Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Jefferson
Datum: 23-03-2025 | Cijfer: 9.2 | Gelezen: 4057
Lengte: Lang | Leestijd: 30 minuten | Lezers Online: 1
Wat Josh Niet Wist
De wind ruist zacht door de smalle straatjes van Brugge terwijl ik naar huis loop. Mijn appartement ligt aan een rustig plein, weg van de toeristische drukte. De stad voelt als een veilige haven, een plek waar niemand me vertelt hoe ik me moet gedragen of wat er van me verwacht wordt. Hier ben ik gewoon Sydney. Vrij van verwachtingen, vrij van een naam die ergens voor staat. Niemand hier weet wat ik heb gedaan in Amerika. En dat bevalt me.

Tien jaar geleden was dat anders. Toen had mijn naam gewicht, betekende het iets. Niet alleen voor mij, maar voor iedereen om me heen. Ik was een Holloway, een dochter van mensen met macht, en dat betekende dat zelfs de meest persoonlijke aspecten van mijn leven onder een vergrootglas lagen. Zelfs liefde was niet zomaar liefde. Zelfs de man van wie ik dacht dat ik hield, Josh, was niet alleen een vriendje. Hij was een politieke zet, een strategische keuze, een toekomstplan waar ik zelf geen stem in had. Alleen wist ik dat toen nog niet.

Ik herinner me hoe ik die avond voor de spiegel stond en een laatste keer over de stof van mijn jurk streek. Lichtblauw, ingetogen maar stijlvol, de perfecte balans tussen jeugdig en volwassen. Mijn huid was glad en zacht, een lichte blos op mijn wangen van de warmte in de kamer. Mijn blonde haar viel in losse golven over mijn schouders, zorgvuldig geföhnd maar zo dat het moeiteloos leek. Mijn ogen—groot, helderblauw—keken me aan met een mengeling van verwachting en een vleug onzekerheid, alsof ik mezelf nog niet helemaal herkende in de volwassen vrouw die ik moest worden. De parelketting om mijn hals voelde koeler dan normaal tegen mijn huid, een tastbare herinnering aan de wereld waarin ik opgroeide. Mijn make-up was zorgvuldig aangebracht, subtiel genoeg om natuurlijk te lijken, maar precies afgemeten om het gewenste effect te hebben.

De jurk sloot zacht om mijn lichaam, het gladde satijn volgde de rondingen van mijn figuur zonder opzichtig te zijn. Het subtiele decolleté gaf net genoeg bloot om sierlijk te blijven, maar toonde ook precies datgene waar ik stiekem een beetje trots op was—borsten die zich net genoeg aftekenden onder de dunne stof om mijn vrouwelijkheid te benadrukken. Niet te uitdagend, niet te onschuldig. Precies goed. Zoals alles wat ik droeg.

Vanavond zou ik Josh zien. Josh, met zijn perfecte glimlach en die nonchalante zelfverzekerdheid die hij zonder moeite droeg. Hij was het soort jongen dat je zag in brochures van Ivy League-universiteiten, het toonbeeld van een zorgeloze toekomst vol belofte. Donkerblond haar, net lang genoeg om nonchalant doorheen te strijken, kaaklijn scherp genoeg om op te vallen, een atletisch postuur zonder dat hij er te veel moeite voor hoefde te doen. Hij was knap, ambitieus, charmant—bijna te perfect. Samen leken we rechtstreeks uit een Hollywoodfilm geplukt, het ideale college couple, een relatie zo zorgvuldig opgebouwd dat het haast een strategische alliantie leek. En misschien was dat het ook. Op papier klopte alles. Alleen wist ik toen nog niet dat papier niet altijd de waarheid weerspiegelt.

Een klop op de deur haalde me uit mijn gedachten. Mijn moeder. Ze wachtte niet op een antwoord en stapte meteen binnen, zoals ze altijd deed. Haar verschijning was onberispelijk: een satijnen blouse, pareloorbellen die bescheiden fonkelden, haar handen sierlijk ineengevouwen. Maar het was haar blik die alles verried. Koel, berekend, een fractie van een seconde te lang op mij gericht.

“Sit down, Sydney.”

Ik onderdrukte een zucht. “I was just about to leave.”

“This won’t take long.” Haar stem was zacht, bijna vriendelijk, maar ik kende de ondertoon. Dit zou niet kort zijn. Dit zou een gesprek worden dat ze al lang had voorbereid.

