Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Keith
Datum: 25-02-2019 | Cijfer: 9.5 | Gelezen: 14340
Lengte: Lang | Leestijd: 27 minuten | Lezers Online: 1
Vervolg op: Mini - 40
Vrijdag. Tijdens het ontbijt zei Joline tegen me: “We moeten de rest van de familie even vertellen dat motormuis voorlopig achter tralies zit. Scheelt in ieder geval Pa en Ma een hoop kopzorgen.” Ik knikte. “Goed dat je daar aan denkt! Was ik nog niet op gekomen.” Eenmaal in Gorinchem opende ik de mail en schreef een berichtje naar Amersfoort, Malden en Wageningen. Ook naar Ton, met het verzoek dit door te geven aan zijn peloton.

Om tien uur opende ik de groepsbespreking. Meteen kwam Frits met de vraag wie van het team overgeplaatst zou gaan worden. “Frits, ik weet het niet. Theo heeft besloten dat de plaatsvervanger van het Piratenteam moest komen. Ik geef hem geen ongelijk, want jullie kunnen dat, zonder uitzondering, allemaal aan. Maar wie het word… Ik vraag vrijwilligers.”
Het bleef stil. Men keek naar elkaar, maar niemand stak zijn hand op.
“Oké, stelletje eigenheimers. Als jullie er zó over denken… Ik vat dit op als een enorm compliment. Ik ga dus ook niemand voordragen. Theo mag dus zelf beslissen. Maar wie het ook wordt: wees er trots op en probeer de sfeer die wij hier hebben, mee te nemen.” De vergadering ging verder met de status van de diverse projecten en was rond elf uur afgelopen.

Toen ik op m’n telefoon keek, had Miranda, mijn voormalige collega van de TH, een berichtje gestuurd. “Sorry Kees, maandag kan ik niet, komt dinsdag uit?” Ik stuurde een “OK” terug en lichtte Theo in. Die greep de gelegenheid meteen aan om een naam te vragen als plaatsvervanger voor het nieuwe team. “Sorry Theo… Ik heb vanochtend vrijwilligers gevraagd… resultaat nul. Men zat appelig voor zich uit te staren. Er zijn geen vrijwilligers.”
Hij keek bedenkelijk. “Verdorie Kees, ook ik baal ervan om iemand uit jouw team te trekken, maar aan de andere kant is het wel zo fair richting de andere teams. Ehhh… vanmiddag om 13:00 wil ik nog een halfuurtje met alle teamleiders overleggen; dan breng ik dit ter sprake.”
Tijdens de lunchwandeling vroeg ik aan Joline of ze met Gonnie en haar collega’s had gesproken. Ze antwoordde bevestigend. “Ze waren blij, Kees. En helemaal toen ik vertelde dat ze konden blijven zitten waar ze zaten! Was een prima suggestie van je. Verder hebben we nog even gesproken over de vacatures; ze waren wel heel benieuwd naar Fred, want die krijgt een vaste plek in hun ruimte.” Ze giechelde. “Ik heb ze verteld dat het wel eens wat minder rustig zou kunnen worden op hun bureau…”

