Door: Keith
Datum: 06-12-2024 | Cijfer: 9.7 | Gelezen: 3935
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 62 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 62 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 326
De zaterdag begon inderdaad met een kopje thee-op-bed voor Joline en mij. Met een brede lach geserveerd door Gerben en Rogier. “Geen van ons beiden mocht alleen naar binnen gaan van de meiden”, zei Rogier. “dus zijn we maar als elkaars chaperonne op gaan treden.” “Mooie chaperonnes”, bromde ik cynisch, wat me op een elleboogstoot van Joline kwam te staan.
“Hé, die jij eens beetje aardig tegen lui die je thee op bed komen brengen, lomperd!” En ze ging lief verder: “Dank jullie wel jongens. We gaan er van genieten. Maar daarna komen we er wel uit. Eten we samen.” Zo gezegd zo gedaan: een kwartiertje later zaten we aan de ontbijttafel.
Lot en Mar waren nogal opgewonden; vandaag zouden ze hun toekomstige huis helemaal gaan schoonmaken en klaarmaken voor bewoning. En volgende week zou er boven vloerbedekking gelegd worden. Beneden lag al laminaat. De meubels die ze uitgezocht hadden zouden vrijdag geleverd worden; Ikea had een behoorlijk goeie klant aan hen gehad.
“Volgende week zaterdag geven we een housewarmingsparty voor ‘The fabulous Forteen’, jullie ouders en de ouders van Gerben. Hou die avond vrij!” Lot zei het stralend, Rogier keek even wat bedrukt. “Rogier… Jij denkt aan jouw ouders?” Hij knikte. “Ja. Ik zou ze er erg graag bij willen zien, Jolien, maar vanwege de omstandigheden… Nee.”
Joline legde een hand op zijn arm. “Ik begrijp het. En het is ook triest dat het zo moet. Maar het is niet anders, joh. Je hebt hen de kans gegeven, die hebben ze laten liggen.” Hij knikte. “Ja. En het is met name mijn moeder die dwars ligt. Mijn vader… Té slap ten opzichte van haar.” “Maar hij steunt haar wel, Rogier”, zei Lot. “en dat vind ik kwalijk. Hij moet toch ook inzien dat wij bij elkaar horen?” “Oh, dat ziet hij zeker in, wees maar niet bang. Alleen: als hij tegen mijn moeder in gaat, geeft dat een enorme scene. En daar heeft hij geen trek in. Hij is iemand die conflicten het liefst uit de weg gaat. Alles moet pais en vree zijn om hem heen.”
Joline keek nadenkend voor zich uit. “Snap ik niet. Je bent toch niet getrouwd om je onder de wil van de ander te plaatsen? Man en vrouw zijn in een huwelijk gelijkwaardig, althans zo zie ik het. Je vult elkaar aan.” En met een snelle blik op mij: “Nee, Kees, nu even geen gevat commentaar. Ik méén het.” Rogier haalde zijn schouders op. “Het is hun huwelijk, Jolien. Als zij er tevreden mee zijn, wie ben ik dan om er iets van te vinden? Ik heb het jaren lang aan zitten kijken, zelfs met mijn vader over gesproken toen we een dag weg waren, maar hij zij alleen maar: ‘Ik hou van haar, Rogier. Méér dan jij je ooit kunt voorstellen.’ Dat was het. En in mijn optiek weet ze dat en maakt daar handig misbruik van.
Sinds dat gesprek begin ik er niet meer over. Kansloos. Begrijp me goed: ik wil ze niet uit elkaar jagen, maar zou wel graag zien dat mijn vader meer ‘een eigen leven’ kan leiden. Zijn eigen dingen kan doen. Voorbeeld: net als ik is mijn vader modelbouwer. Hij bouwde vroeger houten schepen. Prachtig. Onder andere een model van de Zeven Provinciën, het vlaggenschip van De Ruyter. Heeft een aantal jaren in een vitrine in de kamer gestaan. Tot mijn moeder besloot dat die vitrine weg moest. Nam teveel ruimte in. En op dag was die plek in kamer leeg. ‘Naar de kringloop gebracht’, zei mijn moeder doodleuk. ‘Geen zin om dat ding elke dag af te stoffen.’
Een model van bijna museumkwaliteit, waar mijn vader vier jaar aan gewerkt had! En het enige wat hij zei was: “Jammer dat je er zo over denkt”, en pakte zijn krant. Een paar maanden later had hij zijn hele hobbykamer leeggeruimd. Al zijn gereedschap, zijn modellen… weggegeven of verkocht.”
Hij staarde voor zich uit. “Dat model van de Zeven Provinciën stond een tijdje later bij een antiquair in Nijmegen in de etalage. Prijskaartje: 2.550 euro, exclusief vitrine. Die kostte nog eens 250 euro. Ik heb het ding gekocht en hij staat nu bij mij in mijn hobbykamer. Zonder dat mijn pa en ma dat weten. En mijn ma gaat dat ook niet weten, want ik weet zeker dat zij het model op gaat eisen. Jammer voor haar: Ik heb een geschreven nota van de winkel, inclusief de kassabon en de uitdraai van de pinautomaat. Ik ben de rechtmatige eigenaar. En mijn vader heeft nooit meer een beitel of ander stuk houtbewerkingsgereedschap aangeraakt. Eeuwig jammer, want hij was er vreselijk goed in. Een deel van mijn handvaardigheid heb ik van hem geleerd.”
Hij keek op. “Dus mijn ouders komen nooit verder dan mijn huiskamer. Mijn moeder wilde ooit eens de trap op, naar de 1e verdieping. “Ik wil weten hoe het daar er uit ziet! Voor hetzelfde geld is het één gore bende daar. Jullie kerels kunnen de zaak nooit netjes houden!” Ik heb haar verteld dat als ze één voet op de trap zou zetten ik haar er af zou sleuren en de straat op zou flikkeren. En ik geloof dat dat wel wat indruk op haar maakte. Ze zei tenminste: ‘Kom man, we gaan nú weg.’ En een week daarna kreeg ik een briefje waarin stond dat ik mijn studieschuld aan hen versneld moest aflossen. Ondertekend door mijn vader, maar het was de wraak van mijn moeder, dat weet ik zeker.” Even was het stil.
“Tot zover de fleurige geschiedenis van het naar de buitenzijde oh zo voorbeeldige echtpaar van der Vlist uit Nijmegen en hun obstinate zoontje. Maar laat dat niet de reden zijn om een enorme housewarmingsparty te laten verzieken, jongens. Ik geniet er enorm van om binnen ons groepje te zijn en gekheid te maken met jullie en jullie ouders. En kennis te maken met Gerben z’n ouders. Wat ik gehoord heb ook een stel mooie lui.” Margot knikte overtuigend. “Zeker weten!” Ze giebelde. “Ik denk dat de conversaties volgende week wel pittig zullen zijn…” “Niks op tegen”, zei Joline.
“Af en toe een lel om iemands oren werkt ook prima.” Ik keek haar aan, een hand omhoog. “Oh? Zal ik dan maar even?” Ze schudde haar hoofd. “Niks ervan, meneer. Dat is een privilege van de dames, ben jij gek…” Het ontbijt was ondertussen verorberd en we ruimden de zaak een beetje op. De zussen en hun partner zochten hun spullen bij elkaar. “Wat doen jullie vanavond, dames?” Lot greep Rogier vast. “Vanavond wil ik in Nijmegen zijn, bij mijn liefje. Heeft hij nodig.” Ik knikte. “Daar doe je goed aan, Lot.” Margot zei: “Vanmiddag of vanavond komen wij hier weer terug, Kees. We willen morgen hier naar de kerk.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Wé, Margot?” Gerben knikte. “Dat ‘warme welkom’ waar jullie het over hadden was inderdaad een warme deken.” Hij grijnsde. “Die bugel neem ik wel op de koop toe…” En meteen dook hij weg, want Joline haalde uit. “Geen kwaad woord over de muzikale gaven van mijn echtgenoot, Gerben van Wiers! Dat is een privilege van mij!” Lachend namen ze afscheid.
En ik kon me vergissen, maar de knuffel die Joline aan Rogier gaf, was wat langer dan anders. Mijn hand trouwens ook…
Toen we hen weg hadden zien rijden sloot ik de voordeur. “Potdomme, wát een verhaal, Joline…” In tegenstelling tot normaal kreeg ik geen hand-met-vinger te zien, maar knikte ze ernstig. “Ja. En Rogier heeft er behoorlijk last van. Met name omdat hij z’n vader er onder ziet lijden. Hoe in vredesnaam kún je…” “Dat noemen ze ‘narcisme’, schat. Er zijn nogal wat lui die daar aan lijden. Ene Trump onder andere. En ene Baudet, zou me ook niks verwonderen. En…”
Een hand kwam op mijn arm. “Niet verder, schat. Zonde om daar je adem aan te besteden. Maak maar eens lekkere cappuccino voor je lieve echtgenote. En eentje voor je zelf. Even ontspannen. En daarna ga je dingen van je af blazen. Je bent een beetje opgefokt, dat zie ik.” Ik knikte. “Ja, nogal. Maar voor die koffie: ik bel eerst Theo op. Het is bijna half tien. Een beetje directie is dan het bed wel uit op een willekeurige zaterdagochtend, schat ik zo.” “Theo? Oh, voor het niet doorgaan van die stage… Ja, dat kan niet per mail. Oké. En als hij begint te pruttelen omdat je hem tóch uit z’n bed hebt gehaald: geef dan die telefoon maar aan mij.”
Ze lachte liefjes en ik gaf haar een zoen. Toen belde ik Theo “Hoi Kees! Waar is de brand? Jij belt nooit op zaterdagochtend…”
“Klopt Theo. Maar eerst: bel ik gelegen?”
Gertie klonk op de achtergrond. “Je bedoelt te vragen of we nog in bed lagen, Kees? Netjes hoor. Maar het antwoord krijg je niet.”
Ik grinnikte. “Dan kan ik het wel raden, Gertie. Hou je die directeur van ons een beetje heel?”
De stem van Theo klonk. “Dank dat je waakt over mijn gezondheid Kees. Maar daar bel je niet voor.”
“Klopt, Theo en dit is even serieus: Ik heb gisteravond vriend Erik, die beoogd stagiair, afgeschreven en verteld dat hij niét meer welkom is bij DT. De reden…”
Beknopt vertelde ik het hoe en wat bij de dansles.
Theo bromde. “Ik had ook al iets opgevangen van Irene, Kees. Prima beslissing; omhooggevallen eikels lusten we bij DT niet. Als het jong mij belt of mailt zal ik antwoorden dat ik helemaal achter jouw beslissing sta.”
“Dank je wel, chef. Dan kun je nu weer doorgaan met de dingen waar je mee bezig was voordat ik je stoorde. Welke dat ook waren, maar ik heb een prima werkende fantasie.”
Hij sputterde. “Zeg Piraat, je kunt ook te ver gaan bij je directie en groot-aandeelhoudster, hoor!”
Joline greep mijn telefoon. “Moet ik weer gaan puinruimen voor mijn kerel, Theo?”
“Nou, misschien is dat wel ee…” De stem van Gertie kwam er snijdend tussendoor. “Heb niet het lef, mevrouw Jonkman-Boogers!”
Joline schoot in de lach. “Oh, Gertie… Een aanval van spontane jaloersheid? Wat lief…”
Gertie gromde. “Pas op jij!”
Ik nam de telefoon weer over. “Misschien moeten wij maar gaan puinruimen, Theo. Voor die twee blondines elkaar de haren uittrekken…” “Goed plan, Kees. Zullen we dat dan binnenkort maar eens gaan doen? We hebben nog steeds een gezellige avond bij jullie in het vooruitzicht…” “Aanstaande maandag leggen we de agenda’s eens naast elkaar Theo. En maken een afspraak, oke?”
“Goed plan. Dank voor de mededeling en een goed weekend, jongens.”
We verbraken de verbinding en ik keek in twee vrolijke ogen van Joline. “We zullen Lot en Mar eens vragen of zij de directie en de groot-aandeelhoudster van DT op hun feestje willen hebben. Lijkt me ook wel leuk. En goed voor pittige discussies… Met Tony.” Ik stak een duim op. “Vanavond meteen aan Margot vragen. En nu ga ik twee mails schrijven: eentje aan Henk en eentje aan de TU. En daarna blazen, schat.” Ik pakte de laptop en scheef twee korte mails: eentje aan Henk waarin ik schreef dat hij niet op Erik hoefde te rekenen a.s. maandag; bijzonderheden zou ik wel vertellen.
De ander, naar de TU, was iets uitgebreider. Het kwam er in het kort op neer dat de gedragingen van Erik niét binnen DT pasten en dat DT daarom afzag van het voornemen om hem een stageplaats te bieden. Voor bijzonderheden kon de mentor mij bellen. Toen klapte ik de laptop dicht en pakte de bugel.
“Ik ga blazen, Jolien.” Ze keek op van haar boek en knikte. “Daar doe je goed aan, Kees. Even dingen van je af blazen, oké?”
Ik knikte en verdween naar de studeerkamer. Ik begon ‘riedeltjes te blazen’. Tien minuten lang. Greet had gelijk gehad; ik timede mijn ‘riedeltjes’ en waar ik in het begin nét aan twaalf 1/16 noten binnen de tel er uit kon persen, haalde ik na die 5 minuten de 16 stuks prima. Ook met de wat moeilijkere overgangen van de noten. Tevreden pakte ik de orde van dienst; Ton Koopman had aangegeven welke liederen ik moest begeleiden. Ik zocht ze op: geen probleem. Die oefende ik als laatste wel.
Het stuk aan het einde van de dienst was niét voor koper geschreven: het was BWV 639, ‘Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ’, een stuk geschreven voor alleen orgel. De melodie viel echter goed binnen bereik van trompet en bugel.
Ik zocht ‘m op You Tube op: een versie gespeeld door Leo van Doeselaar op het orgel van de Sankta Catharinakerk in Hamburg klonk heel mooi. Maar het werk werd rustig gespeeld… Voor een orgel geen probleem; lucht zát, zolang de windmachine maar aan stond. Voor een bugel waren sommige ‘regels’ van het koraal best wel lang. Even goed uitkienen waar ik adem moest halen, anders ging ik de mist in! En zachtjes spelen; dit was een best wel ‘dromerig’ stuk muziek.
Zelfs Leo van Doeselaar, die best wel van een ‘stevige’ registratie hield, speelde heel ingetogen. Nou ja, deze versie leende zich er prima voor om het stuk redelijk ‘neutraal’ in te studeren. Kalm speelde ik met de melodie mee, telkens de opname stilzettend om aantekeningen te maken. Na een uurtje stond de partituur zó vol met mijn krabbels dat ik ‘m opnieuw afdrukte; ik kon er ongeveer zelf geen wijs meer uit! Met een ‘verse partituur voor me speelde ik weer een aantal keren en de aantekeningen werden minder. Wél de plaatsen waar ik moest ademhalen goed aangeven. Maar wellicht dat Ton me zou matsen en een achtste noot rust zou geven op die plaatsen. Enfin, als hij met zijn gebruikelijk vlotte tempo zou spelen, had ik die rusten misschien helemaal niet nodig…
Toen het stuk na anderhalf uur goed in mijn systeem was ingedaald, oefende ik de koralen die ik ook moest spelen. En ik las de teksten goed; dat had ik van Greet geleerd. “Ja, wij begeleiden, Kees. Maar in die begeleiding mag je ook iets laten horen van de tekst! Alleen maar stom de nootjes spelen doet de muziek én de tekst geen recht.” Toen had ze me uitgelachen. “Maar ja, of een lompe zandhaas die nuance kan opbrengen…”
Na ruim twee uur spelen vond ik het welletjes. Wat ik moest spelen kénde ik. En Ton zou zijn eigen nuances willen aanbrengen, dus pakte ik ook potlood en accentueerstift in de bugelkoffer. Nog even de bugel schoonmaken en dan: koffie! Even daarna liep ik de kamer in. “Hé, een knappe bugelist komt zo maar mijn kamer in! Ik vind daar wat van!” Joline’s ogen lachten me toe. “Lekker gespeeld, Kees?” Ik knikte. “Ja. Ik hoop dat Ton Koopman dat morgen ook vindt.”
