Door: Jefferson
Datum: 03-01-2025 | Cijfer: 9.1 | Gelezen: 1289
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 46 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: De Vriendengroep - 127: Willemijn
Wat Willemijn Wil?
In de nasleep van mijn gesprek met Willemijn blijft er een ongemakkelijk gevoel aan me knagen. Het is alsof de woorden die ik heb uitgesproken, en vooral de woorden die ik níet heb uitgesproken, als een echo in mijn hoofd blijven hangen. Ik voel me schuldig. Dit was niet de bedoeling geweest. Of wel? Het is een vraag waar ik het antwoord niet op durf te geven. Had ik dan echt niets geleerd van mijn fouten uit het verleden? Of was ik stiekem nog steeds dezelfde, gedreven door verlangens die ik niet volledig onder controle had? Het maakt me misselijk, die onrust in mijn borstkas, het gevoel dat ik mezelf opnieuw op glad ijs heb begeven.
Mijn telefoon ligt naast me op tafel, en mijn vingers vinden automatisch hun weg naar Kamila’s naam in mijn contacten. Ze moet het weten. Ik moet dit uitspreken. Ik tik een kort berichtje, haastig maar oprecht: Sorry, Kamila. Het spijt me echt. Hoe is het met Willemijn? Heeft ze iets laten merken?
Ik verwacht geen snelle reactie, maar mijn scherm licht bijna onmiddellijk op. Kamila belt. Mijn hart versnelt terwijl ik haar naam zie verschijnen, en aarzelend neem ik op. Haar stem klinkt rustig aan de andere kant van de lijn, alsof niets haar kan verontrusten. Tot mijn verbazing zegt ze dat er niet veel aan de hand is. "Willemijn is oké," verzekert ze me, alsof ze mijn zorgen voelt door de telefoon heen. "Ik heb het een beetje uitgelegd," voegt ze eraan toe. Haar stem heeft een lichte glimlach, maar er zit iets anders achter, iets subtiels wat ik niet direct kan plaatsen.
"Wat bedoel je met ‘uitleg gegeven’?" vraag ik aarzelend.
Kamila pauzeert even, en ik hoor haar zacht ademhalen voordat ze antwoordt. "Ik ben eerlijk geweest. Zover dat kon." De betekenis van die woorden blijft hangen in de lucht. Wat had ze precies gezegd? Hoeveel wist Willemijn nu, en belangrijker nog: wat voelde ze?
Dan vraagt Kamila me plots of ik naar het strand wil komen, naar een bepaalde duin die alleen wij twee goed kennen. Het is een plek waar je uit het zicht bent, waar de golven van de zee en het ruisen van het gras een rust creëren die nergens anders te vinden is. Een plek die we samen hebben gedeeld, en die nu ineens meer lijkt te betekenen dan alleen een toevluchtsoord.
"Waarom daar?" vraag ik zacht, maar ik ken het antwoord eigenlijk al.
"Rust," zegt Kamila simpelweg. "Daar worden we niet gestoord. En het lijkt me... handig om alles gelijk maar uit te spreken." Ze klinkt bedachtzaam, bijna strategisch, alsof ze al lang heeft nagedacht over wat er moet gebeuren. "Als jij dat wilt, ten minste."
Haar woorden slaan een gat in mijn overpeinzingen. Moest er dan nog meer gezegd worden? Wat was er nog onuitgesproken dat ik niet al wist? Maar ergens, diep vanbinnen, weet ik dat er inderdaad dingen zijn die we niet hebben uitgesproken – tussen Willemijn en mij, maar ook tussen Kamila en mij.
Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn twijfel. Ergens voel ik dat dit moment, deze ontmoeting, onvermijdelijk is. Misschien was het al langer onderweg, misschien hebben we er onbewust naartoe gewerkt. Dus ik besluit naar het strand te gaan. Ik stuur Kamila een kort berichtje terug: Ik kom eraan.
Terwijl ik mijn spullen bij elkaar pak, voel ik een onbekende spanning in mijn borst. Elke stap naar buiten lijkt zwaarder dan normaal, alsof ik me fysiek bewust ben van de gevolgen van mijn keuzes. De weg naar de duin voelt langer dan ik me herinner. Mijn gedachten vliegen heen en weer, als een storm in mijn hoofd. Wat gaat er gebeuren? Wat verwacht Kamila van me? En misschien nog belangrijker: wat verwacht Willemijn?
De lucht is fris en gevuld met het zoute aroma van de zee, maar het voelt alsof ik nauwelijks adem kan halen. Ik zie de contouren van de duin in de verte, een plek die ooit een veilige haven was, maar die nu aanvoelt als het toneel van een onzekere confrontatie. En dan zie ik ze. Kamila en Willemijn staan naast elkaar, hun silhouetten afgetekend tegen de blauwe lucht. Kamila staat ontspannen, met haar armen losjes over elkaar geslagen, terwijl Willemijn iets verder naar achteren lijkt te staan, haar houding afwachtend.
Het moment voelt geladen, alsof het strand zelf de spanning tussen ons drieën kan voelen. Met elke stap die ik dichterbij kom, groeit mijn bewustzijn van de nieuwe realiteit die voor me ligt. Wat er ook gezegd gaat worden, wat er ook besloten gaat worden, het zal ons onherroepelijk veranderen.
En ergens weet ik: dit is een grens. Of ik stap eroverheen, of ik blijf aan de veilige kant staan. Maar niets zal ooit meer hetzelfde zijn.
Ze zien me niet wanneer ik dichterbij kom. Ik blijf even staan, net buiten hun zicht, en observeer hen vanaf een afstand. Ze staan op de rand van de duin, hun silhouetten scherp omlijnd door het warme licht van de ondergaande zon. Kamila buigt zich iets naar Willemijn toe en zegt iets tegen haar, haar toon ongetwijfeld zacht en geruststellend. Willemijn knikt langzaam, haar blik gericht op de horizon, alsof ze daar iets zoekt wat haar antwoorden kan geven. En dan dalen ze samen af, de grote, natuurlijke kuil in die door het duingras wordt omheind. De lucht boven hen is strakblauw, maar begint al oranje te kleuren nu de middag langzaam plaatsmaakt voor de avond. Het is een schilderachtig tafereel, maar ik heb geen tijd om er lang bij stil te staan.
Mijn aarzeling verdwijnt. Ik weet dat ik nu niet meer terug kan. Met snelle passen volg ik hun spoor naar beneden en voeg me bij hen.
Kamila verwelkomt me met haar gebruikelijke warmte. Haar glimlach is breed en oprecht, en ze pakt mijn arm even vast, alsof ze wil laten weten dat ik hier hoor. "Fijn dat je er bent," zegt ze. Haar stem klinkt licht en uitnodigend, alsof de spanning die tussen ons hing in één adem is weggevaagd. Willemijn daarentegen kijkt weg. Ze lijkt haar blik op iets anders te richten – op de golven in de verte misschien, of op het zand onder haar voeten. Haar houding is gesloten, maar ik merk al snel dat haar schuchterheid niet vijandig is. Het is alsof ze nog niet zeker weet hoe ze zich moet voelen over mijn aanwezigheid.
Voor hen ligt een kleedje dat uitnodigend is uitgespreid over het zachte zand. Ernaast staat een rugzak, half open, met twee stokbroden die er als een stille uitnodiging uitsteken. Uit een klein koeltasje piekt de hals van een fles rosé, koel en bedauwd. Dronk Willemijn dan? Zo had Kamila nu al meer invloed op haar, dan ik wist. Het is duidelijk dat Kamila en Willemijn dit plan al eerder hadden gemaakt, een rustig middagje samen op het strand. Zonder mij. Maar wat was het plan nu ik er was? De gedachte schiet door mijn hoofd terwijl ik mijn tas neerzet.
"Je kunt gewoon meedoen," zegt Kamila nonchalant, alsof ze mijn gedachten kan lezen. Haar toon is luchtig, maar haar ogen verraden dat ze de situatie zorgvuldig in de gaten houdt. Ze glimlacht even naar me, alsof ze wil benadrukken dat alles oké is.
Uit de rugzak haalt Kamila steeds meer spullen tevoorschijn: kleine bakjes met smeersels, een zak chips die ritselt in de stilte, en zelfs wat plastic bekers voor de wijn. Ze heeft aan alles gedacht, zoals altijd. We zeggen niet veel. Er lijkt een wederzijds begrip te hangen dat woorden overbodig maakt. We zitten daar samen, terwijl het geluid van de golven op de achtergrond ons gezelschap houdt, alsof de zee ons fluisterend vertelt dat alles in orde is.
We eten wat van het stokbrood en de smeersels, breken stukjes af en geven het aan elkaar door. We praten, maar alleen over onbelangrijke dingen – het weer, de schoonheid van het uitzicht, herinneringen aan eerdere zomerdagen. Het zijn woorden zonder gewicht, bedoeld om de stilte te vullen zonder die te verstoren. En terwijl de zon langzaam wegzakt achter de horizon en de eerste sterren voorzichtig aan de hemel verschijnen, drinken we van de rosé.
Kamila ziet er prachtig uit, zoals altijd. Haar zelfverzekerdheid straalt van haar af, net als haar ontspannen houding. Haar korte zomerkleding past perfect bij de sfeer – luchtig, speels, en verleidelijk zonder dat het te veel lijkt te zijn. Ze weet hoe ze zichzelf moet presenteren, hoe ze een balans vindt tussen vrouwelijkheid en controle. En ze doet het moeiteloos.
Willemijn verandert langzaam. Haar aanvankelijke afstandelijkheid lijkt met elke minuut te vervagen. Ik zie hoe haar houding zachter wordt, haar schouders minder gespannen. Ze begint meer te praten, te lachen zelfs, al is het nog een beetje voorzichtig. Haar refo-kleding is nog steeds een duidelijk kenmerk van haar achtergrond, maar ik merk op dat het minder stijf oogt dan een jaar geleden. Het lijkt alsof ze een meer casual, toegankelijke versie van zichzelf is geworden – een subtiele verandering, maar een die veel vertelt over hoe ze zich heeft ontwikkeld. Zoals Eke dat afgelopen winter ook had gekregen.
En terwijl we daar samen zitten, onder de steeds donkerder wordende hemel, voel ik hoe de spanning die me hierheen dreef langzaam oplost. We zijn samen. Het is goed zo. Althans, voor nu.
En dat was precies de bedoeling. Alsof het gesprek dat ik met Willemijn had gehad, helemaal niet had plaatsgevonden. De woorden die we eerder hadden gewisseld, leken opgelost in de lucht, ongrijpbaar en onbelangrijk. Ik weet dat Kamila alles al tegen Willemijn heeft gezegd. Dat ze erbij stond, meeluisterde, en zonder woorden precies begreep wat er aan de hand was. Kamila en ik hadden aan een blik genoeg om de stand van zaken te begrijpen, en die blik had ze me al lang gegeven. Het maakte niet uit. Niet wat Willemijn voelde. Niet wat ze wilde. Zelfs niet dat ze me bijna had gekust. Het deed er allemaal niet toe. Wat wel belangrijk was, was dat we hier samen waren, in dit moment. En dat probeerden Kamila en ik haar hier duidelijk te maken, zonder dat er nog meer woorden nodig waren.
De zon zakt verder achter de horizon en het warme licht maakt plaats voor een zachte schemering. Het duingras begint in de schaduwen te verdwijnen, terwijl de lucht boven ons diep paars en oranje kleurt. Het is een serene stilte die ons omringt, slechts onderbroken door het ruisen van de golven en het zachte kabbelen van de wind. Het is alsof de natuur zelf ons uitnodigt om de rust in onszelf te vinden – maar dat maakt de spanning tussen ons des te voelbaarder.
