Door: Surfermartin
Datum: 23-01-2025 | Cijfer: 9.6 | Gelezen: 2051
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Middeleeuwen,
Lengte: Lang | Leestijd: 31 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Middeleeuwen,
Vervolg op: Bregje - 1
Na 7 goede jaren was 1706 er een van regen en warm. Het gezaaide graan verzoop in de natte grond, de poten van de beesten werden zweerderig, het hooi verrotte op de ruiters. De uilen en buizerds waren verdwenen waardoor ratten en muizen krioelden over het erf.
Na een markt bezoek in Bentheim werd Johan ziek. Buikloop… Omstebeurten werden we allemaal ziek. De meesten knapten na een weekje weer op. Stijfkoppig dat hij was bleef hij doorlopen tot hij er letterlijk dood bij neerviel. Mijn man Jootje, de drijvende kracht op de boerderij en Hanne ons oudste zoontje volgden hetzelfde lot als hun vader. Even was ik uit het veld geslagen door hun overlijden. Hoe nu verder?? Schwiegermutti Elisabeth hield me bij de les en predikte haar geloof. Hel en verdoemenis zou ons ten deel zijn gevallen. Zou dit de straf zijn voor mijn ontrouw ooit? Door Gods voorzienigheid werd ìk verantwoordelijk voor de hele familie, het personeel en de boerderij. Haar leven en die van mijn kinderen rusten op mijn schouders. Kinderen van 6, 3 en 2 jaar. 24 ben ik, een stads kind op een boerderij, ver weg van ouders en familie…
Het werd herfst. Schapen stierven op de hei aan een onbekende ziekte, kippen verdwenen in de magen van hongerige vossen, de muizen en de raten vraten aan onze graanvoorraad…
De winter…. De koeien vermagerden door tekort aan voedsel en stonden droog. De oogst had niets opgebracht dit jaar, het geld was bijna op. We hadden zélf bijna niets meer te vreten…
Als ik wakker word hoor ik de vogeltjes fluiten. Het wordt gelukkig weer voorjaar. De winter is zwaar geweest. Het is het jaar 1707. Naast me woelt Lena. Ze zoekt mijn borst. Haar ribbetjes zijn ook te tellen. Ze zuigt uit alle macht en valt vermoeid en hongerig weer in slaap. Ik heb helaas niet veel te geven. De knechten hoor ik in de stal rommelen. Het is tijd. Ik sta op en laat de zorg voor de kinderen aan de meid over. Ik maak pap en leng het aan met water. Met kruiden laat ik het smaken maar voedzaam?? Tsja… het graan voor de nieuwe oogst heb ik goed verstopt in de kist naast de penningen en weinige daalders. De sleutel hangt om mijn nek. Ons voortbestaan hangt er vanaf. Als iedereen aan tafel zit schep ik de dunne pap in de nappen. De ingevallen koppen kijken me droevig aan. Te weinig, lees ik in hun ogen. Oh god laat ons het overleven en een vruchtbare zomer beleven…
Het is zomer geworden. Langzaam komen we weer op adem. Ons graan wuift op de akkers, het eerste hooi is op de zolder getast. We hebben weer kaas, meer dan we opkunnen. Komende woensdag ga ik naar de markt om vroege aardappelen en de verse kaas te verkopen!
Bij het ochtendgloren ben ik van huis gegaan met twee ransel volgepakt. Ik heb Elisabeth geïnstrueerd wat er allemaal moet gebeuren op de boerderij vandaag. Hopen dat het goed gaat. Dit moet ik zelf doen, de verkoop. Elke pfennig is nodig om te overleven. Ik ga lopen, de paarden zijn nodig om het zware werk op het land te doen. De zware tassen en het mulle zand maken de tocht zwaar. Ik ben blij als ik Bentheim bereikt heb.
Ik loop naar de marktmeester en pacht een kraam. Ik ding af op de prijs en hij heeft toe. Waarschijnlijk straalt de armoede van me af. De verkoop gaat goed. De kaas is gewild en de aardappelen dik. Míjn beurs vult zich en als ik los ben ga ik zelf de markt op. Ik weet voor weinig wat oude wintervoorraad gedroogde pruimen en appels te kopen. Zoete smaakmakers voor de pap!
“Bregje?” Hoor ik achter me. “Jij bent het toch?” De stem herken ik meteen. Silvester!!! Ohh…ik hou me aan de kraam vast om mijn evenwicht te bewaren. Drie tellen later draai ik me om. Waar is hij??? Ik herken zijn rug en loop snel achter hem aan. Hij loopt een geste in en ik volg. Het is donker tussen de huizen en plotseling voel ik een hand op mijn schouder. Ik kijk en Silvester staat naast me in een terugliggend deurportaal. Ik val hem om zijn nek en barst in tranen uit. Een heel jaar van ellende en zeven boete jaren lossen op in tranen. Silvester heeft zijn armen om me heen. Ik voel me weer 17, bleu en onervaren.
We zijn aan de stadse drukte ontsnapt en zitten op een steen bij de bosrand. Ik herken het dak van de herberg waar het allemaal gebeurd is. Sil heeft brood en wijn gekocht. Ik heb nog kaas en hem veel te vertellen maar ook weer niet. Ik geniet vooral van zijn aanwezigheid. De man waarmee ik ontrouw was… en onmiskenbaar de vader van Peter.
Het eten doet me goed. Voor het eerst heb ik weer een vol gevoel. Het maakt me rozig zo in het zonnetje. Ik laat me achterover glijden op de warme steen. Even later voel ik een schaduw over mijn gezicht gaan. “Mag ik?” Vraagt hij. Ik knik. Silvester mag àlles van mij. Hij zoent. Die lippen… kippenvel! Voorzichtig zoent hij verder. “Je bent nog steeds zo mooi als 7 jaar terug, eigenlijk nog mooier.” Ik kijk hem ongelovig aan. “Zeven jaar boerderijleven, vijf zwangerschappen… dat maakt me mooier? “Mijn lijf heeft het te verduren gehad Sil. Het is niet meer zo strak en jeugdig als toen.” “Mijn lijf ook niet. Er is een van voor en een na ons samenzijn.” Silvester kijkt me aan. “Ik heb met veel vrouwen het bed gedeeld. Van dienstmaagden, vrouwen van plezier tot een belegen hertogin en zelfs een prinses… overal waar ik kwam was er wel een vrouw die het bed wilde delen. Altijd was ik op zoek naar het hoogste genot. Na onze nacht was er geen vrouw die dat haalde. Jij was er altijd en de maatstaf. Niets en niemand kon het halen wat ik met jouw beleefde. Het was gekmakend.” Er loopt een traan over zijn wang. “Ik wist dat ik je niet kon krijgen. Je bent getrouwd en wat wij deden… Ik Sloeg Bentheim in het vervolg over en ontweek de jaarmarkt in Oldensale. Als ik daar op andere keren kwam zorgde ik ervoor dat ik je vader ‘toevallig’ tegenkwam. Beleefd vroeg ik telkens hoe het met je ging. Het was een marteling en een zalving. Het ging goed en je was gelukkig hoorde ik… maar zonder mij. Zonder mij…
Ik realiseer me dat Silvester waarschijnlijk niet weet dat ik weduwe ben geworden afgelopen winter. Ik ben vrij, vrij om te kiezen met wie ik wil samenleven. Meneer pastoor is al een paar keer geweest en omzichtig gesproken over huwelijkskandidaten. In alle ellende had ik daar geen behoefte aan. Ik ben een rijke weduwe geworden van een heereboer. Een gewilde partij. Er zijn genoeg mannen die een verstandshuwelijk willen aangaan en de boel willen overnemen. Het besef dringt tot me door. Ik kan ook Sil trouwen maar wil hij dat. Een oude vrouw en leven op een afgelegen plek. Elk jaar hetzelfde. Het kostte mij veel moeite om er te wennen…. Ik moet nadenken.