“Ik zal het hem na de dienst vragen. Maar wat ik hoorde klonk het laatste halve uur goed. Alleen heb ik de melodie van dat ene, wat langzame stuk nu klemvast in m’n hoofd zitten.” “BWV 639?” Joline haalde haar schouders op, en neuriede de melodie. Ik knikte. “Ja, die dus. Voor mij pittig; sommige zinnen zijn erg lang en ik zal ergens halverwege adem moeten halen. Gelukkig is dat het laatste stuk, na de zegen. Dan kan ik daarna als een zoutzak ik elkaar ploffen.”
Joline giebelde. “Oh, leuk! Kan ik daarna als ‘reanimeermeisje’ optreden… Daar weet ik wel wat leuke methodes voor.” Ik keek sceptisch. “Jaja, meisje Jonkman – Boogers. Op de orgelgalerij van een kerk, terwijl Ton Koopman je op de vingers kijkt? Je bent weer eens aan het bluffen.” “Jij weet niet hoe ik als ‘reanimeermeisje’ te werk ga, meneer Jonkman! Wellicht gebruik ik wel vlugzout of ram ik je ribbenkast in elkaar…”
Ik bromde: “Nou, ik zal op voorhand maar 112 bellen, dat ze rond 11:15 een ambulance klaar hebben staan buiten de kerk…” Joline klopte naast zich op de bank. “Kom hier, ouwe mopperkont, zitten jij. Wil je wat drinken?” Ik knikte. “En wat eten. Pakken we nu meteen de lunch.”
Tijdens het eten vroeg ik: “En waarop zat jij te studeren?” Joline greep naast zich. Op de bank lag een boek over Roemenië. “Even lezen waar ik straks terechtkom. Want ik wil ook een beetje van het land zien en de cultuur opsnuiven.” Ik bromde: “Dan moet je niet in de winter er heen gaan. Dan snuif je alleen bruinkoollucht op en da’s niet zo aangenaam, kan ik je uit ervaring vertellen.” Ze keek vragend. “In het voormalig Oostblok wordt nog steeds veel bruinkool als brandstof gebruikt. Of hout. Maar bruinkool is goedkoper dan steenkool. En het stinkt. Een zoete, weeïge lucht.
Als we in de winter door Bosnië reden of liepen, en het was koud en windstil, was die bruinkoollucht overal. Zeker in Travnik; die stad ligt in een vrij smal dal en die smerige lucht hing overal. Kon niet weg. Als je je ’s avonds waste en je neus snoot kwam er nogal wat zwarte troep uit je neus.” Joline keek smerig en ik vervolgde: “En dan ga jij werken op of vlakbij een scheepswerf. Waar ook andere fijne luchtjes hangen: lasdampen, olie, gas, chemicaliën… Geen al te gezonde omgeving, schat.”
Ze haalde haar schouders op. “Ik mag aannemen dat ik ergens op een kantoor een plekje krijg. Niet in een hok langs de Donau, tussen een stel lassers in. Ik zie het wel, Kees. Er werken daar een behoorlijk aantal Nederlanders; die houden me wel in de gaten.” “Zou ik ook doen, schat, als ik daar werkte. En m’n beste beentje voor zetten om maar in de gunst te komen van zo’n knappe blonde vrouw…”
Ze keek wanhopig. “We hadden het over de luchtkwaliteit in Roemenië, Kees. Niet over allerlei andere dingen die de hormonen van de plaatselijke bevolking op tilt zouden jagen.” Ze kuste me snel. “Die dingen mag je vanavond weer eens bekijken, schatje. En nu wil ik nog even verder lezen.”
Ze pakte haar boek weer op en ik wist dat ik haar nu niet verder moest storen of plagen. “Oké meid. Dan ga ik even met de stofzuiger door het huis. Even de boel aan kant maken voor morgen; wie weet krijgen we bezoek.” Ze knikte, met haar gedachten al weer bijna in Roemenië. Na de lunch ging ik aan ’t werk: stoffen, zuigen, de keuken een beurt geven, en vervolgens de badkamer. Naar de kamers van de zussen had ik geen omkijken; die hielden het daar spic & span. Een blik naar buiten liet zien dat er ramen nog schoon waren, op één vogelpoepje na. Daar kon ik makkelijk bij, dus die verdween ook. En om vier uur vond ik het wel prima. Nu nog even boodschappen voor het weekend doen… Ik liep de kamer weer in. “Schat, ik ga nog …”
Ik stopte maar; Joline was opzij gezakt en lag te slapen. Oké, een briefje op tafel. ‘Schat, ik ben even boodschappen doen voor het weekend. XXX Kees.’ De deur uit en naar beneden. Ik pakte de fiets; de weekendboodschappen wogen wat meer dan door de week en dan had ik ten minste de fietstassen ter beschikking. En m’n rugzak.
In de supermarkt wachtte een verrassing: Zelda zat achter een kassa! “Hé dame, werkte jij sinds afgelopen week niet bij een gerenommeerd ingenieursbureau in Gorinchem? Of ben je ontslagen wegens wangedrag?” Ze lachte. “Ik kreeg gisteravond een paniektelefoontje.
Of ik als-je-blieft vandaag kon komen werken. Twee ervaren collega’s waren ziek, en een ander had al 12 dagen achter elkaar gewerkt… Nou ja, toen ben ik vanochtend maar deze kant uitgegaan.”
Ik keek haar aan. “Je bent te goed voor deze wereld, dame. Denk er aan: je hebt nu een baan waarin je je kop goed moet gebruiken, dan moet je in het weekend ook kunnen ontspannen, hoor!” Ze knikte. “Weet ik. Maar ik kan ze hier toch niet in de shit laten zitten? Nog een half uurtje, dan ben ik klaar. En vanavond kan ik even stappen.” “Jaja… En morgen met een houten kop pas om drie uur ’s middags je bed uit komen zeker. En maandag heb je nog steeds hoofdpijn. Laat ik het niet merken, mevrouw!” Ze stak haar tong uit. “Zorg jij nou maar dat je maandag fris en fruitig in de auto zit, Kees. Nou, ga je nog boodschappen doen of…?”
Ik pakte een karretje. Groenten, aardappelen, ingrediënten voor de Nasi, vlees, koekjes, koffiepads, een doos gesorteerde thee… Oh ja, WC-papier. Onhandig, zo’n groot pak van 16 rollen, maar met 4 rollen konden we nét een week doen. Met een redelijk beladen wagentje liep ik naar de kassa van Zelda en sloot aan. Toen de dame voor me had afgerekend zette Zelda pesterig het bordje ‘Deze kassa is gesloten. Mijn collega bij de andere kassa helpt u graag.’ op de band.
“Sorry Kees, je ben nét te laat. Ik ga naar huis.” Ik keek naar de andere kassa: vier mensen met afgeladen karretjes. “Je bent een vuil krengetje, Zelda. Hier ga je maandag zo rond een uur of kwart over twaalf bijzonder veel spijt van krijgen. Ik leid de sport maandag.” Ze bleef pesterig kijken. “Dat duurt nog zóó lang… Fijn weekend, Kees.” Ze stond inderdaad op. “Ik werk al een kwartier langer dan was afgesproken, Kees.” En ze verdween. Nou ja zeg… Ik sloot achteraan bij de rij voor een andere kassa aan en toen ik aan de beurt was zei de kassière daar: “Niet netjes van Zelda om u zo af te serveren, meneer. Maar ze werkt hier in feite niet meer; werkt nu bij een bedrijf in Gorinchem. Maar ze kwam ons vandaag even uit de nood helpen.”
Ik knikte. “Ik weet het; ik heb haar naar Gorinchem gehaald. Werk bij dat bedrijf. Maar mevrouw Zelda gaat dit aanstaande maandag wel merken; ik leid maandag de sport tussen de middag!” Het meisje keek gespeeld bang. “Daar heeft ze iets over verteld… Lopen of fitness?” “Maandag wordt het lopen…” Ik keek naar haar naamkaartje. “… Monique. En ik denk dat ik een parcours uitkies wat langs een slootje loopt.” Ze schoot in de lach. “Ik heb nú al medelijden met haar! Ik zal haar waarschuwen; we hebben een whatsappgroepje.” “Doe maar. Dan kan ze alvast anticiperen op schone kleren, het krengetje! Hoe dan ook: dank je wel dat jij me wél wilde helpen, Monique. Goed weekend voor straks!”
Ik laadde de boodschappen over in een grote doos en liep naar de auto. Zeker weten dat mevrouw Zelda hier iets van ging merken! In de hal haalde in de post uit de brievenbus en met de doos én de post ging ik naar boven. “Hoi schat, ik ben er weer!” “Mooi zo, Kees. Koffie na je expeditie? Je deed er lang over!” Ik knikte. “Ja. Een zekere kassière, Zelda geheten, liet Kees bij haar kassa voor joker staan…” Beknopt vertelde ik het verhaal en Joline lachte. “Jou kennende blijft dit niet zonder gevolgen voor Zelda… Wat ga je met haar doen?” “Maandag ben ik de trainer, Joline. Need I say more?”
Ze keek zuinig. “Het arme kind… Je gaat haar niet de vernieling in trainen, Kees! Ze moet maandagmiddag nog wel in staat zijn om iets te doen. Anders krijg je van haar teamchef op je donder!” Ik mopperde: “Nee, dat ga je niet willen… Ik verzin wel iets, schat. Maar ze krijgt ‘m terug, daar kun je op rekenen. En ze wordt al gewaarschuwd door een collegaatje; die kassameiden hebben een whatsappgroepje.” “Hmmm…” was haar reactie. “Enfin, jij hebt boodschappen gedaan en het huis schoongemaakt… Zal ik koken?” “Goed plan, schat. Kook je ook voor Margot en Gerben?”
“Die zal ik even bellen.” Even later hoorden we dat Margot en Gerben in Tiel aten en pas rond een uur of elf vanavond bij ons aan zouden komen.
“Het werk in Arkel zit er bijna op, Jolien! Donderdag kunnen de meubels er zó in!” Margot klonk helemaal opgetogen.
“Mooi meid. Dan nemen jullie donderdag en vrijdag vrij. Eén dag van je zelf, één dag ‘verhuisverlof’. Opdracht van je teamchef.”
“Doe mij ook zo’n chef”, hoorde ik Gerben op achtergrond zeggen.
“Alleen als jij een beetje fatsoenlijk met cijfertjes om kan gaan, meneer van Wiers!” snauwde Joline. “Anders wil ik je niet in het Backoffice zien! Dan zit je alleen maar de meiden af te leiden.”
“Nou, nee hoor. Eéntje hooguit, maar die leidt mij ook behoorlijk af.”
“Nou, blijf dan maar mooi bij die piratenbende van Kees, Gerben.”
Joline verbrak de verbinding. “Ik laat Gerben vrijdag ook wel gaan, Jolien. Heeft hij ook verdiend. En Rogier is vanaf woensdag vrij, want dan zit z’n werk in Nijmegen er op. Kan hij mooi de rest van de week in Arkel klussen.” Joline keek ondeugend. “Nou, dan weet ik zeker dat er in ieder geval vrijdag niets gedaan wordt daar. Beide stelletjes daar? Ik hoop dat ze er dan al een wasmachine hebben aangesloten… Die gaat het druk krijgen.” Met die woorden liep ze naar de keuken. “Ik ga koken. Best wel trek.” Ik pakte een boek. “Dan ga ik nog even lekker lezen. En genieten van de luchten die uit de keuken komen.”
Een luchtkusje kwam mijn kant uit. Een kwartiertje later ging mijn telefoon. Wie… ‘Zelda’ stond op de display. “Zo. Heb ik mijn ooit zo favoriete kassière aan de lijn? Die nu haar excuses komt maken? Nou, brand maar los, dame!”
Ze lachte. “Niks excuses. Je was gewoon te laat, Kees. Maar… namens mijn ouders nodig ik jullie uit om vanavond bij ons te komen om kennis te maken. Ze hebben afgelopen week wat dingen gehoord en zijn wel nieuwsgierig.”
Op spottende toon antwoordde ik: “Of zijn ze bevreesd dat hun ooit zo sympathieke dochter aanstaande maandag vreselijk wordt afgebeuld en willen ze schade voorkomen?”
Op de achtergrond hoorde ik iemand hard lachen; Zelda had haar telefoon waarschijnlijk op de speaker staan.
Zelda antwoordde: “Weet ik niet. Mag je hen zelf vragen. Tenminste: kúnnen jullie?”
Joline knikte en ik zei: “Is prima, dame. Gezellig. Vanaf wanneer zijn we welkom?”
“Vanaf half acht of zo. Dan drinken we hier meestal koffie.”
“Oké, dan zijn we rond die tijd bij jullie. Leuk! Tot vanavond!”
Joline lachte. “Lijkt me ook leuk, Kees. Ze heeft goeie ouders, vertelde ze. Gaan we vanavond ondervinden.” “Tja, en om half acht koffie is ook een goed plan. En we hoeven de kopjes niet af te wassen, scheelt ook weer. Enfin, ik app Margot wel dat wij vanavond weg zijn en uiterlijk om 22:00 thuis komen. Dan hoeft ze het alarm er niet op te zetten, mocht ze er eerder zijn.” Ze gezegd, zo gedaan.
“Ik app wel als we thuiskomen, Kees!”, was het antwoord. Een duimpje ging retour.
Een kwartier later was Joline klaar met het eten en gingen we aan de bar zitten. “Smaakt prima, schat.” De aardappelen, witlof en kaassaus gingen er goed in. Een bakje vla was het dessert en we zaten nog even uit te buiken en te kletsen. Om half zeven zei Joline: “Kom Kees, we gaan even douchen en omkleden. We gaan op bezoek, dan moeten we wel een beetje netjes zijn.” Na de douche kleedden we ons om: ik trok een nette broek aan, coltrui en een jasje er overheen; Joline kleedde zich in een nette rok, blouse met ook een jasje. Nylons aan haar benen en pumps. “Schat, als we geen afspraak hadden vanavond… Ik trok je zó het bed in!”
Ze kuste me. “Waarom denk je dat ik nylons heb aangetrokken, lover? Als we terugkomen lopen we in één streep richting slaapkamer, trek ik m’n jasje, blouse, rok en slipje uit en wil ik je. Want jij ziet er ook uit om op te vreten, Kees Jonkman.” Ik trok haar naast me op het bed en zei, met mijn mond bij haar oor. “Dan zeggen we zo dadelijk gewoon: “Sorry lui… Eén kopje koffie, daarna moeten we als de bliksem weer naar huis.”
