Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Leen
Datum: 07-10-2025 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 1881
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 42 minuten | Lezers Online: 2
Trefwoord(en): Gangbang, Naakt, Show, Strippen, Televisie, Verleiden, Vreemdgaan,
De Selectie
Drie minuten en zeventien seconden. Zo lang duurt de heilige, onverkochte, pure menselijkheid live op televisie. Drie minuten en zeventien seconden waarin de enige hoorbare klank de ademhaling van een opnieuw geboren vrouw is.

Dan, zonder enige waarschuwing, explodeert de tune van 'Win of Verlies' door de studio. De stilte wordt verpulverd onder een lawine van commerciële, synthetische beats en triomfantelijk geschal die elke notie van kwetsbaarheid genadeloos wegdrukken. De zachte, artistieke belichting wordt verslonden door een hysterische, epileptische razernij van paars, rood en goud. De boodschap vanuit de hoogste regionen van de zender is bruut en ondubbelzinnig: het kunstuurtje is voorbij. Het circus wil zijn hoofdact terug.

Leen schrikt op, alsof ze een fysieke klap heeft gekregen. De bombastische tune is geen geluid; het is een drilboor die zich in haar oren vreet. Het hysterische, knipperende licht is geen sfeer; het is een reeks vlijmscherpe messteken die door haar gesloten oogleden snijden. De fragiele, open vrouw van daarnet, het 'meesterwerk' van Alain, verdampt in een fractie van een seconde. De zachtheid op haar gezicht verstijft, kristalliseert, en wordt een masker van ijskoude, geconcentreerde woede. Haar ogen springen open, niet meer vochtig van ontroering, maar brandend met een nieuw, donker vuur. Ze heeft hen haar ziel gegeven, en ze hebben erop gespuugd.

Langzaam staat ze op, het laken glijdt van haar naakte lichaam. Gevoed door een nieuwe, kille furie, loopt ze met een afgemeten, majestueuze tred naar het absolute centrum van het podium. Ze is niet langer de kwetsbare overlevende. De koningin is niet alleen terug; ze is op oorlogspad. Ze wacht tot de laatste, triomfantelijke noot van de themamuziek wegsterft en kijkt dan recht in de hoofdcamera, en haar blik lijkt niet alleen de lens te doorboren, maar ook de anonieme bazen in hun ivoren torens. Leen laat de stilte even zijn werk doen en draait zich dan met een brede, spottende glimlach naar het publiek in de zaal. Haar stem is weer die van de gastvrouw, maar dan een versie met vlijmscherpe, giftige randjes. "Goed, het is duidelijk dat jullie haast hebben," begint ze, terwijl ze langzaam over het podium begint te ijsberen. "Dat jullie verlangen naar het hoogtepunt van de show. Het moment waarop onze allerliefste Zohra tien mannen... euhm..." Ze pauzeert, met een perfect getimede, gespeelde aarzeling. "Hoe zeg ik dat netjes... te verwerken krijgt."

Een nerveus, ongemakkelijk lachje trekt door de zaal. "Tien mannen," vervolgt Leen, haar stem nu serieuzer. "Dat is alles wat we nodig hebben. "Niet zomaar mannen,” haar blik wordt hard, “dit keer geen drilboren of bulldozers." Ze kijkt even naar de plekken waar de vernederde mannen in het publiek zitten. "We zoeken kunstenaars. Mannen die begrijpen waar erotiek écht om gaat. Geen platte... euh... geen ordinaire toestanden, maar passie en opwinding. Een zinderend samenspel, waar er plaats is voor wederzijds respect."

Leen laat haar blik over de zaal glijden en kijkt dan naar Zohra, die onzeker en ineengedoken op de rand van het bed zit. De sfeer van revolutie en wraak is weggeëbd, en heeft plaatsgemaakt voor een zware, onbeantwoorde vraag: wat nu? "Maar," vervolgt Leen, en haar stem wordt plotseling ernstig, intiem, "voordat we aan de selectie beginnen, en voor we ook maar één man kiezen, wil ik iets anders doen. Voordat we dit lichaam," en ze wijst naar Zohra, "aanbidden, moeten we de persoon erin begrijpen. Laten we, voor het eerst in de geschiedenis van dit programma, even kennismaken met de vrouw achter de façade."

Met die woorden, begint ze te lopen. Haar pas is vederlicht, bijna zwevend, alsof ze over de glimmende vloer danst. Alle spotlights volgen haar, laten de rest van de studio in duisternis vallen en vangen de twee vrouwen in een intieme, heldere lichtcirkel. De wachters, de mannen in het publiek, ze zijn allemaal schimmen geworden in de periferie. Leen stopt voor de zittende Zohra. Ze blijft niet staan om op haar neer te kijken. Langzaam zakt ze door haar knieën, tot hun gezichten op gelijke hoogte zijn. Het is een daad van ontwapenende, onverwachte gelijkwaardigheid. Zohra kijkt haar met grote, wantrouwige ogen aan. De hele wereld wacht op wat komen gaat.

