Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 25-09-2016 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 12623
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 58 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Lesbienne, Neuken, Trio, Zussen, Zwanger,
Het is maar goed, dat Roald zijn wekker op zijn telefoon gezet heeft, anders zou hij zich zomaar verslapen hebben. Geeuwend staat hij op en loopt naar de badkamer, waar hij een warme douche neemt, die hem wakker maakt.

Terwijl hij geniet van de warme stralen water, komt zijn nacht van gisteren nog eens voorbij. Het was pure magie, niet meer en niet minder. En hij zou er nu goud voor geven, om nu nog wat langer bij haar te kunnen blijven, maar hij weet dat het niet kan. Over twee uur vertrekt het vliegtuig en ze moeten nog minstens een uur rijden, voordat ze bij het vliegveld zijn. Snel wast hij zich en loopt dan de badkamer uit om zich aan te kleden.

Hij kijkt naar Ester, die nog steeds slaapt. Hij haat het om haar wakker te maken, maar hij moet weg en anders zou hij geen afscheid kunnen nemen.

Hij drukt zachtjes zijn lippen op de hare. Met een licht kreuntje wordt ze dan wakker.

Met een glimlach opent ze haar ogen. Ze rekt zich even uit en zegt dan: ‘Zo wil ik iedere morgen wel wakker gemaakt worden, Roald.’

Roald is even verbluft van haar schoonheid, zoals ze wakker wordt en zich uitrekt.

‘Goedemorgen, schoonheid. Ik wilde je eigenlijk laten slapen, maar ik moet weg. En ik wilde niet gaan, zonder afscheid van je genomen te hebben.’

‘Geeft niet, Roald. Ik slaap dadelijk nog wel wat verder.’

Ze komt overeind en omhelst hem. Vervolgens geeft ze hem een intieme kus, die duidelijk vol liefde zit. Het maakt dat Roald nu helemaal niet meer weg wil. Hun kus lijkt eindeloos te duren, maar het is Ester, die de kus verbreekt.

‘Kom, je moet weg. Dadelijk staat Henk op je te wachten.’

‘Ik wil eigenlijk helemaal niet weg! Maar ik moet helaas.’

‘Je komt toch wel terug?’

‘Je dacht toch niet, dat ik jou zo lang alleen zou laten, of wel? Dadelijk ga je me er nog met een andere man vandoor!’

Ester grijnst. ‘Geen haar op mijn lijf, die daar aan denkt! Je komt maar zo snel mogelijk terug!’

‘Ik zal je bellen, als ik in Nederland aankom.’

Ze glimlacht. Ze is blij, dat deze man zo verliefd op haar is. Ze drukt hem nog een vlugge kus op zijn mond en drukt hem dan weg.

‘Kom, je moet gaan!’

Roald knikt en pakt dan een kleine tas, waar hij enkele kleren en wat toiletspullen in heeft gedaan. Hij zwaait nog een keer, als hij in de deuropening gaat en vertrekt dan met tegenzin, als hij de deur achter zich sluit.

Hij heeft het gevoel, dat hij haar verlaat, en hij zou maar wat graag nu terug naar haar gaan. Maar Henk zal waarschijnlijk op hem wachten, en hij heeft ook verplichtingen, die hij moet vervullen. Hij herpakt zich en loopt dan vastberaden naar de keuken van het huis.

Daar zit Henk al op hem te wachten. Hij ziet het gezicht van Roald en zegt: ‘Het is moeilijk om je geliefde te verlaten, Roald. Dat went nooit echt. Zelfs ik heb het nog steeds moeilijk om Hilde te verlaten, als ik weer eens weg moet. Als je werkelijk van iemand houdt, wil je altijd bij haar zijn. En dan is het gewoon moeilijk om te doen, wat je moet doen. Je moet leren je daar overheen te zetten, maar het wil niet zeggen, dat het niet moeilijk is.’

Roald zegt dan: ‘Ik kan het haast niet bevatten, dat het mogelijk is, dat je in korte tijd, zoveel van een vrouw kunt houden. Ze is alles wat ik wil in een vrouw. En om dan van haar weg te moeten gaan, dat valt me echt zwaar.’

‘Ik begrijp het, Roald. Echt waar. Maar je moet je eroverheen zetten. Voor je nieuwe baan zal je haar wel eens vaker voor enkele dagen moeten achterlaten. Maar dat wist je, toen je deze baan aannam. Maar het is wat anders om te ervaren, hoe dat werkelijk is. Beschouw het als een les. Maar ik kan je een ding verzekeren, thuis komen dat is dan pas echt fijn. Als ik terug denk aan de nachten, die ik met Hilde heb gehad, na een lange reis…’

Ze eten dan nog snel een ontbijtje en stappen dan in de auto, op weg naar het vliegveld. Het lege gevoel van Roald blijft, maar er is niets wat hij er aan kan doen. Hij zal moeten wachten tot vrijdag, voordat hij weer terug is. Hem rest enkel nog de telefoon om contact te houden met Ester.

Ester kan ook niet meer slapen, nu Roald weg is. Ze mist zijn warmte naast haar in bed. Ze ligt te woelen, maar kan gewoon niet meer in slaap vallen. Ze pakt dan haar telefoon en besluit Roald een berichtje te schrijven.

Gewoon, simpel: 'I love you!'

Amper een paar tellen krijgt ze al een bericht je terug. ‘I love you more and miss you already!’

‘I miss you too. Please come home ASAP!’

‘I will, just hold on! I will call you as soon, we will arrive in the Netherlands.’

Ze legt de telefoon naast haar neer. Het heeft geen zin meer om te blijven liggen. Ze neemt een douche en maakt zich lichtjes op. Dan kleedt ze zich aan en pakt haar koffer. Ze brengt dan de laatste spullen naar de auto, en loopt dan naar binnen. Tot haar verbazing is Hilde ook al wakker.

Hilde glimlacht. ‘Volgens mij mis je Roald net zo hard als ik Henk mis. Het went nooit, als hij weggaat. Ik kan dan nooit meer slapen, al doet hij nog zo voorzichtig om me niet wakker te maken.’

‘Waarom gaan ze dan?’

‘Omdat ze moeten, Ester. Geloof me, Henk wil echt niet weggaan, maar hij heeft een verantwoording af te leggen bij zijn personeel. Hij kan het zich niet veroorloven om het slecht met de zaak te laten gaan. Wij zouden dat wel overleven, maar een hoop van zijn personeel zou in ernstige problemen komen. En dat wil Henk niet.

Dus zet hij zich iedere dag hard in, om het personeel en zichzelf een goede toekomst te geven. Dat is een groot offer, die hij moet brengen. In ruil daarvoor hebben we dan wel een goed leven, maar er staat een kostprijs tegenover.

Dat is hard, zowel voor mij als Henk. Je leert er mee leven, maar het is vooral zwaar voor de kinderen. Daar zijn de problemen tussen Henk en Diana ook mee ontstaan. Hij moest altijd weg om zijn zaak te redden. Toen waren het hele zware tijden voor hem. Hij moest alle zeilen bij zetten om zijn bedrijf overeind te houden.

Maar vertel zoiets maar eens tegen een meisje van acht, die zo hard haar vader nodig heeft. Toch heeft hij ieder moment, dat hij vrij kon krijgen, aan haar besteed. Misschien dat ze dit later zal beseffen, hoe vaak hij toch niet bij haar was, zodra ze zelf kinderen zal krijgen.’

