Klik hier voor meer...
Donkere Modus
Door: Maxine
Datum: 18-07-2020 | Cijfer: 9.4 | Gelezen: 9682
Lengte: Zeer Lang | Leestijd: 56 minuten | Lezers Online: 1
Na een lange reis zijn we goed aangekomen in Zweden. Chantal is gelukkig niet meer misselijk geweest, wat niet wil zeggen, dat ze er de hele tijd goed aan is geweest. Maar het was geen probleem voor haar. Eenmaal op de meeting hebben we snel ons kamp ingericht op de premium plaatsen, die echt op een super plaats staan. Er is een klein toiletgebouw, waar we gebruik kunnen maken van gewone toiletten, in plaats van die chemische toiletten. Bovendien zijn er douches met warm water en ook stroom voor onze caravans. Ik help de band mee, nadat we klaar zijn met het inrichten van ons kamp. Chantal en Melissa blijven achter om de laatste werkzaamheden te doen aan het kamp.
Terwijl ze aan het werk zijn, zegt Melissa plotseling tegen Chantal: ‘Chantal, ben je soms ziek, of zo? Je kijkt soms wat bleek. En ook onderweg leek je er niet altijd goed aan te zijn!’
Chantal weet even niet wat ze moet zeggen. En die aarzeling doet Melissa beseffen, dat er iets anders aan de hand is.
‘Mijn God! Je gaat me toch niet vertellen, dat je zwanger bent, Chantal?’
Chantal knikt. ‘Weet John het al? En hoelang ben je al zwanger?’
‘Ja, John weet het al. We weten het pas sinds eergisteren. Ik was opeens heel erg misselijk, en John kwam me achterna om te kijken of het wel goed met me ging. En toen heeft hij me een zwangerschapstest gepakt, die ik nog in het badkamerkastje had liggen.’
‘Wauw! Dus je bent echt zwanger? Echt waar?’
Chantal knikt. ‘O, ik ben blij voor je, Chantal! Maar het is dus nog maar net? Dan kun je het beter nog niet bekend maken!’
Chantal knikt weer. ‘Daarvan ben ik me wel bewust. Maar ik heb er een dubbel gevoel bij, Melissa. Ik ben blij, dat ik zwanger ben, maar nu begrijp ik ook meteen, waarom John er steeds op gehamerd heeft om er nog even mee te wachten. Nu zou ik graag willen, dat ik al klaar was met mijn opleiding!’
‘Je gaat die toch wel afmaken?’
‘Jawel, dat doe ik ook. Bovendien geloof ik niet, dat John er blij mee zou zijn, als ik zou afhaken. Wat dat betreft is hij erg duidelijk, hij wil, dat ik gewoon de dingen blijf doen, die ik anders ook gedaan zou hebben. En ik kan hem er niet dankbaar genoeg voor zijn! Hij is de afgelopen dagen zo’n steun voor me geweest, ik zou echt niet weten, wat ik gedaan zou hebben, als dat niet zo was.’
Melissa omhelst Chantal dan even. ‘Ik geloof je meteen. Maar dan ga je toch een mama worden! Zoals je altijd gedroomd hebt. Ik ben echt blij voor je, Chantal!’

Er komen andere mensen aan, waardoor Chantal en Melissa hun gesprek moeten onderbreken. Er is niemand, die opkijkt, dat Melissa en Chantal zich wat intiem omhelzen. Iedereen weet, dat ze zussen zijn, dat is ook niet moeilijk te zien. Bovendien doen ze dat wel vaker en zijn zeker elkaars beste vriendinnen. Ze schakelen dan over op een ander onderwerp, en gaan verder met hun werk. Het werken zorgt ervoor, dat Chantal zich al snel wat beter begint te voelen. En als ze klaar zijn, pakken ze allebei een stoel en gaan in de schaduw van een boom achterover zitten. De zon schijnt wel, maar er hangen lichte wolken in de lucht, waardoor het niet al te warm wordt. Ilse, de vriendin van Sander, komt bij hun zitten. Ze lacht en zegt: ‘O ja, bijna vergeten, dat jullie roodharig zijn, en snel verbranden in de zon!’
Chantal glimlacht. ‘Ja, de eeuwige vloek van de roodharige! Je kunt nooit echt lang in de zon liggen. Maar zo gaat het prima.’
‘Ja, het is lekker aangenaam zo. Ik denk, dat ik ook maar lekker in de schaduw blijf. Ylke is dan klaar met haar tent en voegt zich ook bij het gezelschap. En dat voorbeeld volgen meer vrouwen uit onze club. Zelfs Veerle doet mee. Ik heb dat vaker gezien, dat de vrouwen zich op zulke dagen bij elkaar verzamelen. Als ik even terug naar de caravan kom, zie ik daar een hele meute vrouwen bij elkaar zitten, die samen lekker aan het kletsen zijn. Chantal ziet me komen en ik wuif haar een handkusje toe. Ze trekt een brede glimlach en stuurt me er een terug.
Ilse zegt dan tegen haar: ‘Jullie krijgen nooit genoeg van elkaar, of wel?’
Chantal glimlacht weer. ‘Nee, en dat zie ik ook nog niet zo snel gebeuren. John is echt geweldig voor me. Wat hij allemaal voor me doet, en al gedaan heeft! Het is meer, dat ik kan bevatten. Een jaar geleden, dat ik me dat niet eens kunnen voorstellen. Maar hier ben ik, getrouwd en wel, met de man van mijn dromen!’
Ilse lacht. ‘Het is mooi om te zien, hoe verliefd jullie op elkaar zijn. En het is ook goed om te zien, hoe John veranderd is. Hij was altijd wel de gangmaker hier, maar sinds hij jou kent, is hij wat kalmer geworden. Hij is meer dan duidelijk precies op zijn plaats bij jou. We hebben vroeger wel eens gezegd, dat John waarschijnlijk nooit zou trouwen, maar hoe fout hebben we het gehad. En nu kan ik me nog amper voorstellen hem zonder jou te zien.’
‘Ik begrijp precies wat je bedoelt, Ilse. Ik zie ook wel, dat John wat aan het veranderen is. In het begin was hij nog wel eens impulsiever, dat mis ik soms wel. Maar daarvoor heb ik zo’n ontzettend lieve man teruggekregen. Dat maakt het meer dan goed.’
Ilse moet nu nog harder lachen. ‘Maar jij bent toch wel degene, die het meeste veranderd is, Chantal. Als je ziet, waar jij vanaf gekomen bent?’
Chantal glimlacht. ‘Ook dat is waar. Ik moet het toegeven. Nog meer reden om van John te houden!’
‘Je bent echt helemaal verliefd op hem, zo leuk om te zien!’
‘Ben jij dat dan niet op Sander?’
‘Hmm, hoe moet ik dat zeggen? Ik hou nog steeds van hem, maar het is niet meer hetzelfde als in het begin. Er begint een beetje sleur in te komen. En daarbij: Van al onze dromen is er maar bitter weinig uitgekomen. Maar er is een sprankje hoop aan de horizon. Sander en ik hebben altijd kinderen gewild, maar tot nu toe is het er nooit van gekomen. Maar nu ben ik al bijna acht weken niet meer ongesteld geworden.’