“Hoe is het je verder vergaan de afgelopen jaren?” Vraag ik. Sil vertelt. “We trokken met de groep van stad naar kasteel. De troubadour is overal welkom, weet je. Nieuwtjes, vermaak, andere gezichten. Langzamerhand dunde de groep uit. De jongens vonden vrouwen, de meiden mannen. Ik trok verder. Ik vond geen rust, geen vrouw. Op het laatst was ik alleen en trok van kasteel naar kasteel. Dat waren de mooiste bestemmingen. Er was goed eten, een warm bed en luisterend ge-engageert publiek. De beloning is vaak rijkelijk. Iedereen langs de wegen kent me inmiddels en zelfs struikrovers behoren tot mijn clientèle. Nadat je bent gegaan na onze nacht heb ik begrepen wat ik je heb aangedaan. Men sprak hier in de stad van dat koekoeksjong van Borger Venterink. Ik voelde me schuldig en kon er niets aan veranderen. Ik heb op een zomerse zondag de ‘Borger Venderink’ opgezocht. Ik wilde weten wat ik had aangericht. Vanuit de bosrand heb ik naar jullie zitten kijken. Jij was er, je man en zijn ouders, de kinderen dartelden om jullie heen. Het leek zo mooi en harmonieus. Ik ben overbodig gewordenleek het. Ik leef aan de rand van de samenleving. Ik beschouw en bezing. Dat is mijn leven geworden. Ik hoor nergens bij, ik heb geen thuis.”
De laatste zin spreekt hij zachtjes uit, starend naar de dikke muren van Bentheim. Ik zie hem bedroefd kijken. “Zou je dat willen en kunnen?” Vraag ik. Verward kijkt Sil me aan. “Ergens thuis zijn” verduidelijk ik. Hij knikt. “Reizen maakt je los van alles. Volledig vrij zijn. Als je lang reist kom je ook vrij van je wortels. Je raakt op den duur ontheemd. Op een bepaald moment werkt het tegen je. Opnieuw de confrontatie met het onbekende, elke dag opnieuw en opnieuw. Vroeger bracht het energie. Nu word ik er moe van.” Stil kijken we beiden naar de stad voor ons.
“Hoe is het met je echtgenoot en je gezin?” Ik zwijg… liegen lijkt de makkelijkste weg maar wil ik dat. Wil ik een vreemde man, door meneer Pastoor gearrangeerde boeren weduwnaar, tussen mijn lakens? Of neem ik het risico dat ik een lapswans van een muzikant trouw die alleen maar op zoek gaat naar andere vrouwen?? Heb ik überhaupt nog een man nodig?? De boerderij draait ik ken de seizoenen, het overleven van de afgelopen winter heeft me sterk gemaakt maar hou ik dat vol, alleen? Gaan onze noabers dat accepteren?? Zij zijn cruciaal om te kunnen overleven…
Het gesprek is stil gevallen. Sil kijkt me aan, wachtend op een antwoord. “Ik, ehh.…” we zitten tegenover de poort waar ik ben door gegaan, terug naar mijn gewone leven en besluit om te beginnen bij waar wij geëindigd zijn.
“Een jaar voor ons samenzijn ben ik getrouwd met Jootje. Bleu heb ik me laten schalken door hem. Hij heeft me genomen, we zijn getrouwd en onze zoon Hanne werd geboren. Binnen drie maanden werd ik weer zwanger van onze tweede zoon Peter, vernoemd naar mijn vader. Zijn haar en huidskleur zijn anders dan van Hanne en zijn twee zusjes.” Ik kijk Sil strak aan. Zíj́n zwarte haar wordt grijs aan zijn slapen. “Als laatste kwam er een dood geboren kindje. Een jongetje.” Ik haal diep adem. Het weggestopte verdriet overvalt me. Sil ziet het en streelt mijn rug. Jootje heeft dát nooit gedaan… stil zit ik te grienen. Sprakeloos. Sil wacht geduldig op mij. Ik snotter en herpak me. “Het leven gaat door en de seizoenen wisselen elkaar af. Afgelopen zomer was een rampjaar. Te nat, te warm… Na een marktbezoek hier kwam Johan, mijn Schwiegervater, ziek thuis. Buikloop…. Hij, maar ook Jootje en Hanne overleden. Drie generaties. Weg…. Samen met Elisabeth mijn schwiegermutti hebben we de boerderij en het gezin draaiende gehouden en de winter overleefd.” Ik snik opnieuw. “Het ging maar net” kan ik nog met een geknepen stem uitbrengen. Opnieuw streelt Sil m’n rug. Ohh jeetje wat wil ik hem graag! Mijn lichaam giert onder zijn aanraking. Hij voelt het schijnbaar en schuift dichtbij. De aanraking van zijn lichaam met de mijne beneemt me de adem. Sil kust me op mijn hoofd en knabbelt aan mijn oor. Hij wil me zoenen en ik neem zijn hoofd in mijn handen. Van dichtbij kijk ik in zijn mooie bruine ogen. “Ik ben nu een ongebonden vrouw maar niet vrij van alles. Ik ga niet voor de derde keer boeten voor een misstap. Deze keer gaat het ‘zoals het hoort’. Ik zie zijn ogen langzaam veranderen. Hij maakt zich los van me, glijdt van de steen en stapt twee stappen naar voren. Stil staat hij met de rug naar me toe. Mijn hart bonkt in mijn keel. Voor deze man doe ik alles op aarde behalve wat God verboden heeft. Dát heb ik afgeleerd! Misschien moet ik hem leiden naar wat ik ongelofelijk graag wil; hem aan mijn zijde als mijn wettige echtgenoot.
Ik begin zachtjes te praten. “Als we het doen doen we het op de juiste wijze. De afgelopen zeven jaren waren zwaar. Ik heb geboed voor mijn gedrag, mijn zonden. Nog eens zeven van deze jaren wordt mijn dood en de dood van mijn kinderen. Ook de dood van jou zoon.” Sil draait zich om kijkt me aan. Hij ziet dat ik het meen. “Alleen met Gods zegen…” Hij stapt op me toe en knielt. Mijn hand glijdt de zijne.
Tot aan de boerderij heb ik die niet meer losgelaten. Het schemert al als we de binnenplaats oprijden, samen zittend op zijn grote zwarte paard. De kinderen zien me het eerst. “Mama, mama is er weer!!” Gelaten rennen ze op ons af. Ik ben blij ze weer te zien, helemaal omdat ik Silvester heb meegenomen. Het personeel kijkt verbaasd naar de man achter mij. Elisabeth verschijnt in de deuropening. Ook zij kijkt verbaasd. Ik pak Sil bij de hand en loop naar haar toe. Ik omhels haar wat ik zelden doe. “Mag ik je voorstellen aan mijn aanstaande; Silvester.” Ze kijkt. Haar ogen vernauwen en werpen een blik op Peter. Ik voel me ontmaskerd. Opnieuw omhels ik haar. “God zal eerst Zijn zegen over ons uitspreken.” Ze beoordeelt zijn gestalte en knikt. Nu valt het mij ook op. Hij gaat best netjes gekleed, nog niet zo chique als een koopman maar comfortabeler om het reizen.
“Silvester…” kraakt Elisabeth’s stem. “Ik ken u. Ik ken u van de jaarmarkt. Wat trekt het boeren leven naast de moeder van mijn kleinkinderen?” Silvester glimlacht. Ik weet dat hij rap van tong is en begint te praten. “Het trekken van hof naar hof, van stad naar stad valt me steeds zwaarder. Nergens binding, alle contacten zijn vluchtig, gesprekken zonder diepgang. Ik hunker naar regelmaat en stabiliteit, vrouwe. Uw schoondochter heeft nood aan een man. Ik heb mij voorgenomen deze nood te ledigen zo goed als in mijn vermogen ligt.