‘Gaan Roald en ik ook zo’n toekomst tegemoet?’

‘Dat kan ik je niet zeggen, Ester. Wel is het zeker, dat hij regelmatig van huis moet. En voor zo’n jongeman, die zo verliefd op een meisje is, is dat een hele zware belasting.

Maar ik geloof wel in Roald. Hij is een echte vechter, net als Henk. Ik geloof dat Henk dat ook wel in hem gezien heeft. Roald levert heel goed werk, dat heeft Henk me verteld.

Maar hoe Roald zijn tijd gaat indelen voor jou en straks ook jullie kind, dat zal de tijd leren. Maar Roald lijkt me niet de man, die veel van zijn gezin wil missen. Hij heeft het nu al zwaar.

Ik hoorde hoe Henk hem toesprak, en hem moed probeerde in te spreken. Geloof me, als Roald zou kunnen, zou hij nu al weer voor je op de grond knielen en de grond kussen, waarop je loopt.’

Ester glimlacht. ‘Dat hoeft hij ook weer niet te doen, maar het is wel fijn om te weten, dat hij zoveel om me geeft.’

‘Geloof maar van een oude vrouw, dat hij tot over zijn oren verliefd op je is. Ik kon het gisteren gewoon aan zijn ogen zien. De manier, waarop hij naar je keek. Dat waren de ogen van een man, die een vrouw aanbidt.’

‘Zo oud ben je toch ook weer niet, Hilde. Als Isabel dat nu zou zeggen, dan ja, maar jij bent nog jong genoeg.’

Hilde glimlacht. ‘Wat ga je doen, vertrek je nu ook eerder?’

‘Ja, dan ben ik eerder bij mijn ouders en kan ik met ze praten. Ze weten nog amper wat van hem. Maar eerst moet ik nog bij Isabel langs om nog wat spullen daar te droppen, voordat ik op weg ga.’

‘Zou ik met je mee kunnen rijden? Dan ga ik lekker een kopje thee drinken bij Isabel. Ik ben er al een tijdje niet meer geweest. En dan loop ik wel terug, zo ver is dat ook weer niet.’

Na een klein ontbijt stappen de beide dames in de auto van Roald. Het is maar een paar minuten met de auto naar Isabel en daarmee verrassen ze de oude vrouw. Ze is slechts gekleed in haar nachthemd en haar badjas.

‘Al zo vroeg bezoek? Wat is dat toch op het moment? Gisteren had ik ook al bezoek, van mensen, die ik al maanden niet meer gezien heb.’

Hilde groet Isabel door haar twee zoenen op haar wang te geven. ‘Ik denk, dat het komt, omdat je je huis verkocht hebt, Isabel. Dat is hier groot nieuws. En misschien beseffen de mensen zich nu ook wel, dat ze je wel een beetje verwaarloosd hebben. En daar ben ik ook wel een beetje schuldig aan.’

‘Onzin, Hilde. Je bent net een paar weken op vakantie geweest en daarna heb je deze fantastische jongelui op bezoek gehad. Je hoeft je niet te verontschuldigen. Van jou weet ik, dat ik je minstens eens per 14 dagen zie. Dat is voor mij wel iets om naar uit te kijken, weet je? Het is veel te stil hier in huis.’

Ze komen nu aan in de grote woonkamer, waar Isabel nog steeds haar ochtendritueel houdt. Met een kop thee voor de raam zitten en kijken wat er allemaal buiten gebeurd.

Ester zegt dan: ‘Het zal hier al snel weer wat minder stil in huis worden, Isabel. Het is niet dat ik en Roald hier komen wonen, maar als God het wil, krijgen we hier over negen maanden een kleine lawaaimaker erbij.’

De ogen van Isabel worden groot en haar mond valt open.

Hilde zegt dan: ‘Is het wel in orde, dat je dit al tegen Hilde zegt?’

Ester knikt. ‘Dat vond Roald goed. Hij vond, dat Isabel het moest weten, omdat ze hier toch in huis blijft wonen.’

Isabel reageert daarop meteen. ‘Maar Ester! Dat is wel snel in jullie relatie. Is Roald er blij mee? Want je hebt me verteld, dat hij eerst wel boos was, toen je hem verzwegen had, dat je niet aan de pil was.’

‘Hij is er blij mee, Isabel. Hij was tot inkeer gekomen en vindt nu, dat hij minstens net zo veel schuld draagt, dat ik nu zwanger ben, dan ik schuld heb. En daarmee was voor hem de kous af, en is hij nu heel erg blij met mijn zwangerschap. Maar het is natuurlijk nog heel pril, en je mag het verder nog tegen niemand vertellen.’

‘Het zal heerlijk zijn om eindelijk in dit huis kindergeluiden te horen. Dit huis verdient gewoon kinderen. Het liefst een hele hoop.’

‘Hun gehuil zou je wel wakker kunnen houden, Isabel.’, zegt Hilde dan.

‘Och wat, een kleine prijs voor een grote vreugde. Ik heb in mijn leven genoeg geslapen. Weet je, dit maakt me echt heel blij! Ik voel me nu opeens een beetje een oma, ook al kan ik dat natuurlijk nooit echt zijn.’

Ester glimlacht allerliefst naar de oude dame. ‘Van mij mag je best een oma voor mijn kind zijn, Isabel. Maar zover is het nog niet. We mogen nog 9 hele maanden wachten, voor het zover is.’

‘Hoe dan ook, ik weet nu al, wat mijn dagbesteding voor de komende maanden is. Ik ga mijn familietraditie in ere herstellen. Als is het dan niet voor mijn eigen kleinkind, dan maar voor mijn pleegkleinkind. Toen ik zwanger was, heeft mijn moeder me een prachtig dekentje gegeven voor de wieg. Dat heeft ze helemaal zelf gemaakt. Haar moeder had dat ook voor haar gedaan, en ik ga voor jullie hetzelfde doen.’

Er stopt een busje voor de deur, waar enkele mannen uitstappen.

Isabel staat op en zegt: ‘O, bijna vergeten! Dat zijn de mannen, die mijn gedeelte van het huis gaan verbouwen. In die kleine bijkamer gaan ze een badkamer maken, aangepast op mijn leeftijd. Ik wil toch wel een beetje zelfstandig blijven wonen en Roald en Ester niet tot last zijn.’

Isabel laat de mannen binnen en laat ze zien, waar ze aan de gang moeten. Als ze terugkomt, staat Ester op.

‘Sorry, Isabel, maar ik moet nu echt gaan. Ik moet nog een heel stuk rijden naar mijn ouders en ik zou er graag op tijd aankomen.’

‘Geeft niets, meisje. Dat begrijp ik wel. Ik zie te over enkele dagen weer. Moet jij nu ook al gaan, Hilde?’

‘Nee, ik blijf nog even. Ik wandel dadelijk lekker op mijn gemak terug, want Henk is toch niet thuis. Die is met Roald naar Nederland toe.’

‘Klopt, dat heeft Roald me verteld. Leuk dat je nog even blijft. Kunnen we even gezellig bijkletsen.’

Ester staat dan op en haalt nog even vlug wat spullen uit de auto en vertrekt. Onderweg moet ze nog even stoppen om te tanken. Ze heeft net afgerekend, als haar telefoon gaat. Ze kijkt op het scherm en kan nog maar net een jubelkreet onderdrukken. Het is Roald, en haar hart klopt van blijdschap.

Ze neemt op en roept: ‘Hi, Roald! Ik heb je gemist!’