Kamila doorbreekt de stilte, zoals alleen zij dat kan. Haar stem klinkt luchtig, bijna onbezorgd, maar met een duidelijke ondertoon van intentie. "Wil je nog met ons mee terug?" vraagt ze aan Willemijn, haar blik een mengeling van zachtheid en vastberadenheid. En dan, met een glimlach die niets verraadt behalve haar eigen controle over de situatie: "Doen we daar nog een sapje," voegt ze eraan toe, met de nonchalance van iemand die gewend is de leiding te nemen. Ze gebruikt zelfs dat typische toeristentaaltje, een knipoog naar de eilanders en hun gewoonten, alsof ze hiermee de spanning wil verlichten.
Kamila kijkt me aan. Het is geen vluchtige blik; het is een veelzeggende, geladen uitwisseling tussen ons tweeën. Ik weet genoeg. Zonder woorden begrijp ik wat ze bedoelt, wat ze wil, en wat er vanavond moet gebeuren. Ik knik kort terug, een bevestiging dat ik er klaar voor ben. En dat is voldoende voor Kamila. Haar ogen twinkelen even, tevreden. Alles verloopt precies zoals ze had gewild. De hele avond tot nu toe heeft als een zorgvuldig geplande dans aangevoeld. Het is tijd om de volgende stap te zetten, tijd om uit te zoeken wat Willemijn werkelijk van ons wil – en wat wij van haar verwachten.
Terwijl we teruglopen naar huis, merk ik dat Willemijn steeds meer gespannen raakt. Het is subtiel, maar zichtbaar. Haar passen worden korter, haar schouders iets hoger opgetrokken. Het lijkt alsof haar gedachten haar vooruit rennen, alsof ze de gebeurtenissen probeert te voorspellen en onder controle te houden – wat natuurlijk onmogelijk is. Halverwege de wandeling doet Kamila iets onverwachts maar typisch voor haar: ze pakt onze handen. Eén van haar zachte, warme handen sluit zich om de mijne, en de andere om die van Willemijn. Zo lopen we verder, met z’n drieën, verbonden en toch individueel.
Het gebaar voelt bijna casual, maar tegelijkertijd geladen met betekenis. Het zou alles kunnen betekenen, of juist helemaal niets. Dat was het mooie aan Kamila: ze had een manier om acties en woorden in het midden te laten hangen, net vaag genoeg om je eigen interpretatie te voeden, maar net duidelijk genoeg om richting te geven. Willemijn zegt niets, maar ik zie hoe ze even naar onze handen kijkt, haar ademhaling iets versneld. Ze lijkt gevangen tussen verwarring en nieuwsgierigheid, tussen verlangen en onzekerheid.
Maar ik weet dat wij op dit moment iets van haar verwachten. Geen spelletjes meer. Niet meer wachten. Kamila en ik hadden onze kaarten al lang op tafel gelegd, en het was nu aan Willemijn om de hare te tonen. Ik glimlach even, bijna onmerkbaar, terwijl ik aan mijn eigen gedachten denk. De kat uit de boom kijken is prima, maar eenmaal uit die boom moet je niet blijven staan staren totdat die weer omhoog klimt. Soms moet je springen, moet je durven – en dat is wat Willemijn nu te doen staat. Op haar eigen manier.
De sfeer wordt zwaarder naarmate we dichter bij huis komen. Het geluid van de golven vervaagt, vervangen door het zachte kraken van het grind onder onze voeten als we naar de voordeur lopen. Het licht van de schemering verdwijnt, en het eerste gloren van de nacht neemt het over. Voor ons ligt een nieuwe realiteit, eentje die al even op ons wachtte. Het is nu of nooit.
Binnen in het huis hangt een merkbare spanning, alsof de lucht zelf zwaarder is geworden. Ondanks de warme sfeer die we eerder op het strand deelden, voelt het nu toch even onwennig. Willemijn ploft neer op de bank, haar houding is ontspannen, maar haar ogen verraden iets anders. Ze ontwijkt mijn blik, of misschien ook die van Kamila. Haar handen friemelen aan de zoom van haar refo-rokje, alsof ze iets zoekt om zich aan vast te houden. Kamila heeft al snel een flesje wijn op tafel gezet en schenkt drie glazen in, haar bewegingen vloeiend en vanzelfsprekend. Ze is zoals altijd de rust zelve, maar ik ken haar goed genoeg om te zien dat ook zij zich op iets voorbereid.
De eerste paar minuten kabbelen voorbij in een ongemakkelijke gezelligheid. We praten over koetjes en kalfjes – hoe mooi de lucht was, hoe druk het deze week in de slijterij was – maar niemand raakt echt ontspannen. Ik voel mezelf steeds weer opveren, alsof ik elk moment iets moet doen om de sfeer te veranderen. Een excuus om op te staan biedt zich aan als ik zie dat de glazen bijna leeg zijn. "Ik haal nog wat," zeg ik, wijzend naar de keuken, en zonder echt te wachten op een antwoord loop ik weg. Willemijn drinkt alsof ze dat al jaren doet. Wellicht wist ik minder over haar dan ik dacht. Of was ook dit spanning? Heel veel losser werd ze er nog niet van.
In de keuken leun ik even tegen het aanrecht, adem diep in en probeer de spanning in mijn eigen lijf los te laten. Ik weet wat Kamila van plan is – of althans, ik denk het te weten. Ze is degene die altijd het initiatief neemt, die situaties zoals deze in goede banen weet te leiden. Toch voelt het alsof er een blokkade is. Misschien wacht ze op Willemijn, of misschien ook op mij. De seconden tikken weg. Met een nieuwe fles wijn in mijn hand loop ik terug de woonkamer in, mijn passen stevig maar niet gehaast.
Wanneer ik de kamer binnenstap, zie ik de twee vrouwen zitten. Kamila heeft haar benen onder zich gevouwen op de bank en kijkt me aan met een lichte glimlach, alsof ze weet dat ik net even mijn hoofd moest leegmaken. Willemijn zit nog steeds rechtop, haar blik ergens tussen Kamila en de tafel in gefixeerd. Het voelt alsof niemand precies weet hoe de eerste stap te zetten, en toch is iedereen hier met dezelfde verwachting.
Ik besluit voor hen te gaan staan, mijn blik op Willemijn gericht. Er is iets dat gezegd moet worden, dat voel ik in elke vezel van mijn lichaam. Maar net wanneer ik mijn mond wil opendoen, voel ik dat Kamila zich naar voren beweegt. Haar hand rust even op mijn arm, een subtiel gebaar dat me doet zwijgen. "Laat mij maar," zegt haar blik, zonder dat ze een woord hoeft uit te spreken.
En dus zwijg ik, hoewel ik wilde zeggen dat als Willemijn iets wilde proberen, dat dit dan het moment was. Maar Kamila neemt de leiding, zoals ik ergens al wist dat ze zou doen. Haar stem klinkt zacht, maar haar woorden snijden door de spanning heen als een scherp mes door boter. "Weet je," begint ze, terwijl ze haar blik stevig op Willemijn houdt, "misschien had je liever van dichterbij toegekeken... in plaats van vanaf buiten."
De spanning explodeert bijna voelbaar in de kamer. Het is alsof de temperatuur plotseling stijgt en tegelijkertijd alle lucht uit de ruimte wordt gezogen. Mijn adem stokt en ik zie hoe Willemijn's ogen wijd opensperren. Ze weet precies waar Kamila het over heeft. Geen uitleg nodig. Geen omwegen. Kamila doelt op eerder vanmiddag – het gesprek waarin ik aan Willemijn bekende wat ik voelde, wat er gebeurde, en hoe dicht ze toen al bij ons stond, letterlijk en figuurlijk. Dat ik haar gezien had, toen ze met Eke en Sanne stond te gluren. Dat ik het wist. En dat ik wilde weten wat dit nou echt met Willemijn deed. Kamila had dat gehoord. En ze was het niet vergeten. Zo dacht ze het ijs te breken.
Ik voel Willemijn’s blik kort naar mij glijden, maar haar ogen gaan snel weer naar Kamila, alsof ze wil bevestigen of dit wel echt gebeurt. En dan, vanuit mijn ooghoek, zie ik het: Kamila kijkt nu direct naar mij, haar glimlach uitdagend, alsof ze weet dat haar woorden niet alleen Willemijn raken, maar ook mij. Mijn hart bonkt in mijn borst, en ik voel hoe de opwinding die al die tijd op de achtergrond sudderde nu in volle hevigheid naar boven komt. Het maakt zich fysiek kenbaar in mijn broek. Mijn korte broek, die weinig ruimte laat voor discretie. Want stelde Kamila hiervoor om op de knieën te gaan voor mij, zodat Willemijn van dichterbij kon toekijken? Waarom eigenlijk? Dat maakt mijn lul niks uit. Die werd al hard van de suggestie.
Het duurt maar een paar seconden voordat hun blikken afdalen, eerst naar mijn gezicht, dan naar mijn borstkas, en uiteindelijk naar mijn kruis. Er hangt een geladen stilte in de lucht. Kamila’s ogen flitsen even naar Willemijn, alsof ze haar reactie probeert te peilen, terwijl Willemijn haar lippen een beetje bevochtigt, zonder dat ze zich daar misschien zelf bewust van is.
Ik sta daar, midden in de kamer, en het voelt alsof mijn ademhaling zwaarder wordt met elke seconde die voorbijgaat. De spanning is bijna tastbaar. Niemand zegt iets. Niemand beweegt. En toch hangt er een belofte in de lucht, een onuitgesproken afspraak die op het punt staat te worden vervuld.
En toch, ergens diep vanbinnen, knaagt een onzekerheid aan me. Hadden ik en Kamila elkaar hier helemaal goed begrepen? Was dit wat zij wilde? Wat wij wilden? Of waren we allemaal nog steeds aan het aftasten, aan het zoeken naar dat ene moment dat de knoop doorhakte? Wat de waarheid ook was, het hoge woord was eruit. Kamila had het gezegd. Ze had de bal bij Willemijn gelegd. En nu was het aan haar om niet alleen haar wensen, maar ook haar grenzen aan te geven.
Ik voel de warmte van de wijn in mijn bloed en de ogen van de vrouwen op mij gericht. Er is geen weg terug. Dit is het moment waarop de realiteit zich moet ontvouwen – en ik kan alleen maar afwachten wat Willemijn gaat doen.
De spanning hangt nog altijd in de kamer, als een onzichtbaar koord dat ons allemaal stevig omklemt. Het voelt alsof de situatie op een kruispunt staat, en wat er nu gebeurt, bepaalt welke kant het opgaat. Ik voel mijn eigen opwinding nog steeds aanwezig, nadrukkelijk zelfs, maar ik besluit het voortouw te nemen om de sfeer een beetje luchtiger te maken. Het is alsof een stem in mijn hoofd me aanspoort om de spanning te de-escaleren, om controle te houden.
Ik schuif naar achteren en laat me in een stoel zakken die achter me staat. In een instinctieve beweging gooi ik mijn enkel nonchalant over mijn andere knie en leun iets naar achteren. Deze houding, bedachtzaam en ongedwongen, helpt niet alleen mijn eigen opwinding te verbergen, maar lijkt ook de aandacht van mezelf af te leiden. Ik glimlach naar beide vrouwen en probeer een luchtige toon aan te slaan.
