Door: Brechtje.S
Datum: 07-02-2024 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 1445
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 19 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Als Een Dief In De Nacht - 6
Begreep hij me écht niet of deed hij maar alsof?
“Ach wat,” reageerde ik stilaan verveeld. “Ik zal je een voorbeeld geven. Jij overtuigde Carl dat leren belangrijker zou zijn dan cijfers.’
“Is dat dan niet zo?”
“Ja,” gaf ik schoorvoetend toe, “maar op dat moment had jij het tegen een jongen van tien jaar. Daarna wilde hij zijn huiswerk niet meer maken, omdat oom Dirk had gezegd dat het niet belangrijk was. Jouw zus werd voortdurend op school ontboden omdat Carl het ene slechte rapport na het andere haalde en die keer dat hij op drie opeenvolgende toetsen een onvoldoende haalde, mocht hij niet mee op klasuitstap.”
Eventjes leek Dirk van zijn melk, maar niet voor lang.
“Daar wist ik niets van,” zei hij. “Eerlijk gezegd kan ik me niet herinneren dat ik dat ooit tegen mijn neefje zei, maar dan nog heeft Denise me nooit verteld dat Carl op school problemen had.”
“Dat is het hem juist, Dirk. Tegen de tijd dat er problemen kwamen was jij al lang weer vertrokken. Zodra het een beetje lastig dreigde te worden, nam jij de benen.”
“Zie jij dat zo simpel?” vroeg hij, mij met een ongelovige blik aankijkend. “Eigenlijk had ik een van jou een sterker voorbeeld verwacht, Linda.”
“Waarom zou ik?” reageerde ik gepikeerd. “Had ik misschien als voorbeeld moeten nemen dat jij destijds van mij verwachtte dat ik mijn verloving zou verbreken alsof dat niets was. Wie doet nu zoiets?”
“Ja zeg..! Jij verbrak jouw verloving niet, dus was er niets aan de hand.”
“Niets aan de hand!?” Met grote ogen staarde ik hem aan. “Voor jou misschien niet! Waarschijnlijk was je mij alweer vergeten tegen de tijd dat het vliegtuig opsteeg… Jij was weg, maar ik moest wel verder met een groot schuldgevoel over wat ik had gedaan.”
“Een schuldgevoel over een paar kussen?” vroeg hij, op ongelovige toon.
“Ik had niet de vrijheid om een andere man dan Romain te kussen, Dirk! Dat is nu eenmaal zo als je verloofd bent en op trouwen staat.”
“Door mij te kussen, realiseerde jij je dat Romain niet de ware was voor jou… Begrijp ik het goed dat je mij dat sindsdien kwalijk neemt?”
Bijna stampvoetend, schudde ik mijn hoofd. Die man begreep er werkelijk niets van. “Ik…”
“Je had me dankbaar moeten zijn,” onderbrak hij me, alweer. “Ik bood je de kans om terug te komen op een grote vergissing.”
“Ik heb geen vergissing begaan!” foeterde ik. “Hoewel mijn huwelijk op de klippen is gelopen, ben ik ten minste wél al mijn verplichtingen nagekomen. Zes jaar lang heb ik er alles aan gedaan om van ons huwelijk een succes te maken.”
“Wat voor beloning verwachtte jij daarvoor in ruil? Een medaille?” klonk hij spottend. “Linda, je had nooit met die man mogen trouwen.”
“Hoe kun jij zoiets zeggen, Dirk Stevens!?”
“Elf jaar lang is hij mijn schoonbroer geweest, weet je nog? Dan schoof hij mijn zus aan de kant, maar wel pas nadat hij haar zodanig gekleineerd had, dat ze zichzelf als een waardeloos schepsel beschouwde.” Dirk keek me doordringend aan. “Vindt je het gek dat ik me afvraag wat Romain met jou heeft gedaan, Linda?”
“Niets!” antwoordde ik, wellicht te snel en te fel. “Mijn zelfvertrouwen staat nog altijd overeind. Alleen mijn trots kreeg een flinke knauw, dat is alles.”
Zijn gelaatstuitdrukking vertelde me dat Dirk me niet bepaald geloofde. Misschien was dat ergens ook logisch, want zelf herinnerde ik mij ook maar al te goed hoe zijn zus eraan toe was ten tijde van haar scheiding. Tegen de tijd dat Romain haar verliet, was Denise ervan overtuigd geweest dat zij dat lot verdiende en dat alles haar schuld was.
“Weet je wat ik me al een tijdje afvraag, Linda? Waarom ben jij na de scheiding bij DKP-Eventing blijven werken? Romains nieuwe vrouw werkt daar ook, is het niet?”
“Ja.”
Op gevaar af dat Dirk doorkreeg dat mijn trots veel meer te lijden had gekregen dan ik voor mezelf toegaf, hield ik mijn antwoord bewust kort. Dirk had daar echter niet genoeg aan.
“En toch ben je gebleven?” drong hij aan. “Was je bang dat je nergens anders aan de slag zou kunnen?”
