Door: Keith
Datum: 17-12-2018 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 18947
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Lengte: Lang | Leestijd: 26 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 5
Joline keek me aan. “Wie ik ben? Niet zoveel bijzonders. Een meisje wat ooit zeer veelbelovend was voor haar ouders. Jongste van drie kinderen. Twee broers die 2 respectievelijk 4 jaar ouder zijn dan ik.
Geen probleemkind, altijd goeie cijfers gehaald op het VWO, gaan studeren, Bachelor bedrijfseconomie gehaald, een paar extra Minors gedaan… Studiebol. Volgens mede-studenten best wel knap, maar oersaai. Perfectionist. Geen sociaal leven behalve twee keer in de week hardlopen. In het weekend altijd braaf naar huis. Tot ik deze baan kreeg. Als opstapje niet verkeerd overigens, het betaalt goed. Je bent niet alleen receptioniste, maar ook deels verantwoordelijk voor diverse archieven van de in het pand gevestigde firma’s. Redelijk zelfstandig met vrij grote verantwoording.
Maar ik wilde meer, de economie in en ondertussen een Master halen. En toen liep ik tijdens een feestje van een studiegenoot een zekere Ray Holtinge tegen het lijf. Stoer, op een ruige manier knap, altijd geld genoeg, echter op schimmige wijze verkregen, hoorde ik later. Lid van zo’n motorclub. Bijzonder gewild bij andere meiden.
We gingen een keer uit en ik was verkocht. Viel als een blok voor ‘m. Ik nam hem mee naar m’n ouders, op de motor, ik achterop. Dat was geen succes. Hij had commentaar op alles wat hij zag. Mijn ouders vroegen hem na één kop koffie het huis te verlaten. Terwijl hij woedend z’n motor startte zeiden ze tegen mij: als jij met hem verder gaat, hoef je niet meer bij ons aan te kloppen. Kiezen of delen. Ik koos voor hem. Met gillende ruzie weggegaan. ’s Avonds door mijn jongste broer via de telefoon uitgekafferd; een dag later deed m’n oudste broer het via Skype nog eens dunnetjes over. En sinds die tijd niet meer thuis geweest.
Korte tijd later betrapte ik ‘meneer’ Holtinge dus in het bed van een huisgenoot van wie ik dacht dat het een vriendin was. Toen ik binnenkwam gingen ze gewoon door met waar ze mee bezig waren, allebei zo stoned en bezopen als wat. Nadat ik hen naar alle hoeken van de hel had vervloekt, sloot ik ze op; de stomme teef had de sleutel in het slot van haar kamer laten zitten. De sleutels van zijn motor nam ik ook mee. Helaas voor hen had haar slaapkamer slechts één raam en een uiterst stevige deur. En je hebt weinig aan een raam op de zesde verdieping als je eruit wilt. Ze zullen een aardige tijd bezig zijn geweest om eruit te komen.
Gaf mij de tijd om in no time m’n spullen te pakken en te vluchten. De sleutels heb ik in een rioolput gegooid. Toen ingetrokken bij een voormalig studiegenote. In feite ondergedoken, op de vlucht; ik had hem publiekelijk vernederd en hem kennende zou hij wraak kunnen nemen. Waarschijnlijk wipte hij elke avond ergens anders; hij was veel weg. Na een maand kon ik de flat krijgen waar ik nu woon; puur geluk; dat adres kent hij niet. En sinds die tijd bestaat mijn leven weer uit werken, eten en slapen. Totdat jij kwam…” Ze kuste me.
“En je ouders? Weten die van de laatste twee maanden?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Ik had geen zin om daar als de vrouwelijke variant van de verloren zoon met hangende pootjes weer aan te komen. Eerst mijn leven weer op orde brengen en daarna zien we wel weer.”
Ik schudde mijn hoofd. “Ik snap het, maar begrijp je dat zij waarschijnlijk zwaar in de rats zitten om jou?” Ze kroop dichter tegen me aan. “Ja…. Maar ik vind het zo moeilijk! Hoe moet ik daar aankomen? Hallo, ik ben er weer, en nu in m’n eentje? Kunnen we weer lief tegen elkaar zijn, zoals vroeger? Ik…ik ben zó bang dat ik het voorgoed verprutst heb… ik dúrf het niet!”
Haar schouders schokten en ze begroef haar hoofd in haar handen. Ik dacht even na en draaide haar gezicht naar me toe. Tranen stroomden over haar wangen. “Lieve Joline, we kunnen ook samen gaan. Dat wil zeggen: als jij met mij verder wilt…” Ze glimlachte mat, door haar tranen heen. “Natúúrlijk wil ik met je verder. De rest van mijn leven.” De laatste zin kwam er heel zachtjes uit en ze keek me aan. “Wil jij dat ook?”
Ik kuste haar. “Ja, ik wil met jou verder. Je bent een prachtvrouw die ik heel graag naast me wil hebben.” Ze wreef zich tegen me aan; ik voelde haar borsten. “Wil je me dan nu meenemen naar je slaapkamer?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee, nog niet. Ik wil deze avond speciaal maken. En daarvoor hebben we nog wat te doen.” Ze keek me vragend aan. “Jouw ouders… Je moet het ze vertellen van ons. Geen uitstelgedrag meer. Bel ze op en vraag of je morgen langs mag komen. Ik ga met je mee en samen gaan we de relatie tussen jou en jouw ouders in orde maken. Als ik daaraan mee kan helpen, doe ik dat; als je liever alleen gaat, breng ik je weg en haal ik je op. Ik voel dat je hier heel erg tegenop ziet, maar ik denk dat je het moét doen om weer helemaal gelukkig te zijn.”
Ze keek een tijdje zwijgend voor zich uit, keek me toen aan en zei: “Wat ben jij een prachtvent. Je kent m’n ouders niet, maar je denkt nu al aan ze…” Ik schudde mijn hoofd. “Niet aan hen, maar aan jou en indirect ook aan mezelf. Het zit je dwars, het vreet aan je, je houdt van ze, je wilt het weer goedmaken met hen, maar je ziet er heel erg tegenop. Als ik je daarbij kan helpen doe ik dat. Om jou gelukkiger te maken, en mezelf ook.” Ze zuchtte diep. “Oké, dan ga ik ze nu bellen… Help me!”