"Ik zat stiekem te denken," begin ik met een knipoog, "misschien kan Willemijn haar eerste zoen hier wel beleven." Mijn woorden blijven even in de lucht hangen, terwijl ik de reacties probeer te peilen. "Al zal ik niet tegenwerken..." voeg ik er met een speelse glimlach aan toe, mijn woorden dubbelzinnig genoeg om de opties open te laten. Mijn lach breekt de spanning een beetje, en gelukkig lachen beide meiden mee. Kamila’s glimlach is zoals altijd warm, en zelfs Willemijn, die zojuist nog ongemakkelijk leek, ontspant merkbaar.
Maar dan zie ik iets veranderen. De twee kijken elkaar kort aan, een blik vol geheimzinnigheid die me niet ontgaat. Hun gelach verandert in iets anders, iets zachters, iets intiemers. Kamila trekt haar wenkbrauwen lichtjes op, een ondeugende twinkeling in haar ogen, en vraagt me met een uitdagende toon: "Denk je echt dat het haar eerste zoen zou worden dan?"
Haar woorden raken me als een zachte mokerslag. Mijn ogen gaan van Kamila naar Willemijn, die meteen rood aanloopt. Ze ontwijkt mijn blik en kijkt naar haar handen, die nerveus op haar schoot rusten. Ik voel mijn mondhoeken omhoog krullen in een verbaasde lach terwijl ik naar hen kijk. "Heb jij die al gestolen dan?" vraag ik, mijn toon luchtig maar met een oprechte nieuwsgierigheid.
Het idee dat Kamila en Willemijn ooit eerder hadden gezoend, verbaasde me nauwelijks. Kamila is open, sensueel, en altijd nieuwsgierig – eigenschappen die ik in haar bewonder. Als het al gebeurd was, dan had ik het vast niet erg gevonden, misschien zelfs een beetje spannend. En toch voel ik een lichte steek van verwarring omdat Kamila me hier nooit iets over verteld heeft. Maar het is geen verraden gevoel; eerder een gevoel van opluchting. Als dit waar is, dan zijn ze al een stap verder, en dat maakt alles makkelijker. Toch?
Kamila schudt haar hoofd en lacht zachtjes. "Nee, dat ook weer niet," zegt ze, haar stem bijna speels. Ze werpt een blik op Willemijn, die nog steeds niets zegt. "Zeg je het zelf?" vraagt ze aan haar, haar stem zachter nu, vriendelijker. Willemijn lijkt weer naar het moment te worden teruggetrokken. Haar ogen flitsen even naar Kamila en dan naar mij. Ze haalt diep adem, alsof ze moed verzamelt.
"Sanne was m’n eerste," zegt ze uiteindelijk, haar stem klein maar duidelijk genoeg om de stilte te doorbreken.
Ik knipper verbaasd. "Sanne?!" herhaal ik, mijn stem een mengeling van ongeloof en nieuwsgierigheid. Ik voel hoe mijn gedachten onmiddellijk in een stroomversnelling raken. Alles aan Sanne’s gedrag begint nu op zijn plek te vallen. Het was haar houding, haar afstandelijkheid, haar vreemde blikken naar Willemijn. Het voelde alsof er iets niet klopte, maar ik had het nooit kunnen plaatsen. Nu wel.
Willemijn knikt langzaam, alsof ze het eerst voor zichzelf moet bevestigen voordat ze het aan ons kan vertellen. "Ik zoende haar. En zij zoende mij terug," zegt ze, haar woorden komen aarzelend maar eerlijk. Ik zie hoe ze worstelt om haar emoties onder controle te houden terwijl ze verder spreekt. "En toen... toen was het opeens fout." Haar stem breekt bijna, en ze kijkt naar beneden, haar schouders licht gebogen. "Het was mijn fout," fluistert ze met dat ze Sanne's woorden uitspreekt, haar woorden doordrenkt van schuld en verdriet.
Ik voel hoe mijn eigen ademhaling zwaarder wordt, alsof ik de pijn in haar stem ook een beetje voel. Het is bijna vals van Sanne, besef ik. Wat haar redenen ook waren, het heeft Willemijn duidelijk diep geraakt. Misschien begrijp ik niet alles, maar ik begrijp genoeg om te weten dat dit haar blijft achtervolgen.
Ik slik even, voel de woorden die ik wil zeggen in mijn keel vastzitten, en dan sta ik langzaam op. Zonder te veel nadenken loop ik naar Willemijn toe, mijn voeten bijna geruisloos op het houten vloeroppervlak. Ze kijkt op wanneer ik dichterbij kom, haar ogen glinsteren alsof ze elk moment in tranen kan uitbarsten. Ik zak op één knie voor haar neer en pak voorzichtig haar hand vast. Ze voelt klein en kwetsbaar, haar vingers koud tegen de warmte van mijn handpalm.
Ze houdt het niet meer en begint bijna te snikken, haar schouders schokkend terwijl ze probeert haar tranen tegen te houden. Ik trek haar zachtjes naar me toe, mijn armen om haar heen terwijl ze haar hoofd tegen mijn schouder laat rusten. Haar lichaam voelt gespannen, maar langzaam ontspant ze in mijn omhelzing.
"Nee," fluister ik, mijn stem zacht maar doordringend, "dit is niet wat we gepland hadden." Ik werp een korte blik naar Kamila, die vanaf de bank naar ons kijkt, haar blik gevuld met begrip. "Over het concreet maken van plannen moeten Kamila en ik het nog maar eens hebben," mompel ik half tegen mezelf, een half grapje om de situatie te verlichten. Maar mijn focus blijft op Willemijn.
Ik houd haar stevig vast, voel hoe haar ademhaling langzaamaan rustiger wordt. "Wij weten ook niet precies wat we doen," zeg ik tegen haar, en tot mijn opluchting hoor ik een klein lachje ontsnappen, alsof mijn opmerking iets van haar spanning wegneemt. "Maar we willen wel het beste voor jou," vervolg ik, terwijl ik haar blik zoek, "wat dat ook mag zijn."
Mijn woorden lijken haar te raken. Ze knikt bijna onmerkbaar, haar ogen nog steeds glinsterend, maar met een zachtere blik dan daarvoor. Hier, in dit moment, voelt het alsof ze voor het eerst echt vrij is. Vrij om te zijn wie ze is, zonder oordeel. En dat, besef ik, is alles wat we haar ooit hadden willen geven.
Ik werp een korte blik naar Kamila, die me een geruststellende glimlach schenkt en zacht haar hand op mijn schouder legt. De warmte van haar aanraking voelt als een bemoedigend duwtje in de rug, een stille bevestiging dat we op één lijn zitten, zelfs zonder woorden. Het moment voelt geladen, maar niet met onzekerheid. Het is vertrouwen, verbondenheid, een gedeeld verlangen om Willemijn precies te geven wat ze nodig heeft.
Ik draai me terug naar Willemijn, die met haar handen in haar schoot zit. Haar ademhaling is wat onregelmatig, en haar ogen zoeken de mijne, alsof ze wanhopig houvast zoekt in wat dit moment betekent. Ik leun langzaam naar voren, haar niet uit het oog verliezend. Ze lijkt zich even te verstijven, alsof ze niet zeker weet wat er gaat gebeuren, maar haar blik blijft standvastig. Ik breng mijn hand zachtjes naar haar wang en voel de warmte ervan onder mijn vingertoppen. Mijn lippen raken de hare, voorzichtig en vol zorg, en ik sluit mijn ogen.
De eerste seconde is er enkel contact. Haar adem stokt even, maar ze deinst niet terug. Dan voel ik haar lippen langzaam bewegen, onwennig maar gewillig, en uiteindelijk ontspant ze volledig. Het is een lange, liefdevolle kus, niet gehaast of opdringerig, maar teder en met een belofte die verder reikt dan woorden. Het lijkt alsof we alle opgekropte emoties, onzekerheden en verlangens van de afgelopen weken in deze ene kus leggen. Ze vertelt me zonder woorden dat ze mij vertrouwt, dat ze ons vertrouwt.
Als ik mijn lippen langzaam van de hare haal, blijven we dichtbij elkaar. Ik begin me te beseffen dat dit vanmiddag al had kunnen gebeuren. Maar nu voelt het nog beter. Onze ogen ontmoeten elkaar, haar blik gevuld met een mix van opluchting en ontroering. Haar mondhoeken krullen omhoog in een kwetsbare, maar oprechte glimlach. Het lijkt alsof een last van haar schouders is gevallen. Ik voel het ook; een onzichtbare spanning die plotseling verdwijnt.
"Was ik nu nummer twee of nummer drie?" vraag ik met een speelse glimlach, mijn stem luchtig om de sfeer te behouden. Willemijn opent haar mond om iets te zeggen, maar Kamila is me voor. "Wat denk je zelf?" antwoordt ze plagerig terwijl ze zich tegen Willemijn aan nestelt. Haar hand glijdt subtiel over Willemijns arm, en ze kijkt me uitdagend aan voordat ze snel naar voren buigt om me een korte, maar intense kus te geven. Haar lippen spelen happend met de mijne, een speels contrast met de tederheid van mijn kus met Willemijn.
Dan draait Kamila zich volledig naar Willemijn toe, en voordat ik het goed en wel besef, brengen hun lippen elkaar voor het eerst openlijk en zonder terughoudendheid samen. Ik blijf zitten, compleet betoverd door het beeld voor me. Kamila kust haar met een vurigheid die ik herken maar nu in een heel ander licht zie. Willemijn beantwoordt de kus, eerst voorzichtig, maar al snel met meer passie. Het is geen haastig of oppervlakkig moment; het is geladen met pure overgave.
Ik voel hoe mijn ademhaling versnelt, mijn lichaam reageert instinctief op het tafereel dat zich voor mijn ogen ontvouwt. Terwijl hun tongen elkaar verkennen, schuift Kamila haar hand naar Willemijns nek, waarbij ze de ruimte tussen hen kleiner maakt. De zachtheid van hun aanraking contrasteert met de vurigheid van hun kus. Willemijn lijkt even alles om zich heen te vergeten, de strakke morele ketenen die haar al zo lang vasthouden eindelijk een moment van speling gevend.
Kamila breekt de kus en kijkt me intens aan. "Ik wilde al verder," fluistert ze, haar stem laag en zwoel, terwijl Willemijn zacht haar hals kust. "Maar niet zonder jou," zegt ze terwijl haar ogen kort naar mij oplichten. Willemijn stopt, haar gezicht licht rood gekleurd, en richt haar blik naar me. Ze zegt niets, maar haar ogen spreken boekdelen. Er zit een verlangen in, een nieuwe zekerheid die ze misschien nog niet eens helemaal begrijpt, maar die ze niet langer probeert te onderdrukken.
De spanning in de kamer is veranderd. Het voelt niet langer zwaar of ongemakkelijk; het is geladen met positieve energie, een wederzijdse instemming om verder te gaan, zonder dat alles volledig is uitgesproken of uitgepraat. Het hoeft ook niet. Het punt is juist dat het mag ontstaan, zoals het voelt.
Ik weet dat Willemijn worstelt met haar identiteit, met de grenzen die ze zichzelf oplegt door haar geloof en opvoeding. Maar hier, nu, is ze vrij. Ze hoeft geen antwoorden te hebben op vragen die te groot zijn voor haar leeftijd. Hier kan ze gewoon zijn. Kamila en ik helpen haar om die last langzaam van zich af te werpen.
