Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Datum: 08-08-2018 | Cijfer: 8.9 | Gelezen: 1687
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 41 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Coming Of Age, Romantiek,
Vervolg op: Awakenings - 14
Hoofdstuk 50

(vrijdagmiddag, Sven)


Mijn mentrix en ik hadden nog wel zo het een en ander te bespreken, en zo’n anderhalf uur later was alles afgehandeld. Natuurlijk had ik de grootste moeite om me te concentreren….

Daniel!!!

Ik was vol verlangen, en naarmate het uur U dichter bijkwam werd ik zenuwachtiger… Ik was wel vol goede moed, en vertrouwde op een goede afloop, maar spannend was het intussen wel….

Daniel!!!

Ik hou van je, lieve vent, en vanaf morgen gaan we SAMEN verder, dat weet ik nu; ik hou van jou, en jij houdt van mij…..
Ik stopte mijn papieren in m’n tas en nam afscheid van m’n mentrix. Fluitend liep ik de schooldeur uit, naar buiten.
Ik zag Aimée en zei haar vrolijk goejedag. ‘Ha die Sven! Zeg, heb je m’n broertje soms gezien?’
Ja, ik had David gezien, en dat was zo’n twee uurtjes geleden, vlak voordat ik naar m’n mentrix ging. Ik zag hem wegfietsen, samen met Pieter, en ze keken en deden heel erg verliefd….. Ik hield dat natuur-lijk voor me, dat laatste dan.
‘Ja hoor, ik zag hem zo’n twee uurtjes geleden wegfietsen.’
‘De kleine verrekkeling! Hij heeft gespijbeld met gym, nou die heeft wat uit te leggen straks!’
‘Lieve schat, pak hem niet te hard aan! Ik heb hem weg zien fietsen, samen met Pieter, hij is dus echt geen kattenkwaad aan het uithalen…..’
‘Mmmmm’, ze keek me onderzoekend aan. ‘Denk jij wat ik denk?’
‘Ik weet niet wat je denkt, schatje….’ Ik zette mijn meest onschuldige gezicht op.
‘Jij weet er méér van, Sven! Kom op, vertel!’
‘Ik weet evenveel als jij…… David is er tussenuit geknepen, samen met zijn vriend, en dat is alles!’
Ik gaf het woord “vriend” een bepaalde intonatie, onbewust, en het was gebeurd voor ik er erg in had.
‘Zijn vriend? Mmmmm, laat me eens denken…..’
‘Je doet maar Aimée, maar als je het niet erg vindt ga ik er vandoor, heb nog een afspraak’.
Ik groette haar en snelde richting fietshok.

Daniel!!!
Mijn liefde.
AUW!!!
Ik voelde opeens een hevige pijn in mijn maagstreek.
Wat was dit??? Christene zielen! Misschien iets verkeerds gegeten? Ik strompelde verder, en toen ik net de hoek van het gebouw om was kreeg ik plotseling een erge pijn in m’n zij; ik kromp ineen. Godal-lemachtig!!! Wat was dit??? Dit was toch écht niet normaal!!
Ik werd bang.
Ik ging met m’n rug tegen de muur staan. Wat gebeurde er toch met me?? Ik haalde diep adem, en pro-beerde niet aan de pijn te denken, maar die was te heftig.
Ik voelde een hand op m’n arm.
‘Gaat het wel, Sven?’ Ik keek op. Het was Djingo. Ik knikte. ‘Gewoon wat oververmoeid, denk ik, en misschien wat verkeerds gegeten; gaat zo wel over’, loog ik. Dat wat ik voelde was zo erg, zo vreemd. Ik kon dat niet verder vertellen, nog niet. Ik haalde nog eens diep adem. ‘Hoe dan ook, ik was op weg naar huis; het gaat wel weer, Djingo. Dank je wel.’ Hij keek bezorgd. ‘Weet je dat nu wel zeker, Sven? Is het niet beter dat ik je naar huis breng?’
Ik knikte. ‘Nee, nogmaals bedankt, maar ik zie Daniel zo bij het fietsenhok, en geloof me, het gaat wel weer!’ ‘Oké maat, sterkte verder!’
Ik bedankte hem nog eens en liep verder. Ik voelde niets meer, gelukkig, en versnelde mijn pas.

Daniel!
DANIEL!!!

Er was iets ontzettend fout met mijn vriend, dat wist ik zeker! Ik voelde….. ja wat eigenlijk?
Ik voelde hopeloosheid……..angst…
(Engelen???)
Ik voelde….
AUW!!!
Een vlijmende pijn in m’n rug, waardoor ik bijna tegen de grond sloeg. Het zweet stond op m’n voor-hoofd. Ik bleef even staan, haalde andermaal diep adem en liep zo snel ik onder deze omstandigheden kon richting fietsenstalling. Mijn hart bonsde heel snel, en ik was doodsbang nu.

DANIEL!!!

Ik voelde een ijzige kilte tot op mijn botten. DANIEL!!! Lieve schat, toe, geef niet op, ik ben in de buurt!!! De tranen liepen over m’n gezicht. Mijn lief! Ik kom er aan!! Ik liep zo snel ik kon door het fietsenhok, het parkje in.

(Stanley Kubrick???)

Geïrriteerd probeerde ik deze onzinnige gedachte uit te bannen, ik versnelde mijn passen. Twintig me-ter verder kwam dan het einde…… Ik zag Daniel liggen, onder het bloed; naast hem lagen de overblijf-selen van zijn geliefde gitaar. Verder niemand te bekennen.

DANIEL!!!