Ze hoort Roald lachen. ‘Ik heb je ook gemist, maar ik ben nog maar een paar uurtjes weg! Ik wilde even zeggen, dat we goed aangekomen zijn op Schiphol en dat we nu onderweg zijn naar mijn ouders.’

‘Doe ze de groeten van me, Roald.’

‘Zal ik doen. Ben je al onderweg?’

‘Al bijna halverwege. Ik kon niet meer slapen, toen jij weg was. Ik heb toen nog even gepraat met Hilde en daarna zijn we nog even bij Isabel langs geweest. En nu ben ik al weer bijna 2 uur onderweg.’

‘Bel me even, als je bij je ouders aankomt. Ik wil je prachtige stem niet al te lang missen.’

‘Zal ik zeker doen! Kusje!’

‘Duizend kusjes op je lippen en twee op je borsten.’

Ester giechelt. ‘Malle vent!’

‘Ik ga ophangen, want we zijn al bijna bij mijn ouders.’

‘Is goed, ik ga ook weer verder rijden. Ik bel je straks!’

Ze stapt in de auto en rijdt verder. De reis verloopt goed, ze is al weer anderhalf uur verder, als er een opstopping op de weg is. Er blijkt een politiecontrole te zijn. Niets vermoedend stopt Ester bij de agent.

‘Hallo, een algemene controle. Zou ik uw rijbewijs en voertuigpapieren mogen?’

Nu moet Ester blozen. Ze heeft haar rijbewijs wel bij, maar heeft geen idee, waar de voertuigpapieren zijn. Ze zoekt even in het handschoenvakje, maar kan niets vinden.

‘Zijn er problemen, mevrouw?’

‘Ik heb mijn rijbewijs wel bij, maar ik kan de voertuigpapieren niet vinden. Dit is niet mijn auto, maar van mijn vriend. En hij is voor zaken terug naar Nederland.’

‘Dat moeten we dan eerst even controleren. Zou u de wagen even langs de kant van de weg willen zetten?’

Met een zwaar gemoed zet Ester de auto op de plek, die de agent aanwijst. Ze probeert dan Roald te bellen, maar haar telefoon weigert dienst.

‘Verdorie, ik heb de telefoon vergeten aan de lader te hangen! Wat moet ik nu?’

Er komt een andere agent, een wat oudere man, naar Ester toe. Ester begint nu wel een beetje in paniek te raken. Hoe kan ze de agent duidelijk maken, dat ze de auto mocht lenen van Roald.

De agent ziet dat Ester zenuwachtig is en zegt: ‘Wat is er aan de hand, mevrouw?’

‘Ik kan de voertuigpapieren niet vinden en ik kan mijn vriend niet bereiken, mijn telefoon is leeg. Dus ik kan hem ook niet vragen, waar hij die gelaten heeft.’

‘Weet u zijn telefoonnummer? Dan kunnen we hem ook voor u bellen.’

‘Dat weet ik zo niet uit mijn hoofd. Dit is nogal vervelend. Hij is net voor zaken even terug naar Nederland en ik mocht van hem de auto lenen om naar mijn ouders te rijden. Maar Roald is pas vrijdag weer terug.’

‘Kunt u hem niet op een andere manier bereiken?’

Ester denkt even na. Frank en Diana hebben zijn nummer, maar hoe kan ze hun bereiken. Hun telefoonnummers staan ook in haar telefoon en die weigert iedere dienst. Dan bedenkt ze zich, dat de agent hun misschien kunnen bereiken via hun radio.

‘Hmm, misschien dat ik iets weet. Een paar vrienden van me, hebben zijn nummer. Maar ik ben nu een beetje hulpeloos, zonder telefoon. Nu is het wel zo, dat die vrienden bij de politie in Tidaholm werken. Ze heten Frank Salvdal en Diana Rouwendaal. Ze werken bij de verkeerspolitie daar.’

‘Hmm, dan zou ik misschien wel kunnen nalopen. Wilt u hier even blijven wachten?’

Het duurt even, voordat de agent terug komt. ‘We hebben uw verhaal even gecontroleerd, en uw vrienden hebben dat ook bevestigd. We hebben ook het nummer van uw vriend, maar ik denk niet dat het nodig is om hem nog op te bellen. U kunt doorrijden. Ik geef u wel even een papiertje mee, dat u reeds gecontroleerd bent door de politie, dat zal u verdere problemen voorkomen. En vraag de volgende keer de papieren van uw vriend mee, als u de wagen nog een keer leent.’

‘Oh, dank u, agent. Ik voelde me nogal opgelaten, en ik wist echt niet meer wat ik verder nog kon doen.’

De agent overhandigt haar dan een papiertje en wenst haar dan nog een goede reis. Opgelucht zet Ester haar reis voort. Na een klein uur komt ze dan eindelijk bij haar ouders aan. Die onthalen haar hartelijk.

‘Daar ben je eindelijk! We hadden je proberen te bellen, maar je nam niet op!’

‘Mijn telefoon was leeg, mam. Die moet ik nu even dringend aan de lader hangen, want ik had Roald belooft, dat ik zou bellen, als ik thuis was.’

Haar moeder kijkt Ester even goed aan. ‘Je hebt het aardig van hem te pakken, of niet, Ester?’

‘Ik heb me nog nooit zo verliefd gevoeld, mam. Dit is hem, ik weet het zeker.’

‘Dat zei je ook met Matz.’

‘Roald is geen Matz, mam. Hij is een compleet andere persoon. Lief, zorgzaam en minstens net zo verliefd op mij, dan ik op hem.’

‘En naar wat ik van Ada en Ingrid heb gehoord, ziet hij er ook heel erg goed uit.’

‘Hij is lekker, mam. Ontzettend lekker. Ik zal je foto’s van hem laten zien, maar laat me eerst even mijn telefoon aan de lader hangen. Ik mis hem nu al heel erg.’

Haar moeder omhelst dan toch eerst haar dochter. Dan lopen ze samen naar binnen. Daar wordt Ester begroet door Ingrid, die haar op hun eigen speciale manier begroet. Lachend en gillend vliegen ze elkaar om de nek.

‘Ik heb je gemist, Ester!’

‘Ik jou ook, klikspaan!’

Ingrid lacht. ‘Je weet dat ik niet anders kon, Ester.’

‘Het is al goed, Ingrid. Het was goed, dat je het hem verteld hebt.’

‘Wat heeft Ingrid je vriendje verteld?’

‘Dat doet er niet toe, mam. Dat is iets tussen mij en Ingrid.’

Haar moeder loopt dan door. ‘Ik zal even koffie zetten. Je vader zal zo wel thuis komen van zijn werk.’

Ester zegt dan: ‘Heb je niets tegen pap en mam gezegd?’

‘Nee, waarom zou ik? Dat ging toch alleen Roald aan, of niet?’

‘Daar heb je ook weer gelijk in. En waar is Ada eigenlijk?’

‘Die ligt al een paar dagen ziek op bed. Ze voelt zich misselijk, maar ze wil niet naar de dokter toe.’

Ester kijkt even verbaasd. ‘Wat is dat nu weer? Anders staat ze voor ieder kuchje bij de dokter!’

‘Mam vindt het ook al vreemd, maar ze wil niet. Misschien moet jij eens met haar praten. Naar mij wil ze niet luisteren.’

‘Ik zal haar meteen even opzoeken.’