Ik pakte haar tasje van tafel. Ze nam haar telefoon er uit, zette hem op de speaker en belde. “Boogers.” hoorde ik een stem zeggen. “Dag papa, met Jo…” Meer zei ze niet. Ook aan de andere kant was het even stil.
“Jo? Meisje, lieverd, ben jij dat?” Joline barstte wéér in tranen uit en ik pakte de telefoon van haar over.
“Meneer Boogers, u spreekt nu met Kees Jonkman, een goeie vriend van uw dochter. Joline is momenteel bij mij. Ze wil graag morgen naar u toekomen om dingen uit te praten. Komt dat gelegen?”
“Kees? Ik ken geen Kees. Wie bent u?” De stem klonk bars.
“Zoals ik al zei: ik ben een goeie vriend van uw dochter. Ze heeft mij verteld wat er is gebeurd tussen haar en u en ze wil heel graag dat de verhoudingen weer goed zijn… Is dat nog mogelijk? Kan ze daarover met u en uw vrouw praten? Morgen?”
“Dan wil ik eerst weten hoe het zit met die crimineel op z’n motor.” “Die is al een paar maanden uit beeld. Heeft ze geen contact meer mee. Aan die voorwaarde is voldaan.”
Een zucht van opluchting aan de andere kant.
“Hoe is het nu met Joline?” Ik keek even naast me. “Ze zit hier naast me op de bank te grienen, te snotteren en haar zakdoeken te verslijten. Rode ogen, doorgelopen make-up en ze ziet er niet uit. Maar als u ons morgen wilt ontvangen, zal dat wel gerepareerd zijn.”
Een vrouwenstem klonk.
“Met Joline’s moeder. Mag ik haar even spreken?” Ik gaf de telefoon terug.
“Ma?” klonk een klein stemmetje naast me. “Ma, het is goed met mij, ook al zit ik nu te janken. Het spijt me zó dat ik met m’n kwaaie kop ben weggelopen… En dat voor een waardeloze lul van een vent. Sinds een week ken ik Kees, en ik hou van hem. Mag ik morgen samen met hem bij jullie komen?”
Haar moeder antwoordde. “Ik weet natuurlijk niet waar jullie nu zijn en of het kan, maar waarom komen jullie vanavond niet? Kan dat?”
Ze keek me aan en ik knikte. “Ja, dat kan… als jullie het ook willen…” “Ja, natuurlijk willen wij dat, lieverd!” Haar moeder begon ook te snikken en haar vader nam het gesprek weer over.
“Jo, je bent hier welkom. Nu, vanavond. Moet ik je op komen halen? Zeg maar waar en ik kom er aan.”
Ze gaf de telefoon weer aan mij.
“Meneer Boogers, Kees Jonkman hier. U hoeft haar niet te komen halen, wij stappen zo meteen in mijn auto. Met een uurtje zijn we in Malden.”
Een zucht klonk aan de andere kant. “Dat is goed. Komt u mee?” “Ik breng haar bij u thuis en met uw toestemming kom ik mee met haar.”
Joline griste de telefoon uit mijn hand. “IK wil dat hij meekomt, Pa! En jullie zullen zien dat ik deze keer wél een goeie keuze heb gemaakt.”
“Dan zien we jullie over een uurtje, meisje. Jullie zijn welkom, allebei!”
Joline verbrak de verbinding en keek me aan. Ze zag er inderdaad niet uit. Haar make-up was doorgelopen en haar blauwe ogen waren nat van tranen. Maar ze straalden me tegemoet. Ze sloeg haar armen om mijn nek en fluisterde: “Prachtvent… Kom hier!” Onze lippen raakten elkaar weer en we kusten elkaar minuten lang.
Tot ik me voorzichtig van haar losmaakte en zei “Hé dame, we moeten naar Malden. Daar kun je zo niet aankomen. Gooi een plens water in je gezicht en restaureer je make-up, dan maak ik een paar boterhammen voor onderweg en rijden we die kant uit.”
Ze stond op. “Ik zal meteen een andere blouse aantrekken. Deze is handig voor hekserij, maar minder geschikt voor een ouders-dochter-confrontatie.”
Ze lachte even ondeugend. "En jij moet je wang even wassen... Zit wat lippenstift op!" Ze glipte de logeerkamer weer in, ik waste m'n gezicht en smeerde wat boterhammen. Tien minuten later kwam ze weer tevoorschijn: make-up netjes, haren weer in een vlecht, een zwarte blouse aan met een shawl om haar hals. Gelukkig nog wel dezelfde rok aan.
“Je ziet er weer prachtig uit, dame! Kom, dan gaan we!”
In de lift vroeg ze plotseling: “Hoe weet jij eigenlijk dat mijn ouders in Malden wonen?” Ik grinnikte. “Internet… Ik weet alleen het adres niet, maar ik vertrouw op mijn gids.”
De spits was ondertussen voorbij, dus we konden redelijk doorrijden. Toen we de Maas overstaken realiseerde ik me dat we de boterhammen vergeten waren. Nou ja, er zijn erger dingen. Joline was stil onderweg. Af en toe legde ik mijn hand op haar benen en dan keek ze me even aan.
Vlakbij Malden begon ze aanwijzingen te geven en net binnen het uur zette ik de Volvo stil voor een grote poort in een heg. “En nu?” Ze stapte uit, drukte op een knop en sprak in de intercom.
Even later zwaaide de poort open en reden we omhoog, een slingerend pad op met aan het einde, op een heuvelrand, een forse bungalow.
De deur ging open en twee mensen en een grote herdershond kwamen naar buiten: een lange man met grijs stekelhaar en een blonde vrouw die maar iets kleiner was dan hij. Beiden ergens in de vijftig, maar zo te zien zeer vitaal. Joline stapte uit en rende naar hen toe; ik zette de motor af. Ze omhelsden elkaar en bleven zo een tijdje staan. De hond sprong er blaffend omheen, tot Joline zich bukte en het beest knuffelde. Ik bekeek het vanuit de auto. Dat zat wel goed.
Na een tijdje draaide Joline zich om. ”Kees! Kom!” Ik stapte uit en liep naar hen toe. Het was duidelijk van wie Joline een dochter was: ze leek sprekend op haar moeder en ze had de lengte van haar vader.