Joline duwde me weg. “Niks ervan. We gaan gezellig met de ouders van Zelda kletsen en op een beschaafd tijdstip zeggen we: ‘Zullen we eens naar huis gaan? De gastheer en gastvrouw willen ook naar bed.’ Daarna nemen we netjes afscheid en vertrekken. Goed begrepen, hitsige Harrie?” Ik keek verontwaardigd. “Wie is hier hitsig? Wie stelde net voor om, eenmaal binnen, haar kleren uit te trekken, ergens in de kamer neer te smijten en zich aan mij te vergrijpen? Nou?”
Ze giechelde. “Die kleren ergens in de kamer neer te smijten heb je mij niet horen zeggen, schurk. Maar het is wel een leuk idee. Dan komen Gerben en Margot een kwartiertje later binnen, struikelen over dat slipje en m’n rok in de kamer en horen allerlei interessante geluiden en een paar gilletjes uit onze slaapkamer… Volgens mij brengen we hen dan wel op ideetjes.” Ze stond op, stak haar hand uit en zei: “Kóm. We gaan die kant uit. We kunnen de koffie niet koud laten worden.”
Een kwartiertje later zette ik de auto op de parkeerplaats aan het begin van de straat waar Zelda woonde. “Nou, ik ben benieuwd naar haar ouders, Kees.” We belden aan en Zelda deed open. “Hallo! Kom er in, Joline. En Kees. Geen jassen? Dan kunnen we meteen doorlopen… Pap, Mam… Dit zijn Joline en Kees Jonkman. Haar vader kende ik al: een stevige man met bril en een sympathiek gezicht. Zelda’s moeder was lang, slank en had iets… aristocratisch over zich. Maar ook zij was vriendelijk en stelde ons meteen op ons gemak. “Ga lekker zitten… We hebben hier geen vaste plaatsen, dus…”
Ze bleef zelf staan. “Koffie?” “Graag, mevrouw van Munsteren. Daar kwamen we voor.” Ze keek Joline even aan. “Ik heet Helma. En mijn man heet Ton. En die jongedame die nu in de keukendeur staat is onze oudste dochter Zelda, maar dat wisten jullie al, geloof ik.” Een klein lachje speelde om haar mond en ik mopperde: “Nou en of. Tot vanmiddag dacht ik dat ze een leuke, hardwerkende en aardige meid was, maar vanmiddag heb ik met een andere kant van die juffrouw kennis mogen maken.” En met een blik op Zelda: “En daar gaat ze nog wel iets van merken!”
Zelda stak haar tong uit. Dat zag haar moeder. “Zelda! Laat dat! Je bent niet meer op school, hoor!” Joline suste haar. “Helma, we kennen haar ondertussen wat langer dan vandaag. En ze heeft wel wat krediet bij ons.” Moeder en dochter verdwenen in de keuken en Ton zei: “Soms ben ik blij dat we maar één dochter hebben. We hebben nog twee zoons, maar die zijn het huis al uit. Maar aan Zelda heb ik soms de handen vol…”
Joline lachte. “Ga eens met mijn vader praten. Ook twee zoons en één dochter. Wie weet kunnen jullie ervaringen uitwisselen…” Voor dat we het wisten zaten we gezellig te kletsen. En wat me opviel: Zelda zat daar niet als ‘dochter’, maar deed volwassen mee aan het gesprek. Op een gegeven moment vroeg Joline: “Maar… we hebben nu veel over DT gekletst; waar houden jullie je mee bezig?”
Ton zei: “Ik ben van origine loodgieter. En de laatste paar jaren heb ik me gespecialiseerd in warmtepompen. En daar heb ik geen spijt van. Een paar jaar terug werden warmtepompen aangeprezen als hét ultieme ding om je huis mee te verwarmen, dus heel veel mensen kochten een huis waar zo’n ding in zat. En de warmtepompen van goeie kwaliteit zijn ook prima in staan om je warmwatervoorziening te regelen. Maar er zijn ook B-merken. En C-merken. Apparaten die het een paar jaar redelijk doen en vervolgens de geest geven. En daar verdien ik het meeste geld mee. Kijk, als het defect in het besturingssysteem zit ben ik ook kansloos. Dat is elektronica. Heb ik een beetje verstand van, als het ten minste gaat over ‘gewone’ componenten. Losse weerstandjes, transistoren, diodes en zo. Dát kan ik doormeten en eventueel wel repareren. Maar dat is nergens meer in een warmtepomp te vinden. Het is allemaal SMD-techniek, machinaal gesoldeerd en met IC’s waarvan ik geen flauw benul heb wat ze doen. Voor hetzelfde geld sturen ze de gegevens van de warmtehuishouding naar China, weet ik veel.
De meeste ellende zit echter in de afdichtingen, kleppen en aansluitingen. Troep, iets anders kan er niet over zeggen. Slechte solderingen, waardeloos laswerk, beroerde kwaliteit componenten, kortom: rotzooi. En de ‘users manuals’ zijn in 'Chinengels'; nauwelijks uit wijs te worden. Maar goed; ik heb me nu in negen van die apparaten gespecialiseerd; die kan ik bijna blindelings demonteren en weer monteren én ik weet wat de meest voorkomende gebreken zijn.”
Hij lachte. “De afgelopen jaren heb ik als zelfstandige een hele nette boterham aan die krengen verdiend. En ik heb geen cent geïnvesteerd in reclame; dat doen mijn klanten wel.” Hij wees richting Veldhoven-Noord. “Die wijk tegen het bedrijventerrein aan, Zandrijk… Eén en al warmtepomp-huizen. Twee van de vijf dagen ben ik daar bezig, omdat de project-ontwikkelaar goedkope troep in die huizen heeft laten zetten. In de wijk Waterrijk heb ik minder werk; daar staan sowieso minder warmtepompen, maar die er staan zijn Duits of Nederlands. Goed spul, bijna niet stuk te krijgen.” Hij grinnikte. “Helaas, voor een hardwerkend ambachtsman zoals ik… Nou ja, ik heb er een aantal onderhoudscontracten lopen. Levert me niet zoveel werk op, maar wel inkomen.”
Helma tikte hem op de vingers. “En dat is maar goed ook, ambachtsman van me, anders zat je op zaterdag en op zondag nog bij je klanten.” Ze keek naar ons. “Ik heb hem verboden om op zaterdag of zondag nog te werken. Mensen kunnen prima één of twee dagen zonder warm water. En anders regelen ze maar iets met de buren. Maar Ton gaat niet op zaterdag of zondag aan het werk. Goed geld verdienen is leuk, maar je moet ook kunnen ontspannen, hebben we gemerkt.” Ton knikte. “Vier jaar geleden heb ik, toen nog in loondienst, drie maanden thuisgezeten. Totaal overwerkt. En die dame daar heeft me toen een schop onder m’n derriere gegeven en gezorgd dat ik zelfstandige werd én me verdiepte in de wondere wereld van warmtepompen. En vervolgens, toen dat begon te lopen, me ronduit verboden om in het weekend mensen uit de nood te redden.”
Hij keek zielig en Helma zei: “Ja. Want anders had je nu wéér overspannen thuis gezeten, huilebalk.” Joline lachte. “Ik hoor het al. Ook bij jullie is de rolverdeling prima voor elkaar. En heb jij een betaalde baan, Helma? Of…” Helma knikte. “Ik ben advocate. En dan zul je wellicht zeggen: Da’s een aparte combi… een loodgieter en een advocate, maar toen wij elkaar tegen het lijf liepen brak er nog nét geen brand uit in de studentenflat waar ik toen woonde, zó sloegen de vonken over.”
Ze knipoogde naar Ton en Zelda zuchtte diep. “Nou, Jolien… Hier komt een modern sprookje uit duizend-en-één-nacht… Hou je vast!” Helma keek haar aan. “Mondje dicht jij. Bewaar dat maar voor aan de kassa, als Kees in de rij staat.” Ik gromde. “Ja, hou op schei uit…” Zelda giechelde en Helma begon te vertellen. “Ik studeerde in Leiden. Tweedejaars studente. Ik woonde samen met 5 andere meiden in zo’n oud, statig herenhuis. Aan de buitenkant zag het er mooi uit, aan de binnenkant was het ‘vergane glorie’. Enfin, op een gegeven winterdag: de CV kapotgevroren. De verhuurder gaf niet thuis en zei:
“Zoek maar een loodgieter op en laat het maar maken. Maar jullie hebben vast iets gemold, dus niet de rekening bij mij neerleggen, denk er aan!”
Stom natuurlijk; wij waren met zes studentes Rechten, en twee van de bewoonsters zaten in het laatste jaar van hun studie. Die maakte je niks wijs. Maar eerst moest die CV gemaakt worden; het vroor behoorlijk. Dus we pakken de ‘Gouden Gids’, die bestond toen nog en zochten op ‘loodgieters’. En na een paar keer bot te hebben gevangen, kregen we een bedrijf aan de lijn wat nog wel een gaatje over had. “Er komt morgen iemand langs om de zaak te fiksen!”
En inderdaad, de volgende dag om acht uur ’s morgens: een busje voor de deur en daar stapt een jonge vent uit… Ik deed de deur open, we keken elkaar aan en op dat moment was er dus die vonkenregen. Kortom: Ton heeft de verwarming gefikst, ons verteld dat het ding in geen jáááren onderhoud had gehad, en dat de verhuurder dus in gebreke was gebleven. En dat heeft hij op papier gezet en gewapend met dat papier én de nota van het bedrijf waar Ton toen werkte, zijn we naar de verhuurder gegaan. Die protesteerde natuurlijk in zeven talen, maar werd vakkundig door onze huisgenoten, die twee ouderejaars, in de hoek gedreven. En uiteindelijk heeft hij de rekening betaald.”
Ze gniffelde.
“Ik had ondertussen de rekening aan Ton al lang betaald: in natura. We hadden onze eerste zoen al gewisseld voordat hij aan die CV begon en twee nachten later lag hij bij mij in bed. En toen hij de volgende ochtend aan het ontbijt verscheen, tot schrik van de huisgenotes die in pyjama en nachtpon het ontbijt nuttigden, zei hij onschuldig: “Ik moet toch weten of ik m’n werk goed gedaan heb?” We waren stapelgek op elkaar en dat is nooit veranderd. Enfin, ik ging verder met m’n studie, maar op een gegeven moment moest het er van komen: mijn ouders wilden wel eens kennismaken.”
Ze keek veelbetekenend naar Ton en die vervolgde: “En die ouders woonden in een knal van een villa in Blaricum. Ik schrok me kapot toen ik daar voor het hek stond. Mijn schoonvader heeft een eigen bedrijf in studio-benodigdheden: verlichting, geluid, elektra, decors, enfin: dat heeft ‘m geen windeieren gelegd. Maar: zelf uit de grond gestampt. Mijn schoonmoeder is van adel, en als er iemand was die de ‘Gooise er’ gebruikte, was zij het wel. Maar dat deed ze alleen als ze nijdig op iemand was. Voor de rest is het een schat van een vrouw, nu ruim in de zeventig.” Zelda knikte. “Ja. Oma Louise is een schat.” Helma vervolgde: “En daar kom ik dus vandaan: uit een villa in het Gooi, nu wonend in een nette eengezinswoning in Veldhoven.”
Ze legde een hand op de arm van Ton. “Maar geen dag ongelukkig. En binnenkort kunnen we verhuizen; we hebben een boerderijtje gekocht iets ten westen van Knegsel. En daar heb ik ook een goeie praktijkruimte; hier heb ik een paar straten verderop een studio gehuurd om cliënten te ontvangen.”
Ik keek Joline aan.
“En ik maar denken dat wij een nogal apart begin van onze relatie hadden gehad…” “Jij moet niet piepen, meneer Jonkman! Met je ‘stubborn English cars that quit when you need them.’ Ik kon je wel villen!” In het kort bescheef Joline onze eerste échte kennismaking en het vervolg er op in Den Bosch. Ze besloot met: “En toen we uit dat bootje stapten, zijn we maar even in Kees z’n auto gaan zitten. En die stond in een schemerige parkeergarage. Enfin, vul het verhaaltje zelf maar aan en kleur de plaatjes, zou ik zeggen…”
Ton en Helma schoten in de lach. “We hebben er beeld bij, Joline. De details mag je voor jezelf houden.” Zelda mopperde: “Verdorie, waarom? Ik wil ook wel eens een smeuïg verhaal horen…”
Ik keek haar aan. “Dat verhaaltje ga jij aanstaande maandag zelf schrijven, dame! Tijdens de sport, dat garandeer ik je. En nee, dat heeft niks te maken met romantiek en zoentjes, maar eerder met bloed, zweet en tranen. Bloed in je schoenen van het hardlopen, zweet wat nog sneller dan de Niagara-waterval onder je oksels vandaan gutst en tranen van het lachen bij de collega’s.” Ze keek sip en Joline vulde aan: “Kees is van het type ‘hoge bomen maken lange planken’, Zelda. Dat had je nu toch wel door?” Ze sputterde: “Ik meld me maandag wel ziek…”
“Helpt je geen zier, dametje. De eerstvolgende keer dat je je neus laat zien ben je de klos en wie weet is Fred dan de trainer. En Fred en ik zijn twee handen op één buik, dat weet je ondertussen geloof ik wel."
Ik lachte haar uit. “Maarre… Jij zou gaan stappen, zei je vanmiddag. Nu kan het zijn dat ik van het ouderwetse type ben waarbij de stap-avond om 21:00 start, maar dat is het al geweest…” Zelda schudde haar hoofd. “Vanavond ga ik niet stappen. Waarom ook? Het is hier gezellig, ik kan zien hoe jij af en toe op je donder krijgt van Joline en bovendien ben ik best wel moe na een complete dag kassa… Straks gaat dit meisje lekker in haar bedje liggen. En al die knullen die er op hopen dat ik vanavond in hun favoriete kroeg kom: jammer voor ze. Maandag moet ik bijzonder fris en fruitig zijn, werd mij vanmiddag duidelijk gemaakt…”
Ton trok zijn wenkbrauwen op. “Oh? Maandag? Bij DT? Hoezo, dochterlief?” Ze wees naar mij. “Vraag maar aan Kees. Hij weet er meer van.” “Jullie lieve dochtertje zat vanmiddag achter kassa 1 bij onze favoriete supermarkt. Ik kwam met een redelijk volgeladen karretje daar aan, sloot netjes aan, achter in de rij van vier personen. En toen die lui voor me de kassa waren gepasseerd en ik aan de beurt dacht te zijn, zette jullie allerliefste dochtertje een bordje op de lopende band met de tekst: ‘Deze kassa is gesloten. Mijn collega’s bij de andere kassa’s helpen u graag.’ En ze lachte er bij en liep weg. Kon ik wederom aansluiten in de rij bij haar collega; wéér achter vier mensen. Enfin, de rekening volgt. Maandag leid ik de sport tussen de middag en mijn bijnaam is ‘fitnessbeul’.”
Ton en Helma lachten en Helma zei: “Dat heb je dus voor de volle honderd procent verdiend, dochtertje! Verwacht geen medelijden van mij!” Ton klopte op haar knie. “Kom maar uithuilen bij je pappa hoor, als je er behoefte aan hebt.” Ze gaf hem een snelle zoen. “Je bent een lieve paps. Soms.”
