Door: Jelle Mannes
Datum: 10-01-2025 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 3073
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 50
Trefwoord(en): Aftrekken, Dagboek, Masturberen, Neef, Nicht, Oma,
Lengte: Lang | Leestijd: 18 minuten | Lezers Online: 50
Trefwoord(en): Aftrekken, Dagboek, Masturberen, Neef, Nicht, Oma,
Vervolg op: Oma's Dagboeken - 1
Bijna ontbreekt me de moed om verder te lezen. Ik wil natuurlijk wel, maar mijn geweten speelt me plotseling parten. Mag ik zo maar, in het geheim, dingen lezen die mijn oma als veertienjarige voor zichzelf alleen heeft opgeschreven? En eigenlijk heb ik die hele doos met schriften en albums gewoonweg gestolen van de persoon die ik de liefste op de hele wereld vind. Ik kan mezelf wel voor de kop slaan. En toch bewegen mijn vingers Ze slaan de bladzijde om. Het handschrift is nu veel minder regelmatig,alsof het in alle haast is geschreven. Hier en daar is de blauwe inkt uitgelopen. Ik raad er alleen naar, maar het is best mogelijk dat hier enkele tranen op gevallen zijn. Terwijl ze het schreef? Terwijl ze het achteraf - later of veel later - nog eens herlas?
Joris is nog altijd niet terug. Ik had aardappeltjes gebakken met tomaten en boontjes uit de tuin. Zijn lievelingseten. Ik heb er de helft van opgegeten en de rest in de koele berging gezet. Het is al negen uur. Waar zit hij toch? Durft hij niet meer naar huis komen? Joris, lieve broer, ik ben niet boos, hoor. Eerst wist ik niet wat te denken toen je dat vroeg. 'Wil je met me gaan, Irene? Ik zie jou het liefst van allemaal, al zo lang...'
Er is nog nooit een jongen die mij gevraagd heeft. En nu moet ik weer heel eerlijk zijn voor mezelf: hoe graag zou ik dat niet willen? In het grootste geheim, natuurlijk, want ik weet goed genoeg hoe mama en papa over zo iets denken...
Mama en papa... Ze zijn met de pastoor en de mensen van onze parochie op bedevaart naar Lourdes. Om te bidden dat Joris en ik goed blijven leren op school en altijd braaf zullen zijn. Wat moet God daar nu van denken? Hij ziet en weet alles, zelfs onze meest geheime gedachten! Hij ziet mij dus ook elke avond DAT doen, zelfs met de lakens en de dekens over me heen getrokken. Hij loert onder mijn slaapkleedje. Hij kijkt naar mijn vingers in mijn onderbroek. Waarom houdt hij mij niet tegen? Hij kan toch alles? We gaan elke zaterdagnamiddag met de hele klas biechten. Maar DAT biecht ik nooit! Ik leef dag in, dag uit, in staat van doodzonde en elke nieuwe dag komt er een zwarte vlek bij op mijn ziel. Ze is misschien al helemaal zwart! En als ik met Joris zou gaan, zou het niet veel meer uitmaken. Dat is nog een grotere zonde dan DAT, want dan komt er ook nog bij dat ik hem zal kussen. De duiveltjes dansen rondom mij terwijl ik dit opschrijf en ze roepen van plezier: 'Ja, Irene, wij weten hoe plezierig DAT is! En met een jongen is het nog veel plezieriger!'
Ik kan niet meer verder schrijven, al wil ik wel. Maar dan moet ik naar die duiveltjes luisteren en opschrijven wat ze zeggen. En dat zijn allemaal nog veel ergere doodzonden...'
Wezenloos zit ik naar het opengeslagen schrift te staren. Het zijn dus geen fantasieën die oma hier opgeschreven heeft. Nu weet ik zeker dat het waar gebeurd is. Ik weet dat oma geboren is op 1 maart 1938. Het dagboek begint op 3 juli 1952. Ze was dus veertien jaar en vier maanden oud. Hoe zat het met mij, anderhalf jaar geleden? Aan zoiets als seks dacht ik toen nog helemaal niet. Ik wist wel dat meisjes bestonden, maar ik dacht daar niet bij na.
Ik sla het oude fotoalbum open. Ik vraag me af wie die foto's van oma heeft genomen. Zeker niet haar ouders die naar Lourdes gaan bidden opdat hun kinderen braaf zouden zijn... Dat kan alleen Joris hebben gedaan. En zulke foto's laat je als zusje niet nemen door je broer, tenzij...