Chantal kijkt Ilse verbaasd aan. ‘Heb je dan geen test gedaan, om te kijken of je zwanger bent?’
Ilse bloost. ‘Dat durf ik niet, Chantal. Ik weet niet, of ik de teleurstelling aan zou kunnen, als de uitslag zou zijn, dat ik niet zwanger zou zijn!’
Chantal kijkt geschokt. ‘Waarom zou je dat dan niet willen weten? O god, ik moet er niet aan denken, dat ik het niet meteen gedaan zou hebben.’
Ilse kijkt verbaasd. ‘Hoe bedoel je?’
Chantal moet meteen blozen, maar gelukkig zit ze in de schaduw, waardoor het niet zo opvalt. Ze praat er maar snel overheen, en gelukkig gaat Ilse er niet over door. Maar als ze iets later in de caravan wat te drinken gaat halen, loopt Ilse met haar mee om te helpen. Als ze in de caravan zijn, vraagt Ilse meteen: ‘Wat bedoelde je straks, dat je het niet meteen gedaan had? Bedoel je, dat je zwanger bent?’
Chantal kijkt geschrokken. ‘Stt, het is nog steeds niet helemaal zeker. Volgens de test ben ik nog maar vier weken zwanger. Alsjeblieft, vertel het niet verder aan de rest!’
Ze kijkt Ilse smekend aan. Ilse glimlacht. ‘Natuurlijk vertel ik het niet verder. Weet John het al?’
Chantal glimlacht. ‘Ja, hij stelde zelfs voor om de test te gebruiken. Gelukkig had ik er een in het medicijnkastje liggen.’
Ilse omhelst Chantal. ‘Ik ben zo blij voor je! Ik weet, hoe graag je kinderen wilt!’
Chantal glimlacht weer. ‘Het is ook wel weer een dubbel gevoel, Ilse. Ik bedoel, ik had me er juist op gefocust om eerst mijn opleiding af te maken. Ik begrijp nu eindelijk, waarom John daar steeds op gehamerd heeft. En nu het zover is, durf ik er niet eens helemaal blij om te zijn, dat ik nu zwanger ben!’
‘Och, arm ding! En wat vindt John ervan?’
Chantal begint te huilen. ‘Hij vindt het juist geweldig! Hij was er meteen om me te steunen, en vertelde me, dat we het heus wel zouden redden. Dat maakt het juist zo moeilijk!’
Ilse sluit haar vriendin in haar armen. Maar ze moet wel lachen. ‘Zijn dat al hormonen, die een rol spelen? Of ben je nu echt niet blij, dat je zwanger bent?’
Chantal moet nu ook lachen. ‘Ik denk de hormonen, ik weet het niet. Ik ben ook wel blij, maar ik weet even niet hoe ik me nu moet voelen. Het is nu opeens wel heel erg echt geworden. Nog niet eens een jaar geleden woonde ik nog op een zolderkamertje in Zwolle, en ik had toen nog de droom een operazangeres te worden. En nu ben ik getrouwd, zwanger, bijna klaar met mijn opleiding, en ik heb een mogelijke kans om bij mijn stagebedrijf een vaste aanstelling te krijgen. En John is meer man, dan ik ooit had durven dromen om te krijgen. Maar ben ik wel klaar om een mama te worden?’
Ilse geeft Chantal een knuffel. ‘Natuurlijk ben jij klaar om een mama te worden. In principe ben je dat al, als ik zie hoe jullie omgaan met Joey! Daar heb ik echt respect voor, weet je dat? Dat jullie dat hebben aangedurfd! Ik zou het niet gekund hebben.’
‘Dat Joey in ons leven is gekomen, was wel wat impulsief, maar het was wel een gouden schot in de roos. Ik heb wel zo af en toe mijn twijfels gehad over Joey, maar John was er altijd en heeft zowel mij als Joey er doorheen geloodst. Ik snap af en toe niet, waar hij de kracht vandaan haalt, om alles te doen, wat hij allemaal doet. Soms komt hij echt moe thuis, maar na het eten lijkt hij opeens nog een potje energie open te kunnen trekken. Dan gaat hij sleutelen, of we gaan naar vrienden toe, of helpt me bij het huishouden.
En dan heeft hij ook nog altijd tijd voor mij vrij om de dingen te doen, die ik graag doe. Ze zeggen wel eens, dat een man geen twee dingen tegelijk kan doen, maar bij John gaat dat niet op. Laatst was hij aan de caravan bezig, en ik zat ergens mee. Hij bleef gewoon doorgaan, maar net als je denkt, dat hij niet luistert, dan vertelt hij me precies, hoe ik het kon oplossen. Het is af en toe echt ongelofelijk. Ik begrijp dat soms niet, maar dat is juist ook precies, waarom ik zo van hem houd, Ilse. Ik zou echt reddeloos verloren zijn, zonder hem. Hij is niet alleen mijn echtgenoot, maar ook mijn allerbeste vriend. En daarbij een geweldige minnaar. De dingen, die hij me allemaal geleerd heeft…
En hij stimuleert me ook om juist nieuwe dingen te proberen. Zo hebben we het laatst nog eens anaal geprobeerd. Dat hadden we al eens eerder geprobeerd, maar toen was het niet zo’n succes. Maar nu was het fijn. John nam uitgebreid de tijd om het voor te bereiden. Het deed in het begin wel wat pijn, maar het was zo fijn! Ik zeg niet, dat we het iedere keer gaan doen, maar ik wil het toch wel weer vaker zo gaan doen.’
Ilse kijkt Chantal geschokt aan. ‘Anaal? Echt? Mijn kont staat al in vuur en vlam als ik moet poepen! En daar zou Sander zijn pik in moeten steken? Ik moet er niet aan denken!’
Chantal lacht. ‘Zo dacht ik er eerst ook over, Ilse. Maar John doet zoiets echt niet zonder me echt daarvoor klaar te maken. Ik weet niet, waar hij dat allemaal geleerd heeft, maar hij doet het in ieder geval geweldig!’
Ilse glimlacht. Ze zegt dan: ‘Verdorie, dat had ik eerder moeten weten, Chantal! Toen ik nog niet met Sander ging, heeft John me eens een poging bij me gewaagd. Ik heb hem toen afgewezen, omdat ik toen toch al wat verliefd op Sander was. Maar ja, mijn pech en jouw geluk. En ik gun je John met heel mijn hart, want ik voel me gelukkig bij Sander!’
Chantal kijkt Ilse verbaasd aan. ‘Daar heeft hij me nooit over verteld!’
‘Dat geloof ik graag, Chantal. Hij was die dag ook behoorlijk dronken! Wat ook een reden was, dat ik hem afwees. Hij zal het waarschijnlijk niet eens meer weten.’
‘O, dat kan natuurlijk ook. Maar ik zal het hem eens vragen. Maar nu over jou, Ilse. Wil je echt niet weten, of je zwanger bent?’
Ilse slikt. ‘Ja, maar ik durf het niet echt.’
‘Zou het helpen, als we het samen nog eens doen? Ook al heb ik die test gedaan, ik wil het toch nog eens doen.’
