Door: Maxine
Datum: 11-12-2019 | Cijfer: 9.8 | Gelezen: 14328
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 67 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 67 minuten | Lezers Online: 1
Trefwoord(en): Zussen,
Vervolg op: De Gezusters Santegoed - 18
De volgende morgen mag ik eerst even naar de dokter, voor controle. En daar blijkt, dat de wond nu best goed aan het genezen is, en de hechtingen er al uit mogen. Maar de dokter benadrukt me, dat het geen vrijbrief is om al meteen vol aan het werk te gaan.
Chantal, die met me meegekomen is, zegt tegen de dokter: ‘Geen zorgen, ik let er wel op, dat hij niet te veel gaat doen!’
De dokter glimlacht en we nemen afscheid van de man. We lopen dan terug naar huis, want zo ver is het nu ook weer niet. Onderweg komen we langs de plaatselijke bloemist. Ik zie Chantal naar de prachtige bloemen kijken en ik loop daarop naar binnen om er even later met een flinke bos bloemen uit te komen. Chantal kijkt me hoofdschuddend aan.
‘Omdat ik naar wat bloemen kijk, hoef je nog niet meteen zo’n uit de kluiten gewassen bos bloemen te kopen, John!’
Maar ik kan in haar ogen zien, dat ze het wel waardeert. Nog steeds lachend vraagt ze me: ‘Volgens mij moet ik dat vaker doen. Zal ik dadelijk ook nog eens bij de juwelier naar binnen kijken?’
Ik zeg lachend: ‘Bloemen zijn ook heel wat anders dan iets kopen bij een juwelier, Chantal! Bovendien kan ik me een bos bloemen nog wel veroorloven, maar zit dat met die prijskaartjes van de juwelier er dat heus niet meer aan!’
‘Dat weet ik ook wel. Maar wel lief, dat je aan me dacht!’
Ze geeft me een zoen op mijn wang, en we lopen dan hand in hand verder. Eenmaal thuis zet Chantal de bloemen meteen in een vaas, waarop Helen meteen zegt: ‘Zo! Dat is een forse bos bloemen. Wat moet John nu weer goedmaken?’
Chantal zegt lachend: ‘Niets! Op weg naar huis kwamen we langs de bloemist, en ik keek naar binnen. Loopt mijnheer naar binnen en komt naar buiten met zo’n enorme bos bloemen!’
‘Nou, hij heeft anders wel goede smaak, Chantal! En ze ruiken heerlijk!’
Chantal glundert en schikt de bloemen, tot het eindresultaat haar goed bevalt. Ze zet de vaas in de woonkamer, waardoor de heerlijke geur van de bloemen door de kamer verspreid wordt.
Helen vraagt me dan: ‘En, hoe staat het nu met je wond, John?’
‘De hechtingen zijn er al uit, maar ik mag natuurlijk nog niet te veel belasten. Maar ik verwacht mijn moeder vandaag nog wel op bezoek, en ze weet nog van niets. Dat wil ik ook nog even zo houden. Ze is altijd zo meteen overbezorgd. Willen jullie er nog niet te veel over zeggen?’
Johan en Helen begrijpen dat meteen en stemmen toe. En mijn vermoeden blijkt zeker niet verkeerd te zijn. Amper een uur later komt mijn moeder al op bezoek.
‘Zijn jullie al terug? Ik dacht, dat jullie pas zondag terug zouden komen? Want ik meen, dat ik jullie straks bij de dokter uit de deur zag lopen.’
Ik glimlach en besluit dan maar meteen mijn moeder in te lichten over wat er gebeurd is in Kampen.
‘Ik moest even naar de dokter om mijn arm te laten controleren, mam.’
‘Je arm? Ben je gevallen of zo?’
‘Nee, was dat maar zo, mam! Nee, ik had een steekwond, die ik opgelopen heb bij een vechtpartij. Maar dat is alweer goed aan het genezen, al zal ik er wel een litteken aan over houden.’
‘Een steekwond? En dan bel je me niet even? Wat is er dan gebeurd?’
Chantal springt in. ‘Daar kon John maar weinig aan doen. Een vriend van hem kreeg ruzie met enkele gasten uit onze stad, wat jongens, die meenden heel wat te zijn. Maar ze kregen toch flinke klappen van Daan en John.
Alleen een van die jongens probeerde John met een mes te bewerken. Dat is die jongen niet goed bekomen, maar daardoor raakte hij nog wel lichtjes de arm van John. Het is niet heel diep, en de hechtingen heeft de dokter er vanmorgen al uitgehaald.’
‘Maar waarom hadden jullie dan ruzie?’
‘Die gasten meenden, dat we daar niet mochten lopen, omdat we uit het Zuiden kwamen. En toen begonnen ze handtastelijk te worden, en dat lieten wij weer niet op ons zitten. Lang verhaal kort, die jongens zijn opgepakt, een daarvan ligt nu met een gebroken kaak in het ziekenhuis, door mijn toedoen.’
Mijn moeder kijkt me bezorgd aan. ‘Je krijgt daardoor toch geen problemen, John?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, waarschijnlijk niet, mam. De politie meende, dat ik echt wel uit noodweer handelde, omdat die jongen me aanviel met een niet al te klein mes. Ik had geen andere keuze, dan hem met kracht uit te schakelen. Maar het heeft nu wel een ander gevolg, waar je binnenkort wel wat van zal gaan merken.’
‘Wat dan?’
‘Een van de jongens, die ons hebben aangevallen, heeft me opgebeld en oprechte excuses aangeboden. Hij wilde het hoe dan ook weer met me goed maken, omdat hij zich echt schaamt.
Maar ik wil helemaal geen geld van hem, zoveel kost een blouse en een jas nu ook weer niet. Ik zei hem, dat hij maar beter weer zijn studie kon gaan oppakken, dat ik dat een veel beter idee vond, dan dat hij ging werken om mij een schadevergoeding te betalen.
En uiteindelijk, om die jongen te helpen weer op het juiste pad te komen, komt die jongen waarschijnlijk een tijdje hier wonen, om hier zijn opleiding af te maken. Daarvoor zijn de ouders van die jongen al hier geweest, en hebben we afspraken gemaakt.’
Mijn moeder glimlacht. ‘Dus ongeveer zoals Otto voor jou gedaan heeft?’
Ik knik. ‘Met dat verschil, dat ik toen nog niets fout gedaan had, mam.’
‘Nee, maar dat had ook niet veel gescheeld, John. Otto heeft je weer in de juiste richting gezet.’
Ik knik. ‘Dat weet ik, en daarom doe ik dat nu ook. Mijn bijdrage aan de maatschappij, die mij geholpen heeft. Maar ik ga Otto er ook bij betrekken. Die jongen heeft naast zijn studie ook nog wel wat andere zaken te leren, en ik ken niemand beter dan Otto om hem dat te leren.’
‘Daar zal Otto ook wel blij om zijn. Het is altijd goed om te weten, dat een van je leerlingen je lessen goed begrepen heeft.’
‘En daarnaast gaat die jongen, hij heet Joey Middelman, me ook helpen met het opknappen van een oude caravan, die ik me aangeschaft heb.’
Mijn moeder lacht. ‘Je zou je ook echt vervelen, als je geen project onderhanden zou hebben, John. Wat voor een ding heb je nu weer gekocht?’
‘Ken je die metalen caravans, zoals bij All You Need is Love?’
‘Ja, heb je zoiets gekocht?’
‘Gekocht? Eerder gekregen van een oom van Chantal. Die moest er snel vanaf, want hij wilde daar zijn nieuwe caravan gaan stallen. Maar de caravan, die hier staat, daar moet nog ontzettend veel aan gebeuren, het hele interieur moet opnieuw, en ik moet nog wel een en ander opknappen aan het chassis.
Daar ben ik nog wel een hele tijd mee bezig. Maar Sander Wilkens gaat me helpen met het interieur, dat heeft mij me toegezegd.’
Chantal knikt. ‘Maar dat is niet het enige, wat weer nieuw is. Niet alleen die jongen komt hier wonen, we hebben ook al een permanente gast in huis. Daan heeft ons gevraagd, of we Renn niet van hem wilden overnemen. En na de inbraak in de loods, hadden we al overwogen om ons een hond aan te schaffen.’
‘Ach, dus jullie hebben nu een hond? En waar is Renn nu?’
‘We hebben haar even in de bench gedaan, ze kan soms nogal opdringerig zijn. En dat moeten we haar even afleren.’
‘Ach, laat die arme hond er toch uit! Een hond moet zijn blijdschap kunnen uitdrukken!’
‘Dat was ook de bedoeling, maar ze moet ook leren weer niet te uitbundig te zijn.’
Chantal staat dan op en haalt Renn uit haar bench. Even later komt Renn er enthousiast aangerend om het bezoek te komen inspecteren. Maar Renn kent mijn moeder al van eerdere bezoeken, maar laat zich maar wat graag door mijn moeder aanhalen.
Als ze dan toch te uitbundig wordt, wijs ik haar terecht, en komt ze aan mijn voeten liggen. Ik aai haar dan even en prijs haar ervoor, dat ze zo goed luistert. Daarop kwispelt ze even.
Mijn moeder knikt goedkeurend. ‘Ze luistert al goed naar je, John!’
‘Met dank aan Daan, die heeft haar goed opgeleid! En we beginnen elkaar te begrijpen. Renn weet wie haar nieuwe baasjes zijn.’
Mijn moeder glimlacht. ‘Maar dat zijn weer allemaal flinke veranderingen, John! Je zal je de komende tijd wel niet gaan vervelen!’
‘Nee, dat geloof ik ook niet. En o, voordat ik het vergeet, ze gaan hier de komende week een nieuwe omheining plaatsen, en er komt ook een poort in. Daar zal ik je later wel een sleutel van geven, zodat je altijd binnen kunt.’
‘Dat is een goed idee, zo’n omheining. Dat heb ik je altijd al gezegd.’
‘Dat weet ik, maar zo’n omheining is normaal ook best wel duur. Maar nu kon ik er een goedkoop op de kop tikken, en ze komen hem nog plaatsen ook!’
‘Nou, je hebt het allemaal wel weer goed voor elkaar! Maar het zal evengoed niet echt goedkoop zijn, John! Kun je dat wel allemaal betalen?’
‘Maak je maar geen zorgen, mam! Ik heb wel wat reserves.’
‘Maar toch! Je moet ook weer niet te gek gaan doen! Je woont nu samen, en niet meer alleen!’
‘Daar ben ik me wel van bewust, mam. En ik hoef echt geen heel gekke sprongen te maken, om het allemaal te betalen. Natuurlijk moet ik het nu voorlopig niet te bont maken, maar je hoeft je echt geen zorgen te maken.’
Chantal zegt dan: ‘Maar dat wil niet zeggen, dat John niets meer te wensen heeft. Maar daar komen we samen wel doorheen.’
Opeens gaat dan mijn telefoon. Ik kijk verbaasd, als ik zie, dat het de politie is.
‘Hallo, met John Vliegers?’
‘Goedemorgen. U spreekt met Sean Peeters van de politie Midden Limburg. Ik wilde u even doorgeven, dat uw wagen weer is vrijgegeven. Die kunt u komen ophalen bij het politiebureau in Roermond.’
‘Ah, hartelijk dank! Dan komen we die zo meteen ophalen! Moet ik nog iets meebrengen?’
‘Alleen een ID en de voertuigpapieren zijn voldoende!’
‘Die zal ik wel meenemen! Nogmaals bedankt!’
Ik hang weer op en zeg: ‘We kunnen de auto ophalen bij het politiebureau. Die is zojuist vrijgegeven, dus die mag ik weer gebruiken.’
Johan biedt me aan om me te brengen, wat ik graag accepteer. Even later zijn we al op het politiebureau, en na het zetten van wat handtekeningen en wat uitleg van een agent, kan ik de wagen weer naar huis nemen.
De agent vertelt me, dat ze inderdaad een zender onder de wagen hebben gevonden. Die hebben ze nu verwijderd, waarbij ik nog even gekeken heb of er geen beschadigingen aan de wagen zijn. Maar die waren niet te zien. En toen konden we gewoon vertrekken.
Voor mij persoonlijk is het een hele opluchting, dat ik mijn wagen weer terug heb. Dan hoef ik niet meer met mijn Cadillac rond te rijden in het toch niet meer zo’n mooie weer. Want normaal komt mijn Cadillac met slecht weer echt niet buiten. Als ik weer thuiskom, zie ik dat Gerard bij me op bezoek is. Ik begroet hem en hij vraagt me, hoe het met mijn arm is. Hij is opgelucht, dat het al zo snel aan het genezen is.
En als ik hem vertel, dat ze binnenkort een omheining om het terrein komen plaatsen, zegt Gerard: ‘Waarom laat je die hekken niet opnieuw verzinken? Dan ben je meteen klaar en heb je er geen omkijken meer aan!’
‘Dat weet ik, maar het kost allemaal al zoveel geld!’
‘En als ik dat nu eens voor je regel? Je doet altijd al zo veel voor ons. Ik ken iemand, die me nog wel wat schuldig is. Als ik hem dat eens vraag, dan wil hij me best wel helpen. Daar ben ik zeker van.’
‘Maar dan nog! Helemaal voor niets zal hij het ook niet doen!’
‘Maak jij je daar maar eens geen zorgen over. Dat regel ik wel. Ik praat wel eens met de rest van de club, er mag best wel eens iets tegenover staan, voor wat je doet. Want uiteindelijk staat wel ongeveer de helft van alle wagens van de club bij jou in de loods. En je plaatst die omheining uiteindelijk ook voor de veiligheid. Dus dat zou ik kunnen verantwoorden voor de club.’
Ik twijfel toch nog even, maar Chantal zegt snel: ‘Doe dat maar, Gerard! John zou toch alleen maar twijfelen of hij dat wel kan aannemen. Dan neem ik het wel voor hem aan!’
Ik kijk even verbaasd, en Gerard zegt lachend: ‘Nou, je hoort het van je vriendin, het is al besloten!’
Mijn moeder zegt daarop: ‘Soms mag je best wel eens wat van een ander terugverlangen, John! Je bent veel te goed voor anderen!’
Gerard knikt en zegt: ‘Ja, daar heeft je moeder gelijk in, John. Soms mogen we best wel eens wat voor je terugdoen. Ik zal het eens aan de jongens voorleggen, en dan hoor je het al snel genoeg. Wanneer gaan ze die omheining plaatsen?’
’Over veertien dagen. En dan zouden ze de poort veertien dagen daarna plaatsen, want die moeten ze nog maken.’
‘Dat krijg ik nog wel geregeld. Laat dat maar aan mij over! Maar ik ga weer, ik had thuis beloofd, dat ik niet te lang zou blijven.’
Gerard neemt afscheid en laat ons weer alleen. Het is al bijna middag en ik vraag aan mijn moeder, of ze blijft eten. En dat wil ze wel.
Ik help dan Chantal in de keuken mee, om het middageten voor onze gasten klaar te zetten, iets waar mijn moeder met genoegen naar kijkt. Het laat al meteen zien, dat we al heel goed op elkaar ingespeeld beginnen te raken. En niet veel later staat de lunch voor iedereen op tafel. Na het eten laat ik mijn moeder mijn caravan zien. Hoofdschuddend staat ze er langs.
‘En je weet zeker, dat dit ooit nog goed komt, John?’
Johan en Helen zijn meegelopen en Johan zegt lachend: ‘Dat hebben we hem ook al gevraagd, maar John is er vast van overtuigd, dat alles weer goed komt. En als hij maar half zo goed werk doet, als voor de wagen van Chantal, dan heb ik daar wel vertrouwen in.’
Mijn moeder knikt. ‘Ja, ik heb er ook wel vertrouwen in. Waar John aan begint, dat maakt hij ook goed af. Zo is hij altijd wel geweest. Maar dit is wel een heel groot project! Ik zou niet eens weten, waar ik zou moeten beginnen!’
‘Maandag komt Joey hier, en dan gaan we beginnen.’
Mijn moeder blijft nog even, en gaat dan weer naar huis. Helen zegt, als mijn moeder weg is: ‘Wat heb jij een leuke en lieve moeder, John. Ik had al met haar gesproken op het feest, dat je gaf, toen jullie gingen samenwonen, maar nu ik haar zo gesproken heb, vind ik haar nog aardiger.’
