Door: Jefferson
Datum: 14-03-2025 | Cijfer: 8.3 | Gelezen: 856
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 7
Lengte: Lang | Leestijd: 32 minuten | Lezers Online: 7
Vervolg op: Bingo - 1: Niet Echt Mijn Nummer
De Hand Van Karin, De Blik Van Toby
Het was er al weken, een zwaar, onzichtbaar gewicht dat ik met me meedroeg, een waarheid die niet de mijne was, maar die ik desondanks niet meer los kon laten. Een geheim. Niet alleen een geheim dat ik voor mezelf hield, maar een geheim dat ook niet voor mezelf bedoeld was. Karin had het me verteld, had het me toevertrouwd, maar niet met de verwachting dat ik het voor altijd zou verzwijgen. Ze had zelfs gezegd dat ik het mocht delen, als ik dat wilde, alsof het iets gewoons was, alsof het een logische volgende stap was in een gesprek tussen vriendinnen. Maar het gaf me nog steeds de rillingen, niet eens omdat ik dacht dat het verkeerd was, maar omdat ik niet wist wat ik ermee aan moest.
Wat Karin en Max doen… ik kon het niet geloven.
Het was niet alleen het feit dat ze het deden, maar vooral hoe ze het me vertelde. Niet aarzelend, niet vol schaamte, niet alsof ze een bekentenis deed die haar zwaar viel. Ze was nerveus, dat zeker, haar vingers speelden met de rand van haar mouw zoals ze altijd deed als ze zich ergens bewust van was, maar haar ogen… haar ogen straalden iets anders uit. Trots, misschien? Of zelfverzekerdheid? Ik wist niet wat het was, maar wat het ook was, het was geen spijt. Geen enkel moment leek ze zich te schamen voor wat ze deed.
En ik? Ik durfde haar niet te confronteren, ik durfde niet te zeggen dat het fout was, niet alleen omdat ik bang was haar te kwetsen, maar ook omdat ik ergens diep vanbinnen wist dat ik het zelf niet zeker wist.
Nu heb ik het verteld aan Toby.
Het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Niet omdat ik bang was voor zijn oordeel, maar omdat ik wist dat het iets zou veranderen. Iets definitiefs.
En zijn reactie? Ik weet het niet. Hij zei zo weinig.
We lagen daar maar, in de stilte die tussen ons groeide, in de spanning die ik niet onder woorden kon brengen, in de afwezigheid van een echt gesprek. Het laten zien was misschien nog wel moeilijker dan het vertellen. Maar ik moest het doen. Niet alleen voor hem, maar ook voor mezelf. Want het vrat aan me. Het vrat aan ons. En als ik het bleef verzwijgen, dan zou er iets breken.
Maar hoe hij keek naar Karin… ik heb het gezien.
Ik neem het hem niet kwalijk. Hoe kon ik ook? Zo keek ik de eerste keer ook. Verward, geboeid, geschokt, maar vooral iets anders… iets wat ik zelf niet durfde te benoemen. Maar ik zag meer dan dat. Ik zag hoe hij keek naar alles wat ik niet ben. Alles wat ik niet doe.
En toch liet ik het hem zien.
En nu?
We spraken er de volgende dag niet over. Niet die dag, niet de dagen daarna. Geen woord, geen opmerking, geen grapje om de spanning te breken. Alleen stilte. En het ongemak bleef, niet alleen bij mij, maar nu ook bij hem. Het hing om ons heen, als een aanwezigheid die we allebei voelden maar niet durfden te benoemen. En ik wist dat het niet vanzelf zou verdwijnen.
Een paar dagen later zit ik met Karin koffie te drinken in een café, iets verderop in de stad, een plek waar we vaker komen, waar de cappuccino altijd goed is en de serveerster ons herkent, waar we gesprekken voeren over alles en niets, zoals vriendinnen dat doen. Soms met anderen, maar vaak ook gewoon samen, zoals nu.
En daar zit ze dan. Keurig, netjes, beleefd, verzorgd, haar haar perfect in model, haar make-up subtiel maar onberispelijk, haar houding moeiteloos ontspannen, alsof niets haar uit balans kan brengen. Ze praat over iets alledaags—werk, een serie die ze kijkt, een nieuw restaurant dat ze met Max heeft geprobeerd—en nergens, in niets wat ze doet, laat ze merken wat ik van haar weet. Geen zweem van de Karin die ik zag in het filmpje, geen spoor van de vrouw die daar, midden in het park, op haar knieën zat, haar lange rode haren in een staart gebonden, haar lippen om Max heen gesloten, haar gezicht bedekt met zijn zaad, haar blik omhoog, speels, zelfverzekerd, volledig in controle.
Ik weet niet hoe ik dit aan elkaar moet rijmen.
Ik probeer me voor te stellen dat ik op haar plek zou zitten, dat ik degene zou zijn die daar knielde, verborgen in de bosjes, met Toby voor me, zijn hand in mijn haar, mijn lippen om hem heen. Maar het beeld klopt niet. Ik zie mezelf niet zo. Nee. Echt niet. Toch? Ik bedoel… nee. Ik weet het niet. Ik denk het niet.
En Toby?
Hij wil dit toch ook niet?
Ik snap dat hij wil wat Karin deed, dat hij verlangt naar iets wat ik hem nooit op die manier heb kunnen geven, en ik weet hoe erg ik dat vind, hoe moeilijk het is om toe te geven dat er een tekort is dat ik niet kan opvullen. Maar dit… dit was meer dan dat. Dit was een stap verder. Een grens die ik nooit had overwogen. Een grens waarvan ik niet wist of ik hem ooit zou kunnen overschrijden.
Na een uurtje, als we allebei een tweede kop koffie voor ons hebben staan en het gesprek zich langzaam een richting op moet bewegen, breekt Karin de stilte die ik zelf niet durfde te doorbreken.
Ze vraagt het luchtig, maar ik hoor de nieuwsgierigheid in haar stem, de onderliggende spanning in haar toon, alsof ze precies weet waar dit naartoe gaat.
“Heb je het al aan Toby laten zien?”
Het is geen bevel, geen eis, maar een simpele vraag, alsof het niets bijzonders is, alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ik iets dergelijks met hem zou delen. Maar het waren haar instructies geweest. Niet dwingend, niet op een manier die me onder druk zette, maar gewoon als een suggestie, een richting waarin ze me duwde zonder echt te duwen. Want zo was Karin. Zelfverzekerd, ja. Maar nooit arrogant. Nooit dominant.
Voorzichtig geef ik toe dat ik het heb gedaan. Een paar dagen geleden.
Ze fronst licht. Niet boos, niet verwijtend, maar ergens verbaasd. Waarom had ik het haar niet eerder verteld? Waarom had ik niet uit mezelf iets laten weten? Maar wat had ik dan moeten zeggen? Dat ik er nog steeds niet over uit was? Dat ik niet wist hoe ik moest voelen wat zij wilde dat ik voelde?
We praten zachtjes, onze stemmen laag, alsof de woorden die we uitwisselen iets zijn dat niemand anders mag horen, alsof we op de rand van een wereld balanceren die niet voor anderen bestemd is. Want dat was ook weer niet de bedoeling. Natuurlijk niet.
Dan vraagt ze naar zijn reactie. Ze wil het precies weten, hoe hij keek, wat hij zei, of hij iets deed, of er iets in hem veranderde. En ik weet niet goed waarom, weet niet of ze op zoek is naar bevestiging, of ze iets wil horen wat haar geruststelt of juist uitdaagt, maar ik weet niet hoe ik haar een antwoord kan geven dat zin heeft.
Ik haal mijn schouders op.