Na de wandeling liep ik bij Theo naar binnen. De rest zat al. “Ah, Kees. Pak een bak koffie en ga zitten.” Theo keek de tafel rond. “Heren, we hebben een probleempje. Ik had gezegd dat de plaatsvervanger van het nieuwe team bij Kees uit z’n Piratenbende moest komen. Alleen… Er zijn daar geen vrijwilligers. En Kees vertikt het om iemand aan te wijzen. Suggesties graag.”
Iedereen keek eerst naar mij. “Nee heren, ik ga écht niemand aanwijzen. Sorry. Deze beslissing wil ik niet nemen.” Klaas mompelde wat voor zich uit en Theo keek hem aan. “Klaas, als je iets kwijt wil, zeg het dan hardop.” Zijn toon was ongewoon scherp, teken dat ook hij gespannen was.
“Oké baas, als je het persé wilt horen: Never change a winning team. Dat zei ik. Vrij vertaald: laat Kees z’n club met rust. Het is het meest productieve en effectieve team van je bedrijf; waarom daarin gaan roeren?” Ik stond paf. Uitgerekend Klaas die zoiets zei.
Theo keek de kring rond. “Oké, ik wil van ieder van jullie je mening horen.” Stuk voor stuk gaven de collega’s aan met Klaas zijn voorstel mee te gaan. Uiteindelijk keek hij mij aan. “Je hoort het, Kees. De Piraten blijven onaangetast. Als ik van te voren geweten had dat jouw team me zoveel hoofdbrekens zou bezorgen…” Hij glimlachte. “Onzin. Jouw club is inderdaad een ‘Team’ met hoofdletter. Wees er trots op.”
Een loden last viel van mijn schouders. “Ik ben er heel erg blij mee, collega’s. Dank voor het vertrouwen en de steun.”
Theo bleef grijnzen. “Zal ik jullie een geheimpje vertellen? Ik kwam gisteren thuis en vertelde Gertie van dit probleem. Ze keek me aan en zei: ‘Ben jij nou directeur van DT of niet? Als Kees z’n team zo goed werkt, laat ze dan lekker met rust! Dat betaalt zich dubbel en dwars uit.’ Vrij vertaald: ik kreeg gewoon op m’n flikker.”
We schoten in de lach om zijn verongelijkte gezicht. “Oké, probleem opgelost. Zijn er verder nog brandende zaken waar jullie mij voor nodig hebben? Zo niet, dan ga ik richting huis, want Gertie en ik krijgen hoog bezoek vanavond. Een of andere opperpiraat en z’n vriendin. Kees: acht uur zijn jullie welkom. Niet eerder, want dan sta ik waarschijnlijk nog in m’n schortje te stofzuigen of zo… De rest: een fijn weekend gewenst!” En met een zwaai was hij verdwenen.
We stonden op en ik gaf Klaas een tik op z’n schouder. “Dank je wel voor je voorzet, Klaas.” Hij keek me aan. “Je verdient het. Ik ben jaloers op jouw club.” Ik boog me naar hem toe. “Ik heb uit betrouwbare bron vernomen dat het bij jou sinds een paar weken ook bergopwaarts gaat met de sfeer.” Hij knikte. “Volgende week komen ze bij mij thuis.”

Ik liep naar de koffieruimte, pakte een stenen mok en liep daarna de groepsruimte van het Piratenteam binnen. Daar heerste stilte. Iedereen zat achter z’n beeldscherm, verdiept in tekeningen en ontwerpen. Midden in de groepsruimte stond een betonnen pilaar. Ik mikte en gooide de mok tegen de pilaar in scherven en iedereen dook in elkaar.
“Zo! Zijn we weer een beetje wakker, heren? Ik heb jullie verdorie nog nooit zo stil gehoord! Waar is die arbeidsvreugde gebleven?” André keek me aan. “’t Is bijna weekend Kees. Da’s een hinderlijke onderbreking van de werkweek.” Ik grinnikte.
“Oké Piraten, luister en huiver. Ik heb twee mededelingen te doen.” Ik had de onmiddellijke aandacht. “Het slechte nieuws is: niemand van ons wordt plaatsvervanger. Het goede nieuws is: niemand van ons wordt plaatsvervanger. Einde mededelingen.”
Frits sprak als eerste. “Ehh… Kees… houdt dat in dat…” André vulde hem aan. “…het Piratenteam intact blijft?” Ik knikte en kon niet helpen dat ik een brede grijns op m’n gezicht had. Zes man sprongen op in een explosie van lawaai. “Met de groeten van Theo en de andere teamleiders!” kon ik nog net er bovenuit brullen. Henk kwam naar me toe. “Gefeliciteerd man!” En achter Henk kwam de rest ook, elkaar op de schouders kloppend.
We besloten de middag in opperbeste stemming. Om vier uur stuurde ik de club naar huis met de mededeling dat ze maandag kennis zouden maken met Fred en dinsdag met Miranda. “En waarschijnlijk ga ik jullie dan als lichtend voorbeeld misbruiken hoe wij hier werken…” Ik ruimde mijn bureau op en om half vijf meldde ik me bij Joline’s desk.