DAAAAAAAANIEL!!! Ik schreeuwde het uit.
Ik knielde naast hem neer. Godzijdank, hij ademde nog! Weliswaar hortend en stotend, maar hij adem-de in ieder geval. Ik brak helemaal. Liefdevol nam ik zijn hoofd in m’n handen en begon krampachtig te huilen. Welk beest, welke beesten hadden dit gedaan??? Ik zag niemand. Ik had een vermoeden, maar kon natuurlijk niets bewijzen.
BEESTEN!!!
Een intens verdriet golfde door mijn lijf. Ik streelde zijn blonde haartjes.
‘Welk ondier heeft jou dit aangedaan, lieverd’, huilde ik. ‘Welke verwrongen geest heeft zich zó laten gaan?
Waarom?
WAAROM???’
Ik stond op. Alleen maar janken was niet zo best. Ik moest wat doen. Ik begon in het rond te roepen. HELP!!!
HELP!!! Ik liep naar de fietsenstalling, in de hoop daar leerlingen aan te treffen. Gelukkig!! Ik zag twee kinderen uit de derde klas. Ik liep snel naar ze toe. ‘Jongens, help me alsjeblieft!’ Ze keken me ver-baasd aan. ‘Daarachter’, ik wees richting bosjes, ‘daarachter ligt mijn vriend, ernstig gewond, willen jullie alsjeblieft om hulp gaan? Alsjeblieft!!! Hij is er slecht aan toe.’ Ik snikte.
‘Wat moeten we doen?’
‘Haal iemand, wie dan ook! De conciërge, de rector, wie dan ook! Snel snel! Ik ga weer terug.’
Ik rende terug naar de grote boom.
Het ging niet goed……. Daniels ademhaling was nu nog maar zeer onregelmatig! Kwam er nu maar hulp……. Ik streek over z’n hoofd. ‘Volhouden, schatje, volhouden! Hulp is onderweg. Laat me niet in de steek nu! Lieverd van me, blijf bij me, ga niet weg!’ Ik pakte hem weer vast en aaide liefdevol over z’n arm.

WAAR BLIJFT DIE HULP???

‘Daniel, hier blijven, lief moppie van me, ik heb je nodig, schatje…..’ Ik hoorde mensen aankomen.
Gelukkig! Het waren de conciërge en de conrector van onze afdeling, mijnheer Beresford. Ik stond op.
‘Ik heb Daniel zo gevonden, en hij heeft heel dringend hulp nodig. Kan iemand alsjeblieft het zieken-huis bellen??’ ‘Mijn god!’, riep de conrector uit, ‘dit tart iedere beschrijving! Stevens, ga onmiddellijk terug en laat een ambulance hierheen komen, direct, met de hoogste spoed!!.’ De conciërge rende terug.
‘Heb jij gezien wat er gebeurd is?’, vroeg de conrector. ‘Nee mijnheer, helaas niet. Ik ben hier net aan-gekomen, en vind m’n vriend hier meer dood dan levend…’ Ik begon weer te huilen. Tot mijn verba-zing legde Beresford zijn arm om me heen! Dat was wel het laatste wat ik van hem verwacht had! ‘Sven, ik geloof in een goede God, in een almachtige God met mededogen, die goed voor zijn kinderen zal zorgen, doe jij dat ook. God zal NIET toelaten dat deze unieke en fijne mens zal sterven, geloof daar in!’ ‘Ik geloof, maar ik heb er een zwaar hoofd in’, somberde ik… ‘Vertrouwen!’ ‘Ik ben bang….’
Daniel ademde nog wel, maar het zag er niet goed uit…. Ik was heel erg bang.
Ik hoorde de ambulance aankomen! Gelukkig!
Ik rende naar de autoparkeerplaats om ze op te wachten. De ambulance reed net de parkeerplaats op. Ik zwaaide. Een broeder stapte uit.
‘Mijn vriend ligt ernstig gewond daarachter in de bosjes’, hijgde ik, ‘ik denk dat hij er zeer slecht aan toe is’, voegde ik er nog aan toe. De broeder gebaarde naar z’n collega, die heel snel de brancard achter uit de auto haalde. Met mij voorop renden we het bosje in. ‘Daar!,’ riep ik. De broeders snelden naar de boom en bogen zich over Daniel; ze onderzochten hem snel, en overlegden samen. Een van de broe-ders haalde een injectienaald uit zijn koffer, voelde Daniels pols en gaf hem een injectie in zijn linker onderarm. De andere was al een tijdje in de weer met een stethoscoop.
‘Hoe gaat het nu met hem?,’ vroeg ik angstig, ‘is hij in levensgevaar?’ De broeder die de spuit had ge-geven keek me vriendelijk aan. ‘Wie ben je eigenlijk, jongeman?’
‘Ik ben Sven, de beste vriend van Daniel, hij heet trouwens Daniel ter Horst, en zijn moeder – dokter Eveline Ter Horst - werkt bij jullie in het ziekenhuis.’ De broeder schreef wat dingen op en knikte.
‘Juist ja. Nu, beste Sven, ik mag geen mededelingen doen aan iemand die geen directe familie is, begrijp je?’ ‘Ik begrijp NIKS!’, huilde ik radeloos, ‘mijn lieve vriend ligt hier misschien dood te gaan, en jullie kunnen toch wel IETS zeggen??? Alsjeblieft….’ ‘Nou goed dan. Ik kan wel dít zeggen: jouw vriend Daniel is er slecht aan toe, heel slecht zelfs, maar gelukkig verkeert hij niet in levensgevaar….’ Inmid-dels had de andere broeder de brancard opgezet, en samen met zijn collega tilden ze Daniel op de bran-card. Vliegensvlug reden ze Daniel naar de ambulance.
Ik rende mee natuurlijk.
Daniel werd achterin geschoven, en ik zag nog net dat een van de broeders een infuus in Daniels arm aanbracht, voordat de deur gesloten werd. Ik sprak zijn collega aan. ‘Mag ik mee? Alsjeblieft?’ Ik was natuurlijk nog steeds radeloos van verdriet en van de zorgen, en de tranen vloeiden rijkelijk. De broe-der keek me vriendelijk aan, zijn ogen vol mededogen. ‘Het spijt me erg, Sven, maar dat kan niet, het spijt me geweldig. Alleen de directe familie.’ ‘Alsjeblieft’, smeekte ik, ‘alsjeblieft….. hij is mijn alles, mijn grote liefde, als hij zou komen te overlijden….als ik er niet bij ben……’ Mijn stem brak, ik snikte het uit. De broeder keek me diepbewogen aan. ‘Weet je wat, jongen? Ze kunnen wat mij betreft de regels in m’n reet duwen! Stap in!’
Ik vloog de auto in, trok de deur dicht, we waren op weg. Als Daniel niet voor Pampus achterin gele-gen had zou ik het allemaal best leuk en spannend gevonden hebben. Nu was ik alleen maar doodonge-rust.
De broeder achter het stuur keek me aan.
‘Jij moet wel veel van je vriend houden…..’
‘Daniel is mijn grote liefde, mijn alles!’ zei ik vurig, en het kon me geen zier interesseren wat ze verder over me dachten…… ‘Ik zou echt m’n leven willen geven voor hem’, ik meende ieder woord……
‘Ik ben blij voor jou, ik ben blij voor jullie, Sven, en wees er zeker van dat ze hier er ALLES aan zullen doen om jouw vriend er doorheen te slepen, geloof dat maar!’ Ik keek de broeder dankbaar aan, en voelde me enigszins getroost.
We raceten naar de ingang van de EHBO, en met een meesterlijke manoeuvre parkeerde de broeder de wagen pal voor de ingang. ‘Wat gaat er nu gebeuren?’, vroeg ik, ‘Jouw vriend wordt grondig onderzocht door een van de artsen hier, en ter plekke zal besloten worden hoe verder te handelen.’ Ik knikte en liep achter de brancard met Daniel erop de EHBO binnen