“Ik weet het niet,” zeg ik, en het is de waarheid. “Jeetje,” zei hij alleen. Droog. En toen… toen gingen we slapen.
Karin trekt haar wenkbrauwen op, haar groene ogen analyserend, peilend, alsof ze probeert te begrijpen hoe dat mogelijk is.
“Gek,” mompelt ze.
Maar wat had ze dan verwacht?
Karin begint te praten, niet omdat ik erom vraag, niet omdat ik haar uitnodig om hier verder op in te gaan, maar simpelweg omdat ze het kwijt moet, omdat het in haar hoofd al te lang rondcirkelt, alsof ze wachtte op het juiste moment om haar gedachten hardop te laten bestaan. Ik voel de drang in haar stem, niet opdringerig, niet dwingend, maar wel aanwezig, een onderliggende urgentie die me laat begrijpen dat ze niet zomaar woorden in het luchtledige spreekt.
En wij zijn beste vriendinnen, toch? Als er iemand is met wie ze dit kan delen, ben ik het.
Ik luister, laat haar woorden over me heen spoelen, neem alles in me op zonder dat ik wil toegeven hoezeer ze me in haar verhaal trekt, hoe absurd ik het ook blijf vinden, hoe ver verwijderd het ook is van alles wat ik ken. Het maakt me nieuwsgierig, dat voel ik tot diep in mijn buik, maar ik wil dat gevoel niet erkennen, niet eens voor mezelf.
Ze heeft dit met niemand anders gedeeld. Alleen met mij.
Ik was de enige die wist wat zij en Max deden, de enige die ze had laten binnenkijken in een wereld die voor anderen verborgen bleef. En dat besef maakte alles nog zwaarder, alsof haar geheim nu ook een deel van mij was geworden, alsof ik de verantwoordelijkheid droeg voor wat ik wist, alsof het feit dat ik het gehoord had me automatisch een rol in dit alles gaf. Dit was geen roddel die zich als een onderdrukte fluistering door onze vriendengroep verspreidde, geen gerucht dat zich op een onschuldige manier door gesprekken verplaatste. Dit was iets wat alleen tussen ons bestond, iets wat ze me niet had toevertrouwd omdat ze bevestiging zocht, maar omdat ze wilde dat ik het begreep.
En ik had het gezien.
Ik herinner me die avond bij haar thuis, hoe gewoon alles voelde, hoe normaal het leek, hoe het begon als elke andere avond waarop we op de bank zaten met een glas wijn en gesprekken die vanzelf vloeiden, totdat ze haar telefoon erbij pakte en net iets te lang wachtte voor ze iets zei, haar vingers even over het scherm gleden, alsof ze zichzelf nog een laatste keer afvroeg of ze dit wel met mij moest delen. Maar toen drukte ze op afspelen.
Ik keek, zonder enig idee te hebben van wat ik zou zien, zonder dat ik voorbereid was op wat zich voor mijn ogen zou ontvouwen.
En meteen werd het duidelijk.
Dit was geen opwelling, geen spontane, impulsieve daad zonder betekenis. Dit was een spel, een uitdaging, een wereld die ze bewust had betreden, en waarvan ze nu, op een bijna vanzelfsprekende manier, wilde dat ik er ook naar keek.
Een soort bingo.
Maar dan anders.
Veel anders.
Ze legt uit waarom ze het doen, waarom zij en Max zichzelf filmen, waarom ze het online zetten, waarom ze niet langer binnen de grenzen van hun eigen slaapkamer blijven, maar de spanning vergroten door te weten dat er ergens, misschien op datzelfde moment, iemand anders naar hen kijkt. Ze praat zonder enige aarzeling, zonder schaamte, zonder de behoefte om zich te verdedigen, alsof dit een volstrekt logische evolutie is, alsof het niet eens een discussiepunt hoeft te zijn.
"Het maakt alles spannender," zegt ze. "Nog spannender."
Dat is het verschil tussen haar en mij.
Karin had altijd al een fijn seksleven. Dat zei ze zelf, en ik had nooit een reden gehad om daaraan te twijfelen. We waren een paar keer samen op vakantie geweest, nachtenlang in hotelkamers naast elkaar, Toby slapend aan mijn zijde terwijl ik wakker lag en de dunne muren precies genoeg ruimte lieten voor geluiden die ik niet had hoeven horen. Het ritme, de kreunen, het zachte tikken van het bed tegen de muur. Ik wist precies wat er gebeurde. Ik wist precies hoe het klonk als iemand écht genoot.
En Karin genoot.
Maar het was niet alleen wat ze zei, het was de manier waarop ze erover sprak. Het was hoe ze dit alles niet zag als iets wat ze moest verbergen, maar als iets vanzelfsprekends, als een keuze die net zo natuurlijk was als elke andere beslissing die ze in haar relatie nam. Alsof de stap van fijne seks naar gefilmde seks, gedeeld met anderen, niet meer was dan een logisch gevolg van hun verlangen naar meer. Alsof zij en Max iets hadden ontdekt dat ik nog niet begreep.
Ik snapte er niets van.
Ze deed dingen met Max, liet zich filmen, zette het online. Niet als een eenmalig experiment, niet als iets wat ze op een dag besloten en nooit herhaald hadden, maar als iets wat terugkeerde, wat groeide, wat een nieuw element in hun relatie was geworden. Dit filmpje was het enige wat ze met mij had gedeeld, maar ze had haar woorden zorgvuldig gekozen toen ze zei dat er al meer waren.
"We hebben al meer gemaakt."
Ze had niet gezegd wat. Maar ze had het wel laten doorschemeren.
Het ging verder dan alleen een pijpbeurt in de bosjes.
Ik voel de warmte in mijn nek, een lichte tinteling over mijn huid, en ik weet niet goed waarom.
Max.
Altijd al een leuke jongen geweest. Vriendelijk, zorgzaam, grappig, en, ja, aantrekkelijk, al was dat nooit een gedachte geweest waar ik iets mee deed. Maar nu, zonder dat ik erom had gevraagd, zonder dat ik het gewild had, stond zijn lichaam, zijn erectie, scherper op mijn netvlies dan die van Toby.
Ik luister naar Karin. Ik knik af en toe, laat merken dat ik haar hoor, maar verder zeg ik niets.
En ze merkt het. Dat weet ik.
Maar wat verwacht ze dan?
Opnieuw brengt ze het ter sprake, bijna terloops, alsof het een onderwerp is dat zich vanzelf aandient, alsof het een logische stap is in ons gesprek, alsof ze me zachtjes maar doelbewust terugduwt naar een plek waar ik niet wil zijn. Ze had het eerder ook al gezegd, op precies dezelfde manier, met diezelfde lichte toon die niets eiste, niets dwong, maar toch bleef hangen, als een gedachte die zich langzaam maar zeker in mijn hoofd nestelde.
"Het zou goed voor jullie zijn," zegt ze, haar stem luchtig, bijna nonchalant, alsof het geen discussiepunt is, maar een feit.
Niet als een advies, niet als een vraag, maar als een simpele constatering.
"Gewoon even iets anders."
We hoeven niets online te zetten, niets te doen wat niet goed voelt, niets te forceren, het gaat er alleen om dat we iets proberen, dat we onszelf uit onze vaste patronen trekken, dat we ontdekken wat er gebeurt als we onszelf toestaan om een grens te verkennen. Geen verwachtingen, geen verplichtingen, alleen een uitdaging, een spel, een manier om te voelen wat we misschien vergeten waren te voelen.
Haar woorden blijven hangen, niet omdat ze me overhaalt, maar omdat ze op een bepaalde manier kloppen. Spannend. Iets anders.
En dat was het ook. Spannend. Iets anders.
