Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 05-10-2016 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 14291
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 107 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Massage, Neuken, Zussen,
De zondag gaat verder niet spectaculair voorbij. De bouw van de steiger is na een paar uurtjes al helemaal klaar en omdat ze nu niet verder kunnen, gebruiken ze de zondag om lekker uit te rusten.

Ze gaan lekker een stuk wandelen, en genieten van de mooie natuur. Op een gegeven moment lopen Bert en Roald naast elkaar, de dames kletsen lekker met elkaar en Bjorn loopt bij de dames.

‘Zeg, Roald. Wat een familie heb je getroffen, zeg! Jezus! Die zussen van Ester zijn behoorlijk hitsig te noemen.’

Roald lacht. ‘Ik weet het. Het huis is nogal gehorig, wat dat betreft. Hebben we jullie wakker gemaakt?’

‘Wel een beetje, maar het klonk zo geil! Ik was me aan het aftrekken op die geile geluiden, toen Ada bij me op de kamer kwam.’

‘En? Was het lekker?’

‘Zeker, maar het was gewoon voor een keer lekkere seks, niet meer dan dat. Dat is ook goed zo, maar ik waarschuw je wel, Roald. Dat zijn stuk voor stuk hitsige wijven. En ik voorspel je, dat ze je echt niet met rust gaan laten. Je kunt ze nu al niet meer uit elkaar houden, dus laat staan als je er eentje in je bed vindt.’

Roald lacht. ‘Dat zou wel eens kunnen gebeuren, ja. Maar dat heb ik al doorgesproken met Ester. Want dat vermoeden had ik ook al, en dan kun je zoiets het beste even bespreken. Ester vindt het helemaal geen probleem, mocht ik me ooit eens vergissen, zolang het haar zussen maar zijn.’

Bert kijkt geschokt naar Roald. ‘Jeetje, Roald! Dat had ik nu nooit van je gedacht. Je leek me echt oprecht verliefd op Ester en nu vertel je me dit?’

‘Begrijp me niet verkeerd, Bert. Ik ben ook heel erg verliefd op Ester. En als de tijd rijp is, zal ik ook met haar trouwen. Want ja, daar denk ik ook al over na.

Maar het is wat je zegt, het zijn stuk voor stuk geile wijven. Het is onmogelijk om uit te sluiten, dat ik eens met een van haar zussen in bed beland, zonder te weten of het wel Ester is. Dus kan ik er beter open over zijn, dan de brokken bijeen moeten rapen, als ze er dan achter komt.’

Bert lacht. ‘Wat heb je toch voor een schoonfamilie opgedaan! Prachtig! De droom van iedere man. Sterker nog, voor een vrouw zoals Ester zou iedere man een moord doen en jij krijgt er drie voor de prijs van een!’

‘Prachtig toch, of niet? Ik weet, ik ben een geluksvogel. En welke man zou dit dan afslaan? Ik in ieder geval niet!’

‘Groot gelijk heb je. Ik heb in ieder geval weer mooie verhalen voor op een feestje. Roald en zijn geile schoonfamilie!’

Roald lacht. ‘Zolang je me maar niet eruit laat zien als een pooier!’

Lachend slaan ze elkaar op hun schouders. Ze laten zich dan weer wat afzakken, zodat ze weer bij de dames komen.

Ada haakt zich dan in de armen van Roald. Ada kijkt haar aan en ziet dan een klein zwart vlekje boven haar oog.

‘Aha, Ada! Geniet je ook zo lekker van het wandelen?’

Ada kijkt hem verbaasd aan. ‘Hoe wist je dat ik het was? Normaal kunnen ze me niet uit elkaar houden met Ester en Ingrid!’

‘Je moeder heeft me verteld, hoe ik jullie uit elkaar kan houden. Daardoor weet ik het.’

Ada lacht. ‘Dat is inderdaad een manier om ons uit elkaar te houden. Maar ik wil je even bedanken, omdat je Ester zo gelukkig maakt.’

‘Oh, je bedoelt van vanmorgen?’

‘Nee, nou ja, daarmee heb je haar zeker gelukkig gemaakt, en de rest denk ik ook wel. Maar ook voor de rest. En ik wil je een feliciteren.’

Roald kijkt haar verbaasd aan. Ze fluistert in zijn oor: ‘Ester heeft het me verteld, dat ze zwanger is. Ik ben blij voor haar.’

Het gezicht van Roald klaart op. Hij had kunnen weten, dat ze het tegen haar zussen zou vertellen.

‘Dus Ingrid weet het ook al?’

Ada knikt. ‘We kunnen onmogelijk iets geheim houden voor elkaar.’

‘Het geeft niet, zolang je het maar niet verder verteld.’

‘Nee, dat zullen we ook niet doen, maar ik wilde je toch feliciteren.’

Ze drukt hem dan een zoen op zijn wang en gaat dan terug naar de rest. Ester komt naast Roald lopen en vraagt: ‘Wat was dat net met Ada?’

‘Oh, ze heeft me bedankt, omdat ik je zo gelukkig maak. Maar ook omdat ik je zwanger heb gemaakt.’

‘Vind je het erg, dat ik het aan hun verteld heb?’

‘Nee, ik snap dat wel. Maar nu weten er al een hele hoop mensen dat jij zwanger bent, maar onze ouders nog niet eens.’

‘En dat gaan we ook zo houden, Roald. De schok zou voor hun wel eens wat groot zijn.’

Roald knikt en slaat zijn arm om haar heen. Ze slaat haar arm om zijn middel en ze lopen verliefd verder.

Als ze terug zijn, zegt Anna: ‘Nu we hier toch niets kunnen doen, willen we morgen misschien even op bezoek gaan bij mijn tante Agatha. Zo vaak komen we hier niet in de buurt, en ze is al behoorlijk op leeftijd. Dus we willen deze kans benutten om haar te bezoeken. En misschien dat we dan ook daar blijven slapen.’

‘Dat moeten jullie zeker goed. Groet haar van mij, als je haar ziet. En zeg haar maar, dat ik haar ook snel eens zal bezoeken. Van hieruit is het maar twee uur rijden.’

‘Dat zal ze zeker leuk vinden. En jullie moesten dan ook maar eens meegaan, Ada en Ingrid. Het is misschien de laatste keer dat je haar ziet. Ze is al een tijdje slecht, dus veel tijd hebben jullie niet meer.’

‘Ja, mam! Maar ik dacht dat het wel duidelijk was, als Ester haar bezoekt, dat wij dan automatische met haar meegaan.’

‘Dat dacht ik al, maar ik wilde het wel even horen, Ada.’

Ester glimlacht en fluistert dan iets in het oor bij Ingrid. Die trekt een blij gezicht en ze knikt. Ada wordt ook ingelicht.

Anna lacht. ‘Ja hoor, het is weer zover, Bjorn. Onze kinderen hebben weer eens hun binnenpretje. Ik wil niet eens weten, wat ze gaan uitspoken, zodra we hier weg zijn.’

Bjorn lacht. ‘Laat ze toch. Ze zijn oud en wijs genoeg om zelf te ondervinden, wat de gevolgen daarvan zijn.’

‘Oud genoeg wel, maar af en toe twijfel ik wel over de wijsheid!’

Dat levert natuurlijk protesten op van haar dochters. En daarmee is weer een gezellige middag en avond aangebroken. Maar als ze thuis aankomen, heeft Isabel het gezelschap verrast met een grote taart, die ze aan het bakken is. Het hele huis is doordrongen van de heerlijke geuren van de taart. En die taart wordt dan ook met genot verorberd.

’s Avonds neemt Bert al afscheid, want hij moet al om vijf uur ’s morgens vertrekken, wil hij op tijd bij zijn volgende adres zijn en daarna ook het veer halen voor de oversteek. Daar hoeft Roald niet voor op te staan.

Toch is Roald wakker, als Bert wil gaan vertrekken. Bert is toch best geroerd, dat Roald de moeite heeft genomen om afscheid van hem te nemen. Roald duwt hem nog een briefje van 100 euro in zijn handen, met de mededeling dat hij er maar iets van moet kopen. Maar Bert wil dat geld niet. Dit was een vriendendienst. Bovendien is hij al op een betere manier beloond, dan Roald het ooit zou kunnen doen en daarmee refereert hij aan de seks, die hij heeft gehad met Ada. Maar Roald weigert het terug aan te nemen. Hij moet maar zien, wat hij met dat geld zal doen. Hij wil het niet terug.

Bert zegt dan, met een traan van ontroering: ‘Roald, je bent echt een goede vriend. Ik vind het echt jammer, dat je weg gaat. Maar hier ben je echt op je plaats. Maar als je het goed vindt, dan kom ik hier de komende vakantie nog wel eens terug. Ik vond het hier wel mooi.’

‘Je hebt dan wel kans, dat we nog steeds in de verbouwing zitten. Maar je bent altijd welkom.’

Bert lacht. ‘Als je dan nog bezig bent, dan kom ik je gewoon helpen, Roald. En dan af en toe een ritje door het land, ik zie dat wel zitten. En wie weet, strik ik me hier ook wel een mooie Zweedse en kom hier ook wonen.’

‘Is Ada niets voor jou? Je hebt al seks met haar gehad.’

‘Nee, Roald. Dat was leuk voor een keer. Begrijp me niet verkeerd, ze is beeldschoon, maar niet mijn type.

Maar ik kan wel begrijpen, dat je voor haar zou vallen. Maar ik zou wel oppassen met haar, ik denk dat ze haar zinnen op je heeft gezet. Ze keek gisteren tijdens het wandelen op een bepaalde manier naar jou. Al leek het niet dat ze op je geilde, maar eerder een wat triestige blik. Ik weet niet hoe ik dat moet zeggen.’

‘Ze schijnt nog wel eens jaloers op haar zussen te zijn, als die vriendjes hebben. Ze heeft al eens hun vriendjes ingepikt. Misschien is het dat wat haar mankeert. Maar ik zal er eens op letten.’

De twee vrienden nemen dan afscheid van elkaar en Bert rijdt dan met zijn wagen weg. Hij kijkt Bert na, en opeens voelt hij een paar armen om zich heen.

‘Gaat het, Roald?’

Roald zucht een keer. ‘Ja, het gaat al weer. Het is altijd moeilijk om afscheid te nemen. Vooral van Bert. We kennen elkaar al vanaf we op de kleuterschool zaten, en ook al zijn onze wegen wel meer als eens gescheiden, we hebben elkaar altijd teruggevonden. We hebben een sterke band samen.’

‘Net als ik, Ester en Ada?’

Roald draait zich om en ziet dan inderdaad dat het Ingrid, die hem vast heeft. Ingrid schrikt even, maar Roald stelt haar gerust. ‘Ik dacht even, dat je Ester was, Ingrid. Maar ik vond het wel even fijn, dat je me steunde.’

‘Ik was al even wakker. Heeft Ester je al iets gezegd over vanavond?’

‘Nee, nog niets, maar ik denk wel te weten wat dat inhoudt.’

‘Weet je, ik ben daar wel een beetje zenuwachtig voor. Met zulke dingen ben ik niet zo ervaren.’

‘Ik toch ook niet, hoewel ik het wel eens heb gedaan. Maar waar ben je zenuwachtig voor?’

‘Nou, je bent toch het vriendje van Ester en die is waanzinnig verliefd op jou. Dat voelt gewoon een beetje raar.’

‘Je klinkt of je er bang voor bent.’

‘Misschien is dat ook wel zo, Roald.’

‘Waarvoor ben ik je dan bang?’

‘Dat ik verliefd op je word, Roald. Je bent zo’n fantastische man, je hebt zelf niet eens een idee, hoe je over komt. En als ik straks seks met je hebt, weet ik niet hoe ik me moet houden.’

Er rolt een traan over haar wang. Roald veegt hem weg en zegt: ‘En wat dan nog, Ingrid? Het is niet zo vreemd om gevoelens te hebben, als je seks met iemand hebt. En verliefd zijn is nog niet hetzelfde als houden van.’

‘Zou je van me kunnen houden, als je mij ontmoet had, en niet Ester?’

‘Dat zal ik nooit weten, Ingrid. Maar jullie lijken zo veel op elkaar, dat zou best kunnen. Maar het is Ester, die ik het eerst ontmoet heb en niet jij.’

Er rollen nog meer tranen over haar wangen. Het hart van Roald doet pijn als hij haar zo ziet huilen. Hij kan het niet aanzien, dat ze zo huilt. Dan trekt hij haar kin omhoog en drukt haar een zoen op haar lippen.

Verschrikt trekt ze zich terug, maar wel met wat tegenzin. ‘Roald, wat doe je nu? Dit kan niet! Je bent van Ester!’

‘Als Ester hier was, zou ze me aanmoedigen en dat weet je. Waarom durf je niet van me te houden? Of denk je, dat ik dat niet aankan?’

‘Ik wil Ester niets aandoen!’

‘En als ik zeg, dat Ester het goed vindt?’

Ingrid twijfelt. Dat ene moment van stilte is meer dan genoeg antwoord voor Roald. Hij trekt haar kin omhoog en beweegt zijn lippen naar die van haar. Ze weert niet af en laat zich dan gewoon kussen door hem. Ze beantwoordt ook gewoon zijn zoen. Opeens voelt ze nog een paar armen om haar heen.

Ze hoort de stem van Ester. ‘He he, het duurde even, voordat je het durfde, Ingrid.’

Verbaasd rukt ze zich los van de lippen van Roald en kijkt om. Ze ziet Ester lachen. ‘Ik stond al de hele tijd naar je te kijken en Roald aan te moedigen om door te zetten.’