Ik keek op mijn horloge, toen naar Joline en die knikte. “Lieve mensen, wij stappen eens op. Ik hoorde net dat de kleine meid naar bed moet en bovendien: morgen moeten we om uiterlijk kwart over negen in de kerk zijn. Voor die tijd wil ik wel een beetje slapen, anders doe ik dat tijdens de preek en dat staat niet zo netjes.”
“Kérk?” Ton sprak het woord met nogal wat agressie uit. Joline knikte. “Het klinkt alsof jij daar wat minder goeie ervaringen mee hebt?” Ton bromde: “Centenknijpers. Alles, maar dan ook letterlijk álles moet goedkoper. Twee keer een kerk als klant gehad; bij de tweede moest Helma als advocate ingrijpen, anders had ik m’n centen nog steeds niet gehad. Meneer pastoor was woedend.”
“Niet elke kerk is hetzelfde, Ton”, zei Joline liefjes. “Net zo min als elke loodgieter of advocate hetzelfde is. Maar daar moeten we het op een ander tijdstip maar eens over hebben. Laat ik het zó stellen: sinds een half jaar komen we in een kerk waar we ons bijzonder thuis voelen.” En vals lachend voegde ze er aan toe: “En de verwarming doet het prima, da’s ook wel fijn.” Lachend namen we binnen afscheid. “Onze buren hebben kleine kinderen, Kees. Gelieve niet te claxonneren als je wegrijdt.” Ik stak een duim op en even later reden we rustig weg.
“Héhé, dat was een leuke avond, Kees.” Ik knikte. “Duidelijk te merken waar Zelda haar pit vandaan heeft. Leuk stel mensen. Alleen die opmerking over de kerk kwam even minder leuk aan. Daar zit nog wel het een en ander achter.” Joline knikte. “Vast. Maar daar gaan we ons nú niet druk over maken, mannetje. Jij zet zo dadelijk deze mooie auto in de garage, we pakken de lift naar boven en als dat dikke kakmens beneden staat, laten we haar vrolijk beneden staan terwijl wij de lift nemen. En in die lift rand ik je aan, Kees Jonkman.”
Ik keek zuinig. “Dan krijgen we écht problemen met de VVE, schat. Ga je dat willen?” Een hand gleed over mijn knie naar boven. “Wat is belangrijker? Een confrontatie met de VVE of een lekker snel nummertje in de lift, Kees Jonkman?” Haar hand was ondertussen bij mijn kruis gekomen en ze giechelde. “Ik voel het antwoord al…” “Joline Jonkman, jij brengt me nog eens in grote problemen. Maar goed, dat heb ik misschien wel eens over voor een hevige nacht met jou.”
Zonder verdere grapjes reden we naar huis. Naast de garagebox hing de Volvo van de zussen al aan het elektrisch infuus. “Oh, Mar en Gerben zijn al thuis… Dat wordt geen lopende uitkleedpartij, Kees. Jammer, je zal moeten wachten tot in de slaapkamer.” Ik grinnikte. “Heeft ook z’n voordelen. Kunnen we na dat vluggertje meteen in slaap vallen, schatje.” Een sceptisch blik van Joline kwam mijn kant uit. “Hup, naar boven, lover. En boven zachtjes doen; wie weet liggen de duifjes al in bed. Als wij dan met deuren slaan… Dat is niet zo prettig.”
Eenmaal boven deed ik de voordeur zachtjes open en achter ons dicht. Joline trok haar jasje uit, maar stopte plotseling in haar bewegingen en legde haar vinger op haar mond. Onder de kamerdeur was een streepje licht te zien en vaag hoorden we de stem van Margot. “Kom maar liefje, dan zal ik je eens verwennen… Kleed je uit!”
Joline fluisterde: “Ik klop maar aan, voordat Gerben in z’n nakie op de bank…” Ze proestte onderdrukt. “De arme knul zou zich kapot schrikken…” Ze klopte stevig op de deur. “Joehoe… kunnen we binnenkomen, of willen jullie eerst nog even fatsoeneren?” Een gilletje klonk, gevolgd door Gerben z’n stem.
“Eén momentje…” Een minuut later deed hij de deur open. “Verdomme… Denk je even lekker te kunnen vrijen met je meisje, komen de heer en mevrouw des huizes binnen… Jullie zouden toch pas om half elf thuis zijn?”? “Beter je apps lezen, Gerben. Daarin stond ‘uiterlijk half elf’.” Joline lachte gemeen en keek naar Margot. Die was nog bezig om de knoopjes van haar blouse dicht te maken. “Sorry Margot, dat we jullie moesten onderbreken… Maar jij zou een appje sturen als je thuiskwam.”
Margot was knalrood, net als Gerben trouwens. “Jullie zijn gemeen. Wil je je vent nét lekker verwennen…” Ik onderbrak haar. “Daar zal ik dan maar even mee doorgaan. Gerben: vijf keer!” Ik wees naar de grond. Hij mopperde: “Ik vind dat niet kunnen. Heb je net kennis gemaakt met het fenomeen ‘Coïtus interruptus’ moet je je nog opdrukken ook…” “Nou ja, bij deze schenk ik je gratie, piraat. Omdat een zeker lichaamsdeel wellicht in de knel zou kunnen komen tijdens het opdrukken. En omdat je vandaag waarschijnlijk al hard gewerkt hebt. Ik ben soepel vandaag.” Margot kwam van de bank af. “Da’s lief van je, Kees. Willen jullie nog wat drinken?” Op Joline’s gezicht kwam een brede lach. “Nou… wij waren in feite exact hetzelfde van plan als jullie: thuiskomen, op de bank ploffen en elkaar hevig verwennen.”
Ze keek zielig. “Maar ja, jullie waren eerder. Dus ja, geef mij maar een wit wijntje, Margot.” “En mij een Icetea alsjeblieft”, vulde ik aan. “Geen Jägermeister, Kees?” Ik wees op Joline. “Nee, want dan krijg ik commentaar tijdens een hevige zoensessie en bovendien moet er morgenochtend weer vroeg gereden worden.”
Margot keek naar Gerben. “En jij, lekkere vent?” “Die Icetea is geen slecht idee. Ik hoef weliswaar morgen niet te rijden, maar ook ik zit niet te wachten op commentaar tijdens zo’n heftige zoensessie.” Margot keek waarderend. “Goed zo. Lief van je. Mag ik wél een wijntje?” Gerben knikte.
Even later vertelden ze hoe het in Arkel was gegaan. “In feite zouden de meiden er nu al in kunnen trekken. Maar ja, eerst moet Ikea nog een verhuiswagen aan spullen afleveren. Onder andere twee tweepersoonsbedden…” Gerben knipoogde en Joline lachte. “Oh, jij mag met Rogier op het andere tweepersoonsbed slapen, Gerben? Gezellig lijkt me dat… ’s Avonds laat, liggend op bed nog wat technische dingen uitwisselen voordat je in slaap valt…”
Ze lachte gemeen en Gerben bromde: “Als jij je dat voorstelt van de nachten in Arkel: hou dat beeld vooral vast, mevrouw Jonkman.” ‘” Maar aanstaande zaterdag houden we wel een housewarmingsparty! Alleen worden de gasten ’s avonds vriendelijk verzocht hun eigen bedjes op te zoeken”, zei Margot lachend. Joline keek even wat sip. “Ja. En dan wordt het hier wat stiller, Margot. We zullen jullie best missen.” Margot stond op en ging op de leuning van Joline’s stoel zitten. “En wij jullie ook, schatten. Dit is in no-time ons ‘thuis’ geworden. Een veilige haven, waar we onszelf mochten en konden zijn. En daar zijn Lot en ik héél dankbaar voor.”
Ze boog zich naar Joline toe, omhelsde haar en kuste haar zachtjes. Gerben en ik hielden onze mond; onze twee mooie vrouwen lieten elkaar even weten dat ze enorm van elkaar hielden. Daar moesten wij niet in onderbreken. Even daarna keek Margot op. “Sorry Gerben en Kees. Even ‘girls only’.” We knikten. “Dat mag hier óók, Margot, dat weet je.”
Joline stond op en liep naar Gerben. “En zul jij lief zijn voor je meisje op dat nieuwe tweepersoonsbed in Arkel?” Hij knikte en kreeg ook een zoen. En Margot liep naar mij. “Dank je wel voor al die dagen hier, Kees. Dat we hier mochten zijn.” Ik gaf geen snedig antwoord, maar zei alleen maar: “En dank jullie wel voor jullie vertrouwen. Van jou en van Lot. Dat is ons heel veel waard gebleken, lieve Margot. Geniet in Arkel en wees er gelukkig. Met Gerben, met Lot en Rogier.”
“Gaat lukken, Kees. Dank je wel.” Toen kreeg ik een zachte zoen. “Die van Lot komt nog.” Daarna kwam ze overeind en stak haar hand uit naar Gerben. “Ga je mee, liefje? Ik had je wat beloofd, vlak voor die twee aanklopten.” Joline zei droogjes: “Ja. We hoorden duidelijk: ‘Kom maar liefje, dan zal ik je eens verwennen’ Ga dus maar eens aan het werk, Margot.”
Ze werd weer rood en siste: “Pestkop!” Ik greep in. “Hup, naar jullie kamers! En de ramen dicht!”
Ze verdwenen lachend en ik liep snel m’n rondje. Alles dicht, alarm er op, lichten uit… Ik liep de slaapkamer in en vond daar een breed lachende Joline die op het bed wees. Midden op bed lag haar slipje. “Uitkleden, lover. Ik wil je. Nú!” Terwijl ik me uitkleedde vlogen er bij Joline ook wat kledingstukken over het bed: haar rok, haar blouse… Alleen gekleed in haar nylons ging Joline op de rand van het bed knielen. Haar benen wat gespreid, haar hand snel bewegend tussen haar benen.
“Heb je er zo’n zin in, Joline?” vroeg ik terwijl mijn broek over een stoel vloog. Een kreun volgde. “Ja… Jouw lekker pik diep in me! In één keer er in, Kees… Ik wil genomen worden! Jouw geile teefje… Je mag zelf weten welk gaatje…” Ik ging achter haar staan en zette mijn paal tegen haar vochtige poesje.
“Lekker in je natte doos, schatje… Lekker neuken en in je geile kut spuiten! Wil je dat?” Een kreun klonk toen ik langzaam wat meer druk zette. “Ahhh… Toe dan, geile vent! Ram ‘m er in! Ik wil je voelen, ik wil voelen dat ik van jou ben!” Ik greep haar heupen en drukte toen in één keer mijn harde paal in haar natte poesje. Tot ik niet verder kon; mijn liezen stootten tegen haar billen.
Joline slaakte een gil! “Auwww…. Wat diep! Hard en heet… Lekker… Néuk me! Neuk me helemaal gek! Ik ben jouw sletje…” Ik begon te pompen, diep ik haar, dan weer bijna er uit, dan weer een diepe stoot… En ik greep haar borsten; haar tepels stonden recht overeind en ik kneep er in. “Ahhh…. Lekker, Kees… Daar word ik zó nat van… Dieper met die heerlijke paal van je! Ram hem er in, hárd! Ik wil je helemaal voelen, geile vent…! En ik wil je sperma, lekker diep in mijn kut voelen spuiten… Voel je mijn tieten? En mijn lekkere benen? Die benen waar jij zo graag naar kijkt? In geile nylons of een lekkere panty? En die zo lekker zijn om tussen te voelen… onder mijn rokje… Ahhh… Ik… ik kóm! Lekker!!”
Ze schudde en trilde, zakte voorover op het bed en liet zich helemaal gaan: haar vocht spoot langs mijn paal op het dekbed. En toen hield ik het ook niet meer tegen: haar warme, natte kut kneep en masseerde me dat ik wel klaar moést komen: tegen Joline aan schokkend spoot ik in haar warme grotje. “Oh, geile meid van me… Wat kun jij me ophitsen… Met je lekkere kutje en je geile praat…” Onder me klonk een vermoeid lachje. “Geheim wapen, lekkere lover… Als ik over benen en nylons of panty’s begin…” Ik streelde haar billen. “In dit geval was het de zin ‘tussen te voelen’, schatje. Ik zag het voor me: jij in een lekker rokje en ik betast je plotseling tussen je benen… En toen móest ik klaarkomen!”
Ze giechelde. “En in het echt zou je misschien een oorvijg hebben gekregen… Ligt een beetje aan de omstandigheden, denk ik.” Ik gleed langzaam uit haar en ze rolde op haar zij. “Kom eens hier, Kees…” Ik ging naast haar liggen en we kusten elkaar. “Je was heerlijk, schatje. Lekker hard en ruig. Soms heb ik daar vreselijke behoefte aan. Mijn vent, die me néémt. Opeist. Hard in mijn natte poesje stoot…” “En telkens is het heerlijk vrijen met jou, Joline Jonkman…”
“Joline? Geen ‘Jolientje’?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat. Dat arme meisje zou zo’n sessie als net niet overleven, denk ik. Het arme kind zou uitscheuren met haar maagdelijke poesje.” Joline giebelde. “Ik weet het zo net nog niet. Wie weet heeft zij ook haar speeltjes, Kees. Vraag het haar maar eens, als ze er weer is. Misschien krijgt ze wel een enorme rooie kop.” We grinnikten samen, toen kwam de praktische Joline weer boven. “Zullen we dit bed maar eens fatsoeneren, lekkere lover? En die natte dekbedhoezen maar even in de badkamer leggen, totdat Gerben verdwenen is? Het arme jong zou zo maar op rare gedachten kunnen komen…”
“Meneer van Wiers heeft die gedachten vanavond al lang gehad, Jolien. En misschien, as we speak, nog steeds. Met zo’n mooie bruine krullebol naast zich…” Joline knikte. “Of bovenop zich, of onder zich…” Ik legde een vinger op haar mond. “Je moet je fantasie niet helemaal de vrije teugel geven, schat.” Ze knipoogde. Samen verschoonden we het bed, daarna liepen we nog even onder de warme douche door. “Tenslotte moeten we morgen als het nette echtpaar Jonkman – Boogers in de kerk verschijnen, Kees. Dat blonde meisje met die mooie alt en die stoere vent met die bugel. Dan moeten de kerkgangers niet geconfronteerd worden met de geur van een hevig erotische nacht.”
“Nacht, Joline? Was je van plan de hele nacht door te gaan? Dan kunnen we nu beter onder die douche vandaan gaan, schat. Zonde van het water en het gas.”
Ze tikte op mijn neus. “Niks ervan. Doe die kranen maar uit, we drogen ons af en daarna hult dit meisje zich in een absoluut vormloze pyjama om heerlijk rozig in slaap te vallen. Naast een vent in een saaie boxer en zwart of wit T-shirt. Geen geile spelletjes meer.” “Ben ik ook niet meer toe in staat, schat. De hele afdeling ‘expeditie’ is leeg.”
We droogden ons af en kropen in bed. “Lekker slapen, meisje Jonkman.”
“Jawel, meneer Keyser… ehhh… Jonkman.”
Ze giechelde. “Meneer Keyser zou het eens moeten weten. Dat ik zijn naam verwar met die van mijn echtgenoot…” “Wie weet zou hij er héél opgewonden van worden, Jolientje.”
