Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Guniath
Datum: 20-02-2024 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 3534
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): 17 Jaar, 18 Jaar, Amerika, Amsterdam, Borsten, Natuur, New York, Nudisme, Onderdanig, Pijpen, Slavin, Vingeren,
De Lenape
Geïnspecteerd

De val die Colombe op de grond maakte, werd deels opgevangen door de Lenape krijger die haar van de wagen getrokken had. Helaas zag de donkerblonde meid het voertuig, met erop Katrien, verdwijnen. Roepend en gillend probeerde Colombe op te staan, maar een stevige handgreep hield haar mantel vast en na een paar minuten stonden er nog vier andere mannen rondom haar. Panikerend keek ze naar hen, want het leek onvermijdelijk dat het noodlot nu zou toeslaan. Om haar eigen dood niet te moeten zien, sloot ze haar ogen en met beverige stem prevelde ze een gebedje dat haar vader haar ooit geleerd had.

Tot haar verbazing volgde niet de genadeslag. Ruw werd Colombe rechtgetrokken door twee mannen. Aan elke schouder werd ze door één van de krijgers geflankeerd, waarna ze haar dwongen om vooruit te wandelen. Angstig opende ze haar ogen en besefte ze dat ze dieper het bos ingesleurd werd. Snikkend smeekte ze in de Hollandse en Franse taal om vrijgelaten te worden, iets waar de zwijgende krijgers niet op ingingen. Doelbewust liepen ze dwars tussen de bomen door, totdat ze na een lange tijd bij een klein wandelpaadje kwamen. Het was net breed genoeg om telkens één persoon over te laten stappen. En om het nog moeilijker te maken, blinddoekten ze Colombe.

Stilaan besefte de jonge meid dat ze niet gedood zou worden. Wat er dan nog wel zou volgen, wist ze natuurlijk niet. Snikken en huilen hielp niet, dus probeerde ze zich te concentreren op de zintuigen die ze nog kon gebruiken. Diep in- en uitademend luisterde ze naar de omgevingsgeluiden. De krijgers fluisterde ondertussen in een vreemd taaltje wat tegen elkaar. De korte woordwisselingen leek geen echt gesprek te zijn, maar eerder het uitwisselen van aanwijzingen.

De diepe, vreemde klanken creëerde kippenvel bij Colombe. In haar maag borrelde een wee gevoel op, misschien waren de mannen van plan om zich aan haar te vergrijpen. Gruwelverhalen van verkrachtingen waren Colombe niet onbekend. Haar ouders en de kerk waren altijd zeer duidelijk geweest over wat oneervolle mannen met vrouwen en meiden deden. Ongetwijfeld waren de wilden dieper het bos ingegaan om ongestoord hun vleselijke geneugten te botvieren.

Voordat Colombe zich lichamelijk en verbaal kon weren tegen het ingebeelde lot, trok één van de mannen een touw rond haar hoofd. De kerels vertrokken weer en via het touw, dat als leiband diende, werd de donkerblonde meid voortgetrokken. Door de blinddoek en de schokkerige bewegingen van het touw struikelde ze regelmatig over oneffenheden op het weggetje. De krijger achter haar zorgde er telkens voor dat ze niet op de grond viel, waardoor het groepje gestaag voortgang maakte.

Een halve dag ging zo voorbij. Gedesillusioneerd voelde Colombe de grond onder haar gelijkmatiger worden. De weg werd ook breder en als ze geen blinddoek op had gehad, zou ze nu een groot Lenape dorp zien. Op een redelijke afstand van elkaar lagen een twintigtal houten langhuizen, met errond een houten palissade. Her en der stonden bomen tussen de huizen, maar in het midden had je een groot rechthoekig plein. Aan de linkerkant van de open ruimte stond het monumentaalste langhuis. Het was naar dit gebouw dat Colombe geleid werd. Zodra de meid binnen was, rook ze een zoete geur en hoorde ze verschillende stemmen rondom haar praten.