Leen heft haar microfoon, maar ze spreekt niet onmiddellijk. Ze kijkt, en ze denkt. Ze ziet de vrouw voor haar, trillend, maar met een onbreekbare trots die zelfs nu nog in haar ogen brandt. "Ik kijk naar je," begint Leen, en haar stem is zacht, peinzend, bijna een fluistering tegen zichzelf, "en ik probeer te begrijpen." Ze zoekt naar de juiste woorden, een zeldzame aarzeling in haar stem. "We kennen allemaal het beeld. De uiterst sexy, gedreven en onverstoorbare host van deze show. Een icoon van onbereikbare, perfecte lust." Leens stem is zacht, zonder een spoor van spot. "Maar nu we het in dit stadium van de avond vooral hebben over eerbied, gevoelens en personen in plaats van objecten... vraag ik me af wie er onder dat pantser schuilgaat." Ze leunt een fractie dichterbij, haar blik indringend maar niet agressief. "Wie is Zohra eigenlijk? Als de lichten uitgaan en de camera's stoppen met draaien? Wie is de vrouw die dit allemaal heeft gebouwd?"

Zohra wordt compleet overrompeld door de vraag. Dit is geen aanval. Dit is geen valstrik. Het is een oprechte, bijna desperate poging tot begrip. Een vraag die nog nooit iemand haar hier, in haar eigen arena, heeft durven stellen. En dat is precies wat het zo gevaarlijk maakt voor Zohra. Haar eerste instinct is een bliksem van pure, defensieve paniek. "Wat maakt dat nu uit, Leen?" bijt ze, en een venijnig vleugje van haar oude, scherpe toon klinkt door. "Dit is niet de show. Dit is niet de afspraak. Geef het publiek wat het wil en laten we hier in godsnaam een einde aan maken." Ze probeert wanhopig terug te vallen op de vertrouwde, kille logica van het spel.

"Nee," zegt Leen zacht maar onwrikbaar. "Jij en ik hebben de regels veranderd. We hebben het over 'respect'. Dan moeten we ook eerlijk durven zijn." Ze wacht. Zohra kijkt naar Leen, dan naar de duizenden stille, wachtende gezichten, en ze beseft dat er geen ontsnappen aan is. Ze haalt diep adem, een geluid vol van jarenlange, opgekropte vermoeidheid.

"Zohra is niet echt," fluistert ze, en de bekentenis doet de hele studio naar adem happen. "Mijn naam is Sarah." Ze kijkt naar haar handen, die het laken krampachtig vasthouden. "Zohra... Zohra is een pantser, Leen. Een personage dat ik jaren geleden heb gecreëerd om te overleven in deze wereld. Een wereld die van vrouwen eist dat ze hard, sexy en onbreekbaar zijn. Zohra kan alles aan. Sarah... Sarah is een ander verhaal." Haar stem wordt een zachte, bijna onhoorbare bekentenis. "Sarah is iemand die rust zoekt. Een echt gesprek. Iemand die niet kijkt naar het pantser, maar de moeite doet om te vragen wat eronder zit. Iemand die niet probeert te winnen, of de snelste wil zijn, of de hardste... maar iemand die gewoon... aanwezig is. Die luistert."

Leen luistert, en voor het eerst die avond is er een diepe, oprechte band van empathie tussen de twee vrouwen. Ze zijn niet langer rivalen. Ze zijn overlevenden van hetzelfde, meedogenloze systeem. Leens blik wordt zachter, haar rol als interviewster versmelt met die van een lotgenote. Ze verwerkt de pijnlijke bekentenis van Sarah en voelt de drang om de laatste, cruciale puzzelstukjes te begrijpen. "Maar," begint Leen, en ze aarzelt even bij het gebruik van de echte naam, een teken van respect, "wat bracht euh... Sarah ertoe om gastvrouw te worden van precies déze show? Om te transformeren in een hard en meedogenloos iemand als Zohra, als je diep vanbinnen eigenlijk naar het tegenovergestelde verlangde?"

De vraag is een scalpel, en hij snijdt recht naar de kern van Zohra's – van Sarahs – ziel. Sarah kijkt weg, haar blik verdwijnt in de donkere, lege ruimte van de studio. Een lange, zware stilte valt. De camera houdt haar gezicht vast, en de hele natie ziet de storm van herinneringen die achter haar ogen woedt. Haar hand, die het satijnen laken vasthoudt, knijpt de stof krampachtig samen.

Als ze eindelijk spreekt, is haar stem een breekbaar, monotoon gefluister, het geluid van een oude, diepe wond die wordt opengereten. "Ik was jong," begint ze. "Twintig. En ik was... naïef. Ik dacht dat 'liefde' betekende dat je alles gaf. Dat je blindelings vertrouwde." Ze slikt, en haar ogen worden vochtig. "En ik heb vertrouwd op de verkeerde persoon. Iemand die mijn vertrouwen en mijn overgave niet zag als een geschenk, maar als een uitnodiging. Een uitnodiging om te nemen. Om te gebruiken. Tot er van de naïeve, jonge Sarah niets meer over was dan een leeg, beschaamd omhulsel."

Ze haalt diep adem en haar blik wordt hard als staal. De breekbaarheid verdwijnt en maakt plaats voor de overlevende. "Die nacht, toen ik alleen achterbleef, zwoer ik: nooit meer. Nooit meer het slachtoffer. Nooit meer het object. Nooit meer machteloos." Ze kijkt Leen recht aan, en Leen ziet de geboorte van Zohra in haar ogen. "Dus creëerde ik haar. Zohra. Zohra is onbreekbaar. Zohra wordt niet gebruikt; zij gebruikt. Zohra kent geen twijfel. En ik creëerde dit spel," en ze gebaart met een trillende hand naar de hele, perverse arena, "als mijn fort. Mijn ultieme, veilige ruimte. Een wereld waarin ik de regels van lust en pijn en vernedering bepaal, zodat niemand ze ooit nog ongevraagd op mij kon toepassen." Een laatste, bittere, holle lach ontsnapt haar. "En het werkte. Jarenlang."

