Door: Keith
Datum: 15-10-2022 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 7609
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 47 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 233
Even later stonden er vier wijnglazen op tafel. Joline deed de zonwering dicht; het werd schemerdonker in de kamer. We dronken wat, tot Charlotte zachtjes zei: “Kees… We willen je wat vragen, Margot en ik. Joline weet ervan en had er met jou over gesproken, zei ze…” Ze ging niet verder, kreeg een rood hoofd.
Margot nam het over. “Wil jij een keertje met ons knuffelen? Wij weten in feite helemaal niks van sex met een man; bij onze beoogde toekomstige echtgenoten was er geen sprake van sex, maar van verkrachting. En dat willen we allebei uit ons systeem hebben en vervangen door iets anders, iets moois. En jij bent de enige aan wie wij dat durven vragen…”
Beide zussen keken me aan en Joline, tussen hen in, ook. Ik wist dat ik nu héél voorzichtig en diplomatiek moest antwoorden, anders was het écht foute boel.
Ik haalde diep adem. “Lieve meiden, ten eerste: dank voor jullie vertrouwen. Ik weet dat Jo jullie al een hele fijne nacht heeft gegeven en mijn lieve zussen hebben dat ook gedaan. Vond ik prima; vrouwen onderling kunnen dat misschien nog wel beter dan een man. Ik heb jullie met elkaar horen vrijen en heel even gezien, een paar dagen voor onze bruiloft; een prachtgezicht.
Maar ik had het er best moeilijk mee toen ik via Joline jullie vraag te horen kreeg. Ik ben met háár getrouwd; de liefste vrouw van Nederland. Wij zijn soulmates, voelen elkaar 100% aan. Dát wilde ik niet verpesten.
En ja, ik weet dat Joline er helemaal achter staat en dat moet ook; ik wil niets voor haar verbergen of achter haar rug om doen. Maar geef me de kans om er even aan te wennen. Als jullie denken dat ik nu in één streep met jullie naar de slaapkamer ren: sorry, dat gaat niet gebeuren. Kan ik niet, dan blokkeer ik volledig…”
Ze knikten en Charlotte zei: “Dat begrijpen we helemaal. Het is nogal wat. Maar wij hebben een voorstel. En met ‘wij’ bedoelen we ook deze schat hier tussen ons in. Als we nu eens in deze kamer net zo’n sessie doen als de vorige keer… Margot en ik houden elkaar bezig en jullie doen die dingen die je als echtpaar mag doen…” Ze giechelde even, “…en we kijken naar elkaar? Jullie naar ons, wij naar jullie…” Margot giechelde ook. “Tenslotte vond je het een ‘prachtgezicht’, dat zei je net zelf.”
Ik zuchtte. “Ja hoor, het is weer zover. Ik word weer eens met m’n eigen woorden verslagen.” Drie lachjes vanaf de bank volgden. Joline werd praktisch. “Ik schenk nog een glas wijn in; da’s goed om de gemoederen iets losser te maken. En Kees, als jij even je afsluitrondje doet; bel uit, intercom uit, deuren op slot, gordijnen dicht, ook in de slaapkamers: we zijn niet thuis. En ook alle mobieltjes uit. Ik wil geen afleiding, daar is deze middag veel te belangrijk voor.”
Ik liep het bekende veiligheidsrondje en pakte toen mijn mobiel uit de slaapkamer. Die had ik niet meegenomen naar de kerk. Uit gewoonte keek ik nog even of er iets nieuws was.
Drie oproepen en een appje van Nadia, om 14:30 verzonden. “Kees, bel me z.s.m!” Ik liep de kamer in. “Dames, sorry. Appje van Nadia om haar snel te bellen. Half uur geleden verzonden. En nee, dat is geen rotsmoes. Even luisteren wat er is.” Ik beantwoordde haar oproep en zette de telefoon op de speaker.
“Hé Nadia, met Kees. Ik moest jou bellen. Vertel.”
Ze klonk geagiteerd. “Kees,ik kreeg net van een nichtje van me uit Groot-Ammers te horen dat er een soort knokploegje jouw kant uit komt. Vanavond. Onder andere de twee afgewezen bruidegoms en mijn broer. Plus misschien nog wat lui.
Dat nichtje had staan luistervinken toen haar pa aan het telefoneren was. Kon er niet helemaal wijs uit worden, maar ze hoorde dat er plannen waren om de zussen mee te nemen.”
Ik werd ijskoud. “Wacht even Nadia, er staan hier drie dames naast me te grommen en hun nagels te vijlen…”
“Geen geintjes nu, Kees. Haal mijn nichtjes daar weg en zoek zelf ook een goed heenkomen!”
“Vluchten staat niet in ons woordenboek, Nadia!” Joline boog zich over de telefoon. “We nemen wel wat maatregelen. Zodra ze hier verschijnen, staat de politie achter hen, denk ik.”
“Prima, Joline, maar zorg ervoor dat Lot en Mar veilig zijn!”
“Wat dacht je zelf, Nadia?”
Ze zuchtte diep. “Ik wou dat dit gedonder over was. Je zou denken dat mijn broer iets geleerd had van z’n arrestatie. En die anderen ook…”
“Nadia, wij regelen het hier wel. Als we nieuws hebben, bellen we jou als eerste, oké? En tot die tijd: poort op slot houden, camera’s goed in de peiling houden of zelf ergens anders heen gaan! Jij bent ook medeplichtig, weet je…”
“Ik ga wel naar een collega toe. Woont in Arnhem en ze had aangeboden dat ik, als het nodig was, bij haar kon slapen.”
Ik kon het niet laten. “Blij dat het geen mannelijke collega is, meester Bongers…”
Een fél “Eikel!” was haar reactie, gevolg door: “Zorg goed voor Mar en Lot, Kees.”
“Natuurlijk, lieve tante. Hou je telefoon maar bij je; we houden contact, goed?”
“Oké, Kees. En als jullie hulp nodig hebben, laat het ook weten.”
“Is goed… Doei!”
Ik draaide me om. “Oké meiden, even andere prio’s. Vanavond komen ze dus deze kant uit. Laat me even denken… Allereerst: en Jolien, je gelooft je oren niet,maar ik zeg het toch: omkleden. Spijkerbroek, stevige schoenen, trui. In ieder geval iets waarin je soepel kan bewegen.”
Ik glimlachte even. “Want als jullie ex-bruidegoms je zó zien…” Joline keek me even strak aan. “Ik ben het helemaal met Nadia eens, Kees. Je bent een eikel.” Beide zussen lachten niet, maar keken angstig. “Niet bang zijn, meiden! We zorgen dat jullie niks overkomt! Húp, omkleden!”
Ze verdwenen in hun kamer en Joline keek me aan. “En nu, Kees?” Ik dacht even na. “We bellen die vrouwelijke rechercheur, leggen het verhaal uit en vragen of zij wat collega’s in Veldhoven ervan kan overtuigen dat wij politiebescherming nodig hebben. Krijgen we die niet, dan hebben we nog wat troeven met een kaliber van 5,5 millimeter in de kast staan, maar die wil ik liever niet gebruiken, want dan moet je wéér een politieman uitfoeteren.”
Joline keek me lang en indringend aan. Toen draaide ze zich om. “Ik ga me maar even omkleden, denk ik. Met hele stevige schoenen, om jou een trap onder je achterwerk te geven.” En met haar hoofd om de deur zei ze liefjes: “Goed plan, Kees.”
Ik pakte mijn map met visitekaartjes. ‘A. Vermue, zedenzaken’. Telefoonnummer er achter. Ik typte het nummer in.
“Met Amber”, hoorde ik een heldere stem.
“Dag mevrouw Vermue, u spreekt met Kees Jonkman, Veldhoven. Ik ben de protegé van de dames Bongers, die tweeling die…” Ze onderbrak me. “die verkracht zijn door hun toekomstige bruidegoms. Ik weet wie u bent, meneer Jonkman.”
“Mooi. Sorry dat ik bel op een zondagmiddag, wellicht een vrije zondagmiddag, maar dit is dringend…”
Kort en zakelijk vertelde ik het verhaal en deed mijn verzoek voor politie-assistentie.
“Oei meneer, dat ligt wat moeilijk. Feitelijk is er nog niets gebeurd en we weten niet eens zeker of de heren hun plan gaan uitvoeren. Formeel kan ik hier weinig mee.”
Ik wond me op, maar dwong mezelf kalm te antwoorden. “Dat begrijp ik helemaal mevrouw. Maar even voor de goeie orde: heeft u opgezocht wat er zich het afgelopen jaar bij ons heeft voorgedaan? Mijn toen nog verloofde, nu mijn echtgenote, heeft u een hint gegeven.”
Het was even stil. “Ja, dat weet ik. U heeft een makelaar tussen bendes gearresteerd, een grootschalige fraudeur laten arresteren, zijn zoontje twee luchtbukskogels laten slikken en de stiefmoeder van het zoontje buiten gevecht gesteld. Interessante verbalen overigens.”
“Precies. En exact daarom zou ik graag politiebescherming hebben. Om te voorkomen dat mijn echtgenote en ik wéér onze luchtbuksen moeten gebruiken. Want dat gaat gebeuren als er iemand zonder mijn toestemming mijn huis binnendringt, dat geef ik u op een briefje. In Veldhoven werkt een collega van u, een hoofdagent, die ook op de hoogte is. Zijn naam staat in de processen-verbaal. Als u die te pakken kunt krijgen…”
“Ze klonk beslist. “Meneer Jonkman, ik ga meteen bellen als dit gesprek ten einde is. Eén raad: speel niet voor eigen rechter. Dat…”
Ik onderbrak haar. “Ik weet het, mevrouw. Eerst de politie bellen en pas je huis verdedigen als men zich met geweld toegang verschaft. En als je geweld gebruikt: proportioneel.”
“Precies. Ik ga nú Veldhoven bellen. Ze nemen met u contact op. Dank voor de melding.”
“En u dank voor uw luisterend oor en actie, mevrouw Vermue.”
Ik hing op. Zo, dat was dat. Omkleden… Nee, eerst de camera’s op de overloop controleren en de buren waarschuwen. “Schat, ik ben even naar de buren!” “Oké!” kwam het antwoord uit de slaapkamer. Ik belde aan bij de familie Kamer. Geen reactie. Nóg een keer en langer. Geen reactie. Oké, die waren niet thuis. Camera op de galerij controleren en de app activeren. Die meldde meteen dat er beweging op de galerij was en ik zag mezelf duidelijk in beeld. Prima. Naar binnen: de camera die zicht had op de hal: ook goed. Mooi.
Voordeur op slot, keukenraam vergrendelen; daar zat sinds de inval van stiefzoon dik dubbel glas in en een aantal stevige dievenklauwen. Daar kwam je niet mee zo simpel door naar binnen… Gordijnen in de keuken en de studeerkamer dicht; dat waren de enige vensters waardoor je vanaf de galerij naar binnen kon kijken…
Nog meer? Nee, voorlopig niet. Mooi, omkleden dan, want ook ik had nog m’n nette kleren aan. In de deur van de slaapkamer botste ik tegen Joline op. In spijkerbroek, trui en op haar stevige wandelschoenen. Ze duwde me de slaapkamer in en sloot de deur.
“Kees… Voordat we weer een knokploegje vormen: je was geweldig naar de meiden toe. Zó lief… Ik zat bijna te janken.” Ze kuste me zachtjes. “Dank je wel, schat. Ik hoop dat deze ellende zonder al te veel toestanden voorbij gaat. Ik heb die rechercheur uit Groot-Ammers gebeld, de zaak uitgelegd en om politie-assistentie uit Veldhoven gevraagd. Ze kon niet veel doen, zei ze want er was nog niks gebeurd.