Ilse kijkt verbaasd. ‘Zou je dat echt met mij willen doen?’
‘Ja, waarom niet? Je bent toch mijn vriendin?’
Ilse twijfelt een moment en zegt dan: ‘En waar halen we nu zo’n test vandaan?’
Chantal haalt haar schouders op. ‘Er zal hier toch wel ergens een drogist zijn, waar je die spullen kunt krijgen? Kom, dan gaan we meteen!’
Ilse kijkt geschokt. ‘Wat nu meteen?’
‘Ja, waarom niet? Niemand hoeft het te weten. Dan doen we het ergens onderweg, en als de uitslag niet goed is, dan heb je nog even tijd om je over die teleurstelling heen te zetten.’
‘Uh, oké… Ach wat, waarom zou ik nog langer wachten! Nu wil ik het ook weten ook!’

Chantal pakt haar sleutels van haar wagen en ze lopen dan samen naar haar wagen. Onderweg komt ze mij tegen. ‘John, ik ben even met Ilse naar de drogist. Ik ben nog wat vergeten te kopen thuis.’
‘O, dat is goed. Ik ga zo toch beginnen mijn wagen te poetsen voor het concours.’
Ze stappen in en rijden meteen weg. Ze worden nagestaard door Sander en ik. Sander zegt verbaasd: ‘Wat hadden die een haast. Ilse heeft me niet eens gezegd, dat ze met Chantal weg ging. Net alsof ze zich ergens voor schaamt!’
En dat heeft me opeens wat aan het denken gezet. Ik neem Sander even apart. ‘Is je toevallig soms opgevallen, dat Ilse de laatste paar weken wat bleekjes is?’
‘Ja, nu je het zegt! Ze klaagt al een paar weken, dat ze zich niet zo goed voelt. Maar ze wil niet naar de dokter, en koorts heeft ze ook niet.’
Ik moet lichtjes lachen. ‘Oké, dat dacht ik al. Heeft Ilse er verder niets over gezegd?’
‘Nee, hoezo?’
‘Nee, niets. Maar ik heb zo’n vaag vermoeden, dat je er zo wel achter zal komen, wat ze mankeert.’
‘Wat praat je toch raar, John! Waar heb je het over!’
‘Wacht nu maar eens eerst af. Ik wil geen verkeerde voorspelling doen, Sander. Maar als het is, wat ik denk, dan zal je het geweldig vinden, dat weet ik zeker.’
‘Ik begrijp helemaal niets, van wat je zegt, John. Je lijkt wel een vrouw, die kunnen soms ook zo onbegrijpelijk praten!’
Ik schiet in de lach. ‘Wacht het nu gewoon eens af. Maar zin in een pilsje?’
‘Dat sla ik niet af!’
Sander loopt met me mee de caravan in. Schijnbaar hebben mijn woorden hem toch aan het denken gezet. In de caravan zegt hij opeens: ‘Wacht eens even, je gaat me toch niet vertellen, dat Ilse zwanger is? Dat kan niet, dat zou ze me verteld hebben!’
‘Dat kan, maar als ze niet zeker van zichzelf is? Ik zal je een geheimpje verklappen, Sander. Chantal is ook zwanger. Volgens de test nog maar vier weken, maar ze is zwanger!’
‘Wat? Dat meen je niet! Wauw! Dus jullie krijgen een baby?’
‘Ja, en ik geloof, dat jij en Ilse die ook één krijgen. Is dat niet geweldig?’
Sander is even sprakeloos. Ik geef hem een blik bier uit de koelkast. Zonder te kijken, wat hij doet, opent hij het blik en zegt nog eens: ‘Wauw! Ik kan het niet geloven. Maar hoe weet jij dat dan?’
‘Omdat Ilse me net zo bleek leek, als Chantal. Die was ook al een tijdje niet helemaal lekker. Laatst meende ik al, dat ze wat raar keek, normaal is ze altijd wel gezond, en vrijwel nooit ziek.’
‘Ja, daar heb je gelijk in. Maar waar zijn Chantal en Ilse dan naar toe?’
‘Als ik moet gokken, dan zet ik al mijn geld op een zwangerschapstest.’
Sander slaat me joviaal op mijn schouder. ‘Als dat waar is, dan neem ik jou mee naar het casino!’
‘Dat is ook weer niet nodig, Sander. Als ik het iemand gun om kinderen te krijgen, dan zijn jullie dat wel!’
‘Dat is wederzijds, John! Wauw, ik kan het nog steeds niet bevatten. Maar nu ik dit weet, hoe moet ik dan dadelijk nog verrast zijn, als ze me het nieuws zal vertellen?’
‘Ik weet zeker, dat je een manier zult vinden, Sander. Maar hoe cool is dit? We worden kort na elkaar vader van een kind!’
‘Onzettend cool! Kom, daar moeten we op proosten!’
We stoten de blikken tegen elkaar aan en nemen een flinke teug.

In de tussentijd heeft Chantal een apotheek gevonden, waar ze een zwangerschapstest kunnen kopen. Ze rijden dan het stadje in, waar ze bij een restaurant wat koffie gaan drinken. Als ze op het terras zitten, zegt Ilse: ‘O, ik ben echt op van de zenuwen, Chantal! Ik ben niet zo snel zenuwachtig, maar nu pis ik bijna in mijn broek!’
Chantal lacht. ‘Als je dat doet, kun je maar beter die test in je broek stoppen!’
Ilse moet nu lachen. ‘Dat is een goed idee, maar toch liever niet! Waar zullen we het doen? Onderweg, of als we terug zijn?’
‘Het is jouw feestje, Ilse. Ik weet het eigenlijk al, maar het is meer voor mijn gemoedstoestand, dat ik het nog een keer doe.’
Ilse kijkt Chantal dankbaar aan. ‘Dank je. Ik weet wel, dat we gezegd hadden om het ergens onderweg te doen. Maar dit is wel iets, dat ik eigenlijk samen met Sander zou moeten doen.’
‘Dat is ook weer waar, Ilse. Maar dat is niet erg. En als je wat meer privacy wilt hebben, kunnen jullie dat ook in onze caravan doen. Dat hoef je dat niet in die kleine tent van jullie te doen!’
‘Dat zou fijn zijn, dank je! Hmm, ik moet Sander dan toch maar eens overtuigen om ook eens een caravan te gaan kopen. Die tent is wel ruim genoeg voor ons twee, maar als er dan ook nog een kleine op komst is, dan is dat voor mij geen optie meer!’
‘Ja, ik geloof je meteen! Ik ben blij, dat we nu een caravan hebben, en dat de andere bijna klaar is.’
‘Wat doen jullie met deze, als de andere klaar is?’
‘Daan en Melissa hebben interesse gegeven om die dan over te nemen, maar ik denk niet, dat ze het echt zullen gaan doen. Melissa wil nu ook het liefst zoiets, als wij nu hebben. Misschien iets kleiner, maar ze heeft haar zinnen daar ook opgezet. Ze probeert in ieder geval Daan zover te krijgen in Amerika zo’n ding te kopen.’
Ilse lacht. ‘Melissa is nu echt helemaal aan auto’s verslingerd, of heb ik het mis?’