Hoofdstuk 51

(Sven, vrijdag namiddag, in het ziekenhuis)

Daniel werd op een bed gelegd, en een verpleegster sloot snel de gordijnen. Een arts was gewaar-schuwd en zou er zo aankomen. Ik wendde me tot die aardige broeder, van wie ik intussen wist dat hij Jack heet. ‘En nu, Jack?’
‘De arts is in aankomst, Daniel krijgt zijn eerste onderzoek, en dan moeten we maar afwachten….’ Hij klopte me op de schouders. ‘Hey Sven, kop op!! Alles komt goed! Vertrouw op de deskundigheid van de mensen hier, en vertrouw op Hem hierboven….. Vertrouw op jullie verbondenheid….’ Ik knikte. ‘En zijn moeder, Eveline?’ ‘Is inmiddels door mijn collega opgepiept. Ze zal er zo meteen zijn.’
Hij gaf me een knipoog. ‘Hey, knul, ik moet helaas weer verder, dienst en zo. Ik wil nog één ding kwijt: ik heb geweldig veel bewondering en respect voor je! Je maakt van je hart geen moordkuil, en je durft voor je gevoelens uit te komen, chapeau! Jouw Daniel verdient een kanjer als jij, zeker weten! O ja, ik weet waar ik over praat hoor, want mijn collega die zojuist tijdens de rit achterin heeft gezeten is toe-vallig MIJN grote liefde, maar vertel het niet verder….’ Hij gaf me een ferme handdruk en zei nog: ‘Mijn naam is Jack de Pijper, geloof het of niet……. En als je met mij, of met ons eens wilt praten, je bent altijd van harte welkom, knul…’
Hij gaf me een hand, liep richting deur en liet me verbijsterd achter…….

Ik ging in de buurt van het bed op een krukje zitten, en probeerde me zo onopvallend mogelijk op te stellen. Voor geen goud wilde ik verwijderd worden! Ik wilde alles meekrijgen, ik wilde alles kunnen volgen….
Eveline stapte gejaagd de hal binnen en liep bijna tegen een jonge dokter op, die ook net was binnen-gekomen. Ze praatten heel even met elkaar en gingen aan het bed staan. Ze had me niet gezien.
Ik wachtte af en voelde me ontzettend gespannen.
Ik had geen tranen meer.
Ik was helemaal leeg.
Na een kwartiertje werd het gordijn opengeschoven en kon ik weer eindelijk een glimp opvangen van mijn geliefde. Daniel zag er heel bleek uit, en ik schrok geweldig. Ik keek naar zijn moeder en probeer-de haar gelaatsuitdrukking te peilen. Ze had haar lippen op elkaar geperst en overlegde met een vastbe-raden blik in haar ogen met haar collega. Hij gaf een paar aanwijzingen aan de zuster, en deze reed zijn bed richting uitgang.

Wat?
Waar?
Waarom?