Over vermogen gesproken. Mag ik u deze dukaten overhandigen om uw nood en die van uw naasten te ledigen zover het met dukaten te ledigen valt.” Zowel Elisabeth als ik kijken verbaasd. “Als brenger van nieuws en vertier werd ik veelal goed gewaardeerd vrouwe. Ik heb spaarzaam geleefd met mijn vizier verder dan de dag van vandaag en verder dan de horizon. Daar sta ik nu.”
Onder de indruk van Silvester’s woorden kijkt Elisabeth mij en Silvester om de beurt aan. Ze weegt de dukaten in haar hand. “Neemt u geen overhaaste beslissing mijn heer?” Vraagt ze.”Silvester voor u, vrouwe, Silvester.” hij pakt Elisabeths’s hand en buigt. “Zeven jaar geleden heb ik dit al besloten. Toen waren de sterren mij niet welgezind.” “Elisabeth, Silvester. Elisabeth Borger Venterink.” Stelt ze zich officieel voor. “Kom binnen. De haard brand.”
Elisabeth overhandigd mij de dukaten en de sleutel van de kist. Ik berg ze op als Elisabeth met Sil de keuken in loopt. Ik lach in mezelf. Ze is een sluwe vos, Elisabeth. De dukaten zijn opgeborgen en de vorige eigenaar weet niet waar. Als ik terug kom heb ik de sleutel aan mijn schort geknoopt. Elisabeth ontfutseld mij de sleutel en ik sta het toe. Sil is een mooie prater maar moet zich eerst bewijzen. Daarin begrijpen we elkaar. Als het bedtijd is kruip ik kuis bij de meisjes in de bedstee. Sil mag de bedstee beslapen waar Jootje en ik sliepen. De volgende ochtend is Sil op tijd wakker en schuift aan het ontbijt. De pap is dikker en gezoet met gedroogde pruimen. Ik zie dankbare gezichten en stralende ogen. De wanhoop heeft plaats gemaakt voor hoop. Hoop op een goede toekomst.
Sil volgt me de hele dag en helpt waar hij kan. Zijn kennis van dieren en gewassen is groter dan ik vermoedde. Ook het zware werk gaat hij niet uit de weg. De stallen moeten gemest worden en hooi van zolder gehaald. Met de knechten samen klaart hij de klussen. ik zie hem genieten van het werk. Het is dankbaar en nederig.
‘s Avonds zitten we als een verliefd stelletje bij de haard. Als Elisabeth naar bed is zoenen we wat. Het verlangen is groot maar ik hou me aan mijn kuisheidsbelofte en stap weer in de bedstee bij de meisjes.
Het is zondagmorgen. De zon schijnt en de kerkklokken luiden. Ik loop trots aan Silvester’s arm naar de kerk in Limbeck. De familie de knechten en de meiden zijn allemaal mee. De meiden hebben een mooie bloemenkrans gemaakt en m’n haar mooi ingevlochten.
Het is als een lopend vuurtje door de parochie gegaan. De weduwe van Borger Venterink gaat zondag trouwen! De kerk zit daardoor vol. Iedereen is nieuwsgierig. De noabers komen in de middag hun opwachting maken. Ze stellen zich voor en brengen een cadeau mee. Vaak is het een zeie spek of een ham.
‘s Avonds kruip ik sinds lange tijd bij een man in bed. Toch licht gespannen lig ik te wachten op Sil. Hij stapt met een blaker de bedstee in. Het is stil in huis. Af en toe snuift een beest of rammelt een emmer. Zijn hemd gaat uit en gaat naakt liggen. Ik volg hem en eveneens naakt kruip ik tegen hem aan. Tranen biggelen over zijn wangen. Ik voel me euforisch. Eindelijk, eindelijk ben ik met de man waarbij ik mezelf voel, in mijn kracht sta, gezien wordt…. Met mijn hemd dep ik zijn tranen op. “Ssstt, ssstt… rustig maar. Ik weet dat het gelukstranen zijn” stel ik Sil gerust. Zachtjes streel ik zijn borst en buik. Zijn geslacht komt met schokjes omhoog. Gefascineerd kijk ik er naar. Ik kruip op hem en mijn geslacht druk ik op de zijne. Zijn gemak verstijft verder. Ik zoen zijn natte gezicht. Vier dagen heb ik me ingehouden, in Godsnaam….
Met graagte ontvang ik Sil’s gemak. Zuchtend geniet ik hoe mijn opening hem opneemt en genot opwekt. Honderden keren ben ik genomen, ooit één nacht zo. Herinneringen komen terug van die nacht in de herberg, zeven jaar geleden, Vijf keer is er een kindje van gekomen. Nieuw leven… dat zou een geschenk zijn. Rustig schommel ik op hem. In het licht van de blaker zie ik dat Sil’s tranen opgedroogd zijn en hij geniet van de wrijving tussen onze geslachten. Zijn vingers ontfermen zich over mijn wat verslapte borsten en buik. Desondanks zie ik hem genieten. Als hij zachtjes in mijn tepels knijpt voel ik het tot mijn onderbuik. Die sensatie dat gevoel… Ik voer mijn ritme op en Sil volgt. Steeds sneller en sneller stoten we. Onder me begint Sil te kreunen. “Ah, ahh, aaahhh!!!” Schokkend spuit hij zijn lichaamssappen in me. Zijn bewegingen stoppen en ik zoek naar bevrediging door op zijn slapwordende pik te blijven rijden. Gefrustreerd zoek ik…. Zijn handen schuiven onder mij en met zachte dwang drukt hij me omhoog. Zijn pik floept uit me, zijn sappen druppelen langs mijn lipjes.
Teleurgesteld kijk ik naar beneden. Sil stuurt me op zijn gezicht en ik steun tegen de bedsteewand. Zijn tong streelt zachtjes mijn lippen. De tovenaar! Een déjà vue overvalt me. Liggend op het bed in de herberg word ik voor het eerst dáár gezoend door een man, kijkend naar de sterren. De sterren op de hemel van het bed. Opnieuw beleef ik de sensatie die het toen opwekte. Ook zijn handen… zijn vingers strelen subtiel mijn tepels, zijn tong mijn lipjes. Op het moment dat hij zuigt krimp ik ineen. Schokkend kom ik klaar en een zachte kreun kan ik niet onderdrukken. “Oohhh….” Diep adem ik in. Opnieuw zuigt Sil krachtig en knijpt tegelijkertijd in mijn tepels en opnieuw kom ik! Onbeheerst schok ik op zijn gezicht en schiet los van hem. Buiten adem voel ik opnieuw zijn lippen op de mijne. Ik zet me schrap…. Sterretjes spatten uiteen in mijn hoofd. Ik hoor een bonk en als ik bij kom hang ik tegen de bedsteewand aan. Ik kan niet meer ademen en met moeite trek ik mezelf los van Sil’s mond. Ik val achterover.
Hijgend lig ik op zijn benen, mijn benen dubbel gevouwen onder me. “Tovenaar… tovenaar, jij… wat doe je met me, tovenaar… mmm...” stamel ik. Zijn handen strelen mijn buik en borstjes, strak gespannen door mijn houding. Zachte strelingen over mijn super gevoelige tepeltjes laten mijn buik schokken. Zijn onderzoekende vingers strelen langs mijn lipjes en raken een gevoelig punt. Zover het kan stoot ik met mijn heupen omhoog. Opnieuw sterretjes. Ik hou het niet meer en laat alles gaan. “Ohhh….stooopp!!” Kreun ik “Stop!!”