Dan schiet Ingrid in de lach. ‘Dus ik heb me hier beet laten nemen door jullie?’

Roald en Ester lachen. Maar dan zegt Roald: ‘Maar ik meende wel wat ik net zei. Als je echt wilt doen, wat we vanavond van plan zijn, dan moet je ook je hart erin kunnen stoppen. Anders gaat het niet werken.’

Ester kijkt haar zus aan en knikt een keer om haar aan te moedigen. ‘Vind je dat dan echt niet erg, dat ik verliefd op hem word, Ester?’

‘Nee, dat probeer ik je al de hele tijd duidelijk te maken, Ingrid. Roald en ik hebben dit al lang een keer doorgesproken, anders waren we hier niet eens aan begonnen.’

Ingrid kijkt nu om beurten Roald en Ester aan. Dan drukt ze een vurige zoen op de lippen van Roald, die haar maar wat graag beantwoordt. Maar dan breekt hij de zoen af en zegt: ‘En nu moet je wachten tot vanavond, Ingrid. Er moet ook nog wat over zijn om naar te verlangen.’

Ze trekt een pruillipje. ‘Kan ik wel zo lang wachten? Ik ben nu al nat tussen mijn benen.’

Ester duikt even onder het zomerse jurkje, dat Ingrid aan heeft en voelt even. Ingrid schrikt even en Ester grijnst. ‘Roald, ze is inderdaad al een beetje nat. Hier ruik eens!’

Ze laat hem de vinger ruiken en Roald likt haar vinger dan ook nog eens.

‘Hmm, dat smaakt niet slecht. Ik hoop dat ik nog wel zo lang kan wachten!’

Het drietal loopt dan lachend weer naar binnen. Roald zegt: ‘Ik ga me even omkleden, want ik ga zo rennen. Iemand zin om mee te gaan?’

Ester en Ingrid stemmen meteen in. Ingrid loopt naar boven en kijkt dan even of Ada al wakker is. Die slaapt nog. Toch maakt Ingrid haar even wakker. Maar Ada heeft nog geen zin om te gaan rennen. Ze voelt zich niet lekker. Dan besluiten Roald, Ingrid en Ester om lekker samen lang te gaan rennen. Omdat het nog zo lekker vroeg is, besluiten ze een langer stuk te gaan rennen. Ze hoeven vandaag toch nog niet te gaan werken aan het huis, want dat kan niet.

Ingrid kan het tempo goed volgen, ze heeft deze zomer haar conditie goed op peil gehouden, ondanks dat ze last had van de stalker. Maar nu voelt ze zich vrijer en beter dan ooit.

En samen met Ester rennen ze dan achter Roald aan. Ze giechelen wel wat af, want ze kijken nu tegen het kontje van Roald aan, en vinden dat wel leuk. Roald heeft goed in de gaten, wat de dames achter hem aan het doen zijn. Maar hij laat ze hun plezier. Hij laat zich immers ook geen kans voorbijgaan om naar een mooie vrouw te kijken.

Als ze op het keerpunt aankomen, vraagt Ester of ze even een kleine rustpauze kunnen inlassen. Er staat daar ook een bankje, waar ze op plaats nemen.

Terwijl ze even uithijgen, zegt Ester tegen Roald: ‘Zou je Ingrid net zo durven zoenen, als je bij mij altijd doet?’

‘De vraag is, of Ingrid dat ook wel durft.’

Ingrid heeft inmiddels genoeg moed gekregen en zegt: ‘Pff, alsof dat nu zo bijzonder is!’

Daarmee daagt ze Roald uit. Ester geeft Roald een knipoog en een teken. Roald weet al wat ze bedoeld. Hij grijnst. ‘Ingrid, als je me uitdaagt, dan ga je daar spijt van krijgen!’

Meteen drukt hij zijn lippen op de hare. Iets geschrokken zoent Ingrid hem dan hartstochtelijk terug.

Al na een paar tellen is ze verloren. Mijn god, wat kan deze man kussen! Het zijn niet alleen zijn lippen, maar ook de manier waarop hij haar vasthoudt. Het is een bepaald gevoel, dat hij creëert en Roald is zich daar heel bewust van.

Dit maakt deel uit van een klein plannetje, dat Ester en hij gisterenavond al hadden uitgedacht. Ester had al een vermoeden, dat Ada wel eens geen zin kon hebben om mee te gaan rennen. En ze wil Ester nog eerder dan ze gedacht had, eens laten genieten van Roald. Zelfs de plaats hebben ze zorgvuldig uitgekozen en ook de tijd.

Dat Bert zo vroeg moest vertrekken, was een zegen.

Roald laat zijn handen over het lichaam van Ingrid gaan, en ze raakt het besef kwijt, waar ze zich bevindt. Ze kan alleen denken: ‘Wat een handen heeft deze man! Geen wonder, dat Ester zo verliefd op hem is!’

Roald is verbaasd, hoe zeer Ingrid op Ester lijkt. Vrijwel alle gevoelige plekjes, waar Ester van geniet, zijn hetzelfde als bij Ingrid. Daardoor heeft hij ook geen enkele moeite om haar in hogere sferen te brengen. Hij blijft haar zoenen, en als haar ademhaling versnelt, begint hij haar borsten te strelen en op het juiste moment knijpt hij even in haar tepels. Ze gilt even van de pijn, maar komt dan als een sneltreinlocomotief klaar.

Ze heeft echt even tijd nodig om bij te komen. ‘Mijn God, wat was dat! Jezus!’

Ester grijnst. ‘En, hoe vond je deze opwarmer, zusje?’

‘Hoe komt het, dat hij me zo kan laten klaarkomen? Hij is niet eens dieper gekomen met zijn handen als mijn heupen!’

‘Hij heeft magische handen, of niet?’

‘Dat kun je wel stellen! Maar als dit een opwarmertje is, hoe moet de rest dan wel niet zijn?’

‘Nog veel beter dan dit, Ingrid. Je kunt het je nu nog niet voorstellen, maar hij weet echt wel hoe hij een vrouw moet behandelen.’

‘Mijn God, dit slaat echt alles, wat ik meegemaakt heb. Bij hem vallen alle mannen in het niets!’

‘Dat heb ik je toch al gezegd!’

‘Ja, maar tussen zeggen en meemaken is een groot verschil.’

Ingrid zucht nog eens diep. Ze wil dat dit nog niet stopt, maar ze is verrast als Roald zegt: ‘En ben je nu klaar voor ronde twee?’

Hij toont haar een condoom en Ingrid kijkt geschokt. ‘Wat! Wil je het hier nu doen? Ben je helemaal gek?’

‘Als je het niet wilt, dan doe ik het niet. Dan moet je tot vanavond wachten!’

‘Dat is gemeen! Je hebt me nu kletsnat gemaakt!’

‘Dus?’

‘Aargh! Doe dat ding om en neuk me!’

‘Zo wil ik dat horen!’

Roald grijnst en opent de verpakking. ‘Ik ga je nu lekker van achteren nemen, Ingrid. Ik heb er zin in om mijn ballen hard tegen je reet aan te laten kletsen.’

Hij wil het condoom om zijn pik rollen, maar Ester geeft hem een teken, dat hij haar zo moet neuken. Hij haalt zijn schouders op. Het ergste wat er kan gebeuren, is dat hij nog een zus zwanger maakt.

Ester heeft hem al verteld van Ada, maar hij houdt het nog even geheim. Dus of hij nu twee of drie zwangere vrouwen gemaakt heeft, dat maakt dan ook niets meer uit. Hij weet ook al, dat Ingrid een kinderwens heeft, dus ze zou misschien wel blij zijn met een kind.

Dus zet hij zijn onbeschermde pik voor de ingang van haar liefdesgrotje en duwt dan door. Ze voelt net zo goed aan als Ester. Ingrid moet wel even wennen aan zijn dikke pik, maar Roald geeft haar de tijd om eraan te wennen. Maar dan geniet ze ook met volle teugen. Niet in het minst, omdat Ingrid met haar hand haar klitje aan het bewerken is.

Roald vindt het behoorlijk geil, dat hij nu de zus van zijn vriendin aan het neuken is, terwijl zijn eigen vriendin erbij staat. Dit zou hij nooit gedaan hebben, als ze er niet bij zou zijn geweest. Ze had het hem wel voorgesteld, maar hij voelde zich er niet happy bij. Nu voelt het gewoon goed.

Terwijl hij zijn ballen hard tegen haar billen laat slaan, begint er al een orgasme bij Ingrid te naderen. Roald is ook niet erg ver meer van een orgasme en hij voert het tempo op. Precies op hetzelfde moment komen ze samen klaar. Als Roald zich uit haar terug trekt, voelt Ingrid zijn geil langs haar benen lekken. Ze draait zich dan om en ziet de pik van Roald nog glinsteren van haar geil.

‘Roald, waar is je condoom? Dat hadden we niet afgesproken!’

‘Die heb ik niet omgedaan, Ingrid.’

‘Waarom niet?’

‘Zou je anders akkoord zijn gegaan dat ik je neuk?’

‘Nee, waarschijnlijk niet.’

‘En als ik nu niet op de hoogte was van jullie plannen van vanavond, zou ik dan zou ik dat condoom ook wel omgedaan hebben.’

Ingrid kijkt geschokt naar Roald en dan naar Ester.

‘Heb je hem dat verteld, Ester?’

‘Ja, Ingrid. Roald en ik hebben geen geheimen voor elkaar. Het is net zoals bij jullie. Voor hem kan ik geen geheimen houden, het voelt niet juist. En toen hij me vroeg hoe het bezoek thuis was geweest, heb ik hem alles verteld. Ook weet hij al van Ada.’

‘En dat we samen in bed hebben gelegen?’

‘Ook dat, Ingrid.’

‘Maar dan…’

‘Was ik al op de hoogte van jullie plannetje. Dus maakt het dan nog uit, of ik je neuk met condoom of zonder?’

Ingrid schiet in de lach. ‘Wat zijn jullie gemeen! Maar ik kan niet ontkennen, dat dit echt behoorlijk geil was. Ik heb zoiets nog nooit gedaan!’

‘Vond je het leuk?’

‘Heerlijk! Ik geloof niet, dat ik ooit zoveel calorieën verbrand heb met het joggen!’

Ester en Roald schieten in de lach. ‘Dus dit is voor herhaling vatbaar?’

‘Voor dit sta ik iedere dag voor dag en dauw op! Nu snap ik wel, waarom Ester zo verliefd op je is. Maar wat ik nog niet snap, waarom Ester zo’n man niet helemaal voor zichzelf houdt.’

‘Dat is niet zo moeilijk, Ingrid. Is hij niet wat veel man voor een vrouw alleen? Hij weet ons drieën ook wel tevreden te houden.’

‘Dus je meent het echt, dat je hem helemaal met ons wilde delen?’

‘Ja, en Roald is het daarmee eens. Maar zeg nu eens eerlijk, zou je van hem kunnen houden, zoals ik dat doe?’

‘Daar hoef ik niet over na te denken, Ester. Nu moeten we alleen nog strijden, wie zijn pik in zich krijgt, want dit snakt naar meer!’

Roald lacht. ‘O, ben je bang, dat ik niets meer overheb voor Ester? Ik ben nog niet klaar, en dat weet ze heel goed.’

Ze ziet Ester grijnzen en haar broek uitdoen. Ester heeft helemaal geen onderbroekje aan onder haar joggingbroek. Ingrid kijkt toe hoe ze dan de pik van Roald weer in de juiste stand brengt en zich dan omdraait. Ze kijkt toe hoe Roald haar nu begint te neuken.

Ze voelt zich hierdoor opgewonden, maar vreemd genoeg ook een beetje jaloers. Ze begint zichzelf te helpen, terwijl ze toe blijft kijken hoe Roald haar zus neukt.

Maar ze bewondert ook het uithoudingsvermogen van Roald. Hoe is het mogelijk, dat hij nog steeds zo fit is? Enkele minuten later is Ester al weer een keer gekomen en omdat Roald nu wat langer werk nodig heeft, is ze al weer hard op weg naar een nieuw orgasme. Ze komt net een minuut eerder klaar als Roald, waar het zweet nu hard over zijn ontblote lichaam drijft. Dan komt hij met een harde grom in haar klaar en ook Ingrid komt dan nog een keer klaar op haar eigen handen.

Ze besluiten de vrijpartij te eindigen met een korte duik in het meer. Het water is al best koud, maar het voelt lekker verfrissend na zulk hard werken.

Ze drogen zich af met een handdoek, die Roald bij zich had. Dan rennen ze weer terug naar huis. Roald voert weer het tempo aan en leidt de twee dames naar huis. Het lijkt wel, of zijn inspanningen hem niets hebben gedaan. Hij lijkt nog steeds fit te zijn, terwijl Ingrid nu toch wel moe begint te worden. Ze is dan ook blij, als ze weer thuis zijn. Ook Ester is moe, terwijl Roald nog best fris oogt.

Ingrid kijkt Roald na, die zich naar de slaapkamer begeeft. ‘Hoe kan hij nog zo fit zijn, terwijl hij het meeste werk heeft gedaan? Ik ben bekaf!’

‘Hij heeft echt een topconditie, dat weet ik zeker. Waarom denk je, dat hij het meerdere keren achter elkaar kan doen?’

‘Mijn god, wat een man! Ik ga me snel douchen, want ik begin al weer nat te worden.’