“Pa, Ma: dit is Kees Jonkman. Mijn ridder op het witte paard. De man die gezorgd heeft dat ik nu hier ben. Kees, dit zijn mijn vader en moeder!” Ik lachte. “Als je het niet gezegd had, had ik het zó kunnen raden.” Ik schudde de hand van “Rob” en “Tony”.
Ik liet de hond even aan mijn hand snuffelen en hij kwispelde. Ik gaf hem een aai en we gingen naar binnen, Joline met haar arm om mijn middel. “Koffie?” zei Tony. Joline antwoordde voor ons samen. “Graag, ma. Voor Kees zwart met suiker.” Beide dames verdwenen in de keuken.
Rob keek me aan. “Ga zitten en vertel eens”, zei hij kort.
“Joline en ik hebben elkaar een week geleden voor het eerst gesproken. Ik werk in het bedrijfsgebouw waar zij receptioniste is. Ze had ’s avonds laat autopech. Ik bood aan om haar naar huis te brengen; op dat tijdstip laat je een knappe vrouw niet alleen achter op een verlaten industrieterrein.
Ik heb haar thuisgebracht in Ter Aar, wat tips gegeven over haar auto en ben toen weer naar mijn eigen huis in Veldhoven gereden. Afgelopen zondag bood ze als wederdienst aan om samen te lunchen en zijn we wezen wandelen; toen kwamen we er achter dat we meer voor elkaar voelden dan een oppervlakkige vriendschap. Deze week wat telefonisch contact gehad en vanavond kwam ze bij mij logeren.
We zouden een lang weekend samen doorbrengen in mijn flat. Maar omdat ik merkte dat de breuk met jullie vreselijk aan haar vrat, leek het me beter dat ze dat eerst repareerde, anders hing dat als een zwaard van Damocles boven haar hoofd.”
“Je weet dus waarom ze bij ons weg ging?” Ik knikte. “Ja. Het hoe en wat weet ik nog niet exact, maar afgaand op hetgeen ik wél weet, is de vent om wie het gaat een hufter eerste klasse.”
Rob knikte. “Dat vonden wij ook. Absoluut verkeerd type. Een kwartier was hij binnen en had alles wat hij zag al van denigrerend commentaar voorzien. Wilden wij niets mee te maken hebben. Vandaar.”
Hij keek me aan. “Ze slaapt dus dit weekend bij jou.” Ik knikte. “En dan toch eerst hierheen. Waarom?”
“Precies wat ik zei: ik wilde niet dat de breuk tussen jullie langer duurde. Het vrat aan haar, Terwijl ze over jullie vertelde begon ze vreselijk te huilen. Het zal ook aan jullie gevreten hebben.”
Hij knikte. “Weet je hoeveel pijn het doet om je dochter de deur te wijzen omdat ze met een criminele lamstraal wil vrijen?”
“Nee. En ik hoop het ook nooit te weten te komen ook. Wat ik wél weet is dat Joline zielsveel van jullie houdt. Ondanks alles. Twee uur geleden stond er een uiterst zelfverzekerde, knappe vrouw voor mijn deur; een uur later was die knappe vrouw getransformeerd tot een klein, jankend meisje toen ze u aan de telefoon had.”
Ik keek hem aan. Blauwgrijze ogen, doordringend.
“Ik heet Rob. En mijn vrouw heet Tony. Wil je ons ook zo aanspreken? Dat is een voorrecht wat die crimineel nooit gehad heeft.”
Hij stak zijn hand uit. “Dank je wel. Voor het terugbrengen van onze kleine meid.”
Ik grinnikte. “Graag gedaan Rob. Maar ik neem haar vanavond graag weer mee naar Veldhoven.”
Hij keek me aan met een klein glimlachje. “Jullie hadden een weekend samen gepland?”
Ik knikte. “Ja. Exact één week nadat we elkaar voor het eerst gesproken hadden. En ja, ik weet dat dat snel is en zo, maar…”
Hij onderbrak me. “Jullie moeten dat gewoon doen. Punt. Ik vertrouw onze dochter wel aan jou toe. En de hond blijkbaar ook” Die was tijdens ons gesprek rustig naast me komen zitten. Ik knielde er even naast. “Hoe heet ze?”
“Bengel. En dat was ze ook, toen ze jong was. Nu is ze 3 jaar en een prima beest. Niet alleen een fijne gezelschapshond, maar ook een uitstekende waakhond. Je schijnt overigens bij haar in de smaak te vallen; normaal is ze zeer gereserveerd naar vreemden”.
De hond kwispelde en ik aaide haar over haar kop. Ik werd beloond met een paar snelle likken over mijn handen eentje over mijn gezicht.
De dames waren ondertussen klaar met de koffie en kwamen de kamer in. “Jullie hebben gepraat?” vroeg Tony.
Rob knikte, keek Joline doordringend aan en zei: “Jij gaat vanavond nog met Kees mee terug.”
Ze keek hem stomverbaasd aan. “Maar Pa…” Toen keek ze naar mij.
“Sorry Joline, maar ik kreeg net de dringende opdracht van je vader om van een weekend samen inderdaad een ‘weekend samen’ te maken. Dus ergens vanavond ontvoer ik je weer naar Veldhoven. Tenzij dat…”
Ik kon mijn zin niet afmaken. Joline vloog haar vader om de hals, toen haar moeder en toen mij.
Ze bleef naast me staan, haar arm om mijn middel. Haar moeder lachte.
“Dat ziet er prima uit. Ik heb al veel goeds over je gehoord, Kees. En inderdaad: jullie moeten straks terug, maar weet wel dat jullie hier altijd welkom zijn!”
“Dank je wel, Tony. Fijn om dat van jullie te horen. Ik hoop daar veelvuldig gebruik van te maken, maar… dan vraag ik ook aan jullie om over niet al te lange tijd eens richting Veldhoven te komen. Ik woon weliswaar niet op een heuvel, heb geen mooie tuin zoals jullie, maar mijn flatje heeft best wel een aardig uitzicht.”
“Flatje, zeg ‘tie…” Joline snoof. “Hij heeft een prachtig penthouse op de bovenste verdieping van een appartementencomplex. Ik dacht dat ik gek werd toen ik binnenkwam.”