‘Ze is niet de enige, Ilse! Ik had nooit gedacht, dat ik het zo leuk zou vinden om aan een wagen te sleutelen. Ja, je krijgt vieze nagels, en je krijgt soms wat krassen op je armen. Maar zo vorm je wel een band met je wagen. Ik heb bijvoorbeeld nu zelf van mijn wagen de olie verwisseld, voordat we op vakantie gingen! Dat is helemaal niet eens zo moeilijk! Dat zou ik eerst nooit gedurfd hebben! Bang om iets fout te doen. Maar als je je goed voorbereidt, dan is niet eens zo moeilijk! Het zorgt er wel voor, dat je ook wat zuiniger op je wagen bent.’
Ilse lacht weer. ‘Ja, jij bent al net zo erg! Nee, dat is niets voor mij. Ik poets de wagen van Sander wel, dat is meer dan voldoende voor mij! Ik vind het zo ook wel leuk om mee met zijn hobby te mogen doen. Maar die vieze zwarte vingers en nagels hoeven van mij niet zo!’
‘Zo dacht ik eerst ook wel, maar het is eigenlijk heel erg leuk om John te kunnen meehelpen. Ik begrijp zijn fascinatie voor oude wagens nu veel beter. Het is niet alleen, dat ze er veel beter uitzien, maar het is ook de techniek. En ja, de veiligheid, in vergelijking met nieuwe wagens, is niet hetzelfde, maar het gevoel om met zo’n wagen te mogen rondrijden, dat is gewoon bijzonder. En als je dan ook nog wat kennis hebt over de techniek, begrijp je ook stukken beter waarover het gaat. En als je dan al eens langs de kant van de weg staat met pech, dan kun je dat soms ook nog eens oplossen.’

Ilse glimlacht. ‘Het is wel fijn, dat ik met jou daar zo over kan praten, Chantal. Ik bedoel, met jou kan ik dat wel, maar met de rest zou ik dat niet zo kunnen. Ik kan wel goed met ze opschieten, maar ik zou de vrouwen daar echt niet al mijn geheimen toevertrouwen. Ik heb het gevoel, dat ik dat bij jou wel kan.’
Chantal glimlacht. ‘Dank je. Maar ik heb hetzelfde bij jou, Ilse. We zijn ook ongeveer van dezelfde leeftijd, dat scheelt ook. De rest is toch net wat ouder. Meer van de leeftijd van John en ouder.’
Ilse knikt. Ze kletsen nog wat verder, en als hun koffie op is, rijden ze terug naar het meeting terrein. Chantal parkeert haar wagen naast de mijne, waarna ze onder de voortent van de caravan gaan zitten. Alleen Sander en ik zitten er, de rest is over het terrein uitgevlogen. En dat is wel een setting, waar Ilse zich nu even prettig bij voelt, want dan kan ze gemakkelijk Sander vragen, om even met haar mee te gaan. En dat doet ze ook.
‘Sander, kun je even met me meegaan? Ik wil je even spreken. Van Chantal mogen we dat even in de caravan doen.’
Sander knikt verbaasd, al zie ik goed aan hem, dat hij zijn best doet om verbaasd over te komen. Ze lopen de caravan in, en ik zeg tegen Chantal: ‘Zullen we even samen de jerrycans met water vullen? Dan hebben we dat maar vast gehad.’
‘Goed idee, John! Dan hebben Sander en Ilse wat meer privacy.’
Ik gris de jerrycans onder de caravan vandaan en we lopen samen naar het toilethuisje, waar aan de buitenkant een kraan zit, om drinkwater af te tappen. Onderweg zeg ik tegen Chantal: ‘En, heb je kunnen vinden, wat je zocht in de stad?’
Chantal knikt. ‘Ja, was gelukkig geen probleem.’
‘En hoelang denk je, dat Ilse al zwanger is?’
Chantal kijkt me geschokt aan. ‘Hoe weet jij dat?’
Ik lach. ‘Ik ben niet dom, Chantal! Het was me laatst al opgevallen, dat ze wat bleekjes keek. Eerst dacht ik, dat ze gewoon wat verkouden was, of zo. Maar toen jij laatst ook zo keek, hoefde ik niet zo moeilijk te doen om die link te leggen.’
Chantal lacht. ‘Dat heb je dan scherp opgemerkt! Ja, ze denkt dat ze zwanger is, en we hebben een test gehaald. Ik heb er zelf ook nog één gehaald, gewoon voor mijn eigen gemoed. Om te weten, dat ik toch niet droom!’
Ik lach en trek haar tegen me aan. ‘Dat vraag ik me soms ook wel eens af, Chantal. Dan ben ik bang, dat ik weer wakker word, en dat het toch een droom blijkt te zijn!’
Chantal hangt tegen me aan. ‘Dat heb ik ook wel eens zo. Ik zou anders Sander en Ilse best wel gunnen, dat ze een kind krijgen!’
‘Ja, dat gun ik ze ook wel. Ik vind het wel cool, dat we ongeveer samen ouders zullen worden.’
‘Daar zal toch wel minstens een maand verschil in zitten. Ilse meende, dat ze al twee keer niet ongesteld is geworden.’
‘Nou ja, dat is zo erg toch niet? Die maand zal het hem niet doen. Sander was er anders ook wel blij mee!’
‘Wat? Weet Sander het al? Heb je het hem verteld?’
‘Ja, kon even niet anders. Ik heb me min of meer wat versproken. Het spijt me!’
Chantal glimlacht. ‘Hier hetzelfde, maar dan bij Ilse. En ook Melissa, maar die had het zelf al geraden.’
‘Nou ja, daar kan ik wel mee leven. Zolang het maar nog even met de rest geheim blijft.’
‘Ja, dat ben ik wel met je eens. Maar mag ik het dan ook niet aan Ylke vertellen?’
‘Dan kun je het beter maar meteen in de krant zetten, Chantal. Ik vind haar leuk, en ze is een goede vriendin, maar ze kan haar mond niet houden. Al heeft ze me wel verbaasd met Kurt.’
Chantal lacht. ‘Ja, daar heb je absoluut gelijk in! Maar ik vind het wel een beetje jammer, dat ik het niet met haar kan delen. Maar je hebt gelijk, dit moeten we nog niet al te bekend maken.’
We geven elkaar dan een lange zoen.

Terwijl we dat doen, hoor ik plotseling Daan opeens zeggen: ‘We kunnen jullie ook geen moment alleen laten, of jullie zitten elkaar af te lebberen!’
We laten elkaar los en lachen. ‘Alsof jullie een haar beter zijn!’
Daan lacht. ‘Dat is dan ook weer zo! Gaan jullie terug naar de tent?’
‘Nog niet. We hebben wel de jerrycans bij, maar ik wilde nog even bij die kraampjes kijken. Daarvoor heb ik nog geen tijd gehad.’
‘O, we lopen wel even met je mee. Daar liggen meestal ook onderdelen, ook zeldzame onderdelen. En ik zoek nog een speciaal onderdeel. Misschien heb ik geluk!’