De krijger die haar leiband vasthad, liet die los zodra ze in het midden van het langhuis stonden. Het touw viel pardoes naar beneden, waardoor Colombe van het zwiepend gevoel tegen haar lijf schrok. Een man achter haar begon luidop een uitleg, zijn woorden klonken bruut en vervaarlijk. Het antwoord werd gegeven door een vrouwenstem, die diep en zacht klonk. Colombe bedacht dat voor haar een oudere vrouw stond en dat werd bevestigd toen de blinddoek even later uitgetrokken werd.

Door het rookgordijn, dat de zoete geur verspreidde, zag Colombe een vrouw van middelbare leeftijd zitten. Haar haren waren grijzend, maar haar blik was fris en monter. De bruine ogen staarde streng naar de donkerblonde meid, hoewel ze ook niet onvriendelijk oogde. Zakelijk knikte ze naar Colombe en vervolgens gebaarde ze met één hand dat de meid dichterbij moest komen.

Schoorvoetend wandelde Colombe naar de vrouw, die op dierenhuiden zat. Hardop riep de vrouw iets naar de mannen achter haar, zonder haar blik van Colombe af te wenden. Voetstappen maakte duidelijk dat verschillende mensen de ruimte verlieten, maar de meid durfde niet omkijken, bang om de vrouw voor haar boos te maken. Het was wel duidelijk dat die de leiding had.

Opnieuw zei de oudere vrouw iets, nu tegen Colombe, die natuurlijk niet verstond wat er tegen haar gezegd werd. Verlegen hief de meid haar schouders op, terwijl ze onderdanig naar de grond voor haar staarde. Het was in haar belang om duidelijk te maken dat ze geen bedreiging vormde, maar ook wilde ze laten merken respectvol te zijn tegenover de leidster.

Een viertal vrouwen dook plotseling naast en achter Colombe op. Twee paar handen grepen de jonge meid vast, terwijl de andere vier handen zich bezighielden met het lostrekken en scheuren van Colombes kleding. Hoewel ze zich niet verzette, verliep het toch best hardhandig. In een mum van tijd hadden de vrouwen haar rok kapotgemaakt en haar ondergoed naar beneden getrokken. Ze hadden Colombe gedwongen om haar voeten omhoog te trekken, zodat het fijne leren schoeisel ook verwijderd werd. De mantel werd met een mes losgesneden en het linnen shirt scheurden ze simpelweg aan flarden. Enkel het touw bleef rond haar hals bungelen, zodat er zeker niet getwijfeld kon worden aan haar status als gevangene.

Schaamtevol keek Colombe naar haar naakte lichaam. Zeker op haar handen, onderarmen, benen en voeten merkte ze vele wondjes en blauwe plekken op die ze tijdens de val en wandeltocht opgelopen had. Een van de vrouwen kapte plots koud water over de schouders van Colombe uit. Een andere begon vervolgens de naakte huid in te wrijven met een olieachtige substantie, waarna een metalen schraper over het vel gleed en het vele vuil en zweet weg geschrapen werd. Een fijn mesje verwijderde de fijne haartjes die op haar onderarmen en benen groeide. Die donkerblonde haren waren weinig zichtbaar, toch werden ze vakkundig verwijderd, net zoals de stoppeltjes die onder haar oksels groeiden. Het mesje en de schraper werden zorgvuldig gehanteerd, zodat verdere beschadiging van de huid voorkomen werd. Het voelde op een vreemde, onbedoelde, manier ook prettig aan. Wanneer bijvoorbeeld haar borsten ingeolied werden en de schraper vervolgens tegen haar tepels gleed, voelde ze een fijne rilling langsheen haar ruggenwervel glijden.

De behandeling werd nog gekker wanneer de vrouwen zich op Colombes schaamstreek concentreerde. Ze lieten de meid in een ietwat gespreide beenstand staan en vervolgens smeerden ze de lichtbruine schaamharen in met een zalfachtig goedje. De vingers gleden ruw doorheen de haartjes en raakte daarmee veelvuldig de gevoelige schaamlippen van Colombe aan. De meid staarde naar haar eigen kutje met een mengeling van nieuwsgierigheid, opwinding en vernedering. Even vreesde ze pijn, toen een mesje op haar huid gedrukt werd, maar tot haar opluchting verdwenen enkel de haartjes en voelde het eerder kriebelig en jeukend aan.