Het werd een ontspannen avond. Rob en Tony waren gezellige praters, Joline was gelukkig en ik dus ook. Er kwamen geen verwijten boven tafel: “We praten er nog wel eens over als we er klaar voor zijn”, zei Tony. Tijdens het gesprek keek ik rond; er stond een foto op de kast van twee grote kerels. En een andere foto, van dezelfde mannen, met Joline er lachend tussenin.
“Zijn dat jullie zoons?” Tony knikte. “Ja, dat zijn onze mannen. Rob junior vaart als machinist op een containerschip en Ton zit in dienst. Hij is … Wat is hij ook alweer, Rob?”
“Hij is pelotonscommandant bij een infanteriecompagnie. Zit vlak bij jou in de buurt, in Oirschot. Kortom: onze zonen zien we niet veel, maar als we ze zien is het groot feest, zeker als ze er allebei zijn!
En nu Jo weer in ons midden is, gaan we zeker een feestje bouwen! Maar daarmee moeten we nog even wachten tot Rob Junior terug is; over twee weken is het zover.” Rob stond erop dat we een borrel moesten drinken om de thuiskomst van Joline te vieren.
Ik hield het bij cola. “Ik moet nog rijden met een kostbare lading.” De avond vloog om en rond half elf namen we afscheid. Joline knuffelde haar vader en moeder lang. Rob gaf me daarna een warme hand.
“Dank voor het thuisbezorgen van onze kleine meid. We hebben rotmaanden gehad. Ze is bij jou in goede handen.”
Tony gaf me een hartelijke knuffel. “Fijn je te leren kennen, Kees. Mogen we jou zien als ’de vriend van’?”
“Nou, ik hoop toch iets meer!” protesteerde ik. Tony keek me aan. Ze had dezelfde blauwe ogen als Joline.
“Daar ben ik oprecht blij om. Geniet van elkaar!”
Bengel sprong tegen me op en vroeg om aandacht. Ik knielde en ze likte mijn gezicht af.
“Hoho dame, dat is voortaan mijn werk”, zei Joline lachend.
De hond had het er moeilijk mee dat ze weer wegging. “Kalm, Bengel… ik kom snel weer terug.” Langzaam reed ik de oprit af.
Nog één knipper met de alarmlichten en toen was het huis uit m’n spiegels verdwenen.
Het was een paar minuten stil in de auto, op een paar snikken na. Eenmaal op de snelweg legde ik mijn hand op haar knie. “Gaat het weer?” “Nu wel weer… ik moest wéér janken. Je bent met een emotioneel wrak op pad, Kees Jonkman. En m’n make-up is wéér een puinhoop.”
“Doe maar geen moeite om dat nu te restaureren. Kun je beter in Veldhoven doen. Ontspan maar lekker, Ome Kees waakt over je.” Ik knipoogde naar haar. “Er ligt een kussentje op de achterbank. Leg dat maar onder je hoofd. Helpt tegen snurken tijdens Bach. Een jas heb ik expres niet meegenomen, dus liefdevol toedekken kan ik deze keer niet.”
Een flauwe glimlach en vijf minuten later was ze vast in slaap. Moe van alle emotie. Haar rok iets opgetrokken, en nu mocht ik zonder schroom naar haar prachtige benen kijken.
Vlakbij huis maakte ik haar wakker. “Hé dame, ga je er een gewoonte van maken om in slaap te vallen als je bij me in de auto zit? Wakker worden, we zijn er bijna!” Ze keek me slaperig aan.
“Laat me slapen… ik droomde juist zo fijn… Dat ik lekker in jouw armen lag en we heerlijk aan het zoenen waren.”
“Daar kun je straks mee verder gaan, dat beloof ik je. Maar nu even wakker worden. We zijn er zó.”
Toen we het appartement binnen waren, vloog ze me weer om de hals. “Jij bent het beste wat me ooit is overkomen”, hoorde ik haar in mijn oor fluisteren. Haar warme lichaam wreef tegen me aan.
Ik streelde haar schouders, trok het shawltje van haar hals en kuste haar nek. Ik streelde haar haren uit haar hals en zoog zachtjes aan haar oorlelletje. “En wat is mijn heks nu van plan?” Joline keek me aan.
“Eerst mezelf even opknappen. Ik zie er wéér niet uit!” Ze liep de keuken in en waste haar gezicht. Tijdens het afdrogen ontdekte ze de boterhammen die we waren vergeten.
“Eten! Weet je dat we niet eens gegeten hebben, behalve een plak cake en wat knabbels bij Pa en Ma? Ik rammel!” Nu ze het er over had… Ik had ook best trek!
“Oké, de liefde van de vrouw gaat blijkbaar ook door de maag… Waar heeft mevrouw zin in?”
“Mevrouw lust wel een bruine boterham met kaas.” “Glaasje wijn als aperitief?” Joline knikte. “Lekker!”
Ik schonk twee glazen wijn in en ging op een van de keukenkrukken zitten. De boterhammen met kaas gingen er bij ons beiden snel in.
Joline ging tijdens het eten op de U-vorm van de keuken zitten, één voet op mijn barkruk, de andere bengelend. Ze stak zo een stuk boven me uit. Ik kon een groot stuk van haar mooie bovenbenen zien en dat zag ze, maar deed niets om haar rok omlaag te trekken.
“Jij mag naar mijn benen kijken… zo ver als je wilt. En ze strelen. Maar vertel ondertussen eens wat meer over jezelf. Ik heb vanavond wat dingen opgevangen van het gesprek tussen jou en pa. Dingen die ik niet wist. En ja, ook ik heb deze week Google gebruikt.
Ik kwam je tegen als veelbelovend technisch talent, een paar artikelen in het bedrijfsblad van een scheepswerf in Gorinchem, wat hardloopfoto’s van de TU Eindhoven, een krantenartikel uit een krant in Amersfoort met paar foto’s waar je in uniform op staat en een of ander rood touw omgehangen krijgt en zelfs eentje waarbij je, zwaar bewapend, samen met een aantal andere soldaten op staat. Zo te zien in Afghanistan.
En een paar uiterst technische artikelen, waaronder je dissertatie, waar ik overigens geen bal van begreep. Maar verder weinig feitelijke info.