Dat was vanaf het begin haar bedoeling geweest, dat ik het zou delen met Toby, dat ik het hem zou laten zien, dat het misschien iets zou losmaken wat al te lang vastzat. Want Karin wist hoe het zat tussen ons, ook al had ze het nooit direct benoemd. Ze had ons nooit gehoord, dat wist ik zeker. Niet tijdens vakanties, niet door dunne muren, niet in bedden die iets te hard kraakten. Wij waren stil. Té stil.
Haar hand rust op de mijne, een zachte, warme aanraking die bedoeld is om me gerust te stellen, om me te laten voelen dat dit geen druk is, geen spelletje, maar oprechte zorg. Ze pusht me niet, dat heeft ze nooit gedaan. Dit is haar manier om te laten zien dat ze wil dat ik gelukkig ben, met Toby, dat ze het ons allebei gunt, dat ze me iets aanbiedt wat in haar ogen alleen maar goed kan zijn.
En Toby is geweldig. Dat weet ze.
En ze heeft gelijk, toch?
Ik wil Toby ook dingen kunnen geven, ik wil dat hij mij dingen geeft, ik wil dat het vanzelf gaat, moeiteloos, zoals het bij haar lijkt te zijn. Maar hoe langer ik eraan denk, hoe meer het voelt alsof dit helemaal geen nieuw vuur heeft aangewakkerd, geen sluimerend verlangen heeft blootgelegd, niets heeft geopend wat misschien alleen nog een duwtje nodig had.
Ik ben bang dat het juist iets kapot heeft gemaakt.
Toch zie ik de handreiking die ze me biedt, voel ik hoe haar woorden zich als een open deur voor me uitstrekken, een uitnodiging om een kant op te gaan waarvan ik niet zeker weet of ik dat wel durf. We waren een pad ingeslagen, bewust of niet, en er leek geen weg terug te zijn, niet echt, niet zonder toe te geven dat er iets fundamenteels veranderd was. Karin had gelijk. Het moest anders. Misschien kon het ook wel anders.
En dus zeg ik haar voorzichtig dat het idee me ergens wel prikkelt. Niet letterlijk, niet op de manier waarop ze het waarschijnlijk bedoelt, maar vaag genoeg om haar te laten weten dat ik er niet volledig afwijzend tegenover sta. Ik zeg er alleen niet bij waarom het me prikkelt, laat niet doorschemeren hoe het filmpje iets in mij losmaakte wat ik niet begrijp, iets waarvan ik niet weet of ik het wil begrijpen.
Maar wat ik wél weet, is hoezeer ik haat hoe het nu tussen mij en Toby zit.
Het was niet altijd zo geweest. In het begin, toen alles nog nieuw was, toen het verlangen nog simpel en onbevangen voelde, waren we ongeduldig, wachtend op het juiste moment, aftastend, zoekend. De eerste keer was ongemakkelijk en onprettig, maar dat was normaal, toch? Niemand verwacht dat het meteen perfect is. De tweede keer was niet veel beter, en dat was misschien ook niet zo vreemd, we moesten wennen aan elkaar, onze lichamen, onze ritmes.
Maar het bleef slecht.
Het bleef ongemakkelijk, onhandig, pijnlijk, voor ons beiden.
Ik weet niet precies wanneer het omsloeg, wanneer de hoop op verbetering veranderde in terughoudendheid, wanneer we onbewust besloten om het maar niet meer te proberen. Ik weet alleen dat ik steeds onzekerder werd, dat mijn eigen lichaam me begon tegen te werken, dat het elke keer slechter leek te gaan, dat ik krampachtig probeerde om mezelf te dwingen te ontspannen, maar juist daardoor verstijfde. Toby was te lief om er iets van te zeggen, en misschien maakte dat het nog erger.
Toby was echt lief.
En dat zeg ik opnieuw tegen Karin, net zoals ik het al vaker heb gezegd, met dezelfde zachte stem, dezelfde weemoedige ondertoon, alsof het een geheim is dat ik alleen aan haar toe durf te vertrouwen. Alsof het net zo’n groot taboe is als dat wat zij me heeft toevertrouwd. Alsof het op een bepaalde manier nog pijnlijker is.
Karin kijkt me even aan, een subtiel onderzoekende blik in haar groene ogen, en dan stelt ze iets voor, alsof het de meest logische stap is, alsof het een vanzelfsprekende oplossing is voor een probleem dat ik niet eens hardop had uitgesproken. Ze wil een challenge voor ons kiezen, een uitdaging van de bingokaart die zij en Max volgen, maar dan zonder te filmen, want dat hoeft natuurlijk niet, dat is geen vereiste, het gaat erom dat we iets proberen, dat we uit ons vaste patroon breken.
Ik aarzel, voel de weerstand in mezelf, de twijfel die zich onmiddellijk aandient, maar Karin zet door, niet op een opdringerige manier, maar met diezelfde vastberaden mildheid waarmee ze altijd spreekt als ze me ergens van wil overtuigen. Dit is geen druk, geen manipulatie, ze doet dit omdat ze wil helpen, omdat ze ziet hoe vast ik zit, omdat ze gelooft dat er een simpele oplossing is.
Ze pakt haar telefoon en opent de lijst, een exclusieve site, zorgvuldig vormgegeven, niets schreeuwerigs, geen goedkope graphics of ordinaire banners, geen associatie met de wereld die ik normaal gesproken onder 'pornografie' zou scharen. Alles ziet er bijna... professioneel uit, alsof het een privéclub is, een besloten gemeenschap waar alleen mensen met een zekere zelfverzekerdheid zich durven begeven. Ik durf haar niet te vragen om meer te laten zien, want ergens ben ik bang voor wat ik dan te weten kom, bang voor de grens die ik misschien in mijn hoofd al verlegd heb, zonder dat ik me er bewust van ben.
Op het scherm verschijnen zestien tegels, elk met een uitdaging, een opdracht, een experiment, en ik zie dat er een paar al afgevinkt zijn, dingen die zij en Max deze week hebben gedaan. "Elke week andere opdrachten," zegt ze nonchalant, alsof het niets bijzonders is, alsof dit net zo normaal is als een sportchallenge, een online fitnessprogramma, een manier om elkaar gemotiveerd te houden.
Ik durf bijna niet te kijken wanneer mijn blik over de woorden op het scherm glijdt, voel de hitte in mijn nek, de spanning in mijn vingers terwijl ik me probeer voor te stellen wat Toby zou zeggen als hij dit zou zien. Mijn keel voelt droog, en wanneer ik probeer te slikken, klinkt het harder dan ik had gewild.
Karin stelt drie opties voor.
De eerste: Titty Trap.
De opdracht is simpel: met mijn borsten moet ik hem zien klaar te krijgen. Met een beetje glijmiddel kan ik hem geen pijn doen, is het idee. Karin zegt het alsof het een voor de hand liggende keuze is, iets wat niet veel vraagt, iets wat speels en uitdagend kan zijn zonder ongemakkelijk te worden. Maar ik zie meteen het eerste probleem. Mijn borsten zijn klein, alles aan mij is klein, en ik kan me niet voorstellen dat dit überhaupt zou werken. Karin glimlacht begrijpend en zegt dat een tube topje wonderen doet, dat het perfect werkt, dat ze het uit ervaring weet, en ik weet niet waarom dat me nog nerveuzer maakt.
De tweede optie: Slow Jerk.