“Dag lieve dames van de receptie. Heb ik uw permissie om de boel de boel te laten en me te gaan douchen? Ik moet met mijn vriendinnetje op bezoek bij de baas.” Angelique gniffelde. “En als we die toestemming nu eens weigeren?” Ik keek haar aan. “Dan denk ik dat jij het nog moeilijker met Theo krijgt, dame… Hij heeft nog steeds een rekening met je vereffenen.”
Ze keek verontrust. “Meen je dat?” Ik knikte. “Ooit komt er een moment waarop hij je onderuit haalt. En dat moment is onverwacht, reken daar maar op.” “Kees Jonkman, zit dat arme kind niet zo te stangen!” Joline sprong op de bres en draaide zich naar Angelique. “Het ergste wat je kan overkomen is dat je drie zoenen krijgt. Misschien zes. Nou, er zijn lelijker kerels dan Theo. Er staat er eentje voor je. Wij gaan in ieder geval even douchen, daarna zijn we weg. Jij mag om zes uur de laatste ronde lopen en daarna afsluiten!”

We liepen naar de auto en pakten elk een weekendtas. Na het douchen liepen we de hal weer in. Angelique floot bewonderend. “Wát een mooie combinatie… Past perfect!” Joline lachte breeduit. “Ja, het is weer eens wat anders dan een zwarte rok en een vestje hé?” Angelique schudde ondeugend lachend haar hoofd. “Ik bedoelde eigenlijk de combinatie van jullie tweeën…”
Ik maakte een buiging. “Dank u mevrouw. Het overkomt mij niet vaak dat ik complimenten krijg van andere dames dan die blonde schoonheid hier naast mij.” Joline nam me bij de arm. “Voordat je naast je schoenen gaat lopen van verwaandheid neem ik je maar mee. Angelique: een goed weekend toegewenst; we zien elkaar maandag weer… De laatste week als receptionistes!” Angelique lachte. “We gaan er van genieten! Goed weekend!”

Eenmaal in de auto knuffelde Joline me even. “Dat compliment was terecht… Jij ziet er ook fantastisch uit, schat!” Ik had een lichtblauw kostuum aan en voor de gelegenheid de Veteranenspeld er op geprikt. We reden de binnenstad in en gingen eten. Het was vrij druk, maar gelukkig had ik binnen een plaatsje gereserveerd. Tijdens het nuttigen van de pasta schoot me nog iets te binnen. “Joline, heb jij nog contact gehad met de politie in Utrecht?”
Ze knikte. Volgende week krijgen we bezoek van een rechercheur. Datum en tijdstip volgen nog.” Ik dacht even na. “Oké… Eén ding moet je buiten dat gesprek houden: jouw verhuizing en onze confrontatie op de parkeerplaats in Ter Aar. Als bekend wordt dat wij dat waren, lopen zowel Fred als Ton en zijn mannen het risico op straf. Dát moeten we zien te voorkomen.” Ze knikte nadenkend. “Hmmm… Dan moet ik de nadruk leggen op die paar weken dat ik bij hem heb gewoond. Daarna: punt. Nooit meer gezien. En dat klopt.”
Ik knikte. “En tijdens je verhuizing ook niet.” Na het eten liepen we nog even langs de Merwede; we hadden nog een uur de tijd. In een opperbeste stemming reden we rond half acht richting Arkel.