Haar ogen, nu vol van een diepe, ironische droefheid, vinden die van Leen. "Tot vanavond. Tot jij kwam, Leen. En je me liet zien dat, hoe hoog je de muren ook bouwt en hoe hard je ook vecht, je in je eigen arena toch nog steeds gevangen kan zitten." De bekentenis, zo rauw en onverwacht, hangt tussen de twee vrouwen in. Leen staart naar de vrouw die ze dacht te haten, en ziet voor het eerst de diepe, gapende wond die schuilgaat achter het pantser van Zohra. De hele avond was een gevecht tegen een personage. Nu staat ze oog in oog met een mens. De ongemakkelijke stilte rekt zich uit. In de regiekamer is iedereen sprakeloos. Alain, de regisseur, heeft zijn headset afgedaan. Hij kijkt alleen maar. Wat moet je hierop zeggen? Welk commando kan deze pure, onversneden menselijkheid volgen?

Het is Leen die de stilte verbreekt. Haar stem is zacht, verstoken van elke triomf. "Sarah," zegt ze, en het gebruik van de echte naam is een daad van diepe, onverwachte intimiteit. "We kunnen nu stoppen." Zohra kijkt op, haar ogen vol verwarring. "Echt," vervolgt Leen. "Ik meen het. Ik kan een einde maken aan deze waanzin. We staan op, we lopen samen van dit podium af, en we laten deze hele, verrotte poppenkast achter ons. We laten ze stikken in hun eigen leegte." Ze maakt een klein gebaar naar de regiekamer.

Het is een oprecht aanbod. Een ontsnappingsroute. De logische, gezonde keuze. Zohra kijkt naar Leen, en voor het eerst in uren is er een sprankje van haar oude, analytische vuur in haar ogen te zien. Ze overweegt het. Weglopen. De deur achter zich dichttrekken. Maar dan schudt ze langzaam haar hoofd. "Nee," fluistert ze, en haar stem wint aan kracht met elk woord. "Nee. Als we nu weglopen, Leen, dan hebben zij gewonnen." Ze gebaart met haar hoofd naar de onzichtbare bazen, naar het systeem. "Dan was dit alles inderdaad alleen maar sensatie. Een freakshow die even uit de hand liep. Dan zullen ze dit morgen monteren tot een sappig schandaal en volgende week vrolijk verdergaan. Dan hebben we niets veranderd."

Ze komt langzaam overeind. Ze is niet langer het slachtoffer. Ze is een overlevende die een beslissing neemt. "Jij hebt hun spel vernietigd," zegt ze, en ze kijkt Leen met een nieuwe, intense bewondering aan. "Maar je hebt ook iets nieuws voorgesteld. Jouw regels. 'Respect'. 'Genot'. 'Een kunstwerk'." Een grimmige, vastberaden blik verschijnt op haar gezicht. "Laten we ze dan verdomme een kunstwerk geven dat ze nooit zullen vergeten. Laten we hun perverse show niet beëindigen, maar transformeren. Laten we hen dwingen om uit te zenden wat ze het meest vrezen: intimiteit zonder vernedering." Ja, ze heeft nog de kracht. Dit is geen kwestie meer van uithoudingsvermogen. Dit is een missie. Leen kijkt naar de vrouw voor haar en ziet haar eigen, revolutionaire vuur weerspiegeld in Zohra's ogen. Ze glimlacht, een echte, diepe glimlach. Ze heeft een bondgenoot gevonden op de meest onwaarschijnlijke plek. "Oké, Sarah," zegt ze. "Dan doen we dat."

Leen staat op en draait zich naar de camera's en het publiek. Haar autoriteit is volledig hernieuwd, maar het is niet langer de koude, eenzame macht van een tiran. Het is de warme, zelfverzekerde kracht van een leider met een duidelijke, gedeelde visie. "Goed, dames en heren," begint ze. "Zoals u hoort, is de show zojuist geëvolueerd. De regels van de vernedering zijn van de baan. Vanavond creëren we samen een meesterwerk." Ze pauzeert, en haar blik glijdt over de mannen in de zaal. "We zoeken nog steeds tien mannen. Tien 'kunstenaars'. Maar hoe selecteer je een kunstenaar? Niet op basis van een grote mond of een platte fantasie." Leen draait zich om en gebaart met een open, respectvolle hand naar Zohra. "Daarvoor hebben we een expert nodig. Een curator. Iemand die het verschil kent tussen ware passie en goedkoop theater. Iemand die jarenlang dit spel heeft geleid en elke leugen, elke truc, elke onoprechte beweging van een kilometer afstand kan herkennen."

Haar stem wordt vol van een nieuwe, onverwachte waardering. "Zohra, jij bent de jury. Jij alleen zal beslissen of de woorden van een man oprecht zijn. Jij bepaalt wie waardig is om deel te nemen aan ons... kunstwerk." Daarna richt Leen haar blik op Bert, die stil en onbewogen heeft toegekeken. "Maar elke jury heeft een referentiekader nodig. Een gouden standaard. Een maatstaf waartegen alle anderen worden afgemeten." Ze kijkt Bert met diepe bewondering aan. "Bert, jij bent die maatstaf. Jouw antwoord van daarnet – dat het niet om een plan gaat, maar om een gesprek – is de enige juiste instelling. De kandidaten hoeven mij niet te overtuigen. Ze moeten jou, en vooral Zohra, overtuigen dat ze het begrepen hebben."