Alle tijd nemen, niets overhaasten, gewoon mijn hand, zijn lichaam, het meest basale wat er bestaat, en toch voelt het alsof dit voor mij de grootste uitdaging is. Hoe moeilijk kan het zijn? Dat is wat ik mezelf hoor denken, maar mijn hartslag versnelt, mijn vingers verkrampen bij het idee alleen al. Ik heb dit gedaan, natuurlijk, maar nooit op een manier die goed voelde, nooit op een manier waarbij ik niet bang was dat ik hem pijn deed. Karin zegt dat het niet kan mislukken als ik glijmiddel gebruik, maar hoe kan ze dat zo zeker weten?
De derde: Glazed Finish.
Hij zou zichzelf moeten aftrekken, op mij klaarkomen, de spanning eraf laten vloeien, een simpele, instinctieve ontlading die ervoor zou zorgen dat alles lichter, makkelijker werd. Maar ik weet niet eens of Toby dat zou kunnen, of hij dat überhaupt doet. Ik heb hem nog nooit zo gezien, nog nooit op die manier meegemaakt. Karin kijkt me aan, haar hoofd een tikje schuin, haar blik speels maar oprecht. "Elke jongen doet dat," zegt ze, alsof het een wetmatigheid is, alsof het iets is wat vaststaat. Maar Toby niet, denk ik. Toby is anders.
Alle drie de opties maken me nerveus. Ik voel geen opwinding, geen nieuwsgierigheid die groot genoeg is om de angst te overschaduwen, en ik zeg het ook tegen Karin, geef toe dat dit me eerder bang maakt dan enthousiast. Ze begrijpt het, natuurlijk begrijpt ze het, en ze zegt dat sommige dingen altijd even eng zijn, dat het juist de bedoeling is om te ontdekken wat werkt en wat niet.
Dan kijkt ze me serieus aan en zegt dat ik het in ieder geval met Toby moet overleggen, dat ik niets achter zijn rug om moet doen, want dat is niet goed, dat werkt niet. Er zit iets in haar stem wat me raakt, iets wat me laat voelen dat ze dit niet als een spelletje ziet, dat haar intenties oprecht zijn, dat ze echt gelooft dat dit ons zou kunnen helpen.
Ik glimlach flauwtjes, want misschien heeft ze wel gelijk.
En dat was precies wat ik wilde doen. Zowaar. Ik had het gevoel dat ik het moest doen, dat dit een moment was waarop ik een keuze kon maken, waarop ik mezelf kon dwingen om iets te doorbreken, om het patroon te veranderen dat zich al zo lang had vastgezet in onze relatie. Maar ik durfde niet.
Ik dacht dat ik het die avond nog zou zeggen, nu het nog vers was, nu het nog niet te veel in mijn hoofd kon gaan zitten en zich kon nestelen in mijn twijfel. Karin had me geappt, haar woorden stonden zwart op wit op mijn scherm, ik hoefde het niet eens zelf te verwoorden, kon het gewoon oplezen, hem laten zien, hem op een bijna objectieve manier laten meelezen in het gesprek dat ik met haar had gevoerd. Maar dat was precies het probleem.
Wat als hij zich verraden voelde?
Wat als hij boos werd, niet omdat ik iets verkeerds had gedaan, maar omdat ik het eerst met Karin had besproken en niet met hem? Wat als hij zich buitengesloten voelde, alsof ik over hem had gesproken in plaats van met hem? En misschien was dat ook wel zo. Misschien had ik meer tegen Karin verteld dan ik ooit tegen Toby had durven zeggen.
Maar het was niet alleen zijn reactie waar ik bang voor was. Het was mijn eigen onzekerheid, de mogelijkheid dat ik het verkeerd zou brengen, dat ik zou struikelen over mijn woorden, dat ik niet de juiste toon zou vinden en alleen maar verwarring zou zaaien. En het was de angst voor zijn teleurstelling. Niet in mij, maar in ons. In wat wij nooit hadden gehad, in wat hij misschien diep vanbinnen altijd al had geweten.
Maar Toby voelt het aan.
Net als de vorige keer.
Ik ben stiller dan normaal, nog stiller dan de vorige keer, alsof ik me onbewust al verraad zonder dat ik een woord heb gezegd. Hij merkt het, natuurlijk merkt hij het, en op een gegeven moment kan hij niet anders dan ernaar vragen, omdat de ruimte tussen ons te zwaar wordt, te geladen, te ongemakkelijk om zomaar te negeren.
Hij weet waar het mee te maken heeft.
Hij weet dat ik vandaag met Karin had afgesproken, dat ik met haar over iets had gesproken wat hem aanging, dat we nog steeds niet hadden gepraat over hun filmpje, terwijl we dat wel zouden doen.
Ik vertel hem voorzichtig wat Karin had voorgesteld, maar ik laat de details weg, geef hem alleen een vage uitleg, een voorzichtige omtrek van wat ze zei, zonder de precieze vorm in te vullen. Gewoon iets om te proberen, iets kleins, iets dat niet zwaar hoefde te zijn, iets wat op een lichte manier kon forceren wat vanzelf nooit leek te gebeuren. Dat was haar idee. En misschien werkte het wel?
Daarna valt er een stilte.
Maar dan, wanneer ik uiteindelijk zeg dat ik gewoon wil dat hij gelukkig is, dat alles wat ik doe voortkomt uit die ene simpele wens, zie ik hem iets doen wat ik niet had verwacht. Hij komt een stap dichterbij.
"Ik wil dat jij gelukkig bent," zegt hij.
Zijn stem is zacht, maar zijn woorden zijn duidelijk, doordacht, zonder twijfel. Ook als daar meer voor nodig is, ook als het iets betekent waar hij moeite mee heeft. Dat verrast me.
Ik zie aan hem dat hij het moeilijk vindt, dat dit voor hem net zo ingewikkeld is als voor mij, maar hij is bereid om een stap te zetten. En als hij dat doet, dan moet ik dat ook.
Hij zegt dat hij erover heeft nagedacht, dat hij het niet zomaar naast zich neer heeft gelegd, dat het hem wel iets deed, al was het niet per se het filmpje van Max en Karin dat de doorslag gaf, maar eerder het idee om zelf iets nieuws te proberen, om samen uit te zoeken of er een manier was om ons vastgeroeste patroon te doorbreken. Misschien werkte het wel, misschien was dit precies wat we nodig hadden.
En dan zegt hij iets wat ik niet zag aankomen.
"Als we het filmen, kunnen we ervan leren."
Zijn stem is kalm, doordacht, alsof hij de woorden eerst in zijn hoofd heeft gewogen voordat hij ze uitsprak, alsof hij niet zomaar iets zegt, maar een mogelijkheid aanreikt. Maar ik hoor hem nauwelijks, want bij het woord filmen verstijven mijn schouders, voel ik een golf van paniek in mijn borst, een reflex die ik niet kan onderdrukken. Dit was niet wat ik wilde. Dit was niet wat ik voor ogen had. Maar ik zeg niets, want ik zie iets in zijn blik, een fonkeling in zijn ogen, een nieuwsgierigheid die ik lang niet meer bij hem heb gezien, en ik weet niet of ik die zomaar mag doven.
Ik voel me compleet overrompeld.
Dit had ik niet verwacht.
Ik had hem niet eens verteld wat Karin precies had voorgesteld, dus waar dacht hij eigenlijk aan? Had hij het er misschien met Max over gehad? Hadden ze dit besproken op een manier zoals Karin en ik dat hadden gedaan, met dezelfde voorzichtigheid, dezelfde ingehouden spanning?
En dan nog dat filmen… wilde hij dat echt? Terwijl we helemaal niets konden, terwijl we op seksueel gebied misschien wel het slechtste stel op aarde waren? Of was dat juist wat hem aantrok, de rauwheid ervan, het ongemakkelijke, de belofte dat we iets konden vastleggen en later terugkijken, leren van onze fouten zoals je een sportwedstrijd analyseert?