‘Dank je. En ik ben ook wel trots op haar. Na het overlijden van mijn vader heeft ze het een hele tijd zwaar gehad, maar ze heeft zich er goed doorheen geslagen.’
Niet veel later gaat mijn telefoon weer over. Het is Gerard.
‘John, goed nieuws. Die jongen, waar ik nog wat tegoed van heb, wil die hekken wel voor je verzinken. En omdat hij vanmiddag toch met de vrachtwagen in de buurt is, wil hij ze straks nog ophalen. Want dan kan hij die hekken nog ontzinken, voordat ze het zinkbad in gaan.’
‘Dat heb je snel geregeld!’
‘Ja, en ik heb ook al wat jongens gesproken. Die ik gebeld heb, die willen allemaal wel meedoen. Dus je krijgt straks weer een mooi hek om je terrein!’
Ik ben er even sprakeloos van. ‘Wow, ik weet niet wat ik moet zeggen! Bedankt!’
‘Dat is voldoende. Ik laat nog weten, wanneer je de hekken dan weer terug kunt verwachten.’
Ik bedank Gerard dan nogmaals en hang op.
‘Gerard heeft al geregeld, dat de hekken verzinkt gaan worden. Ze worden zo meteen opgeladen met een vrachtwagen.’
‘Zo, dan zet hij er flink vaart in. Je treft het maar met zulke goede vrienden, John!’
Ik knik. Johan zegt: ‘Ik zou willen, dat ik zulke goede vrienden in Kampen had, John. Niet dat ik geen goede vrienden heb, die heb ik genoeg. Maar die zal je nooit zulke dingen zien doen. Die zijn allemaal veel te druk bezig met hun leven. We helpen elkaar wel, maar met kleine dingen.’
‘Ze hebben jullie toch ook geholpen met de verhuizing en de verbouwing, of niet dan?’
‘Jawel, maar ik moest ze wel bijna smeken om me te komen helpen. Van sommigen begrijp ik dat wel, die zijn blij dat ze even wat tijd aan hun gezin kunnen spenderen.’
‘Dat is hier niet veel anders, Johan. Maar als een vriend je vraagt om je te helpen, dan ga je dat voor hem doen. Zo gaat het in ieder geval bij ons. En natuurlijk, het kan altijd een keer zijn, dat je elkaar niet kunt helpen. Maar dat wordt dan ook duidelijk gezegd, en er is dan ook niemand, die het dan die persoon kwalijk neemt, dat hij niet komt. Maar het is natuurlijk wel zo, als die persoon de hele tijd een excuus heeft, dat men minder bereid is om die persoon eens te helpen, mocht die ooit hulp nodig hebben.’
Chantal knikt. ‘Ja, dat heb ik ook al gemerkt. Ze vragen je allemaal om hulp, maar ze zijn zelf nooit te beroerd om zelf ook anderen te helpen. Ik voel me in ieder geval heel erg thuis bij jouw vrienden, John. Het is in ieder geval fijn, dat ze me zo goed opgenomen hebben in de groep.’
Ik lach. ‘Dat is ze ook geraden, want anders zou ik echt niet meer zo bereid zijn om ze te helpen. Jij bent nu het belangrijkste in mijn leven, en zouden ze je niet accepteren, dan zou ik daar zeker op reageren.
Maar gelukkig weet ik, dat mijn vrienden daar nooit heel erg moeilijk over doen. Ze accepteren gemakkelijk anderen, maar weten meestal feilloos er wel uit te pikken of iemand in orde is of niet. En bij jou, Chantal, heb ik me daarover geen enkele zorgen over gemaakt.’
‘Nou ja, als ik zie hoe ze reageren op Melissa, dan is dat wel anders, dan ze bij mij doen.’
‘Dat komt, omdat ze haar wat minder goed kennen. Ze woont niet hier in de buurt, en Daan is zoveel bij haar, dat hij wel zijn vrienden wat meer verwaarloost. Dat ga je uiteindelijk toch wel wat merken. Daarom zijn ze ook wat minder hartelijk naar Melissa, dan naar jou.’
‘Denk je? Ik vind het eigenlijk wel jammer voor Melissa. Maar je hebt wel gelijk, zo vaak zie ik haar nu ook weer niet meer. Maar zei Daan laatst niet, dat hij van plan was te verhuizen?’
‘Ja, dat klopt. Hij wil gaan kijken voor een huisje, waar hij straks met Melissa kan gaan wonen. Maar ik vraag me af, of Melissa van je ouders wel toestemming zal krijgen om met hem te gaan samenwonen.’
‘Melissa zal zich daar maar weinig van aantrekken, John. Zo is ze altijd al geweest. Maar ik geloof niet, dat het zo snel zal gaan. Ze zal er wel de hand in hebben, welk huis ze gaan kopen, maar ik denk niet, dat ze snel zal vertrekken uit Nijmegen. Die studie, die wil ze beslist afmaken. En ik zie haar ook niet steeds op en neer reizen met de trein. Maar aan de andere kant, bij hun begint het ook steeds serieuzer te worden.’
Ik lach. ‘Ja, dat kan ik wel merken aan Daan. Als je hem zoekt, dan kun je hem wel bij Melissa vinden. Hij is amper nog thuis! Zodra hij afgewerkt is, is hij richting Nijmegen verdwenen. En ik kan het hem echt niet kwalijk nemen, maar op die manier verwaarloost hij dus wel zijn vrienden.’
Chantal knikt. ‘Maar ik ben wel eens benieuwd of ze nu wel vaker in het weekend hier zijn.’
Johan en Helen glimlachen, terwijl we over Daan en Melissa praten. Helen zegt: ‘Chantal, weet je al, dat je met een licht accent praat, als je tegen John aan het praten bent? Dat doe je echt heel onbewust, maar alleen bij hem.’
Chantal kijkt verbaasd. ‘Doe ik dat dan? Echt waar? Geen idee…’
Helen lacht. ‘Je begint de zuidelijke klanken van John over te nemen. En sommige woorden hoor ik je al in zijn taal zeggen. Je kunt wel merken, dat je je hier helemaal thuis voelt.’
Chantal bloost lichtjes. ‘O sorry. Ik wist helemaal niet, dat ik dat deed.’
‘Dat is toch niet erg, Chantal. Het valt me alleen op, omdat je het ook alleen maar hier doet, als je je ontspannen voelt. Dat toont dus maar weer aan, dat je gewoon hier op je plaats bent.’
Chantal bloost nu nog harder, maar glimlacht nu wel liefelijk. Als ik haar al niet eerder had gevraagd om met me te trouwen, dan zou ik het op dat moment wel spontaan gedaan hebben. Maar ze maakt het helemaal af voor me, door op haar beste manier in mijn dialect te zeggen: ‘Joa, ich vûl mich hier echt goad. En ich halt van John!’
Ze maakt me enorm trots op haar en ik trek haar tegen me aan, en ik geef haar een zoen op haar wang. Johan en Helen glimlachen. Helen zegt: ‘Ja, dat geloof ik meteen. We kijken al uit naar de bruiloft!’
En daar moeten we allemaal wel om lachen. Chantal zegt daarop: ‘En anders ik wel! Ik kan het nog steeds amper geloven, dat John me al gevraagd heeft!’
Ze kijkt onwillekeurig naar haar verlovingsring, die ze nog steeds met trots draagt.
Opeens gaat mijn telefoon over. Ik zie dat het Daan is.
‘Hey Daan! Leef jij ook nog?’
Ik hoor Daan lachen. ‘Ja, en ik ben zelfs thuis! Kan ik even langskomen?’
‘Natuurlijk, moet je dat tegenwoordig aan me vragen? Heeft Melissa je zo onder de duim?’
Ik hoor Daan lachen. ‘Nee, maar ik wilde zeker weten, dat je thuis was. Ik moet je namelijk wat vragen.’
‘Oké, dan moet het wel belangrijk zijn, als je het niet door de telefoon wilt vragen.’
‘Dat kan ook wel door de telefoon, maar ik vertel het je liever zelf.’
‘Wat je wilt. We zijn gewoon thuis.’
Een kwartier later komt de auto van Daan op het erf gereden. Hij stapt uit en komt bij ons aan het terras zitten.
‘Koffie, Daan?’
‘Graag! Dat kan ik nu wel even gebruiken.’
Ik kijk verbaasd. Daan ziet er wat gespannen uit.
Chantal haalt een kop koffie voor Daan en komt even later terug.
‘Wat is er toch aan de hand, Daan? Je ziet er zo gespannen uit!’
‘Dat ben ik ook. Ik sta op het punt een grote stap te doen in mijn leven.’
We kijken verbaasd op. ‘Je gaat me toch niet vertellen, dat jullie ook gaan samenwonen?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, zover zijn we nog niet. Melissa wil eerst haar studie afmaken, en dat begrijp ik ook heel goed. Maar ik ga nu misschien iets aan, wat mijn en ook haar toekomst kan bepalen.’
‘O, vertel!’
‘Nou, gisteren werd ik bij mijn baas geroepen. Hij wilde de garage gaan sluiten, omdat hij met pensioen wil. Dat was natuurlijk wel even schrikken, maar aan de andere kant had ik het ook kunnen zien aankomen. Hij is al zeventig, dus dat had ik al kunnen verwachten.
Maar toen deed hij me een aanbod, en dat heb ik helemaal niet zien aankomen. Hij bood me aan om de garage, inclusief zijn huis over te nemen.
Daar moest ik natuurlijk wel over nadenken, maar toen ik thuis kwam, gebeurde er iets, wat het allemaal in een stroomversnelling heeft geplaatst. Ik heb een paar weken geleden mijn huis bij een makelaar aangemeld, want ik wil het verkopen, zodat ik naar een grotere woning kan.
En daar zijn nu opeens een aantal geïnteresseerden in, waarvan een wel heel serieus. Die biedt me al meer als de vraagprijs. En met dat geld kan ik misschien net de garage financieren. Dus ik ben vanmorgen naar de bank gegaan, en heb daar een gesprek gevoerd. Met als gevolg, dat ze me wel willen helpen.
Die garage loopt goed, vooral omdat we daar veel vaste klanten hebben, en omdat we gebruikte wagens verkopen. En omdat we goede service leveren, en geen fantasieprijzen rekenen. Gewoon een redelijke prijs voor fatsoenlijk en eerlijk werk. En als ik die garage wil gaan overnemen, wil ik dat ook zo houden.
Maar ja, ik ga me dan wel een behoorlijk risico aan. En ik weet nog niet, hoe Melissa op dat plan zal gaan reageren. Ik heb het haar nog niet verteld. Het is allemaal zo snel gegaan!’
We kijken toch wel een beetje geschokt. Maar dan zeg ik: ‘Nou, dat is inderdaad nogal een hele stap! Van werknemer naar werkgever?’
Daan knikt. ‘Het zijn dan gelukkig maar twee werknemers, die ik moet betalen, maar het is inderdaad wel een hele stap. En ik moet natuurlijk ook nog eens goed naar de boeken kijken, voordat ik echt verder ga. Maar hoe ga ik het Melissa vertellen?’
Chantal en ik moeten nu hardop lachen.
Chantal zegt: ‘Je wilt me toch niet zeggen, dat je meer zenuwen hebt om het Melissa te vertellen, dan dat je die garage wilt overnemen?’
Daan knikt met schaamrood op zijn gezicht. ‘Ik maak me niet zo’n zorgen over de garage. Die loopt goed, en zal dat ook wel blijven doen. Maar ik heb geen idee, hoe Melissa zal gaan reageren!’
We kunnen er niets aan doen, maar moeten echt hardop lachen. Ik zeg dan tegen Daan: ‘Wat denk je nou zelf, hoe Melissa zal reageren? Natuurlijk zal ze je steunen! En bovendien ga je dan wel naar een behoorlijk groter huis. En je maakt je zelfstandig, dus je richt je op de toekomst. Ik zou niet weten, welke vrouw zoiets zou afwijzen, wat denk jij, Chantal?’
Chantal knikt. ‘Juist, dat dacht ik ook al. Ik denk eerder, dat ze juist heel erg trots zou zijn! En ik ken Melissa heel goed, ik ben immers haar zus. En het is toch niet zo, dat ze in de zaak mee hoeft te helpen, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet! Maar het betekent dus wel, dat ik veel minder bij haar kan zijn. Ik moet dan de administratie bijhouden, extra studies volgen, dus er blijft minder tijd voor haar over.’
Nu begrijp ik opeens, waarom Daan zich daarover zorgen maakt. Ik kijk hem aan en zeg: ‘Denk je, dat jullie relatie nog niet sterk genoeg is? Maak je je daarover zorgen?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat zit wel goed. Of ten minste, dat denk ik. We zijn nog steeds heel erg verliefd op elkaar, maar ik heb echt geen idee, hoe ze erop zal reageren. Kunnen jullie me niet een klein beetje helpen?’
‘Natuurlijk, maar wat moeten wij dan doen?’
‘Ik wil, dat jullie erbij zijn, als ik het haar ga vertellen. Gewoon als steuntje in de rug. Maar dat is niet het enige, waarvoor ik je hulp nodig heb. Ik moet die boeken van de garage nog inkijken, en dat is voor mij nog wat abracadabra. En jij weet daar al iets meer van. Ik weet wel, dat ik daarvoor iemand moet inhuren, om het goed te controleren, dat hebben ze me al op de bank verteld. Maar ik wil het eerst met mijn eigen ogen zien.’
‘Pff, ik weet er wel wat van, maar financiële administratie is nu ook weer niet mijn ding.’
Helen bemoeit zich er plots mee. ‘Maar daar weet ik wel alles van. Dat is mijn werk! Als je wilt, kan ik je wel daarbij helpen.’
Daan kijkt verbaasd Helen aan. ‘Maar dat kan ik toch niet van je verlangen? Je hebt nu vakantie?’
‘Pff, nou en? Johan had John ook al aangeboden om hem te helpen bij het plaatsen van de omheining. Waarom zou ik dan de vriend van mijn schoonzusje dan niet helpen?’
Daan kijkt verrast. ‘Als je dat zou willen doen! Dat zou echt fantastisch zijn! Het zal allemaal nog wel even duren, voordat het echt zover is, want mijn baas heeft me gezegd, dat hij best nog wel even wil wachten, voordat hij echt met pensioen gaat. Dat zou me dan de ruimte geven om alle zaken te regelen.’
Dan slaakt hij een diepe zucht. Het is duidelijk, dat er nu wat spanning wegvloeit. En ik kan me nu ook best wel iets voorspellen, dat hij zo gespannen was en is. Dit is inderdaad een behoorlijke stap in zijn leven. Dan zeg ik lachend: ‘Dus straks woon je hier ook nog eens vlak in de buurt?’
Daan lacht met me mee. ‘Als alles doorgaat, dan wel. Wie had zich dat ooit gedacht?’
We praten dan nog wat verder. Terloops vraag ik aan Daan, of hij vandaag niet hoeft te werken, maar hij heeft zich een dag vrij genomen, zodat hij alles goed kan laten bezinken, en ook met de bank in gesprek kon gaan.
Maar hij belt daarna wel zijn baas op, en maakt met hem een afspraak, wanneer hij de administratie kan inzien. Dat is snel geregeld, en hij maakt een afspraak voor morgenmiddag. En wij spreken dan met Daan af, dat we hem op zijn werk ontmoeten.
Even later is Daan weer weg, want hij moet nog meer dingen doen. Opeens begint Chantal te lachen.
‘Zo, nu weten we ook weer, dat Daan de komende tijd niet meer zoveel in Nijmegen zal zijn. Hij zal zijn tijd nu wel nodig hebben voor de garage!’
‘Ja, dat lijkt me nu ook wel duidelijk. Maar hoe zal Melissa dat nu gaan opnemen?’
‘Maak je daarover maar geen zorgen, John. Maar op de manier, hoe Daan dat wil gaan doen, dat gaat niet werken. Ik heb het Daan maar niet verteld, want hij zou het toch niet begrijpen. Ik bel wel even met Melissa. En daarna kan Daan het alsnog op zijn manier doen. Hij zal het nooit in de gaten hebben, dat ik het al aan Melissa verteld heb.’
Ik glimlach en ik ben er ook niet verrast door. Ze bellen echt heel regelmatig met elkaar en delen dan echt alles. Soms krijg ik er flarden van mee. Chantal schuwt zich er niet van om soms ook hele sappige details van ons seksleven aan haar zus te vertellen en ik twijfel er ook niet over, dat Melissa hetzelfde doet over haar en Daan.