Het eindresultaat was een kaalgeschoren schaamstreek, waardoor de rozige schaamlipjes extra opvielen. Het waren fijne, een beetje loshangende lipjes. De reinigingsbehandeling was ondertussen afgelopen en om het laatste vuil weg te doen, wreven de vrouwen met stomende doeken over het naakte vel.

Terwijl de andere vrouwen een stap terugzette, knielde de leidster voor Colombe neer. Ze bracht haar linkerhand naar de schaamlippen en duwde de lipjes met haar duim en wijsvinger uit elkaar. Doelbewust streelde ze met een knokige vinger langsheen de volle lengte van de spleet, waardoor een onverwachts fijn gevoel langsheen Colombes lichaam golfde. Haar gedachten vlogen naar Katrien en de Engelse handelszoon, want ook hij had zijn vingers gebruikt om aan de flamoes van de roodharige meid te zitten. Anders dan toen, was het doel van de oudere vrouw niet om genot uit te delen. De stamleidster duwde dezelfde vinger voorzichtig in Colombes kutopening, waardoor de donkerblonde meid een schokkerige beweging maakte van het verschieten. Met grote, angstige ogen, keek ze om zich heen. Paniekerig vroeg ze zich af of het de vrouwen bij de wilden waren die zich aan onschuldige vrouwen vergrepen.

De vinger verdween echter nooit diep in Colombes kutopening en had ook niet de bedoeling om haar écht te penetreren. Even vlug verdween de linkerhand weer en de oude vrouw mompelde enkele bevelen, die onmiddellijk opgevolgd werden. Een katoenen tuniek werd over Colombe haar hoofd getrokken, ze zorgden ervoor dat het touw wel boven de kleding bleef. Het kledingstuk was bruin, mouwloos en eindigde vlak boven de knieën. Een riem van touw bond het kledingstuk rond haar middel. Als laatste vlochten ze de donkerblonde haren in twee strakke vlechten.

Blootvoets werd Colombe met het touw voortgetrokken, eerst het langhuis uit. Knipperend met haar ogen kon ze het dorp ietwat zien bij het weinige licht dat de neergaande zon nog gaf. De vrouwen die haar begeleidden, maakte veel geluid en riepen van alles in de vreemde Indianentaal, zodat tientallen mensen uit de huizen kwamen en Colombe gadesloegen. Het waren mannen, vrouwen en kinderen die naar de donkerblonde meid staarde, alsof ze een boer trots met zijn vee zagen pronken.

De jonge meid voelde zich vernederd en durfde uit schaamte niet naar al die onbekende gezichten zien. Ze was zelfs blij toen ze verder getrokken werd. Eindigen deed ze aan de rand van het dorp, nabij de palissade, daar stond een rij hokjes zonder ramen en met kleine deuren. In eentje werd Colombe geduwd, waarna de deur weer dichtgesmeten werd. Grote tranen rolde over haar wangen, toen ze plotseling verschoot van een zacht fluisterende stem:

‘Hello, I’m Agisa … Who are you?’



Agisa



Agisa bleek een echte polyglot te zijn, ze sprak buiten Engels ook Hollands en natuurlijk de taal van de Lenape en haar moedertaal het Cherokees. Ze was de dochter van een Cherokee vrouw en een Schotse bonthandelaar, al had ze laatstgenoemde nooit gekend.

Tijdens schermutselingen tussen de Lenape en Cherokee was ze uit het dorp van haar moeder ontvoerd en als oorlogsbuit meegenomen naar de nederzetting waar ze nu als slaaf nog steeds woonde. Ze was een jaar of elf geweest en leefde ondertussen minstens twaalf jaar bij haar ontvoerders, van wie ze de taak gekregen had om de taal van de blanken te leren. Engels kon ze al, omdat bij haar geboortestam veel bonthandelaars passeerde. Hollands had ze geleerd van een prediker die om de zoveel tijd in deze streek verscheen, in de hoop nieuwe zieltjes te winnen.