Toen heb ik haar verteld dat ik, dat wij, er niet zo’n trek in hadden om weer met onze luchtbuksen aan de slag te gaan. Ze probeert die hoofdagent te pakken te krijgen die hier in beide gevallen geweest is. Die man van 40 met die snor. Leek me een prima vent.” Joline vertrok haar gezicht een beetje en ik begreep meteen waar ze op doelde. “Nee schat, niet die jongere agent die jou zo lief betitelde als ‘mevrouwtje’. Ik kijk wel uit.”
Een grom was het antwoord, trok ze mij tegen zich aan. “Van uitstel komt geen afstel, meneertje. Sowieso gaan wij vannacht met elkaar vrijen. Of dat ook met de zussen erbij is; hangt van hen af. Maar jij bent vannacht van mij, vriendje.” Ik keek zuinig. “Ik weet niet of in het huis van bewaring echtelieden op één cel mogen slapen, schat…”
Ze zuchtte. “Omkleden jij! En daarna wil ik onze buksen controleren en inschieten. Op de zelfde manier als bij Floris: in de gang richting balkon Twaalf meter, met laser. Ik wil die meiden laten merken dat wij in staat zijn om hard van ons af te bijten. Zelfs zonder politiebescherming.” Ze keek ernstig.
“Oké schat. Maar nu eerst omkleden.” Joline liep de kamer in, maar draaide zich halverwege om. “Trek je gevechtspak maar aan, majoor. Laat maar zien wie je bent.” Ik stond haar aan te gapen, maar Joline knikte. “Ja. Leden van ‘de beweging’ zijn toch zo geweldloos? Wij niet. En als zij geweld gaan gebruiken, kunnen wij dat ook. En beter.”
Potdorie… Ik kende Joline nu ruim een jaar, maar toch wist ze me steeds te verrassen. Maar gevechtspak… Geen slecht idee… Even later liep ik de kamer in. “Zo, gereed voor actie, Kees. Ik zal de meiden even vragen of ze wat willen drinken. Of eten misschien. Dan trekken we een blik soep open.”
Ze giechelde weer. “Gelukkig hebben we hier een net fornuis en hoeven we geen hout te sprokkelen…” “Múts!” Ze verdween in de kamer van de zussen en even later kwamen er drie dames uit. Spijkerbroek, stevige stappers, stoere truien. “Ik zag jullie liever in jullie vorige outfit dames, maar het is niet anders.” Margot liep op me af. “Dat geldt ook voor ons, majoor.”
Ze tikte op mijn neus. “Maar die vorige outfit ga je nog wel een keertje zien. Zoals Lot daarstraks tegen me zei: ‘Het veiligste plekje van de wereld’. Dank je wel, Kees.
Ze draaide zich om. “En Joline.” “Kom meiden. Groepshug. Hebben we even nodig.”
We stonden met de armen om elkaar: Joline, Margot, ik en Charlotte. “En kappen met dat getik op mijn neus, Margootje. Je heet geen Boogers met je achternaam.” Ze giechelde. “Ik heb het verhaal van de burgemeester van Heumen gehoord, Kees. Vond ik wel wat hebben.”
Joline maakte er een einde aan. “Wij moeten nog even wat doen, Kees.” En tegen de zussen: “We schieten onze buksen even in. In de keuken gaan staan en er niet uitkomen totdat wij het zeggen. Duidelijk?” Ze keek serieus. Ik pakte de kogelvanger en zette die op het balkon. Plank er achter, kaartje er in en naar de drempel tussen gang en kamer. Twaalf meter…
Joline knielde al en toen ik achter haar stond loste ze haar 1e schot. Met de laser als richtmiddel. 4 schoten volgden, toen ontlaadde ze. “Jouw beurt, Kees.”
Nieuw kaartje er in en ik liep terug. “Niet diezelfde macho truc uithalen als de vorige keer, Kees. Gewoon netjes 5 schoten op 5 doelen.” “Ja schat, goed schat…” In snel tempo schoot ik de 5 pellets op de doelen af. Ontladen, en resultaten bekijken.
Joline had 4 keer de tien geraakt, 1 keer een acht. “Laatste schot is die acht, Kees. Adem…” Ik knikte. “Ik zag het aan de laser, schat. Geen punt, ‘au’ doet het toch wel.”
“En jouw kaart, majoor Jonkman? Laat zien!” Langzaam hield ik mijn kaart onder haar neus: 5 tienen. Joline snoof boos. “Je flikt het nog steeds, hé?” “Drie redenen, schat. Na mijn derde schot haalde ik weer adem en op twaalf meter vind ik het best wel moeilijk om te missen. En ik ben pislink. Kom, laten we die zussen verlossen uit hun lijden in de keuken… Meiden, we zijn klaar, alles in weer veilig.”
Beide zussen kwamen schuchter uit de keuken en Joline liet hen de resultaten zien. “Als het menens wordt meiden, komen ze dit tegen.” Lot verbleekte. “Gaan jullie op ménsen schieten?” Ze beefde. Joline nam haar mee naar de bank, ik ruimde de kogelvanger op. Ondertussen hoorde ik wat Joline vertelde.
“Charlotte, als het waar is wat jouw tante vertelde, zijn er een aantal kerels op weg hier naar toe om jullie mee te nemen naar Groot-Ammers. En wat er dan met jullie zou gebeuren laat ik graag even in het midden; ik wil zo nog een hapje eten. We wachten nu op de politie, of we bescherming krijgen. Ik hoop het wel, want dat scheelt ons heel veel nachtrust en bureaucratie.
Maar als het knokploegje uit Groot-Ammers hier eerder op de stoep staat dan de politie en ze proberen binnen te komen, komen ze er achter dat ze beter aan gedaan hadden een potje te rummikubben in plaats van hier inbreken. Want dan verdedigen wij onze eigendommen én jullie.
En hoe goed Kees misschien kan knokken: wij zijn geen partij voor een stel kerels. Dus gebruiken we onze -legale- luchtbuksen. En daar zijn we best goed in, al zeg ik het zelf. Weet je die preek van mij nog toen jullie zo schrokken dat die o, zo lieve Kees een aantal doden op zijn geweten heeft? Toen was er geen andere optie dan grof geweld. Nu wél: ik hoop van harte dat de politie ons komt ondersteunen, maar anders bijten we keihard van ons af. Tot de politie wél komt omdat we 112 bellen met een melding van huisvredebreuk, geweld en poging tot ontvoering. Snappen jullie het nu een beetje?”
Gedurende haar verhaal was Joline’s toon veranderd. Ze begon lief en vol begrip, aan het eind was ze bijtend hard. Lot snikte en Margot kwam naast haar zitten. Even was het stil, toen zei Charlotte: “Sorry Jolien… Het kwam heel hard bij mij binnen. Jullie zijn normaal zo lief en aardig, en nu sta je klaar om op mensen te schieten…”
Ik knikte. “Ja Lot, het verschil is alleen dat deze buksen niet krachtig genoeg zijn om mensen te doden. Het doet verdomd veel pijn als je zo’n kogeltje tussen de ogen krijgt, maar hij gaat niet je hersenen in. Maar het is meestal voldoende om mensen van verdere stomme streken af te laten zien. En nu wil ik wat eten, verdorie. Ik heb honger. Joline, kom op met die soep!” Drie handen, drie omlaag wijzende vingers. “Niks ervan. Ik heb formeel nog steeds vakantie.”
“Het is bruine bonensoep, meneer Jonkman.” Joline keek streng. “Dus: je dopt je eigen boontjes maar. Maak dat blik open, gooi de inhoud in een pan, zet het vuur er onder aan, roer gelijkmatig en wacht tot er belletjes uit de soep komen. Dan kookt het spul oftewel: het is heet genoeg om op te eten. En doe er meteen maar een paar boterhammen bij. Met kaas graag, dat smaakt prima. Tempo!”
Ik zuchtte en ging aan de slag. Maar terwijl ik het blik opendraaide ging m’n telefoon. Geen nummermelding.
“Met Jonkman, goede avond.”
“Met Paul de Groot, hoofdagent in Eindhoven. Meneer Jonkman, ik kreeg net een telefoontje van een collega uit Groot-Ammers. De politie kan helaas niet op uw verzoek ingaan. Pas als men zich met geweld toegang tot uw woning verschaft, kunnen wij optreden. Het spijt me enorm.”
Ik was even stil en probeerde me te beheersen.
“Meneer Jonkman?”
“Sorry, ik was even aan het nadenken, meneer de Groot. Dit betekent dat, mochten er mensen ons huis binnenkomen, er wederom grof geweld gaat plaatsvinden, meneer. En daar baal ik enorm van. Ik begrijp de personeelsproblemen bij de politie, maar…”
“Meneer Jonkman, u moest eens weten hoeveel meldingen er per dag bij ons binnenkomen die hierop lijken. En negen van de tien gevallen is het loos alarm. Maar ik verzeker u: mocht het wél serieus zijn en wordt er een poging gedaan om bij u binnen te vallen dan staat er binnen tien minuten een politiebus voor uw deur.”
Ik zuchtte diep. “Oké meneer de Groot. Dank voor de melding; ik ga mijn huis voorbereiden op een verdediging.”
“Goed plan. Gaat u lukken, dat weet ik zeker. Ik hoop echter dat het rustig blijft.”
“Dat hoop ik ook. Goede avond, meneer de Groot.”
Ik drukte hem weg en keek om naar Joline. “Meegekregen?” Ze knikte. “Geen ondersteuning, totdat het menens is. Klote, om het maar eens kortaf te formuleren. Wat gaan we doen, Kees?” Ik wees op de soep. “Eerst eten. Ze zullen echt niet voor etenstijd binnenvallen. Ik schat pas na zonsondergang. Laat me even nadenken, schat. Ik wil zorgen dat we tijd krijgen om te reageren.” Joline zette de soep op het vuur. “Ik ga wel koken. Meiden, kunnen jullie brood smeren?”
Margot en Charlotte liepen ook de keuken in en ik ijsbeerde in de kamer rond. Reactietijd… Hoe kreeg ik meer reactietijd… De lift saboteren? Nee. Een aantal mensen in het appartementen-complex was minder-valide. Afhankelijk van de lift. Constant iemand op wacht zetten in de hal om de camerabeelden van de ingang in de gaten te houden? Hmmm… was een optie, maar niet briljant.
Wacht eens…
Ik had het telefoonnummer van Pa Bongers! Op de volg-app zetten en klaar! Moest ik alleen zeker weten of hij diezelfde telefoon nog had… “Jolien, kun jij Pa Bongers zo eens bellen?” Ze keek verbijsterd om en snel legde ik uit waarom. “Met jouw toestel, schat. Dat kent hij niet, hij kent jouw stem niet… Bel hem en doe alsof je een verkeerd nummer ingetoetst hebt. Er om het geloofwaardig te maken…”
Ik zocht het nummer van pa Bongers op, veranderde het laatste cijfer van een 5 in een 8. Dat nummer zocht ik op Internet op: een loodgietersbedrijf in Langerak. Mooi.
“Bel ‘m en doe alsof je urgente lekkage hebt. Het paniekerige huisvrouwtje, zeg maar. Gaat je vast lukken…”
Een dubbele giebel van de zussen en een boze blik van Joline was het gevolg. “Kees Jonkman… je speelt met je voortanden! Margot, kun jij de soep even overnemen?”
Ze pakte haar mobiel, zette de nummermelder uit. “Zo. Geef me dat nummer maar eens, meneer…”
Even later hoorde ik het toestel overgaan en werd er opgenomen.
“Bongers…”
“Dag meneer, u spreekt met mevrouw Jansen…” Joline’s stem klonk wat paniekerig. “Ik heb een enorme lekkage in de kelder! Daar zit een oud kraantje en dat is…”
Ze werd afgekapt. “Mevrouw u spreekt met Bongers, van Bongers transport in Groot Ammers. Wij doen geen loodgieterswerk.”
“Ohhh…. Sorry, dan heb ik de paniek een verkeerd nummer ingetoetst, denk ik! Sorry meneer, sorry hoor!”