Maar Chantal vertelt me er nooit iets over, hoewel ze weet, dat ik die gesprekken soms kan meeluisteren. Dat vind ik prima zo, waarom zou ze geen geheimpjes mogen hebben? Sommige dingen vertel je gewoon niet aan iedereen.
En even later zie ik Chantal haar telefoon pakken en met Melissa bellen. Al snel is ze lekker aan het kletsen met haar zus, en ik hoor ook hoe ze voorzichtig brengt, wat de toekomstplannen van Daan zijn. Maar opeens roept Chantal me. ‘John? Melissa wil je iets vragen.’
Verbaasd loop ik naar haar toe. Ze geeft me haar telefoon en ik zeg: ‘Met John?’
‘Hoi, met Melissa. Zeg John, Chantal vertelde me net over de plannen van Daan. Meent hij dat nou echt? Waarom zegt hij me er niets over?’
‘Je kent Daan nu toch ook wel een beetje, Melissa. Hij is als de dood, dat je boos op hem wordt. En hij weet gewoon niet goed, hoe hij hiermee moet omgaan. Dat werd me zojuist wel duidelijk, toen hij me dat kwam vertellen.
En ja, ik denk dat hij er echt heel serieus over nadenkt. Het is zijn lust en zijn leven, sleutelen aan auto’s. Dat weet je inmiddels ook wel.’
‘Ja, maar zo moeilijk is het toch ook weer niet, om je vriendin even te informeren, dat je een garage wilt gaan overnemen? Maar ja, je hebt gelijk, hij is gewoon ook soms zo. Nou ja, ik zal hem zeker steunen, als dat het is, wat hij wil gaan doen, maar ik ben wel wat minder blij, dat hij het me niet gewoon vertelt.’
Ze zucht eens diep. ‘Denkt hij soms echt, dat ik hem daarvoor zou kunnen verlaten? Hij moest toch beter weten!’
‘Melissa, ik snap zijn twijfels wel. Ik heb hem nog nooit zo verliefd gezien, dan hij op jou is. En alles wat hem nu twijfels brengt, daarvoor is hij nu bang.
Echt, hij bedoelt het goed. En hij wil het ook niet voor je verzwijgen of verbergen, maar hij is gewoon bang voor je reactie. Het is ook zo plotseling gekomen en zo snel gegaan. Gisteren kreeg hij het pas te horen.
En dat hij daar nu zo snel vaart achter zet, dat zegt me, dat hij dit ook wel wil gaan doen.
Maar hij is net als ik, al geruime tijd vrijgezel geweest, en hij moet weer leren bepaalde beslissingen samen te leren. Maar hij is gewoon wat langzamer om dat weer te leren. Je moet niet boos op hem zijn, hij bedoelt het echt goed.
Laat ik het zo zeggen, het overnemen van een bedrijf is al een hele stap op zich, waar je vanzelfsprekend erg gespannen door wordt. Maar hij maakte zich meer zorgen over jouw reactie, dan over wat hij nu wil aangaan.
Je moet hem er een beetje bij helpen, dan komt het allemaal wel goed. En laat hem vooral niet weten, dat je het al wist. Dat zou zijn ego krenken, en kruipt hij helemaal in zijn schulp.’
Melissa klinkt nu al een heel stuk minder boos op Daan. ‘Je kent hem beter, dan ik, John. En je hebt gelijk, Daan is soms wat moeilijk in het uiten van zijn zorgen.
Goed, ik zal het spel meespelen, maar ik ben wel blij, dat Chantal me geïnformeerd heeft. Nu begrijp ik beter, waarom Daan het nu zo doet. En jij bent een fantastische vriend voor hem, dat je hem hiermee helpt. Ik ben echt blij voor Chantal, dat ze zo’n fantastische man krijgt.’
‘Dank je! Maar jij krijgt ook een fantastische man. Laat Daan maar los. Hij kan je nog wel eens verrassen. Hij heeft soms ideeën in zijn kop, waarvan je denkt: Waar haal je het vandaan! Maar als hij dan van zijn ideeën realiteit maakt, dan is het ook meestal goed.
En ik weet, dat het voor Daan een lang gekoesterde droom is, om zijn eigen garage te hebben. Dat wist zijn baas ook, en daarom zal hij ook wel zijn zaak aan Daan hebben aangeboden. En nu krijgt Daan eindelijk zijn kans om zijn dromen in realiteit om te zetten.
Eén droom heeft hij nu al gerealiseerd, en dat ben jij. Geef hem de kans om zijn andere droom te realiseren, en ik garandeer je, dat je nooit een gelukkigere man zult vinden, dan Daan.’
‘Ik hoop het. Volgens mij weet je nog een hele hoop dingen over Daan, die ik nog helemaal niet weet. Zou je me er eens over willen vertellen?’
‘Natuurlijk! Ik ga je niet alles vertellen, maar over bepaalde dingen wil ik je best wel inlichten. Kom gewoon eens langs.’
Het is even stil. ‘Hmm, ik ben vandaag wel vroeg klaar van college. Ik zou de trein kunnen pakken, en vanavond even langskomen. En morgenvroeg hoef ik pas om tien uur weer op college te zijn. Zou ik een nachtje bij jullie kunnen logeren?’
‘En niet bij Daan?’
‘Nee, dat hoeft hij helemaal niet te weten. Ik ben nog steeds een beetje boos op hem, maar ik zal het hem nooit vertellen.’
‘In dat geval ben je welkom. Ik zal Chantal haar telefoon teruggeven, dan spreken jullie de rest maar af.’
‘Dat is goed, John. Bedankt en tot straks!’
Ik geef de telefoon terug aan Chantal, en ga dan Renn even uitlaten. Ik loop nu via het industrieterrein en kom langs het bedrijf, dat me de omheining zal gaan plaatsen.
‘Hey John! Goed dat ik je tref! Ik wilde je net bellen!’
‘Oh Henk! Waarover gaat het?’
‘Hoe ver ben je met je hekken?’
‘Die liggen nu bij de verzinker, die verwacht ik over niet al te lange tijd terug, hoezo?’
‘Nou ja, misschien komt dat wel goed uit. Ik heb zojuist een flinke order binnengehaald, en daarvoor heb ik alle mankracht nodig. Dus als het even een paar weken later kan?’
‘Geen probleem, dan verzin ik wel even iets voor de hond. Dat zal ik toch wel moeten, want volgens mij kan die zonder veel problemen door dat hek. En dat wil ik juist voorkomen.’
De man kijkt naar Renn. ‘Dat lijkt me ook wel een goed plan. Ik zou er straks gewoon wat tuingaas langs het hekwerk zetten, dan blijft je hond wel binnen het terrein.’
‘Goed idee, dan ga ik daar alvast wat werk maken.’
‘Je poort is al klaar, en als je wilt, kan ik die wel alvast plaatsen. Maar voor die hele omheining, daar heb ik niet genoeg tijd voor.’
‘Dan doe dat maar. De rest komt dan wel.’
‘Wanneer zullen we afspreken?’
‘Wanneer heb je tijd?’
‘Vanmiddag, morgen, overmorgen. Daarna wordt het lastiger, in verband met die order.’
‘Geen probleem, Henk. Wat jou het beste uitkomt. Ik zit nu nog even in de ziektewet, maar ook ik moet volgende week weer beginnen.’
‘Dan stuur ik vanmiddag een paar mannetjes. En dan maken we later wel een afspraak om de rest te plaatsen.’
‘Dat is goed, Henk. Bedankt dat je het even gevraagd hebt.’
‘Ik moet jou bedanken, John. Lang niet al mijn klanten zijn zo flexibel. Maar geen zorgen, ik maak het wel weer goed met je. Maar ik kom misschien vanmiddag ook nog even kijken, als mijn mannen bezig zijn. Ik heb zo nog een vraag aan je.’
‘Prima, dan zie ik je straks wel. Tot later!’
Ik neem afscheid en loop door. Een paar minuten later kom ik thuis, waar ik Chantal op de hoogte breng, dat ze de poort vandaag al komen plaatsen, maar de rest van de omheining nog niet.
‘Zo snel al? En waarom de rest dan nog niet?’
‘Omdat zijn bedrijf een grote order binnen heeft gesleept, heeft hij iedereen in zijn bedrijf nodig. Hij vroeg het me extra, maar wilde me wel vast wel tijd vrij maken om die poort te plaatsen. Maar met die omheining zijn ze wel een dag bezig, en die tijd heeft hij nu even niet.
Bovendien heb ik die hekken nog niet terug. Dan kan ik Gerard laten weten, dat het nog even tijd heeft, en hoeft zijn vriend zich niet zo te haasten. En als noodoplossing zet ik zolang een tuingaas om het terrein, zodat Renn niet weg kan lopen. Dat gaas zet ik later ook vast aan het hek, want anders kan Renn er alsnog doorheen. En dat is juist niet de bedoeling.’
Chantal knikt. ‘Dan moet je dat maar doen. Renn de hele tijd binnenhouden is ook geen oplossing. En ik vind het ook niet leuk als we hem aan de riem moeten doen. Die hond moet lekker rond kunnen rennen.’
‘Ja, dat wil ik juist ook. Dan ga ik zo meteen maar vast even wat spullen halen, en vraag ik Johan wel even, of hij me wil helpen. Dan is dat zo gedaan.’
Chantal geeft me een vlugge zoen en zegt dan: ‘En laat Johan dat spul ook nog maar even in je wagen laden. Je mag nog niet te veel inspanning doen met je arm.’
Ik glimlach. ‘Geen zorgen, ik pas wel op.’
Ik vraag dan Johan, of hij me wil helpen. Die wil me graag helpen en even later hebben we bij de plaatselijke boerenbond een paar rollen gaas en wat paaltjes gehaald. We gaan meteen aan de slag, en een paar uren later staat er al een hek rondom het terrein, waarbij Johan het meeste werk doet.
Hij heeft geen problemen met de gaten in de grond boren, en de palen in de grond slaan. Dat doet hij wel vaker. Ik maak daarna met krammen het gaas vast aan de palen, waardoor het best goed opschiet. Maar als we dan klaar zijn, zijn we ook best bekaf.
En al bij al heeft het me toch nog een beste cent gekost. Het gaas was niet goedkoop en de palen ook niet. Maar ik weet zeker, dat me die palen nog wel eens van pas komen. Zeker als ik weet, dat Chantal graag nog eens wat kleinvee wil gaan houden. Maar voorlopig gaat dat er nog niet komen. Het heeft nu wel even genoeg geld gekost.
In de tussentijd hebben de mannen van Henk de poort geplaatst. Dat ging veel sneller, dan verwacht. De mannen hadden amper twee uur nodig om de hele poort te plaatsen, en dat was inclusief de palen in beton zetten. Dat deden ze met een snelmix, waardoor ze snel de poorten erin konden hangen.
Drie personen waren er nodig om de poort erin te hangen, maar ze hadden wel de hulp van een heftruck, die ze normaal niet konden gebruiken. Nu wel, want ik woon dicht in de buurt.
Maar Chantal en ik waren echt heel erg tevreden over het geleverde werk. Henk is nog even vlug langsgekomen om het geleverde werk te bekijken, waarbij hij ons attendeerde, dat de poort voorbereid was om ook elektrisch te openen en sluiten. Dat vond ik erg aardig. Maar erg veel tijd had hij uiteindelijk niet om nog even te blijven praten, maar hij had wel alvast een nieuwe afspraak gepland, ergens volgende week ’s avonds. Maar daarna was het tijd om Renn eens los te laten op ons terrein.
De reactie van Renn, als we haar loslaten op het terrein, maakte al het geïnvesteerde geld weer goed. Ze rent blij over het gras, snuffelt aan wat palen en komt dan weer naar ons toe gerend. Het is duidelijk, dat Renn er wel blij mee is. We laten haar gewoon haar gang gaan en vrolijk verkent ze haar omgeving en maakt haar het terrein eigen. Het vult ons hart van trots, als Renn steeds weer haar blijdschap en dankbaarheid aan ons toont. Zo laat ze ons weten, dat het de juiste beslissing is geweest.
Het geïmproviseerde hek zou haar echt niet tegenhouden, want als ze wil, kan ze er met gemak overheen springen. Maar ze beseft zich nu heel goed, dat haar wereld nu dit terrein is.
Chantal haalt dan Melissa op van het station, en even later me even later vrolijk begroet.
‘Wat ben jij opeens vrolijk? Niet meer boos op Daan?’
Melissa glimlacht. ‘Een beetje nog wel. Maar nu ik er een beetje over nagedacht heb, begin ik hem te begrijpen. Wat kunnen mannen soms ingewikkeld doen!’
Ik lach. ‘En wat denk je, hoe zij over vrouwen denken, Melissa?’
Ze lacht. ‘Daar heb je een punt, John. Maar waar heb je nu opeens die poort vandaag getoverd?’
‘Vanwege de inbraak. De rest van de omheining komt nog, die ligt nu bij de verzinker. Maar ik moest wat verzinnen voor Renn, zodat die vrij kan rondlopen. Ik kan haar slecht de hele tijd binnenhouden.’
‘Dat heb je goed gedaan, John. Daan kan echt tevreden zijn, dat hij haar bij jou heeft ondergebracht. Maar niet, dat hij straks spijt gaat krijgen, als hij zich die garage gaat kopen!’
‘Dan heeft hij mooi pech gehad. Renn hoort hier thuis. Bovendien, Daan heeft nog een hond, die is nu bij zijn oom.’
‘Dat weet ik. En hij vindt het echt enorm jammer, dat hij Joep niet in huis kan nemen en aandacht kan geven, die de hond verdient.’
‘Heb je Joep al een keer gezien?’
‘Al meerdere keren. Wel erg groot, maar tegen mij was hij erg lief.’
‘Je ruikt naar Daan. Dat heeft Joep ook geroken. Maar verder is hij anders niet zo lief.’
‘Dat heb ik ook al gezien. De tante van Daan durft amper bij Joep in de buurt te komen, hij gromt naar haar. Hij doet verder niets, alleen grommen. En tegen zijn oom doet hij dan wel weer normaal. Maar je kunt heel goed merken, dat Daan zijn echte baasje is.’
‘Heeft Daan je vertelt, waar hij Joep vandaan heeft?’
‘Ja, maar het is me niet helemaal duidelijk. Iets van bewaking?’
‘Dat klopt. Waar ik die deuren van mijn loods vandaan heb, daar was ook bewaking met honden. En omdat het terrein opgeheven werd, zouden die honden afgemaakt worden. Dat vond Daan zo erg, dat hij een van die mannen overgehaald heeft om een van die honden mee te nemen.
En hij wist ook meteen welke hond. Joep heette eigenlijk helemaal geen Joep, maar daar luistert hij nu wel naar. Daan heeft er veel tijd aan besteed om die hond weer te leren een normale hond te zijn. Dat is hem redelijk gelukt, maar vergis je niet! Joep is nog steeds een waakhond, die op commando iemand aanvalt.
Daan kent die bevelen wel, maar gebruikt ze niet veel. Zo eens per jaar gaat hij met Joep naar een speciaal opleidingscentrum, om het nog eens te oefenen. Dat is nodig, omdat je niet zomaar zo opeens dat gedrag uit die hond krijgt. Joep is die training gewend, en voelt zich onrustig als hij niet af en toe die training krijgt. Dat kun je vooral merken, als Joep echt sacherijnig begint te worden. Dat is voor Daan het teken, dat hij weer eens met hem moet oefenen.
Maar Joep zal nooit echt een hond worden, die je in huis kunt houden.’
‘Ik weet het. Daan heeft me er wel wat over verteld, maar niet zo uitgebreid als jij nu doet.’
‘Dat komt allemaal nog wel. Je begint Daan nu ook pas echt goed te kennen, dus je weet nu een beetje, hoe hij in elkaar steekt.’
Melissa knikt. ‘Ja, daar had ik in het begin wel wat moeite mee, maar nu weet ik, dat je hem gewoon moet vragen, hoe het zit. En dan vertelt hij het ook allemaal. Maar je moet het hem wel vragen. Zelf komt hij er niet mee. Alsof hij niet weet, hoe hij moet beginnen.’
‘Juist, en dat is dus ook meteen de reden, waarom hij het je niet rechtstreeks durft te zeggen.’