Ze snelt naar boven en Ester loopt achter Roald aan de slaapkamer in. Eenmaal binnen wordt ze meteen door Roald tegen de kast gepind en begint hij haar wild te zoenen. Ze zoent meteen terug, maar zucht wel.

‘Mijn God, Roald. Hoe kun je nu al weer paraat zijn? Dat vroeg Ingrid zich net ook al af. Het lijkt wel, of je nooit moe wordt.’

‘O, maar ik ga je nu ook niet neuken, Ester. Soms vind ik het ook alleen fijn om gewoon met je te vrijen.’

‘Hmm, daar kan ik me wel in vinden. Maar eerst wil ik van je weten, hoe je Ingrid vond.’

‘Ze is een evenbeeld van jou, Ester. Het is verbluffend hoeveel jullie op elkaar lijken, zelfs als we seks hebben.’

‘En ben je nu ook verliefd op haar?’

‘Niet zoals ik verliefd op jou ben, Ester, maar ze heeft zeker wat bij me los gemaakt.’

Ze geeft Roald een flinke zoen. ‘Dat was het antwoord, wat ik wilde weten. Kom, je moet douchen, want we moeten zo naar het stadhuis voor die vergunningen. Hoe eerder we kunnen beginnen, hoe beter.’

Met een zucht en flinke tegenzin laat Roald haar los. ‘Je hebt gelijk, Ester. Maar hoe gaat het vanavond verder?’

‘We houden ons gewoon aan het plan en betrekken er Ada bij, als ze naar boven gaat om te slapen.’

‘Dus onze orgie gaan we bij haar op de kamer houden?’

‘Yep! Ik zal Ingrid ook wel informeren.’

Ze geeft Roald een tikje op zijn billen, met de mededeling dat hij moet opschieten, want ze wil ook nog douchen. Een half uur later komt Ester naar beneden. Haar ouders, Roald en haar zussen wachten op haar met het ontbijt.

‘Wat duurde dat lang, Ester!’

‘Ik wilde me goed opmaken, omdat we zo naar het stadhuis heen moeten voor die vergunningen. Je weet dat het dan wat tijd kost.’

‘Je ziet er goed uit, Ester. Knappe ambtenaar, die jou nog wat weigert.’

Ester grijnst. Ze mogen best naar me kijken, maar ze blijven wel van me af. Ik ben van Roald!’

Daar moeten ze wel om lachen. Na het ontbijt vertrekken Roald en Ester naar het stadhuis en ook Bjorn en Anna vertrekken naar de tante van Anna. Ada en Ingrid blijven achter. Ze gaan hun spullen wat beter uitpakken, daar is de afgelopen dagen niets van terecht gekomen en nu het duidelijk is dat ze hier blijven, willen ze zich ook wat inrichten hier.

Ingrid loopt zingend door het huis. Het valt Ada gewoon op, dat ze vrolijker is, dan anders. Ze kijkt Ingrid even goed aan en zegt: ‘Als ik niet beter wist, dan zou ik zeggen, dat je verliefd bent.’

Ingrid kijkt haar zus met een blij gezicht aan. ‘Wie zegt dat ik dat niet ben, Ada?’

Ada kijkt geschokt naar Ingrid. ‘Wat hebben jullie gedaan, toen jullie aan het rennen waren? Als ik je zo nu zie, is dat niet het enige wat jullie gedaan hebben!’

‘We hebben gezwommen in het meer.’

‘Hadden jullie zwemkleren bij dan?’

‘Nee, gewoon lekker naakt! Het was zes uur ’s morgens, er was toch niemand!’

‘Ow? Dus heb je Roald nu ook naakt gezien?’

‘Ja, maar wat een lichaam heeft hij! Je ziet het beter als hij naakt is. Ik stond gewoon te kwijlen!’

Ada ziet de ogen van Ingrid twinkelen, als ze haar gedachten terughaalt.

‘Iets zegt me, dat er nog iets is.’

Ingrid trekt een brede glimlach.

‘Wat! Dus toch! En wat zei Ester daarvan?’

‘Niets! Ze deed gewoon zelf mee! Oh, Ada! Wat een man is hij toch! Ik ben werkelijk nog nooit zo klaargekomen. Hij is echt in staat je binnen een minuut helemaal klaar te krijgen. Ik wilde dat ook niet geloven, ook niet nadat Ester ons voorgedaan had, hoe Roald haar behandelt. Die man heeft magische handen, zeg ik je! En zijn pik! Hij heeft me bijna beurs gebeukt met dat ding, maar het was zo verdomd lekker!’

‘Dat hij kan neuken, dat wist ik al. Dat had ik op de boot al gemerkt. Maar is hij werkelijk zo goed?’

‘Nog beter dan je je in kunt denken, Ada. Ik heb werkelijk nog nooit zoiets meegemaakt.’

‘En nu ben je dus verliefd op hem? Want je kijkt echt heel erg verliefd!’

‘Ik kan er niets aan doen, Ada. Ik voel me gewoon zo blij! Je wilt niet weten, waar ik aan gedacht heb, toen ik pap en mam aan de ontbijttafel onder ogen moest komen. Het is verdomd niet gemakkelijk om hem uit je gedachten te krijgen, als hij daar eenmaal toegang heeft gekregen!’

‘Ben maar voorzichtig, Ingrid. Je weet hoe boos mam kan worden, als ze erachter komt.’

‘Dat weet ik ook, Ada. Dat maakt het ook zo moeilijk.’

‘Verdorie, nu word ik geil, door alleen naar je te luisteren! Waarom wil hij nou niet met mij naar bed?’

‘Wie zegt dat hij dat niet wil, Ada? Veel kans daartoe heeft hij niet gehad. Bovendien zijn pap en mam nog hier. Dan kan het ook al niet.’

‘Jij hebt hem vandaag al gehad, dus ik ga proberen om hem vanavond eens te scoren.’

‘Doe wat je wilt, Ada. Maar ik zou het niet doen, als Ester het niet weet. Ze heeft een heel grote invloed op hem, en hij zal je weigeren, als ze er niet bij is.’

‘Denk je echt? Maar hij heeft je straks nog geneukt!’

‘Ja, maar daar was Ester ook bij. En wat een uithoudingsvermogen heeft hij! Toen hij mij geneukt had, deed hij het nog eens dunnetjes over met Ester en daarna rende hij naar huis, alsof het hem geen moeite heeft gekost. Ik was echt bekaf, toen we thuiskwamen. En hij liep hier nog vrij fris rond!’

‘Ja, ik zag ook wel, dat hij er nog best fit bij liep. Hoe ver hebben jullie eigenlijk gerend?’

‘Geen idee, ik dacht iets van 15 kilometer.’

‘Dan zou ik ook moe zijn. Hij klinkt me bijna als onmenselijk! En hij had ons verteld, dat hij niet zo het sportieve type was!’

‘Hij is meer sportief, dan je zou denken. Hoe kun je anders zo’n uithoudingsvermogen hebben en zo’n goddelijk lichaam hebben?’

‘Daar heb je ook een punt, Ingrid. Maar hoe ga ik dat nu aanpakken met Roald? Je hebt gelijk, als ik wat wil doen, moet Ester dat weten.’

‘Ik zal wel eens met haar praten. Laat het maar aan mij over.’

‘Ik begin er al zin in te krijgen. Maar ik zit nog wel met een ander probleem, Ingrid. Hoe vertel ik hem, dat ik zwanger ben?’

‘Zolang pap en mam hier zijn, zou ik dat niet doen, Ada. Doe dat als ze weg zijn. Dat geeft je ook wat tijd om erover na te denken.’

‘Je hebt gelijk. Maar dan hebben we nog een ander probleem, hoe gaan we dit straks aan pap en mam uitleggen?’

‘Dat zijn zorgen voor later. Maar nu wil ik andere dingen doen. Ik wil die zolder eens bekijken. Misschien staan er nog leuke dingen op, die we kunnen gebruiken voor op onze kamers.’

‘Ja, leuk! Goed idee!’

Ze lopen samen de zolder op, die vrij gemakkelijk te bereiken is. De zolder staat heel aardig vol met spullen, die veelal zijn afgedekt met witte linnen lakens. Het ruikt er een beetje muf en Ingrid doet enkele zolderramen open, zodat er frisse lucht naar binnen kan. Ada kijkt al onder wat lakens en vindt daar alleen wat oude stoelen. Dan stuit ze op een prachtige kast en nieuwsgierig begint ze in de lades te kijken. Tot haar verbazing vindt ze daar enkele fotoboeken.

‘Ingrid, moet je eens kijken! Dit zijn oude foto’s. Ik denk dat ze van Isabel zijn. Ze zijn nogal oud!’

Ze bekijken samen de foto’s. Ze kunnen duidelijk zien, dat het Isabel is en hoe ze er vroeger uit zag. Ze moet echt beeldschoon zijn geweest in die tijd. En ook haar man zag er best goed uit. Nadat ze de foto’s bekeken hebben, leggen ze de fotoboeken terug. Ada probeert een andere lade te openen, maar die is op slot.

‘He, jammer! Ik zou wel eens willen weten, wat daarin zat. Jammer dat we geen sleutel hebben.’

Ingrid voelt eens boven op de kast en vindt daar snel een sleutel. ‘Hier, probeer deze eens!’

‘Waar heb je die nu gevonden?’

‘Op de plaats, waar ik hem zou verstoppen.’

Ada probeert de sleutel en draait de sleutel om. Met een klik gaat het slot dan open en kan ze de lade openen. In de lade zit enkel een kistje. Ada haalt het eruit, in de verwachting dat er misschien sieraden in zitten. Maar daarvoor is het te licht.

Haar verbazing is groot, als er geen sieraden in zitten, maar foto’s. Ze bekijkt de foto’s en proest het dan uit van het lachen.

‘Moet je kijken, Ingrid! Dit zijn nogal intieme foto’s! Het is dat we net de foto’s van Isabel gezien hebben, maar dit is hoe ze was als ze naakt was!’

Ingrid is nu wel nieuwsgierig en ze bekijkt de foto, die Ada haar aanreikt. Ze moet ook lachen, maar is ook vol lof over het uiterlijk van Isabel. Want het is duidelijk Isabel.

‘Heel duidelijk anders, dan wij tegenwoordig. Maar ze ziet er toch behoorlijk sexy uit!’

‘Dat wel. Kenden ze toen nog geen scheermes voor tussen haar benen?’

‘Ik denk dat die scheermessen toen nog wel wat groot waren, Ada. Nu is dat gemakkelijk, maar toen niet!’

Ze bekijken nog wat andere foto’s. Die laten zien, dat Isabel en haar man bepaald niet vies waren van wat seks. En ook niet met andere mannen en vrouwen. Daar zijn diverse foto’s van te zien. Ze krijgen het er warm van, als ze de foto’s bekijken.

Ze leggen het kistje terug en gaan dan verder op zoektocht. Ze vinden nog wat mooie fotolijstjes, waar ze de foto’s uithalen en netjes in het fotoboek doen. Ze nemen de lijstjes mee en nog wat andere kleine dingen en brengen die naar hun kamer. Dan lopen ze naar beneden, waar ze Isabel in de woonkamer vinden.

Ze blozen even als ze haar zien en moeten dan giechelen. Isabel kijkt op en begroet de twee.

‘O, hallo! Ik wist niet dat jullie nog hier waren!’

‘We waren even op zolder en hebben daar gekeken of er iets leuks tussen zat om onze kamers op te vrolijken. Ik hoop niet, dat u het erg vindt?’

‘Nee, helemaal niet. Ik heb dat spul niet meer nodig.’

‘Ook niet de fotoboeken van u en uw man? Die hebben we ook gevonden.’

Isabel kijkt blij verrast. ‘Weten jullie waar die liggen? Die zoek ik al een hele tijd, maar ik wist niet waar ze lagen. Mijn man heeft die net voor zijn dood opgeborgen, en sindsdien ben ik ze kwijt.’

‘Als u wilt, kan ik ze wel even voor u halen?’

‘Oh graag! Daar zou je me een groot plezier mee doen. Daar staan ook mijn trouwfoto’s in.’

‘Ja, die hebben we bekeken. U zag er destijds best mooi uit!’

‘Dank je. Maar het klopt, ik was toen behoorlijk mooi. En Jörre zag er ook heel erg goed uit, maar dat hebben jullie natuurlijk ook al gezien.’

Ada bloost en zegt: ‘We hebben ook nog heel andere foto’s van u gevonden.’

Nu moet Isabel blozen. ‘Heeft Jörre die nog steeds bewaard? Ik dacht dat die al lang vernietigd waren. Maar nu je ze toch gevonden hebt, wil ik ze nog wel eens een keer zien. Herinneringen aan mooie tijden.’

‘Uw man had nogal een apparaat!’

‘Hij mocht zeker gezien worden, dat zeker. En in die tijd waren we best wel seksueel actief. Vooral toen duidelijk werd, dat ik geen kinderen meer kon krijgen na mijn miskraam. We hebben ons echt flink uitgeleefd, wat in die tijd echt niet kon. Maar dat weerhield ons echt niet om er flink van te genieten. Meisje, doe me eens een groot plezier en haal al die foto’s even naar beneden.’

Ada knikt en staat op. Ingrid zegt dan: ‘Zal ik dan theezetten? Ik ben wel eens benieuwd hoe het in uw jonge jaren allemaal ging.’

‘Daar kan ik je veel verhalen over vertellen. En jullie kan ik het toch wel vertellen, jullie gaan hier nu toch wonen, als ik het goed begrepen heb.’