Het eerste dat ik me herinner zijn mijn benen. Ik voel ze niet meer. Bewegen lukt niet. “S, Sil??” Vraag ik met wat paniek in mijn stem. “Ja?” Antwoord hij rustig. “Ik, mijn benen! Ik kan ze niet meer bewegen.” Voorzichtig tilt hij één voor één mijn benen op en bevrijdt ze uit de benarde positie. Het lijkt wel of ze natintelen van m’n orgasme. Ik besef weer hoe ik lig; naakt op mijn man, de man die me betoverd. Zijn handen rusten op mijn buik. Nagenietend leg ik mijn handen op de zijne. Ik overdenk wat er gebeurt is, wat Sil met me deed… het was heftig en buiten alles. Geen vergelijking met iets… dit is, dit is toveren. Dit is wat deze man bijzonder maakt. Genot.…
Langzaam word ik wakker. Ik zweef lijkt het. Mijn onderbuik kriebelt. Ik lig op mijn buik, mijn benen wat wijd. De kriebel laat me zweven. De druk op mijn holletje neemt toe. Klaar wakker schrik ik op. “Liefje… rustig maar…” Sil’s stem kalmeert me. Hij pakt m’n hand en draait de palm naar boven toe. Hij dwingt me om deze onder me te schuiven. Ik geef toe en mijn vingers vinden de lipjes tussen mijn benen. Zijn vinger streelt me daar. Het voelt zalig. Hij stopt en kromt mijn vingers. Verschrikt van de reactie trek ik terug… ik lig weer ontspannen en maak de beweging die Sil mijn vingers net maakten. Ik voel mijn lipjes wat wijken en ik voel een wat harder deel… de wereld staat stil… ik kan ook toveren! Opnieuw en opnieuw laat ik mijn vingers over dat plekje glijden. Opnieuw bemoeit Sil zich er mee. Gladde vingers glijden er langs. Mmmm, ik voel zelf dieper tussen mijn benen en daar is het glibberig maar niet zo lekker. Met gladde vingers glij ik terug naar het harde bobbeltje. De sensatie neemt toe. Het bed schut en ik voel een lichaam tegen mijn billen. Ik verstijf!! “Ga door” fluistert Sil in mijn oor. “Toe maar.” Onrustig wrijf ik maar het gevoel is weg.
Op mijn schouders voel ik zachte lippen. Sil kust me. Mmmm… ik ontspan. Opnieuw voel ik mezelf en het voelt weer lekker. Ik ontdek dat het heerlijk is om mijn heupen te bewegen. Mijn andere hand streelt fijn mijn been en flank. Vanaf achteren voel ik wat langs m’n lipjes glijden. Zijn vingers?? Het voelt zo lekker dat ik mijn heupen omhoog beweeg. Ik voel mijn opening opgerekt worden door mijn eigen beweging. Stil lig ik en voel ‘het’ dieper in me schuiven. Sil kreunt boven me. Ontspannen laat ik mijn heupen op bed zakken. Sil volgt me en zijn gewicht voel ik op me. Even voel ik paniek opkomen…. Het is Sil, Sil… niemand anders. Sil en ik voel zijn gemak in me en lig stil. Sil ook.
Mijn vingers liggen werkloos tussen mijn lipjes. Zachtjes beweeg ik ze. Ik haal diep adem als ik voel wat er gebeurt. Rap voer ik het tempo op en begin met mijn heupen te bewegen. Zijn gemak voel ik in me. Mijn heupen beweeg ik zo dat zijn gemak mij extra stimuleert Ik hijg ondertussen van opwinding en genot. Dit, dit is de tovenarij die ik van Sil herken maar nu zelf opwek. O god. Ohhh god! Mijn lichaam golft, golft op de golven van genot. In me voel ik een pik pulseren. Sil’s lichaam voel ik op me. Hijgend ligt zijn hoofd naast de mijne. Als ik dit eerder had geweten, als ik dit had geweten… zo fijn. Als ik… dat ik hetzelf ook kan…een soort van jubel stemming overvalt me! Ik lach. Ik lach harder. Ik blijf lachen!! Tranen van blijdschap en verdriet. Sil lacht mee. Misschien om dezelfde reden, misschien niet. Hij rolt van me af en ik kruip in zijn oksel. Hij trekt de deken over me heen. Met een glimlach val ik in slaap bewust van mijn lichaam en dat van mijn man. Hij, die me zelfregie over mijn lichaam heeft laten ervaren.
Ik wordt wakker van Sil. Hij beweegt in zijn slaap. Ik ben niet gewend om tegen m’n man aan te slapen. Joontje draaide meteen weg als hij zijn genoegen had gehad. Onrustig draai ik wat en streel over m’n lichaam. Als ik tegen mijn borst stoot gaat mijn hand automatisch naar beneden. Waarom?? Ik streel mijn borstje en voel mijn tepeltje, het zachte topje. Als ik daar overheen ga tintelt het door m’n buik. Mmm, lekker. Ik streel mijn borstje uitgebreider en het tepeltje wordt hard. Die sensatie laat mijn opwinding toenemen.
Opnieuw verken ik mijn lichaam. Elk plekje dat ik nu aanraak tintelt onder mij vingers. Ik geniet van de aanrakingen en uiteindelijk voel ik aan het plekje waar Sil vannacht mijn vingers op legde. Het is daar weer warm en glibberig. Ik streel en langzaam neemt mijn opwinding toe. Mijn lichaam begint te kriebelen, meer en meer. Ik voer het tempo op en daarmee de opwinding. Gestrekt druk ik me tegen Sil aan en voel een orgasme opkomen. Stil maar met kleine schokjes rij ik tegen zijn lichaam op. Mijn hoofd spat uit elkaar.
Zachtjes hijgend kom ik weer tot bedaren. “Was het fijn” vraagt Sil. Ik voel me een beetje betrapt maar ook weer niet. Hij heeft me immers bewust gemaakt van mijn lichaam. “Ja. Heb ik je wakker gemaakt” vraag ik. “Ja maar je lag zo lekker te tegen me aan, te genieten van jezelf. Dat wilde ik niet verstoren. Kreeg er een stijve van!” Nieuwsgierig streel ik zijn buik op. Daar vind ik een stijf gemak, kloppend op zijn hartritme. Het voelt warm en hard. Mijn aanraking laat hem opwippen. Mijn hand sla ik er omheen en schuif de huid onderzoekend op en neer. Het topje is nu ontbloot en met een vinger ga ik langs het randje. “Ohh” kreunt hij zachtjes. Sil draait naar me toe en zoent me. Aahhjaa, wat geniet ik van hem!
Ik wil hem opnieuw in me zoals hij me net beminde. Daarvoor draai me op m’n buik, mijn hand schuif ik onder me en spreid m’n benen. Ik kijk hem aan. Sil kijkt naar me en begrijpt wat ik wil. Dan kruipt hij tussen mijn benen en bedekt met zijn lichaam de mijne. Geborgen lig ik onder hem. Zijn gemak voel ik tegen mijn vingers botsen en begeleidt deze naar mijn openingetje. “Ohhh” kreunt Sil zachtjes als hij in mij schuift. “Mmmm” brom ik van genot. Het gevoel is compleet anders dan Joontje bij me losmaakte. Dat was strijd, dierlijke drang…. Dit is liefde, passie, respect, gelijkwaardigheid… tranen wellen op. Zó fijn! Ik geniet van de bewegingen in me en vergeet mezelf bijna. Met mijn heupen kom ik Sil tegemoet. Ohhhjaahh” kreunt hij zachtjes en stoot met hernieuwde energie in me. Als een razende gat hij tekeer en ik laat mijn vingers meedoen. Tegelijkertijd komen we tot ontlading. Zijn uit mij geperste zaad lekt langs mijn lipjes en maakt mijn plekje super glad. Meteen kom ik opnieuw klaar onder Sil, die met zijn volle gewicht verdwaasd op me ligt. De beperkte ruimte om te bewegen maakt het super intens.