Eerst pakt Ester even haar lader uit haar bagage en dan loopt ze naar de slaapkamer van Ada. Ze klopt op de deur en wacht tot Ada wat zegt. Als Ada dan niet antwoordt, doet ze toch de deur open. Maar zodra ze de deur open doet, roept Ada: ‘Ga weg, ik wil je hier niet zien! Ga weg!’

Geschrokken doet Ester de deur weer dicht. Ze loopt weer naar de kamer, waar Ingrid en haar moeder op haar zitten te wachten.

‘Wat heeft Ada? Zo ken ik haar helemaal niet!’

Haar moeder zucht. ‘Zo is ze al enkele dagen, Ester. Ze wil niets zeggen en ze wil ook niet naar de dokter. Er zit haar iets stevig dwars, maar als ze niet wil praten, wat moet ik dan?’

‘Kun je ook niet de dokter laten komen?’

‘Dat hebben we geprobeerd, maar toen begon ze hard te gillen en te krijsen, zodat de arme man maar weer weggegaan is.’

‘Mij wilde ze ook al niet zien. Normaal praat ze nog wel met me, als ze depri is.’

‘Laat haar maar even, ze trekt wel bij. Maar nu moet je me toch eens alles vertellen over die Roald. Het lijkt toch echt serieus tussen jullie twee.’

‘Dat is het ook, mam. En ik ben van plan bij hem te gaan wonen.’

‘Weet je het zeker, Ester? Ga je niet te snel? En waar ga je dan heen? Ik heb van Ingrid begrepen, dat hij uit Nederland komt?’

‘Geen zorgen, mam. Hij gaat in Zweden wonen, vlak bij een aantal vrienden, die we gemaakt hebben. Hij heeft hier een nieuwe baan gekregen, bij een van die vrienden en heeft zich nu ook een woning gekocht, op 10 minuten rijden van hun vandaan. Dat is in Sunnersberg, vlak bij Lidköping aan het Vanernmeer. Ik heb Ingrid er al over verteld.’

‘Ik had het kunnen weten, dat ze het eerder wist, dan wij. Maar weet je het zeker? Niet dat je nu weer dezelfde fout maakt als bij Matz?’

‘Echt zeker weten, mam. Roald is een echte man, die niet wegloopt als we eens ruzie hebben. Want dat hebben we ook al gehad. Maar dat hebben we uitgepraat. En ik besef me ook wel, dat er heus nog wel een paar woorden zullen vallen. Dat heb ik wel geleerd, toen ik bij Matz was. Maar Roald is echt anders. Dat kan Ingrid beamen, ze heeft hem ook gezien op de veerboot, net als Ada.’

‘Mam, Roald is duizend keer anders dan Matz. Hoewel ik hem nog wel niet zo goed ken, vertrouw ik hem meer, dan Matz.’

‘Dan zal ik dat maar geloven. Ik zou je toch niet meer tegen kunnen houden, al zou ik dat willen. En wat voor een huis heeft hij dan gekocht? Kunnen jullie daar wel met jullie twee wonen?’

‘Het huis, dat hij gekocht heeft, is echt enorm. Daar kunnen met gemak een paar families in huizen. Daar heeft hij erg veel geluk mee gehad.’

‘Is hij zo rijk, dat hij zo’n grote woning kan betalen?’

‘Nee, dat niet. Maar de vorige eigenaar vroeg er maar een schijntje voor. Er kleven wel een paar voorwaarden aan, die hij moet naleven, maar dat vond Roald geen probleem en ik eigenlijk ook niet.

De vorige eigenaar is een oud dametje van 93. Ze heeft geen familie meer en woonde daar helemaal alleen in dat huis. Dat ging eigenlijk niet meer, en ze stond op het punt te gaan verhuizen.

Nu heeft ze het huis aan Roald verkocht, op voorwaarde, dat ze dan toch daar mag blijven wonen, tot haar dood. Daarvoor laat ze twee kamers op de begane vloer ombouwen, en is de rest voor ons.

En Roald moet het huis in originele staat terug brengen. Dat is nog een hoop werk, maar als het dan klaar is, is het werkelijk een mooi huis.’

‘En wat voor werk gaat die Roald doen?’

‘Hij wordt communication manager bij een technologiebedrijf. Daar gaat hij goed verdienen.’

‘En wat ga jij dan daar doen?’

‘In eerste instantie ga ik daar het huis mee opknappen. Door zijn werk zal Roald er niet altijd veel tijd aan kunnen besteden. Dus het meeste werk moet gebeuren in de tijd, dat hij nog vakantie heeft. En daarna moet er nog een heleboel schilderwerk aan de binnenkant gebeuren, en dat wil ik dan voor mijn rekening nemen. Als dat klaar is, dan wil ik me daar ook werk gaan zoeken.’

‘Dus je wilt er echt weer helemaal voor gaan? En waar is nu die Roald?’

‘Die is nu terug naar Nederland om wat zaken af te handelen. Vrijdag komt hij terug met een vrachtwagen vol met zijn spullen. Die verhuist hij dan ook al meteen. Hij heeft namelijk maandag al zijn huis verkocht, zodat hij dit nieuwe huis kon betalen.’

‘Maar heeft die jongen dan nu geen vakantie? Want ik had begrepen, dat hij op vakantie was.’

‘Hij heeft vakantie, maar dit kwam er allemaal tussendoor fietsen. En hij kreeg die kans toegeworpen, en heeft die met twee handen aangegrepen.’

‘Nou, dan laat me maar eens wat foto’s van hem zien. Nu wil ik wel eens zien, of hij echt zo knap is.’

‘Ik zal eens kijken, of mijn telefoon al genoeg opgeladen is.’

Ze gaat naar haar telefoon en zet hem aan. Ze besluit, dat het wel even kan. Dan ziet ze, dat Roald haar al een paar keer heeft proberen te bellen.

‘Ow, ik moet eerst even Roald bellen. Hij heeft al een paar keer gebeld, en zal zich nu wel ongerust maken.’

‘Is goed, dan pak ik de koffie vast. Die is nu ook klaar.’

Ester loopt even naar buiten en belt Roald.

‘Hoi Roald!’

‘Ah, daar ben je eindelijk. Ik heb je al drie keer geprobeerd te bellen!’

‘Sorry, mijn telefoon was leeg. Ik heb hem vergeten aan de lader te zetten.’

‘O. Verder alles goed gegaan?’

‘Bijna alles goed. Ik ben aangehouden door de politie. En ik kon geen voertuigpapieren vinden, dus moesten ze dat eerst nakijken. En toen was dus ook mijn telefoon leeg.’

‘Ach, die heb ik bij me! O, dat ben ik helemaal vergeten. En nu?’

‘Met hulp van Frank en Diana hebben ze me verder laten rijden. Verder geen problemen.’

‘Alles goed thuis?’

‘Ja, ik zit net te praten over je met mijn moeder en Ingrid. Alleen Ada is ziek en ligt op bed. Geen idee wat ze mankeert, ze wil niet met me praten. Dat is vreemd, want normaal doet ze nooit zo.’

‘Dat is inderdaad vreemd. Ze heeft me net nog een berichtje gestuurd, dat ik haar moet bellen, maar ik moet zo weg. En ik denk niet dat ik vandaag nog tijd zal krijgen om haar nog te bellen. Zou je haar willen uitrichten, dat ik haar morgen of overmorgen even bel? Morgen ben ik de hele dag bezig met mijn woning leeg te ruimen, en dan moet ik nog een heel stuk rijden. En ze schreef me, dat het nogal persoonlijk was, dus dat ga ik dan ook niet doen, waar anderen bij zitten.’