‘Dat weet ik nu zelf ook wel, maar dat is geen reden, waarom ik niet een beetje boos op hem mag zijn. Dat zijn toch belangrijke zaken! Zoiets moet hij me gewoon zeggen. En het gaat ook wel steeds beter, maar soms kan ik echt kwaad worden, als hij weer eens niet wat verteld.’
‘Het heeft geen zin om kwaad op hem te worden, Melissa. Daan is een hele goede vent, en zal alles voor je over hebben, maar als je kwaad op hem wordt, zal hij helemaal in zijn schulp kruipen en zich voor alles afsluiten. Pas als hij je helemaal vertrouwt, dan zal hij je alles vertellen, wat hij op zijn lever heeft.
Ik ben nu zijn beste vriend, maar het heeft ook wel even geduurd, voordat hij me volledig vertrouwde. Eerst moest er iets gebeuren, waardoor hij me echt helemaal vertrouwde. Maar toen was er ook geen belemmering meer voor hem.
Dat kun jij ook hebben, maar je moet hem dat vertrouwen ook geven. En ik zie aan Daan, dat hij best wel wil, maar dat hij dat kleine beetje vertrouwen bij jou nog mist, Melissa. En dat ga je hem echt niet geven, door boos op hem te zijn.’
Melissa knikt ernstig, maar zegt dan glimlachend: ‘Ik moet toch eens wat vaker met jou gaan praten, als ik weer eens wat niet begrijp van Daan. Echt, ik hou van hem. Echt waar. Maar soms kan ik echt boos op hem worden. En dat hij dan in zijn schulp kruipt, dat heb ik ook al gemerkt. Dus houd ik me meestal maar in, en laat het gaan. Maar daar voel ik me zelf ook weer niet prettig bij. Mag ik dan tegen hem niet meer zeggen, wat ik ervan denk? Of hoe ik me daarbij voel?’
‘Ja, dat mag je best. En later kun je dat ook wel, zonder dat hij in zijn schulp kruipt. Ik heb hem ook wel eens flink op zijn flikker gegeven, en dat neemt hij dan ook aan als een man. Maar dat komt alleen, omdat hij me volledig vertrouwt.
Melissa, je moet een klein beetje meer in hem investeren, dan krijg je het dubbel terug. En geloof me, Daan weet het, als je je inhoudt. Hij mag op het gebied van gevoelens een stuk rund zijn, maar ik hoef hem niets te zeggen, dat hij iets fout doet. Een blik is meer dan voldoende. En bij jou is dat ook al.
Maar, zoals ik al zei, hij mist dat kleine beetje vertrouwen in je. Je bent er bijna, je moet hem alleen even de kans geven om zijn volledige vertrouwen aan je te schenken.’
‘Ja, jij hebt gemakkelijk praten! Ik moet al zoveel van hem slikken.’
Chantal zegt daarop gekscherend: ‘Dat geloof ik best. Wat je me allemaal vertelt over wat je met hem in bed doet!’
Melissa kijkt Chantal geschokt aan met een enorm rood hoofd. ‘Chantal! Zoiets zeg je toch niet!’
‘Ach wat! John kan zich er heus wel wat bij voorstellen. En hij zal het heus niet verder vertellen, daar ben ik zeker van. Maar John heeft wel gelijk. In een relatie moet je elkaar volledig vertrouwen. En als ik eerlijk ben, wat ik zo van je hoor, dan geef je hem ook niet helemaal je vertrouwen. Dus waarom zou hij je dat dan wel schenken. Het is echt niet voor niets, dat John en ik veel verder zijn in onze relatie, dan jullie twee.’
‘Maar jullie passen ook echt helemaal bij elkaar! Daar staat echt niemand van te kijken!’
‘En jij en Daan passen dan nog niet helemaal bij elkaar? Is dat wat je wilt zeggen?’
Melissa is even sprakeloos. Dan begint ze te huilen en ze zegt: ‘Maar ik hou zoveel van hem!’
‘En Daan houdt ook veel van jou, Melissa. Daarover is geen enkele twijfel. En wanneer ga je dan beseffen, dat je echt niet meer zonder hem kunt, en al zijn fouten voor lief neemt?
Of dacht je, dat John werkelijk mister perfect is? Oh nee, denk dat maar niet! En ik ben ook niet perfect. Maar daar praten we niet over. We vertrouwen elkaar, en dat is het belangrijkste wat er is.
Van elkaar houden, en elkaar volledig vertrouwen. Op het moment, dat je dat kunt, is er niets mooiers dan dat. Maar je moet het wel willen.’
Melissa huilt nu tranen met tuiten. ‘Ben ik echt zo erg, dat ik hem dat vertrouwen nog niet kan geven?’
Chantal slaat haar armen om haar zusje heen. ‘Welnee! Dat is iets, wat jullie allebei nog moeten leren. En je hebt nog geluk, dat wij er nog zijn om jullie te helpen. Je houdt toch van Daan, of niet dan?’
Melissa knikt, terwijl er tranen over haar wangen stromen.
‘En stel, Daan gaat nu die garage overnemen. Denk je, dat hij het gaat redden?’
Melissa knikt weer. ‘Ja, als Daan ergens voor gaat, dan geeft hij in ieder geval echt alles.’
‘Dus je vertrouwt hem wel? Je denkt, dat hij het goed zal gaan doen?’
Melissa knikt weer. Opeens slaat ze zichzelf voor haar kop.
‘Wat ben ik toch een domme en stomme doos! Ben ik nu echt zo dom, dat ik niet wil inzien, dat Daan echt van me houdt? Ik denk, dat ik me te veel aan jou spiegel, Chantal. Tussen jou en John gaat het schijnbaar zo gemakkelijk, dat alles wel vanzelf lijkt te komen. En dat wil ik dan eigenlijk ook.
Jullie hebben gelijk, ik geef Daan niet het vertrouwen, dat hij wel verdient. Maar hoe moet ik dat nu weer goedmaken? Ik kan niet zomaar tegen hem zeggen, dat ik zo stom bezig ben geweest!’
Ik lach. ‘En dat hoef je ook helemaal niet! Je hoeft eigenlijk helemaal bijna niets te doen. Je weet nu van zijn plan. Maak je deelgenoot van zijn plan. Geef er je eigen inbreng aan!’
Melissa kijkt me verbaasd aan. Ze denkt even na en vliegt me dan opeens om de nek van blijdschap.
‘Ja, dat is het! Dank je, John! Ik krijg nu opeens een heel goed idee! En nee, ik ga het nog niet vertellen. Daan moet de eerste zijn, die het hoort!’
Ik glimlach. ‘Nou, dat is al eens een hele goede stap in de goede richting! Dat is de juiste manier om Daan zijn vertrouwen te winnen.’
Melissa glimlacht nu breed. Chantal zegt daarop: ‘Maar nu maak je ons wel erg nieuwsgierig. Wanneer ga je het hem vertellen?’
Melissa grijnst en zegt: ‘Pas nadat hij me van zijn plannen heeft verteld. En geen moment eerder. Eerst mag hij een beetje zweten en daarna kan hij mijn volledige vertrouwen krijgen. Ik kan er niets aan doen, ik ben nog steeds een beetje boos op hem, en dat is mijn manier om voldoening te krijgen.’
Chantal lacht. ‘Je bent soms echt erg, een klein krengetje!’
Melissa glimlacht. ‘Dat klopt, maar soms is dat ook niet erg. En in het geval van Daan, kan ik hem garanderen, dat zijn beloning heel erg goed zal zijn.’
Ze beweegt haar wenkbrauwen op en neer, waardoor we wel een idee krijgen, wat ze daaronder verstaat. Lachend lopen we dan naar binnen. Melissa duikt vlug even het toilet op, om haar gezicht wat bij te werken, en begroet dan haar broer en schoonzus, die netjes binnen hebben gewacht.
Ze hebben goed gezien, dat we een stevig gesprek hadden met Melissa, maar zeggen en vragen er niets over. Al snel gaat het gesprek over haar opleiding, en wat ze allemaal al geleerd heeft. Melissa vertelt, dat nu van allerlei dingen leert over materialen, en dat het echt een reuze interessante opleiding is.
Glimlachend vertelt ze erbij, dat het opknappen van de stoelen in Chantals Jeep een zeer leerzaam moment was. Bij het bekleden van de stoelen heeft ze hulp gehad van haar medestudenten en haar leraren. En dat maakt het voor Chantal nog mooier en beter, nu ze weet wat haar zus er allemaal voor heeft gedaan om die stoelen zo mooi te krijgen.
Het lijkt een leuke avond te worden, als plotseling Daan opeens het erf op gereden komt. Melissa schrikt. ‘Oei, ik wil niet, dat hij me hier ziet!’
‘Dan ga je toch naar je logeerkamer, John werkt hem wel weg.’
Melissa rent snel naar boven en verstopt zich voor Daan. Daan komt enkele tellen later binnen.
‘Hey Daan! Wat doe jij hier?’
Daan kijkt echter wat bezorgd. ‘Ik kwam vragen, of Melissa jullie nog eens gebeld heeft? Ik probeer haar al de hele tijd te bellen, maar ze neemt niet op. En waar ze de kamer heeft gehuurd, weten ze niet waar ze is. Ze is niet thuis gekomen, nadat ze van college weg is gegaan. En nu heb ik helemaal geen idee, waar ze is. Ik maak me een beetje zorgen!’
Melissa kan het allemaal verstaan, want de gangdeur staat nog een beetje open.
Ze sluipt zachtjes naar beneden, zodat ze het beter kan verstaan.
‘Ze zal haar telefoon wel leeg hebben, en misschien is ze wel met vrienden op stap. Dat weet je toch niet?’
‘Dat weet ik wel, maar ik wilde haar juist bellen over mijn plannen. Ik wilde het haar toch gewoon zelf vertellen. Zonder jullie erbij. Anders zou ze alleen maar weer boos worden, omdat ik zoiets belangrijks niet aan haar vertel.’
Chantal en ik moeten ons echt inhouden om niet in de lach te schieten.
Daan zegt dan: ‘Dan zit er niets op, ik rijd wel naar Nijmegen, en ga haar zoeken.’
Ik kalmeer hem en zeg: ‘Ga nu eens eerst rustig zitten, en drink een kop koffie. Misschien is er wel helemaal niets aan de hand. Chantal, kun jij eens proberen, of je Melissa kunt bereiken?’
Chantal knikt. Johan en Helen hebben het allemaal stilzwijgend aangekeken. Johan doet alsof hij naar het toilet moet en loopt met Chantal mee.
Eenmaal uit zicht, houdt hij Chantal aan. ‘Wat is er allemaal aan de hand, Chantal? Melissa is hier, en jullie doen alsof ze er niet is.’
Johan schrikt als hij opeens de stem van Melissa achter zich hoort.
‘Dat doen ze voor mij, Johan. Alsjeblieft, zeg er niets over! Ik zeg je later wel waarom.’
Johan knikt. ‘Goed, ik zal het ook wel tegen Helen zo zeggen. Wij houden onze mond gesloten.’
Johan laat Chantal en Melissa alleen. Chantal zegt tegen Melissa: ‘Wat ga je nu doen? Daan is echt in staat om nu naar Nijmegen te rijden.’
Melissa knikt. ‘Ik weet het, ik heb het allemaal gehoord. Maar wat nu?’
‘Dat moet je jezelf maar eens uitdenken, Melissa. Jij wilde voor hem vluchten, niet ik!’
Melissa knikt weer. ‘Goed, ik los het zelf wel op. Of weet je wat? Ik bel hem gewoon op, en zeg dat mijn telefoon leeg was en dat ik bij anderen bezig was met een studieproject. Dan lieg ik niet zo heel veel, want daar ben ik nu wel regelmatig mee bezig.’
Ze wil haar telefoon pakken, maar komt dan tot de ontdekking, dat ze die net op de keukentafel heeft gelegd. Maar Chantal is alweer naar binnen gelopen.
Ze hoort Chantal zeggen: ‘Ik krijg haar ook niet te pakken, Daan. Maar kan het niet zijn, dat ze met haar medestudenten aan haar studieproject bezig is? Daar heeft ze me van verteld.’
Daan slaat zich voor zijn hoofd. ‘Ach ja! Dat is waar ook! Zit ik me hier voor niets zorgen te maken!’
Hij ontspant zich meteen. ‘Dat moet het wel zijn! Waar zou ze anders moeten zijn? Alleen jammer, want ik had me nu echt alle moed bij elkaar geraapt om het haar zelf te vertellen.’
‘Niet meer bang, dat ze je daarvoor zou verlaten?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Waarom zou ze dat doen? Ik weet, dat ze van me houdt! Zo heel soms praat ze in haar dromen, en dan noemt ze de hele tijd mijn naam. Je hebt geen idee, wat zoiets met je doet. Ik zou haar dan wakker willen maken en met haar de liefde willen bedrijven. Maar dat doe je dan weer niet. Dat zou ze helemaal niet fijn vinden, ze is toch al niet zo’n ochtendmens. Maar wat ze dan weer nooit doet, is echt zeggen, dat ze van me houdt en het ook echt menen. Ja, als anderen erbij zijn, zegt ze dat ze van me houdt.
Maar als we alleen zijn, dan zegt ze het nooit. Terwijl ik echt weet, dat ze erg veel van me houdt.’
Ik kijk Daan aan en zeg: ‘En dat weerhoud je om je hele vertrouwen aan haar te geven, en haar alles te vertellen?’
Daan kijkt me aan. ‘Niet meer, John. Misschien heeft ze gewoon moeite om me dat rechtuit te vertellen, ik weet het niet. Maar ik kan niet meer zonder haar. En als ik haar wil houden, zal ik haar mijn volledige vertrouwen moeten schenken. Ook al doet ze dat nog niet bij mij, dat risico moet ik dan maar nemen.’
Daan heeft niet gezien, dat Melissa door de deuropening is gekomen en nu achter hem staat. Haar ogen zijn betraand, en ik zie dat ze zich vermant. Dan schraapt ze al haar moed bij elkaar en zegt: ‘Maar Daan! Ik hou echt veel van je! En de hele wereld mag het weten!’
Daan schrikt zich een hoedje en draait zich geschrokken om.
‘Melissa! Wat doe jij hier?’
Melissa lacht door haar tranen heen.
‘Hetzelfde, als jij hier nu aan het doen bent. Zeggen, dat ik van je houd.’
‘Maar…’
Verder komt Daan niet, want Melissa drukt zonder enige gêne haar lippen op de zijne. Daan slaat wat verbouwereerd zijn armen om haar heen en kust haar vol passie terug.
Johan en Helen, en ook Chantal en ik hebben moeite om onze tranen te bedwingen. Helen huilt van ontroering. ‘Wat mooi!’
En daar zijn we het allemaal mee eens.
Daan en Melissa lijken zich opeens te beseffen, dat ze niet alleen zijn, en verbreken hun zoen. Blozend, maar stralend van geluk houden ze elkaar vast.
Lachend zeg ik: ‘Jullie hoeven niet te blozen, omdat jullie elkaar lekker aan het zoenen zijn!’
Daan glimlacht. ‘Dat weet ik wel, maar ik ben wel in jouw huis ongegeneerd mijn vriendin aan het zoenen, waar iedereen bij is.’
‘En heb je al klachten gehoord?’
Daan en Melissa moeten allebei lachen. Melissa zegt: ‘Van mij in ieder geval niet! Nooit niet!’
‘Nou dan! Maar misschien moesten jullie maar eens goed met elkaar praten. Ik denk, dat dit wel een goed moment is.’
Daan knikt en zegt dan: ‘Daar heb je gelijk in, maar dat doe ik dan wel even thuis, alleen met ons twee.’
‘Geen hulp meer nodig?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat kan ik nu wel zelf af, maar bedankt voor jullie hulp. Maar iets zegt me, dat er wel enige vorm van voorbedachte rade is.’
‘Dan kan ik je vertellen, dat het allemaal toeval is. Maar Melissa zal je er wel over vertellen. Maar nu hup, naar huis jullie! En laat ik niet horen, dat jullie ruzie maken, want dan moeten Chantal en ik eens langskomen met de mattenklopper!’
Daan en Melissa moeten allebei lachen. Ze nemen haastig afscheid en rijden samen weg. Ze laten ons alleen en Johan vraagt dan aan Chantal: ‘En nou vertel eens, wat er eigenlijk aan de hand was. Want ik begrijp er niets meer van!’