Ze lopen dan met ons mee, waar we even langs de kraampjes lopen. Daan heeft helaas geen geluk, het onderdeel, wat hij zoekt, dat ligt er niet. Maar een van de verkopers weet wel, waar hij er één kan krijgen. En daarvan krijgt Daan een telefoonnummer. Dus helemaal voor niets is het ook weer niet geweest. We lopen dan terug naar caravan, waar we lekker onder de voortent gaan zitten. Ik zie, dat zowel Sander, als Ilse, met een behoorlijke glimlach op hun stoelen zitten. Sander zegt dan tegen mij: ‘John, Ilse vertelde tegen mij, dat jullie deze caravan wegdoen, als de Airstream klaar is. Maar ook dat je die eigenlijk aan Daan en Melissa wilde verkopen.’
‘Ja, dat klopt. Maar het laatst wat ik van Daan gehoord heb, is dat hij eigenlijk ook naar een Airstream aan het kijken is.’
Daan onderbreekt me. ‘Het is niet meer kijken, maar ik heb al iets gevonden. Ook een opknapper, maar die is een stuk kleiner.’
Sander zegt dan meteen: ‘Wil dat dus ook zeggen, dat je dan in deze geen interesse meer hebt?’
‘Nou ja, geen interesse. Dat is ook niet waar. Die moet ik ook helemaal opknappen. Hoezo, had jij dan ook interesse?’
‘Ja, Ilse ziet het niet meer zo zitten om nog in een tentje te liggen. En ik vind deze nog best aardig voor zijn leeftijd.’
‘Dat is absoluut waar. Weet je wat, Sander? Als jij me met mijn caravan helpt, zoals je bij John gedaan hebt, dan krijg je de caravan van me, als ik er mee klaar ben. Wat zeg je daarvan?’
‘Nou ja, ik had eigenlijk gehoopt om er dan volgend seizoen al mee te kunnen gaan!’
‘Dat kan nog steeds, aan mijn caravan is lang zoveel werk niet. Daar moet alleen het interieur van worden opgeknapt. En er zit een flinke beschadiging aan de buitenkant, er is een flinke tak op het dak gevallen. Maar dat kan ik zelf wel. Maar het fineerwerk is echt slecht, en ik wil dan ook de badkamer en douche wat opfrissen. Die is daar nog wel in orde, al moet ik misschien nog wel het leidingwerk nakijken. Maar aangezien jij meer verstand hebt van hout, dan ik, wilde ik jou daarvoor vragen.’
‘En over hoeveel werk praten we dan? Heb je foto’s?’
‘Natuurlijk heb ik foto’s! De verkoper was zo vriendelijk om me een stuk of veertig foto’s te sturen. En het beste is, dat ik dat ding voor een superprijs kon kopen. Staat nog wel officieel als bedrijfsvoorraad geboekt, maar dat wil ik snel veranderen.’
Daan laat dan wat foto’s van zijn nieuwste aanwinst zien. Ik begrijp meteen, wat Daan bedoelt. De buitenkant ziet er inderdaad wat gehavend uit, maar daarvoor is de binnenkant nog wel intact. Sander zegt dan: ‘Zoals ik dat zie, valt het nog wel mee met het werk. Het is evengoed toch nog flink wat werk, qua uren, maar qua moeilijkheid valt het wel mee. Goed, deal! En voor hoeveel mag ik dan die caravan voor je overnemen?’
‘Die heb je dan wel verdiend, Sander. Ik bedoel, je hebt dan twee caravans opgeknapt, daar mag wel wat tegenover staan.’
‘Maar jij hebt toch niets te maken met John’s caravan?’
Daan lacht. ‘Daar heb ik het al lang met John over gehad. We delen ons dan de kosten, en dan is de caravan voor jullie. Als dank voor jullie hulp!’
Sander kijkt Ilse aan. Dan zegt hij: ‘Wauw! Dat is nogal een verrassing, die we niet zagen aankomen! Maar daar begin ik vandaag wel aan gewend te raken! Net ook al een verrassing gehad, die ik niet zag aankomen!’
‘Hoezo, wat voor verrassing heb je dan gehad?’
‘Kan ik nu nog niet zeggen, Daan. Maar binnenkort wel, geloof me maar!’
‘Oké… Maar je wilt het dus wel doen?’
‘Ja, natuurlijk! Financieel zou me dat ook wel goed uitkomen. Zoveel geld heb ik ook weer niet. Ik bedoel, zo’n wagen is niet echt goedkoop. En de band kost ook wel wat om te doen. En volgend jaar hoop ik hier weer te mogen zitten met jullie, en dan ook als getrouwd man.’

Het is even stil in de voortent. ‘Maar jullie zijn nog niet getrouwd?’
‘Maar volgend jaar wel dus! Ik heb zojuist Ilse gevraagd, en ze heeft JA gezegd!’
Iedereen feliciteert het paar, en als ik Sander feliciteer met een knuffel, fluistert hij me in mijn oor: ‘En Ilse is inderdaad zwanger, je had het goed!’
‘Cool toch! Maar had je het eigenlijk gepland om haar te vragen?’
Sander knikt. ‘Ik had het later deze week willen doen, maar zojuist was het juiste ogenblik om het haar te vragen. Hoe vaak krijg je op zo’n meeting, dat je even helemaal alleen bent, en haar dan een aanzoek kan doen, zodat er verder geen druk op het antwoord staat. Ik had al speciaal daarvoor een ring voor haar gekocht.’
‘Dus je volgt nu mijn voorbeeld? Ik dacht, dat je gezegd had, nooit te zullen trouwen?’
‘Ja, maar iedereen dacht ook van jou, dat je eeuwig vrijgezel zou blijven. Dus waarom zou ik dan niet mogen trouwen?’
Ik lach. ‘En je hoeft niet moeilijk te doen om een band voor je bruiloft te zoeken.’
‘Ja, maar zolang ik maar zelf niet op de bühne moet staan om voor mijn eigen muziek te moeten zorgen!’
‘Geen zorgen, Sander, dat lossen we wel op! Ik praat wel met Gerard!’
Dan feliciteer ik Ilse en fluister in haar oor: ‘Proficiat aanstaande mama!’
Ilse glimlacht. ‘Sander had me al verteld, dat je het geraden had. Maar dank je. Ik ben toch zo blij, John! Niet alleen, dat ik zwanger ben, maar ook dat Sander me nu eindelijk vraagt met hem te trouwen. Niet dat ik er een probleem mee had om alleen maar samen te wonen. Maar ik was wel een beetje jaloers, toen ik jou en Daan opeens zag trouwen. Maar gelukkig was ik niet de enige, die daar wat gevoelig voor was. Sander was daar ook gevoelig voor geworden!’
Ik geef haar nog een flinke knuffel, en geef dan de ruimte aan de volgende persoon.

Later, als de rest ook weer bij elkaar is gekomen, staat Sander op en zegt: ‘Hey, Ilse en ik hebben iets bekend te maken. Ik heb Ilse een uur geleden gevraagd om met me te trouwen, en daar heeft ze ja op gezegd!’
Er wordt gejuicht voor het paar, maar daarmee is het nog niet afgelopen.