Ik wist het niet.
Maar ik had het gevoel dat ik daar heel snel achter ging komen.
En eerlijk gezegd, al durfde ik het niet toe te geven, had ik zelf ook al eens gedacht aan hoe het zou zijn om mezelf zo te zien, om met eigen ogen te kijken naar wat we deden, om iets te begrijpen wat ik misschien nooit had durven analyseren.
En misschien, heel misschien, kon het inderdaad helpen.
Want dat was alles wat we wilden.
Gewoon elkaar helpen.
-
Wat Karin en Max doen… ik kon het niet geloven.
Het was niet alleen het feit dat ze het deden, maar vooral hoe ze het me vertelde. Niet aarzelend, niet vol schaamte, niet alsof ze een bekentenis deed die haar zwaar viel. Ze was nerveus, dat zeker, haar vingers speelden met de rand van haar mouw zoals ze altijd deed als ze zich ergens bewust van was, maar haar ogen… haar ogen straalden iets anders uit. Trots, misschien? Of zelfverzekerdheid? Ik wist niet wat het was, maar wat het ook was, het was geen spijt. Geen enkel moment leek ze zich te schamen voor wat ze deed.
En ik? Ik durfde haar niet te confronteren, ik durfde niet te zeggen dat het fout was, niet alleen omdat ik bang was haar te kwetsen, maar ook omdat ik ergens diep vanbinnen wist dat ik het zelf niet zeker wist.
Nu heb ik het verteld aan Toby.
Het moeilijkste wat ik ooit heb gedaan. Niet omdat ik bang was voor zijn oordeel, maar omdat ik wist dat het iets zou veranderen. Iets definitiefs.
En zijn reactie? Ik weet het niet. Hij zei zo weinig.
We lagen daar maar, in de stilte die tussen ons groeide, in de spanning die ik niet onder woorden kon brengen, in de afwezigheid van een echt gesprek. Het laten zien was misschien nog wel moeilijker dan het vertellen. Maar ik moest het doen. Niet alleen voor hem, maar ook voor mezelf. Want het vrat aan me. Het vrat aan ons. En als ik het bleef verzwijgen, dan zou er iets breken.
Maar hoe hij keek naar Karin… ik heb het gezien.
Ik neem het hem niet kwalijk. Hoe kon ik ook? Zo keek ik de eerste keer ook. Verward, geboeid, geschokt, maar vooral iets anders… iets wat ik zelf niet durfde te benoemen. Maar ik zag meer dan dat. Ik zag hoe hij keek naar alles wat ik niet ben. Alles wat ik niet doe.
En toch liet ik het hem zien.
En nu?
We spraken er de volgende dag niet over. Niet die dag, niet de dagen daarna. Geen woord, geen opmerking, geen grapje om de spanning te breken. Alleen stilte. En het ongemak bleef, niet alleen bij mij, maar nu ook bij hem. Het hing om ons heen, als een aanwezigheid die we allebei voelden maar niet durfden te benoemen. En ik wist dat het niet vanzelf zou verdwijnen.
Een paar dagen later zit ik met Karin koffie te drinken in een café, iets verderop in de stad, een plek waar we vaker komen, waar de cappuccino altijd goed is en de serveerster ons herkent, waar we gesprekken voeren over alles en niets, zoals vriendinnen dat doen. Soms met anderen, maar vaak ook gewoon samen, zoals nu.
En daar zit ze dan. Keurig, netjes, beleefd, verzorgd, haar haar perfect in model, haar make-up subtiel maar onberispelijk, haar houding moeiteloos ontspannen, alsof niets haar uit balans kan brengen. Ze praat over iets alledaags—werk, een serie die ze kijkt, een nieuw restaurant dat ze met Max heeft geprobeerd—en nergens, in niets wat ze doet, laat ze merken wat ik van haar weet. Geen zweem van de Karin die ik zag in het filmpje, geen spoor van de vrouw die daar, midden in het park, op haar knieën zat, haar lange rode haren in een staart gebonden, haar lippen om Max heen gesloten, haar gezicht bedekt met zijn zaad, haar blik omhoog, speels, zelfverzekerd, volledig in controle.
Ik weet niet hoe ik dit aan elkaar moet rijmen.
Ik probeer me voor te stellen dat ik op haar plek zou zitten, dat ik degene zou zijn die daar knielde, verborgen in de bosjes, met Toby voor me, zijn hand in mijn haar, mijn lippen om hem heen. Maar het beeld klopt niet. Ik zie mezelf niet zo. Nee. Echt niet. Toch? Ik bedoel… nee. Ik weet het niet. Ik denk het niet.
En Toby?
Hij wil dit toch ook niet?
Ik snap dat hij wil wat Karin deed, dat hij verlangt naar iets wat ik hem nooit op die manier heb kunnen geven, en ik weet hoe erg ik dat vind, hoe moeilijk het is om toe te geven dat er een tekort is dat ik niet kan opvullen. Maar dit… dit was meer dan dat. Dit was een stap verder. Een grens die ik nooit had overwogen. Een grens waarvan ik niet wist of ik hem ooit zou kunnen overschrijden.
Na een uurtje, als we allebei een tweede kop koffie voor ons hebben staan en het gesprek zich langzaam een richting op moet bewegen, breekt Karin de stilte die ik zelf niet durfde te doorbreken.
Ze vraagt het luchtig, maar ik hoor de nieuwsgierigheid in haar stem, de onderliggende spanning in haar toon, alsof ze precies weet waar dit naartoe gaat.
“Heb je het al aan Toby laten zien?”
Het is geen bevel, geen eis, maar een simpele vraag, alsof het niets bijzonders is, alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat ik iets dergelijks met hem zou delen. Maar het waren haar instructies geweest. Niet dwingend, niet op een manier die me onder druk zette, maar gewoon als een suggestie, een richting waarin ze me duwde zonder echt te duwen. Want zo was Karin. Zelfverzekerd, ja. Maar nooit arrogant. Nooit dominant.
Voorzichtig geef ik toe dat ik het heb gedaan. Een paar dagen geleden.
Ze fronst licht. Niet boos, niet verwijtend, maar ergens verbaasd. Waarom had ik het haar niet eerder verteld? Waarom had ik niet uit mezelf iets laten weten? Maar wat had ik dan moeten zeggen? Dat ik er nog steeds niet over uit was? Dat ik niet wist hoe ik moest voelen wat zij wilde dat ik voelde?
We praten zachtjes, onze stemmen laag, alsof de woorden die we uitwisselen iets zijn dat niemand anders mag horen, alsof we op de rand van een wereld balanceren die niet voor anderen bestemd is. Want dat was ook weer niet de bedoeling. Natuurlijk niet.
Dan vraagt ze naar zijn reactie. Ze wil het precies weten, hoe hij keek, wat hij zei, of hij iets deed, of er iets in hem veranderde. En ik weet niet goed waarom, weet niet of ze op zoek is naar bevestiging, of ze iets wil horen wat haar geruststelt of juist uitdaagt, maar ik weet niet hoe ik haar een antwoord kan geven dat zin heeft.
Ik haal mijn schouders op.
“Ik weet het niet,” zeg ik, en het is de waarheid. “Jeetje,” zei hij alleen. Droog. En toen… toen gingen we slapen.
Karin trekt haar wenkbrauwen op, haar groene ogen analyserend, peilend, alsof ze probeert te begrijpen hoe dat mogelijk is.
“Gek,” mompelt ze.
Maar wat had ze dan verwacht?