‘Ja, dat is wel de bedoeling. Ik heb dringend behoefte om mijn leven opnieuw te beginnen, na een jaar met een stalker te maken hebben gehad. Dat is nu wel achter de rug, maar ik voelde me daar niet meer prettig. Hier wil ik opnieuw gaan beginnen.’

‘Je hebt geluk, dat je zus en Roald zo groothartig zijn en je hier willen opnemen. En Ada dan?’

‘Die is net haar baan kwijtgeraakt. Ze wil eigenlijk hetzelfde als mij. Ware het niet, dat ze een klein probleempje heeft.’

‘Ze is zwanger van Roald, of niet?’

Ingrid kijkt geschrokken naar Isabel. ‘Hoe weet u dat?’

‘Meisje, ik zie zulke dingen gewoon. Meer dan de meeste mensen weten. Het is iets, dat ik sinds mijn miskraam heb ervaren. Ik voel wanneer mensen goed zijn, maar ook wanneer iemand zwanger is. En Ada is duidelijk zwanger, al probeert ze het heel goed te verbergen.’

‘Weet u het dus ook al van Ester?’

‘Ze heeft het me zelf al verteld, maar ik wist het al voordat ze me het vertelde. Het is geen gave, waar ik mee te koop loop, Ingrid. Maar jullie kan ik het wel vertellen.’

‘Kan ik u een geheimpje verklappen?’

‘Zeg het maar kind.’

‘Ik wil zwanger worden van Roald.’

Isabel knikt slechts en zegt: ‘Dat had ik me al gedacht, Ingrid. Zulke verlangens blijven nooit verborgen voor me. En mijn gevoel zegt me dat je wensen wel eens snel vervuld konden raken. Maar je moet zuinig zijn op Roald. Het is echt een goede jongen, zo vind je er geen tweede. Hij doet me denken aan Jörre, mijn man. Hij lijkt zelfs een beetje op hem.’

Ada komt dan terug met de fotoboeken en het kistje. Isabel neemt de fotoboeken dankbaar aan.

‘Hiermee doen jullie me echt een groot plezier! Als je zou oud bent als ik, zijn zulke herinneringen heel erg dierbaar. Ik ben hier echt blij mee.’

Ingrid hoort de fluitketel fluiten en gaat de thee zetten. Een paar minuten later komt ze met een theepot en enkele kopjes terug. Ada en Ingrid zijn al de foto’s aan het bekijken en Ada moet lachen om de verhalen, die de oude vrouw vertelt.

‘Ingrid, kom er snel bij, want dit is te leuk om te missen!’

De oude vrouw komt weer helemaal tot leven. Aan de hand van de foto’s vertelt ze haar hele levensverhaal, dat bestaat uit ups en downs. Ze laat niets weg, ze mogen best weten, dat haar leven niet alleen zonneschijn is geweest.

Maar dan begint ze met de naaktfoto’s. Haar man Jörre had als hobby fotografie, een in die tijd nogal dure hobby. Maar ze waren welgesteld, dus hij kon zich dat veroorloven. Isabel vertelt over hoe de foto’s tot stand zijn gekomen. Vooral in de beginjaren was het nogal zwaar om zulke foto’s te maken. Je moest heel lang stil zitten, anders lukte de foto niet goed.

Later, toen Jörre zich een beter fototoestel had gekocht, ging het gemakkelijker, wat ook duidelijk te merken is aan de foto’s. Waar je eerst enkel foto’s zag van naakte vrouwen en mannen, die stijf in beeld stonden, zien ze later foto’s waarin hij hun fotografeerden, terwijl ze seks hadden. Isabel vertelt het vrij gedetailleerd hoe het destijds allemaal ging.

Ze hadden geluk, dat ze enkele vrienden hadden, die net zo vrij dachten als hun. Voor Isabel en haar man betekende van elkaar houden niet dat ze geen seks met anderen zouden hebben. Ze hielden van veel seks, allebei. Of dat nu met elkaar was, of met anderen, dat maakte niet uit. Uiteindelijk ging het hun alleen om de seks. Alleen hun gevoelens voor elkaar, dat maakte het verschil uit. Dat vormde de basis voor hun liefde voor elkaar en hun huwelijk.

Als ze de laatste foto hebben bekeken, zegt Isabel: ‘Weet je, destijds was ik best wel een slet, zelfs voor hedendaagse begrippen. Soms had ik zelfs vier tot vijf keer per dag seks. Met mannen en vrouwen! En Jörre had ook meerdere vrouwen per dag. Hij was best potent, net als Roald.’

En daarmee krijgt ze Ada aan het blozen. ‘Ik zou het niet weten, mevrouw!’

‘Je liegt en je weet het. Ik weet dat je zwanger bent, dat heb ik je zuster net ook al verteld.’

Ada kijkt boos naar Ingrid, maar die zegt: ‘Ik heb haar niets verteld, Ada. Ze kwam er zelf mee!’

Nu kijkt Ada verbaasd naar Isabel. ‘Je zus heeft gelijk, ik kwam er zelf mee. Ik heb een bepaalde gave, waar ik dat mee kan zien. En jij bent overduidelijk zwanger en wel van Roald, want ik kan zijn aanwezigheid bij jou bespeuren.’

Ada begint dan te huilen. ‘Maar kind toch! Je hoeft daarom toch niet te huilen?’

‘Nee, dat is het niet. Het is alleen dat Roald het nog niet weet!’

‘Maar Roald wist het al, Ada. Nog voordat Ester het hem verteld heeft.’

Nu kijken zowel Ada als Ingrid haar verbaasd aan. ‘Hoe kan dat nu, Isabel?’

‘Roald heeft dezelfde gave als ik. Het is wat hem zo goed maakt. En als je hem eenmaal hebt meegemaakt, wil je niets anders meer. Of heb ik het mis, Ingrid?’

Ingrid bloost. Maar ze knikt wel.

‘En jij, Ada, je hebt ook seks met hem gehad, maar je was eerst behoorlijk actief op seksueel gebied. Maar sinds je met hem gevreeën hebt, heb je geen andere man meer gehad, behalve afgelopen zondag!’

Ada kijkt haar verbaasd aan. ‘Hoe weet u dat toch allemaal?’

‘Dat komt door de gave van mij. Alles wat ik kan, dat kan Roald ook. Voor die gave is zelfs een wetenschappelijke naam, al is het niet heel erg bekend. Ze noemen het overdrachtelijke energiewaarneming.

Ik weet het, een belachelijke naam. Maar sommige mensen krijgen het na een traumatische ervaring. Het schijnt dat daardoor een mechanisme in je brein wordt omgezet, waardoor je sommige energiestralen, die door ieder levend wezen worden uitgezonden, kunt waarnemen. Het maakt je mogelijk om hun diepste wensen aan te voelen.

Sommige mensen weten niet eens dat ze de gave hebben en gebruiken het onbewust. Roald is daar een voorbeeld van. Hij is zich wel bewust, dat hij een gave heeft, maar weet niet wat hij er allemaal meer kan. En dat moet ook zo blijven. Als mensen daarachter komen, zal hem deze gave meer last bezorgen, dan hem lief is.’

Ingrid zegt tegen Isabel: ‘Is hij daarom zo verslavend goed met vrijen? Want ik kan nu nergens anders meer aan denken.’

‘Ja, dat is de reden. Als hij je eenmaal bereikt heeft, blijft hij in je hoofd spoken.’

‘Dat klinkt griezelig!’

‘Zo erg is het nu ook weer niet, Ingrid. Het is alleen dat je hem nooit weer zal vergeten. Dat komt gewoon door zijn gave. Maar hij treft het met jullie. Die gave heeft ook een keerzijde. Doordat je die gave gebruikt, heb je heel veel behoefte aan seks. Het was ook de reden, waarom mijn man en ik seks hadden met andere mannen en vrouwen. Ik kon er geen genoeg van krijgen. Datzelfde heeft Roald ook. Maar het is goed, dat hij dit in gesloten kring kan houden. Drie beeldschone vrouwen kunnen hem wel voldoen aan zijn driften.’

‘Maar Ester heeft me ook verteld, dat ze al eens seks hebben gehad met een ander stel. Hoe zit het daarmee?’

‘Heel eenvoudig, Ingrid. Of ze zijn vrienden voor het leven, of altijd aan hem verslaafd. Dat ligt eraan, hoe sterk hun liefde voor dat stel is.’

‘Ester zei me, dat hun band sterker was geworden, maar dat ze meer aanvoelden als heel goede vrienden.’

‘Dan weet je ook het antwoord, Ingrid. Dat wil dus zeggen, dat het stel met elkaar een hele sterke band heeft.’

‘Dus vrienden voor het leven met Roald en Ester?’

‘En waarschijnlijk ook met jullie. Zijn invloed straalt ook op jullie uit.’

‘Maar Roald heeft ook nog seks gehad met andere mensen, voordat hij Ester weer vond. Dus die zijn ook verslaafd aan Roald geworden?’

‘Zo kun je het inderdaad noemen, Ingrid. Dat omschrijft het helemaal.’

‘Dus het is bijna onmogelijk om ruzie met hem te krijgen, omdat hij zo verslavend is?’

‘Nee, dat is het niet. Het klopt wel in grote lijnen, maar als je echt ruzie met hem krijgt, dan heb je ook een groot probleem. Door zijn gave voelt hij feilloos aan, waar hij je kan raken om je pijn te doen. En hij zal niet ophouden, voordat hij gewonnen heeft.

Zo heb ik eens mijn beste vriendin verloren. Ze had aan anderen over mijn gave verteld, terwijl ze heel goed wist, dat ik dit geheim wilde houden. Nou, dat heeft ze echt geweten. Ze is haar man kwijtgeraakt aan mij, en ook haar baan. Ze kwam me zelfs om vergiffenis vragen, toen ze alles kwijt was geraakt. Maar ik kon niets meer voor haar doen, want als ik mijn gave gebruik, kan ik het niet terugdraaien.

Uiteindelijk heeft ze zelfmoord gepleegd, en dat neem ik mezelf nog steeds kwalijk. Daarom zijn jullie ook zo belangrijk voor Roald.

Jullie beseffen het nu nog niet, maar jullie zijn het belangrijkste in zijn leven. Jullie sluiten aan op zijn behoefte en kunnen hem daarmee controleren. Als hij eens erg veel behoefte heeft aan seks, geef hem zijn voldoening. Want dan heeft hij spanning of is hij ergens boos op. Je wilt echt niet hebben, dat hij zich overgeeft aan zijn gave en er verkeerde dingen mee doet, zoals ik gedaan heb.’

‘Maar hij houdt toch het meest van Ester?’

‘Dat is zijn eerste echte liefde, ja dat klopt. Maar door zijn gave heeft hij veel liefde te geven en zal hij onvoorwaardelijk van jullie houden. Hij kan niet anders.’

‘Dus wat we ook doen, we zijn voor altijd met elkaar verbonden door zijn gave?’

Isabel knikt. ‘Net als dat jullie voor altijd aan mij verbonden zijn, door jullie te vertellen over mijn gave en die van Roald. Maar maak je geen zorgen, ik zal mijn gave niet op jullie niet gebruiken. Dat kan ik Roald niet aandoen. Maar jullie moeten me wel iets beloven, meisjes!’

‘Wat dan, Isabel?’

‘Roald mag nooit te weten komen, wat zijn gave nu precies inhoudt. Je mag het zeker niet tegen hem vertellen, maar ook tegen niemand anders.’

‘En Ester dan?’

‘Misschien is het maar beter, als ze het niet weet. Maar ze zal wel de grootste invloed op hem hebben en als het echt niet meer anders kan, moet je het haar vertellen. Maar dan mag zij ook niets tegen hem vertellen en natuurlijk ook niet tegen anderen.’

Ada en Ingrid kijken elkaar aan. ‘Dat beloven we, Isabel. Het is allemaal wel een beetje vreemd, maar we willen het u wel beloven.’

‘Jullie zullen er al snel achter komen, waarom ik jullie dat laat beloven. Zijn gave is erg sterk, sterker als mijn gave ooit was. En ik mag hopen, dat met hem de gave uitsterft. Het is geen gave, die je iemand wenst.

Het mag misschien wel heel erg leuk klinken, maar dat is het allerminst. ten minste, als je je bewust bent van je gave. Zolang hij onbewust is van zijn gave, kan hij er geen misbruik van maken en zal het zelfs aangenaam voor hem zijn. En zolang jullie zijn driften bedwingen, zal hij ook geen behoefte voelen zijn gave te gaan gebruiken.’

Er komt dan een auto de inrit van het huis opgereden. Het zijn Roald en Ester. Die komen snel naar binnen gerend, ze zijn duidelijk blij.

Zodra ze binnen zijn, schreeuwt Ester: ‘Yes! Yes! We mogen doorgaan met de verbouwing! We hebben nu een voorlopige bouwvergunning, want het moet nog wel officieel worden goedgekeurd door de raad en de burgemeester. Maar hiermee kunnen we gewoon verder!’

‘Hoe hebben jullie dat zo snel voor elkaar gekregen?’

Isabel geeft een knipoog naar Ingrid, die de hint begrijpt. Ze glimlacht terug, als teken dat ze het begrijpt.

‘Je had Roald moeten zien. Hij had die man in een kwartier al zo ver, dat hij persoonlijk de burgemeester zou vragen, of hij bereid was een voorlopige bouwvergunning uit te schrijven. En nadat die ons gehoord had, hadden we dat papiertje zo op zak. Maar we hadden nog wel meer tijd nodig voor de rest van de verbouwingen. Dat zal nog wel een aantal weken gaan duren.’