Ze hing op en keek me vragend aan. En ondanks alles schoot ik in de lach en gierden de zussen. “Hahaha… Joline met d’r lekkage… Om te gillen! Waar lekte het precies, schat?”
Charlotte lag bijna dubbel. “Jullie zijn erg!” Joline keek boos. “Maar ondertussen hebben wel de bevestiging dat hij z’n mobieltje nog steeds heeft, schat. Dank je wel. Ik heb ‘m op de app; in Groot-Ammers, maar niet thuis, geloof ik.” Margot keek mee op het kaartje op mijn telefoon. “Oh, hij zit bij mijn ex-toekomstige bruidegom thuis. Die zoon van dat andere transportbedrijf. Dan zullen zijn ouders ook wel in het complot zitten, denk ik…” Ze keek nietsziend voor zich uit.
“En mijn ex-toekomstige schoonvader vindt zichzelf nogal een mannetjesputter… Het zou me niks verbazen als hij ook meekomt.” Lot reageerde. “Hú… Die engerd? Kleedde ons met z’n ogen al uit.” Joline had ondertussen soepkommen gepakt. “Kom, eten. Als zij nog in Groot-Ammers zijn… hebben wij de tijd om te genieten van deze heerlijke huisgemaakte bruine bonensoep met brood en kaas. We hebben vanavond energie nodig, dames en heer.” De maaltijd verliep in stilte. Alle vier zaten we met gedachten in ons hoofd.
Na het eten liep ik naar de keuken om de borden in de vaatwasser te zetten. Toen ik me omdraaide zaten drie meiden met de armen om elkaar heen. Lot wenkte me. “Kom er even bij, Kees.” Ik kroop naast Joline. “Dank jullie wel voor alle moeite om ons te beschermen.” Margot zei het zachtjes. “Wát er ook gebeurd: dank jullie wel.” Lot knikte. Even zaten we zo, en toen lieten we elkaar los. “Dank jullie wel voor dit momentje, meiden.” Joline gaf ze een zoen en ik kon niet achterblijven. “Kom. Nu drinken we nog een bak koffie en bespreken we de opties.”
Joline giechelde. “Even de wijn van vanmiddag neutraliseren… Ik zal maar een strak bakje zetten.” Met de koffie voor ons namen we de opties even door. In feite weinig anders dan met de inbrekers een half jaar eerder, behalve dat het keukenraam nu minder makkelijk te nemen was als toen: dik dubbel veiligheidsglas. De voordeur was nu de makkelijkste optie: weliswaar redelijk dik, maar met een moker een gat er in meppen, hand door het gat richting slot en dan de deur van binnenuit open doen…
Het terras was geen logische toegangsweg, daar hoefde ik me geen zorgen over te maken. Aan de zijkant afgezet met een hoog hek, bekroond met scherpe punten. Daar klom je niet simpel overheen: geen houvast. Bovendien had ik alle deuren naar het terras al hermetisch gesloten. Nee, de voordeur, dat zou ‘m wel eens kunnen worden. En dan stonden ze meteen op video. Ondanks dat we best wel gespannen waren, verliep de avond redelijk rustig, tot half elf.
Toen begon mijn mobiel alarm te slaan: pa Bongers kwam in beweging! “Oké meiden, voor de laatste keer: blijven jullie of gaan jullie verdwijnen? Je mág weg, dan neem je de Mini mee en rij je naar Angelique en Henry. Of naar Theo van mijn part. Joline en ik verdedigen het fort wel; hebben we vaker gedaan.”
De zussen schudden eensgezind hun hoofd. “Nee. Vluchten staat ook niet meer in ons woordenboek, Kees. Wij zijn de oorzaak van dit gedoe; dan niet op het moment dat het spannend wordt er vandoor gaan.” “Oké. Dan hebben we het er niet meer over. Prima. Nu maar eens kijken of de meute inderdaad deze kant uit komt.” Nou, daar was geen twijfel over mogelijk. En de maximum snelheid werd ook redelijk genegeerd, zo te zien.
Toen hij Veldhoven in reed ging Joline bij de deur staan en keek op het scherm van de camera in de hal. “Er staan al twee man voor de ingang, Kees. Hangen een beetje rond daar. Een vrij jonge knul en een wat oudere vent. Margot keek. “Kijk eens aan… Mijn ex-potentiële bruidegom en zijn papa.” Ze snoof. Ik keek op het scherm: de knul was geen probleem: vadsig dik. Zijn pa had ook een behoorlijke buik. Beiden geen vechters, zo te zien.
Joline kwam plotseling op een pracht-idee. “Kees: als ze binnen in de hal komen haal ik de lift en hou ik de deur open. Dan moeten ze naar boven lopen en zijn als ze hierkomen al bek-af…” Ik keek haar aan. “Jij bent écht goed…” Pa Bongers had z’n auto blijkbaar een paar straten verderop neergezet; zijn mobiel kwam op loopsnelheid richting flat. Even later kwam hij ook in beeld, samen met een nogal stevige vent van middelbare leeftijd. “Ziedaar mijn ex-bruidegom, Kees. Meneer de rijke weduwnaar. Ook zo’n voorbeeldig type.”
De stem van Charlotte klonk scherper dan ik ooit gehoord had. De weduwnaar kende blijkbaar wat trucjes om een lipsslot open te maken: hij begon aan het slot te frunniken. Joline schoot naar buiten, richting lift en even later hoorde ik de lift boven stoppen. Joline kwam terug. “Zo, die is even buiten werking. Een stukje hout tussen de deur geklemd.” Ze lachte gemeen. Na een minuut frunniken aan het slot stonden de vier heren in de hal en drukten op de liftknop. “Jullie kunnen lang wachten”, hoorde ik wraakzuchtig naast me.
“Tijd voor onze buksen, Joline. Rock and roll, baby.” “Liggen al klaar in de kamer, schat.” Ik knikte. “Als ze hier voor de deur staan gaan jullie naar jullie studeerkamer, meiden. En zodra je hoort dat ze proberen de deur in te meppen bellen jullie 112. Wij houden ze wel even bezig in de hal. Verder komen ze niet.” Twee knikken. Na een minuut of wat wees pa Bongers op de trap. Er ontstond nog een discussie, maar uiteindelijk liepen ze de trap op, uit het zicht.
Ik knipoogde naar Joline. “Die zijn zo meteen helemaal total loss… Prima idee, schat!” Joline wees op het beeldscherm. “Kijk eens wie daar aan komt? Een hele bekende snor!” Inderdaad… hoofdagent de Groot. In burger. Hij belde wél netjes aan. “Meneer Jonkman? Ik sta bij de ingang, uw bezoek is onderweg!”
“Meneer de Groot, we weten het. De deur gaat open! Helaas moet u met de trap; we hebben de lift even buiten werking gesteld.” “Oké! Zodra ze proberen uw woning binnen te komen, sta ik achter ze en arresteer ik ze. Assistentie is al onderweg.” “Top!”
Hij verbrak de verbinding en verdween ook in het trappenhuis. Joline keek op haar horloge. “Als ze er nóg langer over doen, geef ik geen cent voor hun conditie… Ze zijn nu al vier minuten onderweg.” “Hé schat, ze trainen niet met het loopgroepje van Jonkman. Dat scheelt behoorlijk…” Mijn telefoon speelde zachtjes het alarm van de galerij. “Oké, ze zijn boven. Meiden: in jullie kamers! 112 hoef je niet meer te bellen, die zijn al onderweg.” De bel ging en ik liep naar de deur. “Wie is daar?”
“Bongers. Ik moet je spreken.”
“Ik jou niet. Wegwezen bij mijn huis! Ik heb je vriendje een week geleden al gewaarschuwd: verdwijn!”
“Ik kom toch wel binnen hoor… Koud kunstje.”
Weer gerommel met het slot. Zijn vriendje bleek daar best goed in te zijn: een minuut later zag ik het slot draaien en ging de deur open. Zij keken in een aardedonkere hal: wij keken naar vier silhouetten tegen het licht van de galerij.
“Jonkman! Waar zit je? Ik wil mijn dochters terug!”
Een kwart seconde daarna keken ze in de straal van een groene en een rode laser. Tevens deed ik de lamp in de hal aan. Het kwartet zag Joline en mij in de deurpost, knielend met allebei een buks in de handen en de lasers op hen gericht: die van mij op pa Bongers, die van Joline op de vent die de sloten had open gemaakt.
“Alle vier handen in de lucht! Eén verkeerde beweging en je slikt lood!”
En achter hen klonk een andere stem. “Ik zou maar heel snel gehoorzamen, of je gaat pijn hebben! Politie!. U staat alle vier onder arrest. Tegen de muur, handen in de nek!” “
"De agent sprak duidelijk ABN, heren. Tegen de muur, handen in je nek en geen geintjes. Ik schiet niet graag op mensen, maar voor jullie maak ik wel een uitzondering. En mijn vrouw ook.”
Ze gehoorzaamden, maar toen de Groot tussen ons en de jongste van het viertal stond, rende de knul de deur uit. Ik gooide m’n buks in de kamer en sprintte achter hem aan. “Staan blijven!” Eén verdieping lager haalde ik hem in en haakte hem pootje. Hij kwam hard op de trap terecht en vloekte.
“Nou nou nou… Moet dat nou zo op de zondagavond? Ik rukte zijn arm omhoog. “Geen verkeerde beweging vriend, want daar krijg je behoorlijk spijt van… In het ziekenhuis. Mee jij, naar boven, zonder geintjes!” Hij piepte toen ik hem overeind trok.
“Niet janken, dat doe je maar in je eigen tijd. Lópen!”
Eenmaal boven plantte ik hem naast de rest. De Groot was bezig de anderen te boeien met tiewraps; Joline stond schuin achter hem, haar buks nog steeds schietklaar. Met de handen op hun rug gaf de Groot hen de opdracht om te zitten. “Rechtop, niet tegen de muur leunen en je benen gestrekt recht vooruit!” Hij pakte een portofoon uit z’n zak. “Mike, waar zijn jullie, over?” “Vijfde verdieping… Lift doet het niet, dus het duurde wat langer.”
Joline lachte een beetje gemeen en de Groot grinnikte. “Goed voor jullie conditie! Hier is de situatie onder controle; vier arrestanten geboeid, dus jullie mogen het wat rustiger aan doen.” “Soepel hoor…” was het commentaar en we grinnikten.
Even later kwamen er vier geüniformeerde agenten de hal binnen. Joline liet haar buks nu naar het plafond wijzen. “Niet meer nodig zeker?” De Groot wees naar een van de nieuwkomers. “Vraag maar aan mijn collega…”
Die kreeg een rood hoofd: dezelfde jonge agent die ruim een half jaar ervoor door Joline op z’n nummer was gezet. Joline glimlachte liefjes naar hem. “Goede avond.”
Toen liep ze de kamer in en ik hoorde haar zeggen: “Alles in de hand, meiden. Willen jullie nog even kijken? Goed voor de verwerking, zeg maar.”
Drie seconden daarna kwam Charlotte de hal binnen, op de voet gevolgd door Margot. Ze keken even naar de zittende mannen en Margot zei ijzig: “Nou, daar zitten onze macho’s. Hoe voelen jullie je nu? Verrek maar. In de hel waar jullie zo vaak over hebt zitten zedepreken.” Charlotte zei niets, liep naar haar ex-toekomstige bruidegom toe en spuugde in zijn gezicht. Toen draaide ze om, nam Margot onder de arm en liep de kamer in. De deur ging achter hen dicht.
“Hier heb ik helemaal niets meer aan toe te voegen”, zei ik zachtjes. De Groot keek me kort aan en schudde vrijwel onmerkbaar zijn hoofd.