“Cynthia pakte mij mijn man af,” reageerde ik bits. “Ik wilde haar daar bovenop niet nog eens het plezier gunnen dat ze mij ook mijn job afpakte. Bovendien heb ik een heleboel aandelen in mijn bezit. Hoe beter het bedrijf het doet, hoe beter dat voor mij is.”
“Maar het bedrijf doet het momenteel helemaal niet goed,” merkte hij op.
Dat wist ik zelf ook wel. Dus daar ging ik liever niet op in. Ik had er eerder nood aan om even op mezelf te zijn, om helder te kunnen nadenken.
“Ik ga het dagboek van Romain zoeken,” zei ik. “Misschien kun jij terwijl hier de boel terug op orde brengen.” Vooraleer hij me van gedacht kon doen veranderen, glipte ik al de gang op.
“Hé!” riep hij me na. “Wie gaat hier voor wie op de vlucht?”
Ik kneep mijn lippen op elkaar, vastbesloten om in alle talen te zwijgen. Een voornemen dat ik vanzelf liet varen, toen ik de slaapkamerdeur van Romain en Cynthia openduwde en het licht aanstak. Ik kon het écht niet helpen dat mijn bloedstollende gil de nachtelijke stilte doorkliefde…
“Wat is er gebeurd?” Terwijl ik klappertandend de kamer in staarde, had ik niet eens gemerkt dat Dirk was komen aanrennen en zijn arm, in een beschermend gebaar, om mijn schouders legde. Bruut duwde ik die weg.
“Daar…” wees ik jammerend. “Ze hebben niet eens de moeite genomen om ander beddengoed te kopen!”
Op het bed lag nog dezelfde blauwwitte, op maat gemaakte sprei, waarop ik destijds Romain en Cynthia betrapt had.
“Euh… De sprei past anders wel goed bij de gordijnen,” merkte Dirk droog op.
Langzaam draaide ik me in zijn richting en met een blik vol verachting, keek ik hem aan.
“Dat is nu weer typisch iets voor een man!” snoof ik.
“Helemaal niet,“ reageerde Dirk. “Hoeveel mannen zou het opvallen dat de sprei en de gordijnen perfect bij elkaar passen?”
“Hou daarmee op,” bitste ik hem toe.
“Waarmee?”
“Met altijd gelijk willen hebben.” Of het gespeeld was, wist ik niet, maar zijn mond viel zowat open.
“Ik begrijp het niet,” zei Dirk, naar mijn smaak té kalm. “Als jij die sprei zo graag wilde, waarom heb je die dan niet meegenomen?”
“ik wilde die sprei niet!” Hé hé, hij snapte er weer niks van! “Nu wil ik die nog altijd niet… En zij zou die ook niet mogen willen. Hoe is het mogelijk dat Cynthia kan slapen in het bed van een andere vrouw?”
“Het is maar een meubelstuk, Linda.”
“Het is géén meubelstuk. Het is een bed!”
“Oké, maar het is jouw bed niet meer, dus wat maakt het uit?”
“Mannen!” gromde ik. Waarom hield hij zijn mond niet? Het laatste waar ik op zat te wachten was de logica van een man. Ik liep de kamer in en griste een kussen van het bed.
“Zie je dit?” vroeg ik, het kussen in zijn handen duwend. “Zie je die bies? Die heb ik genaaid! Die kussenslopen heb ik zelf gemaakt van de overschot van de stof van de sprei. Kilometers bies heb ik genaaid!”
“Het is leuk gemaakt,” zei hij, terwijl hij schouderophalend aangaf dat hij het probleem niet zag. Met een ruk trok ik het kussen weer uit zijn handen en drukte het tegen mijn borst.
“Ik heb al die moeite niet gedaan, alleen maar omdat het leuk zou zijn.”
“Het ziet er schitterend uit,” corrigeerde hij zichzelf. “Ik verzeker je dat ik nog nooit zo’n perfecte, mooie, handgemaakte kussenslopen heb gezien, die zo goed bij de sprei passen.”
“Ik neem aan dat jij heel wat bedspreien hebt gezien,” beet ik hem toe.
“Genoeg om te weten dat dit een prachtexemplaar is,” klok hij sussend.
“Ik durf wedden dat Dirk Stevens nog nooit de moeite heeft genomen om een bedsprei te bekijken,” zei ik, ondertussen de kussens schikkend op de juiste manier. Nu ja, op ‘mijn’ manier dan. Cynthia had totaal geen smaak, dat was zonneklaar.
“Vanaf nu ga ik dat zeker wél doen,” mompelde hij.
“Doe dat!”
Na enkele seconden van gespannen stilte, waarin ik hem vernietigend aankeek, had ik een al even vernietigende reactie klaar. Eentje waarvan ik dacht dat zelfs hij ze moest begrijpen.