Karin begint te praten, niet omdat ik erom vraag, niet omdat ik haar uitnodig om hier verder op in te gaan, maar simpelweg omdat ze het kwijt moet, omdat het in haar hoofd al te lang rondcirkelt, alsof ze wachtte op het juiste moment om haar gedachten hardop te laten bestaan. Ik voel de drang in haar stem, niet opdringerig, niet dwingend, maar wel aanwezig, een onderliggende urgentie die me laat begrijpen dat ze niet zomaar woorden in het luchtledige spreekt.
En wij zijn beste vriendinnen, toch? Als er iemand is met wie ze dit kan delen, ben ik het.
Ik luister, laat haar woorden over me heen spoelen, neem alles in me op zonder dat ik wil toegeven hoezeer ze me in haar verhaal trekt, hoe absurd ik het ook blijf vinden, hoe ver verwijderd het ook is van alles wat ik ken. Het maakt me nieuwsgierig, dat voel ik tot diep in mijn buik, maar ik wil dat gevoel niet erkennen, niet eens voor mezelf.
Ze heeft dit met niemand anders gedeeld. Alleen met mij.
Ik was de enige die wist wat zij en Max deden, de enige die ze had laten binnenkijken in een wereld die voor anderen verborgen bleef. En dat besef maakte alles nog zwaarder, alsof haar geheim nu ook een deel van mij was geworden, alsof ik de verantwoordelijkheid droeg voor wat ik wist, alsof het feit dat ik het gehoord had me automatisch een rol in dit alles gaf. Dit was geen roddel die zich als een onderdrukte fluistering door onze vriendengroep verspreidde, geen gerucht dat zich op een onschuldige manier door gesprekken verplaatste. Dit was iets wat alleen tussen ons bestond, iets wat ze me niet had toevertrouwd omdat ze bevestiging zocht, maar omdat ze wilde dat ik het begreep.
En ik had het gezien.
Ik herinner me die avond bij haar thuis, hoe gewoon alles voelde, hoe normaal het leek, hoe het begon als elke andere avond waarop we op de bank zaten met een glas wijn en gesprekken die vanzelf vloeiden, totdat ze haar telefoon erbij pakte en net iets te lang wachtte voor ze iets zei, haar vingers even over het scherm gleden, alsof ze zichzelf nog een laatste keer afvroeg of ze dit wel met mij moest delen. Maar toen drukte ze op afspelen.
Ik keek, zonder enig idee te hebben van wat ik zou zien, zonder dat ik voorbereid was op wat zich voor mijn ogen zou ontvouwen.
En meteen werd het duidelijk.
Dit was geen opwelling, geen spontane, impulsieve daad zonder betekenis. Dit was een spel, een uitdaging, een wereld die ze bewust had betreden, en waarvan ze nu, op een bijna vanzelfsprekende manier, wilde dat ik er ook naar keek.
Een soort bingo.
Maar dan anders.
Veel anders.
Ze legt uit waarom ze het doen, waarom zij en Max zichzelf filmen, waarom ze het online zetten, waarom ze niet langer binnen de grenzen van hun eigen slaapkamer blijven, maar de spanning vergroten door te weten dat er ergens, misschien op datzelfde moment, iemand anders naar hen kijkt. Ze praat zonder enige aarzeling, zonder schaamte, zonder de behoefte om zich te verdedigen, alsof dit een volstrekt logische evolutie is, alsof het niet eens een discussiepunt hoeft te zijn.
"Het maakt alles spannender," zegt ze. "Nog spannender."
Dat is het verschil tussen haar en mij.
Karin had altijd al een fijn seksleven. Dat zei ze zelf, en ik had nooit een reden gehad om daaraan te twijfelen. We waren een paar keer samen op vakantie geweest, nachtenlang in hotelkamers naast elkaar, Toby slapend aan mijn zijde terwijl ik wakker lag en de dunne muren precies genoeg ruimte lieten voor geluiden die ik niet had hoeven horen. Het ritme, de kreunen, het zachte tikken van het bed tegen de muur. Ik wist precies wat er gebeurde. Ik wist precies hoe het klonk als iemand écht genoot.
En Karin genoot.
Maar het was niet alleen wat ze zei, het was de manier waarop ze erover sprak. Het was hoe ze dit alles niet zag als iets wat ze moest verbergen, maar als iets vanzelfsprekends, als een keuze die net zo natuurlijk was als elke andere beslissing die ze in haar relatie nam. Alsof de stap van fijne seks naar gefilmde seks, gedeeld met anderen, niet meer was dan een logisch gevolg van hun verlangen naar meer. Alsof zij en Max iets hadden ontdekt dat ik nog niet begreep.
Ik snapte er niets van.
Ze deed dingen met Max, liet zich filmen, zette het online. Niet als een eenmalig experiment, niet als iets wat ze op een dag besloten en nooit herhaald hadden, maar als iets wat terugkeerde, wat groeide, wat een nieuw element in hun relatie was geworden. Dit filmpje was het enige wat ze met mij had gedeeld, maar ze had haar woorden zorgvuldig gekozen toen ze zei dat er al meer waren.
"We hebben al meer gemaakt."
Ze had niet gezegd wat. Maar ze had het wel laten doorschemeren.
Het ging verder dan alleen een pijpbeurt in de bosjes.
Ik voel de warmte in mijn nek, een lichte tinteling over mijn huid, en ik weet niet goed waarom.
Max.
Altijd al een leuke jongen geweest. Vriendelijk, zorgzaam, grappig, en, ja, aantrekkelijk, al was dat nooit een gedachte geweest waar ik iets mee deed. Maar nu, zonder dat ik erom had gevraagd, zonder dat ik het gewild had, stond zijn lichaam, zijn erectie, scherper op mijn netvlies dan die van Toby.
Ik luister naar Karin. Ik knik af en toe, laat merken dat ik haar hoor, maar verder zeg ik niets.
En ze merkt het. Dat weet ik.
Maar wat verwacht ze dan?
Opnieuw brengt ze het ter sprake, bijna terloops, alsof het een onderwerp is dat zich vanzelf aandient, alsof het een logische stap is in ons gesprek, alsof ze me zachtjes maar doelbewust terugduwt naar een plek waar ik niet wil zijn. Ze had het eerder ook al gezegd, op precies dezelfde manier, met diezelfde lichte toon die niets eiste, niets dwong, maar toch bleef hangen, als een gedachte die zich langzaam maar zeker in mijn hoofd nestelde.
"Het zou goed voor jullie zijn," zegt ze, haar stem luchtig, bijna nonchalant, alsof het geen discussiepunt is, maar een feit.
Niet als een advies, niet als een vraag, maar als een simpele constatering.
"Gewoon even iets anders."
We hoeven niets online te zetten, niets te doen wat niet goed voelt, niets te forceren, het gaat er alleen om dat we iets proberen, dat we onszelf uit onze vaste patronen trekken, dat we ontdekken wat er gebeurt als we onszelf toestaan om een grens te verkennen. Geen verwachtingen, geen verplichtingen, alleen een uitdaging, een spel, een manier om te voelen wat we misschien vergeten waren te voelen.
Haar woorden blijven hangen, niet omdat ze me overhaalt, maar omdat ze op een bepaalde manier kloppen. Spannend. Iets anders.
En dat was het ook. Spannend. Iets anders.
Dat was vanaf het begin haar bedoeling geweest, dat ik het zou delen met Toby, dat ik het hem zou laten zien, dat het misschien iets zou losmaken wat al te lang vastzat. Want Karin wist hoe het zat tussen ons, ook al had ze het nooit direct benoemd. Ze had ons nooit gehoord, dat wist ik zeker. Niet tijdens vakanties, niet door dunne muren, niet in bedden die iets te hard kraakten. Wij waren stil. Té stil.