Ik ging zitten op de rand van mijn bed en keek haar aan terwijl ze zich tegen mijn bureau liet zakken. Haar houding was ontspannen, maar haar ogen waren strak op mij gericht, een precieze afweging makend van elke beweging die ik maakte.

“I had a call with Mrs. Kensington earlier today.”

Mijn maag trok samen. Josh’ moeder. Dit kon niet veel goeds betekenen.

“Apparently, Joshua has expressed some concerns about your relationship.”

Mijn wenkbrauwen trokken samen. “Concerns?”

Mijn moeder knikte langzaam, alsof ze het gesprek zelf ook ongemakkelijk vond. Maar ik wist beter. Dit was geen ongemak, dit was een les. En ik zou luisteren.

“He says you’re distant. That you don’t seem… affectionate enough. That you keep things at a surface level.”

Mijn hart begon sneller te kloppen. “That’s ridiculous. We’re fine.”

Mijn moeder kneep even haar lippen samen, een fractie van een seconde, voordat ze haar kalme masker weer op had. “Are you? Because he doesn’t seem to think so. And if he starts doubting, his parents will too. You know what that means.”

Ik voelde de woede in me opborrelen. “What exactly are you suggesting? That I throw myself at him like some desperate girlfriend?”

Mijn moeder liet een korte, ademloze lach horen, een geluid zonder humor. “Sydney, please. Do not be dramatic.”

Ik stond op en sloeg mijn armen over elkaar. “So what then? What do you expect me to do?”

Ze stapte naar me toe, haar hakken tikten zachtjes op de houten vloer. Ze legde haar handen lichtjes op mijn armen, een gebaar dat bijna teder was. Maar haar blik was koud en berekenend.

“You do what is necessary.” Haar stem was fluweelzacht, dwingend zonder luid te worden. “You make him feel special. You remind him why he chose you in the first place.”

“Why he chose me?” Mijn stem klonk vlak, maar in de spiegel zag ik hoe mijn moeder achter me stond, haar blik strak op mijn reflectie gericht. Ik wist precies wat hier bedoeld werd, al werd het niet hardop uitgesproken. Het ging er niet om wie ik was, wat ik dacht, wat ik voelde. Het ging om hoe ik eruitzag, hoe ik overkwam, hoe goed ik paste in het plaatje dat voor mij was uitgestippeld. Mijn waarde werd bepaald door mijn uitstraling, niet door mijn persoonlijkheid. “I thought this relationship was about love.” Maar zelfs terwijl ik de woorden uitsprak, voelde ik hoe leeg ze klonken.

Mijn moeder glimlachte, maar het was een holle glimlach, een masker op een perfect gezicht. “Love is an illusion, Sydney. Stability is what matters.”

De lucht in de kamer voelde plots benauwd. Een lange stilte viel, zwaar en onontkoombaar. Ik zag mijn moeder in de spiegel achter me, haar gezicht onbewogen, maar haar vingers knepen zich net iets te strak om haar pols. Ze wist dat ik het begreep. Dat ik wist wat hier werkelijk bedoeld werd.

Ik slikte, maar het voelde alsof mijn keel dichtgeknepen werd. De woorden bleven hangen, wogen meer dan ik had verwacht. "You want me to sleep with him."

Weer een stilte. Dit keer duurde het langer. Ik zag iets flitsen in haar ogen—een emotie die ze niet wilde laten zien. Twijfel? Spijt? Het was er, een fractie van een seconde, en toen was het weg. Haar schouders spanden zich licht, haar ademhaling werd onmerkbaar dieper. Toen kantelde ze haar hoofd en herpakte zich, haar uitdrukking weer koel, berekend.

Ze kantelde haar hoofd. “I want you to keep your future intact.”

Ik wankelde achteruit, mijn ogen groot, mijn lippen licht trillend. "This is insane." Mijn stem had niet de overtuigingskracht die ik wilde, eerder het protest van een verwend meisje dat net had gehoord dat ze haar zin niet kreeg. Mijn blik schoot naar de spiegel, naar het beeld van mezelf—jong, beschermd, gewend aan een wereld waarin ik altijd de regels volgde zonder dat ik me ooit had afgevraagd of ik ze zelf had gekozen. En nu? Nu werd er van mij verwacht dat ik iets deed wat niet eens als een keuze voelde. Mijn handen balden zich tot losse vuisten, maar ik wist dat ik niets zou doen. Dat ik niets kón doen.