Eveline zag me zitten en liep op me toe. Ze was gespannen, maar tegelijkertijd ook zeer professioneel.
‘Dag Sven, jongen, dus jij hebt hem gevonden?’ Er waren blijkbaar nog tranen over, want ik begon op-nieuw te huilen. Teder pakte ze me vast en aaide over m’n rug. ‘Lieverd toch…..dat we dit helaas moe-ten meemaken….. Wat is er gebeurd, weet je daar iets van?’ Ik vermande me, en vertelde het hele re-laas, vanaf het moment dat ik Daniel meer dood dan levend aantrof bij de boom, in het bosje achter de parkeerplaats, tot het moment dat ik hier in de EHBO aankwam.
Ik zweeg.
‘Sven, je hebt heel erg goed gehandeld, je bent een goede vriend geweest. Helaas is Daniel buiten ken-nis, maar dat heeft op zicht niets te betekenen; het is vaak een natuurlijk afweer mechanisme van het eigen lichaam. Zijn lichaamsfuncties zijn – voor zover we nú kunnen nagaan – godzijdank normaal. Daniel wordt nu naar boven gebracht, naar de IC unit van de afdeling Interne Geneeskunde. Hij zal daar verder uitgebreid onderzocht worden: foto’s, bloedonderzoek, noem maar op. Uiteraard willen we allemaal graag weten wat zijn status is. Één ding is zeker, geloof me, Daniel is NIET in levensgevaar!’
Ik zuchtte diep.
‘Maar – en ik ben heel eerlijk naar jou toe – hij verkeert nog steeds in een coma, en dat baart me wel wat zorgen….. Over een paar uur weten we meer, als er een EEG gemaakt is, en alle andere testen gedaan zijn. Lieve jongen, ik weet wat Daniel voor je betekent, en ik weet nu ook wat jij voor Daniel betekent, en dat is heel erg veel, geloof me!’ Ze omhelsde me, en op dat moment voelde ik al iets meer vertrouwen in de toekomst, ónze toekomst, dan pakweg een uurtje geleden……. ‘Sámen, dat wil zeg-gen mijn expertise en die van mijn collega’s uiteraard, én onze gezamenlijke liefde voor mijn zoon, zul-len wij Daniel er doorheen slepen, daar ben ik van overtuigd!!’
Ik geloofde haar.
‘Zo, ik ga naar boven, assisteren waar ik maar kan. Mijn dienst zit er eigenlijk al een uur op, maar na-tuurlijk ga ik niet weg hier voordat ik meer weet…. Laten we afspreken dat ik nog even bij je thuis langskom, straks, en jou en je familie bijpraat, oké?’ Ik knikte. Ik voelde me ellendig natuurlijk, maar meer kon er voorlopig helaas niet gedaan worden. Daniel was in goede handen, daar was ik van over-tuigd, en de rest…… dat lag in Gods hand……
Ik nam afscheid van Eveline en slofte naar de uitgang, op weg naar een bus die mij naar huis zou kun-nen brengen.


Hoofdstuk 52

(Sven, maandag avond, 3 dagen later)

Ik liep door de gangen van het ziekenhuis, op weg naar de afdeling B2, Interne Geneeskunde.
Ik was dodelijk vermoeid. Ik was uitgeput. Ik sliep bijna niet meer, en kon maar aan één ding denken: aan Daniel….. Daniel die hier op deze afdeling lag, gekoppeld aan allerlei enge slangetjes en apparaten; apparaten die hem in leven hielden.

Afgelopen vrijdag was ik met de bus naar huis gegaan, en hoe ik ben thuisgekomen weet ik bij God niet meer….
Daniel in elkaar getrapt en geslagen!
Voor mij was het duidelijk wie hier achter zat, dat kon niet anders!

Karel!!

Die godvergeten klootzak had dan alsnog wraak genomen op Daniel, en door een wonder was mijn lieve vriend nog nét niet dood, maar hij was er wel vreselijk aan toe. Ik kon niks bewijzen natuurlijk, maar Karel móest hier wel achterzitten.

Karel en zijn vriendjes.

Ik had wel enige actie in die richting van hun drieën verwacht, want Karel was er beslist de persoon niet naar om de vernedering van een paar dagen geleden zomaar over zijn kant te laten gaan. Ik had wel iets verwacht maar niet dit! En het ergste was dat ik dus niets kon bewijzen. De rector of wie dan ook zou ongetwijfeld inmiddels wel de politie ingelicht hebben, of zijn moeder had dat gedaan…. Nou ik zou wel willen dat ze mij ook zouden ondervragen……. Ik zal hun vertellen over die uit de hand gelopen ruzie op het schoolplein……verdere conclusies mochten ze dan zelf trekken………..