Een stomp volgde. “Kappen met die onzinnige opmerkingen, Kees. De man zal nu ruim over de 65 zijn… Ieuwww…. Bejaardensex!” Ik gniffelde. “Die duurt lekker lang, schatje. Moeten we binnenkort maar eens oefenen. Maar nu: slapen.” Een korte kus volgde, ik draaide me om en was in no-time diep in slaap.
“Hé, die jij eens beetje aardig tegen lui die je thee op bed komen brengen, lomperd!” En ze ging lief verder: “Dank jullie wel jongens. We gaan er van genieten. Maar daarna komen we er wel uit. Eten we samen.” Zo gezegd zo gedaan: een kwartiertje later zaten we aan de ontbijttafel.
Lot en Mar waren nogal opgewonden; vandaag zouden ze hun toekomstige huis helemaal gaan schoonmaken en klaarmaken voor bewoning. En volgende week zou er boven vloerbedekking gelegd worden. Beneden lag al laminaat. De meubels die ze uitgezocht hadden zouden vrijdag geleverd worden; Ikea had een behoorlijk goeie klant aan hen gehad.
“Volgende week zaterdag geven we een housewarmingsparty voor ‘The fabulous Forteen’, jullie ouders en de ouders van Gerben. Hou die avond vrij!” Lot zei het stralend, Rogier keek even wat bedrukt. “Rogier… Jij denkt aan jouw ouders?” Hij knikte. “Ja. Ik zou ze er erg graag bij willen zien, Jolien, maar vanwege de omstandigheden… Nee.”
Joline legde een hand op zijn arm. “Ik begrijp het. En het is ook triest dat het zo moet. Maar het is niet anders, joh. Je hebt hen de kans gegeven, die hebben ze laten liggen.” Hij knikte. “Ja. En het is met name mijn moeder die dwars ligt. Mijn vader… Té slap ten opzichte van haar.” “Maar hij steunt haar wel, Rogier”, zei Lot. “en dat vind ik kwalijk. Hij moet toch ook inzien dat wij bij elkaar horen?” “Oh, dat ziet hij zeker in, wees maar niet bang. Alleen: als hij tegen mijn moeder in gaat, geeft dat een enorme scene. En daar heeft hij geen trek in. Hij is iemand die conflicten het liefst uit de weg gaat. Alles moet pais en vree zijn om hem heen.”
Joline keek nadenkend voor zich uit. “Snap ik niet. Je bent toch niet getrouwd om je onder de wil van de ander te plaatsen? Man en vrouw zijn in een huwelijk gelijkwaardig, althans zo zie ik het. Je vult elkaar aan.” En met een snelle blik op mij: “Nee, Kees, nu even geen gevat commentaar. Ik méén het.” Rogier haalde zijn schouders op. “Het is hun huwelijk, Jolien. Als zij er tevreden mee zijn, wie ben ik dan om er iets van te vinden? Ik heb het jaren lang aan zitten kijken, zelfs met mijn vader over gesproken toen we een dag weg waren, maar hij zij alleen maar: ‘Ik hou van haar, Rogier. Méér dan jij je ooit kunt voorstellen.’ Dat was het. En in mijn optiek weet ze dat en maakt daar handig misbruik van.
Sinds dat gesprek begin ik er niet meer over. Kansloos. Begrijp me goed: ik wil ze niet uit elkaar jagen, maar zou wel graag zien dat mijn vader meer ‘een eigen leven’ kan leiden. Zijn eigen dingen kan doen. Voorbeeld: net als ik is mijn vader modelbouwer. Hij bouwde vroeger houten schepen. Prachtig. Onder andere een model van de Zeven Provinciën, het vlaggenschip van De Ruyter. Heeft een aantal jaren in een vitrine in de kamer gestaan. Tot mijn moeder besloot dat die vitrine weg moest. Nam teveel ruimte in. En op dag was die plek in kamer leeg. ‘Naar de kringloop gebracht’, zei mijn moeder doodleuk. ‘Geen zin om dat ding elke dag af te stoffen.’
Een model van bijna museumkwaliteit, waar mijn vader vier jaar aan gewerkt had! En het enige wat hij zei was: “Jammer dat je er zo over denkt”, en pakte zijn krant. Een paar maanden later had hij zijn hele hobbykamer leeggeruimd. Al zijn gereedschap, zijn modellen… weggegeven of verkocht.”
Hij staarde voor zich uit. “Dat model van de Zeven Provinciën stond een tijdje later bij een antiquair in Nijmegen in de etalage. Prijskaartje: 2.550 euro, exclusief vitrine. Die kostte nog eens 250 euro. Ik heb het ding gekocht en hij staat nu bij mij in mijn hobbykamer. Zonder dat mijn pa en ma dat weten. En mijn ma gaat dat ook niet weten, want ik weet zeker dat zij het model op gaat eisen. Jammer voor haar: Ik heb een geschreven nota van de winkel, inclusief de kassabon en de uitdraai van de pinautomaat. Ik ben de rechtmatige eigenaar. En mijn vader heeft nooit meer een beitel of ander stuk houtbewerkingsgereedschap aangeraakt. Eeuwig jammer, want hij was er vreselijk goed in. Een deel van mijn handvaardigheid heb ik van hem geleerd.”
Hij keek op. “Dus mijn ouders komen nooit verder dan mijn huiskamer. Mijn moeder wilde ooit eens de trap op, naar de 1e verdieping. “Ik wil weten hoe het daar er uit ziet! Voor hetzelfde geld is het één gore bende daar. Jullie kerels kunnen de zaak nooit netjes houden!” Ik heb haar verteld dat als ze één voet op de trap zou zetten ik haar er af zou sleuren en de straat op zou flikkeren. En ik geloof dat dat wel wat indruk op haar maakte. Ze zei tenminste: ‘Kom man, we gaan nú weg.’ En een week daarna kreeg ik een briefje waarin stond dat ik mijn studieschuld aan hen versneld moest aflossen. Ondertekend door mijn vader, maar het was de wraak van mijn moeder, dat weet ik zeker.” Even was het stil.
“Tot zover de fleurige geschiedenis van het naar de buitenzijde oh zo voorbeeldige echtpaar van der Vlist uit Nijmegen en hun obstinate zoontje. Maar laat dat niet de reden zijn om een enorme housewarmingsparty te laten verzieken, jongens. Ik geniet er enorm van om binnen ons groepje te zijn en gekheid te maken met jullie en jullie ouders. En kennis te maken met Gerben z’n ouders. Wat ik gehoord heb ook een stel mooie lui.” Margot knikte overtuigend. “Zeker weten!” Ze giebelde. “Ik denk dat de conversaties volgende week wel pittig zullen zijn…” “Niks op tegen”, zei Joline.
“Af en toe een lel om iemands oren werkt ook prima.” Ik keek haar aan, een hand omhoog. “Oh? Zal ik dan maar even?” Ze schudde haar hoofd. “Niks ervan, meneer. Dat is een privilege van de dames, ben jij gek…” Het ontbijt was ondertussen verorberd en we ruimden de zaak een beetje op. De zussen en hun partner zochten hun spullen bij elkaar. “Wat doen jullie vanavond, dames?” Lot greep Rogier vast. “Vanavond wil ik in Nijmegen zijn, bij mijn liefje. Heeft hij nodig.” Ik knikte. “Daar doe je goed aan, Lot.” Margot zei: “Vanmiddag of vanavond komen wij hier weer terug, Kees. We willen morgen hier naar de kerk.”
Ik trok een wenkbrauw op. “Wé, Margot?” Gerben knikte. “Dat ‘warme welkom’ waar jullie het over hadden was inderdaad een warme deken.” Hij grijnsde. “Die bugel neem ik wel op de koop toe…” En meteen dook hij weg, want Joline haalde uit. “Geen kwaad woord over de muzikale gaven van mijn echtgenoot, Gerben van Wiers! Dat is een privilege van mij!” Lachend namen ze afscheid.
En ik kon me vergissen, maar de knuffel die Joline aan Rogier gaf, was wat langer dan anders. Mijn hand trouwens ook…
Toen we hen weg hadden zien rijden sloot ik de voordeur. “Potdomme, wát een verhaal, Joline…” In tegenstelling tot normaal kreeg ik geen hand-met-vinger te zien, maar knikte ze ernstig. “Ja. En Rogier heeft er behoorlijk last van. Met name omdat hij z’n vader er onder ziet lijden. Hoe in vredesnaam kún je…” “Dat noemen ze ‘narcisme’, schat. Er zijn nogal wat lui die daar aan lijden. Ene Trump onder andere. En ene Baudet, zou me ook niks verwonderen. En…”
Een hand kwam op mijn arm. “Niet verder, schat. Zonde om daar je adem aan te besteden. Maak maar eens lekkere cappuccino voor je lieve echtgenote. En eentje voor je zelf. Even ontspannen. En daarna ga je dingen van je af blazen. Je bent een beetje opgefokt, dat zie ik.” Ik knikte. “Ja, nogal. Maar voor die koffie: ik bel eerst Theo op. Het is bijna half tien. Een beetje directie is dan het bed wel uit op een willekeurige zaterdagochtend, schat ik zo.” “Theo? Oh, voor het niet doorgaan van die stage… Ja, dat kan niet per mail. Oké. En als hij begint te pruttelen omdat je hem tóch uit z’n bed hebt gehaald: geef dan die telefoon maar aan mij.”
Ze lachte liefjes en ik gaf haar een zoen. Toen belde ik Theo “Hoi Kees! Waar is de brand? Jij belt nooit op zaterdagochtend…”
“Klopt Theo. Maar eerst: bel ik gelegen?”
Gertie klonk op de achtergrond. “Je bedoelt te vragen of we nog in bed lagen, Kees? Netjes hoor. Maar het antwoord krijg je niet.”
Ik grinnikte. “Dan kan ik het wel raden, Gertie. Hou je die directeur van ons een beetje heel?”
De stem van Theo klonk. “Dank dat je waakt over mijn gezondheid Kees. Maar daar bel je niet voor.”
“Klopt, Theo en dit is even serieus: Ik heb gisteravond vriend Erik, die beoogd stagiair, afgeschreven en verteld dat hij niét meer welkom is bij DT. De reden…”
Beknopt vertelde ik het hoe en wat bij de dansles.
Theo bromde. “Ik had ook al iets opgevangen van Irene, Kees. Prima beslissing; omhooggevallen eikels lusten we bij DT niet. Als het jong mij belt of mailt zal ik antwoorden dat ik helemaal achter jouw beslissing sta.”
“Dank je wel, chef. Dan kun je nu weer doorgaan met de dingen waar je mee bezig was voordat ik je stoorde. Welke dat ook waren, maar ik heb een prima werkende fantasie.”
Hij sputterde. “Zeg Piraat, je kunt ook te ver gaan bij je directie en groot-aandeelhoudster, hoor!”
Joline greep mijn telefoon. “Moet ik weer gaan puinruimen voor mijn kerel, Theo?”
“Nou, misschien is dat wel ee…” De stem van Gertie kwam er snijdend tussendoor. “Heb niet het lef, mevrouw Jonkman-Boogers!”
Joline schoot in de lach. “Oh, Gertie… Een aanval van spontane jaloersheid? Wat lief…”
Gertie gromde. “Pas op jij!”
Ik nam de telefoon weer over. “Misschien moeten wij maar gaan puinruimen, Theo. Voor die twee blondines elkaar de haren uittrekken…” “Goed plan, Kees. Zullen we dat dan binnenkort maar eens gaan doen? We hebben nog steeds een gezellige avond bij jullie in het vooruitzicht…” “Aanstaande maandag leggen we de agenda’s eens naast elkaar Theo. En maken een afspraak, oke?”
“Goed plan. Dank voor de mededeling en een goed weekend, jongens.”
We verbraken de verbinding en ik keek in twee vrolijke ogen van Joline. “We zullen Lot en Mar eens vragen of zij de directie en de groot-aandeelhoudster van DT op hun feestje willen hebben. Lijkt me ook wel leuk. En goed voor pittige discussies… Met Tony.” Ik stak een duim op. “Vanavond meteen aan Margot vragen. En nu ga ik twee mails schrijven: eentje aan Henk en eentje aan de TU. En daarna blazen, schat.” Ik pakte de laptop en scheef twee korte mails: eentje aan Henk waarin ik schreef dat hij niet op Erik hoefde te rekenen a.s. maandag; bijzonderheden zou ik wel vertellen.
De ander, naar de TU, was iets uitgebreider. Het kwam er in het kort op neer dat de gedragingen van Erik niét binnen DT pasten en dat DT daarom afzag van het voornemen om hem een stageplaats te bieden. Voor bijzonderheden kon de mentor mij bellen. Toen klapte ik de laptop dicht en pakte de bugel.
“Ik ga blazen, Jolien.” Ze keek op van haar boek en knikte. “Daar doe je goed aan, Kees. Even dingen van je af blazen, oké?”
Ik knikte en verdween naar de studeerkamer. Ik begon ‘riedeltjes te blazen’. Tien minuten lang. Greet had gelijk gehad; ik timede mijn ‘riedeltjes’ en waar ik in het begin nét aan twaalf 1/16 noten binnen de tel er uit kon persen, haalde ik na die 5 minuten de 16 stuks prima. Ook met de wat moeilijkere overgangen van de noten. Tevreden pakte ik de orde van dienst; Ton Koopman had aangegeven welke liederen ik moest begeleiden. Ik zocht ze op: geen probleem. Die oefende ik als laatste wel.
Het stuk aan het einde van de dienst was niét voor koper geschreven: het was BWV 639, ‘Ich ruf zu dir, Herr Jesu Christ’, een stuk geschreven voor alleen orgel. De melodie viel echter goed binnen bereik van trompet en bugel.
Ik zocht ‘m op You Tube op: een versie gespeeld door Leo van Doeselaar op het orgel van de Sankta Catharinakerk in Hamburg klonk heel mooi. Maar het werk werd rustig gespeeld… Voor een orgel geen probleem; lucht zát, zolang de windmachine maar aan stond. Voor een bugel waren sommige ‘regels’ van het koraal best wel lang. Even goed uitkienen waar ik adem moest halen, anders ging ik de mist in! En zachtjes spelen; dit was een best wel ‘dromerig’ stuk muziek.
Zelfs Leo van Doeselaar, die best wel van een ‘stevige’ registratie hield, speelde heel ingetogen. Nou ja, deze versie leende zich er prima voor om het stuk redelijk ‘neutraal’ in te studeren. Kalm speelde ik met de melodie mee, telkens de opname stilzettend om aantekeningen te maken. Na een uurtje stond de partituur zó vol met mijn krabbels dat ik ‘m opnieuw afdrukte; ik kon er ongeveer zelf geen wijs meer uit! Met een ‘verse partituur voor me speelde ik weer een aantal keren en de aantekeningen werden minder. Wél de plaatsen waar ik moest ademhalen goed aangeven. Maar wellicht dat Ton me zou matsen en een achtste noot rust zou geven op die plaatsen. Enfin, als hij met zijn gebruikelijk vlotte tempo zou spelen, had ik die rusten misschien helemaal niet nodig…
Toen het stuk na anderhalf uur goed in mijn systeem was ingedaald, oefende ik de koralen die ik ook moest spelen. En ik las de teksten goed; dat had ik van Greet geleerd. “Ja, wij begeleiden, Kees. Maar in die begeleiding mag je ook iets laten horen van de tekst! Alleen maar stom de nootjes spelen doet de muziek én de tekst geen recht.” Toen had ze me uitgelachen. “Maar ja, of een lompe zandhaas die nuance kan opbrengen…”
Na ruim twee uur spelen vond ik het welletjes. Wat ik moest spelen kénde ik. En Ton zou zijn eigen nuances willen aanbrengen, dus pakte ik ook potlood en accentueerstift in de bugelkoffer. Nog even de bugel schoonmaken en dan: koffie! Even daarna liep ik de kamer in. “Hé, een knappe bugelist komt zo maar mijn kamer in! Ik vind daar wat van!” Joline’s ogen lachten me toe. “Lekker gespeeld, Kees?” Ik knikte. “Ja. Ik hoop dat Ton Koopman dat morgen ook vindt.”