Tegen de arrestanten zei hij: “Overeind. Morgen zullen jullie wel weer worden voorgeleid en verhoord. Reken er maar niet op dat jullie weer met een weekje buiten staan. Dit gaat een heel stuk langer duren, vrees ik.” Pa Bongers begon te muiten. “En m’n bedrijf dan? Dat gaat op deze manier helemaal naar de knoppen!” “Had u eerder aan moeten denken, meneer.” Ik kon het niet laten. “Berouw komt na de zonde, Bongers. Zou jij toch moeten weten.”
Hij wilde gaan foeteren, maar een van de agenten trok hem naar buiten. “Mond dicht voor je het alleen maar erger maakt…” Ik liep snel langs hen heen richting lift. “Ik zal de lift even voor jullie maken.” Joline had een klein houten kegje onder de deur gedrukt, die schopte ik weg. De Groot grijnsde. “Prima manier om mensen moe te maken, meneer Jonkman.” Ik gaf hem een hand. “Dank je wel dat je tóch…”
“We hadden wat goed te maken jullie kant uit. Je krijgt mijn proces-verbaal via de mail; dan kun je lezen of het allemaal klopt. Zo niet, mag je het corrigeren en terugsturen, oké?” Ik knikte. “En nu terug naar je vrouw en die twee dames. Die hebben een borrel nodig, denk ik.”
Ze verdwenen in de lift en een later zag ik het politiebusje wegrijden. Pfoehee… Geen schot gelost, alle boeven achter tralies en geen schade aan de flat. Nu maar eens kijken hoe de meiden in de wedstrijd stonden… En een borrel, ja. Goed plan van de Groot.
Ik liep de flat in, sloot de buitendeur goed en de kamer in. Joline was bezig met haar buks. “Hé schatje…” “Even wachten, Kees. Eerst die buksen opbergen.” Een minuut later stonden de buksen weer op hun plaats in de kast. “Waar zijn Margot en Charlotte?” “Even uithuilen in elkaars armen. Alle emoties er uit gooien. Hebben ze nodig.” Ik knikte en trok Joline tegen me aan. “En wat heb jij nodig, lekkere stoere vrouw van me?”
Ze giebelde in mijn oor. “Een lekkere stoere majoor, die zijn persoonlijke buks in me leegt. Alle 130 miljoen kogeltjes in een stuk of 5 salvo’s…” We schoten samen in de lach. “Mooie meid van me… Ik zal eens kijken wat ik voor je kan betekenen, schat.”
“Kom, naar de kamer. Die twee meiden zullen nu wel klaar zijn. En dan gaan we verder waar we gebleven waren...” Ik keek twijfelend. “Ik ga niet nu met de meiden…”
Ze legde een vinger op mijn mond. “Nee, da’s nu niet zo’n goed plan. Maar we waren bij een tweede glas wijn gebleven, Kees. Dáár gaan we mee verder.” Ze liep naar de kamer van de zussen en ik hoorde haar daar zachtjes praten. Toen kwam ze weer terug de kamer in. “De dames moeten zich nog even opkalefateren. En nog een wijntje, daar hadden ze wel zin in, zeiden ze.” Ik pakte de glazen. “Mooi. En om een mopperende echtgenote te voorkomen: ik doe wel mee met de wijn.”
De zussen kwamen de kamer binnen en ik keek hen aan. Mooi, geen huilsporen, maar redelijk normale koppies. “Hé dames… Beetje opgeknapt van alle commotie?” Margot knikte. “Ja. En we begrijpen jullie attitude ten opzichte van geweld nu een stuk beter.” Ik knikte. “Er is een behoorlijk verschil tussen het lezen over geweld en geweldloosheid in boeken of zelf met geweld geconfronteerd worden. Hebben jullie nu aan den lijve ondervonden, geloof ik.” Joline kwam met een fles de kamer binnen. “Hé meiden, we hebben wat te vieren! Een aanval succesvol afgeslagen, mede dankzij hoofdagent de Groot…. Kees, wat zit jij te prakkiseren?” “Ik ga nog één telefoontje doen, schat.”
Ik keek de zussen aan. “Naar mevrouw Bongers.”Joline schudde haar hoofd. “Nee. Laat haar maar in de rats zitten. Vanavond of uiterlijk morgen krijgt ze wel bericht van de politie dat haar man is gearresteerd. Hoeft ze niet van ons te horen. Die service verlenen we maar één keer.” Ze ging tussen de zussen op de bank zitten. “Zo. Klaar. Hoofdstuk afgerond. Ik had een ander einde van onze huwelijksreis in gedachten, maar bepaalde lieden moesten weer zand in de machine gooien. Proost meiden, proost Kees.”
Ik veerde op. “Sorry schat. Toch nog een telefoontje doen. Nadia.” Joline knikte. “Je hebt gelijk. Nú doen, anders ligt ze al in bed.” Ik belde. “Nadia, met Kees. Je kunt lekker gaan slapen; je broer en z’n vriendjes zijn gearresteerd wegens huisvredebreuk. Slapen weer eens op kosten van de staat.”
Er klonk een grom. “Prima, Kees. Vertel!”
“Nee, schoonheid. Wij drinken nog een wijntje en gaan dan ook plat. De damesmoeten morgen weer fris en fruitig in de collegebanken zitten en ik moet het geld daarvoor verdienen. Morgen hoor je meer.”
“Oké dan… Groeten aan m’n lieve nichtjes en Joline. Dank je wel voor dit belletje, Kees.”
Ik hing op. “Zo. Weer iemand die goed kan slapen. Héhé, wat een geregel allemaal…” Terwijl ik aan het bellen was, had ik gezien dat de dames op de bank zaten te fluisteren. “Kees… Een paar uur geleden zaten we ook zo, en zouden we samen iets gaan doen…” Joline had een klein lachje om haar mond.
“Nee schat. Toen zaten we niet ‘zo’. Toen hadden jullie heel wat anders aan, wat ik best op prijs stelde. Maar zullen we de lessen van de zussen even uitstellen? Ik moet even wat adrenaline laten zakken.” Joline veerde op. “Is goed. Maar die lessen gaan er wel komen, Kees. Beloofd?” Ik knikte. “Beloofd. Mits jullie ook willen, meiden.”
Twee hoofden knikten vol overtuiging. “Mooi, schatten. Ik zie er naar uit. Maar voor nu: het is bedtijd. Morgen moet deze jongen zich weer in Gorinchem melden. Jullie kunnen lekker uitslapen, naar Utrecht rijden en verder slapen in de collegebanken bij professor van Weenen…” Joline snoof. “Echt niet. Kóm meiden, overeind en lekker slapen.” Charlotte liep naar me toe, omhelsde me en zei zachtjes: “Dank je wel, Kees.” Een zoen volgde. Toen liep zij naar Joline en Margot naar mij. Die zei niets, sloeg alleen haar armen om me heen en gaf me ook een zoen.
“Kom meiden… Groepshug.” Even stonden we tegen elkaar te genieten. “Welterusten Joline en Kees.” Welterusten meiden. We zullen de ramen wel dichtdoen.” Een giebel volgde en Joline trok me de slaapkamer in. “Hier jij. Je bent met mij getrouwd, dus je bent nu van mij, Kees.”
Ze keek ondeugend. “Het is nét half twaalf, dus tijd genoeg om lekker te vrijen, schat. Ik wil je.” En ik jou, mooie vrouw. Desnoods in spijkerbroek en trui.” Ze grinnikte. “Dat doen we maar niet. Hup, dat gevechtspak uit, dan doe ik ook wat passends aan.” Ik kleedde me uit en liep richting badkamer. Eerst tanden poetsen, anders proefde ik die wijn morgenochtend nog. Toen ik terugkwam lag Joline al op bed. “Wauw… Wat zie jij er lekker uit, mevrouw Jonkman!”
Ze had een korte, zwarte nachtpon aan, nylons om haar lange benen en haar haren los. Die lagen als een waaier over haar kussen. “Kóm, Kees. Lekker zachtjes met elkaar kroelen…” Ze trok me naar zich toe en kuste me zachtjes, haar ogen in de mijne. “Je bent heerlijk, Joline… Mijn heerlijke echtgenote…” Ze bromde zachtjes en genietend, haar lippen op de mijne. “Vind je het goed als we rustig aan doen, Kees? Lekker zachtjes elkaar strelen, wat zoenen… Niet meteen all the way?”
“Ik lig hier prima, dame. En doe heerlijke dingen met jou… en jij met mij. Ik geniet, schat.” “Mooi zo, Kees. Ik ook. Lekker mee doorgaan…”
'Balou' bromde: "Nou, dat is wel een aangename afwisseling. Meneer en mevrouw Jonkman die het eens rustig aan doen. Een stuk prettiger dan in de camper..."
"Snuit dicht, Beer, of je vliegt weer in de kast." Joline giebelde even. Ze streelde mijn borst, ik haar lange, opwindende benen en we vonden het beiden heerlijk. Ik voelde Joline’s handen stilvallen en even later hoorde ik aan haar ademhaling dat ze sliep. Prima. Ook zij had haar portie adrenaline wel gehad. Héél voorzichtig legde ik haar hand van mijn borst naast haar hoofd en even voorzichtig trok ik het dekbed over ons heen. Lekker slapen, morgen weer aan de bak in Go…
Ik werd wakker doordat Joline wat fluisterde. En voelde even later een warm lichaam achter me in bed schuiven. Joline schoof wat dichter tegen me aan en ook bij haar gleed er iemand onder het dekbed. “Lekker veilig slapen, meiden…” fluisterde Joline zachtjes. Ik bleef roerloos liggen en dwong mezelf gewoon te blijven ademen.
Wat nu? Als ik me om zou draaien zou degene achter me uit bed donderen, dat wist ik zeker. Niet doen dus. Ontspannen, Kees… Moeilijk als je weet dat een van de zussen Bongers achter tegen me aan lag en Joline voor me. Ik besloot om te stoppen met toneelspelen.
“Meiden… Jullie hadden het ook gewoon kunnen vragen, hoor. Maar het is wel lekker, zo'n rugverwarming achter me. Wie het ook is.” Joline lachte geruisloos; ik voelde haar borsten op en neer gaan. Degene achter me schoof iets van me weg. “Lot of Margot: als je nog verder van me weg schuift, donder je op de grond. Ga je niet willen, dus kom maar tegen me aan liggen. Met z’n vieren op dit bedje is wat krapjes.”
Achter Joline hoorde ik Margot zachtjes zeggen: “Dank je wel…” Joline fluisterde in m’n oor: “Draai je om, Kees. En zorg dat Lot niet uit bed valt.” Ik kuste haar kort. “Aye-aye, madam.” Voorzichtig rolde ik om. “Lot, kom hier. Opdracht van Jo, dus niet miepen. Armen om elkaar heen en lekker slapen.” Ze kroop voorzichtig iets dichterbij, maar was héél voorzichtig.
Ik ging op m’n rug liggen, strak tegen Joline aan. “Kom maar, Lot. Kruip maar tegen me aan. Je hoofd op mijn borst en lekker slapen. Het veiligste plekje op de wereld, toch?”
Ik hoorde een zacht “Uhuh… Dank je wel., Kees.” Ik streelde haar haren.
“Zou je zo wel kunnen slapen, denk je?” Weer een zacht “Uhuh”.
“Nou, lekker in slaap vallen dan. En niet teveel bewegen, anders lig je er alsnog uit. Welterusten.” “Slaap lekker, Kees. En Jo. En Mar…” Even een giechel. "En Balou..."
Ik was blij dat ik op m’n rug lag en niet op m’n zij tegen haar aan. Mijn paal was hard. Met mijn vrije hand tastte ik naar Joline. “Lig jij goed, schat?” “Prima Kees. Ik heb die andere schat tegen me aan. Lekker warm, nietwaar Margot?”
Een zacht: “Ja. Heerlijk…” kwam als antwoord. “Lekker slapen dan, meiden.” “Vijf keer, Kees. Het is over twaalven.” Joline grinnikte zachtjes.