“Doe dat vooral, Dirk! Let er een volgende keer maar op als ergens in het buitenland een of andere vrouw jou bij haar thuis uitnodigt, je mee naar haar slaapkamer neemt en wacht op jouw reactie op haar sprei. Een sprei die ze zelf heeft geweven, met eigenhandig gesponnen wol van schapen die ze zelf heeft gekweekt… Met wol die ze zelf heeft gekleurd met verf, gemaakt van bessen en schors die ze zelf heeft verzameld en fijngemalen tot een vloeibare substantie, waarbij je vooral ook moet denken aan alle schrammen op haar armen en benen, de insecten die haar achtervolgden, terwijl de bloedhete zon op haar gezicht brandde, waardoor ze vroegtijdig rimpels kreeg en ze…”
“Haal adem, Linda!” kwam Dirk tussen, niet bepaald onder de indruk. Fronsend staarde hij me aan en haalde een hand door zijn haren. “Deze sprei heb jij niet zelf geweven,” merkte hij op. “Je hebt alleen de stof uitgezocht.”
Grommend haalde ik een kussen van het bed en begon er hard mee op de matras te slaan.
“Waarom verdomme!? Als hij persé wilde scheiden, waarom kon hij me dat dan niet gewoon zeggen? Waarom moest hij mij eerst zo nodig het onderwerp van spot en meelijwekkende grappen maken?”
Het kussen vloog uit mijn handen, dus pakte ik de lange nekrol, waar ik destijds urenlang met engelengeduld aan gewerkt had en begon daarmee op de matras te timmeren.
“Verdomme Dirk, ik vertrouwde hem, maar hij zette mij compleet voor gek! Iedereen op kantoor wist wat er zou gebeuren en wanneer… ‘Cynthia en ik hebben een zakenlunch bij Verbeek en Co, wil jij dat dossier voor me opzoeken, Pluisje?’… Pluisje!”
Bij dat laatste woord begon ik nog harder op het bed te slaan. “Hij wist dat ik er een bloedhekel aan had om op kantoor ‘Pluisje’ genoemd te worden. Het was kleinerend en allesbehalve professioneel!”
Hoewel mijn armen moe werden, trok ik mij daar niks van aan. De woede en de pijn om het verraad waren weer net zo hevig als op die bewuste dag dat ik Romain en Cynthia betrapte en plots moest het hele verhaal eruit.
“En toen kon ‘Pluisje’ dat dossier niet vinden! Ik vroeg aan iedereen op kantoor of ze wisten waar het was en uiteindelijk kwam ik op het idee dat hij het dan hier thuis moest hebben liggen. Als goede vicedirecteur en liefhebbende echtgenote, spoedde ik me naar hier om het zelf op te halen, in plaats van een secretaresse te sturen. Hij kende me en wist dus dat ik dat zelf zou doen. Toen lag hij daar… Met Cynthia… Allebei naakt, in mijn bed, op mijn sprei!”
Tot tranen toe bewogen keek ik even opzij naar Dirk. Ik verwachtte al dat hij er zich met een of ander flauw grapje vanaf zou maken of, in het beste geval, mij een troostende schouder zou aanbieden, maar hij deed niets en zei ook geen woord. Alleen een bemoedigend knikje, alsof hij wilde zeggen dat ik vooral verder moest gaan met het uiten van mijn veel te lang opgekropte boosheid. Dat deed ik dan ook maar.
“Geloof het of niet, Dirk, maar ik stond waar jij nu staat. Alleen maar te staren en te staan… Ik krijste niet, ik huilde niet… Gek genoeg was in dat moment het enige waar ik aan dacht, dat ik met haar moest samenwerken... Ze lag in mijn bed, met mijn man, en het enige waar ik me in dat moment druk om maakte was de vraag hoe ik daar professioneel mee om moest gaan! Is dat niet te gek voor woorden?”
“Nee.” Aarzelend deed hij enkele passen in mijn richting. “Het was een enorme shock voor jou en dat was dé enige manier waarop jij ermee kon omgaan.”
“Weet je wat hij zei?” vroeg ik, mijn blik terug op het bed richtend. “Hij zei dat ik er lang over gedaan had eer ik het door had… Wat voelde ik me ongelooflijk stom!” Ik liet de nekrol vallen en begroef mijn gezicht in mijn handen. “Ik wist het niet, Dirk. Ik had niets in de gaten. Ik had niet eens een vermoeden.”
Dirk antwoorde niet, maar met de armen gespreid in mijn richting, kwam hij nog één stap dichterbij. Tegen hem aanleunend, ontsnapte mij een immense jammerkreet, die heel diep van binnen kwam.
“Stil maar,” zei hij sussend, terwijl hij in cirkelvormige bewegingen over mijn rug streelde. “Hij is het niet waard.”
Losjes plooide ik mijn armen rond zijn middel. “Ik weet nu dat hij het niet waard is, maar toen dacht ik van wel,” zei ik, snikkend tegen zijn schouder aanleunend. “Hoe heb ik me zo kunnen vergissen? Jarenlang had ik met hem samengewerkt, voor ik met hem trouwde… We waren vrijwel altijd samen.” Nadat ik me van Dirk losmaakte, keek ik hem met betraande ogen aan. “Denk je dat het daaraan lag? Waren we teveel samen en begon hij me daarom saai te vinden? Ik… Ik probeerde boeiend te blijven voor hem, dus las ik allerlei boeken, volgde verschillende cursussen en…”
“Linda, dat hoef je mij allemaal niet te vertellen,” onderbrak hij mijn betoog. “Romain was de schoft, jij niet! Hij heeft met jou precies hetzelfde spelletje gespeeld als destijds met mijn zus. Ook Denise wist hij op een of andere manier te overtuigen dat ze onaantrekkelijk en oninteressant was. Ik durf erom wedden dat mijn zus na haar scheiding geen andere man meer heeft aangeraakt.”
