Door: Jefferson
Datum: 14-03-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 3406
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 24
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 44 minuten | Lezers Online: 24
Niet Echt Mijn Nummer
Mijn naam is Toby. Gewoon Toby. Geen bijzondere afkorting, geen ingewikkelde tweede naam waar ik me ooit voor schaamde. Gewoon de naam die mijn ouders me gaven, zonder diepere betekenis of verborgen familiegeschiedenis. Ik ben zevenentwintig, lang – net geen twee meter – en gebouwd als iemand die ooit fanatiek sportte, maar inmiddels vaker aan een bureau zit dan in een gym. Mijn haar is donkerbruin en altijd nét te warrig om echt verzorgd te lijken, maar ik doe mijn best. Ik werk in de IT, specifiek cybersecurity, wat een chiquere manier is om te zeggen dat ik de hele dag code bekijk en probeer systemen te hacken voordat anderen dat doen. Mijn baan is technisch, analytisch, en soms ronduit saai, maar het betaalt goed en het heeft me genoeg vrijheid gegeven om niet elk dubbeltje om te hoeven draaien.
Naast werk heb ik een paar vaste gewoontes: ik ga drie keer per week naar de sportschool – deels om mijn slechte houding van het vele zitten te compenseren, deels omdat ik nog steeds de illusie heb dat ik ooit in topvorm zal zijn. In het weekend speel ik af en toe squash met een vriend, hoewel dat vaker eindigt in bier drinken dan in intensieve cardio. Muziek is belangrijk voor me. Geen instrument of DJ-ambities, maar een eindeloze afspeellijst met alles van oldschool rock tot elektronische deep house, afhankelijk van mijn stemming.
En bingo. Ja, bingo is zowaar een hobby van me geworden. Maar niet de bingo die iedereen kent. Niet het spel met plastic fiches en een zaaltje vol bejaarden die met een kopje koffie en een koekje wachten tot iemand "Bingo!" roept. Niet die eindeloze rijen kaarten met willekeurige getallen, de machine die langzaam balletjes uitspuugt, de monotone stem die de nummers voorleest. B zeven... N vierendertig... G tweeënvijftig. En dan, eindelijk, iemand die triomfantelijk een rij vol heeft en een reep chocola wint.
Nee, de bingo die een rol in mijn leven is gaan spelen, werkt met dezelfde elementen—wachten op de juiste combinatie, het gevoel van spanning bij elke beurt, de opluchting of teleurstelling als het net wel of net niet lukt—maar het is toch wel iets héél anders.
Olivia is mijn lot uit de loterij. Mijn volle kaart, mijn onverwachte jackpot.
Ze is de liefde van mijn leven. Klein maar fijn, zoals ze het zelf lachend zegt. Maar dat doet haar tekort. Olivia is prachtig op een manier die tijdloos is. Lang, honingblond haar dat losjes over haar schouders valt en in de zomer een lichtere tint krijgt. Blauwe ogen met een grijze zweem, speels en doordringend tegelijk. Een gezonde tint, subtiele sproetjes op haar neus en jukbeenderen. Haar donkere wenkbrauwen maken haar expressie intens, soms ondoorgrondelijk. Haar lichaam is atletisch, slank en gespierd zonder overdaad. Niet per se door fanatiek sporten – al loopt ze graag hard – maar simpelweg omdat haar bouw zo is. En ze is klein, écht klein vergeleken met mij. Terwijl ik tegen de twee meter aan tik, stopt zij op één meter zestig. Een contrast dat soms grappige situaties oplevert, zoals wanneer ze op haar tenen moet staan om me te zoenen of me dwingt haar dingen van de bovenste plank te geven.
Ik weet niet hoe ik haar heb verdiend. Soms lijkt ze te perfect voor mij. Alsof ik iets heb gewonnen zonder dat ik weet wat ik ervoor heb gedaan. Maar we zijn samen, al vier jaar, en dat voelt goed. We wonen in een ruim appartement, niet luxe maar comfortabel. Ons leven is stabiel, fijn, warm. Geluk zit in de kleine dingen: samen koken, avonden op de bank met een slechte serie, roadtrips zonder plan.
En toch… er speelt iets.
Iets dat ik pas later doorhad dan ik zou willen toegeven.
Nee, ons seksleven was niet dood, het was er gewoon niet, alsof het nooit een wezenlijk onderdeel van onze relatie was geweest, alsof het er vanaf het begin al niet toe had gedaan, alsof we zonder konden en dat vanzelfsprekend vonden. Niet dat ik geen verlangen had gevoeld, niet dat ik haar niet begeerde, want dat deed ik, zeker in het begin, toen alles nog nieuw was en ik haar schoonheid niet kon negeren, toen ik haar lichaam wilde verkennen en zij het mijne, toen we allebei nog geloofden dat we vanzelf zouden ontdekken wat voor ons werkte. En toch, ergens onderweg, zonder dat ik precies kan aanwijzen wanneer het gebeurde, veranderde dat verlangen in iets anders, iets rustigers, iets dat niet meer voortkwam uit een lichamelijke behoefte, maar uit een diepgeworteld gevoel van verbondenheid. Niet omdat ik haar minder aantrekkelijk vond, integendeel, ze was mooier dan ooit, maar op een gegeven moment wilde ik het simpelweg niet meer, niet omdat mijn gevoelens waren veranderd, maar omdat ik onbewust had geaccepteerd dat seks voor ons geen vanzelfsprekendheid was. En dat is een doodzonde, toch? Om een vrouw als Olivia te hebben en haar niet meer te willen, niet in de fysieke zin, niet zoals andere stellen dat doen, alsof dat het meest logische en natuurlijke ter wereld is.
Maar het lag ingewikkelder dan dat. Onze relatie was nooit gebouwd op seks, nooit afhankelijk geweest van de fysieke intimiteit die bij anderen als fundament diende, en misschien was dat juist onze kracht, misschien was het juist daarom dat we samen bleven, omdat er zoveel meer was dan dat. We lachten samen, begrepen elkaar zonder woorden, hadden die flauwe inside jokes die niemand anders zou snappen en die ons telkens weer deden schaterlachen. We deelden alles, onze irritaties over de kleine dingen in het leven, onze dromen over later, onze gedachten over van alles en nog wat, en juist omdat we dat hadden, leek seks geen bepalende factor te zijn. Althans, dat hield ik mezelf voor, dat was de gedachte waar ik me aan vastklampte, want het alternatief, de erkenning dat er iets ontbrak, was een veel moeilijkere waarheid om onder ogen te zien. Want hoe gelukkig we ook waren, hoe goed het ook voelde om samen te zijn, er bleef iets knagen, een vaag besef dat er een leegte was die nooit werd benoemd.
De laatste tijd merkte ik dat Olivia anders was. Ze was afwezig, verzonken in haar gedachten, alsof ze ergens mee zat, maar ze zei niets, en wanneer ik ernaar vroeg, wuifde ze het weg met een glimlach, zei ze dat ze het druk had op haar werk, dat het niets was om me zorgen over te maken. Dat klonk logisch, en ik geloofde haar, want waarom zou ik dat niet doen? Onze vriendengroep ging regelmatig op stap, maar wij sloegen die avonden meestal over, verkozen de rust van thuis boven de drukte van een kroeg of een dansvloer, en dat was altijd goed geweest, dat was hoe wij waren. Dus in eerste instantie zocht ik er niet veel achter, dacht ik dat het een fase was, een tijdelijke vermoeidheid, iets wat vanzelf weer zou overgaan.
Maar hoe langer het duurde, hoe vaker ik haar zag staren naar niets in het bijzonder, hoe meer ik haar hoorde zuchten zonder dat ze het zelf leek te beseffen, begon ik te twijfelen. Ergens diep vanbinnen voelde ik dat er iets niet klopte, dat haar afstandelijkheid niet zomaar toe te schrijven was aan stress of vermoeidheid, dat er iets speelde waar ik geen grip op had. Ons leven was bijna perfect, misschien niet spectaculair of groots, maar wel goed, stabiel, en hoeveel mensen konden dat zeggen? We hadden een fijn huis, een relatie waarin liefde vooropstond, een leven waarin we op elkaar konden bouwen. Maar wat ontbrak, was seks. En ineens kon ik dat niet langer negeren.
Niet zomaar seks, maar fijne seks, dat was waar het allemaal misging, want hoewel de aantrekkingskracht er altijd was en we elkaar begeerden, bleef de fysieke uitwerking ervan achter. Het was niet dat we het niet probeerden, dat we het niet wilden, maar telkens wanneer we het deden, voelde het niet goed, nooit zoals het zou moeten voelen. Het was niet prettig, het was niet bevredigend, het was niet iets dat ons dichter bij elkaar bracht. Integendeel, het was ongemakkelijk en pijnlijk, niet alleen voor haar, maar ook voor mij. Penetratie voelde geforceerd, alsof ons lichaam zich ertegen verzette in plaats van dat het samensmolt zoals bij anderen leek te gebeuren, alsof het een gegeven was, iets natuurlijks. Zelfs de alternatieven boden geen uitkomst. Haar hand voelde niet fijn, haar mond – daar begon ik liever niet over, want hoe kan iets dat zo intiem en opwindend zou moeten zijn, zo onhandig, zo mechanisch, zo ongemakkelijk aanvoelen? Niet omdat ze niet haar best deed, integendeel, we probeerden het allebei, keer op keer, met geduld en inzet, in de hoop dat het vanzelf beter zou worden, dat we op een dag zouden ontdekken hoe wij als stel in elkaar pasten. Maar op de een of andere manier gebeurde dat nooit.
De laatste keer dat we echt seks probeerden, echt in de zin van een volledige poging met alle intentie om het te laten slagen, was nu twee jaar geleden, een feit dat ik mezelf pas besefte toen ik erover nadacht. Twee jaar. Sindsdien zijn de momenten van lichamelijke intimiteit op één hand te tellen, en zelfs die schaarse keren waren niet noemenswaardig genoeg om te onthouden. Een vluchtige aanraking hier, een onhandige poging daar, en dat was het dan. We waren er simpelweg aan gewend geraakt, hadden het geaccepteerd als een vanzelfsprekend onderdeel van onze relatie, als iets dat nu eenmaal niet voor ons was weggelegd. Het voelde niet als een gemis, niet echt, niet bewust, en misschien was dat nog wel het vreemdste eraan. We spraken er niet over, we vroegen ons niet af of het ooit beter zou worden, we deden alsof het er niet toe deed.