Chantal vertelt dan, wat er precies gespeeld heeft. Ik vul haar aan, en uiteindelijk kunnen we er goed om lachen.
Chantal, die met me meegekomen is, zegt tegen de dokter: ‘Geen zorgen, ik let er wel op, dat hij niet te veel gaat doen!’
De dokter glimlacht en we nemen afscheid van de man. We lopen dan terug naar huis, want zo ver is het nu ook weer niet. Onderweg komen we langs de plaatselijke bloemist. Ik zie Chantal naar de prachtige bloemen kijken en ik loop daarop naar binnen om er even later met een flinke bos bloemen uit te komen. Chantal kijkt me hoofdschuddend aan.
‘Omdat ik naar wat bloemen kijk, hoef je nog niet meteen zo’n uit de kluiten gewassen bos bloemen te kopen, John!’
Maar ik kan in haar ogen zien, dat ze het wel waardeert. Nog steeds lachend vraagt ze me: ‘Volgens mij moet ik dat vaker doen. Zal ik dadelijk ook nog eens bij de juwelier naar binnen kijken?’
Ik zeg lachend: ‘Bloemen zijn ook heel wat anders dan iets kopen bij een juwelier, Chantal! Bovendien kan ik me een bos bloemen nog wel veroorloven, maar zit dat met die prijskaartjes van de juwelier er dat heus niet meer aan!’
‘Dat weet ik ook wel. Maar wel lief, dat je aan me dacht!’
Ze geeft me een zoen op mijn wang, en we lopen dan hand in hand verder. Eenmaal thuis zet Chantal de bloemen meteen in een vaas, waarop Helen meteen zegt: ‘Zo! Dat is een forse bos bloemen. Wat moet John nu weer goedmaken?’
Chantal zegt lachend: ‘Niets! Op weg naar huis kwamen we langs de bloemist, en ik keek naar binnen. Loopt mijnheer naar binnen en komt naar buiten met zo’n enorme bos bloemen!’
‘Nou, hij heeft anders wel goede smaak, Chantal! En ze ruiken heerlijk!’
Chantal glundert en schikt de bloemen, tot het eindresultaat haar goed bevalt. Ze zet de vaas in de woonkamer, waardoor de heerlijke geur van de bloemen door de kamer verspreid wordt.
Helen vraagt me dan: ‘En, hoe staat het nu met je wond, John?’
‘De hechtingen zijn er al uit, maar ik mag natuurlijk nog niet te veel belasten. Maar ik verwacht mijn moeder vandaag nog wel op bezoek, en ze weet nog van niets. Dat wil ik ook nog even zo houden. Ze is altijd zo meteen overbezorgd. Willen jullie er nog niet te veel over zeggen?’
Johan en Helen begrijpen dat meteen en stemmen toe. En mijn vermoeden blijkt zeker niet verkeerd te zijn. Amper een uur later komt mijn moeder al op bezoek.
‘Zijn jullie al terug? Ik dacht, dat jullie pas zondag terug zouden komen? Want ik meen, dat ik jullie straks bij de dokter uit de deur zag lopen.’
Ik glimlach en besluit dan maar meteen mijn moeder in te lichten over wat er gebeurd is in Kampen.
‘Ik moest even naar de dokter om mijn arm te laten controleren, mam.’
‘Je arm? Ben je gevallen of zo?’
‘Nee, was dat maar zo, mam! Nee, ik had een steekwond, die ik opgelopen heb bij een vechtpartij. Maar dat is alweer goed aan het genezen, al zal ik er wel een litteken aan over houden.’
‘Een steekwond? En dan bel je me niet even? Wat is er dan gebeurd?’
Chantal springt in. ‘Daar kon John maar weinig aan doen. Een vriend van hem kreeg ruzie met enkele gasten uit onze stad, wat jongens, die meenden heel wat te zijn. Maar ze kregen toch flinke klappen van Daan en John.
Alleen een van die jongens probeerde John met een mes te bewerken. Dat is die jongen niet goed bekomen, maar daardoor raakte hij nog wel lichtjes de arm van John. Het is niet heel diep, en de hechtingen heeft de dokter er vanmorgen al uitgehaald.’
‘Maar waarom hadden jullie dan ruzie?’
‘Die gasten meenden, dat we daar niet mochten lopen, omdat we uit het Zuiden kwamen. En toen begonnen ze handtastelijk te worden, en dat lieten wij weer niet op ons zitten. Lang verhaal kort, die jongens zijn opgepakt, een daarvan ligt nu met een gebroken kaak in het ziekenhuis, door mijn toedoen.’
Mijn moeder kijkt me bezorgd aan. ‘Je krijgt daardoor toch geen problemen, John?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Nee, waarschijnlijk niet, mam. De politie meende, dat ik echt wel uit noodweer handelde, omdat die jongen me aanviel met een niet al te klein mes. Ik had geen andere keuze, dan hem met kracht uit te schakelen. Maar het heeft nu wel een ander gevolg, waar je binnenkort wel wat van zal gaan merken.’
‘Wat dan?’
‘Een van de jongens, die ons hebben aangevallen, heeft me opgebeld en oprechte excuses aangeboden. Hij wilde het hoe dan ook weer met me goed maken, omdat hij zich echt schaamt.
Maar ik wil helemaal geen geld van hem, zoveel kost een blouse en een jas nu ook weer niet. Ik zei hem, dat hij maar beter weer zijn studie kon gaan oppakken, dat ik dat een veel beter idee vond, dan dat hij ging werken om mij een schadevergoeding te betalen.
En uiteindelijk, om die jongen te helpen weer op het juiste pad te komen, komt die jongen waarschijnlijk een tijdje hier wonen, om hier zijn opleiding af te maken. Daarvoor zijn de ouders van die jongen al hier geweest, en hebben we afspraken gemaakt.’
Mijn moeder glimlacht. ‘Dus ongeveer zoals Otto voor jou gedaan heeft?’
Ik knik. ‘Met dat verschil, dat ik toen nog niets fout gedaan had, mam.’
‘Nee, maar dat had ook niet veel gescheeld, John. Otto heeft je weer in de juiste richting gezet.’
Ik knik. ‘Dat weet ik, en daarom doe ik dat nu ook. Mijn bijdrage aan de maatschappij, die mij geholpen heeft. Maar ik ga Otto er ook bij betrekken. Die jongen heeft naast zijn studie ook nog wel wat andere zaken te leren, en ik ken niemand beter dan Otto om hem dat te leren.’
‘Daar zal Otto ook wel blij om zijn. Het is altijd goed om te weten, dat een van je leerlingen je lessen goed begrepen heeft.’
‘En daarnaast gaat die jongen, hij heet Joey Middelman, me ook helpen met het opknappen van een oude caravan, die ik me aangeschaft heb.’
Mijn moeder lacht. ‘Je zou je ook echt vervelen, als je geen project onderhanden zou hebben, John. Wat voor een ding heb je nu weer gekocht?’
‘Ken je die metalen caravans, zoals bij All You Need is Love?’
‘Ja, heb je zoiets gekocht?’
‘Gekocht? Eerder gekregen van een oom van Chantal. Die moest er snel vanaf, want hij wilde daar zijn nieuwe caravan gaan stallen. Maar de caravan, die hier staat, daar moet nog ontzettend veel aan gebeuren, het hele interieur moet opnieuw, en ik moet nog wel een en ander opknappen aan het chassis.
Daar ben ik nog wel een hele tijd mee bezig. Maar Sander Wilkens gaat me helpen met het interieur, dat heeft mij me toegezegd.’
Chantal knikt. ‘Maar dat is niet het enige, wat weer nieuw is. Niet alleen die jongen komt hier wonen, we hebben ook al een permanente gast in huis. Daan heeft ons gevraagd, of we Renn niet van hem wilden overnemen. En na de inbraak in de loods, hadden we al overwogen om ons een hond aan te schaffen.’
‘Ach, dus jullie hebben nu een hond? En waar is Renn nu?’
‘We hebben haar even in de bench gedaan, ze kan soms nogal opdringerig zijn. En dat moeten we haar even afleren.’
‘Ach, laat die arme hond er toch uit! Een hond moet zijn blijdschap kunnen uitdrukken!’
‘Dat was ook de bedoeling, maar ze moet ook leren weer niet te uitbundig te zijn.’
Chantal staat dan op en haalt Renn uit haar bench. Even later komt Renn er enthousiast aangerend om het bezoek te komen inspecteren. Maar Renn kent mijn moeder al van eerdere bezoeken, maar laat zich maar wat graag door mijn moeder aanhalen.
Als ze dan toch te uitbundig wordt, wijs ik haar terecht, en komt ze aan mijn voeten liggen. Ik aai haar dan even en prijs haar ervoor, dat ze zo goed luistert. Daarop kwispelt ze even.
Mijn moeder knikt goedkeurend. ‘Ze luistert al goed naar je, John!’
‘Met dank aan Daan, die heeft haar goed opgeleid! En we beginnen elkaar te begrijpen. Renn weet wie haar nieuwe baasjes zijn.’
Mijn moeder glimlacht. ‘Maar dat zijn weer allemaal flinke veranderingen, John! Je zal je de komende tijd wel niet gaan vervelen!’
‘Nee, dat geloof ik ook niet. En o, voordat ik het vergeet, ze gaan hier de komende week een nieuwe omheining plaatsen, en er komt ook een poort in. Daar zal ik je later wel een sleutel van geven, zodat je altijd binnen kunt.’
‘Dat is een goed idee, zo’n omheining. Dat heb ik je altijd al gezegd.’
‘Dat weet ik, maar zo’n omheining is normaal ook best wel duur. Maar nu kon ik er een goedkoop op de kop tikken, en ze komen hem nog plaatsen ook!’
‘Nou, je hebt het allemaal wel weer goed voor elkaar! Maar het zal evengoed niet echt goedkoop zijn, John! Kun je dat wel allemaal betalen?’
‘Maak je maar geen zorgen, mam! Ik heb wel wat reserves.’
‘Maar toch! Je moet ook weer niet te gek gaan doen! Je woont nu samen, en niet meer alleen!’
‘Daar ben ik me wel van bewust, mam. En ik hoef echt geen heel gekke sprongen te maken, om het allemaal te betalen. Natuurlijk moet ik het nu voorlopig niet te bont maken, maar je hoeft je echt geen zorgen te maken.’
Chantal zegt dan: ‘Maar dat wil niet zeggen, dat John niets meer te wensen heeft. Maar daar komen we samen wel doorheen.’
Opeens gaat dan mijn telefoon. Ik kijk verbaasd, als ik zie, dat het de politie is.
‘Hallo, met John Vliegers?’
‘Goedemorgen. U spreekt met Sean Peeters van de politie Midden Limburg. Ik wilde u even doorgeven, dat uw wagen weer is vrijgegeven. Die kunt u komen ophalen bij het politiebureau in Roermond.’
‘Ah, hartelijk dank! Dan komen we die zo meteen ophalen! Moet ik nog iets meebrengen?’
‘Alleen een ID en de voertuigpapieren zijn voldoende!’
‘Die zal ik wel meenemen! Nogmaals bedankt!’
Ik hang weer op en zeg: ‘We kunnen de auto ophalen bij het politiebureau. Die is zojuist vrijgegeven, dus die mag ik weer gebruiken.’
Johan biedt me aan om me te brengen, wat ik graag accepteer. Even later zijn we al op het politiebureau, en na het zetten van wat handtekeningen en wat uitleg van een agent, kan ik de wagen weer naar huis nemen.
De agent vertelt me, dat ze inderdaad een zender onder de wagen hebben gevonden. Die hebben ze nu verwijderd, waarbij ik nog even gekeken heb of er geen beschadigingen aan de wagen zijn. Maar die waren niet te zien. En toen konden we gewoon vertrekken.
Voor mij persoonlijk is het een hele opluchting, dat ik mijn wagen weer terug heb. Dan hoef ik niet meer met mijn Cadillac rond te rijden in het toch niet meer zo’n mooie weer. Want normaal komt mijn Cadillac met slecht weer echt niet buiten. Als ik weer thuiskom, zie ik dat Gerard bij me op bezoek is. Ik begroet hem en hij vraagt me, hoe het met mijn arm is. Hij is opgelucht, dat het al zo snel aan het genezen is.
En als ik hem vertel, dat ze binnenkort een omheining om het terrein komen plaatsen, zegt Gerard: ‘Waarom laat je die hekken niet opnieuw verzinken? Dan ben je meteen klaar en heb je er geen omkijken meer aan!’
‘Dat weet ik, maar het kost allemaal al zoveel geld!’
‘En als ik dat nu eens voor je regel? Je doet altijd al zo veel voor ons. Ik ken iemand, die me nog wel wat schuldig is. Als ik hem dat eens vraag, dan wil hij me best wel helpen. Daar ben ik zeker van.’
‘Maar dan nog! Helemaal voor niets zal hij het ook niet doen!’
‘Maak jij je daar maar eens geen zorgen over. Dat regel ik wel. Ik praat wel eens met de rest van de club, er mag best wel eens iets tegenover staan, voor wat je doet. Want uiteindelijk staat wel ongeveer de helft van alle wagens van de club bij jou in de loods. En je plaatst die omheining uiteindelijk ook voor de veiligheid. Dus dat zou ik kunnen verantwoorden voor de club.’
Ik twijfel toch nog even, maar Chantal zegt snel: ‘Doe dat maar, Gerard! John zou toch alleen maar twijfelen of hij dat wel kan aannemen. Dan neem ik het wel voor hem aan!’
Ik kijk even verbaasd, en Gerard zegt lachend: ‘Nou, je hoort het van je vriendin, het is al besloten!’
Mijn moeder zegt daarop: ‘Soms mag je best wel eens wat van een ander terugverlangen, John! Je bent veel te goed voor anderen!’
Gerard knikt en zegt: ‘Ja, daar heeft je moeder gelijk in, John. Soms mogen we best wel eens wat voor je terugdoen. Ik zal het eens aan de jongens voorleggen, en dan hoor je het al snel genoeg. Wanneer gaan ze die omheining plaatsen?’
’Over veertien dagen. En dan zouden ze de poort veertien dagen daarna plaatsen, want die moeten ze nog maken.’
‘Dat krijg ik nog wel geregeld. Laat dat maar aan mij over! Maar ik ga weer, ik had thuis beloofd, dat ik niet te lang zou blijven.’
Gerard neemt afscheid en laat ons weer alleen. Het is al bijna middag en ik vraag aan mijn moeder, of ze blijft eten. En dat wil ze wel.
Ik help dan Chantal in de keuken mee, om het middageten voor onze gasten klaar te zetten, iets waar mijn moeder met genoegen naar kijkt. Het laat al meteen zien, dat we al heel goed op elkaar ingespeeld beginnen te raken. En niet veel later staat de lunch voor iedereen op tafel. Na het eten laat ik mijn moeder mijn caravan zien. Hoofdschuddend staat ze er langs.
‘En je weet zeker, dat dit ooit nog goed komt, John?’
Johan en Helen zijn meegelopen en Johan zegt lachend: ‘Dat hebben we hem ook al gevraagd, maar John is er vast van overtuigd, dat alles weer goed komt. En als hij maar half zo goed werk doet, als voor de wagen van Chantal, dan heb ik daar wel vertrouwen in.’
Mijn moeder knikt. ‘Ja, ik heb er ook wel vertrouwen in. Waar John aan begint, dat maakt hij ook goed af. Zo is hij altijd wel geweest. Maar dit is wel een heel groot project! Ik zou niet eens weten, waar ik zou moeten beginnen!’
‘Maandag komt Joey hier, en dan gaan we beginnen.’
Mijn moeder blijft nog even, en gaat dan weer naar huis. Helen zegt, als mijn moeder weg is: ‘Wat heb jij een leuke en lieve moeder, John. Ik had al met haar gesproken op het feest, dat je gaf, toen jullie gingen samenwonen, maar nu ik haar zo gesproken heb, vind ik haar nog aardiger.’
‘Dank je. En ik ben ook wel trots op haar. Na het overlijden van mijn vader heeft ze het een hele tijd zwaar gehad, maar ze heeft zich er goed doorheen geslagen.’
Niet veel later gaat mijn telefoon weer over. Het is Gerard.
‘John, goed nieuws. Die jongen, waar ik nog wat tegoed van heb, wil die hekken wel voor je verzinken. En omdat hij vanmiddag toch met de vrachtwagen in de buurt is, wil hij ze straks nog ophalen. Want dan kan hij die hekken nog ontzinken, voordat ze het zinkbad in gaan.’