Tegen half 7 kwam ik thuis aan, totaal afgeknapt. Ik kwam de woonkamer binnen. Drie paar ogen ke-ken me aan. Ik liet me naast Kars in een stoel vallen en bromde een groet.
Er stond eten op tafel, maar alleen al van de gedachte aan eten moest ik kotsen…..ik had m’n ogen neergeslagen en het liefste zou ik willen janken, alweer…… de tranen kwamen….. en bleven ko-men….rijkelijk…..
Kars legde z’n arm om me heen en gaf me een flinke knuffel. ‘Hey broertje van me, was het zo erg?’
Ik knikte.
‘We hebben het verhaal in korte trekken zojuist gehoord van mijnheer Beresford; hij kwam je tas bren-gen die je op school had laten liggen, en vertelde ons wat er gebeurt was.’ Moeder keek me bezorgd aan.
Ik nam m’n zakdoek en snoot omstandig m’n neus. Ik keek ze alle drie aan en begon te vertellen.
‘Ik ben degene die Daniel gevonden heeft, vanmiddag in het bosje achter het fietsenhok. Hij was op een vreselijke manier in elkaar geslagen en getrapt…. Hij zat onder het bloed, vreselijk om te zien…. Hij ademde nog net, maar daar is dan ook alles mee gezegd…..de klootzakken hebben mijn Daniel meer dood dan levend daar achtergelaten…..’ Ik snikte het uit nu. ‘Als beesten zijn ze tekeer gegaan, als redeloze beesten……. Hij is er zeer slecht aan toe, dat vertelde zijn moeder heel eerlijk, hij ligt in coma…..misschien komt hij er nooit meer uit…….. voor altijd vegeteren…… of misschien ooit wel, maar dan zal misschien blijken dat hij permanent beschadigd is…….’
De mogelijke gruwelijke consequenties werden me nu pas echt duidelijk, en het uiterst wanhopige ge-voel dat zich nu manifesteerde zorgde ervoor dat ik een hysterische huilbui kreeg die wel vanuit mijn tenen leek te komen…..
Mijn moeder hield me stevig vast en streelde mijn gezicht, ik voelde haar liefde en warmte, maar méér nog voelde ik die intense pijn in m’n hart, als ik eraan dacht dat ik Daniel misschien voorgoed kwijt zou zijn……
Vader Daniel zette iets voor me op tafel.
Ik keek op.
Een glaasje cognac; brrrrr.
‘In een keer leegdrinken, Sven, het zal je goed doen!’
Met enige aarzeling nam ik het glas en goot de inhoud ervan naar binnen. Gadverdamme!! Maar waar is waar: het verwarmde me van binnen, en voelde weldra hoe een aangename warmte zich door m’n lijf verspreidde.
Ik voelde me alweer wat kalmer worden.
‘Dank je wel pa, het doet inderdaad goed.’
‘Mooi zo…… heb je enig idee wie hier achter zou kunnen zitten?’
Ik knikte. Ik vertelde uitgebreid over het gebeuren op het schoolplein, die woensdagmorgen. De uit de hand gelopen ruzie tussen Karel en Pieter, en hoe ons vriendengroepje uiteindelijk tussenbeide was gekomen. ‘En onder het weggaan zwoer Kareltje wraak’ beëindigde ik m’n relaas, ‘en ik durf er ik weet niet wát onder te verwedden dat hij hierachter zit. Maar natuurlijk kan niemand ook maar iets bewij-zen, aangezien er geen getuigen bijzijn….. en mijn lieve Daniel kan niet getuigen….. kan misschien nooit meer getuigen……’
Ik legde mijn hoofd op m’n armen en huilde.
De troostende handen van Kars, Karlijn en Daniel voelde ik op mijn hoofd en schouders, en dat was fijn…. Zonder hun liefde had ik dit nooit getrokken…….
De bel ging


Hoofdstuk 53


Er kwamen 2 agenten binnen, een man en een vrouw. Vader had ze binnengelaten en gaf ze een plaats aan de grote tafel.
Ik keek ze zonder uitdrukking aan.
De man nam het woord.
‘Dag Sven, mijn naam is Yannick Schutters, en dit is mijn collega Melissa Banninck; wij zijn naar je toegekomen omdat wij informatie aan het verzamelen zijn in verband met dat ernstige geweldsdelict bij jullie op het schoolplein. We hebben inmiddels al met een paar mensen gesproken, en nu zouden we heel graag ook jóuw kant van het verhaal willen horen.’
Hij keek me vriendelijk aan.
‘Ik begrijp heel goed wat jij allemaal heb doorgemaakt vandaag, en ik begrijp heel goed wat je nog stééds doormaakt. Maar weet je, hoe meer informatie we hebben, hoe makkelijker het zal worden om spoedig tot een mogelijke arrestatie te kunnen overgaan. Dus Sven, zou ook jij ons willen helpen?’
Ik keek hem zwijgend aan.
Ik voelde me boos worden.
‘Jij snapt geen FUCK van hoe ik me voel!! Echt niet!! Daniel, MIJN Daniel ligt meer dood dan levend in het ziekenhuis, en momenteel is de situatie zo dat er een gerede kans is dat hij het godverdomme niet háált. Mijn lieve Daniel, ernstig mishandeld…… En daarom snappen jullie dus niet wat ik nu voel. Weet je: Daniel is niet zomaar mijn schoolvriendje of zo, Daniel is mijn Grote Liefde, mijn alles, en die ben ik nu misschien kwijt…. Voor altijd…..’
‘Weet je Sven,’ Melissa was nu aan het woord, ‘dat jullie heel erg veel van elkaar houden is ons eigen-lijk al bekend; zoals mijn collega al zei: we hebben al de nodige gesprekken gevoerd. Wij vinden het heel moedig en knap dat jullie alle twee zo voor jullie gevoelens durven uit te komen, daar heb ik alle respect voor. Jullie passen zo goed bij elkaar, en jullie zullen een fijn stel zijn, samen.’
‘ZOUDEN’, verbeterde ik haar, want Daniel ’s verdere bestaan is nu uiterst onzeker….’
Je zit nu diep in de put, begrijpelijk, en je ziet alles nu zwart wit. Maar ik heb alle vertrouwen in de deskundigheid van de artsen in dit ziekenhuis, die zullen hem er absoluut doorheen slepen, zeker we-ten!’
Ik haalde m’n schouders op.
‘Oké, ik zal praten. Wat willen jullie weten?’
‘Zoveel mogelijk! Vertel om te beginnen over het gebeuren van woensdagochtend, geef jouw interpre-tatie van die gebeurtenis, en dan natuurlijk ook wat je allemaal gezien hebt afgelopen middag.’
Ik rechtte mijn rug, en begon te vertellen……. Eenmaal op gang gekomen kwam het er allemaal uit…. Yannick maakte aantekeningen, en geholpen door enkele vragen van Melissa kwam er na enige tijd een consistent verhaal uitrollen…. Het luchtte ook wel op, eerlijk gezegd….ik eindigde mijn relaas met het noemen van Karel en zijn twee vriendjes, als mogelijke verdachten. De twee agenten keken elkaar aan.
‘Heb je enige aanwijzing dat zij er achter zouden kunnen zitten?’ vroeg Yannick.
Ik schudde mijn hoofd. ‘Nee, helaas niet, maar het gedoe die woensdagmorgen op het schoolplein spreekt toch voor zich, niet dan?’
‘Dat is helaas geen bewijs, Sven, wel een verdachte omstandigheid, maar dus geen bewijs, helaas..’
Yannick klapte z’n notieboekje dicht. ‘We weten genoeg, Sven, heel erg bedankt voor je welwillende medewerking, je hebt ons fantastisch geholpen! Het onderzoek loopt natuurlijk door, en als er nieuwe ontwikkelingen zijn zullen we je verder op de hoogte houden. Nogmaals bedankt!’
De agenten stonden op, zeiden iedereen goedendag en werden door ma uitgelaten.
Kars streek me over m’n haar en zei: ‘Goed gedaan jochie!’
Ik glimlachte naar hem.