‘Dus we mogen nu verder met de buitenkant?’

‘Ja, mits we het uiterlijk van het huis niet ingrijpend veranderen. Maar dat was toch al niet de bedoeling!’

Ester maakt een vreugdedansje met Ada en Ingrid.

Als ze uit gefeest zijn, vraagt Ester: ‘En wat hebben jullie nog gedaan?’

‘Rondgeneusd op zolder. We waren aan het kijken of er nog iets stond wat onze kamer kon opleuken. Daarbij zijn we op oude fotoboeken van Isabel gestuit en die hebben we net met haar bekeken. Ze kan heel goed vertellen.’

‘O? Dat had ik graag ook wel eens gezien.’

Isabel zegt glimlachend: ‘Daarvoor hebben we nog de lange winteravonden tijd genoeg voor. Ik heb voor vandaag meer dan genoeg verteld.’

‘Kom, Isabel! Je kunt toch wel even die eerste foto laten zien, dan kunnen ze zien, hoe mooi u vroeger wel niet was!’

‘Nou, vooruit dan! Maar dat is het dan ook!’

Met eerbied opent Isabel het fotoboek en toont dat aan Ester en Roald. Zowel Roald als Ester moeten toegeven, dat ze er toen heel erg mooi uitzag, zelfs heel erg aantrekkelijk.

Isabel zegt dan: ‘Door al dat gepraat ben ik moe geworden. Het is ook tijd voor mijn middagdutje!’

Met een glimlach staat ze op en verlaat de kamer. Ze kijken haar na en gaan dan aan tafel zitten.

Ada zegt tegen Ester: ‘Wat is Isabel toch een leuke vrouw! Ik heb hartelijk genoten van haar verhalen en die foto’s. Ze heeft heel wat in haar leven meegemaakt!’

‘Ja, ze heeft ons wel een paar dingen verteld. Vooral die miskraam heeft wel indruk gemaakt.’

‘Ja, dat was duidelijk heel traumatisch voor haar. Het heeft heel haar leven veranderd.’

‘Dat kan ik me wel voorstellen. Een kinderwens hebben, en dan opeens geen kinderen meer kunnen krijgen. Dat is nogal traumatisch!’

Opeens worden ze opgeschrikt door gerinkel van vallend servies. Het komt uit de vertrekken van Isabel vandaan en ze rennen er heen.

Ze vinden de oude vrouw bewegingsloos op de grond. Het lijkt erop, dat ze een beroerte heeft gekregen, want ze ademt niet meer. Roald verspilt geen enkele tijd en begint haar te reanimeren, terwijl Ada het alarmnummer belt. Maar het heeft geen zin meer. Ze wil niet ademen en haar hart wil ook niet meer slaan.

Toch geeft Roald niet op. Hij wil niet opgeven! Hij reanimeert de vrouw nog steeds, als de hulpdiensten arriveren. Dan pas laat hij het over aan de verplegers en de dokter. Maar die stellen al snel vast, dat er geen heil meer te behalen is. De vrouw is dood.

Dat komt hard aan bij Roald en Ester, maar ook bij Ada en Ingrid. Huilend vallen ze zich in elkaars armen om steun te vinden voor dit verlies. Want in de korte tijd, dat ze deze vrouw hebben leren kennen, heeft ze grote indruk op hun gemaakt. Alsof ze familie was.

De dokter vraagt aan Roald wat er nu met haar lichaam moet gebeuren. Roald weet het ook niet goed en zegt: ‘Ze heeft me wel gezegd, dat ze hier alleen in een kist de deur uit wilde. Ik denk dat we haar wens dan ook maar moeten respecteren.’

‘Weet u of ze een testament heeft?’

‘Geen idee! We wonen hier pas. Dan zouden we tussen haar spullen moeten gaan zoeken.’

‘Als u dat zou willen doen, graag. Want daar staat dan misschien iets in over haar verdere wensen.’

Ze gaan dan op zoek naar iets wat lijkt op een testament. Ver hoeven ze niet te zoeken, want het ligt open en bloot op tafel. Het is in zwierig handschrift geschreven. Vreemd genoeg is het aan Roald, Ester, Ada en Ingrid gericht.

‘Beste Roald, Ester, Ada en Ingrid.

Als jullie dit lezen, betekent dat, dat ik nu Jörre weer zie. En hoewel we elkaar nog maar kort ontmoet hebben, is jullie aanwezigheid voor mij een grote vreugde geweest. En daarvoor wil ik jullie ook passend bedanken. Dat zal jullie duidelijk worden, als jullie contact opnemen met notaris Störvallen. Hij heeft mijn laatste wil.

En nog speciaal voor Ada en Ingrid: Mondje dicht!’

En nu nog een speciaal woord voor Roald: Wie had ooit kunnen denken, dat ik ooit een persoon als jij zou ontmoeten. Je hebt me echt aan mijn overleden man Jörre doen denken. Hij was precies zoals jij. Sterk, grootmoedig en eerlijk. Maar vooral een minnaar tot aan zijn dood. Dat wens ik jou ook toe. Bedankt dat je mijn dagen tot aan mijn dood hebt verrijkt.

Met vriendelijke groeten,

Isabelle Drosben’


Ester leest dit hardop voor aan haar zussen en vertaalt het voor Roald. Daarna zegt ze tegen de dokter, die nog staat te wachten: ‘We weten nu waar het testament van mevrouw is. Maar daarvoor moeten we notaris Störvallen voor contacteren.’

‘O, die woont hier een paar huizen verderop. Ik laat hem wel even halen. Dat hoeft u niet te doen.’

Een paar minuten later komt een oudere man terug. Hij stelt zich voor als notaris Störvallen en legt in het kort uit, wat de laatste wensen waren van Isabel. Ze wil begraven worden naast haar man op het kerkhof. De oude vrouw heeft het allemaal al vooruit geregeld. Zelfs de kist staat al klaar en de begrafenis is zo goed als geregeld.

Maar voor Roald, Ester, Ada en Ingrid heeft hij een verrassing.

‘Mevrouw Drosben heeft nog een videoboodschap voor jullie, die ze nog maar een paar weken geleden heeft opgenomen. Daarin staat haar laatste wil, die ik tevens ook op papier heb. Het was haar nadrukkelijke wens, dat jullie die zagen, direct na haar dood.’

Ze kunnen hier nu toch even nietsdoen, dus ze volgen de man maar. De man heeft een groot huis. Niet zo imposant groot als dat van Isabel, maar zeker niet klein. Hij leidt hun naar zijn bureau, dat vooraan in zijn huis is gemaakt.

Daar zet hij een beeldscherm aan, en haalt dan een USB-stick uit een envelop. Die steekt hij in het beeldscherm en even later verschijnt er een video op het beeldscherm.

Het is Isabel, die rustig in de camera kijkt en begint dan te spreken.

‘Lieve Roald, lieve Ester, lieve Ada en lieve Ingrid.

Op het moment, dat ik dit inspreek, hebben we elkaar nog nooit ontmoet. Maar toch zijn onze levens sterk met elkaar verbonden. Vraag me niet, hoe ik jullie wel ken, en jullie mij nog niet, want een antwoord van mij zullen jullie toch niet meer krijgen.’


Een kleine lach verschijnt op de gezichten van Roald en de dames. Dit is precies, zoals ze Isabel hebben leren kennen.

Isabel gaat verder:

‘Omdat ik weet, hoe belangrijk het is, dat wij elkaar ontmoeten, wil ik jullie iets geven.

Als alles goed is gegaan, dan heeft Roald mijn huis gekocht en is er nu achter gekomen, dat het hem een flinke duit meer gaat kosten, als hij gedacht had.

Die zorgen wil ik hem nu weg nemen, door hem een bedrag beschikbaar te stellen, waarmee hij de kosten van het huis ruimschoots kan betalen. De notaris zal toezien op de betalingen en Roald kan dit geld dan ook nergens anders voor gebruiken als om het huis te gaan verbouwen.

En natuurlijk zal ook de rest van het huis, compleet met inboedel, van hem zijn.

Verder schenk ik hem mijn zeiljacht 'Missing Dreams". Het liggeld voor de haven heb ik al voor de komende vijftig jaar betaald, en voor de kosten van het onderhoud heb ik een fonds opgericht, dat alle verdere kosten voor het jacht zal betalen. Dat is mijn dank aan Roald, dat we elkaar zullen gaan ontmoeten.

Ester wil ik ook iets geven. Ze is van groot belang voor Roald. Ik wil haar vragen om het werk thuis op zich te nemen, en er altijd te zijn voor hem. Want dat heeft Roald hard nodig. Maar ze zal het druk genoeg krijgen, zeker met de kinderen, die jullie gaan krijgen.

Voor Ada en Ingrid heb ik maar een paar woorden nodig. Die moeten gaan doen, wat ze altijd al deden. Ingrid gaat verder met haar carrière als journaliste en Ada als secretaresse. In die hoedanigheid zijn ze ook zeer van belang voor Roald, evenals de kinderen die ze met hem zullen krijgen.

Om die reden geef ik ze ieder een miljoen kronen. Die kunnen ze naar eigen inzicht zelf besteden.

De rest van mijn bezittingen en mijn fortuin gaat over aan het weeshuis, waar ik jarenlang aan het hoofd heb gestaan.

Zo is mijn wil en zo zal het geschieden!’


De video is nu afgelopen en laat Roald en zijn vriendinnen verbijsterd achter.

Na een lange stilte doorbreekt de notaris deze stilte met de woorden: ‘Het is inderdaad een nogal vreemde boodschap. Maar ze stond erop, dat ik het zo zou noteren. Ze heeft me zelfs jullie met naam en doopnamen genoemd, en zo staat het ook hier in haar testament.’

Roald schudt zijn hoofd. ‘Het kan misschien voor u vreemd aanzien, maar voor mij maakt het wel zin. We waren gewoon bestemd om elkaar te ontmoeten. En ik ben blij, dat ik zo’n mooie oude vrouw kon ontmoeten, met zo’n duidelijke energie in zich. Ik betwijfel of er een tweede vrouw is, zoals zij!’

‘Met dat laatste ben ik het wel met u eens. Ze was een bemerkingswaardige vrouw. We kennen elkaar al van jaren terug, toen we nog stukken jonger waren. Maar ze stond er om bekend om wel eens meer vreemde uitspraken te doen, die overigens wel altijd klopten. Alsof ze soms de toekomst kon lezen.’

‘Maar had ze dan echt geen familie meer?’

‘Tot voor enkele jaren had ze slechts nog een jonger nichtje, maar ook die heeft ze zelfs overleefd. Verder heeft ze helemaal geen familie meer. Haar ouders zijn vrij jong gestorven, en haar grootouders hadden maar een kind. Ik heb het voor haar nagetrokken, maar zelfs na lang speuren kon ik geen andere familie meer vinden. Ze was als laatste over van haar familie.’

‘Wat verschrikkelijk!’

‘Zo zag ze dat zelf niet, mevrouw. Ze heeft een rijk leven gehad, en heeft dingen gedaan, die ze anders nooit had kunnen doen, als ze wel familie zou hebben gehad. Met haar hebben we een groot persoon verloren, maar ik prijs me gelukkig, dat ze nu weer samen is met haar geliefde man.’

‘Beter zou ik het niet kunnen zeggen, notaris. Maar hoe gaat het nu verder?’

‘Precies zoals ze het wil, mijnheer. Alles is al geregeld, u hoeft niets meer te doen. Ik zal vandaag nog alles in gang zetten om haar testament te vervullen en af te ronden. Maar het gaat pas officieel in op de dag dat ze begraven wordt. Maar dat begrijpt u waarschijnlijk wel.’

Roald knikt.

‘Kan ik verder nog wat voor u doen?’

‘Nee, dat was het wel. Of hebben jullie nog vragen?’

‘Vragen genoeg, maar degene die ze kon beantwoorden, die is er niet meer.’

De notaris knikt begrijpend. Dan laat hij iedereen weer uit.

Gezamenlijk lopen ze dan arm in arm terug naar huis, bedroefd door het overlijden van Isabel.

De telefoon van Ingrid gaat. Het zijn haar ouders, die opbellen, dat ze aangekomen zijn en een nachtje daar willen blijven. Maar als ze het nieuws horen, zijn ze best wel geschrokken.

‘Moeten we naar jullie terugkomen?’

‘Nee, dat is niet nodig, mam. We redden ons wel. Het is alleen wat akelig, omdat ze nu in haar kamer zal worden opgebaard, totdat ze begraven wordt.’

‘Daar is niets aan te doen, meid! Ze was al oud, en het was te verwachten, dat ze een keer zou overlijden.’

‘Dat weet ik, maar ik begon al aan haar te wennen. Het is alsof ze familie was.’

‘Ik ben er zeker van, dat ze dat gevoel ook wel had. Bovendien hebben jullie haar een paar mooie laatste dagen gegeven. Je kon het zien, als we ’s avonds samen in de kamer zaten. Denk daar maar aan.’

‘Doe tante de groeten van me.’

‘Is er verder nog nieuws?’

‘Ja, Roald heeft het voor elkaar gekregen om al vast een voorlopige bouwvergunning te krijgen. Ze kwamen net terug, toen we Isabel hoorden vallen. En toen vonden we haar al dood op de grond.’

‘Dus hij kan nu beginnen met het vervangen van de buitenkant?’

‘Ja, maar hij mag niets aan het uiterlijk veranderen. Maar dat was hij toch al niet van plan.’

‘Dat is dan toch ook een beetje goed nieuws?’