Haar hand rust op de mijne, een zachte, warme aanraking die bedoeld is om me gerust te stellen, om me te laten voelen dat dit geen druk is, geen spelletje, maar oprechte zorg. Ze pusht me niet, dat heeft ze nooit gedaan. Dit is haar manier om te laten zien dat ze wil dat ik gelukkig ben, met Toby, dat ze het ons allebei gunt, dat ze me iets aanbiedt wat in haar ogen alleen maar goed kan zijn.
En Toby is geweldig. Dat weet ze.
En ze heeft gelijk, toch?
Ik wil Toby ook dingen kunnen geven, ik wil dat hij mij dingen geeft, ik wil dat het vanzelf gaat, moeiteloos, zoals het bij haar lijkt te zijn. Maar hoe langer ik eraan denk, hoe meer het voelt alsof dit helemaal geen nieuw vuur heeft aangewakkerd, geen sluimerend verlangen heeft blootgelegd, niets heeft geopend wat misschien alleen nog een duwtje nodig had.
Ik ben bang dat het juist iets kapot heeft gemaakt.
Toch zie ik de handreiking die ze me biedt, voel ik hoe haar woorden zich als een open deur voor me uitstrekken, een uitnodiging om een kant op te gaan waarvan ik niet zeker weet of ik dat wel durf. We waren een pad ingeslagen, bewust of niet, en er leek geen weg terug te zijn, niet echt, niet zonder toe te geven dat er iets fundamenteels veranderd was. Karin had gelijk. Het moest anders. Misschien kon het ook wel anders.
En dus zeg ik haar voorzichtig dat het idee me ergens wel prikkelt. Niet letterlijk, niet op de manier waarop ze het waarschijnlijk bedoelt, maar vaag genoeg om haar te laten weten dat ik er niet volledig afwijzend tegenover sta. Ik zeg er alleen niet bij waarom het me prikkelt, laat niet doorschemeren hoe het filmpje iets in mij losmaakte wat ik niet begrijp, iets waarvan ik niet weet of ik het wil begrijpen.
Maar wat ik wél weet, is hoezeer ik haat hoe het nu tussen mij en Toby zit.
Het was niet altijd zo geweest. In het begin, toen alles nog nieuw was, toen het verlangen nog simpel en onbevangen voelde, waren we ongeduldig, wachtend op het juiste moment, aftastend, zoekend. De eerste keer was ongemakkelijk en onprettig, maar dat was normaal, toch? Niemand verwacht dat het meteen perfect is. De tweede keer was niet veel beter, en dat was misschien ook niet zo vreemd, we moesten wennen aan elkaar, onze lichamen, onze ritmes.
Maar het bleef slecht.
Het bleef ongemakkelijk, onhandig, pijnlijk, voor ons beiden.
Ik weet niet precies wanneer het omsloeg, wanneer de hoop op verbetering veranderde in terughoudendheid, wanneer we onbewust besloten om het maar niet meer te proberen. Ik weet alleen dat ik steeds onzekerder werd, dat mijn eigen lichaam me begon tegen te werken, dat het elke keer slechter leek te gaan, dat ik krampachtig probeerde om mezelf te dwingen te ontspannen, maar juist daardoor verstijfde. Toby was te lief om er iets van te zeggen, en misschien maakte dat het nog erger.
Toby was echt lief.
En dat zeg ik opnieuw tegen Karin, net zoals ik het al vaker heb gezegd, met dezelfde zachte stem, dezelfde weemoedige ondertoon, alsof het een geheim is dat ik alleen aan haar toe durf te vertrouwen. Alsof het net zo’n groot taboe is als dat wat zij me heeft toevertrouwd. Alsof het op een bepaalde manier nog pijnlijker is.
Karin kijkt me even aan, een subtiel onderzoekende blik in haar groene ogen, en dan stelt ze iets voor, alsof het de meest logische stap is, alsof het een vanzelfsprekende oplossing is voor een probleem dat ik niet eens hardop had uitgesproken. Ze wil een challenge voor ons kiezen, een uitdaging van de bingokaart die zij en Max volgen, maar dan zonder te filmen, want dat hoeft natuurlijk niet, dat is geen vereiste, het gaat erom dat we iets proberen, dat we uit ons vaste patroon breken.
Ik aarzel, voel de weerstand in mezelf, de twijfel die zich onmiddellijk aandient, maar Karin zet door, niet op een opdringerige manier, maar met diezelfde vastberaden mildheid waarmee ze altijd spreekt als ze me ergens van wil overtuigen. Dit is geen druk, geen manipulatie, ze doet dit omdat ze wil helpen, omdat ze ziet hoe vast ik zit, omdat ze gelooft dat er een simpele oplossing is.
Ze pakt haar telefoon en opent de lijst, een exclusieve site, zorgvuldig vormgegeven, niets schreeuwerigs, geen goedkope graphics of ordinaire banners, geen associatie met de wereld die ik normaal gesproken onder 'pornografie' zou scharen. Alles ziet er bijna... professioneel uit, alsof het een privéclub is, een besloten gemeenschap waar alleen mensen met een zekere zelfverzekerdheid zich durven begeven. Ik durf haar niet te vragen om meer te laten zien, want ergens ben ik bang voor wat ik dan te weten kom, bang voor de grens die ik misschien in mijn hoofd al verlegd heb, zonder dat ik me er bewust van ben.
Op het scherm verschijnen zestien tegels, elk met een uitdaging, een opdracht, een experiment, en ik zie dat er een paar al afgevinkt zijn, dingen die zij en Max deze week hebben gedaan. "Elke week andere opdrachten," zegt ze nonchalant, alsof het niets bijzonders is, alsof dit net zo normaal is als een sportchallenge, een online fitnessprogramma, een manier om elkaar gemotiveerd te houden.
Ik durf bijna niet te kijken wanneer mijn blik over de woorden op het scherm glijdt, voel de hitte in mijn nek, de spanning in mijn vingers terwijl ik me probeer voor te stellen wat Toby zou zeggen als hij dit zou zien. Mijn keel voelt droog, en wanneer ik probeer te slikken, klinkt het harder dan ik had gewild.
Karin stelt drie opties voor.
De eerste: Titty Trap.
De opdracht is simpel: met mijn borsten moet ik hem zien klaar te krijgen. Met een beetje glijmiddel kan ik hem geen pijn doen, is het idee. Karin zegt het alsof het een voor de hand liggende keuze is, iets wat niet veel vraagt, iets wat speels en uitdagend kan zijn zonder ongemakkelijk te worden. Maar ik zie meteen het eerste probleem. Mijn borsten zijn klein, alles aan mij is klein, en ik kan me niet voorstellen dat dit überhaupt zou werken. Karin glimlacht begrijpend en zegt dat een tube topje wonderen doet, dat het perfect werkt, dat ze het uit ervaring weet, en ik weet niet waarom dat me nog nerveuzer maakt.
De tweede optie: Slow Jerk.
Alle tijd nemen, niets overhaasten, gewoon mijn hand, zijn lichaam, het meest basale wat er bestaat, en toch voelt het alsof dit voor mij de grootste uitdaging is. Hoe moeilijk kan het zijn? Dat is wat ik mezelf hoor denken, maar mijn hartslag versnelt, mijn vingers verkrampen bij het idee alleen al. Ik heb dit gedaan, natuurlijk, maar nooit op een manier die goed voelde, nooit op een manier waarbij ik niet bang was dat ik hem pijn deed. Karin zegt dat het niet kan mislukken als ik glijmiddel gebruik, maar hoe kan ze dat zo zeker weten?
De derde: Glazed Finish.