Mijn moeder bleef sereen staan, alsof dit gesprek niet de kern van alles waarin ik geloofde aan het vernietigen was. “This is the real world. You just don’t see it yet.” En dat bedoelden ze dus laatst tijdens het eten...

Ze boog zich iets voorover en fluisterde, nauwelijks hoorbaar, maar de woorden sneden dieper dan een schreeuw ooit had gekund.

“You don’t know how the real world works, my girl.”

Iets in mij brak. Iets in mij wilde weg.

Ik stormde langs haar de kamer uit, de kille gangen van onze villa in, mijn hoofd gevuld met twijfels, woede en iets dat ik nog niet helemaal kon plaatsen.

Ik wist het toen nog niet, maar dit was het moment waarop ik mijn gouden kooi begon te zien voor wat hij werkelijk was.

De zon zakte langzaam achter de horizon terwijl ik de oprijlaan van Josh’ huis opreed, de motor van mijn kleine cabriolet zoemend als een vertrouwde melodie. Mijn auto—slank, elegant, een zachte crèmekleur die perfect paste bij het beeld dat van mij werd verwacht—was een verlengstuk van wie ik was. Of beter gezegd, van wie ik moest zijn. Het type voertuig dat je kon zien op de parkeerplaatsen van elite-universiteiten, tussen BMW’s en Porsches, een subtiele herinnering aan privilege zonder opzichtig te zijn.

De kaarsrechte oprijlaan werd geflankeerd door perfect onderhouden gazons en zorgvuldig geplaatste tuinverlichting, als een filmset waar geen ruimte was voor imperfectie. De huizen hier waren geen woningen, maar monumenten van succes—groot, imposant, foutloos. Net als de levens die erin werden geleefd, of althans, dat was de illusie. Destijds geloofde ik daarin. Dacht ik dat ik erbij hoorde. Dat ik net zo foutloos was.

Ik stapte uit en liep naar de voordeur, mijn hakken klikten gedempt op de stenen, elke beweging moeiteloos geperfectioneerd. Geen spoor van aarzeling, geen ruimte voor onzekerheid. Mijn moeder had me die net iets proberen wijs te maken, had geprobeerd twijfel in mijn hoofd te planten, maar hier, in dit moment, kon ik alleen maar denken: ze had het mis. Dit was mijn leven, mijn relatie, en niemand behalve ikzelf bepaalde hoe dat eruitzag.

Josh deed open met zijn gebruikelijke zelfverzekerde grijns, een glimlach die hij net iets te vaak in de spiegel had geoefend. Hij droeg een lichtblauw Oxford-shirt, de mouwen nonchalant opgestroopt tot net onder zijn ellebogen, gecombineerd met een perfect passende chino en loafers die net iets te nieuw leken. Hij zag eruit als de belichaming van de klassieke college boy—moeiteloos aantrekkelijk, precies het juiste evenwicht tussen casual en verzorgd. “Hey, Syd.”

Zijn armen gleden losjes om mijn middel, een automatische beweging, een snelle kus als begroeting. Zijn geur—een mengeling van aftershave en leer, zo bekend dat het bijna geruststellend was—omringde me meteen. Hij keek me aan zoals hij altijd deed, met die nonchalante overtuiging dat alles precies was zoals het moest zijn. Geen spoor van de ‘zorgen’ die hij eerder met zijn moeder had gedeeld, geen teken dat hij ook maar iets miste in onze relatie. Alsof dat gesprek nooit had plaatsgevonden.

Ik glimlachte terug. “Hey.”

Er werd niets gezegd over het telefoontje. En dus besloot ik dat ik er ook niets over zou zeggen. Misschien was dat mijn eerste echte fout.

Later die avond zaten we in zijn auto, de ramen op een kier, de warme zomerlucht vermengd met de geur van pas gemaaid gras en asfalt dat langzaam afkoelde. De radio speelde zacht een nummer dat we allebei kenden, maar geen van ons zong mee. Ik leunde achterover, mijn hoofd tegen de stoel, en keek opzij naar Josh terwijl hij ontspannen reed. Zijn auto, een gloednieuwe zwarte BMW, was de belichaming van wie hij was—glanzend, krachtig, ontworpen om indruk te maken. Waar mijn cabriolet elegant en verfijnd was, stond zijn wagen voor dominantie en status, een symbool van moeiteloze superioriteit.