‘En ook al heb ik Ilse nog maar net gevraagd, we hebben het er wel al over gehad wie onze getuigen zouden zijn. Over een paar moeten we nog praten, maar over twee waren we het al meteen eens. John? Zou je mijn beste man willen zijn?’
Ik ben persoonlijk wel wat verrast door zijn vraag, maar stem graag toe. Ilse staat dan ook op. ‘En ik zou graag Chantal willen vragen om mijn getuige te willen zijn. We zijn in een korte tijd zulke goede vriendinnen geworden, dat ik absoluut wil, dat je mijn getuige zou willen zijn!’
Chantal staat meteen op en omhelst Ilse. ‘Natuurlijk wil ik jouw getuige zijn! Dat zou me een eer zijn!’
We geven dan het paar een knuffel. We steken een barbecue aan, en kletsen lekker gezellig met elkaar. Hoewel we vandaag nog niet hoeven op te treden op de bühne, kunnen we het toch niet laten om al lekker muziek te maken. Hoewel het nog niet heel druk is op het terrein, de meeste gasten zullen morgen pas komen, is het wel al meteen erg druk voor het podium, en er wordt ook lekker gedanst op de muziek. Het goede weer en ook de sfeer op zo’n evenement zorgt er dan ook voor, dat er ook echt genoten wordt van de muziek. En dat zorgt er bij de organisatie ook wel voor een goedkeurende blik. Sterker nog, we zien enkele leden van de organisatie lekker meedoen. Maar er zijn meerdere bands daar, die op de bühne optreden, die zich dan vrijwillig melden om the Crazy Horses af te lossen, als die klaar zijn met spelen.

En dan komen we in gesprek met enkele leden van de organisatie. Die vertellen ons, dat ze erg blij zijn met ons, vooral omdat we er ieder jaar een mooi feest van maken, en dat blijkt nu ook maar weer. Torveig, een van de organisatoren, merkt dan op: ‘Jullie club is dit jaar wel flink gegroeid! Ik kan me niet herinneren, dat jullie vorig jaar met zoveel wagen zijn gekomen.’
Ik glimlach. ‘Ja, we hebben flink was aanwas gekregen. Allereerst mijn vrouw Chantal, van haar is de groene Dodge Dart. En dan heb je mijn pleegzoon Joey met zijn Plymouth Vailliant. Daan kende je natuurlijk al, maar niet zijn vrouw Melissa. Dat is ook tegens de zus van Chantal.’
Torveig lacht. ‘Ja, dat is wel te zien! Maar ben je nu getrouwd, John? Meen je dat echt?’
Ik toon hem trots mijn trouwring. ‘Ja, er kan veel gebeuren in een jaar tijd! En hetzelfde geldt voor Daan en Melissa. We zijn overigens tegelijkertijd getrouwd. Dat was wel leuk, aangezien Chantal en Melissa zussen zijn, en ik en Daan beste vrienden.’
‘Dat kan ik me voorstellen. Dat lijken me allemaal zeer positieve veranderingen. En ik zie dat Daan nu ook auto’s verkoopt? Hij heeft ons er wel netjes voor gemaild, of hij dat mocht doen, maar het was toch wel een verrassing.’
Daan glimlacht en geeft zelf antwoord: ‘Ja, ik heb tegenwoordig een eigen garage, waar klassiekers een hoofdrol spelen. Daar restaureren we wagens, geven ze het juiste onderhoud en ik importeer en verkoop klassiekers.’
‘Is die Topolino ook te koop?’
‘Ja, maar daarvoor moet je bij mijn vrouw zijn. Die is van haar. Ze heeft nu ook de smaak te pakken en wil nu voor een Nash gaan.’
‘En is die Topolino ook gerestaureerd?’
‘Ja, helemaal. Dat heeft ze samen met haar zus gedaan, hoewel John en ik een handje hebben toegestoken met de zaken, die ze niet zelf konden. En de motor hebben we gedeeltelijk laten doen, maar zelf in elkaar gestoken. Loopt als een zonnetje!’
Torveig kijkt geïnteresseerd. ‘Die ziet er echt heel erg goed uit. Die moet ik eens aan mijn vrouw laten zien, die is al zo lang aan het zeuren om een klein wagentje. En dit lijkt me echt perfect voor haar!’
Daan wenkt Melissa naar hem toe, want ze staat iets verderop met anderen te praten. ‘Melissa? Er is misschien iemand geïnteresseerd in je Topolino!’
Melissa komt dan vrijwel meteen. ‘Wil iemand de Topolino kopen? Dat is snel!’
‘De vrouw van Torveig heeft misschien interesse. Vertel Torveig maar, wat je er allemaal aan gedaan hebt!’
Melissa noemt dan een hele waslijst aan werkzaamheden op, die ze aan de wagen heeft gedaan. En die is echt omvangrijk te noemen. En Torveig is behoorlijk onder de indruk van deze lijst, en vooral omdat Melissa met duidelijke kennis alles opnoemt. Enkele onderdelen kan ze dan toch niet benoemen, maar dat doet niets af aan de prestatie. Torveig belt meteen zijn vrouw op, die enkele minuten later aankomt. Ze stelt zich eerst voor aan Melissa, en blijkt Patricia te heten. Samen bekijken ze de Topolino en Patricia is echt weg van het kleine wagentje.
‘Oh, Torveig! Dit is echt precies wat ik bedoelde! Als je me die koopt, dan zal ik echt nooit meer zeuren, dat je te veel tijd in je schuur doorbrengt!’
Torveig lacht. ‘Goed, ik zal eens met Daan en Melissa praten, maar ik heb wel één voorwaarde voor jou, Patricia. Ik koop je die wagen, als je ook zelf het onderhoud gaat doen. Ik help je wel, maar verwacht van mij niet, dat ik de wagen de hele tijd ga nakijken en onderhouden.’
Patricia hoeft daar geen seconde over na te denken. ‘Dan zal je me toch een en ander moeten leren, Torveig!’
En daarmee is die strijd alvast beslist. Alleen als ze de prijs horen, die Melissa voor haar Topolino wil hebben, schrikken ze toch wel even. Maar Melissa laat dan Patricia een proefrit maken, en ook Torveig gaat mee. Als ze terugkomen, moeten ze allebei toegeven, dat de wagen werkelijk als nieuw rijdt, en ook zo aanvoelt. En dat is natuurlijk een groot compliment voor iedereen, die werk en energie in de wagen heeft gestoken. Het onderhandelen begint dan, waarbij Daan Melissa ondersteunt, en ze het meeste eruit kunnen slepen. Uiteindelijk komen ze op een zeer respectabel bedrag van achttienduizend euro uit, en dat is meer dan genoeg voor Daan en Melissa om uit de kosten te komen, maar ook om een beetje uit de financiële problemen te blijven. En omdat Daan inmiddels wel ervaring heeft met verkopen naar het buitenland, zijn de formaliteiten, die erbij horen, een peulenschilletje. Maar als Melissa de sleutel en de papieren moet overdragen, heeft ze het er toch wel even moeilijk mee. Ze zegt tegen Patricia: ‘Zorg goed voor mijn wagentje! Het doet wel even zeer om er nu al afscheid van te moeten nemen!’