Ik zoen Willemijn opnieuw, zachter deze keer, alsof ik haar wil laten wennen. Kamila komt achter me zitten en haar lippen vinden mijn hals. Ze laat haar tong lichtjes over mijn huid glijden, waarna ze zacht aan mijn oorlel likt. Mijn adem stokt even terwijl ik de combinatie van warmte en verlangen voel opbouwen. Ik breek de kus met Willemijn en draai mijn gezicht naar Kamila, die me vol verlangen aankijkt. We beginnen te tongen, haar hand glijdend over de strakgespannen stof van mijn korte broek, die duidelijk maakt hoeveel dit moment met me doet.
Willemijn kijkt toe, haar ogen groot en vol fascinatie, voordat Kamila zich weer naar haar draait. Hun lippen vinden elkaar opnieuw, en dit keer is Willemijn degene die meer initiatief toont. Ze trekt Kamila dichter naar zich toe en lijkt de leiding te nemen in de kus. Ongemak? Alsof het er nooit geweest is.
De leiding ligt volledig bij ons. Dat was vanaf het begin duidelijk en blijft dat ook, zonder ruimte voor misverstanden. Kamila en ik geven Willemijn voorzichtig de kans om initiatief te nemen, haar eigen weg te vinden in dit moment, maar zodra Kamila haar werkelijk de ruimte geeft om iets te verzinnen, verstijft ze zichtbaar. Haar onervarenheid en aarzeling zijn voelbaar, maar dat maakt haar des te ontwapenender. Ze hoeft niets te doen wat ze niet wil. Dat weten we allebei. We nemen haar dan ook zachtjes bij de hand en trekken haar dichter naar ons toe, totdat we samen op de grond belanden.
Ik kijk even naar de plek, een meter verderop, waar ik ooit met Kamila en Elise een nacht van pure, rauwe passie heb gedeeld. De herinneringen eraan flitsen door mijn hoofd, en een lichte glimlach speelt om mijn lippen. Maar dit moment voelt anders. De liefde en de passie zijn er nog steeds, onmiskenbaar, maar vanavond heeft een andere lading. Minder vanzelfsprekend, misschien wel intenser juist omdat het zo fragiel is.
De houtkachel blijft uit; het is al warm genoeg. Niet door de temperatuur in de kamer, maar door de spanning die als een golf door ons heen spoelt. Ik trek Willemijn voorzichtig op mijn schoot. Ze stribbelt niet tegen, hoewel ik de lichte onzekerheid in haar houding voel. Ik zit op mijn knieën, en zij zit bovenop me, hoog genoeg om ons beide even het gevoel te geven dat ze de controle heeft. Even kijkt ze op ons neer, haar blik onwennig maar nieuwsgierig. Haar rok valt soepel om haar heen, lichtjes opwaaiend door haar bewegingen. Wanneer ik een hand op haar rug leg, trek ik haar zachtjes tegen me aan, en ik voel haar smalle middel stevig tegen mijn lid gevoel drukken. Het contrast tussen de dunne stof van haar slipje en mijn korte broek zorgt voor een tintelende spanning die door mijn hele lichaam schiet.
Ze schrikt even van de intimiteit van ons contact, haar adem stokt kort, maar ze laat zich niet afschrikken. Haar ademhaling versnelt en haar blik verzacht. Kamila zit naast ons, en terwijl ze mijn gezicht zachtjes naar zich toe draait, raakt ze mijn lippen met de hare. De kus is warm en zwoel, en binnen enkele seconden voel ik haar tong teder tegen de mijne spelen. Haar opwinding groeit; ik proef het in haar ademhaling, die steeds zwaarder wordt. Ik raak haar gezicht aan, voel hoe haar huid heet aanvoelt onder mijn vingertoppen. Terwijl onze tongen elkaar vinden, laat Kamila haar hand voorzichtig over mijn schouder en rug glijden.
Rondom ons wordt er dieper geademd, licht gehijgd. De lucht tussen ons is geladen met verlangen. Onze handen raken elkaar, glijden over elkaars lichamen, maar vermijden nog de meest gevoelige plekken, alsof we de spanning willen opbouwen tot een onvermijdelijk hoogtepunt. Ondertussen voel ik Willemijn voorzichtig bewegen op mijn schoot. Haar onschuldige, bijna onbewuste bewegingen zorgen voor een aangename frictie, en de hitte tussen ons neemt toe. Haar subtiele acties verraden haar groeiende vertrouwen, en hoewel ik weet dat ze nog niet klaar is om volledig toe te geven, is haar overgave aan dit moment al een overwinning op zichzelf.
Willemijn kust me ineens fanatiek terug, haar lippen vol passie tegen de mijne drukkend. Het is een verrassende uiting van overgave, een bewijs dat ze haar onzekerheid achter zich begint te laten. Kamila kijkt toe en glimlacht goedkeurend, waarna ze zich naar Willemijn toe buigt en haar eveneens begint te zoenen. Willemijn beantwoordt Kamila’s kus met een nieuwe intensiteit, een passie die zelfs haar eigen onzekerheden overstijgt. Ik voel de opwinding in me groeien terwijl ik toekijk hoe de twee vrouwen elkaar ontdekken.
Het moment voelt natuurlijk, alsof we precies zijn waar we moeten zijn. Kamila’s ogen zoeken de mijne, haar blik vol steun en aanmoediging. Alles mag, niets moet. Die boodschap voel ik in haar aanrakingen, in de manier waarop ze dit moment laat ontstaan zonder druk. En dan neem ik het initiatief. Mijn handen grijpen Willemijn stevig bij haar heupen, en met een vloeiende beweging til ik haar op en zet haar terug op de bank. Haar benen vallen automatisch een stukje uit elkaar, haar voeten rustend op de rand van de bank. Haar knieën zijn hoog opgetrokken, en haar rok glijdt naar beneden, waardoor het witte slipje zichtbaar wordt. Het is eenvoudig, onschuldig bijna, maar de donkere, vochtige plek verraadt haar verlangen.
Mijn handen glijden langzaam over haar smalle, blote onderbenen. De huid onder mijn vingers is warm en zacht, en ik voel haar ademhaling versnellen. Vanaf haar knieën beweeg ik naar beneden langs haar dijen, de spanning op haar gezicht steeds duidelijker zichtbaar. Ik neem mijn tijd, genietend van haar reactie en het gevoel van haar tegen mijn handen.
Kamila trekt mijn aandacht terug naar haar en kust me opnieuw, haar tong glijdend langs de mijne. Ik laat me meeslepen in de intensiteit van haar kus, terwijl mijn handen blijven dwalen over Willemijns benen. Kamila houdt ondertussen mijn stijve vast door de stof van mijn korte broek, haar vingers verkennend maar met een zekere vastberadenheid. Haar bewegingen verraden haar nieuwsgierigheid en groeiende verlangen.
De avond was nog jong, maar de sfeer was nu al onweerstaanbaar. De ban leek eindelijk gebroken. En terwijl de warmte en opwinding verder oplaaiden, wist ik zeker dat we nog maar aan het begin stonden van wat deze nacht zou brengen.
Buiten het zoenen was alles nog nieuw voor Willemijn. Daar twijfelde ik geen moment over. Haar bewegingen waren voorzichtig, haar ademhaling af en toe schokkerig. Haar huid, warm en zacht, tintelde onder onze aanrakingen, maar haar onwennigheid was duidelijk. Dit was anders dan alles wat ik tot nu toe had meegemaakt. Willemijn stond op de rand van overgave, en toch waren er grenzen – onzichtbare lijntjes die ze nog niet volledig durfde te overschrijden. Die grenzen waren er, al leken ze steeds meer te vervagen onder de hitte van dit moment. Kamila voelde dit ook. Haar verlangen straalde van haar af. Voor haar waren er geen grenzen meer. Ze wilde alles, volledig en zonder rem. Maar we wisten allebei dat we dat van Willemijn nog niet konden vragen.
Terwijl ik naar Willemijn keek, kwamen herinneringen aan mijn eerste keer met Elise naar boven. Jaren geleden, toen alles nog onschuldig leek – of dat dacht ik ten minste. Ik wist toen niet wat die nacht zou betekenen, hoe het de deuren zou openen naar een wereld die ik nu zo goed kende. Maar destijds was ik voorzichtig, zoals ik nu ook met Willemijn was. Haar onzekerheid spiegelde mijn eigen terughoudendheid van toen.
Mijn eerste keer met Kamila was heel anders geweest. Ook ik was Kamila's eerste, maar zij had een natuurlijk vertrouwen dat Willemijn nu nog mist. Kamila had zich destijds volledig gegeven, op haar eigen manier – mysterieus, zelfverzekerd en sensueel. Datzelfde vertrouwen straalt ze nu uit, en ik voel hoe ze ons moment moeiteloos stuurt zonder een woord te zeggen. Haar aanwezigheid stelt Willemijn gerust, geeft haar de ruimte die ze nodig heeft om zich langzaam open te stellen.
Seks was nu geen optie. Niet echt. Dit was geen nacht voor de climax, maar voor het verkennen. Voor het aftasten. Voor het leren kennen van elkaar op een intieme, bijna kwetsbare manier. Onze kleding bleef aan, de spanning opgebouwd in de kleine aanrakingen, de subtiele strelingen, en de brandende, verlangende zoenen. Dit was onze eerste keer samen, en niets zou overhaast gebeuren.
Niet veel later lagen we samen tegen de rugleuning van de bank, Willemijn tussen ons in. Kamila en ik omsloten haar met onze armen, beschermend en uitnodigend tegelijk. Haar wangen waren rood, haar ogen glinsterend van verlangen, maar ook van onzekerheid. Ze hing tegen ons aan, haar ademhaling langzaam kalmer wordend terwijl ze zich steeds meer aan ons overgaf.
We zoenden om de beurt met haar. Elke kus was intens, vol gevoel, en raakte dieper naarmate de minuten verstreken. Ik voelde de hitte van haar lippen tegen de mijne, haar zachte kreunen die haar opwinding verrieden. Kamila’s kus was anders: teder, maar met een duidelijke sensualiteit die Willemijn niet kon weerstaan. We tongden haar afwisselend, onze tongen dansend met de hare, elkaar aanvullend zonder woorden. Samen beminden we haar, maar alleen met onze lippen en tongen, nog niet met onze handen of lichamen.
Mijn hand gleed zacht over Willemijns benen, van haar knieën omhoog langs de zijkanten van haar dijen, waar ik haar ademhaling voelde versnellen. Kamila’s hand lag op haar buik, haar vingers lichtjes bewegend over de stof van Willemijns shirt, net genoeg om haar huid te voelen gloeien door de aanraking. Het was een samenspel, een delicaat evenwicht van opwinding en controle.
We gingen niet verder. Nog niet. Kamila en ik hadden een stille afspraak, een instinctieve afstemming die alleen tussen ons bestond. Zodra onze blikken elkaar kruisten, wisten we het zeker. Nog steeds niet. We hadden alle tijd van de wereld. Willemijn moest er volledig klaar voor zijn, en dat moment zou vanzelf komen. Tot die tijd genoten we intens van wat er nu was.
En genieten deden we. Elkaar aanraken, de simpele vreugde van samenzijn, de spanning van verlangens die nog niet volledig werden ingelost. Elke zoen was raak, elke beweging van onze tongen voelde alsof ze perfect op elkaar waren afgestemd. Iedereen kreeg evenveel aandacht; niemand werd vergeten. Het was bijna magisch in zijn eenvoud.