Ik had Theo’s adres van te voren opgezocht op Google Earth; hij woonde in een gerestaureerde boerderij aan de Linge. Een steile afrit van de dijk af en we stonden op hun erf.
Toen we uitstapten kwam Theo naar buiten. Zonder schortje overigens. “Welkom! Kom binnen, want het begint ’s avonds toch frisjes te worden.” Eenmaal binnen maakten we kennis met Theo’s vrouw Gertie. Net als Joline ook blond, maar kort gekapt, iets kleiner, met een lachend gezicht en hele opmerkzame ogen.
Bij het handenschudden zei ze: “Dus jij bent die Opperpiraat? Ik mis je ooglapje, je houten been en de papagaai op je schouder.” “Zo’n beest op je schouder is uiterst irritant. Zit aan je oor te knabbelen en op je schouder te poepen. Ik heb haar ingeruild voor deze dame hier.”Ik wees op Joline.
“Zit en poept niet op m’n schouder, maar kwebbelt minstens net zo veel.” Theo en Gertie schoten in de lach en Joline keek me verwijtend aan “En dank je wel voor deze introductie, Kees Jonkman…” Ze gaf Gertie een hand. “Hoi, ik ben Joline.”
Theo bekeek haar even bewonderend. “Zóóó dame. Als je dit aan had gehad toen ik gisteren mijn praatje hield, had ik je niet durven zoenen!” We lachten even. “Dus je hebt het Gertie verteld?” vroeg ik. “Natuurlijk”, antwoordde die, “ik lag ik een deuk toen hij met het verhaal thuiskwam van een gymnastiekende receptioniste en het vervolg daarop… Maar ga zitten, mensen. Willen jullie koffie?”
Even later zaten we gezellig te kletsen over technische zaken tot Theo opstond. “Ik ga even wat hout halen om de open haard aan te slingeren. Loop je even mee, Kees? Dan kunnen de dames gaan kleppen over….” “Personeelszaken, inkoop, PR en ICT!” vulde Joline gevat aan.
Gertie schoot in de lach. “Goed zo! Die heb je te pakken, Theo!” Hij keek me aan en ik moest grinniken. “Iemand zei een paar weken geleden tegen mij: ‘Die is niet achterlijk.’ Hij had gelijk.”
De avond verliep gezellig en het gesprek ging niet alleen over DT. Gertie en Theo bleken een zeer brede belangstelling te hebben en diverse onderwerpen passeerden de revue.
Om een uur of elf keek Joline op haar horloge. “Zeg meneertje, wat dacht u ervan? Wij moeten nog drie kwartier rijden richting Veldhoven. Zullen wij eens opstappen?” Gertie zei: “Jullie hoeven nog niet weg, hoor… Wij gaan in het weekend meestal niet vóór twee uur slapen.”
Ik schudde mijn hoofd. “Het was bere-gezellig, maar ik denk dat jullie maar eens een keertje richting Veldhoven moeten komen. Eten en een gezellige avond. Dan hebben we wat meer tijd om alle wereldproblemen te evalueren. En als jullie toch pas zo laat in bed liggen... Ach, dan maken we het wat later.” Theo knikte. “Is een prima plan. Ik laat je maandag weten welke vrijdagen daarvoor in aanmerking komen!”
We namen afscheid en Theo keek ondeugend. “Mag ik deze knappe dame, het aanstaand hoofd van het backoffice van DT, ter afscheid drie zoenen geven?” Hij keek naar mij.
“Theo, dat moet je aan de dame in kwestie zélf vragen en aan Gertie. Ik heb daarover niets te zeggen. Als het niet mag en je doet het tóch, heb jij de nagels in je gezicht, ik niet…” Gertie zei: “Als jij Joline gaat zoenen, neem ik Kees wel voor m’n rekening.” En ze voegde de daad bij het woord: ik kreeg drie zoenen op m’n wangen. En Joline drie van Theo. “Dank voor de gezelligheid, mensen… Rij veilig naar huis!”

