Door: Mucike
Datum: 05-04-2022 | Cijfer: 9.3 | Gelezen: 5884
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Buurmeisje, Eerste Keer, Voorspel,
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Buurmeisje, Eerste Keer, Voorspel,
Vervolg op: Mijn Leven, Mijn Liefdes, Josie - 3
Ik droomde dat ik hand in hand met Josie door een weiland liep. Zij droeg een pastel kleurige bloemetjesjurk waarvan de zoom zo’n 15 cm boven haar knieën hing. Aan haar voeten droeg ze lage witte tennisschoenen. Op haar hoofd had ze een kroontje gemaakt van madeliefjes en paardebloemen. De zon scheen volop en er was geen wolkje aan de lucht.
Ik was zelf gekleed in strakke blauwe jeans met daarop een paars t-shirt. Mijn moeder had op mijn verzoek het t-shirt midden op de borst voorzien van een geborduurd vlindertje. Ik liep op bruine lederen sandalen en had in dezelfde kleur een bruine lederen riem met een kleurig bloemetjesmotief in mijn jeans.
Midden in het weiland stond een grote boom waartegen we aan gingen zitten en waarvan het bladerdak diende als parasol.
Ik voelde me als een koning te rijk en alsof ik alles in het leven aankon.
Josie boog haar gezicht naar mij toe om me een zoen te geven, maar slaagde daar niet in omdat haar haren in de weg zaten. Haar haren kwamen zelfs in mijn neus en begonnen me hevig te kriebelen. Ik moest ineens heel hard niezen, en toen…
Toen werd ik wakker, opende ik mijn ogen en zag Josie mij met een veertje in mijn neus kriebelen. Opnieuw overviel me een niesbui. Ik zei al niezend: “Niet doen, joh! Ik heb hele gevoelige slijmvliezen, heb ook soms hooikoorts, waardoor ik wel een kwartier achter elkaar kan blijven niezen!”
Ze stopte er meteen mee, lachte me toe en zei: “Wakker worden dan, slaapkop! Weet je hoe laat het eigenlijk al is?”
“Geen idee,” zei ik en rekte me eens lekker uit en keek haar nog eens aan. Wat meteen opviel was dat ze haar huispak weer aan had en ik vroeg: “Hoe laat is het dan?”
“Het is etenstijd en ik heb de pasta al klaar. Je hebt bijna anderhalf uur geslapen!”
“Wat?” zei ik, “zo lang? Jeetje, wat moet ik dan moe zijn geweest. En ik ben nog niet eens halverwege met de massage!”
“Ach”, reageerde Josie schijnbaar achteloos, “de rest komt later nog wel een keertje”. “Maar wanneer hebben we dan weer eens zo’n gelegenheid, Joos?” wierp ik tegen, “het is nu ook niet zo dat Nannie (koosnaampje voor Nanette), Dré-tje en je ouders vaker allemaal op dezelfde dag de gehele dag niet thuis zijn, toch?”
“Nou, dan heb ik een verrassing voor je. Terwijl jij lekker lag te pitten en ik de pasta aan het klaarmaken was, belde mijn moeder op om te zeggen dat ze vanwege het lange weekend hadden besloten om nog een nachtje langer in Amsterdam te blijven. Omdat het morgen nog mooier weer schijnt te worden dan vandaag, wilden ze met opa een lange wandeling in het Amsterdamse Bos gaan maken. Daar zouden ze dan met de auto naar toe rijden. Pa wilde dan ook eens lekker met Dré-tje gaan voetballen, je hebt daar namelijk van die veldjes waarop vaker voetbal wordt gespeeld. Ik heb toen gelijk naar de vriendin van Nannie gebeld en het nieuws aan Nannie verteld. Die zei toen dat dat haar wel goed uitkwam omdat haar vriendje ook toevallig bij haar vriendin in de buurt woont en ze zodoende wat meer tijd met elkaar konden doorbrengen. Wel toevallig, hè? Dus meneertje, we hebben morgen de hele dag te tijd om de massage af te maken. En nu eruit, want ik heb enorme trek gekregen. O, trouwens, ik had mijn moeder toch maar verteld dat wij samen gezellige dingen gingen doen. Ze weet dus dat we dit weekend samen optrekken,” zei ze met een knipoog.
Ik trok haar naar me toe en gaf haar een zoen en zei: “Wat ben je toch een schatje.” Ik stond op en deed mijn trainingspak en sokken weer aan en liep met haar naar beneden. In de eetkamer aangekomen zag ik dat ze de tafel mooi had gedekt met kaarsjes, mooie borden, bestek en glazen.