Vriendelijk stelde Agisa de nieuwe blanke aanwinst op haar gemak. Ze sprak met een dik accent en sommige woorden leken recht uit de staatse bijbel te komen, maar haar stem was vriendelijk en lief. Het was te donker om haar goed te bekijken, maar wanneer Colombe de ochtend erop de kans hiervoor kreeg, zag ze hoe mooi de jonge vrouw was. Ze had de mooiste uiterlijke eigenschappen van beide ouders meegekregen. Met haar één meter zesenvijftig was ze iets minder groot dan Colombe, maar ze had zulke mooie lange zwarte haren, die ook in twee lange vlechten samengebonden waren. Haar gezicht was eerder rond van vorm, ze had lichtbruine ogen en een fijn wipneusje. Van haar Indiaanse mama had ze natuurlijke hoge jukbeenderen geërfd. Haar huidskleur was niet zo bleek als dat van een Schot, maar zeker ook niet zo donker als dat van de roodhuiden.

Net zoals Colombe droeg de halfbloed meid een simpele tuniek, dat was samen met de twee vlechten en het touw rondom hun hals het teken dat ze slaven waren. Indien een slavin één van deze elementen zou verwijderen, werd dat als een grote overtreding bezien en een lichamelijke afranseling was dan de gepaste straf. Het voordeel was dat je met die drie uiterlijke kenmerken vrij doorheen het dorp kon bewegen.

Dankzij Agisa had Colombe eindelijk een idee wat haar juist te wachten stond. Fluisterend verhaalde de halfbloed meid:

‘De wijze vrouwe heefet je maagdelijkheid onderzoekend ende je zoo oock bevonden. Ze heefet je naar mij gebrachet omme de manieren van de Lenape te leeren …’

Agisa had van één van de vrouwen, die Colombe aan een was – en scheerbeurt onderworpen had, de taak gekregen om komende tijd de chaperonne van de donkerblonde meid te zijn. Het feit dat Colombe nog maagdelijk was, maakte van haar een kostbaar goed. Oftewel konden ze het gebruiken in de handel en diplomatie met de Europeanen, of ze werd als prestigegoed verhandeld met andere, verder landinwaartse, indianenstammen. Indien geen enkele opportuniteit zich zou voordoen, kon ze de stam als slavin dienen. Zolang de vrouwelijke stammenleider er winst in zag, mocht de donkerblonde meid door niemand van de stam op één of andere manier lichamelijk gekrenkt worden. Het luid geroep van eerder was eigenlijk een boodschap naar de dorpsbewoners, zodat die zich aan de beslissing van hun leidster zouden houden.

Colombe, die zich tegenover Agisa in kleermakerszit zette, voelde zich ellendig. Ze was moe, had het redelijk koud en haar maag rommelde van de honger. De halfbloed meid hoorde het knorren en gaf Colombe tortilla’s, gemaakt van maïs, en wat vruchten. Het was echter de volle leren drinkzak die de meeste aandacht van de donkerblonde meid kreeg. Smakkend en smullend, vulde ze haar maag, al overdreef ze niet.

Agisa plaatste ondertussen een warm dierenhuid over de schouders van Colombe. Zodra ze haar honger gestild had, voelde de donkerblonde meid hoe slaap zich meester van haar probeerde te maken De half Indiaanse zong fluisterend een slaapliedje in haar moedertaal, terwijl Colombe zich op de zachte grond legde. De vloer was bezaaid met mossen en planten, die de koude grond van hun liefelijke lichamen scheidde. Zodra de blanke meid sliep, legde Agisa zich naast haar. Ze trok nog een tweede, grotere, dierenhuid over hen twee. Moederlijk kuste ze Colombe op haar voorhoofd en prevelde in het Cherokee: ‘Ik let wel op je!’



De Lenape



Buiten de twintigtal slaven gerekend, behoorde de inwoners van het dorp tot de Lenape. Naast Agisa en Colombe had je nog enkele anderen. De meesten kwamen van dieper het binnenland en waren als kind tijdens raids buitgemaakt. Enkel Agisa en nog twee vrouwen waren van gemengd bloed, zij het met een Europese of zwarte ouder. Colombe was de enige blanke vrouw en dus onmiddellijk een buitengewone attractie.