‘Nee, dat zou ik ook niet doen. Ik zal het proberen, maar ik weet niet of ze naar me wil luisteren. Ze lijkt wel kwaad op me, en ik snap niet waarom.’

‘Bedankt. Ik zal haar proberen te bellen, zodra ik kan. Dat beloof ik echt. Maar ik belde eigenlijk voor jou, ik wilde weten, dat je veilig thuis bent gekomen. Daar ben ik echt blij om.’

Ester glimlacht. ‘Ik hou van je, Roald.’

‘En ik van jou, Ester.’

‘Oh, ik moet gaan, anders komen we te laat op onze afspraak. Ik weet niet of ik morgen tijd heb om je te bellen, Ester. En vanavond zit ik samen met mijn vrienden.’

‘Ik zal op je wachten, Roald. En anders zie ik je overmorgen weer.’

‘Kusje!’

‘Kusje terug!’

Tot haar verdriet verbreekt Roald dan de verbinding. Maar ze is blij hem gesproken te hebben, en is ook blij en tevreden, dat hij al zoveel zorgen om haar maakt. Ze besluit dan maar meteen Ada het bericht van Roald door te geven, zodat ze het niet vergeet.

Ze loopt naar haar kamer en klopt weer aan de deur.

‘Ada?’

‘Ga weg, Ester! Ik wil je niet zien!’

‘Ik moest je een bericht van Roald doorgeven. Hij moest nu weg voor een afspraak en heeft echt geen tijd om je te bellen. En morgen ook niet. Maar als hij kan, belt hij je, zodra hij alleen is.’

‘En waarom kan hij jou wel bellen, en mij niet?’

‘Ada, ik heb hem gebeld, dat had hij me gevraagd. Het kwam net zo uit, daar kan hij toch niets aan doen.’

Opeens hoort ze Ada huilen. Ester wil haar gaan troosten, maar Ada roept weer: ‘Ga weg!’

Geschrokken van haar nijdige toon sluit ze de deur weer.

Als ze terug komt, zegt haar moeder: ‘Wat was dat nu weer met Ada?’

‘Ik weet het ook niet. Ik moest haar een bericht doorgeven van Roald. Ze had hem gevraagd om haar te bellen, maar Roald heeft het nu druk en heeft echt geen tijd om haar te bellen. En schijnbaar is ze daarom nu kwaad. Ze huilt nu.’

Haar moeder kijkt verbaasd. ‘Zo heeft ze nog nooit eerder gedragen! Als ik niet beter zou weten, dan zou ik zeggen, dat ze jaloers op je is.’

Nu kijkt Ingrid geschokt op. ‘Mam, dat zou best wel eens kunnen. Ada weet sinds een paar dagen, dat het serieus is tussen Ester en Roald en sindsdien is ze ook al ziek.’

‘Maar dan hoeft ze toch nog niet zo boos te doen! Dat kan ze ook in haar eigen huis. Hier wil ik dat niet hebben!’

‘Laat haar nou maar even, mam. Ze trekt wel bij. Ik zal nog wel een keer met haar gaan praten, misschien dat ze het nu wel met mij wil.’

‘Doe dat dan maar. Want ik ben onderhand radeloos.’

‘Dan doe ik dat, nadat we de foto’s van Ester bekeken hebben. Die wil ik ook zien.’

‘Ik hoop dat de accu het zolang volhoudt, ik heb nogal wat foto’s gemaakt.’

Ester toont haar zus en haar moeder dan de foto’s.

‘Dit is nu Roald. Is hij niet niet lekker?’

‘Jezus, hij is goed gespierd!’

Ester giechelt. ‘Hij heeft een ontzettend lekker kontje, wacht, ik heb ook een foto, toen we aan het zwemmen waren.’

Ze zoekt de foto op en laat die zien.

‘Nu zie je het pas echt goed. Zo, hij ziet er echt goed uit! Zo op de foto ziet hij er nog helemaal niet zo oud uit. Hoe oud is hij eigenlijk?’

‘Hij is dertig jaar, mam. Hij is 14 dagen later jarig, als pap.’

‘Dus in April? Nou, zo op het eerste gezicht heb je geen slechte keuze gedaan, Ester.’

‘O, en dit zijn onze nieuwe vrienden. Dat zijn Frank en Diana, daarmee hebben we nu al een hele goede band. En dit zijn Henk en Hilde. Henk is de nieuwe baas van Roald.’

‘Goed, dat je daar ook vrienden hebt.’

‘Henk en Hilde wonen vlakbij, maar Frank en Diana niet. Maar die willen gaan verhuizen en kunnen misschien dichterbij ook werk krijgen. Ze werken nu allebei bij de politie in Tidaholm. Dat ligt bij Jönköping. Een behoorlijk eind van Diana’s ouders af. Waar ze dan nu gaan wonen, dat weten we nog niet. Eerst moeten ze kijken, of ze op een ander departement terecht kunnen, maar ik weet niet waar dat is. Het zou in ieder geval een stuk dichterbij moeten zijn.’

‘In ieder geval, je hebt al mensen, waarop je op terug kunt vallen, mocht er iets zijn.’

‘Ja, ik denk dat Henk en Hilde ons wel willen helpen. En Isabel, dat is die oude vrouw, die in dat huis woont, schijnt iedereen uit de omgeving wel te kennen. Door haar hoop ik ook weer nieuwe contacten op te bouwen.’

‘En heb je ook foto’s van het huis?’

‘Ja, maar je moet niet schrikken. Het is echt heel erg groot.’

Ze laat hun dan de foto’s van het huis zien. Daarvan schrikken Ingrid en haar moeder wel van.

‘Is dat echt jullie huis? Het lijkt wel een flat! Kon hij dat zomaar betalen?’

‘Het was echt zo duur niet, mam. Voor dat geld had ik het ook niet gelaten. Maar, zoals ik al zie, er zitten voorwaarden aan. Snap je nu, waarom hij eerst het huis even wil opknappen?’

‘Daar heb je nog wel voor jaren werk aan, Ester! Mijn god, het lijkt wel een kasteel!’

Ester bloost diep en zegt dan: ‘We hadden gehoopt, dat jullie misschien een paar dagen konden meehelpen, zodat we enkele rotte planken kunnen vervangen en het aan de buitenkant kunnen schilderen.

De ramen wil Roald laten vervangen door geïsoleerd glas, daarvoor is al een gespecialiseerd bedrijf komen kijken. En dan moeten we aan de binnenkant nog wat verbouwen.

Onder komt onze slaapkamer, die voegen we samen met een kleine kamer, die er naast ligt en daar maken we een badkamer. Boven gaan we twee slaapkamers opofferen, die naast de oude badkamer liggen, en maken daar nu twee grote badkamers in. Dan is er op elke verdieping een grote badkamer, met ligbad, douche en toilet.’

‘Dat zijn nogal wat plannen. Verder nog verrassingen?’

‘Ja, ik heb Gustav gevraagd of hij de bedrading van het huis kan aanpakken. Dat wilde hij nog wel voor ons doen, en ook nog voor een goede prijs.’

‘Werk genoeg dus!’

‘We beseffen heus wel, dat dit een groot project is. Die verbouwingen binnen, dat krijgen we wel geregeld, maar het houtwerk buiten en het schilderen, dat willen we wel op tijd af hebben.’