De nieuwe regels zijn vastgelegd. De macht is verdeeld, niet op basis van dominantie, maar op basis van inzicht en ervaring. De sfeer is volledig gekanteld. De dierlijke, hitsige energie van de menigte is verdampt en heeft plaatsgemaakt voor een zware, ongemakkelijke en diep introspectieve stilte. De spelshow is veranderd in een examen. En plotseling is elke man in de zaal bang om te falen. Leen staat in het midden van het podium, haar armen over elkaar, en wacht. Haar blik is kalm, onderzoekend. Naast haar zit Zohra nu rechtop op het bed. Haar blik is niet langer die van een slachtoffer, maar van een strenge, onverbiddelijke jury die de kandidaten keurt. En aan de rand van het podium staat Bert, een levende herinnering aan de diepgang en het respect dat nu wordt geëist.

De vraag hangt in de lucht: Zijn er in de zaal negen mannen te vinden die het waard zijn Zohra te beminnen op deze nieuwe, angstaanjagend eerlijke voorwaarden? Wie stelt zich kandidaat? De camera glijdt langzaam over de gezichten in het publiek. De overmoedige grijnzen zijn verdwenen. De mannen die daarnet nog brulden en met hun vuisten in de lucht sloegen, zitten nu ineengedoken in hun stoelen. Ze vermijden oogcontact. Ze kijken naar hun handen, naar de grond, overal heen, behalve naar het podium. Wat moeten ze zeggen? De simpele, pornografische antwoorden die in hun hoofd zaten, zijn door Leen al publiekelijk ontleed en belachelijk gemaakt. Ze moeten nu iets... intelligents zeggen. Iets... gevoeligs. Ze moeten hun ziel blootleggen voor de ogen van de natie, met als enige beloning de mogelijkheid om deel te nemen aan een opdracht waarvan de regels onduidelijk en de uitkomst onzeker is. De angst om te falen, om door Zohra's kritische blik en Leens meedogenloze analyse te worden afgewezen als de volgende 'bulldozer' of 'drilboor', is verlammend.

Leen laat de stilte even zijn werk doen, een perfecte demonstratie van het onvermogen van de mannen. Dan heft ze een wenkbrauw. "Wel?" vraagt ze, haar stem snijdt door de stilte. "Geen kunstenaars in de zaal vanavond? Geen dichters? Geen mannen die een echt gesprek met een vrouw durven aan te gaan?" Een man op de vierde rij, aangespoord door zijn vrienden, begint half overeind te komen. Maar dan kruist zijn blik die van Zohra. Haar ogen zijn koud, analytisch en volkomen onvergeeflijk. De man zakt met een bleek gezicht langzaam terug in zijn stoel. De boodschap is duidelijk. Niemand durft.

Leen laat een lange, diepe zucht horen, een geluid van bittere, bijna trieste overwinning. Ze kijkt naar Zohra en schudt langzaam haar hoofd. "Ik geloof," zegt ze, en haar stem is een droge constatering, "dat we een probleem hebben." Ze kijkt opnieuw de rijen vol zwijgende, ongemakkelijke mannen af, en een diep, minachtend en tegelijkertijd triomfantelijk vuur ontbrandt in haar ogen. Ze heeft haar punt bewezen. Nu is het tijd om het erin te wrijven.

Ze begint langzaam door het gangpad te lopen, een generaal die haar verslagen, laffe troepen inspecteert. Haar stem, versterkt door de microfoon, is niet langer luid, maar een snijdend, sarcastisch gefluister dat iedereen tot in het diepst van zijn ziel raakt. "Weet je wat zo ironisch is?" begint ze. "In het begin van de show stond iedereen hier nog te schreeuwen om gekozen te worden." Ze stopt en kijkt een man aan die nu krampachtig de andere kant op kijkt. "Ik zie het nog zo voor me. De opgestoken handen. De schreeuwende, begerige monden." Ze zet haar wandeling voort, haar naakte voeten stil op de vloer. "Wat wilden jullie toen zo graag? Eerlijk? Iedereen wou dolgraag een minuutje anoniem pompen om zijn zaad kwijt te kunnen in een willoos object."

Haar woorden zijn bruut, plat en volkomen genadeloos. Ze reduceert hun eerdere opwinding tot de meest primitieve, egoïstische drift. "Dat was de deal, toch? Een snelle, makkelijke ontlading. Geen vragen, geen emoties, geen enkele inspanning vereist." Ze stopt in het midden van de zaal en draait zich langzaam om, haar blik veegt over de hele, ineengedoken menigte. "Maar nu," en haar stem druipt van de spot, "nu we de lat iets hoger leggen... nu we vragen om een beetje respect... om een greintje intimiteit..." Ze spreidt haar armen in een gebaar van pure, theatrale verbazing. "...zwijgt iedereen?" De stilte is haar antwoord. Het is een collectieve bekentenis. Leen schudt haar hoofd, een blik van diepe, onpeilbare teleurstelling op haar gezicht. "Komaan, mannen..." fluistert ze, en het is de genadeklap. "Menen jullie dit nu echt?"