Ik en Olivia, een stel met zoveel liefde en verbondenheid, en toch kneuzen als het ging om de meest basale vorm van lichamelijke samenzijn. Hoe knap ze ook was, hoe perfect ze ook leek voor de buitenwereld, hoe onweerstaanbaar ik haar in al haar facetten vond, ergens hield iets ons tegen, iets dat nooit benoemd werd, maar er altijd was. En nu, nu ze de laatste tijd zo anders was, zo afwezig, nu ze steeds vaker met haar gedachten ergens anders leek te zijn, bleef ik mezelf afvragen of het daarmee te maken had. Of ze, net als ik, dacht aan dat ene ding dat ons ontbrak. Seks.
Zou dat het echt zijn?
Ik had altijd aangenomen dat het voor haar niet belangrijk was, dat het geen rol speelde in haar geluk, dat wij als stel zonder konden. Voor mij was het anders, maar ik klaagde niet, want ik had Olivia. Zij was alles wat ik ooit had gewild, de mooiste en liefste vriendin die ik me kon voorstellen. En als dat betekende dat seks geen onderdeel was van ons leven, dan moest dat maar zo zijn.
Dan maar geen seks.
Een avond zoals zoveel anderen. Ik kom thuis van mijn werk, de vermoeidheid nog in mijn lichaam, mijn hoofd nog half gevuld met de rommel van de dag, maar zodra ik de deur achter me sluit, voel ik de rust van ons appartement. Olivia is er al, zoals altijd iets eerder klaar met haar werk, en de geur van eten hangt in de lucht, een warme omhelzing die zich moeiteloos met haar aanwezigheid vermengt. Ze kookt altijd, niet omdat ik het niet wil of kan, maar omdat zij het graag doet, omdat ze er goed in is, omdat ze de rust vindt in het snijden, roeren, kruiden, proeven. Altijd goed, altijd lekker. Net als zij.
Zelfs zo, in haar meest huiselijke vorm, blijft ze mooi op een manier die nauwelijks eerlijk is. Geen make-up, geen zorgvuldig uitgekozen outfit, alleen haar gemak, haar natuurlijkheid, haar moeiteloze aantrekkelijkheid. Ze draagt iets makkelijks, altijd iets sportiefs, een losse trui of een legging, niets bijzonders en toch verhult het haar nooit helemaal. Haar lichaam, klein en fijn, atletisch zonder dat ze er moeite voor lijkt te doen, laat zich niet volledig verbergen, hoe ruim haar trui ook valt, hoe nonchalant haar haar ook is opgestoken. Er is iets aan Olivia dat altijd sexy is, of ze nu in een zomerjurkje langs me loopt of met een knot en een oud T-shirt in de keuken staat. Misschien ben ik me daar de laatste tijd extra bewust van, omdat ik begin te twijfelen aan de impact van ons gebrek aan seks, omdat ik haar nu met andere ogen bekijk, omdat de afstand tussen ons juist alles scherper lijkt te maken.
Tijdens het eten praten we nog wel, over werk, over iets wat ze gelezen heeft, over een nieuwe serie die ze ergens voorbij zag komen. Gesprekken die vloeien zonder moeite, maar zodra de maaltijd op is en we de tafel hebben afgeruimd, wordt het stiller. Niet op een ongemakkelijke manier, niet per se, maar het is een stilte die er altijd is geweest, alleen valt hij me nu meer op. Soms kiezen we ervoor om even alleen te zijn, niet uit onvrede, maar uit gewoonte. Ik verdwaal in een game, zij leest een boek, belt een vriendin of gaat een stukje wandelen, alsof we onuitgesproken met elkaar hebben afgesproken dat dit onze manier van samenzijn is, dat afstand geen teken van vervreemding is, maar simpelweg hoe wij functioneren. En toch…
Ik had het gevoel dat ik vaker naar haar keek, dat ik meer nadacht over haar afwezigheid, dat ik probeerde de stilte te lezen zoals ik dat voorheen nooit had gedaan. Was het ons seksleven? Was dat de oorzaak van haar veranderende houding, haar subtiele terugtrekking? Of was het iets anders? Had ze geheimen? En welke dan? Of was het zo simpel, zo pijnlijk eenvoudig, dat ze misschien gewoon op mij was uitgekeken, dat het geen kwestie was van seks of geen seks, maar van iets veel fundamentelers, iets waar ik geen grip op had?
Zoals altijd wacht ik te lang, veel te lang, onnodig lang, tot het moment voorbij is, tot de twijfel groter wordt dan de woorden die ik uit moet spreken, tot de afstand tussen ons als iets ongrijpbaars in de lucht blijft hangen, zonder dat ik weet hoe ik het kan overbruggen. Dit is Olivia. Mijn Olivia. Ze is perfect, ze houdt van me, en ik houd van haar. Maar waarom kunnen we dan niet praten? Waarom voelt het alsof er een muur is opgetrokken, een barrière die ik niet kan zien maar wel voel, alsof alles vanzelf zou moeten gaan, maar dat allang niet meer doet?
Het moment komt. We liggen in bed, in de stilte van de nacht, in het halfduister waarin alles zachter en eerlijker zou moeten zijn, waarin we elkaar altijd vonden, zelfs zonder woorden. Ze kuste me nog wel, zoals ze dat altijd doet, een vanzelfsprekend gebaar, een ritueel waar ik normaal niet over nadacht. Maar dit keer zie ik het. Haar blik, afwezig, haar gedachten ergens anders, en ineens voelt het hol, leeg, als een handeling zonder betekenis, als iets dat er nog wel is maar niet meer klopt. En ik trek het niet meer. Ik wil het niet voelen, ik wil het niet negeren, ik wil niet langer wachten tot het vanzelf verdwijnt, want dat doet het niet.
Dus ik vraag ernaar. Wat is er aan de hand?
Ze zucht, een diepe ademhaling die langer duurt dan zou moeten, en dan kijkt ze me aan, bezorgd, bijna schuldig. Haar hand glijdt kort over mijn arm, een gebaar dat ergens geruststellend zou moeten zijn, maar dat vooral voelt als een manier om tijd te winnen. Dan komen de woorden, zacht, voorzichtig, als iets wat ze al langer met zich meedraagt maar pas nu uitspreekt.
"Het spijt me," zegt ze, en haar stem is klein, breekbaar. "Ik weet dat ik afwezig ben geweest."
Een erkenning. Geen ontkenning.
Ze weet het, ze voelt het ook, en ergens is dat een opluchting, want het betekent dat het niet alleen in mijn hoofd zit, dat ik het me niet verbeeld. Maar voor ik er iets van kan zeggen, schudt ze haar hoofd en voegt ze eraan toe, haastig, alsof ze bang is dat ik iets verkeerd begrijp:
"Het ligt niet aan jou."
En daar, in dat ene moment van geruststelling, groeit mijn onrust alleen maar verder. Want als het niet aan mij ligt, als ik niet de oorzaak ben, als wij niet de oorzaak zijn, wat is het dan wel?
Ze noemt Karin. Een naam die niet zomaar valt, niet zomaar wordt opgeworpen in een terloopse opmerking, maar met een aarzeling, alsof ze de impact van die naam in dit gesprek zelf nog niet volledig overziet. Karin, een vriendin van ons, iemand die we al jaren kennen, iemand die, net als haar vriend Max, verweven is geraakt in ons leven, niet zomaar een bekende of een vage studievriendin, maar een wezenlijk onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis. Olivia en ik hebben meerdere vriendengroepen, losse kringen waarin we afzonderlijk van elkaar bewegen, maar één groep delen we, een overblijfsel uit onze studietijd, een hechte kern van mensen die al jarenlang in en uit ons leven stromen, met wie we herinneringen delen die niet meer weg te denken zijn. Karin en Max horen daar onlosmakelijk bij.
Voorzichtig, alsof ze haar woorden zorgvuldig afweegt voordat ze ze uitspreekt, vertelt Olivia dat Karin veranderd is, dat er iets is wat zij en Max doen, iets waar ze haar zorgen over maakt, iets dat haar de afgelopen tijd bezig heeft gehouden zonder dat ik het wist. Ik luister, mijn gedachten al vooruit springend, maar voor ik in mijn eigen aannames verdwijn, dwing ik mezelf terug naar de kern: wie zijn Karin en Max voor ons?
Echt goede vrienden. Misschien wel de besten die we hebben binnen die groep. We zijn een paar keer samen op vakantie geweest, delen de vanzelfsprekende vertrouwelijkheid die ontstaat als je jarenlang samen optrekt zonder dat het ooit geforceerd voelt. Als er één stel was dat ons begreep, dan waren zij het wel, en andersom voelde het precies zo. We waren op elkaar ingespeeld, we wisten hoe we elkaar moesten lezen, hoe we elkaars relatie begrepen zonder dat er veel woorden voor nodig waren. En toch had ik me daarin vergist, want blijkbaar deden zij iets wat ik nooit van ze had verwacht.
Net als wij waren ze normale mensen. Een leuk stel, perfect op elkaar ingespeeld, het soort koppel waar niets mis mee lijkt te zijn, waar geen schaduwen overheen hangen, geen scheuren in de façade. Alles op orde. Wat wilde je nog meer? Maar blijkbaar misten ook zij iets, iets wat ik nooit had opgemerkt, iets waar ze nooit over gesproken hadden, en dat had Karin met Olivia gedeeld. En nu zat Olivia hier, in bed naast me, met die blik die ik niet van haar kende, omdat dit haar meer had geraakt dan ze had willen toegeven.
Zonder dat ze precies zegt wat Karin en Max doen, verklapt ze al genoeg. Karin had haar verteld dat het misschien ook iets voor ons was. Ze herhaalt het niet, benadrukt het niet, maar de woorden blijven hangen in de ruimte tussen ons in, onuitgesproken maar onmiskenbaar aanwezig. En ik voel het, een vreemd vermoeden dat zich ergens in mijn achterhoofd nestelt, een vage notie van waar dit naartoe zou kunnen gaan, maar zonder de helderheid om het werkelijk te begrijpen.
Ik weet dat het met seks te maken heeft.
Maar wat dan precies?
Het is volledig donker, de kamer om ons heen stil, op het zachte geluid van haar ademhaling na. Alleen het scherm van Olivia's telefoon verlicht haar gezicht, de flikkerende gloed in de duisternis die haar ogen vaag doet oplichten. Haar vingers bewegen langzaam over het scherm, alsof ze zoekt naar iets, iets wat haar gedachten voor een moment terug in de realiteit trekt. Dan zegt ze het woord. Bingo. En niet de versie die ik ken, niet de versie die we samen lachend doen voor de gekte als we met vrienden in een café zitten, met het oude bingospel in onze handen. Nee, dit is anders. Totaal anders.