Bij mij thuis werd er eigenlijk nooit aan tafel gegeten met het hele gezin, daarvoor was het een te chaotisch gebeuren. Mijn moeder kookte meestal midden op de dag, vaak nasi of bami goreng met een of twee bijgerechten zoals gado-gado, sateh ajam of ajam besenjek. De pannen en schalen liet ze dan afgedekt op het fornuis of het aanrecht staan. En iedereen kon dan als het zo uitkwam een bordje opscheppen. En niet alleen wijzelf, maar ook de vriendjes en vriendinnetjes die soms samen met ons huiswerk maakten, prikten een vorkje mee. Het was altijd een zoete inval bij ons. Achteraf viel het me pas op hoe populair we eigenlijk waren onder onze vrienden. En de kookkunst van mijn moeder heeft daar zeker een grote rol bij gespeeld.
Soms wilde ze ook wel eens Hollandse pot koken: b.v. aardappelen met erwtjes en een gehaktbal met appelmoes toe. Dat deed ze dan plichtmatig, want we woonden immers niet meer in Indonesië en moesten het toch doen met de Nederlandse ingrediënten.
Ik heb een lieve en zorgzame moeder gehad, maar Hollandse pot koken kon je beter niet aan haar overlaten. Zo goed als ze vol passie Indisch eten kon klaarmaken, kon ze niet het plezier vinden in het koken van Nederlands eten. Ik denk dat dat verklaard kan worden door het trauma dat ze had opgelopen doordat ze haar geliefde Indië heeft moeten verlaten om naar dit koude kikkerlandje te moeten gaan (haar woorden!). En hoewel ons gezin na de oorlog redelijk is opgevangen, maar wel bij lange na niet zo goed als de vluchtelingen uit Hongarije (1956), de oorlogsgebieden in het Midden-Oosten (2018) of nu de Oekraïne, was het zeker in het begin zwaar voor mijn ouders en de vier oudste kinderen. Omdat ze een bruin huidje hadden, werden ze vaak met de nek aangekeken, zeker in het dorp op het platteland in het zuiden van Nederland waar ze toen woonden en waar ik geboren ben. Al met al geen positieve motivatie voor mijn moeder om het klaarmaken van de Hollandse pot in de vingers te krijgen.
Hoe dan ook, Josie had er echt werk van gemaakt en het rook heerlijk in de kamer. “Ga maar zitten,” zei ze. Ik zag dat ze de tafel zo had gedekt dat we samen aan een hoek van de tafel konden zitten en dus niet tegenover of naast elkaar. Zo konden we elkaar tijdens het eten blijven aankijken en in gesprek blijven zonder dat we de hele tafel over moesten reiken om elkaar even aan te raken, mochten we daar behoefte aan hebben.
Ik ging aan de lange kant aan tafel zitten en keek van daaruit de woonkamer in. Wat hadden ze een andere inrichting dan wij dat hadden. Bij ons was het een beetje een ratjetoe omdat we zoveel mogelijk zitplaatsen wilden hebben. Niet alleen om ons alle zeven de gelegenheid te geven om te zitten, wat zelden voorkwam omdat haast nooit iedereen tegelijkertijd aanwezig was, maar ook de vele gasten die elk weekend op bezoek kwamen een gerieflijk plekje te kunnen bieden.
Bij Josie thuis was het minder vol ingericht en er was toch voldoende plaats voor het gehele gezin plus nog een paar gasten indien nodig. Ook de kleuren waren anders, bij hun was een moderne kleurstelling gebruikt met veel oranje en licht-bruin in regelmatige rondvormige patronen in het behang, terwijl bij ons ervoor gekozen was een stukje Indonesië te repliceren met zware donkerbruine tinten in het behang en de meubels. Wij hadden de kamer ook vol tropische planten staan, terwijl bij Josie thuis ik welgeteld drie plantjes kon ontdekken die ergens verloren op een vensterbank stonden.
Het was bij ons ook altijd een paar graden warmer dan bij hen. Mijn moeder vond het maar niks om in een dikke trui op de bank of aan tafel te zitten en gaf de voorkeur aan een zomerjurkje, of het nu zomer of winter was.
Josie kwam de kamer binnen met een grote pan waar vanaf de dampen omhoog stegen en zette die op de tafel neer. Ze ging weer naar de keuken om met een glazen schaal terug te komen waarin allerlei gesneden rauwe groenten lagen zoals tomaat, komkommer, augurken, e.d. Daarover had ze in de keuken een sausje gegoten.
Ze ging zitten en ik zei bij wijze van compliment : “Het ruikt heerlijk, als het net zo lekker smaakt als het ruikt, dan kan mijn dag niet meer stuk.”