Vertel eens, Kees: wie zit hier tegenover me?”
Geen probleemkind, altijd goeie cijfers gehaald op het VWO, gaan studeren, Bachelor bedrijfseconomie gehaald, een paar extra Minors gedaan… Studiebol. Volgens mede-studenten best wel knap, maar oersaai. Perfectionist. Geen sociaal leven behalve twee keer in de week hardlopen. In het weekend altijd braaf naar huis. Tot ik deze baan kreeg. Als opstapje niet verkeerd overigens, het betaalt goed. Je bent niet alleen receptioniste, maar ook deels verantwoordelijk voor diverse archieven van de in het pand gevestigde firma’s. Redelijk zelfstandig met vrij grote verantwoording.
Maar ik wilde meer, de economie in en ondertussen een Master halen. En toen liep ik tijdens een feestje van een studiegenoot een zekere Ray Holtinge tegen het lijf. Stoer, op een ruige manier knap, altijd geld genoeg, echter op schimmige wijze verkregen, hoorde ik later. Lid van zo’n motorclub. Bijzonder gewild bij andere meiden.
We gingen een keer uit en ik was verkocht. Viel als een blok voor ‘m. Ik nam hem mee naar m’n ouders, op de motor, ik achterop. Dat was geen succes. Hij had commentaar op alles wat hij zag. Mijn ouders vroegen hem na één kop koffie het huis te verlaten. Terwijl hij woedend z’n motor startte zeiden ze tegen mij: als jij met hem verder gaat, hoef je niet meer bij ons aan te kloppen. Kiezen of delen. Ik koos voor hem. Met gillende ruzie weggegaan. ’s Avonds door mijn jongste broer via de telefoon uitgekafferd; een dag later deed m’n oudste broer het via Skype nog eens dunnetjes over. En sinds die tijd niet meer thuis geweest.
Korte tijd later betrapte ik ‘meneer’ Holtinge dus in het bed van een huisgenoot van wie ik dacht dat het een vriendin was. Toen ik binnenkwam gingen ze gewoon door met waar ze mee bezig waren, allebei zo stoned en bezopen als wat. Nadat ik hen naar alle hoeken van de hel had vervloekt, sloot ik ze op; de stomme teef had de sleutel in het slot van haar kamer laten zitten. De sleutels van zijn motor nam ik ook mee. Helaas voor hen had haar slaapkamer slechts één raam en een uiterst stevige deur. En je hebt weinig aan een raam op de zesde verdieping als je eruit wilt. Ze zullen een aardige tijd bezig zijn geweest om eruit te komen.
Gaf mij de tijd om in no time m’n spullen te pakken en te vluchten. De sleutels heb ik in een rioolput gegooid. Toen ingetrokken bij een voormalig studiegenote. In feite ondergedoken, op de vlucht; ik had hem publiekelijk vernederd en hem kennende zou hij wraak kunnen nemen. Waarschijnlijk wipte hij elke avond ergens anders; hij was veel weg. Na een maand kon ik de flat krijgen waar ik nu woon; puur geluk; dat adres kent hij niet. En sinds die tijd bestaat mijn leven weer uit werken, eten en slapen. Totdat jij kwam…” Ze kuste me.
“En je ouders? Weten die van de laatste twee maanden?” Ze schudde haar hoofd. “Nee. Ik had geen zin om daar als de vrouwelijke variant van de verloren zoon met hangende pootjes weer aan te komen. Eerst mijn leven weer op orde brengen en daarna zien we wel weer.”
Ik schudde mijn hoofd. “Ik snap het, maar begrijp je dat zij waarschijnlijk zwaar in de rats zitten om jou?” Ze kroop dichter tegen me aan. “Ja…. Maar ik vind het zo moeilijk! Hoe moet ik daar aankomen? Hallo, ik ben er weer, en nu in m’n eentje? Kunnen we weer lief tegen elkaar zijn, zoals vroeger? Ik…ik ben zó bang dat ik het voorgoed verprutst heb… ik dúrf het niet!”
Haar schouders schokten en ze begroef haar hoofd in haar handen. Ik dacht even na en draaide haar gezicht naar me toe. Tranen stroomden over haar wangen. “Lieve Joline, we kunnen ook samen gaan. Dat wil zeggen: als jij met mij verder wilt…” Ze glimlachte mat, door haar tranen heen. “Natúúrlijk wil ik met je verder. De rest van mijn leven.” De laatste zin kwam er heel zachtjes uit en ze keek me aan. “Wil jij dat ook?”
Ik kuste haar. “Ja, ik wil met jou verder. Je bent een prachtvrouw die ik heel graag naast me wil hebben.” Ze wreef zich tegen me aan; ik voelde haar borsten. “Wil je me dan nu meenemen naar je slaapkamer?”
Ik schudde mijn hoofd. “Nee, nog niet. Ik wil deze avond speciaal maken. En daarvoor hebben we nog wat te doen.” Ze keek me vragend aan. “Jouw ouders… Je moet het ze vertellen van ons. Geen uitstelgedrag meer. Bel ze op en vraag of je morgen langs mag komen. Ik ga met je mee en samen gaan we de relatie tussen jou en jouw ouders in orde maken. Als ik daaraan mee kan helpen, doe ik dat; als je liever alleen gaat, breng ik je weg en haal ik je op. Ik voel dat je hier heel erg tegenop ziet, maar ik denk dat je het moét doen om weer helemaal gelukkig te zijn.”
Ze keek een tijdje zwijgend voor zich uit, keek me toen aan en zei: “Wat ben jij een prachtvent. Je kent m’n ouders niet, maar je denkt nu al aan ze…” Ik schudde mijn hoofd. “Niet aan hen, maar aan jou en indirect ook aan mezelf. Het zit je dwars, het vreet aan je, je houdt van ze, je wilt het weer goedmaken met hen, maar je ziet er heel erg tegenop. Als ik je daarbij kan helpen doe ik dat. Om jou gelukkiger te maken, en mezelf ook.” Ze zuchtte diep. “Oké, dan ga ik ze nu bellen… Help me!”
Ik pakte haar tasje van tafel. Ze nam haar telefoon er uit, zette hem op de speaker en belde. “Boogers.” hoorde ik een stem zeggen. “Dag papa, met Jo…” Meer zei ze niet. Ook aan de andere kant was het even stil.