‘En als wij kunnen komen helpen, dan lukt het jullie wel.’

Ester kijkt haar moeder met puppieoogjes aan. Haar moeder lacht. ‘Ik zal het er eens over hebben met je vader. Hij heeft nog enkele vrije dagen over, dus misschien zou het wel kunnen.’

‘Misschien kunnen jullie dan ook Roalds ouders dan ontmoeten. Roald probeert hun ook zover te krijgen om een paar dagen te komen helpen.’

‘En Ingrid vraag je niet?’

‘Die heeft al toegezegd, dat ze komt helpen. En eigenlijk ben ik er vanuit gegaan, dat Ada dat dan ook deed, maar nu weet ik dat nog niet zo zeker.’

Ingrid staat op en zegt: ‘Ik zal eens kijken of Ada met mij wil praten.’

Ingrid staat dan op en loopt naar Ada’s kamer. Ze klopt op de deur.

‘Ada? Ik ben het, Ingrid.’

Tot haar verbazing hoort Ingrid: ‘Kom maar binnen.’

Het is donker in haar kamer. ‘Mag het licht even aan? Ik zie je nauwelijks zitten.’

Heel gelaten klinkt het: ‘Doe maar aan dan.’

Ingrid schrikt als ze de lamp aanmaakt. Overal liggen zakdoekjes en dozen tissues.

‘Wat is er toch loos met je, Ada? Zo kennen we je niet.’

‘Ik wil het er niet over hebben.’

‘Kom op, we hebben altijd alles besproken en nu doe je opeens zo raar.’

Ingrid gaat naast haar zuster zitten en slaat haar arm om haar heen. Maar Ada verrast haar, door om haar nek te vallen en hard te huilen.

‘Ingrid, ik heb een groot probleem.’

‘Wat is er dan, Ada?’

Ada slikt even en zegt: ‘Ik ben zwanger, Ingrid.’

Ingrid kijkt geschokt naar Ada. ‘Weet je het zeker, Ada?’

‘Ik heb al drie tests gedaan, en ze zijn allemaal hetzelfde. Ik weet het echt zeker.’

‘En weet je ook van wie?’

Ada knikt. ‘Dat is juist het probleem, Ingrid. Het is Roald!’

De schok had niet groter kunnen zijn voor Ingrid. Ze staart Ada ademloos aan.

‘Dat meen je niet, Ada!’

‘Ik meen het wel! Ik heb hem geprobeerd te bellen en ik heb hem berichtjes gestuurd, maar hij weigert me terug te bellen of zelfs maar een berichtje te sturen.’

‘Hij heeft toch via Ester je een bericht gestuurd.’

‘Kon hij me dat niet zelf vertellen dan? Moet Ester me dat komen vertellen?’

‘Kom, daar kan Ester toch niets aan doen! Ze bedoelt het goed! Verdomme, Ada. Ze is eindelijk weer helemaal blij en verliefd op Roald.’

‘Dat had ik al begrepen, Ingrid. Waarom denk je, dat ik me zo rot voel en haar nu even niet wil zien?’

Ingrid zucht een keer. ‘En wat nu, Ada?’

‘Ik weet het niet. Ik wil eerst Roald even spreken, voordat ik een beslissing maak. Eigenlijk wil ik het houden. Ik ben bijna 28, Ingrid. En goede mannen liggen niet op de hoek van de straat, dat weet je zelf ook wel. Ik heb al eens op het punt gestaan om me een zaaddonor te nemen, en dan als alleenstaande moeder een kind op te voeden.’

Ingrid is nu wel even heel erg geschokt. Dit had ze niet verwacht van Ada.

‘Ik wist niet, dat je een kinderwens had, Ada. Dat heb je me nooit verteld!’

‘Die heb ik al enkele jaren, Ingrid. Maar ik wil geen kind, waarvan ik de partner niet goed vind. En alle relaties, die ik heb gehad, liepen op niets uit. Dan wilde ik nog liever een kind van iemand, waar ik niets van wist.’

‘En Roald dan?’

‘Dat was een ongelukje, Ingrid. Ik heb heus geen seks met hem gehad, omdat ik dacht dat hij wel een geschikte vader voor mijn kind zou zijn. Dit was niet gepland. Het is gewoon gebeurd. En nu zit ik met een groot probleem.’

‘Dat kun je wel zeggen, ja. Maar je kunt Roald nu ook even niets kwalijk nemen. Je weet amper wat er hem de afgelopen dagen met hem is gebeurd.’

‘Dan vertel me maar, wat er is gebeurd, want jij schijnt het wel te weten.’

‘Roald gaat verhuizen naar Zweden, Ada. En al heel snel. Hij heeft hier al een ander huis gekocht, en zijn huis in Nederland al verkocht. Hij heeft hier werk gevonden en hij wil gaan samenwonen met Ester. En omdat hij nu zoveel moet doen, heeft hij het gewoon even enorm druk. Hij kan toch ook niet weten, dat jij met zo’n probleem zit.’

‘Oké, dat wist ik niet. Maar ik voel me er wel shit door. Wat moet ik nu? Hoe kan ik Ester nog onder haar ogen komen, zonder haar pijn te doen?’

‘Praat eerst even met Roald, Ada. En in de tussentijd ga je eerst even naar een dokter, om vast te stellen of je ook echt zwanger bent. Daarna neem je je besluit, samen met Roald en praat je dit uit met Roald en met Ester. Anders kun je haar nooit meer recht in haar ogen kijken.’

‘Zeg je Ester dan ook niets?’

‘Nee, niet totdat jij met Roald en Ester gepraat hebt.’

‘En wat als ze me dan niet meer wil spreken?’

‘Dat zal ze nooit doen, Ada. We zijn zusters en we steunen elkaar door dik en dun. Maar je kunt het haar niet kwalijk nemen, dat even boos op je is.’

‘Nee, dat doe ik ook niet, Ingrid. Dat zou ik volledig begrijpen. Zolang ik haar maar niet verlies!’

‘Dat komt wel goed, Ada. Daar ben ik van overtuigd.’

‘Denk je echt?’

‘Ja. En ik zal je helpen, waar ik maar kan.’

‘Dank je. Dat waardeer ik echt heel erg.’

‘Blijf je je nu nog steeds verstoppen op je kamer, of kom je er vanavond toch bij zitten?’

‘Vertel je echt niets tegen Ester?’

‘Nee, dat heb ik toch beloofd!’

‘Goed, maar dan ga ik me eerst douchen, want ik zal er wel verschrikkelijk uit zien!’

‘Dat lijkt me inderdaad een goed plan. En morgen zullen we wel jouw kamer uit gaan mesten. Je gaat toch wel mee om Ester en Roald te helpen hun nieuwe huis op te knappen?’

‘Misschien. Maar ik denk dat het beter is, dat ik eerst even een dokter ga opzoeken. En als ik me dan goed genoeg voel, kom ik wel na.’

‘Dat zal Ester fijn vinden, Ada. Je hebt haar behoorlijk laten schrikken.’

‘Dat was niet mijn bedoeling.’

‘Dat moet je haar zelf maar even zeggen, Ada. Dat is niet aan mij.’

Ada omhelst haar zus even en zegt: ‘Bedankt, Ingrid. Dit had ik even heel hard nodig!’

‘Hey, daarom zijn we toch zussen, of niet?’