“Ik zal het hem na de dienst vragen. Maar wat ik hoorde klonk het laatste halve uur goed. Alleen heb ik de melodie van dat ene, wat langzame stuk nu klemvast in m’n hoofd zitten.” “BWV 639?” Joline haalde haar schouders op, en neuriede de melodie. Ik knikte. “Ja, die dus. Voor mij pittig; sommige zinnen zijn erg lang en ik zal ergens halverwege adem moeten halen. Gelukkig is dat het laatste stuk, na de zegen. Dan kan ik daarna als een zoutzak ik elkaar ploffen.”
Joline giebelde. “Oh, leuk! Kan ik daarna als ‘reanimeermeisje’ optreden… Daar weet ik wel wat leuke methodes voor.” Ik keek sceptisch. “Jaja, meisje Jonkman – Boogers. Op de orgelgalerij van een kerk, terwijl Ton Koopman je op de vingers kijkt? Je bent weer eens aan het bluffen.” “Jij weet niet hoe ik als ‘reanimeermeisje’ te werk ga, meneer Jonkman! Wellicht gebruik ik wel vlugzout of ram ik je ribbenkast in elkaar…”
Ik bromde: “Nou, ik zal op voorhand maar 112 bellen, dat ze rond 11:15 een ambulance klaar hebben staan buiten de kerk…” Joline klopte naast zich op de bank. “Kom hier, ouwe mopperkont, zitten jij. Wil je wat drinken?” Ik knikte. “En wat eten. Pakken we nu meteen de lunch.”
Tijdens het eten vroeg ik: “En waarop zat jij te studeren?” Joline greep naast zich. Op de bank lag een boek over Roemenië. “Even lezen waar ik straks terechtkom. Want ik wil ook een beetje van het land zien en de cultuur opsnuiven.” Ik bromde: “Dan moet je niet in de winter er heen gaan. Dan snuif je alleen bruinkoollucht op en da’s niet zo aangenaam, kan ik je uit ervaring vertellen.” Ze keek vragend. “In het voormalig Oostblok wordt nog steeds veel bruinkool als brandstof gebruikt. Of hout. Maar bruinkool is goedkoper dan steenkool. En het stinkt. Een zoete, weeïge lucht.
Als we in de winter door Bosnië reden of liepen, en het was koud en windstil, was die bruinkoollucht overal. Zeker in Travnik; die stad ligt in een vrij smal dal en die smerige lucht hing overal. Kon niet weg. Als je je ’s avonds waste en je neus snoot kwam er nogal wat zwarte troep uit je neus.” Joline keek smerig en ik vervolgde: “En dan ga jij werken op of vlakbij een scheepswerf. Waar ook andere fijne luchtjes hangen: lasdampen, olie, gas, chemicaliën… Geen al te gezonde omgeving, schat.”
Ze haalde haar schouders op. “Ik mag aannemen dat ik ergens op een kantoor een plekje krijg. Niet in een hok langs de Donau, tussen een stel lassers in. Ik zie het wel, Kees. Er werken daar een behoorlijk aantal Nederlanders; die houden me wel in de gaten.” “Zou ik ook doen, schat, als ik daar werkte. En m’n beste beentje voor zetten om maar in de gunst te komen van zo’n knappe blonde vrouw…”
Ze keek wanhopig. “We hadden het over de luchtkwaliteit in Roemenië, Kees. Niet over allerlei andere dingen die de hormonen van de plaatselijke bevolking op tilt zouden jagen.” Ze kuste me snel. “Die dingen mag je vanavond weer eens bekijken, schatje. En nu wil ik nog even verder lezen.”
Ze pakte haar boek weer op en ik wist dat ik haar nu niet verder moest storen of plagen. “Oké meid. Dan ga ik even met de stofzuiger door het huis. Even de boel aan kant maken voor morgen; wie weet krijgen we bezoek.” Ze knikte, met haar gedachten al weer bijna in Roemenië. Na de lunch ging ik aan ’t werk: stoffen, zuigen, de keuken een beurt geven, en vervolgens de badkamer. Naar de kamers van de zussen had ik geen omkijken; die hielden het daar spic & span. Een blik naar buiten liet zien dat er ramen nog schoon waren, op één vogelpoepje na. Daar kon ik makkelijk bij, dus die verdween ook. En om vier uur vond ik het wel prima. Nu nog even boodschappen voor het weekend doen… Ik liep de kamer weer in. “Schat, ik ga nog …”
Ik stopte maar; Joline was opzij gezakt en lag te slapen. Oké, een briefje op tafel. ‘Schat, ik ben even boodschappen doen voor het weekend. XXX Kees.’ De deur uit en naar beneden. Ik pakte de fiets; de weekendboodschappen wogen wat meer dan door de week en dan had ik ten minste de fietstassen ter beschikking. En m’n rugzak.
In de supermarkt wachtte een verrassing: Zelda zat achter een kassa! “Hé dame, werkte jij sinds afgelopen week niet bij een gerenommeerd ingenieursbureau in Gorinchem? Of ben je ontslagen wegens wangedrag?” Ze lachte. “Ik kreeg gisteravond een paniektelefoontje.
Of ik als-je-blieft vandaag kon komen werken. Twee ervaren collega’s waren ziek, en een ander had al 12 dagen achter elkaar gewerkt… Nou ja, toen ben ik vanochtend maar deze kant uitgegaan.”
Ik keek haar aan. “Je bent te goed voor deze wereld, dame. Denk er aan: je hebt nu een baan waarin je je kop goed moet gebruiken, dan moet je in het weekend ook kunnen ontspannen, hoor!” Ze knikte. “Weet ik. Maar ik kan ze hier toch niet in de shit laten zitten? Nog een half uurtje, dan ben ik klaar. En vanavond kan ik even stappen.” “Jaja… En morgen met een houten kop pas om drie uur ’s middags je bed uit komen zeker. En maandag heb je nog steeds hoofdpijn. Laat ik het niet merken, mevrouw!” Ze stak haar tong uit. “Zorg jij nou maar dat je maandag fris en fruitig in de auto zit, Kees. Nou, ga je nog boodschappen doen of…?”
Ik pakte een karretje. Groenten, aardappelen, ingrediënten voor de Nasi, vlees, koekjes, koffiepads, een doos gesorteerde thee… Oh ja, WC-papier. Onhandig, zo’n groot pak van 16 rollen, maar met 4 rollen konden we nét een week doen. Met een redelijk beladen wagentje liep ik naar de kassa van Zelda en sloot aan. Toen de dame voor me had afgerekend zette Zelda pesterig het bordje ‘Deze kassa is gesloten. Mijn collega bij de andere kassa helpt u graag.’ op de band.
“Sorry Kees, je ben nét te laat. Ik ga naar huis.” Ik keek naar de andere kassa: vier mensen met afgeladen karretjes. “Je bent een vuil krengetje, Zelda. Hier ga je maandag zo rond een uur of kwart over twaalf bijzonder veel spijt van krijgen. Ik leid de sport maandag.” Ze bleef pesterig kijken. “Dat duurt nog zóó lang… Fijn weekend, Kees.” Ze stond inderdaad op. “Ik werk al een kwartier langer dan was afgesproken, Kees.” En ze verdween. Nou ja zeg… Ik sloot achteraan bij de rij voor een andere kassa aan en toen ik aan de beurt was zei de kassière daar: “Niet netjes van Zelda om u zo af te serveren, meneer. Maar ze werkt hier in feite niet meer; werkt nu bij een bedrijf in Gorinchem. Maar ze kwam ons vandaag even uit de nood helpen.”
Ik knikte. “Ik weet het; ik heb haar naar Gorinchem gehaald. Werk bij dat bedrijf. Maar mevrouw Zelda gaat dit aanstaande maandag wel merken; ik leid maandag de sport tussen de middag!” Het meisje keek gespeeld bang. “Daar heeft ze iets over verteld… Lopen of fitness?” “Maandag wordt het lopen…” Ik keek naar haar naamkaartje. “… Monique. En ik denk dat ik een parcours uitkies wat langs een slootje loopt.” Ze schoot in de lach. “Ik heb nú al medelijden met haar! Ik zal haar waarschuwen; we hebben een whatsappgroepje.” “Doe maar. Dan kan ze alvast anticiperen op schone kleren, het krengetje! Hoe dan ook: dank je wel dat jij me wél wilde helpen, Monique. Goed weekend voor straks!”
Ik laadde de boodschappen over in een grote doos en liep naar de auto. Zeker weten dat mevrouw Zelda hier iets van ging merken! In de hal haalde in de post uit de brievenbus en met de doos én de post ging ik naar boven. “Hoi schat, ik ben er weer!” “Mooi zo, Kees. Koffie na je expeditie? Je deed er lang over!” Ik knikte. “Ja. Een zekere kassière, Zelda geheten, liet Kees bij haar kassa voor joker staan…” Beknopt vertelde ik het verhaal en Joline lachte. “Jou kennende blijft dit niet zonder gevolgen voor Zelda… Wat ga je met haar doen?” “Maandag ben ik de trainer, Joline. Need I say more?”
Ze keek zuinig. “Het arme kind… Je gaat haar niet de vernieling in trainen, Kees! Ze moet maandagmiddag nog wel in staat zijn om iets te doen. Anders krijg je van haar teamchef op je donder!” Ik mopperde: “Nee, dat ga je niet willen… Ik verzin wel iets, schat. Maar ze krijgt ‘m terug, daar kun je op rekenen. En ze wordt al gewaarschuwd door een collegaatje; die kassameiden hebben een whatsappgroepje.” “Hmmm…” was haar reactie. “Enfin, jij hebt boodschappen gedaan en het huis schoongemaakt… Zal ik koken?” “Goed plan, schat. Kook je ook voor Margot en Gerben?”
“Die zal ik even bellen.” Even later hoorden we dat Margot en Gerben in Tiel aten en pas rond een uur of elf vanavond bij ons aan zouden komen.
“Het werk in Arkel zit er bijna op, Jolien! Donderdag kunnen de meubels er zó in!” Margot klonk helemaal opgetogen.
“Mooi meid. Dan nemen jullie donderdag en vrijdag vrij. Eén dag van je zelf, één dag ‘verhuisverlof’. Opdracht van je teamchef.”
“Doe mij ook zo’n chef”, hoorde ik Gerben op achtergrond zeggen.
“Alleen als jij een beetje fatsoenlijk met cijfertjes om kan gaan, meneer van Wiers!” snauwde Joline. “Anders wil ik je niet in het Backoffice zien! Dan zit je alleen maar de meiden af te leiden.”
“Nou, nee hoor. Eéntje hooguit, maar die leidt mij ook behoorlijk af.”
“Nou, blijf dan maar mooi bij die piratenbende van Kees, Gerben.”
Joline verbrak de verbinding. “Ik laat Gerben vrijdag ook wel gaan, Jolien. Heeft hij ook verdiend. En Rogier is vanaf woensdag vrij, want dan zit z’n werk in Nijmegen er op. Kan hij mooi de rest van de week in Arkel klussen.” Joline keek ondeugend. “Nou, dan weet ik zeker dat er in ieder geval vrijdag niets gedaan wordt daar. Beide stelletjes daar? Ik hoop dat ze er dan al een wasmachine hebben aangesloten… Die gaat het druk krijgen.” Met die woorden liep ze naar de keuken. “Ik ga koken. Best wel trek.” Ik pakte een boek. “Dan ga ik nog even lekker lezen. En genieten van de luchten die uit de keuken komen.”
Een luchtkusje kwam mijn kant uit. Een kwartiertje later ging mijn telefoon. Wie… ‘Zelda’ stond op de display. “Zo. Heb ik mijn ooit zo favoriete kassière aan de lijn? Die nu haar excuses komt maken? Nou, brand maar los, dame!”
Ze lachte. “Niks excuses. Je was gewoon te laat, Kees. Maar… namens mijn ouders nodig ik jullie uit om vanavond bij ons te komen om kennis te maken. Ze hebben afgelopen week wat dingen gehoord en zijn wel nieuwsgierig.”
Op spottende toon antwoordde ik: “Of zijn ze bevreesd dat hun ooit zo sympathieke dochter aanstaande maandag vreselijk wordt afgebeuld en willen ze schade voorkomen?”
Op de achtergrond hoorde ik iemand hard lachen; Zelda had haar telefoon waarschijnlijk op de speaker staan.
Zelda antwoordde: “Weet ik niet. Mag je hen zelf vragen. Tenminste: kúnnen jullie?”
Joline knikte en ik zei: “Is prima, dame. Gezellig. Vanaf wanneer zijn we welkom?”
“Vanaf half acht of zo. Dan drinken we hier meestal koffie.”
“Oké, dan zijn we rond die tijd bij jullie. Leuk! Tot vanavond!”
Joline lachte. “Lijkt me ook leuk, Kees. Ze heeft goeie ouders, vertelde ze. Gaan we vanavond ondervinden.” “Tja, en om half acht koffie is ook een goed plan. En we hoeven de kopjes niet af te wassen, scheelt ook weer. Enfin, ik app Margot wel dat wij vanavond weg zijn en uiterlijk om 22:00 thuis komen. Dan hoeft ze het alarm er niet op te zetten, mocht ze er eerder zijn.” Ze gezegd, zo gedaan.
“Ik app wel als we thuiskomen, Kees!”, was het antwoord. Een duimpje ging retour.
Een kwartier later was Joline klaar met het eten en gingen we aan de bar zitten. “Smaakt prima, schat.” De aardappelen, witlof en kaassaus gingen er goed in. Een bakje vla was het dessert en we zaten nog even uit te buiken en te kletsen. Om half zeven zei Joline: “Kom Kees, we gaan even douchen en omkleden. We gaan op bezoek, dan moeten we wel een beetje netjes zijn.” Na de douche kleedden we ons om: ik trok een nette broek aan, coltrui en een jasje er overheen; Joline kleedde zich in een nette rok, blouse met ook een jasje. Nylons aan haar benen en pumps. “Schat, als we geen afspraak hadden vanavond… Ik trok je zó het bed in!”
Ze kuste me. “Waarom denk je dat ik nylons heb aangetrokken, lover? Als we terugkomen lopen we in één streep richting slaapkamer, trek ik m’n jasje, blouse, rok en slipje uit en wil ik je. Want jij ziet er ook uit om op te vreten, Kees Jonkman.” Ik trok haar naast me op het bed en zei, met mijn mond bij haar oor. “Dan zeggen we zo dadelijk gewoon: “Sorry lui… Eén kopje koffie, daarna moeten we als de bliksem weer naar huis.”