Als een natte vaatdoek lig ik onder hem, benauwd vanwege de weinige lucht die ik nog kan inademen. Ik druk me iets uit de matras en haal diep adem. Sil schuift half naast me. We zoenen. Intens zoenen we. Met hem wil ik oud worden. Schiet door mijn hoofd, Mijn God. Ik hoop dat het ons gegund wordt.
Na een markt bezoek in Bentheim werd Johan ziek. Buikloop… Omstebeurten werden we allemaal ziek. De meesten knapten na een weekje weer op. Stijfkoppig dat hij was bleef hij doorlopen tot hij er letterlijk dood bij neerviel. Mijn man Jootje, de drijvende kracht op de boerderij en Hanne ons oudste zoontje volgden hetzelfde lot als hun vader. Even was ik uit het veld geslagen door hun overlijden. Hoe nu verder?? Schwiegermutti Elisabeth hield me bij de les en predikte haar geloof. Hel en verdoemenis zou ons ten deel zijn gevallen. Zou dit de straf zijn voor mijn ontrouw ooit? Door Gods voorzienigheid werd ìk verantwoordelijk voor de hele familie, het personeel en de boerderij. Haar leven en die van mijn kinderen rusten op mijn schouders. Kinderen van 6, 3 en 2 jaar. 24 ben ik, een stads kind op een boerderij, ver weg van ouders en familie…
Het werd herfst. Schapen stierven op de hei aan een onbekende ziekte, kippen verdwenen in de magen van hongerige vossen, de muizen en de raten vraten aan onze graanvoorraad…
De winter…. De koeien vermagerden door tekort aan voedsel en stonden droog. De oogst had niets opgebracht dit jaar, het geld was bijna op. We hadden zélf bijna niets meer te vreten…
Als ik wakker word hoor ik de vogeltjes fluiten. Het wordt gelukkig weer voorjaar. De winter is zwaar geweest. Het is het jaar 1707. Naast me woelt Lena. Ze zoekt mijn borst. Haar ribbetjes zijn ook te tellen. Ze zuigt uit alle macht en valt vermoeid en hongerig weer in slaap. Ik heb helaas niet veel te geven. De knechten hoor ik in de stal rommelen. Het is tijd. Ik sta op en laat de zorg voor de kinderen aan de meid over. Ik maak pap en leng het aan met water. Met kruiden laat ik het smaken maar voedzaam?? Tsja… het graan voor de nieuwe oogst heb ik goed verstopt in de kist naast de penningen en weinige daalders. De sleutel hangt om mijn nek. Ons voortbestaan hangt er vanaf. Als iedereen aan tafel zit schep ik de dunne pap in de nappen. De ingevallen koppen kijken me droevig aan. Te weinig, lees ik in hun ogen. Oh god laat ons het overleven en een vruchtbare zomer beleven…
Het is zomer geworden. Langzaam komen we weer op adem. Ons graan wuift op de akkers, het eerste hooi is op de zolder getast. We hebben weer kaas, meer dan we opkunnen. Komende woensdag ga ik naar de markt om vroege aardappelen en de verse kaas te verkopen!
Bij het ochtendgloren ben ik van huis gegaan met twee ransel volgepakt. Ik heb Elisabeth geïnstrueerd wat er allemaal moet gebeuren op de boerderij vandaag. Hopen dat het goed gaat. Dit moet ik zelf doen, de verkoop. Elke pfennig is nodig om te overleven. Ik ga lopen, de paarden zijn nodig om het zware werk op het land te doen. De zware tassen en het mulle zand maken de tocht zwaar. Ik ben blij als ik Bentheim bereikt heb.
Ik loop naar de marktmeester en pacht een kraam. Ik ding af op de prijs en hij heeft toe. Waarschijnlijk straalt de armoede van me af. De verkoop gaat goed. De kaas is gewild en de aardappelen dik. Míjn beurs vult zich en als ik los ben ga ik zelf de markt op. Ik weet voor weinig wat oude wintervoorraad gedroogde pruimen en appels te kopen. Zoete smaakmakers voor de pap!
“Bregje?” Hoor ik achter me. “Jij bent het toch?” De stem herken ik meteen. Silvester!!! Ohh…ik hou me aan de kraam vast om mijn evenwicht te bewaren. Drie tellen later draai ik me om. Waar is hij??? Ik herken zijn rug en loop snel achter hem aan. Hij loopt een geste in en ik volg. Het is donker tussen de huizen en plotseling voel ik een hand op mijn schouder. Ik kijk en Silvester staat naast me in een terugliggend deurportaal. Ik val hem om zijn nek en barst in tranen uit. Een heel jaar van ellende en zeven boete jaren lossen op in tranen. Silvester heeft zijn armen om me heen. Ik voel me weer 17, bleu en onervaren.
We zijn aan de stadse drukte ontsnapt en zitten op een steen bij de bosrand. Ik herken het dak van de herberg waar het allemaal gebeurd is. Sil heeft brood en wijn gekocht. Ik heb nog kaas en hem veel te vertellen maar ook weer niet. Ik geniet vooral van zijn aanwezigheid. De man waarmee ik ontrouw was… en onmiskenbaar de vader van Peter.
Het eten doet me goed. Voor het eerst heb ik weer een vol gevoel. Het maakt me rozig zo in het zonnetje. Ik laat me achterover glijden op de warme steen. Even later voel ik een schaduw over mijn gezicht gaan. “Mag ik?” Vraagt hij. Ik knik. Silvester mag àlles van mij. Hij zoent. Die lippen… kippenvel! Voorzichtig zoent hij verder. “Je bent nog steeds zo mooi als 7 jaar terug, eigenlijk nog mooier.” Ik kijk hem ongelovig aan. “Zeven jaar boerderijleven, vijf zwangerschappen… dat maakt me mooier? “Mijn lijf heeft het te verduren gehad Sil. Het is niet meer zo strak en jeugdig als toen.” “Mijn lijf ook niet. Er is een van voor en een na ons samenzijn.” Silvester kijkt me aan. “Ik heb met veel vrouwen het bed gedeeld. Van dienstmaagden, vrouwen van plezier tot een belegen hertogin en zelfs een prinses… overal waar ik kwam was er wel een vrouw die het bed wilde delen. Altijd was ik op zoek naar het hoogste genot. Na onze nacht was er geen vrouw die dat haalde. Jij was er altijd en de maatstaf. Niets en niemand kon het halen wat ik met jouw beleefde. Het was gekmakend.” Er loopt een traan over zijn wang. “Ik wist dat ik je niet kon krijgen. Je bent getrouwd en wat wij deden… Ik Sloeg Bentheim in het vervolg over en ontweek de jaarmarkt in Oldensale. Als ik daar op andere keren kwam zorgde ik ervoor dat ik je vader ‘toevallig’ tegenkwam. Beleefd vroeg ik telkens hoe het met je ging. Het was een marteling en een zalving. Het ging goed en je was gelukkig hoorde ik… maar zonder mij. Zonder mij…
Ik realiseer me dat Silvester waarschijnlijk niet weet dat ik weduwe ben geworden afgelopen winter. Ik ben vrij, vrij om te kiezen met wie ik wil samenleven. Meneer pastoor is al een paar keer geweest en omzichtig gesproken over huwelijkskandidaten. In alle ellende had ik daar geen behoefte aan. Ik ben een rijke weduwe geworden van een heereboer. Een gewilde partij. Er zijn genoeg mannen die een verstandshuwelijk willen aangaan en de boel willen overnemen. Het besef dringt tot me door. Ik kan ook Sil trouwen maar wil hij dat. Een oude vrouw en leven op een afgelegen plek. Elk jaar hetzelfde. Het kostte mij veel moeite om er te wennen…. Ik moet nadenken.