“Jo? Meisje, lieverd, ben jij dat?” Joline barstte wéér in tranen uit en ik pakte de telefoon van haar over.
“Meneer Boogers, u spreekt nu met Kees Jonkman, een goeie vriend van uw dochter. Joline is momenteel bij mij. Ze wil graag morgen naar u toekomen om dingen uit te praten. Komt dat gelegen?”
“Kees? Ik ken geen Kees. Wie bent u?” De stem klonk bars.
“Zoals ik al zei: ik ben een goeie vriend van uw dochter. Ze heeft mij verteld wat er is gebeurd tussen haar en u en ze wil heel graag dat de verhoudingen weer goed zijn… Is dat nog mogelijk? Kan ze daarover met u en uw vrouw praten? Morgen?”
“Dan wil ik eerst weten hoe het zit met die crimineel op z’n motor.” “Die is al een paar maanden uit beeld. Heeft ze geen contact meer mee. Aan die voorwaarde is voldaan.”
Een zucht van opluchting aan de andere kant.
“Hoe is het nu met Joline?” Ik keek even naast me. “Ze zit hier naast me op de bank te grienen, te snotteren en haar zakdoeken te verslijten. Rode ogen, doorgelopen make-up en ze ziet er niet uit. Maar als u ons morgen wilt ontvangen, zal dat wel gerepareerd zijn.”
Een vrouwenstem klonk.
“Met Joline’s moeder. Mag ik haar even spreken?” Ik gaf de telefoon terug.
“Ma?” klonk een klein stemmetje naast me. “Ma, het is goed met mij, ook al zit ik nu te janken. Het spijt me zó dat ik met m’n kwaaie kop ben weggelopen… En dat voor een waardeloze lul van een vent. Sinds een week ken ik Kees, en ik hou van hem. Mag ik morgen samen met hem bij jullie komen?”
Haar moeder antwoordde. “Ik weet natuurlijk niet waar jullie nu zijn en of het kan, maar waarom komen jullie vanavond niet? Kan dat?”
Ze keek me aan en ik knikte. “Ja, dat kan… als jullie het ook willen…” “Ja, natuurlijk willen wij dat, lieverd!” Haar moeder begon ook te snikken en haar vader nam het gesprek weer over.
“Jo, je bent hier welkom. Nu, vanavond. Moet ik je op komen halen? Zeg maar waar en ik kom er aan.”
Ze gaf de telefoon weer aan mij.
“Meneer Boogers, Kees Jonkman hier. U hoeft haar niet te komen halen, wij stappen zo meteen in mijn auto. Met een uurtje zijn we in Malden.”
Een zucht klonk aan de andere kant. “Dat is goed. Komt u mee?” “Ik breng haar bij u thuis en met uw toestemming kom ik mee met haar.”
Joline griste de telefoon uit mijn hand. “IK wil dat hij meekomt, Pa! En jullie zullen zien dat ik deze keer wél een goeie keuze heb gemaakt.”
“Dan zien we jullie over een uurtje, meisje. Jullie zijn welkom, allebei!”
Joline verbrak de verbinding en keek me aan. Ze zag er inderdaad niet uit. Haar make-up was doorgelopen en haar blauwe ogen waren nat van tranen. Maar ze straalden me tegemoet. Ze sloeg haar armen om mijn nek en fluisterde: “Prachtvent… Kom hier!” Onze lippen raakten elkaar weer en we kusten elkaar minuten lang.
Tot ik me voorzichtig van haar losmaakte en zei “Hé dame, we moeten naar Malden. Daar kun je zo niet aankomen. Gooi een plens water in je gezicht en restaureer je make-up, dan maak ik een paar boterhammen voor onderweg en rijden we die kant uit.”
Ze stond op. “Ik zal meteen een andere blouse aantrekken. Deze is handig voor hekserij, maar minder geschikt voor een ouders-dochter-confrontatie.”
Ze lachte even ondeugend. "En jij moet je wang even wassen... Zit wat lippenstift op!" Ze glipte de logeerkamer weer in, ik waste m'n gezicht en smeerde wat boterhammen. Tien minuten later kwam ze weer tevoorschijn: make-up netjes, haren weer in een vlecht, een zwarte blouse aan met een shawl om haar hals. Gelukkig nog wel dezelfde rok aan.
“Je ziet er weer prachtig uit, dame! Kom, dan gaan we!”
In de lift vroeg ze plotseling: “Hoe weet jij eigenlijk dat mijn ouders in Malden wonen?” Ik grinnikte. “Internet… Ik weet alleen het adres niet, maar ik vertrouw op mijn gids.”
De spits was ondertussen voorbij, dus we konden redelijk doorrijden. Toen we de Maas overstaken realiseerde ik me dat we de boterhammen vergeten waren. Nou ja, er zijn erger dingen. Joline was stil onderweg. Af en toe legde ik mijn hand op haar benen en dan keek ze me even aan.
Vlakbij Malden begon ze aanwijzingen te geven en net binnen het uur zette ik de Volvo stil voor een grote poort in een heg. “En nu?” Ze stapte uit, drukte op een knop en sprak in de intercom.
Even later zwaaide de poort open en reden we omhoog, een slingerend pad op met aan het einde, op een heuvelrand, een forse bungalow.
De deur ging open en twee mensen en een grote herdershond kwamen naar buiten: een lange man met grijs stekelhaar en een blonde vrouw die maar iets kleiner was dan hij. Beiden ergens in de vijftig, maar zo te zien zeer vitaal. Joline stapte uit en rende naar hen toe; ik zette de motor af. Ze omhelsden elkaar en bleven zo een tijdje staan. De hond sprong er blaffend omheen, tot Joline zich bukte en het beest knuffelde. Ik bekeek het vanuit de auto. Dat zat wel goed.
Na een tijdje draaide Joline zich om. ”Kees! Kom!” Ik stapte uit en liep naar hen toe. Het was duidelijk van wie Joline een dochter was: ze leek sprekend op haar moeder en ze had de lengte van haar vader.
“Pa, Ma: dit is Kees Jonkman. Mijn ridder op het witte paard. De man die gezorgd heeft dat ik nu hier ben. Kees, dit zijn mijn vader en moeder!” Ik lachte. “Als je het niet gezegd had, had ik het zó kunnen raden.” Ik schudde de hand van “Rob” en “Tony”.