De woorden hangen als een vonnis in de zware, schaamtevolle stilte van de studio. De camera glijdt over de gezichten van de mannen in het publiek: een zee van neergeslagen ogen, strakke kaken en ongemakkelijk geschuifel. De bravoure is verdwenen. De testosteron-gedreven brul is veranderd in een collectief, lafhartig zwijgen. Ze zijn ontmaskerd, en niemand durft nog te bewegen. Leen schudt haar hoofd met een zucht die een mix is van minachting en een diepe, bittere teleurstelling. Ze staat op het punt zich om te draaien, om deze mislukte proef te beëindigen.

Maar dan, in het midden van de zaal, gebeurt er iets. Een hand. Eerst aarzelend, dan met een besliste, bijna elegante beweging, wordt hij opgestoken. Het is één enkele hand in een oceaan van duizenden, een eenzame daad van moed in een zaal vol angst.

De regisseur in de controlekamer schreeuwt in zijn microfoon. "Spotlight! Nu! Vind die hand!" Een felle, witte lichtbundel schiet door de duisternis en landt op de man. De hele studio houdt de adem in. Het is een jongeman, een twintiger. Hij heeft geen woeste baard of een zweterig voorhoofd. Hij is slank, met een bos donkere krullen en een paar helderblauwe, intelligente ogen die niet schichtig wegkijken, maar de blik van de camera en het podium rechtstreeks beantwoorden. Op zijn gezicht is een strijd gaande. De angst om af te gaan, om net als de mannen voor hem publiekelijk gefileerd te worden door Leen, is duidelijk zichtbaar. Maar er is iets anders, iets sterkers. Een brandende nieuwsgierigheid. Een onweerstaanbare opwinding. Het vooruitzicht om niet zomaar een willoos lichaam te 'nemen', maar om deel te nemen aan dit nieuwe, vreemde spel. Om het bed te kunnen delen met de nu complexe, tragische en wondermooie Zohra. Die belofte heeft het uiteindelijk gehaald van de angst.

Leen kijkt hem aan, en voor het eerst die avond is er geen spottende, maar een oprecht verraste en geïntrigeerde blik in haar ogen. Ze heeft er maar één gevonden. Maar misschien is één wel genoeg. "Kom," zegt ze, en haar stem is geen bevel meer, maar een uitnodiging. Langzaam staat de jongeman op. De zaal is muisstil terwijl hij de lange, eenzame tocht naar het podium aflegt, zijn helderblauwe ogen geen moment afwendend van Leen en de vrouw op het bed.

De lange, eenzame tocht van de jongeman met de helderblauwe ogen is een schouwspel op zich. Elke stap die hij zet in de doodstille studio, echoot als een daad van openlijk verzet tegen de collectieve angst die Leen heeft gezaaid. Hij is de eerste. De pionier. En zijn moed is besmettelijk. Terwijl hij halverwege het gangpad is, gebeurt het. Aan de andere kant van de zaal gaat een tweede hand omhoog. Aarzelend eerst, dan met een vaste, besliste beweging. Het is een oudere man, grijs en gedistingeerd, die opstaat. Hij is niet het type dat joelt of schreeuwt, maar zijn gezicht is een toonbeeld van serieuze, weloverwogen intentie. Leen, die haar blik op de naderende jongeman had gericht, merkt de tweede vrijwilliger op. Haar ogen worden groot van verrassing, en dan, een flits van pure, onversneden triomf.

En dan, als een eerste druppel die een stortbui aankondigt, volgt er een derde hand. En een vierde. Een jonge student achterin, die zijn bril rechtzet. Een man in een duur pak op de derde rij, die eerst onzeker om zich heen kijkt, maar dan toch zijn hand opsteekt. Het is een kettingreactie. De betovering van de angst is verbroken, en heeft plaatsgemaakt voor een golf van hoop, nieuwsgierigheid en een diep, mannelijk verlangen om zichzelf te bewijzen. Niet als een beest, maar als een 'kunstenaar'. De stilte wordt doorbroken. Eerst door gefluister, dan door aanmoedigingen. "Ja, kom op!" "Ik ook!" Binnen een minuut staat niet één man, niet tien, maar een honderdtal mannen recht, verspreid over de hele zaal. Hun handen in de lucht. Het is geen dierlijke, hitsige menigte meer, zoals in het begin van de show. De gezichten zijn anders. Ze zijn niet alleen begerig; ze zijn ernstig, hoopvol, vastberaden. Ze steken hun hand niet op voor een snelle, anonieme wip. Ze solliciteren voor een rol in het nieuwe, onvoorspelbare theater van Leen.

Leen staat weer op het podium, en kijkt naar de zee van opgestoken handen. Ze is sprakeloos. Haar cynische test, ontworpen om het falen van de mannen bloot te leggen, heeft een onverwacht, overweldigend en bijna ontroerend resultaat opgeleverd. De jongeman met de blauwe ogen heeft nu het podium bereikt. Hij stopt voor haar, de eerste van velen. Leen kijkt van hem naar de honderd vrijwilligers in de zaal, en een brede, complexe glimlach verschijnt op haar gezicht. Het is een glimlach van shock, van trots, en van het angstaanjagende besef van de immense macht die ze nu in handen heeft.