Ze legde haar hand op die van mij en keek me aan en zei: “Waarom denk je dat het niet lekker zal smaken?” Ik keek haar verschrikt aan en protesteerde: “Maar dat zei ik toch helemaal niet en dat bedoelde ik zeker niet te zeggen, hoor!”
Ze kneep me lichtjes in mijn hand en zei: “Jij bent zo gemakkelijk op de kast te krijgen, hè”, en begon te grinniken en gaf me een zoen. “Jeetje, Joos!” liet ik me ontvallen, “wat ben jij een plaaggeest, zeg!” maar moest inwendig wel lachen en gaf haar een zoen terug.
“Wil je wat drinken?” vroeg ze. “Ja, ik lust wel weer een colaatje “, antwoordde ik. “Wil je anders eens een glaasje rode wijn proberen?” stelde ze voor. “Wij drinken geen alcohol thuis, mijn vader is immers van de blauwe knoop: er wordt geen alcohol gedronken en ook niet gerookt. En hij is daar erg strikt in.” voegde ik toe, “maar ik wil wel een klein glaasje proberen, als dat van je mag.” “Natuurlijk mag dat,” zei ze, “en trouwens als je een beetje wijn drinkt, zal het dessert straks je nog beter smaken denk ik zo.” “O, wat hebben we dan als dessert?” vroeg ik terwijl ik de pasta bij haar op het bord schepte. “Nou, dat is een verrassing en dat zul je straks wel zien,” zei ze, “en dit is wel genoeg pasta, denk ik. Wil je me soms vetmesten, lieverd?”
“Maar zo-even zei je nog dat je grote trek hebt,” wierp ik tegen. “Ja, maar dat wil niet zeggen dat ik de halve pan kan opeten. Ik wil ook nog wat van het eten voor de lunch van morgen overhouden, ik had daarom extra veel gemaakt,” legde ze uit, “de sla kan ik overigens zelf wel op mijn bord doen. Dankjewel, lieverd.”
Ik schepte wat pasta op mijn eigen bord alsook wat sla, maar wachtte met eten en vroeg aan haar met een plechtig gezicht of ze misschien nog enkele momenten stilte wilde voordat we met het eten zouden beginnen. Ze keek me met gefronst voorhoofd aan omdat ze die vraag niet had verwacht en zei: “Je weet toch dat we niet bij een kerk zijn en dat …..”. Maar voordat ze verder kon gaan, barstte ik lachen uit en riep: “Haha, teruggepakt! Natuurlijk weet ik dat jullie niet kerks zijn, net zo min als wij het zijn. Wie zit er nu op de kast?” Ze gaf me een schop onder tafel, moest toch wel lachen, en siste: “rotjoch!”
We begonnen met het eten, wat erg goed smaakte, hetgeen ik ook aan haar liet blijken en keuvelden onderwijl een aardig eind weg. Zo nu en dan dronk ik een beetje wijn, wat me verrassend genoeg zeker niet tegen viel. Wel werd ik al gauw een beetje licht in mijn hoofd, wat het gesprek alleen naar ten goede kwam.
Halverwege de maaltijd vroeg ze me terloops waarom wij niet kerks waren. Ze had immers van iemand gehoord dat we van katholieke huize waren.
Ik vertelde haar dat toen ik pas geboren was, we naar deze straat waren verhuisd welke in de St. Paulus parochie lag. Mijn ouders hadden besloten om na mij geen kinderen meer te willen omdat het met vijf kinderen druk genoeg zou zijn, en ook dat het woekeren met ruimte zou zijn in het nieuwe huis als er nog één of meerdere kinderen bij zouden komen (zelf waren ze beiden wel afkomstig van kinderrijke gezinnen).
Na een maand kwam de pastoor op bezoek die van de gemeente had doorgekregen dat wij katholiek waren en wilde ons persoonlijk in de parochie verwelkomen. (Dat zou in deze tijd niet meer kunnen met de huidige privacywetgeving!).
Hoe dan ook, op een zeker moment, vroeg de pastoor in zijn naïeve argeloosheid aan mijn ouders wanneer het volgende kind zou komen. Waarop mijn vader gezegd zou hebben dat de pastoor zich niet met zijn familiezaken diende te bemoeien, hij abrupt opstond en zijn hand uitstak om de pastoor te danken voor zijn komst en aangaf in de toekomst geen behoefte meer te hebben aan contacten met de kerk. De pastoor vertrok schielijk met de spreekwoordelijke staart tussen de benen en we hebben hem daarna nooit meer gezien.
Achteraf kwam ik te weten dat mijn vader oorspronkelijk van protestantse huize was (hoewel veel later bleek dat ook niet helemaal te kloppen, maar daarover later wellicht meer) die bij het huwen met mijn moeder omwille van de toekomstige schoonfamilie, zich tot katholiek heeft laten converteren en niet zo gewend was aan de katholieke bemoeizucht die in het zuiden van het land nog tot aan midden jaren tachtig alom aanwezig was.