“Hoe is het je verder vergaan de afgelopen jaren?” Vraag ik. Sil vertelt. “We trokken met de groep van stad naar kasteel. De troubadour is overal welkom, weet je. Nieuwtjes, vermaak, andere gezichten. Langzamerhand dunde de groep uit. De jongens vonden vrouwen, de meiden mannen. Ik trok verder. Ik vond geen rust, geen vrouw. Op het laatst was ik alleen en trok van kasteel naar kasteel. Dat waren de mooiste bestemmingen. Er was goed eten, een warm bed en luisterend ge-engageert publiek. De beloning is vaak rijkelijk. Iedereen langs de wegen kent me inmiddels en zelfs struikrovers behoren tot mijn clientèle. Nadat je bent gegaan na onze nacht heb ik begrepen wat ik je heb aangedaan. Men sprak hier in de stad van dat koekoeksjong van Borger Venterink. Ik voelde me schuldig en kon er niets aan veranderen. Ik heb op een zomerse zondag de ‘Borger Venderink’ opgezocht. Ik wilde weten wat ik had aangericht. Vanuit de bosrand heb ik naar jullie zitten kijken. Jij was er, je man en zijn ouders, de kinderen dartelden om jullie heen. Het leek zo mooi en harmonieus. Ik ben overbodig gewordenleek het. Ik leef aan de rand van de samenleving. Ik beschouw en bezing. Dat is mijn leven geworden. Ik hoor nergens bij, ik heb geen thuis.”
De laatste zin spreekt hij zachtjes uit, starend naar de dikke muren van Bentheim. Ik zie hem bedroefd kijken. “Zou je dat willen en kunnen?” Vraag ik. Verward kijkt Sil me aan. “Ergens thuis zijn” verduidelijk ik. Hij knikt. “Reizen maakt je los van alles. Volledig vrij zijn. Als je lang reist kom je ook vrij van je wortels. Je raakt op den duur ontheemd. Op een bepaald moment werkt het tegen je. Opnieuw de confrontatie met het onbekende, elke dag opnieuw en opnieuw. Vroeger bracht het energie. Nu word ik er moe van.” Stil kijken we beiden naar de stad voor ons.
“Hoe is het met je echtgenoot en je gezin?” Ik zwijg… liegen lijkt de makkelijkste weg maar wil ik dat. Wil ik een vreemde man, door meneer Pastoor gearrangeerde boeren weduwnaar, tussen mijn lakens? Of neem ik het risico dat ik een lapswans van een muzikant trouw die alleen maar op zoek gaat naar andere vrouwen?? Heb ik überhaupt nog een man nodig?? De boerderij draait ik ken de seizoenen, het overleven van de afgelopen winter heeft me sterk gemaakt maar hou ik dat vol, alleen? Gaan onze noabers dat accepteren?? Zij zijn cruciaal om te kunnen overleven…
Het gesprek is stil gevallen. Sil kijkt me aan, wachtend op een antwoord. “Ik, ehh.…” we zitten tegenover de poort waar ik ben door gegaan, terug naar mijn gewone leven en besluit om te beginnen bij waar wij geëindigd zijn.
“Een jaar voor ons samenzijn ben ik getrouwd met Jootje. Bleu heb ik me laten schalken door hem. Hij heeft me genomen, we zijn getrouwd en onze zoon Hanne werd geboren. Binnen drie maanden werd ik weer zwanger van onze tweede zoon Peter, vernoemd naar mijn vader. Zijn haar en huidskleur zijn anders dan van Hanne en zijn twee zusjes.” Ik kijk Sil strak aan. Zíj́n zwarte haar wordt grijs aan zijn slapen. “Als laatste kwam er een dood geboren kindje. Een jongetje.” Ik haal diep adem. Het weggestopte verdriet overvalt me. Sil ziet het en streelt mijn rug. Jootje heeft dát nooit gedaan… stil zit ik te grienen. Sprakeloos. Sil wacht geduldig op mij. Ik snotter en herpak me. “Het leven gaat door en de seizoenen wisselen elkaar af. Afgelopen zomer was een rampjaar. Te nat, te warm… Na een marktbezoek hier kwam Johan, mijn Schwiegervater, ziek thuis. Buikloop…. Hij, maar ook Jootje en Hanne overleden. Drie generaties. Weg…. Samen met Elisabeth mijn schwiegermutti hebben we de boerderij en het gezin draaiende gehouden en de winter overleefd.” Ik snik opnieuw. “Het ging maar net” kan ik nog met een geknepen stem uitbrengen. Opnieuw streelt Sil m’n rug. Ohh jeetje wat wil ik hem graag! Mijn lichaam giert onder zijn aanraking. Hij voelt het schijnbaar en schuift dichtbij. De aanraking van zijn lichaam met de mijne beneemt me de adem. Sil kust me op mijn hoofd en knabbelt aan mijn oor. Hij wil me zoenen en ik neem zijn hoofd in mijn handen. Van dichtbij kijk ik in zijn mooie bruine ogen. “Ik ben nu een ongebonden vrouw maar niet vrij van alles. Ik ga niet voor de derde keer boeten voor een misstap. Deze keer gaat het ‘zoals het hoort’. Ik zie zijn ogen langzaam veranderen. Hij maakt zich los van me, glijdt van de steen en stapt twee stappen naar voren. Stil staat hij met de rug naar me toe. Mijn hart bonkt in mijn keel. Voor deze man doe ik alles op aarde behalve wat God verboden heeft. Dát heb ik afgeleerd! Misschien moet ik hem leiden naar wat ik ongelofelijk graag wil; hem aan mijn zijde als mijn wettige echtgenoot.
Ik begin zachtjes te praten. “Als we het doen doen we het op de juiste wijze. De afgelopen zeven jaren waren zwaar. Ik heb geboed voor mijn gedrag, mijn zonden. Nog eens zeven van deze jaren wordt mijn dood en de dood van mijn kinderen. Ook de dood van jou zoon.” Sil draait zich om kijkt me aan. Hij ziet dat ik het meen. “Alleen met Gods zegen…” Hij stapt op me toe en knielt. Mijn hand glijdt de zijne.
Tot aan de boerderij heb ik die niet meer losgelaten. Het schemert al als we de binnenplaats oprijden, samen zittend op zijn grote zwarte paard. De kinderen zien me het eerst. “Mama, mama is er weer!!” Gelaten rennen ze op ons af. Ik ben blij ze weer te zien, helemaal omdat ik Silvester heb meegenomen. Het personeel kijkt verbaasd naar de man achter mij. Elisabeth verschijnt in de deuropening. Ook zij kijkt verbaasd. Ik pak Sil bij de hand en loop naar haar toe. Ik omhels haar wat ik zelden doe. “Mag ik je voorstellen aan mijn aanstaande; Silvester.” Ze kijkt. Haar ogen vernauwen en werpen een blik op Peter. Ik voel me ontmaskerd. Opnieuw omhels ik haar. “God zal eerst Zijn zegen over ons uitspreken.” Ze beoordeelt zijn gestalte en knikt. Nu valt het mij ook op. Hij gaat best netjes gekleed, nog niet zo chique als een koopman maar comfortabeler om het reizen.
“Silvester…” kraakt Elisabeth’s stem. “Ik ken u. Ik ken u van de jaarmarkt. Wat trekt het boeren leven naast de moeder van mijn kleinkinderen?” Silvester glimlacht. Ik weet dat hij rap van tong is en begint te praten. “Het trekken van hof naar hof, van stad naar stad valt me steeds zwaarder. Nergens binding, alle contacten zijn vluchtig, gesprekken zonder diepgang. Ik hunker naar regelmaat en stabiliteit, vrouwe. Uw schoondochter heeft nood aan een man. Ik heb mij voorgenomen deze nood te ledigen zo goed als in mijn vermogen ligt.
Over vermogen gesproken. Mag ik u deze dukaten overhandigen om uw nood en die van uw naasten te ledigen zover het met dukaten te ledigen valt.” Zowel Elisabeth als ik kijken verbaasd. “Als brenger van nieuws en vertier werd ik veelal goed gewaardeerd vrouwe. Ik heb spaarzaam geleefd met mijn vizier verder dan de dag van vandaag en verder dan de horizon. Daar sta ik nu.”