Ze heft de microfoon en kijkt Zohra aan, die het tafereel met evenveel ongeloof gadeslaat. "Oké," zegt Leen, en haar stem trilt lichtjes van de onderdrukte emotie. "Ik geloof dat we geen probleem meer hebben." De golf van opgestoken handen is overweldigend. Leen, die even sprakeloos was, herpakt zich met een brede, voldane glimlach. Ze heeft haar punt bewezen. "Oké, oké, rustig!" roept ze, en het publiek lacht. "Indrukwekkend. Maar ik kan jullie niet allemaal beoordelen." Ze wordt weer de spelleidster. "Goed. De eerste vijftig mannen die zich melden... kom maar naar het podium!" Een chaotische maar opgewonden stoet van een vijftigtal mannen baant zich een weg naar voren. Het is een bizarre dwarsdoorsnede van de mannelijke bevolking: jong, oud, dik, dun, zelfverzekerd en doodnerveus. Ze verzamelen zich op het hoofdpodium in een ongemakkelijke, zwetende rij van hoopvolle kandidaten, en staren naar Leen, Zohra en Bert.

Leen loopt naar Zohra, die de hele scène met een onpeilbare uitdrukking heeft gadegeslagen. Ze overhandigt haar een microfoon. "Zohra," zegt Leen zacht. "De eerste selectie is aan jou. Vertrouw op je instinct." Zohra neemt de microfoon aan. Ze staat langzaam op en loopt naar de mannen toe. Haar blik is scherp, analytisch en volkomen genadeloos. Ze loopt langzaam langs de rij van vijftig. De camera volgt haar. Ze stelt geen vragen. Ze kijkt alleen. Ze stopt voor een man die ongegeneerd naar haar borsten staart. "Te gretig," zegt ze, haar stem koud en helder in de microfoon. "Je luistert met je ogen, niet met je oren. Weg." De man protesteert, maar twee wachters begeleiden hem onmiddellijk van het podium. Ze loopt verder en stopt voor een jongeman die arrogant en zelfvoldaan grijnst. "Te zelfvoldaan," constateert ze. "Je denkt dat je het al weet, dus je zal nooit iets leren. Weg." Een paar mannen verderop staat een kandidaat die zichtbaar staat te trillen en haar blik niet durft te vangen. "Te bang," oordeelt Zohra. "Je zou breken onder de druk. Ik heb een partner nodig, geen porseleinen pop. Weg."

Ze gaat de hele rij af. Haar oordelen zijn snel, intuïtief en meedogenloos. Mannen worden weggestuurd omdat hun blik te plat is, hun houding te onzeker, of hun energie te agressief. Na een zenuwslopende vijf minuten heeft ze de groep van vijftig teruggebracht tot een selecte kern van vijfentwintig overlevenden. Ze draait zich om naar Leen met een stille boodschap in haar ogen: De amateurs zijn weg. Nu kunnen we beginnen. Leen kijkt met een voldane glimlach naar de uitgedunde rij van vijfentwintig mannen die nerveus op het podium staan. "Gefeliciteerd, heren," zegt ze, haar stem galmt door de stille studio. "Jullie hebben de eerste, oppervlakkige test overleefd. Zohra heeft degenen zonder enig instinct eruit gefilterd."

Ze begint langzaam langs de rij te lopen, haar blik inspecterend en scherp. "Maar nu," vervolgt ze, "is het tijd voor de echte test. De test van het inzicht." Ze gebaart naar Zohra en Bert. "Jullie worden beoordeeld door onze jury." Ze stopt en draait zich naar de mannen. "Ik ga een aantal van jullie één vraag stellen. Eén simpele vraag. Jullie antwoord, en vooral de manier waarop jullie antwoorden, zal bepalen of jullie doorgaan naar de finale groep van tien. Duidelijk?"

Een nerveus gemompel is het antwoord. "Goed," zegt Leen. Ze stapt op de eerste kandidaat af, een man met veel zelfvertrouwen en een duur horloge. "Jij. Stel je voor: je hebt vijf minuten, een fles champagne en de vrouw van je dromen, hier, op dit bed. Hoe verleid je haar?" De man grijnst, hij voelt zich in zijn element. "Simpel. Ik open de fles, glas voor haar, glas voor mij. Ik kijk haar diep in de ogen, zeg haar dat ze de mooiste vrouw is die ik ooit heb gezien, en laat de alcohol en mijn charme de rest doen." Leen kijkt hem emotieloos aan en richt haar blik dan op Zohra. "Jury?" Zohra heft haar microfoon. "Te veel cliché," zegt ze, haar stem koud en zakelijk. "Het hele plan gaat over jou: jouw fles, jouw complimentjes, jouw charme. Je bent een script aan het opvoeren. Je luistert niet. Je veronderstelt. Afgewezen." Twee wachters stappen naar voren en begeleiden de verbijsterde man van het podium.

Leen loopt verder en stopt bij een jongere, verlegen ogende man. "Jij. Een vrouw heeft een vreselijke dag gehad. Ze is verdrietig, teleurgesteld in de wereld. Hoe troost je haar?" De jongeman bloost en stottert. "Ik... ik zou haar een dikke knuffel geven en zeggen dat alles wel weer goed komt. En... en misschien een doos van haar favoriete pralines voor haar halen?" Leen kijkt weer naar Zohra. Die aarzelt even. "Je intentie is goed," geeft ze toe. "Je wilt haar troosten. Maar je probeert haar gevoelens onmiddellijk op te lossen, weg te nemen met een pleister, in plaats van er gewoon bij te zijn en ernaar te luisteren. Het is een begin, maar nog niet goed genoeg. Afgewezen." De teleurstelling is groot, maar de jongeman wordt toch weggeleid. De lat ligt duidelijk hoog.