Ik sloot mijn verhaal aan Josie af met te zeggen dat ik nog wel eens in de kerk kwam, maar alleen maar bij bijzondere gelegenheden zoals een bruiloft, begrafenis of met Kerstmis, maar dat laatste alleen vanwege de sfeer.
Josie keek me met grote ogen aan en vroeg: “Kwam die pastoor echt vragen wanneer het volgende kind zou worden verwacht? Als dat bij mijn ouders zou zijn gebeurd, dan had mijn vader hem waarschijnlijk letterlijk het huis uit geschopt. Waar bemoeit zo’n man zich mee!?”
“Tja,” zei ik, “maar jullie komen dan ook uit Amsterdam en in dat stuk van Nederland is de invloed van de kerken een stuk minder dan hier in het zuiden. Een Amsterdamse pastoor had dit waarschijnlijk niet zo gedaan. Hoe dan ook, Joos, het eten was verrukkelijk en de wijn smaakte er goed bij. Ik vond het fijn om samen met je te mogen eten.” Het laatste wat ik wilde is een ellenlange discussie over de kerk. Ik legde daarom mijn hand op haar onderarm en kneep er zachtjes in als teken van dank.
“Fijn dat je het lekker vond,” zei ze, “laten we dit even afruimen, dan kunnen we aan het dessert beginnen.” We ruimden de tafel met zijn tweeën in een mum van tijd af en ik keek haar daarna verwachtingsvol aan en zei: “Nou, ik ben nu wel benieuwd naar dat dessert dat je me beloofd hebt.” Ze pakte mijn hand vast, leidde me de woonkamer uit en de trap op, en zei: “Ik heb het op mijn kamer.” “Is het soms chocola?” probeerde ik nog omdat zij wist dat ik verzot was op pure chocolade. “Niet zo ongeduldig, je ziet zo wel wat het is,” zei ze terwijl we de trap naar de zolderverdieping opliepen. We liepen haar kamer weer op en ik keek of ik ergens iets van een dessert zag staan.
Ze nam mijn gezicht in beide handen, draaide het naar haar toe en kuste me op mijn neus, sloeg daarna haar armen om mij hals, drukte haar wang tegen de mijne aan en fluisterde in mijn oor terwijl haar rechterhand naar beneden bewoog en lichtjes mijn penis aanraakte: “Ik dacht jou bij wijze van dessert tevreden te stellen, door jouw piemel met mijn tong te bewerken. Ik ben al geil vanaf dat ik wakker werd en naar beneden ging om te koken en het lijkt me heerlijk om je deze wederdienst te bewijzen.” Ze wreef wat steviger met haar rechterhand over mijn geslachtsdeel dat daar uiteraard met vreugde op reageerde door omhoog te willen komen. Maar met mijn trainingspak aan was dat even een dingetje.
Ik keek haar schalks aan en zei, terwijl mijn rechterhand zich naar haar billen bewoog en haar daar zachtjes begon te strelen: “Ik zeg daar natuurlijk géén neen tegen maar mij lijkt het eerlijk gezegd eerder dat dat jóuw dessert is. Ik heb nog niks gezien wat ik in mijn mond kan doen. Wat kun je mij aanbieden?” Ze keek me, door mijn laatste vraag iets van haar stuk gebracht, even verbaasd aan maar schoot toen in de lach, begon me in mijn zij te kietelen, waar ik heel slecht tegen kon, en zei: “Wat een ondeugend mannetje ben jij toch. Okay, jij je zin, je weet waar je daarvoor moet zijn, toch?” Ik grinnikte even, trok haar topje over haar hoofd uit, gooide dat op de grond en nam één van haar tepeltjes, die al behoorlijk stijf waren, in mijn mond, zoog eraan en zei: “Ja zeker en dit is één van de plekjes waar ik me mee bezig zou willen houden”.
Dat was als het ware het startsein om elkaars kleren haastig uit te trekken waardoor we in een mum van tijd in adams- en evakostuum tegenover elkaar stonden. We hijgden allebei heel lichtjes en ik tilde haar van de grond af en legde haar op bed, waarna ik naast haar ging liggen. Ik voelde, zoals later bleek net zoals zij, door de opwinding wat koortsig-warm aan.
We keken elkaar verwachtingsvol in de ogen en begonnen elkaar minutenlang bijna gulzig te zoenen, terwijl onze benen zich in elkaar verstrengelden en onze handen elkaars lichaam aan het verkennen waren. Het leek net alsof we ineens haast gekregen hadden en in het verleden verloren tijd wilden inhalen. Het verlangen naar elkaar was zo hevig dat het bijna pijn deed. We kwamen in een roes terecht waarin onze ademhaling en hartslag versnelden en waarin de buitenwereld vervaagde. Er was alleen nog maar onze kleine perfecte wereld op haar zolderkamer. Alles daarbuiten deed er even niet toe.