Iedereen, van het jongste kind tot het oudste oudje, wilde Colombe gezien hebben. Gelukkig wist Agisa de donkerblonde meid te behoeden voor al die kijklustigen. Handtastelijk werden de inwoners evenwel niet, want ze vreesden de woorden van hun stamleidster. Wel moest Colombe leren dat haar plaats in het dorp, hiërarchisch gezien, onderaan de piramide bungelde. Zelfs de jongste Lenape kinderen hadden het recht om haar te commanderen.

Alle slaven waren trouwens ook publiekelijk goed, elk stamlid had recht om gebruik van ze te maken. De gemeenschap primeerde natuurlijk, dus bestond hun werk voornamelijk uit het onderhoud van het dorp. En hoewel ze geen vrije keuze hadden wat betrof het werk, waren er wel degelijk ook goede zaken. Colombe en Agisa kregen voldoende en gezond voedsel, hun slaaphok mochten ze zelf proper maken, waarvoor vers materiaal aan hen gegeven werd. Verschillende keren per week kregen ze de kans om zich te wassen met vers water en om de zoveel tijd kregen ze een propere tuniek.

Een gedachte die algauw bij Colombe opkwam, was hoeveel geluk ze had om een blanke slavin bij de roodhuiden te zijn. Ze had in Nieuw – Amsterdam gezien hoe Europese meesters met hun zwarten of Indiaanse slaven omgingen, die vaak afgeranseld werden of nauwelijks te eten kregen.

Het werk overdag werd steevast afgewisseld met wat vrije tijd in de avond. Bijna de gehele tijd was Colombe in gezelschap van Agisa, die als tolk en begeleidster dienstdeed. Ze konden het beiden goed met elkaar vinden en algauw kon je spreken van een wederzijdse vriendschap.

Na een paar dagen was Colombe niet meer zo speciaal en werd ze grotendeels met rust gelaten. Nu ze een “gewone” slaaf was, kon ze de Lenape observeren. Het waren trotse mensen die er gezond uitzagen. Lichamelijk leken ze allen groter en sterker te zijn dan de gemiddelde Europeaan. Zowel mannen als vrouwen droegen hun haren in één lange vlecht. De mannen droegen overwegend lange hemden of helemaal niets aan hun bovenlijf. Rond hun middel droegen ze een lendendoek, dat soms in combinatie met lange beenstukken gedragen werd. De vrouwen droegen soms een lange tuniek, die tot aan de enkels reikte en mouwen had. Vaak droegen ze in het dorp helemaal geen bovenkleding en enkel een lange rok rondom hun middel. Verbijsterd had Colombe eerst niet durven kijken naar de halfnaakte vrouwen, die met de nodige trots hun blote borsten duidelijk zichtbaar lieten. Juwelen en tijdelijke lichaamsversieringen waren ook onontbeerlijk en vertelden meestal een heel verhaal over de persoon op wiens huid ze getatoeëerd stonden.



Badend genot

Na een week werd Colombe voor de eerste keer buiten het dorp meegenomen door een groep jongvolwassen vrouwen. Samen met Agisa zou ze de kleren van de dames wassen, terwijl die in een klein riviertje zouden baden. Om buiten het dorp te gaan, waren een aantal regels voor slaven. Zo kregen ze een vaste begeleidster die het touw rond hun hals vasthield, al was dat meer symbolisch. In ieder geval was het op die manier wel duidelijk, ook voor buitenstaanders, dat Colombe en Agisa onderschikt waren.

Niet dat ze onderweg andere mensen tegenkwamen, ook niet aan het riviertje. Agisa en Colombe zette aan de rivierkant de twee rieten manden, waar droge kleding instak, weg. Het groepje van negen Lenape meiden ontdeed zich ondertussen vrolijk van alle kleding. Ze waren allen van rond Colombes en Agisa’s leeftijd, de oudste was hoogstens een jaar of vijfentwintig.