Ik ook niet… Het lag op het puntje van mijn tong, maar ik slok die woorden snel weer in. Zuchtend droogde ik mijn tranen en haalde een hand door mijn haren. “Ik weet dat de schuld bij Romain lag en dat hou ik mezelf ook steeds voor maar…” Ik wees naar het bed. “Ik weet dat het zielig is, maar dit… Ik bedoel… Na ruim een jaar zou ik er stilaan toch overheen moeten zijn…”
Dirk pakte mijn hand in de zijne. “Het probleem is dat jij veel te aardig bent,” zei hij. “Jij bent degene die er emotioneel een prijs voor betaalde. Romain heeft niets betaald. Probeer wat minder aardig en minder fatsoenlijk te zijn, Linda. Als ik je een raad mag geven… Pak hem terug.”
“Ik wil hem niet terug!”
“Natuurlijk niet, zei hij met een uitgestreken gezicht. “Ik bedoel gewoon dat je wraak zou moeten nemen.”
Ik ben geen wraakzuchtig type, Dirk.” Nog terwijl ik het zei, legde ik de kussens terug op hun plaats en streek de sprei weer glad.
“Maar Linda, Romain heeft zich niet aan de regels gehouden.” Dirk liet het klinken alsof hij me door elkaar probeerde te schudden en mij tot actie wilde dwingen.
Gelijk hield ik mijn handen stil. “Je hebt gelijk,” zei ik. “Romain hield zich niet aan de regels en dat deed hij straffeloos. Tot en met vandaag houdt hij zich nog steeds niet aan de regels, anders zouden jij en ik hier niet zijn.”
“Juist daarom, Linda. Het is hoog tijd dat jij Romain eens laat zien wat er gebeurt met mensen die de regels aan hun laars lappen, denk je ook niet?”
Nog een laatste keer streek ik over het laken. “Hoe dan, Dirk? vroeg ik. “Ik zou niet weten hoe.”
“Zo ken ik je weer,” zei hij en een zachte grijns verscheen rond zijn mond. “Een van de leukste dingen aan wraak is het bedenken van hoe je dat gaat aanpakken. Ook daar zijn regels voor.”
“Regels voor wraak?” vroeg ik.
“Jazeker,” knikte hij. “Wraak mag alleen gericht zijn op diegene die het verdient. Wie onschuldig is, mag er niet onder lijden.”
“Daar zit wat in,” gaf ik toe.
“Een tot de verbeelding sprekende wraak is het leukste,” zei Dirk, duidelijk in zijn nopjes dat ik oren had naar zijn voorstel. “Heb je al ideetjes?”
“Peper in de onderbroek van Cynthia misschien,” opperde ik.
Dirk schoot zowaar in de lach. “Hoe kom je in godsnaam op zo’n idee?”
“Ik ben bij de Chiro geweest.”
“Ik had geen idee dat ze dat soort dingen tolereren bij de jeugdbeweging,” grinnikte hij. “Al denk ik wel dat het ietsje efficiënter mag zijn.”
“Ik denk niet dat jij ooit peper in je onderbroek hebt gehad op een warme zomerdag,” zei ik met een uitgestreken gezicht.
“Nee, maar volgens mij kunnen we vast wel iets beters verzinnen… Waar is Romains dagboek?”
“Soms lag dat in het nachtkastje.” Ik trok de bovenste lade open en gelijk slaakte ik een kreetje. “Con… Condooms!” gilde ik.
“Een goed merk,” zei Dirk droog, nadat hij een blik over mijn schouder had geworpen.
Walgend duwde ik de lade weer dicht.
“Linda, ze zijn getrouwd,” merkte Dirk op. ‘Het is heel aannemelijk dat ze seks hebben met elkaar.”
“Ja, maar ik moest wél aan de pil. Zij blijkbaar niet!” foeterde ik, starend naar het gesloten schuifje. “We zouden er gaatjes in kunnen prikken. Piepkleine gaatjes.’
“Nee, dat gaan we niet doen. Onschuldigen mogen er niet onder lijden, weet je nog?”
“Cynthia is niet onschuldig!” reageerde ik ferm.
“Zij niet nee, maar we willen toch geen kind opzadelen met een stel ouders als Romain en Cynthia?”
“Nee.” Dat was inderdaad géén goed idee, moest ik toegeven. “Dan moeten we Romains dagboek maar eens gaan lezen.” Meteen zakte ik op handen en knieën om onder het bed te kunnen kijken.
“Hebbes!” riep ik blij. Het volgende moment trok ik een metalen kistje van onder het bed, stak de sleutel in het sleutelgat en maakte het open.