Haar stem is zacht, voorzichtig, alsof ze ieder woord moet afwegen voordat ze het uitspreekt. Karin en Max experimenteren, vertelt ze, maar niet op de manier die ik verwacht, niet zoals wij dat misschien zouden doen. Hun seks was altijd goed, voor zover we wisten, en ik had nooit reden om aan te nemen dat het anders was. We hadden altijd het idee gehad dat hun relatie een soort perfecte balans vond in hun eigen wereld, dat er geen onvertogen woorden waren, geen verborgen conflicten. En zelfs vandaag, nadat ik alles had gehoord, kon ik niet zeggen dat er echt een probleem tussen hen was. Het was iets anders, iets veel vager. De drang om te experimenteren. Iets dat wij nooit hadden.
Ze zucht diep, alsof ze het idee van wat ze gaat zeggen niet langer kan onderdrukken. En na mijn aandringen, na het stilhouden van mijn adem, komt ze er eindelijk uit. Ze vertelt hoe Karin en Max iets nieuws hadden ontdekt, iets anders, iets dat hun normaal zo rustige leven op zijn kop zette. Andere mensen. Elkaar. Iets online. Maar zelfs nu blijft ze vaag, alsof de woorden zelf haar moeilijk vallen. Ze houdt het nog onduidelijk, probeert de ernst van wat ze zegt te verbergen achter een scherm van onzekerheid.
Ik kan het niet langer aan, ik dring aan, vraag haar om gewoon te zeggen wat het is. Mijn stem klinkt zwaarder in mijn oren dan ik bedoel, maar ik kan het niet helpen. Ze kijkt me aan, haar ogen een mengeling van angst en opluchting. En dan, alsof een muur breekt, komt de waarheid eruit.
Karin en Max filmen zichzelf. Tijdens de seks. En zetten die video's online. Het is een online challenge, onder een select groepje mensen, zei ze. Mensen die hetzelfde doen. Ze kunnen punten verdienen en prijzen winnen. Een soort online bingokaart, gevuld met activiteiten die moeten worden vastgelegd en als bewijs online gepost. Ik blijf even stil, als de woorden hun weg naar mijn hoofd zoeken, maar niets past. Niets maakt dit zinnig. Het voelt alsof mijn hersenen zich verzetten tegen de realiteit van wat ik net heb gehoord, alsof ik niet kan bevatten wat haar woorden betekenen. Ik weet niet wat ik hoor. Het lijkt zo absurd, zo ver van alles wat ik had verwacht. En ik weet niet hoe ik moet reageren. Wat kan ik zeggen? Wat is er nog te zeggen?
Olivia laat een klein bommetje vallen, een onthulling die zwaarder weegt dan alles wat ze tot nu toe heeft gezegd, iets dat mijn gedachten volledig stilzet, want ik geloof het niet. Ik kan dit niet geloven. Maar ze kijkt me aan, haar gezicht half verlicht door het scherm van haar telefoon, en ik weet meteen dat er geen ruimte is voor twijfel. Ze heeft bewijs. Op haar telefoon. Ze heeft het zelf al bekeken. Eerst met Karin, als een vertrouwelijk moment tussen vriendinnen, misschien uit nieuwsgierigheid, misschien uit een soort gedeelde verbazing, maar later, toen ze alleen was, keek ze nog een keer. Niet uit verplichting, niet omdat iemand haar daartoe dwong, maar omdat het haar niet losliet. Ze weet niet waarom.
Ze zucht opnieuw en fluistert dat het haar spijt, haar stem zacht, voorzichtig, alsof ze zich schaamt, alsof ze bang is voor mijn reactie. Maar dat hoeft niet. Er is geen reden voor excuses, want hoewel mijn hoofd chaotisch voelt, vol vragen die ik nog niet durf te stellen, voel ik geen woede. Geen afkeer. Alleen een verwarde, doordringende nieuwsgierigheid, niet naar wat ze heeft gezien, maar naar wat het met haar heeft gedaan.
Ik blijf rustig, of in ieder geval zo rustig als ik op dit moment kan zijn, en probeer mijn gedachten te ordenen, maar niets voelt logisch. Dus vraag ik haar simpelweg: "Wat wil je dat ik doe?" Want ik weet het niet. In geen enkele zin weet ik niet wat ik nu moet zeggen, wat ik moet denken, wat ik moet voelen. Maar Olivia kijkt me aan, en haar ogen fonkelen in het donker, het blauw dieper, intenser dan ik het in lange tijd heb gezien.
"Wil je het zien?" vraagt ze dan.
Het is bijna een fluistering, een onbedoeld geladen vraag die me even laat verstijven. Ik weet niet of zij schrikt van haar eigen woorden, of dat ik het zelf ben die het moment te groot maakt. De manier waarop ze het zegt, de klank van haar stem—het klinkt bijna opwindend. Niet omdat ze me verleidt, niet omdat ze me iets wil laten doen waar ik niet achter sta, maar omdat ze het gewoon wil delen. Ze wil niet dat dit haar geheim blijft. Ze wil dat het ons geheim wordt. Het is bijna lief. En ergens, als ik er doorheen kijk, begrijp ik het ook.
Dit was voor haar óók een schok. Dit was iets dat haar nog steeds bezighield. Maar ze heeft het al twee keer gezien.
Mijn gedachten dwalen af naar Karin. Lang rood haar, grote groene ogen, een ronde bril die haar altijd een scherpere blik gaf dan ze waarschijnlijk zelf doorhad. Zeker, ze was aantrekkelijk, ik was niet blind. Maar behalve een enkele afdwaling in een onschuldige fantasie had ik nooit bewust over haar nagedacht op die manier. En nu stond ik op het punt haar te zien, niet gewoon als vriendin, niet gewoon als Karin, maar als vrouw, als iemand die seks had met Max, iemand die haar lichaam zonder schroom liet filmen, die dit als een spel speelde. Max, die misschien wel mijn beste vriend was, iemand met wie ik over van alles had gepraat, maar nooit over dit.
Wilde ik dit wel zien?
Ik slik, voel de twijfel heel even branden in mijn keel, maar dan kijk ik weer naar Olivia. Dit moment gaat niet over mijn nieuwsgierigheid, niet over Karin of Max, niet over wat ik zou denken als ik het eenmaal zag. Dit gaat over haar. Over het feit dat ze hiermee heeft rondgelopen, alleen, terwijl ze niet wist hoe ze het met mij moest delen. Ze zit ermee. Dat voel ik in alles. En dus pak ik haar hand, klem mijn vingers om de hare en zeg, rustig, zonder aarzeling:
"Als jij dat wilt."
Want boven alles merk ik dat het haar niet gaat om wat ik ervan vind, maar om het feit dat ze dit geheim niet langer alleen wil dragen.
Wat ik zie, gaat mijn verstand compleet te boven. Mijn hoofd probeert de beelden te verwerken, maar niets lijkt op zijn plek te vallen, niets klopt met het beeld dat ik altijd van Karin en Max heb gehad. Olivia zegt het nog, vlak voordat ze het filmpje afspeelt, een korte toelichting die nauwelijks nodig is, maar die mijn verwarring alleen maar groter maakt.
"De challenge was een public blowjob."
Die woorden hangen even in de lucht, blijven na-echoën terwijl mijn brein nog steeds probeert bij te benen. Ik ken de term, natuurlijk ken ik die, maar dat is iets van internet, iets uit de categorie dingen die je ziet maar nooit serieus overweegt, iets dat anderen doen, niet jij, niet de mensen die je kent, en zéker niet Karin en Max. Zelfs terwijl Olivia het zegt, schiet er nog een geamuseerde lach door me heen, een automatische reactie die niet eens uit spot voortkomt, maar simpelweg omdat het te absurd klinkt om waar te kunnen zijn. Dat doen zij niet. Dat kan niet.
Maar Olivia slikt, haar duim beweegt vastberaden over het scherm, en zonder verdere waarschuwing speelt ze het filmpje af.
Twaalf minuten.
Dat is de lengte van wat we nu samen gaan zien, twaalf minuten die alles veranderen, twaalf minuten waarin de grenzen tussen wat ik dacht te weten en wat er werkelijk bestaat, volledig vervagen. Het scherm licht op, het beeld beweegt, en meteen herken ik de omgeving. Een park. Hier. Slechts een paar straten verderop. Mijn hartslag versnelt ongewild bij die realisatie, bij het besef dat dit zich niet afspeelt in een of ander anoniem, onherkenbaar buitenland, maar hier, in onze stad, op een plek waar wij ook komen.
Max houdt de telefoon vast, dat is meteen duidelijk, het beeld wiebelt kort terwijl hij de camera in positie brengt. Eerst zie je alleen wat omstanders, een vrouw met een kinderwagen, een jogger die voorbij rent, de wereld die gewoon doorgaat, alsof er niets aan de hand is. De zon schijnt fel, het is een mooie dag, en niets in dit beeld verraadt wat er zo meteen zal gebeuren. Maar dan, alsof het afgesproken werk is, verdwijnen ze samen de bosjes in, een schaduwrijke plek waar de geluiden van de stad nog steeds hoorbaar zijn. Dit was public, dat is zeker.
Mijn adem stokt als ik opeens het gezicht van Karin zie.
Beeldschoon en kraakhelder. De Karin die ik ken, met diezelfde zachte sproetjes op haar neus, diezelfde scherpe, groene ogen die altijd een bepaalde nieuwsgierigheid uitstralen, alsof ze net iets meer begrijpt dan ze laat merken. Ze legt haar lange rode haren vast in een staart, haar bewegingen kalm, doelgericht, maar in haar blik schuilt iets anders. Een nervositeit, een korte, vluchtige blik over haar schouder, alsof ze wil zeker weten dat niemand hen kan zien, en dan…
Dan zakt ze door haar knieën.
Max blijft filmen. Het beeld trilt nauwelijks, alsof hij hier al ervaring mee heeft, alsof dit niet de eerste keer is dat hij zichzelf op deze manier vastlegt. De hoek is onmiskenbaar POV, de camera is op haar gericht terwijl ze de knoop van zijn broek losmaakt, haar vingers soepel en zonder aarzeling. Dan, ineens, is het moment daar. Een behoorlijk forse erectie springt naar voren, en Karin… Karin reageert precies zoals je hoopt dat iemand op zo’n moment zou reageren.
Geen twijfel. Geen afkeer.
Ze neemt hem in haar hand, trekt er een paar keer aan, testend, alsof ze hem alvast voorbereidt, en zonder ook maar een moment van bedenkingen buigt ze voorover en neemt hem in haar mond. Eerst nog voorzichtig, haar lippen glijden langzaam over de lengte, haar bewegingen bedachtzaam, verkennend, alsof ze zichzelf even de tijd geeft om in het moment te komen. Maar dan… dan verandert er iets.