We stapten in en reden zo geruisloos mogelijk weg. Op de snelweg kon ik gas geven; het was rustig op de weg. We kletsten nog even na. “Héél leuke lui, Kees.” Ik knikte “Ja. Theo kennen we natuurlijk al een tijdje, maar ik zie nu een hele andere Theo dan op het werk. En Gertie is… Nou, ze lijkt wel op jou! Uiterst intelligent, humoristisch en ze weet van heel veel dingen veel af.”
Joline lachte. “Dank voor het compliment. Daar kan ik weer een tijdje mee vooruit. Maar… mag ik nu even onderuit zakken? Jij hebt aan de cola gezeten, ik heb twee redelijke bellen wijn op…” Ik deed de CD-speler aan. “Ik had al zo’n vermoeden dat het hier wel weer op uit zou draaien. Let op, speciaal voor jou en voor de tweede keer: Bach op een Engels orgel. Stoel achterover, ogen dicht en geef je er aan over.”
Ze keek me lachend aan. “Waar heb ik dat eerder gehoord?” Toen draaide ze haar leuning naar achteren en sloot haar ogen. Plagend trok ze haar oranje rok iets op en zei zachtjes: “Je aandacht wel op de weg houden, meneer…” Ik kreunde en mompelde: “Heb je een jas bij je? Nee? Dan vergrijp ik me op de eerste de beste parkeerplaats aan je!” “Bluf!” hoorde ik vrijwel onhoorbaar naast me.

Een kwartier later, op de A2, draaide ik parkeerplaats “De Lucht” op en zette de auto op de laatste parkeerplaats neer. Joline keek me aan. “En nu?” Ik boog me naar haar toe. “Nu ga ik doen waar je die eerste avond even bang voor was…” Ze keek me lief aan. “Ik was er niet zo bang voor, hoor. Je zou me alleen zijn tegengevallen. En nu ben ik er helemaal niet bang voor. Ik ben alleen maar bang dat Henk zo meteen weer op het dak tikt. Of een trucker die denkt dat hier iets te halen is.” Ik schoot in de lach. “Ja, dat zou helemaal mooi zijn. Ik denk dat we beiden ons helemaal te pletter schrikken!” Ik trok haar hoofd naar me toe en kuste haar. “Nou, als jij niet bang bent… Zullen we ons dan even naar de achterbank verplaatsen? Die middenconsole zit behoorlijk in de weg.”
Joline schudde gedecideerd haar hoofd. “Nee meneertje. Jij rijdt lekker door naar huis. En thuis gaan we de bank of het bed wel even uittesten. Dat zit en ligt veel beter dan de achterbank van dit vehikel. Hop, starten en gas op de lollie!” Ik grinnikte en gehoorzaamde. Joline trok haar rok weer een beetje op. “Om je alvast in de stemming te brengen…”
Ik gromde, schakelde van de zesde naar de vierde versnelling en gaf gas. De turbo begon te loeien en de auto accelereerde snel. “Wil je een boete?” hoorde ik naast me. “Nou, misschien heb ik dat er wel voor over om eerder thuis te zijn…” Ze legde haar hand op mijn knie. “Schakel maar weer braaf in z’n zes en zet de cruisecontrole maar op honderdtwintig. Als we aangehouden worden duurt het alleen maar langer voor we thuis zijn, Kees Jonkman.”
“Jawel mevrouw. Zeker mevrouw.” Even later was het geloei van de turbo gestopt en bromde de motor weer rustig. “Da’s beter”, zei Joline, “De adel weet dat het is slecht voor de paarden om ze zo af te jakkeren.” Toen we een half uurtje later thuis waren vroeg ze: “Wil jij nu nog wat drinken? Ik lust nog wel een glaasje wijn.” “Dat is goed, ik lust er ook wel een.. Welke wijn wil je?”
Joline schudde haar hoofd. “Ga jij maar lekker op de bank zitten; ik schenk de wijn wel in. Jij hebt gereden en ons veilig thuisgebracht.” “Da’s lief van je.” Met twee glazen in haar handen ging ze naast me zitten. “Zo meneer, uw slaapmutsje… Alstublieft. Je hebt het in feite niet verdiend, na die opmerking over die papagaai, maar vooruit, ik ben coulant vandaag.”
Ze leunde tegen me aan en legde een hand op mijn knie. “Kees Jonkman, weet je dat ik dolgelukkig met jou ben?” Ik duwde mijn neus in haar haren. “Ik had er al zo’n vermoeden, want anders zat je hier niet, schoonheid.” Ik tikte mijn glas tegen het hare. “Op een goed weekend!” “Check. Gaan we doen.”
Ik zag een geheimzinnig lachje om haar mond. “Joline Boogers, wat voer jij in je schild? Voor de draad ermee!” “Ik moet nieuwe kleren kopen, Kees… En dat wil ik morgen gaan doen.” Ik keek haar aan. “Nieuwe kleren?? Wacht even… In de inloopkast hier is de helft van de kleren van jou. Je hebt twee kasten in de slaapkamer vol kleren en in Malden staat nog een inloopkast met kleren, waarvan je vorige week zei dat je de helft nog prima aan kon. Als onze wasmachine het nú zou begeven, zou je nog ruim twee maanden zonder problemen rond kunnen lopen, al zou je elke dag schone kleren aantrekken… Vind je het erg als ik het even niet begrijp?”
Ze wreef zich tegen me aan. “Lieve schat, je begrijpt er inderdaad niets van. Ik ben nu nog receptioniste. Dat is lekker makkelijk: zwarte rok, witte blouse, vest, pumps. Straks ben ik teamleider. Dan moet ik toch een beetje representatief voor de dag komen, of niet? In deze outfit kan ik niet op m’n werk komen…”
Ik keek haar aan. “Ik zou niet weten waarom niet. Is dit niet representatief genoeg? Of wil je van die vreselijke ‘zakelijke mantelpakjes’ gaan dragen? Bij DT kennen we geen dresscode hoor. Ja, als er klanten op bezoek komen voor een presentatie of zo, dan trekken we ons goeie goed aan. Voor de rest… Wat dragen Gonnie en haar collega’s? In negen van de tien gevallen een spijkerbroek. Als het mooi weer is een rokje. Wat draag ik als ik een gewone dag in Gorinchem achter m’n bureau zit? Lumberjackshirt en spijkerbroek, net als Theo. Ik gun je best nieuwe kleren, maar ga je alsjeblieft niet als ‘cheffin’ verkleden, want dan val je uit de toon. ’t Is potdomme geen carnaval bij DT.”