Joline duwde me weg. “Niks ervan. We gaan gezellig met de ouders van Zelda kletsen en op een beschaafd tijdstip zeggen we: ‘Zullen we eens naar huis gaan? De gastheer en gastvrouw willen ook naar bed.’ Daarna nemen we netjes afscheid en vertrekken. Goed begrepen, hitsige Harrie?” Ik keek verontwaardigd. “Wie is hier hitsig? Wie stelde net voor om, eenmaal binnen, haar kleren uit te trekken, ergens in de kamer neer te smijten en zich aan mij te vergrijpen? Nou?”
Ze giechelde. “Die kleren ergens in de kamer neer te smijten heb je mij niet horen zeggen, schurk. Maar het is wel een leuk idee. Dan komen Gerben en Margot een kwartiertje later binnen, struikelen over dat slipje en m’n rok in de kamer en horen allerlei interessante geluiden en een paar gilletjes uit onze slaapkamer… Volgens mij brengen we hen dan wel op ideetjes.” Ze stond op, stak haar hand uit en zei: “Kóm. We gaan die kant uit. We kunnen de koffie niet koud laten worden.”
Een kwartiertje later zette ik de auto op de parkeerplaats aan het begin van de straat waar Zelda woonde. “Nou, ik ben benieuwd naar haar ouders, Kees.” We belden aan en Zelda deed open. “Hallo! Kom er in, Joline. En Kees. Geen jassen? Dan kunnen we meteen doorlopen… Pap, Mam… Dit zijn Joline en Kees Jonkman. Haar vader kende ik al: een stevige man met bril en een sympathiek gezicht. Zelda’s moeder was lang, slank en had iets… aristocratisch over zich. Maar ook zij was vriendelijk en stelde ons meteen op ons gemak. “Ga lekker zitten… We hebben hier geen vaste plaatsen, dus…”
Ze bleef zelf staan. “Koffie?” “Graag, mevrouw van Munsteren. Daar kwamen we voor.” Ze keek Joline even aan. “Ik heet Helma. En mijn man heet Ton. En die jongedame die nu in de keukendeur staat is onze oudste dochter Zelda, maar dat wisten jullie al, geloof ik.” Een klein lachje speelde om haar mond en ik mopperde: “Nou en of. Tot vanmiddag dacht ik dat ze een leuke, hardwerkende en aardige meid was, maar vanmiddag heb ik met een andere kant van die juffrouw kennis mogen maken.” En met een blik op Zelda: “En daar gaat ze nog wel iets van merken!”
Zelda stak haar tong uit. Dat zag haar moeder. “Zelda! Laat dat! Je bent niet meer op school, hoor!” Joline suste haar. “Helma, we kennen haar ondertussen wat langer dan vandaag. En ze heeft wel wat krediet bij ons.” Moeder en dochter verdwenen in de keuken en Ton zei: “Soms ben ik blij dat we maar één dochter hebben. We hebben nog twee zoons, maar die zijn het huis al uit. Maar aan Zelda heb ik soms de handen vol…”
Joline lachte. “Ga eens met mijn vader praten. Ook twee zoons en één dochter. Wie weet kunnen jullie ervaringen uitwisselen…” Voor dat we het wisten zaten we gezellig te kletsen. En wat me opviel: Zelda zat daar niet als ‘dochter’, maar deed volwassen mee aan het gesprek. Op een gegeven moment vroeg Joline: “Maar… we hebben nu veel over DT gekletst; waar houden jullie je mee bezig?”
Ton zei: “Ik ben van origine loodgieter. En de laatste paar jaren heb ik me gespecialiseerd in warmtepompen. En daar heb ik geen spijt van. Een paar jaar terug werden warmtepompen aangeprezen als hét ultieme ding om je huis mee te verwarmen, dus heel veel mensen kochten een huis waar zo’n ding in zat. En de warmtepompen van goeie kwaliteit zijn ook prima in staan om je warmwatervoorziening te regelen. Maar er zijn ook B-merken. En C-merken. Apparaten die het een paar jaar redelijk doen en vervolgens de geest geven. En daar verdien ik het meeste geld mee. Kijk, als het defect in het besturingssysteem zit ben ik ook kansloos. Dat is elektronica. Heb ik een beetje verstand van, als het ten minste gaat over ‘gewone’ componenten. Losse weerstandjes, transistoren, diodes en zo. Dát kan ik doormeten en eventueel wel repareren. Maar dat is nergens meer in een warmtepomp te vinden. Het is allemaal SMD-techniek, machinaal gesoldeerd en met IC’s waarvan ik geen flauw benul heb wat ze doen. Voor hetzelfde geld sturen ze de gegevens van de warmtehuishouding naar China, weet ik veel.
De meeste ellende zit echter in de afdichtingen, kleppen en aansluitingen. Troep, iets anders kan er niet over zeggen. Slechte solderingen, waardeloos laswerk, beroerde kwaliteit componenten, kortom: rotzooi. En de ‘users manuals’ zijn in 'Chinengels'; nauwelijks uit wijs te worden. Maar goed; ik heb me nu in negen van die apparaten gespecialiseerd; die kan ik bijna blindelings demonteren en weer monteren én ik weet wat de meest voorkomende gebreken zijn.”
Hij lachte. “De afgelopen jaren heb ik als zelfstandige een hele nette boterham aan die krengen verdiend. En ik heb geen cent geïnvesteerd in reclame; dat doen mijn klanten wel.” Hij wees richting Veldhoven-Noord. “Die wijk tegen het bedrijventerrein aan, Zandrijk… Eén en al warmtepomp-huizen. Twee van de vijf dagen ben ik daar bezig, omdat de project-ontwikkelaar goedkope troep in die huizen heeft laten zetten. In de wijk Waterrijk heb ik minder werk; daar staan sowieso minder warmtepompen, maar die er staan zijn Duits of Nederlands. Goed spul, bijna niet stuk te krijgen.” Hij grinnikte. “Helaas, voor een hardwerkend ambachtsman zoals ik… Nou ja, ik heb er een aantal onderhoudscontracten lopen. Levert me niet zoveel werk op, maar wel inkomen.”
Helma tikte hem op de vingers. “En dat is maar goed ook, ambachtsman van me, anders zat je op zaterdag en op zondag nog bij je klanten.” Ze keek naar ons. “Ik heb hem verboden om op zaterdag of zondag nog te werken. Mensen kunnen prima één of twee dagen zonder warm water. En anders regelen ze maar iets met de buren. Maar Ton gaat niet op zaterdag of zondag aan het werk. Goed geld verdienen is leuk, maar je moet ook kunnen ontspannen, hebben we gemerkt.” Ton knikte. “Vier jaar geleden heb ik, toen nog in loondienst, drie maanden thuisgezeten. Totaal overwerkt. En die dame daar heeft me toen een schop onder m’n derriere gegeven en gezorgd dat ik zelfstandige werd én me verdiepte in de wondere wereld van warmtepompen. En vervolgens, toen dat begon te lopen, me ronduit verboden om in het weekend mensen uit de nood te redden.”
Hij keek zielig en Helma zei: “Ja. Want anders had je nu wéér overspannen thuis gezeten, huilebalk.” Joline lachte. “Ik hoor het al. Ook bij jullie is de rolverdeling prima voor elkaar. En heb jij een betaalde baan, Helma? Of…” Helma knikte. “Ik ben advocate. En dan zul je wellicht zeggen: Da’s een aparte combi… een loodgieter en een advocate, maar toen wij elkaar tegen het lijf liepen brak er nog nét geen brand uit in de studentenflat waar ik toen woonde, zó sloegen de vonken over.”
Ze knipoogde naar Ton en Zelda zuchtte diep. “Nou, Jolien… Hier komt een modern sprookje uit duizend-en-één-nacht… Hou je vast!” Helma keek haar aan. “Mondje dicht jij. Bewaar dat maar voor aan de kassa, als Kees in de rij staat.” Ik gromde. “Ja, hou op schei uit…” Zelda giechelde en Helma begon te vertellen. “Ik studeerde in Leiden. Tweedejaars studente. Ik woonde samen met 5 andere meiden in zo’n oud, statig herenhuis. Aan de buitenkant zag het er mooi uit, aan de binnenkant was het ‘vergane glorie’. Enfin, op een gegeven winterdag: de CV kapotgevroren. De verhuurder gaf niet thuis en zei:
“Zoek maar een loodgieter op en laat het maar maken. Maar jullie hebben vast iets gemold, dus niet de rekening bij mij neerleggen, denk er aan!”
Stom natuurlijk; wij waren met zes studentes Rechten, en twee van de bewoonsters zaten in het laatste jaar van hun studie. Die maakte je niks wijs. Maar eerst moest die CV gemaakt worden; het vroor behoorlijk. Dus we pakken de ‘Gouden Gids’, die bestond toen nog en zochten op ‘loodgieters’. En na een paar keer bot te hebben gevangen, kregen we een bedrijf aan de lijn wat nog wel een gaatje over had. “Er komt morgen iemand langs om de zaak te fiksen!”
En inderdaad, de volgende dag om acht uur ’s morgens: een busje voor de deur en daar stapt een jonge vent uit… Ik deed de deur open, we keken elkaar aan en op dat moment was er dus die vonkenregen. Kortom: Ton heeft de verwarming gefikst, ons verteld dat het ding in geen jáááren onderhoud had gehad, en dat de verhuurder dus in gebreke was gebleven. En dat heeft hij op papier gezet en gewapend met dat papier én de nota van het bedrijf waar Ton toen werkte, zijn we naar de verhuurder gegaan. Die protesteerde natuurlijk in zeven talen, maar werd vakkundig door onze huisgenoten, die twee ouderejaars, in de hoek gedreven. En uiteindelijk heeft hij de rekening betaald.”
Ze gniffelde.
“Ik had ondertussen de rekening aan Ton al lang betaald: in natura. We hadden onze eerste zoen al gewisseld voordat hij aan die CV begon en twee nachten later lag hij bij mij in bed. En toen hij de volgende ochtend aan het ontbijt verscheen, tot schrik van de huisgenotes die in pyjama en nachtpon het ontbijt nuttigden, zei hij onschuldig: “Ik moet toch weten of ik m’n werk goed gedaan heb?” We waren stapelgek op elkaar en dat is nooit veranderd. Enfin, ik ging verder met m’n studie, maar op een gegeven moment moest het er van komen: mijn ouders wilden wel eens kennismaken.”
Ze keek veelbetekenend naar Ton en die vervolgde: “En die ouders woonden in een knal van een villa in Blaricum. Ik schrok me kapot toen ik daar voor het hek stond. Mijn schoonvader heeft een eigen bedrijf in studio-benodigdheden: verlichting, geluid, elektra, decors, enfin: dat heeft ‘m geen windeieren gelegd. Maar: zelf uit de grond gestampt. Mijn schoonmoeder is van adel, en als er iemand was die de ‘Gooise er’ gebruikte, was zij het wel. Maar dat deed ze alleen als ze nijdig op iemand was. Voor de rest is het een schat van een vrouw, nu ruim in de zeventig.” Zelda knikte. “Ja. Oma Louise is een schat.” Helma vervolgde: “En daar kom ik dus vandaan: uit een villa in het Gooi, nu wonend in een nette eengezinswoning in Veldhoven.”
Ze legde een hand op de arm van Ton. “Maar geen dag ongelukkig. En binnenkort kunnen we verhuizen; we hebben een boerderijtje gekocht iets ten westen van Knegsel. En daar heb ik ook een goeie praktijkruimte; hier heb ik een paar straten verderop een studio gehuurd om cliënten te ontvangen.”
Ik keek Joline aan.
“En ik maar denken dat wij een nogal apart begin van onze relatie hadden gehad…” “Jij moet niet piepen, meneer Jonkman! Met je ‘stubborn English cars that quit when you need them.’ Ik kon je wel villen!” In het kort bescheef Joline onze eerste échte kennismaking en het vervolg er op in Den Bosch. Ze besloot met: “En toen we uit dat bootje stapten, zijn we maar even in Kees z’n auto gaan zitten. En die stond in een schemerige parkeergarage. Enfin, vul het verhaaltje zelf maar aan en kleur de plaatjes, zou ik zeggen…”
Ton en Helma schoten in de lach. “We hebben er beeld bij, Joline. De details mag je voor jezelf houden.” Zelda mopperde: “Verdorie, waarom? Ik wil ook wel eens een smeuïg verhaal horen…”
Ik keek haar aan. “Dat verhaaltje ga jij aanstaande maandag zelf schrijven, dame! Tijdens de sport, dat garandeer ik je. En nee, dat heeft niks te maken met romantiek en zoentjes, maar eerder met bloed, zweet en tranen. Bloed in je schoenen van het hardlopen, zweet wat nog sneller dan de Niagara-waterval onder je oksels vandaan gutst en tranen van het lachen bij de collega’s.” Ze keek sip en Joline vulde aan: “Kees is van het type ‘hoge bomen maken lange planken’, Zelda. Dat had je nu toch wel door?” Ze sputterde: “Ik meld me maandag wel ziek…”
“Helpt je geen zier, dametje. De eerstvolgende keer dat je je neus laat zien ben je de klos en wie weet is Fred dan de trainer. En Fred en ik zijn twee handen op één buik, dat weet je ondertussen geloof ik wel."
Ik lachte haar uit. “Maarre… Jij zou gaan stappen, zei je vanmiddag. Nu kan het zijn dat ik van het ouderwetse type ben waarbij de stap-avond om 21:00 start, maar dat is het al geweest…” Zelda schudde haar hoofd. “Vanavond ga ik niet stappen. Waarom ook? Het is hier gezellig, ik kan zien hoe jij af en toe op je donder krijgt van Joline en bovendien ben ik best wel moe na een complete dag kassa… Straks gaat dit meisje lekker in haar bedje liggen. En al die knullen die er op hopen dat ik vanavond in hun favoriete kroeg kom: jammer voor ze. Maandag moet ik bijzonder fris en fruitig zijn, werd mij vanmiddag duidelijk gemaakt…”
Ton trok zijn wenkbrauwen op. “Oh? Maandag? Bij DT? Hoezo, dochterlief?” Ze wees naar mij. “Vraag maar aan Kees. Hij weet er meer van.” “Jullie lieve dochtertje zat vanmiddag achter kassa 1 bij onze favoriete supermarkt. Ik kwam met een redelijk volgeladen karretje daar aan, sloot netjes aan, achter in de rij van vier personen. En toen die lui voor me de kassa waren gepasseerd en ik aan de beurt dacht te zijn, zette jullie allerliefste dochtertje een bordje op de lopende band met de tekst: ‘Deze kassa is gesloten. Mijn collega’s bij de andere kassa’s helpen u graag.’ En ze lachte er bij en liep weg. Kon ik wederom aansluiten in de rij bij haar collega; wéér achter vier mensen. Enfin, de rekening volgt. Maandag leid ik de sport tussen de middag en mijn bijnaam is ‘fitnessbeul’.”
Ton en Helma lachten en Helma zei: “Dat heb je dus voor de volle honderd procent verdiend, dochtertje! Verwacht geen medelijden van mij!” Ton klopte op haar knie. “Kom maar uithuilen bij je pappa hoor, als je er behoefte aan hebt.” Ze gaf hem een snelle zoen. “Je bent een lieve paps. Soms.”
Ik keek op mijn horloge, toen naar Joline en die knikte. “Lieve mensen, wij stappen eens op. Ik hoorde net dat de kleine meid naar bed moet en bovendien: morgen moeten we om uiterlijk kwart over negen in de kerk zijn. Voor die tijd wil ik wel een beetje slapen, anders doe ik dat tijdens de preek en dat staat niet zo netjes.”