Patricia glimlacht. ‘Ik begrijp het wel. Je hebt zo je best erop gedaan om de wagen zo mooi te krijgen, en dan moet je die verkopen. Maar ik ben er zeker van, dat je volgende wagen zeker zo mooi zal zijn!’
Melissa knikt. ‘Dat mag ik hopen! Maar het zal een hoop meer werk zijn om die wagen op te knappen. Maar dat zijn zorgen voor andere tijden. Ik hoop, dat je veel plezier van je Topolino zult hebben.’
Patricia glimlacht. ‘Heb je er eigenlijk wel in gereden? Ik bedoel, je man vertelde me, dat de wagen pas net voor jullie vertrek af was?’
Melissa lacht. ‘Jawel, alleen de bumpers en de wieldoppen zaten er nog niet op, en met het garagekenteken van Daan hebben we samen een flinke tocht gemaakt. Dus ik heb er toch een beetje van kunnen genieten.’
‘Wat zou je ervan zeggen, als we samen een tochtje zouden maken. Dan kun je me nog meer vertellen over deze wagen, en ook hoe je er eigenlijk aangekomen bent. Dat zou ik fijn vinden, want ik ben al heel lang op zoek naar zo’n mooie wagen. En ik wil er dan ook alles van weten.’
‘Hmm, dat kan, maar dan zouden we mijn zus ook mee moeten nemen. Zij had de Topolino eigenlijk eerst gekocht. En bovendien hebben we veel samen gedaan.’
Melissa roept Chantal er meteen bij en zegt tegen haar: ‘Patricia wil samen met ons een laatste tocht in de Topolino doen. Wil je ook mee?’
Chantal stemt meteen toe. ‘Ja, graag! Ik heb er helemaal nog niet in gereden! Ik kan me nog herinneren, hoe leuk dat was, toen ik met John met zo’n wagen door Rome reed.’
Patricia zegt dan: ‘Maar waarvoor had je dan die wagen eigenlijk gekocht? Je hebt toch al een hele mooie wagen?’
‘Tja, daar hangt een leuk verhaal aan vast. Dat zal ik je onderweg wel vertellen. Ik ga eerst even John zeggen, dat ik even weg ben!’

Ze loopt meteen weg en even later rijden ze weg in het kleine Italiaanse wagentje. Torveig zet zich dan bij ons aan de caravan neer. Hij glimlacht. ‘Het kost wel wat, maar het is me iedere cent waard. Ik heb Patricia nog nooit eerder zo enthousiast over een auto gezien!’
Ik lach. ‘Hoe denk je, dat ik Chantal zo enthousiast heb gekregen over oude wagens?’
Torveig moet hard lachen. ‘Je hebt haar dan ook wel een hele mooie wagen gegeven!’
‘O, dat is niet de wagen, waarmee ik haar om heb gekregen. Dat is die Jeep, die daar staat. Die heb ik haar gegeven, toen we gingen samenwonen.’
Torveig kijkt me verbaasd aan. ‘Heeft ze nog een wagen?’
Ik lach. ‘Nee, die hebben we aan haar beste vriendin verkocht, toen we die Dodge kochten. Zo rijk ben ik nu ook weer niet!’
‘Ah, ik dacht al! Maar je hebt het wel voor elkaar, John! Wie had dat gedacht? Binnen een jaar getrouwd, en dan ook nog eens met een echt mooie vrouw! En dan heb je haar meteen al besmet met het autovirus?’
Ik moet lachen. ‘Klopt, maar eerst heb ik haar ouders warm gemaakt voor een Cadillac…’
Joris bemoeit zich er ook mee. ‘Ja, absoluut waar! Dit verhaal moet je John laten vertellen, echt de moeite waard!’
Solveig kijkt me aan en zegt: ‘Nou, dat maakt me wel nieuwsgierig!’
Ik begin hem dan het verhaal te vertellen, dat hier en daar wordt aangevuld door Daan en Joris. Solveig kijkt me soms vol verbazing aan. Als we klaar zijn, zegt hij: ‘Wauw, John! Dat is nog eens een verhaal! Je hebt afgelopen jaar zeker niet stilgezeten!’
‘En voor komend jaar heb ik nog wel wat verrassingen. Ik ben nu bezig met een Airstream-caravan. Die is al bijna af, maar we willen het goed afwerken. Bovendien willen we er ook nog een passende voortent bij maken, zodat we er ook goed mee op vakantie kunnen. En ik ben zelf bezig met nog een wagen op te knappen, dat wordt een beetje mijn dagelijkse wagen. Ik vind mijn Cadillac een beetje te zonde om er te veel in te rijden, maar aan de andere kant heb ik wat problemen gehad met mijn dagelijkse wagen, en daar wil ik nu helemaal vanaf zijn. Dus heb ik me een Plymouth Fury Station wagon uit ‘67 van Daan gekocht. Daar moet ik nog een hoop aan doen, maar het begint te vorderen. Het metaalwerk is wel zo’n beetje gedaan, maar ik moet nog de versnellingsbak reviseren, de motor, het onderstel, het interieur, of te wel, het hele rijtje.’
‘Dat zijn anders ook wel mooie wagens. Die zie je niet meer zo veel rijden!’
‘Klopt, en heel erg geschikt als familiewagen. Chantal en ik denken ook na over kinderen, maar daar willen we nog even mee wachten. Chantal is nog niet klaar met haar opleiding.’
‘Hmm, ik zou dat nooit doen, wachten met kinderen! Voor je het weet, ben je al te oud voor kinderen.’
‘Zolang willen we ook niet wachten, Solveig. Dat zou Chantal nooit toestaan! Ze wil echt dolgraag kinderen, en ik moet toegeven, dat ik er ook graag wil. Al kan ik me niet zo goed voorstellen, dat er straks een kleine versie van ons zal rondrennen.’
‘Een beetje schrik om vader te worden, John?’
‘Ach, ik weet het niet. Het lijkt me fantastisch om er een te hebben, maar ik weet niet of ik zal kunnen wennen om die vrijheid te verliezen.’
Solveig glimlacht. ‘Dat dacht ik eerst ook, toen Patricia zwanger werd. Maar toen onze dochter eenmaal geboren werd, wist ik meteen, dat ik alles voor haar zou opgeven. Helaas was Denise geen lang leven gegund, ze stierf toen ze pas twee jaar oud was. Dat was een grote schok voor ons.’
‘Dat spijt me, Solveig. Ik geloof meteen, dat het een enorme dreun voor jullie was!’
‘Dat was het ook. Er is niets ergers, dan je kind verliezen. En vooral voor Patricia, want ze heeft van de dokters te horen gekregen, dat ze waarschijnlijk niet meer zwanger kan worden. Anders was er nu al een ander kind geweest, dat verzeker ik jullie!’
‘Man, ik voel met je mee! Hoe voel jij je daaronder?’
‘Het is moeilijk, maar voor mij gaat het nog. Het is vooral Patricia, die er mee zit. Waarom denk je, dat ik haar die wagen heb gekocht? Ze heeft iets nodig, waar ze mee bezig kan zijn. Dat haar aandacht wat afgeleid is, van het verdriet, dat ze heeft.’