‘Ja, maar de stemming hier is nu even niet zo goed.’

‘Dat kan ik begrijpen. Zeg maar, dat ik samen met je vader om haal zal treuren. Ze was een goede en aardige vrouw.’

Ze komen dan al weer terug bij het huis. Roald heeft even geen zin om daar nu naar binnen te gaan. De gedachte, dat Isabel daar nu ligt, is hem even te veel.

Hij zegt tegen Ester: ‘Ik denk dat ik naar de haven heen ga. Even varen met haar zeiljacht, om onze hoofden weer even fris te maken. Ga je met me mee?’

Ester knikt. ‘Mogen Ada en Ingrid dan ook mee?’

‘Natuurlijk, ze horen nu toch ook bij de inboedel, of niet?’

Daarmee tovert hij een glimlachje op de gezichten van de zussen. Ze stappen bij Roald in de wagen en rijden dan naar de haven.

Ada vraagt aan Roald: ‘Kun je eigenlijk wel zeilen?’

‘Nee, maar die boot heeft ook een motor. Dat moet me wel lukken. En anders leer ik het maar.’

Ze komen in de haven, en ze zien de havenmeester. Roald vraagt waar het zeiljacht ligt van mevrouw Drosben. De man kijkt hem en de zussen aan. ‘O, jullie zijn de nieuwe mensen, die nu in haar huis wonen! Hoe gaat het met Isabel?’

Roald slaat zijn ogen neer. ‘Ze is vandaag overleden, mijnheer. We hebben haar gevonden en we wilden onze hoofden weer even vrij maken door even te gaan varen.’

De man kijkt geschokt. ‘O, dat spijt me echt zeer. Ze was een goede vrouw. Maar in dat geval, bent u nu de nieuwe eigenaar van haar boot. Dat heeft ze me duidelijk op het hart gedrukt, dat als ze dood zou gaan, u de nieuwe eigenaar zou zijn. Ik zal u even naar de boot heen brengen.’

Hij brengt het viertal naar een enorm zeiljacht, een tweemaster van 48 voet lang, geheel van hout en in een prachtige staat.

‘Dit is de “Missing Dreams” van Isabel. Ze is nu helemaal van u.’

‘Wow, dit is een prachtig schip! Maar ik betwijfel, of ik dit schip wel kan varen. Zoveel ervaring heb ik nog niet.’

‘Ach, weet u wat? Het is nu toch buiten het seizoen, en het is niet druk. Ik zal even een collega vragen, of hij het even van me over wil nemen, en dan zal ik u even rondvaren.’

‘Als u dat echt wilt doen? Heel erg graag.’

Een paar minuten later komt de man terug. ‘Kom, we kunnen gaan. Wilt u zeilen, of alleen varen?’

Roald kijkt Ester aan. Dan zegt hij: ‘Misschien een gekke vraag, maar zou u bereid zijn om het ons te leren? Ik wil het best wel leren en mijn vriendin ook.’

‘En haar zussen, willen die het ook leren?’

Ada zegt: ‘Ja, dat lijkt me ook wel leuk. ten minste, ik hoop dat Roald ons vaker op boottochtjes zal trakteren.’

Ingrid beaamt hetzelfde.

‘Nou goed dan. Ik zal jullie de basisbeginselen leren. Maar dit is eigenlijk geen beginnersbootje om te leren zeilen. Een tweemaster is wat moeilijker en ook zwaarder, door haar bouw. Maar het is echt een prachtig schip.’

‘Hoe kunnen we dan het beste leren zeilen?’

‘We hebben hier een zeilschool. Het seizoen is nu wel afgelopen, maar ik ken de leraar goed, en als hij hoort, dat jullie de nieuwe eigenaar zijn van de “Missing Dreams”, zal hij jullie graag willen helpen.’

‘Het hoeft nu niet meteen, mijnheer. Voorlopig hebben we toch nog geen tijd om weer uit te varen. We gaan beginnen met het renoveren en restaureren van het huis.’

‘O, dat is zeker een flinke klus. Ik zag de steigers al om het huis staan. Ik ben benieuwd hoe het er straks weer uit gaat zien. Plaatst u dan ook weer die mooie glas in lood ramen weer terug?’

‘Glas in lood ramen? Daar wist ik niets van! Het zou wel erg mooi staan.’

‘O, maar dat huis heeft oorspronkelijk van die mooie ramen gehad. Het was niet voor niets het mooiste huis van de omgeving! Iedereen vond het jammer, toen die ramen vervangen werden door gewone ramen.’

Ingrid zegt dan: ‘Dat klopt! We hebben daar foto’s van gezien, of niet Ada?’

‘Ja, die hingen op zolder. En nu je het zegt, Ingrid, volgens mij lagen nog enkele van die ramen op zolder. Helemaal achteraan in de hoek, waar ik die kandelaar heb gevonden.’

‘O ja, klopt.’

‘Dan moet ik daar straks toch even naar kijken, want nu ben ik wel benieuwd.’

De havenmeester zegt dan: ‘Als we gaan zeilen, dan moeten we wel even alle zeilen losmaken. Dat kan wel even duren. Of wilt u toch nu liever alleen maar even varen? Dat kan ook. De “Missing Dreams” vaart ook op motor heel prettig. Ik heb altijd voor Isabel haar boot onderhouden en er ook regelmatig een tochtje mee gemaakt, om het schip in conditie te houden. Het is echt een fijn schip.’

‘We kunnen altijd later nog wel eens een zeiltochtje maken. Het lijkt me inderdaad wel eens leuk om haar zo te beleven. Maar voor nu is een gewoon boottochtje wel voldoende.’

‘Als u zondag tijd heeft, zouden we ’s middags, als we terugkomen van de kerk, wel een keer kunnen zeilen. Dan neem ik mijn vrouw en mijn zoon met zijn vriendin mee. Die kunnen goed zeilen, en daar zou u ook al de basisbeginselen van kunnen leren.’

‘Ik denk, dat we daar wel tijd voor kunnen maken. Niet waar, Ester?’

‘Ja, dat denk ik ook, Roald. En jullie dan, Ada en Ingrid?’

‘Je dacht toch niet, dat ik zo’n boottochtje zou laten ontglippen? Je zou gek zijn, als je niet mee zou willen!’

Ze stappen dan aan boord. De havenmeester stelt zich dan even voor. ‘Ik ben Han Stökke. Dat praat wat gemakkelijker, hier op de boot.’

Ze stellen zich dan ook voor aan Han. Die maakt snel de boot vaarklaar en laat de bootsmotor al vast even warmdraaien. Han legt dan al vast wat dingen uit aan Roald, voor als hij toch ooit zelf wil gaan varen. Maar het is Roald al snel duidelijk, dat hij nog heel wat moet leren, voordat hij met deze boot kan varen.

Han vaart dan de haven uit. Hij is duidelijk ervaren met dit schip en Roald let goed op, hoe hij de boot bestuurt. Als ze eenmaal op open water zijn, wenkt Han hem naar zich toe.

‘Op motor laat deze boot zich gemakkelijk sturen, zelfs bij slecht weer. Dit is eigenlijk een zeewaardig jacht, maar op dit meer kan ze ook heel goed uit de voeten. Het kan hier soms ook heel erg slecht weer worden, en dan mag je van geluk spreken als je op zo’n goed schip als deze schoonheid vaart. Dit schip is gebouwd om zelfs de zwaarste stormen te overleven. Een sterke motor, en zeer goede vaareigenschappen. Dit is voor iedere zeiler een droom.’

‘Dat geloof ik zeker. Ze ziet er prachtig uit. Ik kan er nog niet helemaal bij, dat ze me dit schip heeft toebedeeld.’

‘Ze is enkele dagen geleden nog hier geweest. Dat was voor het eerst sinds jaren. Als ik het nu bekijk, leek het wel, of ze afscheid kwam nemen. Ik heb haar toen ook rondgevaren, net als ik nu doe.

Ze heeft veel over u gepraat. Ze was echt onder de indruk van u, bijna alsof u haar kleinzoon was. Dat zou ze nooit doen, als ze niet veel met u op had. En ze zag er gelukkig uit, ik ben wel eens vaker bij haar op bezoek geweest, maar toen zag ze er altijd vrij ongelukkig uit. Ze was erg eenzaam, weet u? En ik weet zeker, dat u haar laatste dagen heeft opgefleurd.’

‘Mag ik eens proberen?’

‘Natuurlijk, het is uw schip. Maar hier kan het ook niet veel kwaad.’

Roald gaat aan het stuur staan. Het is een machtig gevoel voor hem, om aan het roer van dit prachtige zeiljacht te staan. Ester maakt foto’s van hem, terwijl hij het schip bestuurt.

Han ziet dat hij wel een beetje aanleg heeft en geeft hem enkel wat aanwijzingen, die Roald goed opvolgt. Nadat ze een uur hebben rondgevaren, laat hij Roald weer terugvaren naar de haven. Pas vlak aan de haven neemt Han het roer weer over en legt dan het schip met vaardige hand aan.

Ze bedanken Han voor zijn tijd en de mooie tocht over het water. Ze bevestigen nogmaals, dat ze samen zondag gaan varen en rijden dan terug naar huis.

Ze voelen zich nu wel allemaal wat beter, als is de schok zeker nog niet helemaal verwerkt. Eenmaal thuis staat de begrafenisondernemer voor de deur. Ze bespreken dan waar ze Isabel gaan opbaren, dat zal in haar slaapkamer zijn. Roald hoeft verder niets te regelen, Isabel heeft haar eigen dood goed geregisseerd en ook goed geregeld.

’s Avonds heeft niemand geen zin om te gaan slapen. Ze kruipen bij elkaar op de bank en hangen tegen elkaar aan. Ze kijken televisie, maar volgen het niet echt. De dood van Isabel heeft de stemming wel gedrukt en is toch hard aangekomen. Uiteindelijk vallen ze in slaap op de bank. Roald te midden van de drie zussen, Ester aan zijn rechterkant, Ingrid en Ada aan zijn linkerkant.

Als Roald ’s morgens wakker wordt, ligt Ingrid op zijn borst gekropen. Ada heeft weer haar arm om die van Ingrid geslagen en Ester heeft haar arm om Roald en Ester geslagen. Roald vindt het wel een leuk gezicht, hoe ze hier liggen.

Maar hij moet naar de wc, dus hij probeert de dames voorzichtig van hem af te leggen. Dat lukt, en voorzichtig sluipt hij naar de wc. Hij besluit gewoon zijn ochtendritueel van ’s morgens te hardrennen, ondanks de dood van Isabel, gewoon door te zetten. Hij is zo gewoon aan dit ritme, dat hij het niet wil veranderen.

Hij loopt naar boven heen, en kleedt zich om. Opeens hoort hij geklop op de deur en hij kijkt om.

Een van de zussen staat in de deuropening, maar Roald kan niet goed zien, wie het is, in het schemerige licht.

‘Roald, kan ik je even spreken? Ik wil dat even apart van Ester en Ingrid doen.’

Het is dus Ada. ‘Wat is er, Ada? Kan het wachten, ik wil net gaan joggen.’

‘Als ik nu weer wacht, komt er de hele tijd wat tussendoor. Dus als het nu even kan?’

Roald haalt zijn schouders op. ‘Duurt het lang?’

‘Dat ligt eraan, hoe je dit gaat opvatten, Roald.’

‘Nou, volgens mij zit je er mee, dus zeg het maar. Dan ben je er ook vanaf.’

‘Ervan af zijn, ik weet niet of dat zomaar gaat, Roald. Ik ben zwanger.’

Roald zegt alleen: ‘Oh, dat is inderdaad niet even waar je vanaf bent.’

‘Roald, ik ben zwanger van jou!’

‘Ja, dat weet ik.’

‘Je weet het al?’

‘Ja, Ester had het me al verteld.’

‘Wat? En ze zou! Aargh! Ik doe haar wat! Ze zou het geheim houden, zodat ik het jou in alle rust kon vertellen!’

‘Ada, je doet haar niets. Ester en ik hebben geen geheimen voor elkaar. Zij weet al mijn geheimen, en ik die van haar. Nou ja, een paar kleine geheimen zullen er echt nog wel zijn, maar dat is niet erg. Maar we vertellen elkaar echt alles, en toen ik erachter kwam, dat ze een geheim had, heb ik haar daar ook naar gevraagd. Toen heeft ze het me verteld.’

‘Ow. Daar weet ik even niets op te zeggen. Maar wat vind je er nu van? Ik weet even niet wat ik moet doen, en daarvoor wilde ik even met jouw praten.’

‘Hoe voel jij je, nu je zwanger bent? Wil je het houden? Wil je het weg laten halen? Wat wil je?’

‘Dat wil ik juist aan jou vragen, Roald!’

‘Dat snap ik, maar wat ik ook zeg, het zal nooit goed zijn. Als ik zeg, haal het weg, dan kun jij niet blij zijn. En als ik zeg, houdt het maar, dan ook.

Mij maakt het niet uit, Ada. Ik zal je steunen en helpen, wat voor beslissing je ook zal nemen. Dit is een verantwoordelijkheid van ons tweeën. Maar ik wil eerst van je weten, wat je hart zegt, niet wat je verstand zegt.’

Er lopen tranen over de wangen van Ada. Ze rent naar Roald toe. ‘Ik kan jou toch niet opzadelen met nog een kind? Ester heeft me verteld, dat ze zwanger van je is. En ik wil niet tussen jou en haar in staan.’

‘Dat is je verstand, die nu spreekt, Ada. Ik vroeg wat je hart zegt.’