Zijn kaaklijn, de lichte schaduw van stoppelbaard die hij altijd net iets te lang liet staan, de manier waarop zijn vingers losjes om het stuur lagen—alles aan hem was zorgvuldig, bedachtzaam. Hij wist hoe hij eruitzag. Hoe hij overkwam. Net als ik.

Mijn vriendje. De droom die ik leefde, het perfecte plaatje waarin ik mezelf zo graag zag. Wat kon er misgaan?

Mijn moeder had ongelijk. Wij waren goed. Dit was goed.

Josh kreeg een bericht, zijn telefoon lichtte op in het donker. Hij grijnsde. “Let’s meet up with the guys.”

Een half uur later reden we in een kleine colonne over een verlaten weg, richting een uitkijkpunt net buiten de stad. Het was een ritueel geworden, een ongeschreven traditie die even vanzelfsprekend was als het leven dat we leidden. Je reed naar boven, parkeerde langs de rand en keek uit over de twinkelende lichten van New Haven terwijl je met een paar vrienden een fles sterke drank deelde. Niets bijzonders, niets nieuws. En toch voelde deze avond anders.

Toen we aankwamen, stonden er al een paar auto’s. Bekende gezichten, lachende stemmen, de geur van sigaretten en goedkope whisky die in de lucht hing. Dit waren de momenten die ik destijds waardeerde—de vrijheid, het idee dat de nacht nog lang was, dat niets ons tegenhield. Ik hield van deze avonden, van de schijnbare zorgeloosheid die ze met zich meebrachten.

Josh trok me tegen zich aan terwijl we tegen de motorkap van zijn auto leunden. Zijn hand rustte op mijn onderrug, zijn duim gleed af en toe subtiel over de stof van mijn jurk. Kleine signalen. Dit was ons ritme, een ingestudeerde choreografie die we allebei kenden. Eerst rondhangen, lachen met de groep, en dan, als de nacht vorderde, een stukje verder de duisternis in, weg van de anderen.

Ik keek ernaar uit. Josh kon best lekker zoenen. Zijn lichaam voelde stevig en sterk tegen het mijne, zijn handen wisten precies hoe ze me moesten vasthouden. En hoewel ik nooit had stilgestaan bij de vraag of dit écht liefde was, was het altijd genoeg geweest.

Tot nu toe.

Want terwijl ik daar stond, omringd door alles wat vertrouwd was, voelde ik het plotseling. Een rimpeling in de perfectie, een barst in het glas waarin ik mijn eigen reflectie zo lang had bewonderd.

Waarom had Josh aan mij getwijfeld?

Ik had die vraag nog niet eens gesteld. Niet aan hem, en nog niet eens echt aan mezelf.

Maar heel binnenkort zou alles veranderen.

De regen begint zachtjes op de daken van Brugge te tikken, een kalme, ritmische klank die de stad een bijna serene sfeer geeft. Ik trek mijn jas wat dichter om me heen terwijl ik de straat oversteek en adem de vochtige lucht diep in. Het is vreemd hoe herinneringen soms naar de oppervlakte drijven, hoe een simpele geur of een geluid je plots terug kan katapulteren naar een moment waarvan je dacht dat je het allang had verwerkt. Alsof je lichaam een eigen geheugen heeft, een sensorisch archief waarin bepaalde gebeurtenissen zijn opgeslagen, klaar om op willekeurige momenten weer tot leven te komen. En misschien is dat waarom ik nu, hier, met de geur van natte kasseien in mijn neus, weer terug ben in die auto, naast Josh, op een avond waarop ik dacht dat alles vanzelfsprekend was, waarop ik dacht dat ik de controle had. Hoe naïef.