Dan komt Leen bij de jongeman met de helderblauwe ogen, de allereerste vrijwilliger. Hij staat er kalm en geconcentreerd bij. Leen kijkt hem aan en stelt hem een moeilijkere, meer abstracte vraag. "Wat is, voor jou, het meest erotische deel van een vrouw dat zich niet tussen haar benen bevindt?" De jongeman denkt een paar seconden na. Hij kijkt niet naar Leens naakte lichaam, maar naar Zohra, de jury. "Haar stilte," zegt hij, en zijn stem is onverwacht helder en zelfverzekerd. "Het moment van stilte, net voordat ze iets belangrijks gaat zeggen. Of de stilte net nadat ze een diepe zucht heeft geslaakt. Omdat in die stilte alle mogelijkheden liggen. Alles wat ze denkt, alles wat ze voelt, alles wat ze verlangt... het zit gevangen in die paar seconden. Als je daar echt, met je volle aandacht naar kan luisteren, is dat het meest intieme en opwindende wat er bestaat." Een golf van verblufte stilte trekt door de zaal. Dit antwoord is van een totaal andere orde. Leen kijkt naar Zohra, die met een langzame, oprechte glimlach op haar gezicht naar de jongeman kijkt. Ze heft haar microfoon. "Gefeliciteerd," zegt ze. "Jij bent nummer twee." Een luid, welgemeend applaus stijgt op uit de zaal. Leen glimlacht. "Twee van de tien," kondigt ze aan. "Nog acht kunstenaars te gaan."

Het applaus voor de jongeman met de blauwe ogen sterft langzaam weg. Er hangt een nieuwe, bijna gewijde sfeer in de studio. De overgebleven kandidaten op het podium kijken elkaar onzeker aan. De spelregels zijn zojuist herschreven, en de lat ligt op een onmogelijk, poëtisch hoog niveau. Leen staat op het punt om de volgende kandidaat aan te spreken, maar dan klinkt er een luid, spottend gelach. Het komt van een van de andere mannen in de rij. Een man met kort, opgeschoren haar en een ongeduldige, bijna agressieve houding. "Serieus?" roept hij, en hij kijkt de jongeman vol ongeloof aan. "Stilte?" Hij draait zich naar Leen en Zohra, zijn gezicht een toonbeeld van minachting. "Stilte is geen lichaamsdeel. De vraag was welk deel van het lichaam, niet welk gezever er in je hoofd zit." De brutale opmerking verbreekt de betovering. Een paar van de andere, meer rechttoe rechtaan kandidaten knikken instemmend. De zaal murmureert. Leen kijkt de man aan, haar gezicht een onleesbaar masker. Ze opent haar mond niet. In plaats daarvan draait ze haar hoofd langzaam naar de jury.

Zohra, die de man al die tijd met een kille, analytische blik heeft bestudeerd, heft haar microfoon. "Correct," zegt ze, en haar stem is zo scherp als een glasscherf. "Stilte is geen lichaamsdeel." De man met het opgeschoren haar grijnst. Hij heeft gewonnen, denkt hij. "Het is de ruimte tussen de lichaamsdelen," vervolgt Zohra, en haar stem wordt laag en snijdend. "Het is de adem in de longen. Het is de gedachte achter de ogen. Het is alles wat jij, met je platte, letterlijke geest, niet in staat bent te zien." Ze kijkt hem aan met een blik van pure, intellectuele minachting. "Je hebt de vraag beantwoord met de intelligentie van een slager die een gedicht moet analyseren. Je ziet alleen de stukken vlees, maar je mist de poëzie." Ze laat een kille stilte vallen. "En wij," zegt ze, terwijl ze met haar hand naar zichzelf, Leen en Bert gebaart, "wij zijn hier vanavond op zoek naar de dichters. Niet naar de slagers." Ze heft haar kin. "Afgewezen." De man staat perplex. Voordat hij kan protesteren, staan er twee wachters naast hem die hem stevig bij de armen pakken en hem van het podium sleuren.

Leen richt haar blik weer op de nu doodsbange rij kandidaten. "Nog iemand die de poëzie niet begrijpt?" vraagt ze zacht. Niemand beweegt. "Mooi," zegt Leen. "Tijd voor de volgende.", zegt Leen, en ze begint langzaam langs de uitgedunde rij te lopen. "De poëten en de slagers. Laten we eens zien wie we nog meer in de aanbieding hebben." Ze stopt voor een man die eruitziet als een fotomodel. Perfect haar, perfecte kaaklijn, een zelfverzekerde, bijna arrogante grijns. "Jij daar," zegt Leen. "Jij hebt duidelijk je uiterlijk mee. Hoe zou jij dat gebruiken om een vrouw te verleiden?" De man lacht, alsof het antwoord voor de hand ligt. "Ik zou haar mijn meest verleidelijke blik geven," zegt hij, en hij probeert het op Leen, "haar zachtjes aanraken, in haar oor fluisteren dat ik haar de hele avond al bewonder, en haar dan meenemen naar bed." Leen kijkt hem emotieloos aan en wendt haar blik dan naar de jury. "Zohra?" "Te oppervlakkig," oordeelt Zohra onmiddellijk. "Je gaat ervan uit dat je uiterlijk genoeg is. Je plan is een aanval, geen uitnodiging. Je verleidt niet, je verovert. Afgewezen." De knappe man wordt verbijsterd afgevoerd.