De deur ging open en ik zag Eveline binnenkomen, in het gezelschap van Djingo.
Djingo??
Eveline zei iedereen gedag en zei verder dat ze Djingo enkele straten verderop had zien lopen, en hem dus maar een lift had aangeboden. Djingo zei iedereen goedendag en gaf mij een high five.
Het eten was natuurlijk al lang teruggebracht naar de keuken, en inmiddels had Karlijn sloten koffie gezet.
Eveline nam het woord.
‘Nou, zoals ik vanmiddag al tegen Sven heb verteld hebben we mijn zoon aan een groot aantal testen en onderzoeken onderworpen, alles wat maar mogelijk en gebruikelijk is. Hij heeft behoorlijk wat in-wendige fracturen opgelopen, waaronder een aantal gebroken ribben, maar ik dank God op m’n blote knieën dat geen van zijn organen beschadigd is. Hij had een inwendige bloeding, en daarvoor moest Daantje helaas geopereerd worden. Maar goed, de chirurgen hebben de bloeding tot staan weten te brengen, en zoals ik al zei: met zijn organen is alles oké, ook zijn hart! Hij heeft zijn linkerbeen gebro-ken, en een van zijn middenhandsbeentjes, maar dat kan heel goed genezen, en verder….’ Ze zweeg even en knipperde met haar ogen, ‘verder is zijn linkerbalzak gescheurd….’
Ik begon weer te huilen.
Wat een varkens!!!
‘Dit klinkt erger dan het is in feite, en het zal ook echt weer goed komen, maar daar zal hij nog wel een tijdje behoorlijk pijn hebben….’ Ze pakte m’n handen vast en zei: ‘Dus het zal nog wel éventjes duren, lieve jongen, voordat jullie kunnen vrijen…’
Ondanks m’n ellende moest ik toch eventjes lachen.
Eveline ging door.
‘Hij heeft ook diverse kneuzingen aan z’n gezicht, zijn neus en kaak zijn beschadigd, en dat zal later operatief verholpen moeten worden. Dat zijn overigens onschuldige operaties, en ook in dat opzicht komt alles weer goed. Hij heeft een ernstige hersenschudding opgelopen, maar gelukkig heeft de trap tegen zijn hoofd alleen uitwendige kwetsuren opgeleverd, zijn hersens zijn onbeschadigd gebleven… Het punt is alleen: hij ligt in een diepe coma, en we weten niet precies waardoor. Een vermoeden ligt voor de hand: door alle verwondingen en kwetsuren heeft Daniels lichaam zoveel pijn, dat de hersenen als het ware de zaak overnemen en hem in een hele diepe slaap houden om hem dat alles te bespa-ren…’
‘Wat zijn de prognoses met betrekking tot een dergelijk soort coma?’ vroeg ik.
‘Onduidelijk. Sommige patiënten komen na één dag al bij, andere na weken, en er zijn er ook die na 3 of 4 jaar pas weer uit hun coma ontwaken. Dat verschilt nogal, en er is, met name bij mijn zoon, geen zinnig woord te zeggen over de tijdsspanne….’
Ik keek haar recht in de ogen, en vroeg uiteindelijk: ‘Is er ook een kans dat Daniel NOOIT meer ont-waakt?’
Ze knikte langzaam, en haar ogen vulden zich met tranen. Ik was allang aan het janken. Toen ik dit klinische gruwelverhaal hoorde van alle verwondingen en fracturen van mijn lief werd het me weer te veel.
Ik voelde me radeloos.
‘Mijn zoon is een harde! Mijn lieve Daniel is een vechter, en ik weet heel zeker dat hij zich nooit zon-der slag of stoot zal overgeven. Binnen in hem is een strijd gaande, en ik ga er zondermeer vanuit dat hij die zal winnen!!!’
‘Zo mag ik het horen, mevrouw H.’, mengde Djingo zich in het gesprek. ‘We blijven toch zeker opti-mistisch allemaal, en doen als onze vriend Daniel: we GAAN ervoor! Ik zal jullie vertellen wat IK ga doen: ik zal overmorgen – en dat is heel ongebruikelijk! – naar de kerk gaan en voor mijn vriend Daniel bidden….’
Ik was geroerd, die Djingo toch!
Eveline stond op en kondigde aan dat ze moest opstappen, haar andere twee kinderen waren alleen thuis, en die wilden natuurlijk heel graag horen hoe het nu met hun broer gesteld was.
Pa en ma lieten haar uit, en ik kletste nog wat met Djingo. Samen probeerden we door er over te praten de gruwelijkheden van deze middag een klein beetje te verwerken, en ze een plekje in ons binnenste te geven; dat lukte gedeeltelijk, maar niet helemaal natuurlijk. In ieder geval was ik dankbaar en blij met zijn medeleven; hij stelde zich op als een echte vriend!
Na een kwartiertje stond hij op en kondigde zijn vertrek aan. Ik liet hem uit.
Terwijl Djingo zijn jas aantrok zei hij: ‘Kop op man, optimistisch blijven! Alles komt wel goed. Blijf positief denken!’
‘Dank je’.
In een intuïtief gebaar pakte ik hem vast en gaf hem een dikke knuffel.
‘Hee man, dat moet je niet doen!!’ Ik keek hem verbaasd aan.
‘Waarom niet?’
‘Omdat, als jij dat me doet, de kans heel groot is dat ik verliefd op je wordt. Als dat eenmaal het geval is moet ik natuurlijk mijn uiterste best doen om je hart te winnen, dat lukt natuurlijk, want niemand heeft ooit de charmes van een Djingo kunnen weerstaan.. en dan? Dan zijn wij samen een stel, en dan blijft onze Daniel alleen achter, en dat gun je die jongen toch ook weer niet….’
Ik moest lachen. Djingo bleef toch altijd de onverbeterlijke clown!
Met een laatste high five liet ik hem uit.