Dit was Willemijn. Niet Sophia, met haar speelse zelfverzekerdheid, of Elise, met haar verleidelijke ervaring. Willemijn was uniek, een puzzelstuk dat zich langzaam maar zeker op zijn plek liet leggen. En ook ik en Kamila waren veranderd. We waren opnieuw begonnen, met elkaar en met Willemijn, rekening houdend met elkaars verlangens, onzekerheden en grenzen. Alles klopte. De tijd, de sfeer, de spanning – het was perfect zoals het was. En dan is het wellicht verstandig om te stoppen op het hoogtepunt. Zonder dat er iemand ook daadwerkelijk een hoogtepunt bereikte.
-
Mijn telefoon ligt naast me op tafel, en mijn vingers vinden automatisch hun weg naar Kamila’s naam in mijn contacten. Ze moet het weten. Ik moet dit uitspreken. Ik tik een kort berichtje, haastig maar oprecht: Sorry, Kamila. Het spijt me echt. Hoe is het met Willemijn? Heeft ze iets laten merken?
Ik verwacht geen snelle reactie, maar mijn scherm licht bijna onmiddellijk op. Kamila belt. Mijn hart versnelt terwijl ik haar naam zie verschijnen, en aarzelend neem ik op. Haar stem klinkt rustig aan de andere kant van de lijn, alsof niets haar kan verontrusten. Tot mijn verbazing zegt ze dat er niet veel aan de hand is. "Willemijn is oké," verzekert ze me, alsof ze mijn zorgen voelt door de telefoon heen. "Ik heb het een beetje uitgelegd," voegt ze eraan toe. Haar stem heeft een lichte glimlach, maar er zit iets anders achter, iets subtiels wat ik niet direct kan plaatsen.
"Wat bedoel je met ‘uitleg gegeven’?" vraag ik aarzelend.
Kamila pauzeert even, en ik hoor haar zacht ademhalen voordat ze antwoordt. "Ik ben eerlijk geweest. Zover dat kon." De betekenis van die woorden blijft hangen in de lucht. Wat had ze precies gezegd? Hoeveel wist Willemijn nu, en belangrijker nog: wat voelde ze?
Dan vraagt Kamila me plots of ik naar het strand wil komen, naar een bepaalde duin die alleen wij twee goed kennen. Het is een plek waar je uit het zicht bent, waar de golven van de zee en het ruisen van het gras een rust creëren die nergens anders te vinden is. Een plek die we samen hebben gedeeld, en die nu ineens meer lijkt te betekenen dan alleen een toevluchtsoord.
"Waarom daar?" vraag ik zacht, maar ik ken het antwoord eigenlijk al.
"Rust," zegt Kamila simpelweg. "Daar worden we niet gestoord. En het lijkt me... handig om alles gelijk maar uit te spreken." Ze klinkt bedachtzaam, bijna strategisch, alsof ze al lang heeft nagedacht over wat er moet gebeuren. "Als jij dat wilt, ten minste."
Haar woorden slaan een gat in mijn overpeinzingen. Moest er dan nog meer gezegd worden? Wat was er nog onuitgesproken dat ik niet al wist? Maar ergens, diep vanbinnen, weet ik dat er inderdaad dingen zijn die we niet hebben uitgesproken – tussen Willemijn en mij, maar ook tussen Kamila en mij.
Mijn nieuwsgierigheid wint het van mijn twijfel. Ergens voel ik dat dit moment, deze ontmoeting, onvermijdelijk is. Misschien was het al langer onderweg, misschien hebben we er onbewust naartoe gewerkt. Dus ik besluit naar het strand te gaan. Ik stuur Kamila een kort berichtje terug: Ik kom eraan.
Terwijl ik mijn spullen bij elkaar pak, voel ik een onbekende spanning in mijn borst. Elke stap naar buiten lijkt zwaarder dan normaal, alsof ik me fysiek bewust ben van de gevolgen van mijn keuzes. De weg naar de duin voelt langer dan ik me herinner. Mijn gedachten vliegen heen en weer, als een storm in mijn hoofd. Wat gaat er gebeuren? Wat verwacht Kamila van me? En misschien nog belangrijker: wat verwacht Willemijn?
De lucht is fris en gevuld met het zoute aroma van de zee, maar het voelt alsof ik nauwelijks adem kan halen. Ik zie de contouren van de duin in de verte, een plek die ooit een veilige haven was, maar die nu aanvoelt als het toneel van een onzekere confrontatie. En dan zie ik ze. Kamila en Willemijn staan naast elkaar, hun silhouetten afgetekend tegen de blauwe lucht. Kamila staat ontspannen, met haar armen losjes over elkaar geslagen, terwijl Willemijn iets verder naar achteren lijkt te staan, haar houding afwachtend.
Het moment voelt geladen, alsof het strand zelf de spanning tussen ons drieën kan voelen. Met elke stap die ik dichterbij kom, groeit mijn bewustzijn van de nieuwe realiteit die voor me ligt. Wat er ook gezegd gaat worden, wat er ook besloten gaat worden, het zal ons onherroepelijk veranderen.
En ergens weet ik: dit is een grens. Of ik stap eroverheen, of ik blijf aan de veilige kant staan. Maar niets zal ooit meer hetzelfde zijn.
Ze zien me niet wanneer ik dichterbij kom. Ik blijf even staan, net buiten hun zicht, en observeer hen vanaf een afstand. Ze staan op de rand van de duin, hun silhouetten scherp omlijnd door het warme licht van de ondergaande zon. Kamila buigt zich iets naar Willemijn toe en zegt iets tegen haar, haar toon ongetwijfeld zacht en geruststellend. Willemijn knikt langzaam, haar blik gericht op de horizon, alsof ze daar iets zoekt wat haar antwoorden kan geven. En dan dalen ze samen af, de grote, natuurlijke kuil in die door het duingras wordt omheind. De lucht boven hen is strakblauw, maar begint al oranje te kleuren nu de middag langzaam plaatsmaakt voor de avond. Het is een schilderachtig tafereel, maar ik heb geen tijd om er lang bij stil te staan.
Mijn aarzeling verdwijnt. Ik weet dat ik nu niet meer terug kan. Met snelle passen volg ik hun spoor naar beneden en voeg me bij hen.
Kamila verwelkomt me met haar gebruikelijke warmte. Haar glimlach is breed en oprecht, en ze pakt mijn arm even vast, alsof ze wil laten weten dat ik hier hoor. "Fijn dat je er bent," zegt ze. Haar stem klinkt licht en uitnodigend, alsof de spanning die tussen ons hing in één adem is weggevaagd. Willemijn daarentegen kijkt weg. Ze lijkt haar blik op iets anders te richten – op de golven in de verte misschien, of op het zand onder haar voeten. Haar houding is gesloten, maar ik merk al snel dat haar schuchterheid niet vijandig is. Het is alsof ze nog niet zeker weet hoe ze zich moet voelen over mijn aanwezigheid.
Voor hen ligt een kleedje dat uitnodigend is uitgespreid over het zachte zand. Ernaast staat een rugzak, half open, met twee stokbroden die er als een stille uitnodiging uitsteken. Uit een klein koeltasje piekt de hals van een fles rosé, koel en bedauwd. Dronk Willemijn dan? Zo had Kamila nu al meer invloed op haar, dan ik wist. Het is duidelijk dat Kamila en Willemijn dit plan al eerder hadden gemaakt, een rustig middagje samen op het strand. Zonder mij. Maar wat was het plan nu ik er was? De gedachte schiet door mijn hoofd terwijl ik mijn tas neerzet.
"Je kunt gewoon meedoen," zegt Kamila nonchalant, alsof ze mijn gedachten kan lezen. Haar toon is luchtig, maar haar ogen verraden dat ze de situatie zorgvuldig in de gaten houdt. Ze glimlacht even naar me, alsof ze wil benadrukken dat alles oké is.
Uit de rugzak haalt Kamila steeds meer spullen tevoorschijn: kleine bakjes met smeersels, een zak chips die ritselt in de stilte, en zelfs wat plastic bekers voor de wijn. Ze heeft aan alles gedacht, zoals altijd. We zeggen niet veel. Er lijkt een wederzijds begrip te hangen dat woorden overbodig maakt. We zitten daar samen, terwijl het geluid van de golven op de achtergrond ons gezelschap houdt, alsof de zee ons fluisterend vertelt dat alles in orde is.
We eten wat van het stokbrood en de smeersels, breken stukjes af en geven het aan elkaar door. We praten, maar alleen over onbelangrijke dingen – het weer, de schoonheid van het uitzicht, herinneringen aan eerdere zomerdagen. Het zijn woorden zonder gewicht, bedoeld om de stilte te vullen zonder die te verstoren. En terwijl de zon langzaam wegzakt achter de horizon en de eerste sterren voorzichtig aan de hemel verschijnen, drinken we van de rosé.
Kamila ziet er prachtig uit, zoals altijd. Haar zelfverzekerdheid straalt van haar af, net als haar ontspannen houding. Haar korte zomerkleding past perfect bij de sfeer – luchtig, speels, en verleidelijk zonder dat het te veel lijkt te zijn. Ze weet hoe ze zichzelf moet presenteren, hoe ze een balans vindt tussen vrouwelijkheid en controle. En ze doet het moeiteloos.
Willemijn verandert langzaam. Haar aanvankelijke afstandelijkheid lijkt met elke minuut te vervagen. Ik zie hoe haar houding zachter wordt, haar schouders minder gespannen. Ze begint meer te praten, te lachen zelfs, al is het nog een beetje voorzichtig. Haar refo-kleding is nog steeds een duidelijk kenmerk van haar achtergrond, maar ik merk op dat het minder stijf oogt dan een jaar geleden. Het lijkt alsof ze een meer casual, toegankelijke versie van zichzelf is geworden – een subtiele verandering, maar een die veel vertelt over hoe ze zich heeft ontwikkeld. Zoals Eke dat afgelopen winter ook had gekregen.
En terwijl we daar samen zitten, onder de steeds donkerder wordende hemel, voel ik hoe de spanning die me hierheen dreef langzaam oplost. We zijn samen. Het is goed zo. Althans, voor nu.
En dat was precies de bedoeling. Alsof het gesprek dat ik met Willemijn had gehad, helemaal niet had plaatsgevonden. De woorden die we eerder hadden gewisseld, leken opgelost in de lucht, ongrijpbaar en onbelangrijk. Ik weet dat Kamila alles al tegen Willemijn heeft gezegd. Dat ze erbij stond, meeluisterde, en zonder woorden precies begreep wat er aan de hand was. Kamila en ik hadden aan een blik genoeg om de stand van zaken te begrijpen, en die blik had ze me al lang gegeven. Het maakte niet uit. Niet wat Willemijn voelde. Niet wat ze wilde. Zelfs niet dat ze me bijna had gekust. Het deed er allemaal niet toe. Wat wel belangrijk was, was dat we hier samen waren, in dit moment. En dat probeerden Kamila en ik haar hier duidelijk te maken, zonder dat er nog meer woorden nodig waren.
De zon zakt verder achter de horizon en het warme licht maakt plaats voor een zachte schemering. Het duingras begint in de schaduwen te verdwijnen, terwijl de lucht boven ons diep paars en oranje kleurt. Het is een serene stilte die ons omringt, slechts onderbroken door het ruisen van de golven en het zachte kabbelen van de wind. Het is alsof de natuur zelf ons uitnodigt om de rust in onszelf te vinden – maar dat maakt de spanning tussen ons des te voelbaarder.