“Morgenochtend. Als ik opsta. Zijn jullie ook meteen wakker, pestkop.”
Het werd stil op de slaapkamer en wéér doezelde ik langzaam weg…
Margot nam het over. “Wil jij een keertje met ons knuffelen? Wij weten in feite helemaal niks van sex met een man; bij onze beoogde toekomstige echtgenoten was er geen sprake van sex, maar van verkrachting. En dat willen we allebei uit ons systeem hebben en vervangen door iets anders, iets moois. En jij bent de enige aan wie wij dat durven vragen…”
Beide zussen keken me aan en Joline, tussen hen in, ook. Ik wist dat ik nu héél voorzichtig en diplomatiek moest antwoorden, anders was het écht foute boel.
Ik haalde diep adem. “Lieve meiden, ten eerste: dank voor jullie vertrouwen. Ik weet dat Jo jullie al een hele fijne nacht heeft gegeven en mijn lieve zussen hebben dat ook gedaan. Vond ik prima; vrouwen onderling kunnen dat misschien nog wel beter dan een man. Ik heb jullie met elkaar horen vrijen en heel even gezien, een paar dagen voor onze bruiloft; een prachtgezicht.
Maar ik had het er best moeilijk mee toen ik via Joline jullie vraag te horen kreeg. Ik ben met háár getrouwd; de liefste vrouw van Nederland. Wij zijn soulmates, voelen elkaar 100% aan. Dát wilde ik niet verpesten.
En ja, ik weet dat Joline er helemaal achter staat en dat moet ook; ik wil niets voor haar verbergen of achter haar rug om doen. Maar geef me de kans om er even aan te wennen. Als jullie denken dat ik nu in één streep met jullie naar de slaapkamer ren: sorry, dat gaat niet gebeuren. Kan ik niet, dan blokkeer ik volledig…”
Ze knikten en Charlotte zei: “Dat begrijpen we helemaal. Het is nogal wat. Maar wij hebben een voorstel. En met ‘wij’ bedoelen we ook deze schat hier tussen ons in. Als we nu eens in deze kamer net zo’n sessie doen als de vorige keer… Margot en ik houden elkaar bezig en jullie doen die dingen die je als echtpaar mag doen…” Ze giechelde even, “…en we kijken naar elkaar? Jullie naar ons, wij naar jullie…” Margot giechelde ook. “Tenslotte vond je het een ‘prachtgezicht’, dat zei je net zelf.”
Ik zuchtte. “Ja hoor, het is weer zover. Ik word weer eens met m’n eigen woorden verslagen.” Drie lachjes vanaf de bank volgden. Joline werd praktisch. “Ik schenk nog een glas wijn in; da’s goed om de gemoederen iets losser te maken. En Kees, als jij even je afsluitrondje doet; bel uit, intercom uit, deuren op slot, gordijnen dicht, ook in de slaapkamers: we zijn niet thuis. En ook alle mobieltjes uit. Ik wil geen afleiding, daar is deze middag veel te belangrijk voor.”
Ik liep het bekende veiligheidsrondje en pakte toen mijn mobiel uit de slaapkamer. Die had ik niet meegenomen naar de kerk. Uit gewoonte keek ik nog even of er iets nieuws was.
Drie oproepen en een appje van Nadia, om 14:30 verzonden. “Kees, bel me z.s.m!” Ik liep de kamer in. “Dames, sorry. Appje van Nadia om haar snel te bellen. Half uur geleden verzonden. En nee, dat is geen rotsmoes. Even luisteren wat er is.” Ik beantwoordde haar oproep en zette de telefoon op de speaker.
“Hé Nadia, met Kees. Ik moest jou bellen. Vertel.”
Ze klonk geagiteerd. “Kees,ik kreeg net van een nichtje van me uit Groot-Ammers te horen dat er een soort knokploegje jouw kant uit komt. Vanavond. Onder andere de twee afgewezen bruidegoms en mijn broer. Plus misschien nog wat lui.
Dat nichtje had staan luistervinken toen haar pa aan het telefoneren was. Kon er niet helemaal wijs uit worden, maar ze hoorde dat er plannen waren om de zussen mee te nemen.”
Ik werd ijskoud. “Wacht even Nadia, er staan hier drie dames naast me te grommen en hun nagels te vijlen…”
“Geen geintjes nu, Kees. Haal mijn nichtjes daar weg en zoek zelf ook een goed heenkomen!”
“Vluchten staat niet in ons woordenboek, Nadia!” Joline boog zich over de telefoon. “We nemen wel wat maatregelen. Zodra ze hier verschijnen, staat de politie achter hen, denk ik.”
“Prima, Joline, maar zorg ervoor dat Lot en Mar veilig zijn!”
“Wat dacht je zelf, Nadia?”
Ze zuchtte diep. “Ik wou dat dit gedonder over was. Je zou denken dat mijn broer iets geleerd had van z’n arrestatie. En die anderen ook…”
“Nadia, wij regelen het hier wel. Als we nieuws hebben, bellen we jou als eerste, oké? En tot die tijd: poort op slot houden, camera’s goed in de peiling houden of zelf ergens anders heen gaan! Jij bent ook medeplichtig, weet je…”
“Ik ga wel naar een collega toe. Woont in Arnhem en ze had aangeboden dat ik, als het nodig was, bij haar kon slapen.”
Ik kon het niet laten. “Blij dat het geen mannelijke collega is, meester Bongers…”
Een fél “Eikel!” was haar reactie, gevolg door: “Zorg goed voor Mar en Lot, Kees.”
“Natuurlijk, lieve tante. Hou je telefoon maar bij je; we houden contact, goed?”
“Oké, Kees. En als jullie hulp nodig hebben, laat het ook weten.”
“Is goed… Doei!”
Ik draaide me om. “Oké meiden, even andere prio’s. Vanavond komen ze dus deze kant uit. Laat me even denken… Allereerst: en Jolien, je gelooft je oren niet,maar ik zeg het toch: omkleden. Spijkerbroek, stevige schoenen, trui. In ieder geval iets waarin je soepel kan bewegen.”
Ik glimlachte even. “Want als jullie ex-bruidegoms je zó zien…” Joline keek me even strak aan. “Ik ben het helemaal met Nadia eens, Kees. Je bent een eikel.” Beide zussen lachten niet, maar keken angstig. “Niet bang zijn, meiden! We zorgen dat jullie niks overkomt! Húp, omkleden!”
Ze verdwenen in hun kamer en Joline keek me aan. “En nu, Kees?” Ik dacht even na. “We bellen die vrouwelijke rechercheur, leggen het verhaal uit en vragen of zij wat collega’s in Veldhoven ervan kan overtuigen dat wij politiebescherming nodig hebben. Krijgen we die niet, dan hebben we nog wat troeven met een kaliber van 5,5 millimeter in de kast staan, maar die wil ik liever niet gebruiken, want dan moet je wéér een politieman uitfoeteren.”
Joline keek me lang en indringend aan. Toen draaide ze zich om. “Ik ga me maar even omkleden, denk ik. Met hele stevige schoenen, om jou een trap onder je achterwerk te geven.” En met haar hoofd om de deur zei ze liefjes: “Goed plan, Kees.”
Ik pakte mijn map met visitekaartjes. ‘A. Vermue, zedenzaken’. Telefoonnummer er achter. Ik typte het nummer in.
“Met Amber”, hoorde ik een heldere stem.
“Dag mevrouw Vermue, u spreekt met Kees Jonkman, Veldhoven. Ik ben de protegé van de dames Bongers, die tweeling die…” Ze onderbrak me. “die verkracht zijn door hun toekomstige bruidegoms. Ik weet wie u bent, meneer Jonkman.”
“Mooi. Sorry dat ik bel op een zondagmiddag, wellicht een vrije zondagmiddag, maar dit is dringend…”
Kort en zakelijk vertelde ik het verhaal en deed mijn verzoek voor politie-assistentie.
“Oei meneer, dat ligt wat moeilijk. Feitelijk is er nog niets gebeurd en we weten niet eens zeker of de heren hun plan gaan uitvoeren. Formeel kan ik hier weinig mee.”
Ik wond me op, maar dwong mezelf kalm te antwoorden. “Dat begrijp ik helemaal mevrouw. Maar even voor de goeie orde: heeft u opgezocht wat er zich het afgelopen jaar bij ons heeft voorgedaan? Mijn toen nog verloofde, nu mijn echtgenote, heeft u een hint gegeven.”
Het was even stil. “Ja, dat weet ik. U heeft een makelaar tussen bendes gearresteerd, een grootschalige fraudeur laten arresteren, zijn zoontje twee luchtbukskogels laten slikken en de stiefmoeder van het zoontje buiten gevecht gesteld. Interessante verbalen overigens.”
“Precies. En exact daarom zou ik graag politiebescherming hebben. Om te voorkomen dat mijn echtgenote en ik wéér onze luchtbuksen moeten gebruiken. Want dat gaat gebeuren als er iemand zonder mijn toestemming mijn huis binnendringt, dat geef ik u op een briefje. In Veldhoven werkt een collega van u, een hoofdagent, die ook op de hoogte is. Zijn naam staat in de processen-verbaal. Als u die te pakken kunt krijgen…”
“Ze klonk beslist. “Meneer Jonkman, ik ga meteen bellen als dit gesprek ten einde is. Eén raad: speel niet voor eigen rechter. Dat…”
Ik onderbrak haar. “Ik weet het, mevrouw. Eerst de politie bellen en pas je huis verdedigen als men zich met geweld toegang verschaft. En als je geweld gebruikt: proportioneel.”
“Precies. Ik ga nú Veldhoven bellen. Ze nemen met u contact op. Dank voor de melding.”
“En u dank voor uw luisterend oor en actie, mevrouw Vermue.”
Ik hing op. Zo, dat was dat. Omkleden… Nee, eerst de camera’s op de overloop controleren en de buren waarschuwen. “Schat, ik ben even naar de buren!” “Oké!” kwam het antwoord uit de slaapkamer. Ik belde aan bij de familie Kamer. Geen reactie. Nóg een keer en langer. Geen reactie. Oké, die waren niet thuis. Camera op de galerij controleren en de app activeren. Die meldde meteen dat er beweging op de galerij was en ik zag mezelf duidelijk in beeld. Prima. Naar binnen: de camera die zicht had op de hal: ook goed. Mooi.
Voordeur op slot, keukenraam vergrendelen; daar zat sinds de inval van stiefzoon dik dubbel glas in en een aantal stevige dievenklauwen. Daar kwam je niet mee zo simpel door naar binnen… Gordijnen in de keuken en de studeerkamer dicht; dat waren de enige vensters waardoor je vanaf de galerij naar binnen kon kijken…
Nog meer? Nee, voorlopig niet. Mooi, omkleden dan, want ook ik had nog m’n nette kleren aan. In de deur van de slaapkamer botste ik tegen Joline op. In spijkerbroek, trui en op haar stevige wandelschoenen. Ze duwde me de slaapkamer in en sloot de deur.
“Kees… Voordat we weer een knokploegje vormen: je was geweldig naar de meiden toe. Zó lief… Ik zat bijna te janken.” Ze kuste me zachtjes. “Dank je wel, schat. Ik hoop dat deze ellende zonder al te veel toestanden voorbij gaat. Ik heb die rechercheur uit Groot-Ammers gebeld, de zaak uitgelegd en om politie-assistentie uit Veldhoven gevraagd. Ze kon niet veel doen, zei ze want er was nog niks gebeurd.
Toen heb ik haar verteld dat ik, dat wij, er niet zo’n trek in hadden om weer met onze luchtbuksen aan de slag te gaan. Ze probeert die hoofdagent te pakken te krijgen die hier in beide gevallen geweest is. Die man van 40 met die snor. Leek me een prima vent.” Joline vertrok haar gezicht een beetje en ik begreep meteen waar ze op doelde. “Nee schat, niet die jongere agent die jou zo lief betitelde als ‘mevrouwtje’. Ik kijk wel uit.”
