘’Draai je om,’’ mompelde hij opgewonden. ‘’Kom op.’’ Op dat moment draaide de persoon zich om en Brams adem stokte. Meteen drukte hij op een knopje om een foto te maken. Opgewonden pakte hij snel zijn laptop. De verrekijker was verbonden met de laptop via bluetooth. Daardoor kon hij meteen de foto bekijken op zijn laptop. De foto verscheen op het beeldscherm. Bram ademde zwaar toen hij de persoon op de foto zag. Het was Mark met een sigaret in de mond. ‘’Die schoft,’’ gromde Bram. Hij pakte snel zijn telefoon en belde de rechercheur op.
‘’Van Ginkel,’’ klonk het slaperig.
‘’Van halst hier! Ik stuur je een foto. Die moet je zien!’’ Hij stuurde een foto naar de rechercheur.
Even later hoorde hij de rechercheur grommen.
‘’Verdomme Bram! Dat is Mark! Is hij in het appartement van Kevin Hendriksen?’’
‘’Ja, hij staat nu op het balkon te roken.’’
‘’Die sukkel! Ik regel meteen een inval-team. Blijf daar en hou me op de hoogte als de situatie verandert!’’
Met trillende handen keek Bram met de verrekijker naar het balkon en de ingang. Het balkon was opnieuw leeg. Hij keek naar de klok. Het was net half zes in de ochtend. Ineens zag hij via de zijspiegel van zijn auto een aantal busjes komen aanrijden. Het inval-team was er. Ze parkeerden achter zijn auto. Hij zag zwaarbewapende agenten uitstappen. Er werd geklopt op het passagiersraam van Brams auto. Hij schrok zich een hoedje en rolde het raam naar beneden. Het was rechercheur van Ginkel. ‘’We gaan zo meteen naar binnen. Blijf hier.’’ Bram knikte opgewonden. Van Ginkel gebaarde de mannen dat ze naar binnen moesten gaan. Ze deden allemaal stilletjes. Ze wilden hen goed verrassen, besefte Bram. Met de verrekijker zag hij de mannen naar binnen sluipen. Zijn hart ging tekeer van opwinding. ‘’Pak die schoften!’’
De komende minuten leken eeuwig te duren. Hij richtte met zijn verrekijker naar de ramen. Hij zag de gordijnen bewegen. En toen was alles stil. Opgewonden keek hij naar de ingang. Even gebeurde er niets. Dan zag hij eindelijk de agenten naar buiten lopen. Eerst een tiental mannen in het zwart en dan zag Bram drie mensen in burgerkleding met hun handen op de rug. Hij keek met de verrekijker en bekeek de gezichten: Mark, Edwin en Kevin.
‘’Yés!’’ brulde hij blij. Hij zag rechercheur van Ginkel naar hem toe lopen. Bram stapte uit de auto en keek hem aan. Van Ginkel glimlachte zijn tanden bloot. ‘’We hebben ze te pakken!’’
‘’Goed werk!’’ reageerde Bram blij.
‘’Nee, jij hebt fantastisch werk gedaan. De foto was geweldig. Hoe kan je zo’n goede foto maken op zo’n grote afstand?’’
Bram grijnsde en haalde zijn verrekijker uit de auto. De rechercheur bekeek het voorwerp. ‘’Indrukwekkend.’’
Hij knikte trots. ‘’Gekregen van mijn vader. Hij was ook agent.’’
De man keek hem strak aan. ‘’Jouw achternaam ken ik ergens van. Was je vader toevallig Dirk van Halst?’’
Bram keek verrast. ‘’Ja, dat was mijn vader.’’
De man glimlachte. ‘’Ja, ik heb ooit met hem samengewerkt. Hij was een goed rechercheur. Een goed man.’’
Hij knikte langzaam en dacht aan zijn vader. Hij miste hem enorm.
De rechercheur klopte op Brams schouder. ‘’Goed werk. Ik zie je straks op het bureau. We hebben iets te vieren. Wil je je vrienden even inlichten met dit geweldige nieuws?’’
———
Tring tring.
Mandy kreunde en zocht haar telefoon in haar tas. ‘’Met Mandy,’’ zuchtte ze slaperig.
‘’Wát?’’ Ze ging overeind zitten.
‘’O, echt waar? Wat geweldig nieuws! O, wat ben ik blij dat ze opgepakt zijn. Ja, ik zal het aan Danny doorgeven. Dank je wel, Bram! Je bent geweldig.’’ Ze schudde me stevig door elkaar. Ik kreunde en opende langzaam mijn ogen. ‘’Ja?’’ gromde ik. Ik zag een heel blije Mandy. Ik pakte de CI uit Mandy’s handen en zette die op.
Ze zei met een stralende glimlach: ‘’Danny! Ze zijn opgepakt!’’
Ik knipperde met mijn ogen en schudde mijn hoofd om goed wakker te worden. ‘’Hoorde ik het goed, Mandy?’’
Ze lachte opgewekt. ‘’Je hebt het goed gehoord, lieverd. De klootzakken zijn opgepakt.’’
‘’O, godzijdank!’’ riep ik opgelucht uit. Ik greep Mandy en knuffelde haar stevig.
‘’Auw!’’
Ze liet me geschrokken los. Ik lachte zachtjes. ‘’Iets te hard.’’
Ze ging weer liggen en legde haar hoofd naast het mijne op het kussen. We keken elkaar gelukkig aan. Mandy gaf me een zachte kus. ‘’Danny, het is eindelijk afgelopen…’’
Lees verder: Een Beeldschone Huisgenote - 53
Trefwoord(en): Huisgenoot,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10