Ik liet de hond even aan mijn hand snuffelen en hij kwispelde. Ik gaf hem een aai en we gingen naar binnen, Joline met haar arm om mijn middel. “Koffie?” zei Tony. Joline antwoordde voor ons samen. “Graag, ma. Voor Kees zwart met suiker.” Beide dames verdwenen in de keuken.
Rob keek me aan. “Ga zitten en vertel eens”, zei hij kort.
“Joline en ik hebben elkaar een week geleden voor het eerst gesproken. Ik werk in het bedrijfsgebouw waar zij receptioniste is. Ze had ’s avonds laat autopech. Ik bood aan om haar naar huis te brengen; op dat tijdstip laat je een knappe vrouw niet alleen achter op een verlaten industrieterrein.
Ik heb haar thuisgebracht in Ter Aar, wat tips gegeven over haar auto en ben toen weer naar mijn eigen huis in Veldhoven gereden. Afgelopen zondag bood ze als wederdienst aan om samen te lunchen en zijn we wezen wandelen; toen kwamen we er achter dat we meer voor elkaar voelden dan een oppervlakkige vriendschap. Deze week wat telefonisch contact gehad en vanavond kwam ze bij mij logeren.
We zouden een lang weekend samen doorbrengen in mijn flat. Maar omdat ik merkte dat de breuk met jullie vreselijk aan haar vrat, leek het me beter dat ze dat eerst repareerde, anders hing dat als een zwaard van Damocles boven haar hoofd.”
“Je weet dus waarom ze bij ons weg ging?” Ik knikte. “Ja. Het hoe en wat weet ik nog niet exact, maar afgaand op hetgeen ik wél weet, is de vent om wie het gaat een hufter eerste klasse.”
Rob knikte. “Dat vonden wij ook. Absoluut verkeerd type. Een kwartier was hij binnen en had alles wat hij zag al van denigrerend commentaar voorzien. Wilden wij niets mee te maken hebben. Vandaar.”
Hij keek me aan. “Ze slaapt dus dit weekend bij jou.” Ik knikte. “En dan toch eerst hierheen. Waarom?”
“Precies wat ik zei: ik wilde niet dat de breuk tussen jullie langer duurde. Het vrat aan haar, Terwijl ze over jullie vertelde begon ze vreselijk te huilen. Het zal ook aan jullie gevreten hebben.”
Hij knikte. “Weet je hoeveel pijn het doet om je dochter de deur te wijzen omdat ze met een criminele lamstraal wil vrijen?”
“Nee. En ik hoop het ook nooit te weten te komen ook. Wat ik wél weet is dat Joline zielsveel van jullie houdt. Ondanks alles. Twee uur geleden stond er een uiterst zelfverzekerde, knappe vrouw voor mijn deur; een uur later was die knappe vrouw getransformeerd tot een klein, jankend meisje toen ze u aan de telefoon had.”
Ik keek hem aan. Blauwgrijze ogen, doordringend.
“Ik heet Rob. En mijn vrouw heet Tony. Wil je ons ook zo aanspreken? Dat is een voorrecht wat die crimineel nooit gehad heeft.”
Hij stak zijn hand uit. “Dank je wel. Voor het terugbrengen van onze kleine meid.”
Ik grinnikte. “Graag gedaan Rob. Maar ik neem haar vanavond graag weer mee naar Veldhoven.”
Hij keek me aan met een klein glimlachje. “Jullie hadden een weekend samen gepland?”
Ik knikte. “Ja. Exact één week nadat we elkaar voor het eerst gesproken hadden. En ja, ik weet dat dat snel is en zo, maar…”
Hij onderbrak me. “Jullie moeten dat gewoon doen. Punt. Ik vertrouw onze dochter wel aan jou toe. En de hond blijkbaar ook” Die was tijdens ons gesprek rustig naast me komen zitten. Ik knielde er even naast. “Hoe heet ze?”
“Bengel. En dat was ze ook, toen ze jong was. Nu is ze 3 jaar en een prima beest. Niet alleen een fijne gezelschapshond, maar ook een uitstekende waakhond. Je schijnt overigens bij haar in de smaak te vallen; normaal is ze zeer gereserveerd naar vreemden”.
De hond kwispelde en ik aaide haar over haar kop. Ik werd beloond met een paar snelle likken over mijn handen eentje over mijn gezicht.
De dames waren ondertussen klaar met de koffie en kwamen de kamer in. “Jullie hebben gepraat?” vroeg Tony.
Rob knikte, keek Joline doordringend aan en zei: “Jij gaat vanavond nog met Kees mee terug.”
Ze keek hem stomverbaasd aan. “Maar Pa…” Toen keek ze naar mij.
“Sorry Joline, maar ik kreeg net de dringende opdracht van je vader om van een weekend samen inderdaad een ‘weekend samen’ te maken. Dus ergens vanavond ontvoer ik je weer naar Veldhoven. Tenzij dat…”
Ik kon mijn zin niet afmaken. Joline vloog haar vader om de hals, toen haar moeder en toen mij.
Ze bleef naast me staan, haar arm om mijn middel. Haar moeder lachte.
“Dat ziet er prima uit. Ik heb al veel goeds over je gehoord, Kees. En inderdaad: jullie moeten straks terug, maar weet wel dat jullie hier altijd welkom zijn!”
“Dank je wel, Tony. Fijn om dat van jullie te horen. Ik hoop daar veelvuldig gebruik van te maken, maar… dan vraag ik ook aan jullie om over niet al te lange tijd eens richting Veldhoven te komen. Ik woon weliswaar niet op een heuvel, heb geen mooie tuin zoals jullie, maar mijn flatje heeft best wel een aardig uitzicht.”
“Flatje, zeg ‘tie…” Joline snoof. “Hij heeft een prachtig penthouse op de bovenste verdieping van een appartementencomplex. Ik dacht dat ik gek werd toen ik binnenkwam.”