Ada glimlacht. Ingrid staat dan op en zegt: ‘Zien we je zo? Pap komt zo thuis en dan zullen we wel gaan eten.’

‘Ja, ik kom. Eerst even opfrissen.’

Ingrid loopt de deur uit en sluit de deur. Aan tafel zitten haar vader, haar moeder en Ester. Ze bekijken de foto’s van Ester, maar kijken om als Ingrid terug komt.

‘En? Heb je met haar kunnen praten?’

‘Ja, ze is gewoon even heel depri. Ze komt straks gewoon eten, maar laat haar even. Ze heeft gewoon even tijd nodig. En ze heeft me toegezegd, dat ze snel naar een dokter gaat.’

‘Gelukkig! Ik begon me al flinke zorgen om haar te maken.’

‘Ze heeft niets ernstigs, mam. Het komt wel goed met haar. Maar ze wil er nu gewoon even niet te veel over kwijt, het ligt haar nog wat gevoelig.’

‘Dan laten we haar gewoon met rust. Als ze zover is om er over te vertellen, dan moet het haar beslissing zijn.’

‘Gelijk heb je, Anna. Maar Ingrid, wat denk jij over Roald?’

‘Je bedoelt of Roald een goede man is voor Ester?’

Haar vader knikt.

‘Dat kun je nooit met zekerheid zeggen, maar hij is duizend keer beter dan Matz. Ik heb tot nu toe alleen met hem gesproken over Whatsapp, maar hij schijnt me best wel oprecht te zijn. En ook begaan met Ester. Dat heb ik nooit kunnen zeggen over Matz en ook niet over haar andere vriendjes. Dus als je het mij vraagt, hij is de beste man, die ze ooit heeft gehad.’

‘Dus hij laat haar niet meteen vallen, zodra hij een andere vrouw ziet?’

‘Nee, daar ben ik overtuigd van. Ik weet toevallig, dat Roald en Ester al een keer flinke ruzie hebben gehad, maar Roald heeft dat met haar uitgepraat, in plaats van haar te dumpen. Want dat had hij ook kunnen doen. Maar hij deed dat niet. Hij koos ervoor om het uit te praten.’

Haar vader kijkt Ester aan. ‘Waarover hadden jullie dan ruzie?’

‘Ik had hem iets niet verteld, wat ik wel had moeten doen. Meer wil ik er niet over kwijt.’

‘Oké, dat is je recht. Maar is nu weer alles goed tussen jullie?’

‘Ja, en zelfs meer dan goed. Het heeft onze werkelijke gevoelens voor elkaar bloot gelegd. En Ingrid heeft gelijk, Roald is niet de man, die zomaar opgeeft. Als hij ergens voor gaat, dan doet hij dat ook met volle inzet. En hij doet geen half werk. Ik denk dat het ook om die reden is, dat Henk hem die baan heeft aangeboden.’

‘Henk is die nieuwe baas van hem? Hoe is dat gekomen, weet je dat ook?’

Ester legt haar ouders uit, hoe alles tot stand gekomen is, en hoe ze hun nieuwe vrienden ontmoet hebben. Haar ouders vinden het een mooi verhaal.

‘Ik hoop dat je dit ooit tegen jullie kinderen mag vertellen, Ester. Hij lijkt bijna te goed om waar te zijn.’

‘Ik moet mezelf af en toe ook knijpen, om te zien dat ik niet droom, pap! Maar vanmorgen lag hij gewoon naast me, en hij had moeite om me te verlaten. En ik vond het moeilijk om hem te laten gaan. Ik denk echt, dat ik van hem hou.’

‘In het begin is het altijd mooier, dan het lijkt, Ester. En wat als de nieuwigheid eraf is en de sleur erin begint te komen?’

‘Ik weet wat je bedoelt, pap. Daar zullen we samen aan moeten werken. Dat was bij Matz het probleem, het kwam alleen van mij. Als ik toen geweten had, dat hij op mannen viel, was ik nooit met hem mee gegaan!’

Haar vader kijkt haar geschokt aan. ‘Was hij een homo?’

‘O, helemaal vergeten, jij wist dat nog niet! Ja, hij is een homo. Waarom denk je, dat ik zo depri was en hem meteen gedumpt heb?’

‘Ik wist wel, dat je hem betrapt had met iemand anders, maar dat Matz een homo was, dat wist ik niet. Nu begrijp ik wel een en ander. Jezus, dat moet erg voor je zijn geweest!’

‘Het was ook erg, pap. Maar Roald heeft me Matz doen vergeten. Mijn leven is bij Roald. Daar voel ik me gelukkig. Ik heb me nog nooit zo gelukkig gevoeld, pap!’

Opeens klinkt het achter hun: ‘Hoi pap, hoi mam!’

Ze kijken om en zien dan Ada. Ze kijkt nog wel een beetje down, maar lijkt verder wel oké. Ze loopt dan door naar Ester en omhelst haar.

‘Sorry, dat ik zo rot tegen je deed. Het was niet echt voor jou bedoeld. Ik was boos op mezelf en andere dingen, die ik niet zelf in de hand heb. Dat heeft Ingrid me laten inzien. Het spijt me!’

Ester knuffelt haar zuster flink en zegt: ‘Het geeft niet, Ada. Ik ben al lang blij je weer te zien!’

‘Ik hoorde je net vertellen over Matz. Zal ik je een geheimpje vertellen?’

‘Wat?’

‘Hij zal nu wel spijt hebben, dat hij je zo pijn heeft gedaan. Ik ken enkele gasten, dat zijn ruige homo’s. Die waren er wel voor te porren om hem eens een lesje te leren. Ze vonden het namelijk ook niet kunnen, dat hij je zo bedroog. Ik durf te wedden, dat Matz nu pijn aan zijn poeperd heeft.’

‘Je hebt wat gedaan? Dat meen je niet!’

‘Echt waar!’

‘Zijn dat die gasten, waarmee ik je wel eens met heb zien praten?’

‘Ja, precies die.’

‘Oei, dat zijn geen lieverdjes! Ik zou bijna medelijden krijgen met Matz.’

‘Probeer het eens!’

‘Maak je maar geen zorgen, Ada! Ik vind het eigenlijk wel grappig! Ik bekijk het nu ook anders, Ada. Als ik Matz niet betrapt had, zou ik Roald nooit ontmoet hebben. Dat klinkt gek, maar voor mijn gevoel is dat nu zo. En dat je nu Matz zo’n luur gedraaid hebt, dat vind ik best leuk!’

‘Ada! Wat heb je die gasten laten doen! Er is hem toch niets ernstigs gebeurd, of wel?’

‘Nee, zo is het niet, pap! Maar het kan zijn, dat hij nu opeens meer seks heeft gehad, dan hij gedacht had. Ze hebben nogal hun manieren om aan hun trekken te komen. Ze hebben zoiets al eens meer gedaan. Een van hun versiert dan een slachtoffer, en voor die het weet doet die mee in een gangbang.’

‘Ow! Laat maar, ik hoef de rest niet te weten!’

Ada lacht. ‘Pap, homo’s zijn echt niet allemaal zo erg! Ik ken wel meer homo’s, die jij ook goed kent. En daar merk jij nooit iets van.’

‘Wie dan?’

‘Kom op, pap! Dat ga ik niet vertellen. Zo tolerant zijn ze hier nu ook weer niet. Ik weet dat toevallig, en ik ga hun dus ook niet verraden.’

‘Heeft dat ook te maken, waarom je zo depri bent?’