“Ach wat,” reageerde ik stilaan verveeld. “Ik zal je een voorbeeld geven. Jij overtuigde Carl dat leren belangrijker zou zijn dan cijfers.’
“Is dat dan niet zo?”
“Ja,” gaf ik schoorvoetend toe, “maar op dat moment had jij het tegen een jongen van tien jaar. Daarna wilde hij zijn huiswerk niet meer maken, omdat oom Dirk had gezegd dat het niet belangrijk was. Jouw zus werd voortdurend op school ontboden omdat Carl het ene slechte rapport na het andere haalde en die keer dat hij op drie opeenvolgende toetsen een onvoldoende haalde, mocht hij niet mee op klasuitstap.”
Eventjes leek Dirk van zijn melk, maar niet voor lang.
“Daar wist ik niets van,” zei hij. “Eerlijk gezegd kan ik me niet herinneren dat ik dat ooit tegen mijn neefje zei, maar dan nog heeft Denise me nooit verteld dat Carl op school problemen had.”
“Dat is het hem juist, Dirk. Tegen de tijd dat er problemen kwamen was jij al lang weer vertrokken. Zodra het een beetje lastig dreigde te worden, nam jij de benen.”
“Zie jij dat zo simpel?” vroeg hij, mij met een ongelovige blik aankijkend. “Eigenlijk had ik een van jou een sterker voorbeeld verwacht, Linda.”
“Waarom zou ik?” reageerde ik gepikeerd. “Had ik misschien als voorbeeld moeten nemen dat jij destijds van mij verwachtte dat ik mijn verloving zou verbreken alsof dat niets was. Wie doet nu zoiets?”
“Ja zeg..! Jij verbrak jouw verloving niet, dus was er niets aan de hand.”
“Niets aan de hand!?” Met grote ogen staarde ik hem aan. “Voor jou misschien niet! Waarschijnlijk was je mij alweer vergeten tegen de tijd dat het vliegtuig opsteeg… Jij was weg, maar ik moest wel verder met een groot schuldgevoel over wat ik had gedaan.”
“Een schuldgevoel over een paar kussen?” vroeg hij, op ongelovige toon.
“Ik had niet de vrijheid om een andere man dan Romain te kussen, Dirk! Dat is nu eenmaal zo als je verloofd bent en op trouwen staat.”
“Door mij te kussen, realiseerde jij je dat Romain niet de ware was voor jou… Begrijp ik het goed dat je mij dat sindsdien kwalijk neemt?”
Bijna stampvoetend, schudde ik mijn hoofd. Die man begreep er werkelijk niets van. “Ik…”
“Je had me dankbaar moeten zijn,” onderbrak hij me, alweer. “Ik bood je de kans om terug te komen op een grote vergissing.”
“Ik heb geen vergissing begaan!” foeterde ik. “Hoewel mijn huwelijk op de klippen is gelopen, ben ik ten minste wél al mijn verplichtingen nagekomen. Zes jaar lang heb ik er alles aan gedaan om van ons huwelijk een succes te maken.”
“Wat voor beloning verwachtte jij daarvoor in ruil? Een medaille?” klonk hij spottend. “Linda, je had nooit met die man mogen trouwen.”
“Hoe kun jij zoiets zeggen, Dirk Stevens!?”
“Elf jaar lang is hij mijn schoonbroer geweest, weet je nog? Dan schoof hij mijn zus aan de kant, maar wel pas nadat hij haar zodanig gekleineerd had, dat ze zichzelf als een waardeloos schepsel beschouwde.” Dirk keek me doordringend aan. “Vindt je het gek dat ik me afvraag wat Romain met jou heeft gedaan, Linda?”
“Niets!” antwoordde ik, wellicht te snel en te fel. “Mijn zelfvertrouwen staat nog altijd overeind. Alleen mijn trots kreeg een flinke knauw, dat is alles.”
Zijn gelaatstuitdrukking vertelde me dat Dirk me niet bepaald geloofde. Misschien was dat ergens ook logisch, want zelf herinnerde ik mij ook maar al te goed hoe zijn zus eraan toe was ten tijde van haar scheiding. Tegen de tijd dat Romain haar verliet, was Denise ervan overtuigd geweest dat zij dat lot verdiende en dat alles haar schuld was.
“Weet je wat ik me al een tijdje afvraag, Linda? Waarom ben jij na de scheiding bij DKP-Eventing blijven werken? Romains nieuwe vrouw werkt daar ook, is het niet?”
“Ja.”
Op gevaar af dat Dirk doorkreeg dat mijn trots veel meer te lijden had gekregen dan ik voor mezelf toegaf, hield ik mijn antwoord bewust kort. Dirk had daar echter niet genoeg aan.
“En toch ben je gebleven?” drong hij aan. “Was je bang dat je nergens anders aan de slag zou kunnen?”
“Cynthia pakte mij mijn man af,” reageerde ik bits. “Ik wilde haar daar bovenop niet nog eens het plezier gunnen dat ze mij ook mijn job afpakte. Bovendien heb ik een heleboel aandelen in mijn bezit. Hoe beter het bedrijf het doet, hoe beter dat voor mij is.”