Ik was nooit het meisje dat zich snel liet meeslepen, altijd voorzichtig, beheerst, alsof ik instinctief aanvoelde dat je met zorg moest navigeren in een wereld waarin anderen de regels bepaalden. Ik had seks gehad, ja, maar niet met Josh. Met hem hield ik de controle, bepaalde ik het tempo, en als hij meer verlangde, gaf ik hem wat hij wilde—met mijn handen, nooit verder dan dat. Altijd in onze eigen bubbel, in de auto, in zijn kamer, op feestjes waar stelletjes zich discreet afzonderden om net dat ene stapje verder te gaan. Ook wij deden dat. We zoenden vaak, lang en intens, tot het punt waarop hij kreunend tegen de hoofdsteun leunde en ik zijn verlangen in mijn hand voelde groeien. Het was een spel dat we speelden, een dynamiek waarin ik dacht dat ik de regels bepaalde. Maar regels zijn maar zo sterk als degene die ze wil naleven. En deze avond voelde anders.

Het was nooit spectaculair, maar het had zijn eigen spanning, een veilige balans tussen verlangen en controle, zijn zachte kreunen, de manier waarop zijn spieren zich aanspanden onder mijn vingers, het besef dat we iets deden wat net op het randje was, maar nog binnen de lijnen viel. We waren jong, we waren verliefd—of iets wat daarvoor door moest gaan—en zolang we binnen de grenzen bleven, was er niets aan de hand. Of dat dacht ik ten minste.

Mijn vriendinnen hadden andere opvattingen, ze gingen verder, vertelden daar later giechelend over terwijl ze aan hun koffie of cocktails nipten, zich geen seconde afvragend of er überhaupt iets te overwegen viel. Ze deelden details, hun eerste keer, hoe het voelde, hoe ver ze waren gegaan, en ze lachten als ze zeiden dat ik Josh aan het lijntje hield, dat ik een tease was, maar voor mij voelde dat niet zo. Ik wist wat ik wilde en belangrijker, ik wist wat ik nog niet wilde. En Josh? Josh wist dat ook, hij begreep dat, had dat altijd begrepen. Dacht ik.

Hij hoorde die verhalen natuurlijk ook. En die avond, terwijl we ons, net als de andere stelletjes, hadden teruggetrokken in de beslotenheid van zijn auto, terwijl mijn lippen warm en zacht over de zijne gleden, gleed mijn hand zoals altijd vanzelf naar beneden, over de stof van zijn broek, voelend hoe hij zich al volledig tegen me aftekende. Mijn vingers streelden hem traag, plagend, speelden met de rand van zijn rits voordat ik hem bevrijdde, mijn grip net stevig genoeg om hem te laten kreunen tegen mijn lippen.

Ik wist precies hoe ik hem moest raken, hoe ik de spanning langzaam kon opbouwen, hoe mijn duim over de gevoeligste plek moest glijden om hem bijna tot wanhoop te drijven. Terwijl ik zijn ademhaling steeds zwaarder voelde worden, bracht ik mijn mond naar zijn oor en fluisterde met een uitdagende glimlach: "You know, you’re pretty big, right?"

Of dat echt zo was, wist ik niet. Ik had geen referentiekader, geen vergelijkingsmateriaal. Maar het ging er niet om of het waar was. Het ging om zijn reactie, om de manier waarop zijn vingers zich steviger in mijn dij begroeven, hoe hij zijn heupen onbewust omhoog duwde, alsof hij zichzelf wilde bewijzen. Dat op zichzelf was misschien nog wel opwindender dan wat ik daadwerkelijk in mijn hand hield.

"Fuck, babe… you always know how to make me feel good." Zijn stem was laag en zwaar van opwinding, en hoewel zijn woorden bedoeld waren als compliment, voelde ik hoe de hitte die door mijn lichaam trok niet alleen van hem kwam. Dit soort momenten, de kracht die ik over hem had, het feit dat ik hem zo eenvoudig naar dit punt kon brengen—het deed iets met me. Mijn huid tintelde, een warme gloed verspreidde zich vanuit mijn buik, maar ik liet het niet toe, hield het op afstand. Dit was mijn grens, de lijn die ik voor mezelf had getrokken. En die zou ik niet overschrijden. Niet vannacht. Niet met hem.

Ik glimlachte lichtjes, drukte een kus tegen zijn kaaklijn en fluisterde: "I know." Dit was routine, de manier waarop ik hem streelde, hoe ik zijn reacties kende, wist wanneer ik moest vertragen, wanneer hij zijn heupen licht omhoog zou duwen als teken dat hij bijna kwam. Het was een spel dat we speelden, een spel dat ik dacht te beheersen. Maar deze keer voelde anders. Zijn hand gleed naar mijn dij, zijn vingers drukten steviger tegen de stof van mijn jurk, zijn stem klonk nog steeds zwaar van opwinding, maar er zat iets anders in, iets berekends.