Ada slaat haar ogen neer. Ze durft het haast niet hardop te zeggen. Ze fluistert: ‘Ik wil het houden en grootbrengen.’

Ze zegt het zo zachtjes, dat Roald het amper kan horen, maar hij weet wel wat ze gezegd heeft.

‘Ik hoor je niet, Ada? Ik wil, dat je dit hard en duidelijk zegt. Of is deze zwangerschap je niet belangrijk genoeg?’

Ada schrikt van zijn toon. Roald merkt het en hij stelt haar gerust. ‘Als je dit kind wilt houden, zeg dat dan. Ik ben niet boos, Ada, ik wil alleen weten waar ik aan toe ben.’

Dan zegt Ada: ‘Ik wil het houden, Roald. Ik wil al zo lang een kind, en ik ben ook bijna 28. Als ik nog langer wacht, dan word ik te oud om nog een kind te krijgen. Maar hoe moet dat dan met jou en Ester?’

‘Wat zou er moeten veranderen, Ada? Niet veel. Ester is zwanger, jij bent zwanger. Nou en? Of ik straks voor twee kinderen moet zorgen of voor een, ze zullen me even lief zijn. Bovendien heb ik hier al met Ester over gepraat, en het maakt haar ook niets uit. Bovendien heb je besloten om hier te blijven wonen, dus het opvoeden kunnen we gewoon samendoen. Waar is je probleem?’

Ada kijkt Roald verbaasd aan. Verbaasd omdat hij het zo luchtig oppakt. ‘Dus het doet je helemaal niets, dat je nu twee vrouwen, en ook nog zussen van elkaar, zwanger hebt gemaakt?’

‘Natuurlijk doet mij dat wel iets, Ada. Maar wat verwacht je van mij? Dat ik nu op mijn knieën ga zitten en ga huilen? Of dat ik kwaad word? Zo ben ik helemaal niet.

En wie zegt, dat ik geen kinderwens heb, Ada? Voor een man is het niet gemakkelijk, om aan zo’n wens te voldoen. Zelf kan ik geen kind krijgen, daar heb ik nog altijd een vrouw voor nodig.’

Ad schiet in de lach. ‘Wij, vrouwen, hebben daar ook nog steeds een man voor nodig, hoor!’

‘Ja, maar je begrijpt wat ik bedoel, of niet? Ik besef me dit pas sinds kort, dat ik een kinderwens heb. Ongeveer vanaf dat ik met Ester bij die arts ben geweest.

Ik besefte me toen, dat al mijn vrienden of zwanger zijn, of al kinderen hebben. Ik was de vrijgezel, gedoemd om kinderloos te blijven. En toch heeft het me altijd wel aangestaan ooit kinderen te hebben. Als ik bij mijn vrienden kom, komen hun kinderen al op me af, en het verveelt me geen moment. En als ik nu twee kinderen zou krijgen, en ook al is dat van twee verschillende vrouwen, dan kan ik alleen maar blij zijn.

En zeg nu eens zelf, welke man zou daar niet van dromen, om kinderen te krijgen van twee zulke mooie vrouwen?’

Ada trekt een brede glimlach, maar er rollen toch grote tranen over haar wangen. Het zat haar al een tijdje dwars en nu ze hoort, dat Roald het helemaal niet erg vindt, komt er toch wat spanning los.

Ze begint hard te huilen en Roald probeert haar te troosten, door haar stevig vast te houden. Maar als hij haar troosten op haar wang wil kussen, raken ze per ongeluk elkaars lippen, als Ada net haar hoofd draait. Of het nu door de spanning komt, of niet, het doet bij Ada iets ontvlammen. Ze begint hem vurig te zoenen.

Roald weert haar niet af. Hij is blij, dat hij dit al besproken heeft met Ester. Ze wisten, dat dit kon gebeuren, dus hij kan zich rustig laten gaan. Hij tilt Ada op en legt haar op het bed, voordat ze kan reageren.

Maar Ada zit in golf van vuur en begeerte en wil nu alleen maar Roald. Ze vergeet alles om zich heen. Ze trekt het shirt, dat Roald aan heeft, bijna aan flarden. Roald kan nog maar net voorkomen, dat het shirt kapot gaat. Omdat Ada schijnbaar haast heeft, neemt Roald niet eens de moeite om haar blouse los te knopen, met een harde ruk rukt hij de knoopjes van haar blouse los. Het kan Ada niets schelen, ze wil hem bezitten, in zich voelen. En liefst zo snel en zo hard mogelijk!

Ze trekt zijn joggingsbroek naar beneden, waarin zijn pik al flink hard is geworden. Roald trekt haar broek naar beneden, en in een moeite door ook haar string. Ada schopt haar broek weg, net als Roald.

Als Roald haar borsten streelt, kreunt ze. ‘Alsjeblieft! Plaag me niet zo! Ik wil je in me voelen! Alsjeblieft!’, smeekt Ada hem.

Maar Roald maakt eerst haar bh los, die ze dan snel weg werpt.

Hun kleren liggen over de slaapkamer verspreid. Roald kneedt dan haar borsten en geeft haar een kusje in haar nek. Dan leidt hij zijn pik naar haar smachtende grotje en duwt zijn pik langzaam in haar hete kutje om haar te laten wennen aan zijn dikke pik.

‘Oh, ja! Dit is het! Neuk me, neuk me hard!’

Roald voldoet maar al te graag aan haar wensen en begint hard in haar te stoten. Maar hij weet, dat hij dit op dit tempo niet lang kan volhouden, dus mindert hij het tempo. Maar het helpt niet veel, hij voelt zijn orgasme snel komen. Maar gelukkig is Ada ook bijna zover, en hij knijpt eens flink in haar borsten, en dat is net genoeg om haar schokkend klaar te doen komen. Een paar stoten verder is Roald ook zo ver en spuit zijn lading zaad in haar hete grotje. Roald moet even op adem komen en valt op haar neer.

Opeens horen ze vanuit de deuropening twee stemmen: ‘Je kunt hem ook nergens alleen laten, of hij zit wel weer iemand te neuken!’

Ada kijkt geschrokken om, maar Roald kijkt niet eens om. Hij weet dat Ester het niet echt meent.

Ada probeert onder hem uit te komen, maar Roald is te sterk en te zwaar om hem weg te duwen.

‘Ester! Sorry, dit was eigenlijk niet de bedoeling!’

‘Ja ja, dat kun je nu wel zeggen! En wat moet ik ervan vinden, dat je nu mijn vriendje geneukt hebt? Was het op zijn minst lekker?’

Ada weet even niet wat ze moet zeggen, maar dan ziet ze Ester lachen.

‘Och, jij gemeen kreng! Je bent helemaal niet boos!’

Ester en Ingrid schieten in de lach. ‘Waarom zou ik boos zijn? Dit hebben we toch al eens afgesproken, Ada. Maar het was wel leuk om je geschrokken gezicht eens te zien.’

Ada moet nu ook lachen. Maar toch vraagt ze: ‘Dus je vindt het niet erg, dat ik net met Roald geneukt heb?’

‘Nee, dat heb ik je toch al gezegd! En nu jullie samen in bed liggen, neem ik aan, dat je het hem verteld hebt?’

‘Ja, dat heb ik gedaan.’

‘En?’

‘Ik ga het houden en Roald vindt dat niet erg. Hij is er zelfs blij mee!’

‘Nou dan! Maar dan moeten we hem nu wel samen delen!’

‘Jij hebt toch het meeste recht, Ester. Hij is jouw vriendje. Wij zijn er enkel later bij gekomen.’

Roald lacht en laat zich van Ada rollen, waardoor Ada ook weer wat vrijheid krijgt.

‘Ik ben fit genoeg om jullie allemaal wel genoeg aandacht te geven, dus geen geruzie over mij!’

De zussen lachen en roepen gezamenlijk: ‘Ja, Roald!’

Dat was niet gepland, maar het kwam er wel gelijktijdig uit. Hierdoor moeten de zussen giechelen. Ze duiken dan ook in het bed en beginnen Ada te kietelen. Roald doet met hun mee. Ada schatert het uit van het lachen. En haar zussen moeten ook hard lachen van plezier.

Ester zegt dan tegen Ada: ‘Welkom tot het selecte clubje, die Roald mogen neuken, Ada. Maar meer moeten het er niet worden, anders krijgen wij nog eens te kort!’

Roald lacht. ‘Me dunkt, drie vrouwen voor een man! Ik denk niet, dat ik zo snel behoefte heb aan andere vrouwen. En zeker zulke mooie en leuke vrouwen. Dat is genoeg voor mij!’

Ester antwoordt hem: ‘Dat zou ook nog eens niet! Ik denk dat je al meer dan genoeg verwend wordt door ons. Andere mannen mogen blij zijn, als ze eens per dag mogen en jij wilt nog liever drie of vier keer per dag!’

‘Kan ik er wat aan doen, dat jullie zo lekker zijn?’

Lachend drukken de drie zussen dan een aantal zoenen op zijn wangen. Dan slaan ze hem op zijn billen. ‘Hup, opstaan, jij lui mannetje! We moeten aan de slag en bovendien verwacht ik onze vader en moeder ook wel vroeg terug.’

Ada zegt dan tegen Ester: ‘Dat we zwanger zijn, dat is een ding. Dat kunnen we wel tegen pap en mam vertellen. Maar hoe vertellen we hun, dat we zwanger zijn van Roald? En nog belangrijker, hoe gaan we het zo lang voor hun verborgen houden?’

‘Voor nu zeggen we niets, en zolang ze hier zijn, slaapt iedereen in zijn eigen bed, of nou ja, in ieder geval niet bij Roald in bed. Dan krijgen pap en mam niets in de gaten. En als je echt behoefte hebt om eens te neuken met Roald, dan moet dat in de ochtenduren, tijdens het joggen. Hier kan dat voorlopig niet, dat begrijpen jullie wel.’

‘Het is niet eerlijk, Ester! Jij kunt wel iedere avond met hem neuken!’

‘Hij is ook mijn vriendje, dus ik heb de meeste rechten. Jullie mogen al blij zijn, dat ik hem met jullie wil delen!’

‘Ik plaag je ook alleen maar wat. Ik vond gisteren het joggen wel fijn!’

Ada kijkt Ingrid aan. ‘Dus daarom waren jullie zo lang weg! Aha. Maar dat is wel een goede motivatie om weer te gaan sporten.’

Ingrid lacht. ‘Dat is het inderdaad. Maar je moet wel een heel goede conditie hebben, om hem bij te houden, Ada. Hij loopt ons er met gemak uit, en zelfs na een paar keer neuken, heeft hij geen last van vermoeidheidsverschijnselen. Ik was gisteren echt bekaf!’

Roald lacht. ‘Ik dacht, dat jullie zo super sportief waren. Maar ik wil best een tandje langzamer rennen. Dat kan ik wel weer goedmaken door mijn oefeningen na het rennen aan te passen.’

Ada vraagt dan aan Roald: ‘Wat is de langste afstand, die je ooit gelopen hebt?’

‘Ik heb ooit met een vriend, die meedeed aan de marathon van Rotterdam, een proefrun gedaan. Hij wou weten, of hij het aankon. Natuurlijk hebben we toen niet vol gas gelopen, maar we hebben wel een heel parcours gelopen, dus de volledige afstand.’

‘Wow, respect! Heb je wel eens een marathon gelopen?’

‘Nee, maar wel een halve marathon, gewoon voor de fun. En een keer een triatlon. Dat was heftig. Het lopen en het fietsen ging wel, maar het zwemmen is nog een zwak punt voor mij.’

‘Dat kun je hier goed oefenen, Roald.’

‘Dat was ik ook al van plan. Ik heb nu ook mijn mountainbike hier. Niet echt de fiets om een triatlon te doen, maar goed genoeg om mee te trainen.’

Ingrid zegt dan: ‘Dat lijkt me ook wel leuk, mountainbiken. Lekker door de bossen fietsen en frisse lucht krijgen.’

Dat lijkt Ester en Ada ook wel wat. Maar eerst moeten ze vaart maken met de verbouwing.

Roald staat op en duikt de douche in, om het zweet van hem af te spoelen. Ada gaat hetzelfde doen, maar dan een etage hoger. Ester en Ingrid maken het ontbijt klaar en even later zit het viertal aan tafel.

Ingrid moet giechelen.

‘Wat is er?’

‘Ik vind het wel grappig, dat wij hier nu zo aan tafel zitten. En ik stelde me net voor, dat we dat ook nog jarenlang gaan doen! Drie vrouwen, die allemaal verliefd zijn op dezelfde man en hem ook nog gewoon delen, zonder jaloers te zijn.’

Ada zegt tegen Ester en Ingrid: ‘Voelden jullie je niet jaloers, toen jullie me net met Roald in bed zagen liggen?’

‘Nee, ik voelde me eigenlijk opgelucht. Het zat er toch aan te komen, en we hadden toch al besloten, dat we hem zouden delen. Maar Roald lijkt ons steeds een stapje voor te zijn. Maar dat komt ook door Ester, die al onze geheimen aan hem doorverteld.’

Ada lacht. ‘Eigenlijk hebben ze wel gelijk, Ingrid. Als we dit willen doen, kunnen we geen geheimen voor elkaar hebben. Dit is al ingewikkeld genoeg, en als er ook maar iemand ergens problemen heeft, dan moet hij dat delen met de anderen. Anders gaan we toch een keer ruzie krijgen, en dat wil ik niet.’