“Maar het bedrijf doet het momenteel helemaal niet goed,” merkte hij op.
Dat wist ik zelf ook wel. Dus daar ging ik liever niet op in. Ik had er eerder nood aan om even op mezelf te zijn, om helder te kunnen nadenken.
“Ik ga het dagboek van Romain zoeken,” zei ik. “Misschien kun jij terwijl hier de boel terug op orde brengen.” Vooraleer hij me van gedacht kon doen veranderen, glipte ik al de gang op.
“Hé!” riep hij me na. “Wie gaat hier voor wie op de vlucht?”
Ik kneep mijn lippen op elkaar, vastbesloten om in alle talen te zwijgen. Een voornemen dat ik vanzelf liet varen, toen ik de slaapkamerdeur van Romain en Cynthia openduwde en het licht aanstak. Ik kon het écht niet helpen dat mijn bloedstollende gil de nachtelijke stilte doorkliefde…
“Wat is er gebeurd?” Terwijl ik klappertandend de kamer in staarde, had ik niet eens gemerkt dat Dirk was komen aanrennen en zijn arm, in een beschermend gebaar, om mijn schouders legde. Bruut duwde ik die weg.
“Daar…” wees ik jammerend. “Ze hebben niet eens de moeite genomen om ander beddengoed te kopen!”
Op het bed lag nog dezelfde blauwwitte, op maat gemaakte sprei, waarop ik destijds Romain en Cynthia betrapt had.
“Euh… De sprei past anders wel goed bij de gordijnen,” merkte Dirk droog op.
Langzaam draaide ik me in zijn richting en met een blik vol verachting, keek ik hem aan.
“Dat is nu weer typisch iets voor een man!” snoof ik.
“Helemaal niet,“ reageerde Dirk. “Hoeveel mannen zou het opvallen dat de sprei en de gordijnen perfect bij elkaar passen?”
“Hou daarmee op,” bitste ik hem toe.
“Waarmee?”
“Met altijd gelijk willen hebben.” Of het gespeeld was, wist ik niet, maar zijn mond viel zowat open.
“Ik begrijp het niet,” zei Dirk, naar mijn smaak té kalm. “Als jij die sprei zo graag wilde, waarom heb je die dan niet meegenomen?”
“ik wilde die sprei niet!” Hé hé, hij snapte er weer niks van! “Nu wil ik die nog altijd niet… En zij zou die ook niet mogen willen. Hoe is het mogelijk dat Cynthia kan slapen in het bed van een andere vrouw?”
“Het is maar een meubelstuk, Linda.”
“Het is géén meubelstuk. Het is een bed!”
“Oké, maar het is jouw bed niet meer, dus wat maakt het uit?”
“Mannen!” gromde ik. Waarom hield hij zijn mond niet? Het laatste waar ik op zat te wachten was de logica van een man. Ik liep de kamer in en griste een kussen van het bed.
“Zie je dit?” vroeg ik, het kussen in zijn handen duwend. “Zie je die bies? Die heb ik genaaid! Die kussenslopen heb ik zelf gemaakt van de overschot van de stof van de sprei. Kilometers bies heb ik genaaid!”
“Het is leuk gemaakt,” zei hij, terwijl hij schouderophalend aangaf dat hij het probleem niet zag. Met een ruk trok ik het kussen weer uit zijn handen en drukte het tegen mijn borst.
“Ik heb al die moeite niet gedaan, alleen maar omdat het leuk zou zijn.”
“Het ziet er schitterend uit,” corrigeerde hij zichzelf. “Ik verzeker je dat ik nog nooit zo’n perfecte, mooie, handgemaakte kussenslopen heb gezien, die zo goed bij de sprei passen.”
“Ik neem aan dat jij heel wat bedspreien hebt gezien,” beet ik hem toe.
“Genoeg om te weten dat dit een prachtexemplaar is,” klok hij sussend.
“Ik durf wedden dat Dirk Stevens nog nooit de moeite heeft genomen om een bedsprei te bekijken,” zei ik, ondertussen de kussens schikkend op de juiste manier. Nu ja, op ‘mijn’ manier dan. Cynthia had totaal geen smaak, dat was zonneklaar.
“Vanaf nu ga ik dat zeker wél doen,” mompelde hij.
“Doe dat!”
Na enkele seconden van gespannen stilte, waarin ik hem vernietigend aankeek, had ik een al even vernietigende reactie klaar. Eentje waarvan ik dacht dat zelfs hij ze moest begrijpen.