Het tempo neemt toe, haar houding wordt zelfverzekerder, haar bewegingen worden vloeiend en bedreven, alsof ze precies weet wat ze doet, alsof ze dit eerder heeft gedaan. Het geluid, het natte, zuigende ritme, de kleine kreunen van Max op de achtergrond, het beeld dat zonder onderbrekingen verder beweegt—het is allemaal te echt, te dichtbij, te onontkoombaar.
Olivia en ik knijpen onbewust in elkaars vrije hand, onze vingers verstrengeld terwijl we ademloos toekijken, terwijl alles wat we wisten over Karin en Max in deze twaalf minuten volledig wordt herschreven.
Zo had Olivia mij nooit zitten pijpen. Niet met die overgave, niet met die soepelheid, niet met dat pure, onmiskenbare plezier dat in Karins ogen te lezen stond terwijl ze haar lippen over Max’ erectie liet glijden. Dit was geen verplichting, geen daad die enkel werd uitgevoerd om een partner te plezieren, geen ongemakkelijke poging om iets te doen wat niet natuurlijk aanvoelde. Dit was iets anders, iets vrijs, iets wat oprecht uit haarzelf kwam, en als Karin dit altijd zo deed, kon ik me nauwelijks voorstellen dat Max iets tekortkwam.
Ik kon niet hetzelfde zeggen over Olivia en mij.
Ik had Olivia nooit zo gezien. Niet in een moment als dit. Niet met dat sprankelende, speelse vuur in haar ogen, niet met dat genot dat van haar gezicht af te lezen was. Als ze ooit haar mond op mij had gebruikt, was het met een soort gereserveerde beleefdheid, als iets wat erbij hoorde, niet per se omdat ze het niet wilde, maar omdat ze het ook niet echt wilde. En nu, nu ik haar zo naast me voelde, haar vingers gespannen in de mijne, haar ademhaling langzaam verzwaard, vroeg ik me af of zij dat zelf ook wist.
Maar ik zeg niks.
Ik kijk ademloos toe, mijn ogen vastgekluisterd aan het scherm, aan de beelden die zich met een vreemd soort onvermijdelijkheid afspelen, alsof dit een moment is waar ik geen controle over heb, alsof ik slechts een passieve toeschouwer ben van iets dat te groot is om te bevatten. Het geluid staat zacht, maar niet zacht genoeg om het niet te horen.
Max zucht, een laag, diep geluid dat ergens in zijn borstkas lijkt te trillen, een instinctieve reactie op wat Karin met hem doet. We horen haar, haar mond nat, haar lippen glijdend, haar ademhaling steeds zwaarder. Ze kreunt, niet overdreven, niet gespeeld, maar zacht, alsof ze zelf verrast is door haar eigen opwinding. Alsof dit niet alleen voor Max is, maar ook voor haarzelf.
Dit is geil.
Ik kan het niet ontkennen. Mijn lichaam reageert sneller dan mijn gedachten het kunnen verwerken. Ik voel hoe mijn ademhaling zich aanpast aan de beelden, hoe mijn spieren zich aanspannen, hoe mijn onderbuik warm wordt. Ik heb een harde. Een keiharde. En het enige wat ik kan denken is dat ik dat niet tegen Olivia durf te zeggen.
Maar ik hoef het niet te zeggen.
Ik voel het aan alles. Dit doet iets met haar. De manier waarop ze ademt, haar houding, de subtiele spanning in haar vingers die nog steeds in de mijne verstrengeld liggen. Dit windt haar op. Misschien nog meer dan ik durf te beseffen.
Maar waarom?
Dat is de vraag die ik niet kan ontwijken. Dit ging niet zomaar over een filmpje. Dit was Karin. Dit was Max. Onze beste vrienden. Dit was iets wat Karin bewust met Olivia had gedeeld. En ook met het internet? Met onbekenden, met mensen die haar niet kenden, die haar lichaam zagen en haar beoordeelden zonder dat ze haar ooit in het echt hadden ontmoet?
En dan schiet die ene zin door mijn hoofd.
Karin had tegen Olivia gezegd dat dit misschien ook wel iets voor ons was.
Nee.
Nooit.
Dat dacht ik. Dat voelde ik. Dit was iets waar ik niet aan wilde denken, iets wat zo ver buiten ons lag dat het absurd was om het überhaupt te overwegen. Maar terwijl ik Olivia opnieuw in me opneem, haar gezicht, haar houding, de subtiele opwinding die ze niet kan verbergen, vraag ik me af waarom dit haar zo raakt.
Wil zij dit doen?
Die gedachte voelt als een mokerslag.
Dat kan ze helemaal niet.
Toch?
Of… heeft dit met Max te maken?
Die gedachte maakt me misselijk.
Voor ik het besef, bereikt het filmpje zijn einde, alsof de tijd zich in die twaalf minuten heeft vervormd, alsof alles wat zich voor mijn ogen heeft afgespeeld niet alleen buiten mijn controle lag, maar ook buiten mijn begrip, alsof ik ergens een grens ben overgestoken zonder dat ik het zelf doorhad. Het stopt niet plotseling, niet abrupt, maar eindigt zoals het bedoeld was, met een climax die zich onontkoombaar aandient, een finale die alle opbouwende spanning in één moment tot ontlading brengt.
Max komt klaar.
Het verbaasd me nog dat hij het zo lang heeft volgehouden, met Karin zo voor hem, haar mond warm en nat om hem heen, haar vingers moeiteloos over zijn huid glijdend, haar ogen omhoog gericht, alert, speels, volledig bewust van het effect dat ze op hem heeft. Hoe kan een man zich inhouden als hij wordt aangekeken zoals zij dat doet? Vast spannend, denk ik, zo in het openbaar, met de dreiging dat elk moment iemand hen had kunnen betrappen, met de prikkelende wetenschap dat ze hiermee wegkwamen, dat ze iets deden wat niet mocht, dat dit niet alleen voor henzelf was, maar ook voor de camera, voor een publiek, voor onbekende ogen die hen op een later moment zouden zien en precies ditzelfde zouden voelen.
Maar nu is er geen terughoudendheid meer.
Het is een subtiel gebaar, een kleine aansporing van Max’ hand op haar achterhoofd, een nauwelijks merkbare aanscherping van zijn ademhaling, een teken dat Karin moeiteloos opvangt. Ze stopt, trekt haar mond terug, maar haar hand blijft in beweging, ritmisch, beheerst, alsof ze het moment precies timet, alsof ze ervoor zorgt dat alles verloopt zoals het zou moeten, dat het hoogtepunt een perfect geregisseerde afsluiting wordt. Haar blik blijft omhoog gericht, haar groene ogen sprankelen achter de glazen van haar bril, en terwijl haar vingers zich strak om hem sluiten, trekt ze hem onvermijdelijk over de rand.
En dan gebeurt het.
Ik en Olivia zien hoe de eerste straal met kracht uit hem schiet, zich verspreidt over haar gezicht, hoe het haar lippen raakt, haar neus, hoe dikke druppels zich op haar bril verzamelen, langzaam omlaag glijden, hoe enkele slierten reiken tot aan haar wenkbrauwen. Ze zit er nog steeds, haar mond net iets geopend, haar tong langs haar onderlip strijkend, haar uitdrukking ergens tussen speels en verleidelijk in, en dan, in een fractie van een seconde, lijkt het alsof ze me aankijkt, alsof haar blik zich dwars door het scherm heen boort, rechtstreeks de mijne vindt, alsof ze weet dat ik hier zit, dat ik haar zie.
Zijn climax lijkt eindeloos, seconden die zich uitrekken tot iets groters dan ze werkelijk zijn, misschien niet langer dan een ademhaling, maar lang genoeg om in mijn hoofd een onuitwisbare indruk achter te laten, lang genoeg om een grens over te gaan waarvan ik niet wist dat hij bestond.
Seconden die mijn blik op Karin voorgoed zouden veranderen.
"Jeetje," zeg ik uiteindelijk, niet omdat het een doordachte reactie is, maar omdat er simpelweg niets anders in me opkomt. Het is een woord zonder gewicht, zonder richting, een lege klank die de ruimte moet vullen nu Olivia het lichtje naast ons bed heeft aangedaan en haar telefoon zwijgend naast zich heeft neergelegd.
Ik durf niet te zeggen wat dit met me doet. Ik durf haar niet te laten zien wat er in me omgaat, hoe dit iets in mij heeft losgemaakt wat ik zelf nog niet eens begrijp. Maar ik zie het aan alles, de subtiele spanning in haar schouders, de manier waarop ze haar lippen even bevochtigt voordat ze iets wil zeggen maar zich bedenkt, hoe haar ademhaling net te langzaam lijkt voor iemand die volledig op haar gemak is. Als er een moment was waarop Olivia ergens voor open had kunnen staan, was het wel nu. Maar we durven niet. Geen van beiden.
We zijn niet zoals Karin en Max.
Dat is duidelijk.
Niet op dit gebied.
“Bizar, hè?” slikt Olivia uiteindelijk, haar stem dunner dan ik van haar gewend ben, alsof ze hoopt dat ik het bevestig, alsof ze wil dat ik haar meeneem in een gevoel dat ze zelf nog niet helemaal kan plaatsen. Maar het enige wat er tussen ons in hangt, is een stilte die alles zegt wat we niet durven uitspreken. Zonder woorden schreeuwen we om een reactie van de ander, een bevestiging, een richting, een reden om te begrijpen waarom dit gedeeld is.
Wat was hier nou het idee achter?
Wat wilde Karin bereiken door dit aan Olivia te laten zien?
En nog belangrijker… wat wilde Olivia bereiken door dit met mij te delen?
En hoe, in godsnaam, moesten we die twee ooit nog onder ogen komen?
“Ik denk dat we er morgen maar over moeten praten,” stel ik voor, mijn stem kalm, bedachtzaam, alsof ik mezelf wil overtuigen dat het zo simpel is, dat we er morgen helderder over kunnen denken, dat dit moment zich dan vanzelf zal oplossen. Maar niets aan ons voelt helder. We zijn allebei zichtbaar uitgeput, niet van de dag, niet van een discussie, maar van iets dat zich dieper heeft genesteld. Verwarring. Opwinding. Twee totaal tegenstrijdige krachten die ons uit elkaar trekken en tegelijkertijd dichter bij elkaar lijken te duwen.
En toch… de kloof tussen Olivia en mij is er nog steeds.
Dat maakt het misschien nog wel het meest verwarrend van alles.