Ik was zelf gekleed in strakke blauwe jeans met daarop een paars t-shirt. Mijn moeder had op mijn verzoek het t-shirt midden op de borst voorzien van een geborduurd vlindertje. Ik liep op bruine lederen sandalen en had in dezelfde kleur een bruine lederen riem met een kleurig bloemetjesmotief in mijn jeans.
Midden in het weiland stond een grote boom waartegen we aan gingen zitten en waarvan het bladerdak diende als parasol.
Ik voelde me als een koning te rijk en alsof ik alles in het leven aankon.
Josie boog haar gezicht naar mij toe om me een zoen te geven, maar slaagde daar niet in omdat haar haren in de weg zaten. Haar haren kwamen zelfs in mijn neus en begonnen me hevig te kriebelen. Ik moest ineens heel hard niezen, en toen…
Toen werd ik wakker, opende ik mijn ogen en zag Josie mij met een veertje in mijn neus kriebelen. Opnieuw overviel me een niesbui. Ik zei al niezend: “Niet doen, joh! Ik heb hele gevoelige slijmvliezen, heb ook soms hooikoorts, waardoor ik wel een kwartier achter elkaar kan blijven niezen!”
Ze stopte er meteen mee, lachte me toe en zei: “Wakker worden dan, slaapkop! Weet je hoe laat het eigenlijk al is?”
“Geen idee,” zei ik en rekte me eens lekker uit en keek haar nog eens aan. Wat meteen opviel was dat ze haar huispak weer aan had en ik vroeg: “Hoe laat is het dan?”
“Het is etenstijd en ik heb de pasta al klaar. Je hebt bijna anderhalf uur geslapen!”
“Wat?” zei ik, “zo lang? Jeetje, wat moet ik dan moe zijn geweest. En ik ben nog niet eens halverwege met de massage!”
“Ach”, reageerde Josie schijnbaar achteloos, “de rest komt later nog wel een keertje”. “Maar wanneer hebben we dan weer eens zo’n gelegenheid, Joos?” wierp ik tegen, “het is nu ook niet zo dat Nannie (koosnaampje voor Nanette), Dré-tje en je ouders vaker allemaal op dezelfde dag de gehele dag niet thuis zijn, toch?”
“Nou, dan heb ik een verrassing voor je. Terwijl jij lekker lag te pitten en ik de pasta aan het klaarmaken was, belde mijn moeder op om te zeggen dat ze vanwege het lange weekend hadden besloten om nog een nachtje langer in Amsterdam te blijven. Omdat het morgen nog mooier weer schijnt te worden dan vandaag, wilden ze met opa een lange wandeling in het Amsterdamse Bos gaan maken. Daar zouden ze dan met de auto naar toe rijden. Pa wilde dan ook eens lekker met Dré-tje gaan voetballen, je hebt daar namelijk van die veldjes waarop vaker voetbal wordt gespeeld. Ik heb toen gelijk naar de vriendin van Nannie gebeld en het nieuws aan Nannie verteld. Die zei toen dat dat haar wel goed uitkwam omdat haar vriendje ook toevallig bij haar vriendin in de buurt woont en ze zodoende wat meer tijd met elkaar konden doorbrengen. Wel toevallig, hè? Dus meneertje, we hebben morgen de hele dag te tijd om de massage af te maken. En nu eruit, want ik heb enorme trek gekregen. O, trouwens, ik had mijn moeder toch maar verteld dat wij samen gezellige dingen gingen doen. Ze weet dus dat we dit weekend samen optrekken,” zei ze met een knipoog.
Ik trok haar naar me toe en gaf haar een zoen en zei: “Wat ben je toch een schatje.” Ik stond op en deed mijn trainingspak en sokken weer aan en liep met haar naar beneden. In de eetkamer aangekomen zag ik dat ze de tafel mooi had gedekt met kaarsjes, mooie borden, bestek en glazen.
Bij mij thuis werd er eigenlijk nooit aan tafel gegeten met het hele gezin, daarvoor was het een te chaotisch gebeuren. Mijn moeder kookte meestal midden op de dag, vaak nasi of bami goreng met een of twee bijgerechten zoals gado-gado, sateh ajam of ajam besenjek. De pannen en schalen liet ze dan afgedekt op het fornuis of het aanrecht staan. En iedereen kon dan als het zo uitkwam een bordje opscheppen. En niet alleen wijzelf, maar ook de vriendjes en vriendinnetjes die soms samen met ons huiswerk maakten, prikten een vorkje mee. Het was altijd een zoete inval bij ons. Achteraf viel het me pas op hoe populair we eigenlijk waren onder onze vrienden. En de kookkunst van mijn moeder heeft daar zeker een grote rol bij gespeeld.