Hij zou zichzelf moeten aftrekken, op mij klaarkomen, de spanning eraf laten vloeien, een simpele, instinctieve ontlading die ervoor zou zorgen dat alles lichter, makkelijker werd. Maar ik weet niet eens of Toby dat zou kunnen, of hij dat überhaupt doet. Ik heb hem nog nooit zo gezien, nog nooit op die manier meegemaakt. Karin kijkt me aan, haar hoofd een tikje schuin, haar blik speels maar oprecht. "Elke jongen doet dat," zegt ze, alsof het een wetmatigheid is, alsof het iets is wat vaststaat. Maar Toby niet, denk ik. Toby is anders.
Alle drie de opties maken me nerveus. Ik voel geen opwinding, geen nieuwsgierigheid die groot genoeg is om de angst te overschaduwen, en ik zeg het ook tegen Karin, geef toe dat dit me eerder bang maakt dan enthousiast. Ze begrijpt het, natuurlijk begrijpt ze het, en ze zegt dat sommige dingen altijd even eng zijn, dat het juist de bedoeling is om te ontdekken wat werkt en wat niet.
Dan kijkt ze me serieus aan en zegt dat ik het in ieder geval met Toby moet overleggen, dat ik niets achter zijn rug om moet doen, want dat is niet goed, dat werkt niet. Er zit iets in haar stem wat me raakt, iets wat me laat voelen dat ze dit niet als een spelletje ziet, dat haar intenties oprecht zijn, dat ze echt gelooft dat dit ons zou kunnen helpen.
Ik glimlach flauwtjes, want misschien heeft ze wel gelijk.
En dat was precies wat ik wilde doen. Zowaar. Ik had het gevoel dat ik het moest doen, dat dit een moment was waarop ik een keuze kon maken, waarop ik mezelf kon dwingen om iets te doorbreken, om het patroon te veranderen dat zich al zo lang had vastgezet in onze relatie. Maar ik durfde niet.
Ik dacht dat ik het die avond nog zou zeggen, nu het nog vers was, nu het nog niet te veel in mijn hoofd kon gaan zitten en zich kon nestelen in mijn twijfel. Karin had me geappt, haar woorden stonden zwart op wit op mijn scherm, ik hoefde het niet eens zelf te verwoorden, kon het gewoon oplezen, hem laten zien, hem op een bijna objectieve manier laten meelezen in het gesprek dat ik met haar had gevoerd. Maar dat was precies het probleem.
Wat als hij zich verraden voelde?
Wat als hij boos werd, niet omdat ik iets verkeerds had gedaan, maar omdat ik het eerst met Karin had besproken en niet met hem? Wat als hij zich buitengesloten voelde, alsof ik over hem had gesproken in plaats van met hem? En misschien was dat ook wel zo. Misschien had ik meer tegen Karin verteld dan ik ooit tegen Toby had durven zeggen.
Maar het was niet alleen zijn reactie waar ik bang voor was. Het was mijn eigen onzekerheid, de mogelijkheid dat ik het verkeerd zou brengen, dat ik zou struikelen over mijn woorden, dat ik niet de juiste toon zou vinden en alleen maar verwarring zou zaaien. En het was de angst voor zijn teleurstelling. Niet in mij, maar in ons. In wat wij nooit hadden gehad, in wat hij misschien diep vanbinnen altijd al had geweten.
Maar Toby voelt het aan.
Net als de vorige keer.
Ik ben stiller dan normaal, nog stiller dan de vorige keer, alsof ik me onbewust al verraad zonder dat ik een woord heb gezegd. Hij merkt het, natuurlijk merkt hij het, en op een gegeven moment kan hij niet anders dan ernaar vragen, omdat de ruimte tussen ons te zwaar wordt, te geladen, te ongemakkelijk om zomaar te negeren.
Hij weet waar het mee te maken heeft.
Hij weet dat ik vandaag met Karin had afgesproken, dat ik met haar over iets had gesproken wat hem aanging, dat we nog steeds niet hadden gepraat over hun filmpje, terwijl we dat wel zouden doen.
Ik vertel hem voorzichtig wat Karin had voorgesteld, maar ik laat de details weg, geef hem alleen een vage uitleg, een voorzichtige omtrek van wat ze zei, zonder de precieze vorm in te vullen. Gewoon iets om te proberen, iets kleins, iets dat niet zwaar hoefde te zijn, iets wat op een lichte manier kon forceren wat vanzelf nooit leek te gebeuren. Dat was haar idee. En misschien werkte het wel?
Daarna valt er een stilte.
Maar dan, wanneer ik uiteindelijk zeg dat ik gewoon wil dat hij gelukkig is, dat alles wat ik doe voortkomt uit die ene simpele wens, zie ik hem iets doen wat ik niet had verwacht. Hij komt een stap dichterbij.
"Ik wil dat jij gelukkig bent," zegt hij.
Zijn stem is zacht, maar zijn woorden zijn duidelijk, doordacht, zonder twijfel. Ook als daar meer voor nodig is, ook als het iets betekent waar hij moeite mee heeft. Dat verrast me.
Ik zie aan hem dat hij het moeilijk vindt, dat dit voor hem net zo ingewikkeld is als voor mij, maar hij is bereid om een stap te zetten. En als hij dat doet, dan moet ik dat ook.
Hij zegt dat hij erover heeft nagedacht, dat hij het niet zomaar naast zich neer heeft gelegd, dat het hem wel iets deed, al was het niet per se het filmpje van Max en Karin dat de doorslag gaf, maar eerder het idee om zelf iets nieuws te proberen, om samen uit te zoeken of er een manier was om ons vastgeroeste patroon te doorbreken. Misschien werkte het wel, misschien was dit precies wat we nodig hadden.
En dan zegt hij iets wat ik niet zag aankomen.
"Als we het filmen, kunnen we ervan leren."
Zijn stem is kalm, doordacht, alsof hij de woorden eerst in zijn hoofd heeft gewogen voordat hij ze uitsprak, alsof hij niet zomaar iets zegt, maar een mogelijkheid aanreikt. Maar ik hoor hem nauwelijks, want bij het woord filmen verstijven mijn schouders, voel ik een golf van paniek in mijn borst, een reflex die ik niet kan onderdrukken. Dit was niet wat ik wilde. Dit was niet wat ik voor ogen had. Maar ik zeg niets, want ik zie iets in zijn blik, een fonkeling in zijn ogen, een nieuwsgierigheid die ik lang niet meer bij hem heb gezien, en ik weet niet of ik die zomaar mag doven.
Ik voel me compleet overrompeld.
Dit had ik niet verwacht.
Ik had hem niet eens verteld wat Karin precies had voorgesteld, dus waar dacht hij eigenlijk aan? Had hij het er misschien met Max over gehad? Hadden ze dit besproken op een manier zoals Karin en ik dat hadden gedaan, met dezelfde voorzichtigheid, dezelfde ingehouden spanning?
En dan nog dat filmen… wilde hij dat echt? Terwijl we helemaal niets konden, terwijl we op seksueel gebied misschien wel het slechtste stel op aarde waren? Of was dat juist wat hem aantrok, de rauwheid ervan, het ongemakkelijke, de belofte dat we iets konden vastleggen en later terugkijken, leren van onze fouten zoals je een sportwedstrijd analyseert?
Ik wist het niet.
Maar ik had het gevoel dat ik daar heel snel achter ging komen.
En eerlijk gezegd, al durfde ik het niet toe te geven, had ik zelf ook al eens gedacht aan hoe het zou zijn om mezelf zo te zien, om met eigen ogen te kijken naar wat we deden, om iets te begrijpen wat ik misschien nooit had durven analyseren.
En misschien, heel misschien, kon het inderdaad helpen.
Want dat was alles wat we wilden.
Gewoon elkaar helpen.
-
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10