Kamila doorbreekt de stilte, zoals alleen zij dat kan. Haar stem klinkt luchtig, bijna onbezorgd, maar met een duidelijke ondertoon van intentie. "Wil je nog met ons mee terug?" vraagt ze aan Willemijn, haar blik een mengeling van zachtheid en vastberadenheid. En dan, met een glimlach die niets verraadt behalve haar eigen controle over de situatie: "Doen we daar nog een sapje," voegt ze eraan toe, met de nonchalance van iemand die gewend is de leiding te nemen. Ze gebruikt zelfs dat typische toeristentaaltje, een knipoog naar de eilanders en hun gewoonten, alsof ze hiermee de spanning wil verlichten.
Kamila kijkt me aan. Het is geen vluchtige blik; het is een veelzeggende, geladen uitwisseling tussen ons tweeën. Ik weet genoeg. Zonder woorden begrijp ik wat ze bedoelt, wat ze wil, en wat er vanavond moet gebeuren. Ik knik kort terug, een bevestiging dat ik er klaar voor ben. En dat is voldoende voor Kamila. Haar ogen twinkelen even, tevreden. Alles verloopt precies zoals ze had gewild. De hele avond tot nu toe heeft als een zorgvuldig geplande dans aangevoeld. Het is tijd om de volgende stap te zetten, tijd om uit te zoeken wat Willemijn werkelijk van ons wil – en wat wij van haar verwachten.
Terwijl we teruglopen naar huis, merk ik dat Willemijn steeds meer gespannen raakt. Het is subtiel, maar zichtbaar. Haar passen worden korter, haar schouders iets hoger opgetrokken. Het lijkt alsof haar gedachten haar vooruit rennen, alsof ze de gebeurtenissen probeert te voorspellen en onder controle te houden – wat natuurlijk onmogelijk is. Halverwege de wandeling doet Kamila iets onverwachts maar typisch voor haar: ze pakt onze handen. Eén van haar zachte, warme handen sluit zich om de mijne, en de andere om die van Willemijn. Zo lopen we verder, met z’n drieën, verbonden en toch individueel.
Het gebaar voelt bijna casual, maar tegelijkertijd geladen met betekenis. Het zou alles kunnen betekenen, of juist helemaal niets. Dat was het mooie aan Kamila: ze had een manier om acties en woorden in het midden te laten hangen, net vaag genoeg om je eigen interpretatie te voeden, maar net duidelijk genoeg om richting te geven. Willemijn zegt niets, maar ik zie hoe ze even naar onze handen kijkt, haar ademhaling iets versneld. Ze lijkt gevangen tussen verwarring en nieuwsgierigheid, tussen verlangen en onzekerheid.
Maar ik weet dat wij op dit moment iets van haar verwachten. Geen spelletjes meer. Niet meer wachten. Kamila en ik hadden onze kaarten al lang op tafel gelegd, en het was nu aan Willemijn om de hare te tonen. Ik glimlach even, bijna onmerkbaar, terwijl ik aan mijn eigen gedachten denk. De kat uit de boom kijken is prima, maar eenmaal uit die boom moet je niet blijven staan staren totdat die weer omhoog klimt. Soms moet je springen, moet je durven – en dat is wat Willemijn nu te doen staat. Op haar eigen manier.
De sfeer wordt zwaarder naarmate we dichter bij huis komen. Het geluid van de golven vervaagt, vervangen door het zachte kraken van het grind onder onze voeten als we naar de voordeur lopen. Het licht van de schemering verdwijnt, en het eerste gloren van de nacht neemt het over. Voor ons ligt een nieuwe realiteit, eentje die al even op ons wachtte. Het is nu of nooit.
Binnen in het huis hangt een merkbare spanning, alsof de lucht zelf zwaarder is geworden. Ondanks de warme sfeer die we eerder op het strand deelden, voelt het nu toch even onwennig. Willemijn ploft neer op de bank, haar houding is ontspannen, maar haar ogen verraden iets anders. Ze ontwijkt mijn blik, of misschien ook die van Kamila. Haar handen friemelen aan de zoom van haar refo-rokje, alsof ze iets zoekt om zich aan vast te houden. Kamila heeft al snel een flesje wijn op tafel gezet en schenkt drie glazen in, haar bewegingen vloeiend en vanzelfsprekend. Ze is zoals altijd de rust zelve, maar ik ken haar goed genoeg om te zien dat ook zij zich op iets voorbereid.
De eerste paar minuten kabbelen voorbij in een ongemakkelijke gezelligheid. We praten over koetjes en kalfjes – hoe mooi de lucht was, hoe druk het deze week in de slijterij was – maar niemand raakt echt ontspannen. Ik voel mezelf steeds weer opveren, alsof ik elk moment iets moet doen om de sfeer te veranderen. Een excuus om op te staan biedt zich aan als ik zie dat de glazen bijna leeg zijn. "Ik haal nog wat," zeg ik, wijzend naar de keuken, en zonder echt te wachten op een antwoord loop ik weg. Willemijn drinkt alsof ze dat al jaren doet. Wellicht wist ik minder over haar dan ik dacht. Of was ook dit spanning? Heel veel losser werd ze er nog niet van.
In de keuken leun ik even tegen het aanrecht, adem diep in en probeer de spanning in mijn eigen lijf los te laten. Ik weet wat Kamila van plan is – of althans, ik denk het te weten. Ze is degene die altijd het initiatief neemt, die situaties zoals deze in goede banen weet te leiden. Toch voelt het alsof er een blokkade is. Misschien wacht ze op Willemijn, of misschien ook op mij. De seconden tikken weg. Met een nieuwe fles wijn in mijn hand loop ik terug de woonkamer in, mijn passen stevig maar niet gehaast.
Wanneer ik de kamer binnenstap, zie ik de twee vrouwen zitten. Kamila heeft haar benen onder zich gevouwen op de bank en kijkt me aan met een lichte glimlach, alsof ze weet dat ik net even mijn hoofd moest leegmaken. Willemijn zit nog steeds rechtop, haar blik ergens tussen Kamila en de tafel in gefixeerd. Het voelt alsof niemand precies weet hoe de eerste stap te zetten, en toch is iedereen hier met dezelfde verwachting.
Ik besluit voor hen te gaan staan, mijn blik op Willemijn gericht. Er is iets dat gezegd moet worden, dat voel ik in elke vezel van mijn lichaam. Maar net wanneer ik mijn mond wil opendoen, voel ik dat Kamila zich naar voren beweegt. Haar hand rust even op mijn arm, een subtiel gebaar dat me doet zwijgen. "Laat mij maar," zegt haar blik, zonder dat ze een woord hoeft uit te spreken.
En dus zwijg ik, hoewel ik wilde zeggen dat als Willemijn iets wilde proberen, dat dit dan het moment was. Maar Kamila neemt de leiding, zoals ik ergens al wist dat ze zou doen. Haar stem klinkt zacht, maar haar woorden snijden door de spanning heen als een scherp mes door boter. "Weet je," begint ze, terwijl ze haar blik stevig op Willemijn houdt, "misschien had je liever van dichterbij toegekeken... in plaats van vanaf buiten."
De spanning explodeert bijna voelbaar in de kamer. Het is alsof de temperatuur plotseling stijgt en tegelijkertijd alle lucht uit de ruimte wordt gezogen. Mijn adem stokt en ik zie hoe Willemijn's ogen wijd opensperren. Ze weet precies waar Kamila het over heeft. Geen uitleg nodig. Geen omwegen. Kamila doelt op eerder vanmiddag – het gesprek waarin ik aan Willemijn bekende wat ik voelde, wat er gebeurde, en hoe dicht ze toen al bij ons stond, letterlijk en figuurlijk. Dat ik haar gezien had, toen ze met Eke en Sanne stond te gluren. Dat ik het wist. En dat ik wilde weten wat dit nou echt met Willemijn deed. Kamila had dat gehoord. En ze was het niet vergeten. Zo dacht ze het ijs te breken.
Ik voel Willemijn’s blik kort naar mij glijden, maar haar ogen gaan snel weer naar Kamila, alsof ze wil bevestigen of dit wel echt gebeurt. En dan, vanuit mijn ooghoek, zie ik het: Kamila kijkt nu direct naar mij, haar glimlach uitdagend, alsof ze weet dat haar woorden niet alleen Willemijn raken, maar ook mij. Mijn hart bonkt in mijn borst, en ik voel hoe de opwinding die al die tijd op de achtergrond sudderde nu in volle hevigheid naar boven komt. Het maakt zich fysiek kenbaar in mijn broek. Mijn korte broek, die weinig ruimte laat voor discretie. Want stelde Kamila hiervoor om op de knieën te gaan voor mij, zodat Willemijn van dichterbij kon toekijken? Waarom eigenlijk? Dat maakt mijn lul niks uit. Die werd al hard van de suggestie.
Het duurt maar een paar seconden voordat hun blikken afdalen, eerst naar mijn gezicht, dan naar mijn borstkas, en uiteindelijk naar mijn kruis. Er hangt een geladen stilte in de lucht. Kamila’s ogen flitsen even naar Willemijn, alsof ze haar reactie probeert te peilen, terwijl Willemijn haar lippen een beetje bevochtigt, zonder dat ze zich daar misschien zelf bewust van is.
Ik sta daar, midden in de kamer, en het voelt alsof mijn ademhaling zwaarder wordt met elke seconde die voorbijgaat. De spanning is bijna tastbaar. Niemand zegt iets. Niemand beweegt. En toch hangt er een belofte in de lucht, een onuitgesproken afspraak die op het punt staat te worden vervuld.
En toch, ergens diep vanbinnen, knaagt een onzekerheid aan me. Hadden ik en Kamila elkaar hier helemaal goed begrepen? Was dit wat zij wilde? Wat wij wilden? Of waren we allemaal nog steeds aan het aftasten, aan het zoeken naar dat ene moment dat de knoop doorhakte? Wat de waarheid ook was, het hoge woord was eruit. Kamila had het gezegd. Ze had de bal bij Willemijn gelegd. En nu was het aan haar om niet alleen haar wensen, maar ook haar grenzen aan te geven.
Ik voel de warmte van de wijn in mijn bloed en de ogen van de vrouwen op mij gericht. Er is geen weg terug. Dit is het moment waarop de realiteit zich moet ontvouwen – en ik kan alleen maar afwachten wat Willemijn gaat doen.
De spanning hangt nog altijd in de kamer, als een onzichtbaar koord dat ons allemaal stevig omklemt. Het voelt alsof de situatie op een kruispunt staat, en wat er nu gebeurt, bepaalt welke kant het opgaat. Ik voel mijn eigen opwinding nog steeds aanwezig, nadrukkelijk zelfs, maar ik besluit het voortouw te nemen om de sfeer een beetje luchtiger te maken. Het is alsof een stem in mijn hoofd me aanspoort om de spanning te de-escaleren, om controle te houden.
Ik schuif naar achteren en laat me in een stoel zakken die achter me staat. In een instinctieve beweging gooi ik mijn enkel nonchalant over mijn andere knie en leun iets naar achteren. Deze houding, bedachtzaam en ongedwongen, helpt niet alleen mijn eigen opwinding te verbergen, maar lijkt ook de aandacht van mezelf af te leiden. Ik glimlach naar beide vrouwen en probeer een luchtige toon aan te slaan.
"Ik zat stiekem te denken," begin ik met een knipoog, "misschien kan Willemijn haar eerste zoen hier wel beleven." Mijn woorden blijven even in de lucht hangen, terwijl ik de reacties probeer te peilen. "Al zal ik niet tegenwerken..." voeg ik er met een speelse glimlach aan toe, mijn woorden dubbelzinnig genoeg om de opties open te laten. Mijn lach breekt de spanning een beetje, en gelukkig lachen beide meiden mee. Kamila’s glimlach is zoals altijd warm, en zelfs Willemijn, die zojuist nog ongemakkelijk leek, ontspant merkbaar.