"You know…" Hij liet zijn hand iets hoger glijden dan normaal, net langs de rand van mijn jurk, een onverwachte beweging die me even deed verstijven. Niet direct onwelkom, maar anders. "The guys have been talking."

Ik trok mijn hoofd iets terug, zijn toon haalde me abrupt uit het moment. Mijn hand rustte nog steeds om zijn stijve heen, maar zonder beweging, zonder de intentie die er net nog was. "About?"

Hij haalde een hand door zijn haar, een gebaar dat hij altijd maakte als hij nadacht, maar dit keer voelde het ingestudeerd, alsof hij de juiste toon probeerde te vinden. "About us. About… what we do. Or don’t do."

Een rilling trok over mijn rug, langzaam en onaangenaam. "Josh…" Nu liet ik hem langzaam los.

"No, listen." Hij draaide zich naar me toe, zijn hand steviger op mijn dij, alsof hij me tegenhield zonder het letterlijk te doen. "I don’t wanna pressure you or anything, but you have to admit, we’re kind of… behind."

Mijn lichaam verstijfde. "Behind?"

Hij zuchtte, niet boos, eerder alsof hij iets probeerde uit te leggen dat volkomen vanzelfsprekend zou moeten zijn. "Sydney, you know the other girls aren’t holding back. I mean, Elizabeth has been sleeping with Tom for months. Even Keilah went down on Will last week."

Ik kneep mijn lippen even samen. Josh had geen idee, natuurlijk niet. Hoe zou hij kunnen weten dat het allang niet meer alleen hun eigen vriendjes waren die ze tevreden hielden? Dat was iets wat alleen wij meisjes onderling bespraken, verpakt in halve waarheden en giechelende bekentenissen. Hij had geen idee hoe blij hij moest zijn dat ik zo 'preuts' was. Dat ik het alleen bij hem hield, ook al was het alleen met mijn hand.

Mijn kaken spanden zich. "So?"

Hij kneep zachtjes in mijn been, een gebaar dat normaal teder kon zijn, maar nu voelde als een subtiele aansporing. "So… I don’t get why you’re still waiting."

Ik trok mijn hand nu echt volledig terug, voelde hoe de warme, klamme lucht in de auto zwaarder werd, hoe de sfeer zich langzaam dicht om me heen sloot. "Because I want to, Josh. That should be enough."

Zijn kaak spande zich, zijn ontevredenheid niet eens subtiel meer. "But why? What’s the big deal? You already jerk me off. What’s so different about just—"

"Stop." Mijn stem was scherp, snijdend, mijn hart bonkte sneller, niet uit opwinding, maar uit ongemak. Dit voelde niet langer als een gesprek, dit was een onderhandeling waarin ik niet had toegestemd.

Hij keek me aan, zijn ogen donkerder nu, geen boosheid, geen woede, alleen een vastberadenheid die ik niet eerder bij hem had gezien. "I just don’t get it, Syd." Zijn hand gleed naar mijn heup, sterker nu. "Don’t you think it’s time?"

Ik probeerde weg te leunen, maar hij hield me vast. Niet ruw, niet agressief, maar vast genoeg om te laten weten dat hij het serieus meende.

"Josh, let go of me."

Een korte aarzeling, een moment waarin ik voelde dat hij zijn opties afwoog, en toen liet hij los. Hij haalde diep adem, wreef met zijn hand over zijn gezicht alsof hij zichzelf bij elkaar moest rapen. "Jesus. I’m just saying… I don’t wanna be that guy, you know? The guy whose girlfriend won’t put out."

Mijn maag trok samen, een misselijk gevoel dat zich langzaam uitbreidde. "Is that what I am?"

Hij keek me niet aan. "I don’t know. What do you want me to say?"

De frustratie brandde in mijn keel, maar ik wist dat er niets was dat ik kon zeggen dat dit beter zou maken. "Nothing, apparently."

De rest van de rit zaten we in stilte. De opwinding was verdwenen, de magie van de avond ook.

Voor het eerst voelde ik me niet op mijn gemak bij Josh.

Voor het eerst dacht ik: misschien heeft mijn moeder toch gelijk. Misschien begrijp ik de wereld écht niet zoals zij dat doet.