“Doe dat vooral, Dirk! Let er een volgende keer maar op als ergens in het buitenland een of andere vrouw jou bij haar thuis uitnodigt, je mee naar haar slaapkamer neemt en wacht op jouw reactie op haar sprei. Een sprei die ze zelf heeft geweven, met eigenhandig gesponnen wol van schapen die ze zelf heeft gekweekt… Met wol die ze zelf heeft gekleurd met verf, gemaakt van bessen en schors die ze zelf heeft verzameld en fijngemalen tot een vloeibare substantie, waarbij je vooral ook moet denken aan alle schrammen op haar armen en benen, de insecten die haar achtervolgden, terwijl de bloedhete zon op haar gezicht brandde, waardoor ze vroegtijdig rimpels kreeg en ze…”
“Haal adem, Linda!” kwam Dirk tussen, niet bepaald onder de indruk. Fronsend staarde hij me aan en haalde een hand door zijn haren. “Deze sprei heb jij niet zelf geweven,” merkte hij op. “Je hebt alleen de stof uitgezocht.”
Grommend haalde ik een kussen van het bed en begon er hard mee op de matras te slaan.
“Waarom verdomme!? Als hij persé wilde scheiden, waarom kon hij me dat dan niet gewoon zeggen? Waarom moest hij mij eerst zo nodig het onderwerp van spot en meelijwekkende grappen maken?”
Het kussen vloog uit mijn handen, dus pakte ik de lange nekrol, waar ik destijds urenlang met engelengeduld aan gewerkt had en begon daarmee op de matras te timmeren.
“Verdomme Dirk, ik vertrouwde hem, maar hij zette mij compleet voor gek! Iedereen op kantoor wist wat er zou gebeuren en wanneer… ‘Cynthia en ik hebben een zakenlunch bij Verbeek en Co, wil jij dat dossier voor me opzoeken, Pluisje?’… Pluisje!”
Bij dat laatste woord begon ik nog harder op het bed te slaan. “Hij wist dat ik er een bloedhekel aan had om op kantoor ‘Pluisje’ genoemd te worden. Het was kleinerend en allesbehalve professioneel!”
Hoewel mijn armen moe werden, trok ik mij daar niks van aan. De woede en de pijn om het verraad waren weer net zo hevig als op die bewuste dag dat ik Romain en Cynthia betrapte en plots moest het hele verhaal eruit.
“En toen kon ‘Pluisje’ dat dossier niet vinden! Ik vroeg aan iedereen op kantoor of ze wisten waar het was en uiteindelijk kwam ik op het idee dat hij het dan hier thuis moest hebben liggen. Als goede vicedirecteur en liefhebbende echtgenote, spoedde ik me naar hier om het zelf op te halen, in plaats van een secretaresse te sturen. Hij kende me en wist dus dat ik dat zelf zou doen. Toen lag hij daar… Met Cynthia… Allebei naakt, in mijn bed, op mijn sprei!”
Tot tranen toe bewogen keek ik even opzij naar Dirk. Ik verwachtte al dat hij er zich met een of ander flauw grapje vanaf zou maken of, in het beste geval, mij een troostende schouder zou aanbieden, maar hij deed niets en zei ook geen woord. Alleen een bemoedigend knikje, alsof hij wilde zeggen dat ik vooral verder moest gaan met het uiten van mijn veel te lang opgekropte boosheid. Dat deed ik dan ook maar.
“Geloof het of niet, Dirk, maar ik stond waar jij nu staat. Alleen maar te staren en te staan… Ik krijste niet, ik huilde niet… Gek genoeg was in dat moment het enige waar ik aan dacht, dat ik met haar moest samenwerken... Ze lag in mijn bed, met mijn man, en het enige waar ik me in dat moment druk om maakte was de vraag hoe ik daar professioneel mee om moest gaan! Is dat niet te gek voor woorden?”
“Nee.” Aarzelend deed hij enkele passen in mijn richting. “Het was een enorme shock voor jou en dat was dé enige manier waarop jij ermee kon omgaan.”
“Weet je wat hij zei?” vroeg ik, mijn blik terug op het bed richtend. “Hij zei dat ik er lang over gedaan had eer ik het door had… Wat voelde ik me ongelooflijk stom!” Ik liet de nekrol vallen en begroef mijn gezicht in mijn handen. “Ik wist het niet, Dirk. Ik had niets in de gaten. Ik had niet eens een vermoeden.”
Dirk antwoorde niet, maar met de armen gespreid in mijn richting, kwam hij nog één stap dichterbij. Tegen hem aanleunend, ontsnapte mij een immense jammerkreet, die heel diep van binnen kwam.
“Stil maar,” zei hij sussend, terwijl hij in cirkelvormige bewegingen over mijn rug streelde. “Hij is het niet waard.”
Losjes plooide ik mijn armen rond zijn middel. “Ik weet nu dat hij het niet waard is, maar toen dacht ik van wel,” zei ik, snikkend tegen zijn schouder aanleunend. “Hoe heb ik me zo kunnen vergissen? Jarenlang had ik met hem samengewerkt, voor ik met hem trouwde… We waren vrijwel altijd samen.” Nadat ik me van Dirk losmaakte, keek ik hem met betraande ogen aan. “Denk je dat het daaraan lag? Waren we teveel samen en begon hij me daarom saai te vinden? Ik… Ik probeerde boeiend te blijven voor hem, dus las ik allerlei boeken, volgde verschillende cursussen en…”
“Linda, dat hoef je mij allemaal niet te vertellen,” onderbrak hij mijn betoog. “Romain was de schoft, jij niet! Hij heeft met jou precies hetzelfde spelletje gespeeld als destijds met mijn zus. Ook Denise wist hij op een of andere manier te overtuigen dat ze onaantrekkelijk en oninteressant was. Ik durf erom wedden dat mijn zus na haar scheiding geen andere man meer heeft aangeraakt.”