Een grom was het antwoord, trok ze mij tegen zich aan. “Van uitstel komt geen afstel, meneertje. Sowieso gaan wij vannacht met elkaar vrijen. Of dat ook met de zussen erbij is; hangt van hen af. Maar jij bent vannacht van mij, vriendje.” Ik keek zuinig. “Ik weet niet of in het huis van bewaring echtelieden op één cel mogen slapen, schat…”
Ze zuchtte. “Omkleden jij! En daarna wil ik onze buksen controleren en inschieten. Op de zelfde manier als bij Floris: in de gang richting balkon Twaalf meter, met laser. Ik wil die meiden laten merken dat wij in staat zijn om hard van ons af te bijten. Zelfs zonder politiebescherming.” Ze keek ernstig.
“Oké schat. Maar nu eerst omkleden.” Joline liep de kamer in, maar draaide zich halverwege om. “Trek je gevechtspak maar aan, majoor. Laat maar zien wie je bent.” Ik stond haar aan te gapen, maar Joline knikte. “Ja. Leden van ‘de beweging’ zijn toch zo geweldloos? Wij niet. En als zij geweld gaan gebruiken, kunnen wij dat ook. En beter.”
Potdorie… Ik kende Joline nu ruim een jaar, maar toch wist ze me steeds te verrassen. Maar gevechtspak… Geen slecht idee… Even later liep ik de kamer in. “Zo, gereed voor actie, Kees. Ik zal de meiden even vragen of ze wat willen drinken. Of eten misschien. Dan trekken we een blik soep open.”
Ze giechelde weer. “Gelukkig hebben we hier een net fornuis en hoeven we geen hout te sprokkelen…” “Múts!” Ze verdween in de kamer van de zussen en even later kwamen er drie dames uit. Spijkerbroek, stevige stappers, stoere truien. “Ik zag jullie liever in jullie vorige outfit dames, maar het is niet anders.” Margot liep op me af. “Dat geldt ook voor ons, majoor.”
Ze tikte op mijn neus. “Maar die vorige outfit ga je nog wel een keertje zien. Zoals Lot daarstraks tegen me zei: ‘Het veiligste plekje van de wereld’. Dank je wel, Kees.
Ze draaide zich om. “En Joline.” “Kom meiden. Groepshug. Hebben we even nodig.”
We stonden met de armen om elkaar: Joline, Margot, ik en Charlotte. “En kappen met dat getik op mijn neus, Margootje. Je heet geen Boogers met je achternaam.” Ze giechelde. “Ik heb het verhaal van de burgemeester van Heumen gehoord, Kees. Vond ik wel wat hebben.”
Joline maakte er een einde aan. “Wij moeten nog even wat doen, Kees.” En tegen de zussen: “We schieten onze buksen even in. In de keuken gaan staan en er niet uitkomen totdat wij het zeggen. Duidelijk?” Ze keek serieus. Ik pakte de kogelvanger en zette die op het balkon. Plank er achter, kaartje er in en naar de drempel tussen gang en kamer. Twaalf meter…
Joline knielde al en toen ik achter haar stond loste ze haar 1e schot. Met de laser als richtmiddel. 4 schoten volgden, toen ontlaadde ze. “Jouw beurt, Kees.”
Nieuw kaartje er in en ik liep terug. “Niet diezelfde macho truc uithalen als de vorige keer, Kees. Gewoon netjes 5 schoten op 5 doelen.” “Ja schat, goed schat…” In snel tempo schoot ik de 5 pellets op de doelen af. Ontladen, en resultaten bekijken.
Joline had 4 keer de tien geraakt, 1 keer een acht. “Laatste schot is die acht, Kees. Adem…” Ik knikte. “Ik zag het aan de laser, schat. Geen punt, ‘au’ doet het toch wel.”
“En jouw kaart, majoor Jonkman? Laat zien!” Langzaam hield ik mijn kaart onder haar neus: 5 tienen. Joline snoof boos. “Je flikt het nog steeds, hé?” “Drie redenen, schat. Na mijn derde schot haalde ik weer adem en op twaalf meter vind ik het best wel moeilijk om te missen. En ik ben pislink. Kom, laten we die zussen verlossen uit hun lijden in de keuken… Meiden, we zijn klaar, alles in weer veilig.”
Beide zussen kwamen schuchter uit de keuken en Joline liet hen de resultaten zien. “Als het menens wordt meiden, komen ze dit tegen.” Lot verbleekte. “Gaan jullie op ménsen schieten?” Ze beefde. Joline nam haar mee naar de bank, ik ruimde de kogelvanger op. Ondertussen hoorde ik wat Joline vertelde.
“Charlotte, als het waar is wat jouw tante vertelde, zijn er een aantal kerels op weg hier naar toe om jullie mee te nemen naar Groot-Ammers. En wat er dan met jullie zou gebeuren laat ik graag even in het midden; ik wil zo nog een hapje eten. We wachten nu op de politie, of we bescherming krijgen. Ik hoop het wel, want dat scheelt ons heel veel nachtrust en bureaucratie.
Maar als het knokploegje uit Groot-Ammers hier eerder op de stoep staat dan de politie en ze proberen binnen te komen, komen ze er achter dat ze beter aan gedaan hadden een potje te rummikubben in plaats van hier inbreken. Want dan verdedigen wij onze eigendommen én jullie.
En hoe goed Kees misschien kan knokken: wij zijn geen partij voor een stel kerels. Dus gebruiken we onze -legale- luchtbuksen. En daar zijn we best goed in, al zeg ik het zelf. Weet je die preek van mij nog toen jullie zo schrokken dat die o, zo lieve Kees een aantal doden op zijn geweten heeft? Toen was er geen andere optie dan grof geweld. Nu wél: ik hoop van harte dat de politie ons komt ondersteunen, maar anders bijten we keihard van ons af. Tot de politie wél komt omdat we 112 bellen met een melding van huisvredebreuk, geweld en poging tot ontvoering. Snappen jullie het nu een beetje?”
Gedurende haar verhaal was Joline’s toon veranderd. Ze begon lief en vol begrip, aan het eind was ze bijtend hard. Lot snikte en Margot kwam naast haar zitten. Even was het stil, toen zei Charlotte: “Sorry Jolien… Het kwam heel hard bij mij binnen. Jullie zijn normaal zo lief en aardig, en nu sta je klaar om op mensen te schieten…”
Ik knikte. “Ja Lot, het verschil is alleen dat deze buksen niet krachtig genoeg zijn om mensen te doden. Het doet verdomd veel pijn als je zo’n kogeltje tussen de ogen krijgt, maar hij gaat niet je hersenen in. Maar het is meestal voldoende om mensen van verdere stomme streken af te laten zien. En nu wil ik wat eten, verdorie. Ik heb honger. Joline, kom op met die soep!” Drie handen, drie omlaag wijzende vingers. “Niks ervan. Ik heb formeel nog steeds vakantie.”
“Het is bruine bonensoep, meneer Jonkman.” Joline keek streng. “Dus: je dopt je eigen boontjes maar. Maak dat blik open, gooi de inhoud in een pan, zet het vuur er onder aan, roer gelijkmatig en wacht tot er belletjes uit de soep komen. Dan kookt het spul oftewel: het is heet genoeg om op te eten. En doe er meteen maar een paar boterhammen bij. Met kaas graag, dat smaakt prima. Tempo!”
Ik zuchtte en ging aan de slag. Maar terwijl ik het blik opendraaide ging m’n telefoon. Geen nummermelding.
“Met Jonkman, goede avond.”
“Met Paul de Groot, hoofdagent in Eindhoven. Meneer Jonkman, ik kreeg net een telefoontje van een collega uit Groot-Ammers. De politie kan helaas niet op uw verzoek ingaan. Pas als men zich met geweld toegang tot uw woning verschaft, kunnen wij optreden. Het spijt me enorm.”
Ik was even stil en probeerde me te beheersen.
“Meneer Jonkman?”
“Sorry, ik was even aan het nadenken, meneer de Groot. Dit betekent dat, mochten er mensen ons huis binnenkomen, er wederom grof geweld gaat plaatsvinden, meneer. En daar baal ik enorm van. Ik begrijp de personeelsproblemen bij de politie, maar…”
“Meneer Jonkman, u moest eens weten hoeveel meldingen er per dag bij ons binnenkomen die hierop lijken. En negen van de tien gevallen is het loos alarm. Maar ik verzeker u: mocht het wél serieus zijn en wordt er een poging gedaan om bij u binnen te vallen dan staat er binnen tien minuten een politiebus voor uw deur.”
Ik zuchtte diep. “Oké meneer de Groot. Dank voor de melding; ik ga mijn huis voorbereiden op een verdediging.”
“Goed plan. Gaat u lukken, dat weet ik zeker. Ik hoop echter dat het rustig blijft.”
“Dat hoop ik ook. Goede avond, meneer de Groot.”
Ik drukte hem weg en keek om naar Joline. “Meegekregen?” Ze knikte. “Geen ondersteuning, totdat het menens is. Klote, om het maar eens kortaf te formuleren. Wat gaan we doen, Kees?” Ik wees op de soep. “Eerst eten. Ze zullen echt niet voor etenstijd binnenvallen. Ik schat pas na zonsondergang. Laat me even nadenken, schat. Ik wil zorgen dat we tijd krijgen om te reageren.” Joline zette de soep op het vuur. “Ik ga wel koken. Meiden, kunnen jullie brood smeren?”
Margot en Charlotte liepen ook de keuken in en ik ijsbeerde in de kamer rond. Reactietijd… Hoe kreeg ik meer reactietijd… De lift saboteren? Nee. Een aantal mensen in het appartementen-complex was minder-valide. Afhankelijk van de lift. Constant iemand op wacht zetten in de hal om de camerabeelden van de ingang in de gaten te houden? Hmmm… was een optie, maar niet briljant.
Wacht eens…
Ik had het telefoonnummer van Pa Bongers! Op de volg-app zetten en klaar! Moest ik alleen zeker weten of hij diezelfde telefoon nog had… “Jolien, kun jij Pa Bongers zo eens bellen?” Ze keek verbijsterd om en snel legde ik uit waarom. “Met jouw toestel, schat. Dat kent hij niet, hij kent jouw stem niet… Bel hem en doe alsof je een verkeerd nummer ingetoetst hebt. Er om het geloofwaardig te maken…”
Ik zocht het nummer van pa Bongers op, veranderde het laatste cijfer van een 5 in een 8. Dat nummer zocht ik op Internet op: een loodgietersbedrijf in Langerak. Mooi.
“Bel ‘m en doe alsof je urgente lekkage hebt. Het paniekerige huisvrouwtje, zeg maar. Gaat je vast lukken…”
Een dubbele giebel van de zussen en een boze blik van Joline was het gevolg. “Kees Jonkman… je speelt met je voortanden! Margot, kun jij de soep even overnemen?”
Ze pakte haar mobiel, zette de nummermelder uit. “Zo. Geef me dat nummer maar eens, meneer…”
Even later hoorde ik het toestel overgaan en werd er opgenomen.
“Bongers…”
“Dag meneer, u spreekt met mevrouw Jansen…” Joline’s stem klonk wat paniekerig. “Ik heb een enorme lekkage in de kelder! Daar zit een oud kraantje en dat is…”
Ze werd afgekapt. “Mevrouw u spreekt met Bongers, van Bongers transport in Groot Ammers. Wij doen geen loodgieterswerk.”
“Ohhh…. Sorry, dan heb ik de paniek een verkeerd nummer ingetoetst, denk ik! Sorry meneer, sorry hoor!”
Ze hing op en keek me vragend aan. En ondanks alles schoot ik in de lach en gierden de zussen. “Hahaha… Joline met d’r lekkage… Om te gillen! Waar lekte het precies, schat?”