‘Dat heb je snel geregeld!’
‘Ja, en ik heb ook al wat jongens gesproken. Die ik gebeld heb, die willen allemaal wel meedoen. Dus je krijgt straks weer een mooi hek om je terrein!’
Ik ben er even sprakeloos van. ‘Wow, ik weet niet wat ik moet zeggen! Bedankt!’
‘Dat is voldoende. Ik laat nog weten, wanneer je de hekken dan weer terug kunt verwachten.’
Ik bedank Gerard dan nogmaals en hang op.
‘Gerard heeft al geregeld, dat de hekken verzinkt gaan worden. Ze worden zo meteen opgeladen met een vrachtwagen.’
‘Zo, dan zet hij er flink vaart in. Je treft het maar met zulke goede vrienden, John!’
Ik knik. Johan zegt: ‘Ik zou willen, dat ik zulke goede vrienden in Kampen had, John. Niet dat ik geen goede vrienden heb, die heb ik genoeg. Maar die zal je nooit zulke dingen zien doen. Die zijn allemaal veel te druk bezig met hun leven. We helpen elkaar wel, maar met kleine dingen.’
‘Ze hebben jullie toch ook geholpen met de verhuizing en de verbouwing, of niet dan?’
‘Jawel, maar ik moest ze wel bijna smeken om me te komen helpen. Van sommigen begrijp ik dat wel, die zijn blij dat ze even wat tijd aan hun gezin kunnen spenderen.’
‘Dat is hier niet veel anders, Johan. Maar als een vriend je vraagt om je te helpen, dan ga je dat voor hem doen. Zo gaat het in ieder geval bij ons. En natuurlijk, het kan altijd een keer zijn, dat je elkaar niet kunt helpen. Maar dat wordt dan ook duidelijk gezegd, en er is dan ook niemand, die het dan die persoon kwalijk neemt, dat hij niet komt. Maar het is natuurlijk wel zo, als die persoon de hele tijd een excuus heeft, dat men minder bereid is om die persoon eens te helpen, mocht die ooit hulp nodig hebben.’
Chantal knikt. ‘Ja, dat heb ik ook al gemerkt. Ze vragen je allemaal om hulp, maar ze zijn zelf nooit te beroerd om zelf ook anderen te helpen. Ik voel me in ieder geval heel erg thuis bij jouw vrienden, John. Het is in ieder geval fijn, dat ze me zo goed opgenomen hebben in de groep.’
Ik lach. ‘Dat is ze ook geraden, want anders zou ik echt niet meer zo bereid zijn om ze te helpen. Jij bent nu het belangrijkste in mijn leven, en zouden ze je niet accepteren, dan zou ik daar zeker op reageren.
Maar gelukkig weet ik, dat mijn vrienden daar nooit heel erg moeilijk over doen. Ze accepteren gemakkelijk anderen, maar weten meestal feilloos er wel uit te pikken of iemand in orde is of niet. En bij jou, Chantal, heb ik me daarover geen enkele zorgen over gemaakt.’
‘Nou ja, als ik zie hoe ze reageren op Melissa, dan is dat wel anders, dan ze bij mij doen.’
‘Dat komt, omdat ze haar wat minder goed kennen. Ze woont niet hier in de buurt, en Daan is zoveel bij haar, dat hij wel zijn vrienden wat meer verwaarloost. Dat ga je uiteindelijk toch wel wat merken. Daarom zijn ze ook wat minder hartelijk naar Melissa, dan naar jou.’
‘Denk je? Ik vind het eigenlijk wel jammer voor Melissa. Maar je hebt wel gelijk, zo vaak zie ik haar nu ook weer niet meer. Maar zei Daan laatst niet, dat hij van plan was te verhuizen?’
‘Ja, dat klopt. Hij wil gaan kijken voor een huisje, waar hij straks met Melissa kan gaan wonen. Maar ik vraag me af, of Melissa van je ouders wel toestemming zal krijgen om met hem te gaan samenwonen.’
‘Melissa zal zich daar maar weinig van aantrekken, John. Zo is ze altijd al geweest. Maar ik geloof niet, dat het zo snel zal gaan. Ze zal er wel de hand in hebben, welk huis ze gaan kopen, maar ik denk niet, dat ze snel zal vertrekken uit Nijmegen. Die studie, die wil ze beslist afmaken. En ik zie haar ook niet steeds op en neer reizen met de trein. Maar aan de andere kant, bij hun begint het ook steeds serieuzer te worden.’
Ik lach. ‘Ja, dat kan ik wel merken aan Daan. Als je hem zoekt, dan kun je hem wel bij Melissa vinden. Hij is amper nog thuis! Zodra hij afgewerkt is, is hij richting Nijmegen verdwenen. En ik kan het hem echt niet kwalijk nemen, maar op die manier verwaarloost hij dus wel zijn vrienden.’
Chantal knikt. ‘Maar ik ben wel eens benieuwd of ze nu wel vaker in het weekend hier zijn.’
Johan en Helen glimlachen, terwijl we over Daan en Melissa praten. Helen zegt: ‘Chantal, weet je al, dat je met een licht accent praat, als je tegen John aan het praten bent? Dat doe je echt heel onbewust, maar alleen bij hem.’
Chantal kijkt verbaasd. ‘Doe ik dat dan? Echt waar? Geen idee…’
Helen lacht. ‘Je begint de zuidelijke klanken van John over te nemen. En sommige woorden hoor ik je al in zijn taal zeggen. Je kunt wel merken, dat je je hier helemaal thuis voelt.’
Chantal bloost lichtjes. ‘O sorry. Ik wist helemaal niet, dat ik dat deed.’
‘Dat is toch niet erg, Chantal. Het valt me alleen op, omdat je het ook alleen maar hier doet, als je je ontspannen voelt. Dat toont dus maar weer aan, dat je gewoon hier op je plaats bent.’
Chantal bloost nu nog harder, maar glimlacht nu wel liefelijk. Als ik haar al niet eerder had gevraagd om met me te trouwen, dan zou ik het op dat moment wel spontaan gedaan hebben. Maar ze maakt het helemaal af voor me, door op haar beste manier in mijn dialect te zeggen: ‘Joa, ich vûl mich hier echt goad. En ich halt van John!’
Ze maakt me enorm trots op haar en ik trek haar tegen me aan, en ik geef haar een zoen op haar wang. Johan en Helen glimlachen. Helen zegt: ‘Ja, dat geloof ik meteen. We kijken al uit naar de bruiloft!’
En daar moeten we allemaal wel om lachen. Chantal zegt daarop: ‘En anders ik wel! Ik kan het nog steeds amper geloven, dat John me al gevraagd heeft!’
Ze kijkt onwillekeurig naar haar verlovingsring, die ze nog steeds met trots draagt.
Opeens gaat mijn telefoon over. Ik zie dat het Daan is.
‘Hey Daan! Leef jij ook nog?’
Ik hoor Daan lachen. ‘Ja, en ik ben zelfs thuis! Kan ik even langskomen?’
‘Natuurlijk, moet je dat tegenwoordig aan me vragen? Heeft Melissa je zo onder de duim?’
Ik hoor Daan lachen. ‘Nee, maar ik wilde zeker weten, dat je thuis was. Ik moet je namelijk wat vragen.’
‘Oké, dan moet het wel belangrijk zijn, als je het niet door de telefoon wilt vragen.’
‘Dat kan ook wel door de telefoon, maar ik vertel het je liever zelf.’
‘Wat je wilt. We zijn gewoon thuis.’
Een kwartier later komt de auto van Daan op het erf gereden. Hij stapt uit en komt bij ons aan het terras zitten.
‘Koffie, Daan?’
‘Graag! Dat kan ik nu wel even gebruiken.’
Ik kijk verbaasd. Daan ziet er wat gespannen uit.
Chantal haalt een kop koffie voor Daan en komt even later terug.
‘Wat is er toch aan de hand, Daan? Je ziet er zo gespannen uit!’
‘Dat ben ik ook. Ik sta op het punt een grote stap te doen in mijn leven.’
We kijken verbaasd op. ‘Je gaat me toch niet vertellen, dat jullie ook gaan samenwonen?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, zover zijn we nog niet. Melissa wil eerst haar studie afmaken, en dat begrijp ik ook heel goed. Maar ik ga nu misschien iets aan, wat mijn en ook haar toekomst kan bepalen.’
‘O, vertel!’
‘Nou, gisteren werd ik bij mijn baas geroepen. Hij wilde de garage gaan sluiten, omdat hij met pensioen wil. Dat was natuurlijk wel even schrikken, maar aan de andere kant had ik het ook kunnen zien aankomen. Hij is al zeventig, dus dat had ik al kunnen verwachten.
Maar toen deed hij me een aanbod, en dat heb ik helemaal niet zien aankomen. Hij bood me aan om de garage, inclusief zijn huis over te nemen.
Daar moest ik natuurlijk wel over nadenken, maar toen ik thuis kwam, gebeurde er iets, wat het allemaal in een stroomversnelling heeft geplaatst. Ik heb een paar weken geleden mijn huis bij een makelaar aangemeld, want ik wil het verkopen, zodat ik naar een grotere woning kan.
En daar zijn nu opeens een aantal geïnteresseerden in, waarvan een wel heel serieus. Die biedt me al meer als de vraagprijs. En met dat geld kan ik misschien net de garage financieren. Dus ik ben vanmorgen naar de bank gegaan, en heb daar een gesprek gevoerd. Met als gevolg, dat ze me wel willen helpen.
Die garage loopt goed, vooral omdat we daar veel vaste klanten hebben, en omdat we gebruikte wagens verkopen. En omdat we goede service leveren, en geen fantasieprijzen rekenen. Gewoon een redelijke prijs voor fatsoenlijk en eerlijk werk. En als ik die garage wil gaan overnemen, wil ik dat ook zo houden.
Maar ja, ik ga me dan wel een behoorlijk risico aan. En ik weet nog niet, hoe Melissa op dat plan zal gaan reageren. Ik heb het haar nog niet verteld. Het is allemaal zo snel gegaan!’
We kijken toch wel een beetje geschokt. Maar dan zeg ik: ‘Nou, dat is inderdaad nogal een hele stap! Van werknemer naar werkgever?’
Daan knikt. ‘Het zijn dan gelukkig maar twee werknemers, die ik moet betalen, maar het is inderdaad wel een hele stap. En ik moet natuurlijk ook nog eens goed naar de boeken kijken, voordat ik echt verder ga. Maar hoe ga ik het Melissa vertellen?’
Chantal en ik moeten nu hardop lachen.
Chantal zegt: ‘Je wilt me toch niet zeggen, dat je meer zenuwen hebt om het Melissa te vertellen, dan dat je die garage wilt overnemen?’
Daan knikt met schaamrood op zijn gezicht. ‘Ik maak me niet zo’n zorgen over de garage. Die loopt goed, en zal dat ook wel blijven doen. Maar ik heb geen idee, hoe Melissa zal gaan reageren!’
We kunnen er niets aan doen, maar moeten echt hardop lachen. Ik zeg dan tegen Daan: ‘Wat denk je nou zelf, hoe Melissa zal reageren? Natuurlijk zal ze je steunen! En bovendien ga je dan wel naar een behoorlijk groter huis. En je maakt je zelfstandig, dus je richt je op de toekomst. Ik zou niet weten, welke vrouw zoiets zou afwijzen, wat denk jij, Chantal?’
Chantal knikt. ‘Juist, dat dacht ik ook al. Ik denk eerder, dat ze juist heel erg trots zou zijn! En ik ken Melissa heel goed, ik ben immers haar zus. En het is toch niet zo, dat ze in de zaak mee hoeft te helpen, of wel?’
‘Nee, natuurlijk niet! Maar het betekent dus wel, dat ik veel minder bij haar kan zijn. Ik moet dan de administratie bijhouden, extra studies volgen, dus er blijft minder tijd voor haar over.’
Nu begrijp ik opeens, waarom Daan zich daarover zorgen maakt. Ik kijk hem aan en zeg: ‘Denk je, dat jullie relatie nog niet sterk genoeg is? Maak je je daarover zorgen?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat zit wel goed. Of ten minste, dat denk ik. We zijn nog steeds heel erg verliefd op elkaar, maar ik heb echt geen idee, hoe ze erop zal reageren. Kunnen jullie me niet een klein beetje helpen?’
‘Natuurlijk, maar wat moeten wij dan doen?’
‘Ik wil, dat jullie erbij zijn, als ik het haar ga vertellen. Gewoon als steuntje in de rug. Maar dat is niet het enige, waarvoor ik je hulp nodig heb. Ik moet die boeken van de garage nog inkijken, en dat is voor mij nog wat abracadabra. En jij weet daar al iets meer van. Ik weet wel, dat ik daarvoor iemand moet inhuren, om het goed te controleren, dat hebben ze me al op de bank verteld. Maar ik wil het eerst met mijn eigen ogen zien.’
‘Pff, ik weet er wel wat van, maar financiële administratie is nu ook weer niet mijn ding.’
Helen bemoeit zich er plots mee. ‘Maar daar weet ik wel alles van. Dat is mijn werk! Als je wilt, kan ik je wel daarbij helpen.’
Daan kijkt verbaasd Helen aan. ‘Maar dat kan ik toch niet van je verlangen? Je hebt nu vakantie?’
‘Pff, nou en? Johan had John ook al aangeboden om hem te helpen bij het plaatsen van de omheining. Waarom zou ik dan de vriend van mijn schoonzusje dan niet helpen?’
Daan kijkt verrast. ‘Als je dat zou willen doen! Dat zou echt fantastisch zijn! Het zal allemaal nog wel even duren, voordat het echt zover is, want mijn baas heeft me gezegd, dat hij best nog wel even wil wachten, voordat hij echt met pensioen gaat. Dat zou me dan de ruimte geven om alle zaken te regelen.’
Dan slaakt hij een diepe zucht. Het is duidelijk, dat er nu wat spanning wegvloeit. En ik kan me nu ook best wel iets voorspellen, dat hij zo gespannen was en is. Dit is inderdaad een behoorlijke stap in zijn leven. Dan zeg ik lachend: ‘Dus straks woon je hier ook nog eens vlak in de buurt?’
Daan lacht met me mee. ‘Als alles doorgaat, dan wel. Wie had zich dat ooit gedacht?’
We praten dan nog wat verder. Terloops vraag ik aan Daan, of hij vandaag niet hoeft te werken, maar hij heeft zich een dag vrij genomen, zodat hij alles goed kan laten bezinken, en ook met de bank in gesprek kon gaan.
Maar hij belt daarna wel zijn baas op, en maakt met hem een afspraak, wanneer hij de administratie kan inzien. Dat is snel geregeld, en hij maakt een afspraak voor morgenmiddag. En wij spreken dan met Daan af, dat we hem op zijn werk ontmoeten.
Even later is Daan weer weg, want hij moet nog meer dingen doen. Opeens begint Chantal te lachen.
‘Zo, nu weten we ook weer, dat Daan de komende tijd niet meer zoveel in Nijmegen zal zijn. Hij zal zijn tijd nu wel nodig hebben voor de garage!’
‘Ja, dat lijkt me nu ook wel duidelijk. Maar hoe zal Melissa dat nu gaan opnemen?’
‘Maak je daarover maar geen zorgen, John. Maar op de manier, hoe Daan dat wil gaan doen, dat gaat niet werken. Ik heb het Daan maar niet verteld, want hij zou het toch niet begrijpen. Ik bel wel even met Melissa. En daarna kan Daan het alsnog op zijn manier doen. Hij zal het nooit in de gaten hebben, dat ik het al aan Melissa verteld heb.’
Ik glimlach en ik ben er ook niet verrast door. Ze bellen echt heel regelmatig met elkaar en delen dan echt alles. Soms krijg ik er flarden van mee. Chantal schuwt zich er niet van om soms ook hele sappige details van ons seksleven aan haar zus te vertellen en ik twijfel er ook niet over, dat Melissa hetzelfde doet over haar en Daan.
Maar Chantal vertelt me er nooit iets over, hoewel ze weet, dat ik die gesprekken soms kan meeluisteren. Dat vind ik prima zo, waarom zou ze geen geheimpjes mogen hebben? Sommige dingen vertel je gewoon niet aan iedereen.