Leen loopt verder en haar blik valt op een oudere man, eind vijftig, met grijzend haar en een rustige, bijna peinzende uitstraling. Hij is de hele tijd al stil geweest. "En u, meneer," vraagt Leen. "Wat is volgens u de belangrijkste, meest erotische eigenschap die een minnaar kan bezitten?" De man denkt even na. "Geduld," antwoordt hij, zijn stem is laag en kalm. "Het geduld om te wachten. Om te luisteren naar wat niet gezegd wordt. Om een vrouw de ruimte te geven om zichzelf te onthullen, in haar eigen tempo." Leen kijkt naar Zohra. Zohra knikt. Leen kijkt naar Bert. Bert knikt. "Gefeliciteerd," zegt Leen. "Jij bent nummer drie."

De selectie gaat verder. Het wordt een meedogenloze, psychologische uitputtingsslag. Een luidruchtige man die probeert de jury te charmeren met grappen wordt weggestuurd omdat hij zich verschuilt achter humor. Een man die een lang, zweverig verhaal afsteekt over energie en chakra's wordt door Zohra met één vlijmscherpe, praktische vraag ontmaskerd als een charlatan. Maar dan is er een doodgewone, bijna verlegen man die op de vraag wat zijn grootste seksuele onzekerheid is, eerlijk antwoordt: "Dat ik het niet goed genoeg doe. Dat ik te veel aan mezelf denk en haar vergeet." De rauwe, onversneden eerlijkheid is zo ontwapenend dat hij door mag. Hij is nummer vier.

Na nog een halfuur van intense ondervragingen, van psychologische spelletjes waarbij Leen de kandidaten uitdaagt en Zohra hun antwoorden met de precisie van een chirurg fileert, is het veld van vijfentwintig uitgedund. De arroganten, de ongeduldigen, de leugenaars en degenen die zich verschuilen achter clichés zijn allemaal genadeloos weggestuurd. Uiteindelijk blijven er twaalf mannen over. Twaalf nerveuze, zwetende, maar hoopvolle overlevenden. Ze zijn een bizarre, onwaarschijnlijke verzameling: de jonge dichter, de oude filosoof, de eerlijke twijfelaar, en negen andere mannen die op de een of andere manier de meest intense sollicitatieprocedure van hun leven hebben doorstaan.

Leen en Zohra kijken naar de groep. "Twaalf," zegt Leen. "We zochten er tien." "Een luxeprobleem," antwoordt Zohra met een grijns. "Oké, heren," roept Leen naar de overgebleven kandidaten. "Gefeliciteerd. Jullie hebben de auditie overleefd. De echte test... begint na de pauze." De opzwepende, triomfantelijke tune van 'Win of Verlies' speelt, een aankondiging van de volgende, zenuwslopende ronde. In de regiekamer, nu een geoliede machine onder de leiding van een bezeten Alain, wordt met een scherpe, perfect getimede klik overgeschakeld naar de reclame.

Maar in de gedimde, bijna lege bar van de televisiestudio's, een paar gangen verwijderd van de lawaaierige waanzin, voelt de vrolijke tune als pure, psychologische marteling. Daar, aan het uiteinde van de toog, zit een eenzame man: Kristof. Hij staart in het amberkleurige glas whisky voor hem, de ijsblokjes langzaam smeltend als de laatste restjes van zijn zelfrespect. De barman, een jongen die de hele avond flarden van de show heeft opgevangen, poetst ostentatief glazen aan de andere kant van de bar, en vermijdt zorgvuldig elk oogcontact.

Op de grote televisieschermen boven de toog schreeuwen de reclames. Een gelukkig gezin lacht in een nieuwe, glimmende auto. Een perfecte vrouw danst door haar perfecte keuken met een perfect schoonmaakmiddel. Het is een parade van een normaal, ongecompliceerd leven dat voor Kristof nu aanvoelt als een wrede, onbereikbare fantasie uit een ander universum. Hij neemt een slok van zijn whisky. De drank brandt in zijn keel, maar het verdooft de beelden in zijn hoofd niet. Hij ziet het gezicht van Leen, niet de vrouw met wie hij vanmorgen nog ontbeet, maar de koude, naakte koningin die hem met één woord vernederde. Hij hoort het gelach van het publiek, een meedogenloos, echoënd koor. Hij voelt de fantoomaanraking van Zohra's hand, een herinnering aan de eerste, fatale stap in zijn eigen ondergang.

Hij kwam hier als een speler. Een man die dacht het spel, en zijn vrouw, te kunnen bespelen voor een zwembad en een vleugje opwinding. Wat een idioot. Wat een onmetelijke, arrogante dwaas. Hij was geen speler. Hij was de inzet. De reclames eindigen. De tune start opnieuw. Kristof kijkt met een ruk op. Op het scherm verschijnt het live-beeld van de studio. Hij ziet haar. Leen. Ze staat in het midden van het podium, omringd door een nieuwe groep mannen, haar gezicht vol van een kracht en een doel dat hij nog nooit heeft gezien. Ze kijkt niet eens meer in zijn richting. Ze is hem vergeten. Hij is een voetnoot in het verhaal dat zij nu aan het schrijven is. Hij is volledig en onherroepelijk uit zijn eigen leven gewist, live op nationale televisie. Kristof wendt zijn blik af van het scherm. Hij kan niet meer kijken. Hij heft zijn vinger naar de barman. "Nog eentje," mompelt hij. "Een dubbele."

- - -

Meer weten over dit verhaal of over de vrouw achter dit verhaal? Abonneer je dan op de nieuwsbrief door mij een mail te sturen. Mijn emailadres vind je op mijn profielpagina.
Trefwoord(en): Gangbang, Naakt, Show, Strippen, Televisie, Verleiden, Vreemdgaan, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...