De vuile kleding smeten ze op één grote stapel, waarna Colombe en Agisa ze verzamelden, om de kledij een vijftal meters van de badende dames in het frisse water te wassen. Tijdens het schrobben tuurde Colombe zo vaak als ze kon naar de lachende meiden, die zorgeloos en spelend genoten van het verkoelende water. Gekscherend petste ze tegen het wateroppervlak, zodat spetters en druppels over hun naakte lijven rolde. De meesten zochten na een tijdje echter een plekje in het midden van het riviertje, waar ze tot aan hun middel met water bedekt werden. Strelend bevochtigde ze elkaars lichamen met het traag voorbij stromende rivierwater.

Om lekker te rieken en om het vuil extra weg te halen van de huid, namen ze stengels van bloemen die andere slaven in de loop van de ochtend geplukt hadden. Opnieuw hielpen ze elkaar met het inwrijven van het organisch materiaal. Het had iets rustgevends om ze bezig te zien, de soepele handen die zachtjes over de naakte huid streelden. Telkens concentreerde ze hun bewegingen op één bepaald stukje van het lichaam: de schouders en bovenarm, daarna de onderarm en de hand. Vervolgens kapte ze er water over, zodat het plantaardige materiaal wegspoelde. Hetzelfde ritueel herhaalde zich, maar nu met de hals en vervolgens de borsten tot aan de navel. Als laatste ontfermde ze zich over de rug.

Tevreden met het resultaat verschenen kleine mesjes en enkele houten potjes. Nu waren het de twee oudste dames die bij ieder van de anderen de okselharen verwijderden. Agisa siste op dat moment iets tegen Colombe, die niet doorhad dat ze al een tijdje gestopt was met wassen. Verontschuldigend keek ze naar haar vriendin, die flauw glimlachte om duidelijk te maken dat ze niet kwaad was.

Wanneer Colombe en Agisa twintig minuten later klaar waren met het wassen, verzamelde ze alle natte kleren in de manden. Het zou veel kracht vergen om het naar het dorp terug te dragen, maar voorlopig waren ze nog even gespaard van dat karweitje. De badende Lenape meiden waren nog niet klaar, dus zette Colombe en Agisa zich tegen een boom aan de kant van het riviertje. Ze waren net niet al te diep in het water gegaan, zodoende waren hun kleren niet nat geworden. Hun natte voeten lieten ze nu in het warme zonnetje drogen en ondertussen had de donkerblonde meid alle tijd om naar de dames voor haar te kijken.

Nog steeds waren de twee oudste meiden bezig met de mesjes, al ontdeden ze de andere jongeren nu van de groeiende schaamhaartjes. Agisa legde uit waarom dat ze dat deden, toen ze Colombe er met grote ogen naar zag kijken.

‘Ze vinden het zo properder. Ook wij doen dat, … ik bij jou en jij bij mij …’

Agisa wees op haar eigen middel en vervolgens naar Colombes schaamstreek, die begreep dat ze elkaar daar af en toe zouden moeten scheren.

Toen twee jonge dames van het groepje klaar waren, wandelde ze dichter bij Colombe en Agisa. Nog steeds stonden ze in het riviertje, maar nu tot aan hun knieën bedekt door het voorbij kabbelende water. Ze waren ongeveer even groot als Colombe en beide atletisch gebouwd. Geen van hen had grote borsten, hoogstens een B – cup. De donkerkleurige tepels staken trots naar voren en wezen elkaar aan, want ze hadden zich tegenover elkaar geplaatst.

Wat volgde tussen de twee jonge vrouwen, deed Colombe hevig blozen. Zo legde ze beiden een hand ter hoogte van de schaamstreek van de andere meid. Met cirkelende bewegingen begonnen ze elkaar te vingeren, terwijl ze met het andere hand strelende bewegingen maakten over het bovenlichaam. Het was zeker niet de eerste keer dat het tweetal elkaar zo bevredigde, want ze leken goed te weten wat de andere lekker vond. De trage, methodische bewegingen werden afgewisseld met snellere en grovere strelingen. Colombe, die niet goed wist wat ze er juist van moest denken, was zo in de ban van de vingerende meiden, dat ze haar blik niet van hen durfde af te wenden. Gebiologeerd keek ze naar de jonge dames en fluisterend vroeg ze aan Agisa wat ze juist aan het doen waren. De halfbloed meid antwoordde grinnikend: ‘Ze hebben plezier … Doe jij dat nooit?’