Maar dan zie ik iets veranderen. De twee kijken elkaar kort aan, een blik vol geheimzinnigheid die me niet ontgaat. Hun gelach verandert in iets anders, iets zachters, iets intiemers. Kamila trekt haar wenkbrauwen lichtjes op, een ondeugende twinkeling in haar ogen, en vraagt me met een uitdagende toon: "Denk je echt dat het haar eerste zoen zou worden dan?"
Haar woorden raken me als een zachte mokerslag. Mijn ogen gaan van Kamila naar Willemijn, die meteen rood aanloopt. Ze ontwijkt mijn blik en kijkt naar haar handen, die nerveus op haar schoot rusten. Ik voel mijn mondhoeken omhoog krullen in een verbaasde lach terwijl ik naar hen kijk. "Heb jij die al gestolen dan?" vraag ik, mijn toon luchtig maar met een oprechte nieuwsgierigheid.
Het idee dat Kamila en Willemijn ooit eerder hadden gezoend, verbaasde me nauwelijks. Kamila is open, sensueel, en altijd nieuwsgierig – eigenschappen die ik in haar bewonder. Als het al gebeurd was, dan had ik het vast niet erg gevonden, misschien zelfs een beetje spannend. En toch voel ik een lichte steek van verwarring omdat Kamila me hier nooit iets over verteld heeft. Maar het is geen verraden gevoel; eerder een gevoel van opluchting. Als dit waar is, dan zijn ze al een stap verder, en dat maakt alles makkelijker. Toch?
Kamila schudt haar hoofd en lacht zachtjes. "Nee, dat ook weer niet," zegt ze, haar stem bijna speels. Ze werpt een blik op Willemijn, die nog steeds niets zegt. "Zeg je het zelf?" vraagt ze aan haar, haar stem zachter nu, vriendelijker. Willemijn lijkt weer naar het moment te worden teruggetrokken. Haar ogen flitsen even naar Kamila en dan naar mij. Ze haalt diep adem, alsof ze moed verzamelt.
"Sanne was m’n eerste," zegt ze uiteindelijk, haar stem klein maar duidelijk genoeg om de stilte te doorbreken.
Ik knipper verbaasd. "Sanne?!" herhaal ik, mijn stem een mengeling van ongeloof en nieuwsgierigheid. Ik voel hoe mijn gedachten onmiddellijk in een stroomversnelling raken. Alles aan Sanne’s gedrag begint nu op zijn plek te vallen. Het was haar houding, haar afstandelijkheid, haar vreemde blikken naar Willemijn. Het voelde alsof er iets niet klopte, maar ik had het nooit kunnen plaatsen. Nu wel.
Willemijn knikt langzaam, alsof ze het eerst voor zichzelf moet bevestigen voordat ze het aan ons kan vertellen. "Ik zoende haar. En zij zoende mij terug," zegt ze, haar woorden komen aarzelend maar eerlijk. Ik zie hoe ze worstelt om haar emoties onder controle te houden terwijl ze verder spreekt. "En toen... toen was het opeens fout." Haar stem breekt bijna, en ze kijkt naar beneden, haar schouders licht gebogen. "Het was mijn fout," fluistert ze met dat ze Sanne's woorden uitspreekt, haar woorden doordrenkt van schuld en verdriet.
Ik voel hoe mijn eigen ademhaling zwaarder wordt, alsof ik de pijn in haar stem ook een beetje voel. Het is bijna vals van Sanne, besef ik. Wat haar redenen ook waren, het heeft Willemijn duidelijk diep geraakt. Misschien begrijp ik niet alles, maar ik begrijp genoeg om te weten dat dit haar blijft achtervolgen.
Ik slik even, voel de woorden die ik wil zeggen in mijn keel vastzitten, en dan sta ik langzaam op. Zonder te veel nadenken loop ik naar Willemijn toe, mijn voeten bijna geruisloos op het houten vloeroppervlak. Ze kijkt op wanneer ik dichterbij kom, haar ogen glinsteren alsof ze elk moment in tranen kan uitbarsten. Ik zak op één knie voor haar neer en pak voorzichtig haar hand vast. Ze voelt klein en kwetsbaar, haar vingers koud tegen de warmte van mijn handpalm.
Ze houdt het niet meer en begint bijna te snikken, haar schouders schokkend terwijl ze probeert haar tranen tegen te houden. Ik trek haar zachtjes naar me toe, mijn armen om haar heen terwijl ze haar hoofd tegen mijn schouder laat rusten. Haar lichaam voelt gespannen, maar langzaam ontspant ze in mijn omhelzing.
"Nee," fluister ik, mijn stem zacht maar doordringend, "dit is niet wat we gepland hadden." Ik werp een korte blik naar Kamila, die vanaf de bank naar ons kijkt, haar blik gevuld met begrip. "Over het concreet maken van plannen moeten Kamila en ik het nog maar eens hebben," mompel ik half tegen mezelf, een half grapje om de situatie te verlichten. Maar mijn focus blijft op Willemijn.
Ik houd haar stevig vast, voel hoe haar ademhaling langzaamaan rustiger wordt. "Wij weten ook niet precies wat we doen," zeg ik tegen haar, en tot mijn opluchting hoor ik een klein lachje ontsnappen, alsof mijn opmerking iets van haar spanning wegneemt. "Maar we willen wel het beste voor jou," vervolg ik, terwijl ik haar blik zoek, "wat dat ook mag zijn."
Mijn woorden lijken haar te raken. Ze knikt bijna onmerkbaar, haar ogen nog steeds glinsterend, maar met een zachtere blik dan daarvoor. Hier, in dit moment, voelt het alsof ze voor het eerst echt vrij is. Vrij om te zijn wie ze is, zonder oordeel. En dat, besef ik, is alles wat we haar ooit hadden willen geven.
Ik werp een korte blik naar Kamila, die me een geruststellende glimlach schenkt en zacht haar hand op mijn schouder legt. De warmte van haar aanraking voelt als een bemoedigend duwtje in de rug, een stille bevestiging dat we op één lijn zitten, zelfs zonder woorden. Het moment voelt geladen, maar niet met onzekerheid. Het is vertrouwen, verbondenheid, een gedeeld verlangen om Willemijn precies te geven wat ze nodig heeft.
Ik draai me terug naar Willemijn, die met haar handen in haar schoot zit. Haar ademhaling is wat onregelmatig, en haar ogen zoeken de mijne, alsof ze wanhopig houvast zoekt in wat dit moment betekent. Ik leun langzaam naar voren, haar niet uit het oog verliezend. Ze lijkt zich even te verstijven, alsof ze niet zeker weet wat er gaat gebeuren, maar haar blik blijft standvastig. Ik breng mijn hand zachtjes naar haar wang en voel de warmte ervan onder mijn vingertoppen. Mijn lippen raken de hare, voorzichtig en vol zorg, en ik sluit mijn ogen.
De eerste seconde is er enkel contact. Haar adem stokt even, maar ze deinst niet terug. Dan voel ik haar lippen langzaam bewegen, onwennig maar gewillig, en uiteindelijk ontspant ze volledig. Het is een lange, liefdevolle kus, niet gehaast of opdringerig, maar teder en met een belofte die verder reikt dan woorden. Het lijkt alsof we alle opgekropte emoties, onzekerheden en verlangens van de afgelopen weken in deze ene kus leggen. Ze vertelt me zonder woorden dat ze mij vertrouwt, dat ze ons vertrouwt.
Als ik mijn lippen langzaam van de hare haal, blijven we dichtbij elkaar. Ik begin me te beseffen dat dit vanmiddag al had kunnen gebeuren. Maar nu voelt het nog beter. Onze ogen ontmoeten elkaar, haar blik gevuld met een mix van opluchting en ontroering. Haar mondhoeken krullen omhoog in een kwetsbare, maar oprechte glimlach. Het lijkt alsof een last van haar schouders is gevallen. Ik voel het ook; een onzichtbare spanning die plotseling verdwijnt.
"Was ik nu nummer twee of nummer drie?" vraag ik met een speelse glimlach, mijn stem luchtig om de sfeer te behouden. Willemijn opent haar mond om iets te zeggen, maar Kamila is me voor. "Wat denk je zelf?" antwoordt ze plagerig terwijl ze zich tegen Willemijn aan nestelt. Haar hand glijdt subtiel over Willemijns arm, en ze kijkt me uitdagend aan voordat ze snel naar voren buigt om me een korte, maar intense kus te geven. Haar lippen spelen happend met de mijne, een speels contrast met de tederheid van mijn kus met Willemijn.
Dan draait Kamila zich volledig naar Willemijn toe, en voordat ik het goed en wel besef, brengen hun lippen elkaar voor het eerst openlijk en zonder terughoudendheid samen. Ik blijf zitten, compleet betoverd door het beeld voor me. Kamila kust haar met een vurigheid die ik herken maar nu in een heel ander licht zie. Willemijn beantwoordt de kus, eerst voorzichtig, maar al snel met meer passie. Het is geen haastig of oppervlakkig moment; het is geladen met pure overgave.
Ik voel hoe mijn ademhaling versnelt, mijn lichaam reageert instinctief op het tafereel dat zich voor mijn ogen ontvouwt. Terwijl hun tongen elkaar verkennen, schuift Kamila haar hand naar Willemijns nek, waarbij ze de ruimte tussen hen kleiner maakt. De zachtheid van hun aanraking contrasteert met de vurigheid van hun kus. Willemijn lijkt even alles om zich heen te vergeten, de strakke morele ketenen die haar al zo lang vasthouden eindelijk een moment van speling gevend.
Kamila breekt de kus en kijkt me intens aan. "Ik wilde al verder," fluistert ze, haar stem laag en zwoel, terwijl Willemijn zacht haar hals kust. "Maar niet zonder jou," zegt ze terwijl haar ogen kort naar mij oplichten. Willemijn stopt, haar gezicht licht rood gekleurd, en richt haar blik naar me. Ze zegt niets, maar haar ogen spreken boekdelen. Er zit een verlangen in, een nieuwe zekerheid die ze misschien nog niet eens helemaal begrijpt, maar die ze niet langer probeert te onderdrukken.
De spanning in de kamer is veranderd. Het voelt niet langer zwaar of ongemakkelijk; het is geladen met positieve energie, een wederzijdse instemming om verder te gaan, zonder dat alles volledig is uitgesproken of uitgepraat. Het hoeft ook niet. Het punt is juist dat het mag ontstaan, zoals het voelt.
Ik weet dat Willemijn worstelt met haar identiteit, met de grenzen die ze zichzelf oplegt door haar geloof en opvoeding. Maar hier, nu, is ze vrij. Ze hoeft geen antwoorden te hebben op vragen die te groot zijn voor haar leeftijd. Hier kan ze gewoon zijn. Kamila en ik helpen haar om die last langzaam van zich af te werpen.
Ik zoen Willemijn opnieuw, zachter deze keer, alsof ik haar wil laten wennen. Kamila komt achter me zitten en haar lippen vinden mijn hals. Ze laat haar tong lichtjes over mijn huid glijden, waarna ze zacht aan mijn oorlel likt. Mijn adem stokt even terwijl ik de combinatie van warmte en verlangen voel opbouwen. Ik breek de kus met Willemijn en draai mijn gezicht naar Kamila, die me vol verlangen aankijkt. We beginnen te tongen, haar hand glijdend over de strakgespannen stof van mijn korte broek, die duidelijk maakt hoeveel dit moment met me doet.