--- --- ---
Een jongen van mijn klas, niet eens iemand die ik als vriend wou hebben, vroeg me op een keer 'of ik mij al afspeelde'. Ik zat toen in de tweede klas, Latijn-Moderne Talen. Je zou denken dat het allemaal deftige jongens zijn. Dat dacht ik ten minste. Ik moet hem niet begrijpend aangekeken hebben, want hij lachte een beetje neerbuigend. Toen werd hij ernstig en hij zegde: 'Als je het nog niet gedaan hebt, wil ik het je wel leren. Je hebt het echt nog niet gedaan, hé?' Het enige wat ik kon doen, was op een sullige manier 'ja' knikken.
'Kom,' zei hij eenvoudigweg, 'ik weet een plek waar niemand komt.' Het was na een voetbaltraining en hij ging me voor naar het hok achter de kantine waar de voorraad drank stond. Hij sloot de deur en floepte het lampje aan. Veel licht was er niet. Hij zegde dat ik stil moest zijn en geen schrik moest hebben. Hij duwde me tegen een hoge stapel bierbakken aan en legde zijn hand op mijn kruis. Ik was zo overdonderd door wat er gebeurde, dat ik me niet kon bewegen of protesteren. Hij maakte mijn broeksriem los, ritste mijn gulp open, liet mijn broek wat zakken en trok mijn onderbroek naar omlaag. Zijn vingers grepen mijn piemel die ineens zo groot en zo hard werd als wanneer ik 's ochtends wakker werd.
Wanneer ik 's ochtends zo wakker werd, met een gezwollen piemel dus, voelde ik er ook aan en dat was eerst best prettig. Maar wanneer mijn hand dan een tijdje rond mijn schacht had gespeeld, kreeg ik een raar gevoel in mijn hoofd, alsof ik flauw ging vallen. Niet lang daarna werd ik zelfs eens wakker in een plasje dikke, witte blubber. Ik was er zeker van dat ik een rare ziekte had, maar ik schaamde me zo dat ik moeder er niets over vertelde. Ik had de natte plek met een washandje weggeveegd en gehoopt dat moeder het niet zou merken. Gelukkig heeft ze er nooit iets over gezegd.
Nu stond die verdomde Tommy met mijn piemel in zijn hand! Zijn vingers omklemden mijn flieter en ik kon er niets aan doen dat hij almaar langer, dikker en stijver werd. 'Gij hebt daar verdorie een schone pik,' murmelde Tommie goedkeurend, 'wat een joekel is dat, zeg...'
Met een hand op mijn borst, waarschijnlijk om me tegen te houden om weg te lopen, en met zijn andere hand rustig aan mijn fluit trekkend, kreeg ik opeens vrede in de hele vertoning. Het voelde echt goed. Tot er opeens een kramp van mijn buik in mijn benen schoot. Ik kreunde en voelde dat er iets door mijn stijve piemel heen spoot. Tommie was opzij gaan staan en ik zag nog net hoe er drie witte stralen uit mijn piemel in een boog op de vloer belandden. Ik was helemaal buiten adem, maar tegelijkertijd was ik als bedwelmd. Helemaal rustig. Voldaan, dat is het woord. Zo'n gevoel had ik nog nooit beleefd.
'Zo, nu kunt ge het in het vervolg zelf doen,' zegde Tommie, 'ik doe het elke dag, soms wel twee of drie keer. Ge krijgt er een mooie, dikke fluit van. Daar houden de meisjes van. En sommige jongens ook, natuurlijk. En gij, Stefke, gij hebt verdomme een exemplaar om fier op te zijn. Maar ik voel dat ge niet voor de jongens zijt. Dan zoudt ge nu zelf al met uw handen in mijn broek zitten.'
Ik kon nog altijd geen woord uitbrengen. Tommie keerde me de rug toe, stapte naar buiten, sloot de deur en daar stond ik dan. Met mijn broek halverwege mijn benen, mijn onderbroek naar beneden tot net over mijn zak en met een piemel die slap werd en waaruit nog een sliert van dat witte goedje bungelde. Ik trok mijn broeken terug omhoog en keek nog eens aandachtig naar de smurrie op de vloer. Met mijn schoenzolen wreef ik het zo goed mogelijk open tot er alleen wat natte strepen te zien waren. Toen sloop ik het berghok uit als iemand die een misdaad gepleegd had. Tommie heeft me er nooit meer over aangesproken. Het enige wat mij aan die inwijding herinnerde, was dat hij me af en toe een vette knipoog van verstandhouding gaf. Misschien ook wel om me nog eens te verleiden, dat weet ik niet. Van toen af speelde ik me vol overgave af, bijna elke dag. In een zakdoek, dat wel. Mijn grote angst was dat moeder het zou te weten komen.