‘En jouw verdriet dan, Solveig?’
‘Het is moeilijk, maar ik kan het gewoon niet aan om haar ook nog eens zo te zien lijden. Wat kan ik dan nog meer doen? En het is niet, dat we geen andere opties besproken hebben. Patricia wil alleen een kind van ons lijf en bloed, en anders geen. Maar ik zie iedere dag hoe ze eronder lijdt. Dat maakt het moeilijk.’
Ik klop hem op zijn schouder, ik heb echt medelijden en bewondering voor deze man. Hij staat op het punt te gaan huilen, maar dan komt de kleine Topolino weer het terrein oprijden. Solveig herpakt zich en loopt Patricia tegemoet. Hij vraagt haar onmiddellijk: ‘En? Hoe beviel de eerste rit?’
‘Oh, fantastisch! De wagen rijdt alsof hij echt nieuw is! Ik ben er echt blij mee! En er zit toch zo’n leuk verhaal aan deze wagen vast. Chantal heeft me verteld, hoe ze die wagen gekocht heeft, en wat er toen allemaal gebeurd is. Amper te verzinnen!’
Ze geeft Solveig een zoen om hem te bedanken. ‘Je bent echt ’s werelds beste echtgenoot!’
Chantal lacht. ‘Dat kan niet, die heb ik al! Maar dat is natuurlijk alleen mijn persoonlijke mening!’
Patricia lacht ook. ‘Ik kan je geen ongelijk geven, Chantal! Ik snap best, waarom je op hem verliefd bent geworden. En ik kan ook wel zien, dat je een beetje invloed op hem hebt, qua kleding. En ik kan me ook niet herinneren, dat hij ooit zo slank is geweest. Alsof je een persoonlijke bodyguard hebt!’
Chantal neemt me in haar armen. ‘Dat is hij ook! Dus een waarschuwing aan alle heren hier: Als je je leven lief is, dan blijf je van me af. En voor de dames geldt, dat ook, John is van mij!’
Patricia lacht. ‘Geen zorgen, iedereen kan zien, dat jullie het perfecte stel zijn. Je kunt gewoon zien, hoeveel jullie van elkaar houden! Mooi om te zien!’
‘Dank je. Maar jij en Solveig zijn anders ook wel een leuk stel!’
‘Ook jij bedankt! En Daan en Melissa moeten we ook niet vergeten!’
Melissa glimlacht. ‘Dank je, erg aardig van je, Patricia! Maar je hebt wel gelijk, de band tussen John en Chantal, die is zo enorm sterk. Als er iemand ooit honderd procent bij elkaar zouden passen, dan zou ik eerst hun noemen. Hoe zij elkaar kunnen aanvoelen, werkelijk geen idee. Ze hoeven elkaar niet eens wat te zeggen, of ze weten het al van elkaar. En je hebt nog niet eens alles gehoord, van wat ze dit jaar allemaal gedaan hebben. Of wat ze nog gaan doen! Ik geloof niet, dat ze ooit eens een saai leven zullen krijgen!’
Chantal bloost lichtjes. ‘Ach, doe niet zo mal, Melissa!’

‘En toch is het zo, Chantal! Ik vond het nogal wat, dat jullie zo opeens Joey opnamen als pleegzoon. Zeker omdat jullie nog maar zo kort bij elkaar waren. Maar jullie hebben je daar zonder schijnbare moeite doorheen geslagen.’
‘Zo gemakkelijk ging dat anders toch niet, Melissa!’
‘Daarom zeg ik ook zonder schijnbare moeite. Ik weet, wat jullie allemaal gedaan hebben om alles in goede banen te leiden. En komend jaar doen jullie het nog eens dunnetjes over door Eira op te nemen. Wel om een geheel andere reden, als jullie voor Joey deden, maar toch! Ik vind het een hele prestatie!’
Patricia zegt dan: ‘Jullie nemen een kind op in jullie gezin?’
Chantal antwoordt: ‘Nee, Eria is al achttien, dus niet echt een kind meer. We hebben haar een tijdje geleden ontmoet. Eira wil heel graag naar het conservatorium, maar haar ouders waren er op tegen. En Eira heeft best wel wat talent. We hebben haar toen geholpen haar ouders om te praten, en nu komt ze voor de tijd, dat ze haar opleiding gaat volgen, bij ons wonen. Als we terugkomen van vakantie, komt ze al.’
‘En Joey is die jongen? Blijft die ook nog bij jullie wonen?’
‘Nee, dat zou te veel zijn. Joey gaat nu op zichzelf wonen, maar hij blijft wel in de buurt. Maar we hebben wel geluk met hem gehad. Het had erger kunnen uitpakken, maar uiteindelijk bleek Joey een goede jongen te zijn, en dat heeft John goed in hem herkend. En dan te bedenken, dat we Joey hebben leren kennen, doordat ze met John en Daan hebben gevochten. Dat had ook heel anders kunnen aflopen.’
‘Wow, jullie zitten wel met hele grote verrassingen. Weet je wat? Waarom komen jullie morgenavond niet bij ons wat komen drinken? Ik zou er wel eens wat meer over willen horen.’
‘Dat zouden we wel willen, maar we moeten morgenavond spelen. Maar waarom komen jullie dan niet naar ons toe? We zitten hier vlak bij het podium, dan hoeven we niet het hele terrein over, als we moeten gaan spelen.’
Patricia kijkt Solveig smekend aan. ‘Alsjeblieft?’
Solveig lacht. ‘Het is al goed, maar is het dan erg, als ik nog wat vrienden meeneem, Chantal? Want ik weet van één vriend, die misschien ook nog wel geïnteresseerd is in die wagen, die Daan nog op zijn oprijwagen heeft staan.’
‘Prima, dat zal Daan helemaal niet erg vinden. Bovendien heeft hij nog een hele vracht wagens staan, er zal heus wel wat tussen zitten. Of niet, Melissa?’
‘Nee, en hoe sneller hij die kwijt is, hoe beter het is! Dat was een behoorlijke investering, en hoe eerder hij die terugverdient, hoe beter het is!’
Solveig kijkt Daan verbaasd aan. ‘Heb je nog meer wagens te koop?’
‘Ja, maar dat zijn allemaal, zonder uitzondering, restauratieobjecten. Daar is de prijs dan ook wel naar, maar er zitten wel enkele interessante exemplaren bij. Ik heb de lijst in de wagen liggen, als je geïnteresseerd bent?’
‘Nee, ik heb voorlopig geen geld meer. Maar een paar van mijn vrienden zullen zeker interesse hebben. Maar we moeten gaan. Morgenvroeg heb ik nog een hoop te doen, en het begint al laat te worden.’
Ze nemen dan afscheid en het is duidelijk, dat Patricia er nog niet echt zin in heeft, zeker nu ze in Melissa en Chantal vriendinnen heeft gevonden. Ze omhelzen elkaar nog even, en dan rijden ze in de Topolino naar hun caravan, die aan de andere kant van het terrein staat.
We volgen dan het voorbeeld, en gaan ook op tijd slapen.
Geef dit verhaal een cijfer:  
5   6   7   8   9   10  
Klik hier voor meer...
Klik hier voor meer...