Ze keek me verwonderd aan na deze uitbarsting. “Meen je dat?” Ik knikte. “Ja, dat meen ik. Blijf alsjeblieft jezelf en ga je niet in een keurslijf proppen waar je je volgens mij in no-time ongelukkig in voelt. Zit jouw receptionistenuniform lekker?” Ze knikte. “Nou, wat let je om die rokjes te blijven dragen en je koopt er een stel fleurige blouses bij? Geel voor de maandag, oranje voor de dinsdag, rood voor de woensdag, paars voor donderdag, blauw voor de vrijdag, transparant op zaterdag en niks op zondag? Dan heb je elke dag iets anders aan en wij beschikken over een lopende kalender. Lekker makkelijk.”
Ze keek me hoofdschuddend aan. “Jij weet ook overal wel iets geks van te maken, hé… Maar dat idee van die rokjes staat me wél aan. En wie weet, koop ik er wel een stel leuke blouses bij… En een paar colbertjes. Die wil ik wél hebben. Kees Jonkman, wij gaan morgen shoppen! In Arnhem, dat beviel prima.” Haar ogen straalden.
“Is goed dame. Maar om je enthousiasme iets te beteugelen, lopen we morgenochtend eerst een coopertest. Tradities zijn er om in ere te houden.” Ze kneep haar ogen iets samen. “Ik begrijp dat wij morgenochtend dan ook…” Ik schudde mijn hoofd. “Nee, dat kan vanavond wel.” Nu schudde Joline haar hoofd. “Oh nee meneertje. Als jij zo op tradities gesteld bent, dan gaan we vanavond braaf slapen met de handjes boven de dekens, morgenochtend breng je me een ontbijtje wat we vervolgens laten staan, omdat we eerst ‘stomende sex’ gaan hebben, daarna ontbijten we in de keuken omdat het bed meer op een bad lijkt, dan die coopertest en dan shoppen. Oké?”
Ik zuchtte. “Ik word al moe als ik eraan denk. Met name die stomende sex. Goed, jij je zin: shoppen zonder tradities, en de sex gaan we zo meteen van genieten.” Joline bromde tevreden. “Wat ik wél wil doen: langs het winkeltje waar in deze combinatie heb gekocht. Ik denk dat ze daar wel dingen hebben die ik zoek.”
Ik zette mijn lege glas neer. “En dan wil ik dat je nóg iets doet: morgen rij jij. In de Volvo. Tot nu toe heb ik ons overal heengereden, maar jij moet ook met dat bakbeest overweg kunnen.” Ze keek me aan. “Goed plan. Ik heb gelest in een S60, dus dat zal niet zo’n probleem zijn.”
“Mooi, da’s dan afgesproken. Dan kun je op de terugweg meteen tanken…” Ik grinnikte en ze gaf me een por in m’n ribben. “Ik wist dat er een addertje onder het gras zat… Rotzak. Fred had gelijk!”