Charlotte lag bijna dubbel. “Jullie zijn erg!” Joline keek boos. “Maar ondertussen hebben wel de bevestiging dat hij z’n mobieltje nog steeds heeft, schat. Dank je wel. Ik heb ‘m op de app; in Groot-Ammers, maar niet thuis, geloof ik.” Margot keek mee op het kaartje op mijn telefoon. “Oh, hij zit bij mijn ex-toekomstige bruidegom thuis. Die zoon van dat andere transportbedrijf. Dan zullen zijn ouders ook wel in het complot zitten, denk ik…” Ze keek nietsziend voor zich uit.
“En mijn ex-toekomstige schoonvader vindt zichzelf nogal een mannetjesputter… Het zou me niks verbazen als hij ook meekomt.” Lot reageerde. “Hú… Die engerd? Kleedde ons met z’n ogen al uit.” Joline had ondertussen soepkommen gepakt. “Kom, eten. Als zij nog in Groot-Ammers zijn… hebben wij de tijd om te genieten van deze heerlijke huisgemaakte bruine bonensoep met brood en kaas. We hebben vanavond energie nodig, dames en heer.” De maaltijd verliep in stilte. Alle vier zaten we met gedachten in ons hoofd.
Na het eten liep ik naar de keuken om de borden in de vaatwasser te zetten. Toen ik me omdraaide zaten drie meiden met de armen om elkaar heen. Lot wenkte me. “Kom er even bij, Kees.” Ik kroop naast Joline. “Dank jullie wel voor alle moeite om ons te beschermen.” Margot zei het zachtjes. “Wát er ook gebeurd: dank jullie wel.” Lot knikte. Even zaten we zo, en toen lieten we elkaar los. “Dank jullie wel voor dit momentje, meiden.” Joline gaf ze een zoen en ik kon niet achterblijven. “Kom. Nu drinken we nog een bak koffie en bespreken we de opties.”
Joline giechelde. “Even de wijn van vanmiddag neutraliseren… Ik zal maar een strak bakje zetten.” Met de koffie voor ons namen we de opties even door. In feite weinig anders dan met de inbrekers een half jaar eerder, behalve dat het keukenraam nu minder makkelijk te nemen was als toen: dik dubbel veiligheidsglas. De voordeur was nu de makkelijkste optie: weliswaar redelijk dik, maar met een moker een gat er in meppen, hand door het gat richting slot en dan de deur van binnenuit open doen…
Het terras was geen logische toegangsweg, daar hoefde ik me geen zorgen over te maken. Aan de zijkant afgezet met een hoog hek, bekroond met scherpe punten. Daar klom je niet simpel overheen: geen houvast. Bovendien had ik alle deuren naar het terras al hermetisch gesloten. Nee, de voordeur, dat zou ‘m wel eens kunnen worden. En dan stonden ze meteen op video. Ondanks dat we best wel gespannen waren, verliep de avond redelijk rustig, tot half elf.
Toen begon mijn mobiel alarm te slaan: pa Bongers kwam in beweging! “Oké meiden, voor de laatste keer: blijven jullie of gaan jullie verdwijnen? Je mág weg, dan neem je de Mini mee en rij je naar Angelique en Henry. Of naar Theo van mijn part. Joline en ik verdedigen het fort wel; hebben we vaker gedaan.”
De zussen schudden eensgezind hun hoofd. “Nee. Vluchten staat ook niet meer in ons woordenboek, Kees. Wij zijn de oorzaak van dit gedoe; dan niet op het moment dat het spannend wordt er vandoor gaan.” “Oké. Dan hebben we het er niet meer over. Prima. Nu maar eens kijken of de meute inderdaad deze kant uit komt.” Nou, daar was geen twijfel over mogelijk. En de maximum snelheid werd ook redelijk genegeerd, zo te zien.
Toen hij Veldhoven in reed ging Joline bij de deur staan en keek op het scherm van de camera in de hal. “Er staan al twee man voor de ingang, Kees. Hangen een beetje rond daar. Een vrij jonge knul en een wat oudere vent. Margot keek. “Kijk eens aan… Mijn ex-potentiële bruidegom en zijn papa.” Ze snoof. Ik keek op het scherm: de knul was geen probleem: vadsig dik. Zijn pa had ook een behoorlijke buik. Beiden geen vechters, zo te zien.
Joline kwam plotseling op een pracht-idee. “Kees: als ze binnen in de hal komen haal ik de lift en hou ik de deur open. Dan moeten ze naar boven lopen en zijn als ze hierkomen al bek-af…” Ik keek haar aan. “Jij bent écht goed…” Pa Bongers had z’n auto blijkbaar een paar straten verderop neergezet; zijn mobiel kwam op loopsnelheid richting flat. Even later kwam hij ook in beeld, samen met een nogal stevige vent van middelbare leeftijd. “Ziedaar mijn ex-bruidegom, Kees. Meneer de rijke weduwnaar. Ook zo’n voorbeeldig type.”
De stem van Charlotte klonk scherper dan ik ooit gehoord had. De weduwnaar kende blijkbaar wat trucjes om een lipsslot open te maken: hij begon aan het slot te frunniken. Joline schoot naar buiten, richting lift en even later hoorde ik de lift boven stoppen. Joline kwam terug. “Zo, die is even buiten werking. Een stukje hout tussen de deur geklemd.” Ze lachte gemeen. Na een minuut frunniken aan het slot stonden de vier heren in de hal en drukten op de liftknop. “Jullie kunnen lang wachten”, hoorde ik wraakzuchtig naast me.
“Tijd voor onze buksen, Joline. Rock and roll, baby.” “Liggen al klaar in de kamer, schat.” Ik knikte. “Als ze hier voor de deur staan gaan jullie naar jullie studeerkamer, meiden. En zodra je hoort dat ze proberen de deur in te meppen bellen jullie 112. Wij houden ze wel even bezig in de hal. Verder komen ze niet.” Twee knikken. Na een minuut of wat wees pa Bongers op de trap. Er ontstond nog een discussie, maar uiteindelijk liepen ze de trap op, uit het zicht.
Ik knipoogde naar Joline. “Die zijn zo meteen helemaal total loss… Prima idee, schat!” Joline wees op het beeldscherm. “Kijk eens wie daar aan komt? Een hele bekende snor!” Inderdaad… hoofdagent de Groot. In burger. Hij belde wél netjes aan. “Meneer Jonkman? Ik sta bij de ingang, uw bezoek is onderweg!”
“Meneer de Groot, we weten het. De deur gaat open! Helaas moet u met de trap; we hebben de lift even buiten werking gesteld.” “Oké! Zodra ze proberen uw woning binnen te komen, sta ik achter ze en arresteer ik ze. Assistentie is al onderweg.” “Top!”
Hij verbrak de verbinding en verdween ook in het trappenhuis. Joline keek op haar horloge. “Als ze er nóg langer over doen, geef ik geen cent voor hun conditie… Ze zijn nu al vier minuten onderweg.” “Hé schat, ze trainen niet met het loopgroepje van Jonkman. Dat scheelt behoorlijk…” Mijn telefoon speelde zachtjes het alarm van de galerij. “Oké, ze zijn boven. Meiden: in jullie kamers! 112 hoef je niet meer te bellen, die zijn al onderweg.” De bel ging en ik liep naar de deur. “Wie is daar?”
“Bongers. Ik moet je spreken.”
“Ik jou niet. Wegwezen bij mijn huis! Ik heb je vriendje een week geleden al gewaarschuwd: verdwijn!”
“Ik kom toch wel binnen hoor… Koud kunstje.”
Weer gerommel met het slot. Zijn vriendje bleek daar best goed in te zijn: een minuut later zag ik het slot draaien en ging de deur open. Zij keken in een aardedonkere hal: wij keken naar vier silhouetten tegen het licht van de galerij.
“Jonkman! Waar zit je? Ik wil mijn dochters terug!”
Een kwart seconde daarna keken ze in de straal van een groene en een rode laser. Tevens deed ik de lamp in de hal aan. Het kwartet zag Joline en mij in de deurpost, knielend met allebei een buks in de handen en de lasers op hen gericht: die van mij op pa Bongers, die van Joline op de vent die de sloten had open gemaakt.
“Alle vier handen in de lucht! Eén verkeerde beweging en je slikt lood!”
En achter hen klonk een andere stem. “Ik zou maar heel snel gehoorzamen, of je gaat pijn hebben! Politie!. U staat alle vier onder arrest. Tegen de muur, handen in de nek!” “
"De agent sprak duidelijk ABN, heren. Tegen de muur, handen in je nek en geen geintjes. Ik schiet niet graag op mensen, maar voor jullie maak ik wel een uitzondering. En mijn vrouw ook.”
Ze gehoorzaamden, maar toen de Groot tussen ons en de jongste van het viertal stond, rende de knul de deur uit. Ik gooide m’n buks in de kamer en sprintte achter hem aan. “Staan blijven!” Eén verdieping lager haalde ik hem in en haakte hem pootje. Hij kwam hard op de trap terecht en vloekte.
“Nou nou nou… Moet dat nou zo op de zondagavond? Ik rukte zijn arm omhoog. “Geen verkeerde beweging vriend, want daar krijg je behoorlijk spijt van… In het ziekenhuis. Mee jij, naar boven, zonder geintjes!” Hij piepte toen ik hem overeind trok.
“Niet janken, dat doe je maar in je eigen tijd. Lópen!”
Eenmaal boven plantte ik hem naast de rest. De Groot was bezig de anderen te boeien met tiewraps; Joline stond schuin achter hem, haar buks nog steeds schietklaar. Met de handen op hun rug gaf de Groot hen de opdracht om te zitten. “Rechtop, niet tegen de muur leunen en je benen gestrekt recht vooruit!” Hij pakte een portofoon uit z’n zak. “Mike, waar zijn jullie, over?” “Vijfde verdieping… Lift doet het niet, dus het duurde wat langer.”
Joline lachte een beetje gemeen en de Groot grinnikte. “Goed voor jullie conditie! Hier is de situatie onder controle; vier arrestanten geboeid, dus jullie mogen het wat rustiger aan doen.” “Soepel hoor…” was het commentaar en we grinnikten.
Even later kwamen er vier geüniformeerde agenten de hal binnen. Joline liet haar buks nu naar het plafond wijzen. “Niet meer nodig zeker?” De Groot wees naar een van de nieuwkomers. “Vraag maar aan mijn collega…”
Die kreeg een rood hoofd: dezelfde jonge agent die ruim een half jaar ervoor door Joline op z’n nummer was gezet. Joline glimlachte liefjes naar hem. “Goede avond.”
Toen liep ze de kamer in en ik hoorde haar zeggen: “Alles in de hand, meiden. Willen jullie nog even kijken? Goed voor de verwerking, zeg maar.”
Drie seconden daarna kwam Charlotte de hal binnen, op de voet gevolgd door Margot. Ze keken even naar de zittende mannen en Margot zei ijzig: “Nou, daar zitten onze macho’s. Hoe voelen jullie je nu? Verrek maar. In de hel waar jullie zo vaak over hebt zitten zedepreken.” Charlotte zei niets, liep naar haar ex-toekomstige bruidegom toe en spuugde in zijn gezicht. Toen draaide ze om, nam Margot onder de arm en liep de kamer in. De deur ging achter hen dicht.
“Hier heb ik helemaal niets meer aan toe te voegen”, zei ik zachtjes. De Groot keek me kort aan en schudde vrijwel onmerkbaar zijn hoofd.
Tegen de arrestanten zei hij: “Overeind. Morgen zullen jullie wel weer worden voorgeleid en verhoord. Reken er maar niet op dat jullie weer met een weekje buiten staan. Dit gaat een heel stuk langer duren, vrees ik.” Pa Bongers begon te muiten. “En m’n bedrijf dan? Dat gaat op deze manier helemaal naar de knoppen!” “Had u eerder aan moeten denken, meneer.” Ik kon het niet laten. “Berouw komt na de zonde, Bongers. Zou jij toch moeten weten.”