Onder de indruk van Silvester’s woorden kijkt Elisabeth mij en Silvester om de beurt aan. Ze weegt de dukaten in haar hand. “Neemt u geen overhaaste beslissing mijn heer?” Vraagt ze.”Silvester voor u, vrouwe, Silvester.” hij pakt Elisabeths’s hand en buigt. “Zeven jaar geleden heb ik dit al besloten. Toen waren de sterren mij niet welgezind.” “Elisabeth, Silvester. Elisabeth Borger Venterink.” Stelt ze zich officieel voor. “Kom binnen. De haard brand.”
Elisabeth overhandigd mij de dukaten en de sleutel van de kist. Ik berg ze op als Elisabeth met Sil de keuken in loopt. Ik lach in mezelf. Ze is een sluwe vos, Elisabeth. De dukaten zijn opgeborgen en de vorige eigenaar weet niet waar. Als ik terug kom heb ik de sleutel aan mijn schort geknoopt. Elisabeth ontfutseld mij de sleutel en ik sta het toe. Sil is een mooie prater maar moet zich eerst bewijzen. Daarin begrijpen we elkaar. Als het bedtijd is kruip ik kuis bij de meisjes in de bedstee. Sil mag de bedstee beslapen waar Jootje en ik sliepen. De volgende ochtend is Sil op tijd wakker en schuift aan het ontbijt. De pap is dikker en gezoet met gedroogde pruimen. Ik zie dankbare gezichten en stralende ogen. De wanhoop heeft plaats gemaakt voor hoop. Hoop op een goede toekomst.
Sil volgt me de hele dag en helpt waar hij kan. Zijn kennis van dieren en gewassen is groter dan ik vermoedde. Ook het zware werk gaat hij niet uit de weg. De stallen moeten gemest worden en hooi van zolder gehaald. Met de knechten samen klaart hij de klussen. ik zie hem genieten van het werk. Het is dankbaar en nederig.
‘s Avonds zitten we als een verliefd stelletje bij de haard. Als Elisabeth naar bed is zoenen we wat. Het verlangen is groot maar ik hou me aan mijn kuisheidsbelofte en stap weer in de bedstee bij de meisjes.
Het is zondagmorgen. De zon schijnt en de kerkklokken luiden. Ik loop trots aan Silvester’s arm naar de kerk in Limbeck. De familie de knechten en de meiden zijn allemaal mee. De meiden hebben een mooie bloemenkrans gemaakt en m’n haar mooi ingevlochten.
Het is als een lopend vuurtje door de parochie gegaan. De weduwe van Borger Venterink gaat zondag trouwen! De kerk zit daardoor vol. Iedereen is nieuwsgierig. De noabers komen in de middag hun opwachting maken. Ze stellen zich voor en brengen een cadeau mee. Vaak is het een zeie spek of een ham.
‘s Avonds kruip ik sinds lange tijd bij een man in bed. Toch licht gespannen lig ik te wachten op Sil. Hij stapt met een blaker de bedstee in. Het is stil in huis. Af en toe snuift een beest of rammelt een emmer. Zijn hemd gaat uit en gaat naakt liggen. Ik volg hem en eveneens naakt kruip ik tegen hem aan. Tranen biggelen over zijn wangen. Ik voel me euforisch. Eindelijk, eindelijk ben ik met de man waarbij ik mezelf voel, in mijn kracht sta, gezien wordt…. Met mijn hemd dep ik zijn tranen op. “Ssstt, ssstt… rustig maar. Ik weet dat het gelukstranen zijn” stel ik Sil gerust. Zachtjes streel ik zijn borst en buik. Zijn geslacht komt met schokjes omhoog. Gefascineerd kijk ik er naar. Ik kruip op hem en mijn geslacht druk ik op de zijne. Zijn gemak verstijft verder. Ik zoen zijn natte gezicht. Vier dagen heb ik me ingehouden, in Godsnaam….
Met graagte ontvang ik Sil’s gemak. Zuchtend geniet ik hoe mijn opening hem opneemt en genot opwekt. Honderden keren ben ik genomen, ooit één nacht zo. Herinneringen komen terug van die nacht in de herberg, zeven jaar geleden, Vijf keer is er een kindje van gekomen. Nieuw leven… dat zou een geschenk zijn. Rustig schommel ik op hem. In het licht van de blaker zie ik dat Sil’s tranen opgedroogd zijn en hij geniet van de wrijving tussen onze geslachten. Zijn vingers ontfermen zich over mijn wat verslapte borsten en buik. Desondanks zie ik hem genieten. Als hij zachtjes in mijn tepels knijpt voel ik het tot mijn onderbuik. Die sensatie dat gevoel… Ik voer mijn ritme op en Sil volgt. Steeds sneller en sneller stoten we. Onder me begint Sil te kreunen. “Ah, ahh, aaahhh!!!” Schokkend spuit hij zijn lichaamssappen in me. Zijn bewegingen stoppen en ik zoek naar bevrediging door op zijn slapwordende pik te blijven rijden. Gefrustreerd zoek ik…. Zijn handen schuiven onder mij en met zachte dwang drukt hij me omhoog. Zijn pik floept uit me, zijn sappen druppelen langs mijn lipjes.
Teleurgesteld kijk ik naar beneden. Sil stuurt me op zijn gezicht en ik steun tegen de bedsteewand. Zijn tong streelt zachtjes mijn lippen. De tovenaar! Een déjà vue overvalt me. Liggend op het bed in de herberg word ik voor het eerst dáár gezoend door een man, kijkend naar de sterren. De sterren op de hemel van het bed. Opnieuw beleef ik de sensatie die het toen opwekte. Ook zijn handen… zijn vingers strelen subtiel mijn tepels, zijn tong mijn lipjes. Op het moment dat hij zuigt krimp ik ineen. Schokkend kom ik klaar en een zachte kreun kan ik niet onderdrukken. “Oohhh….” Diep adem ik in. Opnieuw zuigt Sil krachtig en knijpt tegelijkertijd in mijn tepels en opnieuw kom ik! Onbeheerst schok ik op zijn gezicht en schiet los van hem. Buiten adem voel ik opnieuw zijn lippen op de mijne. Ik zet me schrap…. Sterretjes spatten uiteen in mijn hoofd. Ik hoor een bonk en als ik bij kom hang ik tegen de bedsteewand aan. Ik kan niet meer ademen en met moeite trek ik mezelf los van Sil’s mond. Ik val achterover.
Hijgend lig ik op zijn benen, mijn benen dubbel gevouwen onder me. “Tovenaar… tovenaar, jij… wat doe je met me, tovenaar… mmm...” stamel ik. Zijn handen strelen mijn buik en borstjes, strak gespannen door mijn houding. Zachte strelingen over mijn super gevoelige tepeltjes laten mijn buik schokken. Zijn onderzoekende vingers strelen langs mijn lipjes en raken een gevoelig punt. Zover het kan stoot ik met mijn heupen omhoog. Opnieuw sterretjes. Ik hou het niet meer en laat alles gaan. “Ohhh….stooopp!!” Kreun ik “Stop!!”