Soms wilde ze ook wel eens Hollandse pot koken: b.v. aardappelen met erwtjes en een gehaktbal met appelmoes toe. Dat deed ze dan plichtmatig, want we woonden immers niet meer in Indonesië en moesten het toch doen met de Nederlandse ingrediënten.
Ik heb een lieve en zorgzame moeder gehad, maar Hollandse pot koken kon je beter niet aan haar overlaten. Zo goed als ze vol passie Indisch eten kon klaarmaken, kon ze niet het plezier vinden in het koken van Nederlands eten. Ik denk dat dat verklaard kan worden door het trauma dat ze had opgelopen doordat ze haar geliefde Indië heeft moeten verlaten om naar dit koude kikkerlandje te moeten gaan (haar woorden!). En hoewel ons gezin na de oorlog redelijk is opgevangen, maar wel bij lange na niet zo goed als de vluchtelingen uit Hongarije (1956), de oorlogsgebieden in het Midden-Oosten (2018) of nu de Oekraïne, was het zeker in het begin zwaar voor mijn ouders en de vier oudste kinderen. Omdat ze een bruin huidje hadden, werden ze vaak met de nek aangekeken, zeker in het dorp op het platteland in het zuiden van Nederland waar ze toen woonden en waar ik geboren ben. Al met al geen positieve motivatie voor mijn moeder om het klaarmaken van de Hollandse pot in de vingers te krijgen.
Hoe dan ook, Josie had er echt werk van gemaakt en het rook heerlijk in de kamer. “Ga maar zitten,” zei ze. Ik zag dat ze de tafel zo had gedekt dat we samen aan een hoek van de tafel konden zitten en dus niet tegenover of naast elkaar. Zo konden we elkaar tijdens het eten blijven aankijken en in gesprek blijven zonder dat we de hele tafel over moesten reiken om elkaar even aan te raken, mochten we daar behoefte aan hebben.
Ik ging aan de lange kant aan tafel zitten en keek van daaruit de woonkamer in. Wat hadden ze een andere inrichting dan wij dat hadden. Bij ons was het een beetje een ratjetoe omdat we zoveel mogelijk zitplaatsen wilden hebben. Niet alleen om ons alle zeven de gelegenheid te geven om te zitten, wat zelden voorkwam omdat haast nooit iedereen tegelijkertijd aanwezig was, maar ook de vele gasten die elk weekend op bezoek kwamen een gerieflijk plekje te kunnen bieden.
Bij Josie thuis was het minder vol ingericht en er was toch voldoende plaats voor het gehele gezin plus nog een paar gasten indien nodig. Ook de kleuren waren anders, bij hun was een moderne kleurstelling gebruikt met veel oranje en licht-bruin in regelmatige rondvormige patronen in het behang, terwijl bij ons ervoor gekozen was een stukje Indonesië te repliceren met zware donkerbruine tinten in het behang en de meubels. Wij hadden de kamer ook vol tropische planten staan, terwijl bij Josie thuis ik welgeteld drie plantjes kon ontdekken die ergens verloren op een vensterbank stonden.
Het was bij ons ook altijd een paar graden warmer dan bij hen. Mijn moeder vond het maar niks om in een dikke trui op de bank of aan tafel te zitten en gaf de voorkeur aan een zomerjurkje, of het nu zomer of winter was.
Josie kwam de kamer binnen met een grote pan waar vanaf de dampen omhoog stegen en zette die op de tafel neer. Ze ging weer naar de keuken om met een glazen schaal terug te komen waarin allerlei gesneden rauwe groenten lagen zoals tomaat, komkommer, augurken, e.d. Daarover had ze in de keuken een sausje gegoten.
Ze ging zitten en ik zei bij wijze van compliment : “Het ruikt heerlijk, als het net zo lekker smaakt als het ruikt, dan kan mijn dag niet meer stuk.”
Ze legde haar hand op die van mij en keek me aan en zei: “Waarom denk je dat het niet lekker zal smaken?” Ik keek haar verschrikt aan en protesteerde: “Maar dat zei ik toch helemaal niet en dat bedoelde ik zeker niet te zeggen, hoor!”
Ze kneep me lichtjes in mijn hand en zei: “Jij bent zo gemakkelijk op de kast te krijgen, hè”, en begon te grinniken en gaf me een zoen. “Jeetje, Joos!” liet ik me ontvallen, “wat ben jij een plaaggeest, zeg!” maar moest inwendig wel lachen en gaf haar een zoen terug.