Ik stond op. “Ik ga de boel even afsluiten, en dan gaan we lekker naar bed.” Ik trok haar overeind. Joline knikte. “Beter dan de achterbank van de Volvo…” Ze giebelde en verdween in de slaapkamer. Toen ik even later de slaapkamer binnenkwam stond Joline op het terras, leunend op de balustrade en met een ernstige blik op haar gezicht. “Hé dame, waar sta jij over te peinzen?” Ik legde mijn arm om haar middel.
Ze keek me aan. “Kees, ik controleerde net mijn banksaldo en realiseerde me dat ik een maand lang compleet op jouw zak geteerd heb. Ja, ik heb af en toe de boodschappen betaald, maar alle lopende rekeningen heb jij voldaan.
Hypotheek, aflossing, gas, water, elektriciteit, noem maar op. Ik bekeek net het saldo van mijn salarisrekening: daar is deze maand in totaal iets meer dan vierhonderd euro van afgeschreven. That’s it.”Ze keek schuldbewust. “En ik ben nog wel econoom…”
Ik kuste haar. “Lieve schat, ik heb een prima salaris waar ik ruim mee rond kom. Zoveel eet jij nou ook weer niet en de kosten die jij opnoemt had ik toch al…” Ik moest even lachen. “Alleen de water- en gasrekening zal wat hoger zijn wegens wat meer sanitaire activiteiten. Maar als je dat geruststelt zullen we morgen eens een financieel plaatje maken hoe we verder gaan, gebaseerd op je toekomstig salaris. Voorlopig heb jij voldoende budget om morgen kleding te gaan scoren. Geniet daarvan. Maar ik waarschuw je: als je gaat investeren in ‘zakelijke mantelpakjes’ breekt de pleuris uit!”

Ze leunde tegen me aan en kuste me zachtjes. “Je bent lief. Zullen we morgenavond lekker uitgebreid gaan vrijen? Ik ben nu best moe.” Ik knikte. “Dat is goed.” Even later lagen we in bed en trok Joline zich tegen me aan. “Ik zal morgen eens kijken of ik wat kan investeren in zaken die alleen voor mijn ridder zichtbaar zijn…” fluisterde ze. Ik gniffelde. “Uw ridder stelt die geste in hoge mate op prijs, Freule.” We kusten elkaar en even later lagen we lepeltje-lepeltje: ik achter Joline, één hand van mij op een borst, haar hand er tegenaan. “Lekker zo, Kees…” was het laatste wat ik hoorde.
Lees verder: Mini - 42
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...