“Kérk?” Ton sprak het woord met nogal wat agressie uit. Joline knikte. “Het klinkt alsof jij daar wat minder goeie ervaringen mee hebt?” Ton bromde: “Centenknijpers. Alles, maar dan ook letterlijk álles moet goedkoper. Twee keer een kerk als klant gehad; bij de tweede moest Helma als advocate ingrijpen, anders had ik m’n centen nog steeds niet gehad. Meneer pastoor was woedend.”
“Niet elke kerk is hetzelfde, Ton”, zei Joline liefjes. “Net zo min als elke loodgieter of advocate hetzelfde is. Maar daar moeten we het op een ander tijdstip maar eens over hebben. Laat ik het zó stellen: sinds een half jaar komen we in een kerk waar we ons bijzonder thuis voelen.” En vals lachend voegde ze er aan toe: “En de verwarming doet het prima, da’s ook wel fijn.” Lachend namen we binnen afscheid. “Onze buren hebben kleine kinderen, Kees. Gelieve niet te claxonneren als je wegrijdt.” Ik stak een duim op en even later reden we rustig weg.
“Héhé, dat was een leuke avond, Kees.” Ik knikte. “Duidelijk te merken waar Zelda haar pit vandaan heeft. Leuk stel mensen. Alleen die opmerking over de kerk kwam even minder leuk aan. Daar zit nog wel het een en ander achter.” Joline knikte. “Vast. Maar daar gaan we ons nú niet druk over maken, mannetje. Jij zet zo dadelijk deze mooie auto in de garage, we pakken de lift naar boven en als dat dikke kakmens beneden staat, laten we haar vrolijk beneden staan terwijl wij de lift nemen. En in die lift rand ik je aan, Kees Jonkman.”
Ik keek zuinig. “Dan krijgen we écht problemen met de VVE, schat. Ga je dat willen?” Een hand gleed over mijn knie naar boven. “Wat is belangrijker? Een confrontatie met de VVE of een lekker snel nummertje in de lift, Kees Jonkman?” Haar hand was ondertussen bij mijn kruis gekomen en ze giechelde. “Ik voel het antwoord al…” “Joline Jonkman, jij brengt me nog eens in grote problemen. Maar goed, dat heb ik misschien wel eens over voor een hevige nacht met jou.”
Zonder verdere grapjes reden we naar huis. Naast de garagebox hing de Volvo van de zussen al aan het elektrisch infuus. “Oh, Mar en Gerben zijn al thuis… Dat wordt geen lopende uitkleedpartij, Kees. Jammer, je zal moeten wachten tot in de slaapkamer.” Ik grinnikte. “Heeft ook z’n voordelen. Kunnen we na dat vluggertje meteen in slaap vallen, schatje.” Een sceptisch blik van Joline kwam mijn kant uit. “Hup, naar boven, lover. En boven zachtjes doen; wie weet liggen de duifjes al in bed. Als wij dan met deuren slaan… Dat is niet zo prettig.”
Eenmaal boven deed ik de voordeur zachtjes open en achter ons dicht. Joline trok haar jasje uit, maar stopte plotseling in haar bewegingen en legde haar vinger op haar mond. Onder de kamerdeur was een streepje licht te zien en vaag hoorden we de stem van Margot. “Kom maar liefje, dan zal ik je eens verwennen… Kleed je uit!”
Joline fluisterde: “Ik klop maar aan, voordat Gerben in z’n nakie op de bank…” Ze proestte onderdrukt. “De arme knul zou zich kapot schrikken…” Ze klopte stevig op de deur. “Joehoe… kunnen we binnenkomen, of willen jullie eerst nog even fatsoeneren?” Een gilletje klonk, gevolgd door Gerben z’n stem.
“Eén momentje…” Een minuut later deed hij de deur open. “Verdomme… Denk je even lekker te kunnen vrijen met je meisje, komen de heer en mevrouw des huizes binnen… Jullie zouden toch pas om half elf thuis zijn?”? “Beter je apps lezen, Gerben. Daarin stond ‘uiterlijk half elf’.” Joline lachte gemeen en keek naar Margot. Die was nog bezig om de knoopjes van haar blouse dicht te maken. “Sorry Margot, dat we jullie moesten onderbreken… Maar jij zou een appje sturen als je thuiskwam.”
Margot was knalrood, net als Gerben trouwens. “Jullie zijn gemeen. Wil je je vent nét lekker verwennen…” Ik onderbrak haar. “Daar zal ik dan maar even mee doorgaan. Gerben: vijf keer!” Ik wees naar de grond. Hij mopperde: “Ik vind dat niet kunnen. Heb je net kennis gemaakt met het fenomeen ‘Coïtus interruptus’ moet je je nog opdrukken ook…” “Nou ja, bij deze schenk ik je gratie, piraat. Omdat een zeker lichaamsdeel wellicht in de knel zou kunnen komen tijdens het opdrukken. En omdat je vandaag waarschijnlijk al hard gewerkt hebt. Ik ben soepel vandaag.” Margot kwam van de bank af. “Da’s lief van je, Kees. Willen jullie nog wat drinken?” Op Joline’s gezicht kwam een brede lach. “Nou… wij waren in feite exact hetzelfde van plan als jullie: thuiskomen, op de bank ploffen en elkaar hevig verwennen.”
Ze keek zielig. “Maar ja, jullie waren eerder. Dus ja, geef mij maar een wit wijntje, Margot.” “En mij een Icetea alsjeblieft”, vulde ik aan. “Geen Jägermeister, Kees?” Ik wees op Joline. “Nee, want dan krijg ik commentaar tijdens een hevige zoensessie en bovendien moet er morgenochtend weer vroeg gereden worden.”
Margot keek naar Gerben. “En jij, lekkere vent?” “Die Icetea is geen slecht idee. Ik hoef weliswaar morgen niet te rijden, maar ook ik zit niet te wachten op commentaar tijdens zo’n heftige zoensessie.” Margot keek waarderend. “Goed zo. Lief van je. Mag ik wél een wijntje?” Gerben knikte.
Even later vertelden ze hoe het in Arkel was gegaan. “In feite zouden de meiden er nu al in kunnen trekken. Maar ja, eerst moet Ikea nog een verhuiswagen aan spullen afleveren. Onder andere twee tweepersoonsbedden…” Gerben knipoogde en Joline lachte. “Oh, jij mag met Rogier op het andere tweepersoonsbed slapen, Gerben? Gezellig lijkt me dat… ’s Avonds laat, liggend op bed nog wat technische dingen uitwisselen voordat je in slaap valt…”
Ze lachte gemeen en Gerben bromde: “Als jij je dat voorstelt van de nachten in Arkel: hou dat beeld vooral vast, mevrouw Jonkman.” ‘” Maar aanstaande zaterdag houden we wel een housewarmingsparty! Alleen worden de gasten ’s avonds vriendelijk verzocht hun eigen bedjes op te zoeken”, zei Margot lachend. Joline keek even wat sip. “Ja. En dan wordt het hier wat stiller, Margot. We zullen jullie best missen.” Margot stond op en ging op de leuning van Joline’s stoel zitten. “En wij jullie ook, schatten. Dit is in no-time ons ‘thuis’ geworden. Een veilige haven, waar we onszelf mochten en konden zijn. En daar zijn Lot en ik héél dankbaar voor.”
Ze boog zich naar Joline toe, omhelsde haar en kuste haar zachtjes. Gerben en ik hielden onze mond; onze twee mooie vrouwen lieten elkaar even weten dat ze enorm van elkaar hielden. Daar moesten wij niet in onderbreken. Even daarna keek Margot op. “Sorry Gerben en Kees. Even ‘girls only’.” We knikten. “Dat mag hier óók, Margot, dat weet je.”
Joline stond op en liep naar Gerben. “En zul jij lief zijn voor je meisje op dat nieuwe tweepersoonsbed in Arkel?” Hij knikte en kreeg ook een zoen. En Margot liep naar mij. “Dank je wel voor al die dagen hier, Kees. Dat we hier mochten zijn.” Ik gaf geen snedig antwoord, maar zei alleen maar: “En dank jullie wel voor jullie vertrouwen. Van jou en van Lot. Dat is ons heel veel waard gebleken, lieve Margot. Geniet in Arkel en wees er gelukkig. Met Gerben, met Lot en Rogier.”
“Gaat lukken, Kees. Dank je wel.” Toen kreeg ik een zachte zoen. “Die van Lot komt nog.” Daarna kwam ze overeind en stak haar hand uit naar Gerben. “Ga je mee, liefje? Ik had je wat beloofd, vlak voor die twee aanklopten.” Joline zei droogjes: “Ja. We hoorden duidelijk: ‘Kom maar liefje, dan zal ik je eens verwennen’ Ga dus maar eens aan het werk, Margot.”
Ze werd weer rood en siste: “Pestkop!” Ik greep in. “Hup, naar jullie kamers! En de ramen dicht!”
Ze verdwenen lachend en ik liep snel m’n rondje. Alles dicht, alarm er op, lichten uit… Ik liep de slaapkamer in en vond daar een breed lachende Joline die op het bed wees. Midden op bed lag haar slipje. “Uitkleden, lover. Ik wil je. Nú!” Terwijl ik me uitkleedde vlogen er bij Joline ook wat kledingstukken over het bed: haar rok, haar blouse… Alleen gekleed in haar nylons ging Joline op de rand van het bed knielen. Haar benen wat gespreid, haar hand snel bewegend tussen haar benen.
“Heb je er zo’n zin in, Joline?” vroeg ik terwijl mijn broek over een stoel vloog. Een kreun volgde. “Ja… Jouw lekker pik diep in me! In één keer er in, Kees… Ik wil genomen worden! Jouw geile teefje… Je mag zelf weten welk gaatje…” Ik ging achter haar staan en zette mijn paal tegen haar vochtige poesje.
“Lekker in je natte doos, schatje… Lekker neuken en in je geile kut spuiten! Wil je dat?” Een kreun klonk toen ik langzaam wat meer druk zette. “Ahhh… Toe dan, geile vent! Ram ‘m er in! Ik wil je voelen, ik wil voelen dat ik van jou ben!” Ik greep haar heupen en drukte toen in één keer mijn harde paal in haar natte poesje. Tot ik niet verder kon; mijn liezen stootten tegen haar billen.
Joline slaakte een gil! “Auwww…. Wat diep! Hard en heet… Lekker… Néuk me! Neuk me helemaal gek! Ik ben jouw sletje…” Ik begon te pompen, diep ik haar, dan weer bijna er uit, dan weer een diepe stoot… En ik greep haar borsten; haar tepels stonden recht overeind en ik kneep er in. “Ahhh…. Lekker, Kees… Daar word ik zó nat van… Dieper met die heerlijke paal van je! Ram hem er in, hárd! Ik wil je helemaal voelen, geile vent…! En ik wil je sperma, lekker diep in mijn kut voelen spuiten… Voel je mijn tieten? En mijn lekkere benen? Die benen waar jij zo graag naar kijkt? In geile nylons of een lekkere panty? En die zo lekker zijn om tussen te voelen… onder mijn rokje… Ahhh… Ik… ik kóm! Lekker!!”
Ze schudde en trilde, zakte voorover op het bed en liet zich helemaal gaan: haar vocht spoot langs mijn paal op het dekbed. En toen hield ik het ook niet meer tegen: haar warme, natte kut kneep en masseerde me dat ik wel klaar moést komen: tegen Joline aan schokkend spoot ik in haar warme grotje. “Oh, geile meid van me… Wat kun jij me ophitsen… Met je lekkere kutje en je geile praat…” Onder me klonk een vermoeid lachje. “Geheim wapen, lekkere lover… Als ik over benen en nylons of panty’s begin…” Ik streelde haar billen. “In dit geval was het de zin ‘tussen te voelen’, schatje. Ik zag het voor me: jij in een lekker rokje en ik betast je plotseling tussen je benen… En toen móest ik klaarkomen!”
Ze giechelde. “En in het echt zou je misschien een oorvijg hebben gekregen… Ligt een beetje aan de omstandigheden, denk ik.” Ik gleed langzaam uit haar en ze rolde op haar zij. “Kom eens hier, Kees…” Ik ging naast haar liggen en we kusten elkaar. “Je was heerlijk, schatje. Lekker hard en ruig. Soms heb ik daar vreselijke behoefte aan. Mijn vent, die me néémt. Opeist. Hard in mijn natte poesje stoot…” “En telkens is het heerlijk vrijen met jou, Joline Jonkman…”
“Joline? Geen ‘Jolientje’?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee schat. Dat arme meisje zou zo’n sessie als net niet overleven, denk ik. Het arme kind zou uitscheuren met haar maagdelijke poesje.” Joline giebelde. “Ik weet het zo net nog niet. Wie weet heeft zij ook haar speeltjes, Kees. Vraag het haar maar eens, als ze er weer is. Misschien krijgt ze wel een enorme rooie kop.” We grinnikten samen, toen kwam de praktische Joline weer boven. “Zullen we dit bed maar eens fatsoeneren, lekkere lover? En die natte dekbedhoezen maar even in de badkamer leggen, totdat Gerben verdwenen is? Het arme jong zou zo maar op rare gedachten kunnen komen…”
“Meneer van Wiers heeft die gedachten vanavond al lang gehad, Jolien. En misschien, as we speak, nog steeds. Met zo’n mooie bruine krullebol naast zich…” Joline knikte. “Of bovenop zich, of onder zich…” Ik legde een vinger op haar mond. “Je moet je fantasie niet helemaal de vrije teugel geven, schat.” Ze knipoogde. Samen verschoonden we het bed, daarna liepen we nog even onder de warme douche door. “Tenslotte moeten we morgen als het nette echtpaar Jonkman – Boogers in de kerk verschijnen, Kees. Dat blonde meisje met die mooie alt en die stoere vent met die bugel. Dan moeten de kerkgangers niet geconfronteerd worden met de geur van een hevig erotische nacht.”
“Nacht, Joline? Was je van plan de hele nacht door te gaan? Dan kunnen we nu beter onder die douche vandaan gaan, schat. Zonde van het water en het gas.”
Ze tikte op mijn neus. “Niks ervan. Doe die kranen maar uit, we drogen ons af en daarna hult dit meisje zich in een absoluut vormloze pyjama om heerlijk rozig in slaap te vallen. Naast een vent in een saaie boxer en zwart of wit T-shirt. Geen geile spelletjes meer.” “Ben ik ook niet meer toe in staat, schat. De hele afdeling ‘expeditie’ is leeg.”
We droogden ons af en kropen in bed. “Lekker slapen, meisje Jonkman.”
“Jawel, meneer Keyser… ehhh… Jonkman.”
Ze giechelde. “Meneer Keyser zou het eens moeten weten. Dat ik zijn naam verwar met die van mijn echtgenoot…” “Wie weet zou hij er héél opgewonden van worden, Jolientje.”
Een stomp volgde. “Kappen met die onzinnige opmerkingen, Kees. De man zal nu ruim over de 65 zijn… Ieuwww…. Bejaardensex!” Ik gniffelde. “Die duurt lekker lang, schatje. Moeten we binnenkort maar eens oefenen. Maar nu: slapen.” Een korte kus volgde, ik draaide me om en was in no-time diep in slaap.
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10