“Wil je wat drinken?” vroeg ze. “Ja, ik lust wel weer een colaatje “, antwoordde ik. “Wil je anders eens een glaasje rode wijn proberen?” stelde ze voor. “Wij drinken geen alcohol thuis, mijn vader is immers van de blauwe knoop: er wordt geen alcohol gedronken en ook niet gerookt. En hij is daar erg strikt in.” voegde ik toe, “maar ik wil wel een klein glaasje proberen, als dat van je mag.” “Natuurlijk mag dat,” zei ze, “en trouwens als je een beetje wijn drinkt, zal het dessert straks je nog beter smaken denk ik zo.” “O, wat hebben we dan als dessert?” vroeg ik terwijl ik de pasta bij haar op het bord schepte. “Nou, dat is een verrassing en dat zul je straks wel zien,” zei ze, “en dit is wel genoeg pasta, denk ik. Wil je me soms vetmesten, lieverd?”
“Maar zo-even zei je nog dat je grote trek hebt,” wierp ik tegen. “Ja, maar dat wil niet zeggen dat ik de halve pan kan opeten. Ik wil ook nog wat van het eten voor de lunch van morgen overhouden, ik had daarom extra veel gemaakt,” legde ze uit, “de sla kan ik overigens zelf wel op mijn bord doen. Dankjewel, lieverd.”
Ik schepte wat pasta op mijn eigen bord alsook wat sla, maar wachtte met eten en vroeg aan haar met een plechtig gezicht of ze misschien nog enkele momenten stilte wilde voordat we met het eten zouden beginnen. Ze keek me met gefronst voorhoofd aan omdat ze die vraag niet had verwacht en zei: “Je weet toch dat we niet bij een kerk zijn en dat …..”. Maar voordat ze verder kon gaan, barstte ik lachen uit en riep: “Haha, teruggepakt! Natuurlijk weet ik dat jullie niet kerks zijn, net zo min als wij het zijn. Wie zit er nu op de kast?” Ze gaf me een schop onder tafel, moest toch wel lachen, en siste: “rotjoch!”
We begonnen met het eten, wat erg goed smaakte, hetgeen ik ook aan haar liet blijken en keuvelden onderwijl een aardig eind weg. Zo nu en dan dronk ik een beetje wijn, wat me verrassend genoeg zeker niet tegen viel. Wel werd ik al gauw een beetje licht in mijn hoofd, wat het gesprek alleen naar ten goede kwam.
Halverwege de maaltijd vroeg ze me terloops waarom wij niet kerks waren. Ze had immers van iemand gehoord dat we van katholieke huize waren.
Ik vertelde haar dat toen ik pas geboren was, we naar deze straat waren verhuisd welke in de St. Paulus parochie lag. Mijn ouders hadden besloten om na mij geen kinderen meer te willen omdat het met vijf kinderen druk genoeg zou zijn, en ook dat het woekeren met ruimte zou zijn in het nieuwe huis als er nog één of meerdere kinderen bij zouden komen (zelf waren ze beiden wel afkomstig van kinderrijke gezinnen).
Na een maand kwam de pastoor op bezoek die van de gemeente had doorgekregen dat wij katholiek waren en wilde ons persoonlijk in de parochie verwelkomen. (Dat zou in deze tijd niet meer kunnen met de huidige privacywetgeving!).
Hoe dan ook, op een zeker moment, vroeg de pastoor in zijn naïeve argeloosheid aan mijn ouders wanneer het volgende kind zou komen. Waarop mijn vader gezegd zou hebben dat de pastoor zich niet met zijn familiezaken diende te bemoeien, hij abrupt opstond en zijn hand uitstak om de pastoor te danken voor zijn komst en aangaf in de toekomst geen behoefte meer te hebben aan contacten met de kerk. De pastoor vertrok schielijk met de spreekwoordelijke staart tussen de benen en we hebben hem daarna nooit meer gezien.
Achteraf kwam ik te weten dat mijn vader oorspronkelijk van protestantse huize was (hoewel veel later bleek dat ook niet helemaal te kloppen, maar daarover later wellicht meer) die bij het huwen met mijn moeder omwille van de toekomstige schoonfamilie, zich tot katholiek heeft laten converteren en niet zo gewend was aan de katholieke bemoeizucht die in het zuiden van het land nog tot aan midden jaren tachtig alom aanwezig was.
Ik sloot mijn verhaal aan Josie af met te zeggen dat ik nog wel eens in de kerk kwam, maar alleen maar bij bijzondere gelegenheden zoals een bruiloft, begrafenis of met Kerstmis, maar dat laatste alleen vanwege de sfeer.