Willemijn kijkt toe, haar ogen groot en vol fascinatie, voordat Kamila zich weer naar haar draait. Hun lippen vinden elkaar opnieuw, en dit keer is Willemijn degene die meer initiatief toont. Ze trekt Kamila dichter naar zich toe en lijkt de leiding te nemen in de kus. Ongemak? Alsof het er nooit geweest is.
De leiding ligt volledig bij ons. Dat was vanaf het begin duidelijk en blijft dat ook, zonder ruimte voor misverstanden. Kamila en ik geven Willemijn voorzichtig de kans om initiatief te nemen, haar eigen weg te vinden in dit moment, maar zodra Kamila haar werkelijk de ruimte geeft om iets te verzinnen, verstijft ze zichtbaar. Haar onervarenheid en aarzeling zijn voelbaar, maar dat maakt haar des te ontwapenender. Ze hoeft niets te doen wat ze niet wil. Dat weten we allebei. We nemen haar dan ook zachtjes bij de hand en trekken haar dichter naar ons toe, totdat we samen op de grond belanden.
Ik kijk even naar de plek, een meter verderop, waar ik ooit met Kamila en Elise een nacht van pure, rauwe passie heb gedeeld. De herinneringen eraan flitsen door mijn hoofd, en een lichte glimlach speelt om mijn lippen. Maar dit moment voelt anders. De liefde en de passie zijn er nog steeds, onmiskenbaar, maar vanavond heeft een andere lading. Minder vanzelfsprekend, misschien wel intenser juist omdat het zo fragiel is.
De houtkachel blijft uit; het is al warm genoeg. Niet door de temperatuur in de kamer, maar door de spanning die als een golf door ons heen spoelt. Ik trek Willemijn voorzichtig op mijn schoot. Ze stribbelt niet tegen, hoewel ik de lichte onzekerheid in haar houding voel. Ik zit op mijn knieën, en zij zit bovenop me, hoog genoeg om ons beide even het gevoel te geven dat ze de controle heeft. Even kijkt ze op ons neer, haar blik onwennig maar nieuwsgierig. Haar rok valt soepel om haar heen, lichtjes opwaaiend door haar bewegingen. Wanneer ik een hand op haar rug leg, trek ik haar zachtjes tegen me aan, en ik voel haar smalle middel stevig tegen mijn lid gevoel drukken. Het contrast tussen de dunne stof van haar slipje en mijn korte broek zorgt voor een tintelende spanning die door mijn hele lichaam schiet.
Ze schrikt even van de intimiteit van ons contact, haar adem stokt kort, maar ze laat zich niet afschrikken. Haar ademhaling versnelt en haar blik verzacht. Kamila zit naast ons, en terwijl ze mijn gezicht zachtjes naar zich toe draait, raakt ze mijn lippen met de hare. De kus is warm en zwoel, en binnen enkele seconden voel ik haar tong teder tegen de mijne spelen. Haar opwinding groeit; ik proef het in haar ademhaling, die steeds zwaarder wordt. Ik raak haar gezicht aan, voel hoe haar huid heet aanvoelt onder mijn vingertoppen. Terwijl onze tongen elkaar vinden, laat Kamila haar hand voorzichtig over mijn schouder en rug glijden.
Rondom ons wordt er dieper geademd, licht gehijgd. De lucht tussen ons is geladen met verlangen. Onze handen raken elkaar, glijden over elkaars lichamen, maar vermijden nog de meest gevoelige plekken, alsof we de spanning willen opbouwen tot een onvermijdelijk hoogtepunt. Ondertussen voel ik Willemijn voorzichtig bewegen op mijn schoot. Haar onschuldige, bijna onbewuste bewegingen zorgen voor een aangename frictie, en de hitte tussen ons neemt toe. Haar subtiele acties verraden haar groeiende vertrouwen, en hoewel ik weet dat ze nog niet klaar is om volledig toe te geven, is haar overgave aan dit moment al een overwinning op zichzelf.
Willemijn kust me ineens fanatiek terug, haar lippen vol passie tegen de mijne drukkend. Het is een verrassende uiting van overgave, een bewijs dat ze haar onzekerheid achter zich begint te laten. Kamila kijkt toe en glimlacht goedkeurend, waarna ze zich naar Willemijn toe buigt en haar eveneens begint te zoenen. Willemijn beantwoordt Kamila’s kus met een nieuwe intensiteit, een passie die zelfs haar eigen onzekerheden overstijgt. Ik voel de opwinding in me groeien terwijl ik toekijk hoe de twee vrouwen elkaar ontdekken.
Het moment voelt natuurlijk, alsof we precies zijn waar we moeten zijn. Kamila’s ogen zoeken de mijne, haar blik vol steun en aanmoediging. Alles mag, niets moet. Die boodschap voel ik in haar aanrakingen, in de manier waarop ze dit moment laat ontstaan zonder druk. En dan neem ik het initiatief. Mijn handen grijpen Willemijn stevig bij haar heupen, en met een vloeiende beweging til ik haar op en zet haar terug op de bank. Haar benen vallen automatisch een stukje uit elkaar, haar voeten rustend op de rand van de bank. Haar knieën zijn hoog opgetrokken, en haar rok glijdt naar beneden, waardoor het witte slipje zichtbaar wordt. Het is eenvoudig, onschuldig bijna, maar de donkere, vochtige plek verraadt haar verlangen.
Mijn handen glijden langzaam over haar smalle, blote onderbenen. De huid onder mijn vingers is warm en zacht, en ik voel haar ademhaling versnellen. Vanaf haar knieën beweeg ik naar beneden langs haar dijen, de spanning op haar gezicht steeds duidelijker zichtbaar. Ik neem mijn tijd, genietend van haar reactie en het gevoel van haar tegen mijn handen.
Kamila trekt mijn aandacht terug naar haar en kust me opnieuw, haar tong glijdend langs de mijne. Ik laat me meeslepen in de intensiteit van haar kus, terwijl mijn handen blijven dwalen over Willemijns benen. Kamila houdt ondertussen mijn stijve vast door de stof van mijn korte broek, haar vingers verkennend maar met een zekere vastberadenheid. Haar bewegingen verraden haar nieuwsgierigheid en groeiende verlangen.
De avond was nog jong, maar de sfeer was nu al onweerstaanbaar. De ban leek eindelijk gebroken. En terwijl de warmte en opwinding verder oplaaiden, wist ik zeker dat we nog maar aan het begin stonden van wat deze nacht zou brengen.
Buiten het zoenen was alles nog nieuw voor Willemijn. Daar twijfelde ik geen moment over. Haar bewegingen waren voorzichtig, haar ademhaling af en toe schokkerig. Haar huid, warm en zacht, tintelde onder onze aanrakingen, maar haar onwennigheid was duidelijk. Dit was anders dan alles wat ik tot nu toe had meegemaakt. Willemijn stond op de rand van overgave, en toch waren er grenzen – onzichtbare lijntjes die ze nog niet volledig durfde te overschrijden. Die grenzen waren er, al leken ze steeds meer te vervagen onder de hitte van dit moment. Kamila voelde dit ook. Haar verlangen straalde van haar af. Voor haar waren er geen grenzen meer. Ze wilde alles, volledig en zonder rem. Maar we wisten allebei dat we dat van Willemijn nog niet konden vragen.
Terwijl ik naar Willemijn keek, kwamen herinneringen aan mijn eerste keer met Elise naar boven. Jaren geleden, toen alles nog onschuldig leek – of dat dacht ik ten minste. Ik wist toen niet wat die nacht zou betekenen, hoe het de deuren zou openen naar een wereld die ik nu zo goed kende. Maar destijds was ik voorzichtig, zoals ik nu ook met Willemijn was. Haar onzekerheid spiegelde mijn eigen terughoudendheid van toen.
Mijn eerste keer met Kamila was heel anders geweest. Ook ik was Kamila's eerste, maar zij had een natuurlijk vertrouwen dat Willemijn nu nog mist. Kamila had zich destijds volledig gegeven, op haar eigen manier – mysterieus, zelfverzekerd en sensueel. Datzelfde vertrouwen straalt ze nu uit, en ik voel hoe ze ons moment moeiteloos stuurt zonder een woord te zeggen. Haar aanwezigheid stelt Willemijn gerust, geeft haar de ruimte die ze nodig heeft om zich langzaam open te stellen.
Seks was nu geen optie. Niet echt. Dit was geen nacht voor de climax, maar voor het verkennen. Voor het aftasten. Voor het leren kennen van elkaar op een intieme, bijna kwetsbare manier. Onze kleding bleef aan, de spanning opgebouwd in de kleine aanrakingen, de subtiele strelingen, en de brandende, verlangende zoenen. Dit was onze eerste keer samen, en niets zou overhaast gebeuren.
Niet veel later lagen we samen tegen de rugleuning van de bank, Willemijn tussen ons in. Kamila en ik omsloten haar met onze armen, beschermend en uitnodigend tegelijk. Haar wangen waren rood, haar ogen glinsterend van verlangen, maar ook van onzekerheid. Ze hing tegen ons aan, haar ademhaling langzaam kalmer wordend terwijl ze zich steeds meer aan ons overgaf.
We zoenden om de beurt met haar. Elke kus was intens, vol gevoel, en raakte dieper naarmate de minuten verstreken. Ik voelde de hitte van haar lippen tegen de mijne, haar zachte kreunen die haar opwinding verrieden. Kamila’s kus was anders: teder, maar met een duidelijke sensualiteit die Willemijn niet kon weerstaan. We tongden haar afwisselend, onze tongen dansend met de hare, elkaar aanvullend zonder woorden. Samen beminden we haar, maar alleen met onze lippen en tongen, nog niet met onze handen of lichamen.
Mijn hand gleed zacht over Willemijns benen, van haar knieën omhoog langs de zijkanten van haar dijen, waar ik haar ademhaling voelde versnellen. Kamila’s hand lag op haar buik, haar vingers lichtjes bewegend over de stof van Willemijns shirt, net genoeg om haar huid te voelen gloeien door de aanraking. Het was een samenspel, een delicaat evenwicht van opwinding en controle.
We gingen niet verder. Nog niet. Kamila en ik hadden een stille afspraak, een instinctieve afstemming die alleen tussen ons bestond. Zodra onze blikken elkaar kruisten, wisten we het zeker. Nog steeds niet. We hadden alle tijd van de wereld. Willemijn moest er volledig klaar voor zijn, en dat moment zou vanzelf komen. Tot die tijd genoten we intens van wat er nu was.
En genieten deden we. Elkaar aanraken, de simpele vreugde van samenzijn, de spanning van verlangens die nog niet volledig werden ingelost. Elke zoen was raak, elke beweging van onze tongen voelde alsof ze perfect op elkaar waren afgestemd. Iedereen kreeg evenveel aandacht; niemand werd vergeten. Het was bijna magisch in zijn eenvoud.
Dit was Willemijn. Niet Sophia, met haar speelse zelfverzekerdheid, of Elise, met haar verleidelijke ervaring. Willemijn was uniek, een puzzelstuk dat zich langzaam maar zeker op zijn plek liet leggen. En ook ik en Kamila waren veranderd. We waren opnieuw begonnen, met elkaar en met Willemijn, rekening houdend met elkaars verlangens, onzekerheden en grenzen. Alles klopte. De tijd, de sfeer, de spanning – het was perfect zoals het was. En dan is het wellicht verstandig om te stoppen op het hoogtepunt. Zonder dat er iemand ook daadwerkelijk een hoogtepunt bereikte.
-
Lees verder: De Vriendengroep - 129: Bron Van De Passie
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10