Het eerste dat ik me herinner zijn mijn benen. Ik voel ze niet meer. Bewegen lukt niet. “S, Sil??” Vraag ik met wat paniek in mijn stem. “Ja?” Antwoord hij rustig. “Ik, mijn benen! Ik kan ze niet meer bewegen.” Voorzichtig tilt hij één voor één mijn benen op en bevrijdt ze uit de benarde positie. Het lijkt wel of ze natintelen van m’n orgasme. Ik besef weer hoe ik lig; naakt op mijn man, de man die me betoverd. Zijn handen rusten op mijn buik. Nagenietend leg ik mijn handen op de zijne. Ik overdenk wat er gebeurt is, wat Sil met me deed… het was heftig en buiten alles. Geen vergelijking met iets… dit is, dit is toveren. Dit is wat deze man bijzonder maakt. Genot.…
Langzaam word ik wakker. Ik zweef lijkt het. Mijn onderbuik kriebelt. Ik lig op mijn buik, mijn benen wat wijd. De kriebel laat me zweven. De druk op mijn holletje neemt toe. Klaar wakker schrik ik op. “Liefje… rustig maar…” Sil’s stem kalmeert me. Hij pakt m’n hand en draait de palm naar boven toe. Hij dwingt me om deze onder me te schuiven. Ik geef toe en mijn vingers vinden de lipjes tussen mijn benen. Zijn vinger streelt me daar. Het voelt zalig. Hij stopt en kromt mijn vingers. Verschrikt van de reactie trek ik terug… ik lig weer ontspannen en maak de beweging die Sil mijn vingers net maakten. Ik voel mijn lipjes wat wijken en ik voel een wat harder deel… de wereld staat stil… ik kan ook toveren! Opnieuw en opnieuw laat ik mijn vingers over dat plekje glijden. Opnieuw bemoeit Sil zich er mee. Gladde vingers glijden er langs. Mmmm, ik voel zelf dieper tussen mijn benen en daar is het glibberig maar niet zo lekker. Met gladde vingers glij ik terug naar het harde bobbeltje. De sensatie neemt toe. Het bed schut en ik voel een lichaam tegen mijn billen. Ik verstijf!! “Ga door” fluistert Sil in mijn oor. “Toe maar.” Onrustig wrijf ik maar het gevoel is weg.
Op mijn schouders voel ik zachte lippen. Sil kust me. Mmmm… ik ontspan. Opnieuw voel ik mezelf en het voelt weer lekker. Ik ontdek dat het heerlijk is om mijn heupen te bewegen. Mijn andere hand streelt fijn mijn been en flank. Vanaf achteren voel ik wat langs m’n lipjes glijden. Zijn vingers?? Het voelt zo lekker dat ik mijn heupen omhoog beweeg. Ik voel mijn opening opgerekt worden door mijn eigen beweging. Stil lig ik en voel ‘het’ dieper in me schuiven. Sil kreunt boven me. Ontspannen laat ik mijn heupen op bed zakken. Sil volgt me en zijn gewicht voel ik op me. Even voel ik paniek opkomen…. Het is Sil, Sil… niemand anders. Sil en ik voel zijn gemak in me en lig stil. Sil ook.
Mijn vingers liggen werkloos tussen mijn lipjes. Zachtjes beweeg ik ze. Ik haal diep adem als ik voel wat er gebeurt. Rap voer ik het tempo op en begin met mijn heupen te bewegen. Zijn gemak voel ik in me. Mijn heupen beweeg ik zo dat zijn gemak mij extra stimuleert Ik hijg ondertussen van opwinding en genot. Dit, dit is de tovenarij die ik van Sil herken maar nu zelf opwek. O god. Ohhh god! Mijn lichaam golft, golft op de golven van genot. In me voel ik een pik pulseren. Sil’s lichaam voel ik op me. Hijgend ligt zijn hoofd naast de mijne. Als ik dit eerder had geweten, als ik dit had geweten… zo fijn. Als ik… dat ik hetzelf ook kan…een soort van jubel stemming overvalt me! Ik lach. Ik lach harder. Ik blijf lachen!! Tranen van blijdschap en verdriet. Sil lacht mee. Misschien om dezelfde reden, misschien niet. Hij rolt van me af en ik kruip in zijn oksel. Hij trekt de deken over me heen. Met een glimlach val ik in slaap bewust van mijn lichaam en dat van mijn man. Hij, die me zelfregie over mijn lichaam heeft laten ervaren.
Ik wordt wakker van Sil. Hij beweegt in zijn slaap. Ik ben niet gewend om tegen m’n man aan te slapen. Joontje draaide meteen weg als hij zijn genoegen had gehad. Onrustig draai ik wat en streel over m’n lichaam. Als ik tegen mijn borst stoot gaat mijn hand automatisch naar beneden. Waarom?? Ik streel mijn borstje en voel mijn tepeltje, het zachte topje. Als ik daar overheen ga tintelt het door m’n buik. Mmm, lekker. Ik streel mijn borstje uitgebreider en het tepeltje wordt hard. Die sensatie laat mijn opwinding toenemen.
Opnieuw verken ik mijn lichaam. Elk plekje dat ik nu aanraak tintelt onder mij vingers. Ik geniet van de aanrakingen en uiteindelijk voel ik aan het plekje waar Sil vannacht mijn vingers op legde. Het is daar weer warm en glibberig. Ik streel en langzaam neemt mijn opwinding toe. Mijn lichaam begint te kriebelen, meer en meer. Ik voer het tempo op en daarmee de opwinding. Gestrekt druk ik me tegen Sil aan en voel een orgasme opkomen. Stil maar met kleine schokjes rij ik tegen zijn lichaam op. Mijn hoofd spat uit elkaar.
Zachtjes hijgend kom ik weer tot bedaren. “Was het fijn” vraagt Sil. Ik voel me een beetje betrapt maar ook weer niet. Hij heeft me immers bewust gemaakt van mijn lichaam. “Ja. Heb ik je wakker gemaakt” vraag ik. “Ja maar je lag zo lekker te tegen me aan, te genieten van jezelf. Dat wilde ik niet verstoren. Kreeg er een stijve van!” Nieuwsgierig streel ik zijn buik op. Daar vind ik een stijf gemak, kloppend op zijn hartritme. Het voelt warm en hard. Mijn aanraking laat hem opwippen. Mijn hand sla ik er omheen en schuif de huid onderzoekend op en neer. Het topje is nu ontbloot en met een vinger ga ik langs het randje. “Ohh” kreunt hij zachtjes. Sil draait naar me toe en zoent me. Aahhjaa, wat geniet ik van hem!
Ik wil hem opnieuw in me zoals hij me net beminde. Daarvoor draai me op m’n buik, mijn hand schuif ik onder me en spreid m’n benen. Ik kijk hem aan. Sil kijkt naar me en begrijpt wat ik wil. Dan kruipt hij tussen mijn benen en bedekt met zijn lichaam de mijne. Geborgen lig ik onder hem. Zijn gemak voel ik tegen mijn vingers botsen en begeleidt deze naar mijn openingetje. “Ohhh” kreunt Sil zachtjes als hij in mij schuift. “Mmmm” brom ik van genot. Het gevoel is compleet anders dan Joontje bij me losmaakte. Dat was strijd, dierlijke drang…. Dit is liefde, passie, respect, gelijkwaardigheid… tranen wellen op. Zó fijn! Ik geniet van de bewegingen in me en vergeet mezelf bijna. Met mijn heupen kom ik Sil tegemoet. Ohhhjaahh” kreunt hij zachtjes en stoot met hernieuwde energie in me. Als een razende gat hij tekeer en ik laat mijn vingers meedoen. Tegelijkertijd komen we tot ontlading. Zijn uit mij geperste zaad lekt langs mijn lipjes en maakt mijn plekje super glad. Meteen kom ik opnieuw klaar onder Sil, die met zijn volle gewicht verdwaasd op me ligt. De beperkte ruimte om te bewegen maakt het super intens.
Als een natte vaatdoek lig ik onder hem, benauwd vanwege de weinige lucht die ik nog kan inademen. Ik druk me iets uit de matras en haal diep adem. Sil schuift half naast me. We zoenen. Intens zoenen we. Met hem wil ik oud worden. Schiet door mijn hoofd, Mijn God. Ik hoop dat het ons gegund wordt.
Trefwoord(en): Middeleeuwen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10