Ik draai me om, sluit mijn ogen, maar weet direct dat slaap geen optie is. Het beeld zit vast in mijn hoofd, als een fragment dat zich telkens opnieuw afspeelt, ongewenst maar onweerstaanbaar gedetailleerd. Karin. Elk detail van haar. Haar lange rode haar strak in een staart, haar groene ogen achter die bril, de manier waarop ze hem aftrok en afzoog, hoe ze met haar mond elke druppel opving, hoe ze doorslikte zonder een spoor van twijfel, hoe ze daarna opstond met die ondeugende, nerveuze glimlach.
Hun missie was geslaagd.
Of nog maar net begonnen?
-
Naast werk heb ik een paar vaste gewoontes: ik ga drie keer per week naar de sportschool – deels om mijn slechte houding van het vele zitten te compenseren, deels omdat ik nog steeds de illusie heb dat ik ooit in topvorm zal zijn. In het weekend speel ik af en toe squash met een vriend, hoewel dat vaker eindigt in bier drinken dan in intensieve cardio. Muziek is belangrijk voor me. Geen instrument of DJ-ambities, maar een eindeloze afspeellijst met alles van oldschool rock tot elektronische deep house, afhankelijk van mijn stemming.
En bingo. Ja, bingo is zowaar een hobby van me geworden. Maar niet de bingo die iedereen kent. Niet het spel met plastic fiches en een zaaltje vol bejaarden die met een kopje koffie en een koekje wachten tot iemand "Bingo!" roept. Niet die eindeloze rijen kaarten met willekeurige getallen, de machine die langzaam balletjes uitspuugt, de monotone stem die de nummers voorleest. B zeven... N vierendertig... G tweeënvijftig. En dan, eindelijk, iemand die triomfantelijk een rij vol heeft en een reep chocola wint.
Nee, de bingo die een rol in mijn leven is gaan spelen, werkt met dezelfde elementen—wachten op de juiste combinatie, het gevoel van spanning bij elke beurt, de opluchting of teleurstelling als het net wel of net niet lukt—maar het is toch wel iets héél anders.
Olivia is mijn lot uit de loterij. Mijn volle kaart, mijn onverwachte jackpot.
Ze is de liefde van mijn leven. Klein maar fijn, zoals ze het zelf lachend zegt. Maar dat doet haar tekort. Olivia is prachtig op een manier die tijdloos is. Lang, honingblond haar dat losjes over haar schouders valt en in de zomer een lichtere tint krijgt. Blauwe ogen met een grijze zweem, speels en doordringend tegelijk. Een gezonde tint, subtiele sproetjes op haar neus en jukbeenderen. Haar donkere wenkbrauwen maken haar expressie intens, soms ondoorgrondelijk. Haar lichaam is atletisch, slank en gespierd zonder overdaad. Niet per se door fanatiek sporten – al loopt ze graag hard – maar simpelweg omdat haar bouw zo is. En ze is klein, écht klein vergeleken met mij. Terwijl ik tegen de twee meter aan tik, stopt zij op één meter zestig. Een contrast dat soms grappige situaties oplevert, zoals wanneer ze op haar tenen moet staan om me te zoenen of me dwingt haar dingen van de bovenste plank te geven.
Ik weet niet hoe ik haar heb verdiend. Soms lijkt ze te perfect voor mij. Alsof ik iets heb gewonnen zonder dat ik weet wat ik ervoor heb gedaan. Maar we zijn samen, al vier jaar, en dat voelt goed. We wonen in een ruim appartement, niet luxe maar comfortabel. Ons leven is stabiel, fijn, warm. Geluk zit in de kleine dingen: samen koken, avonden op de bank met een slechte serie, roadtrips zonder plan.
En toch… er speelt iets.
Iets dat ik pas later doorhad dan ik zou willen toegeven.
Nee, ons seksleven was niet dood, het was er gewoon niet, alsof het nooit een wezenlijk onderdeel van onze relatie was geweest, alsof het er vanaf het begin al niet toe had gedaan, alsof we zonder konden en dat vanzelfsprekend vonden. Niet dat ik geen verlangen had gevoeld, niet dat ik haar niet begeerde, want dat deed ik, zeker in het begin, toen alles nog nieuw was en ik haar schoonheid niet kon negeren, toen ik haar lichaam wilde verkennen en zij het mijne, toen we allebei nog geloofden dat we vanzelf zouden ontdekken wat voor ons werkte. En toch, ergens onderweg, zonder dat ik precies kan aanwijzen wanneer het gebeurde, veranderde dat verlangen in iets anders, iets rustigers, iets dat niet meer voortkwam uit een lichamelijke behoefte, maar uit een diepgeworteld gevoel van verbondenheid. Niet omdat ik haar minder aantrekkelijk vond, integendeel, ze was mooier dan ooit, maar op een gegeven moment wilde ik het simpelweg niet meer, niet omdat mijn gevoelens waren veranderd, maar omdat ik onbewust had geaccepteerd dat seks voor ons geen vanzelfsprekendheid was. En dat is een doodzonde, toch? Om een vrouw als Olivia te hebben en haar niet meer te willen, niet in de fysieke zin, niet zoals andere stellen dat doen, alsof dat het meest logische en natuurlijke ter wereld is.
Maar het lag ingewikkelder dan dat. Onze relatie was nooit gebouwd op seks, nooit afhankelijk geweest van de fysieke intimiteit die bij anderen als fundament diende, en misschien was dat juist onze kracht, misschien was het juist daarom dat we samen bleven, omdat er zoveel meer was dan dat. We lachten samen, begrepen elkaar zonder woorden, hadden die flauwe inside jokes die niemand anders zou snappen en die ons telkens weer deden schaterlachen. We deelden alles, onze irritaties over de kleine dingen in het leven, onze dromen over later, onze gedachten over van alles en nog wat, en juist omdat we dat hadden, leek seks geen bepalende factor te zijn. Althans, dat hield ik mezelf voor, dat was de gedachte waar ik me aan vastklampte, want het alternatief, de erkenning dat er iets ontbrak, was een veel moeilijkere waarheid om onder ogen te zien. Want hoe gelukkig we ook waren, hoe goed het ook voelde om samen te zijn, er bleef iets knagen, een vaag besef dat er een leegte was die nooit werd benoemd.
De laatste tijd merkte ik dat Olivia anders was. Ze was afwezig, verzonken in haar gedachten, alsof ze ergens mee zat, maar ze zei niets, en wanneer ik ernaar vroeg, wuifde ze het weg met een glimlach, zei ze dat ze het druk had op haar werk, dat het niets was om me zorgen over te maken. Dat klonk logisch, en ik geloofde haar, want waarom zou ik dat niet doen? Onze vriendengroep ging regelmatig op stap, maar wij sloegen die avonden meestal over, verkozen de rust van thuis boven de drukte van een kroeg of een dansvloer, en dat was altijd goed geweest, dat was hoe wij waren. Dus in eerste instantie zocht ik er niet veel achter, dacht ik dat het een fase was, een tijdelijke vermoeidheid, iets wat vanzelf weer zou overgaan.
Maar hoe langer het duurde, hoe vaker ik haar zag staren naar niets in het bijzonder, hoe meer ik haar hoorde zuchten zonder dat ze het zelf leek te beseffen, begon ik te twijfelen. Ergens diep vanbinnen voelde ik dat er iets niet klopte, dat haar afstandelijkheid niet zomaar toe te schrijven was aan stress of vermoeidheid, dat er iets speelde waar ik geen grip op had. Ons leven was bijna perfect, misschien niet spectaculair of groots, maar wel goed, stabiel, en hoeveel mensen konden dat zeggen? We hadden een fijn huis, een relatie waarin liefde vooropstond, een leven waarin we op elkaar konden bouwen. Maar wat ontbrak, was seks. En ineens kon ik dat niet langer negeren.
Niet zomaar seks, maar fijne seks, dat was waar het allemaal misging, want hoewel de aantrekkingskracht er altijd was en we elkaar begeerden, bleef de fysieke uitwerking ervan achter. Het was niet dat we het niet probeerden, dat we het niet wilden, maar telkens wanneer we het deden, voelde het niet goed, nooit zoals het zou moeten voelen. Het was niet prettig, het was niet bevredigend, het was niet iets dat ons dichter bij elkaar bracht. Integendeel, het was ongemakkelijk en pijnlijk, niet alleen voor haar, maar ook voor mij. Penetratie voelde geforceerd, alsof ons lichaam zich ertegen verzette in plaats van dat het samensmolt zoals bij anderen leek te gebeuren, alsof het een gegeven was, iets natuurlijks. Zelfs de alternatieven boden geen uitkomst. Haar hand voelde niet fijn, haar mond – daar begon ik liever niet over, want hoe kan iets dat zo intiem en opwindend zou moeten zijn, zo onhandig, zo mechanisch, zo ongemakkelijk aanvoelen? Niet omdat ze niet haar best deed, integendeel, we probeerden het allebei, keer op keer, met geduld en inzet, in de hoop dat het vanzelf beter zou worden, dat we op een dag zouden ontdekken hoe wij als stel in elkaar pasten. Maar op de een of andere manier gebeurde dat nooit.
De laatste keer dat we echt seks probeerden, echt in de zin van een volledige poging met alle intentie om het te laten slagen, was nu twee jaar geleden, een feit dat ik mezelf pas besefte toen ik erover nadacht. Twee jaar. Sindsdien zijn de momenten van lichamelijke intimiteit op één hand te tellen, en zelfs die schaarse keren waren niet noemenswaardig genoeg om te onthouden. Een vluchtige aanraking hier, een onhandige poging daar, en dat was het dan. We waren er simpelweg aan gewend geraakt, hadden het geaccepteerd als een vanzelfsprekend onderdeel van onze relatie, als iets dat nu eenmaal niet voor ons was weggelegd. Het voelde niet als een gemis, niet echt, niet bewust, en misschien was dat nog wel het vreemdste eraan. We spraken er niet over, we vroegen ons niet af of het ooit beter zou worden, we deden alsof het er niet toe deed.
Ik en Olivia, een stel met zoveel liefde en verbondenheid, en toch kneuzen als het ging om de meest basale vorm van lichamelijke samenzijn. Hoe knap ze ook was, hoe perfect ze ook leek voor de buitenwereld, hoe onweerstaanbaar ik haar in al haar facetten vond, ergens hield iets ons tegen, iets dat nooit benoemd werd, maar er altijd was. En nu, nu ze de laatste tijd zo anders was, zo afwezig, nu ze steeds vaker met haar gedachten ergens anders leek te zijn, bleef ik mezelf afvragen of het daarmee te maken had. Of ze, net als ik, dacht aan dat ene ding dat ons ontbrak. Seks.
Zou dat het echt zijn?