Colombe staarde Agisa onnozel aan. Ze voelde een mengeling van onwetendheid, schaamte en dommigheid. Het enige dat ze kon antwoorden was:

‘Maar dat is toch niet oké, …’

Agisa hief haar schouders op terwijl een meelijwekkend lachje op haar gezicht verscheen, begripvol zei ze:

‘Wie zegt dat?’

Colombe hief deze keer haar schouders op. Ze keek weer naar de twee jonge vrouwen die elkaar nog steeds vingerde. Innig betastte de linkse meid de borsten van haar vriendin. Ze kneep en kneed erin alsof het een kostbaar speeltje was waar voorzichtig mee omgesprongen moest worden.

In het hoofd van Colombe verschenen de vele autoritaire stemmen die haar duidelijk maakte dat elke vorm van lichamelijk genot het werk van de duivel was. Alleen vond ze het moeilijk om dat te geloven nu ze de Indiaanse meiden zo zag genieten. Op hetzelfde moment kwamen ze ook klaar, waarna ze elkaar omarmden en knuffelend kusjes op het gezicht, schouders en hals gaven. Klaarblijkelijk waren ze blij met hetgeen ze net gedaan hadden en geen van de andere jonge Lenape vrouwen leek zich gestoord te hebben aan de vingerende meiden. Wat onzeker vroeg Colombe aan Agisa:

‘Doen ze dat vaak?’

Agisa schudde haar hoofd en zei:

‘Soms, … alleen als ze niet getrouwd zijn … en buiten het dorp …’

De donkerblonde meid klakte met haar tong en bedacht zich dat het dus ook bij de Lenape niet helemaal geaccepteerd werd.



Verjaardagscadeau



Door haar gevangenschap leek het onmogelijk voor Colombe om bij te houden welke dag van het jaar ze waren. Afgaand op het weer en de stand van de zon, gokte ze dat het halverwege september moest zijn. Een beetje treurig kwam ze tot de slotsom dat ergens dezer dagen ze achttien jaar werd. Als ze in Holland gebleven was, had ze misschien nu iemand gevonden om mee te trouwen. In Nieuw – Amsterdam had het minstens nog tweeënhalf jaar geduurd voor ze in het huwelijksbootje had kunnen stappen.

Helaas zat ze nu in een volledig andere situatie. Hier, in het Lenape dorp, was niemand bekommerd om haar verjaardag. Eerst wilde ze het ook niet tegen Agisa zeggen, bang om emotioneel en aanstellerig over te komen. Toch flapte ze het eruit terwijl ze op een namiddag aardewerk aan het afspoelen waren. Agisa bekeek haar blanke vriendin met haar bruine ogen aan en vrolijk antwoordde ze:

‘Dat vieren we vanavond!’

Grinnikend omhelsde Colombe de halfbloed meid. Bij zichzelf bedacht ze dat het waarschijnlijk niet veel zou voorstellen om met z’n tweeën feest te vieren in een hok dat maar een paar vierkante meter groot was. Toch vond ze het een fijn idee om zo’n moment te delen met iemand waarmee ze een liefdevolle vriendschapsrelatie had opgebouwd.

Goedgezind maakte Colombe haar poetswerk af, wat trouwens het einde van haar werkdag betekende. Ze wachtte even op Agisa, die nog het laatste aardwerken potje afdroogde. Toen ze opstond, zei de halfbloed meid:

‘Ga maar al, ik kom zo …’

Colombe knikte en wandelde in de richting van het hokje dat ze sinds enkele weken thuis noemde. Halverwege kwam ze tot het besef dat ze nog het voedselrantsoen moest ophalen. Afwisselend nam Agisa of zij het eten en drinken mee dat voor hen klaargemaakt was. Vandaag was het haar beurt, dus liep ze naar het grote langhuis. Achteraan bevond zich een kamertje waar eten in bewaard werd, steeds bewaakt door een wachter.