Ada lacht. ‘Nee, pap! Als je bedoeld, of ik lesbisch ben, nee dat ben ik niet. Het is niet, dat ik nooit met een vrouw gevreeën heb, maar mannen hebben mijn voorkeur.’

Haar ouders kijken even geschokt naar hun dochter. Zo’n openbaring hadden ze nu ook weer niet verwacht.

Ingrid zegt dan: ‘Kom op zeg! Als jullie vroeger ook nooit geëxperimenteerd hebben! Ik heb ook wel eens met een andere vrouw in bed gelegen. Wel samen met een man, maar ik kan niet zeggen, dat ik alleen maar die man heb aangeraakt.’

‘Ehh, kunnen we het ergens anders over hebben?’

Ester lacht. ‘Is het onderwerp te heet voor je, pap?’

Haar vader bloost nu hard.

Haar moeder lacht nu ook. ‘Ada, heb je de foto’s van Roalds nieuwe huis al gezien, waar Roald en Ester willen gaan wonen?’

‘Nee, nog niet. Zou je ze me willen laten zien?’

‘Natuurlijk!’

Tot ieders opluchting wordt dan de avond toch nog gezellig. Ada lijkt zelfs weer een beetje haar oude ik te worden.

Het begint al laat te worden en hun moeder vraagt aan Ingrid: ‘Wat doe je, Ingrid? Blijf je hier, of rij je naar huis? Als je hier blijft, moet je wel bij Ester op de kamer. Op je oude kamer staan allemaal spullen.’

‘Ik heb geen zin om in het donker naar huis te rijden. Ik kruip wel bij Ester in bed. Dat deden we vroeger ook altijd, dus waarom nu ook niet!’

‘Gezellig! Ik heb nog wel een hemd voor je liggen!’

Samen lopen ze dan naar hun kamer. Ze kleden zich uit en Ingrid zegt: ‘Ester? Mag ik je wat vragen?’

‘Wat is er?’

‘Vind je het echt niet erg, dat ik gevraagd heb, om een keer met Roald naar bed te gaan?’

‘Nee, anders had ik het je gezegd. Bovendien zijn we toch overeen gekomen, dat we samen met hem naar bed gaan?’

‘Maar vind je het dan niet erg, dat hij me dan neukt?’

‘Niet echt. Ik zal je een geheimpje verklappen. Ik heb je toch die foto’s van Frank en Diana laten zien?’

‘Ja, wat is daarmee?’

‘We hebben met hun een keer gewisseld van partner. Ik vond het ontzettend geil, ook al heb ik toch liever de pik van Roald in me. Maar ik word alweer geil, als ik er aan denk. Daarom vind ik het ook niet erg, als hij je neukt, zolang ik er maar zelf bij ben.’

‘Je hebt wat?’

‘Je hebt het wel goed gehoord, Ingrid.’

‘Jij geile slet! Lijkt me wel spannend. Verdorie, nu word ik ook geil!’

Ester grinnikt. ‘Laat me eens voelen dan!’

Ze steekt haar vinger in het onderbroekje van Ingrid. ‘Ow! Je bent al nat!’

Ester grinnikt ook. ‘Wat denk je ervan, Ester? Zullen we een keer oefenen met elkaar, zodat we Roald flink kunnen opgeilen?’

‘Oh, goed idee! Durf je het?’

‘We hebben elkaar toch al eens eerder verwend, of niet?’

‘O ja, met Peter. Wat een afgang was hij! Het was maar goed, dat we zo geil waren, dat we elkaar maar verwend hebben.’

‘Ik had bijna tegen pap gezegd, dat jij met mij in bed had gelegen bij Peter.’

Ester lacht. Ze loopt naar Ingrid toe en kust haar op haar lippen. Ingrid schrikt even, maar zoent haar terug. Ze gaan dan in bed liggen, waar ze voorzichtig elkaars lichamen strelen. Ingrid zegt: ‘En nu?’

‘Laat mij maar even, Ingrid. Roald heeft me een paar dingen geleerd, ik wil kijken of ik hetzelfde bij jou kan doen.’

Ingrid laat zich dan terug vallen en laat Ester haar gang gaan. Ze doet precies, wat Roald altijd bij haar doet, en ze is verrast om te zien, dat Ingrid bijna hetzelfde reageert als ze het zelf ook doet.

Ze plaatst teder vele kusjes over het lichaam van Ingrid. Ook de borsten krijgen dezelfde behandeling. Ingrid doet haar best om haar gekreun gedempt te houden, maar als Ester in haar tepel bijt, komt ze met een gil klaar.

‘Mijn God, hoe doe je dat!’

‘Moet je eens opletten, als Roald dat doet. Hij kan het ongetwijfeld nog beter dan ik. Ik probeer hem alleen maar na te doen.’

‘Wow, ik ga bijna jaloers op je worden, Ester!’

Opeens gaat de deur open en Ester en Ingrid schrikken zich een hoedje. Maar het is Ada, die daar in de deuropening staat.

‘Ik hoorde dat jullie plezier hadden. Nodigen jullie me niet uit voor jullie feestje?’

Ester kijkt Ingrid aan. Lachend wenken ze dan Ada dichterbij.

Ada sluit de deur en zegt dan: ‘Het is maar goed, dat pap en mam aan de achterkant slapen, want ik kon jullie goed horen.’

Ester en Ingrid giechelen dan. Ingrid zegt dan: ‘Zullen we Ada ook zo’n behandeling geven, zoals je mij net hebt gedaan? Echt Ada, ik ben klaar gekomen, zonder dat ze mijn kutje heeft aangeraakt. En dat schijnt ze dus iedere dag met Roald te beleven.’

‘Echt? Dan ben ik wel eens nieuwsgierig!’

Ada kleedt zich snel uit, en ook Ingrid en Ester doen nu hun onderbroekjes uit. Ada laat zich gewillig achterover vallen en weldra voelt ze de warme lippen van Ingrid op de hare. Maar ze voelt ook Ester, die over haar hele lichaam kleine kusje begint te geven. Het doet haar huid tintelen van genot en ze kan een kreun niet onderdrukken. Die wordt gesmoord door de zoen van Ingrid.

Ester geeft een teken aan Ingrid, die dan Ada nog wilder begint te zoenen. Zo kan Ada niet zien, wat Ester aan het doen is. Ze begint dan met de aanval op haar borsten, die ze dan ook nog streelt. Het heeft onmiddellijk resultaat, de ademhaling van Ada begint sneller te worden. Ester besluit Ada nog meer op te winden. Ze besluit dan de buik van Ada kusjes te geven, terwijl nu Ingrid de borsten van Ada streelt.

Ada weet werkelijk niet wat haar overkomt. Dit heeft ze nog niet eerder meegemaakt, dat ze zo opgewonden raakt van wat kusjes en strelingen. Ze merkt dat Ester weer haar borsten begint te strelen en te kneden, en ze voelt dan dat een orgasme dichterbij komt. Ze schrikt als Ester opeens in haar tepel bijt, maar komt dan met een enorme schok klaar. Haar kreet wordt gedempt door de mond van Ingrid. En dat is maar goed ook, want haar kreet zou door het hele huis gehoord zijn.

Ingrid en Ester grinniken. Ada kijkt hun geschokt aan. ‘Wat was dat! Ik ben nog nooit zo klaar gekomen!’

‘Kun je nagaan, Ada! Dit is bij Roald alleen nog maar het begin! Zo vrijt hij met mij!’
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...