Het werd een ontspannen avond. Rob en Tony waren gezellige praters, Joline was gelukkig en ik dus ook. Er kwamen geen verwijten boven tafel: “We praten er nog wel eens over als we er klaar voor zijn”, zei Tony. Tijdens het gesprek keek ik rond; er stond een foto op de kast van twee grote kerels. En een andere foto, van dezelfde mannen, met Joline er lachend tussenin.
“Zijn dat jullie zoons?” Tony knikte. “Ja, dat zijn onze mannen. Rob junior vaart als machinist op een containerschip en Ton zit in dienst. Hij is … Wat is hij ook alweer, Rob?”
“Hij is pelotonscommandant bij een infanteriecompagnie. Zit vlak bij jou in de buurt, in Oirschot. Kortom: onze zonen zien we niet veel, maar als we ze zien is het groot feest, zeker als ze er allebei zijn!
En nu Jo weer in ons midden is, gaan we zeker een feestje bouwen! Maar daarmee moeten we nog even wachten tot Rob Junior terug is; over twee weken is het zover.” Rob stond erop dat we een borrel moesten drinken om de thuiskomst van Joline te vieren.
Ik hield het bij cola. “Ik moet nog rijden met een kostbare lading.” De avond vloog om en rond half elf namen we afscheid. Joline knuffelde haar vader en moeder lang. Rob gaf me daarna een warme hand.
“Dank voor het thuisbezorgen van onze kleine meid. We hebben rotmaanden gehad. Ze is bij jou in goede handen.”
Tony gaf me een hartelijke knuffel. “Fijn je te leren kennen, Kees. Mogen we jou zien als ’de vriend van’?”
“Nou, ik hoop toch iets meer!” protesteerde ik. Tony keek me aan. Ze had dezelfde blauwe ogen als Joline.
“Daar ben ik oprecht blij om. Geniet van elkaar!”
Bengel sprong tegen me op en vroeg om aandacht. Ik knielde en ze likte mijn gezicht af.
“Hoho dame, dat is voortaan mijn werk”, zei Joline lachend.
De hond had het er moeilijk mee dat ze weer wegging. “Kalm, Bengel… ik kom snel weer terug.” Langzaam reed ik de oprit af.
Nog één knipper met de alarmlichten en toen was het huis uit m’n spiegels verdwenen.
Het was een paar minuten stil in de auto, op een paar snikken na. Eenmaal op de snelweg legde ik mijn hand op haar knie. “Gaat het weer?” “Nu wel weer… ik moest wéér janken. Je bent met een emotioneel wrak op pad, Kees Jonkman. En m’n make-up is wéér een puinhoop.”
“Doe maar geen moeite om dat nu te restaureren. Kun je beter in Veldhoven doen. Ontspan maar lekker, Ome Kees waakt over je.” Ik knipoogde naar haar. “Er ligt een kussentje op de achterbank. Leg dat maar onder je hoofd. Helpt tegen snurken tijdens Bach. Een jas heb ik expres niet meegenomen, dus liefdevol toedekken kan ik deze keer niet.”
Een flauwe glimlach en vijf minuten later was ze vast in slaap. Moe van alle emotie. Haar rok iets opgetrokken, en nu mocht ik zonder schroom naar haar prachtige benen kijken.
Vlakbij huis maakte ik haar wakker. “Hé dame, ga je er een gewoonte van maken om in slaap te vallen als je bij me in de auto zit? Wakker worden, we zijn er bijna!” Ze keek me slaperig aan.
“Laat me slapen… ik droomde juist zo fijn… Dat ik lekker in jouw armen lag en we heerlijk aan het zoenen waren.”
“Daar kun je straks mee verder gaan, dat beloof ik je. Maar nu even wakker worden. We zijn er zó.”
Toen we het appartement binnen waren, vloog ze me weer om de hals. “Jij bent het beste wat me ooit is overkomen”, hoorde ik haar in mijn oor fluisteren. Haar warme lichaam wreef tegen me aan.
Ik streelde haar schouders, trok het shawltje van haar hals en kuste haar nek. Ik streelde haar haren uit haar hals en zoog zachtjes aan haar oorlelletje. “En wat is mijn heks nu van plan?” Joline keek me aan.
“Eerst mezelf even opknappen. Ik zie er wéér niet uit!” Ze liep de keuken in en waste haar gezicht. Tijdens het afdrogen ontdekte ze de boterhammen die we waren vergeten.
“Eten! Weet je dat we niet eens gegeten hebben, behalve een plak cake en wat knabbels bij Pa en Ma? Ik rammel!” Nu ze het er over had… Ik had ook best trek!
“Oké, de liefde van de vrouw gaat blijkbaar ook door de maag… Waar heeft mevrouw zin in?”
“Mevrouw lust wel een bruine boterham met kaas.” “Glaasje wijn als aperitief?” Joline knikte. “Lekker!”
Ik schonk twee glazen wijn in en ging op een van de keukenkrukken zitten. De boterhammen met kaas gingen er bij ons beiden snel in.
Joline ging tijdens het eten op de U-vorm van de keuken zitten, één voet op mijn barkruk, de andere bengelend. Ze stak zo een stuk boven me uit. Ik kon een groot stuk van haar mooie bovenbenen zien en dat zag ze, maar deed niets om haar rok omlaag te trekken.
“Jij mag naar mijn benen kijken… zo ver als je wilt. En ze strelen. Maar vertel ondertussen eens wat meer over jezelf. Ik heb vanavond wat dingen opgevangen van het gesprek tussen jou en pa. Dingen die ik niet wist. En ja, ook ik heb deze week Google gebruikt.
Ik kwam je tegen als veelbelovend technisch talent, een paar artikelen in het bedrijfsblad van een scheepswerf in Gorinchem, wat hardloopfoto’s van de TU Eindhoven, een krantenartikel uit een krant in Amersfoort met paar foto’s waar je in uniform op staat en een of ander rood touw omgehangen krijgt en zelfs eentje waarbij je, zwaar bewapend, samen met een aantal andere soldaten op staat. Zo te zien in Afghanistan.
En een paar uiterst technische artikelen, waaronder je dissertatie, waar ik overigens geen bal van begreep. Maar verder weinig feitelijke info.
Vertel eens, Kees: wie zit hier tegenover me?”
Lees verder: Mini - 7
Er zijn nog geen trefwoorden voor dit verhaal. Welke trefwoorden passen volgens jou bij dit verhaal?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10