Hij wilde gaan foeteren, maar een van de agenten trok hem naar buiten. “Mond dicht voor je het alleen maar erger maakt…” Ik liep snel langs hen heen richting lift. “Ik zal de lift even voor jullie maken.” Joline had een klein houten kegje onder de deur gedrukt, die schopte ik weg. De Groot grijnsde. “Prima manier om mensen moe te maken, meneer Jonkman.” Ik gaf hem een hand. “Dank je wel dat je tóch…”
“We hadden wat goed te maken jullie kant uit. Je krijgt mijn proces-verbaal via de mail; dan kun je lezen of het allemaal klopt. Zo niet, mag je het corrigeren en terugsturen, oké?” Ik knikte. “En nu terug naar je vrouw en die twee dames. Die hebben een borrel nodig, denk ik.”
Ze verdwenen in de lift en een later zag ik het politiebusje wegrijden. Pfoehee… Geen schot gelost, alle boeven achter tralies en geen schade aan de flat. Nu maar eens kijken hoe de meiden in de wedstrijd stonden… En een borrel, ja. Goed plan van de Groot.
Ik liep de flat in, sloot de buitendeur goed en de kamer in. Joline was bezig met haar buks. “Hé schatje…” “Even wachten, Kees. Eerst die buksen opbergen.” Een minuut later stonden de buksen weer op hun plaats in de kast. “Waar zijn Margot en Charlotte?” “Even uithuilen in elkaars armen. Alle emoties er uit gooien. Hebben ze nodig.” Ik knikte en trok Joline tegen me aan. “En wat heb jij nodig, lekkere stoere vrouw van me?”
Ze giebelde in mijn oor. “Een lekkere stoere majoor, die zijn persoonlijke buks in me leegt. Alle 130 miljoen kogeltjes in een stuk of 5 salvo’s…” We schoten samen in de lach. “Mooie meid van me… Ik zal eens kijken wat ik voor je kan betekenen, schat.”
“Kom, naar de kamer. Die twee meiden zullen nu wel klaar zijn. En dan gaan we verder waar we gebleven waren...” Ik keek twijfelend. “Ik ga niet nu met de meiden…”
Ze legde een vinger op mijn mond. “Nee, da’s nu niet zo’n goed plan. Maar we waren bij een tweede glas wijn gebleven, Kees. Dáár gaan we mee verder.” Ze liep naar de kamer van de zussen en ik hoorde haar daar zachtjes praten. Toen kwam ze weer terug de kamer in. “De dames moeten zich nog even opkalefateren. En nog een wijntje, daar hadden ze wel zin in, zeiden ze.” Ik pakte de glazen. “Mooi. En om een mopperende echtgenote te voorkomen: ik doe wel mee met de wijn.”
De zussen kwamen de kamer binnen en ik keek hen aan. Mooi, geen huilsporen, maar redelijk normale koppies. “Hé dames… Beetje opgeknapt van alle commotie?” Margot knikte. “Ja. En we begrijpen jullie attitude ten opzichte van geweld nu een stuk beter.” Ik knikte. “Er is een behoorlijk verschil tussen het lezen over geweld en geweldloosheid in boeken of zelf met geweld geconfronteerd worden. Hebben jullie nu aan den lijve ondervonden, geloof ik.” Joline kwam met een fles de kamer binnen. “Hé meiden, we hebben wat te vieren! Een aanval succesvol afgeslagen, mede dankzij hoofdagent de Groot…. Kees, wat zit jij te prakkiseren?” “Ik ga nog één telefoontje doen, schat.”
Ik keek de zussen aan. “Naar mevrouw Bongers.”Joline schudde haar hoofd. “Nee. Laat haar maar in de rats zitten. Vanavond of uiterlijk morgen krijgt ze wel bericht van de politie dat haar man is gearresteerd. Hoeft ze niet van ons te horen. Die service verlenen we maar één keer.” Ze ging tussen de zussen op de bank zitten. “Zo. Klaar. Hoofdstuk afgerond. Ik had een ander einde van onze huwelijksreis in gedachten, maar bepaalde lieden moesten weer zand in de machine gooien. Proost meiden, proost Kees.”
Ik veerde op. “Sorry schat. Toch nog een telefoontje doen. Nadia.” Joline knikte. “Je hebt gelijk. Nú doen, anders ligt ze al in bed.” Ik belde. “Nadia, met Kees. Je kunt lekker gaan slapen; je broer en z’n vriendjes zijn gearresteerd wegens huisvredebreuk. Slapen weer eens op kosten van de staat.”
Er klonk een grom. “Prima, Kees. Vertel!”
“Nee, schoonheid. Wij drinken nog een wijntje en gaan dan ook plat. De damesmoeten morgen weer fris en fruitig in de collegebanken zitten en ik moet het geld daarvoor verdienen. Morgen hoor je meer.”
“Oké dan… Groeten aan m’n lieve nichtjes en Joline. Dank je wel voor dit belletje, Kees.”
Ik hing op. “Zo. Weer iemand die goed kan slapen. Héhé, wat een geregel allemaal…” Terwijl ik aan het bellen was, had ik gezien dat de dames op de bank zaten te fluisteren. “Kees… Een paar uur geleden zaten we ook zo, en zouden we samen iets gaan doen…” Joline had een klein lachje om haar mond.
“Nee schat. Toen zaten we niet ‘zo’. Toen hadden jullie heel wat anders aan, wat ik best op prijs stelde. Maar zullen we de lessen van de zussen even uitstellen? Ik moet even wat adrenaline laten zakken.” Joline veerde op. “Is goed. Maar die lessen gaan er wel komen, Kees. Beloofd?” Ik knikte. “Beloofd. Mits jullie ook willen, meiden.”
Twee hoofden knikten vol overtuiging. “Mooi, schatten. Ik zie er naar uit. Maar voor nu: het is bedtijd. Morgen moet deze jongen zich weer in Gorinchem melden. Jullie kunnen lekker uitslapen, naar Utrecht rijden en verder slapen in de collegebanken bij professor van Weenen…” Joline snoof. “Echt niet. Kóm meiden, overeind en lekker slapen.” Charlotte liep naar me toe, omhelsde me en zei zachtjes: “Dank je wel, Kees.” Een zoen volgde. Toen liep zij naar Joline en Margot naar mij. Die zei niets, sloeg alleen haar armen om me heen en gaf me ook een zoen.
“Kom meiden… Groepshug.” Even stonden we tegen elkaar te genieten. “Welterusten Joline en Kees.” Welterusten meiden. We zullen de ramen wel dichtdoen.” Een giebel volgde en Joline trok me de slaapkamer in. “Hier jij. Je bent met mij getrouwd, dus je bent nu van mij, Kees.”
Ze keek ondeugend. “Het is nét half twaalf, dus tijd genoeg om lekker te vrijen, schat. Ik wil je.” En ik jou, mooie vrouw. Desnoods in spijkerbroek en trui.” Ze grinnikte. “Dat doen we maar niet. Hup, dat gevechtspak uit, dan doe ik ook wat passends aan.” Ik kleedde me uit en liep richting badkamer. Eerst tanden poetsen, anders proefde ik die wijn morgenochtend nog. Toen ik terugkwam lag Joline al op bed. “Wauw… Wat zie jij er lekker uit, mevrouw Jonkman!”
Ze had een korte, zwarte nachtpon aan, nylons om haar lange benen en haar haren los. Die lagen als een waaier over haar kussen. “Kóm, Kees. Lekker zachtjes met elkaar kroelen…” Ze trok me naar zich toe en kuste me zachtjes, haar ogen in de mijne. “Je bent heerlijk, Joline… Mijn heerlijke echtgenote…” Ze bromde zachtjes en genietend, haar lippen op de mijne. “Vind je het goed als we rustig aan doen, Kees? Lekker zachtjes elkaar strelen, wat zoenen… Niet meteen all the way?”
“Ik lig hier prima, dame. En doe heerlijke dingen met jou… en jij met mij. Ik geniet, schat.” “Mooi zo, Kees. Ik ook. Lekker mee doorgaan…”
'Balou' bromde: "Nou, dat is wel een aangename afwisseling. Meneer en mevrouw Jonkman die het eens rustig aan doen. Een stuk prettiger dan in de camper..."
"Snuit dicht, Beer, of je vliegt weer in de kast." Joline giebelde even. Ze streelde mijn borst, ik haar lange, opwindende benen en we vonden het beiden heerlijk. Ik voelde Joline’s handen stilvallen en even later hoorde ik aan haar ademhaling dat ze sliep. Prima. Ook zij had haar portie adrenaline wel gehad. Héél voorzichtig legde ik haar hand van mijn borst naast haar hoofd en even voorzichtig trok ik het dekbed over ons heen. Lekker slapen, morgen weer aan de bak in Go…
Ik werd wakker doordat Joline wat fluisterde. En voelde even later een warm lichaam achter me in bed schuiven. Joline schoof wat dichter tegen me aan en ook bij haar gleed er iemand onder het dekbed. “Lekker veilig slapen, meiden…” fluisterde Joline zachtjes. Ik bleef roerloos liggen en dwong mezelf gewoon te blijven ademen.
Wat nu? Als ik me om zou draaien zou degene achter me uit bed donderen, dat wist ik zeker. Niet doen dus. Ontspannen, Kees… Moeilijk als je weet dat een van de zussen Bongers achter tegen me aan lag en Joline voor me. Ik besloot om te stoppen met toneelspelen.
“Meiden… Jullie hadden het ook gewoon kunnen vragen, hoor. Maar het is wel lekker, zo'n rugverwarming achter me. Wie het ook is.” Joline lachte geruisloos; ik voelde haar borsten op en neer gaan. Degene achter me schoof iets van me weg. “Lot of Margot: als je nog verder van me weg schuift, donder je op de grond. Ga je niet willen, dus kom maar tegen me aan liggen. Met z’n vieren op dit bedje is wat krapjes.”
Achter Joline hoorde ik Margot zachtjes zeggen: “Dank je wel…” Joline fluisterde in m’n oor: “Draai je om, Kees. En zorg dat Lot niet uit bed valt.” Ik kuste haar kort. “Aye-aye, madam.” Voorzichtig rolde ik om. “Lot, kom hier. Opdracht van Jo, dus niet miepen. Armen om elkaar heen en lekker slapen.” Ze kroop voorzichtig iets dichterbij, maar was héél voorzichtig.
Ik ging op m’n rug liggen, strak tegen Joline aan. “Kom maar, Lot. Kruip maar tegen me aan. Je hoofd op mijn borst en lekker slapen. Het veiligste plekje op de wereld, toch?”
Ik hoorde een zacht “Uhuh… Dank je wel., Kees.” Ik streelde haar haren.
“Zou je zo wel kunnen slapen, denk je?” Weer een zacht “Uhuh”.
“Nou, lekker in slaap vallen dan. En niet teveel bewegen, anders lig je er alsnog uit. Welterusten.” “Slaap lekker, Kees. En Jo. En Mar…” Even een giechel. "En Balou..."
Ik was blij dat ik op m’n rug lag en niet op m’n zij tegen haar aan. Mijn paal was hard. Met mijn vrije hand tastte ik naar Joline. “Lig jij goed, schat?” “Prima Kees. Ik heb die andere schat tegen me aan. Lekker warm, nietwaar Margot?”
Een zacht: “Ja. Heerlijk…” kwam als antwoord. “Lekker slapen dan, meiden.” “Vijf keer, Kees. Het is over twaalven.” Joline grinnikte zachtjes.
“Morgenochtend. Als ik opsta. Zijn jullie ook meteen wakker, pestkop.”
Het werd stil op de slaapkamer en wéér doezelde ik langzaam weg…
Lees verder: Mini - 235
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10