Maar zelfs door me bijna dagelijks dat plezier te gunnen, dacht ik nooit aan meisjes. Ik dacht alleen aan mezelf terwijl ik me aftrok. De eerste keer heel snel en heftig, maar naarmate de tijd vorderde, ondervond ik dat het nog veel plezieriger was om het langzaam te doen. Van zodra ik zin kreeg, begon mijn piemel al te groeien en op het ogenblik dat hij aanvoelde aan een rubberen slang, legde ik mijn vingers om de schacht en die speelden dan hun dans rond mijn zwellende lul. Na een tijd leerde ik het grote moment zo lang mogelijk uit te stellen. Wanneer ik voelde dat er iets op komst was, trok ik mijn hand weg. Ik haalde diep adem, wachtte tot mijn pik een beetje verslapte en begon opnieuw, soms wel vijf keer na elkaar. Tot ik het echt niet meer kon tegenhouden en dan was het alsof ik nog meer zaad spoot dan anders.
Dat dagelijkse ritueel had echter tot gevolg dat ik me zowel bewust werd van meisjes, als dat ik beschaamd was om meisjes aan te spreken. Erger nog: ik durfde niet eens meer een meisje aan te kijken. Zelfs mijn nichtje Hilke niet, waarvan oma me op een dag vertelde dat ze een oogje op me had. Iedere keer dat ik Hilke zag, bij haar thuis, bij oma of bij ons thuis, probeerde ik zo snel mogelijk weg te komen. Ik was ervan overtuigd dat ze door me heen kon zien en dat ze wist dat ik me bezig hield met dat soort smeerlapperij. Trouwens, Hilke was bijna een jaar jonger dan ik. Zij zou van dat alles nog niet eens iets afweten!
--- --- ---
Deze herinneringen aan zo'n twee jaar geleden kwamen bij me op nadat ik oma's dagboek had dichtgeslagen en het weer keurig in de doos had gelegd. Ik heb op zolder een ideale plek gevonden om ze te verbergen: onder een losse plank, helemaal achteraan tegen de muur. Daar heb ik een afgedankt commodekastje over geschoven. Moeder zal er nooit iets van merken. Jammer genoeg zal ik vanaf nu alleen kunnen verder lezen wanneer ik zeker ben dat moeder voor een tijdje weg is. En dat gebeurt niet al te vaak.
Vanavond is ze echter niet thuis. Ik kijk of ze iets voor mij heeft klaar gezet, maar dat blijkt niet het geval te zijn. Ik krijg honger en besluit naar de pizzeria aan het eind van de straat te fietsen. Het is een afhaalpizzeria en wanneer ik binnenkom, kijk ik op de rug van Hilke! Ze staat als laatste in de rij achter drie wachtenden. Wanneer Leo me toeschreeuwt wat ik wil bestellen en ik naar een quattro staggione vraag, draait Hilke zich naar me om.
'Hé, Steffie, wat leuk, zeg! Jij bent ook alleen thuis zeker? Ma en pa zijn met tante naar het buurthuis en zus is met vriendinnen naar de bioscoop. En dan heb ik geen zin om zelf iets klaar te maken.'
Wat is ze mooi, die Hilke. Sinds ik bij oma voor het eerst op borsten heb gelet - correctie: sinds ik oma vanmiddag voor het eerst als een vrouw heb bekeken - is er in mij iets veranderd. Dat heeft natuurlijk ook te maken met wat ik in haar dagboek heb gelezen. Het is alsof ik Hilke voor de eerste keer van mijn leven echt zie. Tot enkele minuten geleden was Hilke gewoon 'iemand', een meisje, dat wel, met een rok en een trui of een bloesje, met een jurk of met een jeans. Ik wist dat ze blond was en een bleke huid had, blozende wangen, blauwe ogen, een mond die altijd op lachen staat. Verder niets. En nu zie ik ineens een stralend mooi meisje met een dunne hals, kleine roze oortjes met zilveren hangertjes, kortgeknipte haren, een bijna-wipneusje, schitterend witte tanden tussen licht-roze lippen en ogen... zo blauw als bergmeertjes maar kunnen zijn (niet dat ik ooit al een bergmeer zag, maar zo moet een echt bergmeer er wel uitzien). Onder haar slobbertrui is niets van borsten te bemerken en ook haar benen kan ik niet zien, want ze draagt een grijze jeans die onder de verfvlekken zit. Ze kijkt naar haar benen en zegt lachend: 'Tja, er is er eentje die dacht dat ze haar kamer zelf kon schilderen. Dat viel tegen. Maar morgen ga ik dapper verder doen...'