Hoofdstuk 54


En nu was het dus maandagavond. In Daniels toestand was geen verandering gekomen, niet slechter, maar ook niet beter….. Hij lag in een aparte kamer op de IC afdeling. en ik mocht zo vaak en zo lang komen als ik wilde. Dat deed ik natuurlijk ook, de school kon me gestolen worden!!!
Ik zat soms uren aan zijn bed; ik hield zijn hand vast, kuste zijn vingertoppen en praatte veel.
Hij zei nooit wat terug….
Ik praatte over onze 10 jarige vriendschap, over al het mooie wat we samen meegemaakt hadden, over alle nare dingen ook. Ik praatte over mijn liefde voor hem, ik praatte over onze toekomst,

(zullen wij die nog krijgen???)

ik praatte over hoe het misschien zal zijn als we ooit een eenheid gaan vormen. Ik fantaseerde naar Daniel toe over ons samenwonen…. Ik maakte grapjes, bijvoorbeeld dat ik voortdurend zijn gedragen onderbroeken van de vloer moest rapen, omdat hij altijd maar zijn kleren overal laat rondslinge-ren….en zouden we in onze relatie overweg kunnen met onze hebbelijkheden, en vooral dan onze on-hebbelijkheden?
Ik fantaseerde er op los
Ik praatte aan één stuk door, en hoopte op respons,

die er niet kwam….

Ook deze maandagavond ging alles zo z’n gangetje. Het bezoekuur was allang afgelopen, maar ik mocht blijven zitten. Ik genoot van deze intieme momenten van samenzijn.
O ja! We waren samen, dat wist ik zeker, Daniel was er ook bij en zat zeer waarschijnlijk te lachen om alle onzin die ik de halve tijd uitkraamde.

(Daniel, waar ben je???)

Gelukkig begonnen de kneuzingen al een beetje weg te trekken, en zoals Eveline al een paar keer ver-teld had: fysiek gaat het zeer de goede kant op, alleen zijn comateuze toestand was niet best…..
Moeder Eveline kwam de kamer binnen
Ik stond op.
‘Dag Sven.’
‘Dag dokter Ter Horst!’
‘Zeg knul, wordt het niet zo langzamerhand tijd dat je me “moeder” gaat noemen? Uiteindelijk wordt je toch mijn schoonzoon, nietwaar?’ Ik glimlachte flauwtjes.
‘Ja, moeder…. Maaarrre….. denk je dat dat ooit zal gebeuren? Dat ik jouw schoonzoon ga worden?’ Ik gebaarde naar het bed naast me…… ik kreeg voor de zoveelste keer een heel triest gevoel over me…..
Eveline nam m’n handen en sprak: ‘Jongen, ik blijf erin geloven, al is het soms niet gemakkelijk, maar ik ben vastbesloten om Daniel weer terug te halen, samen met mijn fijne collega’s hier. Geloof me nu maar: DANIEL KOMT WEER TERUG!!!’
‘Ik geloof je, en weet je………..’
We werden abrupt onderbroken door een soort alarm.
Eveline rende naar het bed, bekeek Daniel en snelde vervolgens naar de telefoon.
Ze riep wat instructies in de hoorn en rende weer terug naar het bed, waar ze zijn pyjamajasje begon los te maken. Binnen de kortste keren waren er diverse mensen in de kamer, waaronder een andere arts. Eveline was druk in de weer met Daniel en voerde koortsachtig overleg met haar collega’s. Ik hoorde iets van cardio en nog wat, maar dat kon ik dus echt niet volgen.
Ik was bang.
Eveline kwam snel op me af gelopen.
‘Lieverd, ik moet je verzoeken weg te gaan, je loopt ons de weg, en we willen ons werk ongestoord kunnen doen, heb er alsjeblieft begrip voor..’
‘Maar wat is er dan?,’ stamelde ik.
‘Daniel heeft zojuist een ernstige hartstilstand gekregen…maar meer kan ik je niet zeggen, alsjeblieft wacht buiten op me…….’
Ik liep verdoofd de kamer uit.
Dat ook nog!!
Godverdomme kut nog aan toe!!!
Ik liet me in de gang op een stoel zakken en wist het nu helemaal niet meer.
Een hartstilstand! Is dat heel erg??? Kunnen ze dat goed verhelpen??? En als ze zijn hart nu eens niet meer aan de praat krijgen…..

Dan is Daniel dood,
Dan is mijn lief dood,
Dan ben ik zelf ook dood.

Ik had geen tranen meer.
Ik zat voorovergebogen met mijn hoofd tussen mijn handen en kreunde.
Ik voel me doodziek. Ik voel me zwaar depressief.
Ik keek naar de gesloten deur.
Daarachter ligt Daniel te creperen…..
Daarachter incasseert mijn lief een enkele reis Hiernamaals…. Daarachter krijgt het Licht in mijn ogen de hand toegereikt van zijn Schepper, en laat zich glimlachend meevoeren naar een Plaats waar geen pijn en verdriet meer zijn, en waar het Licht het wint van iedere schaduw…..