En even later zie ik Chantal haar telefoon pakken en met Melissa bellen. Al snel is ze lekker aan het kletsen met haar zus, en ik hoor ook hoe ze voorzichtig brengt, wat de toekomstplannen van Daan zijn. Maar opeens roept Chantal me. ‘John? Melissa wil je iets vragen.’
Verbaasd loop ik naar haar toe. Ze geeft me haar telefoon en ik zeg: ‘Met John?’
‘Hoi, met Melissa. Zeg John, Chantal vertelde me net over de plannen van Daan. Meent hij dat nou echt? Waarom zegt hij me er niets over?’
‘Je kent Daan nu toch ook wel een beetje, Melissa. Hij is als de dood, dat je boos op hem wordt. En hij weet gewoon niet goed, hoe hij hiermee moet omgaan. Dat werd me zojuist wel duidelijk, toen hij me dat kwam vertellen.
En ja, ik denk dat hij er echt heel serieus over nadenkt. Het is zijn lust en zijn leven, sleutelen aan auto’s. Dat weet je inmiddels ook wel.’
‘Ja, maar zo moeilijk is het toch ook weer niet, om je vriendin even te informeren, dat je een garage wilt gaan overnemen? Maar ja, je hebt gelijk, hij is gewoon ook soms zo. Nou ja, ik zal hem zeker steunen, als dat het is, wat hij wil gaan doen, maar ik ben wel wat minder blij, dat hij het me niet gewoon vertelt.’
Ze zucht eens diep. ‘Denkt hij soms echt, dat ik hem daarvoor zou kunnen verlaten? Hij moest toch beter weten!’
‘Melissa, ik snap zijn twijfels wel. Ik heb hem nog nooit zo verliefd gezien, dan hij op jou is. En alles wat hem nu twijfels brengt, daarvoor is hij nu bang.
Echt, hij bedoelt het goed. En hij wil het ook niet voor je verzwijgen of verbergen, maar hij is gewoon bang voor je reactie. Het is ook zo plotseling gekomen en zo snel gegaan. Gisteren kreeg hij het pas te horen.
En dat hij daar nu zo snel vaart achter zet, dat zegt me, dat hij dit ook wel wil gaan doen.
Maar hij is net als ik, al geruime tijd vrijgezel geweest, en hij moet weer leren bepaalde beslissingen samen te leren. Maar hij is gewoon wat langzamer om dat weer te leren. Je moet niet boos op hem zijn, hij bedoelt het echt goed.
Laat ik het zo zeggen, het overnemen van een bedrijf is al een hele stap op zich, waar je vanzelfsprekend erg gespannen door wordt. Maar hij maakte zich meer zorgen over jouw reactie, dan over wat hij nu wil aangaan.
Je moet hem er een beetje bij helpen, dan komt het allemaal wel goed. En laat hem vooral niet weten, dat je het al wist. Dat zou zijn ego krenken, en kruipt hij helemaal in zijn schulp.’
Melissa klinkt nu al een heel stuk minder boos op Daan. ‘Je kent hem beter, dan ik, John. En je hebt gelijk, Daan is soms wat moeilijk in het uiten van zijn zorgen.
Goed, ik zal het spel meespelen, maar ik ben wel blij, dat Chantal me geïnformeerd heeft. Nu begrijp ik beter, waarom Daan het nu zo doet. En jij bent een fantastische vriend voor hem, dat je hem hiermee helpt. Ik ben echt blij voor Chantal, dat ze zo’n fantastische man krijgt.’
‘Dank je! Maar jij krijgt ook een fantastische man. Laat Daan maar los. Hij kan je nog wel eens verrassen. Hij heeft soms ideeën in zijn kop, waarvan je denkt: Waar haal je het vandaan! Maar als hij dan van zijn ideeën realiteit maakt, dan is het ook meestal goed.
En ik weet, dat het voor Daan een lang gekoesterde droom is, om zijn eigen garage te hebben. Dat wist zijn baas ook, en daarom zal hij ook wel zijn zaak aan Daan hebben aangeboden. En nu krijgt Daan eindelijk zijn kans om zijn dromen in realiteit om te zetten.
Eén droom heeft hij nu al gerealiseerd, en dat ben jij. Geef hem de kans om zijn andere droom te realiseren, en ik garandeer je, dat je nooit een gelukkigere man zult vinden, dan Daan.’
‘Ik hoop het. Volgens mij weet je nog een hele hoop dingen over Daan, die ik nog helemaal niet weet. Zou je me er eens over willen vertellen?’
‘Natuurlijk! Ik ga je niet alles vertellen, maar over bepaalde dingen wil ik je best wel inlichten. Kom gewoon eens langs.’
Het is even stil. ‘Hmm, ik ben vandaag wel vroeg klaar van college. Ik zou de trein kunnen pakken, en vanavond even langskomen. En morgenvroeg hoef ik pas om tien uur weer op college te zijn. Zou ik een nachtje bij jullie kunnen logeren?’
‘En niet bij Daan?’
‘Nee, dat hoeft hij helemaal niet te weten. Ik ben nog steeds een beetje boos op hem, maar ik zal het hem nooit vertellen.’
‘In dat geval ben je welkom. Ik zal Chantal haar telefoon teruggeven, dan spreken jullie de rest maar af.’
‘Dat is goed, John. Bedankt en tot straks!’
Ik geef de telefoon terug aan Chantal, en ga dan Renn even uitlaten. Ik loop nu via het industrieterrein en kom langs het bedrijf, dat me de omheining zal gaan plaatsen.
‘Hey John! Goed dat ik je tref! Ik wilde je net bellen!’
‘Oh Henk! Waarover gaat het?’
‘Hoe ver ben je met je hekken?’
‘Die liggen nu bij de verzinker, die verwacht ik over niet al te lange tijd terug, hoezo?’
‘Nou ja, misschien komt dat wel goed uit. Ik heb zojuist een flinke order binnengehaald, en daarvoor heb ik alle mankracht nodig. Dus als het even een paar weken later kan?’
‘Geen probleem, dan verzin ik wel even iets voor de hond. Dat zal ik toch wel moeten, want volgens mij kan die zonder veel problemen door dat hek. En dat wil ik juist voorkomen.’
De man kijkt naar Renn. ‘Dat lijkt me ook wel een goed plan. Ik zou er straks gewoon wat tuingaas langs het hekwerk zetten, dan blijft je hond wel binnen het terrein.’
‘Goed idee, dan ga ik daar alvast wat werk maken.’
‘Je poort is al klaar, en als je wilt, kan ik die wel alvast plaatsen. Maar voor die hele omheining, daar heb ik niet genoeg tijd voor.’
‘Dan doe dat maar. De rest komt dan wel.’
‘Wanneer zullen we afspreken?’
‘Wanneer heb je tijd?’
‘Vanmiddag, morgen, overmorgen. Daarna wordt het lastiger, in verband met die order.’
‘Geen probleem, Henk. Wat jou het beste uitkomt. Ik zit nu nog even in de ziektewet, maar ook ik moet volgende week weer beginnen.’
‘Dan stuur ik vanmiddag een paar mannetjes. En dan maken we later wel een afspraak om de rest te plaatsen.’
‘Dat is goed, Henk. Bedankt dat je het even gevraagd hebt.’
‘Ik moet jou bedanken, John. Lang niet al mijn klanten zijn zo flexibel. Maar geen zorgen, ik maak het wel weer goed met je. Maar ik kom misschien vanmiddag ook nog even kijken, als mijn mannen bezig zijn. Ik heb zo nog een vraag aan je.’
‘Prima, dan zie ik je straks wel. Tot later!’
Ik neem afscheid en loop door. Een paar minuten later kom ik thuis, waar ik Chantal op de hoogte breng, dat ze de poort vandaag al komen plaatsen, maar de rest van de omheining nog niet.
‘Zo snel al? En waarom de rest dan nog niet?’
‘Omdat zijn bedrijf een grote order binnen heeft gesleept, heeft hij iedereen in zijn bedrijf nodig. Hij vroeg het me extra, maar wilde me wel vast wel tijd vrij maken om die poort te plaatsen. Maar met die omheining zijn ze wel een dag bezig, en die tijd heeft hij nu even niet.
Bovendien heb ik die hekken nog niet terug. Dan kan ik Gerard laten weten, dat het nog even tijd heeft, en hoeft zijn vriend zich niet zo te haasten. En als noodoplossing zet ik zolang een tuingaas om het terrein, zodat Renn niet weg kan lopen. Dat gaas zet ik later ook vast aan het hek, want anders kan Renn er alsnog doorheen. En dat is juist niet de bedoeling.’
Chantal knikt. ‘Dan moet je dat maar doen. Renn de hele tijd binnenhouden is ook geen oplossing. En ik vind het ook niet leuk als we hem aan de riem moeten doen. Die hond moet lekker rond kunnen rennen.’
‘Ja, dat wil ik juist ook. Dan ga ik zo meteen maar vast even wat spullen halen, en vraag ik Johan wel even, of hij me wil helpen. Dan is dat zo gedaan.’
Chantal geeft me een vlugge zoen en zegt dan: ‘En laat Johan dat spul ook nog maar even in je wagen laden. Je mag nog niet te veel inspanning doen met je arm.’
Ik glimlach. ‘Geen zorgen, ik pas wel op.’
Ik vraag dan Johan, of hij me wil helpen. Die wil me graag helpen en even later hebben we bij de plaatselijke boerenbond een paar rollen gaas en wat paaltjes gehaald. We gaan meteen aan de slag, en een paar uren later staat er al een hek rondom het terrein, waarbij Johan het meeste werk doet.
Hij heeft geen problemen met de gaten in de grond boren, en de palen in de grond slaan. Dat doet hij wel vaker. Ik maak daarna met krammen het gaas vast aan de palen, waardoor het best goed opschiet. Maar als we dan klaar zijn, zijn we ook best bekaf.
En al bij al heeft het me toch nog een beste cent gekost. Het gaas was niet goedkoop en de palen ook niet. Maar ik weet zeker, dat me die palen nog wel eens van pas komen. Zeker als ik weet, dat Chantal graag nog eens wat kleinvee wil gaan houden. Maar voorlopig gaat dat er nog niet komen. Het heeft nu wel even genoeg geld gekost.
In de tussentijd hebben de mannen van Henk de poort geplaatst. Dat ging veel sneller, dan verwacht. De mannen hadden amper twee uur nodig om de hele poort te plaatsen, en dat was inclusief de palen in beton zetten. Dat deden ze met een snelmix, waardoor ze snel de poorten erin konden hangen.
Drie personen waren er nodig om de poort erin te hangen, maar ze hadden wel de hulp van een heftruck, die ze normaal niet konden gebruiken. Nu wel, want ik woon dicht in de buurt.
Maar Chantal en ik waren echt heel erg tevreden over het geleverde werk. Henk is nog even vlug langsgekomen om het geleverde werk te bekijken, waarbij hij ons attendeerde, dat de poort voorbereid was om ook elektrisch te openen en sluiten. Dat vond ik erg aardig. Maar erg veel tijd had hij uiteindelijk niet om nog even te blijven praten, maar hij had wel alvast een nieuwe afspraak gepland, ergens volgende week ’s avonds. Maar daarna was het tijd om Renn eens los te laten op ons terrein.
De reactie van Renn, als we haar loslaten op het terrein, maakte al het geïnvesteerde geld weer goed. Ze rent blij over het gras, snuffelt aan wat palen en komt dan weer naar ons toe gerend. Het is duidelijk, dat Renn er wel blij mee is. We laten haar gewoon haar gang gaan en vrolijk verkent ze haar omgeving en maakt haar het terrein eigen. Het vult ons hart van trots, als Renn steeds weer haar blijdschap en dankbaarheid aan ons toont. Zo laat ze ons weten, dat het de juiste beslissing is geweest.
Het geïmproviseerde hek zou haar echt niet tegenhouden, want als ze wil, kan ze er met gemak overheen springen. Maar ze beseft zich nu heel goed, dat haar wereld nu dit terrein is.
Chantal haalt dan Melissa op van het station, en even later me even later vrolijk begroet.
‘Wat ben jij opeens vrolijk? Niet meer boos op Daan?’
Melissa glimlacht. ‘Een beetje nog wel. Maar nu ik er een beetje over nagedacht heb, begin ik hem te begrijpen. Wat kunnen mannen soms ingewikkeld doen!’
Ik lach. ‘En wat denk je, hoe zij over vrouwen denken, Melissa?’
Ze lacht. ‘Daar heb je een punt, John. Maar waar heb je nu opeens die poort vandaag getoverd?’
‘Vanwege de inbraak. De rest van de omheining komt nog, die ligt nu bij de verzinker. Maar ik moest wat verzinnen voor Renn, zodat die vrij kan rondlopen. Ik kan haar slecht de hele tijd binnenhouden.’
‘Dat heb je goed gedaan, John. Daan kan echt tevreden zijn, dat hij haar bij jou heeft ondergebracht. Maar niet, dat hij straks spijt gaat krijgen, als hij zich die garage gaat kopen!’
‘Dan heeft hij mooi pech gehad. Renn hoort hier thuis. Bovendien, Daan heeft nog een hond, die is nu bij zijn oom.’
‘Dat weet ik. En hij vindt het echt enorm jammer, dat hij Joep niet in huis kan nemen en aandacht kan geven, die de hond verdient.’
‘Heb je Joep al een keer gezien?’
‘Al meerdere keren. Wel erg groot, maar tegen mij was hij erg lief.’
‘Je ruikt naar Daan. Dat heeft Joep ook geroken. Maar verder is hij anders niet zo lief.’
‘Dat heb ik ook al gezien. De tante van Daan durft amper bij Joep in de buurt te komen, hij gromt naar haar. Hij doet verder niets, alleen grommen. En tegen zijn oom doet hij dan wel weer normaal. Maar je kunt heel goed merken, dat Daan zijn echte baasje is.’
‘Heeft Daan je vertelt, waar hij Joep vandaan heeft?’
‘Ja, maar het is me niet helemaal duidelijk. Iets van bewaking?’
‘Dat klopt. Waar ik die deuren van mijn loods vandaan heb, daar was ook bewaking met honden. En omdat het terrein opgeheven werd, zouden die honden afgemaakt worden. Dat vond Daan zo erg, dat hij een van die mannen overgehaald heeft om een van die honden mee te nemen.
En hij wist ook meteen welke hond. Joep heette eigenlijk helemaal geen Joep, maar daar luistert hij nu wel naar. Daan heeft er veel tijd aan besteed om die hond weer te leren een normale hond te zijn. Dat is hem redelijk gelukt, maar vergis je niet! Joep is nog steeds een waakhond, die op commando iemand aanvalt.
Daan kent die bevelen wel, maar gebruikt ze niet veel. Zo eens per jaar gaat hij met Joep naar een speciaal opleidingscentrum, om het nog eens te oefenen. Dat is nodig, omdat je niet zomaar zo opeens dat gedrag uit die hond krijgt. Joep is die training gewend, en voelt zich onrustig als hij niet af en toe die training krijgt. Dat kun je vooral merken, als Joep echt sacherijnig begint te worden. Dat is voor Daan het teken, dat hij weer eens met hem moet oefenen.
Maar Joep zal nooit echt een hond worden, die je in huis kunt houden.’
‘Ik weet het. Daan heeft me er wel wat over verteld, maar niet zo uitgebreid als jij nu doet.’
‘Dat komt allemaal nog wel. Je begint Daan nu ook pas echt goed te kennen, dus je weet nu een beetje, hoe hij in elkaar steekt.’
Melissa knikt. ‘Ja, daar had ik in het begin wel wat moeite mee, maar nu weet ik, dat je hem gewoon moet vragen, hoe het zit. En dan vertelt hij het ook allemaal. Maar je moet het hem wel vragen. Zelf komt hij er niet mee. Alsof hij niet weet, hoe hij moet beginnen.’
‘Juist, en dat is dus ook meteen de reden, waarom hij het je niet rechtstreeks durft te zeggen.’
‘Dat weet ik nu zelf ook wel, maar dat is geen reden, waarom ik niet een beetje boos op hem mag zijn. Dat zijn toch belangrijke zaken! Zoiets moet hij me gewoon zeggen. En het gaat ook wel steeds beter, maar soms kan ik echt kwaad worden, als hij weer eens niet wat verteld.’