Ik had altijd aangenomen dat het voor haar niet belangrijk was, dat het geen rol speelde in haar geluk, dat wij als stel zonder konden. Voor mij was het anders, maar ik klaagde niet, want ik had Olivia. Zij was alles wat ik ooit had gewild, de mooiste en liefste vriendin die ik me kon voorstellen. En als dat betekende dat seks geen onderdeel was van ons leven, dan moest dat maar zo zijn.
Dan maar geen seks.
Een avond zoals zoveel anderen. Ik kom thuis van mijn werk, de vermoeidheid nog in mijn lichaam, mijn hoofd nog half gevuld met de rommel van de dag, maar zodra ik de deur achter me sluit, voel ik de rust van ons appartement. Olivia is er al, zoals altijd iets eerder klaar met haar werk, en de geur van eten hangt in de lucht, een warme omhelzing die zich moeiteloos met haar aanwezigheid vermengt. Ze kookt altijd, niet omdat ik het niet wil of kan, maar omdat zij het graag doet, omdat ze er goed in is, omdat ze de rust vindt in het snijden, roeren, kruiden, proeven. Altijd goed, altijd lekker. Net als zij.
Zelfs zo, in haar meest huiselijke vorm, blijft ze mooi op een manier die nauwelijks eerlijk is. Geen make-up, geen zorgvuldig uitgekozen outfit, alleen haar gemak, haar natuurlijkheid, haar moeiteloze aantrekkelijkheid. Ze draagt iets makkelijks, altijd iets sportiefs, een losse trui of een legging, niets bijzonders en toch verhult het haar nooit helemaal. Haar lichaam, klein en fijn, atletisch zonder dat ze er moeite voor lijkt te doen, laat zich niet volledig verbergen, hoe ruim haar trui ook valt, hoe nonchalant haar haar ook is opgestoken. Er is iets aan Olivia dat altijd sexy is, of ze nu in een zomerjurkje langs me loopt of met een knot en een oud T-shirt in de keuken staat. Misschien ben ik me daar de laatste tijd extra bewust van, omdat ik begin te twijfelen aan de impact van ons gebrek aan seks, omdat ik haar nu met andere ogen bekijk, omdat de afstand tussen ons juist alles scherper lijkt te maken.
Tijdens het eten praten we nog wel, over werk, over iets wat ze gelezen heeft, over een nieuwe serie die ze ergens voorbij zag komen. Gesprekken die vloeien zonder moeite, maar zodra de maaltijd op is en we de tafel hebben afgeruimd, wordt het stiller. Niet op een ongemakkelijke manier, niet per se, maar het is een stilte die er altijd is geweest, alleen valt hij me nu meer op. Soms kiezen we ervoor om even alleen te zijn, niet uit onvrede, maar uit gewoonte. Ik verdwaal in een game, zij leest een boek, belt een vriendin of gaat een stukje wandelen, alsof we onuitgesproken met elkaar hebben afgesproken dat dit onze manier van samenzijn is, dat afstand geen teken van vervreemding is, maar simpelweg hoe wij functioneren. En toch…
Ik had het gevoel dat ik vaker naar haar keek, dat ik meer nadacht over haar afwezigheid, dat ik probeerde de stilte te lezen zoals ik dat voorheen nooit had gedaan. Was het ons seksleven? Was dat de oorzaak van haar veranderende houding, haar subtiele terugtrekking? Of was het iets anders? Had ze geheimen? En welke dan? Of was het zo simpel, zo pijnlijk eenvoudig, dat ze misschien gewoon op mij was uitgekeken, dat het geen kwestie was van seks of geen seks, maar van iets veel fundamentelers, iets waar ik geen grip op had?
Zoals altijd wacht ik te lang, veel te lang, onnodig lang, tot het moment voorbij is, tot de twijfel groter wordt dan de woorden die ik uit moet spreken, tot de afstand tussen ons als iets ongrijpbaars in de lucht blijft hangen, zonder dat ik weet hoe ik het kan overbruggen. Dit is Olivia. Mijn Olivia. Ze is perfect, ze houdt van me, en ik houd van haar. Maar waarom kunnen we dan niet praten? Waarom voelt het alsof er een muur is opgetrokken, een barrière die ik niet kan zien maar wel voel, alsof alles vanzelf zou moeten gaan, maar dat allang niet meer doet?
Het moment komt. We liggen in bed, in de stilte van de nacht, in het halfduister waarin alles zachter en eerlijker zou moeten zijn, waarin we elkaar altijd vonden, zelfs zonder woorden. Ze kuste me nog wel, zoals ze dat altijd doet, een vanzelfsprekend gebaar, een ritueel waar ik normaal niet over nadacht. Maar dit keer zie ik het. Haar blik, afwezig, haar gedachten ergens anders, en ineens voelt het hol, leeg, als een handeling zonder betekenis, als iets dat er nog wel is maar niet meer klopt. En ik trek het niet meer. Ik wil het niet voelen, ik wil het niet negeren, ik wil niet langer wachten tot het vanzelf verdwijnt, want dat doet het niet.
Dus ik vraag ernaar. Wat is er aan de hand?
Ze zucht, een diepe ademhaling die langer duurt dan zou moeten, en dan kijkt ze me aan, bezorgd, bijna schuldig. Haar hand glijdt kort over mijn arm, een gebaar dat ergens geruststellend zou moeten zijn, maar dat vooral voelt als een manier om tijd te winnen. Dan komen de woorden, zacht, voorzichtig, als iets wat ze al langer met zich meedraagt maar pas nu uitspreekt.
"Het spijt me," zegt ze, en haar stem is klein, breekbaar. "Ik weet dat ik afwezig ben geweest."
Een erkenning. Geen ontkenning.
Ze weet het, ze voelt het ook, en ergens is dat een opluchting, want het betekent dat het niet alleen in mijn hoofd zit, dat ik het me niet verbeeld. Maar voor ik er iets van kan zeggen, schudt ze haar hoofd en voegt ze eraan toe, haastig, alsof ze bang is dat ik iets verkeerd begrijp:
"Het ligt niet aan jou."
En daar, in dat ene moment van geruststelling, groeit mijn onrust alleen maar verder. Want als het niet aan mij ligt, als ik niet de oorzaak ben, als wij niet de oorzaak zijn, wat is het dan wel?
Ze noemt Karin. Een naam die niet zomaar valt, niet zomaar wordt opgeworpen in een terloopse opmerking, maar met een aarzeling, alsof ze de impact van die naam in dit gesprek zelf nog niet volledig overziet. Karin, een vriendin van ons, iemand die we al jaren kennen, iemand die, net als haar vriend Max, verweven is geraakt in ons leven, niet zomaar een bekende of een vage studievriendin, maar een wezenlijk onderdeel van onze gezamenlijke geschiedenis. Olivia en ik hebben meerdere vriendengroepen, losse kringen waarin we afzonderlijk van elkaar bewegen, maar één groep delen we, een overblijfsel uit onze studietijd, een hechte kern van mensen die al jarenlang in en uit ons leven stromen, met wie we herinneringen delen die niet meer weg te denken zijn. Karin en Max horen daar onlosmakelijk bij.
Voorzichtig, alsof ze haar woorden zorgvuldig afweegt voordat ze ze uitspreekt, vertelt Olivia dat Karin veranderd is, dat er iets is wat zij en Max doen, iets waar ze haar zorgen over maakt, iets dat haar de afgelopen tijd bezig heeft gehouden zonder dat ik het wist. Ik luister, mijn gedachten al vooruit springend, maar voor ik in mijn eigen aannames verdwijn, dwing ik mezelf terug naar de kern: wie zijn Karin en Max voor ons?
Echt goede vrienden. Misschien wel de besten die we hebben binnen die groep. We zijn een paar keer samen op vakantie geweest, delen de vanzelfsprekende vertrouwelijkheid die ontstaat als je jarenlang samen optrekt zonder dat het ooit geforceerd voelt. Als er één stel was dat ons begreep, dan waren zij het wel, en andersom voelde het precies zo. We waren op elkaar ingespeeld, we wisten hoe we elkaar moesten lezen, hoe we elkaars relatie begrepen zonder dat er veel woorden voor nodig waren. En toch had ik me daarin vergist, want blijkbaar deden zij iets wat ik nooit van ze had verwacht.
Net als wij waren ze normale mensen. Een leuk stel, perfect op elkaar ingespeeld, het soort koppel waar niets mis mee lijkt te zijn, waar geen schaduwen overheen hangen, geen scheuren in de façade. Alles op orde. Wat wilde je nog meer? Maar blijkbaar misten ook zij iets, iets wat ik nooit had opgemerkt, iets waar ze nooit over gesproken hadden, en dat had Karin met Olivia gedeeld. En nu zat Olivia hier, in bed naast me, met die blik die ik niet van haar kende, omdat dit haar meer had geraakt dan ze had willen toegeven.
Zonder dat ze precies zegt wat Karin en Max doen, verklapt ze al genoeg. Karin had haar verteld dat het misschien ook iets voor ons was. Ze herhaalt het niet, benadrukt het niet, maar de woorden blijven hangen in de ruimte tussen ons in, onuitgesproken maar onmiskenbaar aanwezig. En ik voel het, een vreemd vermoeden dat zich ergens in mijn achterhoofd nestelt, een vage notie van waar dit naartoe zou kunnen gaan, maar zonder de helderheid om het werkelijk te begrijpen.
Ik weet dat het met seks te maken heeft.
Maar wat dan precies?
Het is volledig donker, de kamer om ons heen stil, op het zachte geluid van haar ademhaling na. Alleen het scherm van Olivia's telefoon verlicht haar gezicht, de flikkerende gloed in de duisternis die haar ogen vaag doet oplichten. Haar vingers bewegen langzaam over het scherm, alsof ze zoekt naar iets, iets wat haar gedachten voor een moment terug in de realiteit trekt. Dan zegt ze het woord. Bingo. En niet de versie die ik ken, niet de versie die we samen lachend doen voor de gekte als we met vrienden in een café zitten, met het oude bingospel in onze handen. Nee, dit is anders. Totaal anders.
Haar stem is zacht, voorzichtig, alsof ze ieder woord moet afwegen voordat ze het uitspreekt. Karin en Max experimenteren, vertelt ze, maar niet op de manier die ik verwacht, niet zoals wij dat misschien zouden doen. Hun seks was altijd goed, voor zover we wisten, en ik had nooit reden om aan te nemen dat het anders was. We hadden altijd het idee gehad dat hun relatie een soort perfecte balans vond in hun eigen wereld, dat er geen onvertogen woorden waren, geen verborgen conflicten. En zelfs vandaag, nadat ik alles had gehoord, kon ik niet zeggen dat er echt een probleem tussen hen was. Het was iets anders, iets veel vager. De drang om te experimenteren. Iets dat wij nooit hadden.