En dan is het aan haar beurt. Ze pakt de pizza en betaalt. Leo zegt dat mijn pizza ook klaar is. Wanneer ik naar buiten kom, staat Hilke nog bij haar fiets met de doos in haar hand: 'Zeg, Stef, ik heb een idee. We moeten toch niet elk apart thuis gaan eten? Ik moet verder dan jij. Vind je het goed dat ik mijn pizza bij jou kom eten? Dan is hij nog warm.'
Voor het eerst in mijn leven duizelt het mij. Een meisje vraagt me iets! Een meisje nodigt mij uit! Het is je waarschijnlijk moeilijk om voor te stellen, maar dat soort jongen ben ik dus - een verlegen sukkel. Als dat maar goed afloopt! Maar Hilke is zo'n onwaarschijnlijk fijne meid en ze is beslist niet op haar mondje gevallen, zoals ik. Zo kom ik tijdens het verorberen van de pizza te weten in welke kleur ze haar kamer aan het schilderen is: hemelsblauw. 'Zoals je ogen,' denk ik. Maar godverdomme, waarom kan ik dat niet zeggen? De muur waartegen het bed staat, komt in een donkerder tint, nachtblauw. Ook nu komt het niet over mijn lippen dat haar trui die kleur heeft. Welke muziek ze beluistert terwijl ze schildert (Blur, dat is dik OK) en welk boek ze aan het lezen is (Jonathan Livingston Zeemeeuw - dat ken ik niet en Hilde belooft me haar exemplaar te lenen van zodra zij er mee klaar is - het gaat over een meeuw die zichzelf leert om salto's te maken in de lucht).
'Je bent zo stil, Stef,' zegt ze op een bepaald moment. Ik begin natuurlijk weer te blozen tot onder mijn haren. Plotseling durf ik haar niet eens meer aan te kijken. Mijn gedachten snellen als een orkaan naar zolder, naar 'de doos', naar de dagboeken en de albums van oma. Wanneer ik, quasi verwonderd, naar Hilke kijk, zie ik hoe erg ze lijkt op oma toen die veertien was. Mijn hart bonkt in mijn borstkas. Ik zou nu op Hilke willen afstappen, haar in mijn armen nemen en wiegen en wie weet wat nog allemaal. Haar zeggen dat ik haar zo ongelooflijk leuk, knap en interessant vind. In plaats daarvan laat ik het lege bord uit mijn handen vallen.
Hilke wipt op en loopt naar de bijkeuken, komt met een borstel en een stofblik terug. Ze gaat op haar hurken zitten en veegt de schilfers bij elkaar. Enkele seconden staar ik naar haar ivoorkleurige nek onder het weerbarstige, kortgeknipte haar en dan kniel ik om de grotere scherven op te rapen. Over het stofblik heen kijkt Hilke me vrolijk lachend aan: 'Scherven brengen geluk. Zeven jaar voor een nieuw paar,' en ze buigt haar hoofd naar me toe, tuit haar lippen en zoent me op de mond. Ik heb alle moeite om niet achterover te vallen. Om mijn evenwicht te bewaren, buig ik nog meer voorover, wat zij blijkbaar opvat als 'goed bezig, ga door'. Ze drukt haar lippen nog iets steviger op de mijne. Wanneer ze zich terugtrekt, kijkt ze me ondeugend lachend aan: 'Hè, eindelijk. Daar moest dus eerst een bord voor op de vloer vallen.'
Een beetje schaapachtig sta ik recht. Van Hilke zou je beter zeggen dat ze recht veert. Met een voet schuift ze het stofblik met de splinters tussen onze voeten weg. Ze leunt tegen me aan. Ze staat op de toppen van haar tenen en slaat haar armen om mijn schouders en vraagt kinderlijk onschuldig: 'Nog een kus, Stef?'
Ze wacht mijn antwoord niet af (waarschijnlijk had ik er geen kunnen bedenken) en zoent me weer op de lippen. Ik voel het puntje van haar tong. In hemelsnaam, wat moet ik nu? Ik laat het maar gebeuren, net als bij Tommie destijds. Maar door haar slobbertrui heen voel ik een warm lijf en een bonzend kloppend hart.
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10