Of misschien toch niet???

Ik voelde handen op m’n schouder en keek op.
Pieter en David!
Ik stond op.
‘Wat is er Sven? Is er iets gebeurd?’ vroeg Pieter bezorgd.
‘Daniel…. Hij heeft….Daniel…’ Mijn stem brak, en ik begon onbedaarlijk te huilen.
De jongens legden hun arm om me heen, ieder aan kant, en zo stonden we een tijdje daar in die kille ziekenhuisgang.
Ik haalde diep adem.
‘Daniel heeft zojuist een hartstilstand moeten incasseren en de dokters zijn nu druk bezig om hem er bovenop te helpen…..ik ben zo ontzettend bang!!!’
Snikte ik.
David streek zacht over m’n wang. ‘Hey manneke, hoe lang zijt ge al hier?’
Ik haalde m’n schouders op. ‘Weet ik niet echt, een uurtje of vier….’
‘Allez! Dan stel ik voor dat we die dokters daar hunnen plan laten trekken en dat wij subiet ergens een taske koffie gaan drinken.’
Ik had niet veel zin in dat plan, maar van de andere kant was het goed om even uit deze ambiance weg te zijn; het had weinig zin natuurlijk dat ik nagelbijtend zat te wachten op de einduitslag…
Ik liet me meetronen door Pieter en Davy naar het restaurant.


Hoofdstuk 55


We namen een kop koffie, en ik vertelde uitgebreid hoe het de laatste dagen geweest was. De jongens stelde tal van vragen, waar ik zo goed mogelijk antwoord op probeerde te geven. Ik vertelde van al die uren dat ik aan zijn bed gekluisterd was, van onze “gesprekken”, van mijn angsten en twijfels over de goede afloop.
En dan die hartaanval…….
Uiteraard werd ik weer emotioneel, maar dat was niet erg….praten met deze twee schatten luchtte me wél op…
Davy gaf me een kus op m’n wang. ‘Amai zunne! Als dit allemaal geen liefde is! Ge houdt wel heel erg veel van die jongen, hei Sven? En hij houdt ook verschrikkelijk veel van u, nou ge zult zien: jullie lief-de zal álles overwinnen! Let maar op mijn woorden: alles komt goed…..’
Ik lachte om deze befaamde drie woorden.
Ik keek de jongens aan. Pieter keek straalverliefd naar Davy, en ik was heel erg blij voor hun….
‘Dank jullie wel jongens, jullie zijn nu écht even een lichtpuntje te midden van al deze miserie, en ik vind het tof dat jullie nog tijd gevonden hebben om Daniel te komen bezoeken.’
‘Vanzelfsprekend jongen! We zouden niet anders gekund hebben….’
Pieter keek me nu recht aan. ‘Ik heb Davy verteld wat er tussen ons gebeurd is laatst…Dat vind ik wél zo eerlijk…’
Ik bloosde.
‘Ik had niet anders verwacht Pieter…’. Ik keek Davy aan. Deze had een olijke blik in z’n ogen. ‘Maar schoon manneke! Nu Benne kikke bijkans jaloers op u hoor!’
Ik zette verbaasde ogen op.
‘Zeker wel! Ge heb mijn lief gekust, voordat ikke de primeur mocht hebben…’
Ik voelde me een beetje ongemakkelijk.
‘Ge moet niet zo als enen zottekap kijken! Gij zijt een goed mens, mijnen Pieter is een goed mens, en ge hebt elkaar geholpen… ik ben blij dat Pieter me dat verteld heeft, en ik ben zo fier op u, dat ge mijn vriendsje zo fijn getroost heb; dat meen ik!’ Hij gaf me een klop op m’n schouder. ‘En ik ben blij voor u dat ge zonen fijnen jongen als Daniel de uwe mag noemen!’
‘Ik help het je hopen, Davy….’
‘Geen hopen, Sven, geloof me, als we seffens terugkeren zult ge zien dat ook deze crisis bezworen is…. Dus wat ik maar zeggen wil….’
‘ALLES KOMT GOED’ riepen we in koor, en we lachten alle drie.
Het werd tijd om terug te keren……

In de gang was het stil, was dat goed of slecht???
De kamerdeur stond open, en ik zag de moeder van Daniel aan het bed zitten, terwijl ze het hoofd van haar zoon streelde.
Ik werd ijs en ijskoud om mijn hart.
Ik klopte op de deur, en we liepen muisstil gedrieën de kamer in.
Eveline (moeder!!) keek ons aan, met roodomrande ogen.
Pieter en Davy hielden elk een hand van me vast en knepen er bemoedigend in.
‘Wat is er gebeurd?’ fluisterde ik.
Ze huilde nu openlijk.
Ik voelde het bloed uit m’n hoofd wegtrekken en zou zeker gevallen zijn, als ik niet tussen Davy en Pieter ingestaan had; dezen hielden me stevig vast en keken me bezorgd aan.
‘Het was een titanenstrijd’, stotterde ze, ‘het was vreselijk….bijna kantje boord….maar onze Daan is een vechter, en hij heeft het gehaald!! Alle functies zijn gestabiliseerd en genormaliseerd, en volgens mij is hij er nu beter aan toe dan vanmiddag…..’
Dat laatste kreeg ik niet echt meer mee, want al het bloed trok weg uit mijn gezicht en ik tuimelde voorover, richting mijn Grote Liefde…..
Lees verder: Awakenings - 16
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...