Stil wandelde Colombe naar binnen en sloeg af richting het voorraadkamertje, maar tot haar verbazing stond Agisa daar al. De halfbloed meid was met de bewaker aan het praten, alsof ze iets vroeg, een extraatje of zo. De kerel bekeek de meid streng aan en mompelde korte antwoorden. Een paar tellen later waren ze er beiden over uit en nam de wachter Agisa bij haar rechterpols en leidde ze voorbij een houten zuilengalerij, waarlangs lange doeken hingen, zodat ze uit het zicht verdwenen. Nieuwsgierig volgde Colombe het tweetal en dook ze iets verder onder een doek. Met bonzend hart, maar zo stil mogelijk, duwde ze haar lichaam tegen een houten pijler die de zoldering van het langhuis ondersteunde.

Colombes blik focuste echter op Agisa die nu voor de wachter knielde. De man had zijn lendendoek opzijgeschoven, zodat je zijn haarloze schaamstreek zag. Een halfslappe lul was nog groeiend, maar Agisa nam de besneden eikel al in haar mond. De donkerblonde meid voelde een misselijkmakend gevoel doorheen haar lijf golven, terwijl ze bij zichzelf afvroeg: ‘Waarom neem je zoiets vies in je mond.’

Agisa leek echter vrijwillig te handelen. De wachter forceerde de meid op geen enkel moment en liet haar zelf bepalen hoe ze de pijpbeurt indeelde. Rustig gebruikte Agisa haar tong om over het rood paarse oppervlak te strelen, terwijl ze steeds harder op de tip zoog. Met haar rechterhand gleed ze over de rest van de staaf, haar andere hand bevond zich ter hoogte van de balzak.

Colombe hoorde voetstappen vanachter de doek opdoemen. Bang dat ze betrapt zou worden, dook ze weer richting de andere kant. Er was toch niemand te zien, maar omdat ze geen voyeur wilde zijn, wandelde ze terug naar haar slaaphok. Agisa en de wachter hadden geen van beide geluiden gehoord, en maar goed ook. De halfbloed meid bleef behendig aan de eikel zuigen, terwijl ze met haar handen de rest van de staaf en het scrotum stimuleerde.

Het verwachtte resultaat volgde ettelijke minuten later. Doeltreffend eindigde een hoop zaad in Agisa haar mond. Ze slurpte het dikke goedje naar binnen en slikte het zonder problemen door. De wachter schoof zijn lendendoek weer goed en gaf een bedankend tikje op Agisa’s hoofd, waarna ze mocht rechtstaan. Vervolgens wandelden ze terug naar de voorraadkamer, waar de meid nu meer mocht meenemen dan gebruikelijk was. Niet enkel de tortilla’s en gedroogd fruit, maar in haar handen droeg ze nu ook gerookte vis en vlees, honing en een alcoholhoudend drankje.

Onwetend dat Colombe haar bespied had, glipte ze enthousiast in de gedeelde slaapruimte. Trots liet ze de extra etenswaren zien aan Colombe, die de link wel maakte tussen het voedsel en de seksuele handeling. De donkerblonde meid zweeg hierover en voelde vooral tranen van blijdschap bij de gedachte dat Agisa dit speciaal voor haar verjaardag gedaan had. Ze knuffelde de meid extra lang en kuste haar liefdevol op haar linkerwang.

Zich een heel klein beetje schuldig voelend, maar vooral toch blij, at Colombe van het lekkere voedsel en dronk ze van de zoete drank. Toen ze ’s avonds in elkaars armen in slaap vielen, zwoor de donkerblonde meid in stilte dat ze hetzelfde of meer zou doen voor Agisa.

De half Indiaanse meid daarentegen was vooral blij met Colombe als vriendin. Ervoor had ze lang alleen in dit hok doorgebracht, maar nu had ze eindelijk iemand om liefde en leed mee te delen.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...