Ze zucht diep, alsof ze het idee van wat ze gaat zeggen niet langer kan onderdrukken. En na mijn aandringen, na het stilhouden van mijn adem, komt ze er eindelijk uit. Ze vertelt hoe Karin en Max iets nieuws hadden ontdekt, iets anders, iets dat hun normaal zo rustige leven op zijn kop zette. Andere mensen. Elkaar. Iets online. Maar zelfs nu blijft ze vaag, alsof de woorden zelf haar moeilijk vallen. Ze houdt het nog onduidelijk, probeert de ernst van wat ze zegt te verbergen achter een scherm van onzekerheid.
Ik kan het niet langer aan, ik dring aan, vraag haar om gewoon te zeggen wat het is. Mijn stem klinkt zwaarder in mijn oren dan ik bedoel, maar ik kan het niet helpen. Ze kijkt me aan, haar ogen een mengeling van angst en opluchting. En dan, alsof een muur breekt, komt de waarheid eruit.
Karin en Max filmen zichzelf. Tijdens de seks. En zetten die video's online. Het is een online challenge, onder een select groepje mensen, zei ze. Mensen die hetzelfde doen. Ze kunnen punten verdienen en prijzen winnen. Een soort online bingokaart, gevuld met activiteiten die moeten worden vastgelegd en als bewijs online gepost. Ik blijf even stil, als de woorden hun weg naar mijn hoofd zoeken, maar niets past. Niets maakt dit zinnig. Het voelt alsof mijn hersenen zich verzetten tegen de realiteit van wat ik net heb gehoord, alsof ik niet kan bevatten wat haar woorden betekenen. Ik weet niet wat ik hoor. Het lijkt zo absurd, zo ver van alles wat ik had verwacht. En ik weet niet hoe ik moet reageren. Wat kan ik zeggen? Wat is er nog te zeggen?
Olivia laat een klein bommetje vallen, een onthulling die zwaarder weegt dan alles wat ze tot nu toe heeft gezegd, iets dat mijn gedachten volledig stilzet, want ik geloof het niet. Ik kan dit niet geloven. Maar ze kijkt me aan, haar gezicht half verlicht door het scherm van haar telefoon, en ik weet meteen dat er geen ruimte is voor twijfel. Ze heeft bewijs. Op haar telefoon. Ze heeft het zelf al bekeken. Eerst met Karin, als een vertrouwelijk moment tussen vriendinnen, misschien uit nieuwsgierigheid, misschien uit een soort gedeelde verbazing, maar later, toen ze alleen was, keek ze nog een keer. Niet uit verplichting, niet omdat iemand haar daartoe dwong, maar omdat het haar niet losliet. Ze weet niet waarom.
Ze zucht opnieuw en fluistert dat het haar spijt, haar stem zacht, voorzichtig, alsof ze zich schaamt, alsof ze bang is voor mijn reactie. Maar dat hoeft niet. Er is geen reden voor excuses, want hoewel mijn hoofd chaotisch voelt, vol vragen die ik nog niet durf te stellen, voel ik geen woede. Geen afkeer. Alleen een verwarde, doordringende nieuwsgierigheid, niet naar wat ze heeft gezien, maar naar wat het met haar heeft gedaan.
Ik blijf rustig, of in ieder geval zo rustig als ik op dit moment kan zijn, en probeer mijn gedachten te ordenen, maar niets voelt logisch. Dus vraag ik haar simpelweg: "Wat wil je dat ik doe?" Want ik weet het niet. In geen enkele zin weet ik niet wat ik nu moet zeggen, wat ik moet denken, wat ik moet voelen. Maar Olivia kijkt me aan, en haar ogen fonkelen in het donker, het blauw dieper, intenser dan ik het in lange tijd heb gezien.
"Wil je het zien?" vraagt ze dan.
Het is bijna een fluistering, een onbedoeld geladen vraag die me even laat verstijven. Ik weet niet of zij schrikt van haar eigen woorden, of dat ik het zelf ben die het moment te groot maakt. De manier waarop ze het zegt, de klank van haar stem—het klinkt bijna opwindend. Niet omdat ze me verleidt, niet omdat ze me iets wil laten doen waar ik niet achter sta, maar omdat ze het gewoon wil delen. Ze wil niet dat dit haar geheim blijft. Ze wil dat het ons geheim wordt. Het is bijna lief. En ergens, als ik er doorheen kijk, begrijp ik het ook.
Dit was voor haar óók een schok. Dit was iets dat haar nog steeds bezighield. Maar ze heeft het al twee keer gezien.
Mijn gedachten dwalen af naar Karin. Lang rood haar, grote groene ogen, een ronde bril die haar altijd een scherpere blik gaf dan ze waarschijnlijk zelf doorhad. Zeker, ze was aantrekkelijk, ik was niet blind. Maar behalve een enkele afdwaling in een onschuldige fantasie had ik nooit bewust over haar nagedacht op die manier. En nu stond ik op het punt haar te zien, niet gewoon als vriendin, niet gewoon als Karin, maar als vrouw, als iemand die seks had met Max, iemand die haar lichaam zonder schroom liet filmen, die dit als een spel speelde. Max, die misschien wel mijn beste vriend was, iemand met wie ik over van alles had gepraat, maar nooit over dit.
Wilde ik dit wel zien?
Ik slik, voel de twijfel heel even branden in mijn keel, maar dan kijk ik weer naar Olivia. Dit moment gaat niet over mijn nieuwsgierigheid, niet over Karin of Max, niet over wat ik zou denken als ik het eenmaal zag. Dit gaat over haar. Over het feit dat ze hiermee heeft rondgelopen, alleen, terwijl ze niet wist hoe ze het met mij moest delen. Ze zit ermee. Dat voel ik in alles. En dus pak ik haar hand, klem mijn vingers om de hare en zeg, rustig, zonder aarzeling:
"Als jij dat wilt."
Want boven alles merk ik dat het haar niet gaat om wat ik ervan vind, maar om het feit dat ze dit geheim niet langer alleen wil dragen.
Wat ik zie, gaat mijn verstand compleet te boven. Mijn hoofd probeert de beelden te verwerken, maar niets lijkt op zijn plek te vallen, niets klopt met het beeld dat ik altijd van Karin en Max heb gehad. Olivia zegt het nog, vlak voordat ze het filmpje afspeelt, een korte toelichting die nauwelijks nodig is, maar die mijn verwarring alleen maar groter maakt.
"De challenge was een public blowjob."
Die woorden hangen even in de lucht, blijven na-echoën terwijl mijn brein nog steeds probeert bij te benen. Ik ken de term, natuurlijk ken ik die, maar dat is iets van internet, iets uit de categorie dingen die je ziet maar nooit serieus overweegt, iets dat anderen doen, niet jij, niet de mensen die je kent, en zéker niet Karin en Max. Zelfs terwijl Olivia het zegt, schiet er nog een geamuseerde lach door me heen, een automatische reactie die niet eens uit spot voortkomt, maar simpelweg omdat het te absurd klinkt om waar te kunnen zijn. Dat doen zij niet. Dat kan niet.
Maar Olivia slikt, haar duim beweegt vastberaden over het scherm, en zonder verdere waarschuwing speelt ze het filmpje af.
Twaalf minuten.
Dat is de lengte van wat we nu samen gaan zien, twaalf minuten die alles veranderen, twaalf minuten waarin de grenzen tussen wat ik dacht te weten en wat er werkelijk bestaat, volledig vervagen. Het scherm licht op, het beeld beweegt, en meteen herken ik de omgeving. Een park. Hier. Slechts een paar straten verderop. Mijn hartslag versnelt ongewild bij die realisatie, bij het besef dat dit zich niet afspeelt in een of ander anoniem, onherkenbaar buitenland, maar hier, in onze stad, op een plek waar wij ook komen.
Max houdt de telefoon vast, dat is meteen duidelijk, het beeld wiebelt kort terwijl hij de camera in positie brengt. Eerst zie je alleen wat omstanders, een vrouw met een kinderwagen, een jogger die voorbij rent, de wereld die gewoon doorgaat, alsof er niets aan de hand is. De zon schijnt fel, het is een mooie dag, en niets in dit beeld verraadt wat er zo meteen zal gebeuren. Maar dan, alsof het afgesproken werk is, verdwijnen ze samen de bosjes in, een schaduwrijke plek waar de geluiden van de stad nog steeds hoorbaar zijn. Dit was public, dat is zeker.
Mijn adem stokt als ik opeens het gezicht van Karin zie.
Beeldschoon en kraakhelder. De Karin die ik ken, met diezelfde zachte sproetjes op haar neus, diezelfde scherpe, groene ogen die altijd een bepaalde nieuwsgierigheid uitstralen, alsof ze net iets meer begrijpt dan ze laat merken. Ze legt haar lange rode haren vast in een staart, haar bewegingen kalm, doelgericht, maar in haar blik schuilt iets anders. Een nervositeit, een korte, vluchtige blik over haar schouder, alsof ze wil zeker weten dat niemand hen kan zien, en dan…
Dan zakt ze door haar knieën.
Max blijft filmen. Het beeld trilt nauwelijks, alsof hij hier al ervaring mee heeft, alsof dit niet de eerste keer is dat hij zichzelf op deze manier vastlegt. De hoek is onmiskenbaar POV, de camera is op haar gericht terwijl ze de knoop van zijn broek losmaakt, haar vingers soepel en zonder aarzeling. Dan, ineens, is het moment daar. Een behoorlijk forse erectie springt naar voren, en Karin… Karin reageert precies zoals je hoopt dat iemand op zo’n moment zou reageren.
Geen twijfel. Geen afkeer.
Ze neemt hem in haar hand, trekt er een paar keer aan, testend, alsof ze hem alvast voorbereidt, en zonder ook maar een moment van bedenkingen buigt ze voorover en neemt hem in haar mond. Eerst nog voorzichtig, haar lippen glijden langzaam over de lengte, haar bewegingen bedachtzaam, verkennend, alsof ze zichzelf even de tijd geeft om in het moment te komen. Maar dan… dan verandert er iets.
Het tempo neemt toe, haar houding wordt zelfverzekerder, haar bewegingen worden vloeiend en bedreven, alsof ze precies weet wat ze doet, alsof ze dit eerder heeft gedaan. Het geluid, het natte, zuigende ritme, de kleine kreunen van Max op de achtergrond, het beeld dat zonder onderbrekingen verder beweegt—het is allemaal te echt, te dichtbij, te onontkoombaar.
Olivia en ik knijpen onbewust in elkaars vrije hand, onze vingers verstrengeld terwijl we ademloos toekijken, terwijl alles wat we wisten over Karin en Max in deze twaalf minuten volledig wordt herschreven.