‘Het heeft geen zin om kwaad op hem te worden, Melissa. Daan is een hele goede vent, en zal alles voor je over hebben, maar als je kwaad op hem wordt, zal hij helemaal in zijn schulp kruipen en zich voor alles afsluiten. Pas als hij je helemaal vertrouwt, dan zal hij je alles vertellen, wat hij op zijn lever heeft.
Ik ben nu zijn beste vriend, maar het heeft ook wel even geduurd, voordat hij me volledig vertrouwde. Eerst moest er iets gebeuren, waardoor hij me echt helemaal vertrouwde. Maar toen was er ook geen belemmering meer voor hem.
Dat kun jij ook hebben, maar je moet hem dat vertrouwen ook geven. En ik zie aan Daan, dat hij best wel wil, maar dat hij dat kleine beetje vertrouwen bij jou nog mist, Melissa. En dat ga je hem echt niet geven, door boos op hem te zijn.’
Melissa knikt ernstig, maar zegt dan glimlachend: ‘Ik moet toch eens wat vaker met jou gaan praten, als ik weer eens wat niet begrijp van Daan. Echt, ik hou van hem. Echt waar. Maar soms kan ik echt boos op hem worden. En dat hij dan in zijn schulp kruipt, dat heb ik ook al gemerkt. Dus houd ik me meestal maar in, en laat het gaan. Maar daar voel ik me zelf ook weer niet prettig bij. Mag ik dan tegen hem niet meer zeggen, wat ik ervan denk? Of hoe ik me daarbij voel?’
‘Ja, dat mag je best. En later kun je dat ook wel, zonder dat hij in zijn schulp kruipt. Ik heb hem ook wel eens flink op zijn flikker gegeven, en dat neemt hij dan ook aan als een man. Maar dat komt alleen, omdat hij me volledig vertrouwt.
Melissa, je moet een klein beetje meer in hem investeren, dan krijg je het dubbel terug. En geloof me, Daan weet het, als je je inhoudt. Hij mag op het gebied van gevoelens een stuk rund zijn, maar ik hoef hem niets te zeggen, dat hij iets fout doet. Een blik is meer dan voldoende. En bij jou is dat ook al.
Maar, zoals ik al zei, hij mist dat kleine beetje vertrouwen in je. Je bent er bijna, je moet hem alleen even de kans geven om zijn volledige vertrouwen aan je te schenken.’
‘Ja, jij hebt gemakkelijk praten! Ik moet al zoveel van hem slikken.’
Chantal zegt daarop gekscherend: ‘Dat geloof ik best. Wat je me allemaal vertelt over wat je met hem in bed doet!’
Melissa kijkt Chantal geschokt aan met een enorm rood hoofd. ‘Chantal! Zoiets zeg je toch niet!’
‘Ach wat! John kan zich er heus wel wat bij voorstellen. En hij zal het heus niet verder vertellen, daar ben ik zeker van. Maar John heeft wel gelijk. In een relatie moet je elkaar volledig vertrouwen. En als ik eerlijk ben, wat ik zo van je hoor, dan geef je hem ook niet helemaal je vertrouwen. Dus waarom zou hij je dat dan wel schenken. Het is echt niet voor niets, dat John en ik veel verder zijn in onze relatie, dan jullie twee.’
‘Maar jullie passen ook echt helemaal bij elkaar! Daar staat echt niemand van te kijken!’
‘En jij en Daan passen dan nog niet helemaal bij elkaar? Is dat wat je wilt zeggen?’
Melissa is even sprakeloos. Dan begint ze te huilen en ze zegt: ‘Maar ik hou zoveel van hem!’
‘En Daan houdt ook veel van jou, Melissa. Daarover is geen enkele twijfel. En wanneer ga je dan beseffen, dat je echt niet meer zonder hem kunt, en al zijn fouten voor lief neemt?
Of dacht je, dat John werkelijk mister perfect is? Oh nee, denk dat maar niet! En ik ben ook niet perfect. Maar daar praten we niet over. We vertrouwen elkaar, en dat is het belangrijkste wat er is.
Van elkaar houden, en elkaar volledig vertrouwen. Op het moment, dat je dat kunt, is er niets mooiers dan dat. Maar je moet het wel willen.’
Melissa huilt nu tranen met tuiten. ‘Ben ik echt zo erg, dat ik hem dat vertrouwen nog niet kan geven?’
Chantal slaat haar armen om haar zusje heen. ‘Welnee! Dat is iets, wat jullie allebei nog moeten leren. En je hebt nog geluk, dat wij er nog zijn om jullie te helpen. Je houdt toch van Daan, of niet dan?’
Melissa knikt, terwijl er tranen over haar wangen stromen.
‘En stel, Daan gaat nu die garage overnemen. Denk je, dat hij het gaat redden?’
Melissa knikt weer. ‘Ja, als Daan ergens voor gaat, dan geeft hij in ieder geval echt alles.’
‘Dus je vertrouwt hem wel? Je denkt, dat hij het goed zal gaan doen?’
Melissa knikt weer. Opeens slaat ze zichzelf voor haar kop.
‘Wat ben ik toch een domme en stomme doos! Ben ik nu echt zo dom, dat ik niet wil inzien, dat Daan echt van me houdt? Ik denk, dat ik me te veel aan jou spiegel, Chantal. Tussen jou en John gaat het schijnbaar zo gemakkelijk, dat alles wel vanzelf lijkt te komen. En dat wil ik dan eigenlijk ook.
Jullie hebben gelijk, ik geef Daan niet het vertrouwen, dat hij wel verdient. Maar hoe moet ik dat nu weer goedmaken? Ik kan niet zomaar tegen hem zeggen, dat ik zo stom bezig ben geweest!’
Ik lach. ‘En dat hoef je ook helemaal niet! Je hoeft eigenlijk helemaal bijna niets te doen. Je weet nu van zijn plan. Maak je deelgenoot van zijn plan. Geef er je eigen inbreng aan!’
Melissa kijkt me verbaasd aan. Ze denkt even na en vliegt me dan opeens om de nek van blijdschap.
‘Ja, dat is het! Dank je, John! Ik krijg nu opeens een heel goed idee! En nee, ik ga het nog niet vertellen. Daan moet de eerste zijn, die het hoort!’
Ik glimlach. ‘Nou, dat is al eens een hele goede stap in de goede richting! Dat is de juiste manier om Daan zijn vertrouwen te winnen.’
Melissa glimlacht nu breed. Chantal zegt daarop: ‘Maar nu maak je ons wel erg nieuwsgierig. Wanneer ga je het hem vertellen?’
Melissa grijnst en zegt: ‘Pas nadat hij me van zijn plannen heeft verteld. En geen moment eerder. Eerst mag hij een beetje zweten en daarna kan hij mijn volledige vertrouwen krijgen. Ik kan er niets aan doen, ik ben nog steeds een beetje boos op hem, en dat is mijn manier om voldoening te krijgen.’
Chantal lacht. ‘Je bent soms echt erg, een klein krengetje!’
Melissa glimlacht. ‘Dat klopt, maar soms is dat ook niet erg. En in het geval van Daan, kan ik hem garanderen, dat zijn beloning heel erg goed zal zijn.’
Ze beweegt haar wenkbrauwen op en neer, waardoor we wel een idee krijgen, wat ze daaronder verstaat. Lachend lopen we dan naar binnen. Melissa duikt vlug even het toilet op, om haar gezicht wat bij te werken, en begroet dan haar broer en schoonzus, die netjes binnen hebben gewacht.
Ze hebben goed gezien, dat we een stevig gesprek hadden met Melissa, maar zeggen en vragen er niets over. Al snel gaat het gesprek over haar opleiding, en wat ze allemaal al geleerd heeft. Melissa vertelt, dat nu van allerlei dingen leert over materialen, en dat het echt een reuze interessante opleiding is.
Glimlachend vertelt ze erbij, dat het opknappen van de stoelen in Chantals Jeep een zeer leerzaam moment was. Bij het bekleden van de stoelen heeft ze hulp gehad van haar medestudenten en haar leraren. En dat maakt het voor Chantal nog mooier en beter, nu ze weet wat haar zus er allemaal voor heeft gedaan om die stoelen zo mooi te krijgen.
Het lijkt een leuke avond te worden, als plotseling Daan opeens het erf op gereden komt. Melissa schrikt. ‘Oei, ik wil niet, dat hij me hier ziet!’
‘Dan ga je toch naar je logeerkamer, John werkt hem wel weg.’
Melissa rent snel naar boven en verstopt zich voor Daan. Daan komt enkele tellen later binnen.
‘Hey Daan! Wat doe jij hier?’
Daan kijkt echter wat bezorgd. ‘Ik kwam vragen, of Melissa jullie nog eens gebeld heeft? Ik probeer haar al de hele tijd te bellen, maar ze neemt niet op. En waar ze de kamer heeft gehuurd, weten ze niet waar ze is. Ze is niet thuis gekomen, nadat ze van college weg is gegaan. En nu heb ik helemaal geen idee, waar ze is. Ik maak me een beetje zorgen!’
Melissa kan het allemaal verstaan, want de gangdeur staat nog een beetje open.
Ze sluipt zachtjes naar beneden, zodat ze het beter kan verstaan.
‘Ze zal haar telefoon wel leeg hebben, en misschien is ze wel met vrienden op stap. Dat weet je toch niet?’
‘Dat weet ik wel, maar ik wilde haar juist bellen over mijn plannen. Ik wilde het haar toch gewoon zelf vertellen. Zonder jullie erbij. Anders zou ze alleen maar weer boos worden, omdat ik zoiets belangrijks niet aan haar vertel.’
Chantal en ik moeten ons echt inhouden om niet in de lach te schieten.
Daan zegt dan: ‘Dan zit er niets op, ik rijd wel naar Nijmegen, en ga haar zoeken.’
Ik kalmeer hem en zeg: ‘Ga nu eens eerst rustig zitten, en drink een kop koffie. Misschien is er wel helemaal niets aan de hand. Chantal, kun jij eens proberen, of je Melissa kunt bereiken?’
Chantal knikt. Johan en Helen hebben het allemaal stilzwijgend aangekeken. Johan doet alsof hij naar het toilet moet en loopt met Chantal mee.
Eenmaal uit zicht, houdt hij Chantal aan. ‘Wat is er allemaal aan de hand, Chantal? Melissa is hier, en jullie doen alsof ze er niet is.’
Johan schrikt als hij opeens de stem van Melissa achter zich hoort.
‘Dat doen ze voor mij, Johan. Alsjeblieft, zeg er niets over! Ik zeg je later wel waarom.’
Johan knikt. ‘Goed, ik zal het ook wel tegen Helen zo zeggen. Wij houden onze mond gesloten.’
Johan laat Chantal en Melissa alleen. Chantal zegt tegen Melissa: ‘Wat ga je nu doen? Daan is echt in staat om nu naar Nijmegen te rijden.’
Melissa knikt. ‘Ik weet het, ik heb het allemaal gehoord. Maar wat nu?’
‘Dat moet je jezelf maar eens uitdenken, Melissa. Jij wilde voor hem vluchten, niet ik!’
Melissa knikt weer. ‘Goed, ik los het zelf wel op. Of weet je wat? Ik bel hem gewoon op, en zeg dat mijn telefoon leeg was en dat ik bij anderen bezig was met een studieproject. Dan lieg ik niet zo heel veel, want daar ben ik nu wel regelmatig mee bezig.’
Ze wil haar telefoon pakken, maar komt dan tot de ontdekking, dat ze die net op de keukentafel heeft gelegd. Maar Chantal is alweer naar binnen gelopen.
Ze hoort Chantal zeggen: ‘Ik krijg haar ook niet te pakken, Daan. Maar kan het niet zijn, dat ze met haar medestudenten aan haar studieproject bezig is? Daar heeft ze me van verteld.’
Daan slaat zich voor zijn hoofd. ‘Ach ja! Dat is waar ook! Zit ik me hier voor niets zorgen te maken!’
Hij ontspant zich meteen. ‘Dat moet het wel zijn! Waar zou ze anders moeten zijn? Alleen jammer, want ik had me nu echt alle moed bij elkaar geraapt om het haar zelf te vertellen.’
‘Niet meer bang, dat ze je daarvoor zou verlaten?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Waarom zou ze dat doen? Ik weet, dat ze van me houdt! Zo heel soms praat ze in haar dromen, en dan noemt ze de hele tijd mijn naam. Je hebt geen idee, wat zoiets met je doet. Ik zou haar dan wakker willen maken en met haar de liefde willen bedrijven. Maar dat doe je dan weer niet. Dat zou ze helemaal niet fijn vinden, ze is toch al niet zo’n ochtendmens. Maar wat ze dan weer nooit doet, is echt zeggen, dat ze van me houdt en het ook echt menen. Ja, als anderen erbij zijn, zegt ze dat ze van me houdt.
Maar als we alleen zijn, dan zegt ze het nooit. Terwijl ik echt weet, dat ze erg veel van me houdt.’
Ik kijk Daan aan en zeg: ‘En dat weerhoud je om je hele vertrouwen aan haar te geven, en haar alles te vertellen?’
Daan kijkt me aan. ‘Niet meer, John. Misschien heeft ze gewoon moeite om me dat rechtuit te vertellen, ik weet het niet. Maar ik kan niet meer zonder haar. En als ik haar wil houden, zal ik haar mijn volledige vertrouwen moeten schenken. Ook al doet ze dat nog niet bij mij, dat risico moet ik dan maar nemen.’
Daan heeft niet gezien, dat Melissa door de deuropening is gekomen en nu achter hem staat. Haar ogen zijn betraand, en ik zie dat ze zich vermant. Dan schraapt ze al haar moed bij elkaar en zegt: ‘Maar Daan! Ik hou echt veel van je! En de hele wereld mag het weten!’
Daan schrikt zich een hoedje en draait zich geschrokken om.
‘Melissa! Wat doe jij hier?’
Melissa lacht door haar tranen heen.
‘Hetzelfde, als jij hier nu aan het doen bent. Zeggen, dat ik van je houd.’
‘Maar…’
Verder komt Daan niet, want Melissa drukt zonder enige gêne haar lippen op de zijne. Daan slaat wat verbouwereerd zijn armen om haar heen en kust haar vol passie terug.
Johan en Helen, en ook Chantal en ik hebben moeite om onze tranen te bedwingen. Helen huilt van ontroering. ‘Wat mooi!’
En daar zijn we het allemaal mee eens.
Daan en Melissa lijken zich opeens te beseffen, dat ze niet alleen zijn, en verbreken hun zoen. Blozend, maar stralend van geluk houden ze elkaar vast.
Lachend zeg ik: ‘Jullie hoeven niet te blozen, omdat jullie elkaar lekker aan het zoenen zijn!’
Daan glimlacht. ‘Dat weet ik wel, maar ik ben wel in jouw huis ongegeneerd mijn vriendin aan het zoenen, waar iedereen bij is.’
‘En heb je al klachten gehoord?’
Daan en Melissa moeten allebei lachen. Melissa zegt: ‘Van mij in ieder geval niet! Nooit niet!’
‘Nou dan! Maar misschien moesten jullie maar eens goed met elkaar praten. Ik denk, dat dit wel een goed moment is.’
Daan knikt en zegt dan: ‘Daar heb je gelijk in, maar dat doe ik dan wel even thuis, alleen met ons twee.’
‘Geen hulp meer nodig?’
Daan schudt zijn hoofd. ‘Nee, dat kan ik nu wel zelf af, maar bedankt voor jullie hulp. Maar iets zegt me, dat er wel enige vorm van voorbedachte rade is.’
‘Dan kan ik je vertellen, dat het allemaal toeval is. Maar Melissa zal je er wel over vertellen. Maar nu hup, naar huis jullie! En laat ik niet horen, dat jullie ruzie maken, want dan moeten Chantal en ik eens langskomen met de mattenklopper!’
Daan en Melissa moeten allebei lachen. Ze nemen haastig afscheid en rijden samen weg. Ze laten ons alleen en Johan vraagt dan aan Chantal: ‘En nou vertel eens, wat er eigenlijk aan de hand was. Want ik begrijp er niets meer van!’
Chantal vertelt dan, wat er precies gespeeld heeft. Ik vul haar aan, en uiteindelijk kunnen we er goed om lachen.
Lees verder: De Gezusters Santegoed - 20
Trefwoord(en): Zussen,
Suggestie?
Geef dit verhaal een cijfer:
5
6
7
8
9
10