Maar wat ik die avond nog niet wist, was dat deze discussie pas het begin was.

De straten van Brugge zijn nat van de regen, glinsterend onder het zachte schijnsel van de lantaarns. Vanuit mijn appartement, klein maar vertrouwd, kijk ik uit over de kasseien en luister naar het zachte tikken van de druppels op de ramen. Ik kan dit moment nog kraakhelder voor me halen, zelfs nu, tien jaar later, alsof het slechts dagen geleden was. Sommige herinneringen vervagen, worden zachter met de tijd, maar deze? Dit moment was een breuklijn. Een punt waarop alles begon te verschuiven, of misschien zelfs in te storten.

De stad voelt vertrouwd, maar niet op een beklemmende manier. Hier ben ik vrij. Hier ben ik Sydney, niet de dochter van iemand, niet de vriendin van iemand, niet de pion in een groter spel.

Als ik nu terugdenk aan die avond met Josh, lijkt alles zo sullig. Zijn halfbakken overtuigingspoging, de manier waarop hij probeerde mijn verlangen naar controle te laten wankelen, hoe hij zichzelf waarschijnlijk zag als een slachtoffer omdat hij ‘moest wachten’. Josh is inmiddels verleden tijd. Al jaren. Mijn relatie met mijn ouders ook, in zekere zin.

Ik heb niet gedaan wat zij van me wilden. Ik ben niet de perfecte dochter gebleven, niet de trofee die ze konden laten schitteren binnen hun kringen. Ik ben niet voor niets in het buitenland.

Maar het duurde nog drie jaar voordat ik me echt los kon maken. Drie jaar waarin ik mijn grenzen liet testen. Drie jaar waarin ik mezelf verloor en terugvond. Die me uiteindelijk gevormd hebben tot wie ik vandaag ben.

Brugge is mijn thuis nu. Ik heb vrienden, ik heb een goed leven. Ik drink mijn koffie op een terrasje, loop door geplaveide straten zonder dat iemand me vertelt hoe ik moet zijn.

Alleen seks blijft een dingetje.

Niet op dezelfde manier als tien jaar geleden, toen ik nog de naïeve, terughoudende Yale-student was die dacht dat wachten het belangrijkste was. Maar anders. Complexer. Ik weet precies wat ik wil, en misschien nog wel beter wat ik niet wil. Maar dat is een ander verhaal.

Voor nu telt alleen de avond. Straks ga ik nog uit, maar niet zoals vroeger…

Ik heb afgesproken met een paar vriendinnen, waaronder een oude bekende van Yale. We drinken een glas wijn in een sfeervol café, we lachen, en zelfs na al die jaren voelt het nog steeds goed om een beetje los te laten.

De muziek wordt iets luider, en voor ik het weet, staan we op de dansvloer. Ik beweeg met de beat, voel mijn lichaam meebewegen op de klanken van de muziek. En dan gebeurt het.

Ik voel het. Blikken.

Mannelijke ogen die op mij gericht zijn, die mijn bewegingen volgen, die het spel herkennen zonder dat ik het bewust speel. Het is een gevoel dat ik altijd heb gehad, dat altijd bij me heeft gehoord, maar dat na die avond met Josh in de auto sterker werd. Een besef dat in mijn lichaam was gaan wonen, een dynamiek die ik sindsdien maar al te goed begrijp.

Maar dit heeft niets te maken met Josh en hoe hij zich die avond gedroeg in de auto.

Dit heeft alles te maken met wat er daarna kwam. De muziek hier, de dreunende bas, de ritmische melodie, het herinnert me eraan hoe ik toen mijn grenzen begon op te zoeken. Hoe seks, dat ooit slechts een keuze was, een spel van controle, langzaam veranderde in iets anders—een drang, een fascinatie, iets wat gedefinieerd werd door wat er gebeurde na het gezeur van Josh en mijn ouders. Hoe ik ontdekte dat Josh inderdaad niet groot geschapen was, en dat ik dat eigenlijk nauwelijks had kunnen weten omdat ik destijds geen enkel referentiepunt had. Maar wat ik wél ontdekte, was dat seks leuk kon zijn. Spannend. Verslavend zelfs.

En een reden om mijn vertrouwde omgeving daar te verlaten. Te ontvluchten.

-
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...