Ik ook niet… Het lag op het puntje van mijn tong, maar ik slok die woorden snel weer in. Zuchtend droogde ik mijn tranen en haalde een hand door mijn haren. “Ik weet dat de schuld bij Romain lag en dat hou ik mezelf ook steeds voor maar…” Ik wees naar het bed. “Ik weet dat het zielig is, maar dit… Ik bedoel… Na ruim een jaar zou ik er stilaan toch overheen moeten zijn…”
Dirk pakte mijn hand in de zijne. “Het probleem is dat jij veel te aardig bent,” zei hij. “Jij bent degene die er emotioneel een prijs voor betaalde. Romain heeft niets betaald. Probeer wat minder aardig en minder fatsoenlijk te zijn, Linda. Als ik je een raad mag geven… Pak hem terug.”
“Ik wil hem niet terug!”
“Natuurlijk niet, zei hij met een uitgestreken gezicht. “Ik bedoel gewoon dat je wraak zou moeten nemen.”
Ik ben geen wraakzuchtig type, Dirk.” Nog terwijl ik het zei, legde ik de kussens terug op hun plaats en streek de sprei weer glad.
“Maar Linda, Romain heeft zich niet aan de regels gehouden.” Dirk liet het klinken alsof hij me door elkaar probeerde te schudden en mij tot actie wilde dwingen.
Gelijk hield ik mijn handen stil. “Je hebt gelijk,” zei ik. “Romain hield zich niet aan de regels en dat deed hij straffeloos. Tot en met vandaag houdt hij zich nog steeds niet aan de regels, anders zouden jij en ik hier niet zijn.”
“Juist daarom, Linda. Het is hoog tijd dat jij Romain eens laat zien wat er gebeurt met mensen die de regels aan hun laars lappen, denk je ook niet?”
Nog een laatste keer streek ik over het laken. “Hoe dan, Dirk? vroeg ik. “Ik zou niet weten hoe.”
“Zo ken ik je weer,” zei hij en een zachte grijns verscheen rond zijn mond. “Een van de leukste dingen aan wraak is het bedenken van hoe je dat gaat aanpakken. Ook daar zijn regels voor.”
“Regels voor wraak?” vroeg ik.
“Jazeker,” knikte hij. “Wraak mag alleen gericht zijn op diegene die het verdient. Wie onschuldig is, mag er niet onder lijden.”
“Daar zit wat in,” gaf ik toe.
“Een tot de verbeelding sprekende wraak is het leukste,” zei Dirk, duidelijk in zijn nopjes dat ik oren had naar zijn voorstel. “Heb je al ideetjes?”
“Peper in de onderbroek van Cynthia misschien,” opperde ik.
Dirk schoot zowaar in de lach. “Hoe kom je in godsnaam op zo’n idee?”
“Ik ben bij de Chiro geweest.”
“Ik had geen idee dat ze dat soort dingen tolereren bij de jeugdbeweging,” grinnikte hij. “Al denk ik wel dat het ietsje efficiënter mag zijn.”
“Ik denk niet dat jij ooit peper in je onderbroek hebt gehad op een warme zomerdag,” zei ik met een uitgestreken gezicht.
“Nee, maar volgens mij kunnen we vast wel iets beters verzinnen… Waar is Romains dagboek?”
“Soms lag dat in het nachtkastje.” Ik trok de bovenste lade open en gelijk slaakte ik een kreetje. “Con… Condooms!” gilde ik.
“Een goed merk,” zei Dirk droog, nadat hij een blik over mijn schouder had geworpen.
Walgend duwde ik de lade weer dicht.
“Linda, ze zijn getrouwd,” merkte Dirk op. ‘Het is heel aannemelijk dat ze seks hebben met elkaar.”
“Ja, maar ik moest wél aan de pil. Zij blijkbaar niet!” foeterde ik, starend naar het gesloten schuifje. “We zouden er gaatjes in kunnen prikken. Piepkleine gaatjes.’
“Nee, dat gaan we niet doen. Onschuldigen mogen er niet onder lijden, weet je nog?”
“Cynthia is niet onschuldig!” reageerde ik ferm.
“Zij niet nee, maar we willen toch geen kind opzadelen met een stel ouders als Romain en Cynthia?”
“Nee.” Dat was inderdaad géén goed idee, moest ik toegeven. “Dan moeten we Romains dagboek maar eens gaan lezen.” Meteen zakte ik op handen en knieën om onder het bed te kunnen kijken.
“Hebbes!” riep ik blij. Het volgende moment trok ik een metalen kistje van onder het bed, stak de sleutel in het sleutelgat en maakte het open.
Lees verder: Als Een Dief In De Nacht - 8
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10