Josie keek me met grote ogen aan en vroeg: “Kwam die pastoor echt vragen wanneer het volgende kind zou worden verwacht? Als dat bij mijn ouders zou zijn gebeurd, dan had mijn vader hem waarschijnlijk letterlijk het huis uit geschopt. Waar bemoeit zo’n man zich mee!?”
“Tja,” zei ik, “maar jullie komen dan ook uit Amsterdam en in dat stuk van Nederland is de invloed van de kerken een stuk minder dan hier in het zuiden. Een Amsterdamse pastoor had dit waarschijnlijk niet zo gedaan. Hoe dan ook, Joos, het eten was verrukkelijk en de wijn smaakte er goed bij. Ik vond het fijn om samen met je te mogen eten.” Het laatste wat ik wilde is een ellenlange discussie over de kerk. Ik legde daarom mijn hand op haar onderarm en kneep er zachtjes in als teken van dank.
“Fijn dat je het lekker vond,” zei ze, “laten we dit even afruimen, dan kunnen we aan het dessert beginnen.” We ruimden de tafel met zijn tweeën in een mum van tijd af en ik keek haar daarna verwachtingsvol aan en zei: “Nou, ik ben nu wel benieuwd naar dat dessert dat je me beloofd hebt.” Ze pakte mijn hand vast, leidde me de woonkamer uit en de trap op, en zei: “Ik heb het op mijn kamer.” “Is het soms chocola?” probeerde ik nog omdat zij wist dat ik verzot was op pure chocolade. “Niet zo ongeduldig, je ziet zo wel wat het is,” zei ze terwijl we de trap naar de zolderverdieping opliepen. We liepen haar kamer weer op en ik keek of ik ergens iets van een dessert zag staan.
Ze nam mijn gezicht in beide handen, draaide het naar haar toe en kuste me op mijn neus, sloeg daarna haar armen om mij hals, drukte haar wang tegen de mijne aan en fluisterde in mijn oor terwijl haar rechterhand naar beneden bewoog en lichtjes mijn penis aanraakte: “Ik dacht jou bij wijze van dessert tevreden te stellen, door jouw piemel met mijn tong te bewerken. Ik ben al geil vanaf dat ik wakker werd en naar beneden ging om te koken en het lijkt me heerlijk om je deze wederdienst te bewijzen.” Ze wreef wat steviger met haar rechterhand over mijn geslachtsdeel dat daar uiteraard met vreugde op reageerde door omhoog te willen komen. Maar met mijn trainingspak aan was dat even een dingetje.
Ik keek haar schalks aan en zei, terwijl mijn rechterhand zich naar haar billen bewoog en haar daar zachtjes begon te strelen: “Ik zeg daar natuurlijk géén neen tegen maar mij lijkt het eerlijk gezegd eerder dat dat jóuw dessert is. Ik heb nog niks gezien wat ik in mijn mond kan doen. Wat kun je mij aanbieden?” Ze keek me, door mijn laatste vraag iets van haar stuk gebracht, even verbaasd aan maar schoot toen in de lach, begon me in mijn zij te kietelen, waar ik heel slecht tegen kon, en zei: “Wat een ondeugend mannetje ben jij toch. Okay, jij je zin, je weet waar je daarvoor moet zijn, toch?” Ik grinnikte even, trok haar topje over haar hoofd uit, gooide dat op de grond en nam één van haar tepeltjes, die al behoorlijk stijf waren, in mijn mond, zoog eraan en zei: “Ja zeker en dit is één van de plekjes waar ik me mee bezig zou willen houden”.
Dat was als het ware het startsein om elkaars kleren haastig uit te trekken waardoor we in een mum van tijd in adams- en evakostuum tegenover elkaar stonden. We hijgden allebei heel lichtjes en ik tilde haar van de grond af en legde haar op bed, waarna ik naast haar ging liggen. Ik voelde, zoals later bleek net zoals zij, door de opwinding wat koortsig-warm aan.
We keken elkaar verwachtingsvol in de ogen en begonnen elkaar minutenlang bijna gulzig te zoenen, terwijl onze benen zich in elkaar verstrengelden en onze handen elkaars lichaam aan het verkennen waren. Het leek net alsof we ineens haast gekregen hadden en in het verleden verloren tijd wilden inhalen. Het verlangen naar elkaar was zo hevig dat het bijna pijn deed. We kwamen in een roes terecht waarin onze ademhaling en hartslag versnelden en waarin de buitenwereld vervaagde. Er was alleen nog maar onze kleine perfecte wereld op haar zolderkamer. Alles daarbuiten deed er even niet toe.
Lees verder: Mijn Leven, Mijn Liefdes, Josie - 5
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10