Zo had Olivia mij nooit zitten pijpen. Niet met die overgave, niet met die soepelheid, niet met dat pure, onmiskenbare plezier dat in Karins ogen te lezen stond terwijl ze haar lippen over Max’ erectie liet glijden. Dit was geen verplichting, geen daad die enkel werd uitgevoerd om een partner te plezieren, geen ongemakkelijke poging om iets te doen wat niet natuurlijk aanvoelde. Dit was iets anders, iets vrijs, iets wat oprecht uit haarzelf kwam, en als Karin dit altijd zo deed, kon ik me nauwelijks voorstellen dat Max iets tekortkwam.
Ik kon niet hetzelfde zeggen over Olivia en mij.
Ik had Olivia nooit zo gezien. Niet in een moment als dit. Niet met dat sprankelende, speelse vuur in haar ogen, niet met dat genot dat van haar gezicht af te lezen was. Als ze ooit haar mond op mij had gebruikt, was het met een soort gereserveerde beleefdheid, als iets wat erbij hoorde, niet per se omdat ze het niet wilde, maar omdat ze het ook niet echt wilde. En nu, nu ik haar zo naast me voelde, haar vingers gespannen in de mijne, haar ademhaling langzaam verzwaard, vroeg ik me af of zij dat zelf ook wist.
Maar ik zeg niks.
Ik kijk ademloos toe, mijn ogen vastgekluisterd aan het scherm, aan de beelden die zich met een vreemd soort onvermijdelijkheid afspelen, alsof dit een moment is waar ik geen controle over heb, alsof ik slechts een passieve toeschouwer ben van iets dat te groot is om te bevatten. Het geluid staat zacht, maar niet zacht genoeg om het niet te horen.
Max zucht, een laag, diep geluid dat ergens in zijn borstkas lijkt te trillen, een instinctieve reactie op wat Karin met hem doet. We horen haar, haar mond nat, haar lippen glijdend, haar ademhaling steeds zwaarder. Ze kreunt, niet overdreven, niet gespeeld, maar zacht, alsof ze zelf verrast is door haar eigen opwinding. Alsof dit niet alleen voor Max is, maar ook voor haarzelf.
Dit is geil.
Ik kan het niet ontkennen. Mijn lichaam reageert sneller dan mijn gedachten het kunnen verwerken. Ik voel hoe mijn ademhaling zich aanpast aan de beelden, hoe mijn spieren zich aanspannen, hoe mijn onderbuik warm wordt. Ik heb een harde. Een keiharde. En het enige wat ik kan denken is dat ik dat niet tegen Olivia durf te zeggen.
Maar ik hoef het niet te zeggen.
Ik voel het aan alles. Dit doet iets met haar. De manier waarop ze ademt, haar houding, de subtiele spanning in haar vingers die nog steeds in de mijne verstrengeld liggen. Dit windt haar op. Misschien nog meer dan ik durf te beseffen.
Maar waarom?
Dat is de vraag die ik niet kan ontwijken. Dit ging niet zomaar over een filmpje. Dit was Karin. Dit was Max. Onze beste vrienden. Dit was iets wat Karin bewust met Olivia had gedeeld. En ook met het internet? Met onbekenden, met mensen die haar niet kenden, die haar lichaam zagen en haar beoordeelden zonder dat ze haar ooit in het echt hadden ontmoet?
En dan schiet die ene zin door mijn hoofd.
Karin had tegen Olivia gezegd dat dit misschien ook wel iets voor ons was.
Nee.
Nooit.
Dat dacht ik. Dat voelde ik. Dit was iets waar ik niet aan wilde denken, iets wat zo ver buiten ons lag dat het absurd was om het überhaupt te overwegen. Maar terwijl ik Olivia opnieuw in me opneem, haar gezicht, haar houding, de subtiele opwinding die ze niet kan verbergen, vraag ik me af waarom dit haar zo raakt.
Wil zij dit doen?
Die gedachte voelt als een mokerslag.
Dat kan ze helemaal niet.
Toch?
Of… heeft dit met Max te maken?
Die gedachte maakt me misselijk.
Voor ik het besef, bereikt het filmpje zijn einde, alsof de tijd zich in die twaalf minuten heeft vervormd, alsof alles wat zich voor mijn ogen heeft afgespeeld niet alleen buiten mijn controle lag, maar ook buiten mijn begrip, alsof ik ergens een grens ben overgestoken zonder dat ik het zelf doorhad. Het stopt niet plotseling, niet abrupt, maar eindigt zoals het bedoeld was, met een climax die zich onontkoombaar aandient, een finale die alle opbouwende spanning in één moment tot ontlading brengt.
Max komt klaar.
Het verbaasd me nog dat hij het zo lang heeft volgehouden, met Karin zo voor hem, haar mond warm en nat om hem heen, haar vingers moeiteloos over zijn huid glijdend, haar ogen omhoog gericht, alert, speels, volledig bewust van het effect dat ze op hem heeft. Hoe kan een man zich inhouden als hij wordt aangekeken zoals zij dat doet? Vast spannend, denk ik, zo in het openbaar, met de dreiging dat elk moment iemand hen had kunnen betrappen, met de prikkelende wetenschap dat ze hiermee wegkwamen, dat ze iets deden wat niet mocht, dat dit niet alleen voor henzelf was, maar ook voor de camera, voor een publiek, voor onbekende ogen die hen op een later moment zouden zien en precies ditzelfde zouden voelen.
Maar nu is er geen terughoudendheid meer.
Het is een subtiel gebaar, een kleine aansporing van Max’ hand op haar achterhoofd, een nauwelijks merkbare aanscherping van zijn ademhaling, een teken dat Karin moeiteloos opvangt. Ze stopt, trekt haar mond terug, maar haar hand blijft in beweging, ritmisch, beheerst, alsof ze het moment precies timet, alsof ze ervoor zorgt dat alles verloopt zoals het zou moeten, dat het hoogtepunt een perfect geregisseerde afsluiting wordt. Haar blik blijft omhoog gericht, haar groene ogen sprankelen achter de glazen van haar bril, en terwijl haar vingers zich strak om hem sluiten, trekt ze hem onvermijdelijk over de rand.
En dan gebeurt het.
Ik en Olivia zien hoe de eerste straal met kracht uit hem schiet, zich verspreidt over haar gezicht, hoe het haar lippen raakt, haar neus, hoe dikke druppels zich op haar bril verzamelen, langzaam omlaag glijden, hoe enkele slierten reiken tot aan haar wenkbrauwen. Ze zit er nog steeds, haar mond net iets geopend, haar tong langs haar onderlip strijkend, haar uitdrukking ergens tussen speels en verleidelijk in, en dan, in een fractie van een seconde, lijkt het alsof ze me aankijkt, alsof haar blik zich dwars door het scherm heen boort, rechtstreeks de mijne vindt, alsof ze weet dat ik hier zit, dat ik haar zie.
Zijn climax lijkt eindeloos, seconden die zich uitrekken tot iets groters dan ze werkelijk zijn, misschien niet langer dan een ademhaling, maar lang genoeg om in mijn hoofd een onuitwisbare indruk achter te laten, lang genoeg om een grens over te gaan waarvan ik niet wist dat hij bestond.
Seconden die mijn blik op Karin voorgoed zouden veranderen.
"Jeetje," zeg ik uiteindelijk, niet omdat het een doordachte reactie is, maar omdat er simpelweg niets anders in me opkomt. Het is een woord zonder gewicht, zonder richting, een lege klank die de ruimte moet vullen nu Olivia het lichtje naast ons bed heeft aangedaan en haar telefoon zwijgend naast zich heeft neergelegd.
Ik durf niet te zeggen wat dit met me doet. Ik durf haar niet te laten zien wat er in me omgaat, hoe dit iets in mij heeft losgemaakt wat ik zelf nog niet eens begrijp. Maar ik zie het aan alles, de subtiele spanning in haar schouders, de manier waarop ze haar lippen even bevochtigt voordat ze iets wil zeggen maar zich bedenkt, hoe haar ademhaling net te langzaam lijkt voor iemand die volledig op haar gemak is. Als er een moment was waarop Olivia ergens voor open had kunnen staan, was het wel nu. Maar we durven niet. Geen van beiden.
We zijn niet zoals Karin en Max.
Dat is duidelijk.
Niet op dit gebied.
“Bizar, hè?” slikt Olivia uiteindelijk, haar stem dunner dan ik van haar gewend ben, alsof ze hoopt dat ik het bevestig, alsof ze wil dat ik haar meeneem in een gevoel dat ze zelf nog niet helemaal kan plaatsen. Maar het enige wat er tussen ons in hangt, is een stilte die alles zegt wat we niet durven uitspreken. Zonder woorden schreeuwen we om een reactie van de ander, een bevestiging, een richting, een reden om te begrijpen waarom dit gedeeld is.
Wat was hier nou het idee achter?
Wat wilde Karin bereiken door dit aan Olivia te laten zien?
En nog belangrijker… wat wilde Olivia bereiken door dit met mij te delen?
En hoe, in godsnaam, moesten we die twee ooit nog onder ogen komen?
“Ik denk dat we er morgen maar over moeten praten,” stel ik voor, mijn stem kalm, bedachtzaam, alsof ik mezelf wil overtuigen dat het zo simpel is, dat we er morgen helderder over kunnen denken, dat dit moment zich dan vanzelf zal oplossen. Maar niets aan ons voelt helder. We zijn allebei zichtbaar uitgeput, niet van de dag, niet van een discussie, maar van iets dat zich dieper heeft genesteld. Verwarring. Opwinding. Twee totaal tegenstrijdige krachten die ons uit elkaar trekken en tegelijkertijd dichter bij elkaar lijken te duwen.
En toch… de kloof tussen Olivia en mij is er nog steeds.
Dat maakt het misschien nog wel het meest verwarrend van alles.
Ik draai me om, sluit mijn ogen, maar weet direct dat slaap geen optie is. Het beeld zit vast in mijn hoofd, als een fragment dat zich telkens opnieuw afspeelt, ongewenst maar onweerstaanbaar gedetailleerd. Karin. Elk detail van haar. Haar lange rode haar strak in een staart, haar groene ogen achter die bril, de manier waarop ze hem aftrok en afzoog, hoe ze met haar mond elke druppel opving, hoe ze doorslikte zonder een spoor van twijfel, hoe ze daarna opstond met die ondeugende, nerveuze glimlach.
Hun missie was geslaagd.
Of nog maar net begonnen?
-
Lees verder: Bingo - 2: De Hand Van Karin, De Blik Van Toby
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10