‘Nee, ik ook niet. Spreken we dan af, dat we dan ook echt alles tegen elkaar vertellen? Maar dan ook echt alles?’

Roald zegt: ‘Ik vind het best. Als je me nu zou vragen om te kiezen, zou ik het toch niet echt kunnen.

Hoewel ik waarschijnlijk toch voor Ester zou kiezen, omdat die gevoelens iets dieper liggen. Maar echt een keuze maken tussen jullie drie? Ik kan het niet. Daarvoor lijken jullie te veel op elkaar. Echt, ik had nooit gedacht, dat jullie met zoveel dingen op elkaar lijken. Dus om misverstanden te voorkomen, stem ik in met het voorstel van Ingrid. Echt alles met elkaar delen en vertellen.’

Ada en Ester stemmen daar ook mee in. De drie dames staan dan op en drukken Roald achterover in zijn stoel. Ze geven hem ieder een tongzoen, die hij netjes keurig beantwoordt.

Ester grijnst: ‘Zo, nu ben je officieel van ons en wij van jou.’

Daarom moeten ze allemaal hartelijk lachen. Ingrid zegt tegen de rest: ‘Ik ruim hier wel op, gaan jullie maar vast beginnen. Ik kom zo wel.’

‘Wat gaan we eerst doen, Roald?’

‘We gaan die rotte planken vast verwijderen, Ester. Dat moet toch gebeuren, dus daar kunnen we niet veel fout doen. En dan kijken we wel hoe we verder gaan. Misschien zijn dan jullie vader en moeder al terug. Je vader zal wel weten, hoe we het beste verder kunnen gaan.’

De telefoon van Roald gaat over. Hij neemt op, want het is zijn vader.

‘Hoi Roald! Ik wil je even doorgeven, dat we overmorgen kunnen komen. Ik heb drie weken vrij gekregen.’

‘Oh, dat is fantastisch nieuws! Ik zal de slaapkamer voor jullie wel al klaarmaken. Het wordt nog druk hier!’

‘Hoezo dat?’

‘Nou ja, de ouders van Ester zijn hier, maar ook haar zussen. Maar als jullie komen, moeten jullie wel rekening houden, dat we nog naar een begrafenis heen moeten en die persoon ligt hier opgebaard.’

‘Waarom dat? Of is die vrouw, waar je het huis van gekocht hebt, gestorven?’

‘Ja, dat is precies wat er gebeurd is. Zomaar ineens. Er was niets meer wat we konden doen. Opeens was ze dood. Dat was wel even heftig. Dat is gisteren gebeurd.’

‘Oei, sterkte! Zoiets is altijd vervelend. Maar ze was ook al behoorlijk oud, dat had je me verteld.’

‘Ze was 93, pap. Dus een mooie leeftijd. Ik vind het alleen jammer, omdat ze juist zo leek op te bloeien door al het gezelschap, dat ze kreeg.’

‘Dat hoor je vaker bij oude mensen, dat ze even opbloeien, voordat ze sterven. Trek het je niet aan, Roald. Daar kun je echt niets aan doen, het was gewoon haar tijd.’

‘Ik weet het. Maar jullie rijden dus overmorgen aan?”

‘Ja, en we zijn razend nieuwsgierig om die mooie vriendin van je eens in levenden lijve te mogen zien.’

‘Haar zussen zijn ook hier, pap. En ze blijven hier ook wonen. Ze zijn drielingen, en hun band is te sterk om ver van elkaar te wonen. Dus hebben ze gevraagd, of ze hier mogen komen wonen. En ik en Ester vonden dat goed.’

‘Jij geluksvogel! Je krijgt drie vrouwen voor de prijs van een! Straks worden we nog opa en oma van je drie vrouwen!’

‘Zo’n vaart zal het toch wel niet lopen, pap!’

‘Je weet toch maar nooit, Roald. Op die foto’s leken ze echt veel op elkaar en dan kan het snel gebeurd zijn.’

‘Je praat alsof je het van mij verwacht, pap!’

‘Nou ja, het zou wel een leuk idee zijn, jij en drie vrouwen aan je zijde. Dan heb ik ook eens wat om op te scheppen op het werk!’

Roald lacht luid. ‘Alsof jij dat nu al niet doet, pap! Maar wie weet, gebeurt het wel eens.’

‘Wie weet, Roald. Maar je zal het nu wel druk genoeg hebben, daarom bel ik je ook zo vroeg. Ik dacht, die is vast nog niet bezig met zijn verbouwing!’

‘Is al goed, pap. We wilden net gaan beginnen. We hebben de voorlopige bouwvergunning al binnen, dus we kunnen van start.’

‘Ik ben benieuwd hoe ver jullie al zijn. Stuur je me nog een keer wat foto’s door? We zijn wel benieuwd naar de vorderingen!’

‘We hebben nog niets gedaan, maar wel al meer dan genoeg voorbereidingen getroffen. Ik zal straks wel eens foto’s maken, pap.’

‘Hey, succes en tot over een paar dagen!’

‘Bedankt en rij voorzichtig!’

Ingrid heeft gehoord wat zijn vader tegen Roald zei. ‘Je vader schijnt het helemaal niet erg te vinden, dat je met drie vrouwen gaat samenwonen!’

‘Nee, mijn vader en moeder zijn niet zo streng. Ze zouden me overal in steunen, zolang ik maar gelukkig ben. En volgens mij zijn ze al behoorlijk gelukkig, omdat ik nu verliefd ben. Ik snap dat wel, ze willen toch tegen hun vrienden en familie kunnen zeggen, dat hun zoon iemand heeft.’

‘Maar hij leek er al vanuit te gaan, dat je met ons in bed zou liggen?’

‘Zo is mijn vader, Ingrid. Hij ziet de humor er wel van in. Al zal hij me er zeker nog wel op aanspreken.’

Ester en Ada hebben zich even werkkleding aangetrokken, tuinbroeken, die strak om hun lichaam heen zitten, en een strak T-shirt, dat hun borsten goed laat zien.

‘Jezus, hoe moet ik daar straks nog veilig op die steiger staan, als jullie zo sexy erbij lopen!’

Ester en Ada lachen. ‘Volgens mij vindt Roald het wel leuk, dat we ons zo kleden. Moeten we vaker doen, Ada!’

Lachend lopen ze naar buiten. Ze pakken gereedschap en beginnen spijkers uit de rotte planken te verwijderen. Sommige stukken zijn nog goed, daar is het geen probleem om de spijkers te verwijderen. Maar op de rotte plekken is het een stuk lastiger. Maar het lukt ze toch, om de rotte delen te verwijderen. En hoe meer ze verwijderen, hoe meer slechte stukken ze ontdekken. De buitenkant is toch slechter, dan ze dachten. Het is dan ook maar goed, dat ze toch alles gaan vervangen.

Ze zijn al hard bezig, als ze de auto van Bjorn en Anna terug zien komen rijden. Vanaf de steiger zwaaien ze naar hun en klimmen naar beneden om ze te begroeten.

Bjorn zegt: ‘Jullie zijn al begonnen met die rotte planken. Goed bezig!’

‘Ja, het moest toch gebeuren, bouwvergunning of niet. Maar hoe meer we weghalen, hoe meer rot we tegenkomen, Bjorn. Het is er erger aan toe, dan we dachten.’

‘Ik zal zo eens komen kijken, maar eerst moeten we de koffer naar boven brengen en moet ik me even omkleden.’

‘Kleed je maar even om, ik zorg wel dat de koffer boven komt, Bjorn. Wat je zit toch al met je hoofd bij dat hout!’

Bjorn snelt dan naar binnen toe en komt enkele minuten later terug in zijn werkplunje. Anna loopt met haar dochters naar binnen, ze willen even bijkletsen over hun tante.

Het valt Anna op, dat Ada bijzonder goed gehumeurd is. Ze fluistert in het oor van Ester: ‘Ada lijkt weer de oude. Is weer alles goed?’

‘Ik denk het, mam. We hebben eens goed met haar gepraat en nu weten we ook wat haar dwars zat. Maar we hebben beloofd het niet verder te vertellen, ook niet tegen jou. Dat wil ze niet. Maar ik denk ook, dat het haar hier wel bevalt. Ze lijkt hier haar draai al te vinden.’

‘Dat is ten minste goed nieuws. Maar wat verschrikkelijk van Isabel! Mijn God, ik kan me het amper beseffen. Ze leek juist weer helemaal op te fleuren!’

‘Ja, dat was ook zo, mam. Maar ze was al oud, dus zo vreemd is het niet, dat ze doodging. Maar het is wel vreemd, hoe snel je aan haar gehecht bent geraakt in die korte tijd, dat we haar kennen. Het voelt nu vreemd, dat ze er niet meer is. Ze ligt nu boven op haar slaapkamer opgebaard. En eerlijk gezegd, zijn we nog niet gaan kijken, hoe ze erbij ligt.’

‘Dat ben je toch minstens aan haar verplicht, Ester. Wacht, dan roepen we Roald en je vader er even bij. Dan gaan we samen even kijken.’

Anna roept haar man en Roald naar binnen, en dan lopen ze gezamenlijk haar slaapkamer naar binnen. De begrafenisondernemer heeft goed werk afgeleverd. Isabel ligt gewoon in haar bed, alsof ze slaapt. Ze bidden dan ieder een gebedje voor de goede vrouw en verlaten dan de slaapkamer.

Als ze beneden komen, staat het busje van de werklieden, die de verbouwing deden voor Isabel. Ze zijn al weer aan het werk. Daar hebben Roald en Ester helemaal niet meer aan gedacht. Ze lopen naar de mannen toe.

‘Heren, ik weet niet of het nog zo veel zin heeft om hiermee door te gaan. Mevrouw Drosben is gisteren gestorven.’

‘Dat hadden we al gehoord, mijnheer, maar mevrouw had strikte instructies voor ons afgeven. En omdat ze ons al betaald heeft, willen we ons werk ook afmaken volgens haar instructies. Natuurlijk met uw goedkeuring.’

‘Wat gaan jullie hier dan maken?’

‘We zijn net begonnen aan het leidingwerk in de badkamer, maar die moeten we nu aanpassen. Dat is verder geen probleem. Aan de kamer hoeven we weinig te doen, alleen de wanden moeten we nog opnieuw schilderen en de vloer gaan we ook nog doen. Maar eerst moeten we de badkamer nog afmaken, voordat we hieraan gaan beginnen.’

‘Nou ja, als jullie je werk persé af willen maken, ga je gang. Maar ik zie het nut er niet van in.’

‘Zoals ik al zei, mevrouw Drosben heeft ons instructies achter gelaten. We mogen u verder niets zeggen.’

‘Ik zou zeggen, ga jullie gang. Als het dan toch al betaald is, ben ik wel eens nieuwsgierig, wat haar instructies dan zouden kunnen zijn geweest.’

Ze laten de bouwvakkers hun gang gaan en gaan zelf aan de slag. Anna zegt: ‘Ik zal zorgen, dat jullie straks lekker vers brood krijgen. Ik zal van de catering zijn vandaag. Gaan jullie maar lekker aan de slag met die planken!’

Ze gaan dan ook echt hard aan de slag. De planken zijn toch echt rotter, dan ze verwacht hadden. Vooral bovenaan, net onder het dak, daar is het hout erg slecht. Gelukkig hebben ze meer dan genoeg hout om ook de slechte balken te vervangen.

Als ze tot een hoek zijn gekomen, zegt Bjorn: ‘Als jullie nu de andere kant op gaan en de planken verwijderen, dan ga ik met Ada hier al weer nieuwe planken zetten. En als Ingrid dan die isolatie op maat snijdt, dan kunnen we vandaag al een hoop gedaan hebben.’

Daarmee zijn de taken verdeeld. Roald en Ester gaan verder met het verwijderen van de planken. Bjorn begint de planken en balken op maat te zagen en Ingrid snijdt de isolatie op maat. Ze heeft al heel snel door, dat ze hiervoor beter haar armen kan beschermen. Het jeukt nogal.

Tegen de middag zitten er al wat nieuwe planken tegen de gevel en is er een nieuw begin gemaakt van de glorie van het huis. Anna roept dan haar familie naar binnen, als het eten klaar staat.

Als hongerige wolven stormen ze op het nog warme brood af, dat heerlijk geurt. Anna heeft een vorstelijke lunch gemaakt met pannenkoeken, vers brood, verschillende soorten jam en vlees. Ze doen zich tegoed aan het lekkere eten en er blijft maar weinig over.

Na het eten gaan ze weer hard aan de slag. Nu helpen Roald en Ester ook mee om hout op maat te zagen, zodat de gevel vanavond ook weer dicht is. En tegen de avond zijn dan ook alle gaten weer gedicht. Het is echt sneller gegaan, als ze dachten, maar vele handen maken licht werk.

In dit tempo hebben ze de voorgevel van het huis nog wel deze week af. Net voordat het donker wordt, komt de ambtenaar, die hun erop heeft gewezen dat ze een bouwvergunning nodig hebben, even langs. Hij wil weten, of ze al wat gedaan hebben.

Hij is onder de indruk van de vorderingen, maar als hij ziet, hoe slecht het hout eraan toe is, zegt hij toe, dat hij achter de definitieve bouwvergunning haast te zetten, omdat het hout toch in slechtere staat is, als gedacht. Een langer uitstel zou zonde zijn.

’s Avonds ligt iedereen uitgeteld op de banken in de woonkamer. Een voor een verdwijnen ze dan naar hun slaapkamers, waar ze al snel in diepe slaap vallen.
Trefwoord(en): Massage, Neuken, Zussen, Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...